www.researchportal.be - 18 Nov 2015 03:55:06
Onderzoeksprojecten (1500 - 2000 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Afname en verwerking van een begintoets wiskunde en Nederlands in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (begin schooljaar 2006-2007). Universiteit Antwerpen Abstract: In mei 2008 wordt een grootschalige onderwijspeiling georganiseerd naar de ontwikkelingsdoelen wiskunde in het beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). Op vraag van de onderwijsoverheid wordt bij het begin van het schooljaar 2006-2007 de beginsituatie van de leerlingen uit 1B in kaart gebracht. Enerzijds wordt er gepeild naar hun vaardigheden in de domeinen wiskunde en Nederlands aan de hand van eerder ontwikkelde toetsen en anderzijds worden de leerlingen en hun ouders bevraagd over de achtergrondkenmerken en schoolloopbanen van de leerlingen. Omdat de meeste van deze leerlingen in mei 2008 in het BVL zitten, kunnen deze bijkomende leerlinggegevens bij de peiling gebruikt worden om samen met de afname van de eindtoetsen wiskunde en Nederlands voor deze subgroep uit BVL de geboekte leerwinst in de B-stroom te onderzoeken. Organisaties: • Didactica
Onderzoekers: • Rita Rymenans
Vaccinatie veiligheid - attitudes, training and communicatie (VACSATC). Universiteit Antwerpen Abstract: Vaccinatie veiligheid - attitudes, training and communicatie (VACSATC). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Federale Implementatiestudie Richtlijn Milieuschade Universiteit Gent Abstract: De studie heeft betrekking op de implementatie van de Richtlijn Milieuschade in de federale wetgeving. Daartoe dienen de reeds bestaande implementatiedocumenten te worden gescreend en desnoods gecorrigeerd. De studie moet resulteren in een bundeling van voorstellen van omzettingsteksten in de relevante federale materies. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Hubert Bocken
Kleur in zorg: een vormings- en therapieaanbod ter bevordering van de gezondheid van minderjarige asielzoekers en hun familie Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de gezondheid van minderjarige asielzoekers en hun familie bevorderen via: 1) een aanbod van training, vorming, intervisie en supervisie voor hulpverleners werkzaam met minderjarige asielzoekers en hun familie. 2) een aanbod van therapie voor minderjarige asielzoekers en/of hun familie die kampen met psychische en/of gedragsproblemen. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Oprichting van het onderzoekscentrum ARPS (Accounting Research Public Sector) Universiteit Gent Abstract: ARPS heeft als doel wetenschappelijk onderzoek te verrichten in de publieke en non-profit sector. Dit onderzoek kan uitmonden in wetenschappelijke en veeleer populaire publicaties enerzijds en de organisatie van congressen, colloquia en workshops anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Stadsrail. Ontwikkeling van een kosten-baten analysemethode voor trein- en tramvervoer in stedelijke omgevingen. Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van innovatieve producten met een '2020 ERRAC visie': lage levenscyclus-kost, hoge prestatie, modulair, veilig, spoorweginfrastructuursystemen die weinig lawaai en trillingen veroorzaken. Kortom, producten die passen in een geharmoniseerde Europese markt. Het URBAN TRACK project mikt op een reductie van de levenscyclus-kost van de urban track infrastructuur met minstens 25%. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Marjolein DE JONG
Monitoring the quality of end-of-life care in Flanders (MELC-study) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Over de MELC-studie: De Monitoring quality of End-of-Life Care studie (MELC-studie) is een samenwerking tussen partners van vier universiteiten en het Wetenchappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Het betreft een vier jaar durend project, gefinancierd door het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door
Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-VL) in het kader van het Strategisch Basis Onderzoek (SBO-programma). Dit Strategisch Basisonderzoek situeert zich tussen het fundamenteel algemeen kennisverruimend onderzoek en het meer specifiek gericht toegepast onderzoek, met als doel strategisch belangrijke kennis te ontwikkelen met ruime maatschappelijke (of economische) toepassingsmogelijkheden. De MELC-studie werd geconcipieerd vanuit het gegeven dat enerzijds de kwaliteit van het levenseinde nog te beperkt is geëvalueerd en anderzijds er nog een groot potentieel is om, via een rationele (evidence-based) planning van zorg aan het levenseinde, de kwaliteit van leven van terminaal zieken te verbeteren. De algemene doelstelling van de MELC-studie is tweevoudig: 1.het evalueren van de zorg en de medische beslissingen aan het levenseinde in Vlaanderen 2.het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren van zorg en medische beslissingen aan het levenseinde, en het onderzoeken van mogelijke monitoring systemen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Dirk HOUTTEKIER • Koen MEEUSSEN • Tinne SMETS • Geert POUSSET • Kathleen LEEMANS • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • Yanna VAN WESEMAEL • Kenneth CHAMBAERE
Information patrimoine (OSIRIS) : Organisatie van de statistische informatie van de patrimoniumdocumentatie tbv onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie engelstalig abstract Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
De overgang van familiale onder-nemingen (rechtsvergelijkend) Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Katrien Van Boxstael • Bertel De Groote
Diversiteit in vorm en voorkomen van verwerving in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Deze studieopdracht heeft als doel inzicht te verwerven in de ruimtelijke verweving van functies in Vlaanderen waarbij enkel de functies die van belang zijn op Vlaams niveau in rekening worden gebracht. Deze doelstelling wordt enerzijds vertaald in het verzamelen van onderzoeksgegevens over de feitelijke verweving van functies in Vlaanderen en anderzijds in het formuleren van beleidsaanbevelingen over verweving op basis van een analyse van het verzamelde onderzoeksmateriaal. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het benaderen en stimuleren van bestaande verweving enerzijds en het toelaten en stimuleren van nieuwe verweving anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Determinanten van oneigenlijk ziektegedrag bij TB- en HIV/AIDS- patiënten in de Free State en de uitwerking van adequate interventiestrategieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Geringe belangstelling voor VCT (voluntary counseling and testing) en ontrouw aan de TB/HIV/AIDS-behandeling bemoeilijken de openbare initiatieven in de Free State om de co-epidemie op grote schaal te bestrijden. In deze strijd is kennis van de determinanten van het ziektegedrag van TB/HIV/AIDS-patiënten van essentieel belang. Het CHSR&D voert surveys uit bij TB- en ART-patiënten in nauwe samenwerking met het Free State Department of Health. Het voorgestelde project beoogt de data systematisch te analyseren en stategieën te ontwikkelen om adequaat ziektegedrag te promoten. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
OBPWO : Vakoverschrijdende eindtermen in het secundair onderwijs : een onderzoek naar de maatschappelijk een onderwijskundige relevantie van vakoverschrijdende eindtermen en de haalbaarheid ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderwijs beperkt zich al lang niet meer tot louter kennisoverdracht. Van scholen wordt verwacht dat zij de jongeren de nodige kwaliteiten meegeven om zich als volwaardig burger in de maatschappij te begeven. Met de introductie van de vakoverschrijdende eindtermen wenste de Vlaamse Overheid tegemoet te komen aan de vraag om in het onderwijs meer aandacht te schenken aan de overdracht van houdingen, attitudes en vaardigheden. Tot op heden werd nog geen algemene evaluatie van de huidige vakoverschrijdende thema's uitgevoerd. Dit onderzoek wenst op deze evaluatiebehoefte in te gaan en zal meer bepaald nagaan of een herziening van de vakoverschrijdende eindtermen in het secundair onderwijs zich opdringt. Die herziening van de vakoverschrijdende eindtermen kan vereist zijn op basis van drie elementen: de (maatschappelijke en onderwijskundige) relevantie van de huidige eindtermen, de nieuwe (maatschappelijke en onderwijskundige) prioriteiten en de haalbaarheid van
de huidige eindtermen. In dit opzet zijn er twee relevante partijen, met name de maatschappelijke en de onderwijsbetrokken actoren. De visie van de maatschappelijke actoren zal in kaart worden gebracht via een bevraging van het maatschappelijk middenveld. De onderwijsbetrokken actoren vormen in onderhavig onderzoek de schoolhoofden, de leerkrachten en de leerlingen. Om de visie van de betrokken partijen te kennen zal gebruik worden gemaakt van mondelinge interviews (directies en experts), klassikale enquêtes (leerlingen), webenquêtes (directie, leerkrachten en middenveldvertegenwoordigers) en focusgesprekken (alle betrokken partijen). Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sara OP DE BEECK • Lilith ROGGEMANS • Femke DUQUET • Sven SANCTOBIN • Jeroen BOEL
Projet de renforcement des services d'appui a l'agriculture (ret bird n° 7063-TN): formation et assistance technique Universiteit Gent Abstract: Het project bestaat uit twee delen: 1. missie naar Tunis ten einde een evaluatie te kunnen maken van de mogelijkheden ivm de werking van het laboratorium voor de analyse van bestrijdingsmiddelen 2. opleiding in Gent van het personeel ivm de methodieken en het kwaliteitssysteem Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Onderzoek naar de één-op-éénrelatie in het instrumentaal onderricht in het hoger muziekonderwijs Hogeschool Gent Abstract: Het instrumentonderwijs is sinds decennia gebaseerd op individuele onderwijsmethodes, waarbij een deskundige meester de student initieert in het vak. Meer nog dan in het traditionele klasonderwijs staan ontmoeting en dialoog – tussen de docent en de student – centraal. Deze relatie steunt op de meester-gezel traditie. De meester – het model – demonstreert, luistert, observeert, stuurt, inspireert en geeft commentaar. De gezel – de volgeling – kijkt, luistert, imiteert en zoekt goedkeuring. Vanuit een pedagogisch standpunt zijn er in deze relatie drie belangrijke factoren aanwezig die allen een invloed hebben op het onderwijsleerproces: de docent, de student en de vakkennis. Dit wordt door Imelman (1982) de triadische pedagogiek genoemd. Er bestaat reeds onderzoek met als focus de interactie tussen de student en de docent door middel van observatie (zie bijv.: Persson, 1993 en Zhukov, 2004), maar het accent ligt er voornamelijk op de instrumentdocent en zijn/haar vakdeskundigheid. Men vergeet echter maar al te vaak dat er in de onderwijspraktijk twee mensen zijn die een rol spelen (“it takes two to tango”). Dit onderzoeksproject heeft tot doel de onderwijspraktijk binnen het één-op-één instrumentonderwijs (hoger onderwijs) te onderzoeken, waarbij er aandacht is voor de inbreng en perspectieven van zowel de docent als de student, met als doel het achterhalen en in kaart brengen van deze pedagogische praxis. De eigenheid van deze onderzoeksgroep (instrumentdocenten en studenten) vereist dat er een zekere toenadering ontstaat tussen de onderzoeker en de participanten, waarbij een persoonlijk relatie opgebouwd wordt. Vandaar dat er gekozen wordt voor een kwalitatieve onderzoeksopzet. Op basis van het verzamelde materiaal (audio-opnames, veldnotities en studentenblogs) zal een portret gemaakt worden van deze onderwijspraxis. Dit zal aangevuld worden met diepte-interviews bij de betrokken docenten en hun studenten. Het in kaart brengen van de gangbare onderwijspedagogische praxis die gebruikt worden in het hoger instrumentonderwijs kan een startpunt zijn van reflectie en meer openheid. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Muziekagogiek
Onderzoekers: • Philip De Roeck • Ruth Rondas
Performantievoorspellingen voor praktische combinatorische optimalisatieproblemen KU Leuven Abstract: Deze verhandeling onderzoekt hoe performantievoorspellingen mogelijk gemaakt kunnen worden binnen de context van combinatorische optimalisatieproblemen. Dit project laat zich inspireren door bestaand onderzoek naar het voorspellen van de benodigde rekentijd van complete oplossingsmethodes in de context van klassieke beslissings- en optimalisatieproblemen. Binnen dit onderzoek wordt de focus gelegd op andere performantiecriteria dan de benodigde rekentijd. Eén van de belangrijkste concepten in deze context is de notie van empirical hardness (of empirische moeilijkheid). Hieronder wordt de moeilijkheid van een probleeminstantie begrepen, zoals deze ervaren wordt door eenspecifieke oplossingsmethode. In deze verhandeling stellen we een strategie voor die toelaat modellen te construeren die deze moeilijkheid voorspellen. Deze strategie wordt op een bepaald abstractieniveau geformuleerd, zodat deze gebruikt kan worden in een brede waaier van toepassingsgebieden. Binnen deze ve Organisaties: • Computerwetenschappen Kulak
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker • Tommy Messelis
Do clothes make the man? Three essays on choice and possession in relation to consumers' self-concept. KU Leuven Abstract: Het menselijke zelf-concept is een idee een verzameling gepercipieerde attributen van zichzelf. Literatuur toont aan dat bezittingen en consumptiekeuzes een belangrijke positie nemen in het opbouwen en weergeven van dit zelfconcept. Keuzes vormen een concrete illustratie van een abstract zelfbeeld, zeker als die keuzes leiden tot het op diuurzame wijze vastleggen van dit zelfbeeld in de band met een bezitting. Dit doctoraat situeert zich in de interactie tussen bezittingen, consumentenkeuzes en het zelfconcept. In een eerste essay herinterpreteren we bezit in het kader van construal level theorie om aan te tonen dat bezittingen psychologisch nabij zijn tot hun eigenaars. In een tweede essay, en gegeven de band tussen consumentenkeuzes en het zelfconcept, vinden we dat het aanbevelen van onze keuzes aan anderen een bron van bedreiging voor het zelfbeeld kan zijn als deze aanbevelingen niet worden opgevolgd. In een laatste essay vinden we dat een keuzesituatie op zich bedreigend kan zi
Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Luk Warlop • Siegfried Dewitte • Bart Claus
Voorbij de grens. De politieke ecologie van het Kunene grensgebied, 1850-1950. KU Leuven Abstract: Dit onderzoek richt zich op de sociale en politieke geschiedenis van een weinig bekende grensregio in Noord-Namibië en Zuid-Angola, meer bepaald op het koloniale verleden van een droog en bergachtig landschap aan beide oevers van de Kunene. Deze rivier zich in het centrum van een bufferzone die door de koloniale mogendheden (Portugal, Groot-Brittannië, Duitsland en Zuid-Afrika) werd gecreëerd en in stand gehouden.De onderliggende onderzoeksvraag luidt als volgt: enerzijds, welke invloed heeft de socio-politieke context en hebben plaatselijke machtsverhoudingen en onzekerheden op het landschap gehad; anderzijds, welke impact heeft een veranderend landschap (zoals prikkeldraad, bewaakte grenzen, kunstmatige waterputten en vee-vrije zones) op plaatselijke machtsverhoudingen en sociale interactie die gekenmerkt werden door ambivalentie en onzekerheid?Eén van de innovatieve kenmerken van dit onderzoek is de focus niet ligt bij de staat (de Kunene is ook een internationale grens). In plaat Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Steven Van Wolputte • Els Hoorelbeke
De rol van persoonlijkheid en life stress bij affectieve spectrumstoornissen KU Leuven Abstract: Moeder of vader worden is geen sinecure. Er komt immers heel wat bij kijken wanneer je een kindje verwacht. Naast blijdschap, geluk en trots wordt ouderschap doorgaans dan ook gekenmerkt door moeilijkere gevoelens en/of momenten. Externe omstandigheden kunnen bijvoorbeeld maken dat je het moeder- of vaderschap niet over de hele lijn als positief ervaart. Maar wat zijn nu interne factoren die bijdragen aan het feit of je moeder/vader worden als moeilijker ervaart? En wat zijn innerlijke krachtbronnen waarop prille ouders kunnen terugvallen?De voornaamste doelstelling van dit doctoraatsonderzoek was inzicht te verwerven in de rol die(1) persoonlijkheid, (2) mentalisatievermogen (d.i. het vermogen om eigen en andermans gedragingen te begrijpen als gemotiveerd vanuit een innerlijke wereld van gedachten, gevoelens, intenties, verlangens, angsten, enz.) en (3) sociaal-cultureel bepaalde opvattingen over ouderschap spelen in hoe moeilijk of makkelijk vaders en moeders het prille ouderschap er Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten • Ho-Shu Tang
Opstelling van een "BEL-20 index" van alle beursgenoteerde aandelen op de Beurs van Brussel in de periode 1832-2005. Vergelijking met het rendement van de Belgische banksector, met de risicovrije rente, met de all share index en andere portefeuilles. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft een praktische finaliteit en beoogt het opstellen van een "BEL-20 index" (zowel koers- als totale returnindex) voor de periode 1832-2005 voor de Beurs van Brussel. Deze indexen zullen worden vergeleken met de rendementen van de risicovrije activa, met die van de banksector, de all share index en andere portefeuilles van de Beurs van Brussel voor dezelfde periode, Aldus komt een referentiemaatstaf beschikbaar voor een historisch vrij lange periode. Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Jan Annaert • Jan Paredaens • Greta Devos • Marc De Ceuster • Marc Deloof • Wilhelmina De Smedt
Uitwerken van een publicatie over "onderwijseconomie" en "economie van migratie" en het onwikkelen van een theoretische bijdrage over theocratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Valorisatie van vroeger onderzoeks- en onderwijswerk op gebied van onderwijseconomie en economie van migratie en investering in een nieuw onderzoeksthema namelijk economie van religie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Walter Nonneman
Procesevaluatie "zorgnet zelfmoordpreventie". Universiteit Antwerpen Abstract: Het Zorgnet Zelfmoordpreventie pilootproject is in 2006 in de Logo Antwerpen-Noord opgezet om de huisartsen nauwer te betrekken bij de opvolging van personen die een suïcidepoging hebben ondernomen of een verhoogd suïciderisico hebben. In het onderzoek wordt het pilootproject na één jaar werking geëvalueerd. Daartoe werden drie focusgroepgesprekken georganiseerd, waaraan een brede waaier van hulpverleners deelnam, en gebeurde de analyse door middel van NVivo7. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Vrede voor Vlamingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat na wat Vlamingen anno 2007 denken over vrede en geweldloosheid. De kern van het onderzoek is een survey bij 1000 Vlamingen over hun perceptie van vrede en geweldloosheid in de wereld en in de eigen samenleving. Ook wordt er gepeild naar het effectieve en het potentiële vredesengagement van Vlamingen. Die publieke-opiniedata worden ingekaderd in een hele reeks andere deelonderzoeken zoals bevragingen bij deelnemers aan verdesbetogingen, analyses van mediaberichtgeving over oorlog en vrede, analyses van de politieke agenda enzovoort. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Fiscale aspecten van bijzondere grensoverschrijdende samenwerkingsvormen tussen ondernemingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Fiscale aspecten van bijzondere grensoverschrijdende samenwerkingsvormen tussen ondernemingen. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Bart Peeters
Het asielbeleid van de Europese Unie : een discourstheoretisch en -analytisch onderzoek naar de constructie en de implicaties van een veiligheidsperspectief op de ontwikkeling van een uniform asielsysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Vanaf de jaren tachtig worden asiel en migratie binnen de Europese Unie in toenemende mate gedefinieerd als een veiligheidsrisico. Ze worden beschouwd als een grensoverschrijdende bedreiging voor de realisatie van de interne markt als gevolg van de afschaffing van interne grenscontroles. Bovendien worden ze ook gepercipieerd als een bedreiging voor de stabiliteit van de lidstaten. De sociale constructie van asiel als een `probleem' veroorzaakt een sterke spanning met het traditionele humanitaire framework dat de basis vormt van de internationale vluchtelingenbescherming en lijkt te leiden tot de ontwikkeling van een restrictief Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid (GEAB), waar de nadruk wordt gelegd op het controleren en het beperken van migratie. In dit doctoraatsonderzoek wens ik de spanning tussen veiligheid en mensenrechten vanuit een discourstheoretisch raamwerk, gebaseerd op de theorieën van o.a. Laclau & Mouffe, te onderzoeken. Aangezien discourstheorie geen uitgebreid systeem van methoden omvat, zal het werken aan onderzoeksstrategie en methodologie eveneens één van de uitdagingen zijn van dit onderzoek. De belangrijkste onderzoeksvraag kan als volgt worden omschreven: Domineert een veiligheidsdiscours momenteel de ontwikkeling van het GEAB en in hoeverre verklaart dit veiligheidsdiscours het restrictivisme in het GEAB? Om deze hypothese te testen dienen nog twee bijkomende vragen te worden beantwoord. Ten eerste hoe gaat dit proces van verveiliging in zijn werk, i.e. een onderzoek naar de constructie van een veiligheidsperspectief op de asielproblematiek. Ten tweede, wat zijn de implicaties van een veiligheidsdiscours met betrekking tot asiel, i.e wat voor beleid resulteert uit de constructie van asiel als een veiligheidsprobleem? Op basis van een discoursanalyse uitgevoerd op primaire bronnen (documenten van de JBZ-Raad van Ministers, Europese Commissie, Europees Parlement, interviews met EU-ambtenaren e.a.) en secundaire bronnen (mediaberichtgeving, NGO-rapporten') wens ik empirisch te bewijzen dat achter de creatie van een Europees Gemeenschappelijk Asielbeleid een veiligheidsdenken aanwezig is. Indien niet, dan moet deze hypothese die reeds meermaals is gepostuleerd, maar nooit empirisch bewezen, gefalsifieerd worden. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Dominique Van Dijck
De levensloop volgens Matteüs. Een onderzoek naar de impact van instituties op de sociale stratificatie over de levensloop. Universiteit Antwerpen Abstract: De levensloop volgens Matteüs. Een onderzoek naar de impact van instituties op de sociale stratificatie over de levensloop. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Caroline Dewilde • Cornelius Van den Bosch
Een biomechanische karakterisatie van het belang van visuele prikkels bij de ogenblikkelijke en de ontwikkelingsgebonden mechanische controle van de bipedale gang bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Afferente informatie speelt een belangrijke rol bij het controleren en bijsturen van de bewegingen. Deze informatie is afkomstig van het visuele, het vestibulaire, het tactiele en het proprioceptieve systeem. Visuele informatie speelt een belangrijke rol bij het bewaren van het statisch evenwicht. Tijdens het uitvoeren van een beweging is het echter van belang het dynamisch evenwicht te bewaren. Logischerwijze kan aangenomen worden dat visuele feedback-informatie hierbij van belang is. Daarnaast kunnen bij het uitvoeren van een beweging visuele prikkels ook belangrijk zijn bij het sturen van de bewegingscoördinatie. Bij dit onderzoek willen we aan de hand van biomechanische ganganalyses het effect bestuderen van deprivatie van visuele prikkels op de controle en ontwikkeling van de gang. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Ann Hallemans
Grondrechtenconflicten in horizontale relaties, in het bijzonder in arbeidsrelaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Grondrechtenconflicten in horizontale relaties, in het bijzonder in arbeidsrelaties.
Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Gunter Maes • Karel Rimanque
Sociale-dilemma-spelen van strategische substituten en complementen: experimenten en agent-gebaseerde simulaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Sociale-dilemma-spelen van strategische substituten en complementen: experimenten en agent-gebaseerde simulaties. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sigrid Suetens • Jacques Vanneste
De rol van "Betalingen voor Milieudiensten" voor een duurzaam waterbeheer in Midden-Amerika. Universiteit Antwerpen Abstract: Zoals in andere ontwikkelingslanden staan de watersystemen in Centraal Amerika onder sterke druk; die druk wordt veroorzaakt door een gebrek aan integraal waterbeheer en zwakke publieke instituties. In de context van een aantal pilootprojecten in de regio, wil het project onderzoeken of en in welke mate het concept van "Betalingen voor Milieudiensten" mogelijkheden biedt om hieraan te remediëren door de introductie van marktprincipes. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen • Gert Van Hecken
Strategische innovatiecapaciteit: de rol van kennisdiversiteit en sociaal kapitaal van management teams. Universiteit Antwerpen Abstract: De capaciteit van organisaties om zich aan te passen, te vernieuwen en nieuwe activiteiten in oude te integreren is van wezenlijk belang voor het lange termijn succes van organisaties. Burgelman (1991) suggereert dat het management team (MT) een sleutelrol speelt in het opbouwen van deze capaciteit omdat ze verantwoordelijk is voor het stimuleren, selecteren en integreren van innovatie-initiatieven. Dit project beoogt de systematische studie van deze bewering door de relatie te onderzoeken tussen de kennisdiversiteit en het sociaal kapitaal (i.e. de netwerken) van MTs en de innovatiecapaciteit en -effectiviteit van Strategic Business Units (SBU) van grote organisaties. Het vertrekpunt is dat de invloed van diversiteit en netwerken op de innovatiecapaciteit van SBUs niet eenduidig bepaald is. Enerzijds vormen deze diversiteit en netwerken, door de daaruit volgende confrontatie van verschillende (eventueel conflicterende) opvattingen, een noodzakelijke voorwaarde om bestaande denkpatronen en inertie te kunnen doorbreken. Maar anderzijds kunnen deze verschillende opvattingen de integratie binnen het team ook ondermijnen. Dit kan de innovatiecapaciteit van de SBU limiteren. Deze studie poogt een antwoord te geven op de vraag hoe en in welke omstandigheden MTs erin slagen het potentieel van hun diversiteit en netwerken ¿ ondanks de daarmee samenhangende verschillen in opvattingen, inzichten en relaties ¿ te benutten ten einde strategische vernieuwing mogelijk te maken. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Paul Matthyssens • Tine Buyl
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal handelen over het uitzicht, het ontstaan, de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Op basis van de typologie van Deacon en een analyse van de sociale indicatoren, zullen drie Oost-Europese landen worden geselecteerd die significant van elkaar verschillen. Omdat het niet mogelijk is om in een tijdsbestek van 4 jaar de gehele samenhang tussen markt, gezin en sociale bescherming (d.i. het welvaartsregime) te bestuderen, zal het onderzoek gefocust worden op de inkomensbescherming van ouderen in ruime zin, met als belangrijkste elementen: de sociaal-economische architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen (publieke, private, semi-collectieve en collectieve pensioenen, de compensatie van uitgaven voor gezondheid en huisvesting; inkomen uit arbeid) en het resultaat (de outcomes) hiervan in termen van enerzijds inter- en intragenerationele inkomensongelijkheid en anderzijds armoede bij ouderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Sociale ongelijkheid en mobiliteit in de lange zestiende eeuw: 's-Hertogenbosch en haar Meierij. Universiteit Antwerpen Abstract: De historische belangstelling voor de dynamieken van sociale ongelijkheid is opvallend mager. Vooral met betrekking tot de laat middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden is verrassand weinig geweten over patronen van sociale en economische mobiliteit binnen haar talrijke steden. Gewapend met een aantal uitzonderlijke bronnen hoopt dit project bij te dragen tot onze kennis en begrip van de ongelijkheden en mobiliteiten van een typische ancien régime stad, en van de bijhorende processen van (re)productie. Intergenerationale transfers van allerlei goederen zullen een centrale plaats innemen in zowel analyse als theorie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Peter Stabel • Jord Hanus
Wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken: ruimte voor een pijleroverschrijdende benadering? Universiteit Antwerpen Abstract: In het proefschrift zal het onderzoek naar aard, inhoud en draagwijdte van de wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken centraal staan.Bij dit onderzoek zal bijzondere aandacht worden besteed aan de verhouding tussen het wederzijdse erkenningsbegrip zoals zich dit in het kader van de interne markt heeft ontwikkeld, en de betekenis van dit concept voor het Europees strafrecht. Op meerdere vlakken staan de schotten tussen de drie Unie-pijlers vandaag onder druk. De Europese Grondwet voorziet zelfs in de afschaffing van de pijlerstructuur. In dat licht beschouwd, en gelet op het belang van de wederzijdse erkenning in de verschillende Europese beleidsdomeinen, lijkt het vandaag meer dan ooit interessant om dat principe van wederzijdse erkenning aan een pijleroverschrijdend onderzoek te onderwerpen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Christine Janssens
De immuniteit van internationale organisaties en de rechten van de mens: naar een concept ter verzoening van beide belangen. Universiteit Antwerpen Abstract: De immuniteit van internationale organisaties en de rechten van de mens: naar een concept ter verzoening van beide belangen. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter • Didier Pacquée
Europeanisering en politieke partijen: een vergelijkend onderzoek naar de rollen en functies van transnationale partijconferenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt verder op het onderzoek naar de relatie tussen christendemocraten en conservatieven in de EVP. Het theoretisch kader wordt verder uitgewerkt in de richting van de transnationale partijvorming. Tegelijkertijd wordt het aantal partijfamilies uitgebreid van één naar drie waardoor het onderzoek een uitgesproken comparatief karakter krijgt. Zowel het theoretisch kader als het comparatief perspectief zijn noodzakelijk om datgene te kunnen analyseren wat zich binnen deze Party Summits afspeelt: de transpositie van nationale partijpolitieke en ideologische tegenstellingen op het niveau van de EU. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Guido Dierickx • Steven Van Hecke
Wetenschappelijk evaluatieonderzoek naar de Lokale Overlegplatforms in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Op 14 september 2002 werd het Decreet voor Gelijke Onderwijskansen-I (GOK-I) van kracht met als doel gelijke kansen te waarborgen en te creëren voor alle leerlingen in het Vlaamse onderwijs, in het bijzonder voor kansarme allochtone en autochtone leerlingen. Een van de drie pijlers van het GOK-I-decreet beschrijft de uitwerking van Lokale Overlegplatforms. In een Lokaal Overlegplatform (LOP) zijn schooldirecties, inrichtende machten, ouders, leerlingen en centra voor leerlingenbegeleiding vertegenwoordigd, alsook een aantal gecoöpteerde overlegpartners uit het etno-socio-culturele middenveld. Ze worden ondersteund door een voorzitter en een deskundige. Een LOP bemiddelt wanneer een leerling door een school wordt geweigerd bij de voorrangsregeling of bij de inschrijving en ondersteunt de zoektocht naar een nieuwe school. In het schooljaar 2002-2003 werd het startschot gegeven voor 69 Vlaamse LOP's. Na een beknopt evaluatieonderzoek bij de opstart (Deneire et al., 2004) is de tijd rijp voor een doorgedreven evaluatie. De uitbouw en werking van de LOP's zijn voldoende gevorderd om een wetenschappelijk evaluatieonderzoek te onderbouwen. Dit evaluatieonderzoek beschrijft zowel de werking als de doelmatigheid m.b.t. interne en decretale verwachtingen en de samenhang met input en contextfactoren. De combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek verschaft empirische antwoorden op de vraag op welke wijze de huidige LOP's doelmatige beleidsinstrumenten zijn. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Beeldvorming van arbeid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek "Arbeid in reclame m/v" maakt deel uit van het ESF-onderzoek (2006-2007) naar het beeld van arbeid in de Vlaamse media. Het deelonderzoek "Arbeid in reclame m/v" betrekt zich, zoals de titel aangeeft, enkel tot reclame-advertenties en in het bijzonder tot advertenties die arbeidgerelateerd zijn. Wat onderzocht wordt is de rol van vrouwen en mannen in deze arbeidsgerelateerde advertenties, met als uiteindelijke doel de publikatie van een handboek over gender in reclame. Het onderzoek "Arbeid in reclame m/v" bestaat uit twee delen: I.Analyse van een artificiële week reclameblokken in prime time (19u tot 23u) II.Analyse van het ZORRA advertentie-archief, zoals dat tussen 1996 en 2005 tot stand kwam. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck
Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2006.
Universiteit Antwerpen Abstract: Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP 2005-2009 op basis van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2006. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Een grondslagentheoretisch en toegepast onderzoek naar de relatie tussen pluralisme, ethiek en regulering in biomedische en technologische aangelegenheden. Universiteit Antwerpen Abstract: In de context van (de resultaten van) biomedisch en biotechnologisch onderzoek zijn recht en ethiek sterk met elkaar verweven. Naarmate er op dat domein meer vooruitgang wordt geboekt zal deze relatie steeds pregnanter op de voorgrond treden, en zal er bij de politiek - de wetgever - steeds vaker op worden aangedrongen om tot wettelijke regulering van de ethische vragen en problemen die als gevolg daarvan rijzen over te gaan. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: hoe moet de wetgever (regelgever) reageren op de ethische vragen en problemen die de resultaten van het biomedisch en biotechnologisch onderzoek doet rijzen? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Leonardus Adams • Willem Lemmens • Sven Braspenning
De invloed van emoties op de besluitvorming in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek put uit inzichten in de economie, psychologie, en neurowetenschappen om te begrijpen waarom besluitvorming vaak afwijkt van speltheoretische verwachtingen. Het specifieke doel is om met fMRI de tussenliggende rollen van emotionele en rationele subsystemen in de hersenen te belichten wanneer mensen een coöperatieve of competitieve strategie kiezen in een sociaal dilemma. De rol van persoonlijkheid en de context van het dilemma wordt mee onderzocht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Paul Parizel • Christophe Boone
Revisie van het moderne. Potenties van het modernistische hoogbouwpatrimonium. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de problematiek van de woning en de woonomgeving in modernistische hoogbouwwijken onderzocht. Het onderzoek plaatst zich binnen een breder spectrum van onderzoek (sociologie, sociale geografie) naar de ruimtelijke en sociale problemen die zich vandaag stellen in de hoogbouwwijken, gerealiseerd na de tweede wereldoorlog. Het bestaande onderzoek wordt in dit project gecomplementeerd, door een specifiek architectuurwetenschappelijk perspectief (architectuurgeschiedenis, - theorie en ontwerpend onderzoek) te openen op de problematiek van het hedendaagse wonen in naoorlogse modernistische hoogbouwwijken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Karen Kesteloot
High Technology Assessment van drug eluting stents. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt wat de klinische en economische waarde van het gebruik van Drug Eluting Stents is ten opzichte van Bare Metal Stents. Het project onderzoekt tevens wat de gevolgen zijn van twee of meer scenario's van terugbetaling voor het Belgische gezondheidsbudget ? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Middelengebruik bij de Antwerpse studentenpopulatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In de loop van 2005 werd via de elektronische leeromgeving Blackboard een grootschalige enquête uitgevoerd naar het middelengebruik bij de studenten van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Meer dan 5.500 studenten stuurden een ingevulde enquête terug. De uitgebreide databank wordt verder geanalyseerd en er wordt een rapport geschreven, waarbij veel aandacht wordt geschonken aan de bruikbaarheid van de resultaten voor het opstellen van een drugpreventiebeleidsplan voor het Antwerpse hoger onderwijs. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Kwaliteitsbeoordeling van digitaal educatief materiaal over professionele schrijfvaardigheid (QUADEM). Universiteit Antwerpen Abstract: The objective of the present project is to develop a method for Quality Assessment of Digital Educational Materials (QuADEM) in the area of professional and academic writing skills. It is our experience that many institutions have been developing digital educational materials that do not fully explore the possibilities of the online environment, both in the design and implementation processes. Often educational materials developed 'for paper' are copied into a digital environment without being fully adapted to this new learning context. In the present project we want to establish a method to assess the quality of digital educational materials aking into account a multiple set of perspectives. Drawing on a number of new modules that will be developed and implemented for specific niches of business, academic and technical (foreign) language writing, the present project will result in a procedure that should enable the participating institutions to add a 'quality label' to the materials they develop for their writing centers.
Although the Quality Method is developed in the context of (professional) writing education, the aim of the present project is to develop a method that is transferable to other domains of online learning because of its generic character. The project will result in a detailed quality procedure to effectively and efficiently evaluate digital learning modules. The Quality Method will be supported by the publication of a book as well as by the development of a web based administration tool to guarantee an easy implementation of the quality circle. To explore the relevant components of the Quality Method we set out to integrate a wide range of different perspectives on quality assessment, different methods for assessing quality, different facilitating tools and different materials. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Organisatie en strategie. Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie en strategie. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Arjen van Witteloostuijn
De efficiëntie van aandacht voor bedreigende informatie: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Er wordt nagegaan adhv klassieke conditionering of de dreigwaarde van stimuli de efficiëntie van detectie van een bedreigende doelstimulus faciliteert, zelfs indien gecontroleerd wordt voor visueel onderscheidende kenmerken (top-down). Bovendien wordt dmv het "additional singleton" paradigma onderzocht of de dreigwaarde van een afleider interfereert met de detectie van een neutrale doelstimulus en zo ja, onder welke voorwaarden (bottom-up). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Aantal en ruimte in de pariëtale cortex Universiteit Gent Abstract: Ruimtelijke verwerking en de verwerking van aantallen zijn gelocaliseerd in de pariëntale cortex van het brein. Waarom dit zo is, is echter onbekend. Het doel van dit project is dit fenomeen te begrijpen aan de hand van neurale netwerkmodellen. We zullen twee modellen die respectievelijk de ruimtelijke (Pouget et al., 2002) en de numerieke kant (Verguts & Fias, 2004) belichten, integreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
Rekenmoeilijkheden: de impact van procesvariabelen in een alternatief theoretisch verklaringsmodel Universiteit Gent Abstract: Op basis van een cross-sectioneel onderzoek bij leerlingen van het 1ste, 2de, 3de (sample 1) en het 5de, 6de leerlaar en het 1ste jaar SO wordt de differentiële impact onderzocht van didactische procesvariabelen bij het ontstaan van rekenmoeilijkheden. Dit type secundaire leerstoornissen is nauwelijks onderzocht zeker niet voor wat betreft de gebruikte rekenmethode is interactie met andere procesvariabelen (tijdsgebruik, aanvullende leermaterialen, remedial aanpak, computergebruik, ?). Een theoretisch verklaringsmodel wordt opgebouwd waarbij rekenprestaties worden gerelateerd aan de genoemde procesvariabelen en hun interactie met individuele variabelen (intelligentie, wiskundeangst, wiskundeattitude, self-efficacy, e.a.) Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Anne Desoete
Fout controle in spraakproductie onderzocht met Event Related Potentials Universiteit Gent Abstract: Het onderdanige project wil onderzoeken of de foutenpatronen die gevonden worden in spraak verklaard kunnen worden door een vooringenomen zelfcontrolesysteem. Dit systeem zou werken via het normale perceptiesysteem. Daarom zal in een reeks Event Related potential experimenten onderzocht worden of de vooringenomenheden ook teruggevonden worden in perceptie. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
De genderdimensie in het ontwikkelingsbeleid van de EU: een onderzoek naar de implementatie en de rol van de civil society Universiteit Gent Abstract: We bestuderen de genderdimensie in het Europees ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Uit onderzoek blijkt dat tussen retoriek en realiteit een kloof gaapt. Drie mogelijke oorzaken worden onderzocht: 1 Beleidsstrategie-formulering 2 EU-initiatieven zijn gericht op een beperkt segment van vrouwen 3 De implementatie op het terrein loopt fout. Onze hypothese is dat een beperkte inbreng van de civil society de fundamentele oorzaak is van het falen. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers:
• Hendrik Vos • Jan Orbie
Monetair beleid en de geknikte vraagcurve Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de implicaties van een geknikte vraagcurve, of een asymmetrische reactie op prijsstijgingen en -dalingen voor het monetaire beleid. Ten eerste wordt aan de hand van scanner data empirisch nagegaan hoe sterk de asymmetrie is. Ten tweede worden de implicaties van het empirisch onderzoek voor het monetaire beleid nagegaan in een algemeen evenwichtsmodel met consumptiegewoontes. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen • Gerdie Everaert
Empirisch onderzoek naar de determinanten van nauwkeurigheid van tijdsduurschattingen in time-driven activity-based costing Universiteit Gent Abstract: De doelstelling is na te gaan welke de determinanten zijn van nauwkeurigheid van tijdsduurschattingen in tijdsvergelijkingen in time-driven activity-based costing. Onderzocht wordt in welke mate de nauwkeurigheid beïnvloedt wordt door de complexiteit van de activiteit en of deze invloed varieert met de bevragingsmethode en de ervaring met de activiteit. Op basis van een grondige literatuurstudie zullen hypothesen geformuleerd worden die getest zullen worden via computerondersteunde laboratoriumexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Werner Bruggeman • Mario Vanhoucke
Het onderliggend neuraal substraat bij impliciet motorisch sequentieel leren: onderzoek door middel van fMRI Universiteit Gent Abstract: Door middel van een specifiek 'Serial Reaction Time Task' paradigma en functionele MRI, zullen de hersenstructuren in kaart gebracht worden die een rol spelen bij het impliciet leren van motorische sequenties. Vervolgens zal het impliciet motorisch sequentieel leren bestudeerd worden vanuit een ontwikkelingsperspectief door onderzoek bij kinderen. De geobserveerde ontwikkelingstendenzen zullen daarbij gerelateerd worden aan de onderliggende neurale mechanismen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Ouderbetrokkenheid als determinant van leerprestaties en welbevinden van leerlingen in het lager onderwijs Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel heeft globaal twee theoretisch-fundamentele doelstellingen: (1) een psychmetrische kwaliteitsbepaling van ouderbetrokkenheid en (2) theorievorming omtrent antecedenten van ouderbetrokkenheid en ouderbetrokkenheid als determinant van leerprestaties en welbevinden van leerlingen in het lager onderwijs. Hiertoe wordt een steekproefkader van 600 gezinnen met kinderen in 60 klassen in de derde graad uit 30 scholen samengesteld, waarbij verschillende actoren bevraagd worden. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Islamisme en democratie: Analyse van de ideologie en de sociale actie van islamistische organisaties. Een vergelijkende studie van Libanon en Marokko Universiteit Gent Abstract: Op basis van de civil society theorie wil dit onderzoek nagaan onder welke voorwaarden en op welke wijze islamistische organisaties een constructieve bijdrage leveren tot de democratisering van de Arabische wereld. De studie wil dit bereiken door zich te concentreren op de interrelatie tussen het discours en de sociale actiepatronen van deze bewegingen en democratiseringsprocessen in de Arabische wereld, en meer bepaald Libanon en Marokko. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Dertig jaar Europese Raad: een politiek-wetenschappelijk onderzoek naar de functies en besluitvormingsdynamieken Universiteit Gent Abstract: Het vlat op dat er nauwelijks fundamenteel onderzoek wordt verricht naar de Europese Raad. Dit doctoraatsonderzoek zal dan ook een manifeste leemte in de EU-studies gedeeltelijk opvullen. We zullen analyseren 1) welke functie de Europese Raad heeft in de integratie 2) door werlke dynamieken de besluitvorming wordt gekenmerkt 3) welke evoluties (continuïteieten of discontinuïteiten) zich hebben voorgedaan inzake functies en besluitvormingsdynamieken sinds de oprichting in 1974 tot vandaag. Op theoretisch vlak zal dit onderzoek een antwoord bieden op de vraag of het Nieuw Institutionalisme een beter analysekader aanreikt dan de Liberaal-Intergouvernementalistische benaderingen. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos
Regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wijst op problemen met regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen en de mogelijke link met minor problemen. In een longitudinaal opzet wordt de link tussen regulatieve vaardigheden op fysiologisch en gedragsmatig vlak onderzocht bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar. Dit binnen een sociale en niet-sociale context. De predictieve waarde ten aanzien van de sociaal-communicatieve ontwikkeling wordt nagegaan.
Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Gezamenlijke optimalisering van klantensegmentatie en marketingcommunicatieacties met het oog op het maximaliseren van de klantenwaarde op lange termijn Universiteit Gent Abstract: Met dit project wensen we enerzijds te onderzoeken welke klantensegmenten geïdentificeerd kunnen worden in termen van loyaliteit. Anderzijds willen we nagaan welke efficiënte marketingcommunicatieacties dienen te worden ondernomen naar deze segmenten toe met het oog op waardemaximalisatie van de klant op lange termijn. Het vernieuwende is dat beide aspecten geïntegreerd worden in één analyse door middel van optimalisatietechnieken. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Van monadologie to nomadologie - een systematische en vergelijkende discussie van Gilles Deleuzes concept van de plooi Universiteit Gent Abstract: Mijn doelstelling is bij te dragen aan de Deleuze-receptie door een systematische bespreking van zijn weinig gerecipieerde boek over Leibniz en in het bijzonder zijn concept van de plooi in relatie tot de fenomenologie en het constructivisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Freddy Mortier • Bart Vandenabeele
Rechterlijke controle op internationale overeenkomsten gesloten door de Europese Gemeenschap Universiteit Gent Abstract: Het Europees Hof van Justitie beschikt over twee categorieën rechterlijke bevoegdheden tav internationale overeenkomsten. De eerste betreft de adviezen voor de sluiting van een akkoord (a priori) en de tweede de interpretatie en/of geldigheid van een gesloten akkoord (a posteriori). Dit doctoraatsproject onderzoekt de institutionele problemen die door deze procedures gesteld worden en poogt hun interdependentie te analyseren. Organisaties: • Vakgroep Europees Recht
Onderzoekers: • Marc Maresceau
Gevolgen van nietigheid en ontbinding van overeenkomsten Universiteit Gent Abstract: Traditioneel wordt aangenomen dat de nietigheid of de ontbinding van een overeenkomst tot gevolg heeft dat de overeenkomst met terugwerkende kracht tenietgaat. Er wordt onderzocht wat de grondslag is van deze regel, of uitzonderingen op deze regel mogelijk zijn, in welke gevallen een bijkomende schadevergoeding kan gevorderd worden en welke gevolgen de terugwerkende kracht voor derden heeft. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Hubert Bocken • Annelies Wylleman
De invloed van transnationale politiek mobilisatie op binnenlands conflecten. Gevalsstudie: de invloed van de transnationale politiek mobilisatie van de Koerden in Europa op het Turks-Koerdisch conflict Universiteit Gent Abstract: Analyse van de activiteiten van transnationale politieke actoren aan de hand van indicatoren (oa. Operatiegebieden, discours, politieke vertakkingen). De gevalsstudie zal nagaan hoe en in welke mate transnationale politieke actoren (actief binnen de voor het Koerdisch activisme belangrijke Europese netwerksteden nl. Brussel, Keulen en Parijs), een invloed uitoefenen op het conflict in Oost-Turkije en in de regio. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Een model-georiënteerde aanpak van problemen in de filosofie van de sociale wetenschappen Universiteit Gent Abstract: Recente ontwikkelingen omtrent het modelbegrip binnen de wetenschapsfilosofie bieden nieuwe mogelijkheden voor toegepast onderzoek op modellen in de sociale wetenschappen, i.c. economie en politieke wetenschappen. Mijn doel is niet alleen om deze verder te onderzoeken, maar ook om ze te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe visies op traditionele problemen in de sociale wetenschappen, zoals realisme, reductionisme, wetten en verklaring. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Erik Weber
De rol van de gedetineerde in de internationale tenuitvoerlegging van straffen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal de vraag behandelen welke rol aan de veroordeelde wordt toebedeeld in de internationale tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen. De centrale probleemstelling kan vertaald worden in twee onderzoeksvragen: 1. Wat is de formele rol die wordt toebedeeld aan de veroordeelde in het beslissingsproces? 2. Draagt de internationale tenuitvoerlegging van straffen bij tot de reïntegratie van de veroordeelde? Dit onderzoek gaat na wat de positie is van de veroordeelde in de overbrenging van gevonniste personen. Dit gebeurt aan de hand van een aantal empirische methodes (studie behandelde dossiers bevraging relevante actoren en veroordeelden). Het doel van deze studie is fundamenteel van
aard. Het empirische luik laat toe internationale strafuitvoering te toetsen aan criminologische theorievorming rond reïntegratie als doelstelling van straf. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen • Tom Vander Beken
Netwerken van steden en steden in netwerken. De rol van digitale bereikbaarheid in de creatie van de geografische ruimte: conceptualisatie, methodologie en visualisatie Universiteit Gent Abstract: Het is algemeen aanvaard dat de ruime verspreiding van computers met digitale telecommunicatie- en mediatechnologieën heeft gezorgd voor de totstandkoming van een zogenaamde 'cyberspace', dwz een virtuele multimediawereld die snel ons sociaal, cultureel en economisch leven binnensluipt. De opzet van dit mandaatvoorstel is om te onderzoeken wat de invloed is van deze moderne communicatie en informatietechnologie op (wereld)stedennetwerken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Locale coalities en de politieke economie van conflict in India: De analyse van een livelihood-complex in Telangana (Andhra Pradesh) en Nagaland Universiteit Gent Abstract: Conflicten in India worden meestal geanalyseerd vanuit een indernationaal perspectief waarbij het conflict met Pakistan als belangrijke verklaringsgrond wordt gebruikt om de interne problemen te begrijpen. Wij willen echter deze interne conflicten begrijpen vanuit een lokaal, livelihood-perspectief. We onderzoeken hiervoor de driehoeksrelatie tussen lokale overheden, rebellen en de lokale bevolking in twee langdurige conflictgebieden: Telengana (Naxalieten) en Nagaland (NSCN). Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Waardebepaling en risicomanagement bij wisselwerking tussen verzekeringen en financiën Universiteit Gent Abstract: via de financiële of de actuariële aanpak zal geprobeerd worden het risico verbonden met unit-linked contracten te bepalen. De bestaande technieken worden uitgebreid zodat onder meer jaarlijkse premiebetalingen en een surrenderoptie ingebouwd kunnen worden. Bovendien zal gebruik gemaakt worden van risicomaten over meerdere perioden en zal geprobeerd worden statische super-hedgingstrategieën op te stellen voor de opties gelinkt met de contracten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Michèle Vanmaele
Uitnodiging buitenlandse onderzoeker voor kort verblijf: Prof. Dr. V. Argyrou Universiteit Gent Abstract: Uitnodiging van prof. V. Argyrou (Hull Univ., UK) voor kort verblijf van 2 maanden: -cultuur en contextualisering, ecologische visie tgo globalisering systematische analyse van parameters in eigen vakgroep en in Hull rond cultuur en context - screening van parallelle voorstellen van ma - afwerking van MSS-verwerking na gezamenlijke workshop op EASA, Bristol Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
De ontwikkeling van professionele kennis van leraren in functie van geïntegreerd ICt gebruik in Chineese lagere scholen Universiteit Gent Abstract: De volgende begrippen staan central in deze studie: Teachers' Professional Knowledge (TPK), lerarenopleiding en het geïntegreerd gebruik van Informatie- en Communicatietechnologieën (ICT). Het geïntegreerd gebruik van ICT veronderstelt het oppikken van specifiek concepties en beliefs die onderdeel zijn van de TPK. In China wordt ICT gebruik gepromoot, maar de gevolgen voor de lerarenopleiding worden nauwelijks onderzocht zeker niet op het niveau van de opvattingen en beliefs. Dit onderzoek onderzoekt deze elementen van TPK, de relatie tussen concepties en beliefs en de onderwijsstrategieën bij ICT-gebruik en hoe dit kan beïnvloed worden door het invoeren van een REalistic Teacher Education Pedagogy (RTEP). Implicaties voor de inservice en preservice lerarenopleiding worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Johan van Braak
Cognitieve controle processen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op het bestuderen van cognitieve controle processen met functionele MRI. Ik ben van plan de rol van intentionele processen in cognitieve controle te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marcel Brass
Zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden in de verslavingszorg Universiteit Gent
Abstract: Dit onderzoek heeft de bedoeling zorgtrajecten van autochtone en allochtone alcohol- en druggebruikers te vergelijken en verschillen op het vlak van de toegang tot, participatie aan en retentie in diverse verzorgingsinstellingen en de gespecialiseerde verslavingszorg op te sporen. Daarnaast wordt nagegaan welke factoren en werkingsmechanismen het zorgtraject van etnisch-culturele minderheden (kunnen) bemoeilijken of stimuleren, en in welke mate. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Opleiding bevoegdheden en inspectiemethodes, basisbeginselen van het strafrecht en het Wetboek inzake Strafvordering, inclusief verhoortechnieken Universiteit Gent Abstract: De opleiding houdt volgende prestaties in: de ontwikkeling van een syllabus en powerointpresentatie die de basisbeginselen van het strafrecht en de strafvordering verduidelijken het geven van de opleiding de ontwikkeling van een test de correctie van de test inclusief het deponeren van de testresultaten en eventuele feedbackrapporten. De volgende thema's worden behandeld: de strafwet het misdrijf nadere analyse van de constitutieve bestanddelen van een aantal misdrijven vorderingen die uit het misbedrijf voortvloeien de rechten van verdediging in strafrechten het vooronderzoek in strafzaken en het onderzoek ter terechtzitting. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Philip Traest
De rol van herinterpretatie bij extinctie op basis van cognitieve, leertheoretische en neurobiologische modellen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het onderzoeksproject is het verder uitklaren van de werkingsmechanismen van exposure therapie. De effecten op aandachtsvertekeningen van acquisitie en extinctie van negatief affect met en zonder herinterpretatie zullen gecontrasteerd worden. Vervolgens zal via event related fMRI onderzoek nagegaan worden welke de gelijkenissen en verschillen zijn tussen beide procedures voor wat betreft de betrokken cortico-subcorticale circuits. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Wim Fias • Rudi De Raedt
Privaatrechtelijke handhaving van kapitaalmarktrecht Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil de civielrechtelijke effecten van miskenning van kapitaalmarktregulering nagaan. Meer in het bijzonder zullen de privaatrechtelijke effecten van overtreding van regelen inzake markttoegang en prudentieel toezicht, transactionele regelen en marktintegriteit worden onderzocht. Het onderzoek gaat tevens na of deze civiele handhavingstechnieken efficiënt en effectief zijn en of er eventueel alternatieve technieken voorhanden zijn. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Michel Tison
Milieuwetgevingsnavigator: aanpassen van de index Stoffen en parameters Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de index Stoffen en parameters van de Vlaamse milieunavigator te optimaliseren opdat de gebruiksvriendelijkheid ervan verbeterd wordt. Er wordt zowel een analytische als een thematische index ontwikkeld, waardoor de gebruiker hetzij op basis van stoflijsten, hetzij volgens de aard of de gevaarseigenschappen van stoffen gerichte zoekacties kan uitvoeren in de integrale milieuwetgeving. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Landbouwers en de markt in Vlaanderen, 1750-1900. De markt in de Vlaamse rurale samenleving, de commercialisering van de landbouw en de strijd om de markt, tijdens de overgang van een traditionele naar een geïntegreerde economie Universiteit Gent Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de concrete 'markt', i.e. de specifieke plaats waar (wekelijks) landbouwproducten werden verkocht en gekocht. Dergelijke markten functioneerden anders en hadden een andere 'functie' dan vaak wordt aangenomen. Dit onderzoek bekijkt de markt op een geïntegreerde manier (economisch, politiek, sociaal), om zo de rol van dit mechanisme in de Vlaamse rurale maatschappij beter begrijpen. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Gedeelde aandacht bij baby's en peuters met een autismespectrumstoornis: onderzoek naar de onderliggende processen Universiteit Gent Abstract: Uit tal van studies is gebleken dat gedeelde aandacht verstoord is bij kinderen met een autismespectrumstoornis. Het huidige onderzoek zal zich richten op de onderliggende processen van joint attention (vb. cognitieve vaardigheden, aandachtsprocessen en sociale factoren), teneinde meer inzicht te krijgen in de oorzaak hiervan. Er zullen kinderen worden betrokken met een (vermoeden van een) autismespectrumstoornis vanaf de leeftijd van één jaar. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers:
• Herbert Roeyers
Krediet voor wetenschappelijke opdracht H. Symoens Universiteit Gent Abstract: Gedurende het academiejaar 2006-2007 zal een boek geschreven worden over de relaties tussen de Universiteit van Orléans en de studenten uit de Lage Landen die er een juridische opleiding volgden, en dit voor de 15de-17de eeuw. De monografie zal bestaan uit een reeks voorheen gepubliceerde artikels die zullen aanpast worden en enkele nieuw te schrijven hoofdstukken. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Hildegarde Symoens
Een activiteitengebaseerde benadering voor het modelleren van verplaatsingsgedrag ten gevolge van rekeningrijden. Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het onderzoeksproject is om een vollediger beeld te krijgen van het aanpassingsgedrag van mensen ten gevolge van rekeningrijden. Concreet dienen hiervoor complexe afhankelijkheden tussen de verschillende dimensies van een transportbeslissing en relaties met dagelijkse activiteiten mee te worden opgenomen. Door de koppeling met activiteiten kan niet alleen een juistere inschatting worden gemaakt maar wordt tevens een conceptueel kader gecreëerd dat beter beantwoord aan de dagelijkse socio-economische realiteit. Op die manier wordt het bvb. mogelijk om te beschrijven waar, met wie, wanneer en voor hoe lang mensen een bepaalde activiteit uitvoeren en welk transportmiddel ze hebben gebruikt om tot op hun bestemming te geraken. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Studietijd: een kernvariabele in actief en zelfstandig studeren Universiteit Hasselt Abstract: Het succes van een onderwijsleerproces hangt af van een veelheid van factoren. Onderzoek naar de invloed van studietijd op studieresultaten en de invloed van andere variabelen hierbij is nog erg schaars. Ervaring in het begeleiden van studenten wijst uit dat studietijd een belangrijke invloed kan hebben op de studieresultaten. Dit onderzoek heeft tot doel om een model te ontwikkelen en te valideren inzake studietijd, studieresultaten en andere betrokken variabelen. Gerelateerde variabelen betreffen zowel studentkenmerken (vb. geslacht, leeftijd, vooropleiding) als onderwijskenmerken (vb. opleidingsaanbod, onderwijsvormen, evaluatie). De afhankelijke variabele - studieresultaten - wordt bestudeerd op verschillende analyseniveaus: per opleidingsonderdeel, per set van opleidingsonderdelen, per trimester en per academiejaar. Als tussenliggende variabelen wordt onder meer gekeken naar de spreiding van de studietijd over een bepaalde periode, alsook naar de totale studietijd voor de gekozen periode. Voor de ontwikkeling van het model wordt een literatuurstudie verricht. Verder worden bestaande datasets geanalyseerd en worden nieuwe data verzameld en onderzocht. De dataverzameling omvat onder meer de elektronische registratie van de studietijd door studenten. Daarnaast wordt gepoogd om het model zowel empirisch als praktisch te valideren. Dit behelst onder andere een toetsing van predicties vanuit het model met nieuwe empirische gegevens, alsook testen op verschillende opleidingsonderdelen en richtingen. De praktische validering impliceert de implementatie en opvolging van bevindingen uit het onderzoek in het onderwijsleerproces. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Gedragswetenschappen - Leerprocessen
Onderzoekers: • Christiane MASUI • Johan BROECKMANS • Geert MOLENBERGHS
VUB onderzoekscontingent Sabbatical Leave call 2005/2006. Toekenning aan Prof. dr. Bruno Coppieters. Secession and the Use of Force: A Camparative Analysis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB onderzoekscontingent Sabbatical Leave call 2005/2006. Toekenning aan Prof. dr. Bruno Coppieters. Secession and the Use of Force: A Camparative Analysis. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Time & budget (BDD emploi du temps - DB Tijdsbudget) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Belgische tijdsbestedingsonderzoek 2005 (TBO) werd gekoppeld aan de continue huishoudbudgetenquête 2005 (HBO) die sedert 1995 door FOD Economie wordt bijgehouden. Huishoudens die volledig het HBO afwerkten, werden gevraagd om mee te werken met het TBO. Het HBO peilt naar de omvang en de samenstelling van inkomsten en uitgaven van een gestratificeerde steekproef van huishoudens. Het TBO is een uiterst geschikt instrument om systematische en gedetailleerde data te verzamelen over het alledaagse handelen van mensen. Een belangrijke troef van het Belgische TBO is dat zij volgens Eurostat-standaarden werd uitgevoerd. In een eerste fase wordt in samenspraak met het FOD Economie de datacleaning verricht, teneinde om de TBO-gegevens te ontsluiten en eerste analyses te verrichten. Een tweede fase van dit onderzoekt behelst de verdere ontsluiting van TBO conform de eisen voor 'Harmonised Time Use Survey Micro Database'. Hiervoor wordt samengewerkt met 'Statistics Finland'. In de toekomst kunnen de Belgische TBO gegevens dan vergeleken worden met andere Europese landen. Al deze gegevens worden door EUROSTAT samengebracht in één website. Een andere belangrijk facet van dit project is de koppeling van de TBO-databank en de HBO-databank tot een metadatabank. Het koppelen van beide databanken biedt een aanzienlijke meerwaarde ten opzichte van het afzonderlijk analyseren van TBO en HBO. Op die manier kunnen tijdsbestedingspatronen en consumptiepatronen samen geanalyseerd worden op respondenten- en op huishoudniveau. Ter voorbereiding van al deze fasen wordt een internationaal seminarie georganiseerd om de stand van zaken in dit onderzoeksdomein weer te geven. Een laatste opdracht is de valorisatie van de onderzoeksresulaten. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers:
• IGNACE GLORIEUX • JOERI MINNEN • Sven SANCTOBIN
De belichaming van journalistieke waarden geproblematiseerd: een discoursanalyse van de articulatie van institutionele stemmen en identiteiten in de Vlaamse kranten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt de aandacht op de discursieve acties van journalisten en hun instituties in situaties waarin essentiële journalistieke waarden gecontesteerd worden. Als onderzoeksobject worden cases geselecteerd waarin de aanwezigheid van externe stemmen en identiteiten in het journalistieke discours het spanningsveld in en tussen deze waarden activeert. Potentiële cases zijn bijvoorbeeld (1) de integratie van de officiële stem van de VS betreffende de aanwezigheid van WMDs in Irak of (2) de integratie van de stemmen van Deense journalistieke instanties omtrent het recente cartoondebat. Deze gevallen van contestatie worden gecontrasteerd met een derde (3) gevalstudie waarin de integratie van een externe stem relatief onproblematisch verloopt. Het gaat hier om een studie van de integratie van de stem van de WTO in economische verslaggeving. De discursieve (re)acties die gepaard gaan met de integratie van dergelijke stemmen worden dan discoursanalytisch onderzocht op verschillende niveaus. Deze corresponderen met de verschillende discoursanalytische disciplines gaande van poststructuralistische discourstheorie over CDA (Critical Discourse Analysis) tot aan SFL (Systemic Funcional Linguistics). De aandacht zal daarom zowel gaan naar de belichaming van journalistieke waarden in de tekstuele linguïstiek van concrete artikels als naar de professionele identiteiten van de journalisten, naar de identiteit van de krant als bedrijf en van de journalistiek als maatschappelijke institutie zelf. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo BOGAERTS • Nico CARPENTIER
Preventie van stemproblemen bij leraren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie wil het effect van een stemmodule op de stemkwaliteit van leraren bepalen. De vier fasen van een bestaand trainingspakket "test - theorie - training - transfer" worden aangepast aan de specifieke noden van de lerarenstem en op punt gezet voor de lerarenopleiding. In de testfase worden de toekomstige leraren gescreend op stemproblemen. De lerarenopleiders worden getraind om stemproblemen perceptueel te herkennen zodat zij zelf een minder goede stemkwaliteit kunnen detecteren bij de studenten. De resultaten van deze auditieve training worden vergeleken met de resultaten van een expertengroep van logopedisten en een controlegroep die geen auditieve training krijgt. Zo wordt het effect van deze training bepaald en wordt duidelijk in hoeverre de lerarenopleiders de testfase voor zich kunnen nemen. In een tweede luik worden de aangepaste theorie en trainingsfase aan een effectenonderzoek onderworpen. Telkens 50 studenten van de lerarenopleidingen van de VUB wordt bij dit onderzoek betrokken; de theoriegroep krijgt drie uur theorie en de trainingsgroep krijgt naast drie uur theorie ook zes uur training. Een controlegroep van 50 studenten krijgt theorie noch training. De vergelijking van de resultaten van de drie groepen laat toe het effect van elke fase afzonderlijk te bepalen. Dit onderzoek zal aantonen in hoeverre deze aanpak effect heeft op de stemkwaliteit van de lerarenstem. Organisaties: • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • Yannick COVELIERS • HERLINDA VAN LOOY
Zorg rond het levenseinde van ouderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de toenemende vergrijzing overlijden steeds meer ouderen na een langdurige periode van chronisch ziek zijn, waarin medische beslissingen rond het levenseinde frequent voorkomen. Omdat therapeutische hardnekkigheid aan het levenseinde vooral bij deze ouderen in vraag gesteld wordt, richt onderhavig doctoraatstraject zich specifiek naar de 'zorg rond het levenseinde van ouderen' en poogt op deze manier een bijdrage te leveren tot een kwaliteitsvolle zorg rond het levenseinde van deze patiënten. De helft van de 65-plussers in Vlaanderen overlijdt in ziekenhuizen en 1/4 in rusthuizen, zowel rustoorden voor bejaarden (ROB) als rust- en verzorgingstehuizen (RVT). Gezien de proportionele omvang van overlijdens binnen deze settings, wordt onderzoek verricht naar het nemen van de belangrijkste medische beslissingen rond het levenseinde in ziekenhuizen en rusthuizen. Op diensten voor geriatrie, een acute 'cure'-setting, wordt onderzocht hoe vaak een do-not-resuscitate beleid aanwezig is en hoe vaak er dergelijke besluiten worden genomen. In de meer 'care'gerichte rusthuizen wordt onderzocht in welke mate voorwaarden voor advance care planning aanwezig zijn, hoe vaak dit in de praktijk gebeurt voor rusthuisbewoners en welke medische beslissingen rond het levenseinde er worden gemaakt. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS
Deze fiche volgt op DWTC173 : ikv AGORA-programma : Microcensus 2006 (fase 2 ) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De FOD Economie, dienst Statistiek organiseerde de eerste 'Generale Census' in 1846. Tegenwoordig levert de Centrale Persoonsregister de officiële bevolkingscijfers, maar de Census blijft een van de belangrijkste bronnen voor socio-economisch informatie in dit land.
In de toekomst zal de klassieke census gebaseerd op questionnaires vervangen worden door administratieve registers. Naar voorbeeld van Scandinavië, zal België in de voetstappen treden van een stijgend aantal landen dat een kost-efficiënt alternatief voor the census heeft ontwikkelend door nauwer samen te werken met administraties. De Microcensus 2006 project is deel van de wetenschappelijke voorbereiding voor deze transit. Het project draait rond het organiseren van een eerste register-gebaseerde proef census bij een proefpubliek van 20%. Het is overgenomen door het AGORA programma van de Belgische Wetenschappelijk Beleidsdienst als een cooperatieve netwerk tussen Dienst Statistiek België en 4 universitaire onderzoeksgroepen. In de komende jaren zullen register data over onderwijs, werk, huisvesting, demografie en andere klassieke onderwerpen van de census verzamelt, geanalyseerd en gerapporteerd worden, teneinde de praktische, organisatorische en methodologische aspecten van de transit te bestuderen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
De dynamiek achter het Europese 'beleid' van regionale samenwerking in de Zuidelijke Caucasus: een constructivistische benadering Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan waarom in de Zuidelijke Caucasus geen samenwerkingsverbanden ontstaan, ondanks de inspanningen van de EU om dit te bewerkstelligen. Er wordt nagegaan hoe de EU de regionale samenwerking tracht aan te moedigen. Er wordt verondersteld dat de asymmetrische relatie (de overheden in de Zuidelijke Caucasus als objecten) de oorzaak is van de uitkomst. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
De plaats en rol van niet-volwassen brussen (broers en zussen van personen met een handicap) in de begeleiding van gezinnen met een kind met een handicap. Ontwikkelen van een ondersteuningsplan voor brussen ter versterking van het natuurlijk netwerk Hogeschool Gent Abstract: Broers en zussen (brussen) van personen met een handicap nemen een steeds belangrijkere rol op in de ondersteuning van hun broer of zus. Door de verschuiving naar het ondersteuningsmodel in de zorg voor personen met een handicap wordt er meer belang gehecht aan het natuurlijk netwerk rond personen met een handicap. Brussen maken deel uit van dit netwerk. De vraag stelt zich dan ook op welke manier brussen kunnen worden voorbereid op en ondersteund in hun rol in dit natuurlijke netwerk.Uit onderzoek blijkt dat als brussen reeds op jonge leeftijd de aangepaste ondersteuning krijgen, ze later hun relatie met hun broer of zus als meer positief beleven en ook meer gepaste zorg kunnen geven aan hun broer of zus.De hoofddoelstelling van dit onderzoeksproject is het ontwikkelen van een ondersteuningsplan voor de begeleiding van brussen in gezinnen met een kind met een handicap. In het onderzoek worden 3 fasen onderscheiden die gedeeltelijk gelijktijdig verlopen en nauw samenhangen:-in fase 1 brengen we de beleving van brussen (n=20) tussen 4 en 21 jaar in kaart op zgn. 4 transitiemomenten. Dit zijn momenten waarop brussen hun relatie met hun broer of zus als moeilijker ervaren. Als brussen tijdens deze transitiemomenten de gepaste ondersteuning krijgen, komt dit niet alleen de broer-zus relatie ten goede, maar betekent dit ook een ondersteuning voor het hele gezin.-In fase 2 willen we nagaan hoe de gezinsondersteuning momenteel vorm krijgt en welke plaats brussen hier innemen. Zowel het verhaal van de hulpverleners als van de ouders is hier belangrijk. Het ontwikkelen van een ondersteuningsplan reikt immers de hulpverleners een methodiek aan om brussen in de gezinsbegeleiding op te nemen. Daarnaast zal het ondersteuningsplan voor de brussen ook een ondersteuning voor de ouders en het hele gezin betekenen.-In fase 3 wordt een ondersteuningsplan ontwikkeld, toegepast en geëvalueerd bij 4 brussen (case-studies). Methodologisch gebruiken we zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden:- kwalitatieve gegevens verkregen uit de interviews (fase 1 en fase 2) worden verwerkt volgens de grounded- theory benadering, met behulp van winMAX98.- kwantitatieve gegevens uit fase 1 worden geanalyseerd met behulp van SPSS.kwalitatieve gegevens uit fase 3 worden geanalyseerd via case-by-case vergelijkingen. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Tinneke Moyson • Riet Steel • Stijn Vandevelde • Leen Poppe
Evaluatie van de effecten van de maximumfactuur op de consumptie van gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal trachten volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Wat is de totaalkost van de maximumfactuur aan de sociale zekerheid (collectieve kost)? - Wie heeft gebruik gemaakt van de maximumfactuur (doelgroepen)? - Zijn er consumptieverschillen voor bepaalde groepen voor en na de invoering van de maximumfactuur (gedragseffecten)? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
State accreditation and licensing agencies and procedures in Azerbaijan (AOP-AZB). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
State accreditation and licensing agencies and procedures in the Russian Federation (AOP-RF). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Accreditatie een licenties in Oekraïne (AOP-UKR). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Analyse van multiwebsite surfgedrag Universiteit Gent Abstract: Dit project tracht socio-demografische profielen te voorspellen op basis van multiwebsite surfgedrag. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Publieksprijs 2006 - voorstudie 2007. Universiteit Antwerpen Abstract: Publieksprijs 2006 - voorstudie 2007. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Gender en Reclame. Universiteit Antwerpen Abstract: Gender en Reclame. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Verblijfsonkosten Beijing (China) : teaching on the joint VUB/RENMIN MA prgramme on European studies (10/10/200611/11/2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: onderwijs aan de Renmin Universiteit in Beijing Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Behandeling van belangenconflicten in het gemeenrecht en financieel recht Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • Marc Kruithof
Succesvolle implementatie van e-government. De afstemming tussen organisatie en informatievoorziening bij Vlaamse gemeenten voor de ontwikkeling van e-government Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Sabine Rotthier • Philippe De Rynck
Exclusion from aid resources and political change at the community level. Universiteit Antwerpen Abstract: Exclusion from aid resources and political change at the community level. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen
Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen: een wondermiddel tegen handhavingstekorten of een lege doos? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een onderzoek naar de kenmerken en de maatschappelijke evolutie van bestuurlijke sanctionering met het oog op de ontwikkeling van een steekkaart voor beleidskeuzes tegen handhavingstekorten. Het onderzoek concentreert zich rond twee pijlers: enerzijds een inventaris van de bestaande bestuurlijke sancties en anderzijds een toekomstgerichte kritische analyse. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Joëlle Rozie
Federalisme en regionalisering in Europa - het optimaliseren van "Mullti-level governance" in de EU.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestaat uit een reeks workshops (Napoli, Edinburgh, Roma) met als doel een hoofdstuk in een vergelijkende reader over regionalisering in Europa. Het hoofdstuk wordt geschreven door Peter Bursens (Universiteit Antwerpen), Wilfried Swenden (University of Edinburgh) en Stephan Förster (Duitstalige Gemeenschap van België). Het behandelt de manier waarop het Europese integratieproces een impact heeft op de externe relaties van de Belgische Gewesten en Gemeenschappen. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens
Normen voor kwaliteitsvol maatschappelijk werk. Universiteit Antwerpen Abstract: We onderzoeken in dit project hoe binnen de algemene wettelijke en reglementaire context van de RMI-wet een kwaliteitsvolle hulpverlening kan ontstaan en we ontwikkelen de minimale normen die nodig zijn om kwaliteitsvol maatschappelijk werk door OCMW's te verzekeren. De onderzoeksfinaliteit is een inventarisering en advisering in functie van kwaliteitsvolle begeleiding van de trajecten naar maatschappelijke integratie. Eveneens zullen een aantal beleidsscenario's worden ontwikkeld die betrekking hebben op de regelementering en de omkadering voor wat maatschappelijk werk betreft. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Microcensus 2006. Universiteit Antwerpen Abstract: Microcensus 2006. Organisaties: • Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen - overige • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Gedrags- en emotionele problemen bij Congolese gevluchte adolescenten in de Democratische Republiek Congo en in Uganda. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal de prevalentie van gedrags- en emotionele problemen en mogelijke beïnvloedende factoren hierbij bij adolescenten afkomstig uit de Democratische Republiek Congo die op de vlucht zijn in eigen land of in Uganda in kaart brengen. Aanbevelingen uit deze studie worden daarna getoetst, zodat het onderzoek finaal leidt tot het optimaliseren van de hulpverlening aan deze Congolese vluchtelingenadolescenten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Duurzaam management van de Noordzee (SUMANOS) Symposium Universiteit Gent Abstract: SUMANOS clustert 4 Noordzeewetenschappelijke onderzoeksprojecten (MAREBASSE, TROPHOS, BALANS en GAUFRE) die hoewel verschillend qua thematiek onderling sterk verbonden zijn - zowel in relatie tot de inhoud als de gebruikte methodologie. De cluster tracht de potentiële synergieën te formalisieren op niveau van informatieuitwisseling, methodologie en onderzoekservaringen. Output omvat een gezamenlijke publicatie en symposium om de verschillende onderzoekspartners te stimuleren hun werk in een breder perspectief te plaatsen en te pogen de mono-disciplinaire benaderingen te doorbreken. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Architectuur en maatschappij van Vakantiekolonies: geschiedenis en perspectieven Universiteit Gent Abstract: - Een exploratief onderzoek naar de concrete verschijning en ruimtelijk functioneren van kinderkolonies (vakantiekolonies en schoolkolonies) in België, alsook de maatschappelijke inbedding van het fenomeen. - Een ontwerpmatig onderzoek naar de mogelijkheden vandaag van de sites van vakantiekolonies aan de Belgische kust, tegen de achtergrond van veranderende maatschappelijke en stedenbouwkundige condities. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Pieter Uyttenhove
Studie 'Logistieke Poort Limburg'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie "Logistieke Poort Limburg" betreft een haalbaarheidsstudie over de ontwikkelingskansen van de Limburgse logistieke activiteiten. Meer bepaald werd in deze studie de potentie van Limburg onderzocht om te functioneren als strategische hinterlandregio van (hoofdzakelijk) de mainport Antwerpen. De haven van Antwerpen kent namelijk een sterke groei maar wordt als gevolg hiervan geconfronteerd met haar ruimtelijke expansielimieten. Het is dan ook logisch dat er gekeken wordt naar een verknoping van de logistieke activiteiten met hinterlandlocaties. Deze verknoping schept kansen voor logistieke ontwikkelingen in deze regio's, die een aantal functies van de zeehaven overnemen en er zo de ruimtelijke druk verminderen. In deze studie werd in de eerste plaats naar Limburg gekeken om deze rol van extended gateway voor de haven van Antwerpen te vertolken. In het kader van deze studie werd er door MOSI-T een goederenstroomanalyse voor de provincie Limburg uitgevoerd Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Inclusieve inbedding van vraaggestuurde ondersteuning; een onderzoek naar kritische succesfactoren Hogeschool Gent Abstract: De onderzoeksvraag: “Leidt vraaggestuurde ondersteuning (PCP) tot verhoogde kwaliteit van bestaan bij de cliënt? (Personal Outcomes)?” De hypothese luidt: Assessment gebaseerd op de gewenste uitkomsten van de cliënt en de nodige ondersteuningsbehoeften, gerelateerd aan individuele ondersteuningsplannen leiden tot meer positieve ‘outcomes’ bij de cliënt dan de klassieke handelingsplanning. Bovenstaande onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van de resultaten van een aantal onderzoeksfasen. In navolging van internationale studies is er nood aan verder onderzoek rond: - betrouwbare en valide meetinstrumenten in functie van ondersteuning en kwaliteit van bestaan gerelateerde persoonlijke uitkomsten - empirische studies die het concept van ‘vraagsturing’ mee conceptualiseren. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Claudia Claes • Stijn Vandevelde
Internationale interdisciplinaire cursus over de Rechten van het Kind Universiteit Gent Abstract: De IIC biedt gedurende 8 dagen voor een professioneel publiek een intensief vormingsprogramma aan over de rechten van het kind. De opzet is het creëren van een academisch forum waarbij het mensen kinderrechtenconcept wordt bestudeerd en bediscuteerd. In eht bijzonder stelt dit project zicht de deskundigheidsbevordering van deelnemers tot doel. Deze experten-ondersteuning heeft zich voornamelijk gefocust op de introductie van het concept mensen- en kinderrechten, de implementatie ervanin het eigen werkveld en de zorg voor kwaliteitsvereisten van een goede implementatie. Speciale aandacht gaat naar noord-zuid verhouding, universaliteit van mensenrechten, conflictregio's. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Naar een optimale kredietrelatie tussen KMO’s en banken. Onderzoek naar de kredietverlening aan KMO’s in het Vlaamse gewest na Bazel II en hoe de KMO’s hun kredietrelatie kunnen optimaliseren Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoeksproject zal nagaan wat de gevolgen zijn van het kapitaalakkoord Bazel II, dat in werking treedt vanaf 01.01.2007 en dat banken tot een beter risicomanagement verplicht, op de kredietverlening voor KMO’s in het Vlaamse gewest. In de eerste exploratieve fase zal aan de hand van een bevraging bij de banken gepeild worden naar de wijze waarop het kredietrisico van een KMO wordt beoordeeld evenals naar de kostprijsstructuur van hun kredieten. Hieruit resulteert een inventaris van factoren, zowel objectieve als subjectieve, die daarbij doorslaggevend zijn. Een enquête bij de KMO’s moet aangeven hoe zij hun kredietrelatie met de banken ervaren en welke houding zij aannemen op het gebied van waarborgen. De bevindingen uit de bevragingen worden in een experimenteel onderzoek getest. Hierbij worden kredietaanvragen van KMO’s bij een aantal banken doorgelicht. Op die manier wordt een verband gelegd tussen de bevindingen uit de bevraging en de dagdagelijkse realiteit. Deze resultaten zullen de basis vormen van een handvest voor een optimale kredietrelatie, met suggesties voor alle betrokken partijen (KMO’s en banken). De onderzoeksresultaten worden verspreid via publicaties en seminaries met de bedoeling alle belanghebbenden te sensibiliseren voor de problematiek en ze op te leiden om tot een betere afstemming op elkaar te komen. De onderzoeksresultaten zullen ook geïmplementeerd worden in het curriculum van de opleiding Bedrijfsmanagement, toegelicht worden in seminaries voor de afgestudeerden van de opleiding en in een ruimere Europese context geplaatst worden, door deel te nemen aan internationale congressen. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Vakgroep Financiën en verzekeringen
Onderzoekers: • Lutgarde Laureys
Determinanten voor niet-participatie van vrouwen uit de doelgroep aan het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker en de manieren om de participatie gunstig te beïnvloeden. Universiteit Antwerpen Abstract: Via kwantitatief en kwalitatief onderzoek zal de groep niet-participanten aan het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker worden in kaart gebracht. Daarnaast zal ook worden nagegaan waarom vrouwen die een eerste keer deelnemen aan het onderzoek, na het verstrijken van het interval van 2 jaar niet opnieuw deelnemen ('participatietrouw'). Aangezien de bejegening bij de radiologische dienst waar de vrouw haar mammografie laat uitvoeren van uitermate groot belang is voor de participatietrouw, zal er bovendien een evaluatie gebeuren van de dienstverlening binnen de mammografische eenheden. Uiteindelijk moeten de resultaten van dit onderzoek leiden tot een beter inzicht in hoe de moeilijk bereikte groep kan worden gemotiveerd en gensensibiliseerd om meer deel te nemen aan het screeningsprogramma voor borstkanker en welke maatregelen kunnen worden genomen om de drop-out tegen te gaan, o.a. door de tevredenheid van de dames bij hun bezoek aan de mammografische eenheden te verhogen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
TMS: Onderzoek naar de oorzakelijke betrokkenheid van hersengebieden bij cognitieve functies aan de hand van virtuele lesies Universiteit Gent
Abstract: Bij transcraniële magnetische stimulatie (tms) wordt het normaal fysiologisch functioneren van lokale hersengebieden verstoord. Toepassing van tms over hersengebieden waarvan fMRI heeft aangetoond een rol te spelen in cognitieve functies laat toe om de oorzakelijke betrokkenheid van deze bepaalde lokale hersenstructuren in specifieke cognitieve functies te bepalen. De techniek zal toegepast worden in de domeinen van cognitieve controle, numerieke cognitie en taalproductie. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Patrick Santens • Wim Fias
Toepassing van de langetermijnklantwaarde-benadering op het segment van de Primo Accédant Universiteit Gent Abstract: Dit project brengt de langetermijnklantwaarde in kaart, meer in het bijzonder voor één welbepaald marktsegment, namelijk de Primo Accédant. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERTE07ANC "Sociaal zekerheidsstatuut en handvest van de sociale verzekerde vanuit het oogpunt werkgelegenheid" bestemd voor alle federale ambtenaren van niveau A van de vakrichting tewerkstelling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Administratieve procedures en werkgelegenheidsvallen in het socialezekerheidssysteem Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Loopbaanperspectieven op werk. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoek is om (1) de voornaamste veronderstellingen over loopbanen in de wetenschappelijke literatuur en het arbeidsmarktbeleid te identificeren, (2) de juistheid van deze veronderstellingen te toetsen a.h.v. bestaand empirisch onderzoek en bijkomende analyses op bestaande data en (3) vanuit de opgemerkte lacunes in bestaande data een voorstel tot survey design voor loopbaanonderzoek te formuleren. Bovendien zal het onderzoek helpen om adviezen te formuleren over de mate waarin bestaande en toekomstige beleidsmaatregelen de beoogde impact bereiken. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Expertopdracht "Arbeidszorg". Universiteit Antwerpen Abstract: Expertopdracht "Arbeidszorg". Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Peggy De Prins • Josse Van Steenberge
Meer gendergelijkheid in cultuur en sport. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek staat de vertegenwoordiging van vrouwen in de culturele sector en de sportsector centraal. In deze twee sectoren is de aandacht voor verschillen in de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen - zeker wanneer het gaat om de vertegenwoordiging op leidinggevend niveau -eerder jong. Voor het registreren, bijhouden en analyseren van gegevens naar geslacht en andere relevante variabelen moet in deze sectoren nog een basis gelegd worden. Het leggen van deze basis inzake cijfergegevens over gender in de sectoren sport en cultuur is dan ook een eerste belangrijke taak in dit onderzoek. Op basis van de resultaten van dit "dataluik" kunnen dan verklarende factoren gezocht worden en beleidsaanbevelingen geformuleerd worden. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Josse Van Steenberge
Studieopdracht m.b.t. de problematiek "Industry-Science relations". Universiteit Antwerpen Abstract: Studieopdracht m.b.t. de problematiek "Industry-Science relations". Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jozef Plasmans
Vergelijking tussen het technisch en beroepsgericht secundair onderwijs inzake de aansluiting van gelijkaardige opleidingen op de arbeidsmarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject zal in eerste instantie gepoogd worden om zo snel mogelijk de problematiek van de verschillen van gelijkardige TSO en BSO studierichtingen te inventariseren en te bestuderen. Tevens dienen een aantal relevante studierichtingen afgebakend te worden met het oog op verdere empirische analyse.
Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Studie naar de financiering en de financieringsmogelijkheden voor de cultureel erfgoedsector in het kader van het masterplan cultureel erfgoed. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie naar de financiering en de financieringsmogelijkheden voor de cultureel erfgoedsector in het kader van het masterplan cultureel erfgoed. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Edison II. Universiteit Antwerpen Abstract: Edison II is een vervolg op Project Edison. Uit 94 aanvragen bij de Vlaamse Gemeenschap werden 18 projecten weerhouden: vervolgproject Edison II werd hierbij geselecteerd omwille van het grote succes van Project Edison, dat o.a. in een rapport voor de Europese Commissie geselecteerd werd als voorbeeld van "best practice'" voor popularisatie van wetenschapsstudies bij jongeren. In dit project laten we jongeren kennis maken met een vaak vergeten aspect van wetenschappen: wetenschappelijk onderzoek bedrijven om te komen tot een product, wetenschap studeren als voorbereiding op een toekomst als ondernemer en industrieel. Via een trapsgewijze wedstrijd leiden we jongeren eerst langs de grote voorbeelden, om als eindpunt een eigen wetenschapsproject met economische finaliteit uit te werken. We sturen hen in een zelfstandige zoektocht, waarin ze de wetenschappers achter s'werelds grootste bedrijven ontdekken (Bayer, Solvay, Kodak, Microsoft). Hiervoor bieden we een quiz aan, waarin vragen over bedrijven moeten beantwoord worden, uiteraard bedrijven die wij van tevoren uitzoeken omdat ze door wetenschappers gesticht zijn. Wie met succes deze eerste stap door komt, gaat naar fase twee: een voorstel indienen van een wetenschappelijk onderzoek dat leidt tot een (denkbeeldig) nieuw product. Om ideeën te verzamelen gaan de deelnemers daarvoor op studiereis naar wetenschaps-en industriemuseum La Vilette in Parijs, waar ze als echte ondernemers op seminarie samen met de projectleider brainstormen over hun voorstel. Uit de ingediende voorstellen wordt een selectie gemaakt voor de laatste fase: volledige (theoretische) uitwerking van alle fasen van het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is om te komen tot het product, tot en met een commerciële voorstelling voor een jury van potentiële investeerders. Uiteindelijk volgen de laureaten in verschillende groepen: het meest inventieve product, grootste wetenschappelijke uitdaging, beste commercieel perspectief'. In alle fases van de wedstrijd worden de deelnemers begeleid door de projectmedewerker, die hen in contact brengt met de bedrijven die de know-how hebben om hun idee kunnen uit te werken, en die dus de nodige technische informatie kunnen verschaffen. Het project zit zo in de multidisciplinaire context tussen wetenschap, economie en management. De jongeren worden begeleid in hun zoektocht naar experts uit de industrie. De informatie in de startfase vinden ze via een gestuurde zoektocht op het internet. De wetenschappelijke onderbouwing van hun voorstel wordt opgevolgd door de projectmedewerker, en door de onderzoekslabo's waarmee ze in contact komen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
Multifunctionaliteit en lokale indentiteit als paradigma's voor een duurzame en competitieve landbouw Universiteit Gent Abstract: De modernisering van de landbouw maakt het moeilijker om in gele, groene en blauwe diensten te voorzien. Het hoofddoel van dit project is daarom te onderzoeken wat regionale identiteit betekent, hoe landbouw hiertoe bijdraagt en of dit concept een manier kan zijn om multifunctionele landbouw te promoten. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Evaluatie van de impacts van klimaatveranderingen en aanpassingsmaatregelen voor mariene activiteiten Universiteit Gent Abstract: Onderzoek en modellering om de primaire effecten van klimaatverandering te bepalen en te onderscheiden van de natuurlijke evolutie op Noordzee. Daanra worden secundaire effecten van klimaatverandering op het Noordzee-ecosysteem en de sociaal-economische activiteiten bepaald. Twee gedetailleerde gevalstudies (visserij en overstromingen) hebben een hoge graad van extrapolatie voor de Noordzee. Aanpassingsmaatregelen worden geformuleerd voor het ecosysteem en de andere mariene activiteiten. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Ontwikkeling van een geïntegreerd ruimtelijk-economisch-ecologisch modelkader voor de analyse van de invloed van beleidsmaatregelen rond duurzaamheid Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen en implementeren van een ruimtelijk-economisch-ecologisch modelkader voor België. Het te ontwikkelen model moet de state-of-the-art in eht modelleren van economie, transport, landgebruik en milieu weergeven en kan gebruikt worden om beleidsmakers te ondersteunen bij de keuze van hun lange termijnbeleid inzake duurzaamheid. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Onderzoek naar discriminatiemechanismen rond seksuele geaardheid op de werkplek Universiteit Gent Abstract: Deze studie heeft als doel na te gaan of er inkomensverschillen zijn tussen holebi's en niet holebi's. Dit gebeurt aan de hand van een case control study waarbij gelijkaardige individuen met verschillende seksuele oriëntatie gematched worden. Tevens wordt nagegaan of
verschillen het resultaat zijn van discriminatie of een selectieve voorkeur voor bepaalde (minder betaalde) sectoren weerspiegelt. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Uitbreiding van BRGEOZ78 : Atlas van de noden en het aanbod inzake welzijn en gezondheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project over gezondheid en welzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft als doel een demografische, socio-economishe en gezondheidstypologie op te maken op het buurtniveau en focust ook op de relatie tussen socio-economische factoren en gepercipieerde gezondheid op het buurtniveau en het individuele niveau. Onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in 2006 in een atlas. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Brussels-kit voor Euroambtenaren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese expats kunnen vanaf november een grondige cursus volgen over het reilen en zeilen in het kosmopolitische Brussel. De VUB en de ULB dienden gezamenlijk het project in. Op voorstel van de ministers Charles Picqué, Guy Vanhengel en Pascal Smet keurde de Brusselse regering een subsidie goed van 60.000 euro om dit project te steunen. Elk jaar komen er 1500 nieuwkomers naar Brussel om voor Europese instellingen of buitenlandse bedrijven te werken. Zij krijgen vier dagen inleiding in de Europese instellingen. Nu organiseert het VerbindingsBureau in samenwerking met de beide universiteiten ook een Starters Kit Brussels met een lezing, een wandeling en een cultureel bezoek om hen met de stad te laten kennismaken.
Brussels for Europe Tot nu toe zijn de Europese instellingen niet echt betrokken bij het uitbouwen van een Europese hoofdstad. Vandaar de idee om ook voor leidinggevende ambtenaren Masterclasses over de hoofdstedelijke dynamiek te verzorgen. Dat is het project "Brussels for Europe".
Proefkonijnen Op vraag van VUB-professor Eric Corijn financierde minister Vanhengel in 2007 eerder al een voorstudie. De Vrije Universiteit Brussel werkte vervolgens samen met de ULB een programma uit. Een internationale focusgroep van 15 'proefkonijnen' oefende het 'inburgeringtraject' in. Uit navraag bij alle Europese instellingen in Brussel bleek dat wel degelijk behoefte bestaat aan een dergelijk initiatief. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Beslissingsondersteunend instrument voor het intermodale transportbeleid (DSSITP) Decision support system for intermodal transport policy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is het vinden van manieren om de groei in intermodaal vervoer via het spoor en de binnenvaart te stimuleren. Spoor/weg en de binnenwaart/weg combinaties hebben elk een specifieke marktstructuur en werking. Het is echter belangrijk om hen samen te analyseren om de verstorende invloed van potentiële competitie tegen te gaan. Hierdoor kunnen ook maatregelen voor intermodaal vervoer op federaal en regionaal niveau beter worden geïntegreerd. Naast het stimuleren van groei is het tevens belangrijk om de grenzen van deze groei te voorspellen. In hoeverre is het intermodale terminallandschap verzadigd? Is de capaciteit van ons binnenlands waterwegennetwerk en spoorwegennetwerk toereikend voor een toekomstige groei in intermodaal vervoer? De congestie in de haven van Antwerpen is vastgesteld als een belangrijk knelpunt voor binnenvaart terminals. Welke alternatieven zijn beschikbaar om deze problemen op te lossen? Dit project anticipeert op de toekomstige behoefte aan informatie over beleidsmaatregelen om het intermodale transport van goederen te stimuleren. Federale, regionale en lokale overheden worden voorzien van fundamentele informatie ter ondersteuning van hun beslissingen betreffende transport en mobiliteit. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
Vergelijkende validering van instrumenten om cultuurparticipatie te meten Universiteit Gent Abstract: Vergelijkende validering van de meetinstrumenten voor cultuurparticipatie in de surveys 'Sociaal-Culturele Verschuivingen' (Studiedienst van de Vlaamse Regering) en 'Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003-2004' (Steunpunt Re-Creatief Vlaanderen) in het kader van de studiedag Vlaanderen gepeild 2007. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Toepassingen, behoeften, modellen voor breedband in cultuur - werkpakket 2: breedbandbehoeften in de culturele sector Universiteit Gent Abstract: Het invateriseren van de behoeften van instellingen uit de culturele sector met betrekking tot ICT en breedbandtoepassingen. Het onderzoek bevat een grootschalige survey bij een brede waaier van culturele instellingen die varieert van musea tot jeugdorganisaties, ergoederenigingen, bibliotheken, ? Organisaties:
• Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
Analyse survey naar Culturele vershuivingen in waarden, houdingen en gedragingen ikv studiedag Vlaanderen gepeild : Contract 1 (studiedag 2007): bijdrage "Persoonlijk geluk en levenstevredenheid". Contract 2 (studiedag 2009): bijdrage "Evolutie onve... Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONTRACT 1: Meer tijd, meer geld, meer promotiekansen op het werk, ... De tevredenheid van de Vlaming. Een beschrijvende analyse, 1996-2006 Tussen 1996 en 2006 werd in de SCV-surveys gepeild naar de tevredenheid met een groot aantal levensomstandigheden en levensdomeinen. Het meest tevreden is men met wat zich binnen een strikte afbakening van de privé sfeer bevindt: de eigen woning en de intimici. Er tekenen zich echter ook een aantal pijnpunten af. De Vlamingen willen meer tijd, meer geld en betere loopbaanperspectieven. Er is relatief veel ontevredenheid over de werkdruk, over het gebrek aan tijd en het gebrek aan vrije tijd tijdens de werkweek. Er is ook relatief veel ontevredenheid over het inkomen en, in mindere mate, over de levensstandaard. Terwijl een overgrote meerderheid van de Vlamingen tevreden is met hun werk in zijn geheel genomen, zijn velen ontevreden over het gebrek aan kansen die zij krijgen om iets nieuws te leren, alsook over het gebrek aan promotiekansen. Hoog opgeleiden hebben veel kans om tijdsdruk te ervaren, maar tevreden te zijn over hun inkomen en levensstandaard; laag geschoolde worden dikwijls in de tegengestelde situatie geduwd, zij koppelen tijdscomfort aan ontevredenheid over de levensstandaard. CONTRACT 2: Evolutie onveiligheidsgevoel collectieve vooorstelling van onbehagen Een groot deel van de inwoners van Vlaanderen voelt zich onveilig. Een overgrote meerderheid van de jongvolwassenen is van oordeel dat allerhande risico's en gevaren over de laatste halve eeuw zijn toegenomen. Zij denken daarbij vooral aan het risico slachtoffer te worden van misdaad of van onveilig verkeer. De perceptie van toegenomen risico's verwijst dus vooral naar wat wordt gemeten als onveiligheidgevoel. In deze bijdrage wordt de evolutie van dat gevoel tussen 1998 en 2008 geschetst. Daaruit blijkt een dalende trend. Deze heeft zich vooral tussen 2001 en 2006 voorgedaan. De daling is betekenisvol, maar de onveiligheidsgevoelens blijven ook in 2008 nog zeer hoog. De vergrijzing draagt waarschijnlijk bij tot de hoge onveiligheidsgevoelens, oudere mensen voelen zich immers veel onveiliger dan jonge mensen. Over de laatste 10 jaar is de relatie tussen de leeftijd en de onveiligheidsgevoelens wel veranderd, althans voor de mannen. De daling van de onveiligheidsgevoelens doet zich voornamelijk voor bij de 55-plussers; in mindere mate bij de jongere mannen. Die ontwikkeling is echter bescheiden en verklaart niet of nauwelijks de tussen 2001 en 2006 opgetekende daling van de onveiligheidsgevoelens. CONTRACT 3: Het participatielandschap en burgerschap Dit artikel brengt verschillende vormen van maatschappelijke betrokkenheid in kaart en onderzoekt de wijze waarop deze samenhangen met houdingen en opvattingen. Een clusteranalyse op verschillende vormen van participatie van de Vlaamse volwassen bevolking brengt zes verschillende vormen van betrokkenheid aan het licht. Deze zijn vooral gestructureerd door de leeftijd en het opleidingsniveau. Er zijn drie groepen van types voor de jongvolwassenen, de middelbare leeftijd en de senioren. De clusters voor elke leeftijdsgroep splitsen zich verder op naar opleidingsniveau. De types van verbondenheid hebben een invloed op zowel het maatschappelijk vertrouwen als op de levenstevredenheid. De invloed op het maatschappelijk vertrouwen is echter veel groter dan de invloed op de persoonlijke levenstevredenheid. Mensen van wie de interactie zich beperkt tot werk, sport en televisie staan wantrouwig tegenover de maatschappelijke instellingen en de medemens. Communicatieprocessen die tot stand komen in het verenigingsleven, via cultuurparticipatie en amateurkunsten dragen bij tot maatschappelijk vertrouwen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • WENDY SMITS
Ontwikkeling van de Antwerpse Drug en Alcohol Monitor (ADAM) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een draaiboek uit te werken voor de implementatie van een community-based drug monitoring systeem voor de stad Antwerpen. Een lokale monitor inzake drug- en alcoholproblemen kan op een systematische en continue manier gegevens aanleveren voor het beleid. Centraal staat het 'community fieldwork' dat essentieel is bij het in beeld brengen van een belangrijke groep gebruikers die vooralsnog 'verborgen' is gebleven. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Decorte
Oorzaken en gevolgen van tijdsvariërende correlaties tussen internationale financiële markten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Financiën
Onderzoekers: • Koen Inghelbrecht
Steunpunt ruimte en wonen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Bart Claessens • Pascal De Decker
Steunpunt Fiscaliteit en Begroting 2007-2011 Hogeschool Gent Abstract: Het Steunpunt fiscaliteit & begroting is een consortium van onderzoekers verbonden aan de Hogeschool Gent, de UGent en de KUleuven. In opdracht van de Vlaamse overheid werd een onderzoeksprogramma dat focust op fiscaliteit & begroting uitgewerkt. Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy • Vakgroep Bestuur en beleid • Vakgroep Algemene Economie
Onderzoekers: • An-Sofie Cottyn • Bertel De Groote • Elke Vandorpe • Junior Burssens
Steunpunt "Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen 2007-2011" Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Philippe De Rynck
Holonische Systemen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer
Onderzoekers: • Liliane Pintelon • Hendrik Van Brussel • Joris De Schutter • Herman Bruyninckx • Dirk Cattrysse • Dirk Van Oudheusden • Joost Duflou
Voorspelbaarheid van financiële rendementen op lange termijn: robuustheidsonderzoek en invloed van institutionele veranderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorspelbaarheid van financiële rendementen op lange termijn: robuustheidsonderzoek en invloed van institutionele veranderingen. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Jan Annaert • Ann De Schepper • Marc De Ceuster
De democratische legitimiteit van de rol van het Europees Hof van Justitie in de Europese rechtsorde. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Verdrag betreffende de Europese Unie kwalificeert de Europese Unie (EU) als democratisch. "De Unie," aldus art.6 EU-Verdrag, "is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben." Binnen deze rechtsorde is het Hof van Justitie van de EG het hoogste rechtscollege dat door zijn interpretatie van de Europese verdragen erop moet toezien dat het democratische gevormde recht wordt geëerbiedigd. Artikel 220 EGVerdrag bepaalt dat het Hof van Justitie "de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van dit Verdrag [verzekert]". Steunend op zijn taakomschrijving, heeft het EHJ doorheen zijn rechtspraak vorm gegeven aan een autonome, communautaire rechtsorde. Vanaf de vroege jaren '60 van de vorige eeuw, heeft het EHJ een aantal opmerkelijke arresten geveld waarin het de grondslagen van deze rechtsorde neerlegde op basis van een interpretatie van de Verdragen die duidelijk verder ging dan de auteurs van de Verdragen ¿ en de nationale parlementen die de toepassing van deze Verdragen een democratische grondslag moesten geven - voor ogen stond. Gelet op de grote impact van het optreden van het Hof, is de vraag die in dit project wordt onderzocht hoe dit Hof zich verhoudt tot de idee dat de Europese rechtsorde gegrond is op het beginsel van democratie. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Leonardus Adams
Ontwikkeling van een visueel en multimediaal georiënteerde methodologie voor onderzoek van websites als sociaalculturele databron. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil een wezenlijke bijdrage leveren tot de onwikkeling van een meer geëigend onderzoeksinstrumentarium voor de wetenschappelijke ontsluiting van het internet als sociale en culturele databron. In het bijzonder wordt de ontwikkeling beoogd van een analyseinstrument dat het verbale en puur inventariserende niveau weet te overstijgen en de rijke visuele en multimediale structuur en inhoud van het internet op gepaste wijze kan vatten en wetenschapplijk hanteerbaar maken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Ondernemingsgroepen, politieke connecties en instituties: een langetermijnanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van ondernemingsgroepen vanuit een langetermijnperspectief. Op basis van een unieke databank van Belgische beursgenoteerde ondernemingen doorheen de 19de en 20ste eeuw, wordt de impact van ondernemingsgroepen op de performantie van ondernemingen onderzocht en wordt nagegaan in welke mate groepen gebruik maken van politiek connecties om hun belangen door te drukken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Marc Deloof
Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Universiteit Antwerpen Abstract: Effectiviteit van reclame, tijdreeksanalyse met hoogfrequente data. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marcel Weverbergh
De determinanten van zorgstrategieën bij laaggeschoolde vrouwen: een kwestie van geld of preferenties ? Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de meest opvallende tendensen van de afgelopen decennia is ongetwijfeld de massale intrede van vrouwen op de arbeidsmarkt en de daaraan gekoppelde verschuiving van het kostwinnersgezin naar het tweeverdienergezin. Anderzijds lijkt de de overgang naar een tweeverdienerssamenleving aan laaggeschoolde vrouwen te zijn voorbijgegaan: zij blijven massaal in de inactiviteit of belanden in de werkloosheid. Dit heeft belangrijke socio-economische implicaties: niet alleen hebben eenverdienergezinnen een sterk verhoogd armoede ¿ risico, dit effect wordt nog versterkt doordat laaggeschoolde vrouwen vaak samenleven met een laaggeschoolde partner met een laag verdienpotentieel. Bovendien is precies de tewerkstelling van laaggeschoolde vrouwen erg belangrijk in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie: in een vergrijzende samenleving is een verhoging van de tewerkstellingsgraad noodzakelijk om de sociale zekerheid betaalbaar te houden. Het voorgestelde onderzoek wil nagaan waarom het Belgische combinatiebeleid niet gewerkt heeft voor laaggeschoolde vrouwen. Verschillende hypothesen zullen getoetst worden. Zo lijkt het aannemelijk dat financiële beperkingen het zwaarst doorwegen bij vrouwen met geringe kwalificaties. Anderzijds is het niet uitgesloten dat lager opgeleide vrouwen andere voorkeuren ontwikkeld hebben ten aanzien van de combinatie arbeid en gezin. Een derde hypothese luidt dat deze vrouwen een zwaardere gezinslast hebben: niet alleen numeriek , maar ook door een cumulatie van problemen op gezinsniveau. Het is mogelijk dat deze gezinnen naast problemen van lage scholing en een laag inkomen, verhoudingswijs vaker te maken krijgen met 'kwetsbare' kinderen met diverse problemen zoals leermoeilijkheden, gedrags-en emotionele problemen, mentale en fysieke handicaps. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Joris Ghysels • Bea Cantillon
Media, gender en etniciteit: beeldvorming van allochtone vrouwen in en door de Vlaamse audiovisuele nieuwsmedia. Een inhouds- en receptieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel en objectieven Berichtgeving over (en de perceptie hiervan door) allochtone vrouwen is een fel bediscussieerd, maar veel minder onderzocht thema. Zeker in relatie tot de specifieke positie van vrouwen binnen de allochtone gemeenschap en hun deelname aan het maatschappelijk leven, wordt de rol van media als belangrijk beschouwd. In eigen land is dit debat echter vaak meer op indrukken dan onderzoek gebaseerd, enkele interessante studies niet te na gesproken (cf. d'Haenens & Koeman, 2005). In het buitenland zijn er wel voorbeelden van onderzoek naar de perceptie van deze berichtgeving door een bepaalde etnische groep vrouwen (cf. o.a. Gillespie, 1995) maar die gaan meestal niet gepaard met een gedetailleerde studie van de specifieke inhoud van de berichtgeving over deze groep. Dit onderzoek wil een nieuw licht werpen op dit thema door een studie van de inhoud van televisienieuws- en duidingsprogramma's te combineren met kwalitatief onderzoek naar de perceptie van deze mediaberichten door de allochtone vrouwen zelf. De relatie tussen media en gender-specifieke etniciteit wordt onderzocht, in een eerste fase, door een inhoudelijke analyse van de representatie en framing van allochtone vrouwen in een uitgebreide steekproef van non-fictie televisieprogramma's. In een tweede fase wordt via kwalitatief receptieonderzoek inzicht verworven in de manier waarop allochtone vrouwen omgaan met deze berichtgeving: hun kijkgedrag, perceptie en interpretaties van mediaberichtgeving over dit thema. Centraal wordt er hierbij van uitgegaan dat deze receptie moet worden gekaderd in het ruimere mediagebruik alsook de ruimere belevingscontext van deze vrouwen. In een derde fase worden de resultaten van het eerste en tweede luik teruggekoppeld naar experten (televisiemakers, allochtonenverenigingen, ..); mensen die zich bezighouden met de themathiek maar tot op heden weinig beroep kunnen doen op systematisch onderzoek naar de relatie tussen de inhoud van de berichtgeving en de manier waarop die beleefd en geïnterpreteerd wordt door allochtone vrouwen. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Magda Michielsens • Hildegarde Van den Bulck
De bescherming van grondrechten tegen schendingen door de regelgever in convergerende nationale en Europese rechtsordes. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een rechtsvergelijkende analyse te maken van de verhoudingen van rechtscolleges op nationaal en Europees niveau inzake de bescherming van grondrechten tegen optreden of nalaten van de materiële wetgever. Zowel nationale verhoudingen als de interactie van het Hof van Justitie met de nationale rechter komen daarbij aan bod. De Europese dimensie speelt hierbij een bijzondere rol. Om te verzekeren dat het gemeenschaprecht volledig effect kan sorteren, moeten lidstaten hun rechtssysteem organiseren op dergelijke wijze dat elke bepaling van nationaal recht die strijdt met gemeenschapsrecht opzij kan worden gezet. In het domein van de mensenrechten moeten nationale rechters dus de rechtsbescherming waarin is voorzien in de nationale rechtsorde combineren met de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Gemeenschapsrecht, waarbij ze tevens moeten rekening houden met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat minimum vereisten stelt inzake het niveau van rechtsbescherming. Nagegaan wordt op welke wijze knelpunten kunnen worden opgelost binnen het kader van het huidige systeem van rechtsbescherming. Vervolgens wordt onderzocht op welke wijze het huidige systeem van rechtsbescherming eventueel kan worden hervormd om te komen tot een efficiënte en coherente vorm van rechtsbescherming binnen een redelijke termijn.
Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier • Jan Velaers
Een Webgebaseerd Multimodaal Beslissingsmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de correcte afweging van transport- en voorraadgerelateerde implicaties van de vervoerswijzekeuze zijn in de literatuur reeds diverse modellen ontwikkeld. Ondanks het feit dat deze modellen toelaten om in het merendeel van de situaties bedrijfsbeslissingen te ondersteunen, worden zij vooralsnog weinig gebruikt omwille van de moeilijkheid bij hun praktische implementatie. Het huidig project heeft als doel state-of-the-art benaderingen te integreren in een gebruiksvriendelijk en mistake-proof webgebaseerd model voor beslissingen m.b.t. de vervoerswijzekeuze. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Live-ondertiteling met spraaktechnologie: Procedure voor kwaliteitsverbetering. Universiteit Antwerpen Abstract: Met logging software wordt een analyse gemaakt van live-ondertitelingsprocedures voor televisie waarbij een 'respeaker' gebruik maakt van spraaktechnologie om ondertitels te produceren volgens de block-methode en de scrollingmethode. Het onderzoek betreft het rendement van de spraakherkenning, de ondertitels geproduceerd volgens beide methodes en de cognitieve schrijfprocessen die daar deel van uitmaken. Einddoelen: het verbeteren van de logging en het uitwerken van procedures voor de kwaliteitsverbetering van live ondertiteling. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Hoger onderwijs en onderzoek: organisatie, marktinteractie en algemene impact in het kennistijdperk Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van het project is om nieuwe ontwikkelingen in de micro-economie, de theorie van de industriële organisatie en in de organisatietheorie te verkennen en toe te passen op het specieke geval van de universiteiten. Zulk een toepassing is bijzonder interessant: universiteiten spelen een sleutelrol in de economische ontwikkeling, de omgeving waarin ze werken is voortdurend in beweging, vaak worden ze gefinancierd met overheidsgelden, meer en meer wordt hen gevraagd om het gebruik van de toegekende overheidsmiddelen te verantwoorden, en ze worden ook voortdurend uitgenodigd om nieuwe management-technieken toe te passen. Ze zijn bovendien een voorbeeld van non-profit instellingen, waardoor interessante vragen rijzen in verband met hun doelstellingen en in verband met een aangepaste "product mix" (onderwijs versus onderzoek, onderwijs op bachelor niveau of op master niveau, fundamenteel onderzoek versus toegepast onderzoek, .....). Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Oude en nieuwe bruggen over de kloof. Over oude en nieuwe vormen van politieke intermediatie in tijden van dissociatie tussen burger en politiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Concreet wil het IUAP project beschrijven en verklaren of en hoe de oude intermediatiestructuren zich hebben aangepast aan de wijzigende verhouding tussen burgers en politiek systeem en met welk succes ze dat gedaan hebben; tevens wil het project zicht krijgen op nieuwe vormen van politieke intermediatie en hun functionaliteit en effecten toetsen. Met andere woorden: kan de kloof gedicht worden door het oppoetsen van de oude mechanismen of zijn alleen nieuwe intermediairen daartoe in staat? Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Analyse van de vooruitzichten van de landbouwmarkt op wereldvlak (2020) en in Europa (AG2020). Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van de vooruitzichten van de landbouwmarkt op wereldvlak (2020) en in Europa (AG2020). Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Leren voor het Politieke Leven. Het belang van verandering van levensfasen in de ontwikkeling van politieke kennis en politieke attitudes in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project focust op de invloed van veranderingen in de levenscyclus op politieke kennis, attitudes en waarden. De ontwikkeling van het politiek zelfbeeld van individuen stopt niet bij de adolescentie. Ook de overgang naar het hoger onderwijs, naar de arbeidsmarkt, evenals gezinsvorming en sociale mobiliteit beïnvloeden politiek relevante attitudes. Het project beoogt het opzetten van een grootschalige representatieve enquête in Vlaanderen over politieke kennis en attitudes in de leeftijdsgroep 16 tot en met 35 jarigen. Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Een panelonderzoek naar de vorming van stemintenties in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2007. Universiteit Antwerpen
Abstract: In het kader van de federale verkiezingen van 2007 wordt via een emailpanel een deel van het Vlaamse electoraat gevolgd in de aanloop naar de stembusgang. Hoe, wanneer en waarom kiest de kiezer? Dit project bouwt verder op eerdere panelstudies en laat toe (een deel van) de respondenten te volgen gedurende een volledige legislatuur. De resultaten dragen bij aan de wetenschappelijke kennis over het belang van hedendaagse verkiezingscampagnes en partij-identificatie. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Van Aelst
Europeanisering en politieke partijen: een vergelijkend onderzoek naar de rollen en functies van transnationale partijconferenties. Universiteit Antwerpen Abstract: De door transnationale partijen georganiseerde conferenties van partij- en regeringsleiders zijn uitgegroeid tot belangrijke bijeenkomsten in het complexe besluitvormingsproces van de EU. Dit project onderzoekt de invloed van deze conferenties systematisch en comparatief (christendemocraten/conservatieven, socialisten, liberalen) door binnen het theoretische kader van de europeanisering van politieke partijen de verschillende rollen en functies in kaart te brengen. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Steven Van Hecke
De constructie van sociale classificatieschema's: de beroepsstatistiek in België, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Universiteit Antwerpen Abstract: Sedert het einde van de achttiende eeuw wordt door de statistiek een vloedgolf van 'gedrukte getallen' geproduceerd. De beroepsstatistiek is daarvan een prominent voorbeeld. In het historisch-sociologisch onderzoek is tot op heden vooral aandacht besteed aan de gedrukte getallen. In dit onderzoeksproject wordt echter stilgestaan bij de evolutie van de methodologie en classificatieschema's van die statistiek in België, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
Europese besluitvormingsprocedures en democratische inspraak in het asiel- en migratiebeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De Europese Gemeenschap heeft sinds het Verdrag van Amsterdam eigen bevoegdheid over asiel en immigratie. De besluitvorming verloopt grotendeels via de raadplegingsprocedure waarbij het Europese Parlement maar beperkte bevoegdheid heeft. Voorwerp van het onderzoek is het respectieve aandeel van de Europese instellingen bij de totstandkoming van regelgeving, de mate van democratische inspraak en de mogelijke gevolgen hiervan voor de rechtsbescherming. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Dirk Vanheule
De bedrijfsoverdracht binnen familiebedrijven en de impact op de financiële structuur. Universiteit Antwerpen Abstract: De overdracht mag als één van de belangrijkste en moeilijkste fasen beschouwd worden in de levenscyclus van een bedrijf. Voornamelijk de financiering van de ganse operatie blijkt vaak tot aanzienlijke problemen te leiden. Huidig onderzoek heeft tot doel tot meer inzicht te komen in deze problematiek via een studie over het gebruik van verschillende financieringstechnieken om de overdracht te regelen. Aansluitend kan bestudeerd worden wat de impact is van de overdracht op de financiële structuur en de toekomstige groei van de onderneming. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Wederkerigheid en strategische samenwerking in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende wetenschappers hebben aangetoond dat economische agenten dikwijls samenwerken in sociale dilemma's. Het typisch gedragspatroon in herhaalde experimenten is dat er meer samenwerking is dan door de standaardtheorie wordt voorspeld en dat, naarmate het einde in zicht is, de samenwerking vermindert. We gebruiken laboratoriumexperimenten om het gewicht te bepalen van de twee belangrijkste krachten ¿ wederkerigheid en reputatie ('strategische' samenwerking) ¿ die dit patroon veroorzaken. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sigrid Suetens
Basisondersteuning voor het recent opgerichte interfacultair onderzoeksforum StatUA. Universiteit Antwerpen Abstract: Het interfacultair forum voor (toegepast) onderzoek in de statistiek, StatUA, beoogt multidisciplinaire samenwerkingen te realiseren en communicatie te bevorderen tussen onderzoekers aan de AUHA die (toegepaste) statistiek in hun onderzoek aanwenden. Door organisatie van verschillende wetenschappelijke activiteiten wil StatUA de knowhow meer zichtbaar maken op de Universiteit Antwerpen en daarbuiten. Zo creëert StatUA ook een aanspreekpunt voor onderzoekers over de verschillende faculteiten heen. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven
Congestie en het belastingsbeleid ten aanzien van bedrijfswagens.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de fiscale behandeling van bedrijfswagens te bestuderen in het kader van een geïntegreerd optimaal belastingsbeleid ten aanzien van zowel de arbeidsmarkt als de transportmarkt, waarbij rekening wordt gehouden met de rol van bedrijfswagens voor de externe kosten van vervoer (congestie, vervuiling, ongevallenrisico, etc.). Zowel optimale belastingen als budgettair neutrale belastinghervormingen worden onderzocht. De bekomen theoretische inzichten worden geïllustreerd aan de hand van numerieke modellen toegepast op de Belgische situatie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
Stimuleren van kritische en flexibele cognities. Universiteit Antwerpen Abstract: Het team van de Universiteit Antwerpen zal hoofdzakelijk theoretisch, methodologisch en empirische bijdragen leveren aan elementen uit het instructieproces die het kritisch en flexibel denken bewerkstelligen alsook de wijze waarop dit wordt geëvalueerd. Het team van Antwerpen heeft ervaring met het design en evaluatie in leeromgevingen in verschillende terreinen zoals taalonderwijs, wiskundeonderwijs, lerarenopleiding, medisch onderwijs en volwassenenonderwijs. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Diversiteit en pluraliteit in de publieke ruimte: sociaal leren en burgerschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Leraren leren van leerlingen: een implementatieproject voor leraren op grond van een gevalideerd instrument voor zelfevaluatie en feedback. Universiteit Antwerpen Abstract: Het implementatieproject initieert de deelnemers op grond van een instrument in de concepten zelfevaluatie en feedback. De deelnemende leraren worden daartoe -(inter)actief- doorheen een cyclus geleid om hen ertoe in staat te stellen hun functioneren in de klas te analyseren en te evalueren. De voorwaarde tot deelname bestaat in een expliciet engagement om een zelfevaluatieprocedure annex voortgangsfase op het getouw te zetten. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (2007-2011) . Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Rita Rymenans • Pierre Coppieters • Walter Nonneman
Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Is meer ook beter? Onderzoek naar het effect van de uitbreiding van de praktijkervaring in de Specifieke Lerarenopleiding. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil het effect nagaan van de uitbreiding van de praktijkervaring in de specifieke lerarenopleiding, georganiseerd aan universiteiten en centra voor volwassenenonderwijs. Veranderingen in zowel het denken als het handelen van de student-leraar worden op een kwantitatieve (vragenlijsten) en kwalitatieve (interviews) wijze in kaart gebracht. We betrekken niet alleen studenten maar ook docenten en vakleraren uit secundaire scholen bij het onderzoek. Organisaties: • EduBROn • Expo-Eco
Onderzoekers: • Elke Struyf
De bestraffingskloof gedicht. Een onderzoek naar de remedies tegen irrationele en inconsistente bestraffing. Universiteit Antwerpen Abstract: De Belgische strafwetgever heeft zich nooit ingelaten over de specifieke invulling van het criterium van de ernst van het misdrijf, wat soms geleid heeft tot uiteenlopende straffen voor soortgelijke misdrijven en tot ongerechtvaardigde disproportionele straffen voor verschillende misdrijven.
De strafrechter zelf beschikt dan weer over een brede waaier van bestraffingsmodaliteiten inzake strafoplegging waardoor er in de praktijk een enorme discrepantie ontstaat tussen de rechterlijke uitspraken in gelijkaardige zaken. Het project wil deze evolutie bestuderen en concrete voorstellen formuleren. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Joëlle Rozie
Strategische investering onder onzekerheid: toetreding en fusies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project incorporeert de literatuur van reële opties in de speltheoretische Iiteratuur. Op deze manier bekomen we een veel rijkere beschrijving van optimaal investeringsgedrag. We onderzoeken de beslissingen van (i) bedrijven om tot een bepaalde markt te te treden; (ii) gevestigde ondernemingen om toetreding tegen te gaan, te blokkeren, of toe te laten. Eveneens bestuderen we de prikkels van bedrijven om te fuseren met de bedoeling om nieuwe onontgonnen markten te betreden. In het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de effecten van onzekerheid. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Peter Kort • Jan Bouckaert • Jozef Plasmans
Impact van kenmerken van het regelgevend en toezichthoudend systeem op inhoud en gevolgen van argumentatie- en zelfpresentatiegedrag in jaarverslaggeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project richt zich op een analyse van het effect van kenmerken van het regelgevend en toezichthoudend systeem met betrekking tot de narratieve informatieverschaffing door ondernemingen op vorm, inhoud en effect van het verklaringsgedrag in jaarverslagen. We onderzoeken het relatieve belang en de externe relevantie van verschillen in institutionele kenmerken (VS, Australie, Canada, Europa) aan de hand van hun effect op inhoud en informatiewaarde van gehanteerde argumentatiepatronen en narratief zelfpresentatiegedrag. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Patrick d'Haens • Walter Aerts
De liberalisering van de arbeidsmarkt: een existentiële bedreiging voor het sociaal recht. De onderaanneming: de ultieme vorm van sociale dumping? Universiteit Antwerpen Abstract: De mondialisering en de Europeanisering van de economische verhoudingen genereren een liberalisering van de arbeidsmarkt. Gebruik makend van Europese communautaire regelgeving, inzonderheid i.v.m. vrij verkeer van diensten, hebben grensoverschrijdende onderaannemingspiramides het licht gezien. In de mate dat de onderaanneming een situatie van schijnzelfstandigheid afdekt, brengen deze constructies de sociale correcties aan de vrije arbeidsmarkt in het gedrang. Het onderzoek strekt ertoe een beter juridisch inzicht te brengen in deze mechanismen teneinde de beleidsvoerders juridische remedies aan te reiken. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel • Daniël Cuypers
Intertekstualiteit en informatiestromen. Universiteit Antwerpen Abstract: Taalkundige studie van de wijze waarop betekenissen worden gegenereerd en getransformeerd in informatiestromen binnen de context van de globalisering. Bijzondere aandacht gaat uit naar intertekstuele processen benaderd vanuit etnografisch ondersteund taalpragmatisch ideologieonderzoek, met focus op verschillen in het gebruik van implicietheid en differentiatie in de verwijzing naar bronnen. De concrete casus die onderzocht zal worden betreft de internationale geschreven media in het Engels, de geschreven pers in het Nederlands in Vlaanderen, en de geschreven pers in het Frans in België, Frankrijk, Congo en West-Afrika. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Patrick Dendale • Jozef Verschueren • Walter De Mulder
Wetenschappelijke disciplinevorming: tijdschriftpublicaties en wetenschappelijke communicatie in de sociologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het moderne wetenschapssysteem bestaat uit disciplines. Hun communicatiestructuur wordt mogelijk gemaakt door wetenschappelijke tijdschriften. Publicaties kunnen op elkaar aansluiten; publicaties kunnen naar elkaar verwijzen (citaties). Aan de hand van inhoudelijke en kwantitatieve analyses van publicaties in het Tijdschrift voor Sociologie wordt in dit project de evolutie van het communicatiepatroon in de discipline 'sociologie' onderzocht. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
Voorbehouden zetels: een explorerend comparatief onderzoek naar het definiëren en indelen van samenlevingen in groepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de hand van in parlementen voorbehouden zetels onderzoekt dit project hoe samenlevingen groepen definiëren en indelen: via welke criteria worden deze gedefinieerd, via welke regels worden ze ingedeeld, in welke mate beslist het individu, de groep of de samenleving daarover en wat zijn de gevolgen hiervan. Dit comparatief explorerend project dient om verder onderzoek te ontwikkelen naar de oorsprong en gevolgen van
groepen in processen van vertegenwoordiging. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Codificatieluik Monitor Diversiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de diversiteit in het aanbod op de Vlaamse televisiemarkt, voornamelijk met betrekking tot diversiteit op vlak van kleur, gender, leeftijd en mensen met een handicap. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Knut De Swert
Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2007. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het inventariseren en systematiseren van bestaand materiaal over armoede en sociale uitsluiting en het opsporen en aanvullen van lacunes. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • August Blauwens • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Sociale cohesie-indicatoren voor de Vlaamse regio. De ontwikkeling van uitgebreide sociale cohesie indicatoren op lokaal niveau in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het strategische doel van dit project is de ontwikkeling van beleidsinstrumenten, in het bijzonder de ontwikkeling van sociale indicatoren voor Vlaanderen. De grote hoeveelheid Vlaams statistisch materiaal op het gebied van criminaliteit, onveiligheidsgevoelens, inkomen, sociale participatie e.d. is niet eerder samengebracht in een coherente dataset, die ter beschikking staat van een brede groep sociale actoren. In dit project wordt een dergelijke dataset samengesteld door een team van Vlaamse experten; elk met een uitgebreide ervaring in hun vakgebied (criminaliteit, sociale zekerheid, sociale participatie en lokale uitgaven) In de tweede fase van dit project wordt additionele data verzameld door middel va neen survey onder de Vlaamse bevolking, waarbij theoretisch relevante subgroepen oververtegenwoordigd worden. De keuze van deze subgroepen gebeurt op basis van de resultaten van het eerste projectdeel. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Steunpunt Milieu en Gezondheid (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het ondezoeksprogramma 2007-2011 is de verderzetting van het Steunpunt Milieu en Gezondheid 2001-2006: Sociaalwetenschappelijk onderzoek en procesbegeleiding in het interuniversitair consortium Milieu en Gezondheid, in het bijzonder voor de humane biomonitoring, voor de risicocommunicatie daarbij en opzet van een Fasenplan voor Actie (structuur geven aan co-design van onderzoek en de interpretatie van onderzoeksresultaten uit de humane biomonitoring). Nieuwe onderwerpen in dit steunpunt zijn de selectie(procedure) voor hot spots in Vlaanderen voor humaan biomonitoringsonderzoek en onderzoek naar sociale ongelijkheid in de context van milieu en gezondheid. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Lieve Goorden
Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV) beoogt de volgende algemene doelstellingen: - Het verzamelen, analyseren en ontsluiten van gegevens; - Het uitvoeren van probleemgericht wetenschappelijk onderzoek (korte termijn); - Het uitvoeren van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek; - Het verlenen van wetenschappelijke dienstverlening. De specifieke doelstellingen met betrekking tot bestuurlijke vernieuwing zijn het verlenen van onafhankelijk advies aangaande de modernisering van bestuur en beleid, het geven van gespecialiseerd advies over het toepassen van bepaalde beleids- en beheersinstrumenten in de besturen en de samenhang tussen de diverse instrumenten, het uitvoeren van toegepast ondersteunend onderzoek en het geven van wetenschappelijk advies in het raam van fundamentele bestuurlijke keuzen en wetenschappelijke ondersteuning bij de ontwikkeling van monitoringsystemen en indicatoren (zowel kwalitatief als kwantitatief) die de prestaties van de diverse besturen in Vlaanderen meten. In het onderzoeksprogramma 2007-2011 komen deze thema's naar voor als vier clusters:
1) Innoverende beleids-, beheers- en financiële cycli; 2) HRM en veranderingsmanagement; 3) Sturing in netwerken van overheid, non-profit en bedrijf; 4) Vernieuwde relaties tussen burger en bestuur. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Universiteit Antwerpen Abstract: P&O/Diversité/Homophobie relatif à une recherche exploratoire sur les représentations de l'homosexualité dans la fonction publique belge. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Steunpunt O&O Indicatoren (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: De missie van het "Steunpunt O&O Indicatoren" bestaat erin en perfomant systeem van O&O- en innovatie-indicatoren te ontwikkelen en te onderhouden dat de Vlaamse overheid moet voorzien van geactualiseerde en relevante statistische data met betrekking tot de O&O- en innovatie-performantie van de Vlaamse regio. Tevens ontwikkelt het Steunpunt een portefeuille van relevante wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten ter ondersteuning van deze missie. Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Steunpunt Ruimte en Wonen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Ruimte en Wonen zal vanuit een beleidsrelevant en toegepast wetenschappelijk onderzoek inzicht verwerven in de drijvende krachten achter de ontwikkeling van de ruimtelijke structuur en de woonmarkt in Vlaanderen. Het steunpunt wil een beter inzicht verwerven in de transformaties en ontwikkelingen in de ruimte en in het wonen die in Vlaanderen plaatsvinden en nagaan waarom en hoe die transformaties en ontwikkelingen gebeuren. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Jean Vranken • Ann Verhetsel
Beginselen van behoorlijk bestuur en de doorverwerking ervan binnen de contractuele(arbeids)verhoudingen in de publieke sector: water en vuur? Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorliggende onderzoeksproject beoogt in de eerste plaats een antwoord te bieden op de vraag of en in hoever de algemene beginselen van behoorlijk bestuur doorwerken indien de overheid niet eenzijdig optreedt, maar contracten afsluit. Daarnaast is het de bedoeling de impact te meten van de onderscheiden beginselen van behoorlijk bestuur en andere publiekrechtelijke regelgeving in het meer specifieke geval dat een publiekrechtelijke werkgever een arbeidsovereenkomst sluit. In die laatste hypothese staat de interferentie tussen het bestuursrecht en het arbeidsrecht centraal. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Ria Janvier
Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Robrecht Renard • Koen De Feyter • Jan Velaers • Jan Melissen
Steunpunt Gelijkekansenbeleid (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt wil de Vlaamse overheid wetenschappeiijk ondersteunen op het vlak van gelijke kansen. Dit gebeurt door op een geïntegreerde manier multidisciplinaire expertise en onderzoekspotentieel te ontwikkelen en ter beschikking stellen. Tevens wii het steunpunt de gegevens, de analyses en onderzoeksresultaten gestructureerd en gericht ontsluiten naar de doelgroepen, andere actoren en het brede publiek. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED) • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Josse Van Steenberge • Therese Jacobs • Petra Meier • Jozef Breda • Daniël Cuypers • Walter Nonneman • Bea Cantillon
Steunpunt Werk en Sociale Economie. Kwaliteit van banen en loopbanen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Werk en Sociale Economie is door de Vlaamse Regering erkend als beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend steunpunt. Het Steunpunt WSE is een kenniscentrum dat expertise opbouwt en ter beschikking stelt over de thema's werk, arbeidsmarkt en sociale economie. Het stelt zich tot doel de kennis over deze thema's te bundelen en uit te breiden door middel van eigen onderzoek. Het Steunpunt WSE probeert om zoveel mogelijk onderzoek te baseren op reeds beschikbare databanken en speelt een belangrijke rol bij de ontsluiting van momenteel in het arbeidsmarktonderzoek onderbenutte databanken. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Steunpunt Werk en Sociale Economie. Sociale economie (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Werk en Sociale Economie is door de Vlaamse Regering erkend als beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend steunpunt. Het Steunpunt WSE is een kenniscentrum dat expertise opbouwt en ter beschikking stelt over de thema's werk, arbeidsmarkt en sociale economie. Het stelt zich tot doel de kennis over deze thema's te bundelen en uit te breiden door middel van eigen onderzoek. Het Steunpunt WSE probeert om zoveel mogelijk onderzoek te baseren op reeds beschikbare databanken en speelt een belangrijke rol bij de ontsluiting van momenteel in het arbeidsmarktonderzoek onderbenutte databanken. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Poolshoogte: een onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie van Poolse migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project Poolshoogte omhelst een pilootproject voor syndicale bijstand en dienstverlening naar Poolse werknemers in België. Het project zal trachten in beeld te brengen wie deze Poolse arbeiders zijn, waar zij wonen en werken en welke hun arbeids- en inkomenssituatie is, welke problemen zij tegenkomen en welke dienstverlening zij verwachten. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Antwerk! Het Antwerps plan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Universiteit Antwerpen Abstract: Antwerk! Het Antwerps plan om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
(Samen)leven na gewelddadig conflict in Burundi - Hoe donor interventie(s) met betrekking tot gerechtigheid en verzoening afstemmen op populaire praktijken en percepties rondom om gaan met het verleden? Universiteit Antwerpen Abstract: (Samen)leven na gewelddadig conflict in Burundi - Hoe donor interventie(s) met betrekking tot gerechtigheid en verzoening afstemmen op populaire praktijken en percepties rondom om gaan met het verleden?
Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard
Internationalisering van Venture Capital ondernemingen Universiteit Gent Abstract: De internationaliseringsbeslissing en eht internationaliseringsproces van dienstenondernemingen worden in grote mate bepaald door het belang van menselijk kapitaal en netwerken. Bestaande internationaliseringstheorieën focussen op industriële ondernemingen en houden onvoldoende rekeningen met deze immateriële activa. De invloed van deze activa op de internationaliseringsbeslissing, de gekozen organisatiestructuur en het management van buitenlandse vesigingen wordt onderzocht, met een focus op venture capital ondernemingen. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Sophie Manigart
Gender en depressie in Europe. Een interlandelijk, vergelijkend onderzoek Universiteit Gent Abstract: Gebruik makend van de data van de derde golf van de European Social Survey wordt een schatting gemaakt van de prevalentie van depressiviteit bij vrouwen en mannen van 23 Europese landen. Het gelsachtsratio wordt geschat en interlandelijke verschillen in het voorkomen van klachten van depressiviteit worden bestudeerd vanuit een macrosociologisch perspectief. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht bij autismespectrumstoornissen: onderlinge samenhang en rol van het spiegelneuronen-systeem Universiteit Gent Abstract: Imitatie, het begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht zijn vroege tekorten bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het spiegelneuronensysteem wordt gelinkt aan ondermeer imitatie, empathie en gedeelde aandacht. Het huidige onderzoek gaat na of er bij jonge kinderen met autismespectrumstoornissen tekoreten zijn in het spiegelneuronen-systeem en of deze een verband houden met de tekorten in imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Mondialisering herbeken: de relatie tussen mondiale productketens en Europese stedelijke netwerken Universiteit Gent Abstract: Tot op vandaag heeft er weinig to tgeen analytische kruisbestuiving plaatsgegrepen tussen het wereldstedenonderzoek en de literatuur rond gronsoverschrijdende productketens. De voornaamste doelstelling bestaat dan ook uit het conceptueel onderzoeken en het empirisch in kaart brengen van de relaties tussen (i) de schaalvergroting in de wereldwijde productie ('mondialisering') en (ii) de wijze waarop productieve-dienstenfirma's de relaties tussen stedelijke gebieden herconfigureren (in Europa en daarbuiten). Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox • Ben Derudder
Afstandsverval bij vermogenscriminaliteit gepleegd door rondtrekkende dadergroepen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het onderzoek is het nagaan van de toepasbaarheid van bestaande criminologische inzichten mbt mobiliteit en de spreiding van criminaliteit, zoals o.m. vervat in de distance decay theorie, op vermogenscriminaliteit gepleegd door rondtrekkende dadergroepen en dit door de hypothese 'rondtrekkende dadergroepen gaan planmatig te werk' empirisch te toetsen. Het resultaat van deze toetsing zal toelaten bestaande theorieën verder te verfijnen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Tom Vander Beken
Europese slagkracht in periodes van malaise. De dynamieken achter het Europese handelsbeleid ten opzichte van ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat na welke dynamieken er een rol spelen in de besluitvorming mbt het handelsbeleid (meer specifiek tov ontwikkelingslanden) in de periodes 1970-1975 en 2000-2005. Het beleid kreeg toen vorm in een periode die voor het overige een malaise betekende voor de Europese integratie. Een overzicht van de besluitvormingsdynamieken mbt het handelsbeleid geeft inzicht in de diepere drijfveren achter het Europese integratieproces. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Politie en Persoonlijkheid. Een correlatief, analyserend onderzoek naar verhoorcompetenties en -management Universiteit Gent Abstract: Deze empirische studie onderzoekt de structuur van verhoorcompetenties, hoe deze verder ontwikkeld kunnen worden en de samenhang van competenties met persoonlijkheid. De studie is een substantiële voortzetting op de vijf-dimensionale taxonomie van De Fruyt (2006) en
onderzoekt of deze voldoende comprehensief is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Paul Ponsaers
De oude vrijster. Analyse van de bestaansstrategieën van nooit gehuwde vrouwen tijdens de vroegmoderne tijd. Casus: het Brugse Vrije, 1730-1850 Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van deze studie is om te onderzoeken welke strategieën nooit gehuwde vrouwen ontwikkelden om hun bestaan in verschillende productiesystemen te verzekeren tijdens de 18de eeuw. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Isabelle Devos
Herstel en kwaliteit van leven van heroïneverslaafden na onderhoudsbehandeling met nematoden Universiteit Gent Abstract: De huidige kwaliteit van leven van 200 heroïneverslaafden die 5 à 10 jaar geleden een methadon-onderhoudsbehandeling zijn gestart, zal worden nagegaan via de QOL.Q en de WHOQOL-100. Tevens zal adhv de EuropASI (ernst van verslaving en geassocieerde problemen) en de MINI (psychopathologie) worden onderzocht in hoeverre herstel ('recovery'), dan wel chroniciteit is opgetreden en welke factoren hierbij een rol spelen. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Glonomics: Economisch beleid en Financien in de globale economie: evenwichts analyse en sociale evaluatie Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert enkele belangrijke beleidsproblemen die ontstaan zijn ten gevolge van de globalisering van de wereldeconomie. Om deze studie mogelijk te maken zal het conceptuele analysekader voor evenwichtsanalyse worden verbeterd, zullen nieuwe economterische technieken worden ontwikkeld en toegepast. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Monitor voor ICT-integratie in het Vlaams onderwijs (MICTIVO) Universiteit Gent Abstract: Het MICTIVO-project ontwikkeld en valideert een instrument voor het analyseren van ICT-integratie in the Vlaamse Onderwijs. Vier invalshoeken staan centraal in het instrument: ICT-infrastructuur, integratie van ICT in de leercontext, ICT-percepties en ICT-competenties van leerkrachten en lerenden. Ter validering van het instrument wordt een meting uitgevoerd bij een representatieve steekproef. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Justitie en Samenleving: Sociopolitieke justitiegeschiedenis in België (1795-2005) Universiteit Gent Abstract: Een interdisciplinair diepgaand onderzoek van de Belgische justitie op vier vlakken: de evolutie van het beleid van de diverse actoren de collectieve praktijken van de actoren profielen van de collectieve actoren in de wereld van het recht een overkoepelend onderzoek gericht op specifieke periodes van ontstaan en crisis. Zo worden 4 thematische domeinen onderzocht: burgerlijk recht, strafrecht, prosopografie en bronnen. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Georges Martyn
Perceptuele en cognitieve verwerking in het menselijke en niet menselijke primaat hersenen Universiteit Gent Abstract: Studie van het visuele systeem en zijn relatie met motorische, geheugen en executieve hersengebieden. Dit onderzoek richt zich in het bijzonder op het visueel systeem en de modificatie ervan door aandacht en leren, geheugen enhogere orde visuele functies, controle van acties, het cerebellum, slaap en geheugen consolidatie, kwantitatieve verwerking en diffusion tensor imaging (DTI) en connecicitiviteit. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkplaatsingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek met als doel de beoordeling van de effectiviteit van initiatieven die ondernemingen hebben ondernemen om te komen tot duurzamer pendelverkeer aan de hand van case studies en een enquête. De evaluatie gebeurt gebruik makend van een economisch en ruimtelijk model. Het project eindigt met het vooropstellen en evaluaren van beleidsaanbevelingen inzake duurzame mobiliteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Fiscaliteit, begrotingsbeleid en economische groei en werkgelegenheid Universiteit Gent Abstract: Dit project omvat twee luiken: * Ontwikkeling, kalibratie en simulatie van een algemeen-evenwichts macromodel met overlappende generaties voor de OESO-landen. We bestuderen de samenhang tussen overheidsuitgaven en belastingen enerzijds, en werkgelegenheid in verschillende leeftijdsgroepen, deelname aan scholing, en economische groei anderzijds. * Onderzoek naar de samenhang tussen eigenaarschap, en belastingen dienaangaande, en werkgelegenheid in Belgische arrondissementen sinds 1970 (Oswald hypothese) Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen
Realisatie van een wetenschapswinkel en deelname aan de wetenschapsweek (ed. 2006/2008) Universiteit Gent Abstract: Het project betreft geen onderzoek, maar de uitvoering van activiteiten in het kader van wetenschapscommunicatie. Verplichte activiteiten zijn de realisatie van een wetenschapswinkel, een "virtuele" winkel waar non-profitorganisaties terecht kunnen voor gratis (of goedkoop) onderzoek en advies, en de deelname aan de Vlaamse wetenschapsweek. De andere activiteiten zijn vrij te kiezen door de UGent. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Kristof De Moor
Toepassingen, behoeften, modellen voor breedband in cultuur - werkpakket 2: breedbandbehoeften in de culturele sector Universiteit Gent Abstract: Het inventariseren van de behoeften van instellingen uit de culturele sector met betrekking tot ICT en breedbandtoepassingen. Het onderzoek bevat een grootschalige survey bij een brede waaier van culturele instellingen die varieert van musea tot jeugdorganisaties, erfoegerenigingen, bibliotheken, ? Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
Steunpunt OIO Universiteit Gent Abstract: Het steunpunt OIO - is het kenniscentrum op het terrein van ondernemen en internationaal ondernemen - ondersteunt de Vlaamse overheid en EWI bij het uittekenen van een beleid dat duurzame groei van de ondernemingen in Vlaanderen maximaliseert - Doet onderzoek rond 3 pijlers (starten, groeien en durven overlaten/stopzetten) en 5 horizontale thema's: innovatie, samenwerken/netwerken, internationaal ondernemen, ruimtelijk en economisch beleid en financiering. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Georges Allaert • Sophie Manigart • Bart Clarysse
Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen II: Lokaal beleid in netwerksturing: de invloed van netwerking op lokaal beleid, politiek en management Universiteit Gent Abstract: Lokale besturen functioneren steeds meer in een 'netwerk'-achtige context. 'Lokaal beleid' en 'lokale strategie', vaak gebruikt in een betekenis van 'autonome organisatie', lijken het product van deze interacties. Deze evolutie doet vragen rijzen over de betekenis van 'lokale politiek' en 'lokaal beleid', over de capaciteit van de gemeenten in deze stelsels en over de manier waarop gemeenten zich best organiseren. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Steunpunt Studie en Schoolloopbanen Universiteit Gent Abstract: Tijdens vorige onderzoeksprojecten (PBO en Steunpunt Loopbanen) werden gegevens verzameld bijd rie geboortecohorten van Vlaamse jongeren over de manier waarop zij de overgang van school naar werk maken. Deze gegevens - de zogeheren SONAR-gegevensbank - vormt de basis voor de in dit onderzoeksproject uit te voeren analyses over de aard en de invloed van de verticale en horizontale mismatch in de initiële arbeidsloopbaan van Vlaamse jongeren. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Eddy Omey
Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport - Onderzoekslijn Jeugdbeleid Universiteit Gent Abstract: Binnen de onderzoekslijn Jeugdbeleid worden volgende opdrachten uitgewerkt: - de jeugdmonitor: levert op een longitudinale wijze data over diverse aspecten van en evoluties in de leefwereld van jongeren - de inventarisering en synthetisering van bestaand jeugdonderzoek De gevraagde output correspondeert in grote mate met de opdrachten die het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) sinds 2003 voorbereidt en aanlevert. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers:
• Nicole Vettenburg
Steunpunt Wonen en Ruimte: Ruimte Universiteit Gent Abstract: Het Steunpunt Ruimte en Wonen is een van de erkende Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. AMRP maakt deel uit van het onderzoeksteam Ruimte en werkt het werkpakket 3 'Ruimtelijke transformaties ten gevolge van geleidelijke verstedelijking' verder uit. Binnen dit werkpakket wordt een typologie en bijbehorende methodiek ontwikkeld om de aanwezigheid van 'stedelijke' fenomenen in de niet-kernstedelijke ruimte te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Steunpunt Wonen en Ruimte Universiteit Gent Abstract: Het werkpakket "Mobiliteit " is een onderdeel van het beleidsondersteunende "Steunpunt Ruimte en Wonen" van de Vlaamse Regering. Het basisonderzoek wenst de wederzijdse relatie tussen de mobiliteits- en infrastructuurdynamiek en de ruimtelijke ontwikkelingen te analyseren en te verklaren. Het gaat daarbij zowel om sociaal-maatschappelijke als om economische aspecten van mobiliteit. De bedoeling is om voor Vlaanderen de impact van de ruimtelijke trends, evoluties en tranformaties inzake mobiliteit en infrastructuur op de ruimtelijke structuur te vatten. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Onderzoek opvoedingsondersteuning Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de opvoedingscondities in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De nadruk ligt daarbij op de vormen van social support en maternal networks die diverse groepen ouders ontwikkelen en de rol die formele en informele voorzieningen daarbij vervullen. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Michel Vandenbroeck
Rol van aandachtsmechanismen en cognitieve controle bij depressie: een experimenteel onderzoek naar de onderliggende neuro-biologische werkingsmechanismen Universiteit Gent Abstract: Recent neurocognitief onderzoek heeft stemmingsstoornissen gerelateerd aan een dificit in de strategische aandachtprocessen geleid door een frontocorticaal-subcorticaal netwerk. De doelstelling van dit project is om via rTMS en ERP studies de functionele prefrontale aandachtsdefecten binnen dit netwerk te onderzoeken waardoor de relatie tussen cognitieve controle en klinische symptomatologie wordt onderzocht. Er wordt gebruik gemaakt van experimentele aandachtsparadigma's. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport (2007-2011) Universiteit Gent Abstract: Het steunpunt is een interdisciplinair en interuniversitair consortium en heeft als doel om op basis van wetenschappelijk onderzoek de beleids- en beheerscyclus van het Vlaamse cultuur-, jeugd- en sportbeleid te ondersteunen. De basisdoelstellingen van het steunpunt zijn het opbouwen en uitwerken van een systematische set van beleidsindicatoren en het uitwerken van survey-onderzoek in het domein van cultuur-, jeugd- en sportpartcipatie. De vakgroep Sociologie aan de UGent staat in voor de coördinatie van dit Steunpunt en de coördinatie van de participatiesurvey. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het domein van de kunsten en het erfgoed. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Hans Waege
(On)veiligheidsbeleving en de rol van buurgesitueerde instituties Universiteit Gent Abstract: Opzet van het onderzoek is om op kwalitatieve wijze na te gaan welke rol buurtgesitueerde instituties - private (familie, vrienden) en publieke instituties (politie, stadsdiensten) alsook instituties georganiseerd op buurniveau (Kerk, bedrijven, scholen, ?) - spelen in de (on)veiligheidsbeleving van de buurtbewoners. Op die manier willen we de toepasbaarheid van de sociale desorganisatietheorie in het verklaren van onveiligheidsgevoelens verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
De transformatie van groepsidentiteiten in de noordelijke kaukasus: een onderzoek naar de sociale respons op groepsconflict Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de conflicten in de Noord-Kaukasus door het analyseren van evoluerende groepsidentiteiten. Een vergelijkende analyse van meerdere casestudy's moet een licht werpen op de verschillende wijzen waarop sociale identiteiten en conflict op elkaar van invloed zijn. Vragen: 'op welke manier wordt sociale identificatie ge(trans)formeerd door conflict? En wat is de impact van verschuivende groepsidentiteiten op de lokale maatschappij en conflictdynamiek? Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers:
• Hendrik Coolsaet • Koen Vlassenroot • Sami Zemni
De bevoogding voorbij? Het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering in de leefwereld van kinderen Universiteit Gent Abstract: Het vertrekpunt van dit onderzoek lit in de economische (het kind als consument) en politieke (het kind als participerend burger) veranderingen die zich in de tweede helft van de twintigste eeuw in onze Westerse samenleving rond kindzijn hebben voorgedaan. Deze studie wil vanuit een kindgericht perspectief de implicaties in kaart brengen van de hoger beschreven maatschappelijke veranderingen voor zowel de huidige vormgeving aan kindzijn als voor de actuele leefwereld van kinderen. Organisaties: • Vakgroep Pedagogiek
Onderzoekers: • Bruno Vanobbergen
Wanneer en hoe heeft het afleiden van de aandacht van pijn een effect op de pijnervaring: een meta-analyse en experimentele benadering Universiteit Gent Abstract: De aandacht wegrichten van pijn is intuïtief aannemelijk maar er zijn twijfels over de effectiviteit ervan. In dit project wordt via een metaanalyse van de vakliteratuur en via experimentele studies onderzocht wanneer aandachtsafleiding van pijn faalt en werkt. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Democratische transities in het Midden-Oosten en Noord-Afrika: Een vergelijkende studie van Marokko en Egypte Universiteit Gent Abstract: Dit project draagt bij tot de theorievorming over democratische transities in het Midden-Oosten en Noord-Afrika middels een comparatieve politieke analyse. Dit project focust op twee casussen nl. Egypte en Marokko. Aan de hand van een "most difference case" methode focust dit project op de interactie tussen binnenlandse instituties in de twee landen en exogene factoren die transitieprocessen bevorederen en/of hinderen. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
Van ruimtelijke analyse tot karakterisering van sites uit de Ijzertijd en de vroeg-Romeinse periode van Noord- en OostGallië Universiteit Gent Abstract: In dit project worden verschillende types archeologische sites (grafvelden, nederzettingen, heiligdommen) uit de late ijzertijd en de vroegRomeinse periode onderworpen aan een grondige gegevensanalyse met de nadruk op kwantificatie, gevolgd door een interne ruimtelijke analyse. Met behulp van een geografisch informatiesysteem en ruimtelijke statistiek wordt getracht meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke en socioeconomische organisatie van de sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe De Maeyer
Automatische processen in psychopathologie en gezondheidsgerelateerd gedrag Universiteit Gent Abstract: Recent onderzoek heeft uitgewezen dat automatische processen een belangrijke rol spelen in psychopathologie en gezondheidsgerelateerd gedrag. HEt doel van de FWO onderzoeksgemeenschap is om contacten te bevorderen op het nationale en internationale niveau tussen onderzoekers die een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot dit onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
pICTos - plannen van ICT op school Universiteit Gent Abstract: De elektronische omgeving pICTos wordt ontwikkeld om basisscholen te ondersteunen bij het opstellen van een schooleigen ICTbeleidsplan met de ICT-eindtermen als uitgangspunt. Inhoudelijk doorloopt een schoolteam vijf stappen: onderwijsvisie expliciteren, huidige activiteiten inventariseren, prioritaire eindtermen bepalen, nieuwe activiteiten registreren, actieplan opstellen. Videofragmenten met praktijkvoorbeelden dienen als inspiratiebron voor nieuwe ICT-activiteiten. De online tool is ontwikkeld in opdracht van het Regionaal Expertisenetwerk Vlaanderen en wordt aangeboden in een nascholingscontext. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Steunpunt voor beleidsrelevant onderzoek - gelijkenkansenbeleid Universiteit Hasselt Abstract: De doelstellingen van het Steunpunt 2007-2011 zijn: -verzamelen, analyseren en ontsluiten van gegevens (ook longitudinaal) -uitvoeren van probleemgericht wetenschappelijk onderzoek (korte termijn) -uitvoeren van beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek dat op langere termijn relevant is voor het Vlaams beleid -verlenen van wetenschappelijke dienstverlening Het Steunpunt streeft naar de verwezenlijking van zijn doelstellingen binnen een driedimensionaal onderzoeksframe dat afgelijnd is op basis van
beleidsrelevantie en expertise: -ten eerste, richt het Steunpunt zich op vijf onderzoeksthemas, met name socialisatie en sociale cohesie, loopbaanontwikkeling, leefwereld en beleidsparticipatie in een levensloopperspectief en daarnaast ook concrete risicotransities in de levensloop ; -ten tweede pakt het Steunpunt deze thematieken aan vanuit acht onderzoekslijnen die de aanwezige mulitdisciplinaire expertise benadrukken: statistieken en indicatoren, juridische invalshoek, multilevelsetting, etnisch-culturele achtergrond, gender, seksuele identiteit, transversale invalshoek, horizontale benadering; -tenslotte is er de multidisciplinaire methodologische dimensie : enerzijds de inzet van een multidisciplinaire expertenpool (MEP) die de expertise vanuit verschillende disciplines verzekert en anderzijds het grote arsenaal aan concrete onderzoeksmethoden waarin het Steunpunt expertise heeft en dat binnen kort- en langlopend onderzoek ingezet kan worden. Organisaties: • Diversiteit • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • SEIN • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Maria VAN HAEGENDOREN • Nicole STEEGMANS • Patrizia ZANONI
Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Universiteit Hasselt Abstract: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen. Dit onderzoek beoogt de effecten te meten van de invoering van het Vlaamse gemeentedreet. De verdere omschrijving zal gepubliceerd worden na de start van het project in 2008. Organisaties: • Gedragswetenschappen - Publiek Recht • Centrum Overheid en Recht • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Johan ACKAERT
ESTIMATE Een gedragsanalyse en evaluatie van de impact op het milieu bij een multimodale transportkeuze Universiteit Hasselt Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is het bekomen van een inzicht in de activiteiten en het bijbehorende verplaatsingsgedrag van individuen, gebruik makend van een multimodaal transportsysteem. De neiging van een individu om gebruik te maken van multimodaal transport wordt beïnvloed door drie grote factoren: de ruimtelijke beschikbaarheid van het systeem (de toegankelijkheid om aan alle geplande activiteiten te kunnen deelnemen), de betrouwbaarheid van de transportketen vanuit het standpunt van de gebruiker, en de prijs die betaald moet worden in een multimodale transportcontext. In het huidige multimodale onderzoek ontbreekt het nog aan een grondig begrip van het verplaatsingsgedrag van individuen. Om deze lacune op te vullen zullen we een dynamisch activiteitengebaseerd transportmodel ontwikkelen dat rekening houdt met gedragsveranderingen, reacties en transport en dat de strategieën van individuen in een multimodale transportcontext verzekert. Er zullen meerdere scenarios getest worden om het optimale prijsniveau en de optimale modale keuze te bepalen aan de hand van een kosten-baten analyse. Wanneer de modale keuze gemaakt is, zullen de ecologische gevolgen van de multimodale keten die door het individu gekozen werd, in het project onderzocht worden. Vervolgens zal er een gedetailleerde gevoeligheidsanalyse van de milieu-impact uitgevoerd worden in verschillende prijsscenarios. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een aanvraag voor een specialisatiebeurs IWT voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2008. Het betreft "Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden" en zal uitgevoerd worden door Herssens Jasmine binnen het onderzoeksinstituut IMOB. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken - Spoor Verkeersveiligheid Universiteit Hasselt Abstract: Het Steunpunt Mobiliteit & Openbare Werken is één van de 14 Vlaamse Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek en bestaat uit twee thematische sporen: 'Goederenstromen' en 'Verkeersveiligheid'. De Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek ondersteunen de Vlaamse overheid door beleidsondersteunend onderzoek uit te voeren rond prioritaire beleidsthemas. De Steunpunten zijn opgericht als een interuniversitair samenwerkingsverband van onderzoeksgroepen en instellingen. De activiteiten van een Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek zijn: - verzamelen, analyseren en ontsluiten van gegevens (ook longitudinaal) - uitvoeren van probleemgericht wetenschappelijk onderzoek (korte termijn) - uitvoeren van beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek dat op langere termijn relevant is voor het Vlaams beleid - verlenen van wetenschappelijke dienstverlening De specifieke doelstellingen van het Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken, spoor Verkeersveiligheid kunnen als volgt omschreven worden: - gegevensverzameling - korte termijnonderzoek rond diverse beleidsvragen
- meer fundamenteeel wetenschappelijk onderzoek inzake verkeersveiligheid Organisaties: • Verkeersveiligheid • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Elke HERMANS
Het meten van de verkeersveiligheidsimpact van beleidsmaatregelen met behulp van activiteitengebaseerde modellen Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen, toegekend aan onderzoeksgroep DAM (UHasselt) voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2007. Het onderzoek heeft betrekking op het meten van de verkeersveiligheidsimpact van beleidsmaatregelen met behulp van activiteitengebaseerde modellen Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS
Politie aan het werk: Grondige studie van evoluties in de taken en rol van de lokale politie in een veranderende samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op het dagelijkse werk van de politie en gaat na op welke terreinen ze actief is, hoe en vanuit welk perspectief politiemensen hun taken afhandelen. Het verzamelde materiaal moet een antwoord bieden op de vraag naar de wijze waarop de door de wetgever uitgewerkte regelgeving in de praktijk wordt omgezet. Verder is het mogelijk om voor de twee belangrijkste 'klanten' (de burgers en de overheid) na te gaan welke verwachti,ngen beiden hebben tav de politierol en op welke wijze deze verwachtingen een invloed hebben op het takenpakket en haar afhandeling. Dit perspectief wordt aangevuld door de invulling die politiemensen geven aan deze rol in complexe, multiculturele setting aangestuurd door zowel lokale, federale, Europese als internationale overheden. Deze ontwikkelingen worden vervolgens vergeleken met een eerdere uitgevoerde studie (Enhus, Eliaerts, 2001) en nagegaan in welke mate rolpercepties, verwachtingen van burgers en overheid zijn verschoven onder invloed van recente beleidsbeslissingen tav de politie (politiehervorming, invoering community policing filosofie) en andere politieke, culturele, economische ontwikkelingen (ontstaan en uitbouw private bewakingssector, internationalisering van de politie, ontstaan van 'nieuwe beroepen in veiligheid'...) Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Isabel VERWEE • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Obstakels en stimuli in de loopbanen van mannen en vrouwen in optische wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vrouwen zijn ondervertegehnwoordigd in wetenschappelijk onderzoek. Er is sprake van horizontale, verticale en contractuele segregatie. Om hierin een kentering teweeg te brengen is een grondig begrip van de achterliggende oorzaken en mechanismen noodzakelijk. Er gebeurde reeds veel onderzoekn maar internationaal comparatief onderzoek op kwalitatief niveau ontbreekt in Europa. DIt is echter nodig om de impact van de nationale cultuur beter te begrijpen. Dit onderzoek zal een dergelijke studie uitvoeren met de Europese optische onderzoekswereld als object. Door toe te spitsen op een specifiek onderzoeksdomein (micro-optica), kan dit als constante gehouden worden. Cultureel bepaalde verschillen kunnen zo gericht onderzocht worden. Het onderzoek zal obstakels en stimuli op drie niveaus onderzoeken: de maatschappelijke context, organisatiecultuur en individuele aspecten. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
De politiek van de representatie en de juridische constructie van het publiek.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rechtstheorie van vandaag staat voor de cruciale optie om de lessen te integreren die voortvloeien uit de Science Technology & Society Studies van de laatste 10 jaar. Deze lessen zijn eenvoudig voor te stellen : het is tijd dat we ons bevrijden van de grote scheiding waarbinnen de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van feiten terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de waarden te bepalen. Zich bevrijden van zon verdeling betekent dat het verschil tussen matters of fact en matters of norm & value niet meer zo interessant en relevant bevonden wordt. Deze deling voorbij heeft Bruno Latour het concept van matters of concern voorgesteld. De matter of concern wijst op alles wat degenen verzamelt die in een issue geïnteresseerd zijn. Zon verzameling is echter niet allen een kwestie van omstandigheden, zij produceert ook kennis, namelijk die kennis die in- en samengebracht wordt al degenen die in de issue geïnteresseerd zijn. Het benadrukken van concerns en issues i.p.v. facts en norms leidt tot nieuwe begripsvorming niet alleen over de wetenschappelijke waarheidsaanspraken, maar ook over de verhoudingen tussen deze waarheidsaanspraken en de hedendaagse politieke structuren. Deze nieuwe begripsvorming stond reeds centraal het IUAP fase V/16 project De verbondenheden van het weten (zie www.imbroglio.be) waarin o.m. Bruno Latour en Isabelle Stengers participeerden. Het proefschrift van Laurent Desutter over het principe van de vertegenwoordiging vond in dit project plaats. Dit project strekt tot de valorisatie van de resultaten van Laurent Desutters proefschrift op het vlak van de juridische aspecten en gevolgen van de nieuwe conceptie van het politiek. In het bijzonder zal worden ingegaan op de impact hiervan op de notie van rechtsbeginselen. Wat doet een rechtsbeginsel zoals, bijvoorbeeld, het representatiebeginsel, wanneer het gaat om concerns, en niet om facts ? En wat kan een antwoord op deze vraag voor de rechtstheorie betekenen ? Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Laurent DESUTTER • SERGE GUTWIRTH
De Tataarse Nationalistische Strategie, 1880-1920 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om zijn doctoraatsdiploma in de politieke wetenschappen aan de VUB te kunnen behalen, moet Alexei Zverev twee bijdragen voor internationale tijdschriften (peer review) schrijven, die samen met vorige publicaties over de geschiedenis van Tatarstan, een inleiding en conclusies, opgenomen zullen worden in zijn proefschrift. Het artikel 'from reformed school to red Tatary: Political Strategies in the History of tatar Nationalism, 1880-1920' handelt over de strategische discussies in de Tataarse politieke elite in de periode 1880-4920. Deze strategieën moesten tegemoetkomen aan de zich veranderende politieke en sociale situatie in Rusland. Het tweede artikel, 'The Austromarxist Theories of CulturalNational Autonomy and the Tatar Dilemmas of 1917-18' zal de opvattingen van de Austromarxisten Otto Bauer en Karl Renner over extraterritoriale of culturele autonomie met gelijkaardige Tataarse concepten vergelijken. De auteur wenst aan te tonen dat zowel de Austromarxistische als de Tataarse auteurs (vooral Sadri Maksudi) de stelling verdedigden dat nationale raden culturele, opvoedkundige en religieuze zaken zouden moeten beheren, maar dat Austromarxisten en Tataren deze stelling uit een heel ander politiek perspectief bekeken. De Austromarxistische stroming wou vooral de territoriale integriteit van Oostenrijk-Hongarije verdedigen, terwijl de Tataren zich vooral wilden isoleren van het Sovjetregime. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Het Europees China-Beleid en de Kwestie China-Taiwan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De EU heeft intensieve betrekkingen met de Chinese Volksrepubliek en met Taiwan. Het 'één China' principe staat aan de basis van de Europese China-politiek, wat dus ook de betrekkingen met Taiwan bepaalt. Maar de EU werd nooit actief betrokken bij bemiddelingspogingen over de status van Taiwan. Dit onderzoeksproject gaat uit van de assumptie dat de EU echter wel degelijk indirect betrokken is bij het conflict. Deze stelling zal worden uitgewerkt aan de hand van drie bijdragen tot wetenschappelijke tijdschriften. Het eerste artikel analyseert de EU-politiek tov het conflict tussen China en Taiwan aan de hand van een centrum-periferie model, waar de asymmetrische verhouding tussen Beijing en Taipei in het middelpunt staat. Het tweede artikel analyseert het Europese China-vbeleid aan de hand van de discussies in de EU over het einde van de wapenembargo tov China en de Europese reacties op de zogenaamde Chinese 'anti-secessie wetgeving'. Het derde artikel analyseert de Europese politiek tov China en Taiwan in het kader van een analyse van de normatieve coherentie van het buitenlands beleid. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Tussen natie-staat en een verenigd Europa. Een onderzoek naar het belang van identiteit, ideologie en instellingen in de tussenoorlogse blauwdrukken voor een eengemaakt Europa (1918-1939). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wil de projecten voor een Europese integratie uit het interbellum analyseren aan de hand van drie ideaaltypische begripsparen, zijnde civiek versus etnisch (identiteit), federatie versus confederatie (instellingen) en links versus rechts (ideologie). In eerste instantie worden de elementen van de voornoemde dichotomieën vastgelegd en uitgewerkt. Vervolgens zullen er verschillende hypothesen worden ontwikkeld waarbij de drie dichotomieën onderling met elkaar in verband worden gebracht. Het is de bedoeling om op die manier tot een analyseinstrument te komen aan de hand waarvan tussenoorlagse projecten voor een Verenigd Europe kunnen worden getoetst. Tijdens het interbellum werd een vrij omvangrijk aantal geschrijften gepubliceerd die handelen over Europese integratie. Het specifieke aan deze voorstellen was dat deze niet geremd werden door een bestaande europese constructie en deze laatste dus op alle mogelijke manieren kon ingevuld worden. Door middel van een inhoudsanalyse zullen de vooropgestelde dichotomieën en hypothesen kunnen worden aanvaard, bijgewerkt of verworpen worden. Dit onderzoek wil op die manier bijdragen tot de studie van (Europese) identiteit, federalisme en ideologie. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Coalitietype, overheidsbeleid en verkiezingen: een politiek-economische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek wil de relaties tussen de coalitietypes, overheidsbeleid en electorale resultaten nagaan. We verwachten dat verschillen in coalitietypes gevolgen hebben voor het gevoerde beleid en voor de verkiezingsuitslag van de coalitiepartners en er wordt dan ook onderzocht via welke mechanismen en kanalen dit zich manifesteert. Het onderzoek bestudeert op welke manier en in welke mate het coalitietype invloed uitoefent op het overheidsbeleid; hoe deze link tussen coalitietype en overheidsbeleid zich vertaalt in de electorale resultaten van de coalitiepartners en hoe het coalitietype mogelijk de verkiezingsuitslag beïnvloedt op andere manieren dan via het gevoerde overheidsbeleid.
