www.researchportal.be - 31 Jan 2016 02:51:49
Onderzoeksprojecten (4000 - 4500 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: Strafrecht en strafvordering, Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Morfologisch onderzoek naar het benutten van vrijgemaakte gronden in een aantal steden in de Nederlanden (1576-1640): empirisme, innovatie en theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het rationele gebruik van vrijgemaakte gronden in de binnenstad tijdens de Calvinistische periode in de Zuidelijke Nederlanden tijdens het einde van de zestiende eeuw en in de Noordelijke Nederlanden tot het midden van de zeventiende eeuw. Innovaties in planningspraktijken in de steden Antwerpen, Gent, Mechelen, Amsterdam, Haarlem en Leiden, en hun invloed op de theorievorming van de moderne stedenbouw. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Mortality modelling and stochastic models in life and health insurance. KU Leuven Abstract: The average life span has roughly tripled over the course of human history, and mortality rates have improved substantially over the last century. Obviously, this longevity phenomenon has (and, will have) serious implications for spending on long term care, pensions, insurance products (e.g. life annuities) and health care. Mortality rates are crucial in pricing and reserving related to these products and improvements in mortality should be taken into account to avoid under (or over, depending onthe type of product) estimation of future liabilities (e.g. in the context of pensions). Actuaries use projected mortality models to accomplishthis. However, a myriad of mortality projecting models (at population level) has recently been proposed in actuarial and demographic literature. We will carefully evaluate these models and the time series modeling they use. This will be the topic of our first research objective. Single population models are statistically less complex, compared to model Organisaties: • OG Insurance Leuven
Onderzoekers: • Katrien Antonio • Anastasios Bardoutsos
Motivatie en leerbereidheid van leerlingen: een reviewonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLOR. UA levert aan VLOR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Vincent Donche
Motivaties, besluitvorming en niet-technische indicatoren van nucleaire proliferatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uitgangspunt van het onderzoeksproject is de groeiende kloof tussen enerzijds het actuele aantal kernwapenstaten en anderzijds het groeiende aantal staten dat technologisch gezien de capaciteit bezit deze wapens te ontwikkelen (+/- 45 staten). Aan de ene kant moet men zich dus de vraag stellen waarom staten kernwapens willen ontwikkelen, aan de andere kant moet de vraag beantwoord worden waarom maar een relatief klein aantal van de +/- 45 capabele staten effectief over een kernwapen beschikken. Het relatief trage tempo van nucleaire proliferatie (+/- 9 kernwapenstaten) kan echter geen aanleiding geven tot ongebreideld optimisme. De kernwapentesten van India, Pakistan en mogelijk ook NoordKorea; het oprollen van het A.Q Khan-netwerk; het ontdekken van het clandestiene atoomwapenprogramma van Irak; de bezorgdheid over het al dan niet vreedzame karakter van het Iranese atoomprogramma;¿bevestigen dat nucleaire proliferatie meer dan ooit een enorme uitdaging is voor de internationale orde, zelfs na het einde van de Koude Oorlog. In het verleden werd nucleaire proliferatie vaak op een technocentrische manier benaderd (nucleaire proliferatie als een 'technisch probleem'), waarbij men zich hoofdzakelijk focuste op het beschermen van nucleaire voorraden en op het verhinderen dat er specifieke nucleaire materialen of technologie zou verspreid worden. Zeer weinig aandacht werd geschonken aan de 'demand-side' van proliferatie, en bovendien leek er een consensus te bestaan over de oorzaken van proliferatie: externe (militaire) bedreigingen leiden staten ertoe kernwapens te willen ontwikkelen, het afschrikkingsmiddel (deterrence) om deze dreiging te neutraliseren. Ofschoon het theoretisch debat over de oorzaken van nucleaire proliferatie na de Koude Oorlog nieuw leven werd ingeblazen, bleef de dynamiek van nucleaire proliferatie onduidelijk. Dit project heeft dan ook de doelstelling om vertrekkend vanuit de 'nucleaire paradox' een antwoord te bieden op volgende onderzoeksvragen: (1a) Wat drijft een staat ertoe kernwapens te willen ontwikkelen? (1b) Wat drijft een staat ertoe bestaande kernwapenprogramma's stop te zetten of reeds verworven kernwapens te ontmantelen? (2) Hoe verloopt het nucleaire besluitvormingsproces? (3) Welke niet-technische indicatoren kan men identificeren? (4) Welke maatregelen kan men op basis van de onderzoeksresultaten opstellen en hoe zijn deze integreerbaar in andere non-proliferatie maatregelen? Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer
Motivatie voor LO in het beroepsonderwijs: de leerkracht als motiverende coach! Hogeschool Gent Abstract: Met huidig project wensen we kennis te ontwikkelen over de leerling-gerelateerde en contextuele oorzaken van (de-)motivatie voor de les LO bij de specifieke risicogroep van leerlingen uit de derde graad van het BSO. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de rol van de leerkracht als motiverende coach. De studie bestaat uit een kwalitatief explorerend onderzoek naar oorzaken van (de-)motivatie bij leerlingen uit het BSO; een kwantitatief onderzoek naar oorzaken en gevolgen van motivatie bij leerlingen uit het beroepsonderwijs en het ontwikkelen en evalueren
van een trainingsmodule voor leerkrachten in het beroepsonderwijs en leerkrachten in opleiding. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Lichamelijke Opvoeding en Bewegingsrecreatie
Onderzoekers: • Lise Speleers
Motiverend coachen: De rol van de jeugdcoach als hefboom tot levenslang sporten. Universiteit Gent Abstract: Motiverend coachen Motiverend coachen: De rol van de jeugdcoach als hefboom tot levenslang sporten. Vl.overh.-min.fin.begr.werk.RO en sport Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Maarten Vansteenkiste
Motorische ontwikkelingsstoornissen bij kinderen met autisme Universiteit Gent Abstract: De prevalantie van motorische stoornissen bij kinderen met autisme in kaart brengen en de aard van deze stoornissen beschrijven. Mogelijkheid tot subtypering van de kinderen met autisme op basis van de motorische stoornissen in relatie tot een aantal kenmerken van autisme onderzoeken. Door middel van experimenteel onderzoek het verband tussen olivio-cerebellaire disfuncties bij autisme en de motorische stoornissen aantonen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Motorische vaardigheden bij kleuters van 4 tot 6 jaar, gerelateerd aan de bewegingscultuur in de kleuterschool en het jonge gezin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In onze huidige sedentaire levensstijl is het niet duidelijk welke factoren uit de bewegingscultuur een bepalende rol spelen bij het bieden van een voldoende stimulerende omgeving voor de (motorische) ontwikkeling van het jonge kind. Het doel van deze studie is het valideren van een onderzoeksinstrument om de bewegingscultuur in de kleuterschool en in gezinnen te analyseren en te onderzoeken of er een verband is met de motorische vaardigheden van kleuters. De doelgroep bestaat uit (a) verantwoordelijken voor (bewegings)opvoeding in de kleuterschool, (b) ouders van kinderen 4-6 jaar, (c) kinderen van 4-6 jaar. De vragenlijst voor de scholen, gericht naar directie en leerkrachten, wordt naar alle kleuterscholen in de provincies Vlaams-Brabant, OostVlaanderen en Antwerpen verstuurd. Uit de respondenten worden er 40 scholen geselecteerd voor verder onderzoek, gebaseerd op de index bewegingscultuur-school (20 scholen met hoge en 20 met lage score). Van de geselecteerde scholen worden de ouders aangeschreven van kleuters in de leeftijdscategorie 4-5-6 jaar. De vragenlijst betreffende de bewegingscultuur-gezin wordt hierbij als onderzoeksinstrument gebruikt. Van deze respondenten worden er 1200 kinderen, verdeeld over vier kwadranten betreffende de bewegingscultuur (school en gezin), getest op hun motorische vaardigheden. Voor het meten van het niveau van de motorische vaardigheden wordt de gestandaardiseerde test Mot 4-6 (Zimmer, 1987) gebruikt. De vraag naar samenhang tussen school- en gezinskenmerken enerzijds (fase I) en motorische prestaties van het kind anderzijds (fase II) noodzaakt een multilevel design. Organisaties: • Bewegingsvorming en Wetenschap • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • CHRISTIANE SAMAEY • CAROLINE ANDRIES • Wouter COOLS • KRISTINE DE MARTELAER
Motor learning KU Leuven Abstract: Balansstoornissen bij kinderen met traumatisch hersenletsel hebben een grote impact op het dagelijks functioneren. Voornamelijk verstoringen inhet behouden van balans tijdens het gaan kan de mate van onafhankelijkheid ernstig schaden en het risico op vallen verhogen. Een van de oorzaken voor de instabiliteit in kinderen met traumatisch hersenletsel is een verminderd vermogen om lichaamsbeweging en houding waar te nemen (propriocepsis). In dit project maken we gebruik van innovatieve technieken omhet samenspel tussen propriocepsis, balans tijdens het gaan en hersenstructuur en functie te onderzoeken. Dit zal onderzocht worden in 3 stadia. Ten eerste zullen we de stoornissen in propriocepsis in kinderen met traumatisch hersenletsel vaststellen doormiddel van een actieve positioneringstaak en onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de stabiliteit tijdens het gaan. In de tweede plaats zullen we gebruik maken van geavanceerde medische beeldvormingstechnieken om de functionele en structurele Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • Jacques Duysens • Karen Caeyenberghs • David Drijkoningen
MOTUS: Infrastructure for continuous Modular Online Time-Use Survey Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers:
• IGNACE GLORIEUX • Djiwo WEENAS • JOERI MINNEN
MOTUS: Infrastructure for continuous Modular Online Time-Use Survey. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • JOERI MINNEN
Moving Forward Universiteit Hasselt Abstract: In dit project worden GSMs gebruikt voor de automatisering en digitalisering van data(verzameling) en het ontwikkelen van een GISgebaseerd internetplatform voor de visualisering van data voor vervoersplannen en bereikbaarheidskaarten. Er is al heel wat tijd geïnvesteerd in de kennisopbouw rond bereikbaarheidskaarten. Toch zijn er nog enkele belangrijke knelpunten. Wat betreft dataverzameling stellen we vast dat dit vaak een complex en tijdrovend proces is. Bovendien zijn de gegevens weinig gedigitaliseerd, wat het updaten van gegevens op snelle en eenvoudige manier onmogelijk maakt. Ook ontbreekt er vaak informatie of blijft de bereikbaarheidskaart beperkt tot de onmiddellijke omgeving van de locatie. Doordat bereikbaarheidskaarten ook vaak alleen in hard copy versie bestaan, stellen er zich ook problemen op het vlak van betrokkenheid en het bereik van de eindgebruikers. De activiteiten, die ondernomen worden om een oplossing te bieden aan deze problemen zijn: het gebruik van bestaande GSM-technologie, het digitaliseren van gegevens, het koppelen van relevante data(banken) aan de kaarten en het visualiseren van beikbaarheidskaarten in een webomgeving. IMOB is verantwoordelijk voor de afstemming tussen de GSM-technologie en de webomgeving en voor de ontwikkeling van het GISgebaseerd internetplatform. De projectpartners VSV, de provinciale mobiliteitspunten en Traject worden betrokken in het bepalen van de mogelijkheden en functionaliteiten waaraan de webomgeving moet voldoen. Daarnaast staan zij ook in voor de begeleiding van de doelgroepen tijdens de testfase en het verzamelen van best cases. Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Moving Further Universiteit Hasselt Abstract: Binnen het EFRO project 115 'Moving Forward' werd een webplatform ontwikkeld om op eenvoudige wijze data te verzamelen voor de ontwikkeling van een online bereikbaarheidskaart. Met dit platform kunnen applicaties omtrent bereikbaarheid worden geïmplementeerd voor verscheidene doelgroepen. Binnen het vorige project werd gefocust op schoolbereikbaarheidskaarten die gevaarlijke en veilige routes naar school visualiseren en leerlingen informeren over belangrijke aandachtspunten onderweg. Binnen dit vervolgproject willen we de meerwaarde en bruikbaarheid van dit webplatform verder vergroten om de levensvatbaarheid te maximaliseren. Enerzijds zal de meerwaarde van de schoolbereikbaarheidsapplicatie vergroot worden door deze te integreren in een kant en klaar lespakket waarmee de school een deel van haar vakoverschrijdende eindtermen kan halen. Daarnaast zal deze interactieve aanpak er ook beter in slagen jongeren te sensibiliseren omtrent verkeersveiligheid. Anderzijds zal binnen dit vervolgproject een applicatie ontwikkeld worden gericht op andere doelgroepen, meer specifiek bedrijven, beleidsorganen en personen. Deze online kaart visualiseert de bereikbaarheid van bepaalde gebieden en laat toe evoluties in de tijd te simuleren alsook de resultaten uit te splitsen volgens verscheidene criteria. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Benoit DEPAIRE • Tom BELLEMANS • Edith DONDERS
MOVINGLIFE: Vrije Universiteit Brussel Abstract: Roadmaps voor technologisch onderzoek, implementatie praktijk en beleidsondersteuning. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Paul QUINN • Ann-Katrin HABBIG • PAUL DE HERT
Multi-criteria optimalisatie van capaciteit in spoedafdelingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Belien • Inneke Van Nieuwenhuyse
Multiculturalism
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Karen Phalet • Laura Elizabeth Celeste
Multi-Culturele Ontmoetingen in Globalizerende Urbane Ruimten. Een studie naar visuele expressies van etnische/nationale identiteit versus de opkomst van een transnationale/cross-culturele attitude in de publieke ruimte van Europese steden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Multidisciplinair onderzoek naar de efficiëntie en duurzaamheid van de tomaten-productiesystemen van de kleine boeren in de Colombiaanse hoogvlakten. KU Leuven Abstract: In de jaren 90 werden serreproductiesystemen voor tomaten geïntroduceerd in de Colombiaanse hoogland, in eerste instantie als een copij van de intensive teeltsytemen in Belgie en Nederland. Deze systemen werden actief gepromoot door het Tuinbouw Onderzoeksstation (CIAA), dat door KUL begin jaren negentig met Vlir-financiering en in samenwerking met deTadeo Lozano universiteit van Bogota werd opgezet. Sinds dan heeft de serretomatenteelt in Colombia een behoorlijke expansie gekend. De dag van vandaag zijn er ongeveer 500 ha van dit intensief productiesyteem geïmplementeerd. In schril contrast met deze hoogtechnologische systemen, wordt het merendeel van de Colombiaanse tomaten vandaag geteeld door traditionele familiebedrijven onder beperkte input en kennis. Deze systemen worden getypeerd door hoge milieubelasting, slechte werkomstandigheden en sociale onrechtvaardigheid. Dit project beoogt de quantificatie van (sociale, economische en milieu) beperkende factoren en de technische duurza Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Eddie Schrevens
Multidisciplinair onderzoek naar waardecreatie van publiek-private samenwerking voor de private en publieke partners (ikv onderzoek leerstoel PPS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek-Private Samenwerking, kortweg PPS, is een samenwerkingsverband waarbij de publieke en de private sector samen een project uitvoeren met de bedoeling om een bepaalde meerwaarde te realiseren: projecten zijn van dezelfde kwaliteit tegen een lagere prijs of zijn van betere kwaliteit tegen een gelijke prijs. Het vormt een alternatief voor de traditionele manier van samenwerken. De overheid maakt gebruik van de denk- en innovatiekracht van de private sector. De private sector kan rekenen op een contract voor een lange periode. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Multidisciplinair onderzoek omtrent deeltijds werken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het opzet van dit interdisciplinair onderzoek omtrent deeltijds werken is enerzijds een literatuurstudie, anderzijds het verzamelen van gegevens (afnemen van enquetes, raadplegen van personeelsverslagen,...) en het analyseren van die gegevens. Het doel van dit onderzoek is een wetenschappelijke studie omtrent deeltijds werken uit te voeren waarvan de resultaten o.a. van nut zijn ter ondersteuning van de actuele besprekingen en wetgeveing m.b.t. part-time werk, arbeidsherverdeling en werktijdverkorting. Hierbij wordt het fenomeen deeltijds werken onderzocht vanuit verschillende invalshoeken: kwantitatieve analyses van personeelssystemen om o.a. te komen tot een beschrijving van loopbaanpatronen van deeltijdswerkenden. Een kwalitatieve benadering met als resultaat een inschatting van het potentieel aan deeltijdse betrekkingen en de individuele bereidheid om tot deeltijds werken over te gaan; een sociologisch gedeelte waarin vooral aspecten van loopbaanontwikkeling en organisatorische integratie worden onderzocht; Een studie op juridisch vlak waarbij o.a. wordt nagegaan hoe deeltijdse arbeid in de rechtspositie van de werknemers wordt geïntegreerd. Organisaties: • Sociologie • Manpower Planning
Onderzoekers: • MARIE GUERRY • ROLAND PEPERMANS • JACQUES VILROKX
Multidisciplinair onderzoek van vaccinatie en infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Geïntegreerd vaccin en microbiologisch onderzoek met focus op een verbeterde kennis van de immuunrespons bij profylactische en therapeutische vaccins (inclusief tumorvaccins) en het beperken van antibioticaresistentie. Verschillende innovatieve onderzoekstopics zijn lopende of zitten in de pipeline: potentiële ontwikkeling van theranostische toestellen (e.g. snelle Point of Care diagnostica, optische biosensoren, lab-onchip, microarrays) voor detectie van pathogenen and geassocieerde resistentie en dit in samenwerking met verschillende Europese onderzoekspartners; potentiële ontwikkeling van snelle diagnostische tests en injectiesystemen; potentiële ontwikkeling van patiënt specifieke cellulaire vaccins voor gerichte antivirale en antikanker therapie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Zwi Berneman
• Herman Goossens • Vanessa Vankerckhoven • Anke Janssens • Hilde Revets
Multi-etniciteit en multiculturalisme in vergelijkende Noord-Amerikaanse literatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek zou de eerste vergelijkende studie van hedendaagse etnische literaturen uit de Verenigde Staten en Canada zijn. Het onderzoek levert inzicht in de invloed die verschillende maatschappelijke en overheidsbenaderingen van etniciteit en natie op de literatuur hebben, en benadrukt daarbij de koloniale invloed. Het stelt zich ten doel een begrip te creëren van het multiculturalisme in een tijd waarin deze kwestie in Europa steeds relevanter wordt. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Joris Duytschaever
Multifactoriële aanpak aan de hand van gedragsmodellen ter preventie van overgewicht in de vroege kindertijd Universiteit Gent Abstract: Het Europese ToyBox-project is gericht op de preventie van overgewicht en obesitas bij kleuters tussen 4 en 6 jaar. Een interventie wordt uitgevoerd in 6 Europese landen (België, Bulgarije, Duitsland, Polen, Spanje en Griekenland), tijdens het schooljaar 2012-2013. De interventie is gericht op vier doelen: meer fysieke activiteit, minder sedentair gedrag, meer water en minder gesuikerde dranken en gezonde tussendoortjes. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Multifunctionaliteit en lokale indentiteit als paradigma's voor een duurzame en competitieve landbouw Universiteit Gent Abstract: De modernisering van de landbouw maakt het moeilijker om in gele, groene en blauwe diensten te voorzien. Het hoofddoel van dit project is daarom te onderzoeken wat regionale identiteit betekent, hoe landbouw hiertoe bijdraagt en of dit concept een manier kan zijn om multifunctionele landbouw te promoten. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Multi item inventory management with substitution. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Inneke Van Nieuwenhuyse • Hamed Jalali
Multi-item voorraadbeheer met substitutie. KU Leuven Abstract: Het begrip risk pooling is zeer bekend binnen voorraadbeheer, aangezien het toelaat de veiligheidsvoorraad in het systeem te reduceren. In dit project wordt het optimaal ontwerp van een periodiek voorraadsysteem met substitutie bestudeerd, en meer specifiek de invloed van de lead times voor het heraanvullen van de stocks. De hypothese is dat het nut van substitutie zal afnemen naarmate het heraanvulproces voor het flexibele item meer tijd vraagt, en dat deze impact duidelijker aanwezig zal zijn naarmate de vraag tussen de verschillende items sterker positief gecorreleerd is. Organisaties: • OG Productie en Logistiek Leuven
Onderzoekers: • Robert Boute • Inneke Van Nieuwenhuyse
Multilaterale wederkerigheid. KU Leuven Abstract: Tâm Dang Vu bereidt een doctoraat voor dat tot doel heeft vormte geven aan het concept multilaterale wederkerigheid. Daarbij wordt onderzocht of de principes en rechtsfiguren (bv. de ontbinding, de risicoleer, de enac en het verval) die destijds zijn ontwikkeld voor een situatie van pluraliteit van verbintenissen binnen één enkelcontract met twee partijen (bilaterale wederkerigheid) bij analogiekunnen worden toegepast op een situatie van pluraliteit van verbintenissen binnen meerdere samenhangende contracten met meer dan twee partijen (multilaterale wederkerigheid). Er wordt nagegaan of dit begrip een rol kan spelen in het creëren van lotsverbondenheid tussen samenhangende contracten. Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Tam Dang Vu
Multi-level Governance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Marleen Brans • Alemayehu Fayera Darima
Multilevel modeling of single case experimental data: Further developments and empirical validation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Stefanie Sercu
Multimediaal archief- en documentconsultatiesysteem voor de Muntschouwburg en andere culturele instellingen (nr.8). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het operationaliseren van een multimediaal interactief archied en documentatiesysteem dat een antwoord biedt aan de accute informatieen communicatiebehoeften van de KMS, en dit zowel intern, inter en extern. Het systeem dient gebruiksvriendelijk te zijn, en daarom worden gebruikers vanaf de vroegste fases van ontwikkeling bij het project betrokken. Het systeem zal in een pilootopstelling gedemonstreerd worden aan een selectie gebruikersgroepen in de KMS, wetenschappelijke en culturele instellingen en publieksgroepen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JUUL VERHELST • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Multimodaal vervoer - praktijkgetuigenissen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het licht van kennisdiffusie en de eventuele ontwikkeling van een innovatief, multimodaal concept onder supervisie van het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL), heeft het VIL opdracht gegeven om een reeks van representatieve praktijkgetuigenissen op te teken van meer of minder succesvolle multimodale toepassingen binnen en buiten Vlaanderen. Er werden 15 praktijkgetuigenissen opgetekend. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Multimodal equilibria in regional transportation systems with flexible mobility systems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer
Onderzoekers: • Chris Tampère • Francesco Viti
Multimove voor kinderen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek wordt een bewegingsprogramma voor kinderen in diverse structuren in Vlaanderen (kinderopvang, sportclub, gemeente, school) ontwikkeld. De status questionis van de algemene motorische ontwikkeling van Vlaamse kinderen tussen 3-8 jaar anno 2012-2013 wordt opgemaakt. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Matthieu Lenoir
MultiMove voor kinderen: een gevarieerd bewegingsaanbod voor jonge kinderen in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Het project Multimove voor kinderen heeft twee strategische doelstellingen. De eerste doelstelling streeft naar kennisontwikkeling en brede sensibilisering bij ouders en begeleiders. Zij moeten het belang en de mogelijkheden leren kennen van de motorische ontwikkeling van het kind, met het accent op een brede motorische vorming en plezierbeleving.De tweede strategische doelstelling slaat op productontwikkeling. Initiatieven, programmas en activiteiten gericht op de leeftijdscategorie van3 tot 8 jaar moeten een aangepaste inhoud en begeleiding hebben, waarbij de brede motorische basisvorming centraal staat. Het project gaat van start op 1 september 2011 en zal lopen tot 31 augustus 2014.Het project wordt gefinancierd door de Vlaamse Overheid (Vlaams minister van Sport) en zal worden gerealiseerd in een nauwe samenwerking tussen de Vlaamse Sportfederatienbsp;(VSF vzw), de universiteiten met een opleiding Lichamelijke Opvoeding (K.U.Leuven, VUB en UGent), het Vlaams Instituut voor Spor Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers: • Jan Seghers
Multinationale bedrijven en hun rol in de globale maatschappij: Verandering uit een sociaal cosmopolitisch perspectief. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Maddy Janssens
Multinationale ondernemingen in de uitgebreide EU: internationaliseringsgedrag en vestigingskeuze Universiteit Gent Abstract: Dit projext draagt bij tot de literatuur rond internationaliseringsgedrag en vestigingskeuze van ondernemingen door expliciet het gedrag van andere ondernemingen te beschouwen. Ondernemingen kunnen leren uit keuzes van andere ondernemingen. Dit verkleint hun eigen
onzekerheid omtrent internationalisering. We testen de impact van de internationaliseringsstrategie van concurrenten, leveranciers, klanten en geografisch nabijgelegen ondernemingen op het internationaliseringsgedrag en de vestigingskeuze van de gegeven onderneming. Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno Merlevede
Multinational firms' strategy and global R&D. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Rene Belderbos • Federico De Michiel
Multinationals in Europa tussen flexibiliteit en zekerheid. Een comparatieve studie over de invoering en de gevolgen van 'flexicurity' toepassingen op ondernemingsniveau. KU Leuven Abstract: In dit project wordt het concept 'flexicurity' empirisch bestudeerd op het niveau van de onderneming. Dit is een belangrijke leemte in de huidige flexicurity literatuur, die sterk normatief is en zich voornamelijk op het macroniveau richt. In het bijzonder zal het project de introductieen coördinatie van beleid en toepassingen op ondernemingsniveau, die deverhoging van flexibiliteit en zekerheid beogen, onderzoeken in België en Nederland. Dit zal gebeuren in een vergelijkend crossnationaal en cross-sectorieel perspectief, waarbij de mate waarin institutionele structuren op macroniveau een impact hebben op de implementatie van dergelijke toepassingen zal worden geanalyseerd. Deze vergelijkende analyse zal echter ook de capaciteit van sociale actoren (management, vakbonden en werknemersvertegenwoordigers) op ondernemingsniveau om flexicurity toepassingen te creëren en coördineren in rekening brengen. Drie onderzoeksvragenworden gesteld: (1) Welke flexicurity toepassingen kunnen op ondern Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Valeria Pulignano
Multinationals in Europa tussen flexibiliteit en zekerheid. Een vergelijkende studie over de invoering en de gevolgen van 'flexicurity' toepassingen op ondernemingsniveau. KU Leuven Abstract: In dit project wordt het concept 'flexicurity' empirisch bestudeerd op het niveau van de onderneming. Dit is een belangrijke leemte in hethuidige flexicurity onderzoek, dat sterk normatief is en voornamelijk focust op het macroniveau. Meer bepaald zal het project de introductie en(eventuele) coördinatie van flexibiliteits- en zekerheidsaspecten en beleid analyseren, op het bedrijfsniveau en vanuit vergelijkend perspectief in verschillende landen: België, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Hierbij wordt nagegaan in welke mate instituties op macroniveau een invlodhebben op de implementatie van flexicurity praktijken. Bovendien neemt de vergelijkende analyse hierbij de capaciteiten van sociale actoren op ondernemingsniveau (management, vakbonden en werknemersvertegenwoordiging) om dergelijke praktijk te creëren en te coördineren in rekening. Drieonderzoeksvragen worden beantwoord: 1) Welke flexicurity praktijken kunnen worden geobserveerd op ondernemingsniveau? 2) Welke processen stimuler Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • Valeria Pulignano
Multinationals in Europe between flexibility and security KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Valeria Pulignano • Fabio De Franceschi
Multiniveausynthese van single-case experimentale data: verdere ontwikkeling en empirische validatie. KU Leuven Abstract: In single-case of single-subject designs (SSED) worden individuele gevallen meermaals gemeten onder verschillende condities, met als bedoeling het effect van de conditie na te gaan. Recentelijk werd het gebruik van multiniveaumodellen voorgesteld om data van dergelijke studies te combineren, waardoor meer generaliseerbare en genuanceerde conclusies kunnen worden getrokken. De doelstelling van het onderzoek is om deze multiniveaubenadering empirisch te onderzoeken, zowel aan de hand van reële data als aan de hand van simulatiestudies. Het onderzoek omvat verschillende studies die de belangrijkste complicaties bij het combineren van SSED data verder zullen bekijken. Een eerste set richt zich op het samenvatten van data gemeten op een zelfde schaal. Na een studie van het basis drieniveaumodel zullen verschillende uitbreidingen en complicaties verder worden onderzocht: autocorrelatie, telgegevens, designs met meerdere responsvariabelen en/of settings, modellen voor nietlineaire groeitraje Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate
Multiniveausynthese van single-case experimentele data: Verdere ontwikkelingen en empirische validatie. KU Leuven Abstract: Gedurende het laatste decennium is er een groeiende interesse om single-subject experimentele designs (SSED) in verschillende onderzoeksdomeinen in pedagogie en psychologie toe te passen om de effectiviteit van één of meerdere behandelingen te onderzoeken (Barlow, Nock, & Hersen, 2009). De interesse van de SSED onderzoeker gaat uit naar één of meerdere individuen (of een entiteit zoals een school) dat geobserveerd en gekwantificeerd wordt gedurende opeenvolgende meetmomenten gedurende een baseline conditie (waarin men geen behandeling toedient), gevolgd door een behandelingsconditie (Onghena, 2005). De validiteit van inferenties van een basis SSED is ter discussie,
omdat een verandering in de gemeten variabele kan verklaard worden door een toevallige factor in plaats van de behandeling zelf (i.e., een bepaald event dat optreedt op hetzelfde moment als de start van de behandeling; Shadish, Cook, & Campbell, 2002). Om hieraan tegemoet te komen, worden meestal complexe SSEDs gebru Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Patrick Onghena • Mariola Moeyaert
Multi-output efficiënte-analyse met gezamelijke inputs. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Laurens Cherchye • Bram De Rock
Multiple community policing: hoezo ? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek sluit zowel aan bij het thema dde werking van de instellingen als bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie. Wat betreft 'de werking van de instellingen' wordt in dit onderzoek meer bepaald inzicht verworven in percepties en verwachtingen, alsook -daaraan gerelateerdtevredenheid en vertrouwen, van etnish culturele minderheden ten aanzien van de openbare instelling politie. Ook de visie van de politie zelf over de kwaliteit die zij op dit vlak biedt en de mogelijkheden en problemen die zij daarbij in de praktijk ervaart, worden daarbij nagegaan. De studie naar interacties tussen allochtonen en politie sluit anderzijds ook duidelijk aan bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie', Er wordt expliciet aandacht besteed aan de maatschappelijke diversiteit en de studie van de interacties tussen allochtonen en politie is gericht op het leveren van een bijdrage tot de integratie van etnischculturele minderheden in onze samenleving. Organisaties: • Rechtshandhaving • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Henk Elffers • Miet Vanderhallen
Multiple community policing: hoezo??? Universiteit Gent Abstract: Diverse omgevingsanalyses wijzen uit dat België evolueerde tot een multiculturele samenleving. Community policing (COP) bouwt echter op de idee van een homogene samenleving. Deze lacune in de concipiëring van COP laat zich in de praktijk scherp voelen bij pogingen tot implementatie ervan in een muliculturele setting. Via interviews, observaties en focusgroepen probeert voorliggend onderzoek inzicht te verwerven in die materie. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Multiple community policing : Hoezo? Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Diverse omgevingsanalyses, onder meer door het Nationaal Instituut voor Statistiek & Administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse Gemeenschap (NIS-APS, 2005), wijzen uit dat België evolueerde tot een multiculturele samenleving en de allochtone bevolking zich voornamelijk concentreert in (middel)grote steden waarbinnen concentraties in bepaalde buurten optreden. Voor de politiezorg in (deze buurten in) die steden vormt dit een belangrijke contextvariabele. Talrijke voorbeelden van conflictueuze ontmoetingen tussen politie en allochtonen en - veel minder talrijk - onderzoek wijzen echter op een gespannen verhouding. In de politiepraktijk valt in deze context een tendens naar coercive policing op (cf. invoeren van zero-tolerance in diverse steden). Dit biedt echter slechts kortetermijnoplossingen en raakt niet aan fundamentele, meer structurele oorzaken. Een zinvolle aanpak vergt integendeel een meer proactief en preventief optreden en samenwerking met verschillende diensten en organisaties op maatschappelijk en bestuurlijk vlak alsook met de allochtone gemeenschap zelf (Feys, 2002). Dergelijke aanpak sluit naadloos aan bij community policing, een filosofie die de laatste twee decennia ook in ons land wordt geambieerd en door de overheid wordt gestimuleerd (cf. o.a. omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003). Community policing bouwt echter op de - mythische - idee van een homogene samenleving met gedeelde waarden, normen en levensstijl wat de implementatie van deze filosofie in de reële samenleving, die immers heterogeen is, ernstig compliceert (Van den Broeck & Eliaerts, 1995; Van de Sompel & Ponsaers, 2003; Van Outrive, 1998). Deze lacune in de concipiëring van community policing laat zich in de praktijk bijzonder scherp voelen bij pogingen tot implementatie ervan in een multiculturele setting. Ondanks aanbevelingen - zoals bv. geformuleerd door het Comité-P - blijven interacties tussen politiefunctionarissen en allochtonen vaak moeilijk. Het lukt vaak niet om het 'abstract' bedachte beleid tot uitvoering te brengen. DOELSTELLING Om de vertaalslag van community policing naar de praktijk in een multiculturele setting te ondersteunen, is inzicht nodig in die praktijk, in de manier waarop concrete interacties tussen politie en allochtonen verlopen en de elementen die deze interacties beïnvloeden, waarbij percepties, betekenisverlening en verwachtingen van beide partijen een voorname rol spelen. Dergelijke vorm van politieonderzoek sluit nauw aan bij wat vaak wordt aangeduid als politiesociologie, hetgeen in beeld brengt hoe politiewerk concreet getalte krijgt in het sociaal proces tussen agenten en burgers en tussen agenten onderling (van der Torre, 1999). Voorliggend onderzoek beoogt inzicht te verwerven in die materie en dit in functie van de volgende concrete doelstellingen: 1. Nagaan hoe community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten al dan niet vorm krijgt [realiteit]. 2. Nagaan hoe allochtonen de interactie met politie in kader van hun afhandeling van dagelijkse taken en incidenten percipiëren/ervaren en wat hun verwachtingen terzake zijn, evenals nagaan in hoeverre deze verwachtingen congruent zijn aan community policing [perceptie allochtonen]. 3. Nagaan in welke mate politiefunctionarissen die op het terrein werkzaam zijn community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten toepasbaar achten, welke problemen en mogelijkheden zij terzake zien en wat hun verwachtingen
zijn [perceptie politie]. METHODOLOGIE I. Ter verkenning en omkadering van de materie is een literatuurstudie onontbeerlijk. Deze literatuurstudie concentreert zich in de eerste plaats op de inzichten die in ons land en ook in andere landen reeds omtrent de relatie tussen politie en allochtonen werden verworven. Anderzijds wordt in de literatuurstudie aandacht besteed aan community policing in multiculturele settings en in het bijzonder in concrete interacties met allochtonen. II. De centrale methodologie bestaat uit een veldstudie die in vijf politiezones wordt uitgevoerd: twee in Vlaanderen, twee in Wallonië en één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1. Als eerste stap in de veldstudie in een zone wordt de verhouding tussen het lokale politiekorps en de allochtone bevolking verkend. Dit gebeurt voornamelijk aan de hand van interviews. Enerzijds wordt geruime aandacht besteed aan de verkenning van de dominante allochtone gemeenschappen in de zone. Deze gemeenschappen en in het bijzonder hun middenveld worden in kaart gebracht en contactpersonen binnen deze gemeenschappen worden gezocht. Van deze contactpersonen worden semi-gestructureerde interviews afgenomen waarin wordt gepeild naar hun visie en globale ervaringen ten aanzien van politie. Maar ook ruimer worden de allochtone buurten fysiek verkend waarbij spontane contacten worden gelegd. Het ontwikkelen van een adequate intredestrategie in het veld is immers van cruciaal belang. Anderzijds worden semigestructureerde interviews afgenomen van politiefunctionarissen (korpschef, interventieagenten en wijkagenten) waarin wordt gepeild naar hun visie, globale ervaringen en initiatieven inzake de relatie tussen politie en allochtonen. 2. In de tweede en voornaamste plaats worden observaties uitgevoerd. Gezien de focus op interacties met allochtonen in kader van de uitvoering van routinetaken en de eventueel daaruit voortvloeiende afhandeling van incidenten worden enerzijds interventieteams enerzijds en anderzijds wijkagenten gevolgd. Deze observaties genereren cases die verder worden bestudeerd. Daarbij wordt enerzijds waargenomen vanuit een 'outer perspective' wat duidt op een kennisname en verwerking van objectieve feiten (Bruyn, 1966). Observatie vanuit dit perspectief staat in relatie tot de eerste doelstelling, met name het nagaan hoe community policing in de interacties al dan niet vorm krijgt. Anderzijds is echter ook een 'inner perspective' van essentieel belang, wat het achterhalen van de subjectieve betekenis inhoudt (Bruyn, 1966). Dit verwerven van een inzicht in de wederzijdse percepties die de interactie vorm geven, in de manier waarop de interactie door de betrokkenen wordt ervaren en in hun verwachtingen omtrent een dergelijke interactie dient de tweede en de derde doelstelling die immers betrekking hebben op de perceptie van respectievelijk de allochtonen en de politie. Deze elementen kunnen evenwel niet via louter observatie worden achterhaald, maar vergen interviews met beide aan de interactie deelnemende partijen. De individuele cases worden dan ook teruggekoppeld naar enerzijds de betrokken politiefuntionaris(sen) en anderzijds de betrokken allochto(o)n(en) of - indien dit niet tot de mogelijkheden behoort - (een) andere vertegenwoordiger(s) van de allochtone gemeenschap waartoe deze behoort. Teneinde de complexiteit hierbij inzichtelijk te kunnen maken en in het bijzonder de werkelijkheid in haar verschillende aspecten te kunnen duiden, kan gebruik worden gemaakt van het zgn. flashpoint-model van Waddington (1989) dat zes dimensies aanreikt die interacties kunnen beïnvloeden, met name de onmiddellijk interactionele dimensie, de situationele dimensie, de contextuele, de culturele, de socio-politieke en de structurele dimensie. 3. De ruimere bevindingen van het veldonderzoek in een zone worden in focusgroepen besproken met korpsleden en vertegenwoordigers van de allochtone gemeenschappen (die ook reeds ter verkenning werden geïnterviewd). Daarbij wordt opnieuw gepeild naar hun visie en interpretatie. III. De bevindingen opgedaan in de verschillende zones worden geïntegreerd in een eindrapport dat aangrijpingspunten biedt om de toepassing van community policing te ondersteunen en aldus een meerwaarde vormt voor beleidsmakers - en andere instanties - die politie in haar ontwikkeling naar deze filosofie wensen te ondersteunen (via bv. opleiding of aanbevelingen).
BRUYN, S.T. (1966). The human perspective in sociology: the methodology of participant observation. Englewood Cliffs, Prentice-Hall. FEYS, J. (2002). Politie, een afspiegeling van de samenleving? De relatie tussen politie en etnische minderheden. In: G. Duhaut, P. Ponsaers, G. Pyl & R. Van de Sompel (red.), Voor verder onderzoek... Essays over de politie en haar rol in onze samenleving. Brussel: Politeia, 771-794. Ministeriële Omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003 betreffende community policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. B.S., 9 juli 2003. VAN DEN BROECK, T. & ELIAERTS, C. (1995). Community policing: een basis voor de politiezorg in ons land? Politeia, 9, 5-13. VAN DE SOMPEL, R. & PONSAERS, P. (2003). Bronnen van community (oriented) policing en de toepassing ervan in België. Elektronische kopie dd. 23 mei 2005: http://www.info-zone.be. VAN DER TORRE, E.J. (1999). Politiewerk: politiestijlen, community policing, professionalisme. Alphen aan den Rijn: Samson. VAN OUTRIVE, L. (1998). De ware aard van de inbreng van de burger en van de lokale politie. De Orde van de Dag, 3, 34-41. WADDINGTON, D., JONES, K. & CRITCHER, C. (1989). Flashpoints. Studies in public disorder. London: Routledge. NIS-APS (2005). Vlaanderen in cijfers 2005. Electronische kopie: http://aps.vlaanderen.be/statistiek/publicaties/pdf/vic/ vic2005.pdf. Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Multiple dimenensions of breathlessness KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Andreas von Leupoldt • Thomas Reijnders
Multiple loyalties emanating from multi-ethnic nations like Nigeria andtheir implications for sustainable national development. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Arnim Langer • Nelson Okene
Multiple selves and revealed preferences. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte • Laurens Cherchye • Sabrina Bruyneel • Angelos Stamos
Multiple winkelkeuze voor frequent aangekochte consumptiegoederen: antecedenten, kenmerken en gevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Net als product- of merkkeuze binnen een productcategorie, is winkelkeuze van de consument vaak gekenmerkt door de selectie van 'multiple alternatieven'. In plaats van het ganse pakker van 'gerelateerde' producten (frequent aangekochte consumptiegoederen) aan te kopen in één enkele supermarkt, spreiden de meeste consumenten deze aankopen over meerdere winkelpunten/supermarkten ('multiple store shopping'), en dit met het oog op het maximeren van hun winkel- en consumptienut. Deze spreiding van aankopen kan gebeuren door andere supermarkten te bezoeken in opeenvolgende winkeltrips doorheen de tijd, dan wel door zich in meerdere winkelpunten te begeven tijdens een enkele trip. Deze laatste optie - ook 'multiple shopping' genoemd - laat toe te besparen op transactiekosten. Daar waar tal van publicaties gevarieerde productkeuze analyseren en verklaren, is het fenomeen van 'multiple store shopping' nog zeer weinig belicht. Organisaties: • VAKGROEP MARKETING • Marketing
Onderzoekers: • Katia Campo
Multi-sectoriële ondersteuning van vrouwelijke overlevenden van seksueel geweld in Zuid-Kivu Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de versterking van de UCB als voortrekker op het gebied van thema?s van seksueel geweld in DRC, en de verbetering van de kwaliteit van de zorg voor vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld. De hoofdactiviteiten van het project zijn: capaciteitsopbouw op vlak van onderzoeksmethodologieën, opleiding in de Engelse taal, een diepgaande analyse van UNFPA?s databank over seksueel geweld, en de ontwikkeling van een cartografie van stakeholders op het grondgebied Walungu en in de stad Bukavu. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Multisensorische integratie en sociale cognitie in autismespectrumstoornissen: Een integratieve benadering. Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wees uit dat problemen met sociale cognitie in autismespectrumstoornissen gerelateerd zijn aan moeilijkheden eigen en andermans motorische acties te onderscheiden. Ik suggereer dat deze moeilijkheden veroorzaakt worden door een afwijkende integratie van lichaamsgerelateerde sensorische informatie met informatie uit andere zintuigen. Deze relatie wordt multisensorische integratie en problemen met sociale cognitie zal onderzocht worden, gebruikmakend van EEG, fMRI en gedragsmaten. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marcel Brass
Multivariate Anlayse van ICT Leiderschap Competenties, Lerende School Kenmerken en Social Netwerkstructuren van Scholen Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek wil bijdragen aan de onderwijsonderzoeksliteratuur met betrekking tot ICT leiderschap door ICT leiderschap te bestuderen via variabelen op verschillende niveaus: individueel (bv. professionele ?self--?efficacy? van ICT coördinatoren), sociale interacties (bv. communicatie omtrent ICT--?integratie), organisatorische kenmerken (bv. ICT -infrastructuur), en schoolculturele factoren (bv. lerende organisatie). Analyses gebeuren aan de hand van de innovatieve analysetechniek van Sociale Netwerk Analyse. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ruben Vanderlinde
Museumcommunicatie in de 21ste eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft twee (interagerende) objectieven: het bestuderen van de relatie van het Estse Nationale Museum (ENM) met haar publieken, en de mogelijkheidsvoorwaarden van het ontwikkelen van ENM communicatie en publieksparticipatie door een reeks van online en offline interventies. Elk van deze twee objectieven zal gefocust worden op drie domeinen: het publieke debat over het ENM, het bouwproces van het nieuwe ENM en de museuminhoud. Om het tweede objectief te realiseren zullen ook 3 reeksen van interventies georganiseerd worden: een online discussie omgeving om het publieke debat te stimuleren; De organisatie van virtuele en face-to-face rondetafelgesprekken; De constructie van een virtuele museumruimte en een fysieke ruimte om publieksparticipatie te doen toenemen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER
Music: auditory cheesecake or evolutionary necessity? Advancing the uses-and-gratifications theory for music, utilizing principles of evolutiontheory, psychology and neurology. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School vr Massacommunicatieresearch
Onderzoekers: • Keith Roe • Anne Dickmeis
Muziek is de boodschap. Het belang van tonale synchroniciteit tijdens de eerste levensjaren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent eigen onderzoek naar muzikale aspecten in de vocalisaties tussen moeders en hun 3 maanden oude baby's toonde dat het spreken en vocaliseren in de vroege moeder-baby interactie wordt gekenmerkt door momenten van harmonie en tonaliteit die zouden kunnen wijzen op een vorm van tonale synchroniciteit. Met deze aanvraag beoog ik in een eerste luik de ontwikkelingsrelevantie van tonale synchroniciteit verder te onderzoeken door het verband na te gaan tussen tonale synchroniciteit en de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie in termen van intersubjectiviteit en emotionele beschikbaarheid enerzijds en de ontwikkeling en taalverwerving van kinderen anderzijds. in een tweede luik ga ik na of er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en fysiologische aspecten bij de baby. Via ademhalings- en hartritmemetingen kan op non-invasieve wijze de cardiale vagale tonus in de vorm van RSA worden afgeleid die de parasympatische invloed van het autonoom zenuwstelsel op het hart uitdrukt. RSA wordt algemeen aanvaard als een voorspellende index voor de cognitieve en emotionele ontwikkeling van een baby. Deze kan aan de hand van stimulerende technieken worden verhoogd bij baby's met een laga vagale tonus. Als er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en RSA kan dit praktijkrelevante implicaties inhouden, zoals het aanwenden van tonale synchroniciteit om de vagale tonus te stimuleren. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Naar computergestuurde beslissingsmethoden voor de controle van helminth-infecties bij volwassen melkvee Universiteit Gent Abstract: ). In dit project wordt gewerkt aan 1) de ontwikkeling van een stochastisch model dat de economische effecten op bedrijfsniveau van verschillende behandelstrategieën tegenover helminth-infecties simuleert; 2) de identificatie van risicogebieden en ?bedrijven voor maagdarmwormen leverbotinfecties aan de hand van een geografisch informatiesysteem en 3) de identificatie van non-invasieve beslissingsparameters voor selectieve behandeling tegenover helminth-infecties binnen het bedrijf. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Jozef Vercruysse
Naar conceptuele klaarheid: een integratie van verschillende employability benaderingen. KU Leuven Abstract: Er bestaan een aantal belangrijke hiaten in het onderzoek over employability (dat is de kans om werk te bekomen of te behouden). In de eerste plaats heerst er verwarring over de precieze betekenis van employability.Onderzoekers hebben uiteenlopende visies op wat employability precies inhoudt. Hierdoor bestaan er ook veel verschillende maatstaven voor het construct, waardoor studies moeilijk vergelijkbaar zijn. Ten tweede houden de verschillende onderzoekers rond employability ook strikt vast aan hun eigen visie op het construct, waardoor er nog geen pogingen bestaan om tot een geïntegreerde visie te komen en zo zicht te krijgen op de samenhang tussen de verschillende aspecten van employability. Een derde tekort is dat de meeste studies in het domein employability beschouwen als een kenmerk van het individu. Iemands kansen om werk te vinden of te behouden worden echter ook sterk bepaald door de ruimere arbeidsmarktcontext. Dit project wil daarom (1) de conceptuele verschillen tussen de Organisaties: • OE Human Resources Management Antwerpen
Onderzoekers: • Anneleen Forrier • Hans De Witte • Nele De Cuyper • Marijke Verbruggen
Naar conceptuele verheldering: een integratie van verschillende employability-benaderingen. KU Leuven Abstract: Veranderingen in de arbeidsmarkt en in de werknemer-werkgever relatie plaatsen onderzoek over employability opnieuw op de voorgrond. Ondanks deze interesse blijven er verschillende hiaten in de literatuur. Ten eerste is er onduidelijkheid over de conceptualisering en bijhorende meting van employability. Als een eerste stap naar meer duidelijkheid maken wij het onderscheid tussen inputbenaderingen (employability-disposities, employability competenties en employability-ondersteunende activiteiten) enoutputbenaderingen (gepercipieerde employability, arbeidsmarktposities). Ten tweede is er weinig onderzoek gedaan over de relaties tussen de verschillende benaderingen van employability. Ten derde is employability-onderzoek dominant gericht op het individu en op factoren aan de aanbodzijde. Relatief weinig onderzoek brengt ook de vraagzijde van de arbeidsmarkt in rekening. Het doel van dit project sluit hierbij aan, namelijk (1) de verschillende employabilitybenaderingen, hun gelijkenissen, Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Anneleen Forrier • Nele De Cuyper • Marijke Verbruggen
Naar een algemene theorievorming inzake advisering in het bestuursrecht Universiteit Antwerpen Abstract: Volgens het zorgvuldigheidsbeginsel moet het bestuur zijn beslissingen op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Daarom wint het vaak het advies in van externe adviseurs, zowel publieke als private. Het doel van dit onderzoek is te komen tot een algemene theorievorming inzake de advisering aan de overheid aan de hand van een analyse van de binnen- en buitenlandse regelgeving, rechtspraak en rechtsleer.
Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Steven Denys
Naar een algemene theorievorming inzake advisering in het bestuursrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: Volgens het zorgvuldigheidsbeginsel moet het bestuur zijn beslissingen op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Daarom wint het vaak het advies in van externe adviseurs, zowel publieke als private. Het doel van dit onderzoek is te komen tot een algemene theorievorming inzake de advisering aan de overheid aan de hand van een analyse van de binnen- en buitenlandse regelgeving, rechtspraak en rechtsleer. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Steven Denys
Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Joke Goris
Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het georganiseerd bestuurlijk beroep kent een grote opmars als vorm van bestuurlijke rechtsbescherming tegen bestuurshandelingen. Bij ontstentenis van een algemene regeling terzake, heerst echter heel wat rechtsonzekerheid. Het onderzoek beoogt een algemene theorie te ontwikkelen inzake de georganiseerde bestuurlijke beroepen, die kan dienen als toetssteen voor bestaande en toekomstige regelgeving. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Joke Goris
Naar een andere invulling van de ambtelijke status ? Vergelijkende studie van de mogelijkheden en beperkingen van een normalisering van de arbeidsverhoudingen in de marktsector en de publieke sector. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek beoogt een fundamentele bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat over de rechtspositie van de ambtenaren. Enerzijds wordt een onderzoek ingesteld naar de grondslagen van de statutaire rechtspositieregeling van de ambtenaren. Anderzijds wordt nagegaan welke objectiveerbare verschillen tussen de publieke en de particuliere sector een aanpassing van het individueel arbeidsrecht verantwoorden. Organisaties: • Bestuurswetenschappen • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Naar een beter begrip van de relatie tussen lokale besturen en private nonprofit organisaties en de impact op de toegankelijkheid van de dienstverlening. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel wil de aard van de relatie die private nonprofit organisaties (NPO) in het kader van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid ontwikkelen met de lokale overheid in kaart brengen en het effect ervan onderzoeken op de toegankelijkheid van de dienstverlening via multiple case-study onderzoek dat verder bouwt op lopend kwantitatief survey-onderzoek bij NPO's in Vlaamse centrumsteden. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Naar een beter begrip van perceptuele organisatie door de studie van interindividuele variatie in de integratie van delen in een geheel binnen een normale populatie, patiënten met een neuropsychologische aandoening,en kinderen met ASS. KU Leuven Abstract: Onderzoek over de organisatie van sensorische input van de ogen in de hersenen, heeft steeds gefocust op processen die gelijkend zijn over individuen. Het wordt echter duidelijk dat individuen sterk van elkaar verschillen op een betekenisvolle manier, zelfs in vroege stadia van sensorische verwerking. Daarnaast is ons begrip van de relatie tussen verschillende aspecten van perceptie beperkt. Als een persoon slecht presteert op een bepaalde perceptuele taak, weten we hierdoor niet op welke andere perceptuele taken deze ook slecht zal presteren. Dit potentieel patroon van relaties tussen verschillende aspecten van perceptie zal belangrijke inzichten bieden in welke aspecten afhangen van gelijkaardige processen in de hersenen. Het ontwikkelen van een test voor deze potentiële relaties in prestatie op een verzameling stimuli is ook een cruciale test voor theorieën over Autisme, waar men beargumenteerd heeft dat er een algemene wijziging is in perceptuele organisatie. Deze theorie is echter Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Lee de-Wit
Naar een buitgericht strafrechtelijk onderzoek
Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België bestaat er een noodzaak aan strafrechterlijk onderzoek dat zich vooral toespitst op het achterhalen van de zaken die achteraf eventueel verbeurdverklaard kunnen worden. Het grootste probleem is het ramen van de geldwaarde van de vermogensvoordelen ingeval deze zich niet meer bevinden in het vermogen van de veroordeelde, wat meestal het geval is. De wetgever was van oordeel dat de rechter een beroep zou moeten doen op een deskundige. In werkelijkheid daarentegen is het de rechter zelf die, ex eaquo et bono, in de meeste gevallen oordeelt over de waarde en hij steunt hierbij vaak op een onvolledig gerechtelijk dossier. De macht van de rechter neemt hierdoor toe en de kans op willekeur stijgt. In een nieuwe wet van 10 juni 1997 wordt, in het kader van de fiscale misdrijven, aan de gedetacheerde ambtenaren de hoedanigheid gegeven van officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de Procureur des Konings en van de Arbeidauditeur. Men doelt hiermee vooral op een betere samenwerking tussen het gerecht en de fiscus. De vraag rijst of het probleem hiermee wel afdoende opgelost is en op zich geen verdere, procedurele maatregelen opdringen. Organisaties: • Strafrecht en Strafprocesrecht
Onderzoekers: • ALAIN DE NAUW
Naar een electronisch nieuwsarchief in Vlaanderen. Lopende en retrospectieve digitale archivering van radio- en televisienieuwsuitzendingen van Vlaamse omroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het feit dat nieuwsuitzendingen op radio en televisie duidelijk de belangrijkste bron van informatie zijn geworden binnen de hedendaagse samenleving, stellen we vast dat dit materiaal grotendeels onontgonnen blijft in politicologisch en media-onderzoek. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is het ontbreken van een adequate en vlot toegankelijke archivering en onsluiting van dit materiaal. Via dit project worden de mogelijkheden onderzocht om radio- en televisienieuwsuitzendingen op electronische wijze te archiveren, en via een gerichte catalogisering, te ontsluiten ten behoeve van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Marc Hooghe
Naar een Europese Samenleving: De ééngemaakte markt, binationale huwelijken en de vorming van een sociale groep binnen Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project zal de trends in het aandeel binationale huwelijken tussen burgers van verschillende lidstaten uit de Europese Unie sinds 1980 bestuderen. Bijzondere aandacht zal gaan naar de nationaliteiten van diegenen die een huwelijk aangaan. Het doel van de demografische analyses is om na te gaan in welke mate de ééngemaakte Europese markt bijgedragen heeft aan een toename in binationale huwelijken. Bovendien zal het ook proberen te bepalen in welke mate de veranderingen in het aandeel binationale huwelijken en de verdeling van deze huwelijken naar nationaliteit gedreven worden door marktprocessen (zoals een toegenomen intra-Europese migratie) en socio-culturele processen (zoals de affiniteit tussen burgers van specifieke nationaliteiten). Daarnaast zal het project ook bestuderen in welke mate het behoren tot een binationaal huwelijk verbonden is aan een verschillende orëntatie op Europese integratie, een verminderd gevoel van lidmaatschap in een nationale gemeenschap, een sterker gevoel van verbondenheid met Europa en verschillende levensstijlen en wereldvisies. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • SUZANA KOELET • Helga DE VALK • DIDIER WILLAERT
Naar een gepast omkadering voor de gezinszorg binnen de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. KU Leuven Abstract: De Vlaamse overheid wenst te onderzoeken of de huidige geldende omkaderingsnorm voor de erkende diensten voor gezinszorg van 1 VTE begeleidend personeelslid per 130 geholpen gezinnen niet moet aangepast worden rekening houdend met de toenemende complexiteit van de zorgsituaties en met het vrijkomen van tijd door het automatiseren van de berekening van de gebruikersbijdrage. Een onlinesurvey bij 150 begeleidende personeelsleden zal worden opgezet. Organisaties: • HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Georges Hedebouw • Jozef Pacolet
Naar een gestandaardiseerde risicoregeling in de Europese Unie: een nieuwe uitdaging in een meergelaagd rechtssysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Overheid en Recht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans • Alexia Herwig • Marta Simoncini
Naar een gezondheidsbeleid in 8 Brusselse scholen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van de procesevaluatie kunnen als volgt worden omschreven. - Het inventariseren van de mogelijkheden, de knelpunten en de behoeften die zich voordoen bij het implementeren van gezondheidsbevordering. - Het in kaart bregen van de uitgangspunten, randvoorwarden en methodieken tijdens dit project. - Het nagaan van welke factoren bv. leerevaringen, verbreding naar het voltallige schoolteam,
betrokkenheid ondersteunende diensten, ouders en jongeren een rol spelen in de procesgang van de implementatie. Algemeen kunnen we stellen dat deze procesevaluatie een bijdrage wenst te leveren aan het kennisbestand het opzetten en uitvoeren van een gezondheidsbeleid in Brusselse scholen. Een begeleidingscommissie volgt de opzet en uitvoering van deze procesevaluatie op. Deze begeleidingscommissie zal bestaan uit pedagogische adviseurs, nascholingscentrum Brussel, CSBO, de onderwijskoepels en de opdrachtgever het Brussels Gezondheidsoverleg van de VGC. De opdrachtgever kan de begeleidingscommissie bij de aanvang aanvullen met specifieke deskundigen. Afhankelijk van het verloop van het project kunnen extra overlegmomenten en met deze tuurgroep worden ingebouwd. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Naar een innovatief genderbeleid gericht op het management van de Vlaamse Overheid. Universiteit Hasselt Abstract: Het onderzoek wil de doorstroming van vrouwen naar het middenmanagement van de Vlaamse overheid bevorderen. Om dit te realiseren stellen we een onderzoeksproject voor met drie luiken: 1.Literatuurstudie Aan de hand van een literatuurstudie willen we een overzicht geven van in het buitenland gebruikte innovatieve HR-instrumenten om het aandeel vrouwen in managementfuncties te vergroten. We beperken ons tot Nederland en de Scandinavische landen. Voorbeelden van deze instrumenten zijn quotaregelingen, het integreren van streefcijfers in de evaluatie en verloning van het topmanagement, gendergevoelige toepassing van talentmanagement 2.Empirisch luik Aan de hand van empirisch onderzoek bij verschillende doelgroepen willen we ten eerste nagaan welke genderspecifieke knelpunten er bij de Vlaamse overheid bestaan bij de doorstroming van vrouwen naar functies op het niveau N-1. We gaan er van uit dat de verschillen in de loopbaan tussen mannen en vrouwen zowel te wijten kunnen zijn aan het verschillend profiel van mannen en vrouwen enerzijds als aan specifieke organisatieprocessen bij de Vlaamse overheid anderzijds. We benaderen de volgende doelgroepen: (1) mannen en vrouwen met managementpotentieel die reeds bij de Vlaamse overheid werken, (2) vrouwelijke leidinggevenden op niveau N-1 en (3) leidinggevenden (mannen en vrouwen) op niveau N. Tijdens het empirisch onderzoek zullen we ten tweede nagaan hoe deze doelgroepen staan ten opzichte van de HRinstrumenten die we in de literatuurstudie geïdentificeerd hebben. 3. Beleidsaanbevelingen Op basis van de literatuurstudie en het empirisch luik zullen we aanbevelingen formuleren over de maatregelen die de Vlaamse overheid kan nemen om het aandeel vrouwen in het middenmanagement te verhogen. We gaan na of de buitenlandse voorbeelden inspiratie kunnen bieden om de gedetecteerde knelpunten in de loopbaan aan te pakken. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Naar een innovatie van de lerarenopleiding in pakistan Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op de innovatie van de lerarenopleiding in Pakistan. De volgende onderzoeksvragen worden aangepakt: RG 1 Wat is de stan van zaken wat betreft het gebruik van een brede scala aan instructiestrategieën in de lerarenopleiding? RG 2 Welke zijn de gerelateerde beliefs, attitudes en self-efficacy van leerkrachtenopleiders? RQ 3 Welke is de impact van een interventie gericht op het invoeren van samenwerkend leren in de lerarenopleiding op de performance en interactieeffect van self eccicacy, beliefs en attitudes)? RG 4 Welke is de impact van de interventie op de praktijkaanpak van de studentenleerkrachten in de stagescholen (secundair onderwijs, Engels en social studies)? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Naar een internationaal ecologisch financieel systeem voor de bescherming van bossen in het Congo bekken door toepassing van het vervuiler betaald beginsel Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt het versterken van het duurzaam beheer van de bossen van het Congo bekken door middel van een internationaal ecologisch financieel systeem. Er wordt onderzocht in hoeverre milieubeginselen zoals het vervuiler betaalt beginsel kunnen worden toegepast in een internationale context, zodat een meer systematische financiële ondersteuning wordt voorzien voor het behoud van de bossen van het Congo bekken. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • An Cliquet
Naar een kosteneffectief woonbeleid voor Vlaanderen en Europa. KU Leuven Abstract: Deze actie omvat de ontwikkeling van een theoretisch kader dat moet toelaten een breed gamma van beleidsinstrumenten van het woonbeleid te vergelijken op vlak van kosteneffectiviteit en dit onder verschillende (nationale) omstandigheden. Voor de ontwikkeling van dit kader wordt vertrokken van de theoretische en empirische literatuur. Tijdens de actie zal dit kader besproken worden met beleidsverantwoordelijken en vertegenwoordigers van het werkveld, wat zal leiden tot aanpassingen en verfijning, zodat het rekening houdt met de ervaringen van een brede groep van stakeholders.De voornaamste vraag aan de orde is welke beleidsinstrumenten het meest effectief antwoord bieden op de woonbehoeften in Vlaanderen enelders in Europa, in het bijzonder voor huishoudens met een risico op armoede en sociale uitsluiting. Alternatieven die worden afgewogen zijn cash benefits en in kind benefits. Aanverwante vragen zijn of de subsidies moeten worden gericht op een smalle of een brede groep van begunstig Organisaties: • HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Francine Winters
Naar een meer geavanceerde itemontwikkeling in performance indicators studies voor wiskunde en begrijpend lezen Universiteit Gent
Abstract: Dit project heeft als centrale doelen:: (1) ontwikkelen van een groot set test items voor wiskunde en begrijpend lezen die de beheersing naar verschillende niveaus helpen meten (2) de implementatie van deze test items bij een heterogene test samples in het Chinees lagere onderwijs (ontwikkelde/ontwikkelende provincies rural en urban scholen) (3) het toepassen van polytome Item Response Models om het beheersingsniveau van leerlingen en test items te bepalen en (4) het ontwikkelen en uittesten van een Teachers Evaluation en Assessment Beliefs Scale (TEABS) om de evaluatie beliefs van leerkrachten in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Naar een nieuwe dynamiek in de Horeca-discussie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek is de neerslag van een verkenningsronde binnen de horecasector naar aanleiding van een opdracht door Minister Rik Daems van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en participaties, belast met Middenstand. Het centrale onderzoeksdoel behelst een duidelijk beeld te schetsen van de knelpunten waarmee de sector geconfronteerd is. In een eerste deel, Profiel van de sector, wordt ingaan op de tewerkstelling en de omzet van de sector. Op basis daarvan worden in het tweede gedeelte, Een sociaal-economisch kwetsbare sector, de structurele knelpunten besproken waarmee de sector te kampen heeft op het gebied van de tewerkstelling. In het derde gedeelte, Een bedrijfseconomisch kwetsbare sector, worden de bedrijfseconomische indicatoren netto exploitatieoverschot, toegevoegde waarde, rendabiliteit en de faillissementen onder de loep genomen. Het vierde deel, Voorbij de particularistische eisenformulering, geeft ons de gelegenheid om in het licht van de voorgaande elementen de klassieke sectoriële en subsectoriële eisen als onvoldoende te kenmerken omdat zij niet tegemoet (kunnen) komen aan de structurele problemen van de sector. In de Conclusie en aanbevelingen: Naar een nieuwe dynamiek, deel vijf, wordt een geheel van invalshoeken voorgesteld gekoppeld aan een langeretermijnperspectief met als doel de sector te regulariseren, leefbaar te maken en het conviviaal karakter van de horeca te bewaren. Organisaties: • Studiegroep Technologische, Economische en Sociale Veranderingen en Arbeidsmarktonderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX
Naar een nieuwe financiële rapportering voor KMO’s - Onderzoek naar de haalbaarheid en de impact van de toepassing van het internationale referentiekader IAS/IFRS binnen KMO’s Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoeksproject zal nagaan of de gehele of gedeeltelijke uitbreiding van de IAS/IFRS-normen naar de enkelvoudige jaarrekening nuttig en haalbaar is door te onderzoeken wat de impact is van deze implementatie in KMO’s. Het onderzoek brengt de verschillen tussen de huidige Belgische regelgeving en het referentiekader IAS/IFRS in kaart en peilt naar de verwachtingen betreffende de eventuele toepassing van deze IAS/IFRS in KMO’s. Een enquête moet een beeld geven van de mate waarin de beroepsbeoefenaars hierop voorbereid zijn. In een aantal piloot-KMO’s wordt de jaarrekening opgesteld conform IAS/IFRS. Hieruit resulteert een inventaris van de bijzondere problemen en de impact op de organisatie, rapportering, waardering en kosten bij KMO’s. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Vakgroep Accountancy en Fiscaliteit
Onderzoekers: • Carine Coppens
Naar een nieuwe interpretatie van het recht op zelfbeschikking? De juridische consequenties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling: de vraag naar de volkenrechtelijke toelaatbaarheid van secessie als resultaat van de uitoefening van het recht op zelfbeschikking, en naar de juridische consequenties. De ontwikkeling van dat "recht" vanuit bestaande internationaal erkende principes. De rol van de volkenbond en van de Verenigde Naties in dat ontwikkelingsproces: analyse van VN-verklaringen, tot en met het slotdocument van de VNmensenrectenconferentie in Wenen, 1993. De vraag van de verwezenlijking van het recht op zelfbeschikking als collectief mensenrecht. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS • JOZEF VAN BELLINGEN
Naar een nieuw groeipad: Welzijn, Rijkdom en Werk voor Europa: WWWforEurope Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit 4-jaar durende project is het leveren van de analytische basis voor een sociaal-ecologische transitie in Europa: De overgang naar een nieuw groeipad met slimme, duurzame en inclusief de groei zoals wordt voorgesteld in de EU 2020-strategie. Om de overgang te ondersteunen, analyseren we de noodzaak, de haalbaarheid en de beste praktijken voor verandering, met vermelding van de institutionele veranderingen die nodig zijn op alle beleidsniveaus om deze opties uit te voeren. De oude en de nieuwe uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd bepalen het beginpunt: de globalisering, nieuwe technologieën en postindustrialisatie, demografische veranderingen en de ecologie in het kader van sociale systemen die onder stress zijn komen te staan als gevolg van hoge overheidstekorten. De visie is dat Europa zal uitgroeien tot een rolmodel voor een "high road groeipad" dat actief sociale en ecologische doelstellingen omvat, werkgelegenheid, geslachts- en culturele aspecten op een ambitieuze, toekomstgerichte manier en tegelijkertijd concurrerend te zijn in een geglobaliseerde wereld. Om deze doelstellingen te bereiken, zal het consortium robuust onderzoek in de onderzoeksgebieden met betrekking tot de uitdagingen voor het welzijnswerk uitvoeren en synthetiseren, de biofysische dimensie van de sociaal-economische ontwikkeling, de identificatie van de bestuurders op sociaal-ecologische overgang, de rol van het bestuur en de instellingen op het Europese als het regionale niveau. Het consortium zal profiteren van een permanente dialoog met internationale experts in de vorm van panels van deskundigen en aanspreekpunten, rekening houdend met hun visie op de richting en de haalbaarheid van dit nieuwe groeipad. Het project zal worden uitgevoerd door een consortium van 33 partners uit universiteiten en onderzoeksinstituten met internationale en interdisciplinaire expertise. Het vertegenwoordigt 12 lidstaten. Hoog niveau wetenschappelijk en beleidsmatig Bestuur zal de analyse en de beleidsconclusies bewaken om de impact en de verspreiding van de resultaten te waarborgen. Organisaties: • Econometrie • Economie en beleidsmanagement
Onderzoekers: • Lode VEREECK • Bas VAN AARLE
Naar een ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie? De positie en impact van de Europese Unie in de OESO-DAC Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject focust op het ontwikkelingsbeleid van de EU, meer specifiek binnen de OESO-DAC. Er wordt nagegaan of de EU hier met één stem spreekt, een 'norm-maker' is en hoe beide zaken zich onderling verhouden. Hiermee wordt een wetenschappelijke lacune opgevuld en kan worden nagegaan of met één stem spreken de externe impact van de EU wel/niet ten goede komt. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Jan Orbie
Naar een optimale kredietrelatie tussen KMO’s en banken. Onderzoek naar de kredietverlening aan KMO’s in het Vlaamse gewest na Bazel II en hoe de KMO’s hun kredietrelatie kunnen optimaliseren Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoeksproject zal nagaan wat de gevolgen zijn van het kapitaalakkoord Bazel II, dat in werking treedt vanaf 01.01.2007 en dat banken tot een beter risicomanagement verplicht, op de kredietverlening voor KMO’s in het Vlaamse gewest. In de eerste exploratieve fase zal aan de hand van een bevraging bij de banken gepeild worden naar de wijze waarop het kredietrisico van een KMO wordt beoordeeld evenals naar de kostprijsstructuur van hun kredieten. Hieruit resulteert een inventaris van factoren, zowel objectieve als subjectieve, die daarbij doorslaggevend zijn. Een enquête bij de KMO’s moet aangeven hoe zij hun kredietrelatie met de banken ervaren en welke houding zij aannemen op het gebied van waarborgen. De bevindingen uit de bevragingen worden in een experimenteel onderzoek getest. Hierbij worden kredietaanvragen van KMO’s bij een aantal banken doorgelicht. Op die manier wordt een verband gelegd tussen de bevindingen uit de bevraging en de dagdagelijkse realiteit. Deze resultaten zullen de basis vormen van een handvest voor een optimale kredietrelatie, met suggesties voor alle betrokken partijen (KMO’s en banken). De onderzoeksresultaten worden verspreid via publicaties en seminaries met de bedoeling alle belanghebbenden te sensibiliseren voor de problematiek en ze op te leiden om tot een betere afstemming op elkaar te komen. De onderzoeksresultaten zullen ook geïmplementeerd worden in het curriculum van de opleiding Bedrijfsmanagement, toegelicht worden in seminaries voor de afgestudeerden van de opleiding en in een ruimere Europese context geplaatst worden, door deel te nemen aan internationale congressen. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Vakgroep Financiën en verzekeringen
Onderzoekers: • Lutgarde Laureys
Naar een passieve welzijnstaat? Een politiek- en moraalfilosofische analyse van de betekenis en de positie van welzijn in hedendaags politiek beleid Universiteit Gent Abstract: Recent onderzoek inzake welzijnsbeleid stoot op drie problemen: geen objectief beleidscriterium, terminologische onduidelijkheid en de onmogelijkheid van kwantitatief welzijnsonderzoek. In dit onderzoeksproject trachten we vanuit een politiek- en moraalfilosofisch kader te komen tot een conceptuele eenduidigheid en geven we de marges aan waarbinnen een overheid verantwoordelijkheid kan en mag opnemen inzake het welzijn van haar burgers. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Koenraad Raes
Naar een permanent Writing Lab: ontwikkeling van een kader voor de ondersteuning van studenten bij hun schriftelijke Engelstalige communicatie.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: Instromende studenten, in het bijzondere internationale studenten, vormen een zeer heterogene groep wat betreft Engelse taalvaardigheid en schrijfvaardigheden. Veel studenten hebben bij het schrijven van papers een masterproeven meer begeleiding nodig dan men redelijkerwijs kan verwachten van professoren. Het Writing Lab aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (HIW) wil voorzien in die begeleidingsnood. Studenten uit de verschillende opleidingen en opleidingsfases kunnen bij de Writing Lab assistenten terecht om hun delen van hun papers en masterproeven te onderzoeken en bespreken. Het Writing Lab is geen dienst die hele teksten naleest, corrigeert en redigeert. Veeleer wijzen de assistenten de student op structurele problemen m.b.t. taal en opbouw. Op die manier helpen ze de studenten om de kwaliteit van hun papers en van hun Engelstalige schrijfvaardigheden in het algemeen te verbeteren. Het Writing Lab werd opgestart in mei 2012 in antwoord op suggesties van zowel studenten als Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Russell Friedman
Naar een pool van flexibele werknemers voor transport en logistiek in Limburg. KU Leuven Abstract: Deze opdracht betreft een voorbereidende studie voor de oprichting van een pool van flexibele logistieke werknemers die kunnen worden ingezet bij de bedrijven aangesloten bij de pool. Het onderzoek omvat een bevraging bij bedrijven in de betrokken sectoren over de behoeften en beschikbare instrumenten om werknemers flexibel te kunnen inzetten. Daarnaast omvat het onderzoek een vergelijkende verkennende analyse van de verschillende instrumenten, met bijzondere aandacht voor de werkgeversgroepering. Tenslotte wordt een simulatie uitgevoerd voor de oprichting van een werkgeversgroepering op basis van twee concrete voorbeelden. Organisaties: • HIVA-OG Arbeidsmarkt
Onderzoekers: • Frank Hendrickx • Ludovicus Struyven • Miet Lamberts
Naar een psychologie van de postmoderniteit. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: De postmoderniteit beherst meer en meer de feitelijkheid van ons persoonlijk en sociaal leven. Terwijl de sociologie langzamerhand een 'sociologie van de postmoderniteit' ontwikkeld, is het op het terrein van de psychologie vrij rustig, al valt het postmodernisme rechtstreeks basisbegrippen van de psychologie aan. terwijl de psychologie als technologie in het maatschappelijk leven floreert, stellen we vast dat meer en meer potentiële psychologische onderzoeksobjecten verschuiven naar andere disciplines zoals de antropologie, de psychoanalyse, het breinonderzoek en de 'cognitive-science'. Een zeker theoretisch verweer van de psychologie lijkt dan ook gepast. Zo is het 'postmoderne Zelf' een regelrechte ontkenning van begrippen die in de persoonlijkheidspsychologie en sociale psychologie worden gebruikt zoals 'zelf, ego, identiteit. Diverse veranderingen in het sociale leven lijker erop te wijzen dat het mansbeeld dat de psychologie hanteert 'postmodern' moet worden bijgestuurd. Dit gebeurt in zekere mate in het sociaal constructionisme van de groep sociale psychologen rond Kenneth gergen, maar de vraag stelt zich of we moeten streven naar een 'postmoderne psychologie ofwel naar een psychologie van de postmoderniteit die de psychologische facetten van de postmoderntit min of meer afstandelijk beschouwt en analyseert ,binnen een beperkte aanpassing van haar wetenschapsfilosofie. Howel beide vormen niet noodzakelijk hoeven en analyseet, binnen een beperkte aanpassig van haar wetenschapsfilosofie. Hoewel beide vormen niet noodzakelijk hoeven gepolariseerd te worden, stellen wij ons op het standpunt dat de ontwikkeling van een 'psychologie van de postmoderniteit het meest aangewezen is. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
Naar een rationalisatie van de EG-Coordinatie - Verordeningen inzake Sociale Zekerheid Universiteit Gent Abstract: Huidig onderzoek wenst een wetenschappelijke - juridische, economische, financiele en administratiefrechtelijke- ondersteuning te bieden aan de actuele discussies en debatten over de mogelijke hervormingen van de Europese coordinatieverordeningen inzake sociale zekerheid. Het wil die punten die nog ter discussie staan wetenschappelijk ondersteunen door het wegwerken van inconsistenties binnen de regelen, al naargelang het risico. Het project wil dieper ingaan op de gevolgen van de eventuele aanpassingen aan de coordinatieregelementering op de structuur en de financiering van de Belgische sociale zekerheid Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Naar een rechtswetenschappelijke methodeleer. Een expliciet methodologisch kader voor rechtswetenschappelijk onderzoek in het socialezekerheidsrecht. KU Leuven Abstract: Het wetenschappelijke karakter van de rechtswetenschap staat de laatstejaren onder hevige discussie. Een cruciaal aspect van dit debat heeft betrekking op de afwezigheid van een expliciet methodologisch kader. Rechtswetenschappers gebruiken weliswaar bepaalde onderzoekstechnieken, maardeze worden nauwelijks geëxpliciteerd, omschreven of verantwoord.Dit doctoraatsproject wenst bij te dragen tot de graduele ontwikkeling van een expliciet methodologisch kader voor de rechtswetenschap door de onderzoeksmethoden in een specifieke rechtsdiscipline op te lijsten, te analyseren en te classificeren. De gekozen rechtsdiscipline betreft het socialezekerheidsrecht. Om het onderzoeksdoel te bereiken worden alleNederlandse en Belgische socialezekerheidsdoctoraten geschreven tussen 1945 en 2012 onderworpen aan een meta-methodologische studie (meta-method). Een dergelijke studie legt zich toe op de interpretatie, analyse en synthese van onderzoeksmethoden gebruikt in afzonderlijke studies. De meta-met Organisaties: • Instituut voor Sociaal Recht
Onderzoekers: • Paul Schoukens • Danny Pieters • Lina Kestemont
Naar een rijkere benadering van gezinsvriendelijke HRpraktijken. De visie van meerdere stakeholders geïntegreerd. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Marijke Verbruggen
Naar een rijkere benadering van gezinsvriendelijke HRpraktijken. De visie van meerdere stakeholders geïntegreerd. Universiteit Hasselt Abstract: Organisaties over heel de wereld bieden steeds meer werk-leef praktijken (bv. telewerk en deeltijds werk) aan hun werknemers. Echter, in vele organisaties, blijven deze praktijken vrijwel grotendeels onderbenut en ervaren de werknemers die er gebruik van maken niet altijd de verwachte positieve effecten. De huidige literatuur is onvoldoende om deze observaties te verklaren. Ons project wil dit onderzoek bevorderen door (1) een multi-stakeholder perspectief toepassen en (2) integreren van antecedent en uitkomst modellen. Met betrekking tot (1), includeren we de belangen van twee belangrijke doch grotendeels onderbestudeerde stake-holders, dit zijn de echtgenote/echtgenoot van de werknemer/werkneemster en zijn/haar supervisor, en kijken we vervolgens naar hun belangen vanuit een carrière en een work-design perspectief, respectievelijk. In verband met (2) bestuderen we niet enkel antecedent en uitkomst modellen van werk-leven benutting afzonderlijk, we ontwikkelen en testen ook verschillende geïntegreerde modellen. We definiëren 8 doelstellingen, die door middel van een mixed-method studie zullen worden aangepakt, met combinatie van twee veldonderzoeken (dit zijn een verkennende interview studie en een longitudinale multilevel survey onderzoek) en twee experimentele vignet studies. De output van het project zullen 8 internationale, peer-reviewed artikels en 2 PhDs. Organisaties: • Diversiteit
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Naar een ruimtelijk-economische en logistieke visie op de Deltaregio in 2040. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het maken van een ruimtelijk-economische en logistieke visie over de Deltaregio/Vlaams-Nederlandse delta op basis van bestaand materiaal en interviews met beslissers op strategisch niveau bij het bedrijfsleven, met als zichtjaar 2040. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Naar een succesvolle differentiatie in de detailhandel. Onderzoek naar het proces en de impact van differentiatie en positionering in de kleinhandel: antecedenten, gevolgen en medererende factoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van verzadiging, wordt de West-Europese kleinhandel tegenwoordig getekend door hevige concurrentie. een voor de hand liggende reactie van de gevestigde detaillisten bestaat in het verlagen van de prijzen. Nochtans is dit een straatje zonder eind: de marges van de detaillist zakken erdoor, zonder dat er meer omzet gedraaid wordt. Door enkel de 'prijzen te benadrukken en geen andere vormen van differentiatie, ziet de consument ook geen andere verschillen meer tussen de retailers, wat store switching in de hand werkt. We observeren algemeen ook een vervlakking van het winkelaanbod. Het doel van dit doctoraatsvoorstel is een wetenschappelijk denkkader te ontwikkelen over differentiatie in de kleinhandel. De centrale onderzoeksvraag luidt: "Hoe kan een kleinhandelaar zich differentiëren van de concurrentie en een duurzaam concurrentieel voordeel opbouwen in de huidige competitieve, prijsgedreven omgeving". Het bestuderen van alternatieve mogelijkheden om zich te onderscheiden, het proces zelf alsook de impact ervan op winkelkeuze, patronage en loyaliteit bij de consument, staat ons toe dit kader verder uit te werken, te testen en te verfijnen. Voortbouwend op de bevindingen uit de literatuur, willen we een beter inzicht verkrijgen in het differentiatieproces, de alternatieve onderscheidende strategieën, de antecedenten en resultaten van differentiatie in het algemeen, en meer specifiek van de alternatieve strategieën. Dit doen we aan de hand van een combinatie van exploratiedf onderzoek, voor het verder ontwikkelen van het model en kwantitatief onderzoek voor het testen ervan. Op basis van deze bevindingen kunnen we vervolgens ook praktijk relevante aanbevelingen doen naar detaillisten die een lange termijn visie nastreven. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • MALAIKA BRENGMAN
Naar een theorie van Europese grondwettelijke interpretatie. Een trans-Atlantische dialoog. KU Leuven Abstract: Grondwettelijke Hoven zijn machtige instellingen, vermits ze dagdagelijks de (nationale) hoogste rechtsnormen interpreteren, en zo punten beslechten die buiten de rechtsmacht komen te vallen van de wetgevende macht.Daar waar dit in de Verenigde Staten van doorslaggevend belang wordt geacht bij de constructie van grondwettelijk recht, wordt dit feit in Europa, ofschoon het in specifieke rechts- en grondwettelijke theorie wel behandeld is geworden, veelal genegeerd, of minstens geminimaliseerd qua impact op de normale (analytische / rechtsgeleerde) uitoefening van grondwettelijk recht. Nochtans heeft dit vraagstuk van grondwettelijke interpretatie belangrijke praktische repercussies voor voor een normale uitoefening van grondwettelijk recht, en voor een beter begrip van constitutionalisme in het algemeen. In dat licht zal het doctoraatsproefschrift trachten op interdisciplinaire wijze te analyseren hoe constitutionele rechtsanalyse best begrepen wordt, zodoende pogend een brug te slaan t Organisaties: • Onderzoekseenheid Publiekrecht
Onderzoekers: • René Foqué • André Alen • Stef Feyen
Naar een uitbreiding van de intergroepscontact theorie: Van een reductie van vooroordelen naar sociale verandering Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de relatie tussen enerzijds de afname van vooroordelen via intergroepscontact en anderzijds het heersende intergroepsklimaat. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de gecombineerde effecten van de mate van positief intergroepscontact en de kwaliteit van het intergroepsklimaat op vooroordelen, reacties op discriminatie en de bereidheid om structurele ongelijkheid tussen groepen op maatschappelijk niveau te veranderen. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Alain Van Hiel
Naar een verbetering van het Six Sigma Programma voor integrale kwaliteitszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het Six Sigma kwaliteitsverbeterprogramma op twee vlakken te verbeteren. Het Six Sigma verbeterprogramma omvat vijf stappen waarin achtereenvolgens (i) het kwaliteitsprobleem gedefinieerd wordt, (ii) de nodige metingen verricht worden voor de studie van het probleem, (iii) de data geanalyseerd worden, om uiteindelijk (iv) middels zorgvuldig ontworpen experimenten de kwaliteit te verbeteren en (v) middels een goede kwaliteitscontrole de verbeterde kwaliteit te verzekeren. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos
Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Naar een vlottere aanpasbaarheid van arbeid in loondienst: premisse van een duurzaam beleid van vastheid van betrekking? Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt het arbeidsconcept juridisch in te vullen en te positioneren, rekening houdend met de moderne noden en realiteiten. Uitgangspunt is de vraag in hoeverre de arbeid verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, momenteel aanpasbaar is. Het doel is vervolgens aan te geven welke pistes de regelgever kan volgen om te komen tot een grotere flexibiliteit, zonder aan de vastheid van betrekking van de werknemer te raken. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Alois Van Oevelen • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel
Naar effectieve, cultureel aangepaste behandelingsprogramma's voor alcoholverslaafden in Oeganda Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt het ontwikkelen en evalueren van cultureel aangepaste programma's voor de behandeling van alcoholmisbruik in Oeganda, middels een 'mixed methods, multiple-time series' onderzoeksopzet. Door evaluatie van kernaspecten van effectieve behandeling, gebaseerd op literatuurstudie en op perspectieven en ervaringen van hulpverleners en cliënten, alsook het onderzoeken van predictoren van herstel, zullen richtlijnen ontwikkeld worden om beste praktijken te implementeren. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Wouter Vanderplasschen • Ilse Derluyn
Naar meer doeltreffende en rechtvaardige dienstverlening voor de lokale gemeenschappen: het vergelijken van de impact van verschillende verantwoordingsmechanismen en analyseren van dienstverleningspolitiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Nadia Molenaers
Nachtopvang in de provincie Antwerpen: knelpunten en toekomstperspectieven. Universiteit Antwerpen Abstract: Nachtopvang richt zich tot hulpbehoevenden die thuis wonen, alleen of samenlevend met hun partner of andere personen, maar 's nachts ondersteuning en oppas nodig hebben opdat hun autonomie op termijn verzekerd kan blijven. Het onderzoek is beschrijvend van aard en wil de knelpunten en toekomstmogelijkheden in kaart brengen rondom het fenomeen 'nachtopvang'. Er zullen focusgroepgesprekken worden gevoerd met hulpbehoevenden (ouderen, chronisch zieke en palliatieve patiënten) en interviews afgenomen van hulpverleners en beleidsverantwoordelijken. Organisaties: • Welzijnsplanning • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Herman Meulemans
Nacht van de Onderzoekers Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt met de ?Nacht van de Onderzoekers? een groot publieksevenement georganiseerd rond de wetenschap en technologie achter de sport. Bedoeling van het evenement is het publiek beter vertrouwd te maken met het beroep van onderzoeker. Het event wordt samen met de Hogeschool Gent en de Arteveldehogeschool georganiseerd, en bestaat uit o.m. een wetenschapsmarkt, wetenschapscafés, lezingen en animatie. Organisaties: • Directie Bestuurszaken
Onderzoekers: • Isabel Paeme
Nagaan van de effectiviteit van de handhaving binnen diverse politiezones Universiteit Hasselt Abstract: Om na te gaan wat de effectiviteit is van de handhaving binnen diverse politiezones, zullen de volgende stappen uitgevoerd worden: (1) Het handhavingsbeleid van de verschillende deelnemende zones wordt in kaart gebracht. (2) Vervolgens wordt de verkeersveiligheidstoestand binnen de verschillende deelnemende zones in kaart gebracht. (3) Als laatste stap worden de onderzoekscases gedefinieerd. Deze onderzoekscases zullen per jaar gedefinieerd worden in onderling overleg tussen de opdrachtgever, de partners (= mede-opdrachtgevers) en het IMOB. In het eerste jaar zal er gefocust worden op twee cases. Enerzijds op de evaluatie van de verkeersonveiligheid op gewestwegen. Anderzijds op de evaluatie van de SLIM-actie. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Elke HERMANS
NAP2004-STI: "International Interdisciplinary Course on Children's rights (IIC) Universiteit Gent Abstract: De IIC biedt gedurende 8 dagen voor een professioneel publiek een intensief vormingsprogramma aan over de rechten van het kind. De opzet is het creëren van een academisch forum waarbij het mensen. Kinderrechtenconcept wordt bestudeerd en bediscuteerd. In het bijzonder stelt dit project zich de deskundigheidsbevordering van deelnemers tot doel. Deze experten-ondersteuning heeft zich voornamelijk gefocust op de introductie van het concept mensen-en kinderrechten, de implementatie ervan in het eigen werkveld en de zorg voor kwaliteitsvereisten van een goede implementatie. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Narratief interpretatief onderzoek met mensen met psychische problemen vanuit de theoretische lenzen disability lenzen disability studies en recovery Universiteit Gent Abstract: Met dit exploratieve onderzoeksproject wordt een aanzet tot theorievorming over de inclusie van mensen met psychische problemen in disability studies beoogd. Er wordt gezocht naar 'sociale interpretaties' (identiteit, lichaam, cultuur & sociaal model) van het fenomeen 'psychische problemen' vanuit diverse perspectieven, met nadruk op de invulling door ervaringdeskundigen aan de hand van onderzoek in het recovery-paradigma. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Geert Van Hove • Griet Roets
Narratieve communicatie omtrent ondernemingsrisico's en prestaties in het spanningsveld rond deugdelijk bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de rol en de effectiviteit van narratieve ondernemingsrapportering omtrent risico's en prestaties te onderzoeken binnen het kader van specifieke 'corporate governance'-structuren. De interactie van narratieve rapporteringsmodi en corporate governance processen zal geanalyseerd worden vanuit een stakeholder management en institutioneel perspectief. Institutionaliseringseffecten worden bestudeerd in een internationale omgeving. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
Nascholingsproject: Iedereen mee met taal! KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Koenraad Van Gorp
Nascholingsproject op initiatief van de Vlaamse regering 2014-2015: beter leren door breed evalueren. Universiteit Gent Abstract: Het is de bedoeling om schoolactoren competenter te maken in breed evalueren in de klaspraktijk, en om de principes hiervan vertaald te zien in het evaluatiebeleid van de school. Daarnaast willen we - waar mogelijk en wenselijk - expliciet de link leggen met het in kaart brengen van talige competenties en het talenbeleid op school. Breed evalueren betekent voor ons een breed beeld krijgen op leerlingen zodat leerkrachten, en bij uitbreiding andere onderwijsactoren, leerlingen optimaal kunnen ondersteunen in hun leer- en ontwikkelingsproces. Breed evalueren betekent dus kijken naar een leerling in zijn geheel, naar zijn talenten en mogelijkheden, vanuit verschillende invalshoeken, in kaart gebracht door verschillende evaluatie-instrumenten, door verschillende evaluatoren, in verschillende contexten geobserveerd en op verschillende momenten. Breed evalueren bevordert de zelfreflectie bij zowel leerlingen als leerkrachten. Het stelt hen in staat om via feedback het eigen leerproces en de eigen lesaanpak mee in handen te nemen en bij te sturen. Breed evalueren bevordert bovendien de communicatie tussen verschillende onderwijsactoren (leerling, leerkracht, ouders, ?) over het leerproces van een leerling. Wij trekken ten volle de kaart van breed evalueren omdat we zo: - via screening de (talige) diversiteit onder leerlingen in kaart kunnen brengen en ten volle benutten om dan ook gepaste maatregelen kunnen nemen op maat van de leerling; - evalueren zien als een middel om tot leren te komen; - de leerling centraal zetten in het leerproces; - interesses van leerlingen aanspreken om zo tot natuurlijker en diepgaander leren te komen; - inspelen op individuele competenties en verder bouwen op reeds aanwezige kennis (in de breedste zin van het woord, dus ook op vroegere ervaringen e.d.) om het leerproces te optimaliseren; - alle eindtermen kunnen evalueren, ook de vaardigheden en attitudes; - individuele competenties benutten om het leren van en met elkaar te bevorderen, status toe te kennen aan leerlingen en andere competenties verder te ontwikkelen; - geen afbreuk doen aan de realiteit. Competenties tonen zich in een veelheid aan situaties en in combinatie met elkaar. Naargelang wat we willen evalueren zijn er andere contexten en andere evaluatievormen nodig; - naar de toekomst toe onderbouwde keuzes maken (doorstroming en oriëntering); - communicatie tussen verschillende betrokkenen (leerling, leerkracht, ouders) op gang brengen. Organisaties: • Vakgroep Taalkunde
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Nascholingsproject: Over de drempel! KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Koenraad Van Gorp
Nationaal procesrecht als een obstakel voor de afdwinging van Unierecht? Een analyse met betrekking tot de private handhaving van het EU-consumentenbeschermingsrecht en het EU-mededingingsrecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Internationaal en Europees Recht
Onderzoekers:
• Piet Van Nuffel • Benoit Allemeersch • Janek Tomasz Nowak
Nationaal vestigingsrecht in rechtsvergelijkende en Europese context. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid Economisch Recht
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Julien Stuyck • Suleyman Parlak
Nationale bijkomende beschermingsstatuten voor vreemdelingen: nood aan verdere EU-harmonisatie en/of versterking op nationaal niveau? KU Leuven Abstract: Vreemdelingen die hun land gedwongen zijn ontvlucht omwille van een bedreiging van hun leven, vrijheid of menselijke waardigheid, kunnen in België bescherming genieten. Dit vertaalt zich meestal in de toekenning vaneen verblijfsrecht. De bescherming wordt deels geregeld door EU regels die onder meer vluchtelingen, slachtoffers van gewapende conflicten en slachtoffers van mensenhandel beschermen. Het wordt deels geregeld door bijkomende nationale beschermingsregels voor ernstig zieke vreemdelingen,niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, slachtoffers van mensensmokkel, enz. Vreemdelingen die zich in een prangende humanitaire situatie ophet grondgebied van een EU-lidstaat bevinden, kunnen eveneens worden beschermd, zoals staatlozen en niet-verwijderbare vreemdelingen. In dit proefschrift onderzoek ik in welke mate bijkomende vormen van bescherming van vreemdelingen een verdergaande EU-harmonisatie vergen of best een nationale bevoegdheid blijven. Ik behandel deze centrale onderzoeksvra Organisaties: • Instituut voor de Rechten van de Mens
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Marleen Maes
