www.researchportal.be - 21 Oct 2015 23:29:06
Onderzoeksprojecten (2550 - 2600 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Computational techniques for engineering applications. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Dirk Roose
Nationale bijkomende beschermingsstatuten voor vreemdelingen: nood aan verdere EU-harmonisatie en/of versterking op nationaal niveau? KU Leuven Abstract: Vreemdelingen die hun land gedwongen zijn ontvlucht omwille van een bedreiging van hun leven, vrijheid of menselijke waardigheid, kunnen in België bescherming genieten. Dit vertaalt zich meestal in de toekenning vaneen verblijfsrecht. De bescherming wordt deels geregeld door EU regels die onder meer vluchtelingen, slachtoffers van gewapende conflicten en slachtoffers van mensenhandel beschermen. Het wordt deels geregeld door bijkomende nationale beschermingsregels voor ernstig zieke vreemdelingen,niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, slachtoffers van mensensmokkel, enz. Vreemdelingen die zich in een prangende humanitaire situatie ophet grondgebied van een EU-lidstaat bevinden, kunnen eveneens worden beschermd, zoals staatlozen en niet-verwijderbare vreemdelingen. In dit proefschrift onderzoek ik in welke mate bijkomende vormen van bescherming van vreemdelingen een verdergaande EU-harmonisatie vergen of best een nationale bevoegdheid blijven. Ik behandel deze centrale onderzoeksvra Organisaties: • Instituut voor de Rechten van de Mens
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Marleen Maes
Hippocampal signal transduction in relation to learning and memory KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun • Eva Bollen
Contemplatieve abdijgemeenschappen in de 21ste eeuw. Een etnografische studie naar het hedendaagse contemplatieve gemeenschapsleven. KU Leuven Abstract: Contemplatieve abdijgemeenschappen in de 21ste eeuw. Een etnografische studie naar het hedendaagse contemplatieve gemeenschapsleven Het religieuze landschap van de hedendaagse West-Europese samenleving wordt enerzijds gekenmerkt door een zeer hoge secularisatiegraad en anderzijds door een toegenomen religieuze pluraliteit (Berger, 2000). De waarden die inherent zijn aan een religieus georiënteerd leven in gemeenschap staan binnen de West-Europese samenleving vaak lijnrecht tegenover dominante denkpatronen zoals individualisme, utilitarisme en sciëntisme. Het is in deze context geen evidentie meer om bewust te kiezen voor het kloosterleven, en om als kloosterling geëngageerd te blijven voor een leven dat gericht is op een quasi rechtlijnige continuïteit, en dat uitzonderlijke verplichtingen en beperkingen met zich meebrengt (Merkle, 1992:13). De centrale doelstelling van deze etnografie bestaat erin de fysieke en sociale leefwereld te beschrijven van een specifieke contemplatieve trappi Organisaties: • OG_vr_recht
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Lieven Vandekerckhove • Stephan Parmentier • Wim Vandewiele
Essays on political economy, migration and economic development. KU Leuven Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel een bijdrage te leveren aan de bestaande literatuur over migratie, door het beantwoorden van drie crucialevragen voor zowel onderzoekers als beleidsmakers:Draagt het niveau van corruptie in een land bij tot "brain deficits" - hoge uitstroom en lage instroom van hoog opgeleide migranten? Ik bestudeer de netto migratiestromen (i.e. het verschil tussen het aantal immigranten en emigranten) en onderzoek het niveau van corruptie op niveau van het land als basisdeterminant van deze stromen.Vertegenwoordigen illegale migranten een kost of een voordeel voor het gastland? De meeste studies over illegale immigratie gaan ervan uit dat het altijd ongewenst is. Ik laat zien dat in sommige gevallen illegale migranten gunstiger zijn dan legale migranten zowel voor werkgevers als voor de overheidsfinanciën.Heeft het aandeel van de parlementaire zetels ingenomen door vrouwen een invloed op het migratiebeleid? Veel auteurs analyseerden hoe overheden beslissen over he Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Pasquamaria Squicciarini
Dynamiek vann de containerhavens in Zuidelijk Afrika Universiteit Antwerpen Abstract: De politieke en sociale hervormingen in Zuidelijk Afrika hebben enorme economische kansen en infrastructuurontwikkeling gebracht voor de regio. Gegeven het feit dat 41 % van het maritieme containervervoer van het hele continent wordt gerealiseerd in Zuidelijk Afrika, kan
havenontwikkeling gezien worden als een cruciale enabler van handel, economische groei en werkgelegenheid in de regio. Het promotieonderzoek richt zich op de regionale containerhavenontwikkeling in Zuidelijk Afrika , met name de havens van Toamasina , Port Louis , Maputo , Durban , Nctqura , Kaapstad en Walvis Bay. Het belangrijkste doel van mijn onderzoek is de drijfveren en aspecten van de havenontwikkeling in ontwikkelingslanden kritisch te evalueren vanuit vijf invalshoeken: (1) Containerverkeersstromen en de verschuivingen in marktaandelen als gevolg van havenconcurrerentie, (2) de dynamiek in corridorontwikkeling en achterlandvervoer, (3) de institutionele hervorming van havens, (4) perspectieven in maritieme netwerken en (5) financieringsbronnen voor havenontwikkeling . Deze vijf dimensies van de analyse worden gebruikt om duidelijke beleidsaanbevelingen te verstrekken aan beleidsmakers betrokken bij alle vijf perspectieven van havenontwikkeling. Een groot deel van de huidige havenontwikkeling onderzoek is grotendeels gericht op de Europese , Aziatische en Noord-Amerikaanse havens. Afrikaanse havensystemen zijn onderbelicht in academisch onderzoek. Het doctoraatsproject is gebaseerd op een reeks van papers over de vijf genoemde dimensies in het havenontwikkelingstraject in Zuidelijk Afrika. De toegepaste methoden zijn zowel kwalitatief als kwantitatief. Twee van de vijf hoofdstukken passen bestaande kwantitatieve technieken toe in een Zuid- Afrikaanse context. In de resterende drie hoofdstukken worden nieuwe kwalitatieve raamwerken en kwantitatieve onderzoeksmodellen ontwikkelt en toegepast om de hypotheses te testen en antwoord te geven op de onderzoeksvragen van deze studie. Kortom, dit onderzoek levert een relevante en betekenisvolle bijdrage voor regionale beleidsmakers en belanghebbenden in havenontwikkeling en draagt ook bij tot de academische kennis terzake. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom • Darren Ronald Fraser
Essays on institutions, market imperfections and agricultural development in Europe. KU Leuven Abstract: Deze verhandeling bevat zes hoofdstukken over de rol van instellingen en marktimperfecties op de ontwikkeling van de landbouwsector in Europa.Na een beknopt inleidend hoofdstuk, dragen het tweede en het derde hoofdstuk bij aan de bestaande kennis van de factoren die de herstructurering van de landbouwsector beïnvloeden. In het bijzonder bestuderen deze twee hoofdstukken de impact van de modernisering en institutionele innovaties in de voedselketen op de herstructurering van de landbouwsector in de EU nieuwe lidstaten. Beide hoofdstukken zijn gebaseerd openquêtegegevens van de Bulgaarse zuivelsector verzameld in 2003 en 2009.Hoofdstuk II analyseert de impact van contractuele problemen (gemeten als betalingsachterstanden) en institutionele innovaties (gemeten alsgebundelde contracten in de voedselketen) op de herstructurering van deBulgaarse zuivelsector in de periode 1994-2003. De resultaten laten zien dat betalingsachterstanden een negatieve invloed hebben op de groei van melkveebedrij Organisaties: • OG Ontwikkelingseconomie Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Kristine Van Herck
Essays on firm and product heterogeneity in international trade. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Filip Abraham • Jan Van Hove • Zuzanna Studnicka
Middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingen. De ontwikkeling van een doelgroepspecifiek instrumentarium voor screening en assessment. Hogeschool Gent Abstract: 1. Probleemstelling Hoewel er reeds een aantal eerdere studies verschenen zijn, wordt pas sinds de jaren tachtig specifiek (wetenschappelijke) aandacht geschonken aan middelenmisbruik en/of -afhankelijkheid bij personen met verstandelijke beperkingen. De bevindingen van deze onderzoeken zijn (vrij) recent in een aantal internationaal gepubliceerde overzichtsartikelen bij elkaar gebracht (zie bijvoorbeeld Burgard, Donohue, Arzin & Teichner, 2000; Coco & Harper, 2002a en 2002b; Degenhardt, 2000; McGillicuddy, 2006). Hoewel het moeilijk is om de prevalentie van middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingen in te schatten, wordt aangenomen dat personen met verstandelijke beperkingen evenveel of iets minder alcohol en andere middelen gebruiken in vergelijking met personen zinder beperkingen (zie bijvoorbeeld Edgerton, 1986; Westermeyer, Kemp & Nugent, 1996). Zij vertonen wel vaak 'andere' gebruikspatronen, die onder andere gepaard gaan met 'binging' episodes (Cocco & Harper, 2002a). Tot op heden is er nog maar weinig onderzoek verricht naar de behandelingsresultaten van interventies bij personen met verstandelijke beperkingen die middelen misbruiken (Bugard et al., 2000). Meer klinische aandacht en (hieraan gekoppelde) wetenschappelijke studies zijn dan ook nodig, bijvoorbeeld om na te gaan of en in hoeverre personen met verstandelijke beperkingen toegang hebben tot de reguliere drughulpverlening (Lottman, 1993), wat de effecten zijn van programma's die gericht zijn op het vergroten van sociale vaardigheden (McGillicuddy & Blane, 1999), hoe cliënten kunnen worden geörienteerd naar de meest geschikte vorm van behandeling of begeleiding (client matching) en welke veranderingen - op basis van specifieke noden en behoeften - aan bestaande hulpverlenersmodaliteiten mogelijks effect zouden kunnen hebben op het behandelingsresultaat van personen met verstandelijke beperkingen (Paxon, 1995). Een noodzakelijke voorwaarde voor het creëren van dit aanbod en het verder onderzoeken van de effectiviteit ervan is een gedegen doelgroepspecifieke screening en assessment door middel van gestandaardiseerde en gevalideerde instrumenten. Verschillende onderzoekers wijzen op de absolute noodzaak van het ontwikkelen van een dergelijk instrumentarium, waarbij aangegevne wordt dat bestaande instrumenten (zoals de (Europese versie van de) Addiction Severity Index (Europ-Asi), één van de meest gebruikte instrumenten binnen de verslavingszorg) niet of nauwelijks bruikbaar zijn (cf. McGillicuddy, 2006) en mogelijks leiden tot een onderrapportage van de werkelijke prevalentie. Een bijkomende moeilijkheid is dat de reeds beschikbare onderzoeksgegevens met betrekking tot deze doelgroep zeer moeilijk vergelijkbaar zijn omwille van grote methodologische verschillen in de gepubliceerde studies, gaande van onduidelijkheden en inconsistenties met betrekking tot gehanteerde definities (voor zowel het begrip 'verstandelijke beperking' als het begrip 'druggebruik en -misbruik'); de representativiteit van de geselecteerde steekproeven; de gehanteerde criteria om verstandelijke beperking te operationaliseren; het gebrek aan longitudinale studies en het ondoordacht gebruik van bestaande instrumenten en de hieraan verbonden (te) hoge cut-off scores (zie bvb. Burgard et al., 2000; Coco & Harper, 2002a en 2002b;
McGillicuddy, 2006).
2. Onderzoeksvragen en doelstellingen De prevalentie en aard van middelengebruik, -misbruik en verslaving bij persoenen met verstandelijke beperkingen is in de Vlaamse context tot op heden niet of uiterst weinig onderzocht. Verder studie met betrekking tot deze onderwerpen in ons inziens echter zeer belangrijk, niet in het minst om zo een duidelijk beeld te krijgen op de omvang en aard van voornoemde moeilijkheden. Het is pas wanneer deze vragen afdoend beantwoord zijn, dat o.i. kan nagegaan worden welke behandelingsmodaliteiten het best aansluiten bij de specifieke noden van cliënten met verstandelijke beperkingen (cf. supra). Voorliggend onderzoek richt zich dan ook op het in kaart brengen van het middelengebruik en -misbruik bij personen met verstandelijke beperkingen in Vlaanderen. De studie heeft hierbij twee belangrijke doelstellingen: 1) Het ontwikkelen van een - aan de doelgroep aangepast - gestandaardiseerd instrumentarium, met aandacht voor de psychometrische eigenschappen ervan (validiteit en betrouwbaarheid). 2) Het in kaart brengen van de prevalentie en aard van het middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingen (met inbegrip van belangrijke leefgebieden waarop middelengebruik invloed kan hebben, cf. Europ-Asi). Deze doelstellingen kunnen worden vertaald in volgende onderzoeksvragen: 1) Welke instrumenten voor screening en assessment van middelengebruik, -misbruik en -afhankelijkheid worden momenteel gebruikt bij personen met een verstandelijke beperking? 2) Wat zijn voor- en nadelen van de gehanteerde instrumenten en in welke mate kunnen/dienen deze aangepast worden aan specifieke noden van de doelgroep? 3) Wat zijn de psychometrische eigenschappen van het ontwikkelde instrumentarium? 4) Wat is de prevalentie van middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingen in Vlaanderen? 5) Wat zijn belangrijke kenmerken van middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingne in Vlaanderen (aard gebruik, frequentie, soort middel, motieven tot gebruik, invloed op andere leefgebieden gerelateerd van (Kwaliteit van Bestaan, etc.) en hoe percipiëren de personen zelf het gebruik en de gevolgen ervan?