Het onderzoek bevat zowel een theoretisch als een empirisch luik. De empirische bijdrage richt zich op een analyse van de centrale overheden en van de verkiezingsuitslagen in de OESO-landen (1965-2004). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Coalitievorming in meerlagige politieke systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doctoraatsonderzoek waarvoor deze middelen gevraagd worden wil coalitievorming in meerlagige systemen verklaren. De vorming van nationale regeringscoalities heeft de voorbije halve eeuw bijzonder veel aandacht gekregen in de politieke wetenschap, maar de vorming van subnationale coalities in federale of gedecentraliseerde staten blijkt een andere logica te volgen die de klassieke theorieën deels in vraag stelt. In dit project willen we vier onderzoeksvragen beantwoorden: (1) Hoe zijn processen van coalitievorming in meerlagige systemen verticaal (tussen de niveaus) met elkaar verbonden?; (3) Hoe beïnvloeden de politieke instellingen en de kenmerken van de partijsystemen de coalitievorming?; (4) wat zijn de motiveringen, perceptiesn doelen en payoffs van de partijen die de vorming van subnationale coalities kunnen verklaren? Het project hanteert een expliciet comparatieve logica, en zal de coalitievorming bestuderen in Spanje, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Een analyse van de relatie tussen burgerschapsparticipatie, overheidsbeleid en tevredenheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject sluit aan bij de kloof tussen politici en burgers en de tanende tevredenheid van het publiek met de overheid en richt zich hierbij op het lokale niveau. Het thema over deze kloof wordt uitgewerkt op basis van drie onderzoeksvragen. Als eerste wordt het verband nagegaan tussen de objectieve kwaliteit van het overheidsbeleid en de subjectieve tevredenheid van de burgers positief is. Ten tweede wordt het effect van de (politieke) participatie van de burgers op het beleid en hun evaluatie van het beleid onderzocht. Ook hier wordt een positief verband verwacht tussen participatie en de kwaliteit van het gevoerde beleid en de perceptie ervan. Als derde wordt er aandacht besteed aan de verklaringen van de ongelijke participatie. Hierbij wordt er zowel aandacht besteed aan de maatschappelijke verklaringsgronden, als aan de sociaal-economische kenmerken van de burgers. Het beantwoorden van deze drie onderzoeksvragen zal gebeuren aan de hand van kwantitatieve analyses, waarbij gebruik wordt gemaakt van data uit bestaande onderzoeken en gegevenbestanden. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Financiering van terrorisme vanuit een fenomeenbenadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds een aantal jaren wordt onze maatschappij geconfronteerd met een gestadig toenemend terrorimse. Zo het bij het ETA en IRA terrorisme om duidelijke doelstellingen ging, zien we bij het actueel terrorisme dat de doelstellingen vaag zijn en moeilijk te vervullen. Verder zien we geen gestructureerde beweging achter het terrorisme, maar eerder een diffuus kluwen van verschillende kleine groeperingen die alle reageren in de naam van een godsdienst en gedreven door een als het ware goddelijke persoonlijkheid vertegenwoordigd in de persoon van Osama Bin Laden of Zarqawi. Kenmerken als een zekere leidende goddelijke voorzienigheid en een sterke demagogische leider zijn factoren die wijzen op een ideologieconcept. Vanuit dit concept zou terrorisme en terrorismefinanciering deel uitmaken van een groter geheel en als doel hebben het polariseren van mensen met als doel het vinden van navolgers tot het schragen van de ideologie. Indien dit zo is dan lijkt de maatschappelijke respons van het strafrecht niet de meest aangewezen, maar dient meer georiënteerd op de randfenomenen die terrorisme faciliteren. Dit doctoraat heeft als doel het detecteren van indicatoren van een ideologieconcept, en, in positief geval, cerifiëren of de aanpak in ons land en de ons omgevende landen wel voldoende naar de randfenomenen is georiënteerd. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Strategische planning en management voor lokale overheden in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het New Public Management denken vindt de laatste decennia steeds meer weerklank binnen de overheidssector. Ook in Vlaanderen heeft zich ondertussen een discussie afgetekend rond de vraag in welke mate managementprincipes kunnen worden toegepast binnen de overheidssector. Een klantgericht bestuur betekent immers nog niet dat de burger tevreden is. Deze klant-burger dichotomie kan gesitueerd worden op het spanningsveld tussen professionalisering en vermaatschappelijking van het openbaar bestuur. De verdere afbakening van het onderzoek wordt gekaderd in het licht van deze dichotomie. De drang naar meer professionalisering in Vlaanderen is echter duidelijk. Een managementprincipe waarnaar graag gegrepeb wordt binnen deze context is strategische planning als een manier om de lokale besturen in het gareel te laten lopen en meer resultaat- en klantgericht te laten werken. Het onderzoeksproject beoogt de situatie in Vlaanderen inzake strategisch management bij lokale besturen in kaart te brengen en na te gaan welke de voorwaarden voor succes zijn. Succes wordt gedefinieerd vanuit de klant-burger dichotomie. Centraal staat dus de vraag welk het effect is van strategische planning op het lokaal gevoerde beleid en of dit ook resulteert in een succesvoller beleid. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Welke beleidsinstrumenten kunnen Europese (groot)steden ontwikkelen om het micro-economische grootstedelijk beleid aan te sturen. Kunnen staat hierbij op hun mogelijkheden om de nodige beleidsruimte voor de implementatie van deze instrumenten te mobili... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welke beleidsruimte (en beleidsmiddelen) europese steden ontwikkelen om het economisch beleid in en rond hun stad aan te sturen. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar hoe deze steden dergelijke instrumenten weten te implementeren. Hoewel de mate
waarin steden over formele bestuurlijke capaciteiten kunnen beschikken erg relevant is, gaat de vraag vooral over hoe deze besturen fysiek, sociaal en cultureel kapitaal mobilisefen om een stedelijk economisch beleid vorm te geven. Een literatuurstudie over geografische economie mbt. stedelijke agglomeratie enerzijds en over het theoretisch kader van de beleidsanalyse (inzonderheid mbt beleidsinstrumenten), gaat het velonderzoek vooraf. De steden Gent en Liège treden vervolgens als test-case op om een analytisch kader voor verder vergelijkend onderzoek in Europese steden mogelijk te maken. Het proces van beleidsinstrumentenkeuze en de implementatie van deze instrumenten staat hierbij centraal. In tegenstelling tot ander onderzoek op dit terrein presenteert dit onderzoeksproject zich niet als een economisch onderzoek, het gaat niet in de eerste plaats op zoek naar economische groeifactoren. Het onderzoek verschilt ook met ander politologisch onderzoek over het Europees economisch beleid dat eerder topdown gericht is en zich afvraagt in welke mate de lidstaten, regio's of steden in staat zijn Europese beleidsinstrumenten te hanteren voor de realisatie van de Europese doelstellingen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Coachen en formatteren: de overgang van een disciplinaire maatschappij naar een coulidemaatschappij. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds het laatste kwart van de twintigste eeuw bevindt de samenleving zich in een verreikende transitiefase die meerdere en aan elkaar gelieerde transformaties omvat. Er is de fantastische herstructurereing van het industriële kapitalisme naar een zgn. kenniseconomie die gepaard gaat met grondige wijzigingen in de bedrijfs- en arbeidsorganisatie, er zijn de effecten van de mondialisering die alsmaar sterker voelbaar worden, en er is een om zich heen grijpende legitimiteitscrisis (cf. het politieke bestel). Uiteindelijk zijn dit slechts enkele voorbeelden van de sociale veranderingen die de samenleving doorkruisen. Onze interesse gaat uit naar de transformatie van de macht(sverhoudingen), een sleutelonderwerp in de sociale wetenschappen. In navolging van Deleuze ontwaren we de contouren van een controlemaatschappij, d.w.z., een maatschappij waarin een verandering optreedt in het globale patroon van sociale relaties en in het machtsdispositief. Zo beweert de Nederlandse socioloog, Abraham de Swaan, dat de verhoudingen tussen mensen meer verscheiden en minder voorspelbaar worden, minder onderworpen aan regels die het resultaat voorschrijven, maar juist strikter geregeld in het proces waarin zij die verhoudingen vorm geven: in onderhandelingen tussen betrokkenen. De autoriteit als bindend element in sociale relaties zou dus plaats gemaakt hebben voor meer egalitaire verhoudingen? Behoort tezelfdertijd de disciplinaire maatschappij met haar opsluitingssystemen, die de Franse filosoof Michel Foucault zo minutieus heeft beschreven, tot het verleden? Worden de gesloten instellingen en disciplines vervangen door les contrôlats, nieuwe bakvormen om mensen in de maatschappelijk gewenste vorm te slaan en en uit te sorteren in verschillende sociale categorieën? De hoofdbetrachting van dit onderzoek is een antwoord te geven op drie essentiële vragen of problemen: -Wordt de disciplinaire maatschappij als uitdrukking van een specifiek machtsdispositief opgevolgd door een nieuw dispositief dat we omschrijven als de controlemaatschappij? -Wat dienen we juist te verstaan onder controlemaatschappij? -Indien deze transformatie zich inderdaad voltrekt, wat zijn dan de motoren of dynamische krachten achter deze beweging? Het beantwoorden van deze 3 vragen moet ons in staat stellen het bijzondere van het controledispositief te vatten. Om een antwoord op voorliggende vragen te krijgen, hebben we, in navolging van Foucault, onze blik geworpen op een specifieke setting en context: de genese van het (postmodenre) management in de nieuwe bedrijfsomgeving. Terwijl Foucault eerder het andere (gekken, criminelen, homoseksuelen, enz.), d.w.z., dat wat uitgesloten of verschillend is, tracht te denken, richt ons onderzoek zich op de dagdagelijkse, normale machtsverhoudingen in de arbeidssfeer.We proberen een reeks veranderingen in de structuur (de economie en de technologie) van het managen gedetailleerd te beschrijven. Dit onderzoek reflecteert dus over macht(sverhoudingen) en uitbuiting(sverhoudingen) in het zgn. postindustriële tijdperk. Het poogt de nieuwe modus operandus van niuewe vormen van dominantie (onderwerping) en uitbuiting (meerwaardeafpersing) in kaart te brengen en te analyseren. Daartoe put onze analyse uit twee gereedschapskisten: Marx en Foucault. Bij Foucault treffen we een innovatieve en zeer inspirerende conceptualisering van macht aan, en een gewaagde maar uitdagende methodologie (zijn zgn. archeologisch-genealogische methode). Tevens gebruiken we zijn discoursanalyse waarin discours wordt opgevat als een combinatie van discursieve formaties en sociale praktijken die in elkaar zijn gemonteerd. Foucault laat ruimte voor het niet-discursieve en herleidt niet alle realiteit tot discours. Dit heeft onze aanpak beïnvloed in die mate dat we gegevens over het (postmoderne) managen verzamelen op drievoudige wijze: tijdens een periode van bedrijfsbezoeken (ongeveer 50 dagen in de loop van één jaar) krijgen we toegang tot geschreven teksten (over managen en organiseren) die in het bedrijf gebruikt worden en opgeslagen zijn in een actueel archief. Verder voeren we gesprekken met in het managementsproces betrokken actoren. Deze gesprekken mogen niet verward worden met de techniek van interviewen, omdat we niet op zoek zijn naar het blootleggen van geheime informatie of het brengen van een waar verhaal. De gesprekken met managers, arbeiders, specialisten, enz. dienen er enkel toe het tekstuele vertoog aan te vullen met een antwoord op de vraag hoe het vertoog ontstaat in wisselwerking met de organisatorische praktijk. Een vertoog bestaat immers niet enkel uit geschreven en gesproken woorden, maar ook uit een omgeving waarbinnen het tot stand komt. Juist daarom vullen we onze gegevensverzameling aan met een vorm van observatie (bijv. de werking van de lopende band). Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Hans STIENS
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Methodologie en responseffecten bij websurveys. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorbije jaren is het internet steeds populairder geworden als medium voor het verspreiden van vragenlijsten. Deze specifieke methode kent heel wat voordelen ten opzichte van papieren surveys. Men moet echter ook enkele belangrijke nadelen onderkennen. Eén daarvan is de gevoeligheid voor gedeeltelijke of volledig non respons. Meer dan traditionele media is het internet echt vluchtig. E-mail, de methode bij uitstek om respondenten uit te nodigen voor deelname aan online studies, wordt geteisterd door plagen als spam en phishing: mensen worden overspeld met virtuele post en men wordt erg wantrouwig, zelfs ten aanzien van betouwbare bronnen. Dit betekent een bedreiging van deze nieuwe methode van datacollectie. In de huidige studie worden een aantal experimenten uitgevoerd om een beter inzicht te krijgen in de reden waarom respondenten kiezen om een online survey al dan niet in te vullen. Verder bouwend op enkele recente studies, zullen eerst een aantal onderzoeken in het "online veld" gebeuren. Enerzijds zal hierin aandacht worden besteed aan non respons en anderzijds worden ook respons- en
contexteffecten onderzocht. Hierbij zal nadruk gelegd worden op de invloed die responsschalen hebben op dergelijke effecten. Deze inzichten kunnen een bijdrage leveren tot het optimaliseren van webvragenlijsten om zo een hogere datakwaliteit te bekomen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Frederik VAN ACKER
De psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed van individueel psychologische factoren op de emotionele, cognitieve en gedragsontwikkelingen van kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen. Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis. Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling van het kind, de ouderlijke competentiegeveoelens en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten van de onderzoeken naar de effecten van brandwondenkampen en de invloed van thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd nazorgtraject. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
De PACL als meetinstrument voor het persoonlijkheidsmodel van Millon. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van Millon gaat uit van een continuum denken waarbij een pathologische persoonlijkheid en een normale persoonlijkheid verklaard worden vanuit dezelfde dimensies. Om dit empirisch te kunnen testen is een instrument nodig dat de persoonlijkheidsstijlen kan meten in een gezond functionerende populatie. Een mogelijkheid is de Personality Adjective Checklist (PACL) die de 8 persoonlijkheidspatronen (Introversive, Inhibited, Cooperative, Sociable, Confident, Forceful, Respectful, Sensitive) die in de theorie van Millon omschreven worden meet. Het doel van het huidige project is de PACL naar het Nederlands te vertalen en data te verzamelen op basis waarvan de normering kan gebeuren. De cross-culturele equivalentie van de PACL zal empirisch worden getest en de interne validiteit van de PACL als instrument zal onderzocht worden. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Jongerenwerkloosheid: theorie, beleid en de realiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het probleem van jongerenwerkloosheid blijft zeer actueel en dient in de huidige socio-demografische context nog meer aandacht te krijgen. Dit onderzoek wil via een kwanttatieve analyse van de reële trajecten die jongeren op diverse arbeidsmarkten doorlopen, een beleidsanalyse en een inventarisering van de theorie, het probleem van jongerenwerkloosheid diepgaand analyseren. De kwantitatieve analyse van trajecten die Brusselse jongeren maken naar en opde arbeidsmarkt vormt het belangrijkste onderdeel van dit onderzoek. In deze analyse wordt ervoor geopteerd een serie van verschillende statuten in rekening te brengen sinds deze jongeren bij de officiële bemiddelingsinstantie zijn ingeschreven. Hiervoor wordt een specifieke techniek van sequentieanalyse toegepast, Optimal Matching analyse (OMA). Ik opteer ervoor om de regio van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als case nader te bestuderen via deze methode om zo een typologie van de trajecten die jongerenwerkloosheid ook nader bekeken vanuit een theoretisch perspectief. Een inventarisering en vergelijking van bestaande theorieën kadert het probleem op macro niveau. Dit krijgt een aanvulling door het gevoerde beleid gericht op jongeren te inventariseren en bestuderen naar effecten via een literatuuronderzoek en diepte interviews bij nationale en internationale experten en beleidsvoerders op de verschillende niveaus. Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX • MARJOLEIN GEENS
Het Europees China-beleid en de kwestie China-Taiwan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De EU heeft intensieve betrekkingen met de Chinese Volksrepubliek en met Taiwan. Het 'één China' principe staat aan de basis van de Europese China-politiek, wat dus ook de betrekkingen met Taiwan bepaalt. Maar de EU werd nooit actief betrokken bij bemiddelingspogingen over de status van Taiwan. Dit onderzoeksproject gaat uit van de assumptie dat de EU echter wel degelijk indirect betrokken is bij het conflict. Deze stelling zal worden uitgewerkt aan de hand van drie bijdragen tot wetenschappelijke tijdschriften. Het eerste artikel analyseert de EU-politiek tov het conflict tussen China en Taiwan aan de hand van een centrum-periferie model, waar de asymmetrische verhouding tussen Beijing en Taipei in het middelpunt staat. Het tweede artikel analyseert het Europese China-vbeleid aan de hand van de discussies in de EU over het einde van de wapenembargo tov China en de Europese reacties op de zogenaamde Chinese 'anti-secessie wetgeving'. Het derde artikel analyseert de Europese politiek tov China en Taiwan in het kader van een analyse van de normatieve coherentie van het buitenlands beleid. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Sterfteverschillen naar socio-economische klasse in België. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In mijn doctoraatsonderzoek werd sociale ongelijkheid in sterfte op een gedetailleerde manier in kaart gebracht. Op basis van een koppeling van de census 1991 en sterftedata uit het register voor de periode 1991-96 werden sterfteverschillen berekend voor verschillende socioeconomische kenmerken (opleiding, huisvestingskwaliteit en beroep) bij Belgische mannen en vrouwen in verschillende leeftijdsgroepen. Op basis van een nieuwe aangemaakte databank voor de periode van de 21ste eeuw en kunnen ook een aantal nieuwe aspecten van sociale ongelijkheid in sterfte in België bestudeerd worden. Dit vervolgonderzoek wormt het voorwerp van een recent aangevraagd postdoctoraal mandaat bij het FWO (januari 2006). Door het doctoraatsonderzoek (dataconstructue, analyses van de data en uitschrijven van het doctoraat) is er de laatste jaren weinig tijd geweest om mijn onderzoeksresultaten te valoriseren in internationale publicaties. Hierdoor zijn mijn kansen op een postdoctoraal mandaat bij het FWO waarschijnlijk relatief klein, vandaar de aanvraag voor een postdoctoraal aanloopmandaat waarbij vooral internationale publicaties op basis van mijn doctoraat betracht zullen worden. N.B.: Gezien de leeftijdsgrens om een postdoctoraal mandaat aan te vragen bij het FWO 36 jaar bedraagt per 1 oktober en er per zwangerschap 1 jaar bij deze maximumleeftijd geteld wordt, heb ik volgend jaar (2007) nog één kans om te postuleren voor een postdoctoraal mandaat bij het FWO (ik bengeboren op 9 oktober 1970 en heb één zoontje). Een eventueel postdoctoraal aanloopmandaat van het OZR zou mij de kans geven om mijn dossier aanzienlijk te verbeteren door de valorisatie van mijn doctoraatsresultaten in de vorm van internationale publicaties. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Sociale bescherming vanuit het levensloopperspectief. Naar een levensloopbestendig pensioenstelsel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op academisch als op beleidsniveau vindt het zgn. levensloopperspectief of de levensloopbenadering steeds meer ingang bij het denken over het sociaal en arbeidsbeleid. Deze vernieuwende benadering vertrekt van de stelling dat hedendaagse levenslopen van mensen steeds vaker en duidelijker afwijken van de standaardlevensloop van achtereenvolens leren-werken of zorgen-rust, die nu nog een sterke verankering kent in het gevoerde beleid en de daaruuit volgende wet- en regelgeving. Moderne levenslopen zouden resulteren uit individuele flexibele combinaties van taken en activiteiten in meer levenssferen tegelijkertijd, de zgn. keuzebiografie. Het gaat daarbij om combinaites en transities tussen betaald werk en andere sociaal-productieve activiteiten zoals zorg, scholing en vrijwilligerswerk. Het doel van de levensloopbenadering bestaat erin om het beleid levensloopbestendig te maken, d.w.z. mensen beter in staat te stellen verschillende activiteiten in bepaalde levensfasen te combineren en af te wisselen en hun de vrijetijd te geven om daarin eigen keuzes en afwegingen te maken. Een levensloopbestendig sociaal beleid streeft ernaar dat de sociale bescherming niet langer afhankelijk is van het voltijds verrichten van arbeid gedurende een bepaalde fase van het leven, maar bewaard blijft in elk gedeelte van een steeds meer geïndividualiseerde levensloop. De invoering van een dergelijke levensloopbenadering zou belangrijke repercussies hebben voor de actuele premissen in het sociaal beleid en het sociaal recht en belangrijke standaarden en centrale concepten binnen het sociaal beleid en het sociaal recht zoals (passende) arbeid, werkbereidheid, pensioen, enz. in vraag stellen. Vooraleer op zoek te gaan naar de wijze waarop aanpassingen zouden kunnen gebeuren, is het echter van belang te weten in welke mate dit kan gebeuren. Het is deze vraag naar het adaptatievermogen en de rekbaarheid van het sociaal beleid en het sociaal recht die centraal staat in dit onderzoek. In de aanvangsfase van twee jaar willen wij de grondslag leggen voor een multidisciplinair wetenchappelijk ondezoek naar de invloed van de levensloopbenadering op het sociaal beleid en de hieruit voortvloeiende sociale bescherming. Wij leggen in deze aanvangsfase de focus op een van de belangrijkste transities in de standaardlevensloop, met name de transitie tussen werken en de opruststelling of pensionering, op het einde van de loopbaan. De pensionering impliceert thans de definitieve afsluiting van de beroepsactieve levensfase. De pensioenuitkering wordt opgebouwd, rekening houdend met de duur en de beloning van in het verleden verrichte prestaties binnen de betaalde arbeid. De levensloopbenadering gaat uit van de mogelijkheid om de beroepsactiviteiten naar eigen inzicht te spreiden over de gehele levensloop en houdt ook rekening met andere sociaal-productieve activiteiten dan betaalde arbeid. Zij werpt belangrijke vragen op, zowel met betrekking tot het concept pensioen, als met betrekking tot de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd. Zo rijst vooreerst de vraag wat het concept pensioen nog kan betekenen binnen de levensloopbenadering? Vormt de overgang tussen werken en rusten nog steeds een scharniermoment in de levensloop en is er nog wel een duidelijk pensioenmoment aan te duiden of dient (opnieuw) aansluiting gezocht te worden bij de noties arbeidsongeschiktheid en invaliditeit en brengt dit in voorkomend geval het concept pensioengerechtigde leeftijd op de heling? Werpt dit een nieuw licht op de vraag of het genot van een pensioen kan worden gecombineerd met arbeid? Moet de omvang van het pensioen gekoppeld blijven aan het arbeidsverleden? Welke principes kunnen het effect van rustperiodes tijdens de levensloop op de uiteindelijke pensioenuitkering reguleren? Dient, wat de pensioenvoorziening betreft, uitgegaan te worden van het verzekeringsprincipe of veeleer van solidariteit? Welke gevolgen kan één en ander hebben voor de verhouding tussen wettenlijke basispensioenstelsels en buitenwettelijke aanvullende pensioenstelsels? Deze eerste fase geeft ons inzicht in de effecten van een levensloopbenadering op het pensioenbeleid en de pensioenwetgeving. In een tweede faste willen wij de levensloopbenadering zelf onderwerpen aan een kritisch onderzoek vanuit diverse invalshoeken. Sociologisch onderzoek moet ons leren in hoeverre de uitgangspunten van de levensloopbenadering empirisch bevestigd worden. Is het effectief wel zo dat een traditionele standaardlevensloop steeds duidelijker moet wijken voor een moderne geïndividualiseerde keuzebiografie of moet dit beeld juist sterk genuanceerd worden? Historisch onderzoek moet uitwijzen of een evolutie kan worden vastgesteld, in welke richitng zij gaat en welke daarbij de bepalende factoren zijn? Stelt de levensloopbenadering het sociaal beleid voor nieuwe vragen of gaat het om varianten van reeds vroeger gerezen vragen? Juridisch onderzoek moet uitwijzen of de levensloopbenadering of een bepaalde invulling ervan al dan niet strijdt met grondrechtennormen die zijn vastgelegd in het internationaal en het interne recht en hoe, indien gewenst, een levensloopbestendig pensioenstelsel juridisch kan worden uitgewerkt? Organisaties: • Sociologie • Sociaal Recht • Historisch Onderzoek naar Stedelijke Transformatieprocessen
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Renaat HOOP • CATHARINA LIS • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Law and Autonomic Computing: Mutual Transformations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het beoordelen van de legale implicaties van technologieën die onze dagelijke omgeving zullen veranderen in wat het Ambient Intelligent (AmI) omgeving of het Internet der Dingen wordt genoemd. Zo'n omgeving is afhankelijk van een soort machinale intelligentie dat niet in een machine zit, maar in de interconnecties met sensoren, RFIS-systemen, biometrie en online databases, dat gewoontes en wensen door complexe datamining technieken met omgevingskenmerken afgeleid kan worden. Bij zulke opkomende technieken rijzen er zowel praktische als fundamenteel legaal vragen, bijvoorbeeld op het vlak van privacy, data bescherming, burgerlijk en crimineel aansprakelijkheid, intellectuele rechten en fundamentele noties zoals legale subjectiviteit, gelijkheid van wapens, een eerlijk proces, toestemming en vertegenwoordiging. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Ronny SAELENS • Ekaterina DE VRIES • Niels VAN DIJK • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • PAUL DE HERT
Steunpunt : Studie en schoolloopbanen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In onze hedendaagse maatschappij wordt vaak geschermd met de term 'gelijkheid'. Ons ideaal van een egalitaire samenleving is echter gebaseerd op het principe van een meritocratie, waarbij ongelijkheden gebaseerd zijn op 'achievement' of verdienste. Dit maakt dat de oorzaak van bestaande ongelijkheden toegeschreven worden aan individuele tekortkomingen of een gebrek aan inspanning. Sedert lange tijd wordt evenwel onderzoek uitgevoerd naar het effect van toegeschreven kenmerken op sociale mobiliteit en weet men dat deze de competitie vervalsen. Men wordt achtergesteld omdat men vrouw of migrant is of omdat men uit een lager sociaal milieu afkomstig is, terwijl men daar zelf niets aan kan doen. In het kader van het steunpunt Studie en Schoolloopbanen concentreert de TOR-onderzoeksgroep zich op de Sociale Ongelijkheid in Schoolloopbanen, de Overgang van school naar werk en de Eerste jaren op de arbeidsmarkt (SOSOE). Op basis van de SONAR-gegevens, die verzameld werden gedurende de looptijd van het steunpunt Loopbanen doorheen het Onderwijs naar de Arbeidsmarkt, wordt ingegaan op de thema's gender, etniciteit en sociale ongelijkheid. Het in kaart brengen van deze ongelijkheden, hun onderlinge verbanden en het uitklaren van de factoren die verantwoordelijk zijn voor de (arbeids)positie die mensen innemen in onze maatschappij, laten toe te werken aan een meer 'gelijke' samenleving (voor de volledige inhoud van het onderzoeksprogramma van het Steunpunt SSL, zie de website van het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen. Hierboven wordt enkel het VUB-luik beschreven). Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET • Ilse LAURIJSSEN • YOLANDA VAN DORSSELAER
Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek cultuur jeugd en sport : -Thema Cultuur (subthema Sociaal Cultureel Werk en vrijwilligerswerk-SCW):M.Elchardus en I.Glorieux (zie VLO171) -Thema Cultuur (subthema E-cultuur en digitalisering):C.Pauwels -Thema Jeu... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorbije decennia ervaarden wetenschappers en beleidsmakers de nood aan meer structurele aandacht voor jeugdonderzoek in Vlaanderen. De geringe systematische uitbouw van jeugdonderzoek leidt tot gefragmenteerde en weinig interdisciplinaire onderzoeksopzetten en tot een gebrek aan theorievorming en interpretatie. Om deze versnippering tegen te gaan werd in 2003 op initiatief van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken het Jeugdonderzoeksplatform opgericht. Het Jeugdonderzoeksplatform is een interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen de vakgroep sociale agogiek (UGent), de onderzoeksgroep jeugdcriminologie (K.U.Leuven) en de onderzoeksgroep Tempus Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel), dat in 2007 werd geïntegreerd in het Steunpunt voor beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport. Binnen het Jeugdonderzoeksplatform wordt de structurele aandacht voor het jeugdonderzoek vertaald in twee activiteiten: (1) een systematische ontsluiting door inventarisering en synthese van bestaand onderzoek in Vlaanderen en (2) de uitbouw van recurrente metingen met het instrument de jeugdmonitor om de leefwereld van kinderen en jongeren en de evoluties hierbinnen in beeld te brengen. Binnen de onderzoekslijn 'Jeugdbeleid' is het inventariseren en synthetiseren van Vlaams jeugdonderzoek een continue opdracht vormen. Permanent worden recente onderzoekspublicaties (gepubliceerd in 2000 of later) opgezocht en ingezameld. Vervolgens wordt voor elk afgerond onderzoek een gedetailleerde onderzoeksfiche opgemaakt die relevante informatie overzichtelijk weergeeft. Deze fiches vormen de basis voor het opmaken van een syntheserapport en worden online ter beschikking gesteld op de website van het JOP. Eind 2004 verscheen een voorlopig syntheserapport en eind 2005 werd een synthese in boekvorm gepubliceerd. Via website en publicaties wordt bijgedragen tot het ontsluiten van bestaand wetenschappelijk onderzoek naar een ruim doelpubliek: beleidsmakers, wetenschappers en praktijkwerkers. De jeugdmonitor van het JOP werd ontwikkeld om basisgegevens over de leefwereld, de levensomstandigheden en de activiteiten van kinderen en jongeren te verzamelen. Vanuit bestaande vraagstellingen in buitenlandse monitorsystemen en Vlaams jeugdonderzoek, en met inbreng van de reflectiegroep, werden in 2004-2005 thema's en subthema's afgebakend die de basis vormen van de jeugdmonitor in zijn huidige vorm. Er wordt zowel gepeild naar objectieve, subjectieve en gedragsgerelateerde gegevens. Deze monitor wordt om de vier jaar afgenomen Vergelijkingen tussen de bevindingen van de opeenvolgende metingen doorheen de tijd laten trends in de leefwereld en levensomstandigheden van jongeren zien die relevant zijn voor het beleid. Op theoretische gronden is het aangewezen een aparte jeugdmonitor te ontwikkelen en af te nemen. Jeugd vormt een specifieke categorie en bij een representatieve steekproef van de bevolking is de steekproef voor de 14-25 jarigen niet noodzakelijkerwijze representatief. Bovendien is de groep zo divers dat er een voldoende grote steekproef moet worden getrokken om nog zinvolle analyses uit te voeren op de onderscheiden deelgroepen (bv. de opdeling naar onderwijsvorm bij de 14-18jarigen). Ook de bereikbaarheid van jeugdigen is zeer uiteenlopend (b.v. meerderjarigen onder de 25 jaar: een deel van hen werkt, een deel studeert, sommigen wonen thuis, anderen zitten op kot). Niet alleen stellen zich andere steekproefvereisten, ook op inhoudelijke gronden is het noodzakelijk en verantwoord dat een apart instrument voor de bevraging van de jongeren wordt ontwikkeld. B.v. bepaalde vormen van participatie en cultuur passen niet in het kader van een algemene bevraging. Zo loopt jeugdparticipatie via andere vormen en verenigingen dan participatie bij volwassenen. Jeugdcultuur is vaak niet gelijk te stellen met wat volwassenen als cultuur zien. Digitalisering bij jongeren heeft eveneens een ander patroon dan bij volwassenen. Anders gesteld: jongeren hebben eigen participatieculturen en eigen instellingen, smaakpreferenties en leefpatronen, zodat het evident lijkt deze apart onder de loupe te nemen. Er wordt ook een specifiek Brusselse toets ingebouwd in het onderzoeksopzet via een bijkomende bevraging van een representatieve steekproef van Nederlandstalige schoolgaande jeugd in Brussel Een derde doelstelling van het steunpunt is eerder horizontaal van aard en spreidt zich zowel over de inventariserings- en syntheseopdracht als over de surveyopdracht uit. Het gaat erom om het JOP in te bedden in internationale netwerken en de kennisopbouw niet te beperken tot Vlaanderen.
Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Tempus Omnia Revelat • Sportbeleid en -management • Sociologie • Menselijke Fysiologie • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering • Bewegingsvorming en Sporttraining • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • WILLIAM DUQUET • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • Katrien LAUWERYSEN • Lilith ROGGEMANS • Lindsay JACOBS • Sarah HERBOTS • GERT NULENS • CAROLINE PAUWELS • JO VAN HOECKE • PAUL WYLLEMAN • VEERLE DE BOSSCHER • DIANE BREESCH • ROMAIN MEEUSEN • Sven SANCTOBIN • MARC THEEBOOM • KRISTINE DE MARTELAER
Steunpunt duurzame ontwikkeling : (VLIS-DO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste basisonderzoeksdoelstellingen van dit Vlaams Interuniversitair Steunpunt voor Duurzame Ontwikkeling zijn als volgt samen te vatten: 1. De bestaande capaciteit in Vlaanderen inzake wetenschappelijk onderzoek, relevant voor een coördinerend beleid inzake DO, verzamelen en verder versterken. 2. Het wetenschappelijk onderzoek verankeren, verdiepen en verruimen. 3. Aansluiten bij relevante nationale en internationale onderzoeksnetwerken, o.a. door internationaal onderzoek aan te trekken vanuit het Steunpunt, eventueel in samenwerking met andere partners waar nodig, nuttig en wenselijk. (bvb. i.s.m. IGEAT, FUL, VITO, KINT). 4. Een bijdrage leveren aan de versterking en verruiming van het draagvlak voor duurzame ontwikkeling door aan wetenschappelijke, maatschappelijke en beleidsdebatten deel te nemen. Het meerjarenprogramma is opgebouwd rond drie thematische onderzoeksclusters. Deze clusters stemmen overeen met de specifieke doelstellingen van de oproep voor dit steunpunt en met de prioriteiten van de Vlaamse overheid (zie Beleidsnota Duurzame Ontwikkeling). Ten minste twee van de vier onderzoeksgroepen zullen een bijdrage leveren aan projecten in elke cluster. Dit verhoogt de cohesie van zowel het onderzoeksproces als van de onderzoeksbenadering, zoals later in dit document nog zal worden uitgelegd. De drie onderzoeksclusters zijn de volgende: Cluster 1: Governance voor Duurzame Ontwikkeling in Vlaanderen Duurzame ontwikkeling als een onderscheiden beleidsdomein en bevoegdheid van de Vlaamse overheid (onder de verantwoordelijkheid van de Minister-president) is een recent fenomeen. Na de Wereldconferentie voor Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg (2002) is de Werkgroep Duurzame Ontwikkeling (WGDO), een administratieve werkgroep, begonnen met de coördinatie van het stategische denken over het beleid inzake duurzame ontwikkeling. De HIVA-studie naar institutionele strategieën voor de bestuurlijke inbedding van het thema duurzame ontwikkeling (Vlaams Structureel Overleg voor Duurzame Ontwikkeling, 2005) werd door deze groep opgevolgd en heeft voor een deel als inspiratie gediend voor het eerste ministeriële beleidsdocument, de Beleidsnota 2004-2009, Duurzame Ontwikkeling. Vlaanderen, het Noorden én het Zuiden duurzaam ontwikkelen. Niettemin is het duidelijk dat dit nieuwe transversale beleidsdomein een meer ontwikkelde governancestructuur vereist in de toekomst (cf. Deel 5 van de Beleidsnota). Hiervoor zijn er institutionele aanpassingen op het niveau van de overheidsinstellingen en agentschappen nodig, alsook regelgevende veranderingen, wettelijke inbedding, politiek engagement, enz. Maar nieuwe governance-structuren vereisen ook een actieve strategie om relevante netwerken m.b.t. duurzame ontwikkeling tot stand te brengen in samenwerking met verschillende maatschappelijke en marktactoren, alsook het gebruik van innovatieve beleidsinstrumenten (Hemmati; Gaucha en Tellene; Bartelmus). Met de verschillende onderzoeksprojecten in deze cluster wensen we in eerste instantie bij te dragen aan kennis over en voorstellen formuleren ter ondersteuning van een beter aangepaste en meer performante governance-structuur op Vlaams niveau. Ten tweede willen we de positie van Vlaanderen op een meer comparatieve en internationale manier analyseren ten einde de mogelijkheden van Vlaamse beleidsmakers en ander actoren om actief bij te dragen aan deze processen te vergroten. Ten slotte zal een analyse worden gemaakt van een aantal vergelijkende evaluatie- en benchmarkingoefeningen die gepresenteerd worden op verscheidene fora en die het politieke debat in Vlaanderen en de reacties erop voeden (bvb. de Environmental Sustainability Index).
Cluster 2: Duurzaamheid in Vlaanderen: systeeminnovatie en transities Aangezien duurzame ontwikkeling kan beschouwd worden als een proces van sociale verandering, is het absoluut essentieel dat wetenschappers ondersteunende kennis kunnen aandragen betreffende de te verwachten dynamieken en richting van deze verandering (Milbrath; Zaccaï). Bij de projecten in cluster 2 wordt ervan uitgegaan dat een aantal centrale maatschappelijke systemen waarop onze welvaart gebouwd is (o.a. het energie-, mobiliteits- en landbouwsysteem), worstelen met complexe en hardnekkige problemen die onduurzaamheid op sociaal, ecologisch en economisch vlak in de hand werken. De diepgaande transformaties die in die systemen nodig zijn, worden in de wetenschappelijke literatuur beschreven als (socio-technische) systeeminnovaties. De beleidsaanpak om systeeminnovaties te stimuleren, is vandaag vooral bekend onder de naam transitiebeleid of transitiemanagement. Project 5 en 6 hebben de bedoeling deze in Vlaanderen nog weinig bekende terreinen te verkennen en te onderzoeken wat hun bruikbaarheid is voor Vlaanderen.
Cluster 3: Instrumenten voor duurzame ontwikkeling
In de academische en de beleidsliteratuur bestaat er een brede consensus over het feit dat beleidsmaatregelen voor duurzame ontwikkeling ondersteund dienen te worden door de ontwikkeling van specifieke instrumenten. Gezien de inherente kenmerken van duurzame ontwikkeling houdt dit in dat specifieke elementen, zoals lange termijnkaders, integratie, solidariteit en ecologische grenzen, in rekening moeten worden gebracht bij de ontwikkeling van dergelijke instrumenten (Dyck-Madsen). Hoewel er veel methodologische en theoretische literatuur bestaat, alsook verscheidene beleidspraktijken in een aantal landen, regios, steden en internationale organisaties, heeft Vlaanderen totnogtoe geen bestaand, erkend, of sanctionerend (in de zin dat het onderworpen is aan politieke en publieke controle) geheel van indicatoren of systematische opvolging van duurzame ontwikkeling. Hetzelfde kan gezegd worden van de beleidsinstrumenten. Het traditionele geheel van sociale, economische en regelgevende instrumenten, wanneer toegepast op duurzame ontwikkeling in Vlaanderen, is vrij pover op dit moment. Het onderzoek in deze cluster heeft als doelstelling om bij te dragen aan de ontwikkeling van instrumenten ter ondersteuning van het Vlaamse beleid rond duurzame ontwikkeling. Voor ieder jaar worden de onderzoeksprojecten geëxpliciteerd in hun doelstellingen, werkwijze en deliverables in het jaarprogramma. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Biologie
Onderzoekers: • David PROOT • Tom WAAS • Jean HUGE • NICO KOEDAM
Veranderende patronen van participatie en vertegenwoordiging in moderne democratieën. Eeen vergelijkend onderzoek naar de relaties tussen burger en staat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Participatie en vertegenwoordiging zijn concepten die nu al een paar decennia lang in het centrum staan van de politieke en politiekwetenschappelijke debatten. Die debatten verwijzen naar een aantal zeer grondige wijzigingen in de manier waarop burgers betrokken zijn bij en verbonden zijn met de processen van politieke besluitvorming, met wijzigingen in de procedures en principes die de democratische dialoog tussen samenleving en bestuur organiseren. Deze druk op de democratie heeft verschillende dimensies en origines: - Sociologische veranderingen. De erosie van traditionele gemeenschappen (zoals klasse en religie) maakt de burgers autonomer en onafhankelijker. Het aanbod en de vraag naar informatie en duiding is verspreid over zeer verschillende bronnen. Dat laat creatieve combinaties toe, maar het betekent ook dat er minder duidelijke aanknopingspunten zijn voor het maken van (politieke) keuzes. - Waardeveranderingen. Deze dissociatie tussen burgers en sociale groepen gaat gepaard met een proces van diepe waardeveranderingen in de westerse samenleving. Nieuwe waarden, nieuwe gevoeligheden, nieuwe thema's - sommigen hebben het hier zelfs over nieuwe breuklijnen - zetten de traditionele patronen van politieke intermediatie onder druk. Het belang van kritische politieke participatie is zelf één van die nieuwe waarden. - Institutionele veranderingen. De Europese integratie en processen van binnenstatelijke decentralisatie hebben de relatie tussen een territoriaal afgebakende populatie en de regels die voor die populatie gelden doen vervagen. - Verandering van de partijen. Partijen lijken steeds minder in staat om hun rol als belangrijkste intermediaire organisatie tussen burgers en besluitvorming te spelen. De opkomst bij verkiezingen daalt en de ledenaantallen van partijen dalen steeds maar verder. Burgers hebben geen vertrouwen in politieke partijen. - Partijsystemen veranderen. De competitie tussen de partijen neemt in steeds meer landen de vorm aan van een strijd tussen twee partijen of twee blokken, waarbij de selectie van de regeringsleider belangrijker lijkt dan de vertegenwoordiging van waarden en belangen. - De administratieve cultuur. De uitvoering maar ook de productie van regels gebeurt door een steeds ruimere variëteit aan zogenaamde 'non majoritarian' actoren zoals commissies van experts en quasi-onafhankelijke agentschappen. Deze ontwikkelingen doen een hele reeks (ook normatieve) vragen rijzen die bijzonder belangrijk zijn voor de politieke wetenschappen. De centrale onderzoeksvraag voor dit project is hoe de processen van participatie en vertegenwoordiging beïnvloed worden door deze sociale veranderingen en welke de gevolgen zijn van patronen van participatie en representatie op de legitimiteit van het democratisch bestuur. We wensen daarbij naar de burgers te kijken (participatie, attitudes), naar politieke partijen (organisatie, strategieën), naar andere intermediaire organisaties (media, sociale bewegingen) en naar de politieke besluitvormers (rolperceptie, banden met de samenleving). Dit veelzijdige onderzoeksproject zal gespreid worden over verschillende kleinere projecten of werkpakketten. Wat al deze pakketten met elkaar gemeen hebben is het feit dat zij allemaal aspecten van diezelfde centrale onderzoeksvraag bestuderen. Er zullen twee gemeenschappelijke onderzoeksinstrumenten ontwikkeld worden die allebei vragen uit de diverse werkpakketten zullen behandelen: een pre- en post-electoraal panel naar aanleiding van de regionale verkiezingen in België (2009) en een internationale survey bij leden van nationale en regionale parlementen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Social cohesion indicators for the Flemisch Region. The development of comprehensive social cohesion indicators at the local level in Flander. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
Steunpunt BBTR : Buitenlands beleid, toerisme en recreatie.(Spoor buitenlands beleid en Spoor Toerisme en recratie) VUB = Onderzoeksdomein 2 : " Culturele diversiteit en subsidiariteit binnen de Vlaamse cultuursector, en in het bijzonder binnen de aud... Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB = Onderzoeksdomein 2 : " Culturele diversiteit en subsidiariteit binnen de Vlaamse cultuursector, en in het bijzonder binnen de audiovisuele sector : een impactstudie en beleidsevaluatie (2008-2000)
Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • GERT NULENS • CAROLINE PAUWELS
Steunpunt : mobiliteit en openbare werken 2007-2011 : spoor verkeersveiligheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen het Steunpunt Mobiliteit en Openbare Werken dient beleidsvoorbereidend wetenschappelijk onderzoek gevoerd te worden op de subthemas goederenstroom en verkeersveiligheid. Voor het subthema verkeersveiligheid worden de volgende specifieke doelstellingen geformuleerd: a) Gegevensverzameling - een betrouwbaar netwerk van gegevensbronnen uitbouwen; - jaarlijkse, meer volledige, tijdige expositie-, ongeval-, en risicogegevens opmaken; - opstellen van tijdreeksen van risicoveroorzakende en risicoreducerende factoren en andere indicatoren. b) Korte termijnonderzoek rond diverse beleidsvragen - nieuwe acties ter vermindering van het aantal verkeersslachtoffers en risicoreducties (inschatting maken van besparingseffecten en maatschappelijke kosten); - wetenschappelijk onderbouwde evaluatiemethodieken uitwerken om de effectiviteit en de efficiëntie van maatregelen te toetsen; - wetenschappelijke ondersteuning van de werkzaamheden van het Vlaams Overlegforum Verkeersveiligheid binnen de Vlaamse Stichting Verkeerskunde; - het verder opbouwen van een kennisbasis inzake expositierisicos, ongevalrisicos, aflooprisicos en de diverse terugkoppelingsmechanismen die er spelen inzake verkeersveiligheid; - het verder ontwikkelen van één (of meerdere) methodologie(en) en modellen om de impact van verkeersveiligheidsmaatregelen (gericht op mens, omgeving, weg en voertuig), van verkeersmaatregelen en andere beleidsmaatregelen in te schatten, zo mogelijk inpasbaar te maken in de beschikbare verkeers- en vervoerssmodellen, waarbij rekening wordt gehouden met de taakbelasting van de weggebruiker. c) Meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek inzake verkeersveiligheid - Een sterke organisatie van het verkeersveiligheidsbeleid. De organisatie van het verkeersveiligheidsbeleid wordt voorwerp van studie. Missie, taakstellingen, strategische programmas, indicatoren, organisatorische aanpassingen, partnerships, responsabilisering, middelen, procesondersteuning en resultaatmanagement zijn hierin van belang. Hoe dient het verkeersveiligheidsbeleid in Vlaanderen verder uitgebouwd te worden? - Verkeersveiligheid vanuit een globale visie op duurzame ontwikkeling. Het verkeersveiligheidsbeleid maakt deel uit van een beleid dat streeft naar duurzame ontwikkeling. Daarbij is integratie met andere beleidsaspecten en sectoren zoals het mobiliteitsbeleid, het ruimtelijk beleid, het milieubeleid en het gezondheidsbeleid noodzakelijk. Hoe moet die integratie georganiseerd worden? - Verkeersveiligheid en bereikbaarheid. Verkeersveiligheid wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de mobiliteit, maar anderzijds wordt de bereikbaarheid en verkeersleefbaarheid van de steden, economische centra en poorten er door Beïnvloed. In welke mate wordt de betrouwbaarheid van transporten en verplaatsingen door een hoge verkeersonveiligheid in Vlaanderen nadelig beïnvloed? - Verkeersveiligheid en gelijke kansen. Een (gevoel van) hoge verkeersonveiligheid maakt dat kwetsbare groepen (o.a. kinderen, ouderen) in hun verplaatsings en ontplooiingsmogelijkheden beperkt worden. Gelijktijdig kan worden vastgesteld dat sommige bevolkingsgroepen (te differentiëren naar o.a. leeftijd, geslacht, woonomgeving, inkomen) meer in verkeersongevallen zijn betrokken dan andere groepen. In welke mate bedreigt de ontwikkeling van verkeersveiligheid het beleid inzake gelijke kansen? Organisaties: • Menselijke Ecologie • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Medische Sociologie
Onderzoekers: • David PROOT • Levi VERMOTE • CATHY MACHARIS • Koen PUTMAN
De impact van diversiteit in inkomstenstromen op de stabiliteit van de banksector Universiteit Gent Abstract: We gaan na hoe de focus versus diversificatie beslissing in de strategieën van financiële instellingen een impact heeft op die instellingen een impact heeft op die instellingen hun capaciteit om zich in te dekken tegen extreme situaties. We gebruiken marktdata om banken hun gevoeligheid voor extreme schokken te meten een gebruiken technieken ontwikkeld voor extreme waarden analyse. Vervolgens analyseren we de impact van verschillende inkomstenstromen op de maatstaf voor extreem bankrisico. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Relationship Between Bank Risk and capitalization in Turkey Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Financiën
Onderzoekers: • Mustafa Disli • Koen Inghelbrecht
Afbakening en differentiatie agrarische gebieden ten zuiden van Gent Universiteit Gent Abstract: De gegevens voor de agrarische deelruimtes ten zuiden van Gent, opgemaakt in 1999, worden op basis van de huidige planningscontext geactualiseerd. De agrarische zones worden hierbij afgebakend en gedifferentieerd op basis van de huidige en te verwachten leefbaarheid (toekomstscenario's). Daarnaast wordt nagegaan welke de netto agrarische oppervlakte is die zonevreemde bedrijven en activiteiten innemen. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Consortiumovereenkomst: samen project uitvoeren in opdracht van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse zaken (FOD). Verwezenlijking van een studie over de elektronische stemsystemen en de bepaling van de normen van de stemsystemen voor de verkiezi... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De federale en regionale administraties hebben een onafhankelijke vergelijkende studie aangevraagd van verkiezingssystemen die in het buitenland gebruikt worden, alsook met het opstellen van de vereisten voor de verkiezingssystemen die in België gebruikt kunnen worden voor verkiezingen vanaf 2009. Doel 1: huidige stand van zaken in elektronische stemsystemen en stemsystemen over het Internet in kaart te brengen. Doel 2: voorstellen van technische en specifieke vereisten voor een nieuw geautomatiseerd stemsysteem in België. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Een onderzoek naar de integratie van landschap in ruimtelijk ontwerp in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Sinds het begin van de twintigste eeuw is landschap in Europa een aandachtspunt geworden bij de planning van de ruimte. De afgelopen jaren kwam de landschapszorg ook in Vlaanderen in een stroomversnelling terecht. Naast een aantal wetgevende initiatieven zijn ook een aantal wetenschappelijk onderbouwde documenten ontwikkeld om landschap te integreren in de ruimtelijke planning. Ze moeten ondersteuning bieden voor een professioneel en gefundeerd oordeel over het landschap in al haar aspecten. Uiteenlopende beleidsdomeinen integreren elk vanuit hun specifieke discipline het landschap in de ruimtelijke planning. Landschap lijkt meer en meer te worden gebruikt als een soort van gemeenschappelijk argument dat moet verantwoorden dat de aangereikte plan- of ontwerpoplossing de goede is. Desondanks wordt in Vlaanderen een beperkte doorwerking van landschapszorg in de ruimtelijke planning vastgesteld. Het onderzoek gaat er van uit dat het ruimtelijk ontwerp binnen de ruimtelijke planning een specifieke plaats inneemt. De ontwerper is vaak bij uitstek diegene die het dichtst staat bij de uitvoering van een plan. In feite zijn zij vaak diegenen die op het einde van de (plannings)rit bepalen of de zorg voor het landschap daadwerkelijk wordt weerspiegeld in de inrichting van de ruimte. Hun deskundigheid en praktijkervaring kan een belangrijke informatie- en/of inspiratiebron vormen voor de doorwerking van landschapszorg in de ruimtelijke planning en als model dienen voor een zogenaamde ‘landschappelijke aanpak’. In een eerste luik van het onderzoek wordt landschapsarchitectuur gesitueerd binnen het werkveld van de ruimtelijke planning, maar ook ten opzichte van andere beleidsdomeinen. In het tweede luik van het onderzoek ligt de nadruk op de manier waarop ontwerpers (en hun bureaus, administraties, ...) algemene ruimtelijke visies (meestal opgesteld door planologen en stedenbouwkundigen) vertalen in concrete ontwerpen. Aandachtspunt is de manier waarop landschap wordt geïntegreerd in het ruimtelijk ontwerp. Beide onderzoeksluiken gaan uit van de deskundigheid en ervaring van beleidsmakers en/of praktiserende ontwerpers door middel van halfgestructureerde diepte-interviews. Bij de selectie van de te onderzoeken projecten in het tweede luik wordt uitgegaan van de onderzoeksresultaten en de criteria uit het eerste luik van het onderzoek. De resultaten uit de diepte-interviews worden verwerkt aan de hand van een softwarepakket voor kwalitatieve data-analyse. Dit moet resulteren in een toetsingskader voor de integratie van landschap in het ruimtelijk ontwerp, dat wordt teruggekoppeld naar experts uit het werkveld en academici. Op basis hiervan worden tenslotte aanbevelingen en conclusies geformuleerd met betrekking tot de integratie van landschap in ruimtelijk ontwerp in Vlaanderen. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie • Vakgroep Ontwerpen en landschapsplanning
Onderzoekers: • Sylvie Van Damme • Geert Baert
Review of paper: "The extent of congestion and the outlook for congestion in Inland, Maritime and Air Transport". Universiteit Antwerpen Abstract: Review of paper: "The extent of congestion and the outlook for congestion in Inland, Maritime and Air Transport". Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Meten is Weten: ontwikkelen en toepassen van een districtsbarometer voor het district Wilrijk. Universiteit Antwerpen Abstract: Districten zijn een redelijk onbekend niveau in de Belgische structuur van overheidsbesturen. Ze bevinden zich ook in een specifieke positie. Enerzijds gaat het om een apart niveau met eigen verkozenen, structuren en bevoegdheden. Anderzijds is er toch een sterke band met de stad Antwerpen. In navolging van de laatste lokale verkiezingen ondervond het Wilrijkse districtbestuur de behoefte om (op regelmatige tijdstippen)
te kunnen testen in welke mate het district met zijn beleid de burgers in Wilrijk bereikt en hoe deze er op reageren. Dringt het beleid door tot bij de burgers? Zijn zij ervan op de hoogte? En hoe staan zij tegenover dat beleid? Dit leeronderzoek heeft tot doel een districtsbarometer te ontwikkelen die de bestuurders van het district een antwoord biedt op dergelijke vragen. Het onderzoek situeert zich dus niet in het klassieke onderzoek naar de mate waarin beleid zijn doelen bereikt. Het gaat op zoek naar een instrument dat nagaat in welke mate het beleid de burgers bereikt en op welke wijze het door hen gepercipieerd wordt. Het gaat dus om de evaluatie van het bereik en van de perceptie van beleid, niet om de evaluatie van de doelstellingen van het beleid. De uitdaging voor het leeronderzoek ligt in het ontwerpen van een nieuw beleidsinstrument, mits in acht name van de beperkingen die uitgaan van een districtsniveau. Het instrument moet gebruiksvriendelijk zijn voor de burgers en voor de overheid, het mag niet te veel middelen vergen, enz. In het eerste deel van het leeronderzoek ontwikkelen we na een grondige terreinverkenning een prototype van een districtsbarometer. We leggen dit prototype voor aan de bestuurders van het district Wilrijk. Naar aanleiding van deze bespreking finaliseren we het prototype. In het tweede deel van het leeronderzoek testen we de districtsbarometer uit op het terrein. Het uiteindelijke eindverslag van het leeronderzoek bevat dan ook twee grote luiken. Een eerste luik vat de bevindingen met betrekking tot de ontwikkeling van de districtsbarometer samen. In een tweede luik bespreken we de resultaten van een eerste toepassing van het instrument in kwestie. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Haalbaarheidsstudie over de toekomst van de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Haalbaarheidsstudie over de toekomst van de sociale voorzieningen voor zeelieden in de haven van Antwerpen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
"Coercive diplomacy" als instrument van het buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Europese Unie (EU). Universiteit Antwerpen Abstract: "Coercive diplomacy" (dwangmatige diplomatie) komt overeen met het overtuigen van de tegenpartij om te stoppen met een bepaalde actie en dit door middel van dreiging, inclusief eventueel gelimiteerd gebruik van geweld. Faktoren die maken dat dwangmatige diplomatie succesvol is, zijn: de motivatie van beide partijen (in absolute termen), wat op zich gerelateerd is aan de grootte van de eis en aan de grootte van de ermee gepaard gaande belangen; asymmetrie qua motivatie en belangen (in relatieve termen); de schrik voor escalatie bij de tegenpartij; sanctiegevoeligheid bij de tegenpartij; geloofwaardigheid van diegene die dreigt, wat op zijn beurt afhankelijk is van de middelen alsook de reputatie van diegene die dreigt; de steun voor de dreiging bij de publieke opinie, zowel intern als extern; de rol van tijd (vb ultimatum); en het aanbieden van positieve "incentives". De onderzoeksvraag van dit project is tweeërlei: 1) In welke mate is "coercive diplomacy" een krachtdadig instrument voor het Buitenlands,- en Veiligheidsbeleid van de EU ? Met andere woorden, in welke mate beantwoorden de eigenschappen van de EU aan de hogergeschetste variabelen die bepalen of "coercive diplomacy" kans maakt tot slagen ? 2) In hoeverre bevestigt het mogelijk succesvol gebruik van het instrument "coercive diplomacy" door de EU het bestaand theoretisch kader omtrent "coercive diplomacy" ? Zijn meer bepaald economische instrumenten (zoals economische sancties) voldoende, of moet er een geloofwaardige militaire stok achter de deur worden gehouden ? De analyse is van kwalitatieve aard, en meer bepaald zal gebruik worden gemaakt van case-study onderzoek op basis van literatuuronderzoek en interviews. Case-study: het EU beleid ten aanzien van het nucleair programma van Iran sinds 2003. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Tom Sauer
Indicatorenontwikkeling voor de stadsmonitor op het domein van 'zorg & opvang' Universiteit Gent Abstract: Het luik 'Zorg en Opvang' van de stadsmonitor wordt verder onderzocht en uitgewerkt, zodat relevante indicatoren daarover in de stadsmonitor kunnen worden opgenomen. Deze moeten ook relevant zijn voor het lokaal sociaal beleid in de Vlaamse centrumsteden. Dit gebeurt op basis van overleg en participatie met de 13 steden, zodat ze de stadsmonitor als meet- en leerinstrument kunnen gebruiken. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Stadsmonitor 2006 - valorisatie Universiteit Gent Abstract: We valoriseren de stadsmonitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden op de volgende manier: presentaties op schepencolleges en managementteams van de betrokken centrumsteden. Bovendien geven we inhoudelijke toelichting op theamtische sessies over de stadsmonitor editie 2006 met betrekking tot het thema 'wonen' aan de betrokken ambtenaren en andere belanghebbenden. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Voorstudie naar de vorkheftruckvrije fabriek Universiteit Gent Abstract: Een initiële haalbaarheidsstudie naar het concept van lijnbevoorrading zonder vorkheftrucks, (in extenso: zonder autonoom bewegende voertuigen). Dit omvat een analyse van de materiaalstroomop onderdeelnummer, de spatiale indeling van de productielijnen, en een ruwe berekening van de benodigde transporteenheden voor de diverse technologieën die beschouwd zullen worden. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Uitvoeren van een onderzoek naar de kwaliteit en de veiligheid van de huurwoningen te 9000 Gent. Vergelijking tussen enerzijds kwaliteit en veiligheid van huurwoningen te 9000 Gent en anderzijds de huurprijs aan de hand van een matrixtabel Universiteit Gent Abstract: Het onderbouwen van een langetermijnvisie voor de Gentse woningmarkt, in het bijzonder de private huurwoningmarkt. Mede in functie daarvoor wordt de relatie tussen kwaliteit, veiligheid en huurprijs onderzocht, en dit wordt benaderd vanuit een geïntegreerde aanpak die kadert binnen de principes van duurzame ontwikkeling. Er worden indicatoren opgesteld. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Krediet wetenschappelijke opdracht A. Vandierendonck Universiteit Gent Abstract: Menselijk gedrag en cognitie worden gekenmerd door flexibiliteit en controle. De taakafwisslingsmethodiek laat toe deze factoren te bestuderen in een laboraotriumcontext. Recentelijk neemt onderzoek met deze methodiek een enorme vlucht. Huidig odnerzoek heeft als doel het geheel aan bevindingen ter ordenen en te integreren, ten einde een model over taakafwisslingsgedrag te preciseren aan de hand van de literatuurstudie en modelering. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • André Vandierendonck
Protection sociale des (ex)détenus et de leur famille. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de socialezekerheidsrechten van gedetineerden en hun verwanten tijdens en na de gevangenneming. Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Armoederisico's van Belgische weduwen en weduwnaars. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt voort op een survey-onderzoek uit 2006 in opdracht van de Minister van Pensioenen en de Federale Overheidsdienst Sociale Zaken. In dat project werden de noden en behoeften van weduwen in kaart gebracht. Tevens werd nagegaan welke van de overlevende partners ervoor kiezen een overlevingspensioen op te nemen -al dan niet gecumuleerd met een beroepsactiviteit- en welke van de overlevende partners ervoor kiezen te verzaken aan het overlevingspensioen. In dit project kijken we, aan de hand van de surveygegevens uit bovenstaande studie enerzijds en de koppeling van deze surveygegevens met administratieve data uit het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming anderzijds, meer in detail naar de situatie van de meest armoederisicovolle weduwen en weduwnaars. Vooreerst willen we nagaan welke de verschillen zijn tussen de meer en de minder armoederisicovolle weduwen en weduwnaars. Enerzijds gaan we hiervoor dieper in op enkele socio-demografische, huishoudelijke, relationele, en inkomens- en uitgavenverschillen; anderzijds gaan we ook na in welke mate meer en minder armoederisicovolle weduwen hun situatie verschillend percipiëren en/of beleven. Ten tweede gaan we op zoek naar enkele verklarende factoren waardoor weduwen en weduwnaars meer kans hebben om in een meer armoederisicovolle situatie terecht te komen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Studie over de uitbouw en efficientie organisatie van een Brusselse fiscale administratie voor de inning van gewestelijke belastingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie over de uitbouw en efficientie organisatie van een Brusselse fiscale administratie voor de inning van gewestelijke belastingen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Studenten Culturele Antropologie helpen Scholen Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van Mental mapping en etnografische interviewtechnieken wordt door een 50-tal studenten een (beperkte) omgevingsanalyse van een 20-tal scholen gemaakt. De scholen worden uitgekozen door de Vlaamse Bouwmeester, uit de lijst van scholen die gekozen werden voor een substantiële verbouwing in de komende jaren. Het socioculturele onderzoek is dienstbaar in de negotiatie voor PPS. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Het beroep van leraar doorgelicht. Een cross-sectionele en longitudinale studie naar het profiel en de loopbaan van leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek zal de sociografie en de loopbaan van de lerarengroep vergeleken worden met deze van andere beroepsgroepen. Dit zal gebeuren aan de hand van reeds beschikbare databestanden, waarbij we zowel cross-sectioneel als longitudinaal te werk zullen gaan.
Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Onderzoek naar discriminatiemechanismen rond seksuele geaardheid op de werkplek. Universiteit Antwerpen Abstract: Discriminatie van holebi's op de werkvloer - Over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het 'roze' plafond. Holebi's (homomannen, lesbiennes en biseksuelen) bekleden een gestigmatiseerde positie in een samenleving die als heternormatief kan worden omschreven. Nog steeds worden zij met verschillende vormen van discriminatie geconfronteerd. Bovendien kan het negatief anticiperende gedrag van holebi's (het vermijden van potentiële discriminatie) ertoe leiden dat zij hun seksuele identiteit verbergen waardoor ze een deels onzichtbare populatie worden. Deze socio-culturele en individuele factoren kunnen de positie van holebi's op de arbeidsmarkt beïnvloeden. In deze studie willen we nagaan in welke mate discriminatie van holebi's, het ontbreken van een traditioneel relatiemodel voor holebi's, het maken van niet genderstereotiepe keuzes (kiezen voor 'vrouwelijke' of 'mannelijke' beroepen) en het verwerven van vaardigheden gedurende de schoolloopbaan door holebi's, hun arbeidsmarktpositie kan beïnvloeden. We meten dit door inkomensverschillen, sectorsegregatie en het al dan niet voorkomen van een glazen (of 'roze') plafond in kaart te brengen. Via online enquêtering en een case control study worden 900 holebi's vergeleken met 900 hetero's. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Economisch en sociaal profiel van personen in onwettig verblijf, voor en na de regularisatieoperatie ingesteld door de wet van 22 december 1999. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoofdobject van het onderzoeksproject is een zicht te krijgen op maatschappelijke en sociaal-economische positie van geregulariseerde migranten, op het traject dat mensen sedert hun migratie hebben doorlopen - inclusief gedurende de periode van illegaliteit. Tegelijkertijd zal er gepeild worden naar de impact van initiatieven om de bestaanszekerheid en integratie van deze groepen te bewerkstelligen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Gerlinde Verbist
Organisatie van een representatieve enquête betreffende de Federale Verkiezingen. Universiteit Antwerpen Abstract: het gaat in dit project om het organiseren van een representatieve survey onder de Vlaamse bevolking met het oog op het ontwikkelen van Doe De Stemtest voor de verkiezingen van 2007. Doe De Stemtest is een stemadviesprogramma dat door de VRT net voor de verkiezingen werd uitgezonden Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Hoe gaat de Gentse cultuursector om met diversiteit in de samenleving? Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat op zoek naar kwaliteiten die oorspronkelijk en exemplarisch zijn voor de omgang van Gentse cultuurmakers en kunstenaars met diversiteit in de samenleving. A.h.v. antropologisch veldonderzoek worden artistieke praktijken (sporen) uitgelicht die deze kwaliteiten - in meer of mindere mate - concretiseren. De odnerzoeksresultaten worden vergeleken met gelijkaardig onderzoek in Vlaanderen en Brussel. Eveneens worden implementeerbare beleidsaanbevelingen geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
De leefbaarheid van lokale radio in een multimediale context Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt een studie van de leefbaarheid en de toekomst van lokale radio in Vlaanderen in het huidige convergerende en multimediale medialandschap. Daarvoor wordt een representatief staal van radioprojecten bevraagd. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
OBPWO : Het beroep leraar doorgelicht. Een cross-sectionele en longitudinale studie naar het profiel en de loopbaan van leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het beroep van leraar is meer dan ooit belangrijk in onze samenleving. De laatste jaren werden dan ook verschillende onderzoeken uitgevoerd in het kader van het aantrekken en behouden van leerkrachten. Door deze onderzoeken werd nuttige informatie verzameld omtrent de sociografie, de tijdsbesteding, de werktevredenheid e.d. van leraren. Maar pas in contrast met andere beroepsgroepen kan de eigenheid, de aantrekkingskracht en de tekorten van het lerarenberoep volledig in kaart worden gebracht. In dit onderzoek zal de sociografie en de loopbaan van de lerarengroep vergeleken worden met deze van andere beroepsgroepen. Dit zal gebeuren aan de hand van reeds beschikbare databestanden, waarbij we zowel cross-sectioneel als longitudinaal te werk zullen gaan. Het onderzoek kan opgedeeld worden in drie onderzoeksluiken. Een eerste onderzoeksluik omvat de sociografie op basis van cross-sectionele gegevens, een tweede gaat dieper in op de loopbaan van leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen aan de hand van zowel cross-sectionele analyses als longitudinale analyses. In het derde onderzoeksluik worden zowel leraars als ex-leraars via focusgroep-interviews bevraagd om dieper in te gaan op de motieven tot keuze voor het beroep, dan wel de keuze voor een ander beroep.
Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • SASKIA DE GROOF • JESSY SIONGERS • Guido VANGOIDSENHOVEN
Integrated mobility planning (IMP) for Hai Phong City, Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hai Phong is voordelig met zijn plaats als één van de belangrijkste gateways in Noordelijk Vietnam. Het is gesitueerd in het Noordoostelijke deel van Vietnam, bij 102 km van Ha Noi en is de historische gateway van het kapitaal van Vietnam tot de zee. De stadsgastheren de grootste haven van het gebied en kunnen als midden met maat haven op de internationale scène worden gecategoriseerd. Het achterland van de haven breidt zich over het gehele Noorden van Vietnam en ook in een groeiende mate aan China uit. Gezien deze algemene achtergrond van snelle mobiliteitsontwikkeling die door de indrukwekkende economische groei en bevolkingstoename, en gezien een bestaand strategisch plan wordt gedreven, dat hoofdzakelijk door de mobiliteitsinfrastructuur uit te breiden wordt gedreven, beoogt dit project de bijdrage tot de volgende strategische planningsfase in Hai Phong. Zijn algemene doelstelling is in deze plannings milieu en milieuhygiëne gevolgen als gevolg van de uitbreidende mobiliteit in Hai Phong te introduceren en verwante verlichtende maatregelen te treffen. Gezien in een breder kader zal dit project ook duurzaam vervoer bevorderen dat tot milieubescherming in de stad leidt en stedelijke gebieden omringt. Doelstellingen: De specifieke doelstellingen van dit project moet tot de volgende strategische mobiliteitsplanning in Hai Phong bijdragen door milieu en milieuhygiënegevolgen te introduceren in het proces van mobiliteitsplanning en actieve participatie vestigen van alle bewaarders in het proces. Het project wordt bij Programma Eco II/een van Azië van de Europese Unie Proinitiatief van de Europese Gemeenschap medegefinancierd om reinigingsmachine, meer deskundige middelen en duurzame oplossingen aan milieuproblemen in Azië te bevorderen. Het projectvennootschap bestaat uit 3 partners: Vakgroep Menselijke Ecologie van Vrije Universiteit Brussel (dhe-VUB)/België; Het Laboratorium van de Optimalisering van het systeem van de Universiteit van Thessaly (sol-UTH)/Griekenland; en Instituut van Marien Milieu en Middelen van de Vietnamese Academie van Wetenschap en Technologie (IMER)/Vietnam. Plaats: Hai Phong, Vietnam Duur: 18 maanden, vanaf 1 Maart 2007 Werkten aan dit Project is: Le Xuan Quynh, Dagmar Germonprez (op korte termijn) Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Dagmar GERMONPREZ • Quynh LE XUAN
Wetenschappelijke ondersteuning en analyses in functie van het OESO-rapport 'Jobs for immigrants: labour market integration in Belgium'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Inventarisatie van de consultatie van ontwerpregelgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoe ziet de huidige praktijk van de consultatie van ontwerpregelgeving er in kwantitatieve en in kwalitatieve zin uit ? Volgende items worden bekeken: - de plaats van consultatie in het wetgevingsproces: de ontwikkeling van een proces van kwaliteitsbewaking; - de functie van consultatie in een ideaal wetgevingsproces. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier
Technologisch ondernemen. Giftenrekening aan diensten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Technologisch ondernemen. Giftenrekening aan diensten. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS • MARC GOLDCHSTEIN
Etude de faisabilité de l'utilisation des données de l'Agence intermutualiste. Onderzoek naar het gebruik van gegevens van het Intermutualistisch Agentschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Onderzoek naar de optimalisering van de openingstijden van zeehaventerminals. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de optimalisering van de openingstijden van zeehaventerminals. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Introduire le Genre dans les formations universitaires Universiteit Gent Abstract: Dit kleinschalige project is gericht op het identificeren van de noden en het evalueren van de mogelijkheden en beperkingen ter voorbereiding van een groot project tussen de universiteiten van Gent en Lubumbashi. Het grote project beoogt de aandacht voor de gender problematiek in de Congolese maatschappij te versterken door het creëren van een specifieke academische opleiding ?gender? en door het integreren van het genderperspectief in alle vormingen aan de Universiteit van Lubumbashi. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
colloquium is: "Demographic challenges for the 21st century - A Sate of the Art in Demography" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel van dit colloquium is om de reflectie te stimuleren van zowel de nieuwe uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden en de onderzoeken naar demografie. De topics die aangekaart worden zijn: bevolkingsdynamiek, gezondheid en sterfelijkheid, vruchtbaarheid, internationale migratie en hoe deze onze samenlevingen en waarden beïnvloeden. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Impactstructuur van het syndicaal charter inzake gender mainstreaming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De goedkeuring van het Charter Gendermainstreaming in 2004 door de drie representatieve interprofessionele Belgische vakbonden moet nog steeds als een belangrijk moment worden beschouwd in het genderbeleid van de syndicale beweging. Tegelijkertijd is het ook een scharniermoment voor de modernisering van ons bedrijfsleven. De vakorganisaties wensten hun genderbeleid te actualiseren, rekening houdend met de nieuwe opvattingen over de posities van vrouwen en mannen in het maatschappelijk leven. Dit impliceerde onder meer de omvorming van een beleid gericht op de afwijzing van geslachtsdiscriminatie tot een genderbeleid waarin het gendermainstreamingsprincipe wordt aanvaard. De vakbeweging is hier echter nog niet volledig op voorbereid, onder meer omdat in de maatschappelijke context het begrip nog niet voldoende is doorgedrongen, laat staan dat het al werd geoperationaliseerd. Het tot op heden gevoerde, meer gefragmenteerde, genderbeleid wordt ondertussen evenwel verdergezet. Het is een positief beleid maar het is niet echt baanbrekend zoals men dat van een vooruitstrevende vakbeweging mag verwachten. Het traditionele algemene vakbondswerk blijft te veel de aandacht vragen. De integratie van de genderdimensie in alle domeinen en op alle niveaus is nog steeds niet aanwezig als permanente bekommernis. Het gendermainstreamingsprincipe moet dit verhelpen, ook al omdat de impact van de algemene maatschappelijke cultuur in het bedrijfsleven inzake de posities van vrouwen en mannen erg groot blijft. Vrouwen krijgen nog steeds in grote mate de gezinsverantwoordelijkheid toebedeeld en mannen nemen eerder de politieke verantwoordelijkheid op zich. De 20ste eeuw heeft hierin weliswaar een belangrijke wijziging gebracht, maar de opdracht om vrouwen en mannen gelijke kansen te bieden blijft nog immens Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
Institutionele universitaire samenwerking met de Jimma Universiteit in Ethiopië. KU Leuven Abstract: De InterUniversitaire Samenwerking met Jimma Universiteit Ethiopië is een project gesponsord door de VLIR om een meer dynamische onderzoeks/onderwijs instelling tot stand te brengen. Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Jan Diels
Institutionele samenwerking met de Eduardo Mondlane University in Mozambique. KU Leuven Abstract: De InterUniversitaire Samenwerking met de Eduardo Mondlane University in Mozambique is een project gesponsord door de VLIR om een meer dynamische onderzoeks/onderwijs instelling tot stand te brengen. Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Lutgarde Baten • Patrick Meurs
Peer Review "Implementatie van de nieuwe uitkering voor werkzoekenden in Duitsland". Universiteit Antwerpen Abstract: Peer Review "Implementatie van de nieuwe uitkering voor werkzoekenden in Duitsland". Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Kristel Bogaerts
Live-ondertiteling met spraaktechnologie: procedure voor kwaliteitsbewaking. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project streven we ernaar om via gerichte observatie een analyse te maken van de specifieke ondertitelingscontext waarbij een 'respeaker' spraaktechnologie gebruikt om ondertitels (live) te produceren, zowel volgens de block-methode als volgens de scrollingmethode. De nadruk daarbij ligt op de analyse van problemen die de accuraatheid van de herkenning negatief beïnvloeden. Omdat de VRT mee optreedt als partner (contactpersoon: de heer Bernard Dewulf), spitsen we ons onderzoek toe op de openbare omroep. De openbare omroep is trouwens de enige die op dit ogenblik met spraaktechnologie werkt voor het produceren van ondertitels in Vlaanderen. Deze samenwerking biedt ons de mogelijkheid om in optimale omstandigheden procesobservaties uit te voeren en stelt ons in staat om een representatief en voldoende homogeen corpus samen te stellen. De samenwerking garandeert ook een betere beleidsopvolging en sociale serviceverlening. De toepassing van spraakherkenning bij de productie van ondertitels en de correctie (bij de block-techniek) gebeuren onder hoge tijdsdruk. Bovendien gaat het om de omzetting van een gesproken taalregister naar een geschreven neerslag, wat een extra complicatie inhoudt. Dit zorgt ervoor dat we hier te maken hebben met een van de allermoeilijkste toepassingen van de nieuwe technologie. Vanuit onderzoeksstandpunt is dit echter zeer aantrekkelijk omdat op die manier een schrijfcontext ontstaat die ons de mogelijkheid biedt de 'computer-mens'-interactie in al zijn scherpte te observeren en meteen de observatiemethode te verfijnen. In het project benaderen we de observatie en de analyse vanuit drie invalshoeken: 1.spraaktechnologie: op welke manier bepaalt het gebruik van spraaktechnologie de productie (proces) van ondertitels en de uiteindelijke kwaliteit ervan (o.a. delay, foutanalyse, foutpreventie, training)? 2.ondertiteling: welke specifieke kenmerken karakteriseren de ondertitels die via respeaking geproduceerd worden (1) volgens de block-methode en (2) volgens de scrolling-methode? Beide technieken zijn vergelijkbaar met de kenmerken van open, interlinguale ondertiteling: schrijf- vs. spreektaal, parafrase, synthese, maar vertonen ook pun-ten van overeenkomst met het herformuleren dat eigen is aan simultaan tolken. Wat is de delay bij beide vormen van ondertiteling? 3.cognitieve schrijfprocessen: welke cognitieve knopen zijn observeerbaar tijdens het 'schrijven' van de ondertitels (o.a. pauze- en revisiegedrag; zie Leijten en Van Waes 2005)? De cognitieve knopen kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de problemen die hersprekers ervaren en kunnen zo een input vormen voor trainingsprocedures. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Echtscheiding en scheiding in Vlaanderen. Risicofactoren en gevolgen voor het beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Scheiding-In-Vlaanderen-project (SIV) heeft als doel: het verhogen van de levenskwaliteit van diegenen die direct of indirect betroken zijn bij een echtscheiding het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening voor diegenen die direct of indirect betroken zijn bij een echtscheiding het ondersteunen van het beleid ten aanzien van echtscheiding en de personen die direct of indirect betroken zijn bij een echtscheiding Om onze doelstellingen te realiseren zal het SiV-project: 1. Een longitudinaal gegevensbestand opbouwen met betrekking tot relatievorming en relatieontbinding gebaseerd op een Vlaamse steekproef (vanaf 1971) die representatief is voor de populatie van getrouwde en ooit-gescheiden personen dat vertrekt vanuit een multi-actorperspectief waarbij niet alleen de (ex-)partners worden bevraagd, maar ook hun kinderen en ouders waarbij informatie wordt verzameld over de oorzaken, het verloop en de gevolgen van relatieontbinding waarin gebruik wordt gemaakt van een multidisciplinair denkkader van sociologische, demografische, sociaal-psychologische, sociaalepidemiologische, economische en juridische paradigma's 2. Kennis van de echtscheidingsproblematiek verhogen onder de verschillende maatschappelijke actoren in functie van beleidsvoorbereidend en ¿toetsend onderzoek door het gratis ter beschikking te stellen van de data aan universitaire onderzoekscentra en andere wetenschappelijke instituten door middel van een doorgedreven pro-actieve verspreiding van de informatie 3. Bijdragen tot een effectgericht preventief en curatief welzijnsbeleid ter mediëring van de diverse problemen waarmee betrokken partijen geconfronteerd worden door middel van aandacht voor maatschappelijk relevante thema's gebruik makend van een doorgedreven proactieve data-utilisatie strategie Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Viona-Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Viona-Project. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Milieurechtshandhaving: vergelijking van de praktijk in het penale en het bestuurlijke spoor Universiteit Gent Abstract: Het project (2007-2011) betreft een interdisciplinair onderzoek (recht, economie, rechtseconomie) naar de sanctionering van het milieurecht in het penale en het bestuurlijke afhandelingsspoor. Het spitst zich toe op een beschrijving, analyse en beoordeling van het gebruik dat de praktijk maakt van de discretionaire beslissingsruimte die in de toepassing van tal van sanctioneringsinstrumenten besloten ligt. Als basis voor het onderzoek worden databanken uitgebouwd die het volledige sanctioneringstraject (tot en met een eventuele dwanguitvoering) documenteren. Het onderzoek gebeurt met behulp van klassieke juridische maar ook rechtseconomische en econometrische methoden. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Luc Lavrysen
Handhaving van Milieuwetgeving: een vergelijking van de praktijken in criminele en administratieve sporen Universiteit Gent Abstract: Het institute for International Research on Criminal Policy (IRCP) zal in het project het proces van de strafrechtelijke handhaving van milieurecht in al zijn etappes bekijken. Daarbij is het de bedoeling om de verschillende beslissingsmomenten nader te onderzoeken en eventuele pijnpunten te identificeren. Het onderzoek focust onder meer op de prioriteitstelling in het penale sanctioneringsbeleid, de geldboete in de praktijk, de beleidsvoering op het vlak van beboete personen, de voordeelontneming, de praktijk van de minnelijke schikkingen en overige sancties. De resultaten van dit onderzoek zullen in het project dienen om de administratiefrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van milieurecht naast elkaar te plaatsen en te onderzoeken hoe die twee op een efficiënte en effectieve manier kunnen samengaan. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Scheiding in Vlaanderen: Oorzaken en gevolgen van echtscheiding onderzocht Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel inzicht te verkrijgen in de oorzaken en gevolgen van echtscheiding. Hiertoe worden gescheiden personen vergeleken met gehuwden mbt socio-demografische kenmerken, ouderschap, partnerschap, welbevinden, gezondheid, dienstgebruik, sociaalnetwerk, waarden, enz. De data wordt verzameld vanuit een multi-actor perspectief: beide partners, een kind en de ouders van het (ex-) koppel worden bevraagd. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
MMA-project 3M Belgium Universiteit Gent Abstract: Studie van de introductie van een nieuw product. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
OBPWO : "Wie herkanst? Sociografische schets, leerroutes en beweegredenen van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs en de centrale examencommissie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het toenemend belang van het behalen van een diploma (secundair onderwijs) als toegangsticket tot de arbeidsmarkt en tot maatschappelijke integratie en participatie in het algemeen, maakt dat ongekwalificeerde uitstromers zich in steeds grotere mate in een kwetsbare positie bevinden. Het onderwijssysteem voorziet daarom een aantal alternatieve wegen waarlangs zij die dat wensen, alsnog een diploma secundair onderwijs kunnen behalen. Echter omtrent de motivaties en de leerroutes die de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie volgden, tast men in het duister. Dit onderzoek brengt het sociografisch profiel, de leerroutes en de motivaties in kaart van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie. We doen dit aan de hand van een schriftelijke bevraging van de kandidaat-ingeschrevenen, een vergelijking van die doelgroep met ongekwalificeerde uitstromers (op basis van de SONAR-data), en een aantal focusgroepen met personen die al dan niet succesvol deelnamen aan de alternatieve scholingswegen tot het behalen van een diploma secundair onderwijs. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Maaike TAELMAN • Ryfka HEYMAN • MARC JEGERS • Sven SANCTOBIN
Echtscheiding en scheiding in Vlaanderen. Risicofactoren, gevolgen en beleidsimplicaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: De analyse van de risicofactoren van familiebreuken is een cruciale eerste stap. Deze factoren verwijzen naar de aspecten van het partnerschap, het ouderschap, de socioculturele en sociaal netwerk, het welzijn en de geestelijke gezondheid, de socio-economische context, en tenslotte, de ouderlijke risicofactoren. Een basisstrategie is het vergelijken van koppels in hun eerste huwelijk met gescheiden koppels. De data voor dit project wordt verzameld vanuit een multi-actoren perspectief. Om een idee te krijgen van wat de risicofactoren kunnen zijn, analyseren we de beschermende factoren van stabiele huwelijken. Kinderen die nog thuis wonen worden geïnterviewd. Een ander belangrijk deel van het netwerk zijn de ouders van de echtgenoten.
Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Coördinatie van de regelgeving inzake werknemers- en zelfstandigenpensioenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Codificatie van wetgeving Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Making the PRSP work: opportunities and challenges for development actors. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene doelstellingen van het ITP: de nationale overheid en de civiele maatschappij in de ontvangende landen evenals de donoren gebruik te laten maken van de opportuniteiten die de PRSP biedt voor een efficiëntere aanwending van de ontwikkelingshulp. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nadia Molenaers
Gouvernance Locale et Développement Post-Conflit. Universiteit Antwerpen Abstract: Gouvernance Locale et Développement Post-Conflit. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Stefaan Marysse
De gevolgen van de groeiende lagekostenluchtvaartsector voor de vervoersinfrastructuur en passagiersstromen in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: De gevolgen van de groeiende lagekostenluchtvaartsector voor de vervoersinfrastructuur en passagiersstromen in Europa. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde
Internationaal trainings programma 'Audiovisual learning materials'. KU Leuven Abstract: Tijdens een intensieve opleiding van twee maanden, worden alle aspectenvan de ontwikkeling van audiovisuele leermiddelen (van idee tot eindproduct) behandeld, alsook het beheer van het productieproces in een educatieve context.Doelstellingen van de opleiding zijn:- de beoordeling van de geschiktheid van verschillende audiovisuele leermiddelen mbt de beoogde leerdoelstellingen- het ontwikkelen (conceptueel en technisch) van een scala aan verschillende leermaterialen- integratie van deze leermiddelen in het onderwijs en het leerproces (e-gebaseerde of conventionele)- het opzetten en organiseren van een passende institutionele ondersteuning van audiovisuele dienst Organisaties: • Faculteit Wetenschappen • Fac. Industriële Ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • Wim Van Petegem
Globalisering van het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft betrekking op de impact van globalisatie op het concept recht vanuit het perspectief van de algemene rechtstheorie en de rechtsfilosofie. De studie houdt o.m. ook een onderzoek in naar de aard van recht ("nature of law"; "Wissenschaftlichkeit of the discipline"). Wettelijke normen en formele karakteristieken evolueren in het licht van de sociale, economische en politieke veranderingen die teweeggebracht worden door globalisatie. Het tweede luik betreft het verklarend kader. Enerzijds is er het gegeven van het wettelijk, institutioneel en normatief kader, en anderzijds de praktijk van de rechtsspraak. Onenigheid omtrent substantiële principes die aan de grondslag liggen van de praktijk van de rechtsspraak komt meer algemeen voor in globale contexten. Hierbij primeren overwegingen (balancing) op deductie (legal reasoning). Deel drie betreft de toepassingen op het vlak van mensenrechten en ECHR, internationaal handelsrecht, en toepassingen op het vlak van milieukwesties en armoede. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Onderzoek naar noden en behoeften van vrouwen van vreemde herkomst die zich in een armoedesituatie bevinden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen we ons concentreren op de armoedesituatie van allochtone vrouwen. We concentreren ons op de spanningsvolle verhouding tussen de leefomstandigheden van de vrouwen in armoede, hun waarden en normen en de gedragspatronen die ze ontwikkelen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Publicatie en verspreiding in Bolivia van de resultaten van cultureel-antropologisch onderzoek (van Koen de Munter) via de lokale organisatie CEPA Universiteit Gent Abstract: Het project omvat enerzijds een publicatie van een in het Spaans geschreven werk dat de bevindingen van het doctoraat van Koen de Munter samenvat en uitbreidt tot een oefening in pluritopische kritiek op de hedendaagse interculturele dynamieken en mondialisering. Anderzijds worden er na de publicatie en voorstelling verschillende seminaries georganiseerd waarbij bepaalde inzichten uit het boek worden bediscussieerd met doelgroepen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Collectief onderzoek naar ketenmanagement in de productie van snijbloemen in de Filippijnen en Vietnam Universiteit Gent Abstract: Het project is een collectief onderzoeksproject tussen Benguet State University (BSU), Cantho University of Technology (CTU) en de Universiteit Gent (UGent) over ketenmanagement van de productie van snijbloemen in de Filippijnen en Vietnam. Het onderzoek richt zich op het gebrek van vaardigheiden inzake ketenmanagement en R&D. De keuze voor de productie van snijbloemen is internationaal gericht aangezien het een haalbaar alternatief is om het landbouwersinkomen op te krikken. De overheden in beide landen benadrukken de productie van teelten met een hoge toegevoegde waarde in hun huidig landbouwbeleid. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Ontwikkelen en valideren van een planningsmethode voor de KCO processen Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen van een planningsalgoritme voor administratieve processen dat rekening houdt met variabiliteit en onzekerheid. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Screening lerarenopleiding-cultuurcel CANON. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Opmaken van een Scheldelandschaps-atlas Universiteit Gent Abstract: Analyse (beleidsplannen én de ruimte zelf) van het Scheldegebied. Continue interactie tussen beide analysesporen moet leiden tot: een ruimtelijke structuur gekaderd binnen de maatschappelijk-economische context, een ruimtelijke dynamiek (rekening houdend met gewenste ruimtelijke structuur van structuurplannen), een overzicht van knelpunten en potenties en uitdagingen (beleidsmatig en ruimtelijk). De verschillende aspecten worden met kaarten en schema's verbeeld, en tekstueel toegelicht. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Pieter Uyttenhove
Het oplijsten van corporate governance initiatieven voor de non-profitsector. Universiteit Antwerpen Abstract: Het oplijsten van corporate governance initiatieven voor de non-profitsector. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge • Marleen Denef
Conflits et violences au Nord-Kivu. Universiteit Antwerpen Abstract: Conflits et violences au Nord-Kivu. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Etude de faisabilité d'une coopération structurelle avec la faculté de droit de l'Université de Kisangani, combinée avec un projet de recherche sur la réforme législative du secteur forestier et sur l'impact de celle-ci sur les Pygmées en province Orient Universiteit Antwerpen Abstract: L'objectif du mission est d'abord d'examiner la praticabilité du dévelopment d'une coopération structurelle envisagée entre la faculté de droit de l'Université d'Anvers et la faculté de droit de l'Université de Kisangani. Le but et aussi d'établir dans cette première phase des contacts locaux en vue d'un projet de recherche concernant la nouvelle légisation forestière congolaise, l'impact de celle-ci sur les droits des Pygmées qui habitent les forêts en province Orientale et l'influence de la Banque Mondiale dans cette matière. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter
Coachende doorlichting opleidingen vreemde talen van VDAB. Universiteit Antwerpen Abstract: Coachende doorlichting opleidingen vreemde talen van VDAB. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Begeleiding proefprojecten lokale ombudsman, inclusief het aanpassen van draaiboeken lokaal systeem van klachtenbehandeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Het nieuwe Gemeentedecreet (2005) bevat een passage over (eerstelijns) klachtenbehandeling en (tweedelijns) ombudsfunctie. In een vorig onderzoek aan de UA werden artikel 197 en artikel 198, die allebei handelen over die klachtenbehandeling, uitgebreid bestudeerd. Uit een recente enquête aan de UA (2006) blijkt echter dat er bij de doelgroep van lokale besturen nog heel wat vragen leven over klachtenbehandeling: het verschil tussen een eerste en tweede lijn, de meerwaarde van klachtenbehandeling, de manier waarop zoiets wordt geïntroduceerd in een gemeente, de samenwerking met een OCMW, enz. Daartoe nam het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (Ministerie Vlaamse Gemeenschap) op vraag van het Platform Lokale Ombudsfunctie het initiatief om een nieuwe studie te bestellen. Die nieuwe opdracht omvat de begeleiding van de lokale besturen zelf, en het trekken van lessen uit deze case-studies. Bedoeling is te komen tot een praktische handleiding voor de lokale besturen. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Peilingsonderzoek over de eindtermen begrijpend lezen en luisteren (Nederlands) in het basisonderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: In de komende jaren wil het departement Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap het peilingsonderzoek verder uitbouwen. De hoofddoelstelling van dit peilingsonderzoek is de kwaliteitscontrole van het Vlaamse onderwijs. Enerzijds geeft een peiling zicht op het percentage leerlingen dat de vooropgestelde doelstellingen behaalt die decretaal zijn vastgelegd in de eindtermen. Anderzijds brengt peilingsonderzoek aan het licht in welke mate leerlingen en scholen verschillen in het behalen van de eindtermen en op welke manier die verschillen systematisch samenhangen met leerling-, klas-, of schoolkenmerken. Naast deze hoofddoelstelling op systeemniveau beoogt de onderwijsoverheid ook een hieruit afgeleide doelstelling op het niveau van de scholen. De overheid wil de peilingsinstrumenten ter beschikking stellen van scholen als een indicator van de output die ze bij hun leerlingen realiseren. Daarom wordt van de onderzoekers verwacht dat ze feedback geven aan de deelnemende scholen en na elke peiling een parallelversie ter beschikking stellen die scholen in het kader van hun zelfevaluatie kunnen inschakelen. Dit deelproject heeft betrekking op het peilingsonderzoek over de eindtermen begrijpend lezen en luisteren op het einde van het basisonderwijs. Organisaties: • Didactica
Onderzoekers: • Rita Rymenans
Snelwegen van de "sea-European style" (MOSES). Universiteit Antwerpen Abstract: Snelwegen van de "sea-European style" (MOSES). Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Betere taalvaardigheid door intensieve begeleiding? Een effectonderzoek van het begeleidingsproject "Rand- en taalgrensgemeenten en gemeenten uit de Brede Rand rond Brussel". Universiteit Antwerpen Abstract: De drie pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen werken samen een begeleidingsproject uit om in de Vlaamse rand rond Brussel te werken aan de taalvaardigheid van de leerlingen uit het basisonderwijs. Daartoe worden 128 basisscholen gedurende 4 schooljaren begeleid met als doel: het beleidsvoerend vermogen op scholen verhogen, om zo scholen beter in staat te stellen om randvoorwaarden voor een taalbeleid te creëren; het inzicht en de vaardigheden van leraren verhogen om met de 'nieuwe' maatschappelijke realiteit in de Vlaamse rand (i.c. anderstalige leerlingen) om te kunnen gaan; de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen in de Vlaamse rand verhogen. Dit onderzoek heeft tot doel dit begeleidingstraject op een wetenschappelijke wijze te evalueren. Hiervoor wordt een multi-method onderzoek opgezet waarbij we zowel de (verschillen in) invulling van het begeleidingstraject in de verschillende scholen willen beschrijven als het effect ervan nagaan op verschillende niveaus: school-, leraren- en leerlingenniveau. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Rita Rymenans • Peter Van Petegem • Sven De Maeyer
Innovatief beheer van veranderende Europese Kustrijkdommen Universiteit Gent Abstract: IMCORE streeft een transnationaal, vernieuwend en duurzaam beheer van de kustzone na met als voornaamste doel het verminderen van de ecologische, sociale en economische effecten van de klimaatsverandering op de natuurlijke kustrijkdommen van Noordwest Europa. Het project zal aantonen dat een samenwerking tussen lokale overheden en wetenschappers kan bijdragen tot een effectieve toepassing van aanpassingsstrategieën voor de kust.
Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Sites, Sights and Spaces. Nieuwe methodologieën in de historiografie van de steden in Congo (DRC) Universiteit Gent Abstract: De Afrikaanse stad krijgt als onderzoeksthema bijzondere aandacht vanuit diverse disciplines. In een internationale workshop aan de UNIKIN (Kinshasa), in september 2007, werd gediscussieerd over de nieuwe mogelijkheden die methodes uit de architectuurgeschiedenis, de visual history en de oral history bieden voor dergelijk onderzoek. Tegelijk werd een netwerk gecrëeerd van junior en senior onderzoekers uit Congo, België, Senegal en Zuid-Afrika. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Johan Lagae
Complexiteit van reclameboodschappen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Neal Van Loock • Iris Vermeir
Accreditatie en licenties in Albania (AOP-SALAL). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Bestuurlijke Veiligheidsvraagstukken (OBV) Universiteit Gent Abstract: De associatieonderzoeksgroep bestuurlijke veiligheidsvraagstukken (governance of security) is een samenwerkingsverband tussen het departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde (Hogeschool Gent) en de onderzoeskgroepen Sociale Veiligheidsanalyse (UGent en het Institute for International Research on Criminal Policy (UGent). Het heeft als doel interdisciplinair fundamenteel en beleidsgericht onderzoek te doen naar de hedendaagse betekenis van veiligheid en de wijze waarop bestuurlijke en private instanties omgaan met veiligheid vandaag. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Padintegraaltechnieken voor het prijzen van financiële opties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden padintegraaltechnieken ontwikkeld en aangewend om financiële opties te prijzen waarvoor tot nu toe geen analytische prijzingsformules voorhanden waren. Dit wordt bewerkstelligd door recente vooruitgang in de padintegraaltheorie van fysische veeldeeltjessystemen over te dragen naar de context van financiële modellen met stochastische volatiliteit. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere
Bedwinging of besmetting? De invloed van federalisering op het etno-politiek discours van politieke partijen en elites. De casus België (1968-2007). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil inzicht verschaffen in de rol die processen van federalisering spelen in de matiging dan wel radicalisering van het etnopolitiek discours van politieke partijen en elites in België. Hiertoe wordt dit discours diachronisch geanalyseerd aan de hand van kwalitatieve inhoudsanalyse van partijpolitieke verkiezingsprogramma's en verkiezingsuitzendingen op televisie tussen 1968 en 2007. Daarbij wordt zowel gelet op (evoluties in) concrete standpunten als op expliciete en impliciete elementen van (sub-)nationale identiteitsconstructie. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW • Extremisme en democratie
Onderzoekers: • Caspar Mudde
Behoorlijke regelgeving in de Europese Unie. Een analyse van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hier voorgestelde project wil nader onderzoek doen naar de kwaliteit van wetgeving in de context van de Europese Unie. Het gaat dan zowel om Europese regels, als om nationale wetgeving met een Europese dimensie. Aan de hand van vooral de rechtspraak van het Hof van Justitie wordt onderzocht welke kwaliteitseisen worden gesteld aan regelgeving, en in het bijzonder welke specifieke eisen daaraan worden toegevoegd vanuit EU-context. Dit wordt in het breder perspectief geplaatst van het wetgevingsbeleid dat door de Europese Unie wordt voorgestaan. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier
De bevoegdheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel: van "exclusieve" naar "coöperatieve" uitoefening van de bevoegdheden? Universiteit Antwerpen Abstract: Het project betreft een onderzoek naar de beginselen van bevoegdheidsverdeling die thans in het Belgisch federaal bestel gelden. Het beoogt deze beginselen op te sporen door een analyse van de rechtspraak van het Arbitragehof en de adviezen van de Raad van State. Het beoogt deze beginselen te duiden in het licht van de theorie over de "coöperatieve federale staat". Het strekt er ook toe na te gaan of ze in overeenstemming zijn met het Europees recht. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Jan Velaers
Interactieve digitale televisie en reclame-effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek integreert het bestaand theoretische kader van traditioneel reclame-onderzoek met conceptuele raamwerken die werden ontworpen om de reactie van mensen op interactieve persuasieve stimuli (vb. Internet) te beschrijven, om te komen tot een nieuw theoretisch raamwerk gefundeerd op empirisch onderzoek in een interactieve digitale televisiecontext. Dit kan ook worden toegepast worden op reclamevormen in nieuwe media die traditionele broadcasting combineren met kijkerinteractie (vb. webcasting, mobile broadcasting,¿). Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker
Impact van de globalisering op het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het proces van globalisering heeft gevolgen op het gebied van de economie, het milieu, de mensenrechten, het bestuur, de cultuur, de arbeidsomstandigheden... waarvoor evenveel rechtstakken relevant zijn. Vanuit juridisch perspectief roept globalisering een aantal fundamentele vragen op zoals (a) wat is de optimale bevoegdheidsverdeling tussen regelgevers op internationaal, regionaal, nationaal en lokaal vlak?; (b) wat is de wisselwerking tussen de verschillende niveau's van regelgeving? (c) Wat is de blijvende relevantie van gebruikelijke onderscheiden in juridische vakgebieden zoals de indeling internationaal recht/nationaal recht of publiek/privaatrecht? (d) Wat is de finaliteit van het recht m.b.t. globalisering: moet het recht globalisering mogelijk maken, rechtszekerheid creëren of verzekeren dat economische globalisering rechtvaardig is? Wat is meer algemeen de impact van het recht op wereldwijde economische en culturele processen? Of anders benaderd, in hoeverre moet een juridische benadering worden afgestemd op inzichten uit andere disciplines (zoals de economie of de sociale wetenschappen)? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Georgios Pavlakos
Demografische diversiteit en de evolutie van sociale entiteiten: een ecologische studie van het gedrag en de effectiviteit van teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de determinanten en gevolgen van demografische diversiteit van teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Demografische diversiteit kan betrekking hebben op verzamelingen van mensen of organisaties. Zowel mensen als organisaties kunnen min of meer divers zijn in termen van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en persoonlijkheid (mensen), of leeftijd, omvang en strategie (organisaties). Een belangrijke vraag betreft de wijze waarop diversiteit evolueert en tot stand komt, en wat de implicaties hiervan zijn voor het gedrag van de sociale entiteiten waarvan mensen en organisaties deel uitmaken? Het programma is baanbrekend omdat het aantal studies dat expliciet aandacht besteedt aan diversiteit als centrale variabele beperkt is (en dit ondanks het grote belang ervan). Het project is bovendien uniek in zijn multi-methodische, multi-disciplinaire en "multi-level" aanpak. Ten eerste, worden theorieën ontwikkeld met behulp van mathematische modellering en simulaties, welke vervolgens empirisch worden getoetst met nieuwe paneldatebestanden. Ten tweede, zullen inzichten van verschillende economische en sociaal-wetenschappelijke disciplines worden geïntegreerd. Ten derde, zal de interactie tussen de verschillende niveaus van analyse systematisch bestudeerd worden. het project kent een uitgesproken organisatie-ecologische invalshoek. Dit impliceert dat nadruk ligt op het begrijpen van de evolutie en adaptie van sociale entiteiten via modellering van processen van toetreding, groei, krimp en uittreding in relatie tot demografische diversiteit. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Arjen van Witteloostuijn
Haalbaarheidsstudie naar cluster Cleantech in het wetenschapspark Greenbridge te Oostende Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een strategische analyse uit te voeren van de Oostendse cluster rond hernieuwbare energie. Er zal worden nagegaan in welke mate de drie bovenvermelde succesfactoren aanwezig zijn die bijdragen tot het verder uitbouwen van de cluster. Meer specifiek zullen we volgende zaken bestuderen: (1) Analyse van hernieuwbare energie (focus op wind, bio-energie, zonne-energie, offshore energy) (2) In kaart brengen van bestaande spelers in de Oostendse cluster om zo de "Missing links" te identificeren en het nagaan van de aanwezigheid van noodzakelijke randvoorwaarden (3) De huidige alsook toekomstige rol en verwachting van strategische trekkers/ stakeholders bestuderen Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers:
• Bart Clarysse
Kwalitatief onderzoek sociale effecten basismobiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Accountancy, Fiscaliteit en Financiering Universiteit Gent Abstract: Afstemmen tussen belastingen, financiële rapportering en andere factoren in het beslissingsproces in ondernemingen Impact van belastingen op de prijsvorming in de financiële markten Impact van verschillen in belastingregimes en financiële rapportering in verschillende landen. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Ignace De Beelde
Maatschappelijk verantwoord en sociaal ondernemerschap - MVSO Universiteit Gent Abstract: De aog focust zijn onderzoek op de volgende onderzoeksvragen: Welke competenties moeten bedrijven(clusters) ontwikkelen voor het realiseren van sociale waardecreatie? Hoe worden prioriteiten gesteld in het dagelijkse beheer en bestuur van bedrijven (en van bedrijventerreinen) die sociale en economische waarde combineren? Welke kritieke performantie-indicatoren hanteert men? Welk 'business model' wordt gehanteerd door bedrijven(clusters) die sociale en economische waarde combineren? Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Aimé Heene
Veldonderzoek naar de United Nations Mission in Kosovo (UNMIK) en Kosovo Force (KFOR): het belang van internationale mensenrechtenverdragen en in het bijzonder het EVRM in Kosovo onder interim-administratie door de VN Universiteit Antwerpen Abstract: De status van de mensenrechten in Kosovo sinds het begin van de VN-administratie, evenals de naleving en de afdwingbaarheid ervan ten opzichte van zowel het internationale bestuur als de lokale autoriteiten, is een moeilijk thema dat nog steeds niet is uitgeklaard. Het project heeft als doel na te gaan of, en in hoeverre, de mensenrechten effectief beschermd worden, en wat hun relevantie op het terrein is. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Stefan Sottiaux
Uitvoeringsovereenkomst van kaderovereenkomst ICCS 2009. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitvoeringsovereenkomst van kaderovereenkomst ICCS 2009. Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Subsidie project leesbevordering "Boek versus Web: de literaire blog" Universiteit Gent Abstract: De klacht over het verdwijnen van het literaire lezen en het schrijven over literatuur wordt dagelijks tegengesproken door de groei vna het aantal weblogs (blogs) waarin literatuur centraal staat. Leesbevordering en literatuuronderwijs kunnen niet voorbij deze onverwachte opleving van het lezen en schrijven. Het project focust op onderzoek naar theoretische inzichten die worden toegepast in de praktijk van literaire sociolisatie (leesbevordering/literatuuronderwijs). Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ronald Soetaert
Kaderovereenkomst ICCS 2009-onderzoek in Vlaanderen (werkingsjaar 2008, 2009 en 2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van een representatieve steekproef van 14- (grade 8) en 16- (grade 10) jarige scholieren uit ruim 150 scholen in Vlaanderen, wil het huidige project inzicht verschaffen in de kennis, attituden en vaardigheden die in verband worden gebracht met democratisch burgerschap en de (schoolse) factoren die deze beïnvloeden. Naast een beschrijving en internationale vergelijking van "burgerzin" bij Vlaamse leerlingen uit grade 8, wil dit project aanvullend ook een evolutie schetsen van de democratische attitudes en participatie van Vlaamse jongeren uit grade 10 in vergelijking met eerder representatief onderzoek uit 1999-2000 en 2001-2002. Hiermee willen we ten eerste een aantal lacunes in het politiek socialisatie-onderzoek opvullen en ten tweede inschatten wat de specifieke impact is van het vakoverschrijdende thema "opvoeden tot burgerzin" en het participatiedecreet. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF • Sven SANCTOBIN
Evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart brengen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 2007 werd door het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen beslist tot de aanmaak van een rapport waarin de evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart worden gebracht. Hiervoor werd een overeenkomst afgesloten met de Vrije Universiteit Brussel. Recente beleidsevoluties en andere ontwikkelingen die verband houden met de volwasseneneducatie in het algemeen en de niet-formele educatie in het bijzonder, zowel op internationaal als op Vlaams niveau, worden in het rapport geanalyseerd en gesynthetiseerd. Er werd hierbij gefocust op de educatieve component van het sociaal-cultureel werk. Het rapport reikt in de eerste plaats denkkaders aan en verkent een aantal pistes met het oog op een verdere legitimering van de sector en is als dusdanig een beleidsondersteunend document. Het adviesrapport werd als achtergrond gebruikt worden voor een actieonderzoek dat meer duidelijkheid biedt inzake gemeenschappelijke positionering, afstemming en beleidsvoering van de regionale volkshogescholen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Agogiek • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Tine BUFFEL • Wim DE PAUW • Koen LOMBAERTS • Pieter MEURS • Tom VANWING
ikv TRALOTRA project cogranted by EC DG for energy and transport aan Provincia di Brescia (Italië) : Referring to work package 1 member to Steering committee : 5 meetings preparation (reading & comment) and 6 meetings participation (incl travel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project ontwikkelt innovatieve opleidingsinstrumenten met betrekking tot beste praktijken op het gebied van intermodaal transport, met de bedoeling de professionele vaardigheden en het beheer van logistieke en transportbedrijven te verbeteren. En dit via de creatie van eleerplatformen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS • Ethem PEKIN
Mapping/scanning van het veld in Vlaanderen m.b.t. sport als middel met een accent op maatschappelijke achterstelling. Voorstellen formuleren voor mogelijke pistes/acties/initiatieven voor de stichting vanaf 2009. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mapping/scanning van het veld in Vlaanderen m.b.t. sport als middel met een accent op maatschappelijke achterstelling. Voorstellen formuleren voor mogelijke pistes/acties/initiatieven voor de stichting vanaf 2009. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Formele, descriptieve en substantiële vertegenwoordiging van sociale klassen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Bram Wauters
Tevredenheidsonderzoek "Focus op Deurne". Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject focussen we op de tevredenheid van de 70.000 inwoners van Deurne. We zijn zowel geïnteresseerd in hun globale levenstevredenheid als in hun tevredenheid over het lokale politieke bestuur. Hiervoor gebruiken we een subtiele mix van zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoekstechnieken. Enerzijds vertrekken we van multilevel modellen om de belangrijkste determinanten te bepalen die leiden tot ontevredenheid. In die modellen baseren we ons zowel op individuele surveygegevens als op administratieve gegevens met betrekking tot de Deurnse statistische sectoren. De surveygegevens resulteren uit een toevalssteekproef, gestratificeerd in functie van de statische sectoren met het oog op een optimale territoriale spreiding. Anderzijds zullen we ook een beperkt aantal van onze respondenten fysiek samenbrengen om hen te laten discussiëren over specifieke 'critical incidents' die werden aangevoerd in de survey. Op deze manier hopen we een beter inzicht te verwerven in de processen die leiden tot ontevredenheid. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Nathalie Vallet • Peter Thijssen
Leerstoel Discriminatierecht. Universiteit Antwerpen Abstract: Leerstoel Discriminatierecht. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Stefan Sottiaux • Jan Velaers
Het effect van schuldafbetalingen op de armoedesituatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het effect van schuldafbetalingen op de armoedesituatie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Vredesopvoeding in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vredesopvoeding in Vlaanderen. Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Realisatie van onderzoeksmogelijkheden naar ulterieure trajecten en tendensen bij ex-aanvragers van een regularistie. (ROUTE) Universiteit Antwerpen Abstract: Realisatie van onderzoeksmogelijkheden naar ulterieure trajecten en tendensen bij ex-aanvragers van een regularistie. (ROUTE) Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid MIMOSIS & Euromod: MIMOD. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van twee AGORA-projecten (AG/01/086 "Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid" en AG/01/116 "Valorisatie van de microsimulatie van de Sociale Bescherming") werd een rekenmodel (MIMOSIS) ontwikkeld waarmee de verdelings- en budgettaire implicaties van hervormingen in de sociale zekerheid berekend kunnen worden op basis van administratieve gegevens. De essentie van het model bestaat in een gedetailleerde codering van de regelgeving in de sociale zekerheid en het toepassen ervan op een representatief staal van de Belgische bevolking. Het MIMOSIS-model werd geïntegreerd in de werking van de FOD Sociale Zekerheid en gebruikt voor de ondersteuning van de beleidsmakers bij het formuleren van beleidswijzigingen. Om het gebruik van het MIMOSIS-model te optimaliseren dient te worden nagegaan in welke mate het model zou kunnen gebruikt worden voor internationaal-vergelijkende simulaties. Het 'European Tax/benefit Model' (EUROMOD) verschaft hiervoor een belangrijk vergelijkingspunt Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist
Heeft aandachtsvertekening een automatische invloed op verslavinggedrag Universiteit Gent Abstract: Een kernprobleem bij alle vormen van verslaving is het gebrek aan bewuste controle over gedrag en gevoelens. In de cognitieve psychologie wordt dergelijk probleemgedrag meestal toegeschreven aan automatische processen en cognities. Het verblijf van Dr. Matt Field kadert binnen dit onderzoek naar de causale rol van aandachtsvertekening en automatische attitudes in verslaving. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Onderzoeksproject naar de effecten van mediaeducatieproject "Kranten in de klas" op het leesgedrag en aankoopgedrag inzake kranten van de betrokkenen en van het gezin Universiteit Gent Abstract: Kwalitatief onderzoek door diepte-interviews peilt bij allochtonen en leerlingen uit het tweedekansonderwijs naar hun attitude tegenover kranten en media, de appreciatie en sociale implementatie van het project en de mogelijke bijdrage van kranten tot integratie. Kwantitatief longitudinaal onderzoek door middel van enquêtes gaat attitudeveranderingen op lange en korte termijn na bij leerlingen van het lager en middelbaar onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karin Van De Wal
Student tutoring ter ondersteuning van "leren leren" in de lagere school Universiteit Gent Abstract: Binnen dit onderzoeksproject coachen masterstudenten Onderwijskunde lagere schoolleerlingen gedurende één semester rond "leren leren" en dit tijdens en na schooltijd. Ook de leerkrachten en ouders van de leerlingen worden betrokken via schooloverstijgende projectbijeenkomsten en schoolinterne ouderbijeenkomsten. Meer bepaald wordt de impact nagegaan van deze vorm van student tutoring op het gebruik van leerstrategieën, zelfsturing en leermotivatie van de lagere schoolleerlingen. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Hilde Van Keer
Een geïntegreerd macro-financieel model voor de Belgische economie Universiteit Gent
Abstract: In dit project analyseren we de interactie tussen liquiditeit, financiële prijzen (vastgoed en aandelenmarkten) en inflatie en dit op basis van modellen welke tijdsvariatie in de relaties toelaten. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
Oprichting van het onderzoekscentrum ARPS (Accounting Research Public Sector) Universiteit Gent Abstract: ARPS heeft als doel wetenschappelijk onderzoek te verrichten in de publieke en non-profit sector. Dit onderzoek kan uitmonden in wetenschappelijke en veeleer populaire publicaties enerzijds en de organisatie van congressen, colloquia en workshops anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Spatial data infrastructure and public sector innovation. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het SPATIALIST project wordt onderzocht hoe de Geografische Data Infrastructuur (GDI) in Vlaanderen verder ontwikkeld moet worden zodat een flexibele, eigentijdse en operationele infrastructuur gecreëerd wordt. Er wordt een multidisciplinaire aanpak gehanteerd waarbij rekening gehouden wordt met technologische, economische, juridische, sociale en bestuurskundige aspecten. Naar het einde van het project toe wordt er een Multi-Actor Multi-Criteria Anlayse (MAMCA) uitgevoerd, waar enkele beleidsopties met elkaar vergeleken worden om te achterhalen welke acties ondernomen kunnen worden voor de verdere ontwikkeling van de GDI in Vlaanderen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tessa GEUDENS • FRANK PLASTRIA • Dries MEERS • CATHY MACHARIS
ERASMUS MUNDUS PROGRAMMA "external cooperation window" - GRANT AGREEMENT. Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deel Kost dhr. Carlos MACHADO (55 % voltijds) ikv ERASMUS MUNDUS agreement tussen EC en Erasmus Hogeschool.(EMEC9) Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • JACQUES VILROKX
ERASMUS (Grant agreement for Action) : Jean Monnet European Module : European Integration and the City (ref. 07/0006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese modules - Dialoog tussen volkeren en culturen - De EU, globalisatie, economische welvaart, groei en sociale rechtvaardigheid en sociale cohesie - Europese burgerschap, Europese cultuur en Europese Geschiedenis Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Het onderzoeken van de conformiteit van de principes voor de uitvoeringsbesluiten van titel IV van het gemeentedecreet (voorbereid door het e3pos-project) met de IPSAS-standaarden Universiteit Gent Abstract: In het kader van deze opdracht werd nagegaan in welke mate de uitgangspunten van de financiële rapportering van de lokale besturen, zoals in concept voorbereid door het agentschap voor Binnenlands Bestuur, overeenstemmen met de algemeen aanvaarde IPSAS (= International Public Sector Accounting Standards) standaarden. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Knelpunten en opportuniteiten met betrekking tot de optimalisatie van de fijnmazige distributie Universiteit Antwerpen Abstract: De opdracht omvat het in beeld brengen van de knelpunten en opportuniteiten met betrekking tot de optimalisatie van de fijnmazige distributie. Dit gebeurt aan de hand van een uitgebreid en representatief literatuuronderzoek en de evaluatie van rele-vante voorbeeldprojecten in binnen- en buitenland. Doel van deze oplijsting is een inzicht te krijgen in de problematiek en de mogelijkheden inzake fijnmazige distributie om zo een concrete actie rond dit thema te kunnen kiezen en invulling te geven aan het deelproject 'spreiding van goederenvervoer in de tijd' van Flanders Logistics. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Uitwerking van een china-strategie. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een china-strategie. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
ERP as a service, acceptance, effective-ness and satisfaction Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Kevin Mc Hale
The impact of process recovery on consumer behavior Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Yves Van Vaerenbergh • Iris Vermeir
Werken in klassen met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Methodieken ter ondersteuning van leraren / Klassewerk. Het gericht ondersteunen van leraren in het leren omgaan met diversiteit in de klas. Het GOL(L)D-concept. Hogeschool Gent Abstract: Onze huidige maatschappij kenmerkt zich steeds meer en meer door haar diversiteit. Dit weerspiegelt zich op alle vlakken van de samenleving, ook in het onderwijs. Meer en meer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden opgenomen in de reguliere school, waardoor de toenemende diversiteit een reëel onderdeel is van de dagelijkse onderwijspraktijk. Dit betekent dat de leraar hiermee rekening zal moeten houden en genoodzaakt zal zijn om zijn aanpak aan te passen. Nochtans blijkt uit onderzoek dat leraren vaak niet voorbereid zijn en zich niet competent voelen om les te geven in een klas met kinderen met specifieke behoeften. Bovendien ervaren ze in vele situaties een tekort aan ondersteuning op de werkvloer. De Hogeschool Gent, Departement Lerarenopleiding, Ledeganck in samenwerking met Departement Sociaal-Agogisch Werk werkte binnen een PWO (Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek) een ondersteuningsconcept uit: het “GOL(L)D-concept” (Gericht Ondersteunen van Leraren in het Leren omgaan met Diversiteit ). Hierin worden de reeds bestaande competenties van leraren als vertrekpunt genomen om ze door middel van een activerende ondersteuning verder uit te bouwen. Het concept is bruikbaar voor leraren, zorgcoördinatoren, pedagogisch begeleiders, CLBmedewerkers,… maar ook voor betrokkenen uit andere beroepsvelden kan het inspiratie bieden rond ondersteuning en ondersteuningsmethodieken. Het GOL(L)D-concept wordt zo concreet mogelijk voorgesteld in drie producten zodat de brug naar de praktijk gemakkelijk kan worden gemaakt: een inleidend boek, een DVD en een verdiepingsboek. Het inleidend boek is het basiswerk waar een beknopte beschrijving is terug te vinden van het GOL(L)D)-concept met bijhorende uitgangspunten en zes praktijkvoorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden vertrekken vanuit een leervraag van de leraar. De lezer kan aan de hand van zijn interesses een keuze maken om met een bepaalde leervraag verder kennis te maken. De uitgeschreven trajecten zijn beeldend gemaakt in de DVD. Dit maakt het geheel sprekend en praktijkgericht. In het verdiepingsboek wordt meer duiding gegeven over bepaalde aspecten van het GOL(L)D-concept en zijn er werkinstrumenten en documenten terug te vinden. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Rosa David • Helena Vanhuysse • Stijn Vandevelde • Inge Van De Putte
Dyslexie als auditief temporeel informatieverwerkingsprobleem: een longitudinale studie. KU Leuven Abstract: Developmental dyslexia is a learning disorder that affects around 5 to 10% of children and adults. It is characterised by severe reading and spelling difficulties that are persistent and resistant to usual teaching methods and remedial efforts (Gersons-Wolfensberger Ruijssenaars,1997). The predominant aetiological view postulates that dyslexia results from a phonological deficit (Snowling, 2000). Research in the underlying neuro(psycho)logical dysfunction of dyslexia suggests that the phonological processing problems as such may result from a more fundamental deficit in the basic perceptual mechanisms that are responsible for auditory temporal information processing. Dyslexics tend to have difficultiesprocessing linguistic and non-linguistic stimuli that are short and enter the nervous system in rapid succession (for a review see Farmer Klein, 1995). Recent studies in this context focus more specifically on an impaired perception of dynamic aspects in the auditory signal itself, like a Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Stefan Sunaert • Bart Boets • Jean Steyaert • Ilse Noens
Hippocampale cognitieve capaciteit, neurale plasticiteit en reversibiliteit van neurocognitieve stoornissen bij muismodellen van de ziekte van Alzheimer.
KU Leuven Abstract: Alzheimer dementie (AD) is een neurodegeneratieve stoornis die gekenmerkt wordt door een geleidelijke achteruitgang van het geheugen en van andere cognitieve en gedragsmatige capaciteiten. Het is de meest voorkomende vorm van dementie in de westerse wereld, die wereldwijd miljoenen patiënten en hun families treft, en waarvoor tot op heden geen adequate therapie bestaat. De laatste jaren werden er transgene muismodellen voor alyloïdose enLof tauopathie gegenereerd. Deze modellen trachtten één van de of beide neuropathologische kenmerken van AD te repliceren, namelijk de ontwikkeling van extracellulaire ABeta-plaques en intracellulaire tau-kluwens die zich eerst manifesteren in hippocampus. We zullen onderzoeken of de algemene cognitieve capaciteiten en/of hippocampale plasticiteit gewijzigd zijn in deze muizen. In de laatste fase wordt de impact en het effect van therapeutische en farmacologische manipulatie nagegaan. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun • Ann Van der Jeugd
Exclusieve contracten en marktafscherming in de auto-industrie. KU Leuven Abstract: Economisten en beleidsmakers worden sinds jaren geconfronteerd met de vraag of verticale contracten de economische welvaart ten goede komen of schaden. Hoewel economische theorie recent nieuwe inzichten gebracht heeft in deze materie, zijn er nog geen ondubbelzinnige conclusies. Door devraag empirisch te beantwoorden, willen we deze lacune in de literatuurdichten. Concreet onderzoeken we het effect van exclusiviteitscontracten in de distributie van auto's. Exclusieve contracten kunnen nieuwe autoproducenten hinderen bij het zoeken naar distributeurs, waardoor de toetredingskosten stijgen en de contracten dienen als toetredingsbarrière. Een ander probleem ontstaat als toetreders een zeker aantal dealers nodighebben om hun vaste kosten te recupereren. In dit geval kunnen exclusieve contracten gebruik maken van dealers' gebrek aan coördinatie om toetreding te verhinderen. Deze marktsafschermingstrategieën kunnen ook dienen als handelsbelemmering door gevestigde binnenlandse bedrijven. And Organisaties: • OG Econometrie Leuven
Onderzoekers: • Frank Verboven • Laura Nurski
De pluraliteit van schuldenaars bij verbintenissen. KU Leuven Abstract: 1. Bij een pluraliteit van schuldenaren rijst de cruciale vraag of de schuldeiser elke schuldenaar kan aanspreken voor een deel van de schuld (deelbare gehoudenheid), dan wel voor de gehele som (algehele gehoudenheid). Algehele gehoudenheid is voor de schuldeiser veel voordeliger omdat hij mag kiezen wie hij tot betaling aanspreekt (inningsgemak) en het solvabiliteitsrisico voor rekening van de medeschuldenaren komt. 2. Het Belgisch recht vertrekt van een vermoeden van deelbaarheid (artikel 1202 BW), maar kent vele afwijkingen. Zo zijn handelaars in de regel algeheel tot nakoming van hun verbintenissen gehouden. In de rechtspraak wordt ook bij buitencontractuele aansprakelijkheid vaak een algehele veroordeling uitgesproken. Wanneer en waarom in het ene geval deelbare en in het andere geval algehele gehoudenheid bestaat, is niet steeds duidelijk. Wanneer zijn medeveroorzakers van dezelfde schade deelbaar of algeheel gehouden? Waarom bestaat tussen verschillende aannemers een algehele aa Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Matthias Vandenbogaerde
Grondwettelijke bescherming van private eigendom in China: ontwikkelingen in een tijdperk van globalisering en de implicaties daarvan KU Leuven Abstract: Het onderzoek beoogt in kaart te brengren welke instituties en hervormingen nodig zijn om de grondwettelijke beschelmring van de private eigendom, die recent in de Chinese grondwet werd ingeschreven (grondwetswijziging van 2004) te implementeren en realiseren. Op de eerste plaats wordt door middel van een historisch onderzoek nagegaan wat de drijvende krachten in de Chinese geschiedenis zijn die de positie van de private eigendom mee bepalen, dit in het licht van de ontwikkeling naar globalsiering zowel als lokalisering. Vervolgens worden de problemen en gebreken van de actuele toepassing van de grondwettelijke beginselen in het gerecht onderzocht en vergeleken met die in westerse landen; bijzondere aandacht wordt besteed aan de "nagelhuis"-gevallen . Tenslotte worden institutionele hervormingen voorgesteld om aan die probleme te verhelpen en worden voorbeelden uitgewerkt. Vanuit dit institutioneel perspectief wordt in het bijzonder een analyse gemaakt van het rechtsstatuut, de samenst Organisaties: • Inst. voor Handels- en Insolventierecht
Onderzoekers: • Matthias Edward Storme • N. N.
Het 'niet willen' behandeld worden van forensische patiënten: uiting vanzelfmisleiding of van 'traumatic progression'? De ontwikkeling en validering van de Mind-schaal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Hans Vertommen
Mediation in labor conflicts KU Leuven Abstract: In organisaties wordt bemiddeling (zowel face-to-face als met behulp van online tools) in toenemende mate ingezet om hiërarchische arbeidsconflicten op te lossen. Echter, het aantal studies dat bemiddeling onderzoekt in de context van hiërarchische arbeidsconflicten is erg beperkt. Weinig is dan ook geweten over de invloed van de formele hiërarchische positie en de ervaren macht van de conflictpartijen op het bemiddelingsproces, de percepties van de partijen of hun tevredenheid met de bemiddeling. Dit alles geldt des te meer voor de effecten van het
gebruik van online tools tijdens het bemiddelen van hiërarchische arbeidsconflicten. Met dit proefschrift wensen we een antwoord te formuleren op bovenstaande vragen. Meer specifiek onderzoeken we hoe onder- en bovengeschikten erkenning voor hun woede vanwege de bemiddelaar ervaren, en in welke mate ze bemiddeling als effectief percipiëren. Verder gaan we na of het type bemiddeling (face-to-face versus het gebruik van een online intake) een Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Martin Euwema • Katalien Bollen
Essays on institutions, market imperfections and agricultural development in Europe. KU Leuven Abstract: Deze verhandeling bevat zes hoofdstukken over de rol van instellingen en marktimperfecties op de ontwikkeling van de landbouwsector in Europa.Na een beknopt inleidend hoofdstuk, dragen het tweede en het derde hoofdstuk bij aan de bestaande kennis van de factoren die de herstructurering van de landbouwsector beïnvloeden. In het bijzonder bestuderen deze twee hoofdstukken de impact van de modernisering en institutionele innovaties in de voedselketen op de herstructurering van de landbouwsector in de EU nieuwe lidstaten. Beide hoofdstukken zijn gebaseerd openquêtegegevens van de Bulgaarse zuivelsector verzameld in 2003 en 2009.Hoofdstuk II analyseert de impact van contractuele problemen (gemeten als betalingsachterstanden) en institutionele innovaties (gemeten alsgebundelde contracten in de voedselketen) op de herstructurering van deBulgaarse zuivelsector in de periode 1994-2003. De resultaten laten zien dat betalingsachterstanden een negatieve invloed hebben op de groei van melkveebedrij Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Kristine Van Herck
Wetenschappelijke opdracht met het oog op een theorievorming over de arbeidswetgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het arbeidsrecht ondergaat ook als geen andere rechtstak de gevolgen van de schaalvergroting van de arbeidsmarkt en van de arbeidsverhoudingen. Aanvankelijk ontworpen als een correctie op een in wezen nationaal georganiseerde arbeidsmarkt, wordt het arbeidsrecht geconfronteerd met het gegeven dat de correctiemechanismen, die nationaal werden geconcipieerd, niet meer volstaan om de inperking van de sociale concurrentie onder werkenden in stand te houden. Heel wat indiciën lijken erop te wijzen dat we evolueren van een beschermend arbeidsrecht naar een "responsabiliserend sociaal concurrentierecht". Met deze poging om te komen tot een theorievorming over de arbeidswetgeving kan een bijdrage worden geleverd om de op gang zijnde mutaties beter te begrijpen en te verklaren. Dergelijke theorie kan dan meteen de basis vormen voor een hernieuwd inzicht in de rechtswetenschappelijke benadering van de rechtstak. Gelet op de gelijklopendheid tussen het Belgische en het Franse arbeidsrecht, lijkt het niet onredelijk om het onderzoek in hoofdzaak te steunen op een Belgisch-Franse socio-juridische realiteit. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux
Wetenschappelijke opdracht voor het uitbouwen van het programma rond de antecedenten en gevolgen van demografische diversiteit op verschillende niveaus van analyse, m.n. teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zoemt in op de antecedenten en gevolgen van demografische diversiteit op verschillende niveaus van analyse, met name teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Het programma poogt inzicht te krijgen in de oorsprong en gevolgen van diversiteit voor het functioneren en de prestaties van de betrokken sociale entiteiten. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone
Reacties op verschillende reclamestrategieën voor verscheidene merkstrategieën bij nieuwe productintroducties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel onderzoek te verrichten naar de impact van verschillende soorten reclamestrategieën (rationeel, emotioneel, en gemengd emotioneel) voor nieuwe productintroducties (lijnextensie, merkextensie en nieuw merk). Hierbij worden de persoonlijkheidskenmerken van het doelpubliek in acht genomen. Het onderzoek situeert zich dus binnen het kader van consumentengedrag, reclame en merkenbeleid. In eerste instantie zal de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten bestudeerd worden. Hierbij zal speciale aandacht geschonken worden aan gemengde emoties in reclame. In een tweede fase zal de modererende rol van bepaalde persoonlijkheidskenmerken op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten worden nagegaan. Tot slot zal gepeild worden naar het effect van herhaling op de effectiviteit van uiteenlopende reclamestrategieën voor verschillende merkstrategieën voor nieuwe producten. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Nathalie Dens
Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het georganiseerd bestuurlijk beroep kent een grote opmars als vorm van bestuurlijke rechtsbescherming tegen bestuurshandelingen. Bij ontstentenis van een algemene regeling terzake, heerst echter heel wat rechtsonzekerheid. Het onderzoek beoogt een algemene theorie te ontwikkelen inzake de georganiseerde bestuurlijke beroepen, die kan dienen als toetssteen voor bestaande en toekomstige regelgeving. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Ingrid Opdebeek • Joke Goris
Regulering en concurrentiebeleid. Besluitvorming inzake controle van fusies: de rol van communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een diepgaande economische analyse en modellering van het besluitvormingsproces inzake de regulering van fusies, waarbij de rol van de communicatie tussen concurrentieautoriteiten en bedrijven centraal staat. Volgende aspecten zullen uitgediept worden. 1) De rol van communicatie en informatie-uitwisseling tussen bedrijven en autoriteiten. 2)Invloed van communicatie op de keurze van een welvaarsstandaard. 3) Invloed van derden op communicatie en besluitvormingsproces. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert • An Renckens
Het Europees sociaal model: componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding van sociale uitsluiting in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek valt uiteen in twee centrale delen. In het eerste deel wordt gezocht naar de mogelijke kenmerken van een Europees sociaal model. Bestaat er een set van gemeenschappelijke kenmerken, en zo ja, hoe verhoudt die zich ten opzichte van de verschilpunten? Daarvoor wordt de structuur, de werking en resultaten in termen van doelmatigheid van de Europese sociale markteconomieën vergeleken met sociale markteconomieën elders in de wereld. De analyse wordt gebaseerd op sociaaleconomische data op micro- en macroniveau (LIS, ECHP (EU-SILC), ESSPROS en OECD data), aangevuld met een studie van de zeer omvangrijke literatuur ter zake. De empirische data zullen worden geanalyseerd vanuit een multidisciplinair kader in de traditie van de sociale beleidswetenschap: de samenhang en diversiteit van sociale arrangementen (input) worden beschreven, en in verband gebracht met beleidsvoering (throughput) en met de uitkomsten van het beleid in termen van sociale doelmatigheid (output). Het tweede deel van het onderzoek gaat na of een Europees sociaal model moet worden versterkt, en, zo ja, hoe dat moet gebeuren. Hiervoor wordt, ten eerste, gekeken naar het gemeenschappelijk instrument van de structuurfondsen. De analyse richt zich op de geldstromen, hun opzet, omvang en doelmatigheid. Vervolgens wordt de minimuminko- mensgarantie van de verschillende lidstaten onder de loep genomen, meer bepaald vanuit de vraag over welke mogelijkheden, zowel in principe als in politieke en economische realiteit, Europa beschikt om de nationale systemen van minimuminkomensbescherming te verbeteren. Ten slotte, wordt op basis van simulaties de impact van verschillende toekomstscenario's vergeleken. Dit gebeurt vanuit dezelfde interdisciplinaire invalshoek als in het eerste deel. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Stijn Rottiers
Afspraken met de fiscale overheid: de grenzen, juridische kwalificatie en rechtsgevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het te bestuderen voorwerp, nl. de 'afspraken' met de fiscale overheden (dus niet tussen de belastingplichtigen onderling), worden nader toegelicht en afgelijnd. Ter systematisering van de verschillende soorten afspraken, wordt er eerst een beeld geschetst van de 'afsspraken' die frequent in de nationele en internationale praktijk worden gemaakt. Verder worden bestudeerd : -het grondwettelijk kader; -de grenzen van fiscale 'afspraken'; -de juridische kwalificatie en haar rechtsgevolgen. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Elly Van de Velde
AIDS, de eenzame dood? Sociaal kapitaal als hefboom bij de implementatie van antiretrovirale behandelingen in de openbare gezondheidszorg in Zuid-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de verschillende dimensies van de kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten te analyseren. Het begrip "kwaliteit van het leven" dient men in de ruimste zin te interpreteren. Conform met gestandaardiseerde schalen, behelst de meting van kwaliteit van het leven zowel fysiek functioneren als psychisch, sociaal en rolgebonden functioneren en het vermogen om sociaal kapitaal te mobiliseren en ondersteuningsnetwerken in te schakelen. Nadat de verschillende achterliggende dimensies van kwaliteit van het leven van AIDS-patiënten zijn blootgelegd, begint de zoektocht naar de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden. Aan de hand van de verzamelde data van ongeveer 400 Zuid-Afrikaanse AIDS-patiënten zal de invloed van deze factoren op de globale kwaliteit van het leven van deze patiënten worden getest. Aan de invloed van hun antiretrovirale behandeling zal in het bijzonder aandacht worden besteed. Het betreft dus een onderzoek naar de dimensies van en de dynamiek achter de kwaliteit van het leven AIDS-patiënten in Zuid-Afrika. Wordt uitgevoerd in samenwerking met het Centre for Health Systems Research and Development (CHSR&D), University of the Free State (UFS), Bloemfontein, Zuid-Afrika. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Edwin Wouters
De welvaart en armoede van rurale gezinnen in tijden van oorlog en vrede: een micro-economische analyse met Burundese en Rwandese panel data. Universiteit Antwerpen Abstract: De welvaart en armoede van rurale gezinnen in tijden van oorlog en vrede: een micro-economische analyse met Burundese en Rwandese panel data.
Organisaties: • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Philip Verwimp
De effecten van etnische buurten op de arbeidsmarktintegratie van allochtonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek heeft als doel de effecten te analyseren van etnische geografische concentraties op de arbeidsmarktintegratie van mensen met een immigratie achtergrond. Het effect van etnische geografische concentraties is immers niet a priori duidelijk. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger • Liesbet Okkerse
Media in verkiezingstijd: Naar een verklaring van de inhoud van de verkiezingsberichtgeving in internationaal comparatief perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit project is de verschillen en gelijkenissen in de inhoud van de verkiezingsberichtgeving in vier gelijkaardige landen in kaart te brengen en te verklaren. Ter verklaring zal zowel worden gekeken naar de (gegeven) structurele kenmerken van het media-politieksysteem in de bestudeerde landen alsook, op basis van een eigen en originele survey, naar de politieke cultuur van omgang tussen politici en journalisten. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Peter Van Aelst
De rol van federalisering in het etno-politiek discours van politieke partijen en elites. De casus België (1968-2007) Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit project is dan ook het onderzoeken van de rol die federaliseringsprocessen in België hebben gespeeld in de evolutie van het etno-politiek discours van politieke partijen en elites. Onder 'etno-politiek discours' verstaan we zowel politieke standpunten als (manifeste en latente) nationale identiteitsconstructie (voor verdere details van de operationalisering, zie methodologie). Hoofdonderzoeksvraag is hoe het discours doorheen de periode zich ontwikkeld heeft en meer bepaald of dit gematigd dan wel geradicaliseerd is. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Dave Sinardet • Petra Meier
Goed bestuur voor de Europese Unie. Ontwikkeling van een model van "good governance/goed bestuur" dat bijdraagt tot de politieke en juridische legitimiteit van een meerlagig politiek systeem. Universiteit Antwerpen Abstract: Het "Witboek Governance" presenteert zich als een antwoord op de legitimiteitscrisis in de EU. Zowel rechtswetenschappers als politicologen beschouwen "goed bestuur" als een legitimiteitbevorderend instrument, maar staan kritisch ten aanzien van het huidige EU-concept. Dit onderzoek ontwikkelt op interdisciplinaire wijze een theoretisch EU-model van "goed bestuur" en toetst het bestaande EU-concept aan het theoretische ideaalmodel. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Johan Meeusen • Leonardus Adams
De invloed van religiositeit op intertemporele, sociale en arbeidsvoorkeuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestudeert de invloed van religiositeit op specifieke voorkeuren van centraal belang voor economisch gedrag. De hypothese dat religiositeit een significante invloed uitoefent op intertemporele tijdvoorkeur, op sociale voorkeuren en op preferenties voor werk, wordt getoetst zowel met enquête gegevens als met experimentele data. Daarbij wordt bijzonder nagegaan of er verschillen zijn in effecten van religiositeit in gemeenschappen met een christelijke of islamitische achtergrond. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Walter Nonneman
Het milieuwereldbeeld en milieurelevant gedrag van jongeren: een interdisciplinaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Op interdisciplinair wijze worden het milieuwereldbeeld en het milieurelevant gedrag van jongeren in Vlaanderen en in ontwikkelingslanden onderzocht. Een belangrijk aandachtspunt is de invloed van persoongebonden kenmerken en sociale contextgegevens. Ook de impact van milieueducatieve initiatieven in verschillende contexten wordt onderzocht, waarbij aandacht uitgaat naar verschillen tussen culturen, tussen subculturen en tussen urbane en rurale samenlevingen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ilse Loots • Peter Van Petegem
• Johan Bastiaensen
Het medisch-ethisch-juridisch statuut van stamcellen en stamcelonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is op zoek te gaan naar de toegangs-,kwaliteits-en veiligheidsvoorwaarden van stamcelonderzoek, in het licht van ethisch ¿ juridische beginselen als de autonomie van de persoon en de beschermwaardigheid van embryo's, in interactie met de voortdurende evolutie van de geneeskunde op dit vlak. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Thierry Vansweevelt
Wetenschappelijke opdracht (sabbatical) voor het verder onderzoek van politiek-economische aspecten van het GroteMerengebied in Centraal-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht (sabbatical) voor het verder onderzoek van politiek-economische aspecten van het Grote-Merengebied in Centraal-Afrika. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Project Gezinsdiagnostiek-ouderschapsbekwaamheid en gezinsbehandeling Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: 1.Evaluatie gezinsfunctioneren en uitwerking zorgadvies. Ontwikkeling en evaluatie van een evidence based protocol van probleemanalyse en diagnostiek. Het betreft een sterkte/zwakte analyse van het ouderlijk functioneren en een inventarisatie van de noden van betrokken kinderen. Zorgvuldige probleeminventarisatie en diagnostiek dient te leiden tot een geïntegreerd interventieadvies. 2. Interventieprogramma. Ontwikkeling en evaluatie van een evidence based interventieprogramma ter verbetering van ouderschapsbekwaamheid en ondersteuning in het dagelijks leven. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Politieke en discursieve strategieën van ambachtslieden onder druk: conflicten rond 'sociaal kapitaal' in 16de-eeuws Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal worden onderzocht hoe stedelijke middengroepen, via cooperatieve structuren, ageerden ten aanzien van de enorme spanningen waarmee de stad en haar inwoners te kampen kregen. Er wordt van uitgegaan dat Antwerpens 'Gouden Eeuw' op het eerste zicht gekenmerkt wordt door een relatieve sociale stabiliteit. Zo werd reeds gesuggereerd dat Antwerpenaren in de 16de eeuw er op één of andere wijze in slaagden een succesvolle sociale samenleving te vormen ondanks de vele ontwrichtende factoren waarmee de stad werd geconfronteerd. Denken we hierbij onder meer aan de acceleratie van het zich ontwikkelende handelskapitalisme met haar explosieve bevolkingsgroei, voortdurende immigratie, wisselende koopkracht, product-en procesinnovatie, verschuivende economische afhankelijkheidsnetwerken, langer wordende interdependentieketens, de armoedeproblematiek, polarisering -en proletariseringsprocessen, alsook de scherpe religieuze tegenstellingen en de Habsburgse centralisatiepolitiek. Wat betekenden deze ontwikkelingen voor het 'sociaal kapitaal' in de stad en welke politieke en discursieve acties ondernam het georganiseerde middenveld met het oog op het behoud en/of de ontplooiing van hun maatschappelijkee veerkracht en weerbaarheid? Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Ellen Burm
Modelopbouw voor falingsanalyse bij nieuwe productinnovatieprojecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit projecten worden een drietal strategische doelstellingen nagestreefd. In de eerste plaats is het de bedoeling om, via een uitgebreid empirisch onderzoek op grote schaal (Europees niveau), de kritische succes- en falingsfactoren van hoogtechnologische productinnovatieprojecten (met inbegrip van spin-offs en spinouts) te identificeren en de onderliggende relaties te achterhalen. In tweede instantie beoogt het onderzoek een instrument te ontwikkelen om het risico op een tech(olog)isch of economisch falen van een nieuwe productontwikkeling in een vroege fase te beoordelen. Als derde en laatste strategische doelstelling zal het onderzoek proberen het opgebouwde model te analyseren als hulpmiddel bij investeringsbeslissingen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Johan Braet • Sven De Cleyn
De illegaliteit en criminaliteit van foltering: op zoek naar een absoluut verbod in de schaduw van de oorlog tegen de terreur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het folterverbod vormt een van de hoekstenen van de mondiale samenleving, maar komt steeds meer onder druk te staan. Ten eerste wordt het principe niet ondersteund door de praktijk, daar men tot op vandaag in vele landen blijft folteren. In de context van de oorlog tegen de terreur raakt het verbod bovendien verder vertroebeld en het riskeert er zelfs het slachtoffer van te worden. Het onaantastbaar geachte beginsel wordt uitdrukkelijk in vraag gesteld en er gaan stemmen op om in het kader van deze strijd uitzonderingen toe te staan. De onzekerheid en onduidelijkheid die hierdoor is ontstaan neemt nog toe door aanverwante discussies die gevoerd worden over de exacte strekking van het folterverbod. Wat hier juist onder valt en wat de draagwijdte ervan is, is immers lang niet duidelijk. Door in te spelen op de twijfel en gebruik te
maken van de vaagheden en andere loopholes, tracht men alsmaar meer het verbod te omzeilen en dreigt het te worden uitgehold, hiermee een vacuüm creërend. Opzet van het project is klaarheid te scheppen in deze juridische verwarring, die wezen en toekomst van het folterverbod op het spel zet. De studie wil achterhalen wat de precieze inhoud en de reikwijdte van het verbod is en daarbij tevens het strafrechtelijke kader dat bestaat tegen folterdelicten in kaart brengen. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Joëlle Rozie • Steven Dewulf
Een vergelijkend onderzoek naar belangengroepen in de Europese handelspolitiek ten aanzien van China. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek betreft de relatieve invloed van verschillende belangengroepen in de Europese externe handelspolitiek ten aanzien van China. Tot op welke hoogte en waarom beïnvloeden belangengroepen van importeurs en groothandelaars in toenemende mate de EU handelspolitiek, en beleidsdomein traditioneel beheerst door producentengroepen? Door middel van een gecontroleerde vergelijking van verschillende belangengroepen wordt een antwoord gezocht op deze vraag. De specifieke, empirische doelstelling van dit onderzoek bestaat uit het komen tot een beter begrip van de politieke economie van het Europese handelsbeleid. Dit zal gebeuren aan de hand van de volgende drie onderzoeksvragen: 1) Verliezen de traditioneel invloedrijke producentenbelangengroepen van exporteurs en sectoren die concurreren met importen aan invloed op het Europese handelsbeleid? 2) Hebben importeurs en groothandelbedrijven vandaag de dag meer invloed op de beleidsbeslissingen van de Europese handelspolitiek dan tijdens de jaren tachtig en, zo ja, in welke mate? en 3) Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen voor zowel de institutionele structuur als de beleidsinhoud (protectie of liberalisering) van de Europese handelspolitiek? Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre • Jappe Eckhardt
Het juridische statuut van het ongeboren menselijke leven. Universiteit Antwerpen Abstract: Het juridische statuut van het ongeboren menselijke leven is naar huidig recht onzeker en betwist. Het doel van dit proefschrift is na te gaan welk (algemeen) juridisch statuut aan dit leven behoort toe te komen. Hiertoe wordt eerst een analyse gemaakt van de huidige juridische bescherming van het menselijke leven vanaf het ogenblik van de bevruchting tot aan de geboorte. Daarnaast zal ook het juridische persoonsbegrip grondig worden onderzocht. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Annelore Huygens
Sociaal-economische ongelijkheid herbekeken. Een onderzoek op de lange termijn en in een comparatief kader: Vlaanderen en Brabant, 15de-18de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Enerzijds heeft dit onderzoek tot doel onze kennis over economische en sociale ontwikkeling te vergroten. Zo hopen we een breder (historisch) perspectief te kunnen verschaffen aan de in de sociologie en economie steeds terugkerende vragen rond inkomens- en welvaartsongelijkheid en hoe deze adequaat kunnen gemeten worden (Lambert, 2001; Champernowne & Cowell, 1998; Milanovic, 2005). Aangezien de huidige methodes in het historisch onderzoek een aantal belangrijke tekortkomingen vertonen (Blondé, 2004), zal in de eerste fase van het onderzoek voornamelijk op basis van secundaire bronnen een grondige ijking van het methodologisch instrumentarium voor de meting van sociaal-economische ongelijkheid in de vroeg-moderne periode betracht worden. Anderzijds zal ook voor het eerst getracht worden om een beter inzicht te verkrijgen in de lange-termijnevolutie van de Vlaamse en Brabantse maatschappelijke structuren in de vroegmoderne periode. Zowel sociale, politieke, als cultuurhistorische studies lijden immers onder een gebrek aan sociale ijking. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Wouter Ryckbosch
Samenwerkingsstrategieën voor het bouwen van logistieke netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: De postulant wenst verder te bouwen op het empirisch onderzoek rond logistieke samenwerking door op modelmatige wijze een antwoord te bieden op de vraag hoe logistieke dienstverleners hun netwerken kunnen hertekenen met het oog op een duurzame en stabiele samenwerking. Hierbij staat de idee van een "samenwerkingspool" centraal, waarin coöpererende LDVs elk gezamenlijk te bedienen klanten of gezamenlijk uit te voeren activiteiten inbrengen. Aangezien het onderzoek rond het modelleren van coöperatieve logistieke netwerken nog in zijn kinderschoenen staat, zal de aandacht uitgaan naar single-echelon structuren, waarbij voor een gegeven klantenbestand de distributiecentra optimaal gelocaliseerd worden (in tegenstelling tot multi-echelon structuren waarbij tegelijkertijd ook de locatie van productiecentra wordt bepaald; zie v.b. Dullaert et al., 2005). Binnen de single-echelon structuur zal aandacht besteed worden aan twee probleemtypes. Het enkelvoudige distributieprobleem (EDP) behandelt de situatie waarin klanten via het distributiecentrum van de LDV enkel goederen ontvangen, zonder dat ze zelf goederen verzenden (v.b. bij de verkoop aan huis van diepvriesproducten). Bij het complexere meervoudige distributieprobleem (MDP) verzenden én ontvangen klanten via de LDV goederen (v.b. bij de behandeling van pakjes door koerierdiensten). De structuur van beide problemen laat echter toe dat resultaten uit de analyse van het EDP reeds de basis kunnen vormen voor de analyse van het MDP. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert • Christophe Theys
De impact van globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie op gezondheidssystemen op nationaal en districtsniveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek wordt uitgevoerd naar globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie in de gezondheidssector, waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning, alsook naar hun relatie met andere, meer verticale Global Health Initiatives (GHI) zoals The Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria; The Global Alliance for Vaccins and Immunisation (GAVI) en The President's Emergency Plan For Aids Relief (Pepfar). We stellen vast dat donoren in de gezondheidssector op dit moment eerder een tweesporenbeleid toepassen voor hun hulpverlening: enerzijds is er een focus op harmonisatie en "alignement", waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning. Dit in combinatie met het responsabiliseren van de lokale overheden om hen aan te zetten tot goed beleid. Anderzijds zijn er de GHIs die eerder in het Noorden worden gedefinieerd en vervolgens als het ware worden opgelegd aan het Zuiden. Deze kennen vooral een sterke groei op het vlak van de HIV/AIDS bestrijding. De dualiteit leidt tot ernstige coördinatie- en coherentieproblemen op nationaal en lokaal niveau. De hieruit voortvloeiende onderzoeksvraag is tweeledig. We onderzoeken hoe de ruime GHIs zich verhouden tot donor harmonisatie en "alignement" en daarnaast gaan we na wat de gevolgen van het tweesporenbeleid zijn in de ontwikkelingslanden, met de nadruk op het beleids- en implementatieniveau. De centrale doelstelling is bijdragen tot meer duidelijkheid in de complexe coördinatie tussen de verschillende donoren onderling en deze tussen donoren en de "recipient countries" in de gezondheidssector. Om dit onderzoek uit te voeren zal nauw samengewerkt worden met het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde waarbij de combinatie van een politiek-economische en een volksgezondheidsvisie wordt beoogd. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Van informele gemeenschapsmutualiteiten naar een formeel sociaal zekerheidsstelsel in India. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de hand van een aantal casestudy's van Indische gemeenschapsmutualiteiten wordt onderzocht op welke manier de socioinstitutionele context en politieke beleidsmaatregelen het succes van deze mutualiteiten en hun proces van schaalvergroting beïnvloeden. De resultaten uit deze analyse kunnen bijdragen tot het formuleren van beleidsadviezen met het oog op de uitbouw van een systeem van gezondheidsverzekering die de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg voor de Indische armen garandeert. Vanuit een kader dat armoede definieert als een lokaal institutioneel proces volgt de centrale hypothese dat sommige gemeenschapsmutualiteiten zich door hun verschil in organisatiestructuur beter kunnen aanpassen aan de institutionele realiteit waarin ze functioneren. Zodoende hebben sommige mutualiteiten meer kans om de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg op een duurzame manier te waarborgen en de armen in strategisch bruikbare netwerken in te bedden. Op die manier kunnen de gemeenschapsmutualiteiten de bestaande solidariteitsnetwerken en sociale actie vergroten tot op een schaal die politiek en economisch relevant is voor de Indische staten. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Joris Michielsen
De bewijswaardering in strafzaken: een blinde vlek in de strafrechtshervorming? Voorstellen tot bijsturing en hervorming van het Belgische bewijsrecht vanuit Europees en internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het vooropgestelde doctoraatsonderzoek heeft tot doel de bewijsregels, meer in het bijzonder de regels over de bewijswaardering onder de aandacht te brengen. Dit aspect werd bij recente hervormingsstromen in België onterecht te weinig benaderd, terwijl andere procedureregels in de laatste tien jaar ingrijpend werden gewijzigd. Sleutelen aan bepaalde aspecten van de strafprocedure kan echter het evenwicht verstoren en leiden tot onwenselijke gevolgen voor wat betreft de bewijswaardering. Zo wordt de taak van de bewijswaardering, die vroeger alleen toekwam aan de (vonnis)rechter, vandaag de dag uitgesmeerd over het gehele proces en over meerdere personen. Er wordt de vraag gesteld of dit wel de bedoeling was en of deze nieuw samengestelde familie van oude en nieuwe procedureregels wel houdbaar is. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Joëlle Rozie • Emmanuelle De Bock
Zorgbeleid in relatie tot het beleidsvoerend vermogen van de school en de professionaliteitsopvatting van leraren secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen het beleidsvoerend vermogen van de school en het zorgbeleid? De tweede onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen de professionaliteitsopvatting van leraren en het zorgbeleid? We verwachten met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag een positief verband tussen de mate waarin scholen erin slagen een zorgbeleid te realiseren en het beleidsvoerend vermogen van de school. We verwachten met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag: (1) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en een uitgebreide professionaliteitsopvatting en (2) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en de mate waarin leerkrachten zichzelf zien als pedagogisch deskundige, naast vakinhoudelijk en didactisch deskundige. Organisaties: • EduBROn • Expo-Eco
Onderzoekers: • Elke Struyf • Karen Keppens
Een praktische beslissingsprocedure voor de keuze van niet-lineaire afhankelijkheidsstructuren: een toepassing op de samenhang van activa binnen vermogensportefeuilles. Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de problemen waar zowel academici als niet-academici mee geconfronteerd worden wanneer gebruik wordt gemaakt van copula's, is de vraag hoe te kiezen uit het grote aanbod van copula's. Welke copula of welke familie van copula's moeten in een bepaalde situatie gebruikt worden om het beste resultaat te krijgen, en een optimale schatting te krijgen van de echte onderliggende afhankelijkheidsstructuur? De
keuze kan immers cruciaal zijn voor het resultaat, b.v. als het gaat om het bepalen van prijzen voor financiële producten (derivaten e.a.). Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig om een methode te ontwikkelen die toelaat om de verschillende copula's en de verschillende families met elkaar te vergelijken, en te zoeken naar mogelijke (statistische) verwantschappen tussen de verschillende copula's. Bovendien is het interessant na te gaan, of het dan mogelijk is om goede eigenschappen van verschillende copula's met elkaar te combineren. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Ann De Schepper • Frederik Michiels
Haalbaarheidsstudie naar een repetitieve prevalentiestudie onder de algemene bevolking (HARPA). Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: - Gedetailleerde vergelijking van de methodes en designs van algemene prevalentieonderzoeken in andere Europese landen - Evalueren van de sterktes, beperkingen, noodzakelijke voorwaarden en kostprijs van de verschillende opties met het oog op het uitvoeren van een dergelijke studie in België - Het uitvoeren van een beperkte cognitieve test van de op te nemen items in het prevalentieonderzoek in België Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
België: Staat in Europa - Lid-Staat van Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: België behoort tot de stichtende leden van de EG/EU. Vanuit Europeesrechtelijk oogpunt behoort de wijze waarop België als federale staat opereert in de EU tot de institutionele autonomie. Op intern-Belgisch vlak wordt in de regel enkel door constitutionalisten stilgestaan bij de politieke en juridische consequenties van het lidmaatschap voor de federale staat en de deelstaten. Dit onderzoek beoogt theorie en praktijk van het Belgische lidmaatschap in kaart te brengen. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Anne-Marie Van den Bossche
Belangenorganisaties en agendasetting in de WTO. Universiteit Antwerpen Abstract: De te ontwikkelen onderzoekslijn heeft als doel het meten en verklaren van beleidsagenda's en de daarbij behorende systemen van belangenvertegenwoordiging in het kader van internationale organisaties, meer bepaald het WTO. Ter voorbereiding van een onderzoeksaanvraag wordt daartoe: 1) bestudeert hoe de WTO belangenorganisaties registreert, 2)literatuur inzake organisatie populatie-ecologie bestudeert en 3)een state-of-the-art van het bestaande empirische onderzoek gemaakt. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers
Steunpunt Onderwijs en Recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt beoogt uit te groeien tot een excellentiecentrum in onderwijsrecht en onderwijsbeleid met een collegiale inter-disciplinaire en intra-disciplinaire werkwijze. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Daniël Cuypers
Language Network for Quality Assurance (LANQUA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit Erasmus-netwerk legt zich toe op 5 kerntaken: (1) interculturele communicatie, (2) vorming van taalleraren, (3) CLIL (Content and language integrated learning) in het Europese hoger onderwijs, (4) het ontdekken en bestuderen van de literatuur en cultuur uit andere landen in de brontaal als waardevolle bijdrage tot de verbetering van zowel taal- als culturele vaardigheden, en (5) taalleren. Dit project wil een Europese kwaliteitsnorm vastleggen ten behoeve van organisaties en stakeholders in het hoger onderwijs. LINGUAPOLIS participeert in het subproject "taalleren" en zal Belgische gevalstudies en goede praktijkvoorbeelden aandragen. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Armoede en inkomensongelijkheid bij ouderen, en armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksplan heeft als thema "Pensioenen en inkomenspositie van ouderen, in België en de EU, nu en in de toekomst." De maatschappelijke context van de vergrijzing van de bevolking, mobiliteit en migratie (van buiten de EU), enz. vormt een uitdaging om het wettelijk pensioenstelsel betaalbaar én legitiem te houden, zonder stijging van de armoede onder ouderen. De wetenschappelijke uitdaging betreft een beter begrip van het effect van de welvaartsstaat op het feitelijke inkomen en welvaart, met bijzondere aandacht voor ongelijkheden in de inkomensverdeling. Het project spitst zich toe op de onderwerpen: 1) armoede en ongelijkheid bij ouderen, met als doelstelling een beter begrip van welke pensioensystemen met welke kenmerken onder welke sociaal-economische omstandigheden effectief bescherming bieden aan ouderen tegen armoede en laag inkomen; 2) armoede en arbeidsmarktparticipatie bij ouders en kinderen, met als doelstelling een beter begrip (via een structureel model) van de relaties tussen sociaal beleid, gezinsvorming, arbeidsmarktgedrag, beschikbaar inkomen en het risico op armoede bij gezinnen met kinderen.
Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Strategie en organisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
Performantiecriteria voor de werking van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestaat uit 2 fasen: 1) uitwerking van ee mogelijk concept voor performantiemeting in de Vlaamse sociale huisvesting op basis van literatuuronderzoek, aangevuld met interviews. 2) verdere concretisering van het systeem van performantiemeting in overleg met de sector van de sociale huisvesting. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Organisatorische knelpuntenanalyse van datasharing in de ruimtemonitor in het kader van het Steunpunt Ruimte & Wonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Wouter Van Dooren
Analyseren en modelleren van tijdruimtelijk gedrag van voetgangers in stedelijke omgevingen op basis van moderne positioneringstechnieken en GIS Universiteit Gent Abstract: Dit post-doc project poogt een bijdrage te leveren aan het onderzoek met betrekking tot het analyseren en modelleren van voetgangersbewegingen in stedelijke omgevingen. Het doel is om nieuwe methodes uit te denken en te implementeren voor het (i) analyseren van vertoond gedrag, (ii) het modelleren van potentieel gedrag en (iii) het voorspellen van toekomstig gedrag van voetgangers. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Executieve functies bij kinderen met dyslexie en/of dyscalculie Universiteit Gent Abstract: Dyslexie en dyscalculie zijn vaak voorkomende leerstoornissen. Ze staan sterk in relatie tot elkaar. Een mogelijke verklaring hiervoor wordt gevonden in de de hypothese met betrekking tot deficits in executieve functies. Deze studie brengt daarom de profielen van executieve functies in kaart. Dit aan de hand van een vergelijkend onderzoek met vier groepen: dyslexie, dyscaluculie, dyslexie en dyscalculie, en een controlegroep. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Anne Desoete
Het verband tussen overheidsaanwezigheid en lokale sociale levenskwaliteit. Een onderzoek in de wijken van vier Vlaamse steden Universiteit Gent Abstract: De centrale onderzoeksvraag van dit project betreft de relatie tussen de fysieke aanwezigheid van een overheid enerzijds en de kwaliteit van het sociaal leven in een wijk anderzijds. Er zal een meetinstrument voor het concept 'fysieke aanwezigheid van een overheid' ontwikkeld worden. De kwaliteit van het sociaal leven zal gemeten worden aan de hand van objectieve en subjectieve data. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert • Carl Devos
Kwaliteit van Leven van broers en zussen van personen met een beperking Universiteit Gent Abstract: Kan het concept Kwaliteit van Leven van broers en zussen (brussen) de dynamische invloed van een kind met een beperking op de brussen in het gezin beschrijven en de ondersteuning aan deze brussen mee vorm geven en/of evalueren? De ontwikkeling van een specifiek instrument, dat de Kwaliteit van Leven van Brussen in kaart brengt, is noodzakelijk om deze vragen te beantwoorden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers:
• Herbert Roeyers
Segmentrapportering onder IAS/IFRS: onderzoek naar de impact van nieuwe regelgeving en naar de determinanten binnen een Europees kader Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit doctoraatsonderzoek is na te gaan of de nieuwe regelgeving een impact heeft op het gedrag van Europese beursgenoteerde ondernemingen om méér en sneller segmentinformatie te verstrekken aan de belegger. Daarnaast baseren we ons op de modellen van Harris (1998) en Nichols and Street (2007) om te onderzoeken waarom ondernemingen minder informatie willen verstrekken. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Ignace De Beelde • Patricia Everaert
De Europese Unie en de informatiekloof: een politiek-wetenschappelijke analyse van de besluitvorming binnen en de autonomie van Directoraat-Generaal Communicatie Universiteit Gent Abstract: Dit opzet bestudeert de besluitvorming van het Directoraat-Generaal Communicatie van de Europese Commissie van uit een Principal Agent Perspectief. Het onderzoek focust op de graad van autonomie in de beleidsvoering van dit DG en dit vanuit de machtsverhoudingen die spelen tussen dit DG en andere cruciale actoren zoals het Europees Parlement en de lidstaten. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
De gevolgen van complex trauma bij minderjarige slachtoffers van extrafamiliaal geweld: naar een nieuw diagnostisch concept? Universiteit Gent Abstract: Traumatische ervaringen kunnen tot ernstige problemen leiden, meestal omschreven met het concept ?posttraumatische stressstoornis?. Dit syndroom volstaat echter niet om de uiteenlopende problemen ten gevolge van het meemaken van een trauma te omvatten, zeker niet bij het meemaken van ?complex trauma?. Onderzoek bij volwassenen heeft geleid tot het conceptualiseren van het symptomencomplex kenmerkend voor de gevolgen van complex trauma als ?Complex PTSD?. Bij kinderen en adolescenten die slachtoffer zijn van complex trauma is dit nieuwe concept echter weinig bruikbaar. Daarom stellen van der Kolk en collegae (2005) het concept ?Developmental Trauma Disorder? voor als het geheel van problemen die kinderen als gevolg van complex trauma problemen kunnen ontwikkelen. Het voorliggend onderzoek wil nagaan of dit nieuwe concept eveneens toepasbaar is bij kinderen die het slachtoffer waren van complexe, meervoudige traumatische ervaringen van extrafamiliale aard (oorlog, geweld, vluchtervaringen, foltering,?), gezien onderzoek tot nu zich beperkt heeft tot complex trauma van intrafamiliale aard. Hiertoe zullen drie opeenvolgende onderzoekslijnen worden uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Culturele deelpublieken, cultuurbeleving en attitudes Universiteit Gent Abstract: Doel van dit onderzoek is tweeledig. Het wil enerzijds instrumenten ontwikkelen en valideren die esthetische disposities en attitudes tegenover kunst meten via (publieks)surveys. Anderzijds wil het de gemeten disposities in verband brengen met persoonskenmerken. Die kenmerken betreffen zowel veldspecifieke ervaringen, zoals genrespecifieke competentie/ervaring als socio-demografische variabelen, zoals leeftijd, opleiding of beroepscategorie. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Het visuospatieel werkgeheugen: inzichten uit fMRI onderzoek naar mentale voorstellingen en aandacht Universiteit Gent Abstract: Door middel van fMRI wordt onderzocht of binnen het neuronale netwerk van het viruospatieel werkgeheugen een onderscheid kan gemaakt worden tussen (1) een visueel versus spatiale component, en (2) het bijhouden versus manipuleren van informatie. Daarnaast wordt dit neuronaal netwerk ook gesitueerd ten opzichte van netwerken betrokken bij het richten van de selectieve aandacht, al dan niet gepaard met oogbewegingen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
De ontwikkeling van het Centre for the Study of Local Cultures aan Kuvempu University, India Universiteit Gent Abstract: Het project werkt mee aan de heropleving van de sociale wetenschappen en de menswetenschappen(zowel onderzoek als onderwijs) aan een rurale universiteit in Zuid-India. Het onderzoekscentrum Centre for the Study of Local Cultures (CSLC) richt zich op vernieuwend onderzoek naar de Indiase cultuur en samenleving, voornamelijk rond de problematieken van kaste/ongelijkheid en pluralisme/conflict. De doelstelling is ook om een feed-back loop met de locale samenleving in Karnataka te onderhouden (met NGO's, locale beleidmakers en de officiële instanties). Tegelijk zal er ook gewerkt worden aan de opstart van een Academie die het onderzoek in de menswetenschappen en de sociale wetenschappen op een institutionele manier moet behartigen. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Conflict adaptatie in een interpersoonlijke context
Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we hoe adaptieve processen plaatsvinden in een interpersoonlijke context. Er wordt onderzocht hoe het gedrag van een persoon beïnvloed wordt door de prestaties van een andere persoon, afhankelijk van de cooperatieve of compteitieve aard van de interactie. Naast gedragsonderzoek wordt ook fMRI onderzoek verricht. De specifieke rol van de anterieur cingulate cortex wordt onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Haalbaarheidsstudie naar een repetitieve prevalentiestudie onder de algemene bevolking Universiteit Gent Abstract: Hoewel België geen uitgebouwde onderzoekstraditie heeft m.b.t. algemene prevalentiegegevens inzake genotsmiddelen, is België t.a.v. het EMCDDA verplicht om basisgegevens m.b.t. de prevalentie van het druggebruik in de algemene bevolking te verstrekken. Dit onderzoek maakt een analyse van prevalentieonderzoeken in andere landen, en evalueert hun sterktes en beperkingen met het oog op het uitvoeren van een dergelijke studie in België. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Decorte
Empirisch onderzoek naar loopbaansystemen voor technische medewerkers: een alternatieve benadering via carrièreoriëntaties en persoonlijkheid. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek poogt de problemen met 'traditionele' loopbaansystemen voor technische medewerkers en industriële onderzoeks- en ontwikkelingsorganisaties te verklaren door na te gaan wat de relatie is tussen de carrière-oriëntaties van technische medewerkers, hun persoonlijkheidskenmerken, en hun voorkeur voor alternatieve carrière-benaderingen waarmee op het ogenblik in industriële O&O-organisaties geëxperimenteerd wordt. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Dirk Buyens
De interactie tussen competitie in de banksector, diversificaie van activiteiten en de stabiliteit van het financiële systeem Universiteit Gent Abstract: Recente evoluties in de financiële sector, in het bijzonder de expansie en de interactie van types financiële transacties en intermediairs hebben belangrijke voordelen gecreëerd (bvb. Op vak van transactiekosten, toegang tot kapitaal voor bedrijven, risicospreiding). Die recente tendensen kunnen echter rechtstreeks en onrechtstreeks de stabiliteit van het financieel systeem in gevaar brengen. Ten eerste wil ik nagaan hoe competitie in de banksector de stabiliteit van het financiële systeem beïnvloedt. In de tweede onderzoekspijler wil ik meer specifiek nagaan of geografische dan wel functionele spreiding bijdragen tot het verbeteren van de stabiliteit van de banksector. Finaal willen we nagaan wat de wisselwerking is tussen de financiële sector en de reële sector. Op die manier kunnen we nagaan waar de schokken ontstaan, hoe ze geabsorbeerd worden en wat de reële kosten zijn van financiële instabiliteit. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Taalverwerking en taalcontrole in tweetaligen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar tweetaligheid toonde aan dat tweetaligen beide talen activeren tijdens het lezen, luisteren en spreken in één taal. Het eerste deel van dit project onderzoekt in hoeverre de lexicale systemen van elk van deze verwerkingsmodaliteiten geïntegreerd zijn. Het tweede deel onderzoekt hoe tweetaligen de activatie in beide talen controleren om uiteindelijk het woord in de juiste taal te selecteren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wouter Duyck • Robert Hartsuiker
Niet welfaristische herverdeling. Universiteit Gent Abstract: We analyseren verschillende niet welfaristische herverdelingsmechanismen voorgesteld in de literatuur en ontwerpen een alternatief mechanisme. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Centrum voor Leesonderzoek (voortzetting) Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag behelst een hernieuwing van een ZAP-mandaat met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht om het onderzoek aan het Centrum voor Leesonderzoek, gefinancieerd door een Odysseusproject van de Vlaamse Regering, voort te zetten. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
Het scripten van CSCL: evaluatie van de impact van scripts in asynchrone discussiegroepen en wiki's Universiteit Gent Abstract: Dit project focust op het onderzoeken van (1) de impact van specifieke scritps op het samenwerkend leren in asynchrone discussiegroepen en in wiki's en (2) het accumulatieve aspect van het opbouwen van kennis in wiki's. Het empirisch vastellen welke
specifieke scripts een positieve impact hebben, heeft verder als doel te komen tot evidence-based richtlijnen voor de praktijk. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Strategieën in complexe vormen van hoofdrekenen: cognitie, emotie en ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Met huidig project zal de rol van het werkgeheugen in complexe rekenstrategieën onderzocht worden. We zullen nagaan (1) welke strategieën men gebruikt om complexe rekenopgaven op te lossen (cf. strategieselectie), (2) of bepaalde strategieën sneller en/of accurater uitgevoerd worden dan andere (cf. strategie-efficiëntie), en (3) wat de rol van het werkgeheugen is in dergelijke strategieselectie en -efficientie processen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
De agrarische arbeidsorganisatie in het Noordzeegebied, 1650-1850 Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een nieuw licht werpen op de oorzaken en gevolgen van de transformaties die zich tijdens de vroegmoderne tijd manifesteerden in de arbeidsverhoudingen en -markt binnen de agrarische sector in het Noordzeegebied. De primaire doelstelling bestaat erin om te bepalen hoe en in welke mate de wisselwerking tussen de economische, agrarische, institutionele en ecologische kenmerken of het zgn. sociaal agro-systeem van het onderzoeksgebied de overgang naar een kapitalistische arbeidsorganisatie hebben gestimuleerd, vertraagd of zelfs geneutraliseerd. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Erik Thoen • Eric Vanhaute
Socio-economische en etnische ongelijkheid in depressie in Europa: een cross-nationaal multilevelperspectief Universiteit Gent Abstract: Op basis van de European Social Survey (2006-2007) wordt de prevalentie van depressie in 27 verschillende landen in Europa onderzocht en onderling vergeleken. Focus ligt daarbij op socio-economische en etnische variatie. Verklaringen voor mogelijke verschillen in de ontwikkeling van depressie worden gezocht in individuele processen (microbenadering), in structurele en culturele landenkenmerken (macrobenadering), en in mogelijke interacties tussen beiden. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Overscholingspersistentie en verdringing op de arbeidsmarkt Universiteit Gent Abstract: Centraal in dit project wensen we te onderzoeken in welke mate overscholing tijdelijk of permanent is, en of overscholing effectief leidt tot de verdringen van lager geschoolden. Voor het onderzoek maken we voornamelijk gebruik van de SONAR-databank, die de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt in Vlaanderen in kaart brengt. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Eddy Omey
Regulering van hedge funds Universiteit Gent Abstract: Het eerste onderzoeksdeel beoogt een definiëring die hedge funds isoleert van andere vehikels voor gemeenschappelijke belegging. In een tweede fase worden de nefaste facetten van het fenomeen afgetekend tegenover zijn mogelijke stimulansen voor het ondernemingsgebeuren in ruime zin. De laatste fase onderzoekt op basis van de bevindingen uit het vorige deel de behoefte aan regulering. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Michel Tison
Gevoeligheid voor beloning bij kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Universiteit Gent Abstract: Via dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de afwijkende gevoeligheid voor bekrachtiging bij kinderen met ADHD en de impact van bekrachtiging op hun cognitieve prestaties. Het effect van verschillende bekrachtigingscondities en de neurologische maturatie van het rewardmechanisme (via fMRI) worden eveneens onderzocht. Aangezien er bij autismespectrumstoornissen eveneens deficits in motivationele processen bestaan, wordt de abnormale beloningsgevoeligheid ook bij deze klinische contrastgroep bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Een grondslagenonderzoek naar het verval van een recht in het Belgisch privaatrecht: zijn bestaan als een autonome rechtsfiguur en de afbakening ten opzichte van andere rechtsfiguren Universiteit Gent Abstract: De typische kenmerken - gevolg, toepassingsvoorwaarden en functie - van het verval van een recht worden onderzocht. Deze algemene theorie laat toe de bestaande rechtsleer en rechtsspraak te bekritiseren, die zich vaak dubbelzinnig opstelt, wanneer zij geconfronteerd worden met de toepassingen van het verval. Door een vergelijking met de bestaande sancties wordt bovendien onderzocht of het verval een noodzakelijk dan wel overbodig concept is.
Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Annelies Wylleman
Analyse van verplaatings- en interactiemogelijkheden vanuit een tijdgeografisch perspectief Universiteit Gent Abstract: Doel van dit odnerzoek is multi-persoons, multi-activiteiten bereikbaarheidsmaten op te stellen. Verder zal ook worden nagegaan hoe de bereikbaarheid van groepen van personen kan worden geschat. Bovengenoemde uitbreidingen moeten in staat zijn om nog beter het menselijk verplaatsingsgedrag te weerspiegelen en verder te penetreren op het micro-economisch beslissingsniveau. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
De modererende variabelen van het question - behavior effect Universiteit Gent Abstract: Mensen die gevraagd wordt een zeflpredictie te maken in verband met sociaal normatief gedrag hebben een significant grotere kans, dan een vergelijkbare controlegroep, om dit gedrag ook daadwerkelijk te stellen. Ook het beantwoorden van een intentie-vraag kan aanleiding geven tot een gedragsverandering. Om dit effect beter te kunnen gebrijpen zal onderzocht worden welke variabelen het question-behavior effect modereren. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Maggie Geuens
Een cognitief-neuropsychologisch onderzoek naar aandachtsprocessen bij depressie Universiteit Gent Abstract: De globale doelstelling van dit project is om een beter zicht te krijgen op de cognitief-neuropsychologische mechanismen van ?attentional shifting? bij depressie. Meer specifiek zal een Garner paradigma ontwikkeld worden om attentional shifting te bestuderen. De neuropsychologische correlaten van deze aandachtsproblemen zullen bestudeerd worden middels Event-Related Potentials (ERP). Eveneens zal nagegaan worden of attentional shifting beschouwd kan worden als een cognitieve kwetsbaarheidsfactor voor het ontwikkelen van depressie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Aandachtsvertekening en verslaving: experimenteel onderzoek met behulp van het "Attentional Blink" paradigma Universiteit Gent Abstract: Aandachtsvertekeningen lijken een rol te spelen in verslavingsgedrag. Ons doel is deze aandachtsvertekeningen met behulp van het Attentional Blink paradigma te onderzoeken. We zullen ons concentreren op psychometrische kenmerken van het paradigma, de predictieve waarde die de taak voor de klinische praktijk heeft en verschillende aandachtscomponenten die met de taak onderzocht kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
LANQUA : Language Network for Quality Assurance Universiteit Hasselt Abstract: Het contract is een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een EU-gesponsord project gecoördineerd door de University of Southampton en waaraan meer dan 60 EU-universiteiten meewerken. CTL werkt mee aan de subgroep "Interculturele verschillen" gecoördineerd door de Portugese universiteit van Faro. Doel is het opstellen van kwaliteitsstandaarden voor de opleidingen van vreemde-taalleraars en deze operationaliseren zodat EU-kwaliteitslabels kunnen toegekend worden. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS
Evaluatie van beleidsmaatregelen voor de promotie van milieuvriendelijke voertuigen. Evaluation of policy measures for the promotion of cleaner vehicles. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie verricht onderzoek naar de meest optimale beleidsmaatregelen die de milieuperformantie in het aankoopgedrag van wagens kunnen integreren. Hiertoe zal er in fase één een aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden. Dit micro-economisch model zal vooreerst de beslissingsfactoren die cruciaal zijn bij de aankoop van een wagen formuleren, opgesplitst naar private en bedrijfsvoertuigen. Vervolgens zal er een Life Cycle Cost (LCC) model opgemaakt worden dat zowel de private als de externe kosten in kaart zal brengen van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen. Een tweede onderdeel van de LCC analyse zal bestaan uit de analyse van prijselasticiteiten teneinde gedragsveranderingen als gevolg van prijsveranderingen te onderzoeken. Een laatste deel van de LCC-analyse bestaat uit simulaties onder nieuwe prijs- en regulatorische maatregelen. Tot slot zal het aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden gebaseerd op de verschillende marktsegmenten, beslissingsfactoren en elasticiteiten. Rekening houdend met de belangrijkste potentiële hindernissen, kunnen implementatiepaden ter promotie van milieuvriendelijke voertuigen ontwikkeld worden. In de tweede fase zal er gebruik gemaakt worden van de Multi-Actor-Multi-Criteria-Analyse (MAMCA) (Macharis et al., 2004) om het maatschappelijk draagvlak van de implementatiepaden te toetsen. Deze MAMCA zal toelaten beleidsaanbevelingen te formuleren die de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen in België moeten stimuleren. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers:
• Laurence TURCKSIN • CATHY MACHARIS
Kiezen voor multiconvivialiteit of sociale uitsluiting? Een praktische en theoretische juridische analyse van de geboden mogelijkheden voor een solidair gewestelijk stadsproject inzake veiligheid en overlast. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige onderzoeksproject heeft als opzet specifiek voor Brussel na te gaan welke rol het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de lokale overheden kunnen spelenin een geintegreerd integraal veiligheidsbeleid en dit in de specifieke context van een stedelijke gediversifieerde bevolkingssamenstelling. Uitgangspunt hierbij is dat een legitieme veiligheidspolitiek door alle bevolkingsgroepen moet worden gedragen en en een coherent antwoord dient te bieden op de realiteit van de stedelijke diversiteit, dus zonder (arbitrair) uit te sluiten noch te assimileren. Vertrekpunt van dit onderzoek betreft de vaststelling dat gemeenten belangrijke nieuwe bevoegdheden hebben gekregen inzake overlast en veiligheid. Mede door de rekbaarheid van deze begrippen, rijst de bekommernis voor de aanwending van dergelijk nieuw instrumentarium op een wijze die sociale uitsluiting met zich meebrengt, in het bijzonder van minderheidsgroepen. Aldus peilt de centrale onderzoeksvraag van dit project naar de regierol die het Gewest kan spelen om haar 19 gemeenten te sturen bij de conceptualisering van hun lokaal overlast- en veiligheidsbeleid, zodat hierbij geen sociale uitsluiting plaatsgrijpt, doch daarentegen een gewestelijke ontwikkeling naar multiconvivialiteit (multivconvivialité) in de hand wordt gewerkt. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Naar een succesvolle differentiatie in de detailhandel. Onderzoek naar het proces en de impact van differentiatie en positionering in de kleinhandel: antecedenten, gevolgen en medererende factoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van verzadiging, wordt de West-Europese kleinhandel tegenwoordig getekend door hevige concurrentie. een voor de hand liggende reactie van de gevestigde detaillisten bestaat in het verlagen van de prijzen. Nochtans is dit een straatje zonder eind: de marges van de detaillist zakken erdoor, zonder dat er meer omzet gedraaid wordt. Door enkel de 'prijzen te benadrukken en geen andere vormen van differentiatie, ziet de consument ook geen andere verschillen meer tussen de retailers, wat store switching in de hand werkt. We observeren algemeen ook een vervlakking van het winkelaanbod. Het doel van dit doctoraatsvoorstel is een wetenschappelijk denkkader te ontwikkelen over differentiatie in de kleinhandel. De centrale onderzoeksvraag luidt: "Hoe kan een kleinhandelaar zich differentiëren van de concurrentie en een duurzaam concurrentieel voordeel opbouwen in de huidige competitieve, prijsgedreven omgeving". Het bestuderen van alternatieve mogelijkheden om zich te onderscheiden, het proces zelf alsook de impact ervan op winkelkeuze, patronage en loyaliteit bij de consument, staat ons toe dit kader verder uit te werken, te testen en te verfijnen. Voortbouwend op de bevindingen uit de literatuur, willen we een beter inzicht verkrijgen in het differentiatieproces, de alternatieve onderscheidende strategieën, de antecedenten en resultaten van differentiatie in het algemeen, en meer specifiek van de alternatieve strategieën. Dit doen we aan de hand van een combinatie van exploratiedf onderzoek, voor het verder ontwikkelen van het model en kwantitatief onderzoek voor het testen ervan. Op basis van deze bevindingen kunnen we vervolgens ook praktijk relevante aanbevelingen doen naar detaillisten die een lange termijn visie nastreven. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
Vreedzame competitie: de dynamieken van regionale veiligheid in Azië. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds Azië zich opnieuw op het economische en politieke voorplan van de internationale scène heeft gewerkt, zijn tal van publicaties verschenen die er de regionale veiligheid onder de loep nemen. Men is het erover eens dat de veiligheidsbelangen van de verschillende landen in Azië sterk genoeg aan elkaar hangen om te kunnen spreken van een aantal regionale veiligheidscomplexen. Maar welke en wiens belangen geven gestalte aan dit complex? Verhoogt de huidige veiligheidsstructuur de kansen op duurzame vrede in Azië? Dat zijn de twee centrale onderzoeksvragen voor dit project. Bovendien introduceert deze studie een nieuwe wijze van analyse die de patstelling doorbreekt tussen het ad hoc empirisme van de regiostudies (area studies) en de empiriearme en daardoor erg speculatieve analyses vanuit de diverse theorieën van de internationale betrekkingen. Een veiligheidscomplex betreft een afgebakend gebied waarin de veiligheidsbelangen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn (Buzan en Wäver 2003). In tegenstelling tot mondiale interdependentie, putten deze veiligheidscomplexen specificiteit uit de interactie tussen een aantal aangrenzende staten enerzijds en lokale geopolitieke eigenheden anderzijds. In dit opzicht brengt dit onderzoek een eerste inhoudelijke vernieuwing aan door afstand te nemen van de gangbare indeling van Azië in vier veiligheidscomplexen: Oost, Zuidoost, Zuid en Centraal Azië. In plaats daarvan zal ik beargumenteren dat er sprake is van één supercomplex waarbij de verschillende subregio.s aaneengesloten worden dankzij de overlappende aspiraties van de vier Aziatische grootmachten: China, India, Japan en Rusland. India bijvoorbeeld, beperkt zijn ambities niet langer tot de omgeving rond de Indische Oceaan, maar verruimt zijn blikveld naar Centraal Azië en zelfs naar de grondstoffenrijke Zee van Okhotsk. Japan vergroot zijn diplomatieke en militaire reikwijdte steeds meer naar Centraal Azië en ten westen van de Straat van Malacca. Rusland wil dan weer zijn aanwezigheid opbouwen in Zuidoost Azië. Dat brengt ons bij de vraag welke belangen de ontwikkeling van het nieuwe supercomplex aandrijven. Het antwoord dat op basis van voorbereidend onderzoek wordt voorzien, doorbreekt de stellingenoorlog tussen de onderzoekstradities van het realisme en het liberalisme. De evolutie van het Aziatische veiligheidscomplex wordt zowel gegenereerd door het mechanisme machtsevenwicht (realisme) als door het mechanisme van de markt (liberalisme). Het eerste leidt tot strategisch wantrouwen, het tweede tot steeds intensere economische interdependentie. Overlappende economische belangen creëren nieuwe politieke en militaire veiligheidsdilemma.s, maar nopen tegelijkertijd tot overleg en samenwerking. Ik noem dit het veiligheidscomplex van 'wantrouwende vrede' of 'anarchic peace' De vraag is dan ook of en onder welke voorwaarden een dergelijk veiligheidscomplex kan resulteren in een duurzame vrede. Voorbereidend onderzoek wijst op een belangwekkende evolutie. Tijdens de Koude Oorlog lagen kleine en zwakke staten aan de basis van regionale multilaterale samenwerkingsverbanden in Azië, op het Amerikaanse Cento en Seato na. In de jaren negentig leek multilateraal veiligheidsoverleg te evolueren tot de belangrijkste diplomatieke modus operandi. Zelfs machtige staten zoals China, India en Japan pasten zich aan de multilaterale agenda.s aan. Als gevolg van de financiële crisis, van een nieuwe Azië-politiek van de Verenigde Staten en van de grote ambities van China, India, Japan en Rusland werden deze fora echter geënterd door de regionale grootmachten om hun eigen belangen door te drukken én om elkanders invloed zoveel mogelijk in te dammen. Daarenboven beoefent het kwartet unilateraal multilateralisme waarbij nieuwe regionale fora worden opgericht enkel en alleen om de nationale belangen te behartigen. Kleine, participerende staten hebben hierbij een ondergeschikte positie, maar zien de kans schoon om de vier groten tegen elkaar uit te spelen. Als deze toestand aanhoudt, dreigt een nieuw scenario, dat van regionale chaos. In diverse landen gaat het veiligheidsdilemma immers ten koste van de interne stabiliteit. Staten zoals Myanmar, Pakistan, Noord- Korea en Oezbekistan zijn daar de meest uitgesproken voorbeelden van. Het huidige wetenschappelijke onderzoek naar regionale veiligheid en samenwerking in Azië is grotendeels ontaard in een versnipperde massa tegenstrijdige interpretaties. Eén denktak benadrukt economische ontwikkeling als de drijfveer van de diplomatieke toenadering en de politieke cohesie. (Zie bijvoorbeeld: Jayasuriya 2004, Kerr 2003) Verschillende academici wijzen op de geopolitieke constellatie als verklarende factor.
(Ondermeer: Lym 2004, Ross 1999) Anderen onderstrepen de rol van regionale grootmachten, de zogenoemde .hegemons., (Zie bijvoorbeeld: Buzan 2003) terwijl anderzijds ook de rol van de kleine landen wordt beschouwd als belangrijkste verklaring voor regionale veiligheidscomplexen (Acharya 2001, Paul 2005). Tot slot worden ook de zogenoemde Aziatische waarden aangehaald (Zie: Mauzy 1997, Oga 2004). Liberalisme, realisme, constructivisme, Engelse School. alle belangrijke theoretische stromingen van de internationale betrekkingen zijn hierbij vertegenwoordigd. .Deze paradigmaoorlog is weinig zinvol,. zo stelt David Kang. .Het uitspelen van realisme, constructivisme en liberalisme om gelijk te krijgen is vergleden in een loopgravenoorlog en weinig verhelderend onderzoek.. (Kang 2003, 83) Met de idee van .anarchic peace. doelt dit onderzoeksproject op een zinvolle synthese. Hierbij wil ik tevens komen tot een nieuwe onderzoeksmethodiek voor het bestuderen van regionale veiligheidscomplexen die verder bouwt op de idee van retroductieve analyse. Dit impliceert een dialectische interactie tussen empirische feiten, in dit geval area studies, en theoretische abstractie. (Bhaskar 1975 en Danermark 2002) Aan het einde van het onderzoeksproject zal ik een aanzet geven om deze methode toe te passen op andere veiligheidscomplexen, in het bijzonder in Afrika, Europa en Latijns Amerika. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Globalisering, arbeidsonzekerheid en gezinsvorming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoekskader en probleemstelling Waar "industrialisering" en "modernisering" belangrijke trefwoorden waren om maatschappelijke veranderingen in het Westen in de 19de en een groot deel van de 20ste eeuw te beschrijven, lijkt "globalisering" het trefwoord voor sociale verandering sinds het einde van de 20ste eeuw. Omdat dit concept te pas en te onpas in de mond genomen wordt, is een eenduidige definitie geen overbodige luxe. Blossfeld e.a. (2005) stellen dat dit begrip vier met elkaar verweven, structurele verschuivingen samenvat, nl. (1) de internationalisering van de markten en de afbrokkeling van nationale grenzen, (2) de intensifiëring van concurrentie d.m.v. deregulering, privatisering en liberalisering, (3) de toegenomen verspreiding van kennis o.i.v. nieuwe communicatietechnologieën en (4) een toegenomen belang van het marktmechanisme dat sterk afhankelijk is van toevallige 'shocks' ergens ter wereld. Hoewel globalisering zich het meest expliciet in de publieke sfeer manifesteert, staan de vermelde verschuivingen niet los van veranderingen in de private sfeer. Ook in die private sfeer is de voorbije decennia heel wat veranderd. Het Westen werd de voorbije decennia onder meer gekenmerkt door een forse toename van het ongehuwd samenwonen, historisch lage vruchtbaarheidscijfers, uitstel van ouderschap en nooit eerder geziene niveaus van echtscheiding. Deze evoluties werden door Lesthaeghe en Van de Kaa (1986) ondergebracht onder de noemer 'de tweede demografische transitie'. Deze transitie startte ruwweg al in de jaren 1960 maar er zijn aanwijzingen dat globalisering tegenwoordig een aantal van de genoemde tendensen in het gezinsleven versterkt (Blossfeld e.a., 2005). De focus van dit doctoraatsproject ligt precies op de verbanden tussen globalisering en hedendaagse processen van gezinsvorming. Op welke manier beïnvloedt globalisering individuele beslissingen m.b.t. samenwonen, huwen en het krijgen van kinderen? Globalisering, het levensloopperspectief en gezinsvorming Het levensloopperspectief heeft zich de laatste jaren in het gezinsonderzoek een welverdiende plaats toegeëigend. Dit perspectief heeft aandacht voor het dynamische karakter van de levensloop, voor de invloed van macroprocessen en voor de koppeling tussen trajecten binnen verschillende levensferen (Kalmijn, 2003). Een individu is immers niet enkel partner, echtgenoot/echtgenote of ouder (in de private sfeer) maar combineert deze rollen vaak met rollen in de publieke sfeer. Veranderingen op vlak van gezinsvorming worden in het wetenschappelijke debat dan ook niet zelden in verband gebracht met veranderingen op vlak van arbeid. Zowel de theoretische als de empirische focus ligt daarbij vooral op de combinatie van beroepsarbeid en moederschap (zie o.a. Sobotka, 2004). Van recentere datum is de aandacht voor de invloed van globalisering op gezinsvorming (zie o.a. Blossfeld e.a., 2005; Sobotka, 2004). Blossfeld e.a.(2005) argumenteren dat 'onzekerheid' één van de kernbegrippen is die globalisering als macroproces koppelt aan de manier waarop jongvolwassenen vandaag de dag hun levensloop inkleuren (Blossfeld e.a. 2005, p.2; Sobotka, 2004, p.20). De geschetste mechanismen creëren namelijk een aanzienlijke mate van structurele onzekerheid die op haar beurt een belangrijke impact heeft op de toekomstplannen en -visies van jonge mannen en vrouwen. Het concept 'onzekerheid' wordt door Blossfeld e.a. (2005, pp.18-19; Sobotka, 2004, p.20) theoretisch en empirisch verder uitgediept door een onderscheid te maken tussen economische onzekerheid, temporele onzekerheid en onzekerheid m.b.t. arbeidsrelaties. Blossfeld e.a. (2005, p.16) formuleren de volgende basishypothese. Door de toegenomen onzekerheid is het vandaag de dag moeilijker om weloverwogen, rationele keuzes te maken. Dit draag ertoe bij dat jongvolwassenen beslissingen op de lange baan schuiven die een langdurig engagement met zich meebrengen, zoals trouwen en (vooral) het krijgen van kinderen. In de plaats daarvan kiezen zij voor meer vrijblijvende alternatieven zoals het ongehuwd samenwonen. Ondanks de aantrekkelijkheid van deze hypothese wijst Sobotka (2004, p.21-22) er op dat het verband tussen onzekerheid en gezinsvorming erg complex is. Meer bepaald moeten belangrijke genderaspecten in rekening worden gebracht. Zowel de genderopvattingen op macroniveau als deze op microniveau spelen wellicht een intermediaire rol in het verband tussen onzekerheid en gezinsvorming. Eveneens mag de rol van zogenaamde 'institutionele filters' (Blossfeld e.a., 2005, p.6) niet uit het oog verloren worden. Met deze term wordt bedoeld dat het onderwijssysteem, de geïnstitutionaliseerde arbeidsrelaties, het welvaartsregime en het gezinsbeleid van een bepaald land een intermediaire rol spelen. Meer onderzoek naar de complexe relatie tussen (de verschillende vormen van) onzekerheid en beslissingen i.v.m. gezinsvorming en de rol van gender en zogenaamde 'institutionele filters' daarin is dan ook noodzakelijk (Sobotka, 2004, p.22). Onderzoeksvragen Dit doctoraatsproject komt tegemoet aan deze oproep en gaat meer specifiek in op de rol van de flexibilisering en 'vertijdelijking' van arbeid. Dit zijn deelaspecten van globalisering waarmee vele Westerse landen het hoofd boven water trachten te houden in een steeds globalere concurrentiemarkt. Ook in Vlaanderen neemt het aandeel tijdelijke werknemers (met contract van bepaalde duur of tewerkgesteld als uitzendkracht) sinds de tweede helft van de jaren 1990 stelselmatig toe. Levenslange werkzekerheid bij één werkgever komt steeds meer op de helling te staan. Gevolg van deze flexibilisering en vertijdelijking van arbeidsrelaties is een toename van het fenomeen van jobonzekerheid. De Witte (2006, p.252) definieert dit als 'de bezorgdheid over het voortbestaan van de huidige arbeidsplaats'. In termen van Blossfeld e.a. (2005) verenigt jobonzekerheid zowel economische als temporele onzekerheid in zich. Onderzoek wijst uit dat de mate van jobonzekerheid correleert met een aantal sociaal-demografische (bv. opleiding en sociale klasse) en psychologische karakteristieken maar ook samenhangt met structurele maatschappelijke factoren (bv. werkloosheidsgraad) (De Witte, 2006, p.256-257). De Witte wijst erop dat jobonzekerheid niet alleen negatieve gevolgen heeft voor het werkgerelateerde welzijn van de werknemer maar ook voor zijn of haar algemene welbevinden. Bovendien kan verwacht worden dat, uitgaande van het levensloopperspectief en het theoretisch kader dat Blossfeld e.a. vooropstellen, mannen en vrouwen hun gepercipieerde jobonzekerheid mee in beschouwing nemen in beslissingen m.b.t. gezinsvorming. Enerzijds heeft jobonzekerheid immers belangrijke gevolgen voor de financiële zekerheid en stabiliteit van jonge mensen, in het bijzonder voor lageropgeleiden (economische onzekerheid). Anderzijds heeft jobonzekerheid een effect op de tijdshorizon waarbinnen jonge mensen hun toekomst plannen en engagementen aangaan (temporele onzekerheid). Beide vormen van onzekerheid worden meer dan eens in verband gebracht met de timing van uit huis gaan, samenwonen, huwen en de komst van kinderen. Samengevat luiden de onderzoeksvragen van dit doctoraatsproject als volgt. Hoe beïnvloeden flexibele en tijdelijke arbeidsvormen beslissingen m.b.t. uit huis gaan, samenwonen, huwen en de stap naar het ouderschap? Welke rol speelt het fenomeen 'jobonzekerheid' daarin? Is dit verband verschillend voor mannen en vrouwen? Op welke manier beïnvloeden 'institutionele filters' de relatie tussen enerzijds flexibele en tijdelijke arbeidsvormen en jobonzekerheid en anderzijds tussen jobonzekerheid en gezinsvorming? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Gedifferentieerde socialisatie in de symbolische samenleving. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het uitgangspunt van dit onderzoeksproject is de groei van de symbolische samenleving. De diagnose over de ontwikkeling van een dergelijk maatschappijtype steunt op twee stellingen. Ten eerste, detraditionalisering leidde niet tot een geïndividualiseerde samenleving in de zin van een samenleving waarin het denken, voelen en handelen van individuen individueler is geworden en minder beïnvloed wordt door maatschappelijke processen die homogeniteit creëren binnen de groepen die zij afbakenen. Empirisch onderzoek documenteert die stelling (o.a. bijdragen in Elchardus & Glorieux, 2002; Duyvendak en Hurenkamp, 2004; Pollack, 1996). Ten tweede, de cruciale verandering betreft een verandering in de wijze van sociale controle, waarbij schaarste, traditie, levensbeschouwing en ideologie een minder belangrijke rol spelen, socialiserende en beïnvloedende instellingen een meer belangrijke rol spelen. De homogeniteit in denken, voelen en handelen binnen groepen afgebakend op basis van materiële condities, levensbeschouwing en ideologie zou volgens die stelling minder groot worden, die binnen groepen afgebakend op basis van een gelijkaardige confrontatie met socialiserende en beïnvloedende instellingen groter. Die verschuiving komt onder meer ook tot uiting in het groeiende belang van "culturele" variabelen bij de verklaring van denken, voelen en handelen, alsook in de verschuiving van sociologie van cultuur naar culturele sociologie waarin de invloed van aangeboden culturele vormen en inhoud belangrijker wordt (Alexander, 2003). Tegen de achtergrond van die theorie formuleert dit project 4, empirisch te onderzoeken vragen. We formuleren telkens de theoretische achtergrond van de vraag, de onderzoeksvraag zelf, de gegevensbronnen en de methoden die zullen worden aangewend om ze te beantwoorden. 1. Naar een nieuwe structurering van de samenleving? De structuur van de Belgische samenleving werd gedurende lange tijd benaderd in termen van verzuiling (Huyse, 2003; Billiet, 2004; Post, 1989). Dat begrip en het verwante begrip 'breuklijn' verwijzen naar verschillen in materiële condities (sociaal-economische breuklijn), in traditionalisering en levensbeschouwing en taal-etnische identiteit. Volgens de thesis van de symbolische samenleving boet de sociologische basis van die verschillen aan belang in. Hun rol in de structurering van de samenleving zou derhalve moeten afnemen, ten bate van verschillen die meer rechtstreeks verbonden zijn met verschillen in de confrontatie met socialiserende en beïnvloedende instellingen. De vraag die we ons stellen is of er zich in de samenhang van die instellingen een duidelijke structuur aftekent, die kan dienen als basis voor nieuwe vormen van maatschappelijke structurering. In moderne samenlevingen worden 4 socialisatieruimtes onderscheiden: het gezin, de school, de culturele ruimte en het sociale netwerk van mensen. In elk van deze ruimtes kan een interne structurering en segmentering worden onderscheiden. Voor gezinnen zien we gradaties in opleidingsniveaus, culturele en maatschappelijke participatie. Het onderwijssysteem werd opgedeeld in onderwijsvormen en studierichtingen. In de media zijn er verschillen naar zenders en programma's. In het verenigingsleven vinden we tenslotte uiteenlopende typen verenigingen terug. Met betrekking tot de aard en mate van contact met die socialisatieruimtes worden er opvallend consistente patronen vastgesteld. 'Democratisch' onderwijs betekende bijvoorbeeld voornamelijk massaonderwijs, veel minder het doorbreken van de sociale reproductie in deze ruimte (o.a. Pelleriaux, 2001; Dimaggio, 1982; Bourdieu & Passeron, 1979). Analyse van de media- en smaakvoorkeuren toont samenhangende patronen die de culturele ruimte opdelen (Stevens, 2001; Hakanen & Wells, 1993). Er is daarbij een opmerkelijke overeenstemming tussen de voorkeuren van ouders en diegenen van hun kinderen (Siongers & Mestdag, 2002; Nagel, 2004). Voorkeuren in media en smaak die op hun beurt weer samenhangen met het gevolgde onderwijs (Elchardus & Siongers, 2002). Ook bij de participatie in het verenigingsleven zijn duidelijke patronen waar te nemen die niet los staan van de overige socialisatieruimtes (McPherson et al., 1992). Die schets toont een kluwen van met elkaar samenhangende verbanden, een ketting van patronen. Kunnen op basis van surveygegevens en d.m.v. verscheidene kwantitatieve analysetechnieken (o.a. cluster- en factoranalyse) relatief stabiele socialisatiepaden worden onderscheiden? Hoe zien dergelijke paden eruit? Hoe groot is de dekking van die paden en in welke mate leven groepen in dergelijke samenleving 'naast' elkaar? Die empirische bevindingen worden afgezet tegen de literatuur rond segmentering en differentiële benadering van het publiek in het onderwijs, de culturele en sociale ruimte. Op die manier wil het project de socialisatiesegregatie in de symbolische samenleving in kaart brengen. Voor het construeren van de socialisatiepaden uit deel 1, 2 & 3 heeft de TOR- onderzoeksgroep op dit ogenblik 5 recente databanken met cross-sectionele gegevens die klaar en toegankelijk zijn voor analyse. Deze databanken bevatten allen informatie over het contact met de verschillende socialisatieruimtes alsook ruime informatie over waarden en houdingen. Ze onderscheiden zich van elkaar door de specificiteit van de leeftijdsgroep die bevraagd werd. 2. Heeft een gebeurlijk nieuwe structurering effecten op het denken, voelen en handelen en zijn die groter dan deze van de traditionele maatschappelijke afbakeningen? Een fundamentele vraag is hoe de verschillende socialisatieruimtes zich onderling op een systematische wijze tot elkaar verhouden. Om dit te onderzoeken en tevens de stelling van een nieuwe grondslag voor structurering verder te toetsen, zal worden onderzocht welke effecten de socialisatiepaden hebben op het denken, voelen en handelen. Daarbij zal worden gebruik gemaakt van de variabelen die beschikbaar zijn in de gebruikte databanken, met een voorkeur voor houdingen betreffende het burgerschap. Specifiek m.b.t. tot de verhoudingen tussen socialisatieruimtes heeft in de literatuur rond sociale ongelijkheid de aandacht voor het culturele aspect al langer de bovenhand genomen op aandacht voor economisch-materiële levensomstandigheden. Bourdieu (1979) is daar één van dé schoolvoorbeelden van. De theorie van de symbolische samenleving vertrekt van de stelling dat religie en dreiging met schaarste minder belangrijk wordt in de sturing van de leden van de samenleving. Om de vruchtbaarheid van die theorie te toetsen is het daarom belangrijk het effect van enerzijds materiële condities en levensbeschouwelijke identiteit, van anderzijds de socialisatieruimtes tegen elkaar af te wegen (Van Eijck & Bargeman, 2004). 3. Primacy effect versus levenslange socialisatie. Een van de meest diepgewortelde assumpties in de sociologie is de idee dat primaire socialisatie een blijvende invloed heeft op iemands leven. We vinden dit idee terug in o.a. het habitusbegrip van Bourdieu (1979) en in reproductietheorieën in het algemeen (o.a. Bernstein, 1971; Collins, 1979), in het generatieonderzoek van o.a. Becker (1992), en het denken over culturele veranderingsprocessen van o.a. Inglehart (1997). Iemands afkomst wordt op die manier haast een brandmerk waaraan men nauwelijks kan ontsnappen. 'Achievement' als karakteriserende aanduiding voor de wijze van statusverwerving, verwijst in dergelijke samenleving naar nauwelijks meer dan de schijn die socialisatievelden weten hoog te houden. Maar is dat wel zo? Hebben de socialisatieruimtes school, het culturele veld en het sociale netwerk van mensen niet meer in hun mars dan het bevestigen van de kenmerken die reeds verworven zijn? De vraag of de primaire socialisatie zo doorslaggevend is of er daarentegen levenslange socialisatie is, wordt uitermate belangrijk in een samenleving die beantwoord aan het type van de symbolische samenleving. Eens de samenhang tussen de verschillende socialisatievelden of socialisatieruimten zorgvuldig is beschreven en op zijn relevantie getoetst, kan die vraag op een heldere wijze worden gesteld. Het wordt dan immers mogelijk om groepen te vergelijken die een modaal (of consistent) versus een afwijkend (of niet-consistent) pad volgden. Bourdieu (1979) maakte een aantal specifieke hypotheses m.b.t. sociaal mobiele groepen. Opwaartse mobielen zullen op een overdreven wijze de houdingen/waarden van de elite trachten aan te hangen. Neerwaartse mobielen echter zullen de waarden, houdingen en smaken van de elite harder verketteren dan mensen die op een consistente wijze uit een lage status gezin zelf een lage status verwerven. Het project wil dergelijke stellingen toetsen. Het wil ook nagaan hoe sterk de continuïteit is tussen de vroege socialisatie (de kenmerken van het gezin) en de uitkomst van de socialisatie bij jongeren en volwassenen en onderzoeken welke bijkomende invloed "latere" socialisatievelden als onderwijs, voortgezet onderwijs en media laten gelden. De beperking van een dergelijk onderzoeksdesing schuilt in het feit dat we wel verschillen kunnen detecteren maar niet kunnen uitmaken dat deze kunnen worden toegeschreven aan hetzij de afgelegde weg (het afwijken van het modale pad) hetzij de socialisatieruimte waarin men terecht komt. In licht van de concrete vraag is dat echter geen breekpunt. 4. Groeit er een bewustzijn van de nieuwe structuren? Maatschappelijke structurering heeft niet enkel te maken met maatschappelijke processen die op basis van een gedeelde ervaring (socialisatie) een homogeniteit van denken, voelen en handelen scheppen (vgl. toestandsklasse), maar realiseert zich ook in het bewustzijn van de bevolking (vgl. bewustzijnsklasse) (Weber, 1925). De vraag stelt zich derhalve of er onder de bevolking een bewustzijn groeit over de afgelegde socialisatieweg en de gevolgen daarvan. Worden deze een basis van identiteit, van aangevoelde gedeelde lotsbestemming en van gelijkaardige positionering rond een breuklijn? Deze problematiek sluit uiteraard aan bij het debat rond het verdwijnen van klassen (Clark & Lipset, 1991; Houtman, 2000; Benschop, 1992). Zo beweert Houtman (2000) dat een klassenindeling op basis van beroep en economisch kenmerken nog maar weinig verklarende waarde heeft voor sociologisch onderzoek. Dat hoeft echter niet te betekenen dat het spreken over klassen niet langer relevant is. Mogelijk krijgen deze laatste, als gevolg van de nieuwe structurering, een heel eigen invulling. Om een antwoord te vinden op de vraag of er sprake is van een collectieve identiteitsvorming wil het project kwalitatieve inhoudsanalyses maken van verkiezingsprogramma's en daaraan gelieerde teksten uit 3 periodes (jaren 50, 80, heden) dit telkens voor een periode van bij de 8 jaar (twee verkiezingen). Daarbij de vraag stellend of er zich een crisis voortdoet in de wijze waarop politieke partijen hun kiezerspubliek aanspreken. Wordt er minder gerefereerd naar (economische) klasse en levensbeschouwing? En is er een aanzet in het taalgebruik waarbij meer verwezen wordt naar
opleiding, culturele competenties en/of andere kenmerken van de socialiserende ruimtes in de symbolische samenleving? Door het beantwoorden van deze vier vragen wordt getracht een systematisch en coherent beeld te verwerven op de aard, mate en gevolgen van gedifferentieerde socialisatie in de symbolische samenleving. De theorie rond de vorming van dit maatschappijtype werd ontwikkeld, empirisch getoetst en momenteel verbreed en uitgediept binnen de TOR-onderzoeksgroep, waardoor de keuze voor deze onderzoeksgroep dan ook een evidentie is. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Bram SPRUYT
De beteugeling van het lichaam. Een sociologische verkenning van somatische culturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het lichaam staat al enige tijd volop in het brandpunt van sociologische interesse. Het aantal sociologen dat het lichaam (her)ontdekken neemt gestadig toe, net als de publicaties die luidkeels de terugkeer naar het lichaam aankondigen. Toch blijft het geheel van theoretische stromingen, scholen en methoden dat zich moeizaam onder de noemer sociologie van het lichaam laat vatten, vaak opvallend onverschillig voor de concrete lijfelijkheid van sociale actoren. De studie van de uiteenlopende wijzen waarop sociale actoren invulling geven aan het feit dat ze tegelijkertijd een lichaam hebben en een lichaam zijn, wordt daarbij nog al te vaak ingeruild voor een hermeneutische aanpak die hét Lichaam herleidt tot het zoveelste vertoog of tekst die onderworpen wordt aan de bezinning van de sociale theoreticus. In dit doctoraal onderzoek staat daarentegen het ogenschijnlijk banale gegeven centraal dat menselijke dieren tegelijkertijd deel uitmaken van een biologische en maatschappelijke orde en als dusdanig dubbel in-ge-lijfd zijn. Via een vergelijkende analyse van de lichaamspraktijken die verschillende sociale groepen (klassen) in de domeinen van sport, voeding en lichaamsverzorging vertonen, wordt getracht de ongeschreven regels bloot te leggen die de verhouding van deze groepen tot hun lichaam vormgeeft. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de wijze waarop het lichaam wordt ingeschakeld in processen van sociale onderscheiding en de bijdrage die het daarbij levert aan het naturaliseren, en bijgevolg legitimeren, van sociale ongelijkheden. Via deze weg hoopt dit onderzoek te kunnen aantonen dat ons lichaam niet enkel ons perspectief op de wereld (Merleau-Ponty) vormt, maar dat de wereld op zijn beurt het perspectief op ons lichaam bepaalt. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Agogiek
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Dieter VANDEBROECK
Moge de beste winnen: het incentive effect van onzekerheid in tornooi design. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In navolging van de paper van Jensen en Meckling (1976) over principal-agent relaties, hebben heel wat onderzoekers gezocht naar compensatiemodellen waarbij de agent zich maximaal inspant. Een mogelijk compensatiemodel is er een waarbij de agent wordt beloond afhankelijk van haar/zijn ordinale rang in de organisatie. Dit is net het kernelement van een tornooi, i.e. « a situation in which an individual's payment depends only on his or her output or rank relative to that of other competitors » (Ehrenberg en Bognanno, 1990, p. 1308). Een van de doelstellingen van een tornooi bestaat in de identificatie van de 'beste' agent en in het verlengde hiervan alle agenten te compenseren naargelang hun prestatie/inzet. In dit opzicht moet een goed tornooi de kans maximeren dat de beste wint. Een goed tornooi moet de onzekerheid omtrent de uitslag minimeren. Desondanks is een bepaalde mate van onzekerheid over de uitslag ook wenselijk. In de context van een sporttornooi is dit voordeel duidelijk: een match waarvan de winnaar op voorhand gekend is is niet aantrekkelijk voor het publiek (Sanderson en Siegfried, 2003). Maar ook in een non-sport setting, vb. een promotie-tornooi, kan onzekerheid omtrent de uitkomst voordelig zijn. De kans op het winnen van een prijs dient als een incentive mechanisme om de deelnemers zich maximaal te doen inzetten. Als er geen onzekerheid is zodat de kans op winnen op voorhand vastligt verdwijnt deze incentive. Deelnemers met een kleine kans op winnen zullen geen extra inspanning meer leveren, alsook deelnemers met een hoge kans omdat ze weten dat ze geen extra inspanning nodig hebben. Een belangrijk element in het organiseren van een tornooi is dus de trade-off tussen de tweevoudige rol van onzekerheid, met name onzekerheid als een doel om te minimeren en als een mechanisme waarvan de incentive effects moeten gemaximeerd worden. Dit onderzoeksvoorstel richt zich juist op de vraag hoe het optimaal niveau van onzekerheid te vinden waarbij deze tweevoudige rol in rekening wordt gebracht. In een eerste stap zullen we deze vraag theoretisch modelleren om vervolgens ons model empirisch te toetsen. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • CINDY DU BOIS
Socio-economische ongelijkheid in sterfte aan het begin van de 21ste eeuw: reproductie van ongelijkheden, sociale mobiliteit en levenscycluseffecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoekskader en probleemstelling In het begin van de 21ste eeuw bedraagt de levensverwachting in België 75,6 jaar voor mannen en 81,7 jaar voor vrouwen. Deze gemiddelde waarden verbergen aanzienlijke verschillen tussen bevolkingsgroepen. In het kader van mijn doctoraatsonderzoek werd aangetoond dat er in het begin van de jaren negentig duidelijke sterfteverschillen bestaan in ons land in functie van socio-economische kenmerken (opleiding, beroep en welvaartsniveau). Voor België was dit de eerste keer dat een onomstootbare en gekwantificeerde studie voorgelegd kon worden die aantoonde dat er ook in de moderne welvaartsstaat met een sterk uitgebouwd sociaal zekerheidssysteem een grote ongelijkheid in sterfte blijft bestaan ten nadele van de lagere sociale klassen. Ons onderzoek op het vlak van differentiële mortaliteit heeft er voor gezorgd dat België voortaan geen blinde vlek meer vormt in het internationaal onderzoek naar sociale sterfteverschillen. Sociale ongelijkheid in sterfte is de afgelopen jaren terug sterk op de voorgrond getreden omdat het duidelijk werd dat de grote en persistente ongelijkheid in gezondheid en sterfte veeleer sociale dan wel medische grondslagen heeft. In dit opzicht stellen zich een aantal cruciale vragen die het onderwerp uitmaken van heel wat internationaal onderzoek. Veel van die vragen hebben betrekking op de mechanismen of oorzaken achter sociale sterfteverschillen. Een andere belangrijke onderzoekspiste is de impact van sociale herkomst en sociale mobiliteit op individuele sterftekansen. Het onderzoek op dit gebied wordt momenteel sterk bepaald door een beperkt aantal landen die gebruik kunnen maken van uitzonderlijke administratieve databanken (met name de Scandinavische landen) of van grote surveys (de VS en het VK). Voor het eerst beschikken we in België over een databank die een cruciale bijdrage kan leveren tot dit onderzoek. De specifieke kenmerken van onze sociale zekerheid en ons gezondheidsstelsel leveren contrastelementen op die een ander licht kunnen werpen op gegevens die nu vaak enkel geplaatst kunnen worden in de context van de Angelsaksische of Scandinavische systemen. De aanwezigheid van twee grote culturele gemeenschappen in ons land biedt bovendien een interessante bijkomende invalshoek voor vergelijkend onderzoek dat behulpzaam kan zijn in het zoeken naar tussenkomende mechanismen. Tenslotte is dit onderzoek direct beleidsrelevant voor het gezondheids- en welzijnsbeleid in ons land. Een eerste vraag die internationaal nog tot veel controverse aanleiding geeft is of de ongelijkheid in sterfte en gezondheid nog verder toeneemt, dan wel afneemt. Deze vraag is pertinent niet alleen omwille van haar sociale relevantie (de Europese Gemeenschap heeft in Lissabon een programma aangenomen dat ongelijkheid in Europa wil terugdringen), maar ook om te komen tot een beter inzicht in het fenomeen van sociale ongelijkheid in
sterfte. De nieuwe longitudinale gegevens waar we over beschikken laten voor het eerst toe deze vragen voor ons land te beantwoorden. Vanuit deze beschrijvende analyse kunnen we twee belangrijke onderzoekspistes verder uitdiepen wat de toekomstige evolutie betreft en de mogelijke overheidsinterventies. De eerste betreft de reproductie van sociale ongelijkheid in sterfte en, hiermee verbonden, de reproductie van ongelijkheid in gezondheid. De data laten toe om de socio-economische positie van de ouders in rekening te brengen en na te gaan of en hoe de ouderlijke status een effect uitoefent op de individuele sterftekansen. Verder kunnen we ook nagaan wat de impact is van intergenerationele mobiliteit. Bij intergenerationele mobiliteit vergelijken we de persoonlijke socio-economische positie met de ouderlijke socio-economische positie en gaan we de effecten na van positieve (of opwaartse) dan wel negatieve (of neerwaartse) mobiliteit op de individuele sterftekansen. De tweede piste richt zich op de levenscyclus als een proces van cumulatieve kansen en risico's en op de evolutie van en de wisselwerking tussen sociale status en gezondheid. Naast intergenerationele mobiliteit is intragenerationele mobiliteit tijdens de eigen, individuele levensloop wellicht een belangrijk onderdeel in het proces van differentiatie. Internationaal onderzoek maakt meestal gebruik van de huidige socio-economische positie, zonder rekening te houden met veranderingen hierin. Het effect van sociale mobiliteit op gezondheid is bijgevolg nog niet vaak in kaart gebracht. In de nieuwe databank kunnen veranderingen van beroepsklasse, type huisvesting en zelfs burgerlijke staat getraceerd worden en kan nagegaan worden welke invloed dergelijke veranderingen hebben op de levenskansen van mannen en vrouwen. Omdat differentiële sterfte veelal bestudeerd wordt in functie van actuele kenmerken, is de onderzoekspopulatie ook meestal beperkt tot personen van middelbare leeftijd voor wie de sociale positie relatief gemakkelijk bepaald kan worden. Jongere en oudere bevolkingsgroepen worden zelden in onderzoek opgenomen. Zodoende wordt geen beeld verkregen van eventuele levensloopeffecten van socio-economische kenmerken op sterfte. Het opmeten in de nieuwe databank van de socioeconomische positie tijdens twee meetpunten met een interval van 10 jaar laat toe de onderzoeksbevolking zowel naar oudere leeftijd als naar jongere leeftijd uit te breiden. Voor de oudere gepensioneerde bevolking kunnen we differentiële sterfte bovendien beter in kaart te brengen omdat naast informatie over hun opleiding en huisvesting, ook data over hun laatste beroep beschikbaar zijn. Ook in dit opzicht vult het onderzoeksproject een belangrijke leemte in internationaal onderzoek op, vooral in het licht van de hoge sterfte op hoge leeftijd. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • Sylvie GADEYNE • PATRICK DEBOOSERE
De gelijkschakeling van de rechtsposities van de ambtenaren en de werknemers: is het arbeidsrecht ook bruikbaar voor de ambtenaren? Een rechstvergelijkende analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In mijn doctoraal onderzoek, dat ik grotendeels als FWO-aspirant heb verricht, ben ik tot de vaststelling gekomen dat er niet één maar meerdere grondslagen aan de basis liggen van de statutaire tewerkstelling in de publieke sector. De eerste grondslag koppelde de statutaire tewerkstelling aan de uitoefening van een deel van het openbaar gezag, ten tweede lag het beginsel van de veranderlijkheid van de openbare dienst aan de basis van de statutaire tewerkstelling bij de functioneel gedecentraliseerde diensten en tenslotte speelde de vereiste van onafhankelijkheid een grote rol bij de keuze voor statutaire tewerkstelling bij de lokale besturen (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 460-464). Uit het rechtsvergelijkende luik van het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de uitoefening van een deel van het openbaar gezag een grote rol had gespeeld bij de keuze voor statutaire tewerkstelling in Duitsland, Frankrijk, Nederland en Denemarken (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 83-104). Hoewel Denemarken intussen het aantal statutaire tewerkgestelde personeelsleden sterk heeft ingeperkt, speelt de bescherming tegen politieke willekeur (en daaraan gekoppeld een gewaarborgde onafhankelijkheid) nog steeds een grote rol bij de beperkte groep van statutaire personeelsleden (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 373) . In alle onderzochte landen komen dus toch, tenminste gedeeltelijk, soortgelijke grondslagen voor de statutaire tewerkstelling naar voren als in het Belgisch publiekrecht. Niettemin hebben een aantal andere landen op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden (meer) in dienst. Voor het Verenigd Koninkrijk ligt de verklaring hiervan in de rechtsgeschiedenis, waarbij het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht in de Common Law-stelsels nooit zo duidelijk is geweest als in de continentale rechtsstelsels. Echter, ook in Zweden en in Italië worden op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden meer aangeworven in de publieke sector. In deze beide landen is dit een gevolg van een zeer bewuste optie om af te stappen van het principe van statutaire tewerkstelling in de publieke sector. Toch is het zo dat zeker in het Verenigd Koninkrijk een groot aantal waarborgen in de arbeidsverhouding zijn geïntegreerd die de onafhankelijkheid van de betrokken .civil servants. moeten garanderen. Zo bestaat er bijvoorbeeld wel een onderscheid tussen het permanent personeel en het tijdelijk personeel (zie D. BOSSAERT, C. DEMMKE, K. NOMDEN en R. POLET, La fonction publique dans l.Europe des Quinze, Maastricht, IEAP, 2001, 37). In het eerste onderzoeksjaar zou een diepgaande analyse van de waarborgen van onafhankelijkheid in het Britse stelsel dienen te gebeuren, waarbij ze in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de mechanismen, die in het Belgisch ambtenarenrecht inhouden dat er (toch nog) voor statutaire tewerkstelling dient te worden geopteerd. Deze rechtsvergelijkende analyse beperkt er zich uiteraard niet toe de garanties van onafhankelijkheid die zijn opgenomen om de civil servant te beschermen tegen eventuele politieke inmenging te vergelijken met de garanties die de statutaire tewerkstelling aan de Belgische ambtenaar (zowel federaal als bij de Gemeenschappen en de Gewesten) biedt. Daarnaast zal ook nog in het eerste onderzoeksjaar een analyse van de gehele rechtspositie van de civil servant worden gemaakt, waarbij de arbeidsrelatie vergeleken zal worden met de arbeidsrelatie in de private sector in het Verenigd Koninkrijk. Die arbeidsrelatie in de private sector zal in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de privaatrechtelijke regeling van de arbeidsverhouding in het Belgisch arbeidsrecht, zodat in het eerste jaar een volledig beeld ontstaat van het onderscheid tussen de aanstelling van een civil servant en van een werknemer in het Britse recht, waarna dat onderscheid in het tweede onderzoeksjaar vergeleken wordt met het bestaande onderscheid tussen ambtenaren en werknemers in de private sector in het Belgisch recht. Organisaties: • Staats- en Bestuursrecht
Onderzoekers: • Alexander DE BECKER
Vloeberghs-Leerstoel : academiejaar 2007-2008 : titularis Prof. Dr. Eddy WYMEERSCH (Hoogleraar Universiteit Gent) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een reeks van studiedagen die, op vraag van de faculteit Recht en Criminologie, in het verleden diverse malen werden georganiseerd. Organisaties: • Economisch Recht
Onderzoekers: • KOEN BYTTEBIER
2 verschillende Samenwerkingscontracten. Project 'Logistieke poort Antwerpen' in opdracht van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen. Project 'Logistieke poort Vlaams-Brabant' in opdracht van de Provinciale ontwikkelingsmaatschappij Vla... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studies is om na te gaan hoe de Antwerpse en Vlaams-Brabantse logistieke regio's verder kunnen uitgebouwd worden ten einde logistieke activiteiten in deze provincies te verankeren en uit te breiden. Hiervoor werd de huidige toestand van de Antwerpse en Vlaams-Brabantse logistieke markt geïnventariseerd oa via goederenstroomanalyses voor de beide provincies. Voor de provincie Antwerpen werd
er daarnaast een benchmarking uitgevoerd waarbij de provincie Antwerpen werd vergeleken met andere Europese logistieke regio's. Op basis van de confrontatie van deze twee oefeningen werd een gapanalyse uitgevoerd, d.w.z. het afzetten tegen elkaar van de actuele en de potentiële marktsituatie. Voor Vlaams-Brabant werd ook specifiek de rol van de luchthaven van Zaventem als logistieke poort in detail bestudeerd. Vanuit deze analyses werden vervolgens een aantal speerpunttrajecten gedefinieerd die beogen de posities van de provincies Antwerpen en VlaamsBrabant als Europese logistieke topregio's te versterken en te verdiepen. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Tom VAN LIER • CATHY MACHARIS
Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBULB_Annabel Vanroose. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB_Annabel Vanroose. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
Onderzoekers: • LEO VAN HOVE
Reinventing data Pretection? wetenschappelijk bijeenkomst Brussel 12-13 oktober 2007 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de jaarlijkse Computers, Privacy and Data Protection conferentie in Brussel Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
Tweespraken van Noord tot Zuid, over de Staat van de Staat. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze tweesprakenreeks probeert een brug te slaan tussen de domeinen die doorgaans - ook institutioneel - relatief geïsoleerd van elkaar worden bestudeerd en behandeld. Meer bepaald willen we deze keer een interdisciplinair perspectief ontwikkelen op de evoluerende rol en positie van de Staat vanuit ontwikkelingsbeleid, armoede- en sociaal beleid, internationaal recht en migratiestudies. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Nadia Molenaers • Koen De Feyter • Christiane Timmerman • Cornelius Van den Bosch • Tom De Herdt
In- en uitsluiting in het jeugdwerkveld. Praktijken van aanspreken en ondersteunen en nieuwe jeugdleiders Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek betreft de instap en uitval van jeugdlediers in Vlaamse jeugdverenigingen. Hierbij ligt de focus op het 'jeugdwerk als machtspraktijk' en institutionele praktijken van aanspreken en odnersteunen van nieuwe jeugdleiders. De bedoeling is een bijdrage te leveren tot de pedagogische discussie over de participatieproblematiek in het verenigingsleven. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Psychologisering en 'global ethics'. Een kritische analyse van de historische, ethische en politieke aspecten van het fenomeen psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek beoogt een empirisch onderbouwd (vanuit mediaonderzoek) antwoord op de vraag of de plaats van de psychologie als discours in de zelfervaring en in de publieke sfeer kwalitatief veranderd is in de laatste decennia - of er een verband is met veranderende socio-economische en culturele omstandigheden (globalisering) en wat de morele en ethische consequenties hiervan zijn voor de betrokken actoren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Providing briefing paper : The EU and Georgia : Time perspectives in conflict resolution. (= gewijzigde titel/eerder : Conflict settlement in the Georgian breakaway regions) Vrije Universiteit Brussel Abstract: analyse van de betrekkingen tussen de EU en Georgië, meer specifiek in relatie tot conflict resolutie Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
BrIK-Brussels Introduction Kit :Begeleiden van expats in hun kennismaking met en hun integratie in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Begeleiden van expats in hun kennismaking met en hun integratie in Brussel. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN • STEPHANIE LEMMENS
Onderzoeksproject 'Hoe gelijk is het andere' Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Sociale wetenschappen
Onderzoekers: • Charlotte De Kock • Christian Van Kerckhove • Eva Vens
De invloed van slechte werkgevers op hun werknemers. KU Leuven Abstract: Onderzoek over leiderschap richt zich doorgaans op effectief en succesvol leiderschap. Leidinggevenden worden hierbij verwacht om eerlijken verantwoordelijk te zijn en te handelen in het belang van hun organisatie en hun werknemers. Recente schandalen in verschillende organisaties tonen echter aan dat deze visie te optimistisch is en dat leidinggevenden niet altijd handelen in het voordeel van het collectieve belang. Inderdaad, leidinggevenden handelen soms op een zelfzuchtige manier, bijvoorbeeld door misbruik te maken van de bedrijfsmiddelen om zichzelf te bevoordelen. Ondanks de ernstige gevolgen van zelfzuchtigleiderschap heeft de psychologische- en de managementliteratuur er tot op heden weinig aandacht aan geschonken. Daarom zal ik mij in dit proefschrift richten op zelfzuchtig leiderschap. Ik definieer dit als de mate waarin leidinggevenden hun eigen welzijn boven de noden van hun werknemers en de doelstellingen van de organisatie plaatsen. Werknemers reageren doorgaans negatief Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Jeroen Stouten • Stijn Decoster
Ontwikkeling van zelfhulpondersteuning. KU Leuven Abstract: De oprichting van Trefpunt Zelfhulp vzw in 1982 was de directe uitlopervan een onderzoek door de Afdeling Medische Sociologie van het Sociologisch Onderzoeksinstituut K.U. Leuven in opdracht van het Vlaamse Ministerie van Gezin en Welzijn (Rika Steyaert) om het Vlaamse landschap van zelfhulpgroepen in kaart te brengen. Het onderzoek bracht een aantal gemeenschappelijke problemen van deze groepen aan het licht en het Trefpunt Zelfhulp vzw werd opgericht om het functioneren van deze groepen te begeleiden en te ondersteunen maar tegelijkertijd ook als klankbord te fungeren voor professionele en beleidsinstanties op het terrein van de gezondheids- en welzijnszorg.Door het subsidiëren van het Trefpunt Zelfhulpkiest de Vlaamse overheid voor een globale ondersteuning van zelfhulp in Vlaanderen. Trefpunt Zelfhulp vzw is geen koepelorganisatie maar een draaischijf tussen groepen, professionelen, overheden en individuen. Het ondersteunt of empowert de (bestuurs)vrijwilligers van zelfhulpgroepen. Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys
Studie van de Belgische Schuldverlichting 2000-2007. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de Belgische Schuldverlichting 2000-2007. Organisaties: • Impact van globalisatie
Onderzoekers: • Danny Cassimon
Het effect van detentie op gebruikspatronen van legale en illegale drugs Universiteit Gent Abstract: Druggebruik in de gevangenis is een actueel probleem. Internationale studies suggereren veranderingen in onder meer frequentie en gebruikswijze ten gevolge van de detentie. Stressfactoren, zoals odnerbevolking, beïnvloeden veranderende gebruikspatronen. In België is hierover geen informatie voorhanden. Dit onderzoek zal via een representatieve self-report en aanvullende indepth interviews het effect van detentie op gebruikspatronen van legale en illegale drugs in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver
Hebbeln impliciete attitudes een automatische invloed op angst Universiteit Gent Abstract: Een kernprobleem bij alle vormen van angststoornissen is het gebrek van bewuste controle over gedrag en gevoelens. In de cognitieve psychologie wordt dergelijk probleemgedrag meestal toegeschreven aan automatische processen en cognities. Het verblijf van Dr. Jorg Huijding kadert binnen dit onderzoek naar de causale rol van impliciete attitudes in angststoornissen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Korpschefs! Een onderzoek naar het profiel van de korpschefs van de lokale politie in België Universiteit Gent Abstract: De Directie Politiebeheer beoogt met dit odnerzoek een antwoord op de vraag of de beschrijving van de functie van de korpschef van de lokale politie in België en de profielvereisten die eruit voortvloeien, nog aangepast/adequaat zijn om een optimale selectie mogelijk te maken. De invulling hiervan is een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van het wettelijke, reële en het ideale functieprofiel.
Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers • Sofie De Kimpe
Evaluatiecapaciteit van publieke sector organisaties. Een comparatieve kwalitatieve analyse. KU Leuven Abstract: Ondanks algemene en toegenomen consensus over de intrinsieke waarde vanbeleidsevaluatie voor goed bestuur, is er niettemin grote variabiliteitin evaluatieactiviteit tussen publieke sector organisaties. De evaluatieliteratuur biedt slechts fragmentaire kennis om deze variatie te begrijpen. Deze studie tracht deze lacune aan te pakken, en stelt zich de vraag welke combinaties van condities beleidsevaluatie(in)activiteit verklaren.Het onderzoek biedt een alternatief op de vele studies die zich exclusief richten op de wereldleiders inzake evaluatiepraktijk, door zich te concentreren op de Vlaamse overheid. Internationaal vergeleken behoort Vlaanderen tot de zogenaamde tweede golf van landen (regio's) waar beleidsevaluatie pas algemeen werd geïntroduceerd rond de millenniumwisseling. De Vlaamse administratie vormt een interessante case van een publieke sector waar New Public Management geïnspireerde hervormingen beleidsevaluatie op de bestuursagenda hebben geplaatst. In 2006 voerde de Vlaam Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Annie Hondeghem • Valérie Pattyn
Onderzoek in het domein van personeels- en organisatiemanagement meer bepaald individueel en organisationeel performance-management Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Alex Vanderstraeten • Mieke Audenaert
Onze samenleving evolueert naar een kennismaatschappij. Universiteit Antwerpen Abstract: Onze samenleving evolueert naar een kennismaatschappij. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux
Opleiding voor federale ambtenaren. "Mobilité et Intermodalité" a l'attention d'agents de niveau A de la filière de metiers mobilité et transports. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gecertificeerde opleiding voor federale ambtenaren met betrekking tot mobiliteit en intermodaliteit. De objectieven van deze opleiding zijn: Obj.1.het identificeren van de verschillende stakeholders, actoren, organisaties en instellingen die betrokken zijn bij de mobiliteitsproblematiek en hun competenties; Obj.2.het begrijpen van de interacties, de respectievelijke rol en belangen van hierboven vermeldde stakeholders; Obj.3.het kennen van de concepten (principes), middelen (instrumenten) en doeleinden van de mobiliteits- en transportbeleid (oa intermodaliteit/multimodaliteit); Obj.4.het analyseren en evalueren van beleidsvoorstellen in de verschillende domeinen (economische, sociologisch, ecologisch,...) van de mobiliteitsproblematiek; Obj.5.het formuleren van beleidsvoorstellen en regelgeving die bijdragen tot het oplossen van mobiliteitsproblemen, rekening houdend met de evoluties van de transportmodi. daliteit. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Astrid DE WITTE • CATHY MACHARIS
De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERSD10 ANC "Uitwisseling van informatie betreffende sociale zekerheid - module 1: handvest van de sociaal verzekerde" in het Nederlands voor Nederlandstalige ambtenaren van niveau A vanuit de vakrichti... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERSD10 ANC "Uitwisseling van informatie betreffende sociale zekerheid - module 1: handvest van de sociaal verzekerde" in het Nederlands voor Nederlandstalige ambtenaren van niveau A vanuit de vakrichting "sociale zekerheid en sociale bescherming". Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Coöperation Agreement BICCS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Robuuste statistische procesbeheersing met toepassingen in de controle van de kwaliteit van diervoeder (Type3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een schema te ontwikkelen voor het ontwerpen van robuuste calibratiemodellen voor heterogene spectrale gegevens in de context van een kwaliteitsproces. Door de complexe, hoogdimensionale structuur van de spectrale gegevens zijn er meer geavanceerde multivariate statistische methodes nodig dan de veelgebruikte meervoudige lineaire regressiemodellen. Meer nog, de complexe en heterogene natuur van de gegevens vereisen het gebruik van robuuste versies van principaalcomponentenregressie en van de partiële kleinste kwadratenregressie. Een doelstelling van het project is om te bepalen welke methode tot het beste calibratiemodel leidt en om verbeteringen aan de huidige robuuste principaalcomponentenmethode te suggereren. Gedurende het ontwerpen van het schema voor de bouw van calibratiemodellen, zal een substantieel deel gewijd worden aan robuuste preprocessingtechnieken (cluster methodes inbegrepen), aan modelvalidatie en aan een 'out-of-control'-actieplan dat de werkvloer in staat zal stellen om de voorspellingen die gemaakt worden door het calibratiemodel zinvol te gebruiken. Door het gebruik van robuuste statistische technieken hopen we een calibratiemodel te kunnen opstellen dat een meer betrouwbare procescontrole toelaat. Bovendien moeten de calibratiemodellen het mogelijk maken een correcte identificatie te verrichten van loten die buiten de specificatielimieten vallen. Hiervoor zullen de grafische hulpmiddelen behorende bij de robuuste statistische methodes benut worden. Deze grafieken, die uitschietermappen genoemd worden, classificeren de steekproeven in reguliere data, verticale uitschieters, slechte hefboompunten of goede hefboompunten. Voor kwaliteitscontrole doeleinden is het cruciaal om de verticale uitschieters en slechte hefboompunten te inspecteren omdat deze respectievelijk corresponderen met steekproeven die een grote responswaarde hebben bij een normaal spectrum en steekproeven met abnormale respons waarden alsook een afwijkend spectrum. Het gebruik van robuuste preprocessingtechnieken en robuuste gegevensclustering zal bijdragen tot de kwaliteit van de voorspellingen door de calibratiemodellen. De nieuwe ontwikkelde procedures zullen uitgebreid getest worden op gesimuleerde data alsook op reële datasets van bedrijven als SESVANDERHAVE en op onze testgegevens van Aveve Veevoeding. Een dataset van Aveve Veevoeding bevat metingen van gemalen steekproeven. Een tweede bevat de spectrale gegevens van ongemalen steekproeven. De data werden verzameld om calibratiemodellen te bouwen voor kwaliteitscontroledoeleinden. Het bouwen van een geschikt calibratiemodel op basis van deze gegevens met de standaardmethodes aangereikt door de aanwezige software bleek niet mogelijk. Dit komt door de heterogene structuur van de data en suggereert dat het gebruik van robuuste preprocessingmethodes en robuuste multivariate statistische technieken, waarvan sommigen nog dienen ontwikkeld te worden, meer aangewezen zijn. Een bijkomende interessante onderzoeksvraag bij Aveve is of de dataset voor ongemalen voeding bruikbaar is om een goed calibratiemodel te construeren. Een positief antwoord hierop zou Aveve in staat stellen enkel de ongemalen steekproeven te gebruiken en daardoor de operatorafhankelijke en tijdrovende vermaling te vermijden. Verder kan de Aveve studie gebruikt worden om na te gaan of clusteringmethodes de voorspellende kracht van de robuuste calibratiemodellen verhogen. Dit is omdat elk van de twee datasets bestaat uit metingen van verschillende veevoedersoorten. In ideale omstandigheden leidt het robuuste schema dat uitgewerkt wordt in dit project tot calibratiemodellen die meteen geimplementeerd kunnen worden op de productie-eenheden van Aveve. Deze praktische implementatie zal een automatisch 'out-of-control'-actieplan vereisen. De ontwikkeling van dit plan is één van de hoofddoelen van dit project. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven • Peter Goos
Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Pierre Van Damme • Herman Goossens • Philippe Beutels
Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
De economie van podiumkunsten: een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden drie gerelateerde vragen gesteld in de context van een vergelijking van Engeland, Frankrijk, Nederland en Vlaanderen voor het geval van de podiumkunsten: 1) Wat zijn de institutionele verschillen in de kunstomgeving van Nederland vis-à-vis Vlaanderen tegen de achtergrond van de Angelsaksische en continentaal-Europese benaderingen? 2) Wat zijn overeenkomsten en veschillen tussen succesvolle en niet-succesvolle kunstproducenten in Nederland en Vlaanderen? 3) In welke mate kunnen verschillen in succes-en faalfactoren worden verklaard vanwege institutionele verschillen?
Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Arjen van Witteloostuijn
RDCO-Strategische beleidssteun voor post-conflict reconstructie in D.R. Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: RDCO-Strategische beleidssteun voor post-conflict reconstructie in D.R. Congo. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Tom De Herdt
Wijzigende wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse Diaspora in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De literatuur- en documentstudie moet hoofdzakelijk inzichten opleveren omtrent de karakteristieken van het huidige tijdvak en betreffende de uiteenlopende en wijzigende posities daarin van de verschillende generaties autochtonen en allochtonen in Vlaanderen. Diepte-interviews binnen een weloverwogen selectie van bevoorrechte getuigen uit de verschillende relevante categorieën van actoren zullen toelaten de grote krachtlijnen van de processen van wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse diaspora in Vlaanderen te detecteren. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Studieopdracht uitvoering artikel 35 grondwet. Universiteit Antwerpen Abstract: Studieopdracht uitvoering artikel 35 grondwet. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier • Jan Velaers
De impact van individuen, organisaties en instituties op de lengte van de loopbaan (CARLE). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel een lage activiteitsgraad bij 45- en 55-plussers een algemeen gegeven is in Europa, bestaat er een grote divergentie tussen de lidstaten (Hoge Raad Werkgelegenheid, 2004). België is hekkensluiter. De Europese doelstelling is tegen 2010 een werkzaamheid van 50% bij 55plussers te bereiken. Met de huidige 30% is België hier ver van verwijderd. Op basis van internationale comparatieve analyses willen we in dit project onderzoeken welke factoren het arbeidsmarktgedrag van oudere werknemers en werkzoekenden beïnvloeden, namelijk (a) de vervroegde uittrede afremmen, (b) de herintrede aanmoedigen, (c) succesvolle mobiliteit van oudere werknemers bevorderen en (d) hun deelname aan employability-verruiming stimuleren. We onderscheiden hierbij drie niveaus van beïnvloedende factoren: (1) individuele kenmerken van oudere werknemers en werkzoekenden (bv. afgelegd loopbaantraject); (2) huishoudkenmerken (bv. arbeidsmarktpositie en inkomen van de partner, gezamenlijke financiële middelen) en (3) prikkels die institutionele actoren creëren om uittrede af te remmen, herintrede te stimuleren en employability te verruimen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Eliminating Language Barriers in European Prisons through Open and Distance Education Technology (ELBEP). Universiteit Antwerpen Abstract: ELBEP staat voor 'Eliminating Language Barriers in European Prisons through Open and Distance Education Technology". Binnen het ELBEP-project wordt een e-learning omgeving ontwikkeld voor taaltraining van gevangenispersoneel. Het pakket bevat taalmateriaal voor de verwerving van een basiskennis (A1-niveau) in Russisch, Pools, Spaans, Grieks en Turks. LINGUAPOLIS staat in voor de ontwikkeling van het portaal Spaans, aangepast aan de noden van het doelpubliek. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Omgaan met traditioneel recht in de context van rechts- en justitiële ontwikkelingshulp (na conflict) in Afrika Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie en het beleid van externe actoren inzake traditionele justitie in het kader van internationale steun aan rechtstaatsopbouw en transitionele justitie in post conflict sub-Sahara Afrika. Er wordt geanalyseerd hoe traditioneel recht kan bijdragen tot de opbouw van democratische rechtsstaten en wat haar plaats is in transitionele justitiemechanismes met bijzonder aandacht voor mensenrechten. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Het opmaken van een rooster voor het indicatief bepalen van de huurprijzen op basis van objectieve en subjectieve criteria, die van toepassing moeten zijn op alle woontypes Universiteit Gent
Abstract: In het onderzoek wordt het instrument huurrooster ter objectivering van de huurprijzen ter objectivering van de huurprijzen verder ontwikkeld op het spoor dat door een paritaire huurcommissie werd uitgetekend. Ook alternatieven worden uitgewerkt. Er wordt nagegaan wat de mogelijk effecten op de huurmarkt zijn. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Monitoring Trafficking in human beings and Sexual Exploitation of Children Universiteit Gent Abstract: Dit project wil 1) een gebruiksvriendelijke en statistisch verantwoorde IT-tool ontwikkelen die de verspreide gegevens inzake mensenhandel van relevante partners samenbrengt en 2) de rapporten van de Nationale Rapporteurs uniformiseren door middel van een gestandariseerd formulier. Beide moeten leiden tot een verbetering in de manier waarop de fenomenen mensenhandel en vermiste en seksueel uitgebuite kinderen worden beschreven, geïnterpreteerd en geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
SRDBEL - Zelfgerapporteerde jeugddelinquentie in België. Délinquance juvénile auto-rapportée en Belgique. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in dit onderzoek is het fenomeen van jeugdeliquentie in België. Het onderzoek bestaat uit 4 verschillende methodologische fase. Centraal in het methodologisch ontwerp is de constructie van een getest zelfgerapporteerd onderzoek en de toepassing van het onderzoek op een representatief deel van de Belgische jeugd. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
GROSE : Economische groei en sociale cohesie in de stad. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Thema: Ruimtelijke aspecten van de maatschappelijke diversiteit van het programma "Samenleving en Toekomst" Thema: Stedelijke economie, sociaal-ruimtelijke polarisatie, economisch beleid in de grote steden van België Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Accounting and taxation Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Fiscaliteit en Accountancy
Onderzoekers: • Bertel De Groote
Stadsplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: Brussels Stadsplatform UAB 1. Het Brussels Stadsplatform UAB is een netwerk dat is opgezet binnen de Universitaire associatie om onderwijs en onderzoek rond de stadsstudies tot een betere synergie te brengen. In het netwerk werken vele opleidingen en onderzoeksgroepen interdisciplinair samen. Om de onderzoekssamenwerking op gang te trekken worden nog voor de zomer drie activiteiten georganiseerd. 2. Twee interne workshops: In een eerste fase willen we vooral de gelegenheid geven aan elke geïnteresseerde onderzoeker kennis te maken met wat er binnen de associatie al gebeurt aan stadsonderzoek. Daartoe organiseren we twee bijeenkomsten : workshop 1: donderdagnamiddag 8 maart 2007 (14u, Promotiezaal) en workshop 2: vrijdagnamiddag 20 april 2007. (14u; STOA) De eerste bijeenkomst groepeert ( een beetje artificieel) onderzoek rond het thema "De gebouwde stad" en daar zullen onderzoekslijnen worden voorgesteld vanuit de groepen Architectuur (VUB); Stedenbouw en Ruimtelijke Planning (Erasmus), Landschapsarchitectuur (Erasmus) en Cosmopolis, City , Culture & Society (VUB) . De tweede bijeenkomst staat onder het thema" De geleefde stad" en daar worden bijdragen geleverd vanuit BRIO (Brussels Informatie-, Documentatie en Onderzoekscentrum), HOST (Centrum voor Historisch Onderzoek naar Stedelijke transformatieprocessen, VUB), Cosmopolis, City , Culture & Society (VUB), Eenheid stedelijk beleid (Politieke wetenschappen, VUB), School voor Criminologie (VUB). Mogelijkerwijze komen daar nog andere onderzoekspraktijken bij. Hou in elk geval de data al vrij. Deelnemers krijgen ter plekke een rapport over de stand van zaken inzake de stadsstudies binnen de associatie. 3. Eerste studiedag georganiseerd door het Brussels stadsplatform. Het colloquium gaat door op vrijdag 15 juni 2007 (de gehele dag) in het Huis De Buren en loopt onder het thema: "Diversiteit en pluraliteit in de stedelijke publieke ruimte" We willen het programma vooral opbouwen op basis van onderzoek binnen de associatie, maar kunnen natuurlijk ook enkele sprekers van andere groepen uitnodigen. We doen hierbij een oproep tot bijdragen. We denken eraan om een deel van studiedag te richten op een brede aanpak en vanuit een aantal perspectieven het probleem van de publieke ruimte te benaderen. We denken dan aan kwesties als publieke ruimte en identiteitsvorming, het bouwen van publieke ruimten, publieke ruimte en het veiligheidsdiscours, structurerende capaciteit van publieke ruimte, publieke ruimte versus private en parochiale ruimtes, publieke ruimtes in grootstedelijke en wijkcontext, enzovoorts. In een ander deel van het colloquium zouden we dan een aantal casestudies kunnen voorstellen, al dan niet geordend rond steden of rond thema's. Dit is een eerste oproep tot deelname. Geïnteresseerden kunnen zich kenbaar maken en een titel en korte abstract van een voorstel insturen. We zijn natuurlijk ook geïnteresseerd in goede suggesties van uit te nodigen sprekers. Organisaties:
• Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Diensten als expert Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diensten als expert Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
Financieel Management (Basiskennis) NMBS Holding. Bestek nr. H-HR5/M&L School/2007/6. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de directie Human Resources van de NMBS Holding werd ons een bestek overgemaakt voor het verzorgen van een opdracht in het kader van een raamcontract. Train@Rail wenst binnen dit raamcontract 10 Nederlandstalige en 10 Franstalige sessies van 1 dag te organiseren met als thema's 'de jaarrekening lezen en interpreteren' en 'kostenanalyse en evaluatie van investeringsprojecten'. Na het volgen van deze sessies is het de bedoeling dat de NMBS medewerkers een goede basiskennis van financieel management hebben. Organisaties: • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • DIANE BREESCH • JOEL BRANSON
Mathematics learning performance and mathematics learning difficulties in China Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek focust allereerst op de ontwikkeling van een gecalibreerd meetinstrument om wiskundevaardigheden in het chinese lager onderwijs te meten. In relatie tot deze meting worden studentvariabelen meegenomen die mogelijk secundaire oorzaken kunnen weerspiegelen voor lagere wiskunderesultaten (wiskundeangst, motivatie en attitude). Wat betreft de school en leerkracht wordt informatie verzameld over instructieaanpakken en de methode. De leerkracht en leerlingvariabelen worden gemodelleerd om lagere prestaties te verklaren. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Anne Desoete
De mate waarin de cultuurcentra bezoekers/gebruikers aantrekken uit alle bevolkingsgroepen en een grotere of kleinere bezoekerstevredenheid kennen en hoe hierin specifieke centrumkenmerken een rol spelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: I.Inleiding In zijn Beleidsnota Cultuur 2004-2009 en in zijn beleidsbrief cultuur van 2008 richt Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux zich op participatie in de breedste zin van het woord. Participatie is zowel deelnemen als deelhebben (i.e. actief participeren) en het gaat niet alleen om participatie van meer mensen, maar ook om participatie van een nieuw publiek.
II.Opdracht Een deel van deze participatieopdracht van Anciaux zal onderzocht worden in dit onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Overheid, meer specifiek het Agentschap voor Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Het onderzoek tracht een analyse te maken van de participatie van ondervertegenwoordigde groepen bij de gebruikers evenals een analyse van de tevredenheid van de huidige gebruikers met als doel de verbanden bloot te leggen tussen deze participatie en tevredenheid enerzijds en centrumspecifieke kenmerken anderzijds.
III.Data Aan de basis van dit onderzoek ligt het gebruikersonderzoek bij 52 cultuurcentra, afgenomen in 3 rondes verspreid over de periode 2004-2007. Uit deze gegevens worden de gebruikers van 8 van de 11 centra uit categorie A, 11 van de 19 centra uit categorie B en 19 van de 31 centra uit categorie C gebruikt door het onderzoek. De 38 gemeenschapscentra worden buiten beschouwing gelaten, omdat enerzijds een recente herdefiniëring van het concept gemeenschapscentrum ertoe heeft geleid dat er op dit moment 208 gemeenschapscentra in Vlaanderen zijn, en omdat anderzijds het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport enkel over de kenmerken van cultuurcentra beschikt uit de categorieën A, B en C. Uiteindelijk worden dus 38 cultuurcentra met bijbehorende 15264 gebruikers onderzocht. De data van het gebruikersonderzoek worden aangevuld met de kenmerken van de 38 gemeenten waarin deze cultuurcentra zich bevinden en met centrumspecifieke kenmerken. De eerst dataset wordt aangeleverd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, de tweede dataset door het Steunpunt Cultuur, Jeugd en Sport. IV.Opzet Het eerste deel van dit onderzoek richt zich op ongelijkheden onder gebruikers. Uit een eerste analyse van de data van het gebruikersonderzoek is gebleken dat mannen, laagopgeleiden, jongeren en ouderen ondervertegenwoordigd zijn bij de gebruikers van de cultuurcentra. Deze groepen van participanten zullen elk apart geanalyseerd worden. Aangezien de onderzoeker er uiteindelijk naar toe wil de centrumspecifieke kenmerken te duiden die een positief of negatief effect op hun participatie hebben, zullen eerst de groepsgemiddelden op de kenmerken van zowel de gemeenten als de cultuurcentra van de 25% van de centra met het grootste aandeel ondervertegenwoordigde gebruikers vergelijken worden met die van de 25% van de centra met het kleinste aandeel ondervertegenwoordigde gebruikers. De kenmerken waarvan de groepsgemiddelden significant van elkaar verschillen, worden als onafhankelijke variabele opgenomen in een meervoudige regressie analyse die een deel van de participatie van ondervertegenwoordigde gebruikers probeert te verklaren. Door te controleren voor de kenmerken van de gemeenten waarin de centra zich bevinden, kunnen - indien aanwezig - de effecten van de centrumspecifieke kenmerken geschat worden. Het tweede deel van dit onderzoek richt zich op de tevredenheid van de gebruikers. Een factoranalyse zal alle tevredenheidsvariabelen bundelen tot enkele dimensies van tevredenheid, die de afhankelijke variabelen vormen in de analyse. De onderzoeker dient hierbij echter rekening te houden met twee meetniveaus van verklarende variabelen. Op het eerste niveau zijn er de individuele kenmerken van de 15264 gebruikers. Op het tweede niveau zijn er de kenmerken van de 38 cultuurcentra en gemeenten waarbinnen deze gebruikers zijn ondergebracht. Vanwege de gelaagdheid van verklarende variabelen, worden de dimensies van tevredenheid geanalyseerd aan de hand van een multilevel-analyse. Multilevel-
analyse maakt het mogelijk om op verschillende niveaus te controleren voor de individuele kenmerken en de kenmerken van de gemeenten om uiteindelijke enkel - indien aanwezig - het effect van de centrumspecifieke kenmerken te destilleren.
V.Algemene verwachting Uiteindelijk hoopt de onderzoeker aan te kunnen tonen dat bepaalde centrumspecifieke kenmerken een al dan niet positieve invloed hebben op enerzijds participatie van nu nog ondervertegenwoordigde gebruikers en anderzijds de tevredenheid van de huidige gebruikers. Hierdoor kan de onderzoeker mogelijk het effect van de inspanningen beoordelen die de algehele participatie aan cultuur moeten bevorderen. Tevens kan de onderzoeker mogelijkerwijs de cultuurcentra handvatten bieden om bijvoorbeeld hun beleid, aanbod of promotionele activiteiten anders of beter af te stemmen op ondervertegenwoordigde gebruikers enerzijds en op het creëren van een grotere tevredenheid onder de huidige gebruikers anderzijds. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Theun-pieter VAN TIENOVEN