Nationale Databank Mortaliteit en Morbiditeit: Individiuele record linkage van de doodsoorzaken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het steunpunt Demografie heeft reeds de koppeling uitgevoerd van alle sterften van 1991-1996 in België aan het individuele databestand van de Volkstelling van 1991. Aldus beschikken we over een primeur in België omdat de volkstelling tal van socio-economische karakteristieken opmeet die nu voor de analyse van differentiële mortaliteit kunnen gebruikt worden. Het ontbrekende stuk hierbij zijn de doodsoorzaken. Dit is een afzonderlijk NIS-bestand. Via dit project wensen we eveneens een directe record-linkage uit te voeren met de bestaande databank zodat de finale databank kan aangemaakt worden met de doodsoorzaken inbegrepen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Nationale en internationale maatregelen tegen belastingontwijking in internationale context. Universiteit Antwerpen Abstract: Nationale en internationale maatregelen tegen belastingontwijking in internationale context. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Bart Peeters
National Substantive Autonomy in EU Economic Law KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Consument, Concurrentie en Markt
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Zuzana Vikarská
nbsp;nbsp;Inclusive Growth Research Infrastructure Diffusion (InGRID). KU Leuven Abstract: Het InGRID project past binnen de EU2020 ambitie van Inclusieve Groei.Het consortium bestaat uit 17 EU onderzoeksinstituten uit heel Europa. Dealgemene doelen van InGRID zijn om bestaande Europese onderzoeksinfrastructuren binnen de sociale wetenschappen te integreren en innoveren, metname binnen de domeinen van 'armoede en levensomstandigheden' en 'arbeidsomstandigheden en kwetsbare groepen'. Hiertoe worden drie kernactiviteiten georganiseerd binnen InGRID: het verlenen van transnationale toegang tot de verspreide data infrastructuren; de organisatie van wederzijdse kennisuitwisselingsactiviteiten; de organisatie van gezamelijke onderzoeksactiviteiten om methoden en tools voor comparatief onderzoek te verbeteren.nbsp;De gemeenschappelijkeen gedeelde verwachte impact van deze geintergreerde onderzoeksinfrastructuur (InGRID)is een betere meting en begrip van kwetsbare groepen te krijgen. Op deze manier zal InGRID de Europese wetenschappelijke gemeenschap nieuwe en betere kansen bi Organisaties: • HIVA-OG Arbeid en Organisatie
Onderzoekers: • Monique Ramioul • Guy Van Gyes
nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Gewoonterechtelijkeregulering van kredietverlening in de Tigray-regio (Ethiopië). KU Leuven
Abstract: In dit project wordt het juridische kader van traditionele kredietverlening in de Tigray-regio in het noorden van Ethiopië onderzocht. Iddir enIqqub zijn twee voorbeelden van dergelijke costumiere kredietinstituties. Hoewel ze zeer oud zijn, blijven ze in de praktijk van groot belang voor de financiering van dagdagelijkse noden en handelsactiviteiten. Met de groei van de Ethiopische economie blijken ze bovendien alleen maar aan belang te winnen, en dat terwijl het officiële rechtssysteem onvoldoende kennis heeft van de costumiere regulering van deze kredietverlening. Dit project wil daarom het gewoonterecht en de gebruiken die achter de regulering van deze traditionele kredietinstituties schuilgaan, in kaart brengen en de verzoenbaarheid met het officiële rechts- en kredietsysteem aftoetsen. Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Wim Decock
nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; De impact van Europese vrijhandelsakkoorden op Vlaamse ondernemingen. KU Leuven Abstract: De Europese Unie sluit geregeld nieuwe bilaterale handelsakkoorden af. Dit onderzoeksproject bestudeert de impact van diverse Europese vrijhandelsakkoorden op de Vlaamse economie. Bijzondere aandacht gaat naar de impact op de exportperformantie van Vlaanderen in het internationaal perspectief. De analyse omvat zowel een macroeconomische als een microeonomische invalshoek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van vergelijkbare internationale handelsgegevens voor vele landen op gedetailleerd niveau evenals van bedrijfsgegevens omtrent de exportactiviteiten van Vlaamse ondernemingen. Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Filip Abraham • Bart Kerremans • Jozef Konings • Jan Van Hove
Negentiende-eeuwse buitenlandse percepties van België als bufferstaat en hun juridische verankering Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de internationale positie van het hedendaagse België, van het congres van Wenen tot het einde van de negentiende eeuw. De originaliteit van het voorliggende onderzoek ligt in de focus op het juridische discours van de voornaamste diplomatieke actoren, of de wijze waarop politieke problemen worden geabstraheerd en geconceptualiseerd. De aanzienlijke tijdsspanne die het onderzoek bestrijkt, moet gezien worden als een aanvulling op de traditionele politieke historiografie, in die zin dat het aantoont hoe diplomaten hun eigen, specifieke categorieën hanteerden. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut
Netwerken als katalysator voor innovatie in de land- en tuinbouwsector Universiteit Gent Abstract: Dit is een IWT-project waarin Universiteit Gent en Instituut voor landbouw- en visserijonderzoek (ILVO) samenwerken en waarin gestreefd wordt naar de realisatie van een betere afstemming tussen de behoefte van land- en tuinbouwers aan netwerking en het aanbod aan netwerken, wat moet resulteren in een verbeterde valorisatie van kennis in innovatieve toepassingen. Dit gebeurt aan de hand van kwalitatief onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Xavier Gellynck
Netwerken and Optimale Variëteit Strategieën in Internationale Handel. Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om prominente elementen uit internationale handel, economische geografie en industriële organisatie te combineren om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: Wat is de impact van netwerken op de optimale variëteit strategie van internationale bedrijven en omgekeerd? In andere woorden, hoe beïnvloeden de grootte en de karakteristieken van netwerken de productie (van een of meer goederen) en het al dan niet exporteren van bedrijven (inlandse verkopen, export of relocatie) en creëren optimale variëteit strategieën internationale netwerken of versterken ze deze eventueel? Ten eerste beperkt de analyse zich tot handels-gerelateerde netwerken. Deze beperking waarborgt echter nog een breed spectrum van onderzoeksonderwerpen. Ten tweede bekijken we binnen elk netwerk de bedrijfslinken onderling en de linken met het bedrijf en de consumenten, consumentenlinken onderling worden niet bekeken. Ten derde, door een gebrek aan betrouwbare cijfers betreffende handel in diensten, kijken we enkel naar goederen producerende bedrijven. Tenslotte kijken we niet naar de impact van netwerken op alle aspecten van exportgedrag, maar kijken we naar de optimale variëteit strategie in de export. Dit impliceert dat we op zoek gaan naar een antwoord op de volgende vragen: Wat bepaalt of een bedrijf kiest voor specialisatie of diversificatie? Hoeveel variëteiten zal een bedrijf produceren en exporteren gegeven een bepaald netwerk? Als diversificatie optreedt, is dit horizontaal of verticaal, spelen kwaliteitsverschillen een rol? Naar hoeveel landen en naar welke landen al het bedrijf exporteren? Op het niveau van het bedrijf zal dus zowel een product-level analyse als een geografische aanpak worden gevolgd. Organisaties: • HUB Onderzoeksgroep ‘Globalisering, Innovatie en Concurrentie’
Onderzoekers: • JAN VAN HOVE • KAROLIEN DE BRUYN
Netwerken en hulpverlening: het OCMW van Antwerpen als case. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek onderzoeken we de manier waarop de hulpverleners van dit OCMW hun cliënten naar activering begeleiden. De is de centrale onderzoeksvraag van voorliggend project luidt: "Hoe beïnvloeden hulpverleningsnetwerken op het buurtniveau de hulpverlening van de sociale centra van het OCMW van Antwerpen?" Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Netwerken, sociaal kapitaal en toegang tot hulpmiddelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sociaal kapitaal bevindt zich op het kruispunt van verschillende sociaalwetenschappelijke disciplines. politicologen en sociologen zijn voorald geïnteresseerd in de mediërende factor die sociaal kapitaal speelt bij het toegang krijgen tot formele en informele netserken van macht en middelen en hoe di invloed kan uitoefenen op de besluitvorming. Anderzijds willen politicologen en sociologen ook begrijpen heo sociaal kapitaal de democratische performantie kan verhogen en op welke wijze de politieke en sociale context vorm geeft aan sociaal kapitaal. Dit onderzoek wilt een bijdrage leveren aan de tot nog toe beperkte inzichten mbt sociaal kapitaal op het micro-niveau. Er bestaan totnogtoe geen diepgaande onderzoeken over de werking en de structuur van lokale netwerken, hoe deze ald an niet gereguleerd worden door vertrouwen en reciprociteit, en welke effecten inclusie, exclusie en /of de dominantie van bepaalde toegangsmechanismen kunnen hebben voor de individuele boeren, voor de lokale collectiviteit en voor het functioneren van extern ontwikkelingsinterventies. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Netwerken van steden en steden in netwerken. De rol van digitale bereikbaarheid in de creatie van de geografische ruimte: conceptualisatie, methodologie en visualisatie Universiteit Gent Abstract: Het is algemeen aanvaard dat de ruime verspreiding van computers met digitale telecommunicatie- en mediatechnologieën heeft gezorgd voor de totstandkoming van een zogenaamde 'cyberspace', dwz een virtuele multimediawereld die snel ons sociaal, cultureel en economisch leven binnensluipt. De opzet van dit mandaatvoorstel is om te onderzoeken wat de invloed is van deze moderne communicatie en informatietechnologie op (wereld)stedennetwerken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Netwerk evolutie en menselijk gedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck
Netwerk Evolutie en Menselijk Gedrag (NEMG). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte
Netwerkevolutie, marktcompetitie en rendemenstverbetering in de luchtvaart hub markt: case studies in the luchtvaartnetwerk van de VS Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek verkend de aard en ontwikkeling van luchtvaartnetwerken door middel van de theorie van het gewogen complex netwerk. De vorming van de huidige luchtvaartnetwerken is grotendeels het gevolg van marktconcentratie. Vervolgens worden de marktstructuur en competitie in de luchtvaartindustrie bestudeerd. Tenslotte worden de relaties tussen netwerkstructuur, marktcompetitie en het rendement, dat de winstgevendheid van een luchtvaartmaatschappij weergeeft, statistisch onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Netwerkmodellen voor krediet risico analyse Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Beleidsinformatie
Onderzoekers: • Gavin Wims • Manu De Backer
Netwerk opbouw en evolutie bij nieuwe bedrijven Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft twee doelstellingen. Enerzijds is het de bedoeling om te onderzoeken hoe jonge bedrijven met technologie focus hun bedrijfsnetwerk opbouwen en welke factoren dit proces beïnvloeden. Het tweede deel van het project bestudeert hoe de netwerken van deze bedrijven evolueren en welke invloed dit heeft op het aantrekkingsproces van nieuwe middelen voor het bedrijf. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Bart Clarysse
Netwerk van deskundigen over mobiliteit binnen de EU - vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van de sociale zekerheid
Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Network aspecten van de productiviteit van onderzoekers en onderzoeksgroepen. KU Leuven Abstract: We bekijken bestaande vraagstukken omtrent de productiviteit van onderzoekers vanuit het perspectief van de sociale netwerk analyse. Het doel hierbij is om een empirische analyse uit te voeren van de netwerk determinanten van de productiviteit van individuele onderzoekers en van onderzoeksgroepen binnen de universiteit, gebaseerd op een literatuuroverzicht van deze thema's.Ten eerste analyseren we het bestaan van zogenaamde 'ster' onverzoekers op het gebied van productiviteit en centraliteit in het netwerk. Ten tweede bekijken we de relatie tussen het sociaal kapitaal en de productiviteit van individuele onderzoekers, waarbij we ons vooral richten op de richting van de causaliteit. We meten sociaal kapitaal aan de hand van een onderzoekers' positie binnen het netwerk van een hele onderzoeksgroep op de gecombineerde productiviteit van de leden. We definiëren het netwerk van de onderzoeksgroep zowel aan de hand vande interne als van de externe connecties van de onderzoeksgroep. Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Nelleke Hannah van der Deijl
Networking innovation actors in the medical device sector. (IN-Jection) Universiteit Antwerpen Abstract: Networking innovation actors in the medical device sector. (IN-Jection) Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Koen Vandenbempt
Networking of Flemish and Czech Sustainable Cities and Towns-Sharing Experience with USe of Sustainability Indicators Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is het ondersteunen van het gebruik van 'sociale' duurzaamheidsindicatoren in Tsjechische steden en gemeenten. Het voorwerp van het project is de organistie van ervaringsuitwisseling over het participatief ontwerpen van die sociale duurzaamheidsindictoren op het vlak van de lokale welzijns- en gezondheidszorg. Het CDO-CLP verzamelt daarrond kennis uit Vlaamse steden. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Networks and optimal variety in international trade KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Karolien De Bruyne • Patrick Van Cayseele • Jan Van Hove • Glenn Magerman
Neural correlates of the development of magnitude processing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Bert Reynvoet • Karolien Smets
Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: ACHTERGROND en DOEL van dit onderzoek De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Neurale correlaten van perceptueel-motorische (dys-)functie bij kinderen met obesitas Universiteit Gent
Abstract: Dit onderzoeksproject zal de perceptueel-motorische (dys-)functie bij kinderen met obesitas verder documenteren a.d.h.v. specifieke motorische taken. M.b.v. geavanceerde neurologische beeldvorming zullen ook de karakteristieken van structurele en functionele netwerken in de hersenen worden onderzocht. Via een cross-sectioneel en longitudinaal (pre-post) design wordt nagegaan in hoeverre (een afgenomen) BMI, motorische gedragsmaten en structurele/ functionele kenmerken de hersenen met elkaar gecorreleerd zijn. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Matthieu Lenoir • Eva D'Hondt
Neurale grondslagen van de effecten van organisatie van de oefenstonde op het leerproces van motorische vaardigheden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • Lisa Pauwels
Neurale informatie stromen in motivatie en cognitie. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject heeft betrekking op het toepassen van geavanceerde analyse technieken op data sets van zowel functionele magnetische resonantie als electroencephalografie. Effectieve connecties tussen hersengebieden zullen onderzocht worden. De data sets komen voort uit het domein van de cognitieve wetenschappen (motivatie en cognitie). De resultaten zullen inzicht verschaffen in menselijk gedrag en de onderliggende neurale mechanismen. Organisaties: • Vakgroep Data-analyse
Onderzoekers: • Daniele Marinazzo • Ruth Krebs
Neurale representaties in personen met ontwikkelingsstoornissen. KU Leuven Abstract: Een nieuwe methodologie voor de analyse van hersenscans, gegroepeerd onder de benaming multi-voxel analyses, heeft in de voorbije jaren geleid tot een fundamentele verandering in het domein van neuroimaging. Fundamentaal onderzoek in de gewone populatie toonde het potentieel van deze methodologie voor het achterhalen van de neurale basis van mentale representaties. Hier stellen we voor om deze methodologie toe te passen in de studie van specifieke klinische populaties en met name ontwikkelingsstoornissen. Deze toepassing zal van grote waarde zijn om de neurale basis van deze stoornissen te begrijpen. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Bart Boets • Bert De Smedt • Jean Steyaert
Neurale Sturing van het Wandelen: de Rol van het Cerebellum KU Leuven Abstract: Wandelen is relatief gemakkelijk, we doen het zonder er bij na te denken. Echter, vanuit een besturingsperspectief is het verre van gemakkelijk. Inzichten in hoe ons zenuwstelsel wandelen aanstuurt kunnen ons helpenin te zien waarom sommige mensen (patiënten of ouderen) moeite hebben met wandelen, in het algemeen of enkel in bepaalde gevallen. Met deze kennis kunnen we revalidatieprocessen en valpreventie strategieën optimaliseren. De doelstelling van deze thesis was om het begrip te verhogen van de rol van het cerebellum in de neurale sturing van corrigerende bewegingen na verstoringen tijdens het wandelen en van de lokalisatie van deze functies binnen het cerebellum. We onderzochten verschillende wandel taken bij patiënten met een focale laesie na operatief verwijderen van een cerebellaire tumor en gezonde controle proefpersonen. We namen verschillende afwijkingen waar tijdens de verschillende staptaken en correleerdendeze met de plaats van de laesie. Hoewel de laesies mild waren, we Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Frank Van Calenbergh • Stefan Sunaert • Jacques Duysens • Wouter Hoogkamer
Neurofysiologisch onderzoek bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis en bij jonge broers en zussen: een longitudinale studie Universiteit Gent Abstract: Broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis vertonen een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van kenmerken van ASS. Interactiepatronen binnen het gezin spelen hierbij mogelijks een rol. Met deze studie willen we de interactie tussen deze broers/zussen van kinderen met ASS en hun ouders enerzijds en hun broer/zus met ASS anderzijds beter in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Neurofysiologisch onderzoek bij kinderen met een autismespectrumstoornis en bij jonge broers en zussen: een longitudinale studie Universiteit Gent Abstract: Het project heeft twee belangrijke objectieven: 1) Onderzoek naar de ontwikkeling van het spiegelneuronensysteem bij jonge kinderen (met een normale ontwikkeling, met een
autismespectrumstoornis en siblings ( broers/zussen van kinderen met ASS) tussen de leeftijd van 18 - 30 maanden en 36 - 48 maanden. 2) Onderzoek naar vroege neurofysiologische variabelen en sociaalcommunicatieve vaardigheden bij normaal ontwikkelende kinderen en siblings, opgevolgd vanaf kort na de geboorte. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
New developments in attachment theory: the mechanisms and role of attachmentrelated attentional processes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Guy Bosmans • Joke Heylen
New Energy Externalities Development for Sustainability (NEEDS). Universiteit Antwerpen Abstract: New Energy Externalities Development for Sustainability (NEEDS). Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
New Institutionalism, the Polical Economy of the European Union Trade Remedy System and its Application to ASEAN-5Firms (1995-2009) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Bart Kerremans • N. N.
New paradigms for the Visualization of Urban Data. KU Leuven Abstract: While the awareness of the environmental, societal and economic challenges surrounding modern cities is growing, few inhabitants understand theprinciples and structures behind these problems. Engaging stakeholders in acting towards more qualitative and sustainable cities presupposes a complex way of communication, involving both discursive and pictorial information. The aim of this research is to investigate new visualization and interface paradigms that augment the civic literacy of everyday citizens while providing urban designers with richer datasets for modeling and analysis, through the mediation of information concerning, and situated within, the urban environment. By developing an information interfaceon the shared border of the natural habitats of the stakeholders - the 'physical' urban environment and its 'virtual' landscape of continuous data production - the interaction with information becomes recursive: action taken with it becomes itself new data that in turn informs ever Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Sandy Claes • Karin Slegers • Andrew Vande Moere
Next generation library: towards an open learning centre. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Eddie Schrevens
NICHE-ETH-023 ?Capacity Building for the HEIs in Natural Resource Management, Tourism and Eco-tourism (CD-NRMTourism)? Universiteit Gent Abstract: ?Strongbow?? een project dat speciaal ontworpen werd voor capaciteitsopbouw binnen het Hoger Onderwijs op het gebied van beheer van natuurlijke hulpbronnen, toerisme en (eco)toerisme- pakt een belangrijk aantal met elkaar verweven, problematische kwesties aan. Het project is opgebouwd rond het beginsel van duurzaamheid: opleiding van het personeel (met inbegrip van 10 doctoraten); geslacht balancing; Continue professionele ontwikkeling; eigendom op het gebied van management en organisatie; invoering van demand?driven onderzoek en verbanden met belanghebbenden; investeringen in (eco)toerisme, gebaseerd op een gezond beheer van de natuurlijke hulpbronnen; tegemoetkomen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en de betrokkenheid van de particuliere sector. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Jan Nyssen
NICO2013PR007. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Filip De Beule
Niet-auditerelonen en de impact op de auditkwaliteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Informatiecentrum voor het bedrijfsrevisoraat (ICCI) + Universiteit Antwerpen (UA)' hebben voor het project ' Niet-auditerelonen en de impact op de auditkwaliteit' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Business
Onderzoekers: • DIANE BREESCH
Niet-bestaande plaatsen in het internationaal recht: een conceptualisering van de status, rechten en verplichtingen van niet-erkende staten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • N. N. • Cedric Ryngaert
Niet-Exclusiviteit van financiële contracten: implicaties voor contractvoorwaarden en de rol van de legale en institutionele omgeving. KU Leuven Abstract: Borrowers cannot commit to borrow only from one creditor and creditors cannot prevent borrowers taking loans from other creditors. In economists terms, financial contracts are non-exclusive. This non-exclusivity has been argued to lead to negative externalities as borrower effort is expected to decline in the amount of loans taken and incentives for strategic default (i.e. running away with the assets) increase in the total amount borrowed. The inability of borrowers to commit to exclusivity should adversely affect their terms of credit interest rates, maturity ofloans, degree of collateralization and may lead to overborrowing, high default rates, or the breakdown of intermediation. The non-exclusivityof financial contracts is at the origin of recent financial crises and it is an open question how the institutional environment should be designed to dampen these negative externalities. The proposed project investigates empirically the impact of non-exclusivity on contract terms a Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Hans Degryse
Niet-Klassieke Contextualiteit in cognitie. Een studie van het denkproces en kennisverwerving in een gelaagde structuur model van de werkelijkheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen het gecontextualiseerde denkproces - het cognitief individu in de fysisch-biologische en beperkt sociaal geïmplementeerde ondervraagopstelling - onderzoekt men de formalisering van het proces van kennisverwerving over het cognitief individu. In deze processen identificeert men intrinsieke en reduciebele contextualiteit; de formalisering in deze is de centrale doelstelling van het onderzoek. intrinsieke contextualiteit van het onderzoek cognitief individu in het complex van de experimentele processen wijst op hun niet-lineaire eigenschap in de causatie. In het proces van een interpersoonlijke vraagstelling is er een enherente beïnvloeding van de ondervrager opde ondervraagde die het resultaat op een complexe eit-lineaire manier beïnvloedt. Deze intrinsieke contextualiteitswerking kan onderzocht worden aan de hand van concepten van modellen voor contextuele 'verborgen' metingen. de algemeenheid va deze aanpak van contextualisatie kan nieuwe inzichten brengen in de complexiteit van dit type cognitieve processen en kan, door de verdere uitwerking van de theorievorming ervan, aanpassingen van de oorspronkelijke modellen zelf bewerkstellingen. de reductie van de intrinsiek contextualiteit ten gevolge van de waarnemer door de invoering van een meetprocedure vanuit de hogere emergente laag is meestal uitgesloten door de invoering van een nieuwe intrinsieke contextualiteit door het 'downward causation' effect. Indien deze regressie ad infintium van superveniënte waarnemerslagen de contextuele fluctaties niet kan elimineren, dan bekomt men een probabiliteitsstructuur die niet-klassiek is, maar wel kan beschreven
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Niet-lineariteit, chaos en de voorspelbaarheid van internationale crises Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek beoogt de ontwikkeling van een niet-lineair model dat toelaat te exploreren onder welke voorwaarden een anarchistisch internationaal systeem van een toestand van low-dimensional naar een high-dimensional chaos evolueert. Chaos wordt hierbij gedefinieerd in termen van een extreme gevoeligheid van het systeemgedrag voor kleine schommelingen in de aanvangsvoorwaarden van het systeem. De verwachting is dat op die manier een dieper inzicht kan worden verworven in de implicaties van de inherente complexiteit van sociale systemen. Is gezien die complexiteit voorspelling überhaupt mogelijk, en zo ja, in welke mate en onder welke vorm? Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Niet-perceptuele generalisatie en extinctie
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Bram Vervliet • Ellen Vervoort
Niet reageren is niet niets te doen. Universiteit Gent Abstract: De mogelijkheid om op vrijwillige basis een bepaalde actie niet te ondernemen is van uiterst groot belang in onze interactieve en sociale omgeving die geen ruimte laat voor sterke impulsen. Daarom is het vreemd dat onderzoek naar respons-inhibitie zich voornamelijk heeft geconcentreerd op inhibiotorische controleprocessen die van buitenaf werden opgewerkt. Recent begonnen we daarom onderzoek uit te voeren naar de neurale basis verantwoordelijk voor vrijwillige inhibitie van gedrag dat reeds aan de gang is alsook naar de vrijwillige beslissing om een bepaald gedrag niet uit te voeren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marcel Brass
Niet-suïcidale zelf-verwonding doorheen de adolescentie en de jongvolwassenheid : ontwikkelingstrajecten en de rol van identiteitsformatie in België en India. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Koen Luyckx
Niet welfaristische herverdeling. Universiteit Gent Abstract: We analyseren verschillende niet welfaristische herverdelingsmechanismen voorgesteld in de literatuur en ontwerpen een alternatief mechanisme. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Nieuwe beleidsinstrumenten en het milieubeleid. Een vergelijkende analyse van de Europese en nationale beleidsorganen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe beleidsinstrumenten en het milieubeleid. Een vergelijkende analyse van de Europese en nationale beleidsorganen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER • MAARTEN JANS
Nieuwe benaderingen van de sociale dynamiek van langetermijn veranderingvruchtbaarheid. KU Leuven Abstract: During the past two centuries, populations have experienced remarkable changes in fertility, with new types of behavior often spreading rapidlyacross disparate social groups and regions. Evidence clarifying the complex dynamics of individual (non-)decision-making within, and influencedby evolving and overlapping social networks requires the development and application of cutting-edge modelling techniques to rich data sources that include economic, cultural and socio-demographic factorsnbsp;at the individual and aggregate levels. An interdisciplinary team of sociologists, historians, and applied statisticians will collaborate on methodological dimensions of the project. The specific aim is to improve procedures for hierarchical modeling. Fertility choices are made within the context of concurrent, interacting processes (labor market decisions,social mobility, migration), and the still unexplored interactions between these processes require novel statistical models that can accnbsp;ount Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jan Van Bavel • Koenraad Matthys • Erik Buyst • Geert Verbeke • Geert Molenberghs
Nieuwe fabriek van de toekomst: "Productiviteit- en decompositieanalyse van Limburgse en Vlaamse bedrijven" Universiteit Hasselt Abstract: Doelstelling van het project is een bijdrage te leveren aan het realiseren van een concurrentie en productiviteitsoffensief in Vlaanderen. VKW Limburg wil bedrijven sensibiliseren voor het realiseren van transformaties in hun businessmodellen. Opdat VKW Limburg voldoende inhoudelijke basis zou hebben over welke elementen van invloed waren voor groei in de Limburgse economie tijdens de afgelopen 10 jaar, is aan Prof. dr. Mark Vancauteren gevraagd een 'Productiviteit- en decompositieanalyse te maken van Limburgse en Vlaamse bedrijven'. De inzichten uit deze analyse moeten VKW Limburg helpen om aan bedrijven inzichten te verschaffen over welke groeibepalende factoren in het verleden hebben gewerkt opdat deze ook zouden toegepast kunnen worden naar de toekomst toe. Kizok staat in voor het ontleden van de algemene productiviteitsgroei van de output (omzet) die gelijk is aan de gewogen som van de groei van elk
van de inputfactoren (arbeid en kapitaal) en de totale factorproductiviteitsgroei. Het is belangrijk dat deze resultaten worden opgesplitst naar Vlaanderen en Limburg enerzijds en naar de belangrijkste sectoren in de industrie en dienstensector anderzijds. Organisaties: • Econometrie
Onderzoekers: • Mark VANCAUTEREN
Nieuwe gevangenissen - gevangenisarchitectuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' KONING BOUDEWIJNSTICHTING' hebben voor het project ' Nieuwe gevangenissen gevangenisarchitectuur.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS
Nieuwe kansen in digitale reclame bij uitgevers (DiDaM). Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuws uitgevers hebben grote hoeveelheden data ter beschikking die momenteel nog niet gebruikt worden. Door het minen van deze grote transactionele datasets met gespecialiseerde "big data analytics" algoritmes kunnen online advertenties op een gepersonaliseerde manier gericht worden. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens
Nieuwe kwetsbare groepen in de Belgische gezondheidszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is een uitgebreid en juist beeld te schetsen van bevolkingsgroepen die een kwetsbare positie innemen in het systeem van de Belgische gezondheidszorg. Dit met bijzondere aandacht voor de invloed van de zich globaliserende sociale en economische verhoudingen op de toegankelijkheid en (on)gelijkheid van de gezondheidszorg voor deze groepen. Meer bepaald zal er een antwoord worden geformuleerd op de volgende onderzoeksvragen : (1) Welke maatschappelijke groepen kunnen omschreven worden als 'kwetsbaar' binnen het systeem van de gezondheidszorg ? (2) Hoe zien deze groepen er uit in sociaal-economisch en demografisch opzicht ? (3) Welke zijn de belangrijkste knelpunten en noden van deze groepen in relatie met de gezondheidszorg ? (4) Welke zijn mogelijke oplossingen / beleidsmaatregelen voor de geïdentificeerde problemen ? Met dit onderzoeksproject zal eveneens gepoogd worden aan twee belangrijke tekortkomingen van het Belgisch onderzoek naar sociale ongelijkheid in gezondheid tegemoet te komen, namelijk de te geringe terugkoppeling van wetenschappelijke onderzoeksresultaten naar concrete beleidsvoorstellen en de te grote versnippering van het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied in belgië. In een eerste, exploratieve fase, zullen bestaande gegevensbronnen geanalyseerd en gesystematiseerd worden. Nadien volgt er een empirisch onderzoeksgedeelte waar de conclusies uit het exploratief onderzoek zullen getoetst worden door middel van een Delphi-studie en een aantal diepte-interviews. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • Christophe VANROELEN
Nieuwe methoden in computationele financiën (STRIKE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Karel In't Hout
Nieuwe methodes voor het onderzoek van automatische affectief-motivationele verwerking Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van twee nieuwe methodes om automatische affectief-motivationele verwerking te bestuderen. De eerste methode maakt gebruik van toenadering- en vermijdingsresponsen. De tweede is gebaseerd op de affective Simon taak. Nieuwe methodes voor het onderzoek van automatische affectief-motivationele verwerking. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Nieuwe migranten in een risicovolle arbeidsmarkt Universiteit Gent Abstract: het onderzoek heeft tot doel inzicht te verwerven in de strategieën die recente migranten ontwikkelen om te overleven op een risicovolle stedelijke arbeidsmarkt. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Nieuwe migranten op de arbeidsmarkt.
Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe migranten op de arbeidsmarkt. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Nieuw en in volle transitie. Wat is de rol van Europa ? Een studie naar de impact van de Europese Unie op de hervormingen van de pensioenstelsels in 6 nieuwe EU-lidstaten in transitie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hypothese die we in dit project willen toetsen is dat sedert de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie de Centraal- en OostEuropese transitielanden onder grotere Europese invloed zijn gekomen en zulks zichtbaar is of (zal worden) in hun pensioenbeleid en de sociale doelmatigheid ervan. Deze vraagstelling is van belang, omdat tot op heden de betekenis van Europa op het vlak van sociaal beleid beperkt is gebleven tot de zogenaamde 'Open Methode van Coordinatie' (OMC) -een zachte vorm van uitwisseling van gegevens en van vaststelling van gemeenschappelijke doelstellingen. Volgens de meeste waarnemers heeft de OMC inzake pensioenbeleid een erg beperkte impact op de nationale beleidsvoering terzake. (zie bijvoorbeeld Cantillon, 2004: 35, 38; Scharpf, 2002) Voor de nieuwe lidstaten 'in transitie' zou de OMC evenwel van veel grotere betekenis kunnen zijn. Bij de pensioenhervormingen in de 90'er jaren stonden deze landen immers onder sterke iflvloed van internationale organisaties zoals het IMF en de Wereldbank. Sinds de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie, kan men echter verwachten dat de invloed van de Europese Unie sterk is toegenomen, des te meer omdat deze landen nog steeds in transitie zijn. Deze studie bouwt verder op de licentiaatsverhandeling van Tim Goedemé ('Pensioenen in Oost- en West- Europa. Een vergelijking van het Roemeense en Belgische pensioenstelsel.'). Dit werk opent de vraag naar de rol van Europa in de recente -en nog steeds voortgaande- hervormingen van de pensioenstelsels in de nieuwe (en toekomstige) EU-Iidstaten in transitie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Nieuwe ontwikkelingen binnen de hechtingstheorie. De werking en rol vanhechtingsgerelateerde aandachtsprocessen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Guy Bosmans
Nieuwe ontwikkelingen binnen de hechtingstheorie: hechtingsgerelateerdeprocessen en de ontwikkeling van cognitieve kwetsbaarheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Patricia Bijttebier • Guy Bosmans
Nieuwe paradigmen voor het Visualizeren van Stedelijke Informatie. KU Leuven Abstract: Ondanks het feit dat het algemeen bewustzijn over de belangrijke economische, maatschappelijke en milieu-gerelateerde uitdagingen in onze moderne steden stijgt, heeft een meerderheid van de inwoners weinig vat op deprincipes en structuren van deze problemen. Om deze belanghebbenden actief te kunnen betrekken in een meer kwalitatieve en duurzame stedelijke leefwijze, is een nieuwe manier van communiceren nodig die zowel discursieve als pictorale informatie integreert. Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van nieuwe visualisatie- en interfaceparadigmen die de algemene kennis van burgers verhogen en tegelijk stedenbouwkundigen toegang geven tot betere informatie voor het modelleren en analyseren van degebouwde omgeving. Dit gebeurt vooral door de communicatie van informatie omtrent, en gesitueerd binnenin, deze omgeving zelf. Door nieuwe informatie-interfaces te ontwikkelen op de grens van de natuurlijke habitatsvan de betrokkenen - de alledaagse 'fysieke' stedelijke omgeving en Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Dirk De Grooff • Jan Schreurs • Erik Duval • Andrew Vande Moere
Nieuwe perspectieven in de polyfonie: Alamires' muzikale erfenis onthuld door middel van high-tech research tools. Universiteit Antwerpen Abstract: Vanuit een bezorgdheid om de conservatie, preservatie en valorisatie van het muzikale erfgoed van de Lage Landen wil dit project de kennis, zichtbaarheid en beschikbaarheid van Frans-Vlaamse polyfonie - in het bijzonder het repertoire in de Alamire-manuscripten, een aanzienlijk, kwalitatief hoogstaand en representatief corpus dat in heel Europa verspreid is - bevorderen. Ook wil het een sensibiliseringsproces binnen diverse niveaus van het onderwijs en bij het brede publiek op gang brengen en vanuit concrete projectervaringen een beleidsadviserende rol spelen. Leemten in de kennis van polyfonie zullen ingevuld worden via een onderzoek met nieuwe methodieken en instrumenten om grote hoeveelheden
repertoire in kaart te brengen, te contextualiseren, te analyseren, te vergelijken en te transplanteren naar een uitvoerings- en belevingscontext, waardoor de natuurlijke kristallisering van een polyfone canon mogelijk wordt. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Nieuwe perspectieven op het endowment effect: De rol van materialisme, verliesaversie en onzekerheid. KU Leuven Abstract: Standaard economische theorieën veronderstellen dat mensen rationeel zijn in hun voorkeuren. Toch vinden tal van studies dat mensen een productmeer waarderen zodra ze het in hun bezit krijgen. Bijgevolg wil men eenproduct over het algemeen aan een hogere prijs verkopen dan de prijs die men ervoor wil betalen (willingness to pay (WTP)-willingness to accept (WTA) discrepantie). Dit zogenaamde Endowment Effect (EE) wordt verondersteld een gevolg te zijn van verliesaversie (m.a.w., een verlies doet meer psychologische pijn dan dat een winst van gelijke grootte plezier doet). Uit mijn voorgaand onderzoek bleek al dat een zeker niveau vanmaterialisme (gehechtheid aan materiële dingen) moet aanwezig zijn in een individu alvorens hij/zij een EE vertoont. Ondanks dat het EE goed gedocumenteerd is, blijven er enkele belangrijke vragen over die in dit project beantwoord worden. 1) Kunnen we een meting van WTA (verkoopprijzen voor bezittingen) valideren als een meting van temporeel materialisme? 2 Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte • Inge Lens
Nieuwe richtingen in onderzoek naar het verwerven en genereren van attitudes Universiteit Gent Abstract: Om menselijk gedrag te kunnen begrijpen, voorspellen, en beÏnvloeden is het belangrijk te weten hoe expliciete en impliciete attitudes worden gevormd, gerepresenteerd en geactiveerd, en hoe ze gedrag en denken beïnvloeden. Het doel van dit project is om hierover meer inzicht te verwerven via het testen van drie innovaties binnen de twee-proces benadering. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Nieuwe strategieën uit de marketing voor gedragsverandering bij overgewicht. Universiteit Hasselt Abstract: Obesitas is een belangrijk gezondheidsprobleem geworden in Vlaanderen. Er gaan verscheidene aandoeningen mee gepaard en er is een hoge financiële kost mee verbonden. Marketingtechnieken kunnen helpen om dit probleem aan te pakken. Door middel van smsboodschappen te versturen naar mensen met overgewicht en obesitas wordt onderzocht of deze sms-boodschappen zowel preventief (personen met overgewicht) als behandelend (personen met obesitas) gebruikt kunnen worden. De inhoud van deze sms-boodschappen is deels gepersonaliseerd op basis van hun score op de Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag. Het effect van verschillende SMS frequenties zal hierbij onderzocht worden (op bv. gewichtsevolutie, attitudeveranderingen, ...). Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Willem JANSSENS
Nieuwe technieken en metrieken voor ontginning van bedrijfsprocessen. KU Leuven Abstract: A new and promising way of acquiring insightsinto business processes isthe analysis of the event logs of information and/orenterprise resourceplanning (ERP) systems, hereby verifying process compliance(expected behavior versus portrayed behavior). Building upon previous research describing techniques that representprocess mining as a first-order classification problem on event logssupplemented with artificial negative events, it is examined how rule inductiontechniques can be applied to various process mining tasks. The novelty of theproposed research consists of a process mining approach in which rules andgenerated negative events have a prominent place, by considering a processinstance as a trajectoryin a state space that is spanned by the domains of thedifferent activities, events and business concepts belonging to a specificprocess. The proposed research also tries to establish a general framework forthe evaluation of induced process models with negative events and attempts todefin Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens • Jan Vanthienen
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Katrien STRUYVEN
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties:
• Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Chang ZHU
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP startkrediet 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP-leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van 50.000 euro. Deze ZAP-startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Karen CELIS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP-leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van 50.000 euro. Deze ZAP-startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2012 Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Nikolay DENTCHEV
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toekenning startkrediet aan nieuw lid ZAP VUB Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Kim WILLEMS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet toegekend aan nieuw lid ZAP VUB Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Kris BOUDT
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet voor nieuw ZAP lid VUB Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • Caroline BUTS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet toegekend aan nieuw ZAP lid VUB Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Hadewijch VANDENHEEDE
Nieuw frame voor arbeidsongschiktheid en invaliditeit. KU Leuven Abstract: Volgens heel wat actoren versterken de termen arbeidsongeschiktheid en invaliditeit de negatievebeeldvorming rond de betrokken personen. Ze vertegenwoordigen een stigma, schaden het zelfvertrouwen en verhinderen deze personen om greep te krijgen op hun leven en hun moeilijkhedente overwinnen. In samenwerking met de Koning Boudewijnstichting onderzoekt het Instituut voor Mediastudies hoe een evenwichtiger
beeldvorming rond deze statuten tot stand kan komen. Op basis van een kwalitatieve analyse van diverse media, zoals kranten en tijdschriften, brengt het onderzoek de frames betreffende arbeidsongeschiktheid en invaliditeit in kaart. Vervolgens worden eveneens counterframes ontwikkeld, d.w.z. frames die het onderwerpen minder of niet als probleem definiëren.Met de resultaten van dit onderzoek kan het RIZIV aan de slag om de begeleidingvan deze personen op vernieuwende manieren in te vullen. Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Baldwin Van Gorp
Nieuw Publiek Management en prestaties van publieke diensten: de ontbrekende schakel? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren
Nike: duurzame logistiek Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut IMOB (UHasselt) en anderzijds Vrije Universiteit Hasselt. IMOB levert aan VUB de onderzoeksresultaten naar "Onderaannemingscontract in het kader van het project 'duurzame logistiek'" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • An CARIS
NMBU2011KUL UOS-medefinanciering 2011-2014 KU Leuven Abstract: UOS-medefinanciering : deze overeenkomst betreft de toelage, de modaliteiten van uitvoering, en het beheer van het budget voor de UOS-medefinanciering, bestaande uit de structurele medefinanciering van de instellingscoördinatie voor universitaire ontwikkelingssamenwerking van de instelling enerzijds en de component sensibiliseringsinitiatieven anderzijds, voor het kalenderjaar 2011 tot 2014. Organisaties: • Universitaire Samenw.Ontwikkelingslanden
Onderzoekers: • N. N.
NME binnen PROVANT. Natuur- en milieu-educatie binnen Provincie Antwerpen: doelgericht en effectief? Universiteit Antwerpen Abstract: In 2012 werd het expertisenetwerk NME/EDO* opgestart met de voornaamste partners op vlak van NME/EDO over de departementen en diensten heen: Groendomeinen Antwerpen, Kempen en Mechelen (DRST), PIME en DMN (DLM), Kamp C en Hooibeekhoeve (DWEP). Voorlopig beperkt het netwerk zich tot de eerstelijnsaanbieders, ic centra. Hoofddoelen zijn: uitwerken van een provinciale visie op NME/EDO, kennisdeling en afstemming tussen de partners, uitwerken van een kwalitatief aanbod afgestemd op de doelgroep. Hiervoor wil het netwerk externe expertise inroepen. *Natuur- en milieueducatie / Educatie voor Duurzame Ontwikkeling Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Annie Pinxten
Noden van alleenstaanden in de thuiszorg: de visie van alleenstaande kankerpatiënten en hun zorgverleners. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Alleenstaande patiënten met kanker hebben specifieke psychosociale node. Tot nu toe is echter nog maar weinig geweten welke noden deze patiënten hebben. We hebben ook geen goed zicht op extra kwetsbare subgroepen binnen deze populatie. Het doel van deze studie is: 1) een grondig inzicht krijgen in de welke noden deze patiënten ervaren en welke zij als meest bedreigend ervaren, 2) de identificatie van extra-kwetsbare groepen. Methode. Voor deze studie wordt een systematische literatuurstudie voorzien en een kwalitatief onderzoek op basis van interviews met patiënten en focusgroepen met verschillende hulpverleners (verpleegkundigen, verzorgers en huisartsen). Organisaties: • Medische Sociologie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • REGINALD DESCHEPPER
Noden van moslims en niet-moslims mbt een expertisecentrum islam in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Dit is een onderzoek over de noden van moslims en niet-moslims met betrekking tot een expertisecentrum Islam in Vlaanderen. Dit onderzoek focust op het verzamelen en ontsluiten van de expertise over de islam in Vlaanderen. Het onderzoek richt zich verder op de beeldvorming van niet-moslims over de islam en de identiteitsbeleving van moslims in Vlaanderen. De doelstelling is te komen tot een beleidsvoorstel betreffende de opportuniteit van een expertisecentrum islam in Vlaanderen.
Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Non bis in idem in het nationaal en internationaal strafrecht: is het individu in de "global village" voldoende beschermd tegen herhaalde vervolgingen wegens eenzelfde misdrijf ? Universiteit Antwerpen Abstract: Vonnissen op strafrechtelijk gebied, geveld in de ene staat, hebben meestal geen rechtskracht in andere staten, zodat dezelfde persoon het risico loopt meerdere malen voor hetzelfde feit te worden vervolgd. Deze studie analyseert de problemen, zowel vanuit het oogpunt van de doelmatigheid als t.a.v. de rechtsbescherming van het individu. Organisaties: • Publiek recht : staatsrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Tom R M Ongena
Non-exclusivity of financial contracts: implications for contract termsand the role of legal and institutional environment. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Hans Degryse • Sanja Jakovljevic
Nonparametric analysis of microeconomic choice behavior. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Laurens Cherchye • Pieter Jan Kerstens
Nonparametric analysis of production and consumption behaviour. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • FEB Kulak
Onderzoekers: • Laurens Cherchye • Veerle Hennebel
Non-suicidal self-injury throughout adolescence and emerging adulthood:Developmental trajectories and the role of identity formation in Indianand European context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes
Nonverbale technieken in persuasieve communicatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School vr Massacommunicatieresearch
Onderzoekers: • Keith Roe • N. N. • Dirk De Wachter
Noodondersteunend opvoeden bij kinderen met Downsyndroom, Cerebrale Parese of een Autismespectrumstoornis: op zoek naar sleutels voor een betere ouderondersteuning Universiteit Gent Abstract: Beurs Lisa Dieleman Noodondersteunend opvoeden bij kinderen met Downsyndroom, Cerebrale Parese of een Autismespectrumstoornis op zoek naar sleutels voor een betere ouderondersteuning. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Bart Soenens
Normaliseringsbeginsel. Een nieuw perspectief op de gevangenisstraf Vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling en de invulling van het normaliseringsbeginsel en de invloed ervan op de theorie en de praktijk van hetstraffen KU Leuven
Abstract: Onze sociale welvaartsstaat steunt op de idee dat alle mensen recht hebben op normale levensomstandigheden. Nirje en Wolfensberger zijn de grondleggers van deze normaliseringsgedachte. Waar Nirje focust op de normalisering van de levensomstandigheden van personen met een handicap, stelt Wolfensberger dat de sociale rol van alle deviante groepen - ook van gedetineerden - genormaliseerd moet worden. De Basiswet van 12 januari 2005 introduceerde het normaliseringsbeginsel in de Belgische penitentiaire wetgeving. Met de bedoeling om de detentieschade te beperken - die onder meer kan ontstaan door het ontbreken van normale sociale interactie in de gevangenis - zouden de levensomstandigheden in de gevangenis zo veel mogelijk moeten overeenstemmen met die in de vrijesamenleving. De implementatie van het normaliseringsbeginsel in de gevangenis roept echter vragen op die raken aan de kern van de vrijheidsstraf: hoewel gedetineerden uitgesloten zijn van de samenleving, moeten hun levensomstand Organisaties: • OE Strafrecht en Criminologie
Onderzoekers: • Ivo Aertsen • Frank Verbruggen • Helene De Vos
Normen voor kwaliteitsvol maatschappelijk werk. Universiteit Antwerpen Abstract: We onderzoeken in dit project hoe binnen de algemene wettelijke en reglementaire context van de RMI-wet een kwaliteitsvolle hulpverlening kan ontstaan en we ontwikkelen de minimale normen die nodig zijn om kwaliteitsvol maatschappelijk werk door OCMW's te verzekeren. De onderzoeksfinaliteit is een inventarisering en advisering in functie van kwaliteitsvolle begeleiding van de trajecten naar maatschappelijke integratie. Eveneens zullen een aantal beleidsscenario's worden ontwikkeld die betrekking hebben op de regelementering en de omkadering voor wat maatschappelijk werk betreft. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
North South South Cooperation programme (NSSCP) tussen VUB en University of Nairobi (UON) Kenya en University of Western Cape (UWC) South Africa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Samenwerkingsprogramma NSSCP met als doel: - bevorderen van de wederzijdse zelfhulp capaciteit, uitwisseling van beste praktijken of deelnemen aan gezamenlijke activiteiten op gebieden van onderzoek, onderwijs, bestuur en management Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • GEORGES EISENDRATH
nota Zorgeconomie Regio Scheldemond Vrije Universiteit Brussel Abstract: Euregio Scheldemond is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland. Deze samenwerking verloopt via de Scheldemondraad en krijgt mee vorm via het Scheldemondfonds en door diverse Europese subsidieprogramma's. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Not Enough of a Believer to be an Atheist On Anti-religiosity and theRole Religious Cultures Play in the Societal and Political Rejection ofPublic religion in Western-Europe KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Rudi Laermans • Dick Houtman
Number sense and individual differences in arithmetic strategy use in primary school children KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Bert De Smedt • Bert Reynvoet • Sarah Linsen
Number sense in children with mild intellectual disabilities KU Leuven Abstract: Numerieke vaardigheden spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven en vormen een belangrijk onderdeel van het curriculum in de lagere school. Er zijn echter grote verschillen tussen kinderen in de manier waarop ze deze numerieke vaardigheden verwerven en sommige kinderen lijken ernstige moeilijkheden te ervaren met de ontwikkeling van rekenvaardigheden. Het is cruciaal om de onderliggende oorzaak van deze rekenproblemen te achterhalen zodat het rekenonderwijs aan en de begeleiding van deze kinderen beter afgestemd kunnen worden op hun noden. In dit proefschrift hebben we ons gericht op een specifieke groep van kinderen waarvan geweten is dat ze vaak rekenproblemen ondervinden, namelijk kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Het doel van dit proefschrift was tweevoudig: (1) het in kaart brengen van de cognitieve factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van rekenproblemen bij kinderen met een LVBen (2) het ontwikkelen van een interventie om de rekenontwikkelin
Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Bert De Smedt • Carmen Brankaer
Number sense in kindergarteners KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Jan Elen • Bert De Smedt • Bert Reynvoet • Bieke Maertens
Number sense in the transition from natural to rational numbers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Wim Van Dooren • Jo Van Hoof
Numerieke cognitie: inzichten uit fMRI onderzoek naar de aandacht en werkgeheugen Universiteit Gent Abstract: Via fMRI wordt de relatie onderzocht tussen pariëntale gebieden die betrokken zijn bij enerzijds getalverwerking en anderzijds spatiale aandacht of werkgeheugen. We concentreren ons op twee onderzoekslijnen: 1. hoe spatiale aandacht en werkgeheugen bijdragen tot getalverwerking en 2. hoe de neurale structuren die numerieke orde coderen een rol spelen in het werwerken van seriële orde in werkgeheugen Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Objectieve assessment van subjectieve slaperigheid: een psychofisische benadering Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1.Situering Dit onderzoek sluit nauw aan bij diverse activiteiten van de onderzoeksgroep Research Methods & Psychometrics (ReMePs) van de vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie, waar promotor Prof. Dr. P. Theuns actief is en de vakgroep Cognitieve en Fysiologische Psychologie (COPS) waar copromotor Prof. Dr. Raymond Cluydts werkzaam is. Prof. P. Theuns verricht momenteel onderzoek naar meetschalen voor subjectieve levenskwaliteit binnen een groep rond Prof. Dr. J. Bernheim (Bernheim, 1999, Theuns et. al., 2003, Bernheim et al., 2003). Daarnaast verricht Prof. P. Theuns fundamenteel onderzoek naar ratingschalen waarin ondermeer wordt nagegaan hoe beoordelaren ankerpunten positioneren op een schaal (Theuns et al. 2002). Prof. Dr. R. Cluydts verricht reeds jaren onderzoek op vlak van slaap- en waak toestanden (zie o.m. Cluydts, 2000, Cluydts & De Roeck, 2000, Cluydts et al. 1998). Recenter onderzoek van de copromotor situeert zich op het vlak van de conceptualisatie van slaperigheid (zie o.m. Cluydts et al. 2003, Cluydts et al. 2002). Met dit project willen we het lopend onderzoek van de promotor, waarin bevindingen uit de psychofysica worden toegepast voor het ontwikkelen van ratingschalen, verbinden met de expertise van de copromotor binnen het slaapwaakonderzoek om op systematische wijze subjectieve slaperigheid te onderzoeken. In het kader van het onderzoek naar subjectieve slaperigheid wordt vaak gebruik gemaakt van ratingschalen. Voorbeelden hiervan zijn de Stanford Sleepiness Scale (SSS) (Hoddes et al. 1973) en de Epworth Sleepiness Scale (Johns, 1991). Het gebruik van deze schalen kent echter nadelen (Cluydts et al. 2002, Chervin, 2000): Recente conceptuele modellen over slaperigheid, zoals het Tweedimensioneel State-Trait Model van Cluydts et al. (2002), benadrukken naast een sleep-drive ook het belang van een wake-drive in de expressie van slaperigheid (Cluydts et al. 2002, Johns et al. 1998). Door de theoretische uitbreiding van deze modellen zijn de, op dit moment meest gebruikte, schalen niet meer in staat om het volledig conceptueel spectrum van slaperigheid te meten. De ESS houdt bvb. geen rekening met de basale wake-drive. Voorlopig literatuuronderzoek geeft aan dat de bestaande meetinstrumenten een geringe predictieve validiteit bezitten over het voorspellen van prestaties (performance) op basis van de mate van slaperigheid (o.a. Cheshire et al. 1992). Deze beperking is wellicht te wijten aan de gebrekkige sensitiviteit van deze schalen. Zwakke correlaties tussen zelf-evaluatie slaperigheidsschalen en fysiologische metingen worden verklaard door een gebrek aan inschattingsvermogen van individuen wat betreft hun slaperigheidstoestand (Chervin et al. 2000, Van Ert et al. 1999, Benbadis et al. 1999, Horne et al. 1998). Wij hebben echter geen weet van literatuur die de aard en de constructie van de subjectieve slaperigheidsschalen zélf in vraag stelt. De constructie van de SSS (Hoddes et al. 1973) en de ESS (Johns, 1991) gebeurde niet empirisch, waardoor de psychometrische kwaliteiten van deze schalen ernstig in vraag gesteld kunnen worden en daarmee ook een belangrijk gedeelte van het fundamenteel onderzoek naar subjectieve slaperigheid. Een belangrijke keuze die een onderzoeker dient te maken bij het opstellen van een ratingscale betreft de gehanteerde responscategorieën (zoals het gebruik van ankerpunten en de keuze van de bijhorende labels). De impact van de specifieke keuze van responscategorieën op de kenmerken van de desbetreffende ratingschaal werd in de psychofysica uitvoerig onderzocht (Borg, 2002, 2001, 1962, Falmagne, 1985, Stevens, 1975). Om de perceptie van slaperigheid op een systematische manier te onderzoeken willen we gebruik maken van onderzoeksmethoden uit de psychofysica, nl. Cross-Modality Matching (CMM) (Stevens, 1975) en Verbally Level-Anchored Ratio Scaling of Category Ratio Scaling (Borg, 2002, 2001). Bij CMM-experimenten bestaat de taak van de deelnemer erin om de sensatie opgewekt door een stimulus van de ene modaliteit (bvb. een statement over slaperigheid) weer te geven in een respons van een andere modaliteit (bvb. lichtsterkte). De methode van Borg (2001, 1962) -Category-Ratio Scaling- combineert fysiologische metingen met CMM om ankerpunten in de vorm van verbale expressies congruent met getalwaarden te plaatsen. (vb. een harstlag van 70 bpm komt overeen met een lichtintensiteit van 5000 Lux, betekent
gemiddeld slaperig en krijgt waarde 4) Deze auteur stelt dat op die manier ratingschalen verkregen kunnen worden met de eigenschappen van (semi)-ratioschalen. Wanneer deze ankerpunten gekoppeld worden aan een zekere maximumervaring (vb. individueel maximaal ervaren slaperigheid), kan de schaal tussen personen onderling gelijk worden gesteld (Borg, 2001). De methode van Borg wordt door de onderzoeksgroep ReMePs aan de VUB toegepast in het kader van schaalconstructie en responseffecten binnen survey-onderzoek (Theuns et al. 2002, Cools, 2002). De toepassing van deze methode op het slaap-waakonderzoek is ons, zowel nationaal als internationaal, niet bekend. 2.Probleemstelling Met dit project onderzoeken we: (1) welk verband bestaat tussen gerapporteerde subjectieve slaperigheid en geobjectiveerde indicatoren van slaperigheid. Hiertoe ontwerpen we een psychometrisch onderbouwde schaal voor het meten van subjectieve slaperigheid door middel van Category-Ratio Scaling. (2) de effecten van experimenteel geïnduceerde slaperigheid in vergelijking tot pathologische slaperigheid op de subjectieve perceptie van slaperigheid en op gedragsmatige en electrofysiologische metingen.
3.Methode Fase 1 (Jaar 1) Naast een grondige literatuurstudie over slaperigheid en schaalmethoden wordt een kwalitatieve pilotstudy opgestart naar de conceptualisatie van slaperigheid. Er worden een 16-tal diepte-interviews afgenomen bij ervaringsdeskundigen (telkens ongeveer 4) uit elk van volgende groepen: -personen met pathologische slaperigheid (trait-conditie), -personen waarbij experimentele slaperigheid geïnduceerd wordt (state-conditie), -vrijwilligers zonder slaperigheidsklachten (normale conditie) -wetenschappers in het veld van het slaaponderzoek (expert-conditie) Alle proefpersonen worden gevraagd om de verschillende aspecten van slaperigheid (conform aan het Tweedimensioneel State-Trait Model van Slaperigheid) te evalueren. De interviewthemas worden bepaald op basis van relevante literatuur (vb themas: persoonlijk ervaren slaperigheid, slaperigheid ervaren bij derden en in het algemeen, effecten van drugs, werk, stress, omgeving, slaapkwaliteit, enz.). Deze diepte-interviews worden getaped. Vervolgens wordt de verbale informatie over de verschillende concepten geïnventariseerd en aangevuld met gegevens van een uitgebreide literatuurstudie van bestaande slaperigheidsvragenlijsten en -schalen. Op basis van de bekomen informatie worden, via een kwalitatieve analyse, homogene semantische klassen van slaap/waak-gerelateerde constructen bepaald, die we aanduiden met een representatief label. Via hiërarchische data-analyse toegepast op waargenomen patronen van dergelijke klassen -o.a. met Booleaanse analyse (Theuns, 1994, 1998)- wordt een model opgesteld waarin deze klassen van slaap/waak-gerelateerde constructen, die overeenstemmen met verschillende intensiteiten en dimensies van subjectief waargenomen slaperigheid, worden gestructureerd. De structuur van de klassen van constructen en de bijbehorende labels zullen worden gebruikt om de stimuli selecteren voor gebruik in het experiment van Fase 2 Fase 2 (Jaar 1 en 2) In deze fase van het onderzoek concentreren we ons op de eigenlijke schaalconstructie volgens de principes van CMM en het Range Model van Borg (2001, 1962) gekoppeld aan een eerste valideringsonderzoek van de ontwikkelde schaal. 120 proefpersonen worden verdeeld in drie condities (between-subject-design) conform aan het Tweedimensioneel State-Trait Model van Slaperigheid, nl. (1) de trait-conditie (pathologische slaperigheid), (2) de state-conditie (situationele slaperigheid) en (3) de controleconditie. In eerste instantie worden 40 vrijwilligers (mannen en vrouwen tussen 18 en 65 jaar), die zich hebben aangemeld met slaperigheidsklachten op een slaaplaboratorium (UVC Brugmann, AZ VUB en UZ Antwerpen), onderworpen aan het experiment (conditie 1). Deze proefpersonen melden zich aan op het slaaplaboratorium of worden doorverwezen door een arts. De gemiddelde wachttijd tussen het aanmelden van de persoon en de effectieve opname in het slaaplaboratorium bedraagt ongeveer 4 maanden. De proefpersonen worden onderworpen aan het experiment ten laatste 3 maanden voor hun effectieve opname in het slaaplaboratorium. In de tweede conditie worden 40 gezonde vrijwilligers -gematcht op geslacht en leeftijd met de proefpersonen van conditie 1-, in een gecontroleerde omgeving van slaap gedepriveerd (situationele slaperigheid). Dit gebeurt in het slaaplaboratorium van de faculteit Psychologie & Opvoedkunde van de VUB (vakgroep COPS), waarbij aan monitoring van biologische functies kan gedaan worden (hartslagmeting, EEG,...). Veertig vrijwilligers (ook gematcht op geslacht en leeftijd), die noch onderhevig zijn aan klachten van situationele slaperigheid, noch pathologische slaperigheid rapporteren, worden in de derde conditie (controle conditie) ook onderworpen aan het experiment. In het experiment worden de labels die werden vastgelegd in fase 1 visueel aangeboden via een projector. Aan elk van de proefpersonen uit de verschillende condities wordt gevraagd om de uitgelokte intensiteit van de labels te beoordelen via CMM. We zullen hierbij gebruik maken van verschillende responsmodaliteiten zoals lichtintensiteit en handgrip en het produceren van lijnlengte (Line Lenght Production of LLP). Vertrekkende van de verkregen ruwe data worden de equal-sensation functies van subjectieve slaperigheid en de andere modaliteiten (lichtsterkte en handgrip) berekend. Op basis van een analyse van deze data worden de labels van de ankerpunten op de nieuwe schaal vastgelegd. Dankzij de bijzondere psychometrische eigenschappen van LLP (exponent ≈ 1) kunnen we de validiteit van de schaal in een eerste instantie nagaan door de bekomen equal-sensation functies te matchen met de LLP-functie (Lodge, 1981). Fase 3 (Jaar 2 en 3) Negentig proefpersonen van de oorspronkelijke experimentele groep nemen, 3 maanden na testfase 2, opnieuw deel aan het experiment van fase 2 (een within-subject-design met een voorziene drop-out van 25% per conditie), waarbij ditmaal elektrofysiologische metingen van slaperigheid geregistreerd worden. De deelnemers zullen tijdens hun verblijf in het slaaplaboratorium onderworpen worden aan de MSLT (Multiple Sleep Latency Test) en aan de MWT (Maintenance of Wakefulness Test). De MSLT omvat een serie van 5 periodes overdag waarbij de deelnemer geen weerstand tot slapen probeert te bieden. Het gaat om periodes van 20 min in waaktoestand of 15 min slaap, telkens verspreid over een 2 uur interval. De MWT omvat ook een serie van vier à vijf trials, verspreid over een 2 uur interval maar waarbij het individu probeert wakker te blijven onder minimale stimulatie (Bassiri & Guilleminault, 2000). Deze tests laten toe subjectief waargenomen slaperigheid te vergelijken met meer objectieve metingen en dienen als tweede valideringsonderzoek voor de ontworpen schaal. Naast deze metingen worden eenvoudige gedragsmatige metingen zoals geeuwfrequentie, faciale expressie, evenwichtsproeven en occulomotorische activiteit voor hetzelfde doel gehanteerd. Enkel op trait-niveau is het relevant om de betrouwbaarheid van de ontwikkelde schaal na te gaan. Dit wordt onderzocht door testhertest van het origineel CMM-experiment in het within-subject-design (test: fase 2 - hertest: fase 3). Fase 4 (Jaar 3) In een voortgezet onderzoek zal de voorspellende validiteit van het instrument nagegaan worden bij meer complexe gedragsmatige metingen zoals vigilantietaken en reactietijdtests. In deze fase beperken we ons tot een experiment met individuen van de beoogde doelgroep, nl. mensen met pathologische slaperigheid. Dertig patiënten die opgenomen zijn voor klachten van pathologische slaperigheid (geen deelnemers aan de vorige fasen), worden tijdens hun verblijf op het slaaplaboratorium (UVC Brugmann, AZ VUB en UZ Antwerpen) in eerste instantie verzocht hun subjectieve slaperigheid te evalueren via de nieuw ontwikkelde schaal. Nadien nemen ze deel aan de vigilantie- en reactietijdtests (o.a. Flicker Fusion Test, Continuous Performance Test, Wilkinson Auditory Vigilance Task), de MSLT en de MWT. De scores op de vigilantie-en reactietijdtests worden vergeleken met de bijhorende normen en relevante objectieve slaperigheidsparameters. Vervolgens gaan we via meervoudige voorwaartse regressie na in hoeverre de resultaten op de vigilantie- en reactietijdtests kunnen voorspeld worden door de nieuw ontwikkelde schaal en de objectieve slaperigheidsparameters en schrijven de conclusies
uit in een doctoraatsthesis.
Fase 5 (Jaar 4) Het laatste projectjaar wordt integraal besteed aan het samenbrengen van alle onderzoeksresultaten, het verder schrijven aan een doctoraatsthesis en de publicatie van wetenschappelijke artikels waarin aanbevelingen over de aangewende methode voor het assessment van subjectieve slaperigheid zowel als het gebruik en de praktische toepassing van het nieuw ontwikkeld instrument in verwerkt zullen worden. Referenties: Bassiri A.G. & Guilleminault Ch. (2000). Clinical features and evaluation of obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. In: Kryger, Roth & Dement (Eds.). Principals & practice of sleep medicine; 74: 869-877. Saunders WB, Philadelphia. Benbadis S.R., Marscha E., Perry M.C. et al. (1999) Association between the Epworth Sleepiness Scale and the Multiple Sleep Latency Test in a clinical population. Annals of Internal Medicine 130, 298-292 Bernheim, J. (1999). How to get serious answers to the serious question: 'How have you been?': Subjective quality of life (QOL) as an individual experiental emergent construct. Bioethics, 13 (3/4), 272-287. Bernheim, J., Theuns, P., Heylighen, F., Mazaheri, M. & Rose, M. (2003). Anamnestic Comparative Self-Assessment (ACSA) to measure QOL: advantages of an internal standard. Paper accepted for presentation at the 5th Conference of the International Society for Quality-of-Life Studies Johann Wolfgang Goethe-University Frankfurt/Main, Germany. Borg G. (2002) Basic principles in Level-Anchored Ratio Scaling. In: Da Silva J.A. et al. (Eds) Fechner Day 2002, Editora Legis Summa, 2002. Borg G. & Borg E. (2001) A new generation of scaling methods: Level-Anchored Ratio Scaling. Psychologica, 28, 12-45. Borg G. (1962) Physical performance and perceived exertion. Studia Psychologica et Paedagogica. Series Altera. Investigationes XI. Lund, Sweden: Gleerup. Cheshire K., Engleman H., Deary I., Shapiro C. & Douglas N.J. (1992) Factors impairing daytime performance in patients with sleep apnea/hypopnea syndrome. Archives of Internal Medicine; 152: 538-541. Chervin R.D. (2000) The multiple sleep latency test and Epworth sleepiness scale in the assessment of daytime sleepiness. Journal of Sleep Research 9, pp 399. Cluydts R. & De Valck. E. Sleepiness as a state-trait phenomenon, comprising both a sleep drive and a wake drive. Medical Hypotheses, accepted/in press. Cluydts R., De Valck E., Verstraeten E., Theys P. (2002) Daytime sleepiness and its evaluation. Sleep Medicine Reviews, 6: (2) 83-96. Cluydts R. (2000)A 28-night evaluation evaluation of the efficacy, next-day effects, and withdrawal potential of zaleplon and zolpidem in outpatients with primary insomnia. Postgraduate Medicine 2000; 4;14-24. Cluydts R. & De Roeck J. Slaap- en waakstoornissen. In: W.Vandereycken et al. (Eds.) Handboek Psychopathologie, 3de Ed. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2000, p.361-387. Hoddes E., Zarcone V., Smythe H.R. et al. (1973) Quantification of sleepiness: a new approach. Psychophysiology 10, 431-436. Cools W. (2002) How can psychophysics help survey research presented at The International symposium: the mind and body problem: old question, new answers, Ribeirao Preto, University of Sao Paulo. Horne J.A. & Reyner L.A. (1998) Falling asleep whilst driving: are drivers aware of prior sleepiness? International journal of Legal Medicine; 111, 120-123. Falmagne, J.C. (1985) Elements of Psychophysical Theory. Oxford: Clarendon. Johns M.W. (2000) Sensitivity and specificity of the multiple sleep latency test (MSLT), the maintenance of wakefulness test (MWT) and the Epworth Sleepiness Scale: failure of the MSLT as a gold standard. Journal of Sleep Research 9, 5-11. Johns M.W. (1998) Rethinking the assessment of sleepiness. Sleep Medicine Reviews, 2, 3-15. Johns M.W. (1991) A new method for measuring daytime sleepiness: The Epworth Sleepiness Scale. Sleep 14, 540-545. Lodge, M. (1981). Magnitude scaling: Quantitative measurement of opinions. Beverly Hills: Sage. Stevens S.S. (1975) Psychophysics: introduction to its perceptual, neural and social prospects? New York: John Wiley & Sons. Theuns, P. (1994), A dichotomization method for Boolean analysis of quantifiable co-occurrence data, in Fischer, G.H. & Laming, D. (Eds.), Contributions to Mathematical Psychology, New York : Springer Verlag (1994). Theuns, P. (1998), Building a knowledge space via Boolean analysis of co-occurrence data, in Dowling, C., Roberts, F. and Theuns, P. (eds.) Recent Progress in Mathematical Psychology, New York : Lawrence Erlbaum. (1998). Theuns P. Cools.W., Schiemsky K. (2002) Construction of a satisfaction rating scale and the influence of the use of labels on response patterns analysed, by means of a psychophysical approach. Paper presented at Fechnerday 2002, The Eighteenth Annual Meeting of the International Society for Psychophysics , Rio de Janeiro, 2002. Theuns, P., Ledure, G., Souris, M., Razavi, D., Bernheim J. (2003). Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA) to measure QOL: Sensitivity, reliability and proneness to response-shift. Paper accepted for presentation at the 5th Conference of the International Society for Quality-of-Life Studies - Johann Wolfgang Goethe-University Frankfurt/Main, Germany. Van Ert P.M., Gapinski J.P., Fuller M.J. et al. (1999) The predictive value of the Epworth Sleepiness Scale: patient versus significant other assessment of patient sleepiness. Sleep 22, S48. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Olivier MAIRESSE
Objectieve meting en promotie van fysieke activiteit bij geïnstitutionaliseerde ouderen KU Leuven Abstract: De stijgende trend van vergrijzing in Vlaanderen leidt tot een toename van het aantal ouderen dat fysiek niet langer in staat is om dagdagelijkse taken zelfstandig uit te voeren. We willen allen ouder worden mits weeen goede levenskwaliteit kunnen bewaren. Onderzoek heeft aangetoond dat fysieke activiteit (FA) een positieve invloed heeft op de fysieke en mentale gezondheid en helpt om ouderen langer zelfstandig te laten leven.De gezondheidsnorm voor ouderen voorgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie klinkt als volgt: Ouderen moeten minstens 150 minuten matig of 75 minuten intens fysiek actief zijn per week. Slechts 18% mannen en 11% vrouwen van de oudere Vlaamse bevolking bereiken echter de norm. Rusthuisbewoners spenderen zelfs tot 80% van hun tijd aan zitten of slapen.Meer onderzoek is nodig om te achterhalen hoe de oudere bevolking geactiveerd kan worden om meer te bewegen en/of een actieve levensstijl te behouden.Het objectief meten en analyseren van FA en bewegingsparticip Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Onderzoekers:
• Christophe Delecluse • Filip Boen • Jan Seghers • Sofie Martien
OBPWO : Het beroep leraar doorgelicht. Een cross-sectionele en longitudinale studie naar het profiel en de loopbaan van leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het beroep van leraar is meer dan ooit belangrijk in onze samenleving. De laatste jaren werden dan ook verschillende onderzoeken uitgevoerd in het kader van het aantrekken en behouden van leerkrachten. Door deze onderzoeken werd nuttige informatie verzameld omtrent de sociografie, de tijdsbesteding, de werktevredenheid e.d. van leraren. Maar pas in contrast met andere beroepsgroepen kan de eigenheid, de aantrekkingskracht en de tekorten van het lerarenberoep volledig in kaart worden gebracht. In dit onderzoek zal de sociografie en de loopbaan van de lerarengroep vergeleken worden met deze van andere beroepsgroepen. Dit zal gebeuren aan de hand van reeds beschikbare databestanden, waarbij we zowel cross-sectioneel als longitudinaal te werk zullen gaan. Het onderzoek kan opgedeeld worden in drie onderzoeksluiken. Een eerste onderzoeksluik omvat de sociografie op basis van cross-sectionele gegevens, een tweede gaat dieper in op de loopbaan van leraren in vergelijking met andere beroepsgroepen aan de hand van zowel cross-sectionele analyses als longitudinale analyses. In het derde onderzoeksluik worden zowel leraars als ex-leraars via focusgroep-interviews bevraagd om dieper in te gaan op de motieven tot keuze voor het beroep, dan wel de keuze voor een ander beroep. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • SASKIA DE GROOF • JESSY SIONGERS • Guido VANGOIDSENHOVEN
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: haalbaarheidsstudie van een monitoringsysteem voor antisociaal gedrag en onveiligheidsgevoelens op school. Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE • Femke WYBOUW
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Haalbaarheidsstudie van een monitoringsysteem voor capaciteitsbehoeften in het leerplichtonderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek worden er volgende vragen gesteld: - Onderwijsvraag: In welke mate worden leerlingenaantallen aangestuurd door demografische factoren dan wel processen van schoolkeuze? Wat zijn de mogelijkheden om leerlingenprognoses te maken? Welke prognosemodellen kunnen gebruikt worden en wat zijn de datavereisten van deze modellen? Hoe kunnen leerlingenaantallen vertaald worden in termen van capaciteiten? - Onderwijsaanbod: wat zijn de mogelijkheden om de aanbodcapaciteit in kaart te brengen? - Wat zijn de governance aspecten verbonden aan de capaciteitsproblematiek? Wat is de rol van centrale en lokale besturen, welke actoren dienen en kunnen een rol spelen in de aanpak van deze problematiek, wie kan hierin de regierol opnemen? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Maatschappelijke baten en kosten van onderwijs en leerervaring. Een micro-benadering. (Sociale effecten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS • Frank STEVENS
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Oorzaken en motieven van de vroegtijdige uittrede van leraars. Een empirisch onderzoek. (Eindeloopbaan) Vrije Universiteit Brussel Abstract: abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Filip VAN DROOGENBROECK • Jasper DE SMEDT • JESSY SIONGERS
OBPWO: Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek: Van occasionele tot reguliere spijbelaar: een onderzoek naar het profiel van spijbelaars en de invloed van school en omgeving op spijbelen Vrije Universiteit Brussel Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Bram SPRUYT
OBPWO : Vakoverschrijdende eindtermen in het secundair onderwijs : een onderzoek naar de maatschappelijk een onderwijskundige relevantie van vakoverschrijdende eindtermen en de haalbaarheid ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderwijs beperkt zich al lang niet meer tot louter kennisoverdracht. Van scholen wordt verwacht dat zij de jongeren de nodige kwaliteiten meegeven om zich als volwaardig burger in de maatschappij te begeven. Met de introductie van de vakoverschrijdende eindtermen wenste de Vlaamse Overheid tegemoet te komen aan de vraag om in het onderwijs meer aandacht te schenken aan de overdracht van houdingen, attitudes en vaardigheden. Tot op heden werd nog geen algemene evaluatie van de huidige vakoverschrijdende thema's uitgevoerd. Dit onderzoek wenst op deze evaluatiebehoefte in te gaan en zal meer bepaald nagaan of een herziening van de vakoverschrijdende eindtermen in het secundair onderwijs zich opdringt. Die herziening van de vakoverschrijdende eindtermen kan vereist zijn op basis van drie elementen: de (maatschappelijke en onderwijskundige) relevantie van de huidige eindtermen, de nieuwe (maatschappelijke en onderwijskundige) prioriteiten en de haalbaarheid van de huidige eindtermen. In dit opzet zijn er twee relevante partijen, met name de maatschappelijke en de onderwijsbetrokken actoren. De visie van de maatschappelijke actoren zal in kaart worden gebracht via een bevraging van het maatschappelijk middenveld. De onderwijsbetrokken actoren vormen in onderhavig onderzoek de schoolhoofden, de leerkrachten en de leerlingen. Om de visie van de betrokken partijen te kennen zal gebruik worden gemaakt van mondelinge interviews (directies en experts), klassikale enquêtes (leerlingen), webenquêtes (directie, leerkrachten en middenveldvertegenwoordigers) en focusgesprekken (alle betrokken partijen). Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sara OP DE BEECK • Lilith ROGGEMANS • Femke DUQUET • Sven SANCTOBIN • Jeroen BOEL
OBPWO : "Wie herkanst? Sociografische schets, leerroutes en beweegredenen van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs en de centrale examencommissie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het toenemend belang van het behalen van een diploma (secundair onderwijs) als toegangsticket tot de arbeidsmarkt en tot maatschappelijke integratie en participatie in het algemeen, maakt dat ongekwalificeerde uitstromers zich in steeds grotere mate in een kwetsbare positie bevinden. Het onderwijssysteem voorziet daarom een aantal alternatieve wegen waarlangs zij die dat wensen, alsnog een diploma secundair onderwijs kunnen behalen. Echter omtrent de motivaties en de leerroutes die de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie volgden, tast men in het duister. Dit onderzoek brengt het sociografisch profiel, de leerroutes en de motivaties in kaart van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie. We doen dit aan de hand van een schriftelijke bevraging van de kandidaat-ingeschrevenen, een vergelijking van die doelgroep met ongekwalificeerde uitstromers (op basis van de SONAR-data), en een aantal focusgroepen met personen die al dan niet succesvol deelnamen aan de alternatieve scholingswegen tot het behalen van een diploma secundair onderwijs. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Maaike TAELMAN • Ryfka HEYMAN • MARC JEGERS • Sven SANCTOBIN
Observational learning of pain-related fear and the interpretation of ambiguous facial expressions KU Leuven Abstract: Pijn is een vaak voorkomende ervaring die door bijna iedereen meerdere keren tijdens het leven gevoeld wordt. Echter, onder sommige condities kan deze pijnervaring hardnekkig worden (vb. chronische pijn) en daardoorook een zware impact hebben op de individuele levenskwaliteit en functionaliteit. In dit doctoraatsproject was het doel om de mechanismen te onderzoeken die bijdragen of onderliggend zijn aan de ontwikkeling en instandhouding van chronische pijn.Onze bevindingen tonen aan dat patiënten met chronische pijn geneigd zijn om hun aandacht specifiek te richten op pijnlijke gelaatsuitdrukkingen. Verder toonden we aan dat dubbelzinnige, pijn gerelateerde, gelaatsuitdrukkingen vaker geïnterpreteerd worden als pijnlijk door personen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van chronische pijn (personen die meer catastroferen over pijnlijk ervaringen dan anderen). Daarenboven merkten we op dat het observeren van pijn in de gelaatsuitdrukkingen van anderen, zelfs op onderbewust niveau Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Martien Schrooten • Mirali Khatibi Tabatabaei
Obsessief-Compulsieve symptomen op jonge leeftijd: een taxonomische analyse en de integratie met persoonlijkheidskenmerken Universiteit Gent
Abstract: Huidig projectvoorstel beoogt (1) de constructie van een leeftijdsspecifieke taxonomie van normatieve rituelen/routines bij kinderen/adolescenten, waarbij de onderliggende structuur geanalyseerd wordt tav een ontwikkelingsgerichte taxonomie voor obsessiefcompulsieve symptomen, (2) de exploratie van associaties tussen vroege obsessief-compulsieve symptomen, algemene trekaspecten, en het recent voorgestelde As II Obsessief-Compulsieve Persoonlijkheidstype vanuit longitudinaal en gedragsgenetisch perspectief. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Barbara De Clercq
Obstakels en stimuli in de loopbanen van mannen en vrouwen in optische wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vrouwen zijn ondervertegehnwoordigd in wetenschappelijk onderzoek. Er is sprake van horizontale, verticale en contractuele segregatie. Om hierin een kentering teweeg te brengen is een grondig begrip van de achterliggende oorzaken en mechanismen noodzakelijk. Er gebeurde reeds veel onderzoekn maar internationaal comparatief onderzoek op kwalitatief niveau ontbreekt in Europa. DIt is echter nodig om de impact van de nationale cultuur beter te begrijpen. Dit onderzoek zal een dergelijke studie uitvoeren met de Europese optische onderzoekswereld als object. Door toe te spitsen op een specifiek onderzoeksdomein (micro-optica), kan dit als constante gehouden worden. Cultureel bepaalde verschillen kunnen zo gericht onderzocht worden. Het onderzoek zal obstakels en stimuli op drie niveaus onderzoeken: de maatschappelijke context, organisatiecultuur en individuele aspecten. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
OCMW's en dakloosheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat na in welke mate en op welke manier de OCMW's in België diensten ontwikkelen als antwoord op de hardnekkige en complexe problematiek van dak- en thuisloosheid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Octrooien, merken, NME registraties, intrnationale samenwerking in O&O en buitenlandse MNOs in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Octrooien, merken, NME registraties, intrnationale samenwerking in O&O en buitenlandse MNOs in België. Organisaties: • WISKUNDIGE ECONOMIE / MACRO-ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Willem Meeusen
Octrooi Governance, Octrooihervormingen & Institutionele Veranderingen: Een Vergelijkende Analyse van Octrooihervormingen in Europe, de Verenigde Staten en Japan. Universiteit Antwerpen Abstract: Octrooisystemen worden in toenemende mate bekritiseerd omdat ze niet in staat zijn om op een coherente en effectieve wijze om te gaan met belangrijke economische, sociale en politieke, uitdagingen, zoals klimaatverandering en volksgezondheidproblemen. Vaak leidt dat soort kritiek tot een sterke druk om over te gaan tot fundamentele octrooihervormingen gepaard gaand met nieuwe instellingen en regelgeving. Er is echter een risico dat dergelijke hervormingen ongeschikt zijn om de onderliggende doelstellingen te verwezenlijken. In Europa en de VS lopen momenteel radicale octrooihervormingen. In Japan is het octrooisysteem tien jaar geleden ingrijpend aangepast. Met het oog op de strategische rol die wordt toegeschreven aan octrooien met het oog op onderzoek en ontwikkeling, innovatie en competitiviteit, is het belangrijk om octrooisystemen, doelstellingen van hervormingen, hervormingsprocessen en institutionele veranderingen te onderzoeken en vergelijken. Een dergelijk onderzoek kan nuttige aanwijzingen opleveren betreffende "governance experimenten" in andere jurisdicties. Het huidige onderzoek heeft vier doelstellingen. Ten eerste, onderzoeken hoe "octrooi governance" en octrooihervormingen beter theoretisch onderbouwd kunnen worden en geanalyseerd kunnen worden vanuit een genuanceerd conceptueel raamwerk. In deze context, is het doel om de juridische doctrine verder te ontwikkelen op basis van de literatuur aangaande "governance" op het domein van de publieke administratie, de vergelijkende politieke wetenschap en het leerstuk aangaande institutionele veranderingen. Ten tweede, de Europese, Amerikaanse en Japanse octrooihervormingen analyseren en vergelijken; ten derde, een taxonomie van types van institutionele veranderingen ontwikkelen en ten vierde "best practices" identificeren. Deze doelstellingen leiden tot de volgende onderzoeksvragen: (1) Wat zijn de cruciale elementen van een conceptueel "governance raamwerk" afgestemd op de specifieke karakteristieken van octrooisystemen? (2) Wat is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de Europese, Amerikaanse en Japanse octrooihervormingen? (3) Is het mogelijk om een taxonomie van institutionele veranderingen te ontwikkelen op basis van de analyse onder (2)? (4) Zijn er bepaalde "best practices" die afgeleid kunnen worden van de vergelijkende analyse en de taxonomie betreffende institutionele veranderingen, die ook toegepast kunnen worden in andere jurisdicties? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Esther van Zimmeren • Federica Baldan
ODIS: Databank Intermediaire Structuren Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil ODIS ontwikkelen als informatieknooppunt in een breed netwerk van gegevensverzamelingen, met meer en gebruiksvriendelijke onderzoeksondersteunende functies, en dit alles binnen een duurzame, eigentijdse omgeving. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Herman Van Goethem
Offerte Onderzoeksopdracht: " Analyseren van de Vlaamse regelgeving en praktijken met het oog op de correcte toepassing van de REACH-verordening , en uitwerking van een methodiek en werkwijze voor het optimaal inspelen op de REACH-mechanismen vanuit de V Universiteit Hasselt Abstract: Op 1 juni 2007 is de REACH-Verordening in werking getreden. Deze verordening vervangt grotendeels, zij het gefaseerde, het juridische kader inzake chemische stoffen. De voorgaande regelgeving inzake chemische stoffen bleek namelijk ontoereikend om de door chemicaliën veroorzaakte risico's te detecteren. Bijkomend voerde die een kunstmatig onderscheid in tussen "bestaande stoffen" en "nieuwe stoffen". De REACH-Verordening biedt nu een algemeen kader voor chemische producten. Op dit ogenblik heerst er nog heel wat onduidelijkheid omtrent de concrete impact van de REACH-Verordening, en dit zowel binnen de betrokken sectoren als binnen de overheid. Deze studieopdracht moet de betrokken overheden van het Vlaamse Gewest in staat stellen de vereiste voorzieningen te treffen voor de implementatie en toepassing van de REACH-Verordening en de organisatie van de betrokken Vlaamse overheden. Op die manier zou de onduidelijkheid moeten verdwijnen, of toch minstens sterk moeten afnemen. Hiertoe zal tevens rekening moeten worden gehouden met ontwikkelingen op Europees en Belgisch niveau. De bevindingen van de in het bestek aangegeven deels reeds voltooide en deels nog in uitvoering zijnde studies in opdracht van de federale overheid zullen hiervoor zeker dienstig zijn. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN
Officiële wetgeving en maatschappelijke betekenis: het homo-huwelijk als een voorbeeld van wettelijk pluralisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Georgios Pavlakos • Mariano Croce
Offline cognitie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Offline plus online: de succesfactoren van multi−channel handel. KU Leuven Abstract: Multi−channel en online retailing worden steeds belangrijker in een snel veranderende retail omgeving. Als gevolg zijn ersteeds meer offline supermarkten die een online winkel openen. Toch is het niet zeker of een multi−channel retailstrategie winstgevend is en bijdraagt tot een verbeterde competitieve positie. Een belangrijke vraag is of een onlinekanaal leidt tot kannibalisatie of expansie van de verkopen van handelaars ten opzichte van de concurentie. We gaandit onderzoeken door het volgende te analyseren: (i) de allocatie van uitgaven van consumenten die beslissen om onlinete winkelen; (ii) beide overheen product categorieën (op het niveau vande handelaar) en binnen een product categorie;en (iii) de performantie van handelaars die beslissen een online distributiekanaal toe te voegen. Voor elk van dezeonderzoeksvragen zullen de onderliggende factoren van het effect worden bestudeerd. Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Lien Lamey
Olieprijsschokken, conjunctuurcycli en monetair beleid Universiteit Gent Abstract: Het doctoraat heeft tot doel het optimaal monetair beleid na een olieprijswijziging te formuleren. Hiertoe worden vooreerst de verschillende soorten olieschokken en hun transmissiekanalen naar de reële economie geïdentificeerd binnen DSGE-modellen. Vervolgens worden deze modellen geschat via de Bayesiaanse techniek. De schattingsresultaten kwantificeren de rol van de verschillende olieschokken en maken het mogelijk optimale beleidsregels te formuleren. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
Oligopoliemodellen van samenwerking op het vlak van onderzoek en ontwikkeling met technologische spillovers : een laboratoriumtest van de multimarkthypothese. Universiteit Antwerpen Abstract: De veronderstelling dat er geen verband is tussen R&D-samenwerking en collusie tussen bedrijven - een veronderstelling die typisch gemaakt wordt in traditionele theoretische R&D-modellen - wordt getoetst in laboratoriumexperimenten. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sigrid Suetens
Om de balans in de nieuwe welvaartstaat: een dynamische stelselvergelijking in vijf landen uit de kopgroep in Europa en hun prestaties op het vlak van oude en nieuwe sociale risico's.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is tweeledig. Ten eerste moet het meer inzicht bieden in de relatie tussen de omslag naar de investeringsstaat enerzijds en de evolutie van armoede en ongelijkheden anderzijds. Een tweede doel van dit project bestaat erin te achterhalen of en waarom het ene land op het vlak van uitkomsten (in termen van armoede en sociale ongelijkheid) mogelijk succesvoller is geweest dan het andere. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Omgaan met overlast: regulering, vertegenwoordiging en legitirme bestraffing. Universiteit Gent Abstract: Het project zal de legitimiteit van regelgeving in het geval van overlast onderzoeken. Op basis van de criminaliseringstheorie, vergelijkende jurisprudentie en hedendaagse criminologische theoreën en aan de hand van empirisch onderzoek (analyse van media representaties) zal het fenomeen worden geanalyseerd vanuit een zowel nationaal als internationaal of comparatief perspectief. De consequenties voor het toekomstig beleid zullen eveneens worden toegelicht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Nina Persak
Omgaan met traditioneel recht in de context van rechts- en justitiële ontwikkelingshulp (na conflict) in Afrika Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie en het beleid van externe actoren inzake traditionele justitie in het kader van internationale steun aan rechtstaatsopbouw en transitionele justitie in post conflict sub-Sahara Afrika. Er wordt geanalyseerd hoe traditioneel recht kan bijdragen tot de opbouw van democratische rechtsstaten en wat haar plaats is in transitionele justitiemechanismes met bijzonder aandacht voor mensenrechten. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Omgaan met traditioneel recht in de context van rechts- en justitiële ontwikkelingshulp (na conflict) in Afrika Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie en het beleid van externe actoren inzake traditionele justitie in het kader van internationale steun aan rechtstaatsopbouw en transitionele justitie in post conflict sub-Sahara Afrika. Er wordt geanalyseerd hoe traditioneel recht kan bijdragen tot de opbouw van democratische rechtsstaten en wat haar plaats is in transitionele justitiemechanismes met bijzonder aandacht voor mensenrechten. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Omgekeerde discriminatie van EU burgers: naar een pluraal begrip van derelatie tussen de EU en de lidstaten. KU Leuven Abstract: Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie (HvJ) zijn de verdragsbepalingen inzake vrij verkeer en burgerschap niet toepasselijk in zuiver interne situaties. In zulke situaties is het mogelijk dat een lidstaat zijn eigen onderdanen minder gunstig behandelt dan andere Unieburgers(zowel eigen onderdanen als onderdanen van andere lidstaten) die zich in een zuiver interne situatie bevinden. Volgens het HvJ verbiedt het Unierecht omgekeerde discriminatie niet en is het aan de lidstaten afzonderlijk om te beslissen of ze deze al dan niet ongedaan maken. In het eerste deel van mijn doctoraat bestudeer ik enerzijds de rechtspraak vanhet HvJ en anderzijds de verschillende mogelijke reacties van de lidstaten. In het tweede deel van mijn doctoraat neem ik een standpunt in in het debat over het behouden dan wel afschaffen van het leerstuk van de zuiver interne situatie en bijgevolg of het Europese dan wel het nationaleniveau bevoegd is voor situaties van omgekeerde discriminatie. Tot slotb Organisaties: • OE_Grondslag
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Piet Van Nuffel • Valérie Verbist
Omgevingsanalyse Antwerpse scholen. Universiteit Antwerpen Abstract: Omgevingsanalyse Antwerpse scholen. Organisaties: • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S) • EduBROn
Onderzoekers: • Paul Mahieu
Omgevingsfactoren en socio-economische factoren die fysieke activiteit en overgewicht bepalen bij volwassenen in Nigeria Universiteit Gent Abstract: Het eerste doel is de validering van 3 vragenlijsten: de IPAQ, de PANES en de NEWS in Nigeria. Het tweede doel is het uitvoeren van een cross-sectionele studie waarbij de verbanden worden nagegaan tussen omgevingsfactoren en fysieke activiteit en overgewicht bij volwassenen in Nigeria. Het derde doel is de studie van fysieke activiteit als mediator tussen de omgeving en overgewicht te bestuderen. Het vierde doel is een vergelijking maken van patronen voor sedentair gedrag en fysieke activiteit bij volwassen uit Nigeria en België. Het vijfde doel is het bestuderen van de verschillen in omgevingsdeterminanten van fysieke activiteit en overgewicht bij volwassenen uit Nigeria en België. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers:
• Ilse De Bourdeaudhuij • Benedicte Deforche
Omschrijving van de minimale politiecapaciteit nodig voor de verwezenlijking van de basispolitiezorg (binnen elke politiezone) Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken, werd nagegaan: (1) welke taken en activiteiten de basispolitiezorg impliceert, (2) welke stabiele en relatief onveranderlijke objectieve omgevingsvariabelen deze taken en activiteiten beïnvloeden en (3) wat de minimale operationele capaciteit is die hieruit voortkomt. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Omzetting, toepassing en toepassingscontrole van het Europees beleid in België. Naar een structurele aanpassing van de wijze waarop België zijn Europese verplichtingen nakomt. Universiteit Antwerpen Abstract: Omzetting, toepassing en toepassingscontrole van het Europees beleid in België. Naar een structurele aanpassing van de wijze waarop België zijn Europese verplichtingen nakomt. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Guido Dierickx
Onbewuste cognitieve controle Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om de grenzen van onbewuste verwerking te definiëren, werd vooropgesteld dat cognitieve controle een set van strategische operaties is die exclusief verbonden zijn met bewustzijn. The prefrontale cortex speelt een belangrijke rol bij cognitieve controle, en bij gevolg stellen de meeste theorieën dat deze hersenregio niet kan geactiveerd worden door een onbewuste taak. Echter, in dit project veronderstellen we een meer significante rol voor onbewuste verwerking en onderzoeken we of cognitieve controle ook onbewust kan uitgeoefend worden. Om deze vraag te beantwoorden zullen we een specifieke vorm van cognitieve controle bestuderen, namelijk context effecten. Een paradigma dat theoretische en methodologische problemen omzeilt die werden aangetoond voor vorige studies zal gebruikt worden. In een eerste deel zullen we nagaan of een onbewuste context kan gecreëerd worden. We zullen onderzoeken of de invloed van onbewuste ambigue stimuli op respons gedrag aangepast kan worden op basis van de context gecreëerd door andere stimuli gepresenteerd in het experiment. In een tweede deel zal nagegaan worden of subjecten deze onbewuste contexten ook kunnen gebruiken om hun antwoorden te verbeteren. We zullen één context creëren met voornamelijk congruente trials en één context met vooral incongruente trial, en bekijken of subjecten zich aan deze contexten kunnen aanpassen. In een derde deel zal een fMRI studie worden uitgevoerd om na te gaan of, in tegenstelling tot huidige theorieën, de prefrontale cortex betrokken is bij adaptatie aan onbewuste contexten. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Onderaannemingsovereenkomst: ikv onderzoeksopdracht : 'Een stedelijk fiscaal instrumentarium' voor het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Agentschap voor Binnenlands Bestuur via Hogeschool Gent (dept. Handelswetenschappen en Bestuurkunde)' hebben voor het project ' Onderaannemingsovereenkomst: ikv onderzoeksopdracht : 'Een stedelijk fiscaal instrumentarium' voor het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • BRUNO HEYNDELS
