Motieven 1: Een wereld Doelstellingen: Doel eerste subthema ‘Een wereld om vrij te zijn’ De catechisanten leren inzien dat vrijheid in Bijbelse zin bij het leven van mensen hoort en ze vormen een mening over de betekenissen van het begrip vrijheid, en ze betrekken ‘vrij zijn’ op hun eigen leven. Doel tweede subthema ‘Een wereld om te bewerken’ De catechisanten denken na over het samenspel tussen God en mens als het gaat om het bewerken van de aarde, en ze vormen een mening over de grenzen van technisch kunnen. Doel derde subthema ‘Een wereld om te leren’ De catechisanten leren dat het stellen van vragen een vorm van leren is, ze worden zich bewust van hun eigen wederkerige leerervaringen met de mensen om hen heen, en ze oefenen in het praten over vragen waarop niet direct een eenduidig antwoord valt te geven. Doel vierde subthema ‘Een wereld om te delen’ De catechisanten ervaren iets van de ongelijke verdeling van goederen en hulpbronnen in de wereld en zien in dat in de bijbel leven in vrijheid het delen van vrijheid is en ze denken na over hun eigen mogelijkheden om eerlijk delen te bevorderen. Doel vijfde subthema ‘Een wereld om te beschermen’ De catechisanten leren dat de van God gegeven vrijheid vraagt om een verantwoordelijk gedrag ten opzichte van de medemens, en ze ervaren hoe in het evangeliegedeelte Jezus beschermend optreedt, en ze kiezen positie in het Bijbelverhaal.
Motieven 2: Kerk Doelstellingen: Doelstelling 1e bijeenkomst De catechisanten ontdekken wat zij zelf met de kerk hebben en verwoorden wat voor hen de kerk belangrijk maakt Doelstelling 2e bijeenkomst De catechisanten krijgen inzicht in het ontstaan van de verschillende kerkgenootschappen en zij gaan na hoe dat in hun eigen woonplaats zichtbaar en merkbaar is. Doelstelling 3e bijeenkomst De catechisanten ontdekken dat de kerk een plek is waar over geloofs- en zingevingsvragen nagedacht en gesproken kan worden en zij verkennen Bijbelse beelden en hun eigen beeld van God. Doelstelling 4e bijeenkomst De catechisanten krijgen een beeld van de betekenis van de ambten en ontdekken waar mensen zich allemaal voor inzetten in de kerk. Doelstelling 5e bijeenkomst De catechisanten denken na over de betekenis van de kerk voor de wereld waarin ze leven.
Motieven 3 Er valt wat te vieren Inleiding: De catechisanten verkennen het belang van rituelen, persoonlijk en gemeenschappelijk en staan stil bij wat voor henzelf heilige plaatsen, personen en momenten zijn. Leve het leven de catechisanten leren hoe in de bijbel en de christelijke traditie over het leven als geschenk gesproken wordt en staan stil bij de betekenis van het ritueel van de doop en/of de catechisanten verkennen hun eigen gedachten en gevoelens rondom het leven als gave en opgave en suïcide. Afscheid nemen de catechisanten staan stil bij de vragen rondom de sterfelijkheid van mensen en het christelijk spreken over hoop en/of de catechisanten verdiepen zich in rituelen rondom afscheid nemen en delen met elkaar hun ervaringen met afscheid en verlies. Ik hou van jou en blijf je trouw de catechisanten vinden woorden om met elkaar over verliefdheid en seksualiteit te spreken en vormen een mening over het begrip trouw en het vieren van relaties in de kerk. Herdenken en herinneren De catechisanten staan stil bij het belang van herdenken en herinneren, - het verleden in het heden tegenwoordig stellen opdat er toekomst is – maatschappelijk en kerkelijk en ontdekken dat voorwerpen en handelingen kunnen helpen dit te doen en/of de catechisanten denken na over de opdracht van Jezus bij het avondmaal en de symboliek van brood en wijn.
Motieven 4: God 1. Beelden van God de catechisanten komen eigen beelden van God op het spoor en toetsen deze aan de beelden die anderen van God hebben en aan beelden uit de bijbel. 2. God Ontmoeten de catechisanten leren dat er veel verschillende plaatsen en manieren zijn om God te ontmoeten en ontdekken welke dat voor henzelf kunnen zijn. 3. Praten met God de catechisanten leren dat er meerdere vormen van gebed zijn en verdiepen hun persoonlijke kennis over gebed en ervaring met bidden. 4. God en Allah door een open gesprek met een andere geloofstraditie ontdekken de catechisanten wat de overeenkomsten en verschillen zijn met hun eigen traditie. Ze leren formuleren wat ze zelf uit het christelijke geloof van waarde vinden. 5. Antwoorden op God de catechisanten ontdekken dat mensen een verantwoordelijkheid hebben in Gods schepping en wat hun eigen ‘antwoord’ kan zijn op het beroep dat God op hen doet.
Motieven 5 Beelden en symbolen om mee te leven 1. Hand de catechisanten maken kennis met het beeld van de hand als manier om over God te spreken. De catechisanten leren dat het handelen van Christus om navolging vraagt en ze verkennen hoe ze dat concreet vorm kunnen geven. De catechisanten verkennen de positieve en negatieve mogelijkheden van wat handen kunnen doen. 2. Licht De jongeren kunnen betekenis geven aan ‘lichtbrenger zijn’. De jongeren verbinden de opdracht om licht te brengen met het christelijk geloof. De jongeren kunnen het thema ‘licht’ verbinden met het kerstfeest. 3. Boom De deelnemers staan stil bij hun wortels en de waarde daarvan voor hun geloof en leven. De deelnemers denken na over wat vrucht dragen betekent en verbinden Bijbelse voorbeelden met hun eigen concrete leefwereld. De deelnemers denken na over het beeld van Jezus als de ware wijnstok en verbinden dat met het leven als christen. 4. Water De deelnemers staan stil bij de vraag waar hun eigen bronnen te vinden zijn. De deelnemers komen in gesprek met elkaar over de betekenis van de doop. De deelnemers verbinden het gedoopt zijn met hun leven nu. 5. Duif De deelnemers raken vertrouwd met het beeld van de duif als symbool voor Gods Geest. De deelnemers betrekken verschillende symbolische aspecten van de duif op het werk van de heilige Geest. De deelnemers kunnen vrede omschrijven vanuit een gelovige inspiratie
Motieven 6: Jezus 1. Wie is Jezus a. In de eerste bijeenkomst maken de jongeren kennis met Bijbelse verhalen en beelden over Jezus. Ze ontdekken dat er vier versies zijn van de evangeliën en dat iedere evangelist een eigen verhaal vertelt. b. In de tweede bijeenkomst staan getuigenissen centraal, van mensen uit de bijbel, traditie en heden die verwoorden wat de betekenis van Jezus voor hen is. De deelnemers relateren deze getuigenissen aan hun eigen beeld. 2. Luisteren naar Jezus a. In de eerste bijeenkomst staat de Bergrede centraal, de beroemdste toespraak van Jezus. b. In de tweede bijeenkomst maken de jongeren kennis met het genre van de gelijkenis. 3. Kijken naar Jezus a. In de eerste bijeenkomst maken we een reis door de kunstgeschiedenis en kijken naar de manier waarop Jezus is afgebeeld in de kunst. b. In de tweede bijeenkomst richten we onze blik op Jezusfilms. Daar zijn er veel van. Er wordt een film bekeken en besproken. 4. In de kring van Jezus a. Rondom Jezus vind je in de bijbel altijd verschillende mensen. In de eerste bijeenkomst richten we de aandacht op de mensen voor wie hij opkomt, die hij uitnodigt in zijn kring. Dat zijn niet de meest populaire types. b. In de bijbel spelen de leerlingen van Jezus een belangrijke rol. Wie zijn deze mannen en vrouwen en wat betekent leerling van Jezus zijn. 5. In het spoor van Jezus a. De weg van Jezus is bedoeld om na te volgen. Christenen werden in het begin mensen van de weg genoemd. Hoe ziet die weg er uit en hoe kun je die volgen? b. Een belangrijke inspiratie voor gelovigen van vroeger en nu is de rede van Jezus over de werken van barmhartigheid. In een gesprek met iemand van een diaconale (jongeren) werkgroep verkennen de jongeren hoe deze inspiratie vandaag vorm kan krijgen.