www.researchportal.be - 19 Nov 2015 16:44:47
Onderzoeksprojecten (1300 - 1350 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Veroniek Collewaert Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsproject heeft tot doel een dieper inzicht te verkrijgen in het investeringsgedrag van business angels, gedefinieerd als zeer vermogende, niet-institutionele private equity investeerders. Deze individuele investeerders vormen een alsmaar belangrijkere financieringsbron voor kleine en/of snelgroeiende ondernemingen, wegens hun gebrek aan persoonlijke en zakelijke zekerheden alsook de verschuivende focus van de traditionele venture capitalists naar grotere en later stage investeringen. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Freddy Brackx
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Valérie De Prycker Universiteit Gent Abstract: Zowel op theoretisch als op common sense-niveau treffen we vandaag hoofdzakelijk restrictieur invullingen van geluk aan. De flow-theorie en de maatschappijkritische dimensie in het werk van Tibor Scitovsky kunnen deze invullingen compliteren. Om theorieën over geluk van een ruimer kader te voorzien zullen recente wetenschappelijke en filosofische theorieën over het zelf als uitgangspunt genomen worden. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Eline De Ridder Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie van Tsjechië op de ontwikkeling van de Europese Unie. We gaan na welke visie er leeft bij de bevolking, welke actoren het Tsjechische besluitvormingsproces mbt EU-zaken beïnvloeden, welke standpunten zij innemen en hoe zij hun visie vertaald willen zien in het EU-beleid. Het is een politiek-wetenschappelijke analyse van de toetreding van Tsjechië tot de EU en de consequenties hiervan voor Europa. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Raymond Detrez
Paniek in Context. Een multimethodisch onderzoek naar de evolutie van het publieke debat over geweld in de audiovisuele media in België (1912-2005) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject kijkt vanuit een historisch perspectief naar de verschuivingen en constanten in het Belgische publieke debat over geweld in film. We gaan na WIE tussen 1912 en 2004 WAT zegt over de invloed van geweld in film OP WELKE GROEP. Dit discours wordt geduid aan de hand van de economische, politieke, juridische, sociale context enerzijds en de mediumspecifieke context anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Daniël Biltereyst
De neurale basis van de executieve functies respons selectie en geheugen updating aan de hand van ERP en fMRI Universiteit Gent Abstract: Er wordt aangenomen dat het brein een executief controle systeem bevat dat doelgericht gedrag mogelijk maakt. De vraag of executieve controle een unitair systeem is, werd recent geïntroduceerd als een mogelijkheid om de theoretische onduidelijkheid omtrent executieve controle te benaderen. De bedoeling van huidig project is experimenteel te onderzoeken of executieve controle kan gefractioneerd worden in een aantal executieve functies. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • André Vandierendonck
Experimenteel onderzoek naar automatische emotie-antecedente appraisals Universiteit Gent Abstract: Met behulp van methodes die weinig ruimte laten voor een bewust gecontroleerde processen, zal worden nagegaan of de mogelijkheid tot coping automatisch verwerkt kan worden, of deze informatie automatisch geïntegreerd kan worden met informatie over valentie, en of deze integratie leidt ot de activatie van emotie-specifieke gedragstendensen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Drugs in cijfers II Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil de methodologie, zoals die werd ontwikkeld voor het onderzoek Drugs in cijfers I, actualiseren. Daarnaast zal het onderzoek een nieuwe meting uitvoeren om een zicht te krijgen op de evolutie in de overheidsuitgaven inzake de aanpak van het drugprobleem in België, met aandacht voor de invloed van de beleidsopties en actiepunten in de federale beleidsnota drugs 2001. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers:
• Brice De Ruyver
Uitvoering van een beleidsevaluatie van een geïntegreerd kustzonebeleid in Vlaanderen en België, uitwerken van 2 casussen in het kader van COREPOINT Universiteit Gent Abstract: Het Maritiem Instituut is de Belgische partner in COREPOINT (INTERREG IIIB NW Europe) en zal het planningsproces van mariene beschermde gebieden in zee en van ruimtelijke ordening op strand opvolgen op basis van publieke participatie en lokale instanties. De informatie die uit de verschillende case studies gehaald wordt, zal worden omgevormd tot internationaal bruikbare instrumenten. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Aandacht voor pijn in de crossmodale constructie van de spatiale ruimte Universiteit Gent Abstract: In een efficiënt aandachtsysteem moet spatiale aandacht gecoördineerd worden tussen verschillende sensorische modaliteiten. In dit project zullen we onderzoeken hoe aandacht voor pijn en andere sensorische modaliteiten spatiaal geïntegreerd worden, met het oog op het ontwikkelen van een ecologische en dynamische theorie over pijnperceptie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Recherche sur l'évaluation de la règlementation et des processus de décision et de travail en matière de surveillance éléctronique (evaluatie electronisch toezicht). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de evaluatie van de reglementering, de besluitvorming en de praktijk van het elektronisch toezicht in België tussen 2000 en 2005. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS
Een kwestie van smaak. Een methodoligische en theoretische uitdieping van muzikale smaakpatronen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de sociologie is er de laatste jaren vanuit twee hoeken aandacht voor muzieksmaken. Auteurs, actief binnen de eerste stroming houden zich vooral bezig met de vorm van muzieksmaken. Het is vooral geïnspireerd door het werk van Richard Peterson rond omnivoriteit. Volgens deze auteur is de smaak van hogeropgeleiden en de hogere statusgroepen in de Verenigde Staten gekenmerkt door inclusie, wat leidt tot een brede smaak waarin vele muziekgenres worden goedgekeurd. De muzieksmaken van lagere statusgroepen zouden daarentegen gekenmerkt worden door exclusie, wat leidt tot een eerder beperkt aantal muziekgenres dat goed bevonden wordt. Dit heeft geleid tot het beeld dat muzieksmaken in de bevolking niet verdeeld zijn volgens een pyramidevorm, zoals zou blijken uit theoretische inzichten van Simmel of Bourdieu, maar eerder volgens een omgekeerde pyramidestructuur . Deze vorm is intussen voor diverse landen aangetoond. Er zijn diverse verklaringen voor deze omgekeerde pyramidevorm: opwaartse sociale mobiliteit, de sociaal netwerk hypothese of vanuit de 'symbolic boundaries' traditie. Daarnaast is er een traditie die zich richt op muzikale inhouden. Het huidig onderzoek kan geplaatst worden binnen deze tweede stroming. Deze onderzoeken komen tot de vaststelling dat de onderlinge samenhangen in muzieksmaken in de bevolking vrij gelijkaardig zijn over de tijd heen en tussen verschillende landen. Dit onderzoeksproject probeert een theoretische en methodologische verklaring te bieden voor het bestaan van deze muzikale smaakpatronen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Frank STEVENS
Ambient Intelligence en de bescherming van persoonsgegevens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doctoraat onderzoekt in welke mate privacy en persoonsgegevens vanuit een juridisch perspectief beschermd kunnen worden in het kader van 'Ambient Intelligence' technologie. De term verwijst naar een netwerkmaatschappij waarin personen en objecten (computers) intensief met elkaar verbonden zijn en met elkaar communiceren op een autonome en automatische wijze, eventueel met behulp van softwareagenten. Dit veronderstelt een snel groeiende stroom en verwerking van onze persoonsgegevens, hetgeen aantasting van onze privacy met zich mee kan brengen. Het onderzoek, vanuit interdisciplinair oogpunt, slaat op de invloed van Ambient Intelligence op privacy en persoonsgegevens en op de juridisch bescherming ervan in deze netwerken. Er wordt getracht om een voorstel tot wetgeving te concipiëren, waarbij er rekening wordt gehouden met de technologische mogelijkheden en de maatschappelijke en economische behoeften. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Wim Jan SCHREURS
De ongrijpbare smaak. Een onderzoek naar de sociale productie en reproductie van smaakvoorkeuren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderwerp van deze doctorale studie is het in kaart brengen van de smaakstructuren van een representatief staal van de Vlaamse bevolking en deze smaakstructuren op hun beurt te verbinden met de sociale structuur. De ideeën van de socioloog Pierre Bourdieu zullen worden toegepast in een Vlaamse context, waarbij zowel statistische analyse als een reeks diepte-interviews zullen worden gebruikt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Dieter VANDEBROECK
(VERLENGING ): ATLAS : Valorisatie v/d resultaten v/d sociaal-economische enquête 2001 : Datamanagement.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB Interface Demography is verantwoordelijk voor het opzetten van een master databestand van de Algemene Socio-Economische Enquête 2001 en voor het opstellen van gebruiksvriendelijke deelbestanden voor alle universiteitsteams die betrokken zijn in de analyses voor de verschillende volkstellingsmonografieën. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
De legitimiteit van sociale bewegingen in een multi-level context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoe kunnen sociale bewegingsorganisaties zich organiseren en ageren op Europees niveau zonder legitimiteit ten opzichte van de basis, hun leden op lokaal vlak, te verliezen? Sociale bewegingen moeten zich immers aanpassen aan de veranderde context die de ontwikkeling van de Europese Unie, met haar meerlagige besluitvormingsprocedures, heeft voortgebracht. Enerzijds is het centrale kenmerk van sociale bewegingen dat zij gevormd worden door een bepaalde groep binnen de maatschappij die hun eigen belangen ten opzichte van de overheid willen vertegenwoordigen. anderzijds moeten sociale bewegingen in een meerlagige context echter ook actief zijn op een beleidsniveau dat hun eigen sociale (territoriale) basis overstijgt. De vraag hoe zij dit doen, hoe zij omgaan met de noodzakelijke Europse netwerkvorming én met het behoud van de band met de achterban, is de centrale probleemstelling van ons onderzoek. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER • JOKE WIERCX
Onderzoeksbezoek Prof. Dr. T. Ingold (Univ. Aberdeen, UK) Universiteit Gent Abstract: Gedurende zijn korte verblijf (2 maanden) zal de onderzoeksgroep CiCi met Prof. Dr. T. Ingold de culturele leertheorie toetsen, die wij over de jaren uitwerken, aan zijn ecologisch-antropologisch voorstel. Tevens bereiden we zijn inbreng aan een symposium in Gent (december 2006) voor. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Van landschap tot verhaal, van intrige tot project Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek ontwikkelt en analysemethode gebaseerd op chronofotografische opnamen van landschapstransformaties waarbij concreet onderzoek gecombineerd wordt met theoretische (literatuurwetenschappelijke, orthropologische en stedenbouwkundige) interpretaties. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Bart Keunen • Pieter Uyttenhove
Studie van tijdreeksen m.b.t. tewerkstelling, inkomensverdeling, socio-demografische compositie, uitgave, transfer en financieringsstructuren voor een representatieve verzameling EU-landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van tijdreeksen m.b.t. tewerkstelling, inkomensverdeling, socio-demografische compositie, uitgave, transfer en financieringsstructuren voor een representatieve verzameling EU-landen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Stimuleringsbeleid voor het ICT-gebruik bij KMO's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De uiteindelijke doelstelling van dit onderzoek is input te leveren voor een stimuleringscampagne betreffende ICT adoptie en gebruik gericht op de Belgische KMO. Om tot deze input te komen, werd voor het wetenschappelijk onderzoek vertrokken vanuit volgende vijf onderzoeksvragen: (1) Wat is de huidige status van het ICT-gebruik van Belgische (kleine) KMO's? (2) Welke (deel)sectoren kampen met de belangrijkste achterstand wat betreft ICT-gebruik? (3) In welke (deel)sectoren is het opportuun stimuleringsacties te ondernemen en wat zijn de opportuniteiten, noden en behoeften? (4) Wat zijn - ook rekening houdend met de persoonlijke (sociale) karakteristieken van zaakvoerders - de belangrijkste knelpunten en drijfveren die ICT-gebruik beïnvloeden? (5) Hoe kunnen de knelpunten overkomen worden? Of met andere woorden: op welke manier kan het ICT-gebruik in kleine ondernemingen gestimuleerd worden? In dit rapport wordt op zoek gegaan naar antwoorden op deze vijf vragen. Opeenvolgend zullen de volgende zaken besproken worden: (1) de problematiek van ICT adoptie en gebruik in Belgische KMO's, (2) de relevantie van een sector specifieke benadering, (3) de gehanteerde methoden in het onderzoek, en (4) de resultaten van het onderzoek. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • Dorien BAELDEN
De perceptie van eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het basisonderwijs van leerkrachten en directies. Universiteit Antwerpen Abstract: De manier waarop de ontwikkelingsdoelen (OD) en eindtermen (ET) in het basisonderwijs tot stand zijn gekomen en later werden aangepast onder druk van de koepelorganisaties (OVSG, RAGO,VSKO) heeft onduidelijkheid gecreëerd omtrent waarde en gebruik van de OD/ET. Bovendien zitten tal van benaderingen over OD/ET in leermiddelen vervat, wat de legitieme interpretatie van de OD/ET verder compliceert. Mogelijkerwijs wordt deze complexiteit inzake waarde en gebruik eveneens versterkt door de perceptie van leerkrachten en directies. Als spilfiguren
tussen interpretatie en realisatie van OD/ET drukken zij voortdurend, hetzij impliciet (bv. via professioneel handelen) of expliciet (bv. via opvattingen over leren en onderwijs) hun kennis en waardering uit ten aanzien van de OD/ET. Een survey-onderzoek wordt voorgesteld als middel om empirisch antwoorden te formuleren op de vragen: (1) hoe worden de OD/ET benaderd binnen leerplannen; (2) in hoeverre worden OD/ET gewaardeerd door leerkrachten en directies; (3) in welke mate zijn OD/ET richtinggevende criteria voor leerkrachten en directies. Het in kaart brengen van deze gegevens vormt een waardevolle empirische bijdrage met het oog op een democratische dialoog over de waarde en het gebruik van OD/ET in het onderwijs. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Rita Rymenans • Peter Van Petegem
De invloed van culturele verschillen in leerconcepties en studiebenaderingen op e-learning in het hoger onderwijs Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek wordt een vergelijkende analyse uitgevoerd van de leerconcepties en -studiebenaderingen van Chinese en Vlaamse universiteitsstudenten. Als afhankelijk variabelen gelden percepties en tevredenheid van de studenten binnen de e-learning context. Een tweede onderzoeksvraag spitst zich toe op de impact van aanpassingen aan de culturele verschillen in het design van de e-learning omgeving. Leiden verschillen in cultureel-aangepaste en niet-aangepaste e-learning omgevingen tot verschillen in perceptie en tevredenheid? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke • Tamara Schellens
AGORA - Databank "GenderClaim" Universiteit Gent Abstract: Het project Databank "GenderClaim" beoogt de ontwikkeling van een databank voor de behandeling van klachten in verband met geslachtsdiscriminatie voor het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. De databank moet leiden tot een rationelere en doeltreffendere klachtenbehandeling enerzijds en een vlottere en completere rapportering van genderindicatoren anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Het spanningsveld tussen het vrijwilligerswerk in het jeugdwerk en de commercialisering van de leefwereld van jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek gaan we na of het opnemen van een vakantiejob negatieve gevolgen heeft voor de inzet van jongeren in de leiding van het jeugdwerk. Hiertoe werd een literatuurstudie, analyses op bestaande databanken en een nieuw onderzoek uitgevoerd. Uit de literatuurstudie blijkt dat Vlaamse leerlingen en studenten relatief weinig werken in vergelijking met hun leeftijdgenoten uit Groot-Brittannië en Nederland. In deze twee landen is de tewerkstellingsgraad van studenten vooral toegenomen na de introductie van het studieleningssysteem. De analyses tonen verder aan dat de participatie aan de arbeidsmarkt van Vlaamse studerenden in de periode 1999-2006 opmerkelijk is toegenomen. Deze stijging doet zich zowel voor tijdens het schooljaar als tijdens de vakantieperiodes. Verder blijkt dat er een positief verband bestaat tussen arbeidsmarktpartcipatie en het opnemen van leiderschap in een jeugdvereniging: jongeren die een leidinggevende functie opnemen in het jeugdwerk hebben vaker een vakantiejob dan jongeren die niet betrokken zijn in het jeugdwerk. Alleen de groep jongeren die ieder weekend en iedere vakantieperiode een job uitvoert, participeert minder aan het jeugdwerk en neemt minder een leidinggevende functie op. Dit zijn vaak studenten die zelf hun studies moeten bekostigen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN • Frank STEVENS
Het in kaart brengen van het landschap van het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het in kaart brengen van het landschap van het vrijwilligerswerk in de sectoren Welzijn, Gezondheid en Cultuur. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Maatschappelijk onbehagen en de erosie van het maatschappelijk draagvlak van de verzorgingsstaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de jaren '70 van de 20ste eeuw kwam de verzorgingsstaat onder zware druk te staan. De grote steun die de verzorgingsstaat tot dan toe kon genieten, werd in vraag gesteld. De verzorgingsstaat zou tot luiheid en een zwakke verantwoordelijkheidszin leiden, zou de spontane structuren van steun en liefdadigheid vernielen, zou mensen in de werkloosheid houden en op die manier ook de economie verzwakken, zo luidde de kritiek. Het opduiken van die kritiek mag echter niet worden verward met het wegdeemsteren van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid. Uit bevolkingsonderzoeken bleek dat, ondanks de economische ontwikkelingen, de neoliberale kritieken en de doorgevoerde hervormingen, de houding van de bevolking tegenover het sociaal zekerheidsstelsel relatief onberoerd en positief bleef. In Vlaanderen zijn geen studies beschikbaar die toelaten een dergelijke evolutie over de tijd te trekken. Een representatieve studie door onze vakgroep uit 2001 bij meer dan 3500 Vlamingen wees wel uit dat de steun voor de verzorgingsstaat vrij groot is, maar dat de scherpe kritiek op de verzorgingsstaat toch ook
zijn weg heeft gevonden naar de opvattingen van een aantal burgers. Men dient daarin toch een erosie van het draagvlak van de solidariteit en de sociale zekerheid te onderkennen. Vandaar de belangstelling voor de oorzaken van die houding. In dit onderzoek nemen we het draagvlak voor solidariteit bij de bevolking onder de loep. We hebben hiervoor zes databanken ter onze beschikking (over een tijdsperiode van 1996 tot 2006). Ten eerste wordt de hoogte van dit draagvlak en de evolutie ervan over de laatste 10 jaar in Vlaanderen geschetst. Ten tweede worden de verklaringen voor de steun voor of het verzet tegen de verzorgingsstaat getoetst. Een dominante stelling luidt dat de steun voor de sociale zekerheid dient te worden verklaard vanuit (welbegrepen) eigenbelang. Volgens deze opvatting steunen mensen de verzorgingsstaat en de sociale voorzieningen omdat zij daar zelf baat bij hebben of zouden kunnen hebben. Een andere veelgehoorde theorie legt daarentegen veel meer nadruk op culturele determinanten, en meent dat de steun voornamelijk dient te worden verklaard op basis van opvattingen, houdingen, overtuigingen en dergelijke meer. De bevindingen worden tenslotte gespiegeld aan een kwalitatief onderzoek. Naast diepgaande kwantitatieve analyses op verschillende databanken, voorzag dit project immers ook in een kwalitatieve aanvulling op basis van diepte-interviews met 23 Vlamingen. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • SASKIA DE GROOF
Project Anders kiezen : genderbewust kiezen in het kleuter en lager onderwijs. Hogeschool Gent Abstract: Probleemstelling. Het project wil inspelen op het imago van de TSO- en BSO- opleidingen en de beroepen in de nijverheidstechnische sectoren en de consequenties daarvan, namelijk de uiterst kleine aanwezigheid van meisjes/vrouwen in deze sectoren en opleidingen. Studies onderstrepen daarbij het grote belang van de invloed van de pedagogische omgeving van het kind (leerkrachten, ouders, …) bij het kiezen en leren kiezen. Vooral de ouders spelen vaak een doorslaggevende rol bij de studiekeuze van hun kinderen. Het gebrek aan aandacht of de negatieve aandacht van de pedagogische omgeving voor techniek en technologie in het basisonderwijs en de mogelijkheden van kinderen op het vlak van keuzes maken, beïnvloeden de beeldvorming, motivatie en interesses van kinderen. Hoofddoelstelling van het project is om ten behoeve van het basisonderwijs een pedagogisch-didactische aanpak, c.q. leerpakket te ontwerpen die/dat een bewuste en vrije studiekeuze - d.i. zonder contaminatie door vooroordelen van welke aard ook- van de leerling helpt voorbereiden en realiseren. Uitgaande van de theorie van Linda Gottfredson willen we een reële horizonverruiming realiseren. Het kan en zal niet de bedoeling zijn leerlingen bij de loopbaanbegeleiding te sturen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Lien Coppens • Helena Vanhuysse
Sociale en economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen en Europa. Hoe kan het beleid inspelen op Vlaams niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: De toenemende levensverwachting van steeds talrijker wordende generaties brengt hoe dan ook een groeiende zorgvraag met zich, vooral in de groep van de oudste ouderen. Hoe deze zorg verdeeld wordt tussen de verschillende actoren is een centraal vraagstuk. Onze bijdrage is beperkt tot de inbreng vanuit het persoonlijke netwerk: gezin, familie, buren en vrienden. Hoe zal deze inbreng in de toekomst evolueren? Is een vooruitberekening van het volume mantelzorg haalbaar? Waar zijn er knelpunten, waar openen er zich opportuniteiten? Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Therese Jacobs
Politieke mobilisatie en nieuwe communicatietechnologie. Een multilevel studie van de digitale divide. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoek is tot een betere en ruimere inschatting te komen van bet democratische potentleel van internet, door zowel micro- (individuele gebruiker), meso- (organisaties), als macro- (politiek systeem) perspectieven in het onderzoek op te nemen. Bovendien gebruikt dit onderzoek een comparatief researchdesign, waarbij de beschikbare informatie over Belgie zoveel mogelijk wordt vergeleken met de situatie in de Verenigde Staten (waar het gebruik van internet bijzonder sterk verspreid is), en in Canada (waar e-government het sterkst is uitgebouwd). De hoofdvraag valt daardoor uiteen in drie subvragen: 1) micro-niveau: versterkt ICT de bestaande ongelijkheden wat politieke participatie betreft? 2) meso-niveau: krijgen kleinere organisaties minder of meer kansen voor mobilisatie door de introductie van CT? 3) macro-niveau: welke impact heeft CT op de uiteindelijke politieke uitkomst van politieke participatie? Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Tieners en ICT: risico's en uitdagingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1) Inzicht verschaffen in de nieuwe sociale relaties die tot stand komen door het ICT-gebruik; 2) Inzicht verschaffen in de risicofactoren die ICT-gebruik met zich mee kan brengen om van daaruit efficiënte instrumenten aan te reiken die alle betrokken partijen in staat stellen risico's te herkennen;
3) Beschermingsmaatregelen formuleren teineinde beleidsaanbevelingen te kunnen aanreiken. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave
Multiple community policing: hoezo ? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek sluit zowel aan bij het thema dde werking van de instellingen als bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie. Wat betreft 'de werking van de instellingen' wordt in dit onderzoek meer bepaald inzicht verworven in percepties en verwachtingen, alsook -daaraan gerelateerdtevredenheid en vertrouwen, van etnish culturele minderheden ten aanzien van de openbare instelling politie. Ook de visie van de politie zelf over de kwaliteit die zij op dit vlak biedt en de mogelijkheden en problemen die zij daarbij in de praktijk ervaart, worden daarbij nagegaan. De studie naar interacties tussen allochtonen en politie sluit anderzijds ook duidelijk aan bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie', Er wordt expliciet aandacht besteed aan de maatschappelijke diversiteit en de studie van de interacties tussen allochtonen en politie is gericht op het leveren van een bijdrage tot de integratie van etnischculturele minderheden in onze samenleving. Organisaties: • Rechtshandhaving • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Henk Elffers • Miet Vanderhallen
Wetenschappelijke ondersteuning van het Generations and Gender Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de wetenschappelijke begeleiding van de dataverzameling van de Belgische GGS. De Generations and Gender Survey beoogt een longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze onwikkelingen sturen. Ook thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in de vragenlijst aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties enerzijds en de relaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kindrelaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Effecten van de verschillende justitiële afhandelingen voor druggebruikers Universiteit Gent Abstract: De laatste decennia werden alternatieven ingevoerd voor de klassieke strafrechtelijke reactie op druggebruikers. Dit onderzoek geeft een kritische beschrijving van deze alternatieven, gaat na wat de effecten voor de druggebruikers zijn, en attitudes van de justitiële actoren en de druggebruikers tegenover de alternatieven. Hiervoor worden een dossieranalyse op parketniveau en semi-gestructureerde interviews gebruikt. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Paul Ponsaers
Multiple community policing: hoezo??? Universiteit Gent Abstract: Diverse omgevingsanalyses wijzen uit dat België evolueerde tot een multiculturele samenleving. Community policing (COP) bouwt echter op de idee van een homogene samenleving. Deze lacune in de concipiëring van COP laat zich in de praktijk scherp voelen bij pogingen tot implementatie ervan in een muliculturele setting. Via interviews, observaties en focusgroepen probeert voorliggend onderzoek inzicht te verwerven in die materie. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
De effectiviteit van de Vlaamse bibliotheken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject analyseert de effectiviteit van Vlaamse openbare bibliotheken in het aantrekken van leners in het algemeen, en laagopgeleiden, mannen, en ouderen in het bijzonder. Verder wordt er ook nagegaan welk type bibliotheek kan rekenen op tevreden gebruikers. Er wordt gekeken naar wat de bibliotheken zelf kunnen doen om op deze terreinen te verbeteren. Daarom wordt in de analyses gecontroleerd voor factoren die de bibliotheek niet zelf in de hand heeft, zoals bijvoorbeeld de bevolkingssamenstelling in de gemeente waarin de bibliotheek gelegen is. De resultaten kunnen een input zijn voor het bibliotheekbeleid. De analyses gebeuren op basis van de gegevens van het gebruikersonderzoek bij Vlaamse openbare bibliotheken in 2004. Voor dat onderzoek werd in 165 bibliotheken aan een aselecte steekproef van geregistreerde leners gevraagd om een enquête in te vullen. Na het onderzoek vulden de bibliothecarissen een vragenlijst in over hun bibliotheek. Naast de gegevens van het gebruikersonderzoek werd ook gebruik gemaakt van de BIOSgegevens over de collectie van de openbare bibliotheken. Indicatoren over de bevolkingssamenstelling van de gemeente tenslotte werden berekend op basis van gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Wat het algemeen bereik van bibliotheken betreft, blijkt dat bibliotheken met een brede collectie, een groot aantal PC's, brede openingsuren, en weinig lidgeld meer bezoekers aantrekken. Het percentage laagopgeleiden dat de bibliotheek bezoekt wordt grotendeels verklaard door de kenmerken van de gemeente waarin de bibliotheek gelegen is. Dit wijst erop dat bibliotheken zelf weinig kunnen doen om het zeer kleine aantal laagopgeleiden op te trekken, en dat de in dit onderzoek opgenomen bibliotheekkenmerken hier alleszins niet toe bijdragen. Bibliotheken met een uitgebreide collectie audio-visuele materialen en bibliotheken die minstens vier weekavonden open zijn, trekken meer mannelijke bezoekers aan. Oudere bezoekers worden dan weer vooral aangetrokken door uitgebreide openingsuren in het algemeen, en vooral wanneer de bibliotheek elke voormiddag tijdens de week geopend is. De tevredenheid van de bibliotheekgebruikers hangt vooral samen met hun individuele achtergrond: jongeren, mensen die veel tijdsdruk ervaren, en hoogopgeleiden zijn in het algemeen minder tevreden over alle aspecten van de bibliotheek. In grote bibliotheken, bibliotheken met een groot percentage audio-visuele materialen of een hoog lidgeld, zijn de gebruikers minder tevreden. Organisaties:
• Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • TOON KUPPENS
De perceptie van eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het basisonderwijs van leerkrachten en directies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De manier waarop de ontwikkelingsdoelen (OD) en eindtermen (ET) in het basisonderwijs tot stand zijn gekomen en later werden aangepast onder druk van de koepelorganisaties (OVSG, RAGO, VSKO) heeft onduidelijkheid gecreëerd omtrent waarde en gebruik van de OD/ET. Bovendien zitten tal van benaderingen over de OD/ET in leermiddelen vervat, wat de legitieme interpretatie van de OD/ET verder compliceert. Mogelijkerwijs wordt deze complexiteit inzake waarde en gebruik eveneens versterkt door de perceptie van leerkrachten en directies. Als spilfiguren tussen interpretatie en realisatie van OD/ET drukken zij voortdurend, hetzij impliciet (bv. via professioneel handelen) of expliciet (bv. via opvattingen over leren en onderwijs) hun kennis en waardering uit ten aanzien van de OD/ET. Een survey-onderzoek wordt voorgesteld als middel om empirisch antwoorden te formuleren op de vragen: (1) in hoeverre worden OD/ET gewaardeerd door leerkrachten en directies; en (2) in welke mate zijn OD/ET richtinggevende criteria voor leerkrachten en directies. Het in kaart brengen van deze gegevens vormt een waardevolle empirische bijdrage met het oog op een democratische dialoog over de waarde en het gebruik van OD/ET in het basisonderwijs. Organisaties: • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • NADINE ENGELS • Gwendoline HOTTON
Wetenschappelijke ondersteuning van het generations and Gender Project.(GGP/fase 1) en (GGP II/fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de internationale enquête Generations and Gender op initiatief van UNECE werd de organisatie van de enquête in België georganiseerd door Statistics Belgium in samenwerking met de SVR en IWEPS. Het project voorziet in de wetenschappelijke uitwerking en ondersteuning van deze longitudinale bevraging door een wetenschappelijke ploeg samengesteld uit verschillende universiteiten. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Tom DE WINTER • PATRICK DEBOOSERE
Een analyse van de relatie tussen burgerparticipatie, overheidsbeleid en tevredenheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Het onderzoeksproject sluit aan bij de kloof tussen politici en burgers en de tanende tevredenheid van het publiek met de overheid en richt zich hierbij op het lokale niveau. Het thema over deze kloof wordt uitgewerkt op basis van drie onderzoeksvragen. Als eerste wordt het verband nagegaan tussen de objectieve kwaliteit van het overheidsbeleid en de subjectieve tevredenheid van de burgers positief is. Ten tweede wordt het effect van de (politieke) participatie van de burgers op het beleid en hun evaluatie van het beleid onderzocht. Ook hier wordt een positief verband verwacht tussen participatie en de kwaliteit van het gevoerde beleid en de perceptie ervan. Als derde wordt er aandacht besteed aan de verklaringen van de ongelijke participatie. Hierbij wordt er zowel aandacht besteed aan de maatschappelijke verklaringsgronden, als aan de sociaal-economische kenmerken van de burgers. Het beantwoorden van deze drie onderzoeksvragen zal gebeuren aan de hand van kwantitatieve analyses, waarbij gebruik wordt gemaakt van data uit bestaande onderzoeken en gegevenbestanden. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Justitieel welzijnswerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : voorbereiding strategisch plan, hulp en dienstverlening aan gedetineerden (en ex-gedetineerden) in de de Brusselse gevangenissen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Justitie / Recht / Criminologie / Gevangenis / Gedetineerden Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • HILDA TUBEX
Aanpak van ongelijkheid in gezondheid in België. (TAHIB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie Engelstalige abstract Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • Sylvie GADEYNE • PATRICK DEBOOSERE
Multiple community policing : Hoezo? Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Diverse omgevingsanalyses, onder meer door het Nationaal Instituut voor Statistiek & Administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse Gemeenschap (NIS-APS, 2005), wijzen uit dat België evolueerde tot een multiculturele samenleving en de allochtone bevolking zich voornamelijk concentreert in (middel)grote steden waarbinnen concentraties in bepaalde buurten optreden. Voor de politiezorg in (deze buurten in) die steden
vormt dit een belangrijke contextvariabele. Talrijke voorbeelden van conflictueuze ontmoetingen tussen politie en allochtonen en - veel minder talrijk - onderzoek wijzen echter op een gespannen verhouding. In de politiepraktijk valt in deze context een tendens naar coercive policing op (cf. invoeren van zero-tolerance in diverse steden). Dit biedt echter slechts kortetermijnoplossingen en raakt niet aan fundamentele, meer structurele oorzaken. Een zinvolle aanpak vergt integendeel een meer proactief en preventief optreden en samenwerking met verschillende diensten en organisaties op maatschappelijk en bestuurlijk vlak alsook met de allochtone gemeenschap zelf (Feys, 2002). Dergelijke aanpak sluit naadloos aan bij community policing, een filosofie die de laatste twee decennia ook in ons land wordt geambieerd en door de overheid wordt gestimuleerd (cf. o.a. omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003). Community policing bouwt echter op de - mythische - idee van een homogene samenleving met gedeelde waarden, normen en levensstijl wat de implementatie van deze filosofie in de reële samenleving, die immers heterogeen is, ernstig compliceert (Van den Broeck & Eliaerts, 1995; Van de Sompel & Ponsaers, 2003; Van Outrive, 1998). Deze lacune in de concipiëring van community policing laat zich in de praktijk bijzonder scherp voelen bij pogingen tot implementatie ervan in een multiculturele setting. Ondanks aanbevelingen - zoals bv. geformuleerd door het Comité-P - blijven interacties tussen politiefunctionarissen en allochtonen vaak moeilijk. Het lukt vaak niet om het 'abstract' bedachte beleid tot uitvoering te brengen. DOELSTELLING Om de vertaalslag van community policing naar de praktijk in een multiculturele setting te ondersteunen, is inzicht nodig in die praktijk, in de manier waarop concrete interacties tussen politie en allochtonen verlopen en de elementen die deze interacties beïnvloeden, waarbij percepties, betekenisverlening en verwachtingen van beide partijen een voorname rol spelen. Dergelijke vorm van politieonderzoek sluit nauw aan bij wat vaak wordt aangeduid als politiesociologie, hetgeen in beeld brengt hoe politiewerk concreet getalte krijgt in het sociaal proces tussen agenten en burgers en tussen agenten onderling (van der Torre, 1999). Voorliggend onderzoek beoogt inzicht te verwerven in die materie en dit in functie van de volgende concrete doelstellingen: 1. Nagaan hoe community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten al dan niet vorm krijgt [realiteit]. 2. Nagaan hoe allochtonen de interactie met politie in kader van hun afhandeling van dagelijkse taken en incidenten percipiëren/ervaren en wat hun verwachtingen terzake zijn, evenals nagaan in hoeverre deze verwachtingen congruent zijn aan community policing [perceptie allochtonen]. 3. Nagaan in welke mate politiefunctionarissen die op het terrein werkzaam zijn community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten toepasbaar achten, welke problemen en mogelijkheden zij terzake zien en wat hun verwachtingen zijn [perceptie politie]. METHODOLOGIE I. Ter verkenning en omkadering van de materie is een literatuurstudie onontbeerlijk. Deze literatuurstudie concentreert zich in de eerste plaats op de inzichten die in ons land en ook in andere landen reeds omtrent de relatie tussen politie en allochtonen werden verworven. Anderzijds wordt in de literatuurstudie aandacht besteed aan community policing in multiculturele settings en in het bijzonder in concrete interacties met allochtonen. II. De centrale methodologie bestaat uit een veldstudie die in vijf politiezones wordt uitgevoerd: twee in Vlaanderen, twee in Wallonië en één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1. Als eerste stap in de veldstudie in een zone wordt de verhouding tussen het lokale politiekorps en de allochtone bevolking verkend. Dit gebeurt voornamelijk aan de hand van interviews. Enerzijds wordt geruime aandacht besteed aan de verkenning van de dominante allochtone gemeenschappen in de zone. Deze gemeenschappen en in het bijzonder hun middenveld worden in kaart gebracht en contactpersonen binnen deze gemeenschappen worden gezocht. Van deze contactpersonen worden semi-gestructureerde interviews afgenomen waarin wordt gepeild naar hun visie en globale ervaringen ten aanzien van politie. Maar ook ruimer worden de allochtone buurten fysiek verkend waarbij spontane contacten worden gelegd. Het ontwikkelen van een adequate intredestrategie in het veld is immers van cruciaal belang. Anderzijds worden semigestructureerde interviews afgenomen van politiefunctionarissen (korpschef, interventieagenten en wijkagenten) waarin wordt gepeild naar hun visie, globale ervaringen en initiatieven inzake de relatie tussen politie en allochtonen. 2. In de tweede en voornaamste plaats worden observaties uitgevoerd. Gezien de focus op interacties met allochtonen in kader van de uitvoering van routinetaken en de eventueel daaruit voortvloeiende afhandeling van incidenten worden enerzijds interventieteams enerzijds en anderzijds wijkagenten gevolgd. Deze observaties genereren cases die verder worden bestudeerd. Daarbij wordt enerzijds waargenomen vanuit een 'outer perspective' wat duidt op een kennisname en verwerking van objectieve feiten (Bruyn, 1966). Observatie vanuit dit perspectief staat in relatie tot de eerste doelstelling, met name het nagaan hoe community policing in de interacties al dan niet vorm krijgt. Anderzijds is echter ook een 'inner perspective' van essentieel belang, wat het achterhalen van de subjectieve betekenis inhoudt (Bruyn, 1966). Dit verwerven van een inzicht in de wederzijdse percepties die de interactie vorm geven, in de manier waarop de interactie door de betrokkenen wordt ervaren en in hun verwachtingen omtrent een dergelijke interactie dient de tweede en de derde doelstelling die immers betrekking hebben op de perceptie van respectievelijk de allochtonen en de politie. Deze elementen kunnen evenwel niet via louter observatie worden achterhaald, maar vergen interviews met beide aan de interactie deelnemende partijen. De individuele cases worden dan ook teruggekoppeld naar enerzijds de betrokken politiefuntionaris(sen) en anderzijds de betrokken allochto(o)n(en) of - indien dit niet tot de mogelijkheden behoort - (een) andere vertegenwoordiger(s) van de allochtone gemeenschap waartoe deze behoort. Teneinde de complexiteit hierbij inzichtelijk te kunnen maken en in het bijzonder de werkelijkheid in haar verschillende aspecten te kunnen duiden, kan gebruik worden gemaakt van het zgn. flashpoint-model van Waddington (1989) dat zes dimensies aanreikt die interacties kunnen beïnvloeden, met name de onmiddellijk interactionele dimensie, de situationele dimensie, de contextuele, de culturele, de socio-politieke en de structurele dimensie. 3. De ruimere bevindingen van het veldonderzoek in een zone worden in focusgroepen besproken met korpsleden en vertegenwoordigers van de allochtone gemeenschappen (die ook reeds ter verkenning werden geïnterviewd). Daarbij wordt opnieuw gepeild naar hun visie en interpretatie. III. De bevindingen opgedaan in de verschillende zones worden geïntegreerd in een eindrapport dat aangrijpingspunten biedt om de toepassing van community policing te ondersteunen en aldus een meerwaarde vormt voor beleidsmakers - en andere instanties - die politie in haar ontwikkeling naar deze filosofie wensen te ondersteunen (via bv. opleiding of aanbevelingen).
BRUYN, S.T. (1966). The human perspective in sociology: the methodology of participant observation. Englewood Cliffs, Prentice-Hall. FEYS, J. (2002). Politie, een afspiegeling van de samenleving? De relatie tussen politie en etnische minderheden. In: G. Duhaut, P. Ponsaers, G. Pyl & R. Van de Sompel (red.), Voor verder onderzoek... Essays over de politie en haar rol in onze samenleving. Brussel: Politeia, 771-794. Ministeriële Omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003 betreffende community policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. B.S., 9 juli 2003. VAN DEN BROECK, T. & ELIAERTS, C. (1995). Community policing: een basis voor de politiezorg in ons land? Politeia, 9, 5-13. VAN DE SOMPEL, R. & PONSAERS, P. (2003). Bronnen van community (oriented) policing en de toepassing ervan in België. Elektronische kopie dd. 23 mei 2005: http://www.info-zone.be. VAN DER TORRE, E.J. (1999). Politiewerk: politiestijlen, community policing, professionalisme. Alphen aan den Rijn: Samson.
VAN OUTRIVE, L. (1998). De ware aard van de inbreng van de burger en van de lokale politie. De Orde van de Dag, 3, 34-41. WADDINGTON, D., JONES, K. & CRITCHER, C. (1989). Flashpoints. Studies in public disorder. London: Routledge. NIS-APS (2005). Vlaanderen in cijfers 2005. Electronische kopie: http://aps.vlaanderen.be/statistiek/publicaties/pdf/vic/ vic2005.pdf. Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Prijs Onderzoeksraad 2005. (TEW) Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2005. (TEW) Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Tom Van Ourti
Behoeftenonderzoek ouderen in de lokale besturen van Vlaams - Brabant Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is een instrument waarmee lokale besturen de noden van 60-plussers in de gemeente kunnen in kaart brengen. Deze resultaten zijn interessant voor: het afstemmen van het lokale ouderenbeleid op de noden van de ouderen; het lokale verenigingsleven; het verhogen van de kwaliteit van de werking van de gemeentelijke ouderenadviesraad. Elke gemeente krijgt een eindrapport met een overzicht van de resultaten. In 2012 maakt de provincie een overzichtsrapport met de provinciale resultaten. Naar boven Thema's van de bevraging Gezinssituatie, woning, huisvesting, buurtbetrokkenheid, eenzaamheid, onveiligheid, mobiliteit, gezondheid, vallen, voorzieningen, hulpverlening, informatieverstrekking, dienstverlening, zingeving, ouderdomsbeeld, ervaren problemen, cultuurparticipatie, participatie in verenigingsleven, vrijwilligerswerk, politieke betrokkenheid en invloed, mediagebruik, activiteiten ouderen en pensionering. Naar boven Werkwijze Binnen de gemeente stelt een vrijwillige onderzoeksbegeleider in samenwerking met het lokale bestuur een stuurgroep samen voor de duur van het onderzoek met vertegenwoordigers van gemeente/OCMW, seniorenraad/ouderenverenigingen, dienstencentrum... De stuurgroep verzamelt sleutelfiguren die op hun beurt enquêteurs recruteren. De onderzoeksbegeleider biedt de enquêteurs een korte opleiding aan en coacht ze. Op deze manier worden kwaliteitsvolle enquêtes ingezameld. De enquêtes worden ingevoerd in een computer en verwerkt. Nadien kan men met de gegevens aan de slag. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Uitvoeren van een CATI-onderzoek bij personeelsverantwoordelijken van 180 geselecteerde Belgische Bedrijven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract niet beschikbaar. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MICHAEL DEBUSSCHER • Sven SANCTOBIN
Networking innovation actors in the medical device sector. (IN-Jection) Universiteit Antwerpen Abstract: Networking innovation actors in the medical device sector. (IN-Jection) Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt
Identificatie van relevante kenmerken, constructie van indicatoren, ontwikkeling van meetinstrumenten en koppeling van databanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het nieuw financieringsmechanisme van het leerplichtonderwijs uit te werken, staat de vraag centraal volgens welke criteria de middelen over de instellingen verdeeld kunnen worden om een maximale kansengelijkheid te garanderen. Bij het formuleren van een voorstel met mogelijke indicatoren liggen 3 vragen aan de basis: - Met welke kenmerken willen we rekening houden in het nieuwe financieringssysteem? - Welke indicatoren worden best gehanteerd om deze kenmerken te meten en weer te geven? - Op welke wijze worden die indicatoren best geconstrueerd? Welke gegevens hebben we daarvoor nodig? Wat is het meest aangewezen
meetinstrument? Het onderzoeksproject zal bijdragen tot de formulering van een gefundeerd antwoord op deze vragen. Doel van het ondersteunend onderzoek is empirische validatie te leveren van de kenmerken waarvan wordt aangenomen dat ze de verwezenlijking van kwaliteitsvol onderwijs beïnvloeden, alsook van de indicatoren die toelaten die kenmerken vast te stellen en te meten. Vervolgens zal het een voorstel aanreiken omtrent de meest geschikte meetinstrumenten die daarvoor nodig zijn. Organisaties: • Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen - overige • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Screening naar Autismespectrumstoornissen in Vlaamse kinderdagverblijven Universiteit Gent Abstract: Vlaamse kinderdagverblijven vullen voor elk kind een vragenlijst in die peilt naar ontwikkelingsproblemen. Aan de ouders van kinderen die signalen van ontwikkelingsproblemen vertonen, wordt gevraagd bijkomende vragenlijsten in te vullen. Indien kinderen hierop positief screenen voor autismespectrumstoornissen of een significante taalachterstand vertonen, worden ze uitgenodigd voor een ontwikkelingsonderzoek. Indien nodig, worden deze kinderen daarna doorverwezen voor uitgebreidere assessment. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Programma 'Governance' : Beter beslissen door dialoog. Universiteit Antwerpen Abstract: Programma 'Governance' : Beter beslissen door dialoog. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Logistieke en inhoudelijke ondersteuning bij de organisatie van het Cultuurcongres 2006 ban het ESA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Sven SANCTOBIN