Onderaannemingsovereenkomst KUL - Ugent: Begeleiding tweede en derde fase bestuurskrachtmeting plattelandsgemeenten. Universiteit Gent Abstract: De hoofddoelstelling van deze opdracht is het toepassen van een verfijnde methodiek van bestuurskrachtmeting op twee groepen van een 15-tal plattelandsgemeenten. De meting dient te gebeuren aan de hand van een indicatorenset, om zo te komen tot een eerste, ruwe bestuurskrachtschets, maar blijft daartoe niet beperkt. Doel is om deze gegevens ook als vertrekpunt te nemen voor een visitatie met het oog op wederzijds leren en het zoeken naar oplossingen voor vastgestelde knelpunten inzake bestuurskracht die zich typisch of versterkt manifesteren bij plattelandsgemeenten. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Joris Voets
Onderbezette grote woningen in Vlaanderen. Een onderzoek naar architecturale en gebruiksstrategieën in het licht van demografische bewegingen en ecologische beperkingen Universiteit Hasselt Abstract: Vanuit ecologisch perspectief dienen vraagtekens geplaatst te worden bij het hoge aantal onderbezette woningen in Vlaanderen. De opdracht om de energieconsumptie en de CO² uitstoot te minimaliseren staat immers haaks op het gegeven van grote, onderbenutte woningen die bovendien ook vaak in erg verspreide bebouwing voorkomen. Dit brengt een hoge directe (verwarming) en indirecte (transport) energiekost met zich mee, die niet strookt met de principes van duurzaam bouwen. Afbreken ligt echter niet voor de hand, gezien ondermeer de affectieve band van veel bewoners met hun woning. Dit onderzoeksvoorstel wil een fundamentele bijdrage leveren aan het inzicht in deze problematiek door in te zoomen op drie niveaus. Een eerste,
geografisch luik van het onderzoek beoogt de aard en omvang van de onderbezetting preciezer in kaart te brengen welke woningen zijn precies groot en onderbezet, waar bevinden ze zich, wie woont er in, wat is de prijszetting ervan? Een tweede luik voorziet kwalitatief bewoningsonderzoek met woningbezoeken en bewonersinterviews, om vanuit concrete gevallenstudies een beter beeld te krijgen van de woonervaringen en vooruitzichten van de bewoners, gekoppeld aan een architecturale analyse van de betrokken woningen. Een derde luik gebruikt de inzichten uit de twee eerste luiken om met behulp van typologisch en ontwerpmatig onderzoek strategieën te ontwikkelen om deze woningen aan te passen aan toekomstige condities. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
Onderbezette grote woningen in Vlaanderen. Een onderzoek naar architecturale en gebruiksstrategieën in het licht van demografische bewegingen en ecologische beperkingen. Universiteit Hasselt Abstract: Vanuit ecologisch perspectief dienen vraagtekens geplaatst te worden bij het hoge aantal onderbezette woningen in Vlaanderen. De opdracht om de energieconsumptie en de CO² uitstoot te minimaliseren staat immers haaks op het gegeven van grote, onderbenutte woningen die bovendien ook vaak in erg verspreide bebouwing voorkomen. Dit brengt een hoge directe (verwarming) en indirecte (transport) energiekost met zich mee, die niet strookt met de principes van duurzaam bouwen. Afbreken ligt echter niet voor de hand, gezien ondermeer de affectieve band van veel bewoners met hun woning. Dit onderzoeksvoorstel wil een fundamentele bijdrage leveren aan het inzicht in deze problematiek door in te zoomen op drie niveaus. Een eerste, geografisch luik van het onderzoek beoogt de aard en omvang van de onderbezetting preciezer in kaart te brengen welke woningen zijn precies groot en onderbezet, waar bevinden ze zich, wie woont er in, wat is de prijszetting ervan? Een tweede luik voorziet kwalitatief bewoningsonderzoek met woningbezoeken en bewonersinterviews, om vanuit concrete gevallenstudies een beter beeld te krijgen van de woonervaringen en vooruitzichten van de bewoners, gekoppeld aan een architecturale analyse van de betrokken woningen. Een derde luik gebruikt de inzichten uit de twee eerste luiken om met behulp van typologisch en ontwerpmatig onderzoek strategieën te ontwikkelen om deze woningen aan te passen aan toekomstige condities. Organisaties: • ArcK • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
Ondergroottebepaling in proces en semi-proces industrieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Ordergroottebepaling is reeds lang een basisbeslissing in het productiemanagement. Getuige daarvan de grote hoeveelheid voorraadmodellen die ontwikkeld werden. Het belangrijkste gemeenschappelijke kenmerk ervan is dat ze meestal uitgaan van een kostenmodel, waarin fysische kenmerken van het systeem ontbreken. Een aantal modellen werden nu ontwikkeld die volledig losstaan van de kostenparameters en de fysische kenmerken rechtstreeks modelleren en optimiseren. Een voorbeeld hiervan is het minimaliseren van de doorlooptijd of maximaliseren van de klantenservice. Veel van deze modellen hebben wachtlijntheorie als basis en worden soms in één adem vernoemd met 'Factory Physics'. Verschillende toepassingen van deze modellen zijn beschreven voor productieplanningsdoeleinden. Hierbij werd vooral de discrete productie onderzocht. Het ligt nu in de bedoeling de bestaande expertise die hoofdzakelijk gericht is op discrete productieomgevingen, uit te breiden naar proces en semi-proces omgevingen. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Nico Vandaele
Ondernemen en regionale economie 2012 - 2015 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno Merlevede
Ondernemerschap, grensoverschrijdende handelsnetwerken en re-migratie in Zuid-Soedan. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WU. UA levert aan WU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Armoede en welzijn als kenmerk van lokale institutionele processen • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Kristof Titeca
Ondernemers met een sociaal-maatschappelijk doel als duidelijke achterliggende bestaanreden voor hun organisatie Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Nathalie Moray • Anneleen Van Boxstael
Ondernemingen uit opkomende markten in Europa: Oorsprong en evolutie van de competitieve voordelen. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Filip De Beule • Ernst Verwaal
Ondernemingsgroepen, politieke connecties en instituties: een langetermijnanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van ondernemingsgroepen vanuit een langetermijnperspectief. Op basis van een unieke databank van Belgische beursgenoteerde ondernemingen doorheen de 19de en 20ste eeuw, wordt de impact van ondernemingsgroepen op de performantie van ondernemingen onderzocht en wordt nagegaan in welke mate groepen gebruik maken van politiek connecties om hun belangen door te drukken. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Marc Deloof
Ondernemingsheterogeniteit en de vraag- en aanbodzijde van spillover-effecten van buitenlandse directe investeringen Universiteit Gent Abstract: Dit project analyseert de spillover-effecten van de aanwezigheid van buitenlandse op lokale ondernemingen. Drie groepen kenmerken bepalen de grootte en richting spillover-effecten. Positieve spillovers zijn dus conditioneel en niet vanzelfsprekend. We beschouwen kenmerken aan de vraagzijde (kenmerken binnenlandse ondernemingen), aan de aanbodzijde (kenmerken buitenlandse ondernemingen) en omgevingskenmerken (industrie, regio, land). Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno Merlevede
Onderschatting van work-familiy conflict: inhoudelijke en methodologische kwesties Universiteit Gent Abstract: Work-family conflict (WFC) en de gevolgen ervan voor het welbevinden van vrouwen worden onderschat. Redenen voor vertekening van resultaten zijn tweevoudig: - respondenten gebruiken strategieën tegen WFC die bijwerkingen hebben voor hun welbevinden en ondervinden sociale druk die leidt tot sociaal wenselijk antwoorden - non-respondenten participeren niet juist omwille van een hoge mate van WFC. Er is een non-responsbias. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Onderschatting van work-family conflict: inhoudelijke en methodologische kwesties Universiteit Gent Abstract: Work-family conflict (WFC) en de gevolgen ervan voor het welbevinden van vrouwen worden onderschat. Redenen voor vertekening van resultaten zijn tweevoudig:- respondenten gebruiken strategieën tegen WFC die bijwerkingen hebben voor hun welbevinden en ondervinden sociale druk die leidt tot sociaal wenselijk antwoorden.- non-respondenten participeren niet juist omwille van een hoge mate van WFC. Er is een nonresponsbias Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Onderscheiden van de neurobiologie onderliggend aan angst reducerende technieken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Dieuwke Sevenster
Ondersteunende communicatie voor personen met een visuele beperking en autisme: implementatie van de ComVoor-V. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Ilse Noens
Ondersteunen van professionele ontwikkeling van trainers in ondernemingen. KU Leuven Abstract: Het HIVA - KU Leuven werkt mee aan een onderzoek gefinancierd door Cedefop naar het beleid en de praktijk met betrekking tot de competenties van in-company trainers in Europa. Dit gebeurt door een vergelijkende analyse waarbij de praktijk en het beleid in acht EU-lidstaten worden onderzocht. Eerst gebeurt een review van beleid en praktijk in alle lidstaten van de EU, vervolgens wordt een survey georganiseerd bij werkgeversen hun respectievelijke in-company trainers in acht EU lidstaten. Specifiek wordt in beeld gebracht hoe ondernemingen training van werknemers ondersteunen, hoe training wordt toegewezen aan verschillende groepen van werknemers, hoe in-company trainers worden aangeduid of gerekruteerd en ondersteund en hoe deze trainers hun competenties aanscherpen. Op basis van de analyse zullen ook aanbevelingen worden geformuleerd. Het HIVA - KU Leuven draagt bij aan de review en zorgt voor de dataverzameling in Vlaanderen. Organisaties:
• HIVA-OG Onderwijs en Levenslang Leren
Onderzoekers: • Katleen De Rick
Ondersteunen van project "Interculturele dialoog". Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie naar een "Interculturele dialoog" werd gesteund door Stichting P&V en maakte daarbij deel uit van een Europees project onder leiding van PREFONDES (Pôle Européen des Fondations de l' Économie Sociale). Het overkoepelende doel van het Europese project was het aanmaken van een uitwisselings- en overlegplatform aangaande interculturele dialoog. Voor het Belgische project viel de keuze op een dialoog over de taalgrenzen heen. Want gezien de moeilijke historische en sociale situatie waar België als tweetalig land mee geconfronteerd wordt, is het belangrijk om op een constructieve en geleide manier een dialoog tot stand te brengen. Onze interculturele dialoog heeft niet onmiddellijk als vooropstelling om tot concrete veranderingen te komen maar hoofdzakelijk om toenadering mogelijk te maken. We willen geen stereotypen, vooroordelen en clichés uit de weg gaan, maar ze net gebruiken om te weten te komen welke beeldvorming er bestaat over de anderstalige. Om deze vooropstelling te bereiken hebben we er voor gekozen om, wat we noemen, een verhalenforum in te richten. Concreet hebben we een 55-tal deelnemers gerekruteerd en hebben we hen, over vijf samenkomsten verspreid, de mogelijkheid geboden om verhalen te vertellen over de andere taalgemeenschap. Nadat al deze verhalen waren verteld en ingezonden, werden ze uiteindelijk aan een narratieve analyse onderworpen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Kobe DE KEERE
Ondersteuning bij de werkzaamheden van het Vlaams Forum Luchtvaart (redactie van rapporten) Universiteit Antwerpen Abstract: Op vraag van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (afdeling personenvervoer en luchthavens) wordt ondersteuning verleend op luchtvaarteconomisch gebied, in het kader van de werking van het Vlaams Forum Luchtvaart. Organisaties: • VAKGROEP TRANSPORT EN RUIMTE • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Paul Roosens • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Ondersteuning editie 2011 van de Stadsmonitor Universiteit Gent Abstract: De opdracht omvat de ontwikkeling van een voorstel van aanpak voor het meten van netwerkindicatoren, het ontwikkelen van indicatoren die van data voorzien worden via centrale databanken en de actualisatie van GIS- en diversiteitsindicatoren. Deze actualisatie maakt deel uit van de editie 2011 van de stadsmonitor (monitor 13 Vlaamse centrumsteden),die zowel in boekvorm als in elektronische versie verschijnt. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Ondersteuning en onderzoek Brede School Universiteit Gent Abstract: Het Steunpunt Diversiteit en Leren ondersteunt Brede School in Vlaanderen en Brussel. De opdracht bestaat uit een bevraging van belangrijke partners in het bredeschoolverhaal. We besteden aandacht aan de rol die het lokale beleid hierbij opneemt. Daarnaast volgen we internationale ontwikkelingen op, organiseren we vorming en informatiesessies, ontwikkelen we publicaties en informatieve brochures over het thema. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen in het kader van de USOS-activiteiten op het terrein van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning van de wetenschappelijke begeleiding van de studenten van de Universiteit Antwerpen in het kader van de USOSactiviteiten op het terrein van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centra Integrale Gezinszorg (CIG Ten Anker, Huis Ter Leye, de Merode, vogelzang, Tamar)' hebben voor het project ' Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • Veerle SOYEZ • JOHAN VANDERFAEILLIE
Ondersteuning van het onderzoek "Jaarboek sociale uitsluiting". Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het inventariseren en systematiseren van bestaand materiaal over armoede en sociale uitsluiting en het opsporen en aanvullen van lacunes. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Ondersteuning van kwaliteit in zelfstandige opvangvoorzieningen. KU Leuven Abstract: Kind&Gezin wil tegemoet komen aan de vraag naar pedagogische ondersteuning van de zelfstandige sector in de kinderopvang. Daarvoor wordt een ondersteuningsstructuur opgezet. Naast een adviesfunctie, die verzorgd wordt door Komma vzw, staat ECEGO binnen de structuur in voor de actieterreinen 'netwerking' en 'vorming'. We ondersteunen zowel zelfstandige kinderdagverblijven, zelfstandige onthaalouders als zelfstandige settings voor buitenschoolse opvang.Binnen het actieterrein 'netwerking' worden systemen van 'meterschap' en 'contactgroepen' opgezet. Deze initiatieven willen startende en reeds langer actieve voorzieningen de kans geven relaties uit te bouwen die hun professioneel handelen kunnen ondersteunen. Conclusies en ervaringen worden gebundeld in een informatieset naar de sector.. Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ferdinand Laevers
Ondersteuning van ondernemingen (profit & non profit) met innovatiepotentieel door grensoverschrijdende tandems van kenniscentra en kennisinstellingen Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste doelstelling van het project is het ondersteunen van de realisatie van een driesporige kennisstrategie (kennisontwikkeling, -toepassing en -verspreiding) in de regio West-Vlaanderen / Nord-Pas de Calais d.m.v. de versterking van de kenniscentra in hun rol als grensoverschrijdende interface tussen kennisinstellingen en ondernemingen met innovatiepotentieel. Dit wordt bereikt door: Het stimuleren en concreet organiseren van de uitbouw van een systematische grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaamse en Franse kenniscentra in de regio West-Vlaanderen / Nord-Pas de Calais op het vlak van volgende thematische clusters: ICT & beeld, voeding & gezondheid, textiel & nieuwe materialen, transport & logistiek en cleantech. Per thematische cluster wordt minimum één ?tandem? uitgebouwd. Het ontwikkelen van de benodigde competenties bij de kenniscentra om ondernemingen in de regio West-Vlaanderen / Nord-Pas de Calais via grensoverschrijdende ?tandems? nog beter te kunnen begeleiden in de ontplooiing van hun innovatiepotentieel. Het stimuleren van de structurele samenwerking tussen kennisinstellingen in hun relatie met de kenniscentra en ondernemingen in de regio WestVlaanderen / Nord-Pas de Calais. Het ontwikkelen van grensoverschrijdende clusters van ondernemingen, gelinkt aan de ontwikkelde tandems, in het kader van hun innovatiestrategie. Deze clusters van ondernemingen treden meteen ook op als controlegroep om de impact van de projectuitvoering in de grensoverschrijdende economische realiteit te kunnen meten. Organisaties: • Vakgroep Elektrische energie, systemen en automatisering • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu • Lieven Vandevelde
Ondersteuning van project : Onderzoek naar de neuropsychologische sequelen bij (A)apparently (L)life (T)threatening (E)events (ALTE). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen we nagaan welke neuropsychologische gevolgen er zich kunnen voordoen bij kinderen op de leeftijd van 4 tot 8 jaar, die in de periode na hun geboorte een ALTE hebben doorgemaakt. ALTE staat voor "Apparently Life Threatening Event". Nieuwe medische behandelingen doen het sterftecijfer bij zuigelingen dalen (mortaliteit neemt af), maar wat gebeurt er met de psychologische morbiditeit? Aan de hand van een uitvoerige neuropsychologische screening willen we nagaan of deze kinderen een vergelijkbaar profiel vertonen als controlekinderen. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Ondersteuning voor de opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' TNO Quality of life' hebben voor het project ' Ondersteuning voor de opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
Ondersteuning voor geïntegreerde Moeder en kind gezondheid en nutritie Services in de provincie Tete, Mozambique Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Ondersteuning voor opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' TNO Quality of life' hebben voor het project ' Ondersteuning voor opstart en uitbouw van onderzoeksnetwerk JIIP.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
Onderwijseffectiviteit in de eerste graad van het secundair onderwijs KU Leuven Abstract: In dit doctoraatsproject wordt de effectiviteit onderzocht in de eerstegraad van het Vlaams secundair onderwijs, op basis van de longitudinalegegevens uit het LiSO-project (Schoolloopbanen in het Secundair Onderwijs). Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Beatrijs De Fraine • Jonas Dockx
Onderwijs en de consolitdatie van vrede in RD du Congo. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Arnim Langer
Onderwijs- en internationaal leeronderzoek (Talis) 2013 in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Planning, uitvoering en rapportering van de Teaching and Learning International Survey 2013 en verwerken van het hoofdonderzoek van Programme for International Student Assessment 2012. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Onderwijsinnovatie binnen praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Overkoepelend onderzoek 'Expeditie Durven Delen Doen I' Universiteit Gent Abstract: In 'Expeditie Durven Delen Doen I' voeren 16 scholen uit het voortgezet onderwijs in Nederland samen met onderzoekers praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uit naar effecten van innovaties in de school. In deze studie worden effecten, succes- en faalfactoren van dit project in kaart gebracht. Als ruimer kader worden opvattingen verkend van onderzoekers, schoolleiders en leraren over het belang van onderwijsinnovatie en over de rol van onderwijsonderzoek bij het invoeren van onderwijsinnovaties. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Onderwijsinnovatie en leerstijlflexibiliteit in het secundair beroeps- en technisch onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Het longitudinaal kwantitatief gevalstudie-onderzoek is gericht op het bestuderen van leerprocessen en leerstijlen van leerlingen in het secundair beroeps- en technisch onderwijs. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan persoons- (geslacht, persoonlijkheidskenmerken, motivatie) en omgevingsgebonden factoren die het leren beïnvloeden. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek: Onderzoek naar de meerwaarde en de implementatiemogelijkheden van een zelfstandige stage gekoppeld aan de leerbegeleiding in de Vlaamse lerarenopleidingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale onderzoekshypothese in onderhavig onderzoek stelt dat het leerrendement van de begeleidende stage in de lerarenopleiding vergroot door het invoeren van zelfstandige stag met ' leerbegeleiding op afstand', o.m. door de grotere realiteitswaarde van de ervaringen en de focus op zelfstandig probleemoplossend reflecteren door de stagiair. Om deze hypothese te toetsen wordt voor een experimemteel proefopzet gekozen waarbij de 2 experimemtele variabelen, nl. 'zelfstandige stage' en 'leerbegeleiding' geisolerd en in combinatie worden ingevoerd bij experimemtele proefgroepen. Bij bevestiging van de onderzoekshypothese is de beleidsrelevantie meervoudig,o.a.: hoger rendement en tijdswinst in de begeleidingsdracht, opvang van de praktijkschok, moelijkheid tot herbesteding van werktijd van mentoren. Organisaties: • Centrum voor Westers Hellenisme • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • NADINE ENGELS • WERNER GOEGEBEUR • HERLINDA VAN LOOY
Onderwijsopvattingen en de toepassing van zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren via ICT in het lager onderwijs Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek worden eerst onderwijsopvattingen van leraren in het lager onderwijs geconceptualiseerd om in een tweede fase na te gaan in welke mate onderwijsopvattingen een effect hebben op de invoering van door ICT-ondersteunde leervormen waarbij zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerling centraal staan. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2001 : Probleemgestuurd onderwijs in de opleiding apotheker, een onderwijslaboratorium. Vrije Universiteit Brussel Abstract: AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING - De professionele wereld is net als de hele huidige samenleving onderhevig aan een snelle evolutie van wetenschap en kennis. Vele beroepen eisen v.d. persoon in kwestie mobiliteit, flexibiliteit, communicatieve vaardigheden en het verwerven van nieuwe kennis. Dit impliceert dat er ook in het onderwijs nood is aan veranderingen. - In ons huidig onderwijssysteem ziet men dat studenten vaak niet in staat zijn onderwerpen of technieken die in een bepaalde cursus gezien werden, toe te passen in een ander vakgebied omdat onvoldoende de links gelegd worden. Dit is waarschijnlijk in grote mate inherent aan de structuur van ons onderwijs waarin, door de relatief strikte indeling in unidisciplinaire vakken of cursussen, v.d. student niet vereist wordt om verbanden te leggen tussen de verschillende disciplines aangezien de evaluatie, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, eveneens unidisciplinair gebeurt door de docent van het betreffende vak. Dergelijke situatie staat haaks op de beroepssituaties waar een probleem meestal niet unidisciplinair is. MOTIVATIE EN DOELSTELLING - Waar in het onderwijs traditioneel de nadruk ligt op teaching (docentgecentreerd onderwijs), is een noodzakelijke trend de evolutie naar learning, m.a.w. de student moet leren leren en daarenboven leren verbanden te leggen tussen verschillende disciplines (studentgecentreerd onderwijs). Ons onderwijs heeft dus nood aan het verhogen van de interdisciplinariteit binnen de door de student te behandelen leerstof. - Dit project heeft als doel om enerzijds expertise in het domein op te bouwen en anderzijds een onderwijssysteem (geschikt evenwicht tussen het docentgecentreerd en het studentgecentreerd onderwijs, van het PGO genre) te ontwikkelen dat best geschikt is aan de huidige noden van onze maatschappij. - De doelstellingen die wij, wat de studenten betreft, willen bereiken zijn : (i) het leggen van verbanden tussen de verschillende wetenschapsdomeinen, (ii) het bevorderen van communicatieve eigenschappen en het werken in groepsverband, en (iii) het individueel leren leren, o.a. door invoeren van informatie technologie. - Het is eveneens de bedoeling om gedurende de zelfstudie (v.d. PGO) aan de studenten niet alleen de traditionele handboeken ter beschikking te stellen, maar ook ICT materiaal zoals bvb. beschikbaarheid van de cursussen op internet, video's, computerprogramma's en multimedia materiaal. - Uiteraard omvat een dergelijk project een meerjarenplanning en een invoering die in verschillende fasen gebeurt, waarbij elke fase steunt op de ervaring opgedaan in een vorige fase. - Bij de aanvang v.h. acad. jaar 99-00 werd een 1ste project gestart met het invoeren van 2 PGO blokken in het 1ste jaar Apr. Deze blokken waren : spectroscopie in de farmaceutische analyse, en, antibiotica. Om de studenten en tutoren eigen te maken met het nieuwe onderwijssysteem werden er voor de start van blok 1, trainingen georganiseerd. Dit hield in uitleg ivm de werking en de doelstellingen van PGO, tonen van video's van PGOsessies, zelf laten uitvoeren van een PGO-taak door studenten en tutoren (apart). Voor blok 2 werd dit weer georganiseerd, maar nu met de nadruk op foutief of niet gebruikte PGO-technieken door studenten/tutoren. - Elk blok duurt 10 weken en bestaat uit 8 taken en een bloktest. De taken worden bestudeerd in 4 groepjes van 9 à 10 studenten. Deze onderwijsgroepen ontmoeten elkaar 2x per week ged. 1 uur, nl. 1 uur voor de voorbespreking en 1 uur voor de nabespreking. Tussenin hebben de studenten een dag zelfstudie. De onderwijsgroepen worden begeleid door tutoren. - Het blok : geneesmiddelen bij pijn, onsteking en koorts, werd ingevoerd in het acad.jaar 00-01 in het 2de jaar Apr. In dit blok worden de studenten ged. 3 weken aan één stuk geconfronteerd met dit blok en worden hoorcollege's, practica en PGO met elkaar gemengd. - Naast deze organisatorische experimenten, lopen nog experimenten over evaluatie's (zie kwaliteitszorg) en opstellen van basisdocumenten (blokboek, tutoren handleiding, enz.). - Doel van dit project is dus tot een complete ombouw van het curriculum te komen en de gedane experimenten te evalueren, te synthetiseren en te verspreiden naar andere opleidingen. BEOOGDE RESULTATEN : (1) Ten opzichte van de student : - verhogen van de interdisciplinariteit - verwerven van bepaalde vaardigheden : werken in groepsverband, zelfstandig werken, life-long learning, communicatieve vaardigheden. (2) Ontwikkeling van producten : - opstellen van blokboeken en tutor handleidingen, aangepast aan de opleiding - ontwikkelen van evaluatieformulieren, blokteksten, observatorformulieren, enz. (3) Ten opzichte van derden : - dissiminatie van de templates (of frames) v.d. blokboeken, tutorhandleidingen, enz. aan andere opleidingen aan de VUB, die PGO willen uitvoeren - in een later stadium dissiminatie van deze templates naar andere instellingen toe. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Lerarenopleiding • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT • ANDRE FORIERS • DESIRE MASSART • YVETTE MICHOTTE • VERA ROGIERS
• BARTHOLOMEUS ROMBAUT • SOPHIE SARRE • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • JACQUELINE VERCAMMEN • MICHAEL VRIJSEN • RAPHAEL VRIJSEN • HENRI DE CLERCQ
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2001 : Uitbouw van een facultair trefpunt onderwijsvernieuwing RG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inrichting van een trefpunt voor academisch personeel en studenten. Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2008: Onderwijsaanbod 'Technologisch ondernemen aan de Vrije Universiteit Brussel' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2008: Onderwijsaanbod 'Technologisch ondernemen aan de Vrije Universiteit Brussel' Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS • MARC GOLDCHSTEIN
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Inleiding tot de wetenschapsmethodologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanleiding/ probleemstelling In de cursus 'Inleiding tot de wetenschapsmethodologie' wordt de studenten o.m. geleerd hoe ze correcte bibliografische verwijzingen maken. Verder wordt de studenten bijgebracht hoe ze correct citeren en parafraseren (met volledige bronvermelding) en hoe ze een bibliografie moeten opstellen. Het systeem dat hiervoor gevolgd wordt is het auteur-jaarsysteem. De eerste kan. Politieke & Sociale Wetenschappen heeft oefeningen bij de cursus, de studenten van de afdelingen economie en handelsingenieur niet. Ook in andere afdelingen moeten studenten leren omgaan met bronnenmateriaal. Vaak hebben ze geen cursus die hen de regels van bronvermelding aanleert. Motivatie en doelstelling Omdat de procedures voor het refereren, citeren en opstellen van bibliografieën vrij exact zijn, kan het niet zo moeilijk zijn om - aanvullend op de hoorcolleges - interactieve programma's te ontwikkelen die toelaten om deze materie te oefenen. D.m.v. deze programma's zouden concrete opdrachten kunnen gegeven worden. Het programma zou de fouten kunnen aangeven en tenslotte de correcte oplossingen kunnen geven. Een dergelijk programma zou ideaal zijn voor die afdelingen die nu geen oefeningen hebben bij deze cursus (Economie en Handelsingenieur). Het zou ook (in combinatie met een handboekje) bruikbaar zijn voor de afdelingen die geen cursus 'wetenschapsmethodologie' hebben, maar uiteraard ook correct moeten kunnen citeren, parafraseren, ... Het correct vermelden van literatuur wordt in onze faculteit aangeleerd in de eerste kan. Veel studenten gebruiken dit echter pas intensief in het afstudeerjaar. Een oefenprogramma zou ideaal zijn om deze leerstof opnieuw op te frissen. Resultaat/ producten die worden nagestreefd De bedoeling van het project zou zijn om dergelijke programma's te ontwikkelen en aan de studenten beschikbaar te stellen via CD-rom. Indien mogelijk zouden deze CD-rom op klein formaat uitgevoerd worden (credit-kaart), zodat ze gemakkelijk overal kunnen meegenomen worden. Bij de CD-rom zou een begeleidend zakboekje komen waarin alle regels voor het correct citeren, parafraseren en vermelden van bronnen kort worden toegelicht. Relatie met competentiegericht leren en onderwijzen Het studiemateriaal zou aanvullend moeten zijn op de hoorcolleges 'Wetenschapsmethodologie' en bruikbaar voor diegenen die geen oefeningen hebben bij dit hoorcollege. Uiteraard zal het ook een hulpmiddel zijn voor de oefeningen bij de cursus. Vorm(en) van flexibilisering Het ontwikkelde studiemateriaal zou ook zelfstandig moeten kunnen gebruikt worden door studenten die deze cursus niet volgen. Heel wat studenten hebben geen afgerond opleidingsonderdeel waarin ze leren citeren en op een correcte manier leren bronnen vermelden. Ook zij moeten echter tijdens oefeningen, werkcolleges en voor hun eindverhandeling literatuur verwerken en er op een correcte wijzen leren naar verwijzen. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Leerplatform 'Inleiding tot de sociologie'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Naar een competentiegericht en flexibel wiskunde-onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opzet van dit project is om gangbare problemen in het wiskunde-onderwijs op een innovatieve wijze aan te pakken. Het onderwijs in dit domein wordt niet zelden geconfronteerd met zeer heterogene groepen met een vaak ontoereikende voorkennis wiskunde en vaardigheden m.b.t. het hanteren van grafieken, symbolen en concepten. Bovendien betreft het vaak onderwijs waar traditionele onderwijs-leeromgevingen onvoldoende mogelijkheden tot differentiatie bieden. Deze tradionele omgevingen bevorderen bovendien een receptieve houding en stimuleren hierdoor geenszins de responsabilisering van studenten voor het eigen leerproces. Ook de aard van de leerstof zorgt voor een grote abstratiegraad die voor heel wat studenten te hoog is. Verder is er nog de werkstudentenproblematiek waarvoor een onderwijs nodig is dat een evenwicht biedt
tussen contact- en afstandsonderwijs met optimale begeleidingsvoorzieningen. Een flexiebele, activerende en multi-mediale leeromgeving kan een bijdrage leveren aan het verhelpen van deze problemen. Onder impuls van de ervaring opgedaan in het brugonderwijs, het monitoraat, de STIHO-projecten ILO (Interactieve LeerOmgeving voor statistieken wiskunde onderwijs, 1997-1999) en EPO (Elektronisch Probleemgestuurd Onderwijs, 1999-2001) en recent het VUB-project 'Interactief onderwijs in de Laptopklas' wordt beoogd om de ingeslagen weg verder te zetten en uit te diepen. Met dit projectvoorstel willen hoofdzakelijk twee doelen gerealiseerd worden: enerzijds het uitdiepen van de bestaande aanpak zowel qua ontwikkeling van leermaterialen als qua werkvormen en anderzijds het opstarten van nieuwe initiatieven inzake flexibiliteit en competenties. In concreto willen we volgende doelstellingen realiseren: · Verdere uitbouw en uitdieping van de electronische leeromgeving (Weboef) naar enerzijds andere opleidingen en anderzijds het tweede kandidatuursonderwijs. · Activering van de studenten · Responsabilisering voor eigen leerproces (o.a. door zelftoetsen) · Stimulering van collaboratief leren · Imbedding van andere begeleidingsvormen · Uitbouw van competentiegericht leren door een integratie in andere opleidingsonderdelen Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen • Manpower Planning
Onderzoekers: • MARIE GUERRY • ERIC DEGREEF
Onderwijzen in het bed van Procrustes Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de effectiviteit van gendergevoelige strategieën met betrekking tot schoolse prestaties, schoolvertraging, ongekwalificeerde drop-out, leermotivatie en aspiraties van jongeren, jongens en meisjes, in het secundair onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Mieke Van Houtte
Onderzoek als authentieke leerinhoud - naar een didactiek van onderzoekin beweging. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Maarten Simons • Fien Depaepe
Onderzoek betreffende de effectieve kostprijs van een Erasmus studieverblijf in het buitenland. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek betreffende de effectieve kostprijs van een Erasmus studieverblijf in het buitenland. Organisaties: • Cultuur en welzijn
Onderzoekers: • Peter Bursens • Koen Pelleriaux
Onderzoek betreffende de substitutieverstrekking aan druggebruikers door huisartsen in de stad Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek betreffende de substitutieverstrekking aan druggebruikers door huisartsen in de stad Antwerpen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Onderzoek betreffende eGovernment op lokaal niveau Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Philippe De Rynck
Onderzoek betreffende Financiering van onderzoek en innovatie door stichtingen in Europa. KU Leuven Abstract: HIVA participeert als landenexpert in een internationaal vergelijkend onderzoek naar de financiering van onderzoek en innovatie door stichtingen in Europa. HIVA staat in voor de verzameling en analyse van gegevens uit België. De data-verzameling gebeurt door middel van een gestandaardiseerde online enquête. Stichtingen die dit wensen kunnen de enquête ook schriftelijk invullen en per post insturen. Het onderzoek gebeurt in opdracht van de Europese Commissie (DG Research) en wordt gecoördineerd doorde VU Amsterdam (NL). Organisaties: • HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Caroline Gijselinckx • Johan Wets
Onderzoek betreffende oneerlijke concurrentie door buitenlandse ondernemingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek betreffende oneerlijke concurrentie door buitenlandse ondernemingen. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Alois Van Oevelen • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel
Onderzoek bijzondere jeugdbijstand. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een grondig onderzoek naar: -de bestaande noden in de sector bijzondere jeugdbijstand in de provincie Antwerpen -de oorzaken van de tekorten in het aanbod bijzondere jeugdbijstand (vb. de kloof tussen de geprogrammeerde en effectieve capaciteit) -de sociologische mechanismen die aan de stijgende vraag ten grondslag liggen -de manieren waarop op deze situatie kan worden ingegrepen worden Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Therese Jacobs • Kristel L R Driessens
Onderzoek en evaluatie van de jongerenjournaals Jam en Zoom. Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie zal het eerste seizoen (september 2007-juni 2008) van de jongerenjournaals (VTM-VMMa) en Jam (VT4-SBS Belgium) geëvalueerd worden. Hoet voornaamste uitgangspunt bij deze evalutie vormen de bepalingen in de contracten tussen beide TV-maatschappijen en de Vlaamse overheid (die de programma's subsidieert). Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck • Heidi Vandebosch • Alexander Dhoest
Onderzoek en kwalitatieve digitale ontsluiting van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de kwalitatieve digitalisering van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. De resultaten uit het onderzoek worden gebundeld in een kwalitatief lessenpakket, syllabus en een e- book dat wordt aangeboden aan specifieke vakbibliotheken en musea om de informatie toegankelijk te maken voor verder onderzoek. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
Onderzoeken van verkeersstromen van, naar en in het Antwerpse havengebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project dient te leiden tot het in kaart brengen van verkeersstromen van, naar en in de Antwerpse haven, rekening houdend met: - woon-werkverkeer; - goederenverkeer; - de stromen tussen rechter- en linkeroever. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Ann Verhetsel • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Onderzoek in het domein van arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht en ambtenarenrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstelling van het project bestaat erin om - vanuit een onafhankelijke wetenschappelijke invalshoek - een substantiële bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat over allerlei 'hot issues'. Daarbij wordt gedacht aan de uniforme rechtspositieregeling voor het overheidspersoneel en aan de toekomstige pensioenhervormingen 2020-2040. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Onderzoek in het domein van de Europese handelspolitiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers:
• Dirk De Bièvre
Onderzoek in het domein van de internationale migratie en integratie van migrantengemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Onderzoek in het domein van de ontwikkelingssamenwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Onderzoek in het domein van de "Organizational Adaptation & Renewal". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Victor Gilsing
Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP BURGER EN POLITIEK • Extremisme en democratie
Onderzoekers: • Caspar Mudde
Onderzoek in het domein van de politieke sociologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Van Aelst
Onderzoek in het domein van de politieke wetenschappen meer bepaald in het gebied van multilevel governance, Europeanisering en belangenbehartiging. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers
Onderzoek in het domein van globalisering, multilevel governance en federalisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoeksproject van de kandidate is om bij te dragen aan het contemporaine debat inzake globalisering, multi-level governance en federalisme door na te gaan aan welke mechanismen de patenthervormingen in Europa, de Verenigde Staten en Japan onderhevig zijn en te kijken naar de invloed van deze patenthervormingen op het institutionele ontwerp van de respectievelijke octrooisystemen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Esther van Zimmeren
Onderzoek in het domein van het onderwijs en de professionele ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • David Gijbels
Onderzoek in het domein van "Nieuwe industriële economie en de rol van de overheid". Universiteit Antwerpen
Abstract: Onderzoek in het domein van "Nieuwe industriële economie en de rol van de overheid". Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Jan Bouckaert
Onderzoek in het domein van personeels- en organisatiemanagement meer bepaald individueel en organisationeel performance-management Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Alex Vanderstraeten • Mieke Audenaert
Onderzoek mbt het inclusief onderwijs in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Dit etnografisch onderzoek moest leiden tot kritische factoren/ processen voor ?goede inclusiepraktijk?. Belangrijke inclusieprocessen zijn: het kind zelf, de manier waarop hij mag leren en participeren op de gewone school, de manier waarop verschillende betrokkenen rond het kind (ouders, leerkracht, klasgenoten, ondersteuner(s)) dit proces ondersteunen, hoe er in team wordt samengewerkt en met overgangen wordt omgegaan. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Geert Van Hove
Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sporten bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sport- en bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM
Onderzoek met het oog op een eerste advies over de toepassing van het Europese recht op de premie voor jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is het beantwoorden van een aantal vragen met het oog op een eerste advies over de toepassing van het Europese recht op de premie voor jonge kinderen. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Herwig Jacobus Maria Verschueren
Onderzoek middelengebruik bij jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de voorbije twee jaar (1994-1995), ID 1941140990 en ID 1951 140980, voerden we een onderzoek uit bij jongeren van 12 tot 22 jaar inzake het gebruik van de genotmiddelen: alcohol, medicatie en illegale drugs, in relatie tot hun vrije tijdsbesteding. Analyses van de resultaten tonen aan dat drugsgebruik meestal gerelateerd is aan experimenteel en recreatief drugsgebruik. In de tweede fase van het onderzoek wordt in functie van het maken van een inventaris van de bestaande interventie- en preventieprogramma's, bij de verschillende betrokken instanties nagegaan in welke mate zij met het vermelde fenomeen geconfronteerd word en en hoe ze er op inspelen. In het verleden werden reeds een waaier van benaderingen, ter preventie van misbruik van middelen bij adolescenten, ontwikkeld en uitgetest. Doch het ontwikkelen van effectieve preventiestrategieen bleek veel moeilijker te zijn dan oorspronkelijk werd gedacht. Tijdens het begin van de jaren '90 werd een programma ontwikkeld in Vlaanderen. 'Leefsleutels' is gebaseerd op deze 'Life Skills Training' en is aangepast aan de Vlaamse cultuur. Het doel van dit onderzoek is de effectiviteit van dit programma te bepalen.Het onderzoek omvat een kleinschalige pilot-studie voor een honderdtal leerlingen van scholen die reeds ervaringen hebben opgedaan met 'Leefsleutels'. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Onderzoek naar aanbevelingen voor een sterker Vlaams handhavingsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar aanbevelingen voor een sterker Vlaams handhavingsbeleid. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier
Onderzoek naar beleid en praktijk bij de aanpak van kindermishandeling in Vlaanderen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Frans Lammertyn • Koen Hermans • Kristof Desair
Onderzoek naar bestuurlijke handhaving in de ruimtelijke ordening. Universiteit Hasselt Abstract: Om het huidige instrumentarium van gerechtelijke handhaving en preventief administratief stakingsbevel te moderniseren en slagvaardiger te maken, moet nagegaan worden of dit kan worden aangevuld met een volwaardig bestuurlijk herstelbevel, dat het rechtsherstellend karakter van de gerechtelijke handhaving combineert met de snelheid van het administratief stakingsbevel. Voor het einde van mei 2012 zal onderzocht worden op welke wijze de gerechtelijke handhaving en het preventief administratief stakingsbevel aangevuld kunnen worden met een volwaardige curatieve administratieve handhaving, bijvoorbeeld gesteund op figuren van bestuursdwang en last onder dwangsom uit het Nederlandse recht, uiteraard met eigen Vlaamse accenten. De gerechtelijke controle op deze administratieve handhaving zal in principe verlopen via de gewone rechtbanken, naar het voorbeeld van de controle op het stakingsbevel, die ondertussen al 40 jaar op deze leest is geschoeid. Deze administratieve handhaving zal in de eerste plaats gericht zijn op herstel. Ook de opportuniteit van het invoeren van een flankerende administratieve geldboete voor bepaalde bouwinbreuken dient hierbij onderzocht te worden. In verband met dit laatste dient te worden nagegaan in welke mate de lokale besturen hier zelf de vruchten kunnen van plukken en aldus een (deel van) de kosten van het lokale handhavingsbeleid kunnen recupereren. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht
Onderzoekers: • Alexander DE BECKER
Onderzoek naar bestuurlijke handhaving in de ruimtelijke ordening. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek omvat: 1. Een rechtsvergelijkend onderzoek van systemen van bestuurlijke handhaving, gehanteerd in Vlaanderen, Nederland, Engeland, en minstens twee andere landen/regio's van de EU 2. Een doelmatigheidsonderzoek, gebaseerd op in de onderzochte landen beschikbare cijfergegevens (doorlooptijden, pakkans, personeelsinzet, aantal inbreuken...) en een vergelijking met de Vlaamse situatie. 3. Een onderzoek van de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens en het Grondwettelijk Hof mbt de bestaanbaarheid van relevante technieken van administratieve handhaving met de waarborgen en de grondrechten van de Belgische Grondwet vanuit het perspectief van de overtreder, de nieuwe eigenaar van het onroerend goed en de benadeelden. 4. Het formuleren van concrete aanbevelingen tot aanpassingen en invulling van de Vlaamse reglementering, met het oog op het tot stand brengen van een hybride systeem van gerechtelijke en administratieve handhaving. De studie dient in de eerste plaats te focussen op de introductie van bestuurlijke herstelmaatregelingen naast de bestaande (desgevallend geoptimaliseerde) gerechtelijke mogelijkheden. Daarnaast zal de studie nagaan of een veralgemeend systeem van bestuurlijke sancties, waarvan de opbrengsten ten dele aan de lokale overheden zouden kunnen toekomen, mogelijk en opportuun is ter preventie van bouwmisdrijven. Organisaties: • Strafrecht en Strafprocesrecht
Onderzoekers: • Daniel DE WOLF
Onderzoek naar bewonersparkeren in Genk Universiteit Hasselt Abstract: De opdrachtgever stelt zich tot doel een onafhankelijke studie uit te laten voeren omtrent het bewonersparkeren in de Stad Genk. De stad heeft in het verleden er telkens voor gekozen om bewonersparkeren in de stad zoveel als mogelijk te beperken. Alternatieven zoals ondergrondse parkeergarages werden voorzien. De stad wenst deze politiek aan een onafhankelijk, gedetailleerd en kritisch onderzoek te onderwerpen. Aan IMOB is daarom gevraagd om o.a. omwille van haar expertise met het Vademecum Parkeren een gedetailleerde analyse uit te voeren omtrent voorliggend probleem. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS
Onderzoek naar bibliotheekgebruik in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van dit project kan elke Vlaamse bibliotheek zich via het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken inschrijven voor een gebruikersonderzoek. In alle deelnemende bibliotheken wordt een steekproef getrokken uit de ingeschreven leners boven 15 jaar. Aan deze mensen wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen en desgevallend worden de uitleengegevens gedurende 6 maanden bijgehouden (van 1 januari tot 30 juni). Naast de klassieke socio-demografische achtergrondvariabelen, wordt in de vragenlijst o.m. ook gepeild naar de tevredenheid met de bibliotheek, hoe de bibliotheek gebruikt wordt, opzoekgedrag in de bibliotheek, en verder ook naar de algemene cultuurparticipatie, mediavoorkeuren, vrijetijdsbestedingen, en houdingen.De deelnemende bibliotheken ontvangen zelf ook een vragenlijst die peilt naar de infrastructuur en de verschillende diensten die de bibliotheek aanbiedt. De uitleengegevens en de antwoorden op de vragenlijst worden centraal verzameld en verwerkt. Elke deelnemende bibliotheek ontvangt een rapport met resultaten waarin de resultaten van de individuele bibliotheek worden vergeleken met het Vlaams gemiddelde. In een latere fase van het project worden globale analyses m.b.t. het bibliotheekgebruik in Vlaanderen gepland. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Leen VAN THIELEN • Dieter VANDEBROECK
Onderzoek naar Brussel en andere meertalige (hoofd)steden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het opzet van deze onderzoeksgemeenschap bestaat erin onderzoeken, die verschillende aspecten van de Brusselse problematiek belichten, met elkaar te confronteren en aan elkaar te toetsen in congressen en seminaries en samen te brengen in publicaties. Het onderzoeksnetwerk wil daarmee tegemoet komen aan de nood aan wetenschappelijke synthese om het debat over Brussel te depolitiseren en, enerzijds, een beter inzicht te brengen in de algemeen maatschappelijke processen in de grootstad, processen die aanleiding gaven/geven tot politiek-institutionele ingrepen en, anderzijds, het institutionele kader waarbinnen deze sociale processen tot stand komen, evalueren. De onderzoeksgemeenschap wil m.a.w. een forum birfrn voot gezamenlijke studies over de plaats van Brussel in de staatshervorming, over de internationale en nationale betekenis van de hoofdstad, de analyse van het Brusselse model, over de sociale leefbaarheid van de stad, over de demografische en sociaal-culturele spreidingspatronen, over de taal- en politieke verhoudingen, over de verhouding tussen het gewest en de gemeenschappen en de rol van de gemeenten, over de bescherming van de minderheden, over de juridische implicaties van aampassingen aan het statuut van de hoofdstad en zo veel als mogelijk zal getracht worden dit in een internationaal comparatief perspectief te laten gebeuren. De vraag naar de mogelijkheden van 'conflict management' en 'resolution' is immers bijzonder actueel tegen een achtergrond van oprispend nationalisme en aanslepende conflicten in bepaalde gepolariseerde steden. Deze onderzoeksgemeenschap stelt zich bijgevolg tot doel de analyse van de Brusselse situatie verder op zich te nemen en daarnaast de institutionalisering van het onderzoek te realiseren. Een verregaande samenwerking met onderzoekers uit Canadese en Zwitserse stden staat daarbij in een eerste fase centraal. De bedoeling is in een volgende fase ook andere meertalige stden bij het onderzoeksnetwerk te betrekken. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel
Onderzoekers: • ELS WITTE
Onderzoek naar burgerzin bij leerlingen van het Vlaamse secundair onderwijs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Rianne Janssen • Fleurie Bellon
Onderzoek naar de analyse van de behoeften voor grensoverschrijdende diensten en de beoordeling van de organisatorische, juridische, technische en semantische barrières. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens
Onderzoek naar de auto-discriminatie van jonge allochtonen in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Onderzoek naar de beeldvorming rond jong ouderschap bij kwetsbare jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit onderzoek, in opdracht van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, is drieledig. Ten eerste wordt de representatie van jong ouderschap op de Vlaamse televisie geanalyseerd. Ten tweede zal gekeken worden naar de receptie van televisieinhouden omtrent het onderwerp bij kwetsbare jongeren. Een derde, onderliggende, doelstelling bestaat erin om via participatieve onderzoekstechnieken na te gaan hoe kwetsbare jongeren betekenis geven aan de mediarepresentatie van jong ouderschap en welke rol sociale media kunnen spelen in dit proces van receptie en betekenisgeving. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Hildegarde Van den Bulck • Michel Walrave • Heidi Vandebosch • Alexander Dhoest • Koen Ponnet • Karel Neels • Steve Paulussen • Pieter Maeseele
Onderzoek naar de behoefte inzake vrijetijdsbesteding van de Antwerpse jeugd. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project wensen we de vrijetijdsbehoeften van Antwerpse tieners in kaart te brengen. Aangezien het een beleidsgericht onderzoek betreft zullen de finale doelen van de studie zich op het vlak van informatieverstrekking en beleidssuggesties bevinden. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Welke behoeften hebben Antwerpse tieners inzake vrijetijdsbesteding en op welke manier kan de stedelijke jeugddienst aansluiten bij de behoeften? Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Onderzoek naar de betekenis van het solidariteitsbeginsel in het Europees recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het solidariteitsbeginsel krijgt gaande weg meer en meer betekenis in het Europees recht. Dit blijkt op de eerste plaats uit de reeds bestaande Europese verdragen en de versterking van het solidariteitsbeginsel door het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Dit blijkt tevens uit de meest recente evolutie van de rechtspraak van het Hof van Justitie bij de toepassing van onderdelen van het gemeenschapsrecht zoals het Europees burgerschap, de interne markt en het mededingingsrecht. De bedoeling van het onderzoek is te analyseren waar en op welke manier het Europees recht inhoud geeft aan het solidariteitsbeginsel. De resultaten van dit onderzoek zullen geplaatst worden naast de invulling die aan dit begrip wordt gegeven in de Europese Open Methode van Coördinatie en in het sociaal recht en beleid van lidstaten. Hieruit zouden dan besluiten moeten kunnen getrokken worden m.b.t. de vraag of er in deze Europese context een coherentie invulling en visie bestaat op het solidariteitsbeginsel. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Anne-Marie Van den Bossche • Bea Cantillon • Herwig Jacobus Maria Verschueren
Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Onderzoek naar de economische impact van de uitbreiding van de hub-activiteiten van het koeriersbedrijf DHL op de luchthaven van Zaventem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Regional Economic Impact Study of the extension project at Brussels Airport. Analysis of qualitative elements such as employment characteristics, impact on regional competitiveness, impact on the development of Brussels Airport, interaction between passenger and cargo flows, analysis of corporate strategy of integrators. Multi-criteria analysis of different development strategies, with integration of ecological criteria, in coordination with other consultants. This study served as the basis for the political decision of the Belgian Federal Government in this matter. DHL was closely involved as a stakeholder. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ALAIN VERBEKE • Michael DOOMS • CATHY MACHARIS
Onderzoek naar de één-op-éénrelatie in het instrumentaal onderricht in het hoger muziekonderwijs Hogeschool Gent Abstract: Het instrumentonderwijs is sinds decennia gebaseerd op individuele onderwijsmethodes, waarbij een deskundige meester de student initieert in het vak. Meer nog dan in het traditionele klasonderwijs staan ontmoeting en dialoog – tussen de docent en de student – centraal. Deze relatie steunt op de meester-gezel traditie. De meester – het model – demonstreert, luistert, observeert, stuurt, inspireert en geeft commentaar. De gezel – de volgeling – kijkt, luistert, imiteert en zoekt goedkeuring. Vanuit een pedagogisch standpunt zijn er in deze relatie drie belangrijke factoren aanwezig die allen een invloed hebben op het onderwijsleerproces: de docent, de student en de vakkennis. Dit wordt door Imelman (1982) de triadische pedagogiek genoemd. Er bestaat reeds onderzoek met als focus de interactie tussen de student en de docent door middel van observatie (zie bijv.: Persson, 1993 en Zhukov, 2004), maar het accent ligt er voornamelijk op de instrumentdocent en zijn/haar vakdeskundigheid. Men vergeet echter maar al te vaak dat er in de onderwijspraktijk twee mensen zijn die een rol spelen (“it takes two to tango”). Dit onderzoeksproject heeft tot doel de onderwijspraktijk binnen het één-op-één instrumentonderwijs (hoger onderwijs) te onderzoeken, waarbij er aandacht is voor de inbreng en perspectieven van zowel de docent als de student, met als doel het achterhalen en in kaart brengen van deze pedagogische praxis. De eigenheid van deze onderzoeksgroep (instrumentdocenten en studenten) vereist dat er een zekere toenadering ontstaat tussen de onderzoeker en de participanten, waarbij een persoonlijk relatie opgebouwd wordt. Vandaar dat er gekozen wordt voor een kwalitatieve onderzoeksopzet. Op basis van het verzamelde materiaal (audio-opnames, veldnotities en studentenblogs) zal een portret gemaakt worden van deze onderwijspraxis. Dit zal aangevuld worden met diepte-interviews bij de betrokken docenten en hun studenten. Het in kaart brengen van de gangbare onderwijspedagogische praxis die gebruikt worden in het hoger instrumentonderwijs kan een startpunt zijn van reflectie en meer openheid. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Muziekagogiek
Onderzoekers: • Philip De Roeck • Ruth Rondas
Onderzoek naar de effecten van het media-educatieproject "Kranten in de klas" op het leesgedrag en aankoopgedrag inzake kranten van de deelnemers aan het project en het gezin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project stelt scholen en leerkrachten van het lager en secundair onderwijs gedurende twee opeenvolgende schoolweken gratis kranten ter beschikking. Het KIK project wil leerlingen uit het lager en secundair onderwijs kennis laten maken met kranten, hen er actief mee laten werken in schoolverband en leerlingen helpen om kritische mediagebruikers te worden. Zodoende verwerven de leerlingen niet alleen mediageletterdheid en
actualiteitskennis, maar werken ze ook op interactieve wijze aan de (vakoverschrijdende) eindtermen. KIK wil bijdragen tot het vormen van kritische en goed geïnformeerde jonge burgers door bruggen te bouwen tussen onderwijs, krant en maatschappij. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Onderzoek naar de effecten van leertrajectbegeleiding in de lerarenopleiding. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van leertrajectbegeleiding op de leerprestaties van studenten wordt nog niet systematisch, empirisch en longitudinaal onderzocht. Nochtans is onderzoek naar de effectivitieti van leertrajectbegleiding belangrijk om inzicht te verwerven in de aard van de effecten op cognitieve, metacognitieve en niet-cognitieve outputmaten. Belangrijk hierin is de vraag naar de mogelijk differentiële effecten van leertrajectbegeleiding die optreden op basis van instroomkenmerken van studenten. Mixed method onderzoek op dit terrein is wenselijk om ondermeer na te gaan of er geen ongewenst matheüseffect optreedt door deze vormen van leertrajectbegeleiding. Het uitvoeren van dit evaluatieonderzoek is beleidsmatig belangrijk om na te gaan hoe bestaande initiatieven verder kunnen worden geoptimaliseerd. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Vincent Donche • David Gijbels
Onderzoek naar de effectiviteit van communicatiestrategieën via sociale media van gouvernementele organisaties in tijden van crisis Universiteit Gent Abstract: Via sociale media kan informatie op een snelle manier verspreid worden naar een groot publiek tijdens een crisis. Bestaand onderzoek focust vooral op communicatiestrategieën tijdens de post-crisisfase gericht op reputatieherstel. Een taak van primordiaal belang tijdens een crisis is het publiek informeren. Bijgevolg wil dit doctoraaatsproject nagaan hoe de communicatie via sociale media tijdens de crisis managementfase kan worden geoptimaliseerd. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Liselot Hudders • Veroline Cauberghe
Onderzoek naar de efficiëntie en meerwaarde van de projecten gestructureerde kortdurende residentiële begeleiding Universiteit Gent Abstract: Nagaan van de effectiviteit van deze GKRB bij de uitstroom van jongeren uit de gemeenschapsinstellingen en het ontwikkelen van een evaluatie instrument voor deze vorm van hulpverlening. Onderzoek naar de efficiëntie en meerwaarde van de projecten gestructureerde kortdurende residentiële begeleiding. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Onderzoek naar de Gelukservaring, subjectief welzijn Vrije Universiteit Brussel Abstract: Subjectief welzijn en persoonlijk geluk Onderzoek wijst uit dat op lage tot matige niveaus van economische ontwikkeling het bruto nationaal geluk toeneemt met economische groei. Vanaf een bepaald niveau van economische ontwikkeling stijgt het bruto nationaal geluk echter niet meer noemenswaardig met een verdere toename van het bruto nationaal product. We zetten ons in voor economische groei, maar worden daar niet meer gelukkiger van. Economische groei is niet langer vooruitgang, want vooruitgang boeken we slechts als we met z'n allen wat gelukkiger worden. Het streven naar geluk moet dus worden heruitgevonden. Daar wil het boek "Het grootste geluk" toe bijdragen. Vandaag wordt het streven naar geluk ook mogelijk omdat we het kunnen meten, vergelijken, analyseren. We hebben naast een 50-tal voorbereidende gesprekken, een vragenlijst voorgelegd aan een louter toevallige steekproef van 4487 inwoners van België, 19 tot 81 jaar oud. Die gegevens werden zorgvuldig geanalyseerd en met 23 van de mensen die de vragenlijst hadden ingevuld, werden open, diepgaande gesprekken gevoerd. Die gesprekken hebben ons geholpen bij de interpretatie van onze vaststellingen. In de studie werd een zeer complexe en verfijnde maat van geluk gebruikt en bestaat uit een aantal deelaspecten die onderling sterk samenhangen. De deelaspecten zijn: - de eenvoudige maat van tevredenheid met het leven in het algemeen, - de Satisfaction with Life Scale (SWLS), - de tevredenheid met vrijetijd en sociale contacten, - de tevredenheid met onmiddellijke omgeving en dagelijkse leven, - de tevredenheid met lichaam en gezondheid - de affectieve definitie van geluk als positieve minus negatieve gemoedstoestanden. Het geluk van de Belgen is normaal verdeeld. De maat varieert van 0 tot 100. Als we een opdeling maken, kunnen we zeggen dat: - 15% zeer ongelukkig is - 30% eerder ongelukkig - 42% gelukkig en - 14% heel gelukkig De gemiddelde geluksscore van de Belgen, het bng is 61. Het bruto regionaal geluk is het hoogste in Vlaanderen, het laagste in Wallonië. Er is ook een opmerkelijke evolutie van het geluk over de levensloop. De mythe van de ongelukkige oudjes mag worden opgeborgen. Het gelukkigst zijn de mensen tussen 66 en 75. Het ongelukkigst de mensen tussen 36 en 55. Het onderzoek en het boek wil dergelijke verschillen niet alleen vaststellen, maar ook verklaren. Waarom zijn Vlamingen gelukkiger dan Walen, oudere mensen gelukkiger dan veertigers, mannen gelukkiger dan vrouwen, hoogopgeleiden gelukkiger dan laaggeschoolden. De verschillen in de
gelukservaring van de Belgen worden in zeer grote mate verklaard. De elementen die bijdragen tot dan wel afbreuk doen aan geluk zijn de volgende: Draagt bij tot geluk - Tevreden kunnen zijn met wat men heeft - Optimistisch zijn - Met inkomen kunnen rondkomen en (minstens een beetje) kunnen sparen - Het gevoel hebben het leven in eigen handen te hebben en niet te worden geleefd - Actieve en uithuizige vrijetijdsbesteding - Veel sociale contacten - Een breed steunnetwerk Doet afbreuk aan geluk - Eenzaamheid - Ziek zijn - Willen onthaasten - Veel tijdsdruk ervaren - Mensen in de naaste omgeving die ziek zijn - Een onzekere financiële toekomst hebben Geluk is ook een kwestie van ingesteldheid. Houdingen en opvattingen die onder gelijke omstandigheden gelukkiger maken, noemen we wijsheid. Het gevoel het leven in eigen handen te hebben en optimisme zijn belangrijke vormen van wijsheid. Ze verwerven is een kwestie van persoonlijke verantwoordelijkheid, maar onderwijs en vorming kunnen veel meer bijdragen dan vandaag het geval is. Geluk is geen toeval, het is een competentie: in grote mate een kwestie van kennis, vaardigheid en de juiste houding. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN • WENDY SMITS
Onderzoek naar de gevolgen van de afwijziging van een verzoek tot juridische tweedelijnsbijstand op de oplossing van het geschil. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de gevolgen van de afwijziging van een verzoek tot juridische tweedelijnsbijstand op de oplossing van het geschil, bij wijze van een telefonische enquête op basis van een vragenlijst die een combinatie vormt van open en gesloten vragen, voorgesteld aan 100 personen die bij wijze van steekproef worden getrokken uit de personen wiens vraag om rechtsbijstand in 2008-2009 werd afgewezen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Onderzoek naar de gevolgen van vernieuwingen in de vijetijd op het functioneren en het takenpakket van de gemeentelijke aanbodverstrekkers van vrijetijd Vrije Universiteit Brussel Abstract: De beleidspraktijken van de lokale overheden inzake vrijetijd (sport, recreatie, cultuur, sociaal-culturele activiteiten) verschillen in meerdere opzichten van gemeente tot gemeente. Daarenboven laten een aantal economische, sociale, demografische en politieke ontwikkelingen hun invloed op het vrijetijdsgebeuren nu reeds gelden, niet alleen in België maar in een bredere Europese context. Tegen een achtergrond van steeds verdergaande commercialisering van het vrijetijdsaanbod, toenemende of stagnerende werkloosheid, vergrijzing van de bevolking en een tendens tot decentralisering van politieke bevoegdheden naar het lokale niveau toe, dringt een bezinning over de taakstelling en het functioneren van de plaatselijke aanbodversterkers van vrijetijd zich op.Dit onderzoeksvoorstel wil een terreinverkenning doen naar de mogelijke nieuwe rol(len) van de lokale overheden op het vlak van de vrijetijd, in aansluiting op het OZR-project 1973230480 'Onderzoek naar de gevolgen van sportieve vernieuwingsactiviteiten op het functioneren en het takenpakket van gemeentelijke sportdiensten'. Via de Delphi-methode zullen alle betrokkenen of belanghebbende partijen -beleidsmensen, belangengroepen en gebruikers- bevraagd worden. Op basis van hun antwoorden kunnen een aantal mogelijke toekomstscenario's geconstrueerd worden die relevant zijn als beleidsvoorbereiding. Aansluitende hierbij zal rond het plaatselijk vrijetijdsbeleid een case-studie uitgevoerd worden in een Vlaamse gemeente. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Onderzoek naar de graad van sportparticipatie en fysieke activiteit op Vlaams niveau en opstellen van een instrument voor de evaluatie van sportpromotiecampagnes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de graad van sportparticipatie en fysieke activiteit op Vlaams niveau en opstellen van een instrument voor de evaluatie van sportpromotiecampagnes. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Onderzoek naar de impact van opgelegde versus persoonlijke ankers op psychometrische kwaliteit van ratingschalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de humane wetenschappen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van beoordelingsschalen zonder dat daarbij veel aandacht wordt geschonken aan de keuze van de ankers (= de verbale labels op de schaal). Recent onderzoek van onszelf naar zelfbeoordeling van subjectieve levenskwaliteit (Bernheim, Theuns, Mazaheri, Rose, 2003) heeft echter aangetoond dat de keuze voor een schaal met opgelegde ankers een belangrijke vertekenende impact kan hebben op de bekomen metingen. In het voorgestelde project wordt in een reeks experimenten --waarin diverse soorten stimuli dienen te worden beoordeeld --de instructie m.b.t. de
gebruikte ankers gemanipuleerd om na te gaan hoe de kwaliteit van beoordelingen kan worden geoptimaliseerd. Daarbij worden de psychometrische kenmerken van diverse beoordelingsschalen nagegaan. De stabiliteit van de ankers en de betrouwbaarheid van (herhaalde) beoordelingen worden onderzocht. Een systematische vergelijking wordt gemaakt tussen de beoordelingen met zelfgedefinieerde ankers (ankerpunten die verwijzen naar de persoonlijke belevingssfeer van de beoordelaar) en door de onderzoeker opgelegde ankers. Omwille van het onderzoek worden eerst objectief meetbare stimuli (bvb lijnstukken, meetkundige figuren, ...) gebruikt voor de beoordelingen, vervolgens meer subjectieve stimuli (geluk, kwaliteit, schoonheid, ...). Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Joeri HOFMANS
Onderzoek naar de integratie van migranten als huishoudelijk personeel in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ILO. UA levert aan ILO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Onderzoek naar de interactie tussen Kanker en Ouderdom. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts
Onderzoek naar de invloed van nieuwe technologieën op criminaliteitsbeheersing. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van dit project is om een analyse te maken van de technologieën die een impact kunnen hebben op criminaliteitsbeheersing en de mogelijkheden om hier met aangepaste preventiemaatregelen aan tegemoet te komen. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Wim Hardyns
Onderzoek naar de lichamelijke en psychologische ontwikkeling van intracytoplamatische Sperma Injectie ICSI-kinderen door middel van individuele en gezinsdiagnostiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel: Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI), een nieuwe technologie in de behandeling van infertiliteit, is reeds in gebruik in meer dan 750 Europese ziekenhuizen. Dit onderzoek gaat na welke de implicaties zijn op het vlak van de medische en psychosociale ontwikkeling van kinderen geboren na ICSI behandeling. Men verwacht dat ICSI kinderen, in vergelijking met kinderen geboren na een spontane zwangerschap, meer mineure fysieke anomalieën vertonen, naast meer moeilijkheden met de fijne/grove motoriek evenals meer temperaments- of gedragsproblemen. Opzet: Er vindt een follow-up studie plaats naar de ontwikkelingsgegevens van 6- tot 11-jarige ICSI-kinderen. De gegevens van deze kinderen op 5-jarige leeftijd zijn reeds beschikbaar (verzameld in 1999-2000). In Fase 1 (2002-2003) wordt bij de nu 8- à 9-jarige kinderen die op wereldvlak als eersten door middel van ICSI geboren werden, de fysieke gezondheid, psychomotorische coördinatie, het cognitief functioneren en gedrag, evenals de gezinsrelaties geëvalueerd. Deze evaluatie herhaalt zich in de follow-up fasen bij kinderen op resp. 9-, 10- en 11-jarige leeftijd (fasen 2, 3, 4; 2003-2005). De gegevens van de ICSI-kinderen worden vergeleken met die van een controle-groep van kinderen geboren na spontane zwangerschap en gematched naar socio-demografische variabelen. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Centrum Medische Genetica • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Onderzoek naar de lichamelijke en psychologische ontwikkeling van Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI)kinderen door middel van individuele en gezinsdiagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel: Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI), een nieuwe technologie in de behandeling van infertiliteit, is reeds in gebruik in meer dan 750 Europese ziekenhuizen. Dit onderzoek gaat na welke de implicaties zijn op het vlak van de medische en psychosociale ontwikkeling van kinderen geboren na ICSI behandeling. Men verwacht dat ICSI kinderen, in vergelijking met kinderen geboren na een spontane zwangerschap, meer mineure fysieke anomalieën vertonen, naast meer moeilijkheden met de fijne/grove motoriek evenals meer temperaments- of gedragsproblemen. Opzet: Er vindt een follow-up studie plaats naar de ontwikkelingsgegevens van 6- tot 11-jarige ICSI-kinderen. De gegevens van deze kinderen op 5-jarige leeftijd zijn reeds beschikbaar (verzameld in 1999-2000). In Fase 1 (2002-2003) wordt bij de nu 8- à 9-jarige kinderen die op wereldvlak als eersten door middel van ICSI geboren werden, de fysieke gezondheid, psychomotorische coördinatie, het cognitief functioneren en gedrag, evenals de gezinsrelaties geëvalueerd. Deze evaluatie herhaalt zich in de follow-up fasen bij kinderen op resp. 9-, 10- en 11-jarige leeftijd (fasen 2, 3, 4; 2003-2005). De gegevens van de ICSI-kinderen worden vergeleken met die van een controle-groep van kinderen geboren na spontane zwangerschap en gematched naar socio-demografische variabelen. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Pediatrie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • SMADAR WESTREICH
• INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Onderzoek naar de meerwaarde en de implementatiemogelijkheden van meer zelfstandig leren door leerlingen in het hoger secundair onderwijs in Vlaanderen. (OBPWO-1998) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door een experimenteel onderzoek op het terrein, eerder dan door vergelijkende literatuurstudie of vrijblijvende enquetering, willen we nagaan in hoeverre meer flexibele en creatieve onderwijsleerprocessen haalbaar zijn in Vlaamse scholen. Voorafgaandelijk worden scholen die intresse betonen voor het project gescreend op hun vermogen een vernieuwingsstrategie in de praktijk te brengen. Na een vorming van alle actoren volgt een experimentele fase waarin zelfstandig leren in een aantal vakken wordt ingeroosterd, rekening houdend met de principes van een collegiaal organisatiemodel. Door middel van een pre-postdesign worden verschillen opgespoord die een eerste inventarisatie van realisatievoorwaarden vanuit de parktijk moeten opleveren. Organisaties: • Centrum voor Westers Hellenisme • Lerarenopleiding
Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR • MICHEL PIERRARD • HERLINDA VAN LOOY
Onderzoek naar de mode-industrie in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal inzoomen op de verschillende deelsegmenten van de modesector. Zo kunnen we komen tot een verdiept inzicht in deze verschillende segmenten. Het project zal bestaan uit verschillende werkpakketten: *beschrijving van de kenmerken van de verschillende segmenten, de dynamieken in de waarde keten per segment. *analyse van de bedrijfseconomische impact van de verschillende deelsegmenten. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Onderzoek naar de motivatie tot behandeling bij gedetineerde druggebruikers met specifieke noden in therapeutische gemeenschappen en andere behandelingsmodaliteiten Hogeschool Gent Abstract: Druggebruik in correctionele settings wordt wereldwijd beschouwd als een groot probleem. Het belang van een aangepaste behandeling voor gedetineerden met drugproblemen komt dan ook meer en meer op de voorgrond, niet in het minst in het licht van recente onderzoeksbevindingen omtrent de effectiviteit van behandeling (o.a. in therapeutische gemeenschappen) en (internationale) beleidskeuzes die pleiten voor het belang van rehabilitatie in plaats van (loutere) repressie en bestraffing. Daarnaast kadert deze vaststelling ook binnen de toenemende aandacht van hulpverleners en onderzoekers voor de ondersteuning van specifieke doelgroepen met drugproblemen, waaronder vrouwen, justitieel verwezen cliënten, mensen met een (verstandelijke) handicap, personen met een dubbele diagnose, adolescenten, etc. Motivatie en bereidheid tot behandeling zijn in dit verband, blijkens de literatuur, essentiële concepten omwille van hun invloed op retentie, betrokkenheid van de cliënt en succes van de behandeling._x000D_ _x000D_ Het voornaamste objectief van het proefschrift beoogde dan ook het in kaart brengen van motivatie en bereidheid tot behandeling voor drugproblemen bij gedetineerden, met specifieke aandacht voor een subgroep van mensen met specifieke (intellectuele) noden. Naast het in kaart brengen van een aantal hedendaagse tendensen in de (residentiële) drughulpverlening (doelstelling 1) en het onderzoeken van voor het onderzoek belangrijke kenmerken van drug-involved gedetineerden (doelstelling 2), werd veel aandacht besteed aan de assessment van motivatie, behandelingsnoden en verschillen hieromtrent tussen personen met en zonder verstandelijke beperkingen (doelstelling 3)._x000D_ De belangrijkste resultaten van het doctoraat kunnen als volgt worden samengevat:_x000D_ Doelstelling 1_x000D_ Een theoretische, vergelijkende retrospectieve studie bracht aan het licht dat er twee grote stromingen van therapeutische gemeenschappen (TG) in gevangenissen kunnen onderscheiden worden, i.c. de democratische TG naar Maxwell Jones en de hiërarchische TG naar Synanon. Ondanks initiële verschillen in oorsprong, ontwikkeling en werkwijze worden een aantal overeenkomsten geïdentificeerd en uitgewerkt. _x000D_ Doelstelling 2_x000D_ In het doctoraat wordt ingegaan op de definiëring van het begrip ‘verstandelijke beperkingen’ vanuit recente theorievorming (A.A.M.R. 2002) en de implicaties hiervan op het onderzoek. Naast een beschrijving van de meest recente bevindingen m.b.t. de relatie tussen ‘verstandelijke handicap’, ‘druggebruik’, ‘norm-afwijkend gedrag en het plegen van criminele feiten’ wordt de aandacht gevestigd op kenmerken van de doelgroep. Doelstelling 3_x000D_ Van de bevraagde drug-involved gedetineerden kampt bijna de helft met verstandelijke moeilijkheden . Wanneer de volledige steekproef wordt beschouwd, dan stellen we vast dat de bevraagde gedetineerden voornamelijk justitiële moeilijkheden, drugmisbruik en psychologische problemen aangeven als meest ernstige probleemgebieden. Algemeen vertonen zij een lage tot gemiddeld lage motivatie tot verandering en bereidheid tot behandeling m.b.t. hun drugproblematiek. Correlatieonderzoek wijst uit dat er weinig verbanden zijn tussen de gehanteerde motivationele indicatoren en andere variabelen, zoals duur van de gevangenisstraf en voorkomen van gewelddadige misdrijven. We vonden wel een significant verband tussen verstandelijke mogelijkheden van gedetineerde druggebruikers en de motivatie tot behandeling. Participanten met hoge verstandelijke mogelijkheden blijken minder gemotiveerd dan mensen met gemiddelde en lage verstandelijke mogelijkheden. Een aantal belangrijke implicaties voor behandeling en verder onderzoek worden in het doctoraat besproken. De discussie focust vooral op de bevindingen van vaak lage motivatie gerapporteerd in andere studies bij mensen met verstandelijke beperkingen. Er bestaat immers een niet denkbeeldig gevaar dat ‘lage motivatie’ verward kan worden met verstandelijke moeilijkheden. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Stijn Vandevelde
Onderzoek naar de neuropsychologische sequelen bij Apparently Life Threatening Event (ALTE) en 'at risk' Sudden Infant Death Syndrome (SIDS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen we nagaan welke neuropsychologische gevolgen er zich kunnen voordoen bij kinderen op de leeftijd van 4 tot 8 jaar, die in de periode van de eerste zes maanden na hun geboorte een ALTE hebben doorgemaakt. ALTE staat voor "Apparently Life Threatening Event". Nieuwe medische behandelingen doen het sterftecijfer bij zuigelingen dalen (mortaliteit neemt af), maar wat gebeurt er met de psychologische morbiditeit? Aan de hand van een uitvoerige neuropsychologische screening willen we nagaan of deze kinderen een vergelijkbaar
profiel vertonen als controlekinderen. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Onderzoek naar de noden en behoeften van personen met dementie, mantelzorgers en georganiseerde thuiszorg.(PBO98 Beleidsdomein : Welzijn/Thema 66 : Effectiviteit van de zorg) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dementie is een frequente ziekte bij ouderen, die in een vroeg stadium en in toenemende mate leidt tot afhankelijkheid van de hulp van derden. Drievierden van de dementerende ouderen verblijven thuis, ondersteund door hun mantelzorgers. Om vanuit het beleid de thuiszorg efficiënt te kunnen ondersteunen dient men bij het ontwikkelen van diensten oog te hebben voor de noden en behoeften van de dementerende ouderen en de mantelzorgers. Er zal daarom getracht worden inzicht te krijgen in de kanalen langs waar vroegdetectie van dementie kan plaats vinden, inschatten welk de ervaren psychisch-sociale belasting is op de beginnend dementerende, welke de psychisch-sociale en fysieke belasting is op de centrale verzorger thuis, welke informatiebehoeften, welke psychisch-educatieve en materiële ondersteuning door professionelen beiden nodig hebben, welke de determinanten van een hulpvraag zijn, welke de aard en omvang is van aangeboden professionele thuiszorg en hoe deze ervaren wordt, en welke behoeften de professionele zorgverleners hebben op informatief en educatief vlak en tenslotte welke de perceptie is van dementie bij alle betrokkenen. Deze informatie moet toelaten a) beleidsgerichte oplossingen aan te reiken, b) informatief materiaal te ontwikkelen . Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een aanvraag voor een specialisatiebeurs IWT voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2008. Het betreft "Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden" en zal uitgevoerd worden door Herssens Jasmine binnen het onderzoeksinstituut IMOB. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
onderzoek naar de ontwikkeling van het spiegelneuonensysteem bij jonge kinderen (met een normale ontwikkeling) met een autismespectrumstoornis en sibling (broers/zussen van kinderen met ASS) tussen de leeftijd van 18-30 maanden en 36-48 maanden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Onderzoek naar de opkomst van lichte organisaties in de sport: een marktgerichte benadering KU Leuven Abstract: In onze actieve welvaartsstaat nemen beweging en gezondheid een steeds belangrijkere plaats in. Dit impliceert dat ook een overheid niet ongevoelig kan zijn voor nieuwe ontwikkelingen in vraag en aanbod wat de actieve deelname aan sport betreft. Decennialang werd sportbeoefening gekenmerkt door een actief lidmaatschap van één of meerdere sportclubs. Wie aan sport wou doen, maakte zich lid van een sportvereniging en verkreeg vervolgens toegang tot het 'sportsysteem', i.c. specifieke infrastructuur, trainingen en competitie.Vandaag zijn er naast de clubgeorganiseerde sport echter ook -en steeds meer- andere actoren en aanbieders actief op de sportmarkt. Anders- en niet-georganiseerde sport- en bewegingsvormen zijn nieuwe spelers op het veld. Commerciële initiatieven, waaronder fitness, winnen aan belang. Maar ook eigentijdse gemeenschappen en laagdrempelige, lokale initiatieven zijn steeds prominenter aanwezig in het sportlandschap. Gezondheidsgerelateerde, vaak recreatieve bewegingsmodi Organisaties: • Sport- & Bewegingsbeleid
Onderzoekers: • Jeroen Scheerder • Bartholomeus Vanreusel • Julie Borgers
Onderzoek naar de opleidingsnoden van erfgoedbibliotheken inzake preservatie, conservatie en restauratie: de opleidingen Informatie-en Bibliotheekwetenschap (UA) en Conservatie en Restauratie -optie Papier (HA) als wegbereiders voor een coherente aanpak.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt hoe een betere opleiding van bibliotheekmedewerkers en conservatiedeskundigen een oplossing kan betekenen voor een professioneler beheer van erfgoedcollecties in bibliotheken. Het wil de sector hierover bevragen en onderzoeken welke oplossingen werden uitgewerkt door enkele erkende buitenlandse opleidingsinstituten. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Onderzoek naar de optimalisering van de openingstijden van zeehaventerminals. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de optimalisering van de openingstijden van zeehaventerminals. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Onderzoek naar de perceptie en het imago van Metro in België Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het project is drieledig. Ten eerste zal nagegaan worden welke concurrentiële positie Metro inneemt ten opzichte van zijn directe en indirecte concurrenten in de ogen van zijn doelgroep. Ten tweede zal het imago van Metro vergeleken worden met diverse merken uit verschillende sectoren. Ten derde, zal de perceptie van Metrotime onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Maggie Geuens
Onderzoek naar de performanite van het lokale sport en bewegingsbeleid:over de effciëntie en effectiviteit van (semi-) publieke organisaties in de sport KU Leuven Abstract: De vernieuwingen in de publieke sectoren hebben tot doel de performantie ervan te verbeteren, maar wordt die doelstelling ook bereikt? Met dit onderzoek zal nagegaan worden of de recente bestuurlijke evoluties en de verschillende decreten lokaal sportbeleid geleid hebben tot een meer performant lokaal sport- en beweegbeleid. Hiertoe zullen volgende hypotheses getoetst worden:De bestuurlijke evoluties hebben een invloed op het lokale sport- en beweegbeleid.Als gevolg van de bestuurlijke evoluties doen er zich ook veranderingen voor bij de diverse elementen van de beleidscyclus (agendasetting, beleidsvoorbereiding, besluitvorming, implementatie en evaluatie) met betrekking tot het lokale sport- en beweegbeleid.Als gevolg van de bestuurlijke evoluties zou het lokale sport- en beweegbeleid meer performant moeten zijn. Dit zou tot uiting moeten komen in de resultaten voor kostenefficiëntie, beleidsefficiëntien allocatieve efficiëntie en beleidseffectiviteit.De aanpassingen die op bestuurlij Organisaties: • Sport- & Bewegingsbeleid
Onderzoekers: • Jeroen Scheerder • Maria van Poppel
Onderzoek naar de rechtspraak inzake bestaansminimum en maatschappelijke dienstverlening (deel 2003). Universiteit Antwerpen Abstract: Analyse van vonnissen en arresten van arbeidsgerechten betreffende het bestaansminimum (federaal) en sociale dienstverlening (OCMS's) in België. Jaarlijkse publicatie. Organisaties: • VAKGROEP RECHTSWETENSCHAPPEN • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Daniël Cuypers
Onderzoek naar de reële planlast op school Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de minister van onderwijs en vorming. Via een webenquête worden 300 personeelsleden van scholen bevraagd over de administratieve handelingen met schriftelijke neerslag. Onderzoek naar de reële planlast op school. Organisaties: • Vakgroep Data-analyse
Onderzoekers: • Gilberte Schuyten
Onderzoek naar de relatie tussen onderwijsopvattingen en educatief ICT-gebruik Universiteit Gent Abstract: Een belangrijke factor binnen onderzoek naar educatief ICT-gebruik zijn de opvattingen van leraren over "goed" onderwijs. Deze opvattingen over onderwijs beïnvloeden niet alleen de mate maar ook de wijze waarop ICT wordt ingezet in de onderwijspraktijk. Via een systematische literatuurstudie wensen we de resultaten binnen dit onderzoeksdomein te synthetiseren. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak • Jo Tondeur
Onderzoek naar de relatieve bijderage van omgevings- en persoonlijke factoren in het verklaren van fysieke activiteit bij de "oudste ouderen" Universiteit Gent
Abstract: Het behouden van een actieve levensstijl is een belangrijke component in het langer ?zelfstandig wonen? bij de oudste ouderen. Volgens ecologische modellen wordt gedrag beïnvloed door zowel persoonlijke- als omgevingsfactoren. In dit onderzoeksvoorstel worden (veranderingen in) persoonlijke? en omgevingsfactoren van fysieke activiteit bestudeerd aan de hand van een cross-sectionele studie, een longitudinaal luik en een ?natuurlijk experiment?. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij • Benedicte Deforche
Onderzoek naar de residentiewerking. Universiteit Antwerpen Abstract: In opdracht van het Agentschap Kunsten en Erfgoed, zullen eerst en vooral alle residentieplekken in Vlaanderen opgelijst worden, alsook de residentieplekken in het buitenland waarmee Vlaanderen samenwerkt. Vervolgens zal een kwalitatieve analyse gemaakt worden van een aantal typen van residentieplekken en zal via kwalitatieve interviews onderzocht worden in welke mate deze residenties ook invloed hebben op de individuele kunstenaarsloopbanen. Op basis daarvan zullen beleidsaanbevelingen geformuleerd worden. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Onderzoek naar de rol en de invloed van ouders op de sportbeoefening van jonge talentvolle atleten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject verschaft opvolging van een doctoraat en post-doctoraat en heeft tot doel ,om de invloed van de kwaliteit van de relaties van atleten met hun ouders en trainer op de ontwikkeling van hun sportieve carrière te onderzoeken. Dit onderzoeksproject verloopt in samenwerking met Faculty of Sport Sciences (Sport Psychologie) van de Universität Leipzig (Duitsland) en University of Brighton (GB). Op onderzoeksmethodologisch vlak worden de psychometrische karakteristieken van drie vragenlijsten over interpersoonlijke relaties in de competitiesport onderzocht. In tweede instantie wordt op het inhoudelijke vlak (a) het voorkomen van taak- en socio-emotioneel gedrag, (b) de differentiatie tussen het werkelijk voorkomend gedrag en het gewenst persoonlijk gedrag, en (c) het verband tussen de interpersoonlijke perceptie en de plezierbeleving en participatiemotivatie van de atleten onderzocht. Tenslotte zal er specifieke aandacht besteed worden aan de interpersoonlijke percepties van atleten die door een van de ouders getraind worden. De bekomen onderzoeksgegevens zullen als voorbereiding dienen voor cross-cultureel onderzoek met betrekking tot de kwaliteit van interpersoonlijke relaties van jonge Europese en Amerikaanse talentvolle atleten (samenwerking VUB - Youth Sport Institue van Michigan State University- VS). Organisaties: • Sportbeleid en -management • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • HEDWIG SLOORE • PAUL WYLLEMAN
Onderzoek naar de rol van duurzaamheidsrapportering en duurzaamheidsindicatoren bij het proces van integratie van duurzaamheid in instellingen van hoger onderwijs. Hogeschool-Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt bestudeerd hoe universiteiten en business schools de integratie van duurzaamheid intern organiseren. De nadruk ligt hierbij op de kernactiviteiten van onderwijs en onderzoek, het gebruik van duurzaamheidsrapportering en duurzaamheidsindicatoren en het betrekken van stakeholders bij het proces van integratie van duurzaamheid en verantwoord ondernemen in het hoger onderwijs. Organisaties: • HUBrussel - Centrum voor Duurzaam Ondernemen
Onderzoekers: • INGRID MOLDEREZ • LUC VAN LIEDEKERKE
Onderzoek naar de situatie van personen met een handicap in België met betrekking tot hun fundamentele rechten zoals gewaarborgd door het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KULeuven. UA levert aan KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Onderzoek naar de situatie van personen met een handicap in België met betrekking tot hun fundamentele rechten zoals gewaarborgd door het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Universiteit Hasselt Abstract: Tegenover de achtergrond van het VN verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap dat de volledige, structurele en daadwerkelijke participatie van personen met een handicap en hun representatieve organisaties beoogt, wordt een consultatie van het Belgisch maatschappelijk middenveld georganiseerd met als doel (1) de juridische, sociale, en materiele hindernissen en opportuniteiten te identificeren inzake gelijkheid en non-discriminatie, toegankelijkheid (tot diensten, informatie, fysieke en virtuele ruimte), juridische, handelings-, en beslissingsbekwaamheid, vrijheid en veiligheid, zelfstandig leven, onderwijs, en arbeid en (2) het opstellen van een prioritair actieplan. Organisaties: • Diversiteit
Onderzoekers: • Stefan HARDONK
Onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese en Rwandese jongeren te Brussel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het betreft een onderzoek naar de sociale en schoolse situatie van Congolese jongeren in zowel het Nederlandstalige als het Franstalige onderwijs te Brussel (meestal tweede generatie) waarbij zo precies en exhaustief mogelijk kwantitatieve gegevens opgezocht en ingebracht worden (o.m. betreffende de demografie, de familiale en socio-economische situatie, de concentratie in bepaalde scholen, de gekozen onderwijsvormen, de
schoolse resultaten), maar waarbij het grootste deel besteed wordt aan een kwalitatieve, antropologische invulling van deze gegevens via participerende observatie en semi-gestructureerde interviews. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Paul Mahieu
Onderzoek naar de sportbehoeften van de stad Antwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie dient om een duidelijker inzicht te krijgen in de actuele sportbehoeften van de bevolking van de stad Antwerpen. Tevens is het de bedoeling om via dit onderzoek na te gaan welke tekorten en knelpunten er in de stad Antwerpen bestaan op het vlak van sport. Om deze inzichten te kunnen verwerven, is het bijgevolg noodzakelijk om allereerst informatie te verzamelen omtrent de sportbehoeften van de bevolking. Vervolgens moeten deze behoeften getoetst worden aan de bestaande situatie. Maw, wat is de actuele toestand mbt de organisatie van de sport vanuit de stad Antwerpen? Het gaat hierbij zowel over de infrastructurele voorzieningen, het activiteitenaanbod, de inspraakmogelijkheden, de sportpromotie en de dienstverlening. Aandacht dient bijgevolg uit te gaan naar het functioneren van de Stedelijke Dienst voor Sport en Recreatie alsook naar de Stedelijke Sportraad. Obv deze evaluatie kunnen dan mogelijke aanbevelingen tot optimalisering worden geformuleerd. Het onderzoek zal de basis vormen voor het opstellen van een sportbeleidsplan van de stad Antwerpen. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Onderzoek naar de structuur, werking en functie van alternatieve communicatievormen: graffiti. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel de menselijke communicatie die buiten de traditionele studies van de georganiseerde, geïnstitutionaliseerde, geavanceerde en commerciële media vallen te onderzoeken. Door de overheersende aandacht die uitgaat naar massamedia, wordt een grote groep van diverse communicatiekanalen, behorend tot de interpersoonlijke- en groepscommunicatie, over het hoofd gezien. Toch nemen deze media een constructieve en belangrijke plaats in onze samenleving in. Vanuit sociaal en cultuurwetenschappelijk oogpunt beschouwd, vervullen alternatieve media een belangrijke rol in opinievorming en sociale cohesie. Het onderzoek naar deze communicatiekanalen kan tevens indicatief zijn voor nauwelijks waarneembare veranderingsprocessen binnen de samenleving. Omwille van zijn dwingende economische en sociale impact op de huidige samenleving werd gekozen voor het onderzoeksonderwerp 'graffiti'. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • HANS VERSTRAETEN • HUBERT DETHIER
Onderzoek naar de studie- en sportcarrière van VUB-topsportstudenten sinds het academiejaar 1987-1988. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject verschaft opvolging van een doctoraat en post-doctoraat en heeft tot doel ,om de invloed van de kwaliteit van de relaties van atleten met hun ouders en trainer op de ontwikkeling van hun sportieve carrière te onderzoeken. Dit onderzoeksproject verloopt in samenwerking met Faculty of Sport Sciences (Sport Psychologie) van de Universität Leipzig (Duitsland) en University of Brighton (GB). Op onderzoeksmethodologisch vlak worden de psychometrische karakteristieken van drie vragenlijsten over interpersoonlijke relaties in de competitiesport onderzocht. In tweede instantie wordt op het inhoudelijke vlak (a) het voorkomen van taak- en socio-emotioneel gedrag, (b) de differentiatie tussen het werkelijk voorkomend gedrag en het gewenst persoonlijk gedrag, en (c) het verband tussen de interpersoonlijke perceptie en de plezierbeleving en participatiemotivatie van de atleten onderzocht. Tenslotte zal er specifieke aandacht besteed worden aan de interpersoonlijke percepties van atleten die door een van de ouders getraind worden. De bekomen onderzoeksgegevens zullen als voorbereiding dienen voor cross-cultureel onderzoek met betrekking tot de kwaliteit van interpersoonlijke relaties van jonge Europese en Amerikaanse talentvolle atleten (samenwerking VUB - Youth Sport Institue van Michigan State University- VS). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Onderzoek naar determinanten van doorstroom en verschillen in werkplekleren bij sterke studenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Veel onderwijsontwikkeling vertrekt vanuit ervaringen van de betrokken actoren en wordt dikwijls vorm gegeven vanuit een buikgevoel. In het huidige project willen we de beleidskeuzes en de ontwikkeling van het traject voor sterke studenten voldoende steunen op onderzoeksgegevens. Daartoe wordt naast het ontwikkelingstraject een flankerend onderzoekstraject opgezet. De vraag die in het huidige project als prioritair naar voren springt, is: "Hoe kunnen we de meeste geschikte studenten identificeren voor deelname aan het traject voor sterke studenten?" Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Vincent Donche • David Gijbels
Onderzoek naar de toegevoegde waarde van beleggingsfondsen aan de hand van transactiedata. Universiteit Gent Abstract: We maken gebruik van een omvangrijke databank van werkelijke transacties van beleggingsfondsen om na te gaan of ze inderdaad aan waardecreatie doen, en aldus een rendement kunnen bereiken dat beter is dan het marktrendement. Innovatief hierin is dat we transacties kunnen gebruiken, en deze dus niet hoeven te benaderen als het verschil tussen twee opeenvolgende portefeuillesamenstellingen. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers:
• Rudi Vander Vennet
Onderzoek naar de trajecten van hulpvragers van vreemde origine in armoede. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wil inzicht verwerven in de manier waarop hulpvragers van vreemde origine in armoede hun overlevingsstrategieën uitstippelen en pogingen ondernemen om uit de armoede te ontsnappen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Onderzoek naar de veiligheid van radioactieve stoffen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds FANC. UA levert aan FANC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer
Onderzoek naar de verwachtingen mbt het loopbaaneinde en de economische, sociale en culturele factoren die deze verwachtingen beïnvloeden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige sociale zekerheidsstelsel haalt de overgrotemeerderheid van zijn inkomsten uit arbeid. Er dient dan ook een voldoende basis van tewerkgestelden te zijn om het sociale zekerheidsstelsel te schragen. Op dit moment is de activiteitsgraad van oudere werknemers echter schrikwekkend laag. Dit is niet enkel een probleem voor het sociale zekerheidsstelsel, de ouderen verliezen, door zich terug te trekken uit de betaalde arbeid, een belangrijke zingever in hun leven. De lagere activiteitsgraad van oudere werknemers is in grote mate toe te schrijven aan een aantal regelingen die werden uitgewerkt om een vervroegde uittreding van oudere werknemers te bewerkstelligen om de werkloosheid bij de jongeren tegen te gaan. Ondertussen is de vervroegde uittreding een sociale verwachting geworden bij werkgevers en werknemers. Door middel van een representatieve survey onder 45- tot 65-jarigen wil de onderzoeksgroep de eigen visies van werknemers met betrekking tot de eindeloopbaanproblematiek grondig bevragen. Een goede kennis van de meningen van de oudere werknemers is immers een belangrijke sleutel in een juist beleid aangaande de eindeloopbaanproblematiek. In een eerste fase werden 3176 Vlaamse respondenten bevraagd. In een tweede fase werd het onderzoek uitgebreid met een bevraging van 2264 Waalse en Brusselse respondenten. Doel van het onderzoek is om de verwachtingen van de Belgen (Vlamingen, Walen en Brusselaars) met betrekking tot het loopbaaneinde te beschrijven, en de economische, sociale en culturele factoren blootleggen die deze verwachtingen beïnvloeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen. Samenwerking met P&V stond ons toe het onderzoekuit te breiden naar Brussel en Wallonië. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Inge MESTDAG • Joachim COHEN
Onderzoek naar discriminatiemechanismen rond seksuele geaardheid op de werkplek Universiteit Gent Abstract: Deze studie heeft als doel na te gaan of er inkomensverschillen zijn tussen holebi's en niet holebi's. Dit gebeurt aan de hand van een case control study waarbij gelijkaardige individuen met verschillende seksuele oriëntatie gematched worden. Tevens wordt nagegaan of verschillen het resultaat zijn van discriminatie of een selectieve voorkeur voor bepaalde (minder betaalde) sectoren weerspiegelt. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Johny Vincke
Onderzoek naar discriminatiemechanismen rond seksuele geaardheid op de werkplek. Universiteit Antwerpen Abstract: Discriminatie van holebi's op de werkvloer - Over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het 'roze' plafond. Holebi's (homomannen, lesbiennes en biseksuelen) bekleden een gestigmatiseerde positie in een samenleving die als heternormatief kan worden omschreven. Nog steeds worden zij met verschillende vormen van discriminatie geconfronteerd. Bovendien kan het negatief anticiperende gedrag van holebi's (het vermijden van potentiële discriminatie) ertoe leiden dat zij hun seksuele identiteit verbergen waardoor ze een deels onzichtbare populatie worden. Deze socio-culturele en individuele factoren kunnen de positie van holebi's op de arbeidsmarkt beïnvloeden. In deze studie willen we nagaan in welke mate discriminatie van holebi's, het ontbreken van een traditioneel relatiemodel voor holebi's, het maken van niet genderstereotiepe keuzes (kiezen voor 'vrouwelijke' of 'mannelijke' beroepen) en het verwerven van vaardigheden gedurende de schoolloopbaan door holebi's, hun arbeidsmarktpositie kan beïnvloeden. We meten dit door inkomensverschillen, sectorsegregatie en het al dan niet voorkomen van een glazen (of 'roze') plafond in kaart te brengen. Via online enquêtering en een case control study worden 900 holebi's vergeleken met 900 hetero's. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Onderzoek naar doorlooptijden in de juridische procedure. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Orde van Advocaten te Antwerpen. UA levert aan de Orde van Advocaten te Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. De bedoeling is de doorlooptijden van de behandeling van aanvragen voor juridische tweedelijnsbijstand te analyseren, te onderzoeken welke de determinerende factoren zijn en beleidsvoorstellen te formuleren om de doorlooptijden te optimaliseren.
Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Bernard Hubeau
Onderzoek naar een aangepast statuut voor gidsen en reisleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar een aangepast statuut voor gidsen en reisleiders. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux • Anne Van Regenmortel
Onderzoek naar een beter begrip van ongevallen in het perspectief van een verkeersveiligheidscontinuum. Universiteit Hasselt Abstract: Traditionele analysemethoden in het domein van verkeersveiligheid vertrouwen sterk op ongevallen als meeteenheden. Maar er zijn belangrijke beperkingen in verband met het gebruik van de ongevallendata. Het optreden van ongevallen is een relatief zeldzame gebeurtenis, wat betekent dat geregistreerd variaties in ongevallen aantallen (doorheen de tijd, tussen locaties, ...) ten minste gedeeltelijk aan toeval te wijten zijn. Bovendien worden ongevallen niet altijd correct gerapporteerd en - nog belangrijker - is er te weinig bekend over de factoren en mechanismen die aan ongevallen vooraf gaan. Het belangrijkste doel van dit onderzoek is beter inzicht krijgen in het voorkomen van ongevallen door relaties te definiëren tussen deze ongevallen, de events die hieraan vooraf gaan en de omstandigheden van hogere orde die het voorkomen van deze events beïnvloeden. Een betere kennis hiervan zou bijdragen aan de totstandkoming van conceptuele, wet-achtige relaties tussen variabelen die kenmerken van het verkeerssysteem beschrijven (weg, voertuigen en menselijke (inter)acties) en het niveau van de verkeersveiligheid. Dit onderzoek zal bestaan uit vier delen, elk deel gerelateerd aan bepaalde onderzoeksvragen omtrent (1) classificatie van niet-ongeval gebeurtenissen en de ontwikkeling van indicatoren, (2) validatie van de relatie tussen niet-ongevallen en ongevallen, (3) het beoordelen van de vorm van deze realtie en (4) een onderzoek naar de relatie tussen niet-ongeval events en events en gedragingen die veel vaker voorkomen. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Stijn DANIELS • Tim DE CEUNYNCK
Onderzoek naar een convergent boekhoudstelsel voor verschillende overheden Universiteit Gent Abstract: Analyse en vergelijking van de apart hervormde boekhoudsystemen van Vlaamse gemeenten en OCMW's zowel op het conceptuele vlak als op het feitelijke vlak in de werkelijkheid. Gebruiksstudie naar de overdraagbaarheid van de nieuwe OCMW's boekhouding naar de gemeenten en onderzoek naar de convergentiemogelijkheden. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Johan Christiaens
Onderzoek naar electoraal gedrag op basis van een exitpoll survey. Een nieuwe benadering voor hetverkiezingsonderzoek 2014. KU Leuven Abstract: This project is focused on voting behavior which is one ofthe core research topics of political sciences. Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Sofie Marien
Onderzoek naar functionele fietsverplaatsingen in Limburg - een stand van zaken van de fietsverplaatsingen, fietsinfrastructuur en de randvoorwaarden Universiteit Hasselt Abstract: De opdrachtgever stelt zich tot doel het aandeel van de functionele fietsverplaatsingen in de modal split van de Limburgers gevoelig te verhogen. Om de leefbaarheid en de mobiliteit optimaal uit te bouwen, wenst de opdrachtgever een geïntegreerd fietsbeleid uit te voeren, onder de noemer 'Velodroom', met als centrale doelstelling van Velodroom de functionele fietsverplaatsingen te verhogen. Om dit geïntegreerd beleid te kunnen ontwikkelen, wenst de opdrachtgever een nulmeting te doen van het huidige fietsaanbod en fietsgebruik. Deze nulmeting fungeert zowel als een instrument om het ontwikkelde beleid te toetsen en bij te sturen, alsook om een zicht te krijgen op de thema's die extra inspanning verwachten. Er werd door de opdrachtgever gekozen om de toeristische fietsverplaatsingen niet in rekening te brengen. De volgende functionele fietsverplaatsingen dienen onderzocht te worden: woon-werk, woon-school en woon-winkelverplaatsingen alsook de zogenaamde vrijetijdsverplaatsingen. Hieronder verstaan we de doelgerichte verplaatsingen die in onze vrije tijd met de fiets gemaakt worden: bezoek aan familie, bibliotheek, theaterbezoek, e.d. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS • Els HANNES
Onderzoek naar Generalisatie bij Gezondheid en Psychopathologie. KU Leuven
Abstract: Het algemene doel van dit project is de studie van generalizatie in psychopathologie en ziekte. Dezestudie vertrekt van een gedifferentieerd perspectief, waarbij expertise in domeinen van leren, aandacht,geheugen, symptoom-perceptie en psychofysiologie wordt gecombineerd. In eencoherente reeks vanwerkpakketten zullen we de wetenschappelijke studie van generalizatie verbreden (a) door perceptuele,zowel als niet-perceptuele vormen van generalizatie in te sluiten, (b) de gebruikelijkeset van stimuli uit te breiden naar interne stimuli, en (c) de rol van informatieverwerking te bestuderen, waaronder variabelen gerelateerd aanencodering, consolidatie, herhaling en ophalen van informatie. In preklinische studies zullen we de relevantie van onze aanpak en bevindingen testen met betrekking tot diagnostische en therapeutische doelen. In klinische valorisatie studies zullen we de bevindingen toepassen op de preventie en behandeling van negatieve effecten van generalizatie. Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Omer Van den Bergh • Tom Beckers • Johannes Vlaeyen • Ilse Van Diest • Dirk Hermans • Filip Raes • Bram Vervliet
Onderzoek naar globalisering en lokalisering in de sport. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niet alleen spelers en clubs stellen zich in sommige sporten meer en meer terughoudend op ten aanzien van deelname aan de nationale competities maar ook de pers en het publiek tonen minder en minder belangstelling. En dit terwijl de deelname aan die sport op recreatief niveau vaak op een explosieve wijze is toegenomen. Grote internationale competities en events kennen een ongekende populariteit, zowel in toeschouwersaantallen als in kijkdichtheid en uitzendtijd bij sportuitzendingen. Het sportlandschap groeit dus steeds verder uit elkaar. Enerzijds heeft topsport zich ontwikkeld tot een bezigheid voor full-time professionals die meer en meer in de internationale arena werkzaam zijn, betaald door multinationals, in een internationaal gezelschap onder de ogen van een internationaal publiek. En dit terwijl de recreant meer en meer afstand neemt van die waarden die jarenlang kenmerkend zijn geweest voor de sport als daar zijn competitie, verenigingsverband, prestatievergelijking. Een trend die door Crum (1991) de ontsporting van de sport werd genoemd, en gepaard gaat met een lokaliseringstendens: de recreatiesport die lokaal, individueel in los verband beoefend wordt (de opkomst van de volkssporten is hiervan een voorbeeld).Scaalverkleining dus en culturele diversificatie. Niet meer "dat men sport" vormt een onderscheidend kenmerk, maar "hoe", "met"wie" en "in welk verband" (Bourdieu 1998). M.a.w. we merken twee richtingen waarin de sport evolueert : een internationale/ mondiale waar (top)sport meer en meer op het internationale vlak verloopt en een lokale waar (recreatie)sport meer en meer lokaal plaatsgrijpt. "Globalisering/mondialisering" versus" lokalisering" dus. Dit verschijnsel werd door Featherstone (1990) omschreven als de "paradox of culture", of m.a.w. het samen gaan van (in eerste opzicht) tegenstrijdige tendenzen. Dit onderzoeksvoorstel wil deze globalisering en lokalisering van de sport in kaart brengen en de gevolgen ervan voor de organisatei en het beleid van de sport analyseren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Onderzoek naar herval en reconsolidatie van contextuele conditionering:implicaties voor de behandeling van gegeneraliseerde angst. KU Leuven Abstract: Vrees conditioneringsonderzoek bij mensen is zeer waardevol gebleken voor de studie (en de behandeling) van specifieke vrees (zoals bij fobieën). Dit onderzoeksparadigma is echter niet geschikt voor het bestuderen van meer gegeneraliseerde, chronische vormen van angst (met gegeneraliseerde angststoornis als prototypisch voorbeeld). Gebruik makend van een innovatieve context conditioneringsprocedure, hebben we tijdens mijn doctoraatsonderzoek effectieve methodes ontwikkeld om gegeneraliseerde angst te behandelen op korte termijn (Fonteyne et al., 2009, 2010). Het doel van dit huidige project is om deze angstreductiemethodes uit te dagen en te verbeteren op lange termijn. In een eerste reeks experimenten, zullen we de condities onderzoeken waaronder gegeneraliseerde angst kan terug keren na een succesvolle behandeling. Daarnaast zullen we onderzoeken of angstherinneringen ook meer permanent uitgedoofd (of zelfs vernietigd) kunnen worden. De geplande experimenten zijn ontworpen om de gedr Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Riet Fonteyne
Onderzoek naar het bi-directionale karakter van de sociale communicatie en interactie tussen kinderen met ASS en hun moeder Universiteit Gent Abstract: Met deze studie willen we voornamelijk inzicht krijgen in het bi-directionele karakter van de sociale communicatie en interactie tussen kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en hun moeder. In een cross-sectioneel onderzoek vergelijken we kinderen met ASS, kinderen met een ontwikkelingsvertraging, en normaal ontwikkelde kinderen, telkens in interactie met hun moeder. In de longitudinale vervolgstudie worden eventuele verschillen in interactie verder uitgediept en gelinkt aan het huidige en toekomstige functioneren van het kind. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Onderzoek naar het effect van de Parent Focused Approach op de communicatieve ontwikkeling van kinderen met schisis Hogeschool Gent Abstract: Kinderen met schisis hebben een verhoogd risico op communicatieve problemen. De meeste kinderen uit Westerse landen, komen vanaf de geboorte in een schisisteam terecht. Er is echter geen gestandaardiseerde aanpak voor deze kinderen. Een belangrijke reden hiervoor is het dilemma waar chirurgen en logopedisten voor staan in hun keuze van de juiste strategie en de juiste timing. Vanuit het standpunt van de chirurg, is een late sluiting van het harde verhemelte aangewezen om de impact op de groei van de bovenkaak te beperken. Logopedisch gezien is een vroege sluiting het beste, om de impact op de spraak-, taal- communicatieve ontwikkeling beperkt te houden. In dit onderzoeksproject wordt een oplossing gezocht voor dit dilemma via de Parent Focused Approach (PFA). Dit is een preventieve aanpak waarbij ouders leren hoe ze potentiële communicatieve problemen kunnen voorkomen of op zijn minst beperkt houden. In het onderzoek wordt de impact van de PFA interventie onderzocht in een gerandomiseerd controle/interventiedesign, dat start als het kind 6 maanden oud is. Indien de PFA effectief bevonden wordt, kan
deze nieuwe aanpak (als onderdeel van een pakket) voorgesteld worden aan de schisisteams. Het pakket zou een handleiding met bijhorende tekstjes en materiaal bevatten. Het programma kan ook zinvol zijn voor andere multidisciplinaire teams. In dit PWO-project werken we samen met partners uit Engeland en India, wat een meerwaarde betekent voor de opleidingen van Hogeschool Gent. Vanuit de bevindingen van het PWOproject zullen cursussen worden geupdated, kan er innovatief didactisch materiaal worden ontwikkeld en via de gelegde contacten voor dit project zal internationalisering worden bevorderen met mensen uit het werkveld in het binnen en buitenland. Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Spraak-, taal- en gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Mie Cocquyt • Paul Corthals
Onderzoek naar het effect van het niet-universitair hoger onderwijs tot de democratisering van het onderwijs (1960-1999) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Marc Depaepe • N. N.
Onderzoek naar het effect van leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de toenemende aandacht voor en noodzaak van interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg, zijn er weinig onderzoeken die het effect ervan aantonen. Dit onderzoek heeft als hoofddoel het effect te meten van interprofessioneel samenwerken op de kwaliteit van zorg voor bewoners van woon- en zorgcentra. Het onderzoek is ingedeeld in vier grote delen. In het eerste deel wordt een beschrijving gegeven van wat interprofessioneel samenwerken betekent en hoe deze competentie wordt onderwezen in onderwijsmodules. Deze interprofessionele onderwijsmodules vormen tevens de basis van de interventiestudie voor dit doctoraatsproject. In het tweede deel wordt een systematische literatuurstudie uitgevoerd met als doel een zicht te krijgen op de uitkomsten van interprofessioneel samenwerken als interventie voor chronisch geriatrische zorg. Er wordt gezocht naar evidentie die al dan niet aantoont of leren interprofessioneel samenwerken een invloed heeft op de kwaliteit van zorg en hoe dit gemeten wordt. In het derde deel is het de bedoeling de bestaande zorg (regio Antwerpen) voor bewoners in woonzorgcentra (WZC's) te beschrijven. Met behulp van focusgroepen en diepte-interviews worden de ervaringen van professionals en bewoners in kaart gebracht. Zo krijgen wij een beter beeld over hoe de zorg 'interprofessioneel' georganiseerd wordt, en wat de huidige knelpunten zijn in samenwerken. In het vierde en laatste deel van dit project wordt een cluster gecontroleerde studie in de eerste lijn met één jaar follow-up uitgevoerd. Met deze experimentele studie wordt getracht het effect van interprofessioneel samenwerken als interventie op de kwaliteit van zorg voor bewoners in een WZC te meten. Deze studie meet op drie niveaus welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' heeft. Er wordt een SWOT opgemaakt over de interprofessionele samenwerking in de interventiegroep op basis van de ervaringen van de deelnemende professionals. Daarnaast wordt geregistreerd welke veranderingen er al dan niet zijn sinds de implementatie van 'interprofessioneel samenwerken'. Op bewonersniveau worden een aantal indicatoren opgevolgd die door samenwerken beïnvloed zouden kunnen worden, bijvoorbeeld de valincidentie, de kwaliteit van leven, enz. Ook op woon- en zorgcentrum niveau wordt nagegaan welke invloed 'leren interprofessioneel samenwerken' kan hebben op bijvoorbeeld werkabsenteïsme, bijscholingen, enz. Met deze doctoraatstudie is het de bedoeling een beeld te krijgen over de invloed van 'leren interprofessioneel samenwerken' op de kwaliteit van zorg, uitgedrukt in een beperkt aantal uitkomstparameters en dit vergeleken met de bestaande zorg. Het kan helpen samenwerken, indien aangewezen, anders te organiseren en op te volgen. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Paul Van Royen
Onderzoek naar het fenomeen huwelijksmigratie Universiteit Gent Abstract: Dit project brengt de migratie naar Vlaanderen in het kader van een huwelijk of samenwoonst met een in Vlaanderen verblijvende resident in kaart voor de periode 2008-2011. De omvang van het fenomeen wordt geschetst, alsook de verdeling naar herkomstregio, verblijfplaats, type partner en evolutie. De resultaten zijn gebaseerd op een extractie uit het rijksregister van alle partnermigranten en hun partners. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Onderzoek naar het gebruik van en de behoefte aan opvang voor kinderen tussen 3 en 12 jaar en evaluatie van de huidige toestand / Perceel 1: onderzoek bij ouders van kinderen tussen 3 en 12 in het Vlaams Gewest. Universiteit Hasselt Abstract: Een van de kerntaken van Kind & Gezin betreft de regie van de kinderopvang in Vlaanderen. In het kader van deze taak ontbreekt het kind & Gezin aan recente informatie over het gebruik en de behoefte aan buitenschoolse opvang. Deze opdracht omvat het in kaart brengen van het gebruik van opvang voor kinderen tussen 3 en 12 jaar met de mogelijkheid tot vergelijking met het onderzoek dat Kind & Gezin al verrichtte in de jaren 2000 en 2004. In dit onderzoek moeten ook een aantal denkpistes die Kind & Gezin in gedachten heeft voor een nieuwe opvangstructuur worden afgetoetst. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Onderzoek naar het identificeren en combineren van relevante indicatoren ter vergelijking van landen op vlak van verkeersveiligheid Universiteit Hasselt
Abstract: In dit project staat het benchmarken van Europese landen met betrekking tot verkeersveiligheid aan de hand van indicatoren centraal. Gegeven dat verkeersveiligheid een complex en multidisciplinair concept is, is een vergelijking op basis van één of enkele indicatoren af te raden. De identificatie van (een hiërarchie van) relevante indicatoren is bijgevolg een eerste aspect. Meer bepaald dienen geschikte verkeersveiligheidsindicatoren opgesteld te worden met betrekking tot de maatschappelijke kosten, de uiteindelijke uitkomsten, de onderliggende uitkomsten (risico's), het beleid en de context van een land. Deze vertaling in kwantificeerbare kengetallen maakt een vergelijking tussen landen mogelijk. Bovendien kan aan elke indicator een specifieke doelstelling gekoppeld worden en kan de evolutie geobserveerd worden over de tijd. Ten tweede wordt de combinatie van bepaalde sets van indicatoren in een samengestelde index beoogd. Op die manier worden de verschillende dimensies gereduceerd en wordt een globaler beeld bekomen. De creatie van een index vereist echter een wetenschappelijk correcte en geschikte methodologie. Enkele voorbeelden van belangrijke onderzoeksuitdagingen zijn: Kan hetzelfde gewicht toegekend worden aan elke indicator of moeten we streven naar een verschillend of zo optimaal mogelijk gewicht? Is compensatie tussen goede en slechte scores toegelaten? Hoe moet omgegaan worden met ontbrekende indicatorwaarden voor een land? Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Elke HERMANS
Onderzoek naar het klinisch nut van sociale robots bij kinderen met autisme Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het klinisch nut van sociale robots bij kinderen met autisme Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Onderzoek naar het maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van een korf van indicatoren voor het meten van het maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen Methodiek voor evaluatie van beleid inzake maatschappelijk draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen Organisaties: • Welzijnsplanning • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy • Ilse Loots
Onderzoek naar het politieonderwijs. Het politieonderwijs op een Europese leest geschoeid. Een vergelijkend onderzoek naar de externe gerichtheid van Europese politieonderwijssystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Belgische gesloten vorm van het politieonderwijs wordt als belangrijke verklaring gehanteerd voor de gebrekkige en moeizame implementatie van de externe politieoriëntatie. Het doel van dit onderzoek is dus: - De politieopleidingen van verschillende Europese landen maar ook Canada te onderzoeken. - Na te op welke wijze deze externe oriëntering zich vertaald via opleiding, het programma en de vakken in gewenste competentieprofielen van de politieambtenaren aan de basis. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS
Onderzoek naar het voorkomen van partnergeweld in homoseksuele en lesbische relaties Universiteit Gent Abstract: We stellen volgende onderzoeksvragen voorop: 1. In welke mate worden mannen en vrouwen in homoseksuele, lesbische en biseksuele relaties het slachtofeer van intiem patnergeweld? 2. Welk effect hebben ervaringen met partnergeweld bij homoseksuele, lesbische en biseksuele personen op de algemene gezondheid? 3. Hoe beleven holebi's ervaringen van partnergeweld? 4. Hoe ervaren slachtoffers van partnergeweld in homoseksuele, lesbische en biseksuele relaties de toegang tot en het aanbod van informele en formele evenals reguliere en categoriale hulpbronnen? Om een antwoord te bieden op onderzoeksvragen 1 & 2 maken we gebruik van een grootschalige studie 'SEXPERT II' (studie 1) die peilt naar de seksuele gezondheid van holebi's in Vlaanderen. Om een antwoord te bieden op onderzoeksvragen 3 en 4 zullen we kwalitatieve gegevens verzamelen (studie 2.) In wat volgt worden beide onderzoeksopzetten verder toegelicht Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse
Onderzoek naar het welzijn van personeelsleden en de organisatie-effectiviteit aan de VUB als functie van personeelsgerichte gezondheidsbevorderende activiteiten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor een goed functionerend bedrijf zijn gezonde werknemers een essentieel onderdeel. Het mag dan ook niet verwonderen dat bedrijfsmanagers er naar streven om tot het invoeren en realiseren van een productiviteitsondersteunend personeelsbeleid te komn, en meer bepaald een beleid dat een gezondheidsbevorderend effect heeft voor de werknemers. Gezondheidspromotie binnen de bedrijfssetting biedt goede aangrijpingspunten on, onder andere, tot een verhoogd werkplezier, lager ziekteverzuim, lagere turnover bij het personeel te komen. Deze studie heeft tot doel inzicht in te verwerven in de mogelijkheden die de VUB als werksetting biedt om specifieke gezondheidsbevorderende en bewegingsgeoriënteerde programma's op te zetten voor haar werknemers. Hierbij zullen zowel bedrijfsverantwoordelijken, werknemers, alsook
gezondheids- en welzijnsexperten bevraagd worden. Deze onderzoeksdata zullen als basis dienen om specifieke aanbevelingen te kunnen formuleren met betrekking tot het initiëren en uitvoeren van gezondheidsbevorderende en bewegingsgeoriënteerde programma's binnen de VUB. Deze aanbevelingen zullen in een follow-up studie op hun effectiviteit geëvalueerd worden. Organisaties: • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • LIVIN BOLLAERT
Onderzoek naar het zuiveren van afvalwater van de rubberindustrie via microalgen in Vietnam. KU Leuven Abstract: Vietnam is een belangrijke producent van rubber. De rubberindustrie produceert echter grote hoeveelheden afvalwater en veroorzaakt daardoor ernstige milieuproblemen. Het zuiveren van afvalwater via conventionele technologieën is duur en kost veel energie. Dit project wil onderzoeken of dit afvalwater gezuiverd kan worden via microalgen, wat een goedkope, robuuste en energie-efficiënte technologie is. De nadruk in dit project ligt op het oogsten van de microalgen, wat een belangrijke uitdaging vormtin het zuiveren van afvalwater via microalgen. Daarnaast zal ook aandacht besteed worden aan het nuttig gebruik van de microalgen biomassa, bv.als bio-fertiliser. Organisaties: • Biologie Kulak
Onderzoekers: • Koenraad Muylaert
Onderzoek naar ICT leiderschap via Sociale Netwerk Analyse Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt ICT leiderschap in basisscholen bestudeerd via Sociale Netwerk Analyse. Datasets uit Vlaanderen en de Verenigde Staten van Amerika worden met elkaar vergeleken om na te gaan hoe leiderschapsrollen m.b.t. IWT zich verhouden tot posities in het sociale netwerk van een school. Netwerkkarakteristieken die bevraagd worden zijn 'degree', 'closeness' en 'betweenness'. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak • Ruben Vanderlinde
Onderzoek naar Jeugdhuizen in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • Bram SPRUYT • WENDY SMITS
Onderzoek naar lerarenpraktijken in het gebruik van technologie voor Adult Language Learning (TECH4ALL) Universiteit Hasselt Abstract: Het project heeft als doel verschillende experts uit Europese landen samen te brengen om ideeën en ervaringen op het vlak van Adult Language Learning (ALL) uit te wisselen door middel van nieuwe technologieën. Het huidige project wil voordeel halen uit de alomtegenwoordigheid van nieuwe technologieën om zo eveneens tegemoet te komen aan de noden van de migranten die een taal willen leren. Het project wil ook de problemen van interculturalisme aanpakken door volwassen taalstudenten van diverse culturele achtergronden te betrekken in een poging om te voldoen aan hun linguïstische noden. De projectpartners willen meer bepaald succesvolle ervaringen in Adult Language Learning (ALL) identificeren en zowel de sterktes en zwaktes als de voordelen en uitdagingen van het gebruik van verschillende technologische tools in het proces van aanleren en studeren, bespreken. Het delen van ideeën vanuit verschillende contexten zal leiden tot de samenstelling van een online-verzameling van beste toepassingen in ALL die ook voorbeeldmateriaal zal bevatten voor het aanleren van een vreemde taal voor volwassenen. De partners zullen ook samenwerken om de aanvulling van gegevens in verschillende contexten te evalueren. Hiermee willen ze hun toepassingen en materialen voor het aanleren van vreemde talen aan volwassenen van diverse origine en aan volwassen studenten in het algemeen, optimaliseren. Bovendien zullen de partners een online-gids ontwikkelen die beschrijft hoe het geselecteerde materiaal kan gebruikt worden. Tenslotte willen de projectpartners een online-community opstarten die aan alle studenten toelaat om ideeën en ervaringen in het leren van een vreemde/tweede taal uit te wisselen. In het algemeen wil het project taalleerkrachten, opleiders, ICT-experts en volwassen studenten van verschillende landen samenbrengen en zo multiculturalisme te promoten en communicatie en samenwerking tussen Europese burgers met gelijke interesses te versterken. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Onderzoek naar milieu-impacten van toerisme in hooggebergte gebieden in Noordwest Yunnan, China Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van toerisme in fragiele hooggebergtegebieden in Noordwest Yunnan, China, is een aanleiding tot grote bezorgdheid rond de daaruit volgende milieu-impacten. Dit onderzoek poogt deze impacten te kwantificeren en analyseren via veldwerk, experimenten en ruimtelijke analyse. De resultaten kunnen bijdragen tot een efficiënter planning van toerisme en verantwoorde ecosysteembescherming. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Robert De Wulf
Onderzoek naar mogelijkheden tot het juridisch formaliseren van afspraken tussen partners mbt compensatie voor loopbaanbeslissingen in het kader van het vergemakkelijken van de combinatie arbeid en zorg. Universiteit Hasselt
Abstract: De opdracht van dit bestek is enerzijds het zoeken naar een gepast juridisch instrument om afspraken tussen partners op het vlak van de verdeling van gezinszorg en arbeid te formaliseren en anderzijds het zoeken naar gepaste juridische regelingen om de negatieve implicaties van keuzes op dit vlak voor één van beiden, zoals gemiste carrièrekansen, kleinere pensioenen of andere verlaagde sociale zekerheidsuitkeringen, financieel te compenseren. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht
Onderzoekers: • Marie-Antoinette TORFS • Elly VAN DE VELDE
Onderzoek naar nieuwe potentiële netwerken Zuidwerking stad Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Joris Michielsen
Onderzoek naar noden en behoeften van vrouwen van vreemde herkomst die zich in een armoedesituatie bevinden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen we ons concentreren op de armoedesituatie van allochtone vrouwen. We concentreren ons op de spanningsvolle verhouding tussen de leefomstandigheden van de vrouwen in armoede, hun waarden en normen en de gedragspatronen die ze ontwikkelen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Onderzoek naar online zelfhulp voor het platform zelfmoord1813 Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil de effectiviteit van online zelfhulp nagaan. Als onderzoeksdesign wordt gekozen voor een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek waarbij volwassen personen met suïcidale gedachten via randomisatie zullen worden toegewezen aan de interventiegroep of de wachtlijst-controle groep. Wanneer het onderzoek kan aantonen dat de online module effectief kan zijn in het verminderen van suïcidale gedachten, zal deze methodiek zich richten op deze doelgroep van personen met suïcidale gedachten. De ruime bekendmaking en verspreiding van www.zelfmoord1813.be waarbinnen de online module zal worden aangeboden zal essentieel zijn voor een goed bereik en zal in het implementatieplan uitgewerkt worden. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen
Onderzoek naar onregelmatigheden in de accounting systemen van de Sabena Group en de SWISSAIR/SAIRgroup. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar onregelmatigheden in de accounting systemen van de Sabena Group en de SWISSAIR/SAIRgroup. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Anna Jorissen
Onderzoek naar onregelmatigheden in de accountingsystemen van de Sabena Group en de Swissair/SAIRgroup (deel 1 en deel 2). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar onregelmatigheden in de accountingsystemen van de Sabena Group en de Swissair/SAIRgroup (deel 1 en deel 2). Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Anna Jorissen
Onderzoek naar optimalisering van de expressiekracht van acteurs/dansers aan de hand van de methode van Biologisch Acteren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heft als doelstelling de expressiekracht van acteurs/dansers te optimaliseren. Dat gebeurt aan de hand van de trainingsmethode van de gerenommeerde Vlaamse kunstenaar Jan Fabre die gebaseerd is op een combinatie van innerlijke beleving en fysieke belasting. Deze gecombineerde vorm wordt 'biologisch acteren' genoemd. Dit gaat gepaard met een sterke inzet van de lichamelijke capaciteiten van de acteurs, en is te beschouwen als een lichamelijke stress. Deze methode wordt in dit project verder verfijnd en geparametriseerd aan de hand van het meten van stress via "Heart rate variability" (HRV), een maat uit de fysiologie die de hoeveelheid reserve van het sympatisch/parasympathisch systeem weergeeft bij stressbelasting. Daarnaast wordt ook de expressiekracht gemeten via neurologische meting van een testpubliek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries
Onderzoek naar organisatievormen van schoolbesturen en hun impact op het beleidsvoerend vermogen op scholen. KU Leuven Abstract: Dit project omvat een literatuur-, kwalitatief en kwantitatiefonderzoeknaar organisatievormen, efficiëntie en professionalisering van schoolbesturen in Vlaanderen. Daarnaast omvat het een comparatieve studie naar de organisatie van schoolbesturen in Nederland, Verenigd Koninkrijk en Finland, en een vergelijking met andere sectoren zoals ziekenhuizen, spin-offs en universiteiten. Om een gefundeerde input te geven
op het huidig en toekomstig beleid, worden de beleidsaanbevelingen afgetoetst bij diverse actoren uit het onderwijs Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • ALO FEB Leuven
Onderzoekers: • Kristof De Witte
Onderzoek naar praktijkinitiatieven inzake de doorstroom van jonge kinderen naar pleegzorg in Limburg Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar praktijkinitiatieven inzake de doorstroom van jonge kinderen naar pleegzorg in Limburg op vraag van Vlaams Minister Welzijn, volksgezondheid en gezin. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Onderzoek naar recyclagecertificaten als vernieuwend economisch instrument voor het afval- en materialenbeheer. Universiteit Hasselt Abstract: Met voorliggend projectvoorstel willen we, vanuit een consortium met HUBrussel, UHasselt en VITO, nagaan in welke mate het economisch instrument 'recyclagecertificaten' (van het type van verhandelbare rechten) kan ingezet worden voor specifieke reststromen. Het betreft specifiek reststromen waarbij momenteel een knelpunt is om de recyclagemarkt in gang te zetten of in gang te houden. Het doel is zowel de recyclage van de reststromen als het gebruik van gerecycleerd materiaal te bevorderen, ter realisatie van de doelstellingen van het afval- en materialenbeleid, en hoe dit dan best gebeurt. Het doel van deze opdracht is om het potentieel van verhandelbare recyclagecertificaten als vernieuwend economisch instrument na te gaan om bestaande knelpunten in de keten weg te werken en de recyclage te bevorderen, met focus op de haalbaarheid van dergelijk instrument op Vlaams niveau. De reststromen die beschouwd zullen worden zijn shredderresidu, hard plastic afval en restafval. (Het is niet de bedoeling van deze opdracht om een algemeen onderzoek te doen naar recyclagecertificaten als beleidsinstrument.) Organisaties: • Milieueconomie • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN • Steven VAN PASSEL
Onderzoek naar relevante socio-culturele en economische factoren voor de Nigeriaanse mensenhandel als vorm van georganiseerde criminaliteit Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van animistatische rituelen en de socio-economische en geopolitieke rol van Edo State als mechanisme van Nigeriaanse mensenhandel. Beschrijving van gebruikte mensenhandel routes en analyse naar het recent verschuivingspatroon van routes in de West Afrikaanse regio. Onderzoek naar de sociologische karakteristieken van de Nigeriaanse gemeenschap als een verklarende factor voor de lage participatiegraad van Nigeriaanse slachtoffers in getuigenprogramma's en analyse van Nigeriaanse dadergroeperingen. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Brice De Ruyver • Gert Vermeulen
Onderzoek naar samenwerkingsmodellen voor een afgestemd stedelijk en stadsregionaal woonbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier • Wouter Van Dooren
Onderzoek naar schaalveranderingen en scenario's voor optimalisering Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Bestuur en beleid
Onderzoekers: • Philippe De Rynck • An Decorte
Onderzoek naar structurele dynamiek op de oliemarkt en de gevolgen Universiteit Gent Abstract: De mogelijkheid van tijdsvariatie in zowel de dynamiek op de oliemarkt als in de economische gevolgen van olieprijsfluctuaties is zeer omstreden in de olieliteratuur. Dit voorstel biedt mogelijkheden om bij te dragen tot dit debat en om dusdanig onze kennis over de interactie tussen olie en de macro-economie te verbeteren en de gepaste beleidsacties te bepalen. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Gert Peersman
Onderzoek naar studiekeuze en leerloopbanen in het DKO.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • HIVA-OG Onderwijs en Levenslang Leren
Onderzoekers: • Steven Groenez
Onderzoek naar taakafwisseling als een component van executieve controle in het werkgeheugen Universiteit Gent Abstract: De kost in uitvoeringstijd en accuraatheid die gepaard gaat met een afwisseling tussen taken wordt doorgaans toegeschreven aan de tussenkomst van executieve controle. Het project wil deze hypothese toetsen aan de hand van dubbeltaakmethodieken, en de selectie van aangepaste taakparameters. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • André Vandierendonck
Onderzoek naar talige en niet-talige informatieverwerkingsmechanismen en interacties met het werkgeheugen bij numerieke cognitie Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat na welke de samenhangen zijn tussen getalverwerking, taalverwerking en het werkgeheugen. Dit is mogelijk omdat getallen niet alleen in Arabische vorm voorkomen, maar ook als woorden geschreven kunnen worden, en omdat getallen in allerhande taken gebruikt worden (bijv. rekenen) waarbij het werkgeheugen betrokken is. Dit moet ons toelaten om (a) een beter inzicht te verkrijgen in de manier waarop getallen en woorden verwerkt worden, en (b) een duidelijker beeld te krijgen op de bijdrage van het werkgeheugen bij verschillende taken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Onderzoek naar talige en niet-talige informatieverwerkingsmechanismen en interacties met het werkgeheugen bij numerieke cognitie Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat na welke de samenhangen zijn tussen getalverwerking, taalverwerking en het werkgeheugen. Dit is mogelijk omdat getallen niet alleen in Arabische vorm voorkomen, maar ook als woorden geschreven kunnen worden, en omdat getallen in allerhande taken gebruikt worden (bijv. rekenen) waarbij het werkgeheugen betrokken is. Dit moet ons toelaten om (a) een beter inzicht te verkrijgen in de manier waarop getallen en woroden verwerkt worden, en (b) een duidelijker beeld te krijgen op de bijdrage van het werkgeheugen bij verschillende taken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • André Vandierendonck • Wim Fias
Onderzoek naar verschillen in leren en presteren in het volwassenonderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van het project is het uitvoeren van cross-sectioneel en longitudinaal casusonderzoek naar de kwaliteit van leren bij volwassenen in het volwassenenonderwijs. Het project heeft tot doel meer inzicht te verwerven in de ontwikkeling van kwaliteit van leren van studenten, de invloedsfactoren die hiermee verbonden zijn op het niveau van de instroomkenmerken, en het bestuderen van de effecten ervan op leerprestaties. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Vincent Donche
Onderzoek naar welzijn op het werk in luchtvaartmaatschappijen Universiteit Gent Abstract: doelstellingen: Een lijst van alle beschikbare informatie op nationaal en internationaal niveau op risico's (psychosociale, fysieke / ergonomische) aanwezig is binnen bedrijven luchtvaart en de toepassing van het wettelijk kader op het gebied van risicomanagement (Policy van welzijn aan het werk) te veroorloven om een nauwkeuriger beeld van de sector in België. Informatie krijgen over de voorwaarden van de werknemers die werkzaam zijn in de luchtvaartsector (Effecten op de gezondheid, het belang van fysieke risico's en psychosociale) en contextualiseren van de geïdentificeerde risico's (type llowcost airline / traditionele; goederenvervoer bedrijf / passagier; soort eisen waarmee zij geconfronteerd worden, ets.). aanbevelingen bekijken gesuggereerd door de verschillende stakeholders in deze sector gericht op het helpen van ondernemingen in toepassingen op het terein voor de Sub-Commisie gezamelijk voor luchtvaartmaatschappijen voor het verbeteren van het welzijn op het werk van hun werknemers. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lutgart Braeckman
Onderzoek omschrijving platteland Universiteit Gent Abstract: Het project betrof het zoeken naar een heldere omschrijving van het Vlaamse platteland, in functie van het Vlaamse plattelandsbeleid. In een eerste fase werd een analyse van de huidige afbakeningen van het platteland in Vlaanderen en in de ons omliggende landen gemaakt. Finaal werd een dynamische criteriaset opgesteld, die een flexibele afbakening van het platteland mogelijk maakt naargelang de beleidsdoelen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
Onderzoek op het gebied van familiebedrijven en family offices. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Onderzoek op het gebied van rechtstheorie en filosofie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Onderzoek opvoedingsondersteuning Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de opvoedingscondities in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De nadruk ligt daarbij op de vormen van social support en maternal networks die diverse groepen ouders ontwikkelen en de rol die formele en informele voorzieningen daarbij vervullen. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Michel Vandenbroeck
Onderzoek over de invoering van een eerstelijnpsychologische functie inhet kader van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove
Onderzoek over de relatie tussen centrale beleidsvoering en lokale dienstverlening bij OCMW Antwerpen. Het belang van de buurt. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek brengt in beeld hoe de buurt de manier waarop beleidsbeslissingen, regels en procedures van het OCMW Antwerpen worden uitgevoerd, beïnvloedt. Meer specifiek concentreert de vraagstelling zich op hoe met beleidsbeslissingen, regels en procedures inzake activering wordt omgegaan. Het onderzoek genereert een aantal modellen die OCMW Antwerpen kunnen helpen om het spanningsveld tussen centrale beleidsvoering en lokale omstandigheden op een gestructureerde en doorzichtige manier te overbruggen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Onderzoek project steunrelaties Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil via een meervoudige casestudie nagaan welke steun cliënten binnen de bijzondere jeugdzorg krijgen vanuit hun netwerk, welke de perspectieven zijn van cliënten op hun netwerk, welke de perspectieven zijn van de hulpverleners terzake, evenals de verhouding tussen beide perspectieven en de wijze waarop interventies - oa vanuit het project steunrelaties - inwerken op dit netwerk. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Maria De Bie
Onderzoek rond gezinsherenigers in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek rond gezinsherenigers in België. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Onderzoek rond Zuid-Afrikaanse samenwerking betreffende cultuur, jeugd en sport gefocust op vier lokale gemeenschapscentra voor de periode 2007-2009. Universiteit Antwerpen Abstract: De wetenschappelijke ondersteuning van dit samenwerkingsproject is erop gericht om de output van het project op verschillende momenten, in haar verschillende dimensies en op verschillende manieren zichtbaar te maken. De nagestreeefde doelstellingen van het project zijn immers situeren zich op verschillende niveaus m.n. - op het niveau van de participanten: Het project wil een bijdrage leveren tot de emancipatie van jongeren via de ontwikkeling van vaardigheden, al dan niet van economische aard; - op het niveau van de centra: De geselecteerde centra ontwikkelen hun werking opdat zijn een schakelfunctie kunnen vervullen in het lokale
cultuur-, jeugd- en sportbeleid; - op het niveau van de netwerken tussen de centra en andere lokale actoren: efficiëntie en duurzaamheid zijn cruciale principes. Inbedding van de activiteiten van de centra in de lokale gemeenschap kan een instrument zijn om dit te realiseren. Dit impliceert de uitbouw van relaties met onder andere lokale overheden; - op het niveau van de lokale werking en de link met het nationale niveau: de centra zullen informatie over de verworven ervaringen verspreiden op nationaal niveau en werken aan de ontwikkeling van een Zuid-Afrikaans netwerk. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Danielle Dierckx
Onderzoeksactivteiten uitvoeren volgens de bepalingen van Project Co-operation Agreement (PCA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Radio- en Televisieorganisatie - VRT' hebben voor het project ' Onderzoeksactivteiten uitvoeren volgens de bepalingen van Project Co-operation Agreement(PCA)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • An JACOBS
Onderzoeksbeurs voor wetenschappelijk onderzoek aan Livia Anquinet . (Stichting Emmanuel Van der Schueren) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Heel wat wetenschappelijk kankeronderzoek is de voorbije jaren uitgegaan naar diagnostiek, genezing en levensverlening van mensen met kanker, met succes. De vijfjaars overlevingskans van kankerpatiënten is de laatste jaren toegenomen, mede dankzij de vroege detectie van kanker en de technologische vooruitgang van medische behandelingen. Toch overlijdt binnen vijf jaar nà diagnose nog zowat de helft van alle kankerpatiënten, en gaan investeringen voor wetenschappelijk onderzoek zelden naar deze groep van mensen. Voor deze terminale patiënten verschuift de aandacht van de geneeskunde van cure naar care, en wel door het optimaliseren van comfort van de patiënt. Voor sommige patiënten echter, blijft het psychisch en fysisch lijden ondraaglijk ondanks goede palliatieve zorg. In deze gevallen kan terminale sedatie een laatste redmiddel zijn. Terminale sedatie is het continu in diepe sedatie of coma houden van een patiënt tot diens overlijden met behulp van slaapmedicatie. In België is deze praktijk in toenemende mate onderwerp van menig medische, ethische en maatschappelijke debatten omwille van zijn gelijkenissen met euthanasie. Ondanks de ophef rond deze praktijk blijkt uit recent onderzoek in Vlaanderen en België dat terminale sedatie relatief vaak wordt uitgevoerd aan het levenseinde, in 8.2% van alle overlijdens in Vlaanderen in 2001. In recent nog niet gepubliceerd onderzoek blijkt dat deze praktijk in alle zorgsettings in Vlaanderen substantieel gestegen is. Met deze studie wensen we binnen een Europees consortium (Vlaanderen, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) na te gaan wat de klinische kenmerken zijn van terminale sedatie in verschillende zorgsettings (hospitaal, thuis, verpleeghuis), wat de motieven en determinanten zijn voor terminale sedatie, en hoe de kwaliteit van overlijden beoordeeld wordt door artsen, verpleegkundigen en nabestaanden. Dit onderzoek tracht het grijze gebied rond de praktijk van terminale sedatie uit te klaren, wat ons in staat zal stellen heldere strategieën te ontwikkelen om de praktijk van terminale sedatie te optimaliseren. Omdat hiervoor in de medische praktijk in Vlaanderen geen richtlijnen werden geïmplementeerd, zal deze studie belangrijke inzichten verwerven voor het opstelllen van zo'n richtlijnen. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Onderzoeksbezoek Prof. Dr. T. Ingold (Univ. Aberdeen, UK) Universiteit Gent Abstract: Gedurende zijn korte verblijf (2 maanden) zal de onderzoeksgroep CiCi met Prof. Dr. T. Ingold de culturele leertheorie toetsen, die wij over de jaren uitwerken, aan zijn ecologisch-antropologisch voorstel. Tevens bereiden we zijn inbreng aan een symposium in Gent (december 2006) voor. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Onderzoeksconsortium ?Global Studies? in het kader van het aanstellen van een onderzoekscoördinator Universiteit Gent Abstract: Dit multidisciplinair onderzoeksconsortium wil vanuit concrete, lokale ruimtes te bestuderen hoe globale processen van sociale, economische, politieke en culturele veranderingen onze wereld in het verleden en het heden hebben gestructureerd en de globalisering haar huidige vorm geven. Een onderzoekscoördinator creëert synergieën tussen tussen de verschillende promotoren en daaraan verbonden wetenschappelijke expertise en zoekt actief naar financiering van wetenschappelijk onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
Onderzoeks- en consultancy activiteiten ter voorbereiding van de Vlaamse deelname aan het Europees thematisch netwerk sociale economie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESF. UA levert aan ESF de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Anne Van Regenmortel • Astrid Coates
Onderzoeksexcellentiecentrum SOCIO. Universiteit Antwerpen Abstract: In het onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de uitdagingen waarmee de welvaartsstaat geconfronteerd wordt met name door de volgende ontwikkelingen: de vergrijzing en het toenemend belang van Europa en globalisering meer algemeen. Het onderzoek is gestructureerd rond 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen : 1. armoede en inkomensverdeling 2. beleid inzake sociale zekerheid en fiscaliteit 3. Europees sociaal beleid 4. vergrijzing 5. gezin 6. arbeid 7. gezondheid 8. onderwijs 9. simulatiemodellen om beleid te evalueren 10. data en indicatoren Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Jozef Breda • Bea Cantillon
Onderzoeksgerechten als rechterlijke schakel tussen vooronderzoek en onderzoek ten gronde in strafzaken : bestaat de noodzaak aan een rechterlijke controle op de beslissing tot vervolging voordat de zaak voor de strafrechter wordt gebracht ? Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksgerechten worden ingeschakeld om na te gaan of er voldoende bewijzen zijn tegen de verdachte, en spreken zich soms ook uit over de rechtsgeldigheid van de bewijzen die in het vooronderzoek vergaard zijn. Het onderzoek strekt ertoe de voor en de nadelen van dit systeem na te gaan: is het een essentiele waarborg voor de verdachte en voor een efficient onderzoek, of is het daartegen een nodeloze verzwaring van de procedure zonder kwaliteitsverbetering van het strafproces in zijn geheel? Organisaties: • Publiek recht : staatsrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Steven R G Vandromme
Onderzoeksgerechten als rechterlijke schakel tussen vooronderzoek en onderzoek ten gronde in strafzaken : bestaat de noodzaak aan een rechterlijke controle op de beslissing tot vervolging voordat de zaak voor de strafrechter wordt gebracht ? Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksgerechten worden ingeschakeld om na te gaan of er voldoende bewijzen zijn tegen de verdachte, en spreken zich soms ook uit over de rechtsgeldigheid van de bewijzen die in het vooronderzoek vergaard zijn. Het onderzoek strekt ertoe de voor en de nadelen van dit systeem na te gaan: is het een essentiele waarborg voor de verdachte en voor een efficient onderzoek, of is het daartegen een nodeloze verzwaring van de procedure zonder kwaliteitsverbetering van het strafproces in zijn geheel? Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert • Steven R G Vandromme
Onderzoeksgroep Alliantie UGent - VUB 'Zorg rond het Levenseinde'. VUB: Prof. Luc Deliens (voorzitter), UGent: Prof. Simon Van Belle (co-voorzitter). - ZRLA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Oprichting Alliantie Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde VUB-UGent Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • LUC DELIENS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Innovation, Diversity and Educational Approaches - IDEA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar onderwijsongelijkheid en de rol van onderwijskundige vernieuwing in het tegengaan van ongelijkheidsmechanismen op micro-, meso- en macroniveau Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Koen LOMBAERTS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent 'Interuniversity Center for Health Economics Research (I-CHER) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezondheidseconomisch onderzoek Organisaties: • Medische Sociologie • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • MARC JEGERS • MARCUS LEYS • Koen PUTMAN
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Persoonlijkheidsstoornissen - PDS Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgroep richt zich op de conceptuele en taxonomische analyse, epidemiologie, en assessment en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en comorbide psychopathologie. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Political Representation in Diverse Societies - ReDS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Politieke vertegenwoordiging is een cruciaal concept binnen de politieke wetenschappen. In essentie betekent dit concept het tegenwoordig maken van een afwezig iets of iemand ('principal') via een tussenpersoon ('agent'). Vertegenwoordiging plaatst dus een tussenschakel tussen de burgers en de politieke besluitvorming, namelijk een vertegenwoordiger of een groep vertegenwoordigers. Dat in een samenleving verschillende belangen en noden bestaan die vertegenwoordigd willen zijn, is een evident onderdeel van elk democratisch proces. Politieke partijen en hun parlementsleden en ministers vertolken verschillende visies op de samenleving en burgers stemmen elk voor de partij of persoon die hun visie het best vertolkt. Deze vorm van vertegenwoordiging van klassieke groepen en groepsbelangen is een vertrouwd gegeven: liberale partijen spreken traditioneel eerder de vrije beroepen en zelfstandigen aan; de socialisten staan in voor de arbeidersklasse; regionalistische partijen voor de grieven van specifieke etnische, taalkundige of geografisch identificeerbare groepen. De politieke vertegenwoordiging van maatschappelijke groepen die pas recenter aan de oppervlakte kwamen, is een stuk problematischer. Het gaat dan over groepen die onderscheiden worden op basis van sekse, leeftijd, etnisch-culturele achtergrond of seksuele geaardheid. Ook worden klassieke breuklijnen zoals klasse of opleiding weer van onder het stof gehaald. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat deze groepen vaak onvoldoende vertegenwoordigd zijn in de politieke structuren. Deze politieke ondervertegenwoordiging van sociaal achtergestelde groepen wordt vandaag in toenemende mate als een maatschappelijk en politiek probleem ervaren. Hun ondervertegenwoordiging tast de representativiteit van de politieke instellingen, en daaruit voortvloeiend, het democratisch gehalte van het besluitvormingsproces aan. De ondervertegenwoordiging van maatschappelijke groepen en het gebrek aan representativiteit van de politieke besluitvorming kan zich echter op verschillende wijzen manifesteren. In de literatuur wordt gewezen op de (on)mogelijkheid tot deelname aan verkiezingen, de fysieke (af-)aanwezigheid in de vertegenwoordigende instellingen en (het gebrek aan) de inhoudelijke vertegenwoordiging van belangen. Het zijn resp. de formele, descriptieve en substantiële dimensie van het concept vertegenwoordiging Het onderzoek naar politieke vertegenwoordiging van sociale groepen is tot voor kort grotendeels onderbelicht gebleven in België en/of was vaak de zaak van één of enkele personen. De laatste jaren zijn er evenwel verschillende onderzoekers opgestaan die zich met deze thematiek (of onderdelen ervan) bezighouden. Door de krachten van verschillende onderzoekers in dit zich ontwikkelende onderzoeksdomein te bundelen, willen we komen tot een verdere uitbouw van het wetenschappelijke onderzoek in dit domein en van de expertise waarover beide partners beschikken. Zo kan ook de leidinggevende rol van beide partners in dit onderzoeksdomein verder bestendigd en ontwikkeld worden. Via de bundeling van dat potentieel willen de betrokken partners op onderzoeksvlak drie zaken realiseren: Ten eerste zal de bestaande samenwerking tussen de twee onderzoeksgroepen verder gecontinueerd en structureel verankerd worden, en waar mogelijk verder uitgebouwd worden. Onderzoekers uit beide partnerinstellingen zullen, daar waar mogelijk en opportuun, gezamenlijk werken aan tijdschriftartikels, congrespapers en boekhoofdstukken. Co-promotorschappen en lidmaatschappen van begeleidingscommissies van onderzoeken zullen eveneens, daar waar mogelijk, verder aangegaan worden. Ten tweede wensen de betrokken partners in het kader van deze alliantieonderzoeksgroep nieuw gemeenschappelijk onderzoek te initiëren naar politieke vertegenwoordiging van sociale groepen. Met gezamelijke onderzoeksvoorstellen zullen de gekende financieringskanalen aangesproken worden, met name: de bijzondere onderzoeksfondsen van beide instellingen; het Vlaams Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO); onderzoeksprojecten van het Federaal Wetenschapsbeleid; en ad hoc beleidsondersteunende financieringskanalen. We beogen hier zowel onderzoek dat eerder theoretisch van aard is, als empirisch onderzoek in België, maar ook zoveel mogelijk in internationaalcomparatief perspectief. In die optiek hebben de betrokken onderzoekers reeds toegang tot bestaande wetenschappelijke netwerken, en wensen ze die netwerken verder uit te bouwen en aan te wenden voor gemeenschappelijke onderzoeksinitiatieven (vb. ECPR Standing Groups on Gender & Politics, Committee on Political Sociology of International Political Science Association, ECPR Standing Group on Political Parties). Ten derde, zal om deze onderzoeksplannen te realiseren, moeten geïnvesteerd worden in een verdere kennismaking met de aanwezige expertise in de twee onderzoeksgroepen. Via meetings en discussiemomenten zullen de partners verder vertrouwd geraken met elkaars onderzoeksdomein en lopende onderzoeksprojecten. Deze vergaderingen en brainstormsessies zullen ook uitmonden in het in onderling overleg uitwerken van een gemeenschappelijke onderzoeksagenda en concrete initiatieven inzake projectaanvragen. Aansluiting bij de internationale onderzoeksagenda zal daarbij, zoals hierboven aangegeven, een belangrijk criterium zijn. Leidende onderzoeksthema's voor het gemeenschappelijk onderzoek inzake vertegenwoordiging van sociale groepen zijn geënt op de drie dimensies van vertegenwoordiging: -Formele dimensie: hier gaat het onder meer over de verkiezingsregels en -technieken die gebruikt worden om de voorkeur van de burger te achterhalen en deze om te zetten in de aanduiding van vertegenwoordigers. Thema's die behandeld worden houden verband met de discussie over actief en passief stemrecht voor specifieke sociale groepen, de mate waarin van dit stemrecht gebruikt wordt gemaakt en de mate waarin er kandidaten uit de betreffende sociale groep naar voor worden geschoven door politieke partijen zodat kiezers er zich over kunnen uitspreken. -Descriptieve dimensie: hier wordt dieper ingegaan op wie de vertegenwoordigers zijn, hun eigenschappen en in welke mate ze een weerspiegeling vormen van de samenstelling van de bevolking. Onderzoeksthema's zijn hier onder meer het in kaart brengen van deze ondervertegenwoordiging, de rol van partijen en kiezers in de ondervertegenwoordiging van bepaalde sociale groepen in het parlement en de wenselijkheid en effecten van de invoering van quota. -Substantiële dimensie: hier gaat het over de inhoudelijke invulling van belangen van sociale groepen. Deze dimensie beperkte zich lange tijd tot analyses van hoe parlementsleden hun mandaat inhoudelijk invullen en wat vertegenwoordigers doen om de belangen van de vertegenwoordigden te behartigen. Recente stromingen in de literatuur pleiten ervoor om deze benadering te verbreden. Enerzijds wordt ervoor gepleit om verder te kijken dan de parlementaire arena, en andere actoren die aan substantiële vertegenwoordiging doen (mee) in de analyse op te nemen. Het gaat onder andere om middenveldorganisaties, ambtenaren en media. Anderzijds wordt de stelling verdedigd dat vertegenwoordiging niet altijd een éénrichtingsproces hoeft te zijn dat loopt van kiezer naar vertegenwoordiger. Vertegenwoordigers kunnen zelf ook belangen en een achterban definiëren waarvoor ze willen opkomen. Onderzoek rond deze dimensie verkent haast vanzelfsprekend deze twee nieuwe pistes enerzijds door in kaart te brengen in welke mate (andere) actoren aan belangenvertegenwoordiging doen, wat het effect daarvan is en welke factoren daarop een invloed hebben, en anderzijds door na te gaan welke nieuwe groepen worden aangesneden door vertegenwoordigers, hoe ze dit doen, welke effecten dit heeft, en hoe personen uit die groepen hiermee omgaan.
Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Mihnea TANASESCU • Eline SEVERS • Soumia AKACHAR • Karen CELIS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Psychopathology and Information Processing in Older Adults - PIPO Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste onderzoekslijn van de participerende onderzoekers van de Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie VUB is de studie van persoonlijkheidsstoornissen en in het bijzonder de empirische validatie van persoonlijkheidstheorieën, waarbij 2 componenten centraal staan: niveaus van persoonlijkheids(dis)functioneren en het meten van (on)aangepaste trekken. Sinds 2008 wordt ook bijzondere aandacht besteed aan ouderen. Onderzoek naar persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen staat namelijk nog in zijn kinderschoenen en ook de vraag naar meetinstrumenten vanuit de klinische praktijk en beleid is hoog. Daarom is onder meer expertise uitgebouwd op het vlak van ontwikkeling en aanpassing van meetinstrumenten voor persoonlijkheid(spathologie) bij ouderen. Er wordt een brug gemaakt tussen de descriptieve DSM en een therapeutisch georiënteerde diagnostiek en fundamenteel onderzoek. De onderzoeksresultaten dragen bij tot de dimensionale classificatie van persoonlijkheidspathologie, valideren voorstellen voor de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5) en beantwoorden verschillende conceptuele en methodologische vraagstukken zoals zelf- versus informant bevraging, handvaten voor klinische praktijk (therapie), uitkomst metingen etc. Lopende doctoraatsstudies bij ouderen richten zich op trek gebaseerde metingen van persoonlijkheid(spathologie), de waarde van informanten metingen, de invloed van as I stoornissen op persoonlijkheidsmeting en de invloed van premorbide persoonlijkheidskenmerken op psychologische en gedragsmatige symptomen bij dementie. Voorts is er onderzoek naar heterotypische continuïteit van adaptieve en maladaptieve persoonlijkheidstrekken, vooral door studies naar persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen en is er in klinische populaties epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van persoonlijkheidsstoornissen en comorbiditeit met pathologie en trekken zoals de dementie, depressie etc. Hierbij is expertise uitgebouwd op het vlak van Alzheimer Disease (AD). Aangezien dit de meest voorkomende ziekte is op oudere leeftijd, is het belangrijk deze ziekte zeer vroeg te detecteren opdat behandeling zo snel mogelijk zou opgestart worden. Kennis wordt gecombineerd vanuit twee domeinen, neuropsychologie en biologie, om de vroege detectie van AD te optimaliseren en zo wordt ook tegemoet gekomen aan de recent voorgestelde criteria van the International Working Group for New Research Criteria for the Diagnosis of AD Samenwerking tussen Prof. Dr. Rossi en Prof. Dr. Dierckx resulteerde onder meer in het promoten van de Leerstoel Klinische ouderenpsychologie, waar Dr. Bas van Alphen op aangesteld is. Deze onderzoekslijn klinische ouderenpsychologie is over een tijdsspanne van de komende vijf jaar vooral gericht op: ?Diagnostisch accuratesse onderzoek ten behoeve van screening en (test)diagnostiek bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen. ?Vertekening van zelfbeantwoording en informantenrapportage bij persoonlijkheids-onderzoek door psychische aandoeningen op as I. ?De invloed van premorbide schemata van de persoonlijkheid op psychologische en gedragsmatige symptomatologie bij dementie. ?Het volledig onontgonnen terrein van de effectmeting van psychotherapeutische interventies bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen door het initiëren van (gerandomiseerd dubbelblind) vergelijkend klinisch onderzoek. ?Ontwikkelingen binnen DSM-5 persoonlijkheidsstoornissen in relatie tot ouderen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent:Sociale VeilligheidsAnalyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: Criminologisch en rechtsociologisch onderzoek inzake sociale veiligheid Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-ULB: European Criminal LAW - RECL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toekomst van Europees Crimineel Recht Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Onderzoeksovereenkomst: de begeleiding van het doctoraat van Lieselotte Goessens, getiteld "Omroep, politiek en ideologie. Onderzoek naar de muziek-programmering en -beleid aan het NIR/INR en de omroepverenigingen tijdens de periode 1929-1960." Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omroep, politiek en ideologie. Onderzoek naar de muziek-programmering en -beleid aan het NIR/INR en de omroepverenigingen tijdens de periode 1929-1960. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Onderzoeksovereenkomst voor wetenschappelijke dienstverlening in het kader van het HORECA Limburg project. Universiteit Hasselt Abstract: De horeca-sector is een zeer substantieel onderdeel van het economisch weefsel van België. Het is eveneens een sector met een sterke eigenheid die zeer regelmatig een grote persbelangstelling kent. Spijtig genoeg worden de problemen heel vaak besproken en bediscussieerd zonder al te veel objectief en gefundeerd cijfermateriaal. De opzet van onderhavige studie bestaat er dan ook in om de nodige gegevens te verzamelen vanuit de sector om aan dit probleem in belangrijke mate tegemoet te komen. Organisaties: • Accountancy en financiering • Financiering, ondernemerschap en rapportering • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Ghislain HOUBEN
Onderzoeksovereenkomst VUB - ICCI Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Informatiecentrum voor het bedrijfsrevisoraat (ICCI)' hebben voor het project ' Onderzoeksovereenkomst' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Business
Onderzoekers: • DIANE BREESCH
Onderzoeksplatform Improved Aid Architecture and Aid Effectiveness (O*platform). Universiteit Antwerpen Abstract: Het O*platform stelt zich tot algemeen doel de kwaliteitsversterking van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Het O*platform stelt zich tot specifiek doel de inbedding van het wetenschappelijk onderzoek in de beleidsvorming en -vertaling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Organisaties: • AID Policy • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Robrecht Renard • Nathalie Holvoet • Nadia Molenaers • Danny Cassimon
Onderzoeksplatform (O*platform) Draagvlak Ontwikkelingssamenwerking (PULSE) 2009-2013. Projectdeel "ICT en nieuwe media" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De media spelen een belangrijke rol in de perceptie van onze wereld. Dit is niet minder het geval voor onze visie op de ontwikkelingsproblematiek en internationale relaties. Talrijke studies tonen aan dat de klassieke media zoals kranten en televisie de ontwikkelingslanden op een stelselmatige manier misrepresenteren, vaak op een negatieve manier. Daarbij komt dat door de commercialisering van media en de entertainmentalisering van het nieuws steeds minder aandacht besteed wordt aan internationaal nieuws en nieuws omtrent de ontwikkelingsproblematiek en dit zowel in de geschreven als audiovisuele pers. Dit zou ertoe kunnen leiden dat 1) de publieke opinie steeds minder geïnformeerd is over de ontwikkelingsproblematiek, 2) vanuit het standpunt van donoren en NGO's klassieke media steeds minder een kanaal vormen om boodschappen over deze problematiek te verspreiden. Daartegenover staat dat nieuwe digitale kanalen zijn ontstaan zoals het Internet, digitale interactieve televisie en mobiele communicatie, die nieuwe, meer interactieve vormen, van communicatie toelaten. Deze kanalen laten een sterkere 'narrowcasting' toe en maken het mogelijk doelgroepen te bereiken die via de klassieke media onbereikbaar zijn geworden. Vraag is of deze nieuwe kanalen ook mogelijkheden bieden om bredere groepen terug bij de problematiek te betrekken. Binnen dit O*platform is het de bedoeling om na te gaan in welke mate deze nieuwe kanalen deel kunnen uitmaken van een vernieuwde mediamix in functie van sensibilisering en communicatie omtrent ontwikkelingssamenwerking. We doen dit op basis van 1) een brede analyse van gebruik van nieuwe media in het algemeen, 2) een diepgaande analyse van het gebruik van nieuwe kanalen door geselecteerde donoren en NGO's in het buitenland. De voordelen en concrete toepassingsmogelijkheden van deze nieuwe communicatiekanalen worden in samenspraak met de verschillende actoren besproken en geanalyseerd in functie van de eerder gedefinieerde doelgroepen. Bovendien worden (inter)nationale 'best cases' voorgesteld en geëvalueerd. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Leo VAN AUDENHOVE • Dorien BAELDEN
Onderzoeksplatform rond klimaatveranderingen en milieu. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
Onderzoeksproject 'Hoe gelijk is het andere' Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Sociale wetenschappen
Onderzoekers: • Charlotte De Kock • Christian Van Kerckhove • Eva Vens
Onderzoeksproject in Congo 'Développement économique des forêts à travers une utilisation informée.' KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
Onderzoeksproject in samenwerking met het Hôpital Universitaire de l'UNIKIS. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Christel Van Geet
Onderzoeksproject in verband met het administratieve, sociale en geldelijke statuut van het personeel der openbare ziekenhuizen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject beoogt een studie van het administratieve, sociale en geldelijke statuut van het personeel der openbare ziekenhuizen, waarbij dat statuut wordt vergeleken met het statuut van de leden van het overheidspersoneel in het algemeen en met dat van het personeel in private ziekenhuizen. Het onderzoeksproject poogt aldus de specificiteit van de tewerkstelling in openbare ziekenhuizen, zowel vanuit het oogpunt van het personeel, als vanuit het oogpunt van de tewerkstellende overheid aan te tonen. Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Onderzoeksproject naar de effecten van mediaeducatieproject "Kranten in de klas" op het leesgedrag en aankoopgedrag inzake kranten van de betrokkenen en van het gezin Universiteit Gent Abstract: Kwalitatief onderzoek door diepte-interviews peilt bij allochtonen en leerlingen uit het tweedekansonderwijs naar hun attitude tegenover kranten en media, de appreciatie en sociale implementatie van het project en de mogelijke bijdrage van kranten tot integratie. Kwantitatief longitudinaal onderzoek door middel van enquêtes gaat attitudeveranderingen op lange en korte termijn na bij leerlingen van het lager en middelbaar onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karin Van De Wal
Onderzoeksrapport inclusief aanbevelingen: heroriëntering van deputatiezittingen van beheer naar meer beleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: - Aansturingsmodel van FOD Financiën Deze opdracht omvat het uittekenen van een nieuw structuur, inclusief het afbakenen van de functionele opdracht van elke entiteit en stafdienst, de opmaak van een nieuw organogram en het uitwerken van een aangepast aansturingsmodel. De opdracht behelst tevens het uitschrijven van de bijhorende Koninklijke Besluiten. - Reorganisatie van de werking van de Psychosociale Dienst van het DG Penitentiare Instellingen bij de FOD Justitie. - Begeleiding van de strategische besluitvormingsprocessen bij de FOD Justitie en de FOD Financiën. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • HERMAN MATTHIJS
Onderzoekstraject rond 'domein'concessies en andere vormen van patrimoniumbeheer bij havenbestuurders. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek omvat volgende deelaspecten: - academisch onderzoek naar ruimteproductiviteit van haventerreinen en terminals, met name via benchmarking en de uitwerking van een academisch onderbouwd instrumentarium ter bepaling van parameters en kengetallen voor efficient ruimtegebruik binnen de verschillende deelsectoren in havenactiviteiten. - het nadeneken over de toepassing van economische theorie en de analyse van de toepasbaarheid ervan bij tariefstellingen en -systemen met betrekking tot havengronden die door havenautoriteiten ter beschikking gesteld worden aan private bedrijven via concessies. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Theo Notteboom
Onderzoek ter bevordering van de kwaliteitszorg in de vlaamse sportverenigingen : opstellen van een meetinstrument Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel de mogelijkheid te creëren om Vlaamse sportverenigngen via een aangepast toetsingsinstrument aan een kwalitatieve evaluatie te kunnen onderwerpen als objectieve basis voor de toekenning van een kwaliteitslabel. Analoog aan het IKGym-project, zal hiervoor een onderzoek opgezet worden om de specifieke kenmerken van de geselecteerde sporttakken (zwemmen, volleybal, tennis, karate en gymnastiek) te achterhalen. daarnaast zal ook gepeild worden naar de specifieke vereisten voor een verantwoorde en succesvolle beoefening van de verschillende types aabod, alsook naar de wensen van de respectievelijke "gebruikers". Het instrument heeft tevens tot doel om als managementstool te fungeren voor de verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit van deze organisaties. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Onderzoek tot implementatie van het bestaande screenings- en assessmentmethodiek voor druggebruik en psychopathologie in de gevangenissen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek sluit aan bij de studie ?Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen: Een exploratieve studie naar methodiekontwikkeling? uitgevoerd in opdracht van de FOD Wetenschapsbeleid tussen 1/12/2005 en 31/12/2006. De belangrijkste doelstelling is na te gaan welke factoren de afname van het instrumentarium in een reële gevangeniscontext beïnvloeden, met het oog op het succesvol implementeren van de methodiek.
Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Onderzoek verplaatsingsgedrag bij collectieve implementaties Universiteit Hasselt Abstract: Vlaanderen loopt achter op andere Europese landen en regio's wat betreft het 'nieuwe werken'. Nog te weinig mensen maken gebruik van de steeds uitgebreider wordende mogelijkheden om tijd- en plaatsonafhankelijk (TPOW) te werken. Doel van het project is Vlaanderen te helpen met het inlopen van die achterstand. Daartoe ontbreekt vandaag nog enig bewustzijn, maar ook zien veel organisaties vandaag nog niet de mogelijkheden voor TPOW. Ook aan de aanbodzijde is er twijfel. Het inplanten van flexwerkcentra vergt aanzienlijke investeringen, en inschatten waar en volgens welk businessmodel je die centra inricht is een moeilijke oefening. Dit project is bedoeld om zowel de vraag naar als het aanbod van telewerkmogelijkheden te ondersteunen. Dit project draagt daartoe bij door de weg te wijzen naar de talrijke mogelijkheden die telewerken biedt o.a. op het vlak van mobiliteit, maar ook door de methodes en kennis op te leveren die noodzakelijk zijn om die kennis in de praktijk om te zetten. Het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) en Flanders Synergy (FS) slaan hiervoor de handen in elkaar in het kader van het IWT - O&O project 'ICOMflex - Innovatieve Concepten voor Organisaties en Mobiliteit: flexwerkplekken en het organiseren van het nieuwe werken'. IMOB zal concreet instaan voor de volgende deeltaak: 'Onderzoek verplaatsingsgedrag bij collectieve implementaties'. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Katrien DECLERCQ • Davy JANSSENS • Tom BELLEMANS • Raf NULENS • Marc GERAERTS
Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen : begeleidende en controlerende opdracht en analyse opdracht. Universiteit Hasselt Abstract: OVGs zijn en blijven in Vlaanderen één van de meest aangewezen instrumenten om gegevens over personenmobiliteit te verkrijgen. De nood aan deze data is onmiskenbaar en urgent. Aangezien deze data vaak de bron zijn van heel wat toepassingen, is de kwaliteitsbewaking en de analyse van de verzamelde data van cruciaal belang. In opdracht van de Vlaamse Overheid zal het IMOB 5 jaar lang instaan voor de analyse, controle en begeleiding van het OVG. De opdracht bestaat uit 2 grote taken, met name: (i) controle en begeleiding van de dataverzameling en (ii) het uitvoeren van analyses. Het uitvoeren van analyses houdt zowel de opmaak van verkeerskundige tabellen in als de vekeerskundige interpretatie ervan. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Ondezoek naar agressie ten aanzien van dieren gepleegd door kinderen: kenmerkend voor een levensfase of symptoom van een pathalogische situatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dierenmishandeling is een fenomeen dat in alle culturen, op alle leeftijden, en dus ook op kinderleeftijd, voorkomt. Hoewel prevalentiegegevens ontbreken, is men het er over eens dat dit probleem veel voorkomt. Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan in welke mate en onder welke vorm dierenmishandeling binnen niet-klinische populaties kinderen voorkomt. In de onderzoeksliteratuur wordt agressief gedrag van kinderen ten aanzien van dieren meestal in verband gebracht met gedragsstoornissen en intrafamiliaal geweld. Hierbij beschouwt men dierenmishandeling als predictor voor ernstig delinquent of anti-sociaal gedrag op latere leeftijd. Omdat deze onderzoekingen veelal retrospectief van aard zijn en klinische populaties omvatten, kan men hun validiteit in vraag stellen. Het doel van dit project is dan ook na te gaan welke vormen van geweld kinderen binnen niet -klinische populaties op dieren plegen en welke persoons- en contextgebonden variabelen hierbij een rol spelen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Onethisch consumentengedrag: de invloed van impulsaankopen op onethisch handelen en de rol van morele emoties in communicatie op de winkelvloer met als doel preventie van winkeldiefstal: experimentele studies Universiteit Gent Abstract: Studie 1. Experimenteel onderzoek (lab en veld) betreffende de negatieve invloed van aanzetten tot impulsaankopen door winkeliers op onethisch consumentengedrag in de winkel. De invloed van 'sensation seeking' wordt onderzocht. Studie 2. Eveneens experimenteel onderzoek naar de invloed van communicatieve 'schrik'boodschappen die gebruik maken van boetes versus sociale druk op winkeldiefstal door consumenten. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patrick Van Kenhove
Ongelijkheden in de gezondheidssector: de rol van inkomen en het belang van een conceptueel raamkader. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestaat uit drie delen : 1) een longitudinale focus op de correlatie tussen socio-economische status en gezondheid: dynamica en causaliteit. 2) Econometrische modellering van de determinanten van het aantal contacten met verschillende types gezondheidszorg. 3) Conceptueel kader voor het meten van socio-economische ongelijkheden in de gezondheidssector: alternatieven en decomposities. Organisaties:
• Algemene economie
Onderzoekers: • Jacques Vanneste • Tom Van Ourti
Ongelijkheid: kwantificering, bronnen en herverdeling Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject staan drie onderzoeksvragen centraal. Ten eerste, de meting van ongelijkheid. Verder bouwend op mijn vroeger onderzoek naar multidimensionale ongelijkheidsmeting, bestudeer ik de meting van multidimensionale armoede en sociale mobiliteit over meerdere perioden. Ten tweede, ben ik geïnteresseerd in het onderzoeken van de oorzaken van ongelijkheid in België en de rest van de wereld. Het centrale idee is om counterfactual verdelingen te construeren die resulteren uit het veranderen van demografische of beleidsparameters. Een derde onderzoekslijn focust op de studie van optimale herverdelend beleid. In het bijzonder ben ik geïnteresseerd in de rol van de civiele maatschappij op de bereidheid tot betalen voor herverdeling en in het uitkristalliseren van de impliciete sociale preferenties in het huidig belastingsysteem. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Koen Decancq
Ongelijkheid van kansen: meting in theorie en praktijk. Universiteit Gent Abstract: De kloof tussen de recente inzichten in de theoretische literatuur rond gelijkheid van kansen, en de empirische meting van ongelijkheid van kansen zal overbrugt worden. Hiertoe zal (1) een literatuuroverzicht afgewerkt worden, (2) een axiomatische basis gegeven worden voor bestaande en nieuwe maatstaven en (3) nagegaan worden of de rangschikking van verschillende landen verandert indien andere maatstaven gebruikt worden. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Dirk Van de gaer
Online conjoint keuze-experimenten voor het opsporen van latente marktsegmenten Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos
ONLINEDAGBOEKEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh
Online marketing research surveys. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Martina Vandebroek • Chang Wang
Online religie in een transnationale context: representatie en beleving van jainisme in diasporagemeenschappen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil ontwikkelingen in Jainisme in de diaspora ontwaren en verklaren door een analyse van online activiteiten en een reeks interviews op verschillende plaatsen in de diaspora. Zo zal het niet alleen de meest recente ontwikkelingen van Jainisme onderzoeken, maar ook een case-study zijn voor religie in de context van migratie en de rol die ICT daarin kan spelen. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Eva De Clercq
Online reviews en de construal level theorie. We schrijven over ervaringen die aanvoelen als veraf of dichtbij. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Tim Smits
Online winkelen: de impact van de lay-out en de organisatie van een virtuele winkel op het aankoopgedrag voor fast moving consumer goods. Universiteit Antwerpen Abstract: Online winkelen: de impact van de lay-out en de organisatie van een virtuele winkel op het aankoopgedrag voor fast moving consumer goods.
Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Katia Campo • Els Breugelmans
Online winkelen: de impact van de layout en organisatie van een virtuele winkel op het aankoopgedrag voor fast moving consumer goods. Universiteit Antwerpen Abstract: In een eerste deel van het onderzoek wordt nagegaan welke impact layout en organisatie van een online grocery winkel heeft op het online aankoopgedrag. Een tweede onderzoeksluik bestudeert in welke mate virtuele winkels als testinstrument gebruikt kunnen worden om het effect van merchandising in een traditionele winkel te voorspellen. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Katia Campo
On location decisions for foreign direct investment by multinational companies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Rene Belderbos • Shanqing Du
On the interaction between Corporate Governance and M&A KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Nancy Huyghebaert • Mathieu Luypaert • Corneel Defrancq
On the Multilevel Organizing Principles of Duration and Time in the Perception of Music KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Géry van Outryve d'Ydewalle • Pieter Schuermans
On the role of sustainability reporting and sustainability indicators in the process of integrating sustainability into institutions of higher education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Luc Van Liedekerke • Ingrid Molderez • Kim Ceulemans
Onthouden van vocht en/of voeding aan het levenseinde van ouderen in bejaardentehuizen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Advance care planning in rusthuizen in Vlaanderen. De focus van onderhavig project wordt verruimd naar het geheel van advance care planning (ACP) in rusthuizen in Vlaanderen. Er werd binnen dit project een pilootstudie opgezet om een aantal aspecten van het onderzoeksdesign uit te testen. Hieruit bleek dat beslissingen tot onthouding van vocht en/of voeding in rusthuizen meer en meer geïntegreerd worden in een ruimer comfortdossier van de patiënt, waarin ook informatie terug te vinden is over andere medische beslissingen rond het levenseinde betreffende de patiënt (zowel ACP als de effectief genomen zorg-beslissingen bij het optreden van het probleem). Gezien dit geheel niet los van elkaar kan worden bestudeerd, is het nodig dit ruimere kader te onderzoeken om een beter begrip te krijgen van onthouding van vocht en/of voeding. Een goede medische praktijk veronderstelt ACP. Op deze manier kan, indien de patiënt wilsonbekwaam wordt, toch nog zo veel als mogelijk gehandeld worden volgens diens wensen. In het buitenland verkrijgen patiënten bij wet (bv. 'Patient Self Determination Act' in de Verenigde Staten) steeds meer mogelijkheden om actief deel te nemen aan medische besluitvorming. Diverse studies toonden daar aan dat slechts voor een minderheid van de nursing homebewoners ACP-documentatie is terug te vinden in de patiëntendossiers. In Vlaanderen kan in dit kader enkel beroep gedaan worden op de wet betreffende de rechten van de patiënt en recent ook op de Code van Geneeskundige Plichtenleer. Tot op heden werd nog niet onderzocht of en voor hoeveel rusthuisbewoners ACP wordt gedocumenteerd in Vlaanderen, hoeveel rusthuizen momenteel reeds een schriftelijk beleid hebben geformuleerd met betrekking tot ACP en welke vormen dit aanneemt. Bovendien is nog steeds onbekend in welke mate het bestaan van een dergelijk beleid en de beschikbaarheid van palliatieve zorg in het rusthuis een invloed heeft op het omgaan met patiënten aan het levenseinde (bv aantal transfers, plaats van overlijden, ACP-documentatie per patiënt). De huidige studie wil hierop antwoorden geven.
Organisaties: • Zorg rond het levenseinde
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS
Ontologie en modelleerraamwerk voor service science Universiteit Gent Abstract: Service Science is een nieuw interdisciplinair onderzoeksgebied gericht op het management en de engineering van dienstensystemen. Het ontdekken van het onderliggend mentaal model van het dienstensysteem concept en het ontwikkelen van technieken om dit conceptueel model tot uitdrukking te brengen, zijn onderzoeksuitdagingen waar het voorgestelde project zich vanuit het beleidsinformatica-onderzoek naar conceptueel modelleren op richt. Organisaties: • Vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel beheer
Onderzoekers: • Geert Poels
Ontologiegestuurde conceptuele modellering 2.0 (ODCM 2.0) Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt een nieuwe methode ontwikkeld voor ontologiesgestuurde conceptuele modellering. Vertrekkende van een design science methodologie, wordt er eerst nagegaan wat de tekortkomingen zijn van traditioneel conceptueel modelleren en huidige ontologiegestuurde conceptuele modelleringsmethoden. Vervolgens wordt een nieuwe aanpak voorgesteld die wordt geëvalueerd aan de hand van twee modellering experimenten met studenten. Organisaties: • Vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel beheer
Onderzoekers: • Frederik Gailly
On track with gender. Universiteit Antwerpen Abstract: Case studie naar "Gender Equality and Changing Aid Modalities" in Tanzania. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet • Elizabeth Inberg
Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontsluiting van erfgoed over immigratie naar Vlaanderen en Brussel in de 20ste eeuw. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Ontstaan, betekenis en rol van het supplement: een genologische en genealogische studie van Britse negentiendeeeuwse periodieken en hun addenda Universiteit Gent Abstract: Tijdens de Lange Negentiende Eeuw gaven Britse tijdschriften uit alle genres zogenaamde "supplementen" uit diverse nu veronachtzaamde addenda (bv. Geschenkjes, speciale edities omtrent actuele kwesties, advertentiebladen) die zich op allerlei significante manieren tot het gesupplementeerde tijdschrift kunnen verhouden. Wij onderzoeken deze functies, met nadruk op de aard van de supplementen en de positionering van de tijdschriften waarbij ze werden uitgegeven. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Ontstaan, betekenis en rol van het supplement: een genologische en geneaologische studie van Britse 19de-eeuwse periodieken en hun addenda Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek zal (1) de verschillende vormen beschrijven waarin die voorkomen: als addenda, secties, bijlagen en zelfs afzonderlijke tijdschriften met daaraan gekoppeld genretheoretische conclusies over ondermeer de voorwaarden voor het ontstaan van supplementen (economische redenen, technische of vormimmanente redenen), voorwaarden voor het voortbestaan en de consequenties daarvan voor het literaire veld (2) een genealogie opstellen die de ontwikkeling van een reeks tijdschriften in kaart brengt, de relatie tussen die periodieken, hun redacties en de netwerken aan de basis van die redacties verduidelijkt en de rol van supplementen aangeeft in het voortbestaan en overleven van negentiende-eeuwse periodieken. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Ontwerp en analyse van garbage collection algoritmen voor flash-based solid-state drives. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Benny Van Houdt
Ontwerpend onderzoek naar een regionaal openbaarvervoerssysteem in dialoog met het Vlaamse landschap KU Leuven Abstract: Dit onderzoek vertrekt van de vaststelling dat er nood is aan een performant openbaar vervoerssysteem dat een tussenschakel vormt tussen de goed uitgebouwde busnetten in de stedelijke gebieden enerzijds en de vlottetreinverbindingen tussen de steden anderzijds. Het reizigerspotentieel buiten de steden blijft nu grotendeels onderbenut. De chronische congestie van autowegen in Vlaanderen is de aanleiding om dit openbaar vervoerssysteem in eigen bedding te organiseren, via een light-rail systeem.
De inplanting van nieuwe transportinfrastructuur wordt vaak enkel bestudeerd in functie van de transportnoden, en niet in functie van nieuwe mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling. In het onderzoek wordt de aanleg van een nieuw openbaarvervoerssysteem ingezet om het landschap meer te structureren. Ruimtelijke strategieën worden uitgewerkt en toegepast op een representatief gebied binnen de Vlaamse Ruit. Dit resulteert in concrete ontwerpvoorbeelden voor representatieve tracés of knooppunt Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Michael Ryckewaert • Marcel Smets • Erik De Deyn
Ontwerpen methodiek klantentevredenheidsstudie Groen- en Recreatie domeinen provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Thijssen
Ontwerp, implementatie en evaluatie van krachtige leeromgevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwerp, implementatie en evaluatie van krachtige leeromgevingen. Organisaties: • Onderwijs Nederlands • Didactica
Onderzoekers: • Jules Frans Daems
Ontwerp, implementatie en evaluatie van krachtige leeromgevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gedurende het voorbije decennium hebben zich binnen de onderwijspsychologie, onderwijstechnologie en de ontwerpkunde ('instructional design') belangrijke en veelbelovende ontwikkelingen voorgedaan die (erg) relevant zijn voor het onderzoek en de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen. Hoewel het onmiskenbaar is dat de ontwikkelingen binnen deze (sub)disciplines een aantal gelijkenissen vertonen, is er behoeft aan een systematische confrontatie en integratie van de theoretische denkkaders, de onderzoeksmethoden en de empirische bevindingen uit de drie genoemde (sub)disciplines. Organisaties: • VAKGROEP GERMAANSE TAAL- EN LETTERKUNDE • Didactica
Onderzoekers: • Jules Frans Daems
Ontwerpmethodologie en technieken voor het bouwen van een Knowledge Management omgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het betreft toegepast onderzoek in verband met methodologieën en technieken die gebruikt kunnen worden bij het meer toegankelijk maken van alle vormen van kennis die in een bedrijfsomgeving aanwezig zijn. Hte onderzoek betreft in het bijzonder de methodologieën die kunnen gebruikt worden bij het ontwerpen en implemnteren van een knowledge portal. er moet hierbij een knowledge architecture ontworpen worden
Onderzoekers: • EDUARD VANDIJCK
Ontwerp van een systeem voor Stochastische en Geavanceerde Hulpmiddelen Planning. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil de bestaande resultaten met betrekking tot de geavanceerde hulpmiddelen planning uitbreiden. Het project bestaat uit twee luiken: een gedeelte dat zich concentreert op de link met de supply chain, meer specifiek het demand management en een gedeelte dat zich richt naar de uitvoering van de planningsbeslissingen. Bij het eerstgenoemde komen verschillende zaken aan bod zoals vraagonzekerheid (en het effect op de doorlooptijd), het tegenwerken van het opzweepeffect (en de determinanten van dit laatste) en tot slot de vraag naar differentiatie van de doorlooptijd naar klanten en producten toe. Het tweede deel bestaat uit een studie van de mechanismen om de planning ten uitvoer te brengen en omvat het ontwerpen van authorisatie- en vrijgavepolitieken, het introduceren van veiligheidstijd in dit mechanisme, het toewijzen van klantenorders aan productie-orders en een onderzoek naar de mate waarin knelpunten deze onderzoeksvragen kunnen beïnvloeden.
Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Nico Vandaele
Ontwerp van geïntegreerde plannings- en wachtlijnmodellen voor het opstellen van roosters die resulteren in geoptimaliseerde mensenstromen en maximalisatie van veiligheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep KBPRO Brussel
Onderzoekers: • N. N. • Jeroen Belien
Ontwikkelen en beheren van cylische distributiestrategieën in de logistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uitgangspunt van voorliggend project is om deze beide strekkingen in de literatuur over rittenplanning met voorraadoverwegingen samen te brengen door de basisassumpties te doorbreken: (i) situaties met een inherente vraagonzekerheid vergen niet noodzakelijk een dynamische, korte-termijnaanpak; en (ii) een cyclische oplossing kan ook geschikt zijn onder veranderende omstandigheden. De resulterende onderzoeksvraag, die de grondslag vormt van dit project, is de volgende: in hoeverre is een cyclische aanpak geschikt voor distributieplanning in situaties met inherente vraagonzekerheid, en hoe kunnen efficiënte distributiepatronen dan opgebouwd en onderhouden worden? Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Ontwikkelen en implementeren van een community-based interventie om een meer ondersteunende sociale en fysieke omgeving te creëren voor veranderingen in levensstijl om diabetes bij kwetsbare gezinnen in heel Europa te voorkomen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het Feel4Diabetes-project is het ontwikkelen, implementeren en evalueren van een community-based interventie die zich specifiek richt op kwetsbare families (i.e. families met een lage SES in hoge inkomenslanden en families uit lage en middelmatige inkomenslanden). Meer specifiek wordt er geprobeerd om een meer ondersteunende sociale en fysieke omgeving te creëren die levensstijlveranderingen promoot om zo overgewicht, obesitas en type 2 diabetes te voorkomen. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Greet Cardon
Ontwikkelen en valideren van een instaptoets voor de cursus Maatschappelijke Oriëntatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de reeds verworven competenties van inburgeraars te screenen ervaart de Vlaamse overheid de nood aan een instaptoets, zodat een inburgeringstraject op maat en zo doelgericht en efficiënt mogelijk kan verlopen. Het onderzoeksproject heeft tot doel een instaptoets te ontwikkelen en te valideren op een wetenschappelijk verantwoorde wijze. De instaptoets moet meer specifiek aangeven in welke mate de module Maatschappelijke Oriëntatie dient te worden gevolgd door een nieuwe inburgeraar. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Rita Rymenans • Sven De Maeyer
Ontwikkelen en valideren van een planningsmethode voor de KCO processen Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen van een planningsalgoritme voor administratieve processen dat rekening houdt met variabiliteit en onzekerheid. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem