www.researchportal.be - 13 Nov 2015 03:17:22
Onderzoeksprojecten (2300 - 2350 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Europese slagkracht in periodes van malaise. De dynamieken achter het Europese handelsbeleid ten opzichte van ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat na welke dynamieken er een rol spelen in de besluitvorming mbt het handelsbeleid (meer specifiek tov ontwikkelingslanden) in de periodes 1970-1975 en 2000-2005. Het beleid kreeg toen vorm in een periode die voor het overige een malaise betekende voor de Europese integratie. Een overzicht van de besluitvormingsdynamieken mbt het handelsbeleid geeft inzicht in de diepere drijfveren achter het Europese integratieproces. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Jan Orbie
Europese strategie tegen kinderarmoede. Universiteit Antwerpen Abstract: We evalueren de huidige Lissabon-strategie naar de rol die Europa opneemt ten aanzien van de bestrijding van kinderarmoede. We vertrekken vanuit de sleuteldocumenten die de Lissabon-strategie vormgeven. We starten bij het Verdrag van Lissabon. Daarna nemen we de documenten die verschenen zijn na de herziene Lissabon-strategie van 2005. Ten slotte focussen we op de voorbereiding naar de herziening in 2010. We screenen de meest relevante documenten op hun aandacht voor en impact op kinderarmoede. Vanuit een sterkte-zwakte-analyse van de bewandelde paden en actuele discussies formuleren we beleidssporen, die bruikbaar zijn voor de hervormingen van het Europese beleid, waarvoor in 2010 de basis wordt gelegd. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Europese Telecommunicatie: Audiovisueel en Mediabeleid: Bestuur en internationaal debatvoering Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europese Telecommunicatie: Audiovisueel en Mediabeleid: Bestuur en internationaal debatvoering Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS
Europese werkgroep arbeidsrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoekseenheden sociaal recht van de universiteiten van Antwerpen (prof. M. Rigaux), Brussel (VUB- prof. G. Van Limberghen), Cassino (prof. E. Ales), Gent (prof. P. Humblet), Hannover (prof.U. Wendeling-Schröder), Madrid (prof. E. Valdes), Straatsburg (prof. C. SachsDurand) en Utrecht (prof. T. Jaspers) onderhouden reeds verschillende jaren intensieve contacten en werden recent door het FWO erkend als onderzoeksgemeenschap. Hun onderzoek bestrijkt zowel het nationaal als het internationaal sociaal recht. Als onderzoeksgemeenschap richt de Europese Werkgroep Arbeidsrecht haar aandacht op een viertal onderzoeksonderwerpen: de problematiek van de contractualisering van de sociale bescherming, de toepassing van internationale normen in het nationale recht, de problematiek van herstructurering van ondernemingen, en tenslotte de problematiek van de deelneming van werknemers aan het economisch besluitvormingsproces in een onderneming. Deze topics zullen juridisch en multidisciplinair onderzocht worden. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux
EUROSA-project in het kader van het programma Erasmus Mundus Actie 2 Partnerships. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N.
EU standaarden voor bescherming van getuigen en samenwerking met het gerecht Universiteit Gent Abstract: Het project is erop gericht relevante wetgeving betreffende getuigenbescherming (incl. de anonieme getuige en de bedreigde getuige) en de samenwerking met de gerechtelijke autoriteiten van person die betrokken zijn of waren bij terrorisme of georganiseerde misdaad te bestuderen. In een eerste fase wordt de nationale wetgeving van België, Italië en Litouwen bestudeerd en worden er interviews afgenomen om de praktische ervaringen en problemen te beoordelen. Door een rechtsvergelijkende oefening zullen dan aanbevelingen geformuleerd worden. In een tweede fase worden de Europese en internationale standaarden met betrekking tot de bovenvermelde onderwerpen bestudeerd. Beide fases zullen essentieel blijken om tot een conclusie te komen. De algemene doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van: een voorstel tot een EU kaderbesluit betreffende anonieme getuigen, beschermde getuigen, samenwerkers met het gerecht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
EU-TEMPUS: Central Asian Network for Quality Assurance and accreditation (CANQA)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling en uitvoering van kwaliteitsborging en cultuur van de kwaliteit in het hoger onderwijs van Centraal-Azië Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • Carlos MACHADO GARCIA
EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: EUTEMPUS project : entrepreneurship at Local Economic Development (ELED) in Albania, Kosovo and Macedonia. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS
EVACUATE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Evaluatie. KU Leuven Abstract: De Nederlandse vakbond FNV ondersteunt vakbewegingen in het Zuiden via de afdeling FNV Mondiaal. FNV Mondiaal gaf de opdracht tot de evaluatie van haar 2013-2016 programma in vier partnerland: Bangladesh, Zuid AFrika, Peru en Zimbabwe. HIVA-KU Leuven, in samenwerking met MDF Nederland, voert de baseline uit in 2013 en de tweede meting in 2016. The evaluatieaanpak is gebaseerd op Contribution Analysis (Mayne, 2012), en omvat dataverzamelingactiviteiten van het output tot het impactniveau. The evaluatie kijkt naar de effect van capaciteitsversterking van vakbondsparntersin de vier landen, effecten op de lokale overheden en de werkgevers, enthe impact op het vlak van de decent work situatie op het niveau van dearbeiders. The baseline loopt van mei tot november 2013, de tweede meting gaat door in de periode 2015-2016. Organisaties: • HIVA-OG Duurzame Ontwikkeling
Onderzoekers: • Huib Huyse
Evaluatie aanvullende rijopleiding "On the Road" Universiteit Hasselt Abstract: Uit recente cijfers kunnen we leren dat er nog te vaak ongevallen voorkomen met jongeren die net het rijbewijs behaald hebben. In 2005 werden 13.509 jongeren tussen de 18 en 24 jaar het slachtoffer van een verkeersongeval, waarvan 196 doden, 102 doden daarvan vielen in Vlaanderen. Uit een onderzoek van het steunpunt Verkeersveiligheid (Willems en Cuyvers, 2005) leren we dat jongeren een sterk verhoogd risico vertonen op een ongeval tegenover de rest van de bevolking. De redenen voor deze verhoging verdelen we in twee groepen: de leeftijdsgerelateerde factoren en de ervaringsgerelateerde factoren. Er wordt dan ook gesuggereerd dat de ervaringsgerelateerde factoren een groot deel, zo niet het grootste deel van de verhoogde risicos verklaren. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) en VTB-VAB organiseren daarom samen een aanvullende opleiding ('On the road', zie ook www.o-t-r.be ) voor jongeren tussen de 18 en 24 jaar die net of binnen de afgelopen drie jaar het rijbewijs behaald hebben zodat zij de kans krijgen meer kennis, attitude en vaardigheid op te doen met betrekking tot een grondige zelfevaluatie. Zodoende kunnen ze op een positieve manier ervaring opbouwen. '0n the road' bestaat uit een aanvullende opleiding van een halve dag, waarin de nadruk gelegd wordt op preventief rijgedrag. Er wordt ingespeeld op hoe men de rijstijl kan verbeteren, men verwerft inzicht in de risicos verbonden aan het autorijden en men leert hoe men het best inspeelt op moeilijke verkeerssituaties. Naast een theoretisch gedeelte bevat de cursus ook een praktische kant: het rijgedrag op de openbare weg wordt geëvalueerd en er zijn een aantal extra oefeningen op het terrein die de jongeren moeten helpen om sneller en beter te handelen in noodsituaties, zoals het maken van een noodstop en een uitwijkingsmanoeuvre. De opdrachtgever wil nu een wetenschappelijke evaluatie uitvoeren naar de effectiviteit van het project 'On the road'. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Kris BRIJS
Evaluatie actieplan voeding en beweging Universiteit Gent Abstract: Taken: uitwerken van meetinstrumenten voor de proces- en effectevaluatie van acties binnen het Vlaams Actieplan Voeding en Beweging en de coördinatie, uitvoering en verwerking ervan in samenwerking met de projecthouders. Advisering van de Vlaamse overheid over de mogelijke continuering van de projecten. Uitwerking van een voorstel voor de wetenschappelijke evaluatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstelling voeding en beweging. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Greet Cardon
Evaluatie Afrikabeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatiestudie beoogt inzicht te verschaffen in de vormgeving en uitvoering van het Afrikabeleid, de besteding van middelen in de periode 1998-2005, en, voor zover mogelijk, de resultaten van het gevoerde beleid. De evaluatie biedt de mogelijkheid verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid, alsmede lessen te trekken uit de ervaringen die zijn opgedaan bij de uitvoering van het beleid.
Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Evaluatiecapaciteit van publieke sector organisaties. Een comparatieve kwalitatieve analyse. KU Leuven Abstract: Ondanks algemene en toegenomen consensus over de intrinsieke waarde vanbeleidsevaluatie voor goed bestuur, is er niettemin grote variabiliteitin evaluatieactiviteit tussen publieke sector organisaties. De evaluatieliteratuur biedt slechts fragmentaire kennis om deze variatie te begrijpen. Deze studie tracht deze lacune aan te pakken, en stelt zich de vraag welke combinaties van condities beleidsevaluatie(in)activiteit verklaren.Het onderzoek biedt een alternatief op de vele studies die zich exclusief richten op de wereldleiders inzake evaluatiepraktijk, door zich te concentreren op de Vlaamse overheid. Internationaal vergeleken behoort Vlaanderen tot de zogenaamde tweede golf van landen (regio's) waar beleidsevaluatie pas algemeen werd geïntroduceerd rond de millenniumwisseling. De Vlaamse administratie vormt een interessante case van een publieke sector waar New Public Management geïnspireerde hervormingen beleidsevaluatie op de bestuursagenda hebben geplaatst. In 2006 voerde de Vlaam Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Annie Hondeghem • Valérie Pattyn
Evaluatie en externe begeleiding van de Zuidwerking van Broederlijk Delen. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie en externe begeleiding van de Zuidwerking van Broederlijk Delen: analyse van de strategie en de instrumenten m.b.t. gemeenschapsversterking in het licht van de aanbevelingen van de programma-evaluatie van 2002. Dit project moet leiden tot twee rapporten: a) een eerste rapport met een evaluatie en kritische doorlichting van de stappen die door Broederlijk Delen werden gezet naar een operationalisering van het concept binnen de relaties met de partners en de doelgroepen; b) een tweede rapport dat de conceptualisering van "gemeenschapsversterking" in de context van de twee programma's van "rurale ontwikkeling" en "democratisering" in de partnerwerking van Broederlijk Delen herbekijkt. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen • Tom De Herdt
Evaluatie en her-evaluatie van het zich ontwikkelende Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel in het licht van het internationaal vluchtelingenrecht and internationale mensenrechtenstandaarden Universiteit Gent Abstract: Een belangrijke uitdaging voor de Europese Unie is de progressieve toename van de migratie-/vluchtelingenstroom in het Middellandse Zeegebied. Om hieraan het hoofd te bieden werden er sinds 1990 pogingen ondernomen om een gemeenschappelijk Europees beleid uit te stippelen. Het onderzoek zal de evolutie schetsen van het EU-asielbeleid en de verschillende pogingen evalueren tot de ontwikkeling van een Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem en de voldoening ervan aan de normen inzake mensenrechten (o.a. het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)). Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Yves Haeck
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkplaatsingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek met als doel de beoordeling van de effectiviteit van initiatieven die ondernemingen hebben ondernemen om te komen tot duurzamer pendelverkeer aan de hand van case studies en een enquête. De evaluatie gebeurt gebruik makend van een economisch en ruimtelijk model. Het project eindigt met het vooropstellen en evaluaren van beleidsaanbevelingen inzake duurzame mobiliteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties:
• Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Evaluatie en versterking van (Europese) wapenexportcontroles adhv kleine en lichte wapens in beslaggenomen van illegale groepen te Colombia Universiteit Gent Abstract: Wapeninzamelingen bij het Colombiaanse vredesproces brachten aan het licht dat Europees materiaal er beschikbaar was voor illegale niet-staatse groepen. Deze registers wijzen op inbreuken van de niet-wederexportclausule in exportvergunningen die Europese overheden afleverden. Met reconstructie van vermoede wederexportroutes vergroot de empirische basis waarop het Europese wapenexportvergunningsbeleid kan worden geëvalueerd en verbeterd, ihb. Aftoetsen van Criterium 7 van de Europese Gedragscode. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstelingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Onderzoeksvragen 1. Wat is het profiel van de student/cursist die in de lerarenopleiding instroomt? 2. Wat is het profiel van de lerarenopleiders, Zowel in de instellingen als in het werkveld? 3. Hoe zorgen lerarenopleidingen, rekening houdend met de diverse instroom, dat er kwalitatieve leraren uitstromen? 4. Wat doen lerarenopleidingen voor verdere professionalisering van opleiders? 5. Wat is het profiel van de doorstromende en uitstromende student/cursist in de lerarenopleiding? 6. In welke mate slagen de lerarenopleiding erin de basiscompetenties te realiseren bij hun studenten in opleiding en bij hun afgestudeerden? 7. Naar welke (vervolg)opleidingen of beroepssectoren stromen de afgestudeerden aan de lerarenopleiding door? 8. Welke initiatieven nemen lerarenopleiding i.v.m. de overgang initiële opleiding naar verdere professionalisering van (beginnende) leraren? 9. Welke zijn de belangrijkste toekomstige uitdagingen voor de lerarenopleidingen? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Evaluatie lerarenopleidingen vanuit het perspectief van de opleidingen en de onderwijsinstellingen in het leerplichtonderwijs Universiteit Gent Abstract: Het decreet op de lerarenopleidingen van 2006 leidde tot vernieuwende ideeën in de Vlaamse lerarenopleidingen, gericht op innovatie, professionaliseren en excellentie van ons lerarenkorps. Om te evalueren of lerarenopleidingen de door de overheid beoogde kwaliteit realiseren, wordt in deze studie het Context Input Process Output Model - het CIPO-model - toegepast (Scheerens, 1990; cf. het CIPP model van Calder, 1994). Voor de lerarenopleiding wordt een vijfde pijler toegevoegd: 'Succession' (opvolging). Deze beleidsevaluatie gaat uit van het perspectief van alle actoren. Voorliggend onderzoeksvoorstel kiest het perspectief van de opleidingsinstellingen en de instellingen basis- en secundair onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Evaluatie lerarenopleiding vanuit het perspectief van de studenten en afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het gevraagde onderzoek dient een bijdrage te leveren tot de evaluatie van de lerarenopleidingen die ingevoerd werden sedert 2007-2008. De evaluaties dienen te gebeuren vanuit het perspectief van de studenten en de afgestudeerden. Daarnaast heeft het evaluatieonderzoek ook tot doel om beter zicht te krijgen op de praktijk van de lerarenopleidingen in functie van mogelijke nieuwe beleidsinitiatieven. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Evaluatie MDGSPOT.be (Millenniumdoelstellingen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Wereldmediatheek vzw' hebben voor het project ' Evaluatie MDGSPOT.be (Millenniumdoelstellingen)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Leo VAN AUDENHOVE
Evaluatieonderzoek Decreet Leren en Werken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatieonderzoek langetermijnparticipatie in het cAT project NOCA 2014-0471 (2014-0681). Universiteit Antwerpen Abstract: Het voeren van onderzoek naar de continuering van inspraak en participatie bij de implementatie en operationalisering van het cAtproject, met behulp van in de literatuur beschikbare kaders en modellen en het peilen van verwachtingen van betrokken actoren. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Anne Bergmans
Evaluatieonderzoek van de vrijwilligerswerking binnen de diensten voor Slachtofferhulp Universiteit Gent Abstract: Sinds 1995 worden vrijwilligers ingezet binnen de diensten voor slachtofferhulp verbonden aan de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Op vraag van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd een onderzoek opgezet om in kaart te brengen welke de meerwaarde is van de inzet van vrijwilligers bij de diensten voor slachtofferhulp en onder welke voorwaarden deze (potentiële) meerwaarde optimaal gerealiseerd kan worden. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Evaluatieonderzoek "Welbevinden op school". Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het project "Welbevinden op School (WOS)". Het project stelt zich tot doel scholen en schoolteams bewuster en op een meer systematische manier te laten stilstaan bij de kwaliteit van het preventie- en remediëringsbeleid in hun school." Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Evaluatie opmaak bekkenbeheerplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze opdracht heeft tot doel op basis van een evaluatie elementen voor verbetering te leveren voor de volgende plancycli van de bekkenbeheerplannen. Gefinancierd door de afdeling Haven- en Waterbeleid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden een 20tal interviews afgenomen met belangrijke actoren in het integraal waterbeleid. De aandacht wordt toegespitst op het proces en de organisatie van de planvorming; verbetervoorstellen worden verzameld. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Ann Crabbé
Evaluatie op populatieniveau van de kwaliteit en kosteneffectiviteit van zorg aan het levenseinde Vrije Universiteit Brussel Abstract: Care often tends to focus on cure and life-prolonging treatments until the very last stages of life, even when no longer warranted or beneficial. This 'aggressiveness' of end-of-life care impacts the quality and costs in the last phase of life. Up to date no robust population-level evaluation of the quality and costs of end-of-life care exists outside of North America. As collecting population-level data (across settings and types of care) would be an immense and costly effort, the challenge lies in making an efficient use of administratively collected data. Using high quality full-population health care claims and cancer registry data in Belgium we will address three research aims: - 1) to develop a comprehensive and valid set of quality indicators of end-of-life care in cancer, COPD, and dementia and calculate them at a population level - 2) to map the direct healthcare costs of end-of-life care at a population level in these illnesses - 3) to evaluate the influence of primary care and palliative care services on the quality and costs of end-of-life care A combination of evidence and stakeholder consensus will be used to develop quality indicators. Administrative full-population healthcare claims and cancer registry data will be used to calculate the quality indicators and the costs. A retrospective cohort design with a propensity score
matching method (which is essential in order to compare comparable patients in different settings of the health care system) will be used to evaluate the influence of primary care and palliative care. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Dirk HOUTTEKIER • Joachim COHEN • LIEVEN ANNEMANS
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Evaluatie pilootproject 'de flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Situering De laatste jaren raakte de sportsector er van overtuigd dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om de kwaliteit in de jeugdsport te verbeteren. De professionalisering van de begeleiding wordt, naast de inzet van de talrijke onmisbare vrijwilligers, een grote uitdaging voor de 21ste eeuw beschouwd. Om die reden wordt reeds een aantal jaren gedacht aan het efficiënt inzetten van de leerkrachten L.O. om de problemen inzake het tekort aan kwaliteit in de sportieve begeleiding van jongeren op te vangen en de vrijwilligers in de naschoolse sport te ondersteunen. In het 'Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen' (Martens, 1997) en de beleidsnota 2000-2004 wordt de leerkracht L.O. duidelijk voorgesteld als een spilfiguur in de samenwerking tussen de school, de gemeente en de club. In dit beleidsdocument krijgen begrippen als kwaliteit, kwaliteitscriteria, kwaliteitscontrole en kwaliteitszorg ruime aandacht in het kader van schoolsport en andere vormen van georganiseerde sport. De Vlaamse regering keurde in 2000 het project 'flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' goed. Hierbij wordt de leerkracht L.O. deeltijds gedetacheerd uit het onderwijs en krijgt hij/zij een deeltijdse opdracht in het naschoolse lokale sportgebeuren. Op 1 september 2001 gingen 17 leerkrachten met hun activiteiten van start. Het pilootproject loopt ten einde op 31 augustus 2002. De strategische doelstelling die binnen het project wordt beoogd, luidt als volgt: 'Zoveel mogelijk jongeren op een verantwoorde manier laten bewegen en beter leren bewegen via het inschakelen van de leerkracht L.O. in de naschoolse sportbeoefening in school, gemeente en club en finaal de jongeren stimuleren om lid te worden van een sportclub.' Het proefproject wordt zowel intern vanuit de cel Sport (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Cultuur, afdeling Jeugd & Sport) als extern aan de hand van een wetenschappelijk onderzoek geëvalueerd. Aangezien het project en het onderzoek nog niet zijn afgerond, zal de nadruk worden gelegd op het onderzoeksopzet. 2. Onderzoeksopzet In onze studie wordt nagaan of het haalbaar en zinvol is het concept 'flexibele opdracht van de leerkracht L.O.' op grotere schaal te implementeren met een meerwaarde voor alle partners, met name de jongeren, de instanties en uiteraard de leerkrachten zelf. De onderzoeksvragen richten zich voornamelijk naar de invloed van de leerkrachten op de sportstimulering, de kwaliteit van de begeleiding en het sportbeleid, naar jobtevredenheid en naar mogelijke hindernissen en knelpunten. Verder wordt nagegaan welke ervaringen de jongeren en de betrokken instanties hebben met de flexibele leerkracht en welke veranderingen voor hen merkbaar zijn tussen de situatie voor en tijdens het proefproject. De dataverzameling gebeurt aan de hand van diepte-interviews bij de 17 leerkrachten, observaties van naschoolse activiteiten en groepsinterviews bij de deelnemers en partners (school, gemeente, sportclub, federatie) en een groepsgesprek met de selectiecommissie. Naast dit kwalitatief onderzoek bestaat de evaluatie tevens uit een kwantitatief luik, waarbij de leerlingen schriftelijk bevraagd worden aan de hand van een enquête. Voor het conceptueel kader, die de basis vormt voor de interpretatie van de onderzoeksgegevens, wordt beroep gedaan op vier hoofdthema's: - de basiscompetenties van de leerkracht L.O. en van de jeugdtrainer; - de ervaringen van leerlingen met de sportieve begeleiding in de lichamelijke opvoeding en de naschoolse sport; - sportstimulering; - kwaliteitszorg in het jeugdsportbeleid.
Referenties Martens, L. (1997). Het strategisch plan voor sportend Vlaanderen. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • RENE GOOSSENS • KRISTINE DE MARTELAER
Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatieproject Europese Werkgelegenheidsstrategie. Studie werkloosheid en leefloon. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers:
• Ive Marx
Evaluatie "Rokers verdienen een beloning ... als ze 24 uur niet roken". Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie "Rokers verdienen een beloning ... als ze 24 uur niet roken". Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evaluatie van beleidsmaatregelen voor de promotie van milieuvriendelijke voertuigen. Evaluation of policy measures for the promotion of cleaner vehicles. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie verricht onderzoek naar de meest optimale beleidsmaatregelen die de milieuperformantie in het aankoopgedrag van wagens kunnen integreren. Hiertoe zal er in fase één een aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden. Dit micro-economisch model zal vooreerst de beslissingsfactoren die cruciaal zijn bij de aankoop van een wagen formuleren, opgesplitst naar private en bedrijfsvoertuigen. Vervolgens zal er een Life Cycle Cost (LCC) model opgemaakt worden dat zowel de private als de externe kosten in kaart zal brengen van voertuigen met conventionele en alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen. Een tweede onderdeel van de LCC analyse zal bestaan uit de analyse van prijselasticiteiten teneinde gedragsveranderingen als gevolg van prijsveranderingen te onderzoeken. Een laatste deel van de LCC-analyse bestaat uit simulaties onder nieuwe prijs- en regulatorische maatregelen. Tot slot zal het aankoop- en gebruiksmodel ontwikkeld worden gebaseerd op de verschillende marktsegmenten, beslissingsfactoren en elasticiteiten. Rekening houdend met de belangrijkste potentiële hindernissen, kunnen implementatiepaden ter promotie van milieuvriendelijke voertuigen ontwikkeld worden. In de tweede fase zal er gebruik gemaakt worden van de Multi-Actor-Multi-Criteria-Analyse (MAMCA) (Macharis et al., 2004) om het maatschappelijk draagvlak van de implementatiepaden te toetsen. Deze MAMCA zal toelaten beleidsaanbevelingen te formuleren die de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen in België moeten stimuleren. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Laurence TURCKSIN • CATHY MACHARIS
Evaluatie van beleid voor duurzame productie- en consumptiepatronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een evaluatie van beleidsinitiatieven, meer bepaald van hun beoogde doelstellingen, hun formulering, hun efficiëntie en hun doelmatigheid. Het project heeft de volgende doelstellingen: (1) nagaan of de Belgische beleidsmaatregelen die een verandering in productieen consumptiepatronen beogen (zoals opgesomd in de inventaris van de FOD Volksgezondheid en Milieu) een coherent geheel vormen; (2) een analyse maken van de sterkten en de zwakten van het bestaande beleid; (3) aanbevelingen formuleren op basis van relevante concepten, instrumenten en methoden. We houden hierbij ook rekening met vrijwillige initiatieven van private actoren en beleid. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Ilse Loots
Evaluatie van Crisis en Case Management. (ECCAM) Universiteit Antwerpen Abstract: Middelengebonden stoornissen komen vaak voor in de Belgische algemene bevolking. Deze stoornissen starten vroeg (tussen 16 en 21 jaar) en worden gekenmerkt door een chronisch verloop met frequente terugvalverschijnselen. Personen met middelengebonden problemen zoeken vaak hulp in de spoedgevallensetting. Een belangrijke behandelingsstrategie is case management binnen de crisisopvang, een gegeven dat onvoldoende is onderzocht in België. Het project bestaat uit een stapsgewijze evaluatie van bovenstaande crisisopvangmogelijkheden met 5 doelstellingen: (1) 'epidemiologische mapping' van deze voorzieningen, (2) omschrijving van het begrip 'crisis' in het kader van de doelgroepen van deze voorzieningen; (3) identificatie van de specifieke kerntaken van case management voor de doelpopulatie; (4) een gezondheidseconomische visie op de resultaten bekomen in de eerste 3 doelstellingen; (5) formulering van aanbevelingen met het oog op een betere afstemming van het zorgaanbod op de zorgvraag. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Philippe Beutels
Evaluatie van de convenantenregeling bij het VAPH. Universiteit Antwerpen Abstract: Het sturen van welzijnsvoorzieningen gebeurt niet enkel via algemene regels maar meer en meer ook met convenanten. In casu gaat het hier over het distribueren van extra-capaciteit die residentiële voorzieningen enkel ambulant kunnen inzetten. Dit onderzoeksproject analyseert de voordelen en beperkingen van dit instrument, voor de gebruikers, de voorzieningen en de financierende overheid. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de conventie locomotorische revalidatie gefinancierd door het RIZIV. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Evaluatie van de effecten van de maximumfactuur op de consumptie van gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal trachten volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Wat is de totaalkost van de maximumfactuur aan de sociale zekerheid (collectieve kost)? - Wie heeft gebruik gemaakt van de maximumfactuur (doelgroepen)? - Zijn er consumptieverschillen voor bepaalde groepen voor en na de invoering van de maximumfactuur (gedragseffecten)? Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Diana De Graeve
Evaluatie van de effectiviteit van snelheidscamera's op vlak van verkeersveiligheid. Universiteit Hasselt Abstract: Centraal in het uit te voeren onderzoek staat het beantwoorden van de vraag of de camera's een gunstig effect hebben op de verkeersveiligheid. Er is sprake van twee te onderzoeken effecten: enerzijds is er het effect van het aantal ongevallen, anderzijds het effect op de rijsnelheid. Het effect op het aantal ongevallen kan als het beoogde effect op langere termijn beschouwd worden. Dit effect is echter indirect aangezien de plaatsing van een onbemande camera als dusdanig geen direct effect heeft op het aantal of de ernst van ongevallen kan hebben. Het effect op het aantal ongevallen verloopt immers via een tussenliggende variabele, namelijk de snelheid, aangezien een verhoogd toezicht via onbemande camera's in eerste instantie een potentieel effect heeft op het snelheidsgedrag. De evaluatie zal dus zowel gebeuren op het vlak van de effecten op de snelheid als het aantal ongevallen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS
Evaluatie van de effectiviteit van trajectcontrole (proefopstelling ter hoogte van E17 - viaduct Gentbrugge, richting Kortrijk) Universiteit Hasselt Abstract: In de studie 'Evaluatie van de effectiviteit van snelheiscamera's op vlak van verkeersveiligheid' werden 3 locaties geselecteerd voor het uitvoeren van de snelheidsmetingen als onderdeel van het onderzoek dat zowel het evalueren van het effect van onbemande camera's op rijsnelheid (eerste deel) als het evalueren van het effect van de onbemande camera's op het aantal ongevallen omvat (tweede deel). Deze opdracht voorziet een uitbreiding op de oorspronkelijke taak, meerbepaald wordt in deze opdracht een evaluatie gemaakt van de effectiviteit van een systeem van trajectcontrole. In het bijzonder gaat het over de effectiviteit van de proefopstelling ter hoogte van het viaduct Gentbrugge op de E17 Antwerpen-Gent-Kortrijk in de richting Kortrijk. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Stijn DANIELS
Evaluatie van de federale infocampagne drugs en alcohol. Universiteit Antwerpen Abstract: Achtergrond Tussen 29 januari en 25 februari 2008 werd een nationale informatie- en preventiecampagne gelanceerd op televisie, grote publiciteitspanelen, dagbladen en postkaarten. Met behulp van een 'Feit of Fabel-concept' probeert de campagne het thema "alcohol en drugs" meer bespreekbaar te maken in de algemene Belgische bevolking. Daarenboven tracht de campagne de mensen aan te sporen na te denken over het thema en zichzelf te informeren over het thema door aangeboden contactadressen te verkennen: een specifieke telefoonlijn en een website. Deze campagne werd geëvalueerd om zijn effectiviteit in kaart te brengen.
Methode In de eerste fase werd de campagne voor het grote publiek geëvalueerd. Volgens een nauwgezet script werden telefonische vragenlijsten afgenomen, proportioneel verspreid over de verschillende provincies in België. Een cd-rom met daarop 4.500.000 abonnees van vaste lijnen werd gebruikt om een steekproef van 1.000 personen te bekomen. Om een meer representatieve steekproef verspreid over alle leeftijdgroepen te krijgen, werden mobiele telefoonnummers verkregen en 50 jongeren werden geïnterviewd in de straat in Brussel en Antwerpen. In de tweede fase hebben we diepte-interviews gedaan om het promotiemateriaal van de campagne te evalueren bij personen van gezondheids- of jeugdsectoren die het materiaal gebruikt hebben.
Resultaten De responsgraad voor de telefonische vragenlijsten was: van de 2687 gebelde nummers hebben 864 (32.2%) geantwoord, 1295 (48.4%) waren niet bereikbaar en 446 (16.5%) personen weigerden deel te nemen. Van de 1.000 succesvolle gesprekken hebben 188 (18.8%) de campagne gezien. Voor 42.6% van deze groep, heeft de campagne aangezet na te denken over hun alcohol- en druggebruik en dat van hun omgeving. 35.1% van de personen die de campagne gezien hebben werden aangezet te praten over hun alcohol- en druggebruik en dat van hun omgeving.
Eerste resultaten van de diepte-interviews: de campagne kan meer humor of prenten gebruiken en ze mag langer duren. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Evaluatie van de flexibele norm, zoals opgenomen in het ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bi... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale onderzoeksdoelstelling is een grondige analyse van de implicaties van het vernieuwde ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand van de categorieën 1 en 2, waarbij de meerwaarde op cliënt- en organisatieniveau moet worden aangetoond. Tevens moet dit onderzoek aanbevelingen genereren inzake de organisatie en subsidiëring van het (residentiële) hulpaanbod in de bijzondere jeugdbijstand. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Evaluatie van de impacts van klimaatveranderingen en aanpassingsmaatregelen voor mariene activiteiten Universiteit Gent Abstract: Onderzoek en modellering om de primaire effecten van klimaatverandering te bepalen en te onderscheiden van de natuurlijke evolutie op Noordzee. Daanra worden secundaire effecten van klimaatverandering op het Noordzee-ecosysteem en de sociaal-economische activiteiten bepaald. Twee gedetailleerde gevalstudies (visserij en overstromingen) hebben een hoge graad van extrapolatie voor de Noordzee. Aanpassingsmaatregelen worden geformuleerd voor het ecosysteem en de andere mariene activiteiten. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaams inburgeringsbeleid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Evaluatie van de kwaliteit van terminale palliatieve zorg in de thuiszorg: het perspectief van de patiënt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot op heden is in Vlaanderen geen patiëntgericht onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van palliatieve thuiszorg, meer specifiek naar de verschillen tussen het palliatieve en reguliere zorgsysteem en naar de meerwaarde van palliatieve zorg voor de levenskwaliteit van terminaal zieke patiënten. Deze studie evalueert de kwaliteit van de palliatieve thuiszorg adhv een prospectief, case-control en longitudinaal patiëntenonderzoek. We vergelijken de kwaliteit van zorg, in termen van het zorgproces (welke zorg precies verleend wordt) en de zorguitkomst (kwaliteit van leven en sterven), van de palliatieve thuiszorgequipes met de kwaliteit van zorg in de reguliere thuiszorg, en bestuderen de evolutie van de kwaliteit van de geleverde zorg gedurende de laatste 6 levensmaanden van terminaal zieke patiënten. We evalueren de zorg adhv informatie van de patiënt zelf, diens mantelverzorger en professioneel verzorger. Via hun huisartsen includeren we minimum 30 patiënten die thuiszorg verkrijgen door de palliatieve thuiszorgequipe Omega (Regio Brussel-Halle-Vilvoorde) en minimum 30 patiënten die reguliere thuiszorg verkrijgen, over een periode van twee jaar inclusie. We matchen deze patiënten minimaal volgens aandoening en levensduurverwachting. We combineren kwantitatieve (vragenlijsten) en kwalitatieve (semi-gestructureerde interviews) meetinstrumenten om de zorgprocessen en uitkomstmaten op geregelde tijdstippen tijdens de laatste 6 levensmaanden en éénmalig na het overlijden te evalueren. Rekening houdend met de ethische overwegingen bij patiëntenonderzoek, ontwikkelen we strikte ethische procedures en sturen deze ter goedkeuring naar het Ethisch Comité van het AZ-VUB. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS
Evaluatie van de NGO-partnerships op het vlak van capaciteitsversterking DEEL 2. Universiteit Antwerpen Abstract: De evaluatie heeft tot doel om de capaciteitsversterking activiteiten van Belgische Niet-Gouvernmentele Organisaties (NGO's) te evalueren in het kader van Noord-Zuid NGO-partnerships. Het gaat over de erkende NGO's die fondsen ontvingen van de Belgische Staat in het kader van ontwikkelingssamenwerking. De steekproef omvat 40 partnerships in 7 landen in de documentaire fase en 30 partnerships in 6 landen voor de terreinfase. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nadia Molenaers
Evaluatie van de Noorse en Zweedse steun ten behoeve van de Rechten van het Kind. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het Chr. Michelsen Institute en anderzijds de Universiteit Antwerpen. In het project wordt de integratie van kinderrechten in de Noorse en Zweedse ontwikkelingssamenwerking geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor mainstreaming. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
Evaluatie van de opzet en de werking van de topsportscholen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Alhoewel het decreet van 05/04/95 voor wat betreft de gemeentelijke en provinciale sportdiensten van recente datum is, dringen er zich nu reeds een aantal noodzakelijke accentverschuivingen op; er dient meer aandacht te gaan naar kwaliteit, het promotieplan dient geïntegreerd te worden in een globaal sportbeleidsplan en er dient meer prioriteit gelegd te worden op het belang van de jeugdsport. Het doel van deze studie is dan ook om ongeveer twee jaar na het in werking treden van het decreet van '95 op korte termijn een evaluatie te maken van de werking en uitvoering ervan, aldook van de knelpunten van de implementatie van kwaliteitszorg binnen sportdiensten. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • PAUL DE KNOP