3. Methodologie Het onderzoek bestaat uit vier verschillend werkpakketten, tijdens dewelke zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden zullen worden gebruikt (triangulatie), met hetoog op het ontwikkelen van een aangepast instrumentarium en het in kaart brengen van prevalentie en kenmerken van middelengebruik bij personen met verstandelijke beperkingen. De beschrijving in werkpakketten garandeert een flexibel verloop van ht onderzoek, gezien de onderzoeksresultaten van één werkpakket de organisatie en aanpak van de andere werkpakketten kunnen beïnvloeden. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Wing Ting To • Stijn Vandevelde
Endofenotypering bij autismespectrumstoornissen: neurocognitie en brainimaging.nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: Mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben beperkingen in de sociale interactie en de sociale communicatie. Bovendien vertonen ze repetitieve gedragingen of zeer uitgesproken en beperkte interesses. Onderzoek heeft aangetoond dat ASS in sterke mate te wijten is aan mutaties in de genen, maar tot op heden weten we nog niet welke genen allemaal een rol spelen. Dit komt voornamelijk doordat mensen met ASS onderling zeer sterk van elkaar verschillen. Ze verschillen niet alleen sterk in de gedragingen die ze vertonen, maar ook in de genetische mutaties die aan de oorzaak liggen. Deze grote variatie (of heterogeniteit) tussen mensen metASS maakt het moeilijk om de genetische mutaties die bijdragen tot de stoornis te vinden. Daarom zijn wetenschappers op zoek gegaan naar kenmerken die ons meer inzicht kunnen verschaffen in de oorzaken van ASS dan de gedragskenmerken op basis waarvan de diagnose wordt gesteld. Een voorbeeld van meer informatieve kenmerken zijn endofenotypes. Endofenot Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Jean Steyaert • Lien Van Eylen • Ilse Noens
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Jan Wouters • Sophie Dandache
A contextual data quality analysis for credit risk management in financial institutions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Wilfried Lemahieu • Helen Tadesse Moges
Essays on the role of patent law and science policy for the production and commercialization of knowledge. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N. • Dirk Czarnitzki
Implicatures in a dual-process framework KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Walter Schaeken • Sara Verbrugge • Katrijn Pipijn
Tatertaal voor kinderopvang KAV. KU Leuven Abstract: Kinderopvang KAV wil een opleidingsproject voor onthaalouders. Naast deonthaalouders zelf zou dit project zich in de mate van het mogelijke ook willen richten op de laaggeschoolde en/of meertalige ouders van de kinderen die door de onthaalouders opgevangen worden. Tatertaal voor professionelen en Tatertaal voor ouders zijn methodieken die als basis dienen voor beide doelgroepen (onthaalouders en ouders), maar die nood hebben aan verbreding en verdieping om beide groepen beter te bereiken en om hetaangebodene te verankeren in de dagelijkse praktijk. Daarnaast is er nood aan een visie op taalstimulering en meertaligheid gezien het enkel-Nederlands beleid dat op dit moment van kracht lijkt te zijn binnen Kinderopvang KAV. Het Centrum voor Taal en Onderwijs zal een voorzet geven voor een visie die in de opleidingsinitiatieven geïntegreerd kan worden. Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Koenraad Van Gorp
Netwerk van deskundigen over mobiliteit binnen de EU - vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van de sociale zekerheid Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Risicovechtsportplatform Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Sportfederatie' hebben voor het project ' Risicovechtsportplatform (verder af te werken)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • Jikkemien VERTONGHEN • MARC THEEBOOM
Het beroepsprofiel van de leraar als 'black box': een analyse van de werking van onderwijsstandaarden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Maarten Simons • Carlijne Ceulemans
Masterplan voor het NGI als Geobroker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Annie Hondeghem • Johan Crompvoets
Analyse van afwijkende gewrichtsbelasting en spiercontrole bij kinderen met botvervormingen gebruikmakend van dynamische simulaties van het gangpatroon KU Leuven Abstract: In het dagelijkse leven maken we constant gebruik van het menselijke gangpatroon om onszelf te verplaatsen van de ene plaats naar de andere. Het menselijke gangpatroon is één van de meest gebruikte motorische vaardigheden die we gebruiken om activiteiten van het dagelijkse leven uit te voeren. Echter steunt het gangpatroon op een complexe interactie tussen neurale en mechanische factoren. De complexiteit van het gangpatroon wordt helemaal duidelijk wanneer deze interactie verstoord is, zoals bijvoorbeeld bij complexe neurale stoornissen, zoals bij kinderen
met cerebrale parese (CP) of infantiele hersenverlamming. Deze kinderen vertonen zowel primaire stoornissen (zoals spierzwakte, spasticiteit en verminderde selectieve controle) en secundaire stoornissen (zoals spierverkortingen en femorale botvervormingen) die het normale gangpatroon belemmeren.Huidig onderzoek maakt gebruik van musculoskeletale modellen gebaseerd op medische beeldvorming en simulaties om een beter inzicht te krijgen Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Joris De Schutter • Ilse Jonkers • Lennart Scheys • Lode Bosmans
Doctoraat Sander Van de Cruys. KU Leuven Abstract: Psychologen onderkennen het belang van predicties of verwachtingen in het functioneren van de geest al sinds het ontstaan van hun discipline. Van de baan van een bal of het verloop van een melodie tot de plannen vanonze partners en tegenstrevers, wij voorspellen voortdurend de wereld rondom ons, omdat we de statistische relaties die erin van kracht zijn geleerd hebben. Pas wanneer onze predicties mis zijn ---wanneer de sensoriële informatie niet overeenstemt met de predicties die we er impliciet over vormen--- worden we ons bewust van die voortdurende predictieve activiteit van onze hersenen. In de voorbije decennia ontwikkelden cognitieve neurowetenschappers een computationeel model met de naam predictivecoding, dat dit iteratief matchen van predicties met input probeert te formaliseren, en zo perceptueel leren and inferentie tracht te verklaren. Het model beschrijft hoe elk niveau in de corticale hierarchie van perceptuele verwerking de neurale activiteit in een lager niveau voorspel Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Sander Van de Cruys
Neurale Sturing van het Wandelen: de Rol van het Cerebellum KU Leuven Abstract: Wandelen is relatief gemakkelijk, we doen het zonder er bij na te denken. Echter, vanuit een besturingsperspectief is het verre van gemakkelijk. Inzichten in hoe ons zenuwstelsel wandelen aanstuurt kunnen ons helpenin te zien waarom sommige mensen (patiënten of ouderen) moeite hebben met wandelen, in het algemeen of enkel in bepaalde gevallen. Met deze kennis kunnen we revalidatieprocessen en valpreventie strategieën optimaliseren. De doelstelling van deze thesis was om het begrip te verhogen van de rol van het cerebellum in de neurale sturing van corrigerende bewegingen na verstoringen tijdens het wandelen en van de lokalisatie van deze functies binnen het cerebellum. We onderzochten verschillende wandel taken bij patiënten met een focale laesie na operatief verwijderen van een cerebellaire tumor en gezonde controle proefpersonen. We namen verschillende afwijkingen waar tijdens de verschillende staptaken en correleerdendeze met de plaats van de laesie. Hoewel de laesies mild waren, we Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Frank Van Calenbergh • Stefan Sunaert • Jacques Duysens • Wouter Hoogkamer
Whether the design of pension system predetermines its effectiveness? Evidence from Latvia, Poland, Estonia and Lithuania KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • Audrone Morkuniene
Performante beleidsadvisering in een competitieve context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Nele Bossens
Limits and opportunities for observers in the UN decision-making process KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Edith Drieskens • Laura Van Dievel
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-UGent, Tom Evens Vrije Universiteit Brussel Abstract: Machtstrijd op televisie: een politiek-economische analyse van de machtsevenwicht in uitzender naar distributeurs markten. Organisaties:
• Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • PIETER BALLON
Atlas als ontwerp, Atlassen ontwerpen: Twee cartografische exploraties van impliciete stedenbouw in Zuidwest Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder • Bieke Cattoor
Attachment security, babies and consumer behavior. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Sabrina Bruyneel • Yuanyuan Li
Essays on environmental innovations and firm behaviour. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • N. N.
De creatie van een onderzoeksnetwerk in de menswetenschappen en de sociale wetenschappen in Karnataka (India) Universiteit Gent Abstract: Het project zal een netwerk van onderzoekers creëren aan de universiteiten en colleges van Karnataka dat erop gericht is de menswetenschappen en de sociale wetenschappen te vernieuwen en te dekoloniseren. Op die manier komt het project ook tegemoet aan de lokale vraag naar een wetenschappelijk onderbouwd debat over een hele reeds prangende maatschappelijke uitdagingen en problemen. Het onderzoeksnetwerk zal gecreëerd worden doorheen een reeks activiteiten: workshops, expert classes, lezingenreeksen, nationale conferenties, onderzoeksactiviteiten, outreach activiteiten (een culturele week, pilot courses aan ingenieurscolleges, en publieke lezingen.) Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
ZEIN2012Z107 Cuba. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Erik Van der Eycken
ZEIN2012Z108 Ecuador. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kathleen Marchal
EMSOC KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Dirk De Grooff
EMSOC KU Leuven Abstract: The goal of this project is to critically assess the belief of the user being empowered in a social media culture. The research is structured according to three main areas of interest in society where user (dis)empowerment is taking place related to social computing: inclusion, literacy and privacy. An interdisciplinary team from Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Gent en KU Leuven collaborate to provide well-funded answers to the challenging assumptions and principlesof the EMSOC research project. The IWT funded strategic basic research runs from 2010 till 2014.We are entering a social media culture, which epitomises the mutual shaping between participative media technologies on the one hand and social communication and collaboration on the other hand. In this realm the user is the central actor, however, only to the extent that he or she is actually empowered to grasp the opportunitiesand face the challenges in the digital media environment. Organisaties:
• Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Peggy Valcke
DYNAMEC: Developing effective policies and legislation to address and reduce demand of trafficking in human beings through a human rights approach within the (European) moral economy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Strafrecht
Onderzoekers: • Dirk Van Daele
BASTRA. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • HIVA-OG Duurzame Ontwikkeling
Onderzoekers: • Sander Happaerts
Financiële analyse van de effecten van het nieuwe financieringsmechanisme voor de werkingsmiddelen in scholen. KU Leuven Abstract: Vanaf het schooljaar 2008-2009 is een nieuw financieringsmechanisme voor de werkingsmiddelen van het leerplichtonderwijs in werking getreden. De werkingsmiddelen die een school ontvangt werden gedeeltelijk afhankelijk van een aantal leerlingenkenmerken (opleidingsniveau moeder, thuistaal, schooltoelage en woonbuurt). De bedoeling is dat scholen in eenzelfde situatie (wat betreft school- en leerlingenkenmerken) over eengelijke financiering kunnen beschikken. Het is echter niet duidelijk hoe de (bijkomende) werkingsmiddelen die volgens het nieuwe financieringsmechanisme toegekend worden, concreet besteed worden door de scholen. De werkingsmiddelen worden gegenereerd op basis van leerlingen- en schoolkenmerken, maar worden toegekend aan de schoolbesturen (gesubsidieerd onderwijs) of aan de scholengroepen (gefinancierd onderwijs). De resultaten van dit onderzoek zullen aangeven hoe de aan de schoolbesturen/scholengroepen toegekende werkingsmiddelen verder verdeeld worden naar scholen toe e Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Mike Smet
International Francqui chair voor prof. D.L.Pauls. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Ilse Noens
De rol van ACTN3 (R577X) in metabolische, contractiele en structurele/mechanische eigenschappen van menselijk spierweefsel KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de rol van een stopcodon polymorfisme in het ACTN3 gen, dat codeert voor het alfa-actinine-3-eiwit. Alfa-actinines (alfa-actinine-2, aanwezig in alle spiervezeltypes en alfa-actinine-3, enkel aanwezig in de snelle vezels) vormen de belangrijkste structurele componenten van de Z-lijn in de skeletspier, maar interageren ook met een aantal signaaleiwitten. Verschillende functies in signaaloverdracht, contractiele en metabole eigenschappen van spier en spiervezeltype differentiatie zijn verondersteld. In ~ 18% van de blanke populatie is dit eiwit afwezig ten gevolge van homozygotie voor een prematuur stopcodon polymorfisme in het ACTN3 gen (R577X). Het tekort aan alfa-actinine-3 wordt niet geassocieerd met een ziek fenotype of een beperking in spierfunctie. Momenteel is het nog steeds onduidelijk welke metabole en contractiele voordelen er gerelateerd zijn aan de afwezigheid (XX) of aanwezigheid (XR / RR) van het eiwit. De belangrijkste focus zal liggen op de mechani Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Martine Thomis • Louise Deldicque • Siacia Broos
Vlaams-Nederlandse Delta Monitor 2014. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Prov. Noord-Brabant. UA levert aan Prov. Noord-Brabant de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Transgender en politieke wetenschap in Europa: een vergelijkende aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers:
• Joz Motmans
Juridisch onderzoek naar de doelstelling van de uitvoering van het ESA project ITT AO 1-7041/11/F/MOS. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Esther van Zimmeren
The Online Stage. Heteronormatieve zelfrepresentatie en identiteitsconstructies bij jongeren in online communicatieinteracties: een multimethodisch publieksonderzoek Universiteit Gent Abstract: Media zijn verspreiders van betekenissen die vormgeven aan culturele opvattingen omtrent gender en seksualiteit. Deze opvattingen zijn veelal heteronormatief, wat mogelijke implicaties heeft op de gender en seksualiteitsbeleving van individuen. Nieuwe online media als sociale netwerk sites kennen een stijgend belang. Dit onderzoek wenst te beschrijven hoe jongeren heteronormatieve assumpties articuleren en eventueel versterken of doorbreken in deze online omgevingen. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Sofie Van Bauwel
Beslissingsprocessen jeugdrechters bij minderjarigen met een psychiatrische problematiek Universiteit Gent Abstract: Er is sprake van een paradox tussen het aantal minderjarigen met psychiatrische stoornissen in de jeugdrechtbankpopulatie en het beperkt aantal plaatsingen in de geestelijke gezondheidszorg. Dit kan begrepen worden door inzicht te verwerven in het beslissingsproces van de jeugdrechters. Dit kwalitatief onderzoek wil via dossierstudie, observatie en interviews het beslissingsproces van de jeugdrechters onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Freya Vander Laenen
Rechtsvergelijkende studie van de principes en regelgevende regimes inzake biologische diversiteit in de EU en in ZuidAmerika Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een juridisch vergelijkende analyse te maken tussen de Europese wetgeving ter bescherming van de biologische diversiteit en deze in Colombia en Peru. In het bijzonder zal het onderzoek zich toespitsen op: 1. het recht op een gezond leefmilieu en de plicht de natuur te beschermen 2. beschermde gebieden en MER en SEA 3. bossenbehoud en 4. aanpassingen aan klimaatswijzigingen. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes • An Cliquet
Netwerk opbouw en evolutie bij nieuwe bedrijven Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft twee doelstellingen. Enerzijds is het de bedoeling om te onderzoeken hoe jonge bedrijven met technologie focus hun bedrijfsnetwerk opbouwen en welke factoren dit proces beïnvloeden. Het tweede deel van het project bestudeert hoe de netwerken van deze bedrijven evolueren en welke invloed dit heeft op het aantrekkingsproces van nieuwe middelen voor het bedrijf. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Bart Clarysse
Ontwikkeling van een assessment-tool voor het evalueren van het innovatiepotentieel Universiteit Gent Abstract: Het Project heeft tot doel een tool te ontwikkelen op basis van de SJT-methodiek om mensen te beoordelen en feedback te geven op te identificeren competenties die het volledige innovatietraject weerspiegelen. - Identificeren van competenties die een innovatietraject weerspiegelen. - Ontwikkelen van de SJT - Opbouwen van de ontwikkelingsfeedback Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Frederik Anseel
Didactische ICT bekwaamheid van docenten Universiteit Gent Abstract: De vraag die centraal in het voorgestelde onderzoek centraal staat luidt: Hoe ziet een valide, betrouwbaar en praktisch bruikbaar instrument voor het vaststellen van de didactische ICT bekwaamheid voor de basisschooldocent (in opleiding) en aanzet tot reflectie op eigen ICT-gebruik en de inbedding daarvan in het curriculum, en gebruikt kan worden door ICT coördinatoren en opleidingsdocenten met het oog op verdere professionalisering van de docent (in opleiding). Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
EMSOC: User Empowerment in a social media culture. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Media en communicatie ondergaan fundamentele veranderingen door wetenschappelijke doorbraken en digitalisering binnen de informatie- en communicatietechnologie (ICT). Dit gaat samen met een verhoogde convergentie en een overgang van massamedia en persoonlijke media naar media voor 'massa-zelfcommunicatie' (mass self-communication). Gemedieerde communicatie wordt steeds vaker participatief en gepersonaliseerd door middel van sociaal computergebruik (Web 2.0). We betreden een sociale media cultuur die de wederzijdse adaptatie tussen participatieve mediatechnologieën enerzijds en sociale communicatie en samenwerking anderzijds in zich verenigt. In deze sfeer staat de gebruiker centraal, maar enkel in die mate dat hij/zij daadwerkelijk in staat is om zijn kansen te grijpen en de uitdagingen aan te gaan in de digitale mediaomgeving. Het doel van EMSOC is om vanuit kritisch interdisciplinair perspectief te onderzoeken in welke mate en hoe mensen 'empowered' dan wel 'disempowered' worden vanuit hun dagelijkse omgang met sociale media. We gaan na op welke wijze de kwetsbaarheid van mensen (al of niet) verandert als gevolg van nieuwe vormen van online communicatie en interactie en welke antwoorden we hierop kunnen bieden vanuit een sociaal, beleidsmatig, media, juridisch en pedagogisch perspectief. Dit onderzoek rond zelfbeschikking voor gebruikers (user empowerment) in een sociale media cultuur is opgebouwd rond drie maatschappelijke dimensies: 1. Inclusie: er is geen vanzelfsprekende link tussen sociale media en 'user empowerment' aangezien niet alle gebruikers kunnen, mogen of willen deelnemen aan of via digitale media. Om de relatie tussen sociale media en de bevolking te begrijpen is het belangrijk in kaart te brengen wie welk soort toegang heeft tot sociale mediatechnologieën en -diensten en waarom. EMSOC: We doen in dit verband onderzoek naar kwetsbaarheid in de context van een geconvergeerde mediacultuur. Dit verwijst enerzijds naar kwetsbare groepen die dreigen uitgesloten te geraken uit de samenleving en de rol van media en anderzijds naar kwetsbaarheid in relatie tot mediagebruik en beleidsdoelstellingen. Tevens zullen mogelijkheden onderzocht worden om zulke kwetsbare groepen zelf de mogelijkheid te bieden uitsluiting te voorkomen of te verminderen. 2. Mediawijsheid: niet alle gebruikers beschikken over de nodige vaardigheden (literacy) om optimaal gebruik te maken van sociale media in hun eigen leven en werk. Iemand die wel over voldoende digitale mediawijsheid beschikt weet welke toepassingen hij of zij kan gebruiken voor bepaalde doeleinden. EMSOC: Het onderzoek is gericht op het concept van mediawijsheid in een digitale omgeving. We besteden aandacht aan de notie van nieuwe mediawijsheid vanuit gebruikersperspectief enerzijds en vanuit cultureel en onderwijsperspectief anderzijds. 3. Privacy: veel gebruikers zijn zich onvoldoende bewust van de evoluties en gevolgen van de bewaring, analyse en verspreiding van hun digitale activiteiten (digital footprint). Enkel sociale media consumenten die voldoende digitaal geletterd en zelfreflexief zijn, kunnen hun persoonlijke gegevens en privacy adequaat beschermen. EMSOC: We onderzoeken de (on)doordringbaarheid tussen private en publieke sfeer inzake massa-zelfcommunicatie. Daarbij gaan we enerzijds dieper in op aspecten van profilering, virtuele identiteit, privacy en surveillance vanuit gebruikersperspectief. Anderzijds worden profiling, fundamentele rechten en gebruikerscontrole vanuit juridisch perspectief onderzocht. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • Mathias VERMEULEN • SERGE GUTWIRTH • Dorien BAELDEN
EURO Impact: Europese intersectoriale en multidisciplinaire training in onderzoek in palliatieve zorg Vrije Universiteit Brussel Abstract: EURO IMPACT is gericht op de ontwikkeling van een multi-disciplinair, multi-professionele en intersectorale onderwijs-en research training-netwerk gericht op het bewaken en verbeteren van de palliatieve zorg in Europa. Palliatieve zorg is in veel ontwikkelde landen minder dan optimaal en sommige patiënten lijden nog steeds aan ernstige symptomen. Terwijl internationale onderzoek naar palliatieve zorg ontwikkeld is in de afgelopen decennia, heeft het geen gelijke tred gehouden met de groeiende vraag naar kwalitatief hoogwaardige zorg. De toename van ouderen, chronisch zieken en kosten van de gezondheidszorg, maakt de levering van verbeterde opleiding in onderzoek in de palliatieve zorg een van de meest urgente maatschappelijke uitdagingen op EU-niveau. De opleidings-en onderzoeksprogramma van EURO IMPACT zijn nauw met elkaar verweven, waarbij 5 universiteiten, 2 particuliere bedrijven en 4 sociaal-economische actoren, 12 junior en 4 ervaren onderzoekers opleiden. De partners staan in de voorhoede van palliatieve opleiding in onderzoek en vertegenwoordigen een breed spectrum van disciplines en beroepen. Het training in onderzoek bestaat erin onderzoekers te leren werken met verschillende methoden en datasets verzameld in verschillende landen en vanuit meerdere perspectieven. Het zal een breed overzicht over palliatieve zorg opleveren en de kwaliteit ervan in Europa en tools identificeren om het te verbeteren. On-the-job training zal worden aangevuld met gestructureerde cursussen met betrekking tot palliatieve zorg onderzoek en het gehele netwerk training op multi-disciplinaire, ethiek, cross-nationaal onderzoek en maatschappelijke verspreiding. Met de bedoeling het beleid en de klinische praktijk te beïnvloeden in de palliatieve zorg, worden alle partners en onderzoekers betrokken bij de maatschappelijke verspreiding van de resultaten van de opleiding voor een breder nationaal en internationaal publiek. EURO IMPACT vermindert huidige versnippering van opleiding in onderzoek in de palliatieve zorg en geeft de nieuwe generatie van Europese onderzoekers de nodige wetenschappelijke en complementaire vaardigheden om toekomstige palliatieve zorg te beïnvloeden op nationaal en internationaal niveau alsook de praktijk en het beleidsniveau. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK