www.researchportal.be - 6 Feb 2016 11:00:08
Onderzoeksprojecten (2500 - 3000 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
Moleculaire genomica van neurodegeneratieve hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de identificatie van gendefecten in nieuwe loci die door voorafgaand moleculair genetisch onderzoek in patiënten met neurodegeneratieve hersenziekten geïdentificeerd werden. Identificatie van nieuwe genetische defecten zal resulteren in het beter begrijpen van de pathobiologie van neurodegeneratieve hersenziekten, waarvan de frequenties nog sterk zullen stijgen in de nabije toekomst ten gevolge van de vergrijzing van de westerse bevolking. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven
Invloed van antigeen specifieke immunotherapie op de signaal transductie van basofielen. Universiteit Antwerpen Abstract: De nieuwe doelstellingen en onderzoeksvragen van deze studie zijn het bestuderen van de invloed van antigeenspecifieke immunotherapie op de signaaloverdracht in de basofiel en nagaan hoe de klinisch geobserveerde tolerantie van basofielen tot stand komt. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Willem Stevens
Identificatie van genen verantwoordelijk voor complexe vormen van slechthorendheid via statistische en genetischepidemiologische technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is het ontrafelen van de genen betrokken bij complexe slechthorendheid (ouderdomsslechthorendheid, lawaaidoofheid, otosclerose). Meer specifiek wordt een statistische en genetisch-epidemiologische analyse verricht van genetische data, verzameld via high-throughput genotyperings van grote verzamelingen proefpersonen. Enkelvoudige SNP associaties, gengen interactie en gen-omgevingsinteracties worden getest. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
De rol van het antioxidatief ascorbaat-glutathione metabolisme in crosstolerantie van planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is onderzoeken of veranderingen in het antioxidatief metabolisme belangrijk zijn in crosstolerantie. De stressrespons zal bestudeerd worden op verschillende complementaire niveaus onder meer de ecofysiologische respons, de accumulatie van een aantal specifiek gekozen metabolieten alsook op niveau van expressie genen coderend voor bepaalde van sleutelenzymen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs • Nele Horemans
Een computationeel onderzoek van de Purkinjecellaag van de kleine hersenen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een computationeel onderzoek van de Purkinjecellaag van de kleine hersenen. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter • Reinoud Maex
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor complexe vormen van slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van complexe vormen van gehoorverlies, meer bepaald ouderdomsslechthorendheid (ARHI: Age-Related Hearing Impairment) en lawaai-geïnduceerd gehoorverlies (NIHL: Noise-Induced Hearing Loss), door de identificatie van de betrokken genetische factoren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Universiteit Antwerpen Abstract: Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers:
• Ronny Blust
Evolutie van vrouwelijk kleurpolymorfisme bij waterjuffers (Odanata, Zygoptera). Universiteit Antwerpen Abstract: Polymorfismen komen in de natuur zeer algemeen voor. Bij vele soorten waterjuffers worden meerdere discrete vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties waargenomen. Het vrouwelijke fenotype dat qua lichaamskleur en soms ook qua gedrag op het conspecifieke mannetje lijkt wordt andromorf genoemd, terwijl het gynomorfe fenotype duidelijk verschillend van het mannetjes en andromorfen. Recent onderzoek geeft aan dat de expressie van een kleurvorm genetisch bepaald is en dat selectieprocessen een belangrijke rol spelen bij hun coëxistentie. Huidige adaptieve hypothesen veronderstellen dat een conflict tussen de seksen aan de basis ligt van dit vrouwgelimiteerd polymorfisme bij waterjuffers. Meer in detail worden vrouwtjes teveel lastiggevallen door paarlustige mannetjes en dit zou leiden tot differentiële fitness-kosten voor andro- en gynomorfen. Het hoofddoel van dit onderzoek is beter inzicht te verwerven in het voortbestaan en de evolutie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan de volgende 4 aspecten: ¿Hoewel dit een cruciale assumptie vormt, ontbreekt het aan studies die testen of het conflict tussen de seksen effectief leidt tot vormspecifieke fitness-kosten. Deze vraag wordt op experimentele wijze onderzocht door kleurvormen, ondergebracht in vliegkooien, bloot te stellen aan een verschillend aantal copulaties en verschillende gradaties van mannelijk lastigvallen. Vervolgens wordt nagegaan wat de effecten hiervan zijn op levensduur en fecunditeit. Tevens wordt het mannelijk lastigvallen van vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties gekwantificeerd. Finaal wordt nagegaan of het vrouwelijk gedrag varieerd onder verschillende densiteiten en frequenties. ¿Spatiale en temporele variatie in de frequentie van de vrouwelijke vormen in natuurlijke populaties zal gekwantificeerd worden. Dit gebeurd aan de hand van een gestandaardiseerde methodiek, door middel van observaties in afgebakende transecten of door een uniforme vangsttechniek met een insectennet. ¿Verschillen in lichaamskleur en/of gedrag spelen een belangrijke rol in de thermische ecologie van een soort. Algemeen warmen donkere individuen sneller op dan lichtere waardoor ze meer actief (bvb. ontwijken predatoren, rijpen van eieren) kunnen zijn bij minder geschikte weersomstandigheden wat uiteindelijk leidt tot een fitnessvoordeel. In dit kader zal ik de thermische karakteristieken van mannetjes en de vrouwelijke kleurvormen bestuderen onder experimentele condities en in hun natuurlijke populatie. ¿Hypothesen suggereren dat de vrouwelijke kleurvormen verschillen in kosten en baten bij verschillende omgevingsomstandingheden met als gevolg dat hun fitness variabel is. Ik zal het bestaan van variatie in fitness bestuderen onder wijzigende populatiecondities (gedurende een volledig vliegseizoen). Er wordt geopteerd voor het bepalen van verschillende conditiematen (korte en lange termijn) zodat de conditie tijdens verschillende fasen in het leven van een individu kunnen ingeschat worden. De lichaamslengte en de ontwikkelingstabiliteit (fluctuerende assymetrie) weerspiegelen de conditie van het individu tijdens het larvale stadium (lange termijn). De aanwezige energiereserves van het individu geven een maat voor de huidige voedingsstatus die gevoelig is aan variabele omgevingsomstandigheden (korte termijn). Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Ontwikkeling van nieuwe biomarkers voor detectie van endocriene verstoring bij de zebravis (Danio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: Het is algemeen geweten dat ettelijke chemicaliën het endocriene metabolisme kunnen moduleren en vervolgens kunnen interfereren met reproductie en ontwikkelingsprocessen van dieren. Tijdens dit onderzoek worden de effecten van 17¿-ethinylestradiol, fadrozole, vinclozoline en faslodex op volwassen zebravissen bestudeerd. Meer specifiek wordt de impact op het genoom, het proteoom en de reproductie onderzocht. Naast de evaluatie van de reproductie, worden eveneens de gonadosomatische index (GSI) en de hepatosomatische index (HSI) bepaald. Het genoom wordt bestudeerd met behulp van DNA microarrays (4000 oligo's), die een wijziging in de genexpressie kunnen aantonen. Deze methode stelt ons in staat om grote sets van genen tegelijkertijd te evalueren. Voor de analyse van het proteoom maken we gebruik van Difference in-Gel Electrophoresis (DiGE), een nieuwe variant op de oorspronkelijke 2-DE met een hoge reproduceerbaarheid. Hierbij worden eiwitten uit verschillende weefsels geëxtraheerd en gelabeld met verschillende fluorescente reagentia, en vervolgens gescheiden door 2-DE op één enkele gel. De gelabelde eiwitten worden gedetecteerd op de golflengte, speciefiek voor de fluorescente kleurstof. De differentiële eiwit expressiepatronen worden dan geanalyseerd en gekwantificeerd door beeldanalyse. Naast 2-DE maken we ook gebruik van een gelvrije methode om eiwitten te analyseren., namelijk LC-MS (liquid chromatography-mass spectrometry). De unieke integratie van al deze parameters, gemeten op verschillende niveaus van biologische organisatie, zal aanleiding geven tot de ontwikkeling van nieuwe biomerkers voor de detectie van endocriene verstoring. Deze biomerkers zullen gebruikt kunnen worden om mogelijk nadelige effecten op de reproductie van zebravissen te voorspellen op een lager niveau van biologische organisatie. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Marijke De Wit
De rol van epitheliale-mesenchymale transitie in het ontwikkelen van fibrose in de transplantnier. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van epitheliale-mesenchymale transitie in het ontwikkelen van fibrose in de transplantnier. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Gie Spaepen
Welke essentiële processen tijdens de trage elongatie zijn bepalend voor de snelle elongatie in het hypocotyl? Universiteit Antwerpen Abstract: Welke essentiële processen tijdens de trage elongatie zijn bepalend voor de snelle elongatie in het hypocotyl? Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen • Jurgen Van Orden
Middelengebruik bij de Antwerpse studentenpopulatie.
Universiteit Antwerpen Abstract: In de loop van 2005 werd via de elektronische leeromgeving Blackboard een grootschalige enquête uitgevoerd naar het middelengebruik bij de studenten van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Meer dan 5.500 studenten stuurden een ingevulde enquête terug. De uitgebreide databank wordt verder geanalyseerd en er wordt een rapport geschreven, waarbij veel aandacht wordt geschonken aan de bruikbaarheid van de resultaten voor het opstellen van een drugpreventiebeleidsplan voor het Antwerpse hoger onderwijs. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
De invloed van individuele morfologische verschillen en groei op de motorische ontwikkeling van bipedaal stappen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Alleen stappen is ongetwijfeld één van de belangrijkste motorische ontwikkelingen van een kind in zijn eerste levensjaren. Deze vaardigheid wordt geleerd in een periode waarin het lichaam in volle groei is. Eerder onderzoek binnen de onderzoeksgroep Functionele morfologie van de Universiteit Antwerpen bracht reeds in beeld hoe kinderen tussen 1 en 2 jaar omgaan met de uitdaging om te stappen. Er is echter nog weinig geweten over de invloed van groei op de ontwikkeling van het stappatroon. De doelstelling van dit onderzoek is om de invloed na te gaan van individueel morfologische verschillen en ontogenetische veranderingen van het morfotype tijdens de kindertijd op de controle en maturatie van het gangpatroon. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Marleen Van Dam
Aantal en ruimte in de pariëtale cortex Universiteit Gent Abstract: Ruimtelijke verwerking en de verwerking van aantallen zijn gelocaliseerd in de pariëntale cortex van het brein. Waarom dit zo is, is echter onbekend. Het doel van dit project is dit fenomeen te begrijpen aan de hand van neurale netwerkmodellen. We zullen twee modellen die respectievelijk de ruimtelijke (Pouget et al., 2002) en de numerieke kant (Verguts & Fias, 2004) belichten, integreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
Grondige studie van de rol van matrix metalloproteinase 8 (MMP-8) en andere MMPen in endotoxemie en immuniteit Universiteit Gent Abstract: Endotoxemie ligt aan de basis van septische shock, nog steeds goed voor honderdduizenden doden per jaar wereldwijd. Er is dringend nood aan betere therapeutica die sepsis bij patienten kunnen genezen. Wij richten ons op de rol van een familie van proteasen, de matrix matalloproteinasen (MMPen), meer bepaald o pMMP8, in endotoxemie en sepsis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Multidisciplinaire analyse van de rol van PCBER op houtvorming en groei in populier Universiteit Gent Abstract: Hout is een van de meest belangrijke, natuurlijk-hernieuwbare grondstoffen. Ondanks de toenemende vraag naar hout voor houtvorming en -kwaliteit regelen in zijn kinderschoenen. Het onderzoek beoogt de opheldering van de rol van PCBER, heet meest abundante eiwit uit hout, door een combinatie van transcript en metabolietprofilering. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Eric Messens • Wout Boerjan
Vernauwingen van kransslagadervertakkingen: op zoek naar de ideale aanpak via biomechanische modellering Universiteit Gent Abstract: Ondanks de behoorlijke resultaten van stenting procedures voor enkele bloedvaten blijft een belangrijk klinisch probleem het stenten van coronaire bifurcaties. Via biomechanische modellering (o.a. FSI, Fluid Structure Interaction) zal gezocht worden naar een optimale aanpak voor vernauwingen ter hoogte van coronaire vertakkingen. De resultaten van de simulaties zullen experimenteel gevalideerd worden met PIV (Particle Imaging Velocimetry) en in vitro simulaties. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Benedict Verhegghe • Pascal Verdonck
Synthese van x-GalCer analogen met een verbeterd selectiviteitsprofiel voor anitumorale activiteit Universiteit Gent Abstract: Recent werd aangetoond dat bepaalde geglycosyleerde ceramide-analogen (vb. x-galactosylceramide) in staat zijn NKT-cellen te stimuleren tot de productie van IFN-y (Th-1-respons) en IL-4 (Th2 respons). Voor bepaalde aandoeningen is het nuttig om analogen te ontwikkelen, die geen aanleiding geven tot simultane inductie van IL-4 en IFN-y. Dit project beoogt de ontwikkeling van x-galactosylceramide-analogen die een gepolariseerde respons induceren (Th1>Th2) en bijgevolg een beter profiel vertonen voor antimorale activiteit. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wijst op problemen met regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen en de mogelijke link met minor problemen. In een longitudinaal opzet wordt de link tussen regulatieve vaardigheden op fysiologisch en gedragsmatig vlak onderzocht bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar. Dit binnen een sociale en niet-sociale context. De predictieve waarde ten aanzien van de sociaal-communicatieve ontwikkeling wordt nagegaan. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Moleculaire interacties van het influenza A virus virus RNA polymerase complex met de gastheercel Universiteit Gent Abstract: Specifieke interactiepartners van het influenza A virus RNA polymerase complex zullen worden gezocht. Dit zal gebeuren door gebruik te maken van recombinante influenza A virussen waarbij de subeenheden van het RNA polymerase complex voorzien zijn van een eptioopvlas. Coimmunoprecipitatie en eiwitidentificatie zal gebruikt worden om gastheerfactoren te identificeren die interageren met het replicatie complex van influenza A. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens • Rudi Beyaert
Beslissingen tot beperking van therapie op ziekenhuisniveau Universiteit Gent Abstract: De toenemende technische mogelijkheden om het leven te verlengen, confronteren patiënt en hulpverleners met de zinvolheid van bepaalde therapieën. Dit project wil het aantal therapiebeperkende beslissingen evenals de factoren die een rol spelen in het tot stand komen ervan, in kaart brengen. Specifieke aandacht zal gaan naar deze factoren die hulpverleners ervan weerhouden om tijdig therapiebeperkende handelingen af te spreken. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Nele Van Den Noortgate
Identificatie en signaalweganalyse van directe en miRNA-gereguleerde MYCN-doelwitgenen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniale vaste tumor bij kinderen. Ondanks multimodale behandeling blijft de prognose voor de meeste patiënten zeer ongunstig. Een subgroep van agressieve neuroblastoomtumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van de MYCN transcritpiefactor. De identificatie van nieuwe MYCN-doelwitgenen kan resulteren in betere behandelingsstrategieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Kwantitatieve beeldanalyse van fluorescentiemicroscopiebeelden in celonderzoek Universiteit Gent Abstract: Het doel is de automatische analyse van fluorescentiemicrosopiebeelden waarbij deze via kenmerkdetectie of beeldsegmentatie beschreven worden. Hiervoor wordt een structurele beschrijving ontworpen waarin biomedische kennis geÏntegreerd wordt. Een gedetailleerde rapportering over de celeigenschappen gebaseerd op de beeldinformatie wordt opgesteld. De betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de rapportering wordt eveneens gekwantiseerd zodat biomedische hypotheses odnersteund of weerlegd kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Karakterisering van eiwit-eiwit interacties in Toll-like receptor (TLR)-geïnduceerde signaalwegen Universiteit Gent Abstract: De moleculaire mechanismen die de immuunrespons tegenover pathogenen initiëren en controleren vormen de focus van dit project. Tolllike receptoren (TLRs) spelen hierbij een cruciale rol door de herkenning van componenten van microbiële oorspong. In dit project zullen we eiwitten indentificeren die interageren met specifieke TLR signaalmolecules (vb. IRAK4) en die een rol spelen bij de TLR-geinduceerde activering van NF-kB gemedieerde genexpressie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Specificatiemechanismen van de germinale lijn bij de acoel Isodiametra pulchra Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een inzicht te verkrijgen in de rol die stamcellen spelen bij de ontwikkeling van de germinale lijn bij de acoel Isodiametra pulchra. Dit mechanisme vormt immers de basis van de scheiding tussen germinale en somatische cellen. Voor dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van onder meer transmissie-elekctronenmicroscopie en immunohistochemie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
De rol van de diversiteit, functionaliteit en densiteit van het macrobenthos op het functioneren van een zeebodem
Universiteit Gent Abstract: Via een experimentele benadering (zowel in het 'veld' - de Noordzee als in mesocosmos situaties in het labo) zullen verschillende bodemgemeenschappen van de Noordzeebodem worden onderzocht naar de rol in onder de microbiële verwerking van de bodem. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Studie van attentuatie-mechanismen bij leptine signaaloverdracht Universiteit Gent Abstract: In een eerste onderzoeksluik worden eiwit-eiwit interacties ter hoogte van de leptine receptor in meer detail bestudeerd. Dit omvat leden van de SOCS eiwitfamilie en een nieuw geïdentificeerd ringvinger eiwit. In het tweede luik wordt in het kader van het humaan interactoomprogramma, een grootschalige MAPPIT analyse uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Experimentele studie naar de mogelijke oorzaken van heterogeniteit in verbanden tussen ontwikkelingstabiliteit en inteelt in twee verwante vlindersoorten Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt onderzoek naar de bruikbaarheid van kleine ontwikkelingsverschillen tussen de linker- en rechterijde van bilateraal symmetrische kenmerken (zogenaamde fluctuerende asymmetrie, FA) als bio-indicator voor negatieve gevolgen van inteelt t.g.v. habitat versnippering in gematigde en tropische gebieden. Als ecologisch model wordt gekozen voor twee verwante dagvlindersoorten, Pararge aegeria (algemene Europese dagvlinder) en Cymothoe teita (bedreigde Keniaanse endeem). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
De rol van aangeboren versus verworven immuniteit in de pathogenese van chronisch obstructief bronchiaal lijden Universiteit Gent Abstract: Wij investigeren de rol van de dendritische cel, de macrofaag en de humorale factoren van het aangeboren immuunstelsel in de pathogenese van chronisch obstructief longlijden (COPD), gebruik makend van humaan longweefsel en geïnduceerd sputum. De dendritische cel wordt fenotypisch en functioneel gekarakteriseerd. De pathogenetische rol van humorale effectormolecules zoals pentraxines, en het nut van MatrixMetalloProteïnase-12 (NMP-12) als biomerker voor COPD zullen geëvalueerd worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Joos • Guy Brusselle
De rol van (neo-)angiongenese groeifactoren (VEGF, PLGF) in de splanchnische vasodilatie en portale hypertensie in diermodellen van cirrose en portale hypertensie Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek worden de rol en de mechanismen van de (neo-)angiogenese in het ontstaan van de splanchnische vasodilatatie en porto-systemische collateraalvorming bij portale hypertensie en levercirrose bestudeerd. Door manipulatie van deze mechanismen (onder andere toediening van anti-VEGF, anit-PLGF) hopen we de klinische gevolgen van de angiogenese (variceale bloeding, encefalopathie, ascites en soms hartfalen) te kunnen verminderen of voorkomen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Isabelle Colle
Sekshormoon-bindend globuline (SHBG) en luteïniserend hormoon (LH): fysiologische betekenis van genpolymorfismes en variabiliteit van glycosylatie bij de man? Universiteit Gent Abstract: In deze studie zal nagegaan worden of veroudering bij de man gepaard gaan met de verandering van het glycosylatiepatroon van SHBG en LH. Daarnaast wordt onderzocht in welke mate de veranderingen in glycosylatie en in serum SHBG concentraties gemoduleerd worden door polymorfismen van het SHBG gen en of de variaties in SHBG concentraties weerspiegeld worden in de glycosylatiepatronen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jean Kaufman
Genoomwijde screening naar methyleringsdefecten, nonsense mutaties en tumor-gerelateerde microRNA expressieprofielen in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: Het doel van de voorgestelde studie is de identificatie van de gendefecten en signaalwegen die van belang zijn in het ontstaan en de progressie van neuroblastoom. Met het oog op identificatie van relevante neuroblastoomgenen zullen we gebruik maken van globale methyleringsanalyse, het genoomwijd opsporen van onsense mutaties via inhibitie van de 'nonsense mediated decay' pathway en microRNA-profilering. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman • Jo Vandesompele
Moleculaire Biologie van Inflammatie/transgene technologie in de muis Universiteit Gent Abstract: In mijn BOF/ZAP functie zal ik onderzoek verrichten naar de moleculaire biologie van acute, systemische inflammatie, zoals ingeleid door endotoxines (lipopolysacchariden, LPS) of cytokines zoals TNF. Aandacht wordt vooral besteed aan de rol van proteasen en bepaalde transcriptiefactoren, en dit door onderzoek te verrichten in genetisch gemanipuleerde muizen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Detectie en identificatie van ongewone menspathogene fungi Universiteit Gent Abstract: De volgende moleculaire benaderingen zullen gebruikt worden voor de studie van specifieke aspecten van medisch belangrijke fungi: vaste fase cytometrie (VFC) voor de identificatie van fungi in lucht - VFC gekoppeld aan FISH voor de detectie en identificatie van menspathogene fungi in water en - sequentie-gebaseerde typeringstechnieken voor de studie van de moleculaire diversiteit van medisch-belangrijke fungi Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Tom Coenye
Moleculaire dissectie van medisch relevante proteïne-proteïne interacties Universiteit Gent Abstract: Homologie modellering en moleculaire visualisatie worden gebruikt voor de gedetaileerde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde details van proteïne-proteïne interacties worden bevestigd door biochemische methodes en de MAPPIT methodes in combinatie met uitgebreide mutagenesestudies. Deze methodes worden gebruikt voor studie van interacties van leptine, SOCS eiwitten, TIR eiwitten, TIR eiwitten en HIV-1 eiwitten. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Frank Peelman
Internationale W&T-samenwerking, beurzen aan niet-EU onderzoekers (Mevr. Zhiponova, M.-Bulgarije): De rol van B-type CDK's in wortelontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit voorstel past volledig binnen het huidige IUAP project PV/13 dat momenteel loop in het departement en dat gefocuseerd is op wortelontwikkeling. Door te focuseren op een plant specifieke klasse van sleutel celcyclusregulatoren (B-type CDK's), waarvan recent bevestigd is dat zij een belangrijke rol spelen in wortelontwikkeling, zullen nieuwe inzichten verkregen worden in de wijze waarop planten de celcyclus kunnen reactiveren en de novo celdelingen kunnen opstarten. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Internationale W&T-samenwerking: postdocbeurzen aan niet-EU onderzoekers (MEvr. Vassileva, V-Bulgarije): Cytologische veranderingen geassocieerd met Laterale wortel intitiatie in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Deze studie adresseert de cytologische aspecten gerelateerd met laterale wortel initiatie en gebruikt Arabidopsis als modelsysteem. We zullen proberen om een inzicht te krijgen in dit proces en de betrokkenheid van bepaalde regulatorische genen te valideren. Dit zal bijdragen tot onze kennis in ons lopende IUAP project, over factoren die de wortelarchitectuur en de laterale wortelvorming mediëren en de rol die plantenhormonen spelen in dit proces. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden in de verslavingszorg Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft de bedoeling zorgtrajecten van autochtone en allochtone alcohol- en druggebruikers te vergelijken en verschillen op het vlak van de toegang tot, participatie aan en retentie in diverse verzorgingsinstellingen en de gespecialiseerde verslavingszorg op te sporen. Daarnaast wordt nagegaan welke factoren en werkingsmechanismen het zorgtraject van etnisch-culturele minderheden (kunnen) bemoeilijken of stimuleren, en in welke mate. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Internationaal Cursussen Programma "Physical Land Resources 2005-2006" Universiteit Gent Abstract: Interuniversitaire en interfacultaire postgraduaatopleiding in Fysische natuurlijk rijkdommen gericht naar ontwikkelingslanden. De opleiding is voltijds en duurt twee jaar, en is volledig in het Engels. Er zijn 2 afstudeerrichtingen, resp. 'soil science' en 'engineering geology'. Succesvolle studenten behalen een diploma in de Aanvullende Studies na het eerste jaar, en een Master of Science-diploma na het tweede jaar. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Studie van de evolutionaire mechanismen actief na gen- en genoomduplicatie
Universiteit Gent Abstract: Een belangrijke rol wordt toegekend aan genduplicatie in de evolutie van organismen. Vooral in planten komen gen- en genoomduplicaties vaak voor. Echter wat de invloed van verschillende duplicatiegebeurtenissen op genexpressie en -functie is, is grotendeels ongekend. Door comparatieve genoomanalyse willen wij nagaan welke factoren verschillen in behoud van genen en veranderingen in genexpressie na duplicatie teweegbrengen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
De rol van herinterpretatie bij extinctie op basis van cognitieve, leertheoretische en neurobiologische modellen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het onderzoeksproject is het verder uitklaren van de werkingsmechanismen van exposure therapie. De effecten op aandachtsvertekeningen van acquisitie en extinctie van negatief affect met en zonder herinterpretatie zullen gecontrasteerd worden. Vervolgens zal via event related fMRI onderzoek nagegaan worden welke de gelijkenissen en verschillen zijn tussen beide procedures voor wat betreft de betrokken cortico-subcorticale circuits. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Wim Fias • Rudi De Raedt
Milieuwetgevingsnavigator: aanpassen van de index Stoffen en parameters Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de index Stoffen en parameters van de Vlaamse milieunavigator te optimaliseren opdat de gebruiksvriendelijkheid ervan verbeterd wordt. Er wordt zowel een analytische als een thematische index ontwikkeld, waardoor de gebruiker hetzij op basis van stoflijsten, hetzij volgens de aard of de gevaarseigenschappen van stoffen gerichte zoekacties kan uitvoeren in de integrale milieuwetgeving. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Onderzoek naar de rol van genetische variatie in de TGFbeta pathway in de pathogenese van aorta-aneurysma's Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt een beter inzicht te verwerven in de contributie van genetische defecten in eiwitten die betrokken zijn in de TGFbeta signalisatieweg in de pathogenese van aorta-aneurysma's. Hiervoor zullen genetische polymorfismen in genen coderend voor componenten van de TGFbeta signalisatieweg geïdentificeerd worden in een klinisch zorgvuldig gedocumenteerde groep Marfan patiënten (n=220) met gekende FBN-1 mutatie. Anderzijds zal een TGFBR1 muismodel worden ontwikkeld. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Paul Coucke
Landbouwers en de markt in Vlaanderen, 1750-1900. De markt in de Vlaamse rurale samenleving, de commercialisering van de landbouw en de strijd om de markt, tijdens de overgang van een traditionele naar een geïntegreerde economie Universiteit Gent Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de concrete 'markt', i.e. de specifieke plaats waar (wekelijks) landbouwproducten werden verkocht en gekocht. Dergelijke markten functioneerden anders en hadden een andere 'functie' dan vaak wordt aangenomen. Dit onderzoek bekijkt de markt op een geïntegreerde manier (economisch, politiek, sociaal), om zo de rol van dit mechanisme in de Vlaamse rurale maatschappij beter begrijpen. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Gedeelde aandacht bij baby's en peuters met een autismespectrumstoornis: onderzoek naar de onderliggende processen Universiteit Gent Abstract: Uit tal van studies is gebleken dat gedeelde aandacht verstoord is bij kinderen met een autismespectrumstoornis. Het huidige onderzoek zal zich richten op de onderliggende processen van joint attention (vb. cognitieve vaardigheden, aandachtsprocessen en sociale factoren), teneinde meer inzicht te krijgen in de oorzaak hiervan. Er zullen kinderen worden betrokken met een (vermoeden van een) autismespectrumstoornis vanaf de leeftijd van één jaar. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De invloed van historische en ecologische factoren op de biogeografie van diatomeeën: een moleculair-fylogenetische en ecofysiologische studie van enkele representatieve taxa Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is na te gaan of zoetwaterdiatomeeën fysische en/of fysiologische beperkingen kennen in hun dispersievermogen. Terrestrische en aquatische soorten van het genus Pinnularia worden geïsoleerd uit verscheidene locaties op aarde. De fylogenetische affiniteiten zullen worden onderzocht met moleculair-genetische technieken, en via experimenten zal de stresstolerantie in relatie tot temperatuur en dessicatie bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Polyonverzadigde vetzuren en antioxidantia in de zeugenvoeding: overdracht van zeug naar big en invloed op dierprestaties Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van het gehalte en de verhouding van verschillende polyonverzadigde vetzuren, in combinatie met antioxidantia, in de voeding van zeugen tijdens de dracht en de lactatie op de zoötechnische prestaties van zeugen en biggen. Via deze weg zullen aanbevelingen geformuleerd worden naar de specifieke voederbehoefte voor de zeugen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Sarah De Smet
Angiogenesis and portal hypertention studied by intravital microscopy of liver and peritoneoum Universiteit Gent Abstract: Portale hypertensie is een gevreesde complicatie van patienten met levercirrose. Angiogenese is één van de mechnismen waarbij collateralen geïnduceerd door portale hyperensie ontstaan. In een in vivo muismodel zal deze angiogenese in lever en peritoneum en de invloed van medicatie hierop bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe
Methodeontwikkeling voor interdisciplinair isotopisch onderzoek middels multi-collector ICP - massaspectrometrie Universiteit Hasselt Abstract: Multi-collector ICP-massaspectrometrie (MC-ICPMS) is een bijzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotopenverhoudingen. Behalve Voor H, C, N en O en de edelgassen, kan MC-ICPMS voor de isotopische analyse van nagenoeg alle elementen worden ingezet.Tot voor enkele jaren konden dergelijke analyses enkel m.b.v. thermische ionisatie MS (TIMS) met voldoende precisie worden doorgevoerd om de dikwijls uiterst minieme natuurlijke of geïnduceerde variaties in de isotopische samenstelling van het analietelement op te sporen. Methoden worden ontwikkeld om de natuurlijke abondantie van metaalisotopen te determineren in planten- en schimmelmateriaal Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT
Energiegewassen op landbouwgronden aangerijkt met zware metalen. Universiteit Hasselt Abstract: Verontreinigde oppervlakte met zware metalen leidt tot onaanvaardbare concentraties in voeder- en voedselgewassen. Doel van studie : toepassing van industriële teelten evalueren als economisch alternatief voor landbouwers werkzaam op historisch verontreinigde landbouwterreinen. Het huidige project belicht agronomische aspecten met bijzondere aandacht voor de houtige teelten die een houtige energiedrager opleveren. Landbouwteelten komen eveneens aan bod. In het werkprogramma worden 5 luiken belicht : 1) Land- en bosbouwtechnisch luik 2) Milieutechnisch luik 3) Socio-economische studie 4) Evaluatie van de naverwerking 5) Onderzoek naar draagvlak binnen de landbouwsector en mogelijke knelpunten. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
Studie van metaalspecifieke stressmechanismen in Arabidopsis thaliana en identificatie van metaalspecifieke biomerkers en signaaltransductiewegen. Universiteit Hasselt Abstract: Opbouw van het project: 1. In welke mate wordt de membraanintegriteit verstoord bij metalenstress? 2. In hoeverre kunnen oxidatieve stress parameters als 'algemeen' beschouwd worden of 'specifiek' toegeschreven worden aan bepaalde metalen? 3. In welke mate kunnen verhoogdem etaalgehalten een specifieke invloed uitoefenen op het transcriptoom? De uitkomst van dit project biedt dan perspectieven naar verder onderzoek waar er gewerkt kan worden aan het ophelderen van de specifieke vroege signaaltransductie bij metaalstress. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Tony REMANS
De potentiële rol van plant-geassocieerde bacteriën in het verhogen van de efficiëntie van fytoremediatie van metaalverontreinigde bodems met behulp van populier. Universiteit Hasselt
Abstract: De bodem in het noordoosten van België is op grote schaal gecontamineerd met zware metalen (zink en cadmium). Fytoremediatie (gebruik van groene planten voor metaalaccumulatie vb populieren) zou een mogelijke oplossing zijn. Het doel van dit project is het vinden van een ideale combinatie van populier en plant-geassocieerde bacteriën voor de optimale biomassaproductie en fytoextractie van cadmium en zink. Specifiek gaat men op zoek naar meer kennis en manipulatie van de bacteriële gemeenschap (Rhizosfeer en endofytische) geassocieerd met de populier. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Jana BOULET
Onderaanneming tussen CMK en INBO in het kader van het IWT-project: " Energiegewassen op landbouwgronden aangerijkt met zware metalen". Universiteit Hasselt Abstract: Verontreinigde oppervlakte met zware metalen leidt tot onaanvaardbare concentraties in voeder- en voedselgewassen. Doel van studie : toepassing van industriële teelten evalueren als economisch alternatief voor landbouwers werkzaam op historisch verontreinigde landbouwterreinen. Het huidige project belicht agronomische aspecten met bijzondere aandacht voor de houtige teelten die een houtige energiedrager opleveren. Landbouwteelten komen eveneens aan bod. In het werkprogramma worden 5 luiken belicht : 1) Land- en bosbouwtechnisch luik 2) Milieutechnisch luik 3) Socio-economische studie 4) Evaluatie van de naverwerking 5) Onderzoek naar draagvlak binnen de landbouwsector en mogelijke knelpunten Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
Onderzoek naar het neuroprotectief effect van hypothermie in combinatie met multifunctionele farmaca in het endotheline-1 rat model voor transiente focale cerebrale ischemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cerebrovasculaire accidenten (CVA) zijn wereldwijd één van de belangrijkste oorzaken van mortaliteit en morbiditeit. Bovendien, naarmate de levensverwachting van de bevolking stijgt, zal ook CVA steeds een belangrijkere socio-economische last worden voor de gezondheidszorg (Durukan et al., 2007). In Vlaanderen worden jaarlijks 11.000 mensen door CVA getroffen, waarbij voor 28 % deze aanval fataal blijkt. Tachtig procent van de overlevenden blijft invalide. CVA wordt omschreven als een verlies van hersenfuncties door een verstoring in de hersendoorbloeding. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • An-Gaelle CEULEMANS • YVETTE MICHOTTE
Fenotypering van humane beta cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de karakterisatie van de beta cel populatie in humaan pancreasweefsel. Hiervoor werden volgende benaderingen gepland. 1. Identificatie van diverse beta cel fenotypes in pancreasweefsel. In een eerste faze probeerden we na te gaan of beta cellen die in geïsoleerde eilandjes van Langerhans voorkomen verschillen in functie en in proteïnen expressie met de beta cellen die als kleinere celaggregaten geïntegreerd zijn in het exocrien weefsel. Deze anatomische verscheidenheid werd eerder beschreven door ons laboratorium. 2. Meting van beta cel massa in de pancreas Uit literair onderzoek hebben we vastgesteld dat de gangbare methodes voor kwantificatie van de beta cel massa weinig of niet gevalideerd zijn, vaak onvoldoende duidelijk worden beschreven, en meestal vragen doen rijzen over de representativiteit van de gegevens. De methodes werden daarom aangepast en gevalideerd, in een eerste faze op rat pancreas. Later worden ze dan toegepast op de muis en op de humane pancreas. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Marie CHINTINNE • DANIEL PIPELEERS
Adaptatie van Beta Cel Massa aan Verhoogde Metabole Behoeften. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Situering Onderzoek in het VUB-Diabetes Research Center heeft aangetoond dat de pancreatische beta cel populatie een functionele heterogeniteit vertoont. Deze vaststelling steunt op een reeks in vitro studies op adulte rat beta cellen waarin intercellulaire verschillen werden beschreven op morfologisch, metabool/moleculair en functioneel vlak. Een heterogeniteit voor de cellulaire glucose-gevoeligheid werd ook teruggevonden in humane beta cel preparaten. De fysiologische relevantie van deze observaties wordt geïllustreerd door recent werk waarin behandeling van ratten met glibenclamide -een hypoglycemiërend farmacon- een verschuiving veroorzaakte in deze heterogeniteit met ontstaan van een beta cel fenotype dat de in vivo en in vitro functionele responsen verklaart. Werkhypothese en doelstelling De pancreatische beta cel populatie bestaat uit verschillende fenotypes die wijzigen met de differentiatie graad en leeftijd van de cellen en met hun omgevingsfactoren. Ze vormen subpopulaties die verschillen in capaciteit tot proliferatie, in levensduur en in secretoire respons op diverse fysiologische regulatoren. Hun respectievelijke aantallen zijn bepalend voor de capaciteit van de totale beta cel populatie om de metabole controle te handhaven onder uiteenlopende condities. Dit vereist niet alleen cellen die snel en adequaat antwoorden op acute regelaars van de insuline secretie, maar ook cellen die de beta cel massa kunnen aanpassen aan de noden. Wij gaan ervan uit dat één of meerdere subpopulatie(s) beta
cellen verantwoordelijk is voor cel hernieuwing, en dat deze kan worden geactiveerd om een netto toename in beta cellen te genereren bij chronisch verhoogde behoeften zoals tijdens obesitas en andere toestanden van insuline resistentie. Het bestaan van dergelijk(e) fenotype(s) wordt ondersteund door de groei in beta cel massa die werd vastgesteld in transplanten van geselecteerde pancreascellen. Dit project heeft tot doel deze fenotypes te identificeren en te karakteriseren, en hun regeling te bestuderen. Gegevens uit dit onderzoek kunnen bijdragen tot programma's die diabetes willen genezen door transplantatie of regeneratie van beta cellen. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Bart DENYS • DANIEL PIPELEERS
De impact van het internet als informatie- en communicatiemedium op de zorgverstrekker-ouder-relatie op neonatale intensieve zorgeneenheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Actuele visies en beleidsstandpunten in de gezondheidszorg hanteren impliciet een normatief beeld over de ideale patiënt: een patiënt die proactief en medeverantwoordelijk is in het beslissingsproces, met een grote betrokkenheid in zijn/haar gezondheidstraject. De beschikbaarheid van informatie dient het de patiënt mogelijk te maken een actieve deelnemer te worden in zijn/haar gezondheidsproces. Wetenschappelijke studies suggereren dat het internet als bron van gezondheidsinformatie een verschuiving kan bevorderen in de arts-patiëntrelatie van het paternalistisch model naar een consumeristisch model waarbij de patiënt alles beslist. Er ontbreekt echter een geïntegreerd model omtrent de beweegredenen van patiënten om via internet gezondheidsinformatie op te sporen en te gebruiken en de impact op machtsverhoudingen tussen patiënt en zorgverstrekker. Vergelijkbaar met de visies betreffende patiëntgecentreerde zorg in de algemene gezondheidszorg, wordt in de neonatale setting geijverd voor een familiegecentreerd model van zorgvoorziening. Eenvoudige toegang tot informatie gerelateerd aan de toestand van hun kind, zowel informatie bestemd voor professionelen als deze bestemd voor leken, is één van de principes van familiegecentreerde zorg. Er is echter nog geen onderzoek uitgevoerd naar de rol van het internet als mogelijke pijler van informatieoverdracht en als beslissingsondersteunend instrument. Het gebruik van het wereldwijdeweb als informatie- en communicatiemedium op de ouder-zorgverstrekker-relatie verdient de nodige aandacht. In verschillende ziektestadia varieert de zorgsetting, net zoals het zorgaanbod en de zorgverstrekkers. Verschillende stadia en omstandigheden binnen een ziektetraject zullen vermoedelijk leiden tot een verschillende soort en intensiteit van het zoek- en informatiegedrag. Daar bestaat nu geen wetenschappelijk gefundeerde kennis rond. Dit onderzoek heeft tot doel een inzicht te verwerven in de rol van het internet als informatie- en communicatiebron op de beleving van de ouders doorheen de verschillende ziektestadia en fasen, en dit zowel tijdens als na de opname op een neonatale intensieve zorgeneenheid. Hierbij zal de aandacht tevens gevestigd worden op de ouder-zorgverstrekker-relatie. Een voorlopige classificatie van het ziektetraject en indicaties over het gebruik van informatie- en communicatiemiddelen in dat ziektetraject zal worden opgesteld op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met experten en een prospectief, verkennend kwalitatief onderzoek bij een beperkte groep ouders van NICU-kinderen. Via kwantitatieve dataverzameling zal het gebruik van internet als informatie- en communicatiemedium door ouders van NICU-kinderen en de groeps- en individuele kenmerken van deze ouders worden geanalyseerd. Een verdere validatie en aanvulling op de eerste analyses en theorievorming zal gebeuren door middel van vervolg diepte-interviews. Om de sociale constructie van de ouder-zorgverstrekker-relatie duidelijk in kaart te brengen zal zowel de houding van de ouder als deze van de zorgverstrekker worden bevraagd. De interviews zullen worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijnen van Strauss en Corbin (grounded theory) en Miles en Huberman. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS • Sofie DE ROUCK
MicroRNA en dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MicroRNAs (miRNAs) zijn recent in het wetenschappelijk voetlicht getreden als een klasse van niet-coderende RNAs die de gen expressie regelen. Vereenvoudigd gesteld, worden primaire miRNA transcripts (pri-miRNAs) opeenvolgens geprocessed door 2 RNAse III enzymen, Drosha en Dicer, waarbij mature miRNAs worden gevormd. Deze enkelstrengige 18 tot 24 nucleotiden-tellende RNAs worden vervolgens geincorporeerd in een RNA-interferentie effector complex (RISC), welke op zijn beurt specifieke messenger RNAs (mRNA) target. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Karel FOSTIER
Inspanning, training en neuroplasticiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is om zowel bij mensen als bij dieren het effect van inspanning op parameters die in verband staan met neuroplasticiteit te onderzoeken. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan het belang van verschillende inspanningsprotocols en training (uithouding en krachttraining) bij verschillende populaties, gaande van gezonde proefpersonen tot ouderen. Verder zullen niet alleen trainings- en prestatieparameters worden geregistreerd, maar worden cognitieve metingen zoals reactietijdtests en zgn 'executive' functies (colour stroop test, flanker test, gonogo test) uitgevoerd. Uiteraard worden perifere parameters (zoals BDNF, IGF-1, hormonen) onderzocht om een mogelijke invloed van inspanning en training op deze parameters, maar eveneens op cognitieve vaardigheden te toetsen, en mogelijke verbanden te onderzoeken. Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • Maaike GOEKINT • ROMAIN MEEUSEN
Tracering van pancreatische transdifferentiatie. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Deze aanvraag situeert zich in het kader van het FWO-Onderzoeksproject G.0480.06 "Pancreatische exocriene-endocriene transdifferentiatie en betacel-regeneratie". In dit project wordt de regeneratie van betacellen in de diabetische pancreas bestudeerd. De werkhypothese is dat acinaire exocriene cellen in volwassen pancreas nog kunnen transdifferentiëren tot betacellen (1,2). Om dit te bestuderen werden in de onderzoeksgroep in vivo- en in vitro-onderzoeksmodellen opgesteld. Deze aanvraag is toegespitst op het ondubbelzinnig aantonen van exocriene-endocriene transdifferentiatie door middel van cellijn-tracering. We kunnen het voorgestelde project onderverdelen in twee delen, een in vivo en een in vitro model.
1) In vivo In de onderzoeksgroep werd een methode ontwikkeld waarmee betacel-regeneratie kan geïnduceerd worden door farmacologische behandeling van muizen die vooraf diabeet werden gemaakt met behulp van alloxaan. De alloxaan-behandeling vernietigt meer dan 90% van de betacelmassa en de dieren blijven vervolgens hyperglycemisch. Wanneer ze behandeld worden met een combinatie van gastrine-hormoon en epidermale groeifactor (EGF), regenereert de betacelmassa en bekomen de dieren terug een normale glycemie en glucose-tolerantie (3). In deze omstandigheden, die binnen een tijdsspanne van één week plaatsgrijpen, werd er geen effect van de behandeling waargenomen op de replicatie van betacellen. Wel zijn er onrechtstreekse aanwijzingen voor de neogenese van betacellen uit insuline-negatieve precursorcellen. Dit laatste is gebaseerd op een bromodeoxyuridine pulse-chase experiment. Vooral ductale en acinaire exocriene cellen incorporeren dit thymidine-analoog tijdens hun replicatie. Wanneer er geen vrij bromodeoxyuridine meer voorradig is, stijgt toch het aantal gemerkte betacellen, hoewel dit niet kan verklaard worden door betacel-replicatie. Een andere aanwijzing die op transdifferentiatie duidt, is de immunocytochemische detectie van overgangscellen die zowel insuline als een exocriene celmerker uitdrukken (cytokeratine, amylase). Het opsporen van dergelijke overgangsvormen wordt echter bemoeilijkt doordat de cellen eerst hun exocriene kenmerken verliezen vooraleer hun endocriene kenmerken uit te drukken. Hierdoor wordt het belang van de transdifferentiatie onderschat. Met cellijn-tracering kan transdifferentiatie ondubbelzinnig aangetoond worden, en kan het aantal cellen dat door transdifferentiatie is ontstaan geteld worden. Hiervoor zullen we gebruik maken van transgene muizen die ontwikkeld werden door D. Stoffers van de Universiteit van Pennsylvania. In deze muizen werd het reporter-gen "LacZ", dat codeert voor bacterieel beta-galactosidase, ingebouwd in het genoom onder controle van de constitutief actieve en algemeen uitgedrukte promoter "Rosa26". Echter, de reporter wordt vooraf gegaan door een transcriptie terminatie cassette (STOP-sequentie) die geflankeerd is door Lox-sites. Een tweede genconstruct werd geïncorporeerd, namelijk met daarin een gen dat codeert voor het Cre-recombinase enzyme (afkomstig van de bacteriofaag P1) onder controle van de amylase-promoter (pAmy). In cellen die amylase tot expressie brengen, de acinaire exocriene cellen van de pancreas, zal het Cre-recombinase enzyme gemaakt worden. Dit enzyme katalyseert de recombinatie tussen de twee Lox-sites waarbij de tussenliggende sequentie verloren gaat. De STOP-sequentie zal dus blijvend verwijderd worden en in deze cellen zal de LacZ reporter tot expressie komen (cytochemisch aan te kleuren)(4). Acinaire cellen die de amylaseexpressie stopzetten, zullen de reporter blijven uitdrukken vermits die na Cre-recombinatie constitutief tot expressie blijft. Indien dergelijke cellen vervolgens insuline gaan uitdrukken (transdifferentiatie), blijven ze gemerkt door de reporter. Men zou dan immunohistochemisch insuline-positieve cellen kunnen aantonen die, als ze ook de reporter uitdrukken, van acinaire cellen afkomstig moeten zijn. In de transgene muizen die we hiervoor ter beschikking hebben, kan het Cre-recombinase pas overgeschreven worden wanneer er inductie plaatsgrijpt door tamoxifen (pAmylase-CreERT). Cre-ERT is een fusieproteïne tussen het katalytisch domein van het Cre-recombinase en het ligand-bindend domein van een gemodifieerde oestrogeen receptor. ERT (estrogen receptor tamoxifen inducible) heeft als ligand tamoxifen, een antagonist van oestrogeen (5). In afwezigheid van tamoxifen blijft Cre-ERT in het cytoplasma door binding aan heat shock proteins bv. Hsp90, Hsp70. Toediening van tamoxifen resulteert in de dissociatie van deze binding en migratie van het Cre-ERT complex naar de nucleus, waar Cre de STOP-sequentie voor de reporter zal kunnen verwijderen. De proefdieren moeten dus behandeld worden met tamoxifen om de reporter uit te drukken. Een eventueel effect van tamoxifen zal eerst moeten nagegaan worden, wat betreft herstel van de glycemie en betacel-regeneratie in ons experimenteel model. Aankleuren van galactosidase (LacZ) door enzym cytochemie zal gecombineerd worden met insuline immunohistochemie op vriescoupes van pancreas. Dubbelpositieve cellen zijn afkomstig van acinaire cellen. In de groep bestaat reeds ervaring met deze methodologie. Er zal ook nagegaan worden of exocriene-endocriene transdifferentiatie plaatsgrijpt onder normale fysiologische omstandigheden. 2) In vitro In de onderzoeksgroep werd ook een methode ontwikkeld waarmee betacel-neogenese kan geïnduceerd worden in celculturen van rat acinaire exocriene pancreascellen. Acinaire cellen de-differentiëren tijdens de eerste 4 dagen van de cultuur, waarbij ze hun exocriene kenmerken verliezen. Wanneer ze vervolgens worden behandeld met een combinatie van EGF en LIF (leukemie-inhiberende factor), worden in een tijdsspanne van drie dagen talrijke insuline-producerende cellen gevormd. Deze cellen bevatten een insuline-inhoud die vergelijkbaar is met die van betacellen uit eilandjes van Langerhans, drukken ook andere betacel-merkers uit (C-peptide, glucose transporter-2 en de transcriptiefactor Pdx-1 (pancreasduodenum homeobox 1)), en secreteren insuline in respons op glucose-stimulatie. Na transplantatie in diabete proefdieren herstellen ze daar de glycemie (6). Ook hier treedt geen significante betacel-replicatie op, en heeft een bromodeoxyuridine pulse-chase experiment aangetoond dat nieuwe betacellen ontstaan vanuit insuline-negatieve precursorcellen. Overgangsvormen konden worden aangetoond die amylase en insuline uitdrukken. Om de transdifferentiatie van acinaire tot betacellen ondubbelzinnig aan te tonen in dit model, wensen we hier ook cellijn-tracering uit te voeren. Hiervoor beschikken we over twee constructen die we via adenovirale of lentivirale transductie in de acinaire cellen willen tot expressie brengen. In het eerste construct, het reporterconstruct, zitten twee verschillende reporter-genen (Red fluorescent protein RFP en enhanced green fluorescent protein EGFP) die constitutief tot expressie worden gebracht. RFP wordt geflankeerd door Lox-sites. EGFP wordt voorafgegaan door een nucleair lokalisatie signaal (NLS). Hierdoor zal het EGFP enkel tot expressie komen in de kern en RFP in het cytoplasma. In het andere construct, het promoterconstruct, zit het Cre-recombinase gen onder de controle van de amylase-promoter. Dubbel getransduceerde cellen zullen dus via het Cre-recombinase de rode reporter uitknippen en enkel EGFP uitdrukken, indien ze amylase tot expressie brengen (= acinaire cellen). De andere cellen zullen beide reporter-eiwitten uitdrukken. Op deze manier kunnen we, na insuline immunocytochemische kleuring, betacellen opsporen die afkomstig zijn van acinaire cellen. Deze drukken insuline uit en EGFP, maar geen RFP. Indien ze niet afkomstig zijn van acinaire cellen of indien ze het enkel het reporterconstruct en niet het promoterconstruct bevatten, zullen ze insuline en EGFP uitdrukken, maar ook RFP. In het kader van mijn stage voor de licentiaatsthesis heb ik reeds de volgende resultaten behaald: de twee constructen werden gekloneerd (pAmyCre en Rosa26-Lox-RFP-Lox-Ires-NLS-EGFP). (Ires staat voor internal ribosomal entry site. Het zorgt ervoor dat de ribosomen de translatie kunnen initi?ren vanaf een tweede site binnen een polycistronisch transcript. Het is een cis-acting RNA sequentie die de binding van het 40S ribosomale subunit mogelijk maakt op eukaryote en virale mRNA's stroomopwaarts van een translatie initiatie codon.) Momenteel worden de twee constructen in virale vectoren gebracht. Met lentivirale vectoren bekomen we een transductie-efficiëntie in acinaire cellen van ongeveer 20%. Met adenovirale vectoren gaat dit tot 80%, maar is er een minder goede overleving van de cellen. De stabiliteit van beide vectoren moet nog worden nagekeken over een periode van ongeveer 8 dagen (de duur van het experiment). Wanneer de beste transductie-methode is bepaald (efficiëntie gecombineerd met overleving en stabiliteit van expressie), zal hiermee verder gewerkt worden in het EGF/LIF cultuurmodel. Insuline immunofluorescentie gecombineerd met het opsporen van de RFP en GFP fluorochromen zal de betacellen aanduiden die afgeleid zijn van acinaire cellen. In een latere fase zal dit eventueel ook op humane cellen kunnen worden uitgevoerd. Diabetes mellitus (type 1) is een metabole ziekte gekarakteriseerd door een tekort aan insuline-producerende betacellen. Eilandtransplantatie kan de functionele betacelmassa in diabetespatiënten herstellen maar er is een tekort aan donormateriaal. Als de transdifferentiatie van acinaire cellen naar betacellen met deze traceringsmethoden kan bevestigd worden, zal men gedifferentieerd exocrien weefsel kunnen beschouwen als een rijke bron om betacellen te genereren voor klinische toepassingen in de behandeling van diabetes mellitus.
(1) Bouwens L, Rooman I. Regulation of beta cell mass. Physiological Reviews (2005); 85(4): 1255-1270. (2) Lardon J, Bouwens L. Metaplasia in the pancreas. Differentiation (2005); 73: 278-286. (3) Rooman I and Bouwens L. Combined gastrin and Epidermal Growth Factor treatment induces islet regeneration and restores normoglycemia in C57Bl6-J mice treated with alloxan. Diabetologia (2004); 47: 259-265. (4) Herrera PL, Nepote V, Delacour A. Pancreatic cell lineage analyses in mice. Endocrine (2002); 19(3): 267-278. (5) Feil R, Brocard J, Mascrez B, LeMeur M, Metzger D, Chambon P. Ligand-activated site-specific recombination in mice. Proc Natl Acad Sci USA (1996); 93(20): 10887-10890. (6) Baeyens L, De Breuck S, Lardon J, Mfopou JK, Rooman I and Bouwens L. In vitro generation of insulin-producing beta cells from adult exocrine pancreatic cells. Diabetologia (2005); 48(1): 49-57. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS • Isabelle HOUBRACKEN
Wederzijdse interacties tussen CD4 CD25 regulatorische T cellen en myeloïde dendritische cellen en hun impact op antitumorvaccinaties gebaseerd op dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anti-tumor vaccins kunnen toegediend worden als aanvullende therapie samen met conventionele therapieën, of aan patiënten wiens tumorcellen een multi-drug resistent fenotype gekregen hebben, zodat klassieke therapie niet meer baat. Omdat dendritische cellen (DCs) de enige antigen-presenterende cellen van het immuunsysteem zijn die in staat zijn naïeve T lymfocyten te stimuleren, vormen ze ideale kandidaten voor gebruik in kanker immuuntherapie. Er werd reeds aangetoond dat mature DCs die epitopen afkomstig van tumor geassocieerde antigenen (TAAs) presenteren, een antigen specifieke anti-tumor respons kunnen opwekken. Om dit te kunnen bewerkstelligen, dienen de DC zowel CD8+ CTL als CD4+ Th1 cellen op te wekken. Naast Th1 cellen bestaan nog andere types CD4+ cellen, nl. Th2 en Treg, die preferentieel niet zouden mogen opgewekt worden door het DC vaccin. In het eerste luik van dit project zullen we nagaan welk type CD4+ T cellen preferentieel wordt geïnduceerd door mRNA geëlektroporeerde DCs gegenereerd en gematureerd m.b.v. verschillende protocols om uiteindelijk de CD4+ respons te kunnen richten naar een Th1 fenotype. In het tweede luik van dit project willen we onderzoeken of de inductie van CD4+ T cellen effectief onontbeerlijk is voor de inductie van een efficiënte CD8+ T cel respons. Samenvattend willen we dus nieuwe DC generatie protocols karakteriseren die aanleiding geven tot een betere anti-tumor respons. Enerzijds kan dit gebeuren door een betere CD4+ T cel polarisatie zodat de immuunrespons gericht wordt naar een Th1 type zonder de gelijktijdige inductie van Th2 of Treg cellen. Anderzijds kan dit gebeuren door de inductie van een efficiëntere CD8+ T cel respons in de afwezigheid van CD4+ T cel hulp waardoor nefaste CD4+ T cel responsen kunnen vermeden worden. Deze nieuwe DC-types kunnen dan gebruikt worden in nieuwe klinische studies. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Joeri AERTS
Evaluatie van de CD4+ T cel respons geïnduceerd door mRNA geëlektroporeerde humane dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anti-tumor vaccins kunnen toegediend worden als aanvullende therapie samen met conventionele therapieën, of aan patiënten wiens tumorcellen een multi-drug resistent fenotype gekregen hebben, zodat klassieke therapie niet meer baat. Omdat dendritische cellen (DCs) de enige antigen-presenterende cellen van het immuunsysteem zijn die in staat zijn naïeve T lymfocyten te stimuleren, vormen ze ideale kandidaten voor gebruik in kanker immuuntherapie Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Aude BONEHILL
Plasticiteit van de humane exocriene pancreas Vrije Universiteit Brussel Abstract: Insuline-afhankelijke diabetes vormt een interessant doelwit voor regeneratieve geneeskunde of celvervangingstherapie. Immers, de ziekte wordt gekenmerkt door een tekort aan insuline-producerende betacellen, en beta-celtransplantatie kan voor genezing zorgen (1). Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • JESSY LARDON
Ontwikkeling van stationaire fasen voor capillaire-, drukgedreven capillaire- en chip electrochromatografische applicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Capillaire electrochromatografie (CEC) is een analytische scheidingstechniek die ontwikkeld werd begin jaren 70 [1] en de eigenschappen combineert van twee welgekende en veelgebruikte technieken, namelijk hogedruk vloeistofchromatografie (HPLC) en capillaire electroforese (CE). Echter, CEC wordt momenteel nog gekenmerkt door een aantal experimentele nadelen die maken dat de techniek heden ten dage nog niet als volwaardige scheidingstechniek kan bestempeld worden. Dit project zal daarom als doelstelling hebben onderzoek uit te voeren naar een verbetering van de kolomtechnologie door het ontwikkelen en testen van nieuwe stationaire fasen, met als doel minder fragiele en meer efficiënte kolommen beschikbaar te stellen, waardoor automatisch de interesse vanuit de industrie zal verhogen, tenminste als de techniek voldoende performant gemaakt kan worden. Bovenop deze doelstelling zal tevens de mogelijkheid nagegaan worden om deze stationaire fasen te gebruiken in chip applicaties, waar een nog verder doorgedreven miniaturisatie kenmerkend is. De beoogde stationaire fasen in dit project kunnen ingedeeld worden in 2 sub groepen: - Enerzijds zijn er de monolithische stationaire fasen, waar een onderscheid gemaakt wordt tussen polymere- en silica-gebaseerde stationaire fasen. - Anderzijds zijn er de "sub-micronsized" partikels- gebaseerde stationaire fasen Voor de beoogde types stationaire fasen zal hun potentieel voor farmaceutische applicaties onderzocht worden, en meer bepaald in twee domeinen: niet-chirale applicaties, meer specifiek in de analyse van geneesmiddelen, en chirale applicaties. In eerste instantie zullen niet-chirale applicaties beschouwd worden, aangezien chirale een verdere omzetting van de stationaire fase in een chirale stationaire fase vereisen Voor elk van de stationaire fasen zal hun nut in farmaceutische applicaties nagegaan worden, met als uiteindelijk doel stationaire fasen te selecteren/ontwikkelen die geschikt zijn voor CEC analyses en de performantie van de techniek aan te tonen.
Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Debby MANGELINGS
Opheldering van de rol van connexine eiwitten in de controle van hepatocelluleire homeostase: ontwikkeling van een op hepatocyten-gebaseerd in vitro model voor pre-klinisch farmaco-toxicologisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Situering en motivatie van het onderzoeksproject Pre-klinisch farmaco-toxicologisch onderzoek wordt vooral uitgevoerd op levende proefdieren. Vanuit ethische, economische en wetenschappelijke hoek groeit er meer en meer interesse om voor dit doeleinde het aantal in vivo experimenten te reduceren. Een van de basisvereisten waaraan in vitro modellen voor deze doelstelling moeten voldoen is het tot expressie brengen van specifieke gedifferentieerde functies op in vivo niveau en dit gedurende lange termijn [1]. De dienst FAFY heeft zich de voorbije jaren gespecialiseerd in de ontwikkeling van dergelijke lange-termijn hepatocytencultuursystemen waarbij verschillende strategieën werden gevolgd [219]. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • Mathieu VINKEN
Capillaire LC-MS/MS van neurofarmaca en neuropeptiden in microdialysaten in 'in vivo' neurofarmacologisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling van analytische methodes voor de kwantitatieve bepaling van een aantal neuropeptiden en farmaka in microdialysaten door middel van capillaire LC, gekoppeld aan triple quadrupool electrospray MS/MS. Omwille van de lage concentraties die verwacht worden in de microdialysaten (pM range), streven we naar maximale gevoeligheid van de ontwikkelde methodes. Hiervoor moeten we een aantal parameters optimaliseren, zowel op het vlak van de microdialyse staalname zelf, als op het vlak van de vloeistofchromatografie. We wensen de ontwikkelde methodes dan verder toe te passen in een aantal specifieke projecten binnen het onthaallaboratorium In het kader van PK/PD studies van anti-epileptica, levert de combinatie van microdialyse en nano-LC-MS/MS het voordeel dat in elk dialysaat (max. 40 µl) zowel de concentratie aan PD merker als de concentraties aan het farmakon en zijn metaboliet(en) simultaan worden bepaald. Het spreekt voor zich dat het gebruik van LC-MS/MS in dit tijdsrovende maar originele werk ook een enorme tijdswinst en informatiewinst zal opleveren. We zullen ook een LC-MS/MS methode ontwikkelen voor de bepaling van neuropeptiden (somatostatine, dynorfine, galanine, ...) in hippocampale microdialysaten om de in vivo neuropeptidevrijgave te bestuderen tijdens en na experimenteel geïnduceerde convulsies. Nadien zullen we onderzoeken hoe deze neuropeptidevrijgave gemoduleerd wordt door een aantal selectieve peptiderge liganden, maar vooral ook door subtypeselectieve liganden van zowel de ionotrope als de metabotrope glutamaatreceptoren. Op dezelfde manier zal van peptidevrijgave (enkefaline, dynorfine, substantie P, ...) in diermodellen van de ziekte van parkinson worden bestudeerd om hun rol in de motoriek beter in kaart te brengen. Tot slot zijn we ook geïnteresserd in de in vivo metabolisatie van Ang II en zijn fragmenten in verschillende hersenkernen (hippocampus, striatum en cortex). Door lokale en continue toediening van Ang II via de microdialyse probe zullen we in de dialysaten tijdens en na perfusie de verschillende fragmenten bepalen met LC-MS/MS. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
Zorg rond het levenseinde van ouderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de toenemende vergrijzing overlijden steeds meer ouderen na een langdurige periode van chronisch ziek zijn, waarin medische beslissingen rond het levenseinde frequent voorkomen. Omdat therapeutische hardnekkigheid aan het levenseinde vooral bij deze ouderen in vraag gesteld wordt, richt onderhavig doctoraatstraject zich specifiek naar de 'zorg rond het levenseinde van ouderen' en poogt op deze manier een bijdrage te leveren tot een kwaliteitsvolle zorg rond het levenseinde van deze patiënten. De helft van de 65-plussers in Vlaanderen overlijdt in ziekenhuizen en 1/4 in rusthuizen, zowel rustoorden voor bejaarden (ROB) als rust- en verzorgingstehuizen (RVT). Gezien de proportionele omvang van overlijdens binnen deze settings, wordt onderzoek verricht naar het nemen van de belangrijkste medische beslissingen rond het levenseinde in ziekenhuizen en rusthuizen. Op diensten voor geriatrie, een acute 'cure'-setting, wordt onderzocht hoe vaak een do-not-resuscitate beleid aanwezig is en hoe vaak er dergelijke besluiten worden genomen. In de meer 'care'gerichte rusthuizen wordt onderzocht in welke mate voorwaarden voor advance care planning aanwezig zijn, hoe vaak dit in de praktijk gebeurt voor rusthuisbewoners en welke medische beslissingen rond het levenseinde er worden gemaakt. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS
Recollecting Landscapes. Landschap in transformatie: Vlaanderen 1904-2004 Universiteit Gent Abstract: Botanicus Jean Massart maakte tussen 1904 en 1911 een reeks foto-opnamen van landschappen die hoofdzakelijk in Vlaanderen waren gelegen. Ze waren didactisch bedoeld en toonden de natuurlijke vegetatie en de samenhang tussen landbouw en geografie. Een herfotografieopdracht van een zestigtal van deze beelden werd in 1980 door Georges Charlier uitgevoerd. Beide reeksen maakten vijfentwintig jaar geleden deel uit van een tentoonstelling die vooral de verschraling van het landschap wilde aantonen. In 2003 kreeg Jan Kempenaers de opdracht om dezelfde landschappen te herfotograferen. Het onderzoeksproject over de landschapsfotografie van Jean Massart dat aan de Universiteit Gent in 2002 is gestart, vertrok vanuit een interdisciplinaire belangstelling voor de historische ontwikkeling van de hedendaagse verstedelijkte landschappen. Op de fotoreeksen van Massart, Charlier en Kempenaers wordt door de UGent vanuit verschillende disciplines samen onderzoek verricht over de verstedelijking en de beleving van het landschap dat de ontwikkelingen reveleert die het Vlaamse landschap heeft ondergaan op het vlak van land- en stedenbouw, biodiversiteit, infrastructuur, bedrijfsleven en wooncultuur. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers:
• Pieter Uyttenhove
VIB-Moleculaire genetica van perifere neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Moleculaire genetica van perifere neuropathieën. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Characterization of secondary organic aerosol from photooxidation of isoprene and alpha-pinene with mass spectrometric approaches. (SOAMASS) Universiteit Antwerpen Abstract: Characterization of secondary organic aerosol from photooxidation of isoprene and alpha-pinene with mass spectrometric approaches. (SOAMASS) Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Efficiënte micropropagatie van bomen met herwonnen juveniliteit Hogeschool Gent Abstract: Twee thema's worden onderzocht: - het opnieuw juveniel maken van oude recalcitrante bomen. Juveniliteit is gecorreleerd met goede vermeerderbaarheid in vitro en andere bosbouwkundig interessante kenmerken.- Snelle vermeerdering in 'Temporary Immersion Systems', met name het Twin Flask systeem.Hierbij wordt voedingsmedium met intervallen pneumatisch heen en weer gepompt van een fles met plantjes naar een lege fles Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck • Veronique Troch
Ontwikkeling en studie van op gemerkte stamcellen gebaseerde modelsystemen voor de inductie van scheutmeristemen Hogeschool Gent Abstract: In dit onderzoek nemen scheutmeristemen een centrale rol in. Het zijn de bovengrondse groeipunten waaruit de plantorganen worden gevormd in modulaire eenheden of fytomeren. Een klein groepje traag delende cellen in het scheutmeristeem vormt de “centrale zone”. Het is een reservoir zelfvernieuwende stamcellen dat zichzelf in theorie onbeperkt in stand kan houden. Een deel van de stamcellen verlaat de centrale zone om zijdelings de “perifere zone” en onderaan de “ribzone” te vormen. De cellen van de perifere zone zijn de moedercellen van de plantorganen. De twee antagonistische processen: orgaaninitiatie en zelfvernieuwing van stamcellen worden zorgvuldig in evenwicht gehouden. Het WUS-gen komt tot uiting in het organiserend centrum, een kleine zone net onder de stamcellen. Het stuurt een signaal naar de bovenliggende stamcellen, dat hun identiteit als stamcellen bevestigt. Zonder dit WUS-signaal zouden de stamcellen en uiteindelijk het meristeem verdwijnen. De twee buitenste lagen stamcellen brengen op hun beurt het CLAVATA3 (CLV3)-gen tot expressie. Het genproduct ervan verlaat de cellen en vormt een negatief feedback-signaal dat de transcriptie van het WUSCHEL (WUS)-gen beperkt. Indien dit niet zou gebeuren, dan zou de centrale zone abnormaal groot worden. Het SHOOT¬MERIS¬TEM¬LESS (STM)-gen komt tot expressie in een iets groter gebied. Het onderdrukt differentiatie van stamcellen tot organen (Lenhard et al., 2002) en is noodzakelijk voor de initiatie en instandhouding van het scheutmeristeem (Long et al., 1998). Stamcellen vinden niet alleen hun oorsprong in het jonge embryo, ze kunnen ook uit somatische, reeds gedifferentieerde cellen ontstaan. Ze geven dan aanleiding tot scheutmeristemen die uitgroeien tot “adventiefscheuten”. De laatste jaren zijn nog een aantal andere genen ontdekt die net zoals WUS, CLV3 en STM een rol spelen in de ontwikkeling en in standhouding van het (embryonaal reeds aanwezige) scheutmeristeem van kiemende A. thaliana: AURORA, KNAT1, HAM, AS1...(Doerner, 2003) Analyse en manipulatie van deze genen tijdens inductie en regeneratie van nieuwe adventiefscheuten op wortel, blad of stengel staat echter nog in haar kinderschoenen. Nochtans is het een onderzoeksdomein met veel praktisch potentieel. Uiteindelijk kan deze kennis leiden tot toepassingen die steunen op de regeneratie van scheutmeristemen: genetische transformatie, protoplastenfusie, chimeersynthese, polyploïdie-inductie en somatische embryogenese. Doelstelling en onderzoeksvragen - een beter begrip verwerven in de genen die tot expressie komen tijdens de inductie van adventiefmeristemen bij de modelplant Arabidopsis thaliana. * komen tijdens de initiatie van een adventief meristeem dezelfde genen tot expressie als in een axillair scheutmeristeem: WUS, CLV3, STM, KNAT1, HAM, AS1… ? * In welke volgorde komen ze tot expressie? Welke is initieel van belang? * Zijn de meristeemzones waarin ze tot expressie komen groot genoeg om gemakkelijk te observeren? - Deze kennis gebruiken om bij andere plantenspecies (tabak, tomaat, petunia, chrysanth?) gerichter hormoonbehandelingen te beproeven voor de regeneratie van adventiefscheuten op diverse types explantaten. * Laten de modelsystemen bij deze gewassen een evaluatie toe nog voor de scheutjes zichtbaar worden? * Wat is het effect van (combinaties van) plantenhormonen of hun inhibitors op de inductie van stamcellen en scheutmeristemen? Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck • Hans Motte
EVIDENCE: Optimalisatie van de kennis van intensievezorgenverpleegkundigen omtrent evidence-based infectiepreventie Hogeschool Gent Abstract: Korte samenvatting: Via een Europese behoeftenanalyse bij intensievezorgen(IZ)verpleegkundigen toonden we een aanzienlijk kennistekort aan over evidence-based maatregelen voor infectiepreventie. Om gericht aan de gedetecteerde noden tegemoet te komen, ontwikkelden we een interactieve e-cursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Deze cursus wordt vandaag getest op zijn effectiviteit op korte en middellange termijn.
Fasen: Fase 1: 2006-2009 Peiling naar de kennis van Europese IZ-verpleegkundigen over evidence-based infectiepreventie d.m.v. valide en betrouwbare meerkeuze kennistesten. Respons van 3405 verpleegkundigen uit 22 Europese landen toonden aanzienlijke ruimte voor verbetering aan. Fase 2: 2009 – 2010 Ontwikkeling, validatie, en usability testing van een interactieve elektronische webcursus die alle beginselen van infectiepreventie bundelt. Fase 3: 2010 – 2012 Er werd een studiewebsite ontwikkeld (www.evidenceproject.org), en via promotiecampagnes wordt heden een internationale steekproef geworven die door het instuderen van de cursus en het afleggen van kennistesten op drie verschillende tijdstippen van het studietraject de effectiviteit van de cursus op zowel korte (onmiddellijke kennistoename) als middellange termijn (3 maanden - kennisretentie) helpt te meten. Het EVIDENCE-project geniet de steun van de Vlaamse Vereniging voor Intensieve Zorgen Verpleegkundigen (VVIZV) en van het European Critical Care Research Network (ECCRN) van de Europese Vereniging voor Intensieve Zorgen (European Society for Intensive Care Medicine ESICM). Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Nursing • Vakgroep Spraak-, taal- en gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Paul Corthals • Sonia Labeau
Presentatie en conservatie van kunstwerken met organische componenten. Een onderzoek gestuurd door kunsttheoretische, praktische en deontologische vraagstellingen m.b.t. conservatie van bederfelijke materialen. Hogeschool Gent Abstract: Hedendaagse kunstenaars maken steeds meer en gediversifieerder gebruik van organische materialen, zoals voedingsmiddelen, plantaardige of dierlijke weefsels en andere natuurlijke materialen. Een van hun meest nadelige eigenschappen is hun inherent beperkte houdbaarheid en gevoeligheid voor degradatie. Slechte bewaar- en tentoonstellingsomstandigheden kunnen dit ontbindingsproces versnellen. Willen wij hun ontbindingsproces onder controle houden en zo mogelijk afremmen, dan is er nood aan een grondige kennis van alle inwerkende factoren. De conservatie van kunstwerken waarin organische materialen worden gebruikt, stelt derhalve zeer specifieke eisen, die strenger zijn dan voor klassieke kunstwerken, waar relatief inerte materialen gebruikt worden. Degradatie van het kunstwerk kan enerzijds een substantieel onderdeel vormen van dit kunstwerk, maar kan anderzijds de lectuur ervan grondig verstoren. Wat de groep der levensmiddelen betreft, ontbreekt een grondige kennis omtrent het omgaan met kunst die volledig of deels uit levensmiddelen werd vervaardigd. Bovendien worden we steeds vaker met deze kunstwerken en hun specifieke problemen geconfronteerd (denken we maar aan het spraakmakende werk van Fabre tijdens de tentoonstelling Over The Edges, symposia in Bordeaux en Gent). Omwille van beide factoren, enerzijds gebrek aan kennis en anderzijds het steeds groter gebruik van deze materialen, is er nood aan onderzoek op Eat Art. De conserveringsmethoden en technieken ontwikkeld voor kunstwerken met levensmiddelen kunnen trouwens getransponeerd worden naar andere vergankelijke kunstwerken met organische materialen. Tevens kan men voor de conservatie van levensmiddelen in de actuele kunst terugvallen op oplossingen die reeds binnen de voedingsindustrie op vlak van conservering werden ontwikkeld. Dit onderzoeksproject wil via interdisciplinair onderzoek, een antwoord bieden op de vraag naar de optimale condities (tijdens tentoonstellingen, depot en transport) voor kunstwerken die levensmiddelen bevatten. Essentiële doelstelling hierbij is de systematische analyse van de problematiek gesteund op een wetenschappelijke en academisch multidisciplinaire onderbouw met aandacht voor kunsttheoretische omkadering en proefondervindelijke casestudies. Welke houdingen t.a.v. conservatie en restauratie van kunstwerken met organische materialen moeten ingenomen worden? Er zal m.a.w. via kunstwetenschappelijke analyses onderzocht worden welke stellingen men kan poneren t.a.v. het beheer en behoud van vergankelijke kunst. Hoever kan men gaan in de bewaring van deze kunstwerken en zijn ze wel voor de eeuwigheid bestemd? Is het de bedoeling van kunstenaar ze te bewaren of is het een kunstwerk waarbij vergankelijkheid deel uitmaakt van zijn visie? Kunnen er voor dergelijke kunstwerken oplossingen aangeboden worden? Gezien het algemeen cultureel belang van de problematiek en het internationale karakter van de Hedendaagse Kunst ligt het voor de hand ook verschillende musea, onderzoekscentra en restauratoren in binnen- en buitenland bij het onderzoek te betrekken. Dit kan des te verdienstelijker zijn omdat in dit verband zowel nationaal als internationaal nog maar weinig onderzoek op academisch niveau werd verricht. Het is de bedoeling om met dit onderzoek antwoorden en oplossingen te bieden voor vragen en problemen die momenteel rijzen in de wereld van de conservatie van kunstwerken met organische materialen. Het onderzoek wordt opgesplitst in drie deelgebieden: het kunstwetenschappelijke veld, het natuurwetenschappelijke veld en de praktijk. Hoger genoemde deelgebieden zullen elkaar complementeren; regelmatige onderlinge terugkoppeling en bijsturing zullen noodzakelijk zijn. - Het kunstwetenschappelijke veld: Het gebruik van levensmiddelen is niet eigen aan één kunststroming, waardoor we met uiteenlopende kunstenaarsvisies worden geconfronteerd . Theoretisch uitgangspunt vormt de intentie van de kunstenaar, de studie van kunstenaarshoudingen en diverse artistieke concepten. Omdat dit criterium in de praktijk niet steeds als enige relevante parameter wordt gehanteerd zullen ook afwijkende visies van bv. galerijhouders, restaurateurs, kunsttheoretici en andere protagonisten binnen dit mentale veld op hun praktijk en motivatie worden onderzocht. Voor de bewaring van levensmiddelen in kunstwerken speelt de eetbaarheid slechts zelden een rol; afgezien van hun eventuele symbolische referentie, zijn vooral organoleptische parameters van wezenlijk belang. De vraag dringt zich op hoe met dergelijke kunstwerken om te gaan zonder de integriteit van het kunstwerk aan te tasten. Dienen de werken ‘an sich’ bewaard of primeert het concept ? Hoe kan het een of het andere voor het nageslacht worden bewaard? Welke voordelen en pijnpunten gaan gepaard met documentatie van vergankelijke Kunst? Cruciaal hierbij is het onderzoek naar mogelijke functies van levensmiddelen binnen elk specifiek kunstwerk, naar de impact van deterioratie op visueel, beeldend en semantisch niveau. Pas na deze onderzoeken kan tot besluitvorming m.b.t. al dan niet bewaring (of eventuele ingreep in het proces van deterioratie) van het kunstwerk worden overgegaan. - Het natuurwetenschappelijke veld: De industriële conserveringsmethodes voor levensmiddelen zullen worden getraceerd en er zal worden onderzocht welke hiervan bruikbaar of transponeerbaar zijn m.b.t. het behoud van kunstwerken. Daarom zal in het kader van dit project onder meer worden nagegaan hoe bepaalde conserveringsmethoden (vacuum verpakkingen of vitrinekasten, toevoeging van inerte gassen, nucleaire bestraling, toevoeging chemicaliën, etc.) desbetreffende kunstwerken een langere levensduur kunnen garanderen.
Toch kunnen niet alle conserveringsmethoden uit de voedingsindustrie zondermeer toegepast worden in de kunstwereld. Kunst stelt immers andere prioriteiten (langdurige bewaring) dan de voedingsindustrie, waar levensmiddelen voor consumptie worden bewaard. Concreet naar het onderzoek toe, wordt hier de nadruk gelegd op de verscheidenheid in voorkomen van de levensmiddelen. In dit deelgebied wordt de efficiëntie van de conserveringsmethodologie voor levensmiddelen uitgetest en wordt bijzondere aandacht geschonken aan de verhouding tussen de optimale omgevingsfactoren voor de kunstwerken waarin levensmiddelen zijn vervat en de museale omgevingsfactoren gebruikelijk binnen de opslagruimtes enerzijds en hanteerbaar tijdens een tentoonstelling anderzijds. - De praktijk: Dit deelgebied zal zich voornamelijk toespitsen op de toepasbaarheid van de theoretisch gevormde methodieken in het museale veld. Het praktijkgerichte onderzoek zal gerealiseerd worden door het reconstrueren van enkele kunstwerken. De keuze van de casestudies hangt mede af van de resultaten bekomen na het onderzoek binnen respectievelijk het kunst- en natuurwetenschappelijke veld . Kunstwerken die door de kunsttheorie en de kunsthistorische praktijk als waardevol worden aanzien, creaties van nog in leven zijnde kunstenaars en kunstwerken waarbij de vraag naar behoud vanuit de museale sector werd geformuleerd, komen hiervoor in aanmerking. Tevens zullen de casestudies gekozen worden in relatie tot de hanteerbaarheid van de diverse conserveringstechnieken. Deze zijn in gebruiksmogelijkheden afhankelijk van diverse inwendige eigenschappen en factoren van de levensmiddelen zelf. Concreet betekent dit dat elke case in tweevoud zal gereconstrueerd worden: een reconstructie die dient als referentiecase en de andere waarbij men de diverse conserveringsmethoden gaat toepassen door ze in vitrines te integreren waarbij men de interne omgeving gaat wijzigen. Beiden worden vervolgens onderworpen aan een versnelde degradatie. Dit kan men artificieel creëren door de modellen alternerend in klimaatruimtes onder te brengen waarbij ze aan verschillende omgevingsfactoren (licht, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) worden blootgesteld. Dit alles gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met de Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Julie Gilman • Dirk van Gogh
Alternatieve technieken ter preventie van bederf van industriële bakwaren door schimmels op basis van predictieve mycologie Hogeschool Gent Abstract: Het onderwerp van de doctorale studie situeert zich binnen de predictieve mycologie en heeft de bakkerijsector als scope. Bedoeling is om voorspellende modellen te ontwikkelen die de groeikinetiek en de groei/geen groei interfase van schimmels beschrijven in functie van diverse conserveringsparameters, belangrijk voor de bakkerijsector. Deze modellen zullen gevalideerd worden in industriële producten. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Nick Deschuyffeleer • Mia Eeckhout
Interuniversitaire samenwerkingsovereenkomst Dataregistratie- en evaluatie mondgezondheid bij de Belgische bevolking. KU Leuven Abstract: Deze pilootstudie omvat het voorbereidende werk voor het punt stellen van een systeem dat moet toelaten gegevens te verzamelen, te analyseren en te verwerken die relavant zijn voor de mondgezondheid van de belgische bevolking. Het project omvat de ontwikleing van benodigde instrumenten (vragenlijsten, klinisch onderzoek), het benodigde informatieve documentatiemateriaal voor de registratie ervan en het leggen van de nodigecontacten met alle relevante instanties.Het project is een initiatief van het RIZIV-INAMI en wordt uitgevoerd door een inter-universitaire equipe.nbsp;nbsp; Organisaties: • Biomaterialen - BIOMAT
Onderzoekers: • Dominique Declerck
Medicinale chemie - drug discovery. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Louis Maes • Achiel Haemers • Anne-Marie Lambeir • Koen Augustyns • Jurgen Joossens
AOP's voor de behandeling van concentraatstromen: optimalisatie van een (afval)waterzuiveringsproces met behulp van ecotoxicologische testen. Universiteit Antwerpen Abstract: AOP's voor de behandeling van concentraatstromen: optimalisatie van een (afval)waterzuiveringsproces met behulp van ecotoxicologische testen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Schepper
Expressie van een trypanolytisch eiwit (apolipoproteine L-I) in de tseetseevlieg, de insectvector van Afrikaanse trypanosomiasis. Universiteit Antwerpen
Abstract: Expressie van een trypanolytisch eiwit (apolipoproteine L-I) in de tseetseevlieg, de insectvector van Afrikaanse trypanosomiasis. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Marc Coosemans • Christiane Herreman
Pathofysiologische mechanismen in amyloidosis muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tot op heden bootst geen enkel diermodel de complete waaier van histopathologische, pathofysiologische, cognitieve en gedragsmatige veranderingen na van de ziekte van Alzheimer. Alle modellen zijn dus bijgevolg partiële modellen voor AD. dit onderzoeksproject richt zich op een gedetailleerde analyse van verschillende pathofysiologische AD-gerelateerde hypothesen in een selectie van transgene muismodellen voor amyloïdose and tau pathologie. Deze aanpak zal leiden tot betrouwbare en voldoende onderbouwde observaties waardoor we meer duidelijk verwachten te brengen in de discussie tussen 'baptisten' en 'tauisten'. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam
VIB-Vessel-related chaperones in dense-core plaque formation. Universiteit Antwerpen Abstract: Aggregatie van amyloid-ß (Aß) in het hersenparenchym als dense-core en diffuse plakken en in bloedvatwanden zijn de voornaamste kenmerken van de ziekte van Alzheimer. Dense-core plakken zijn neurotoxisch. Verschillende feiten suggereren dat Aß niet spontaan aggregeert in de hersenen, maar dat specifieke chaperones Aß helpen te aggregeren tot ß-sheets. Recent toonden we aan dat dense plakken zich voornamelijk ontwikkelen rond bloedvaten in zowel transgene muis modellen voor de ziekte van Alzheimer als Alzheimer patiënten, wat er op wijst dat bloedvaten een kritieke plaats zijn voor zulke Aß aggregatie-bevorderende factoren. Interessant is dat amyloïd-vrije bloedvaten ook een aantal structurele microvasculaire veranderingen vertonen in zowel Alzheimer patiënten als transgene muismodellen voor de ziekte van Alzheimer, wat er op wijst dat vasculaire pathologie ook belangrijk is in de pathogenese van de ziekte van Alzheimer. Door gebruik van transcriptoom- en proteoomanalyses heeft dit project als doel om zowel het mechanisme(s) van dense-core plakvorming aan bloedvaten op te helderen als de veranderingen te onderzoeken die optreden in deze bloedvaten vóór plakafzetting in verschillende transgene muismodellen voor de ziekte van Alzheimer. Deze studies kunnen de ontwikkeling bevorderen van nieuwe potentiële therapeutische strategieën om de ziekte van Alzheimer te voorkomen of te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Samir Kumar-Singh
VIB-Genetische en genomische studies van progranuline in FTD. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale dementie (FTD) is een degeneratieve aandoening van het voorste deel van de hersenen die klinisch gekenmerkt wordt door ingrijpende wijzigingen in persoonlijkheid, gedrag en sommige denkprocessen. Neuropathologisch worden sommige FTD-patiënten gekenmerkt door ophoping van tau-proteïnen in hun hersenen. Bij die patiënten zijn mutaties in het tau-gen (MAPT) verantwoordelijk voor de ziekte. Sommige FTD-patiënten hebben echter geen tau-ophopingen in hun hersenen en die patiënten hebben ook geen mutaties in het MAPT-gen. In twee families met tau-negatieve FTD identificeerden we een regio op chromosoom 17 die de ziekteveroorzakende mutatie herbergt, maar we hebben die mutatie nog niet geïdentificeerd. Onze recente onderzoeken tonen aan dat dat type van FTD een veel voorkomende oorzaak van dementie is. In dit project trachten wij die tau-negatieve FTD-mutatie te identificeren. Aangezien de kandidaat-regio groot is en ongeveer 250 genen bevat, zullen we die regio eerst reduceren door de identificatie van kleinere regio's die een groep van niet-verwante Belgische FTD-patiënten gemeenschappelijk heeft. Vervolgens zullen wij het genetische defect dat zich in die regio bevindt, identificeren. De identificatie van het defect zal onze kennis van de neurodegeneratieve processen die FTD veroorzaken, vergroten. Bovendien verwachten wij dat die kennis zal bijdragen tot ons inzicht in ziekteprocessen die andere typen van dementie veroorzaken, onder meer de ziekte van Alzheimer. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts
VIB-Moleculaire genetica van het geheugen en AD. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Alzheimer (AD) wordt gekenmerkt door een toenemende verslechtering van het kenvermogen, waarbij geheugenverlies met betrekking tot specifieke persoonlijke gebeurtenissen het meest opvallend is. Het pathologische proces dat tot de ziekte van Alzheimer leidt, vindt al jaren voor de ziekte zich duidelijk manifesteert, plaats. In dat stadium kunnen er zich tekenen van matige cognitieve beperking voordoen. Wij trachten genetische factoren te vinden die het risico om de ziekte van Alzheimer te krijgen kunnen beïnvloeden en wij willen nagaan of die genetische risicofactoren al een onderscheid maken tussen goede en slechte geheugenprestaties voordat de ziekte zich duidelijk manifesteert. Kennis over genen die betrokken zijn bij de ziekte van Alzheimer en het geheugen zal duidelijk maken welke moleculaire processen cruciaal zijn bij de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, wat de aangrijpingspunten voor de toekomstige ontwikkeling van medicijnen zal helpen definiëren. Bovendien willen wij correlaties onderzoeken tussen geïdentificeerde genetische risicofactoren, slechte geheugenprestaties of de ziekte van Alzheimer en wijzigingen in biomerkers, zoals het hersenvolume of de activiteit op MRI-scans, of de samenstelling van de cerebrospinale vloeistof. Als wij in staat zijn om genetische factoren te identificeren die de ziekte van Alzheimer veroorzaken en die correleren met specifieke biomerker profielen, kan dat helpen bij toekomstig onderzoek om risicoprofielen te bepalen voor preventiestrategieën Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Onderzoek naar het huidige blootstellingsniveau aan zware metalen in de Noorderkempen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het huidige blootstellingsniveau aan zware metalen in de Noorderkempen. Organisaties:
• Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Joost Weyler
Verdedigingsmechanismen van vissen met verschillende stressgevoeligheden voor zware metalen: interactie en dynamiek van eiwitten en hormonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt of de kieuwcellen van vissoorten met een verschillende gevoeligheid aan koperblootstelling, intracellulair verschillen vertonen in eiwit expressie van transporters, carriers en metaalbindende eiwitten, evenals van defensieve eiwitten en enzymen betrokken bij oxidatieve stress tijdens subletale blootstellingen aan Cu. De rol van de hormonale status op deze processen wordt onderzocht. Uit de resultaten wordt de meest geschikte, gevoelige biomerker geselecteerd en hiervoor zal een een ELISA ontwikkeld worden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Marleen Eyckmans
Statistische verwerking en ondersteuning in het kader van het onderzoek naar het huidige blootstellingsniveau aan zware metalen in de Noorderkempen Universiteit Hasselt Abstract: CenStat zal statistische analyses uitvoeren op gegevens die door de opdrachtgever aangebracht worden. Censtat zal de opdrachtgever advieseren bij het opmaken en beheren van een databank. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
MSCNET : Myeloma stem cell network a translational programme identifying and targeting the early myeloma cell hierarchy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project, gefinancierd door de EU, richt zich op de identificatie van de MM kanker stamcel, de gevoelighied voor behandelingen met als einddoel de ontwikkeling van nieuwe therapieën. De VUB partner is leider van Workpackage 8. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Karin VANDERKERKEN
CARCINOGENOMICS : ontwikkeling van een hoge doorvoersnelheid op genomica gebaseerde testen voor de beoordeling van genotoxische en carcinogene eigenschappen van chemische stoffen in vitro Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project carcinoGENOMICS was specifiek opgezet om, in een pan-Europese context, omics-gebaseerde in vitro schermen te ontwikkelen voor het testen van de carcinogene mogelijkheden van chemische stoffen. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • Tamara VANHAECKE • Mathieu VINKEN
Overzicht van de lopende monitoringprojecten met betrekking tot de veiligheid tegen overstromen en natuurlijkheid in de Zeeschelde, haar tijgebonden zijrivieren en de binnendijkse gebieden beïnvloed door het Sigmaplan. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een overzicht te krijgen van de lopende monitoring projecten in Vlaanderen m.b.t. de Zeeschelde, haar tijgebonden zijrivieren en de binnendijkse gebieden die beïnvloed worden door het Sigmaplan, en dit voor de luiken natuurlijkheid en veiligheid. Eens alle gegevens ingevoerd zal een kritische analyse gemaakt worden van de lopende monitoring. Hierbij denken we aan een overzicht van het aantal gemeten parameters per punt, frequentie per parameter in de verschillende monitoringprojecten etc. Er zullen bovendien voorstellen geformuleerd worden, die moeten verzekeren dat de Vlaamse monitoring-programma's en de tegelijkertijd lopende Nederlandse programma's, volledig complementair en op elkaar afgestemd zijn. Op deze manier wordt een monitoring-programma voorgesteld dat veiligheid en natuurlijkheid langs de Schelde binnen beide landen op een integrale manier benaderd. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Onderzoek naar de effecten van zware metalenverontreiniging op aquatische levensgemeenschappen voor de ruiming van de Dommel. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal via een geïntegreerde aanpak inzicht gegeven worden in de huidige impact van de metalen Cd en Zn op de aanwezige levensgemeenschappen en als referentie kunnen dienen bij de evaluatie tijdens en na de sanering van de Dommel. Om deze impact te evalueren worden op 8 plaatsen langs de pollutiegradient de aquatische levensgemeenschappen geïnventariseerd. Dit zijn de macro invertebraten, diatomeeën en vissen. Verder wordt de biobeschikbaarheid van de metalen bepaald door enerzijds te meten in de reeds aanwezige organismen en anderzijds in gekooide driehoeksmossel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Studiebeurs voor wetenschappelijk onderzoek aan Sylvia De Brakeleer. (Stichting Emmanuel Van der Schueren)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De beurzen Emmanuel van der Schueren zijn bedoeld voor jonge kankeronderzoekers die niet kunnen terugvallen op overheidssteun. De Vlaamse Liga tegen Kanker wil niet in de plaats treden van de overheid maar als vangnet fungeren voor waardevolle projecten die niet in aanmerking komen voor overheidsfinanciering. Het gaat om onderzoekers die bijna klaar zijn met hun doctoraatsonderzoek of startende onderzoekers die met een excellent onderzoeksvoorstel bij FWO, IWT of een andere instantie uit de boot zijn gevallen. De wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeker en het project zijn doorslaggevend bij de beoordeling van de aanvragen. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • JACQUES DE GREVE
Impact van de spatiale en temporele variabiliteit van de macrofyten en de diatomeën op het behalen van het maximale ecologische potentieel van de Woluwe zoals bepaald in de KaderRichtlijn Water 2000/60/EG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Impact van de spatiale en temporele variabiliteit van de macrofyten en de diatomeën op het behalen van het maximale ecologische potentieel van de Woluwe zoals bepaald in de KaderRichtlijn Water 2000/60/EG. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Archeologisch en paleo-ecologisch onderzoek in het landinrichtingsproject Grote Netegebied Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek kadert in een kortstondig project (duur: 8 maanden), gefinancierd door de Vlaamse Landmaatschappij. De algemene doelstelling van het project werd geformuleerd in functie van een reconstructie van het landschap en veranderingen in landgebruik gedurende het holoceen door multi-proxy analyses van bodemarchieven uit Hechtel-Eksel en Lommel (Limburg, België). De historische kennis over de interactie tussen mens-landschap-klimaat staat hier centraal. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Erik Thoen • Philippe Crombé
GIFTEN aan de dienst voor betaling Els Marchand Vrije Universiteit Brussel Abstract: Arenco Pharmaceutica is een kleine onafhankelijke farmaceutische bedrijf dat een reeks van ß-artemether gebaseerd anti-malarials ontwikkeld heeft Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • JACQUELINE VERCAMMEN
Studieopdracht "technologie in kaart : technologie voor personen met een handicap en zorgbehoevenden (assistive technology) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studieopdracht "technologie in kaart : technologie voor personen met een handicap en zorgbehoevenden (assistive technology) Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Ontwikkelen van een snelle kwantificeringsmethode voor schadelijke sporenvormers in melk. Hogeschool Gent Abstract: Melk en afgeleide zuivelproducten vormen een basiselement in de dagelijkse voeding van de mens. In België wordt jaarlijks gemiddeld 2,9 miljard liter rauwe melk opgehaald en verwerkt. De kwaliteit en de veiligheid van de melk is dan ook essentieel. Bacteriën aanwezig in de rauwe melk worden afgedood door een hitteproces, namelijk pasteurisatie (16 s bij 72-80°C), sterilisatie (15 min bij 120°C) of Ultra High Temperature (UHT) behandeling (2 à 4 s bij 145°C). Sommige bacteriën (behorend tot de genera Clostridium en Bacillus s.l.) kunnen echter pasteurisatie overleven als hitteresistente sporen; enkelen kunnen zelfs een UHT-behandeling overleven. Na de hittebehandeling kunnen deze sporen ontkiemen tot vegetatieve cellen en de veiligheid en de kwaliteit van de melk negatief beïnvloeden. De schadelijke effecten van de sporenvormers situeren zich op 3 vlakken: i/ bedreiging van de volksgezondheid door de productie van toxines, ii/ melkbederf door productie van extracellulaire enzymes en iii/ verstoring van verdere verwerkingsprocessen. In Vlaanderen wordt de kwaliteit van de rauwe melk onder andere geanalyseerd via het kiemgetal, dit wil zeggen, het aantal bacteriële cellen per ml, maar ondanks de nadelen die men in de zuivelindustrie ondervindt wordt het sporengetal niet bepaald. In Zweden is er wel een norm opgelegd voor de sporenvormende pathogeen Bacillus cereus, namelijk minder dan 10000 kolonievormende eenheden per ml gepasteuriseerde melk op de dag voor de houdbaarheidsdatum. Concreet betekent dit dat er op de verpakkingsdag van de gepasteuriseerde melk niet meer dan 10 sporen per 100 ml mogen teruggevonden worden. De controletests hiervoor vereisen echter een incubatieperiode van 6 dagen. Ook in Nederland wordt de melk wel geanalyseerd op de aanwezigheid van boterzuurbacteriën maar dergelijke tests nemen 4 dagen in beslag. Een snelle detectie- en kwantificeringsmethode die de aanwezigheid van problematische hitteresistente sporenvormende bacteriën snel en eenduidig kan aantonen zal niet alleen een enorme tijd- en geldwinst betekenen voor de industrie, maar kan ook op gebied van volksgezondheid een belangrijke rol spelen in het voorkomen van voedselvergiftigingen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • An Coorevits • Anita Van Landschoot
Prijs "Robert Oppenheimer " 2006. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze wetenschappelijke prijs werd toegekend voor algemene wetenschappelijke verdiensten.
Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Sebastiaan Engelborghs
Analyse van dendrietmorfologie in het APP23 model voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebruikmakend van een longitudinale, morfometrische studie van de dendrietmorfologie in het APP23 muismodel voor de ziekte van Alzheimer hopen wij vroegtijdige, en hoogstwaarschijnlijke subtiele, vormen van neuronale schade en neurodegeneratie aan te tonen. Resultaten zullen gecorreleerd worden met reeds vroeger door ons beschreven leeftijdsafhankelijke cognitieve deterioratie en amyloïdpathologie. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam
Endoscopische Moiré interferometrie voor middenoor-aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor dit project stellen we de bouw van een diagnostisch toestel voor dat lokale verzwakkingen (aanzetten tot retration pockets en cholesteatoma) detecteert, zelfs vóór ze klinisch en visueel warneembaar zijn. Deze uiterst vroege opsporing kan veel leed vermijden, gehoorletsel voorkomen en behandeling voorspoedigen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Jan Buytaert
Beschermend effect van het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) tegen beschadiging van de basale membraan van de huid: proof of concept. Universiteit Antwerpen Abstract: Het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) werd voor het eerst in het laboratorium voor Moleculaire Biotechnologie (UA) geïdentificeerd in 1994. Experimenteel werk van onze onderzoeksgroep en andere heeft aangetoond dat ECM1 betrokken is bij intrinsieke en extrinsieke veroudering van de huid. Het doel van dit project is om het beschermende effect van ECM1 op huidveroudering, fotoveroudering en littekenvorming (na verwonding) na te gaan gebruik makend van een in vitro model en transgene muizen (Ecm1 +/- heterozygoten en Ecm1 overexpresserende muizen). Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Universiteit Antwerpen Abstract: Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Organisaties: • Departement Biologie - overige • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Debin Mao
Gezondheidseconomische evaluatie van de rotavirusvaccinatie (RV) van zuigelingen in België. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit rapport wordt een model gebruikt om te begrijpen hoe we de op dit moment beschikbare orale rotavirus vaccins (Rotarix® en RotaTeq®) in ons grootste voordeel kunnen gebruiken. In gezondheidseconomische evaluatie, zoals toegepast in dit rapport, wordt hetgeen het grootste voordeel is voor onze maatschappij gedefinieerd als de combinatie van interventies die leiden tot de grootste mogelijke gezondheidswinst, voor zoveel mogelijk mensen (d.i. het maximaliseren van de gezondheidswinst (hier hoofdzakelijk uitgedrukt als levensjaren en "voor kwaliteit van leven aangepaste levensjaren" of "gezonde levensjaren" (Quality Adjusted Life Year, QALY)), gegeven een beperkt budget. We hebben zowel de gepubliceerde internationale literatuur als de niet-gepubliceerde (grijze) literatuur nagekeken en bovendien een hele reeks Belgische epidemiologische en kostengegevens verzameld en geanalyseerd. Vervolgens werd een simulatiemodel ontwikkeld, dat we geparametriseerd en aangepast hebben, zoveel mogelijk aan de hand van Belgische gegevensbronnen. Hiermee werd dan gesimuleerd hoe effectief en kosteneffectief een veralgemeende vaccinatie van de Belgische zuigelingen met Rotarix® en RotaTeq® zou zijn. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Jose Ramet
Determinanten voor niet-participatie van vrouwen uit de doelgroep aan het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker en de manieren om de participatie gunstig te beïnvloeden. Universiteit Antwerpen Abstract: Via kwantitatief en kwalitatief onderzoek zal de groep niet-participanten aan het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker worden in kaart gebracht. Daarnaast zal ook worden nagegaan waarom vrouwen die een eerste keer deelnemen aan het onderzoek, na het verstrijken van
het interval van 2 jaar niet opnieuw deelnemen ('participatietrouw'). Aangezien de bejegening bij de radiologische dienst waar de vrouw haar mammografie laat uitvoeren van uitermate groot belang is voor de participatietrouw, zal er bovendien een evaluatie gebeuren van de dienstverlening binnen de mammografische eenheden. Uiteindelijk moeten de resultaten van dit onderzoek leiden tot een beter inzicht in hoe de moeilijk bereikte groep kan worden gemotiveerd en gensensibiliseerd om meer deel te nemen aan het screeningsprogramma voor borstkanker en welke maatregelen kunnen worden genomen om de drop-out tegen te gaan, o.a. door de tevredenheid van de dames bij hun bezoek aan de mammografische eenheden te verhogen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
Verblijf van Herman Höfte Universiteit Gent Abstract: De onderzoeksgroep van dr. Herman Höfte is wereldwijd een van de beste teams die werken over de moleculaire mechanismen betrokken in de expansie van plantencellen. De groep van Prof. Dirk Inzé is wereldleider op het vlak van de studie van de celcyclus in planten. De gecombineerde expertise van Dr. Höfte (celexpantie) en de onderzoekers van het Departement Planten Systeem Biologie (celdeling en endoreduplicatie) biedt ongekende mogelijkheden om de relatie tussen endoreduplicatie, celgroei en celwand vorming te ontrafelen. Het verblijf van Dr. Höfte in Gent zal ons toelaten tussen het INRA en UGENT/VIB te versterken. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Time-of-Flight LC-MS systeem Universiteit Gent Abstract: Dit projectvoorstel heeft betrekking op de aanschaf van een time-of-flight (TOF) LC-MS systeem. Een vlotte uitvoering van alle lopende projecten wordt sterk bemoeilijkt door het niet voorhanden zijn van moderne LC-MS apparatuur, die cruciaal is voor de identificatie van de gesynthetiseerde verbindingen, het bepalen van de zuiverheid van de eindproducten en reactiemonitoring. Een TOF systeem maakt hoge-resolutie massaspectrometrie mogelijk, wat de structuuropheldering van onbekende producten sterk kan vereenvoudigen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Evaluatie van de compressie-eigenschappen van farmaceutische formulaties met behulp van een rotatieve comprimeermachine Universiteit Gent Abstract: Een volledig geïnstrumenteerde rotatieve tabletpers zal worden aangewend: 1. voor het tabletteren van granules geproduceerd via continue granulatie (twin-screw extrusie) 2. voor het bepalen van de compressie-eigenschappen van poeders geproduceerd via co-sproeidrogen van geneesmiddelen en hulpstoffen. 3. voor het bepalen van het effect van een verlengde 'dwell time' gedurende compressie en van een constante tabletdensiteit op de tableteigenschappen (hardheid, desintegratie, geneesmiddelvrijstelling) Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
Het bepalen van de partikelgrootte verdeling in ecologisch onderzoek van de bodem van de zee Universiteit Gent Abstract: De analyse van de sedimentpartikels en de kleine voedselpartikels is cruciaal in alle ecologisch onderzoek van het benthos van de zachte substraten. In dit project vragen we financiering aan voor 2 toestellen (Particle Size Analysers) die 1 oud toestel (aangekocht in 1986) vervangen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Gesloten weefselprocessor en geautomatiseerde rotatiemicrotoom Universiteit Gent Abstract: Lichtmicroscopische analyses vormen een onmisbaar element bij het onderzoek uitgevoerd aan de vakgroep Morfologie. Voor al deze toepassingen zijn een weefselprocessor, paraffine inbedstation en microtoom onmisbare basistoestellen. Het groot aantal coupes (ongeveer 37000 sinds januari 2005) maakt dat de noodzakelijke basisuitrusting dagelijks zeer intensief gebruikt wordt. Daarom wordt aan het BOF financiering gevraagd voor vervanging van de weefselprocessor en microtoom. Organisaties: • Vakgroep Morfologie
Onderzoekers: • Wim Van Den Broeck
Microscopie als onderzoeksinstrument in het Fanerzoïcum Universiteit Gent Abstract: Fanerzoïsche microfossielen met organische wanden worden frequent gebruikt voor relatieve dateringen, reconstructie van het paleomilieu en de afzettingsgeschiedenis. De palynologische analyses van de sedimenten wordt uitgevoerd via lichtmicroscopie. Het voorgestelde project omhelst de aankoop van een lichtmicroscoop van hoge optische kwaliteit en een specifieke binoculaire stereomicroscoop. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers • Stephen Louwye
Uitbouw van een celcultuur-morfologische onderzoekseenheid op de campus Heymans Universiteit Gent Abstract: Verhuis van de vakgroep naar het B3 gebouw van de campus Heymans vergt vervanging van apparatuur noodzakelijk om het engagement van de vakgroep in wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening verder te kunnen zetten. Voor de in het B3 gebouw voorziene celcultuurlaboratoria is naast de vervanging ook nog een uitbreiding van uitrusting nodig. Deze vervanging en uitbreiding van uitrusting moet aan de vakgroep toelaten te fungeren als een volwaardige celcultuur-morfologische onderzoekseenheid, één van de onderzoekskernfaciliteiten van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Hubert Thierens • Katharina D'Herde • Robertus Cornelissen
Sneller en beter: modernisering basisuitrusting plantenanatomie Universiteit Gent Abstract: Vervanging van bestaande verouderde microtomen en microscopen door moderne en meer performante toestellen die toelaten om op kortere tijd betere resultaten te bekomen: een fluorescentiemicroscoop uitgerust met fasecontrast, geschikt voor zowel immunohistochemisch als karyologisch onderzoek en een microtoom met onderdelen voor het snijden van dunnere paraffine, Technovit 7100 en LR white coupes. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur • Ronald Viane • Annemieke Verbeken
Definitie van de PRIBEL waarden in 1991 en 1996 Universiteit Gent Abstract: In het PRIBEL (Pesticide Risk Indicator for Belgium) - project werd een indicator ontwikkeld voor het berekenen van de impact van het gebruik van bestrijdingsmiddelen op mens en milieu. De berekeningen werden uitgevoerd voor het referentiejaar 2001. In dit project zullen ook de berekeningen uitgevoerd worden voor 1991 en 1996 en de vergelijking met het referentiejaar zal gemaakt worden. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Berekening en ontwikkeling van indicatoren voor Biociden Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het nagaan van de precisie en accuraatheid van bestaande methoden (vb. Nys' algorithme voor type-18 biociden) en het ontwikkelen van nieuwe methoden (vb. risico-indicatoren voor type 8 en 18 biociden) om op die manier een inschatting te kunnen maken van de impact van het gebruik van biociden op mens en milieu. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Onderzoek, ontwikkeling en optimalisatie van het gebruik van eipoeder in garnaal- en visvoeders Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar het gebruik van eipoeder als ingredient in garnaal- en visvoeders. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Patrick Sorgeloos
STEM-HD : Embryonic stem cells for therapy and exploration of mechanisms in Huntington Disease. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Embryonale stamcellen hebben twee fundamentele kenmerken: ze kunnen zonder beperking in ongedifferentieerde staat worden geëxpandeerd, zodat grote hoeveelheden van genetisch uniforme cellen kan aangemaakt worden, en ze kunnen aangezet worden om te differentiëren in om het even welk celtype, zodat een specifieke populatie gekenmerkt door stadium en type van differentiatie kan geanalyseerd worden. STEM HD wil deze kenmerken gebruiken om de mechanismen van de ziekte van Huntington (HD) te onderzoeken, gebruik maken van een menselijke ES lijn die werd afgeleid van een embryo dat geïdentificeerd werd als drager van het mutante gen gedurende preïmplantatie genetische diagnose. Gebruik makend van deze lijn, wil het consortium: 1. Protocollen ontwikkelen om ES cel progenitoren van gewenst phenotype te bekomen. HD tast vooral een mature celpopulatie aan van GABAerge neuronen in het striatum; deze zullen bekomen worden gebruik makend van farmacologische inductie en selectie gedurende in vitro cultuur. 2. Ontwikkelen en implementeren van infrastructuren voor massa celproductie en lange termijn culturen van ES cellen in gedifferentieerde of ongedifferentieerde staat, om zo ten volle de karakteristieken van ES cellen te gebruiken in de productie van massieve aantallen van specifiek gedifferentieerde cellen 3. Mechanismen van het ontstaan van HD onderzoeken door het onderzoek van cellen bekomen na differentiatie van de HD dragende ES cellen, dmv functionele genomics (RNAi en gen overexpressie), en een hypothese gerichte aanpak om potentiële nieuwe partners te introduceren in de reeds gekende systemen 4. high content drug screening uitvoeren op HD dragende gedifferentieerde cellen Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2006: GIMMICS, een nieuw onderwijsmodel voor het aanleren van kennis en vaardigheden toegepast in de apothekerspraktijk.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: GIMMICs is een apotheekgame waar zo getrouw mogelijk de officinapraktijk wordt nagebootst. Studenten, die in het laatste jaar van hun apothekersopleiding zitten, zullen (in een team van een 5-tal studenten) gedurende een 4-tal weken hun eigen apotheek beheren. Er wordt een gecontroleerde setting aan de universiteit gecreëerd waarin een casuïstiek kan aangereikt worden die alle facetten van het apothekersberoep omvat. Het doel van het invoeren van GIMMICs is het opvangen van de heterogeniciteit die bestaat in de huidige stage. De studenten bouwen als team elk een apotheek uit in een klaslokaal volgens eigen inzicht en 'mission statement' (bv zijn ze een ketenapotheek of niet, zijn ze gespecialiseerd in homeopathie of niet, ...). In elk lokaal is een apotheeksoftwareprogramma aanwezig met e-ticketprinter voor het afleveren van geneesmiddelen en voor medicatiebewaking (farmaceutisch dossier). Verder is er naast de verplichte officinawerken ook andere relevante wetenschappelijke literatuur en 2 computers met internetaansluiting beschikbaar. De lokalen bevinden zich in de nabijheid van het laboratorium waar magistrale bereidingen kunnen gemaakt worden. Elk lokaal beschikt over een intern telefoontoestel. De teamleden maken hun eigen website en hebben per apotheek een Emailadres. Elk realistisch facet van binnen de dagelijkse praktijkvoering kan worden ingevoerd in GIMMICs (voorschriften, patiëntengesprekken, magistrale bereidingen administratie, ...). De evaluatie van de teams gebeurt aan de hand van het aantal patiënten per apotheek. Elke apotheek start met een bestand van 1500 patiënten, waarvan voor een 300-tal de gegevens in de apotheeksoftware zijn ingegeven. Per opdracht worden patiënten bijgeteld of afgetrokken. Het toekennen van patiënten wordt bepaald op basis van de inhoudelijke kwaliteit van de uitgevoerde taken/casussen (50%) alsook van de tevredenheid van de patiënt (50%). De apotheek met de meeste patiënten na afloop van 3 weken GIMMICs heeft gewonnen. Het GIMMICs onderwijsmodel moet gezien worden als complementair aan de stage, waardoor het mogelijk wordt om in gecontroleerde omstandigheden specifieke leermomenten rond bepaalde onderwerpen aan bod te laten komen. De studenten krijgen in tegenstelling tot de werkelijke situatie in de officina meer tijd om een specifiek probleem correct en wetenschappelijk doordacht op te lossen. Er is bovendien ruimte voor communicatieve vaardigheden door contacten met patiënten, artsen en andere leden van de zorgsector. Kortom, het volledige verloop van het simulatiespel wordt zo realistisch mogelijk uitgebouwd. De eindevaluatie van GIMMICs voor elke student is uiteindelijk het stage-examen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • SOPHIE SARRE • Sofie VAN HECKE
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2006: Diagnosticeren en bijsturen van leerbegeleiding tijdens de klinische stage. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2006: Diagnosticeren en bijsturen van leerbegeleiding tijdens de klinische stage. Organisaties: • Kritische Zorgen
Onderzoekers: • SANDRINA SCHOL
Human embryonic stem cells as new models for development of new therapies and exploration of mechanisms in monogenic diseases. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Humane embryonale stamcellen (HESC) worden afgeleid van de kiemknop van preimplantatie embryos. Preimplantatie genetische diagnose (PGD) is een vroege vorm van prenatale diagnose waarbij in vitro geproduceerde embryos worden onderzocht op de aanwezigheid van een genetische afwijking, waarna enkel de embryos zonder de aandoening worden teruggeplaatst in de baarmoeder. Op dit ogenblik verschenen er reeds verschillende verslagen van groepen die hESC hebben afgeleid uit embryos die aangetast bleken van PGD. Ons doel is om hESC af te leiden uit embryos die aangetast bleken na PGD. Door een hele batterij hESC lijnen af te leiden voor verschillende aandoeningen, en met verschillende mutaties, ontstaat er een grote verscheidenheid aan materiaal om de interactie tussen genotype en phenotype te bstuderen, en voor de ontwikkeling van nieuwe therapieën. De afgeleide cellijnen zullen ter beschikking worden gesteld van academische centra. Onze wetenschappelijke doelen zijn: 1. Het afleiden van hESC lijnen met een variëteit aan gemuteerde genen verantwoordelijk voor monogene aandoeningen 2. De efficiëntie van het afleiden verbeteren, om zo doel (1) te verbeteren 3. ontwikkelen van protocollen voor de afleiding en in stand houding van hESC in een omgeving die volledig vrij is van dierlijke contaminanten. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • Lindsey VAN HAUTE
Subsidie aan project letselpreventie mbt medisch verantwoorde sportbeoefening (aan het gesubsidieerd erkend keuringscentrum VUB (BLITS)) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Subsidie aan project letselpreventie mbt medisch verantwoorde sportbeoefening (aan het gesubsidieerd erkend keuringscentrum VUB (BLITS) Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - Manudyn II. Universiteit Antwerpen Abstract: De troebelheid in onze rivieren is in het algemeen sterk gedaald sinds de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) werkzaam zijn. De verhoogde lichtbeschikbaarheid heeft het kiemen en daaropvolgend de groei van waterplanten mogelijk gemaakt. Hun aanwezigheid wijzigt de hydraulische eigenschappen van de rivieren in die zin dat waterafvoer gehinderd wordt en het risico op overstromingen sterk verhoogt. Een van de meest gebruikte beheersmaatregelen is dan ook het maaien van de macrofyten om overstromingen in bebouwde gebieden te vermijden. Het Manudyn I project heeft zich vooral gefocused op de rol die macrofyten hebben in de nutriëntcyclering in het Netebekken. Resultaten tonen dat macrofyten wel degelijk een impact hebben op de nutriëntenbalans in rivieren. Bijkomend is er aangetoond dat bepaalde macrofyten ook zware metalen uit het sediment, zoals koper, opnemen en die dus een belangrijke, natuurlijk zuiverende rol kunnen spelen. Toch zijn de onderliggende mechanismen die deze macrofyt-nutriënt interacties beïnvloeden niet helemaal duidelijk. Verder toonde het Manudyn I project dat er duidelijke verschillen bestaan in het opnamegedrag tussen verschillende macrofytensoorten. Het Manudyn II project zal zich daarom vooral toespitsen op processtudies. Het doel is hier om duidelijkheid te scheppen over de opname, de
opslag en de vrijstelling van nutriënten en metalen gerelateerd aan de groei en het afsterven van enkele veel voorkomende macrofyten en deze relaties te beschrijven. De resultaten zullen gebruikt worden om nieuwe modellen te ontwikkelen die processen op verschillende schaalniveaus beschrijven en om de modellen uit het eerste Manudyn project te verfijnen. Dit project zal uitgevoerd worden aan de hand van verschillende werkpakketten. Het eerste werkpakket zal alle kleinschalige experimenten omvatten, namelijk op het niveau van één enkel individu van een macrofytensoort. Het tweede werkpakket pakt het onderzoek op het niveau van een macrofytenpatch aan en het derde werkpakket bestaat uit veldexperimenten met verschillende macrofytenpatches. In een vierde en laatste werkpakket zullen de resultaten modelmatig en op verschillende schalen benaderd worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Impact van sterk invasieve exotische planten op de biodiversiteit: mechanismen, amplificerende factoren, en risicoanalyse. (ALIEN IMPACT) Universiteit Antwerpen Abstract: Het ALIEN IMPACT voorstel heeft als doel de eerste geïntegreerde studie op te starten over de patronen en mechanismen van impact van invasieve exotische planten in België. Een selectie van de meest invasieve soorten (highly invasive plant species, HIPS) zal worden bestudeerd, door een combinatie van enerzijds een grootschalige screening van hun impacts op verschillende ruimtelijke schalen (om patronen te detecteren) met anderszijds sterk mechanistische studies op een beperkt aantal sites (om "impact pathways" te identificeren). Zowel terrestrische als aquatische invasieve plantensoorten komen aan bod. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen : 1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen • Reinhart Ceulemans
Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ). Universiteit Antwerpen Abstract: Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ). Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
Impact van mycorrhizae op de biodiversiteit en de koostofbalans van graslandecosystemen onder gewijzigde klimaatcondities. (MYCARBIO) Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject MYCARBIO bestudeert de impact van arbusculaire mycorrhizale fungi (AMF) op de biodiversiteit en de koolstofkringloop van Belgische graslandecosystemen onder gewijzigde klimaatcondities. Deze algemene doelstelling wordt vertaald in vijf specifieke objectieven, nl. (1) een evaluatie van de AMF-biodiversiteit in geselecteerde Belgische graslanden; (2) het bepalen van de functie van AMF voor de ontwikkeling van zaailingen, de gemeenschapsstructuur, de diversiteit en de productiviteit van graslanden; (3) een beter begrip van de impacts van verhoogd atmosferisch CO2, temperatuur en waterbeschikbaarheid op de AMF en de plant-biodiversiteit, op de AMF-plant-associaties en op de koolstofcyclus; (4) de evaluatie van het ecologisch belang van de AMF-plant-associaties voor de boven- en ondergrondse biodiversiteit en de koolstofbalans; en (5) het modelleren van de belangrijkste processen van de koolstofbalans in graslandecosystemen.
De methodologie die gevolgd wordt om de algemene doelstelling van MYCARBIO te bereiken is gebaseerd op onderzoek op diverse organisatieniveaus. Daarbij neemt de graad van complexiteit toe van de individuele soorten naar de plantengemeenschap, en van de specifieke mechanismen naar de meer algemene ecosysteemfuncties. Het MYCARBIO-project tracht vernieuwende inzichten te genereren m.b.t. de impact van klimaatveranderingen op graslandecosystemen, op biodiversiteit, en op de koostofbalans. Deze inzichten kunnen wetenschappers, beleidsadviseurs, beleidsmakers en aandeelhouders erg van pas komen, zowel nationaal en internationaal. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans
Kwaliteitsindicatoren in de huisartsgeneeskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is een basis te leveren voor de ontwikkeling van een kwaliteitssysteem van de huisartsgeneeskunde in België met betrekking tot de objectieven, organisatie en inhoud van het vak. Het gaat dus uiteindelijk om zowel organisatorische als klinische indicatoren. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Universiteit Antwerpen Abstract: Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Ontwikkeling van een geïntegreerde strategie voor de beheersing van de allergenenproblematiek in de Belgische voedings- en catering industrie. (ALLERRISK) Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een geïntegreerde strategie voor de beheersing van de allergenenproblematiek in de Belgische voedings- en catering industrie. (ALLERRISK) Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Willem Stevens
Multifunctionaliteit en lokale indentiteit als paradigma's voor een duurzame en competitieve landbouw Universiteit Gent Abstract: De modernisering van de landbouw maakt het moeilijker om in gele, groene en blauwe diensten te voorzien. Het hoofddoel van dit project is daarom te onderzoeken wat regionale identiteit betekent, hoe landbouw hiertoe bijdraagt en of dit concept een manier kan zijn om multifunctionele landbouw te promoten. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Georges Allaert
INRAM: Geïntegreerde risicoanalyse en monitoring van micropolluenten in Belgische kustwateren Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project zal INBO instaan voor het verzamelen van de gegevens van groeivariabelen bij zeevogels van de haven van Zeebrugge. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Antarctische microbiële biodiversiteit: het belang van geografische en ecologische factoren Universiteit Gent Abstract: AMBIO zal de microbiële diversiteit, samenstelling en taxonomische turnover bestuderen in permanente of tijdelijke aquatische habitats in Antarctica en het relatieve belang nagaan van ecologische versus historische factoren voor de geografische verspreiding van taxa en gemeenschappen. We zullen moleculaire technieken combineren met cultuur-gebaseerd onderzoek van een aantal belangrijke taxonomische groepen, zoals Proteobacteria, Bacteroidetes, Cyanobacteria, Chlorophyta en Bacillariophyta. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
cyanobacteriële bloeien: toxiciteit, diversiteit, modelleren en beheer - BBLOOMS2 Universiteit Gent Abstract: Het project wil de kennis betreffende toxische cyanobacteriënbloeien in België uitbreiden, modellen voor het voorspellen van bloeien verbeteren, een monitoringnetwerk ontwikkelen en strategiën voorstellen om de impact van cyanobacteriën te reduceren. Dit zal gebeuren voor het verzamelen van fysische, chemische en biologische data van cyanobacteriënbloeien, de genetische diversiteit van toxische cyanobacteriën en de factoren die toxiciteit reguleren te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Microbiële diversiteit en metaalfluxen in gecontamineerde Noordzee sedimenten Universiteit Gent Abstract: De centrale doelstelling van het MICROMET project is het nastreven van een beter begrip van de link tussen de microbiële activiteit en fluxen van zware metalen in mariene sedimenten. De microbiële gemeenschappen van het BCP zullen bestudeerd worden aan de hand van een interdisciplinaire benadering waarin geochemische en microbiologische methoden nauw geïntegreerd zijn. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Koen Sabbe
SHAPES (Fase 1): Fysieke activiteit en gezondheidsrisico's van fietsen in verschillende geografische omstandigheden. Activité physique et risque en matière de santé de la pratique du vélo pour différents milieux géographiques. Systematic analysis of ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
Fysico-chemische determinanten van toxiciteit: Rationele benadering voor veiliger nanomaterialen - S2 NANO (Fase 1 + Fase 2). A rational approach towards safer nanostructured materials - S2 NANO (Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nanomaterialen zijn materialen waarvan de dimensies 100 nm of kleiner zijn en die unieke mechanische, optische, elektrische en magnetische eigenschappen hebben verkregen. De bezorgdheid in verband met hun effecten op de menselijke gezondheid, zowel in geval van beroepsblootstelling alsook voor de consument en de algemene bevolking, stijgt. Desondanks worden deze materialen reeds uitgebreid gebruikt in vele toepassingen, gaande van cosmetica en autobanden tot medische toepassingen. Een aantal onderzoeksrapporten wijzen op negatieve effecten in doelwitorganen waaronder de longen, de hersenen, het cardio-vasculair systeem, de huid en de lever. Begrijpen hoe nanomaterialen hun toxische effecten uitoefenen en de identificatie van physico-chemische determinanten bepalend voor de toxiciteit van nanomaterialen zijn de belangrijkste doelstellingen, die zullen worden onderzocht in samenwerking met drie andere onderzoeksgroepen (UCL-TOXI, KULeuven-LUNG en KULeuven-COK). Aan de hand van een modelmateriaal, namelijk silica-nanopartikels (SNP) zal de in vitro genotoxiciteit en apoptose worden bepaald in epitheliale, endotheliale en mesotheliale cellen. Op basis van deze in vitro data, tesamen met de in vitro data van de andere onderzoeksgroepen (ivm de productie van inflammatorishe mediatoren door macrofagen en aggregatie van bloedplaatjes en coagulatie), zal een paradigma over de SNPtoxiciteit worden ontwikkeld. Dit paradigma zal vervolgens kritisch worden getest in vivo voor twee species (rat en muis) die een verschillende gevoeligheid vertonen. Daarenboven zullen de cellulaire en moleculaire mechanismen geassocieerd met de respons op SNP toxiciteit worden onderzocht, waarbij de nadruk zal worden gelegd op interacties met cytoskeletale proteïnen, de inductie van aneuploïdie, effecten op de DNA repair capaciteit en op cellular trafficking. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Impact van sterk invasieve exotische planten op de biodiversiteit: mechanismen, amplificerende factoren, en risicoanalyse - ALIEN IMPACT (Fase 1 + Fase 2) Biodiversity impacts of highly invasive alien plants: mechanisms, enhancing factors and risk as... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het ALIEN IMPACT project beoogd om een eerste geïntegreerde studie over de patronen en mechanismen van de impact van sterk invasieve exotische planten in België. Het zal sterk invasieve plantensoorten onderzoeken, en een combinatie maken van grootschalige screening van invasie-impact op verschillende ruimtelijke schalen (om patronen te karakteriseren) met hoog mechanische studies op vaste plaatsen. Zowel de ecosystemen aan land als in waterbronnen zullen onderzocht worden. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
A Multiscalar and Multiagent Modelling Framework for Assessing Sustainable Futures in a Globalised Environment MULTIMODE.(Phase 1, Phase 2) Een multischaal-multiagent modelleerraamwerk voor de Afweging van Duurzame toekomstvisies in een Geglobalisee... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hoofddoelstelling van MultiMode behelst het promoten van duurzame ontwikkeling in België in een geglobaliseerde context door middel van een integraal, multi-schaal modelleerraamwerk van economische activitieten en de eraan gekoppelde landgebruiken. Het modelleerraamwerk zal modellen combineren die zowel "top-down" als "bottom-up" het urbane en het landelijke landgebruik benaderen. Gezien het belang in ruimtelijke termen van het landgebruik landbouw, wordt er speciale aandacht besteed aan duurzame landbouwpraktijken. In het bijzonder wil MultiMode door de integratie van empirische kennis uit de verschillende modellen multi-schaal indicatoren ontwikkelen die gericht zijn op sociale, economische en ecologische duurzaamheid. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • ANN VAN HERZELE
Beurs Filip Pattyn - Identificatie en signaalweganalyse van directe en miRNA-gereguleerde MYCN-doelwitgenen in neuroblastoom
Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniale vaste tumor bij kinderen. Ondanks multimodale behandeling blijft de prognose voor de meeste patiënten zeer ongunstig. Een subgroep van agressieve neuroblastoomtumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van de MYCN transcriptiefactor. De identificatie van nieuwe MYCN-doelwitgenen kan resulteren in betere behandelingsstrategieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Preklinisch testen van procedures voor diagnose en therapie voor hart- en vaatziekten met behulp van ultrageluid. Hogeschool Gent Abstract: De hoofddoelstelling van het onderzoek bestaat uit het ontwikkelen van een geavanceerd fysisch vierkamermodel van het menselijke hart, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan:- De realistische geometrie, voornamelijk van het linker en rechter ventrikel (i.e. de pompkamers)- De passieve en actieve mechanische eigenschappen van het wandmateriaal- De echogene karakteristieken van het wandmateriaalteneinde realistische vervormingen van de hartwand en fysiologische intraventrikulaire stromingspatronen te verkrijgen, die gemakkelijk op te meten zijn met 3D echografie.Dit innovatieve experimentele model zal toelaten om:- de technische mogelijkheden van de 3D echocardiografie verder te verkennen.- op een zinvolle manier verbanden te leggen tussen de parametrische beelden op de ultrageluidsmachine en de resultaten verkregen uit numerieke simulaties (stromingsmechanica en/of structuurmechanica).- op een relatief eenvoudige wijze pathologische condities te simuleren (zoals hartklepinsufficiëntie of asynchrone wandbewegingen), en het effect ervan op gebied van intraventrikulaire hemodynamica en wandbeweging te kunnen begroten.- Het effect van therapeutische ingrepen op de intraventrikulaire hemodynamica en de wandbewegingen te simuleren.
Deelprojecten: -----------1) Analyse van de relatie tussen torsiebeweging en bloeddrukgradiënten in het linker ventrikel 2) Application of the Diastolic Filling Formalism on the Asklepios Population Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Peter Van Ransbeeck • Tom Claessens
Genetische Service faciliteit: ondersteuning kernfaciliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: De Genetische Service Faciliteit (GSF) is een centrale kernfaciliteit in het VIB Departement voor Moleculaire Genetica die aan de onderzoekers snel en professioneel, hoge doorvoer genetische analyses aanbiedt via een robotica platform. De aangeboden diensten omvatten onder meer DNA/RNA extracties, DNA sequenties, geno-typeringen van genetische merkers in patiënten/controle groepen en genoom-wijde segregatieanalyses in families. Hiertoe beschikt de GSF over een Biomek FX en twee Biomek NX robotplatformen (Beckman) voor de automatisering van en het samenstellen van PCR -reacties, drie "3730XL DNA analyzers" (Applied Biosystems) voor DNA sequentiebepaling en de analyse van microsatellieten (STR-merkers), en een SEQUENOM platform voor "high throughput mass array" spectrometrische bepaling van SNPmerkers . Voor de automatische extractie van DNA/RNA beschikken we over een Magtration System8Lx en Magtration System 12GCplus (PSS). Recenter heeft de GSF een ABI5500XL SOLiD toestel aangekocht voor ultra hoge doorvoerapplicaties zoals genoom sequentieanalyses. Ook de isolatie van DNA en RNA uit verschillende bronnen en de aanmaak van EBV lymfoblast cellijnen zijn gecentraliseerd in de GSF. Dankzij een geoptimaliseerd databanksysteem LIMS (Laboratory Information Management System), het gebruik van ELN ( Electronic Lab Notebooks) en GLP ("good laboratory practice"), gebeurt de dataverwerking voornamelijk automatisch en in optimale condities. Ook voorziet de GSF capaciteit voor genetische services aan derde gebruikers van de Universiteit van Antwerpen, het VIB en extern. Door de erkenning van de GSF als centrale kernfaciliteit van de Universiteit Antwerpen en van het VIB krijgen hun onderzoekers de aangeboden diensten aan marginale prijzen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Christine Van Broeckhoven
Onderzoek naar de genetische en moleculaire architectuur van ontwikkelingsinstabiliteit bij de zebravis (Brachydanio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: De genetische basis van ontwikkelingsinstabiliteit en de overerfbaarheid ervan is slechts beperkt gekend. In dit project zal de overerfbaarheid en genetische basis ervan bestudeerd worden aan de hand van klassieke quantitatieve genetische experimenten, QTL mapping en micro-array technieken. Aangezien de mate van ontwikkelingsinstabiliteit vaak stijgt onder stress zal de genetische en moleculaire architectuur onder verschillende stress factoren onderzocht worden Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Stefan Van Dongen
Ascorbaatmetabolisme in planten: fysiologische functie en biochemische eigenschappen van cytochromen b561. Universiteit Antwerpen Abstract: De lange termijn doelstelling van het onderzoek is het verwerven van een betere kennis van bet ascorbaatmetabolisme in dieren en planten. Meer specifiek wordt in dit project onderzoek voorgesteld naar de fysiologische functie en werkinsgmechanismen van cytochromen b56I. Dit zijn wijdverspreide membraaneiwitten, die ascorbaatgebruiken als elektrondonor voor trans-membraan elektrontransport en die een nog onopgehelderde rol spelen in de ascorbaathuishouding (Okuyama et al. 1998). Recente aanwijzingen doen vermoeden dat deze eiwitten een mogelijke link vormen tussen ascorbaat en ijzeropname in de muis (Mckie et al. 2001). De homologie tussen de cytochromen b561 van de muis, de mens en de modelplant kabidopsis thaliana is aanzienlijk, hetgeen mogelijks wijst op identieke functies in deze ulteenlopende organismen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Verdedigingsmechanismen van vissen met verschillende stressgevoeligheden tegen zware metalen: interactie en dynamiek van eiwitten en hormonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het onderzoeken of de kieuwcellen van vissoorten met een verschillende gevoeligheid aan koperblootstelling, intracellulair verschillen vertonen in eiwit expressie van transporters, carriers en metaalbindende eiwitten, evenals van defensieve eiwitten en enzymen betrokken bij oxidatieve stress tijdens sublethale blootstellingen aan koper. De dynamiek wordt gevolgd van deze processen doorheen de tijd rekening houdend met de hormonale status van de drie soorten. De rol die deze hormonale status op deze processen uitoefent wordt onderzocht. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Erwin J M Witters
Moleculaire genetica/genomica van psychiatrische ziekten in een geïsoleerde populatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene doelstellingen van het project: A. Identificatie van nieuwe genen voor psychiatrische ziekten in een geïsoleerde noord Zweedse populatie. B. Identificatie van nieuwe chromosomale loci voor psychiatrische ziekten. C. Invoeren van een Neurofenomica onderzoekslijn. D. Ontwikkelen van genetische en genomische Multiplex PCR applicaties. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk
Histopathologische validatie en karakterisatie van biologische merkers voor dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit onderzoekspraject bestaan uit de histopathologische validatie en een betere karakterisatie van neurochemische merkers van dementie. Dit zal leiden tot een beter inzicht in de betekenis van veranderde biomerkerconcentraties en de relaties ervan tot de onderliggende pathofysiologie van dementie. Met studieontwerp, waarbij neuropathologische en neurochemische analysen verricht worden in verschillende neurotransmitterkernen van de hersenen, staat hierbj] centraal, temeer daar de verschillende neurochemische merkers ook in het CSV bepaald zullen worden. De implicaties en toepassingsmogelijkheden zijn het gevolg van een beter en meer doelmatig gebruik van biomerkers in de dagelijkse klinische praktijkc (I) betere en snellere diagnostiek van dementie; (2) identificatie van subgroepen met een verhoogd risico voor het ontwikkelen van specifleke fenotypische kenmerken; (3) counseling: betere inzichten in veranderde biomerkerconcentraties laten toe uitspraken te doen over prognose en het verdere ziekteverloop in functie van de door dit onderzoek vastgestelde associaties met fenotypische kenmerken. Het onderzoeksproject zal tevens toelaten de verschiilende ziektegroepen neuropsychologisch, gedragsmatig, genetisch en neurochemisch te karakteriseren en subgroepen van patiënten met gemeenschappelijke biochemische en of gedragsmatige karakteristieken te definieren. Deze nieuwe pathofysiologische inzichten kunnen aangewend worden voor de ontwikkeling van nieuwe en selectievere farmaca en/of andere innoverende, toekomstige therapieën ter behandeling van dementie en preventie van gedragsstoornissen bij dementie. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Sebastiaan Engelborghs • Bartold Marescau
Zang bij zangvogels als modelsysteem voor de studie van complexe gedragingen: integratie van ecologische, fysiologische en neurobiologische data in een evolutionair kader. Universiteit Antwerpen Abstract: Zang bij zangvogels als modelsysteem voor de studie van complexe gedragingen: integratie van ecologische, fysiologische en neurobiologische data in een evolutionair kader. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Marcel Eens
Transplantatie van embryonale stamcel-afgeleide neurale stamcellen na ruggenmerg- en hersentrauma. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we als hypothese dat transplantatie van zeer specifiek gedefinieerde embryonale stamcel-afgeleide neurale stamcellen (ES-NSC), genetische gemodificeerd ter secretie van neurotrofe factoren, zal bijdragen tot versneld en/of verbeterd herstel na TBI en SCI. Dit versnelde en/of verbeterde herstel kan het gevolg zijn van: A) een verminderd secundair neuraal verlies door secretie van neurotrofe factoren, en/of B) een verhoogd neuraal herstel door functionele integratie van getransplanteerde ES-NSC en /of gerekruteerde endogene NSC. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Dirk Ysebaert • Dirk R Van Bockstaele • Peter De Deyn • Eric Van Marck • Zwi Berneman
Therapeutisch potentieel van wormantigenen op het verloop van experimentele gastro-intestinale inflammatie en geassocieerde sensorimotorische stoornissen in muis en rat. Universiteit Antwerpen Abstract: Helminten beschikken over immuunmodulerende eigenschappen die kunnen aangewend worden voor de behandeling van immunologische aandoeningen zoals chronische inflammatoire darmziekten. Deze nieuwe vorm van behandeling is succesvol gebleken met levende wormen, waartegen medisch-etische bezwaren kunnen worden ingebracht. Daarom willen we nagaan of specifieke wormantigenen, zonder infectieuze eigenschappen, eveneens een preventief en/of therapeutisch potentieel hebben, zowel of het inflammatoire proces als op de sensitiviteits- en motiliteitsstoornissen van experimentele inflammatoire darmziekten. De onderliggende immunologische mechanismen worden bestudeerd met histologische, biochemische en moleculair biologische technieken. De sensorimotorische stoornissen worden zowel in vivo als in vivo bestudeerd. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter • Paul Pelckmans • Tom G G Moreels
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequente handicap die verreikende sociale en psychologische gevolgen kan hebben. Volgens de laatste gegevens van Kind en Gezin komt congenitale slechthorendheid in Vlaanderen voor bij ongeveer 1 op 700 pasgeborenen. In meer dan de helft van de gevallen wordt de slechthorendheid veroorzaakt door een mutatie in één enkel gen (monogeen). Op dit moment zijn ongeveer 40 verschillende genen voor niet-syndromale monogene slechthorendheid gekend, maar een meerderheid van de verantwoordelijke genen blijft nog steeds onbekend (zie Hereditary Hearing loss Homepage voor een overzicht en publicaties: http://webhost.ua.ac.be/hhh/). Erfelijke slechthorendheid is dan ook een extreem voorbeeld van genetische heterogeniteit. Gehoorverlies dat ontstaat op latere leeftijd is nog veel frequenter dan slechthorendheid bij jonge kinderen. In tegenstelling tot erfelijke slechthorendheid bij kinderen, die vrijwel steeds monogeen is, omvat slechthorendheid met aanvang op latere leeftijd een diverse groep van complexe aandoeningen veroorzaakt door een samenspel van genen en omgeving. Ouderdomsslechthorendheid, lawaai-geïnduceerde slechthorendheid, en otosclerose behoren tot de meest frequente vormen. Tot op heden werden nog geen genetische risicofactoren geïdentificeerd. Ons laboratorium verricht sedert jaren lokalisatie en identificatie van genen voor erfelijke slechthorendheid. Hoewel dit in het huidige project wordt verdergezet, behelst het slechts een kleiner luik van dit project. De nadruk voor de monogene aandoeningen ligt meer op de karakterisatie van genen en op de ontrafeling van de pathofysiologische mechanismen die leiden tot gehoorverlies. Hierbij ligt de focus op DFNA5 en TGF-beta. Muismodellen spelen een belangrijke rol bij deze functionele analyse. Belangrijke ervaring met muismodellen voor erfelijke slechthorendheid werd reeds in ons laboratorium opgedaan met de analyse van een DFNA5 knockout model (Van Laer et al, Neurobiol Dis 19, 386-399, 2005) en een TECTA knock-in mutant (Legan et al, Nature neurosci, 8:1035-42, 2005). Een tweede luik, dat een groeiend belang inneemt in het onderzoek, maakt gebruik van technieken voor de analyse van complexe ziekten. In het kader van dit project zullen deze technieken worden gebruikt voor het opsporen van genen die het fenotype van GJB2 patiënten, de meest voorkomende vorm van erfelijke doofheid, modificeren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde op grafeen gebaseerde lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: (i) De optimalisatie van de preparatie en patroonvorming van op grafeen gebaseerde lagen waarop biomoleculen vastgehecht worden en (ii) het begrijpen van de magnetotransporteigenschappen van zulke lagen in een breeed temperatuursgebied voor en na het vasthechten van de biomoleculen. De inzichten die resulteren uit deze studies zullen gebruikt worden om een gevoelige, elektronische monitoring te ontwikkelen voor specifieke biologische processen in een waterig midden, inclusief de denaturatie en rehybridisatie van DNA en de herkenning van antigenen door antilichamen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
Betacelfunctie in (pre)type 1 diabetes. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie wil biologische criteria bepalen die verlies van betacelmassa op korte tijd weergeven en dus een versnelde evolutie naar type 1 diabetes. Deze criteria helpen bij de keuze van het tijdstip en het type van preventie, vergemakkelijken de samenstelling van meer homogene groepen studiepersonen (op basis van residuele betacelmassa, homogeen risico op betaceldestructie tijdens interventieduur) en leiden tot herkennen van functionele merkers die als "surrogate endpoints" kunnen worden gebruikt. Op deze manier wordt de omvang van de studiegroepen verminderd evenals de opvolgingstijd die nodig is om significante effecten van een testsubstantie te onderzoeken. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Luc Van Gaal
Moleculaire genetica van de ziekte van Alzheimer: een geïntegreerde genetische, genomische en neuropathologische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een bijdrage te leveren tot een betere kennis van de genetische etiologie van AD. Deze kennis zal leiden tot een beter inzicht in het genetische risicoprofiel van de mens (vroege detectie) en in het biologische ziekteproces in de hersenen (neuropathologie/biologie). Specifieke doelstellingen: 1. Verzamelen van materiaal voor genetische studies van AD patiënten en families. 2. Genetisch in kaart brengen van de AD patiënten en genotype-fenotype correlaties. 3. Identificatie van nieuwe chromosomale loci en causale genen voor AD
4. Identificatie van nieuwe risico- en/of protectiefactoren voor AD 5. Neuropathologische en neurobiologische analyse van AD mutaties/genen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzyminhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat een verdere uitbreiding van het onderzoek naar reeds vertrouwde doelwit enzymen waar het nu noodzakelijk blijkt nieuwe onderzoekslijnen uit te bouwen. Het omvat daarnaast enkele nieuwe enzymen en nieuwe benaderingen. De voornaamste doelstelling is het ontwerpen en bereiden van krachtige en selectieve inhibitoren van een reeks enzymen in het domein van parasitaire aandoeningen als malaria en trypanosomiasis. Deze inhibitoren kunnen een belangrijk middel zijn om de biologische functie van het enzym te ontrafelen en (of) kunnen aan de basis liggen van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het ontwerpen gaat steeds gepaard met een structuur-activiteitsrelatie onderzoek. Andere doelstellingen zijn: het zo nodig optimaliseren van biologisch actieve verbindingen naar een gunstiger farmacokinetisch profiel toe en het opstellen van adekwate syntheseprocedures. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Is de GABA(A) receptor een therapeutische target voor behandeling van het fragiele X syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van mentale retardatie. Behalve aan een mentale achterstand leiden de patienen ook aan gedragsproblemen, zoals hyperactiviteit en contacstoornissen, epilepsie en een verhoogde prikkelbaarheid. De gedragsproblemen kunnen in de praktijk even belastend voor de patient en zijn directe omgeving zijn als de mentale achterstand. Wij hebben in fragiele X diermodellen een onderexpressie van het GABA systeem bij de vlieg ontdekt. GABA receptoren zijn de belangrijkste inhiberrende receptoren in het brein, en een gebrek daaraan is volledig in lijn met de symptomen waargenomen bij patienten. Interesant is dat de farmacologie van de GABA receptor uitvoerig bestudeerd is: er zijn een groot aantal drugs in de handel die inwerken op het GABA systeem. Doel van dit onderzoek is op diermodellen te testen of de GABA receptor een geschike target is de gedragsproblemen en de epilepsy geassocieert met het fragiel X sydroom te behandelen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis. Universiteit Antwerpen Abstract: Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen
Taxonomische turnover in terrestrische en aquatische diatomeeëngemeenschappen : integratie van macro-ecologische, morfologische, fylogenetisch-evolutionaire en ecofysiologische benaderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het huidige project beogen wij bij te dragen tot een beter begrip van bet belang van historisch-evolutionaire, ecologische en neutrale mechanismen voor endemisme en latitudinale gradiënten in de diversiteit en de regionale species turnover van terrestrische en lacustriene diatomeeënfloras. Hiertoe zullen we (1) de eerste globale taxonomisch geintercalibreerde dataset voor diatomeeën op soortsniveau construeren en (2) a.d.h.v. een uitgebreide cultuurcollectie voor een selectie van representatieve genera en soortscomplexen in detail nagaan in welke mate (i) de fylogenetische historiek variatiepatronen in biogeografie en diversiteit op populatie-, soorts- en genus-niveau kan verklaren, en (ii) deze variatiepatronen gecorreleerd zijn met variatie in levensgeschiedeniskenmerken en ecofysiologie tussen en binnen taxa. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Willem De Smet
Functionele consequenties en ecologische implicaties van extreme morfologische specialisatie: bouw en werking van het voedselopname-apparaat bij zeepaardachtigen (Syngnathidae). Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit onderzoeksproject is het achterhalen in welke mate de extreme morfologische specialisatie van het voedselopname-apparaat bij zeepaardjes en hun aanverwanten (Syngnathidae) een beperking heeft gelegd op de functionele capaciteit van dit apparaat, en in hoever dit een verklaring kan bieden voor de beperkte weerstand die ze lijken te kunnen bieden bij veranderende ecologische parameters (vooral dan deze met verschuivingen in voedselaanbod als gevolg ervan). Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts
Studie van de functie van progranuline in frontaalkwab dementie via cellulaire en muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject heeft als doel de rol van progranuline (PGRN) te bestuderen in FTD met behulp van zowel in vitro experimenten als in vivo muismodellen. In vitro zal door middel van RNA interferentie (RNAi) bestudeerd worden of een verminderde expressie van PGRN leidt tot verminderde overleving van gecultiveerde neuronale cellen en primaire neuronen. Voor de in vivo experimenten zal een progranuline constitutief en
conditioneel knock-out muismodel ontwikkeld worden. Met deze muizen willen we bestuderen wat de exacte functie van progranuline in de hersenen is en hoe verlies van PGRN specifieke neurodegeneratie in de frontale kwab van de hersenen veroorzaakt. Tenslotte zullen eveneens primaire neuronale culturen afkomstig van verschillende regio's van muishersenen ex vivo bestudeerd worden om het PGRN expressiepatroon te onderzoeken en op te helderen waarom verlies van PGRN meer kritiek is voor neuronen in de voorste hersenregio's. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Hans Wils
Onderzoek naar de verbanden tussen kinematische, kinetische en EMG-parameters en het mechanisch en metabool energieverbruik bij kinderen met een normaal gangpatroon. Universiteit Antwerpen Abstract: Reeds sinds 1950 wordt er onderzoek uitgevoerd naar het energieverbruik tijdens het stappen. Er is echter nog steeds onduidelijkheid over het verband tussen mechanisch en metabool energieverbruik. Verfijning van de inzichten in het energieverbruik kan een meerwaarde betekenen voor klinische interpretatie van de gedaalde efficiëntie bij pathologische gangpatronen. In dit project wordt hiervoor de basis gelegd door deze verbanden vast te leggen bij gezonde kinderen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts
De ontwikkeling en optimalisatie van een gebruiksvriendelijke en efficiënte persoonlijke bescherming van schoolgaande kinderen tegen luchtpollutie in stedelijk milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de talrijke overheidsinspanningen om luchtpollutie in de steden te reduceren, blijven stadsbewoners blootgesteld aan verontreinigde lucht. Echter, daar het verband tussen astmatische symptomen en atmosferische pollutie steeds frequenter bevestigd wordt, dringt een oplossing zich op. Dit project laat toe om een efficiënte en kindvriendelijke persoonlijke bescherming te ontwikkelen die schoolgaande kinderen kunnen dragen tijdens fietstochten in de stad. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Kristine Desager
Perceptieve en cognitieve verwerking in de hersenen van de menselijke en niet-menselijke primaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Groei en ontwikkeling van hogere plantensoorten. Universiteit Antwerpen Abstract: In een tijdperk waarin onze fossiele energiebronnen zienderogen achteruit gaan wordt het meer en meer duidelijk dat planten als natuurlijke krachtcentrales onontbeerlijk zullen worden om het welzijn van de huidige wereldbevolking te verzekeren. Het is evenwel verwonderlijk dat onze kennis over de ontwikkeling en groei van planten nog zeer gelimiteerd is en die tekortkoming wordt nog duidelijker als we het ondergrondse deel van de plant in beschouwing nemen. Nochtans hebben wortels een veelzijdige functie en zijn essentieel voor een normale groei en ontwikkeling van de plant. Binnen dit voorgestelde netwerk willen 5 Belgische laboratoria geassisteerd door een eminente Europese partner, hun krachten bundelen om belangrijke aspecten van de groei en ontwikkeling van wortels uit te diepen volgens een weldoordachte gefocusseerde strategie geconcentreerd op één species, Arabidopsis thaliana, een ideaal modelsysteem voor de studie van wortelgroei en ontwikkeling. De verwachte nieuwe inzichten zullen zeker en vast essentieel blijken voor alle toekomstige pogingen om plantengroei te bevorderen en planten volop als alternatieve energiebronnen in te schakelen. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Plantenmorfologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Verbelen
Niet-invasieve kwantitatieve moleculaire beeldvorming met toepassingen voor het bestuderen van cellulaire processen in de oncologie en neurologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Inhibitie van HIV-replicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van nieuwe therapieën tegen HIV heeft een hoge prioriteit: 80% van patiënten hebben resistentie ontwikkeld tegen sommige van de huidige drugs en transmissie van drug-resistent virus wordt nu een bedreiging. Dit project heeft niet de bedoeling om nieuwe therapieën te evalueren in de kliniek, maar zal de basis-research leveren voor de ontwikkeling van de volgende nieuwe therapeutische strategieën. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Een geïntegreerde benadering voor het ontrafelen van de pathogenese van CNS en PNS neurodegeneratieve aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit netwerk project werd samengesteld om de unieke informatie afkomstig van het mensgenoom project optimaal te gaan gebruiken om een beter inzicht te krijgen in neurodegeneratieve ziekten en op basis hiervan behandelingen voor deze ziekten te ontwikkelen. Het samenbrengen in dit netwerk van onderzoeksgroepen actief in klinisch onderzoek, genetica en genomica, celbiologie, proteoomanalyses, bioinformatica en model organismen (muis, zebravis en drosophila), zal resulteren in een geïntegreerd netwerk dat moet toelaten om nieuwe ziektegenen te identificeren, hun biologische functies ui te werken, hun rol in ziekteprocessen te onderzoeken en om nieuwe mogelijkheden voor vroege diagnose, behandeling en preventie te exploreren. In dit netwerk project zal de focus liggen op ziekten van het centrale zenuwstelsel zolas de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, frontaalkwab dementie en verwante aandoeningen, en ziekten van het perifere zenuwstelsel zolas motoneuropathiëen, amyotrofe laterale sclerose en verwante ziekten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Een geïntegreerde benadering voor het ontrafelen van de pathogenese van CNS en PNS neurodegeneratieve aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit netwerk project werd samengesteld om de unieke informatie afkomstig van het mensgenoom project optimaal te gaan gebruiken om een beter inzicht te krijgen in neurodegeneratieve ziekten en op basis hiervan behandelingen voor deze ziekten te ontwikkelen. Het samenbrengen in dit netwerk van onderzoeksgroepen actief in klinisch onderzoek, genetica en genomica, celbiologie, proteoomanalyses, bioinformatica en model organismen (muis, zebravis en drosophila), zal resulteren in een geïntegreerd netwerk dat moet toelaten om nieuwe ziektegenen te identificeren, hun biologische functies ui te werken, hun rol in ziekteprocessen te onderzoeken en om nieuwe mogelijkheden voor vroege diagnose, behandeling en preventie te exploreren. In dit netwerk project zal de focus liggen op ziekten van het centrale zenuwstelsel zolas de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, frontaalkwab dementie en verwante aandoeningen, en ziekten van het perifere zenuwstelsel zolas motoneuropathiëen, amyotrofe laterale sclerose en verwante ziekten. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Een geïntegreerde benadering voor het ontrafelen van de pathogenese van CNS en PNS neurodegeneratieve aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn
Moleculaire en cellulaire mechanismen van elektrische exciteerbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Dirk Snyders
SimForTree: een beleidsondersteunend computermodel voor duurzaam bosbeheer gebaseerd op ecofysiologische analyse en simulatie van boomontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt het op punt stellen van een werkinstrument, gebaseerd op een volledig procesgestuurd model dat de groei van bosbomen in Vlaanderen op een realistische wijze simuleert (SimForTree), via een gecoördineerde samenwerking tussen de Universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven. Alhoewel de ontwikkeling en het gebruik van dit simulatiemodel potentiëel ook een industriële impact heeft op de bosbouw- en de houtverwerkende sectoren, heeft het niet als hoofddoel economische omzetverbeteringen te realiseren. Het instrument wordt in de eerste plaats gecreëerd om zowel socio-economische als ecologische gevolgen van veranderende milieu-omstandigheden (o.a. door global climate change, milieuvervuiling) en specifieke beleidskeuzes realistisch in te kunnen schatten. Het is met andere woorden een hulpmiddel voor duurzame ontwikkeling. SimForTree zal dus ontwikkeld worden vanuit een filosofie van duurzaam beheer van bosecosystemen en natuurlijke hulpbronnen, en draagt zodoende bij tot het verbeteren van het welzijn en de welvaart in onze maatschappij. Het simulatiemodel zal praktisch bruikbaar zijn voor: ·wetenschappelijk onderzoek op het gebied van landschaps- en bosecologie, bosbeheer, boomfysiologie, houtvorming, boom- en houtkwaliteit; ·het geven van voorlichting met betrekking tot de impact van boomsoortenkeuzes, bosbehandelingstechnieken, huidige en toekomstige klimaatsveranderingen; ·het nemen van beleidsbeslissingen door de verschillende belangengroepen binnen de volledige bos-houtkolom. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Binnenhuis risicofactoren voor respiratoire aandoeningen bij kinderen: ontwikkeling en toepassing van niet-invasieve biomarkers. (ANIMO) Universiteit Antwerpen Abstract: Respiratoire aandoeningen bij kinderen behoren tot de onderzoeksprioriteiten in milieu en gezondheidsprogramma's. Biomonitoring in kinderen stelt een aantal specifieke problemen zoals verzamelen van biologische stalen, onderzoek van blootstelling en gezondheidseffecten en ethische aspecten. Het doel van dit project is de ontwikkeling van niet-invasieve biomerkers die toegepast kunnen worden in kinderen en die toelaten om schadelijke effecten aan de luchtwegen in een vroege fase op te sporen zodat preventieve maatregelen kunnen worden genomen vooraleer er een duidelijk ziektebeeld ontstaat. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Kristine Desager
Vierkanaals fiber interferometer voor 3-D vibratiemeting. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is om de bestaande 4 kanaalsinterferometer geschikt te maken voor het meten van de snelheidsvector (3 componenten) van een punt op een trillend object. Daartoe is het nodig om de objectbundels via polarisatiebehoudende fibers te richten op het meetpunt. De hoek van instraling moet instelbaar zijn om het meetsysteem aan te passen aan specimens met beperkte toegankelijkheid. Het principe zal worden aangetoond gebruikmakend van 2 kanalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Hendrik Johan Van Elburg
Verbeteren van de beeldkwaliteit van snelle Magnetische Resonantie Diffusie tensor beeldvorming via aangepaste opnamesequenties en beeldverwerkingsschema's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project kadert in de noodzaak om een optimale en snelle DTI sequentie te bekomen die geschikt is om kwantitatief onderzoek te leveren bij hoge veldsterktes, waardoor opvolging van de ziekte of mogelijke therapieën mogelijk wordt. Om dit te bereiken zal er zowel op het niveau van de beeldvorming als van beeldverwerking gewerkt worden. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Marleen Verhoye
De invloed van visuele informatie op dynamische posturale controle tijdens stappen. Universiteit Antwerpen Abstract: In een situatie van dynamisch evenwicht (vb. stappen) is afferente informatie noodzakelijk om het bewegingspatroon vloeiend en efficient te laten verlopen. Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat visuele informatie een belangrijke rol speelt bij de controle van het statisch evenwicht, maar over de rol van visus in dynamische situaties is weinig informatie bekend. Het doel van deze studie is om aan de hand van staptijd parameters en spieractivatiepatronen tijdens stappen de interactie tussen visuele informatie en dynamische posturale controle in kaart te brengen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Ann Hallemans
Onderzoek naar de rol van "silent" Kv subeenheden in de insuline secretie. Universiteit Antwerpen Abstract: De repolarizatie van de ß-cellen in de pancreas gebeurt voornamelijk door een traag inactiverende K+ stroom, IDR, en resulteert in een inhibitie van de insuline secretie. De IDR wordt in de ¿-cellen voor ~2/3 gedragen door Kv2 bevattende kanalen. Er is echter aangetoond dat Kv2 kanalen heterotetrameren vormen met de leden van de Kv5-Kv11 subfamilies (silent subunits). In dit project zullen we de rol van deze laatse subfamilies in de regulatie van de insuline secretie onderzoeken. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Natacha Ottschytsch
Rol van auxine in de inductie van stress-geïnduceerde somatische embryogenese. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorgaand onderzoek leert ons dat een milde stressbehandeling in staat is om geïsoleerde plantencellen aan te zetten tot dedifferentiatie en somatische embryogenese. Dit gebeurt door een samenspel met het plantenhormoon auxine. In dit project wordt, door experimenten op hormoon- en stressgerelateerde mutanten van Arabidopsis, dit samenspel verder onderzocht. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Geert Potters
In vitro en in vivo karakterizatie van het moleculair werkingsmechanisme van geselecteerde peroxisoom proliferatoren bij de zebravis (Danio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: Peroxisoom proliferatoren (PPs) kunnen interfereren met belangrijke nucleaire hormoon receptoren (PPARs). Ondanks de cruciale rol van deze receptoren in fundamentele biologische processen is er zeer weinig informatie beschikbaar over de mogelijk effecten van PPs en van de interferentie met PPAR-gemedieerde reactiewegen in teleosten. Met die project willen wel de PPAR mechanismen (in vivo en in vitro) ontrafelen om milieurisicoevaluatie van PPs mogelijk te maken. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Karlijn Van der Ven
Geografische variatie in vrouwelijke vormfrequenties bij een polymorfe waterjuffer: oorzaak en gevolg. Universiteit Antwerpen Abstract: Huidige verklaringen voor de evolutie van vrouwgelimiteerde polymorfismen schieten tekort voor de recent waargenomen, veel ruimer dan eerder geapprecieerde, geografische variatie in vrouwelijke vormfrequenties. Een verkennende genetische studie laat toe om enkele plausibele redenen voor de waargenomen variatie in vormfrequenties te evalueren. Om tot meer omvattende verklaringen te komen beoog ik de studie van de gevolgen van deze variatie in vormfrequenties op het gedrag en de morfologie van vrouwelijke vormen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Hans Van Gossum
Hydrodynamische analyse van de zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD). Universiteit Antwerpen Abstract: Onze huidige kennis over de hydrodynamica van de zuigvoeding bij vissen beperkt zich tot dieren met een eenvoudige, rotatiesymmetrische kopvorm. Computationele vloeistofdynamica (CFD), een techniek waarmee numerieke oplossingen bekomen worden voor de 3D bewegingsvergelijkingen van infinitisimaal kleine vloeistofvolumes, biedt de mogelijkheid om het zuigvoedingsproces voor meer natuurgetrouwe kopvormen en volumeveranderingen van de mondholte te onderzoeken. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Sam Van Wassenbergh
Basisondersteuning voor het recent opgerichte interfacultair onderzoeksforum StatUA. Universiteit Antwerpen Abstract: Het interfacultair forum voor (toegepast) onderzoek in de statistiek, StatUA, beoogt multidisciplinaire samenwerkingen te realiseren en communicatie te bevorderen tussen onderzoekers aan de AUHA die (toegepaste) statistiek in hun onderzoek aanwenden. Door organisatie van verschillende wetenschappelijke activiteiten wil StatUA de knowhow meer zichtbaar maken op de Universiteit Antwerpen en daarbuiten. Zo creëert StatUA ook een aanspreekpunt voor onderzoekers over de verschillende faculteiten heen. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven
Contacten tussen kinderen met windpokken en varicella-zoster immune volwassenen: een analyse van de impact op cellulaire immuniteit na blootstelling. Universiteit Antwerpen Abstract: Er bestaan vaccins die werkzaam zijn tegen primaire varicella-zoster virus (VZV) infectie (i.c. windpokken) in vatbare personen, en de reactivatie van zoster in immune personen. Herblootstelling aan natuurlijke VZV wordt ook beschouwd als een exogeen boosting mechanisme bij VZV immune personen. Om de populatie impact van deze vaccins in te schatten, is het belangrijk het relatieve voorkomen, duur en intensiteit van boosting in kaart te brengen. De studie heeft tot doel de immunologische impact te meten op VZV-immune volwassenen van blootstelling aan een kind met primaire VZV, door bloedstalen af te nemen van volwassenen, die op een bekend tijdstip werden blootgesteld. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Patiëntgerichtheid bij medische studenten: determinanten en het effect van communicatieonderwijs en ziekenhuisstages. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de groeiende aandacht voor patiëntgerichtheid in de medische opleiding, toont recent onderzoek dat er nog steeds een daling is van deze competentie bij medische studenten door de jaren van hun opleiding heen. Dit onderzoek wil de determinanten van patiëntgerichtheid bij medische studenten beschrijven en het effect van communicatieonderwijs en hospitaalstages nagaan. Hiertoe wordt met een zelf ontworpen vragenlijst vergelijkend cohortonderzoek met voor- en nameting uitgevoerd. Longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestudeert de evolutie van patiëntgerichtheid bij medische studenten. Focusgroepen en diepte-interviews zullen meer inzicht verschaffen in de innerlijke ontwikkeling van deze belangrijke competentie. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Lage luchtweginfecties in de huisartspraktijk: kwalitatief onderzoek naar factoren die bijdragen tot variatie in antibioticagebruik en resistentie. Universiteit Antwerpen Abstract: Lage luchtweginfecties zijn een van de belangrijkste indicaties voor het voorschrijven van antibiotica in de eerste lijn met een aanzienlijke toename van antibioticaresistentie tot gevolg. Dit kwalitatief onderzoek gaat na welke factoren de variatie in het antibiotica gebruik in de huisartsenpraktijk in Utrecht en Antwerpen beïnvloeden. Met semi-gestructureerde interviews exploreren we de opvattingen over antibioticagebruik en resistentie bij zowel artsen als patiënten . Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Samuel Coenen
Onderzoek naar het therapeutisch potentieel van wormantigenen voor chronische inflammatoire darmaandoeningen in de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Crohn is chronische inflammatoire darmaandoening waarvan de oorzakelijke pathogene stimulus niet gekend is. Het doel van deze studie is nagaan of wormantigenen van Schistosoma mansoni of Ancylostoma caninum een preventief en/of therapeutisch effect hebben op experimenteel-geïnduceerde colitis bij de muis. We zullen het effect van deze wormantigenen, en de onderliggende immunologische mechanismen, onderzoeken op de graad van colitis en de colitis-geassocieerde motiliteitsstoornisssen.
Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter
In vitro onderzoek naar de apoptose signaal transductie pathway die van belang is bij radiosensitisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De combinatie chemo- en radiotherapie is een veelbelovende behandeling van kanker. De combinatie resulteert vaak in een toename van apoptose. In deze in vitro studie wordt het moleculair mechanisme dat leidt tot een toegenomen inductie van apoptose bij radiosensitisatie bepaald. Kennis van deze apoptose pathway kan leiden tot een efficiëntere opzet van in vivo of klinische studies met het oog op een verbeterde combinatietherapie in de kliniek. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Bea Pauwels
Onderzoek naar de pijn uitlokkende en pijn petentiërende effecten van langdurige blootstelling aan Endothelin-1 (ET-1). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de pijn uitlokkende en pijn petentiërende effecten van langdurige blootstelling aan Endothelin-1 (ET-1). Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Kristof Deseure
Ontwikkeling van een array-gebaseerde MLPA methode voor de opsporing van microdeleties en duplicaties bij mentaal gehandicapten. Universiteit Antwerpen Abstract: Microdeleties en duplicaties zowel ter hoogte van de telomeren als verspreid door het genoom, zijn verantwoordelijk voor een mentale handicap bij meer dan 10% van alle patiënten. Slechts enkele van deze afwijkingen hebben een klinisch herkenbaar beeld. Dit impliceert dat meeste patiënten moeten getest worden voor alle gekende afwijkingen. Daarom willen wij een array-gebaseerde MLPA methode ontwikkelen die het mogelijk maakt simultaan alle loci te testen op een groot aantal patiënten. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Liesbeth Rooms
Identificeren van genetische factoren die in PGRN - gekoppelde frontotemporale dementie de aanvangsleeftijd beïnvloeden. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent identificeerden we mutaties in het gen dat codeert voor de groeifactor progranuline (PGRN) die frontotemporale dementie (FTD) veroorzaken in ~10% van FTD-patiënten. In een grote Belgische founder familie waarin op dit moment al 41 patiënten gekend zijn, segregeert eenzelfde PGRN mutatie die resulteert in 50% productie van het eiwit. De aanvangsleeftijd in deze familie is zeer variabel wat wijst op de invloed van andere genetische factoren. De grootte van deze familie geeft ons de wereldwijd unieke gelegenheid om deze factoren te identificeren. Dit kan inzicht verschaffen in mechanismen die het optreden van deze ernstige ziekte kunnen uitstellen of mogelijk zelfs voorkomen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Moleculair genetische analyse van het chronisch vermoeidheidssyndroom. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zijn aanwijzingen dat de kwetsbaarheid voor het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) deels genetisch bepaald is. Moleculair genetisch onderzoek kan bijdragen tot inzicht in de pathogenese van CVS en kan leiden tot de identificatie van biomerkers en therapeutische targets. De doelstelling van het genetisch luik van dit onderzoek bestaat erin de betrokkenheid van 3 functionele kandidaatgenen (TPH2, COMT en NR3C1) te onderzoeken in relatie tot CVS. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Ann Van Den Bogaert
In vivo en in vitro effecten van de colostrum en melkvervanger op het enterische zenuwstelsel van de premature big. Universiteit Antwerpen Abstract: Moedermelk, in vergelijking met geformuleerde melk, resulteert in een betere groei en rijping van het gastrointestinale stelsel. Ten dele kunnen deze gunstige effecten worden toegeschreven aan de specifieke samenstelling van moedermelk. Met deze studie wensen we na te gaan in hoeverre deze gunstige effecten tot stand komen door de morfologie van het enterische zenuwstelsel te beÔnvloeden in een in vivo en in vitro varkensmodel. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christa Van Ginneken
Innovatief onderzoek naar kinkhoest-specifieke anti-PRN IgG als proxi voor incidente infecties. Universiteit Antwerpen Abstract: Meerdere antistoffen, o.a. anti-pertactine IgG (PRN), anti-pertussis toxine IgG (PT) en anti-filamenteus hemaglutinine IgG (FHA), blijken een rol te spelen in de B. pertussis immuniteit. Op een steekproef van de serotheek die in het kader van een Belgische seroprevalentiestudie (2006) wordt verzameld, worden naast de klassieke anti-PT IgG antistoffen via dit BOF-project anti-PRN IgG antistoffen bepaald in de leeftijdsgroep adolescenten en jongvolwassenen (15-24 jaar). Dit zal toelaten de aanwezigheid van een recente B. pertussis infecties te identificeren en de immuniteit tegen pertussis in deze leeftijdsgroepen te evalueren. Ook de correlatie tussen deze 2 soorten antistoffen zal verder onderzocht worden, alsook de innovatieve betekenis ervan.
Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Koen Van Herck
Magnetische resonantie criteria voor vroege diagnose en therapeutische monitoring van de ziekte van Huntington gebaseerd op diffusie tensor beeldvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project kadert in de noodzaak om vroege diagnose en therapeutische opvolging van de ziekte van Huntington te onderzoeken. Om dit te bereiken wordt een longitudinale studie opgezet gebruik makende van transgene ratmodellen die onderworpen worden aan een innovatieve beeldvormingstechniek gebaseerd op de diffusie van water in de hersenen. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Greetje Vanhoutte
Het natuurlijk verloop van infecties met het humaan papillomavirus: rol van de humorale en cellulaire immuunrespons. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit onderzoek is om aan de hand van een follow-up studie vast te stellen hoe de klaring van HPV (humaan papillomavirus) infecties verloopt, met de nadruk op de humorale en cellulaire immuunrespons. Dit is van groot belang voor een beter inzicht in de epidemiologie van dit virus, dat een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van premaligne cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN) en baarmoederhalskanker. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Veronique Verhoeven
Ontwikkeling van een multiplex-PCR detectiemethode voor de identificatie van deleties verantwoordelijk voor MaturityOnset-Diabetes-of-the Young (MODY). Universiteit Antwerpen Abstract: Maturity-Onset-Diabetes-of-the Young (MODY) is een monogenische, genetisch heterogene vorm van diabetes, gekarakteriseerd door autosomaal dominante overerving en vroege aanvangsleeftijd. Dit project beoogt de ontwikkeling van een snelle detectiemethode voor deleties in de meest frequent gemuteerde MODY genen, het glucokinase gen (MODY2) en het HNF1a gen (MODY3). Dit moet leiden tot een betere, gevoeligere moleculaire diagnostiek voor MODY patiënten. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Wim Wuyts
In vitro interactie tussen chemo- en radiotherapie onder hypoxische condities. Universiteit Antwerpen Abstract: In vitro interactie tussen chemo- en radiotherapie onder hypoxische condities. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken
Magnetische Resonantie in de materiaal-, chemische en biomedische wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze WOG groepeert verschillende Vlaamse magnetische resonantie specialisten uit verschillende disciplines (fysica, scheikunde, biomedische wetenschappen, ... ). Magnetische resonantie is een breed onderzoeksgebied, zowel wat de technieken betreft (NMR, MRI, EPR) als wat de toepassingen betreft. Deze diversiteit is ook terug te vinden binnen de WOG en samen met de geassocieerde (Waalse en internationale) onderzoeksgroepen streeft de WOG naar sterke samenwerkingsverbanden waarbij ook de toegankelijkheid tot de NMR, MRI en EPR faciliteiten binnen het netwerk verhoogd worden en de complementariteit van deze faciliteiten ten volste gebruikt kan worden. Verder wil de WOG door het organiseren van jaarlijkse symposia jonge wetenschappers in het vakgebied een platform bieden om hun onderzoek voor te stellen. In dit kader wordt ook actieve deelname van de leden aan Europese activiteiten ondersteund. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer
Nanomaterialen voor geneesmiddeltoediening. Universiteit Antwerpen Abstract: De wetenschappelijke hoofddoelstelling van de onderzoeksgemeenschap is fundamenteel te begrijpen waarom bepaalde nanoscopische dragers, beladen met biologische actieve molecules (proteïnen, antisense oligonucleotiden, RNAi, plasmid DNA, ...) in sommige celsoorten wel leiden tot een biologisch effect terwijl ze falen in andere celsoorten. Het is zonder meer duidelijk dat het verwerven van inzichten in dergelijke materie enkel kan bekomen worden indien het probleem multidisciplinair bestudeerd (i.e. vanuit een biologische, farmaceutische, materiaalkundige, fysisch-chemische, biofysische, .... invalshoek) wordt. Organisaties: • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Annick Ludwig
Genetische studie van obesitas en ermee geassocieerde insuline resistentie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we bijdragen tot het ontrafelen van de genetische factoren betrokken bij het ontstaan van obesitas, een zeer frequente aandoening gekarakteriseerd door een overmaat aan lichaamsvet, en ermee geassocieerde insuline resistentie. We zullen twee doelstellingen nastreven. Ten eerste, zullen we trachten de rol van monogene obesitas in de Belgische populatie te evalueren. Enerzijds door mutatieanalyse van een 6-tal gekende functionele kandidaatgenen en anderzijds zullen we ook op zoek gaan naar een nieuw gen voor monogene obesitas door het
uitvoeren van koppelingsanalyse. Ten tweede, zullen we ook nagaan welke van de functionele kandidaatgenen mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van de multifactoriële obesitas. Het bereiken van deze doelstellingen zal leiden tot een beter inzicht in het ontstaansmechanisme van obesitas, en eveneens van de ermee geassocieerde insuline resistentie. Dit kan bijdragen tot de ontwikkeling van efficiëntere therapieën. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Sigri Beckers
Gebruik van HIV-1 pseudovirussen voor het monitoren van HIV-specifieke cellulaire immuunresponsen. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds de ontdekking van HIV werd nog steeds geen effectief vaccin ontwikkeld. Algemeen wordt aangenomen dat zowel cellulaire en humorale immuunresponsen deelnemen aan bescherming tegen infectie met HIV. De huidige methoden voor de analyse van HIV-specifieke cellulaire immuunresponsen maken gebruik van HIV-1 recombinante vaccinia virussen, proteïnen of peptiden. Deze methoden meten de cellulaire activiteit tegen een fractie van het HIV. Nochtans is het aangewezen om tijdens de eerste screening cellulaire immuunresponsen te meten tegen het gehele virus.Uit de literatuur blijkt dat dit probleem kan omzeild worden door gebruik van HIV-1 pseudovirus partikels als HIV-1 antigenen om ex vivo HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T cell responsen op te wekken. HIV pseudovirus partikels worden momenteel gebruikt voor de monitoring van in vitro HIV neutralisatie en de efficiëntie van anti-HIV drugs. De bedoeling van dit project is om HIV-1 pseudovirussen aan te maken die kunnen dienen als bron van HIV-1 antigenen als eerste brede screening van in vitro HIV-specifieke cellulaire immuunresponsen. Opdat HIV-specifieke cellulaire immuunresponsen kunnen gestimuleerd worden tegen een maximum aan HIV-1 epitopen via MHC classe I en II, willen we HIV-1 pseudovirussen aanmaken die alle HIV-1 proteinen bevatten alsook een genoom dat codeert voor alle HIV-1 proteinen. De drie belangrijkste objectieven van dit project zijn: 1.Een technologie ontwikkelen voor de aanmaak van subtype specifieke HIV-1 pseudovirussen om de 'natuurlijke antigeenprocessing' van alle HIV1 antigenen toe te laten. 2.Het evalueren van de sterkte en de aard van de cellulaire immuunresponsen gestimuleerd met pseudovirussen en gemeten in HIV-1 patiënten door ze te vergelijken met de cellulaire immuunresponsen na stimulatie met synthetische HIV-1 peptiden, recombinante HIV-1 proteïnen en HIV-1 recombinante vaccinia virussen. 3.Nagaan of de cellulaire immuunresponsen gemeten met behulp van HIV-1 pseudovirussen correleren met bescherming tegen ziekteprogressie na HIV-1 infectie. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Luc Kestens • Dominique Beels
Is de GABA (A) receptor een therapeutisch doelwit voor de behandeling van het Fragiele X-Syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van erfelijke mentale retardatie. In onze onderzoeksgroep werd consistente onderexpressie aangetoond van de delta-subeenheid van de gamma-aminoboterzuurreceptor A in hersenen van fragiele X knock-out muizen, een gevalideerd diermodel voor het fragiele X syndroom. GABAA-receptoren zijn de voornaamste inhiberende receptoren in de hersenen betrokken bij (psychische) angst, depressie, epilepsie, insomnia en leer en geheugen, processen die ook bij fragiele X patiënten verstoord zijn. Dit project tracht, gebruik makend van moleculaire technieken, een beter inzicht te verwerven in de rol van de GABAA-receptor in het fragiele X syndroom. Tevens willen we onderzoeken of de GABAA-receptor een geschikt doelwit is voor de therapeutische behandeling van dit syndroom. Er zijn reeds een aantal geneesmiddelen op de markt die specifiek inwerken op de GABAA-receptor. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Charlotte D'Hulst
Ontwikkeling van biomarkers voor metaaltoxiciteit in zoetwateralgen op basis van differentiële genexpressie- en eiwitprofielen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van biomarkers voor metaaltoxiciteit in zoetwateralgen op basis van differentiële genexpressie- en eiwitprofielen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • An Jamers
In vivo en in vitro onderzoek naar vasculaire calcificaties bij chronische nierinsufficiëntie. Universiteit Antwerpen Abstract: In vivo en in vitro onderzoek naar vasculaire calcificaties bij chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Ellen Neven
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al.,
1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Noor Remmerie
Identificatie van genen voor monogene en multifactoriële vormen van otosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Otosclerose is een frequent voorkomende botabnormaliteit van het otisch kapsel met conductief gehoorverlies door stapesfixatie als primair kenmerk. Otosclerose heeft een prevalentie van 0.3-0.4% bij de blanke populatie. Otosclerose ontstaat door toedoen van zowel genetische als omgevingsfactoren, maar over beide aspecten is echter vrijwel niets gekend. Tot nu toe werden drie autosomaal dominante loci beschreven, maar de betrokken genen werden echter nog niet geïdentificeerd. Het doel van het project is tweeërlei. Enerzijds zullen traditionele positionele kloneringstechnieken gebruikt worden om genen voor monogene vormen van otosclerose te identificeren. De genlokalisatie gebeurt a.d.h.v. een genomische zoektocht in een grote Griekse familie. In de afgebakende kandidaatregio zal het kandidaatgen opgespoord worden door screening van gen-databases en door gebruik te maken van exonpredictieprogramma's gevolgd door RT-PCR analyse. Mutatieanalyse zal leiden tot de identificatie van het otosclerosegen. Anderzijds zullen genetische factoren betrokken bij complexe vormen van otosclerose geïdentificeerd worden via 'model-free' koppelingsanalyse in 500 reeds verzamelde stalen uit kleine familie. Vervolgens zal een case-control associatiestudie worden uitgevoerd a.d.h.v. Single Nucleotide Polymorphism (SNP) genotypering in geselecteerde kandidaatgenen. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp • Melissa Thys
Ontwikkeling van een alternatief testsysteem voor de impactevaluatie van farmaca op het aquatische milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van een alternatief testsysteem voor de impactevaluatie van farmaca op het aquatische milieu. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Nathalie Dom
Studie van het verband tussen chlorofylfluorescentie en lichtgebruiksefficiëntie van planten in het kader van "remote sensing". Universiteit Antwerpen Abstract: De relatie tussen chlorofylfluorescentie en lichtgebruiksefficiëntie wordt bemoeilijkt door zowel fotochemische als niet-fotochemische processen. Bovendien is het bij fluorescentie-detectie van op afstand enkel mogelijk om zongeïnduceerde fluorescentie te meten, zodat de interpretatie van deze signalen onzeker is. In het kader van dit IWT-opvangmandaat zal de relatie tussen chlorofylfluorescentie en lichtgebruiksefficiëntie van een vegetatie worden doorgrond in een ecofysiologische studie van verschillende plantensoorten in controle- en stresscondities. Op deze manier zal worden bijgedragen tot de interpretatie van zongeïnduceerde fluorescentiesignalen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Kim Naudts
Onderzoek naar factoren die de persistentie en uitbreiding bepalen van populaties Aziatische grondeekhoorns. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een inleidende studie van de verspreiding van een potentieel invasieve exoot, en de factoren die bepalen of de soort zich al dan niet kan uitbreiden. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Margo D'aes
Biofysische karakterisering van Multi-Domein Heemeiwitten. Universiteit Antwerpen Abstract: In sommige van de globine-achtige eiwitten kan men naast het globinedomein ook nog een ander domein herkennen. In dit onderzoeksproject staat de biofysische analyse van twee dergelijke klassen van multidomein heemeiwitten centraal: (a) globine-gekoppelde sensoren en (b) flavohemoglobines. Inzicht in de moleculaire werking van globine-gekoppelde sensoren en van flavohemoglobines impliceert een gedetailleerde kennis van de structurele, dynamische en elektronische eigenschappen van deze biomoleculen. In het onderzoeksproject zal deze kennis verworven worden aan de hand van verschillende karakterisatietechnieken: absorptie en resonante Raman spectroscopie, flitsfotolyse en CW en gepulste elektronen paramagnetische resonantie technieken Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Filip Desmet
Moleculair genetisch onderzoek van Alzheimer Dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Alzheimer (AD) is de meest voorkomende vorm van dementie bij ouderlingen. Bij de meerderheid van de AD patiënten is de moleculaire oorzaak van de neurodegeneratie ongekend. Eens AD optreedt, is dit een eindpunt van een cascade aan ziekteprocessen die het onderzoek naar de exacte etiologie bemoeilijken. Intermediaire fenotypes, zoals het episodische geheugen, die reeds vroeg in het pathologische proces veranderen, staan directer onder invloed van de onderliggende genetische factoren en kunnen daardoor het genetische onderzoek naar AD ondersteunen. Via een moleculair genetische aanpak zal in dit project een bijdrage geleverd worden aan het onderzoek naar het neurodegeneratieve proces in AD, om op deze manier een beter inzicht te verwerven in de etiologie van de dementie. Zowel genetische associatiestudies op geselecteerde kandidaatgenen als genomische associatiestudies zullen worden uitgevoerd in een grote en goed gekarakteriseerde Belgische AD populatie. Verder zal onderzocht worden of de geïdentificeerde risicogenen in AD, de ontwikkeling van "Mild Cognitive Impairment (MCI)" naar AD kunnen voorspellen bij MCI patiënten. Bevindingen uit het AD onderzoek zullen tevens geanalyseerd worden in een groep gezonde individuen afkomstig van een Zweedse geheugenpopulatie. Nieuwe biomerkers in plasma of cerebrospinaal vocht zullen geïdentificeerd worden a.d.h.v. amyloid beta kwantificaties en proteomics profiling experimenten. Bij het beschikbaar worden van genetisch informatieve multiplex families zullen genomische koppelingsstudies worden uitgevoerd. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karolien Bettens
Karakterisatie van de werking van biologische toxines op K+ kanalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Karakterisatie van de werking van biologische toxines op K+ kanalen. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Dirk Snyders • Ivan Kopljar
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor psychiatrische aandoeningen via een functioneel genomische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire stoornis (BP) en schizofrenie (SZ) behoren wereldwijd tot de meest voorkomende hersenaandoeningen en resulteren in hoge sociale en economische kosten met betrekking tot morbiditeit en mortaliteit. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan van BP en SZ. Er wordt verondersteld dat beide aandoeningen tot uiting komen door een interactie van susceptibiliteitsgenen en/of als gevolg van complexe genetische mechanismen. Het doen van dit onderzoek bestaat erin een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die aan de basis liggen van psychiatrische aandoeningen en te bepalen hoe relevant deze zijn in de patiëntenpopulaties. Deze doelstellingen zullen we verwezenlijken door drie hypothesen te onderzoeken. De drie verschillende denkpistes hebben allen als primair doel positionele en functionele kandidaatgenen voor BP en/of SZ te identificeren. Hypothese 1: Identificatie van positionele kandidaatgenen gelegen op chromosoom 6. Een sterke aanwijzing voor koppeling werd door onze onderzoeksgroep gevonden ter hoogte van chromosoom 6q23-q24 in negen Noord-Zweedse multiplex families. Dit gebied zal ik verder fijnmappen met behulp van SNP gebaseerde genotyperingstechnieken. Het kandidaatgebied zal vervolgens verder verkleind worden via een SNP gebaseerde associatiestudie in grote patiënten/controle populaties. Hypothese 2: Belang van 'copy number variations' op susceptibiliteit voor BP en SZ.In de recente literatuur zijn er sterke aanwijzingen dat 'copy number variations' (CNVs) verantwoordelijk kunnen zijn voor complexe ziekten, zoals BP en SZ. Daarom zullen we de in de literatuur beschreven potentiële instabiele regio's met de door onze onderzoeksgroep ontwikkelde methode (Multiplex Amplicon Quantification - MAQ) analyseren in onze associatie populaties. Op deze manier zullen we een beter zicht krijgen over het belang van genomische instabiliteit als onderliggende oorzaak van BP en SZ. Hypothese 3: Post-transcriptionele modificaties als oorzaak voor BP en SZ. Er wordt verondersteld dat andere mechanismen, zoals genregulatie, verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten. A-naar-I RNA editing door 'Adenosine Deaminases Acting on RNA' (ADAR) is een vorm van posttranscriptionele modificatie, welke onder andere beschreven is voor mRNA's die coderen voor de serotonine receptor 5-HTR2C en voor de glutamaat receptor GRIA2. Bij deze hypothese gaan we de verschillende ADAR-genen en de targetgenen die mogelijk verband houden met BP en SZ, aan een associatiestudie en/of mutatieanalyse onderwerpen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Shana Ceulemans
Moleculair genetische analyse van genen voor erfelijke, axonale perifere neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we een bijdrage leveren tot de opheldering van het pathomechanisme van hereditaire sensorische neuropathieën (HSN). Hereditaire sensorische neuropathieën zijn een zeldzame variant van de erfelijke perifere neuropathieën en worden gekarakteriseerd door een progressief sensorisch verlies in de distale delen van het lichaam. We zullen een genotype-fenotype correlatie studie uitvoeren in een uitgebreid cohorte van HSN-patiënten. Dit leidt tot een verbeterde genetische raadgeving, geeft meer inzicht in het onderliggende ziektemechanisme en maakt het mogelijk mutaties te selecteren voor verder functioneel onderzoek. Het tweede doel van mijn project is de identificatie van nieuwe genen voor HSN. Hiervoor worden functionele en positionele kandidaatgenen gescreend. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Annelies Rotthier
Opmaak van een leidraad voor natuurbeheerders: inzet en welzijn van dieren voor beheer (BeNeKempen-opdracht). Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is om na te gaan wat het effect van zware metalen is op de gezondheidstoestand van grazers die langdurig verblijven in natuurgebieden uit het projectgebied van de BeNeKempen. Richtlijnen zullen uitgewerkt worden voor het beheer van die dieren om risico's op gezondheidseffecten te verlagen. Tevens zal worden nagegaan wat de mogelijke juridische problemen zijn bij het inezetten van grazers voor grensoverschrijdend natuurbeheer. Organisaties:
• Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Wim De Coen
Opdracht in het kader van de opmaak van een leidraad voor natuurbeheerders: Invloed van stuifduinen op de verspreiding van zware metalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een deel van de stuifzanden in de Vlaamse Kempen is verontreiningd met zware metalen. Door het open karakter van deze stuifzanden kan de wind er vrij spel op hebben en kunnen zanddeeltjes tot op verre afstand van de stuifzandgebieden verspreid worden. Dit zou een mogelijk mechanisme voor de transport van zware metalen kunnen zijn. Een ander manier van mogelijke verspreiding van zware metalen vanuit de stuifzanden kan plaatsvinden is via het grondwater. Doordat de stuifzandgebieden als inzijggebied voor regenwater functioneren kunnen zware metalen vanuit de toplaag met het inzijgende water mee worden gevoerd en op andere plaatsen, waar hetgrondwater were aan de bodem komt, terecht komen. Het doel van deze studie is om inzicht te krijgen in welke mate zware metalen vanuit de stuifzanden worden verspreid via wind en via grondwater. Hiertoe zullen in het projectgebied BeNeKempen een aantal begroeide en onbegroeide duinen worden geselecteerd waar op relevante plekken bodemstalen en waterstalen zullen worden geanalyseerd. De selectie van de punten zal zodanig zijn dat er inzichten zullen worden verkregen in de mate van zwaremetalenverspreiding vanuit de stuifzanden. De resultaten zullen dan toelaten om een handleiding op te stellen die bruikbaar is voor de beheerders van de verschillende gebieden. Mogelijke maatregelen zoals beplanting van stuifduinen kunnen worden voorgesteld Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Patrick Meire
Studie voor het opstellen en uitvoeren van een monitoringsprogramma voor natuurvriendelijke oevers langs het Zeekanaal in Grimbergen. Universiteit Antwerpen Abstract: Langs het kanaal Schelde-Brussel zijn verschillende typen natuurvriendelijke vooroeververdediging aangelegd. Deze zijn telkens aangelegd op enkele meters van de aangrenzende vaste oever, met verbindingsbuizen naar het kanaal. Hierdoor ontstaat tussen de vooroeververdediging en de vaste oever een nagenoeg afgesneden geïsoleerd stuk water waarin de waterdynamiek minder sterk is als in het aangrenzende kanaal. Zowel de vooroeververdediging zelf als deze geïsoleerde waterlichamen kunnen mogelijk als substraat fungeren voor verscheidene planten- en dierensoorten en hiermee, naast het leveren van beschermling, de locale biodiversiteit verhogen. In deze studie zal het effect van de vooroeververdediging op de biodiversiteit worden gekwantificeerd. Soortgroepen die over enkele jaren zullen worden gemonitoord zijn: hogere planten, vissen, macro-invertebraten en vogels. Verloop in soortensamenstlling en aandeel per soort zal worden geëvalueerd als functie van vooroeververdedigingstype en tijd. De studie zal resulteren in een aanbeveling die aangeeft welke type vooroeververdediging zal leiden tot in de hoogste biodiversiteit. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Landgebruik en het transport van silicium doorheen het Scheldebekken. (LUSi) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich als doel na te gaan of siliciumstromen doorheen het Scheldebekken, en uiteindelijk naar de Noordzee, veranderd zijn door menselijke ingrepen in het landgebruik. Oppervlakige siliciumrun-off, ondergrondse stromen van Si en de opname en vrijstelling door vegetatie, worden bestudeerd in verschillende landschapssystemen. Gemodelleerde resultaten zullen worden toegepast voor landgebruik doorheen de geschiedenis, om de potentiële verandering van Si-stromen in kaart te brengen. Lokale experimenten op de schaal van enkelvoudige percelen zullen worden uitgevoerd in verschillende landschapstypes, om zo tot een kwantificering van zowel oppervlakkig als ondergronds transport van BSi, DSi en sediment te komen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Auditieve perceptie en verwerking bij zangvogels en de krokodillen: een ethologische en functionele MRI benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is het onderzoek naar de functie van de hersenen bij het gebruik van complexe akoestische stimuli in de vocale communicatie tussen individuen. Onze algemene interesse is de koppeling tussen de cerebrale functie en het gedrag van het dier. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Conflict management en post-conflict stress van bonobo's (Pan paniscus) in gevangenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Conflict management en post-conflict stress van bonobo's (Pan paniscus) in gevangenschap. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Margot Van Dongen
Activatie van dendritische cellen en natural killer cellen door Toll-like receptor-ligand geladen leukemiecellen: ontwikkeling van een nieuwe generatie leukemievaccins. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen we, in een model van acute myeloïde leukemie (AML), de invloed nagaan van Toll-like receptor (TLR)-ligand-geladen leukemische tumorcellen op de activatie van dendritische cellen (DCs) en natural killer (NK) cellen. De hypothese is dat TLR-ligand-geladen leukemiecellen in staat zijn om de recent ontdekte 'helper' functie van NK cellen te activeren, zodat deze op hun beurt de polarisatie van immature
DCs tot T helper type 1 (Th1)-gepolariseerde DCs kunnen bewerkstelligen (DC1NK). Deze wisselwerking tussen het aangeboren en adaptieve immuunsysteem waarin DC1NK centraal staan, zou dan de activatie van antigeen-specifieke Th1 cellen en cytotoxische T lymfocyten (CTL) faciliteren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Eva Lion
De invloed van klimaatverandering op de koolstof- en broeikasgasbalans van een model-laagveen. Universiteit Antwerpen Abstract: Temperatuursstijging en grondwaterdaling zijn twee belangrijke factoren van global change en beiden hebben een belangrijke invloed op de koolstof- en broeikasgasbalans van veenbodems. Dit project werd opgezet om na te gaan hoe temperatuur en grondwaterstand deze balansen beïnvloeden. Daarnaast besteden we ook speciale aandacht aan de onderliggende processen van de methaan- en lachgasemissies en hoe deze processen beïnvloed worden door veranderingen in temperatuur en grondwaterstand. Aan de Universiteit Antwerpen werd een experimenteel platform gebouwd met negen groeikamers. Elke groeikamer bevat vier mesokosmossen, gevuld met veen. In deze mesokosmossen wordt het waterniveau geregeld. Van april tot november staat het grondwater 5, 10, 17 of 24 cm onder het maaiveld. Tijdens de overige zes maanden verhogen we het grondwaterniveau met 10 cm (behalve voor het hoogste grondwaterniveau, waar de stijging slechts 5 cm bedraagt). In elke groeikamer wordt de temperatuur geregeld: drie kamers De broeikasgasemissies (CO2- CH4- en N2Oemissies) worden op regelmatige tijdstippen gemeten. Daarnaast bepalen we ook alle componenten van de koolstofbalans (DOC, POC, VOC and DIC), een aantal componenten van de stikstofbalans (NO3-, NH4+, DON and DIN) en verscheidene belangrijke parameters, zoals zuurstofconcentratie, temperatuur en bodemvochtgehalte. Bovendien meten we ook de CO2- CH4- en N2O-concentraties op verschillende dieptes in de bodem. Via deze gegevens komen we meer te weten over de onderliggende processen van de verschillende broeikasgasemissies. Naast dit mesokosmosexperiment voeren we ook enkele nevenexperimentjes uit waarin we de onderliggende processen van de CH4-productie en oxidatie en van de N2O-productie in detail bestuderen. In deze experimentjes testen we eveneens enkele experimentele procedures. Tenslotte bepalen we de fractionatiefactoren (voor 13C) van de twee voornaamste CH4-productiewegen en van de CH4-oxidatie. Vervolgens gebruiken we deze informatie om de bijdrage van de verschillende processen te bep Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
Structuurkenmerken en pollutie als sturende factoren voor het voorkomen van macroinvertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Macroinvertebraten hebben verschillende niveaus van gevoeligheid voor vervuiling. Effecten veroorzaakt door pollutie uiten zich zowel in acute sterfte, groeivermindering als gedragsveranderingen. Van sommige macroinvertebraten is tevens aangetoond dat ze actief pollutie kunnen detecteren en ontwijken. Op meetplaatsen waar geen pollutie voorkomt kan het echter toch zijn dat bepaalde macroinvertebratentaxa afwezig zijn. Naast pollutie beïnvloedt ook de structuur van het ecosysteem en dus het habitat de distributie en samenstelling van de mavroinvertebratenpopulatie. Het doel van dit onderzoek is de gevoeligheid van macroinvertebraten voor verschillende types van polluenten nagaan en hun habitatpreferenties onderzoeken. Verder zal ook gekeken worden welke van beide factoren het meest bepalend is voor hun voorkomen, het ontwijken van pollutie of de aanwezigheid van geschikte habitats. De gevoeligheid van macroinvertebraten voor pollutie door zowel zware metalen als organische polluenten zal nagegaan worden door analyse van de waterbodemdatabank van de VMM. Naast de gevoeligheidsanalyses zal nagegaan worden of de macroinvertebratenpopulaties verschillen tussen meetpunten met klei-, leem- en zandbodems en tussen meetpunten van verschillende stroomordes. In het tweede deel van dit onderzoek zal de substraat- en habitatvoorkeur van verschillende macroinvertebratentaxa nagegaan worden in flumeexperimenten, zowel onder referentieomstandigheden als vervuilde condities. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Vicky Leloup
De rol van de fenotypische plasticiteit bij de intraspecifieke variatie in het dieet bij Natrix Tessellata. Universiteit Antwerpen Abstract: In semi-aquatische slangen bestaat er een trade-off tussen het snel en gemakkelijk transporteren van een prooi, waarvoor een brede, beweeglijke kop vereist is, en het grijpen van een prooi onderwater, dewelke een gestroomlijnde smalle kop vereist. In Natrix tessellata, is er een grote intra-specifieke variatie in het dieet, die opgesplitst kan worden in kikker vs. vis etende populaties. Dit systeem biedt ons een unieke mogelijkheid om de rol van fenotypische plasticiteit in het ontstaan van lokale aanpassingen in morfologie, prestatie en gedrag in relatie tot verschillen in hulpbronbeschikbaarheid te bestuderen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Jonathan Brecko
Specialisaties bij extreme kopmorfologie: een gedetailleerde functioneel morfologische studie over de voedselopname bij zeepaarden en zeenaalden (Syngnathidae). Universiteit Antwerpen Abstract: Voedselopname onder water stelt specifieke eisen aan het voedingsapparaat vanwege de relatief hoge viskositeit en densiteit van het water. Om met deze fysische eigenschappen van het water om te gaan gebruiken veel vissen zuigvoeding. Vissen hebben echter een opvallende diversiteit in kopmorfologie, waarbij een treffend voorbeeld hiervan wordt gevonden in de familie van Syngnathidae (zeepaarden en zeenaalden). Hun kop wordt gekarakteriseerd door een smal en verlengd rostrum met distaal de relatief kleine kaken. Dit bouwplan legt een aantal beperkingen op: zo is de grootte van de prooi beperkt door de kleine mondopening en mogen de wrijvingkrachten, tijdens het zuigen doorheen een smal rostrum, niet meer verwaarloosd worden. Om met deze beperkingen om te gaan, moet de kopmorfologie in deze familie gespecialiseerd zijn. Het hoofddoel van deze studie bestaat erin om de werking van de kopmorfologie van deze dieren in detail te bestuderen en na te gaan op welke manier deze extreme kopmorfologie gespecialiseerd is. Organisaties:
• Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Gert Roos
Dendritische cel vaccinatie tegen menselijk cytomegalovirus in leukemie patiënten na allogene hematopoïetische stamcel transplantatie: Een fase I / II studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoge-dosis chemotherapie gevolgd door een allogene beenmerg- of stamceltransplantatie (alloSCT) is één van de standaard behandelingswijzen van acute leukemie. Echter na transplantatie, zijn deze patiënten voor een geruime periode immunodeficiënt. Dit is vooral het geval voor patiënten die bijkomende immuunsuppressieve medicatie krijgen om graft-versus-host disease (GvHD) te voorkomen. Hierdoor is reactivatie van humane cytomegalovirus (CMV), wat frequent voorkomt in allo-SCT patiënten, een belangrijke oorzaak van behandelinggerelateerde mortaliteit. In voorliggend project beschrijven we een fase I dosisescalatie studie, gebruikmakende van CMV pp65gemodificeerde dendritische cellen, in alloSCT recipiënten. Het hoofddoel van deze studie is de haalbaarheid en veiligheid van deze nieuwe behandeling onderzoeken in een eerste groep patiënten. Ten tweede zal ook herstel van CMV immuniteit post-transplantatie onderzocht worden in een grotere groep gevaccineerde patiënten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
Geografisch modelleren van de verspreiding van builenpest in Afrika: een ecologische studie op verschillende schaalniveaus. Universiteit Antwerpen Abstract: Builenpest, een zoönotische ziekte die natuurlijk voorkomt in kleine zoogdieren als gastheer en wordt overgedragen door vlooien (als vectoren), vormt nog steeds een bedreiging voor de mens in verscheidene gebieden wereldwijd. Hoewel de ziekte veroorzaakt wordt door slechts één bacterie, m.n. Yersinia pestis, is de levenscyclus en de ecologie ervan zeer complex en, tot op heden, nog niet volledig begrepen. Deze studie beoogt een significante bijdrage te leveren aan het begrijpen van de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de aanwezigheid van builenpest in bepaalde gebieden. Verder tracht deze studie onderliggende ecologische factoren te bepalen die het ruimtelijk voorkomen van builenpest beïnvloeden en potentiële risicogebieden voor pest in Afrika af te bakenen. Er is echter weinig houvast voor het formuleren van duidelijke hypotheses en het vastleggen van een eenduidige schaal waarop gewerkt moet worden. Daarom wordt geopteerd om op drie verschillende schaalniveaus te opereren. In de eerste plaats zal het raadsel "pest" benaderd worden op het niveau van het continent Afrika, dat de laatste tientallen jaren getroffen wordt door de overgrote meerderheid (meer dan 90%) van alle ziektegevallen. Het probleem zal benaderd worden aan de hand van een eerder recente techniek in de studie naar de ecologie en systematiek van overdraagbare ziekten, m.n. Ecological Niche Modeling (ENM). Zo zal getracht worden een brede kijk te krijgen op de ruimtelijke en ecologische verspreiding van menselijke ziektegevallen. Ecologische niches en potentiële verspreidingsgebieden zullen gemodelleerd worden gebruik makend van het Genetic Algoritm for Rule-set Prediction (GARP). Hiervoor zijn twee soorten data nodig; enerzijds gegevens die geheel Afrika bedekken en die informatie bevatten over verschillende omgevingsvariabelen (bijvoorbeeld hoogte, landbedekking/-gebruik, meteorologische data) en anderzijds, gegevens die informatie bevatten over de aanwezigheid van pest in bepaalde gebieden in Afrika (meer bepaald plaats, tijdstip en aantal menselijke pestgevallen per gebied). In eerste instantie zal deze informatie bijeengezocht en verzameld worden in een GIS databank, om er vervolgens ENM op toe te passen. Vervolgens zal het onderzoek verder worden toegespitst op twee endemische pestgebieden, m.n. Lushoto district (Tanzania) en Ituri district (Democratische Republiek Congo). Er zal gewerkt worden op dezelfde wijze als op continentaal niveau, behalve dat de schaal en de inputdata verschillend zullen zijn. Uiteindelijk zal opnieuw verder ingezoomd worden, meer bepaald op enkele pestvrije en met pest besmette dorpen in Lushoto. Abiotische (o.a. bodem- en klimaateigenschappen) en biotische (species van kleine zoogdieren en hun vlooien) eigenschappen van de dorpen zullen worden verzameld en vergeleken, teneinde dieperliggende omgevingsvariabelen die (mede-)bepalend zijn voor het ruimtelijk voorkomen van pest te achterhalen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Simon Neerinckx
Volgen organismen de weg van de minste weerstand? Een test van minimale-kost connectiviteitsmodellen aan de hand van empirische data en individu-gebaseerde simulatiemodellen. Universiteit Antwerpen
Abstract: Minimale-kost modellen worden in toenemende mate gebruikt als eenvoudig GIS instrument om connectiviteit tussen habitatplekken te kwantificeren. Ondanks de eenvoudige toepasbaarheid van deze methode zijn er weinig gegevens beschikbaar om te valideren of de gemodelleerde dispersiepaden overeen stemmen met de realiteit. We gebruiken een combinatie van empirische data en gedragsmodellen om dit te toetsen. Organisaties: • Dierenecologie • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Kassandra Driezen
Ecofysiologische karakterisering van baobab (Adansonia digitata L.) in respons op droogte- en zoutstress. Universiteit Antwerpen Abstract: Baobab (Adansonia digitata L.) speelt een essentiële socio-economische rol in de rurale levensgemeenschappen van West-Afrika. Ondanks het feit dat de baobab door miljoenen mensen dagelijks gebruikt wordt, is de soort onvoldoende onderzocht en wordt ze momenteel niet volledig benut. Dit project tracht hieraan tegemoet te komen door een ecofysiologische karakterisering van baobab-types groeiend langs een neerslaggradiënt in Mali in respons op droogte- en zoutstress. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson
A phase I/II study of therapeutic vaccination with autologous dendritic cells of HIV infected individuals under stable HAART. Universiteit Antwerpen Abstract: Het primair objectief van deze klinische fase I/II pilootstudie is om de veiligheid en toxiciteit na te gaan van subcutane en intradermale (sc/id) toediening van autologe dendritische cellen (DC). Deze DC werden geëlektroporeerd met boodschapper RNA coderend voor Tat, Rev, Nef en Gag en zullen worden toegediend bij HIV-1 geïnfecteerde patiënten onder stabiele highly active antiretroviral therapy (HAART). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Blood endothelium progenitor cells and dendritic cells as novel predictive biomarkers of in-stent restenosis after percutaneous coronary intervention. Universiteit Antwerpen Abstract: Blood endothelium progenitor cells and dendritic cells as novel predictive biomarkers of in-stent restenosis after percutaneous coronary intervention. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Christiaan Vrints • Hidde Bult • Diana De Graeve
Voedingsinteracties: gezondheidseffecten, consumentenperceptie en impact op de agroalimentaire industrie. (FOODINTER) Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een bijdrage te leveren aan de risico-analyse van chemische en natuurlijke producten en milieu contaminanten aanwezig in voedingssupplementen en para-farmacie producten, en hun eventuele interactie met het normale humane dieet. Het project zal tevens trachten functionele voeding, voedingssupplementen en para-farmacie producten te binnen het menselijke dieet te plaatsen en hun impact op de menselijke gezondheid beter in te schatten. Het zal een bijdrage leveren aan de algemene kennis rond deze nieuwe voedingsgewoonten en de geldigheid van eventuele gezondheidsclaims nagaan. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Dotatiekrediet VIB8 2007-2011: Departement Moleculaire Genetica. Universiteit Antwerpen Abstract: Het VIB Departement voor Moleculaire Genetica (DMG) beschikt over expertise in de analyse van complexe neurologische en neuropsychiatrische ziekten. Al deze ziekten zijn multifactorieel wat betekent dat hun expressie afhankelijk is van de samenwerking tussen genetische en omgevingsfactoren. In sommige van deze ziekten is het overervingspatroon mendeliaans met gendefecten in één gen. In andere ziekten kan slechts een kleine fractie van patiënten verklaard worden door genetische factoren. In deze groep werden verschillende families geïdentificeerd met een mendeliaanse overerving (= monogenische component). In de meerderheid van de patiënten wordt de expressie van de ziekte gemoduleerd door complexe gen-gen en gen-omgeving interacties. Onze belangrijkste doelstellingen zijn de identificatie van nieuwe moleculaire mechanismen voor het ontstaan van deze ziekten en voor een efficiëntere behandeling van deze ziekten. Wij gebruiken verschillende genetische methoden om genen (causale genen) en risicofactoren (susceptibiliteitspolymorfismen) te identificeren gebaseerd op moleculair genetische en genetisch epidemiologische studies. De bijdrage van een ziektegen wordt geschat in populatie en hospitaal gebaseerde groepen van patiënten in relatie tot andere genen en omgevingsfactoren. De biologische relevantie van mutaties en polymorfismen wordt onderzocht in cellulaire systemen (bvb. stabiele cDNA transfectanten) en in muismodellen. Deze modellen laten ons toe om het effect van deze mutaties en polymorfismen op de normale functie van het genproduct te begrijpen. Bovendien kunnen de geobserveerde biologische fenomenen direct vergeleken worden met deze in patiënten. Tenslotte, kunnen deze modellen gebruikt worden om behandelingswijzen uit te testen. Vandaag zijn er 5 onderzoeksgroepen actief in het departement met elk een professor als groepsleider: Neurodegeneratieve Hersenziekten (Christine Van Broeckhoven PhD DSc), Neurogenetica (Peter De Jonghe MD PhD), Perifere Neuropathieën (Vincent Timmerman PhD), Moleculaire Neurogenomica (Albena Jordanova PhD) en Toegepaste Moleculaire Genomica (Jurgen Del-Favero PhD). Organisaties:
• VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven
VIB-Moleculaire genetica van erfelijke sensorische neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Moleculaire genetica van erfelijke sensorische neuropathieën. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR) • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer
Taxonomische turnover in terrestrische en aquatische diatomeeëngemeenschappen: integratie van macro-ecologische, morfologische fylogenetisch-evolutionaire en ecofysiologische benaderingen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt bij te dragen tot een beter begrip van het belang van historisch-evolutionaire en neutrale mechanismen voor endemisme en latitudinale gradiënten in de diversiteit en de regionale species turnover van terrestrische en lacustriene diatomeeënflora?s. Hiertoe wordt (1) een globale taxonomisch geïntercalibreerde dataset voor diatomeeën op soortsniveau geconstrueerd en (2) fylogenetische verwantschappen tussen een aantal modeltaxa bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Meiofauna van gereduceerde koude bronnen "cold seeps": wat is hun functie, adaptatie en oorsprong? Universiteit Gent Abstract: In functie van een beter begrip van de biologie van de endofauna (met nadruk op de meiofauna) in 'seeps' worden de volgende sleutelvragen beantwoord in dit project: 1. wat is de sturende factor voor de biologische verspreiding in 'seeps'?2. wat is de trofische positie van de endofauna?3. hoe overleven en gedijen endobenthische organismen in de gereduceerde condities?4. wat is de oorsprong van 'seep' soorten? Hiervoor worden soorten van verschillende locaties wereldwijd onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
Biomechanica Universiteit Gent Abstract: In de AOG Biomechanica wordt experimenteel en numeriek onderzoek verricht naar (1) stroming van biovloeistoffen in het cardiovasculair systeem, het ademhalingstelsel en in kunstmatige organen, (2) mechanica van structuren (bv. musculoskeletaal systeem of opblazen van stent in bloedvat), en (3) mechanische interactie tussen vloeistof en structuren (bv. werking van een mechanische hartklep). Met dit onderzoek wenst de AOG diagnosetechnieken en therapieën te verbeteren, dit ten voordele van het welzijn van mensen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Pascal Verdonck
Identificatie en kinetische analyse van ongekende en gekende uremische retentiestoffen en optimalisatie van hun eliminatie Universiteit Gent Abstract: Uremische retentiestoffen stapelen zich op als de nieren falen. Studies worden ondernomen om 1) de concentratie van gekende retentiestoffen te analyseren 2) nog niet gekende retentiestoffen te ontdekken en hun concentratie te meten 3) hun kinteiek gedurende hun verwijdering met dialyse te analyseren 4) op zoek te gaan naar methodes die de efficiëntie van de verwijdering van deze stoffen verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Raymond Vanholder
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de realtie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthroapthie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen eneteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en het herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Herman Mielants • August Verbruggen • Dirk Elewaut
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen enteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en eht herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • August Verbruggen
De relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthropathie: cellulaire en moleculaire mechanismen en implicaties voor therapie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de relatie tussen darm- en gewrichtslijden in spondylarthroapthie na te gaan door enerzijds de rol van de interactie tussen eneteropathogenen en de gastheer in deze aandoening te onderzoeken, en anderzijds de rol van NKT cellen in de inductie van chronische inflammatie te bestuderen. Tenslotte zal het impact van de bindweefselcel op de inductie en het herstel van weefselschade nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Martine De Vos
Protein-associated mechanisms in tumor cell invasion: linking novel proteomics with cell biology Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Jan Gettemans • Katia Vancompernolle • Christophe Ampe • Kris Gevaert
Moleculaire mechanismen bij tumorcel invasie en diabetes: koppeling van nieuwe proteomics technieken aan celbiologie Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove
Ontwikkeling van methodologie voor de karakterisatie van serum/plasma eiwit glycosylatiepatronen. Toepassingen in de klinische hepatologie, endocrinologie, oncologie en dopingsbestrijding Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel nieuwe methodes te ontwikkelen voor het karakteriseren van eiwitglycosylatiepatronen van serumeiwitten, en deze toe te passen binnen klinische vraagstellingen. Meer specifieke merkers voor levercirrhose en tumoren onderzocht, naast de invloed van veroudering op de glycosylatiepatronen van plasma hormonen en hormoonbindende eiwitten. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Ontwikkeling van methodologie voor de karakterisatie van serum/plasma eiwit glycosylatiepatronen. Toepassingen in de klinische hepatologie, endocrinologie, oncologie en dopingsbestrijding Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel nieuwe methodes te ontwikkelen voor het karakteriseren van eiwitglycosylatiepatronen van serumeiwitten, en deze toe te passen binnen klinische vraagstellingen. Meer specifieke merkers voor levercirrhose en tumoren onderzocht, naast de invloed van veroudering op de glycosylatiepatronen van plasma hormonen en hormoonbindende eiwitten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jean Kaufman
Ontwikkeling van methodologie voor de karakterisatie van serum/plasma eiwit glycosylatiepatronen. Toepassingen in de klinische hepatologie, endocrinologie, oncologie en dopingsbestrijding Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel nieuwe methodes te ontwikkelen voor het karakteriseren van eiwitglycosylatiepatronen van serumeiwitten, en deze toe te passen binnen klinische vraagstellingen. Meer specifieke merkers voor levercirrhose en tumoren onderzocht, naast de invloed van veroudering op de glycosylatiepatronen van plasma hormonen en hormoonbindende eiwitten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe
Gender en depressie in Europe. Een interlandelijk, vergelijkend onderzoek Universiteit Gent Abstract: Gebruik makend van de data van de derde golf van de European Social Survey wordt een schatting gemaakt van de prevalentie van depressiviteit bij vrouwen en mannen van 23 Europese landen. Het gelsachtsratio wordt geschat en interlandelijke verschillen in het voorkomen van klachten van depressiviteit worden bestudeerd vanuit een macrosociologisch perspectief. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht bij autismespectrumstoornissen: onderlinge samenhang en rol van het spiegelneuronen-systeem Universiteit Gent Abstract: Imitatie, het begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht zijn vroege tekorten bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het spiegelneuronensysteem wordt gelinkt aan ondermeer imitatie, empathie en gedeelde aandacht. Het huidige onderzoek gaat na of er bij jonge kinderen met autismespectrumstoornissen tekoreten zijn in het spiegelneuronen-systeem en of deze een verband houden met de tekorten in imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Variatie in craniale morfologie bij de Europese paling (Anguilla anguilla) in relatie to trofische ecologie en pollutie Universiteit Gent Abstract: De Europese paling (Anguilla anguilla) vertoont een opvallende maar natuurlijke variatie in kopvorm, waarbij breedkoppen en smalkoppen kunnen worden onderscheiden. De ware toedracht van deze vormvariatie (dimorfisme of niet), evenals achterliggende morfologie en relatie tot dieet is niet gekend. Dit project zal zich toespitsen op de vormvariatie en morfologie bij Vlaamse palingen, en nagegaan worden wat de relatie is tot de aanwezigheid van allerlei polluenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Functionele veranderingen in de gestimuleerde visuele cortex bij migraine patiënten: een gecombineerde fMRI en fMRS studie Universiteit Gent Abstract: De werkhypothese van het voorliggende project is dat migraine gepaard gaat met stoornissen in de neurovasculaire en neurometabole koppeling die aan de basis liggen van de veranderingen in de concentraties van intermediaire metabolieten waardoor een verstoring optreedt van de neuronale, gliale en vasculaire functie. Het objectief van deze studie is om aan de hand van fMRI met ASL, VASO en BOLD als contrast en 1H en 31P fMRS, de relevante verstoorde vasculaire en metabole parameters te bilaniseren en detecteren. Verder willen we deze stoornissen samenbrengen, modelleren en interpreteren in het raamwerk van de neurovasculaire eenheid en onderzoeken of deze gegevens kunnen gebruikt worden in de verdere stratificatie van migraine en om de farmacotherapeutische benadering van deze aandoening te verfijnen. Organisaties: • Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde
Onderzoekers: • Luc Leybaert • Koen Paemeleire • Eric Achten
Perceptie van het begrip 'soort' bij mariene taxa: een kritische bijdrage tot het 'barcode of life' project Universiteit Gent Abstract: Dit project test een DNA-barcoding methodologie voor een snelle identificatie van problematische taxa, en past deze toe in een studie van de cryptische diversiteit en populatiegenetische structuur van enkele geselecteerde marien Nematoda en Mysida. Daarnaast worden de autecologie van cryptische soorten binnen eenzelfde soortcomplex, en de functionele implicaties van cryptische diversiteit bestudeerd aan de hand van microcosmosexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel • Tom Moens
Kwantitatief biologische beeldvorming door middel van multi-nucleaire magnetische resonantie (NMR) beeldvorming Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt nucleaire magnetische resonantie (NMR) beeldvorming kwantitatief uitgebouwd voor de niet-invasieve karakterisatie en het opvolgen van de weefsel-microstructuur. Tevens worden de zuurstofconcentratie en de zuurtegraad op niet-invasieve wijze in beeld gebracht door middel van Fluor-19 NMR. Een hyperpolarisator voor Xenon-129 zal geconstrueerd worden voor niet-invasieve functionele longbeeldvorming en in het kader van moleculaire NMR beeldvorming. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Yves De Deene • Wilfried De Neve
De betrokkenheid van SINA E3 ligaseren tijdens de nodule-ontwikkeling op Medicago truncatula Universiteit Gent Abstract: SINA eiwitten zijn E3 ligasen die betrokken zijn bij de ubiquitine afhankelijke afbraak van regulatorische eiwitten. Met dit project wordt de betrokkenheid van 3 SINA eiwitten tijdens nodulatie op Medicago truncatula ontrafeld. Hiervoor wordt een expressie-analyse uitgevoerd en worden stabiele mutanten en transgenen met een gemoduleerd transcirptenniveau onderzocht. Bovendien wordt er gezocht naar de eiwitten die hierdoor gereguleerd worden.
Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Marcella Holsters • Sofie Goormachtig
Krachtige methoden voor de detectie van gen-gen interacties Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt krachtige statistische methoden te ontwikkelen voor de detectie van gen-gen interactie, i.h.b (1) een algemene strategie om het risico op Type I en II fouten te minimaliseren bij genoomwijde detectie van gen-gen interactie en (2) specifieke statistische testen voor gengen interactie op basis van micro-array data en familie-gebaseerde designs. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Els Goetghebeur • Stijn Vansteelandt
Moleculaire karakterisering van het follikel geassocieerd epitheel en de M-cel Universiteit Gent Abstract: Peyerse platen (PP) zijn georganiseerde lymfoïde weefsels in het ileum en zijn inductieve plaatsen voor adaptieve immuunresponsen. In dit project willen we het follikel geassocieerd epitheel (FAE) dat de Peyerse platen bedekt, karakteriseren. Tevens willen we specifieke merkers identificeren voor humane M-cellen. Organisaties: • Vakgroep Pathologische anatomie
Onderzoekers: • Claude Cuvelier
Optimalisatie van de productie van waardevolle heterologe proteïnen, zoals antilichamen, in plantenzaden Universiteit Gent Abstract: In dit project beoogt men de productie van grote hoeveelheden van interessante heterologe eiwitten, zoals antilichamen, in plantenzaden haalbaar te maken. Daarom zullen we regulatorische factoren identificeren die kunnen bijdragen tot de verhoging van de stabiliteit van deze recombinante proteïnen. Daarnaast zal nagegaan worden andere kruisbloemigen dienst kunnen doen als economisch haalbaar productieplatform voor heterologe proteïnen op grotere schaal. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Anna Depicker
Ontwikkelingsstoornis/Leerstoornissen Universiteit Gent Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep wil translationeel onderzoek doen vanuit interdisciplinair perspectief. Het betreft onderzoek naar 1. comorbiditeit van dyscalculie, dyslexie, DCD en ADHD in vlaanderen, 2. prodomen van leerstoornissen op jonge leeftijd, 3. kenmerken en diagnostiek van leerstoornissen op volwassen leeftijd, 4. en naar de impact, sterke en zwakke punten van personen met leerstoornissen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Bio informatica en modellering: van genoom tot netwerk Universiteit Gent Abstract: De biologie heeft recent een technologische revolutie ondergaan met de ontwikkeling van high-throughput methodes. De integratie van genome, transcriptome en proteome data in dynamische modellen vertegenwoordigt 1 van de voornaamste uitdagingen van de huidige bioinformatica/ het doel van dit project is het bijeenbrengen van expertise gaande van high-throughput data analyse en reverse engineering en dynamisch modelleren als enabler voor systeem biologie Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Perceptuele en cognitieve verwerking in het menselijke en niet menselijke primaat hersenen Universiteit Gent Abstract: Studie van het visuele systeem en zijn relatie met motorische, geheugen en executieve hersengebieden. Dit onderzoek richt zich in het bijzonder op het visueel systeem en de modificatie ervan door aandacht en leren, geheugen enhogere orde visuele functies, controle van acties, het cerebellum, slaap en geheugen consolidatie, kwantitatieve verwerking en diffusion tensor imaging (DTI) en connecicitiviteit. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias
Bloedvatvorming en vaatwandbiologie in pathologie en geneeskunde Universiteit Gent Abstract: Achterhalen van genetische, moleculaire en cellulaire mechanismen bij angiogenese in pathologische omstandigheden, vaatwandpathologieën, endotheliale, endocriene en cardiovasculaire dysfuncties gerelateerd aan metabool syndroom en interacties tussen bloedvatvorming en metabool syndroom en interacties tussen bloedvatvorming en metabool syndroom en zijn consequenties en de wederzijdse modulerende effecten. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie
Onderzoekers:
• Johan Van de Voorde
Lange-termijn dynamiek van Afrikaanse ecosystemen onder invloed van klimaatverandering en historische antropogene impact Universiteit Gent Abstract: Dit project maakt gebruik van diverse proxy indicatoren in semidentkernen van kratermeren in Oeganda en Kenia voor parallelle reconstructie van klimaatvariatie en de evolutie van vegetatie en waterkwaliteit in equatoriaal Oost-Afrika tijdens recente millennia. De voornaamste objectieven zijn een scheiding van de invloed van natuurlijke klimaatvariatie en antropogene activiteiten op de lange-termijndynamiek van terrestrische ecosystemen, en bepaling van de relatieve omvang van pre-koloniale (indigene) impact op het landschap vergeleken met de huidige landschapsverstoring. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
Project voedselconsumptiepeiling dienstjaar 2007 Universiteit Gent Abstract: In 2007 werden volgende opdrachten uitgevoerd ten behoeve van de Belgisch Voedselconsumptiepeiling (http://www.iph.fgov.be/nutria/). 1) Ontwikkeling van een conversiemodel voor primaire agrarische producten, namelijk fruit en groenten. En dit voor alle geselecteerde voedingsmiddelen en recepten van de voedselconsumptiepeiling 2004. 2) Ontwikkeling van een ingrediëntendatabank 3) Ontwikkeling van een conversiedatabank voor de samengestelde voedingsmiddelen/recepten/ingrediënten "zoals gegeten" naar het "primair agrarisch product". Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Gui De Backer
Het Fempro-project: formulatie, toedieningsvorm en evaluatie van de efficiëntie van vaginale probiotica Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen, evalueren van de veiligheid, aanvaardbaarheid en effectiviteit van een nieuwe vaginale toedieningsvorm, met name snel desintegrerende zetmeel partikels (pellets) geladen met geselecteerde probiotische Lactobacillus stammen, met als doel de vaginale (lactobacillidominante) microflora te herstellen en te behouden. De toepassingsmodaliteiten van dit onderzoek omvatten de preventie en/of behandeling van: verstoorde vaginale microflora/bacteriële vaginose - opstijgende genitale infectie in zwangere en niet-zwangere vrouwen - SOA Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Mario Vaneechoutte • Marleen Temmerman
Het Fempro-project: formulatie, toediengingsvorm en evaluatie van de efficiëntie van vaginale probiotica Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen, evalueren van de veiligheid, aanvaardbaarheid en effectiviteit van een nieuwe vaginale toedieningsvorm, met name snel desintegrerende zetmeel partikels (pellets) geladen met geselecteerde probiotische Lactobacillus stammen, met als doel de vaginale (lactobacillidominante) microflora te herstellen en te behouden. De toepassingsmodaliteiten van dit onderzoek omvatten de preventie en/of behandeling van: verstoorde vaginale microflora/bacteriële vaginose - opstijgende genitale infectie in zwangere en niet-zwangere vrouwen - SOA Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Mario Vaneechoutte
Registratie en follow-up van suicidepogingen in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project heeft enerzijds als doelstelling het verzamelen van nauwkeurige epidemiologische gegevens inzake de prevalentie en risicofactoren van zelfmoordpogingen in Vlaanderen via registratie in algemene ziekenhuizen. Anderzijds beoogt het project het in kaart brengen en evalueren van de huidige patronen van zorgverstrekking aan suïcdepogers om zodoende het zorgtraject van de suïcdepogers te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen
Integrale gebiedsvisie voor het Vlaams Natuurreservaat De Zwinduinen en -polders, te Knokke-Heist met aandacht voor het recreatief medegebruik Universiteit Gent Abstract: In opdracht van het WVI is een hydrogeologische studie voor het Vlaams Natuurreservaat De Zwinduinen en -polders uitgevoerd. Deze studie omhelst het verwerken en interpreteren van metingen van het piëzometernetwerk in het studiegebied en het evalueren en interpreteren van de grondwaterkwaliteit aan de hand van grondwaterstalen en EM39-metingen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
Nieuwe perspectieven in de behandelin van hyperthyroïde katten met radioactief jodium (I131) en in de vroegtijdige vaststelling van nietinsufficiëntie, een belangrijk neveneffect van de hyperthyroïdie behandeling Universiteit Gent Abstract: Recombinant humaan TSH wordt gebruikt in de behandeling van katten met hyperthyroïdie, om de schildklieropname van 131I te stimuleren. Dit om de behandeling te potentialiseren en een lagere dosis 131I toe te laten. Nierfunctie wordt door bepaling van glomerulaire filtratie ratio geëvlaueerd na behandeling met 131I. Tenslotte worden urinaire merkers geëvalueerd als vroege indicators van renale laesies. Organisaties: • Vakgroep Geneeskunde en klinische biologie van de kleine huisdieren
Onderzoekers: • Sylvie Daminet
Functionele analyse van PPARGC1A mutanten in relatie tot het vetmetabolisme van het varken Universiteit Gent Abstract: Het vetmetabolisme, en daarmee ook de vleeskwaliteit, wordt sterk beïnvloed door de coactivator PPARGC1A. Bij het varken is echter nauwelijks informatie beschikbaar over dit economisch interessant gen. Vandaar dat in dit project de expressie van PPARGC1A nader bestudeerd zal worden en via een functionele analyse de invloed van mutaties op dit gen onderzocht zal worden. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman
Rol van aandachtsmechanismen en cognitieve controle bij depressie: een experimenteel onderzoek naar de onderliggende neuro-biologische werkingsmechanismen Universiteit Gent Abstract: Recent neurocognitief onderzoek heeft stemmingsstoornissen gerelateerd aan een dificit in de strategische aandachtprocessen geleid door een frontocorticaal-subcorticaal netwerk. De doelstelling van dit project is om via rTMS en ERP studies de functionele prefrontale aandachtsdefecten binnen dit netwerk te onderzoeken waardoor de relatie tussen cognitieve controle en klinische symptomatologie wordt onderzocht. Er wordt gebruik gemaakt van experimentele aandachtsparadigma's. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Het Fempro-project: formulatie, toedieningsvorm en evaluatie van de efficiëntie van vaginale probiotica Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen, evalueren van de veiligheid, aanvaardbaarheid en effectiviteit van een nieuwe vaginale toedieningsvorm, met name snel desintegrerende zetmeel partikels (pellets) geladen met geselecteerde probiotische Lactobacillus stammen, met als doel de vaginale (lactobacillidominante) microflora te herstellen en te behouden. De toepassingsmodaliteiten van dit onderzoek omvatten de preventie en/of behandeling van: verstoorde vaginale microflora/bacteriële vaginose - optijgende genitale infectie in zwanger en niet-zwangere vrouwen - SOA Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Mario Vaneechoutte
Opheldering van de intercellulaire paden van geneesmiddelencomplexen voor intracellulaire geneesmiddeltoediening met behulp van 'Single Particle Tracking' (SPT) Universiteit Gent Abstract: Om therapeutische macromoleculen te beschermen tegen enzymatische afbraak, worden ze veelal verpakt in nanopartikels. Om tot een optimale transfectie-efficiëntie te komen van de therapeutische moleculen moet een beter inzicht bekomen worden in hun intracellulaire verwerking. Dit is mogelijk met de recent onwikkelde single particle tracking microscopie-techniek waarmee de beweging van individuele geneesmiddelpartikels gevolgd kan worden in levende cellen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Joseph Demeester
Karakterisering en biobeschikbaarheid van organisch materiaal aan de basis van mariene voedselwebben Universiteit Gent Abstract: De hoeveelheid en biobeschikbaarheid van organisch materiaal dat de zeebodem bereikt, wordt beschouwd als een belangrijke structurende factor voor de trofische samenstelling van benthische gemeenschappen. Om de kwaliteit van organisch materiaal nader te bepalen, zal een Victor 3 multilabel reader gebruikt worden. Dit toestel laat toe om verschillende bepalingen van voedselbronnen uit te voeren zoals celkwantificatie, celcondities, enzymatische activiteit, eiwitmetingen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Constructie van een weefselarray voor high 'high-troughput' detectie van genomische afwijkingen en eiwitprofilering in neuroblastoom Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van dit project is om een weefselarray aan te maken vertrekkende vanuit parafinnemateriaal van neuroblastoom tumoren. Deze arrays zullen gebruikt worden ter validatie van vroegere onderzoeksdata zoals genexpressie-analyse en arrayCGH. Dit moet toelaten om een aantal interessante bevindingen op een groot aantal tumoren simultaan te onderzoeken. De gebruikte technieken zullen bestaan uit fluorescentie in situ hybridisatie en immuunhistochemische kleuringen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Ontwikkeling van een kruisbloemig oliehoudend gewas voor biodieselproductie door toepassing van de genoomkennis van de verwante modelplant Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de zaadopbrengst van koolzaad te verhogen. Daarvoor zullen in eerste stap een aantal kandidaatgenen die de groei en/of zaadopbrengst in het modelgewas Arabidopsis bevorderen, geïdentificeerd worden. Deze genen zullen vervolgens getransfereerd worden naar een economische interessant gewas zoals koolzaad om hun effect op de zaadopbrengst bij dit gewas na te gaan.
Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Verstoorde MYCN transcriptie in neuroblastoom: onderzoek naar direct mRNA en miRNA gereguleerde doelwitgenen Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is de meest voorkomende extracraniale vaste tumor bij kinderen. Ondanks multimodale behandeling blijft de prognose voor de meeste patiënten zeer ongunstig. Een subgroep van agressieve neuroblastoomtumoren wordt gekenmerkt door amplificatie van de MYCN transcriptiefactor. De identificatie van nieuwe MYCN-doelwitgenen kan resulteren in betere behandelingsstrategieën. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Opwekken, valideren en gebruik van nanobodies gericht tegen de neovasculaire integrines alphaV en Beta3 in kanker therapie Universiteit Gent Abstract: De basis van dit project is de bevinding dat de integrines AlphaV en Beta3 tot expressie komen op neovasculair endotheel in tumoren en in wondweefsel. Het doel is dan ook om antilichamen te maken die tumoren kunnen vernietigen door deze integrines te inhiberen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Identificatie van primaire doelwitgenen van de canonieke Wnt signaaltransductieweg en onderzoek naar hun klinische relevantie voor kanker Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe doelwitgenen identificeren van de canonieke Wnt signaaltransductieweg die heel vaak is ontspoord in verschillende kankers. Deze genen zullen worden opgespoord in verschillende organen van transgene kikkervissen (Xenopus) waarin we de Wnt pathway genetisch kunnen manipuleren. Hierna zullen we nagaan of ze ook zijn aangerijkt in menselijke kankers waarin de wnt pathway is geactiveerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Kris Vleminckx
Moleculaire signature met predictieve waarde met betrekking tot antwoord op therapie en overleving in neuroblastoma Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject betreft een validatiestudie van predictieve genexpressie signaturen voor neuroblastoom. Een beperkt aantal goed geselecteerde genen (60-tal) zal getest worden op een groot aantal neuroblastoma tumoren (400-tal). Nauwkeurige gegevensanalyse zal leiden tot de extractie van een beperkt aantal genen met predictieve waarde met betrekking tot antwoord op therapie en overleving. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
De rol van de p120 catenine subfamilie in celadhesie en celmigratie Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we de rol onderzoeken van de leden van de p120 catenine subfamilie in de cel-cel adhesiecomplexen. P120 catenines vervullen zowel inside-outside als outside-inside singalisatiefuncties, bv. In de regulatie van het cytoskelet. Voor de analyse van p120 catenine eiwitten wordt gebruik gemaakt van in vivo visualisatie experimenten via GFP technologie in embryo's van het modelorganisme Xenopus. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Kris Vleminckx
Biologische beeldvormingsgestuurde intesiteitsgemoduleerde radiotherapie (BG-IMRT) Universiteit Gent Abstract: Het project omvat 3 klinische studies om volgende vragen te onderzoeken: 1) of PET beeldvorming met verschillende speurstoffen zoals FLT (proliferatie), EF3 en/of FMISO (hypoxie) in hoofd en hals kanker en in colorectale kanker haalbaar is voor BG-IMRT toepassingen 2) of lokale controle in hoofd en hals kanker kan verbeterd worden met FDG-PET gebaseerde BG-IMRT (gerandomizeerde propespectieve phase II studie) 3) of de incidentie van negative circumferentiële resectie marges (CRM) in patiënten met lokaal gevorderde rectale kankers kan verhoogd worden (phase II studie). Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Wilfried De Neve
Ontwikkeling van alpha-gesubsidieerde fosmidomycine-analogen als anti-malaria DOXP reducto-isomerase inhibitoren Universiteit Gent Abstract: Een mevalonaat-onafhankelijke weg voor de biosynthese van isoprenoïden, de zogenaamde DOXP-weg, werd onlangs ontdekt en gevalideerd als nieuw doelwit voor geneesmiddelenontwikkeling. Fosmidomycine, een fosfonaat dat interfereert met deze biosynteweg door inhibitie van het DOXP reducto-isomerase, is een veelbelovend antimalariamiddel. Dit project beoogt de verdere ontwikkeling van alphagesubstitueerde fosmidomycine-analogen die in vitro superieur zijn t.o.v. fosmidomycine in het remmen van de groei van P. falciparum e.a. pathogenen die gebruik maken van de non-mevalonaatweg. Organisaties:
• Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Wanneer en hoe heeft het afleiden van de aandacht van pijn een effect op de pijnervaring: een meta-analyse en experimentele benadering Universiteit Gent Abstract: De aandacht wegrichten van pijn is intuïtief aannemelijk maar er zijn twijfels over de effectiviteit ervan. In dit project wordt via een metaanalyse van de vakliteratuur en via experimentele studies onderzocht wanneer aandachtsafleiding van pijn faalt en werkt. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
De rol van myosine II bij kankerinvasie Universiteit Gent Abstract: Myosine II werd teruggevonden in invasieve borstkanker cellijnen maar niet in niet-invasieve varianten. Het casuaal verband tussen myosine II en ivnasie wordt onderzocht en het werkingsmechanisme, dat wellicht verband houdt met cadherines en integrines, wordt bestudeerd. Ook het effect van anit-invasieve agentia op myosine II, en expressie van dez molecule in chirurgisch verwijderde borstkankerstalen behoren tot dit project. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke • Herman Depypere
Studie van de betrokkenheid van LEMD3 en naburige genen op 12q14 in de pathogenese van aandoeningen met verhoogde botdensiteit en groeistoornissen Universiteit Gent Abstract: Met dit project beogen we het genetisch defect te identificeren dat verantwoordelijk is voor sporadische melorheostosis. Vooral de mogelijkheid van somatische mutaties in LEMD3 wordt nagekeken. De rol van LEMD3 in bothomeostase en endochondrale ossificatie wordt bestudeerd in een transgeen muismodel. Tenslotte beogen we het gen te identificeren dat verantwoordelijk is voor de groeistoornis bij patiënten met een 12q14 microdeletie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman • Geert Mortier • Paul Coucke
Eiwit modificaties geassocieerd met oxidatieve en nitratieve stress: een gel-vrije proteoom analyse Universiteit Gent Abstract: Stijgende concentraties van "reactive oxygen species" induceren verschillende modificaties in cellulaire eiwitten. Sommige daarvan zijn oxidaties, terwijl andere te wijten zijn aan reactieve NO-derivaten. Dit kan leiden tot verandering van functie en ageert vaak als signaal. Gebruik makend van een nieuwe gel-vrije proteoom benadering, zullen we zowel de natuur van de doeleiwitten als de plaatsen van modificatie identificeren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Ontwikkeling van een zelfemulgerende vaste doseringsvorm via co-processing van polyglycoliseerde glyceride/polymeermengsels met farmaceutische dragers: verhogen van de biologische beschikbaarheid van slecht water oplosbare geneesmiddelen Universiteit Gent Abstract: De eerste doelstelling van dit project is het evalueren van het potentieel van polyglycoliseerde glyceride/polymeer-mengsels om de oplosbaarheid en biologische beschikbaarheid van itraconazole te verhogen. De tweede doelstelling is het co-processen van de geneesmiddel/SEDDS-combinaties met een drager zodat een preparaat (poeder, granulaat) wordt verkregen dat compressie toelaat. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
Populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit van vrijlevende mariene nematoden: beschrijving en implicaties voor het functioneren van populaties en ecosystemen Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de populatiegenetische structuur en cryptische diversiteit bij enekele geselecteerde vrijlevende mariene nematodensoorten aan de hand van moleculaire merkers en van een morfologische en morfometerische analyse van verschillende genotypes binnen erkende morfospecies. Daarnaast worden functionele implicaties van genotypische diversiteit bestudeerd, en wordt het verband tussen de genetische diversiteit en de fitness en veerkracht van populaties onderzocht in microcosmosexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Moens
Hormonale interacties en actiemechanismen in de controle van elongatiegroei in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Er bestaan drie biologische vragen centraal in dit project: 1. Hoe werken verschillende signalen samen om de elongatie te sturen? 2. Vanuit welke celtypes wordt die hormonale werking gestuurd? 3. Welke zijn de actiemechanismen van ethyleen in de celwand en worden deze gemoduleerd door auxinetransport? Deze vragen zullen benaderd worden door een combinatie van moleculair genetische, fysiologische cen
celbiologische technieken. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Functionele consequentie en ecologie implicaties van extreme morfologische specialisatie: bouw en werking van het voedselopname-apparaat bij zeepaardachtigen (Syngnathidae) Universiteit Gent Abstract: Zeepaardjes zijn alom geliefde vissen door hun speciaal uiterlijk. Toch is nagenoeg niets gekend van hun lichaamsbouw of hun aanverwanten, de zeenaalden. Dit laat ook niet toe te begrijpen in welke mate deze dieren aangepast zijn aan hun extreem snelle manier van zuigvoeden. Dit project beoogt dit te bestuderen, en hierbij na te gaan in welke mate extreme specialisaties nadelig kunnen zijn om zich aan te passen aan wisselende omgevingsomstandigheden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Fundamenteel onderzoek naar de rol van DIRIGENT en PCBER in houtvorming in populier Universiteit Gent Abstract: Hout is één van 's werelds belangrijkste hernieuwbare grondstoffen, en dient oa als constructiemateriaal, als bron van energie en als grondstof voor de pulp en papierindustrie. In dit project wensen we de rol op te helderen van twee genen, DIRIGENT en PCBR, die sterk tot expressie komen tijdens houtvorming. Dit zal gebeuren door middel van comparatieve transcript- en metabolietprofilering van transgene populier RNAi-neergereguleerd voor DIRIGENT en PCBER. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Eric Messens • Wout Boerjan
Endotoxemie en Gram-negatieve sepsis: fundamenteel onderzoek om nieuwe mediatoren en nieuwe therapeutische doelwitten te definiëren Universiteit Gent Abstract: Infectie met Gram negatieve bacterien (sepsis) doodt duizend personen per dag in de EU of de USA. De celwandcomponenten van de bacteriën, LPS, zijn daarvoor verantwoordelijk. We onderzoeken nieuwe molecules die daarbij een rol spelen en richten onze aandacht op matrix metalloproteinasen en interferonen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Automatische processen in psychopathologie en gezondheidsgerelateerd gedrag Universiteit Gent Abstract: Recent onderzoek heeft uitgewezen dat automatische processen een belangrijke rol spelen in psychopathologie en gezondheidsgerelateerd gedrag. HEt doel van de FWO onderzoeksgemeenschap is om contacten te bevorderen op het nationale en internationale niveau tussen onderzoekers die een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot dit onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Ontwikkeling van een DNA vaccin gebaseerd op het influenza A virus nucleoproteïne en het M2 eiwit Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de constructie en validering van een DNA vaccin waarbij een fusie tussen het ectodomein van het influenza A M2-eiwit en het nucleoproteïne tot expressie wordt gebracht door een constitutieve dierlijke promotor. De beschermende werking als profylactisch vaccin tegen influenza A infectie zal in het muismodel worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens • Nico Callewaert
Inhibitie van biofilm vorming op staal Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om te bepalen welke materialen die gebruikt worden voor de productie van mariene viskooien resistent zijn tegen microbiële biofilmvorming. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Hans Nelis
Pathogenese van astma Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de pathogenese van astma, de interactie allergeen en sigarettenrook in een muismodel van astma. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Joos
Onderaannemingsovereenkomst voor het FND project nr. 06011: Oprichting van een consortium voor de ontwikkeling van nieuwe fyto-oestrogeen extracten Universiteit Gent Abstract: Doelstelling van dit project is het samenbrengen van onderzoeksgroepen en bedrijven met complementaire expertise op het gebied van het screenen naar nieuwe substraten die fyto-oestrogenen bevatten en het ontwikkelen van nieuwe extracten. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Studie van de pH invloed op de intracellulaire ionenhomeostatse, de mitochondriale functie en het endocytoseproces in geïsoleerde renale proximale muizentubuli tijdens en na metabole inhibitie. Universiteit Hasselt Abstract: Uit vorige studies in de groep celfysiologie is gebleken dat niercellen kunnen overleven na 60 minuten uitschakeling van hun metabolisme. Wij hebben de ionenconcentraties ( natrium, calcium en pH) respectievelijk in het niercelcytoplasma en de mitochondria gevolgd en hierbij kunnen constateren dat mitochondria een belangrijke bufferende rol spelen voor de plotse toename van intracellulair calcium, zodat de dodelijke invloed ervan wordt onderdrukt. Deze studies werden uitgevoerd op modelculturen van niercellen , van amfibische en zoogdieren oorsprong, en werden gepubliceerd in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. In het voorliggend project willen wij de relevantie van de vorige studies nagaan door gelijkaardige omstandigheden, die een tekort aan bloedvoorziening voor de nieren simuleren en bij de mens dikwijls leiden tot een fataal acuut nierfalen, op te leggen aan geperfuseerde en geisoleerde niertubuli van muizen. Wij zullen de leefbaarheid van de cellen bestuderen op celculturen en vergelijken met het effect op geisoleerde nierbuisjes en de manier waarop hun transportfunctie kan hersteld worden na het hernemen van het metabolisme bij zogenaamde reperfusie. Daarenboven zullen we de specifieke rol van de zuurtegraad op de functie van de mitochondria en hun mogelijke bijdrage tot celdood nagaan. Wij zullen gebruik maken van humane en muizen cellijnen, die kunnen aangekocht worden, maar ook van nierbuisjes, die we zullen dissecteren uit muizennieren. Het belang van dit project wordt duidelijk, als men weet dat tot nog toe zeer weinig onderzoek werd uitgevoerd op geisoleerde tubuli en dat acuut nierfalen, ten gevolge van een tekort aan bloedvoorziening, bv na een zware operatie , na transplantatie , tijdens multipel orgaanlijden, of tijdens een shocktoestand na een zwaar ongeval , een van de meest raadselachtige en zeer moeilijk te behandelen syndromen blijft in de nefrologie. De in de literatuur vermelde incidentie varieert van 0,9 tot 20 % met een mortaliteit gaande van 25 tot 80% , al naargelang de klinische situatie. Dit project beoogt een fundamenteel en dieper inzicht te verwerven in de pathogenese van het nierfalen in de hoop een betere strategie te kunnen uitwerken met het oog op een doeltreffende behandeling. Organisaties: • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Paul STEELS
De rol van de inhiberende neurotransmitters GABA en glycine in de ontwikkelings- en herstelprocessen van oligodendrogliale cellen en hun voorlopers Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een aanpassing aan FWO-project G.0226.07, binnen het onderzoeksinstituut Biomed. Binnen dit project wordt onderzoek uitgevoerd naar de rol van de inhiberende neurotransmitters GABA en glycine in de ontwikkelings- en herstelprocessen van oligodendrogliale cellen en hun voorlopers. Zie eerdere referentie voor meer details. Organisaties: • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Ilse SMETS • Martinus VAN DE VEN • Jean-Michel RIGO
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0159.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair FWO-project samen met UAntwerpen en KULeuven, waarbij UHasselt optreedt als coordinator. Doel van het project is onderzoek naar de structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen. Het project verloopt volgens de bepalingen zoals opgesteld in de voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Ontwikkelen van een set van gebruiksvriendelijke testkits voor snelle discriminatie tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval voor complexe afvalstoffen op basis van biologische en chemische testen Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een samenwekingsovereenkomst in het kader van het Milieu-InnovatiePlatform (MIP) tussen: UHasselt, UAntwerpen, VITO, OVAM, Aminal, en enkele industriële partners. Onderwerp van deze overeenkomst is interdisciplinair biosensor onderzoek. Meer specifiek gaat het om het ontwikkelen van een set van gebruiksvriendelijke testkits voor snelle discriminatie tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval voor complexe afvalstoffen op basis van biologische en chemische testen. Resultaten zijn eigendom van het MIP. Het project verloopt verder volgens de bepalingen zoals opgesteld in voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Luc MICHIELS
Een tweejarige multicenter, random, dubbel-geblindeerde, placebo gecontroleerde, parallelle groepstudie voor de evaluatie van breukefficiëntie en veiligheid van intraveneuze zoledronisch zuur 5mg, jaarlijks voor de behandeling van osteoporosis
Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het Biomedisch Onderzoeksinstituut, anderzijds Novartis Pharma. Biomed levert aan Novartis de onderzoeksresultaten naar "een tweejarige multicenter, random, dubbel-geblindeerde, placebo gecontroleerde, parallelle groepstudie voor de evaluatie van breukefficiëntie en veiligheid van intraveneuze zoledronisch zuur 5mg, jaarlijks voor de behandeling van osteoporosis" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter GEUSENS
Beheersovereenkomst Steunpunt O&O Indicatoren 2007-2011 Universiteit Hasselt Abstract: De missie van het "Steunpunt O&O Indicatoren" bestaat erin een performant systeem van O&O- en innovatie-indicatoren te ontwikkelen en te onderhouden dat de Vlaamse overheid moet voorzien van geactualiseerde en relevante statistische data met betrekking tot de O&O- en innovatie-performantie van de Vlaamse regio. Tevens ontwikkelt het Steunpunt een portefeuille van relevante wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten ter ondersteuning van deze missie. Daartoe: (1) voert het Steunpunt O&O een reeks gerichte langetermijn opdrachten en takenpakketten uit die het Vlaams O&O- en innovatiepotentieel in kaart brengen, kwantificeren en analyseren, (2) dient het erover te waken dat de Vlaamse overheid over een geschikte databeheersstructuur kan beschikken betreffende bibliometrische gegevens, technometrische data en innovatiegegevens, (3) bouwt het een gekwalificeerde staf uit, (4) bouwt het de nodige originele IT-infrastructuur uit, en (5) verzorgt het 'ad hoc' opdrachten en projecten op aanvraag voor de Vlaamse overheid. Het Steunpunt voldoet daarmee aan de behoeften van de Vlaamse overheid om: 1. een coherent en recurrent systeem van O&O- en innovatie-indicatoren te ontwikkelen; 2. de daartoe nodige, recurrent bruikbare IT-infrastructuur en databanken te ontwikkelen en te onderhouden; 3. relevant en actueel onderzoek te doen naar de verdere ontwikkeling van O&O-indicatorenstelsels; 4. de nodige indicatoren en statistieken aan te leveren aan de Vlaamse overheid ter ondersteuning van haar O&O- en innovatiebeleid; 5. een gedefinieerde portefeuille aan beleidsrelevante studies en projecten uit te voeren in opdracht van de Vlaamse overheid; 6. telkens wanneer nodig 'ad hoc' vragen van de Vlaamse overheid betreffende O&O- en innovatie-indicatoren te beantwoorden; 7. de tweejaarlijkse edities van het Vlaams Indicatorenboek O&O en Innovatie te coördineren en af te leveren. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Paul JANSSEN • Luc DE SCHEPPER
De rol van gephyrine en de membraanheterogeniteit op het gedrag van de glycinerecptor Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een aanvraag voor een IWT-specialisatiebeurs voor de periode 01.01.2007 tot 31.12.2008. Het betreft onderzoek naar "De rol van gephyrine en de membraanheterogeniteit op het gedrag van de glycinereceptor" en zal uitgevoerd worden door Smisdom Nick binnen het instituut BIOMED. De membraanheterogeniteit zal het diffusiegedrag van de glycinereceptor beinvloeden en mogelijk leiden tot anomale diffusie. De binding van de glycinereceptor met gephyrine zal niet alleen een effect hebben op het diffusiegedrag maar mogelijk ook clustering induceren. Het diffusiegedrag van de glycinereceptor in het plasmamembraan van levende CHO cellen en oligodendrogliale cellen zal worden nagegaan met verschillende microfluorimetrische technieken: fluorescence recovery after photobleaching, raster image correlation spectroscopy en single particle tracking. Tevens zal de mogelijke clustering worden nagegaan met atomic force microscopy. Het onderzoek gebeurt in samenwerking met onderzoeksgroepen van de KULeuven, UGent en de Universite de Liege. Organisaties: • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Jean-Michel RIGO
Moleculaire en cellulaire mechanismen van electrische exciteerbaarheid Universiteit Hasselt Abstract: Electrische potentiaalveranderingen over het celmembraan zijn het resultaat van een sterk gecoördineerde aktiviteit van ionkanalen. Inzicht in het proces van normale exciteerbaarheid vraag kennis van de eigenschappen van deze ionkanalen. Specifieke doelstelling van de samenwerking tussen de verschillende labo's in dit onderzoek zijn: oprichten van gemeenschappelijke technologie platformen, combineren van onderzoeken op meerdere niveau's en uitwisseling van kennis. De onderzoeksaktiviteiten zijn daarom verdeeld in 5 werk pakketten die specifieke onderzoeksdoelstellingen aankaarten: - ophelderen van de moleculaire architectuur en farmacologie van K+ kanalen en hun rol in exciteerbaarheid - bestuderen en vergelijken van mechanismen van normale en abnormale pacemaking - karakteriseren van de feedback van secundaire veranderingen in [Ca2+]i op membraan exciteerbaarheid - bestuderen van eigenschappen van ionen kanalen en ionotrope receptoren in cel-tot-cel communicatie - nagaan van de plasticiteit van ion kanaal expressie en functie in normale en pathogene condities Organisaties: • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Jean-Michel RIGO • Ann SWIJSEN
Statistische analyse van associatie en afhankelijkheid in complexe data Universiteit Hasselt Abstract: De data die verzameld worden om afhankelijkheidsstructuren te analyseren in de statistiek zijn complex en de onderzoeksvragen worden ook steeds complexer.Vandaar dat nieuwe modellen geconstrueerd worden en een interactie tussen experten noodzakelijk is om met deze data te kunnen werken. Het doel van het netwerk is het ontwikkelen van nieuwe modellen en technieken om de datastructuren te analyseren. Vandaar dat het netwerk bestaat uit 5 werkpakketten. De links tussen de pakketten worden gevormd op 3 niveaus: aan elkaar gekoppelde complexiteiten in de
data, gemeenschappelijke modelleringsbenaderingen, gemeenschappelijke methoden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Noel VERAVERBEKE
Fluorescerende biosensoren gebaseerd op volledige cellen Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt op basis van BOF-gelden, toegekend aan BIOMI (UHasselt) voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft fluorescerende biosensoren gebaseerd op volledige cellen. Organisaties: • Biofysica • Fysiologie • Immunologie - Biochemie • Materiaalfysica • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Martinus VAN DE VEN • Luc MICHIELS • Patrick WAGNER
De bio-informatica-aspecten van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract is een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen, toegekend aan het Centrum voor Statistiek, voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft de bio-informatica-aspecten van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Geert MOLENBERGHS • Ziv SHKEDY
De status van cellulair redox: involvement in Cd-stress Universiteit Hasselt Abstract: Het huidige contract betreft een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen voor de periode van 2007-2010. Begunstigde is onderzoeksgroep CMK. Het onderzoek handelt over de cellulaire redox status: de involvement in Cd-Stress. Organisaties: • Fysiologie • Milieubiologie • Dierkunde: Biodiversiteit en Toxicologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Emmy VAN KERKHOVE • Tom ARTOIS • Ann CUYPERS
Milieu en Gezondheid Universiteit Hasselt Abstract: Deze overeenkomst betreft de opstart van een steunpunt rond "Milieu en gezondheid" zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering voor een periode van Vijf jaar van 01.01.08 tot 31.12.2011. Partners binnen het project zijn KULeuven, UA, UGent en VUB. Het project wordt uitgevoerd zoals gedefinieerd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS • Liesbeth BRUCKERS
Statistische analyse van associatie en afhankelijkheid in complexe data Universiteit Hasselt Abstract: De data die verzameld worden om afhankelijkheidsstructuren te analyseren in de statistiek zijn complex en de onderzoeksvragen worden ook steeds complexer.Vandaar dat nieuwe modellen geconstrueerd worden en een interactie tussen experten noodzakelijk is om met deze data te kunnen werken. Het doel van het netwerk is het ontwikkelen van nieuwe modellen en technieken om de datastructuren te analyseren. Vandaar dat het netwerk bestaat uit 5 werkpakketten. De links tussen de pakketten worden gevormd op 3 niveaus: aan elkaar gekoppelde complexiteiten in de data, gemeenschappelijke modelleringsbenaderingen, gemeenschappelijke methoden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Noel VERAVERBEKE • Marc AERTS
IOF mandaat Debora Dumont / Inge Smolders Universiteit Hasselt Abstract: IOF-mandaten zijn mandaten van onbepaalde duur voor postdoctorale onderzoekers die een structurele ondersteuning bieden bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten van een onderzoeksinstituut of groep. De functie van een IOF-mandaat is ingebed in de structuur van een onderzoeksinstituut of groep en kan afhankelijk van de noden van het aanvragende instituut of groep, variëren tussen het profiel van een business
developer tot een medewerker wiens research expertise onontbeerlijk is om dienstverlening naar bedrijven te faciliteren. Bij de aanvraag en evaluatie van een dergelijk mandaat, wordt aangegeven in welke zin de mandaathouder impact heeft op de valorisatieoutput van het instituut, te zien in functie van het faciliteren van dienstverlening en samenwerking met bedrijven, of bij het oprichten van een spin-off. Organisaties: • Fysiologie • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Inge SMOLDERS
Scheidingstechnologiegerelateerde miniatuurisatie en -fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
De mechanismen van barrièrepermeabiliteithuishouding ontrafeld: de interactie tussen stressfactoren in het stratum corneum en de signaaloverdrachten in de onderliggende levende epidermis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij normale zoogdieren lokt acute beschadiging van de barrièrepermeabiliteit metabole responsen in de onderliggende epidermis uit die gaan zorgen voor een snel herstel van de barrièrehuishouding. De cascade die verantwoordelijk is voor het barrièreherstel wordt in gang gezet door: snelle secretie van vooraf gevormde lammellar bodies (LB), voornamelijk afkomstig uit de bovenste stratum granulosum (SG) cellaag, gevolgd door een toename in epidermale DNA synthese. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie)
Onderzoekers: • KRISTIEN DE PAEPE • DIANE ROSEEUW • Jean-Pierre HACHEM
Genexpressie in endometriale biopten als predictieve merker voor klinische zwangerschap na IVF. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uit voorgaand onderzoek in het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde blijkt een verschil van meer dan 3 dagen tussen histologische datering van het endometrium volgens Noyes en de chronologische cyclusdag op de dag van eicelaspiratie in een IVF cyclus niet compatibel te zijn met het tot stand komen van een klinische zwangerschap. Dit verschil komt echter slechts bij een minderheid (ongeveer 10%) van de onderzocht patiëntes voor en is dus niet klinisch bruikbaar als evaluatie van de endumetriumreceptiviteit. Volgen een zeer recente studie kunnen endometriumstalen met gekende als ongekende histologie geklasseerd worden in een specifieke fase van de menstruele cyclus aan de hand van hun moleculaire genexpressieprofielen. In een preliminaire studie in ons centrum waren 77 genen differentieel geëxprimeerd in 3 endometria met en 3 zonder doorgaande zwangerschap. Een kandidaat-gen (gen betrokken in de regulatie van de celproliferatie) voor endometriumreceptiviteit werd reeds geïdentificeerd. Dit gen vertoont in de literatuur tevens een gedaalde expressie in proliferatief endometrium vergeleken met vroefsecretoir endometrium. Het huidige project beoogt de verkregen preliminaire resultaten met genexpressie analyse op hormonaal gestimuleerde Endometrium biopten uitbreiden, de gevonden merkers te valideren met RT-PCR en hun expressie longitudinaal op te volgen met immunocytochemie op biopten uit verschillende stadia van normale en gestimuleerde cycli. Prospectief zullen dan de kandidaat-merkers getest worden als bloed- of weefselmerker op hun predictieve waarde voor endometriale receptiviteit. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • Pieter IN 'T VELD • CLAIRE BOURGAIN • PAUL DEVROEY
Geactiveerde T/NK-cellen radiosensibiliseren tumoren via de productie van interferon-y en NO: de rol van Jak-stat signaal transductie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1996 onderzoekt ons labo de mogelijkheid om hypoxische tumor cellen te radiosensibiliseren door het stikstofmonoxide radicaal (NO). We evalueerden twee strategieën om NO te produceren in tumoren: (a) bioreductie van NO donors en (b) activatie van de L-arginine/iNOS pathway in tumor cellen of in tumor geassocieerde immuun cellen. Ons huidig FWO-project is gefocusseerd op het radiosensibiliserende potentieel van macrofagen, die als deel van de "innate immunity" een eerste verdedingingslijn vormen tegen pathogenen en kanker. Macrofagen zijn geprogrammeerd om specifieke pathogeen geassocieerde patronen te herkennen via meer dan 10 "Toll-like receptors" (TLR) en te reageren door de vrijstelling van talrijke pro-inflammatoire mediatoren. Wij toonden aan dat (a) de TLR4 agonisten bacterieel LPS en zijn bioactieve component lipid A, macrofagen stimuleren om NO te produceren en zo naburige tumor cellen kunnen radiosensibiliseren, (b) gestimuleerde macrofagen cytokines secreteren die de productie van NO activeren in naburige tumor cellen,
resulterend in radiosensibilisatie (c) de expressie van iNOS en de productie van NO onder transcriptionele controle staan van NFkB. Deze resultaten werden gebundeld in twee publicaties en toonden voor de eerste maal de potentiële rol van tumor geassocieerde immuun cellen aan in de radiorespons van tumoren. Recent rapporteerde een andere groep eveneens een immuun gemedieerde radiosensibilisatie door de synthetische CpG ODN oligodeoxynucleotiden, die bacteriële infecties nabootsen via activatie van TLR9. Met dit project willen we onze radiosensibiliserende strategie uitbreiden naar het pro-inflammatoir tumoraal infiltraat, een belangrijk compartiment van solide tumoren dat zowel tumor progressie als anti-kanker therapieën beïnvloedt. We zullen ons focusseren op T lymfocyten en NK-cellen (T/NK-cellen), die een brug vormen tussen de "innate" en verworven immuniteit. T/NK cellen worden geactiveerd door geprimde dendritische cellen en macrofagen en secreteren verolgnes IFN-y. Dit pro-Th1 cytokine is een krachtige co-stimulator en effector van de anti-tumorale immuunreactie, die gestuurd wordt door CD4+ helper en CD8+ cytotoxische T lymfocyten en CD56+ NK-cellen. Onze hypothese is dat dezelfde T/NK-subsets een doelwit vormen voor radiosensibiliserende strategiën, daar IFN-y in staat is om via JAK/STAT signaal transductie NOS te activeren in tumor cellen. De doelstellingen van dit project zijn te onderzoeken: 1. of geactiveerde T/NK-cellen voldoende IFN-y secreteren om via JAK/STAT signaal transductie iNOS te induceren in tumor cellen 2. het radiosensibiliserend potentieel van T/NK-cellen in een panel tumor cellen van muizen en van humane origine 3. de radiosensibiliserende effecten van lipid A en CpG ODN in tumor modellen, gebruik makend van éénmalige en gefractioneerde radiotherapie 4. de expressie en induceerbaarheid van IFN-y en iNOS in colorectale tumoren en hun predictieve waarde naar therapie respons Stadium 1: Interacties tussen immuun en tumor cellen: in vitro muismodel (le iaar) Stadium 2: Radiosensibiliserend potentieel van geactiveerde T/NK cellen: in vitro modellen (iaar 2 - 3) Stadium 3: Radiosensibiliserende effecten van lipid A en CpG ODN: in vivo muis model (iaar 2 - 3) Stadium 4: iNOS expression en radioresponse van humane colorectale tumoren: xenografts in naakte muizen (jaar 3) Stadium 5: Basale IFN-y/iNOS expressie en radiorespons van colorectale tumoren (jaar 1 - 4) Stadium 6: IFN-y/iNOS inductie in colorectale tumoren (jaar 1 - 4) Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Mark DE RIDDER
Identificatie en regeling beta cel fenotypes met therapeutisch potentieel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project steunt op de werkhypothese dat beta cellen kunnen voorkomen als verschillende fenotypes die elk gekarakteriseerd worden door een specifiek gen- en proteine expressie en door functionele kenmerken, in het bijzonder in termen van celoverleving en deling, insuline productie en reserve, gevoeligheid voor glucose. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • DANIEL PIPELEERS • KARINE HELLEMANS • ZHIDONG LING
Rol van aminozuur metabolisme en peroxisomale enzymes in ziekteresistentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De tomatenmutant sitiens, die deficiënt is in productie van abscisinezuur, is resistent aan necrotrofe fungi zoals Botrytis cinerea (Audenaert et al., 2002, Plant Physiol. 128: 491-501) en heeft verminderde gevoeligheid aan de biotrofe fungus Oidium neolycopersici (Achuo et al., 2006, Plant pathology 55: 178-186). Via microarray analyse werden in tomaat genen geïdentificeerd die na infectie differentieel geïnduceerd worden in wild type and sitiens planten. Dit project heeft als doel experimenteel na te gaan of deze differentieel gereguleerde genen een rol spelen in de afweer tegen pathogenen bij tomaat en Arabidopsis thaliana. Het project is een samenwerking tussen het Laboratorium Fytopathologie (UGent), het departement Plant Systems Biology (VIB/UGent) en het Laboratorium Plantengenetica (Vrije Universiteit Brussel). Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Sigrid BRAUC • GEERT ANGENON • Eric DE WAELE
Betacelfunctie in (pre)type 1 diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: INLEIDING Type 1 diabetes is een belangrijke (>1.5% levenslang risico in West-Europa) en vooralsnog ongeneeslijke ziekte die ongeveer de helft van de invaliderende verwikkelingen van alle diabetespatiënten veroorzaakt (1-5). Het ziekteproces wordt geïnitieerd en verder gedreven door een samenspel van (multipele en onvolledig gekende) genetische en omgevingsfactoren (1,6-12). Op een nog niet te detecteren ogenblik veroorzaakt dit proces een daling in het aantal betacellen, die vermoedelijk maanden tot jaren asymptomatisch kan bestaan, maar zich progressief doorzet tot de betacelmassa niet meer in staat is om de hyperglycemie te vermijden, hetgeen dan zal leiden tot de diagnose "diabetes". Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS • BART KEYMEULEN
Slaap-waakregulatie bij kort- versus langslapers en bij gezonde slapers versus mensen met promaire insomnie: de rol van de waak- en slaapdruk in de sensitiviteit voor een slaaptekort. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recente studies maken duidelijk dat de grootte van de individuele, stabiele verschillen in slaperigheid en de sensitiviteit voor een slaaptekort substantieel is. Terwijl we in onze voorgaande studies de invloed van de waakdruk op de slaap-waakregulatie nagingen door deze acuut te manipuleren (De Valck et al., 2004), willen we ons in de huidige studie richten op de individuele verschillen in waakdruk en de impact daarvan op de slaap-waakregulatiemechanismen. Daartoe zullen bij kort- en langslapers, mensen met insomnie en gezonde, gemiddelde slapers veranderingen in slaapdruk (toename in delta-activiteit in het electro-encephalogram of EEG) en waakdruk (toename in beta-activiteit in het EEG en stresshormonen) worden gemeten gedurende een periode van 36u totale slaapdeprivatie. Immers, kortslapers (gemiddelde slaapduur van
minder dan 6 u) onderscheiden zich van langslapers (gemiddelde slaapduur van meer dan 9 uur) door meer beta-activiteit in het EEG (hogere waakdruk) en niet door minder delta-activiteit in het EEG (kleinere slaapdruk). Een tweede populatie waarbij een chronisch verhoogde waakdruk in de vorm vanb verhoogde beta-activiteit in het EEG werd gerapporteerd, zijn mensen met primaire insomnie. Waar de verhoogde waakdruk in deze populatie ook zorgt voor een kortere totale slaapduur, gaat dit bij hen in tegenstelling tot bij kortslapers, gepaard met een uitgebreid klachtenpatroon. De doelstelling is de rol van de waak- en slaapdruk binnen de slaap-waak regulatie wederzijds te dissociëren en zo een afdoende verklaring te vinden voor de discrepantie in het klachtenpatroon van kortslapers ten opzichte van mensen met primaire insomnie. Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Marie VANDEKERCKHOVE • Elke DE VALCK
De rol van aandacht bij het impliciet leren van sequenties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoeksproject wil ik de invloed van aandachtsprocessen op het leren bestuderen. In het bijzonder wil ik nagaan in welke mate exogene en endogene aandachtsprocessen het leren beïnvloeden van sequentiële structuren. Veel van onze dagelijkse gebruikte kennis berust nl. op het aanleren en toepassen van sequentiële structuren. Dit gebeurt veelal impliciet, denk maar aan het aanleren van een taal of een sport. In dit project wil ik nagaan hoe het impliciet sequentieel leren, dat beschouwd wordt als een basaal leermechanisme dat we delen met lagere diersoorten, beïnvloed wordt door stimuli die de aandacht automatisch naar zich toetrekken (bottom-up- exogeen) en door stimuli waarop we zelf onze aandacht richten (top-down - endogeen). Deze onderzoeksvraag dringt door tot de kern van het leren: wordt het leren hoofdzakelijk gestuurd door invloeden van buitenaf, waarbij we automatisch associaties maken, of verloopt het leren vnl. top-down, waarbij we onze aandachtsprocessen actief moduleren in functie van een maximale adaptatie aan onze omgeving? Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Natacha DEROOST
Geheugenconsolidatie van verbaal en niet-verbaal stimulusmateriaal bij expliciet leren en impliciet leren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Huidige aanvraag ligt in het verlangde van het 4-jarig OZR-mandaat van Inge zeeuws en heeft tot doel toe te laten het doctoraat succesvol af te ronden. Het onderzoek kende vertraging ten gevolge van het gebruikte onderzoeksdesign. Er werd immers gebruik gemaakt van within-subjects designs, waarbioj de deelnemers steeds een sessie uitvoeren onder invloed van d-amfetamine en een sessie met placebo. De afname van een experiment liep hiermee al gauw op tot enkele maanden. Hoewel de data van verscheidene experimenten leiden tot duidelijke conclusies blijven er twee vragen onbeantwoord, waarvoor nog doorslaggevende experimentele data nodig zijn. Het beantwoorden van beide vragen is daarenboven essentieel voor het succesvol afronden van het doctoraat (zie verder in verslag voorbije activiteiten). Met dit project onderzoeken we de consolidatie van verbaal en niet-verbaal materiaal in impliciete en expliciete geheugentaken. Consolidatie verwijst naar de verdere verankering van opgenomen kennis na het leren. Kennis wordt met andere woorden niet plots, maar gradueel in het lange termijn geheugen vastgelegd (McGauch, 2000). Aansluitend op vroeger onderzoek in ons laboratorium werd het consolidatieproces door middel van d-amfetamine onderzocht (Soetens et al 1995; Soetens et al 1993). De voor de hand liggende te beantwoorden vraag is of impliciet leren gemeenschappelijke consolidatie-eigenschappen bezitten (zie verder verslag voorbije activiteiten). Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS
Wat met gebarentaal. Over de opvoeding van jange, dove kinderen met een Cochleaire Implant (CI). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De snel evoluerende technologische ontwikkelingen op het vlak van cochleaire implantatie 5CI) en de toepassingen ervan bij steeds jongere dove kinderen (<12 maanden) hebben geleid tot een grotere toegankelijkheid van de gesproken taal voor dove kinderen en tot nieuwe discussies over de plaats van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen met horende ouders. Met dit project beogen we een wezenlijke bijdrage te leveren aan deze discussies. Via een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestuderen we gedurende de eerste 30 levensmaanden (6m, 9m, 12m, 20m en 30m) bij 20 jonge dove kinderen met een cochleair implantaat het effect van het gebruik van ondersteunende gebaren en/of de Vlaamse Gebarentaal (VGT) op a) de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie, b) de ontwikkeling van voortalige communicatievaardigheden, c) de morfo-syntactische verwerving van het Nederlands en d) de morfo-syntactische verwerving van VGT. Ook bestuderen we de visies en beleveningen van de moeders van dove kinderen. We gaan na in welke mate en hoe horende moeders die wel of geen gebruik maken van gebaren en VGT hierin verschillen. Organisaties: • Orthopsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Kind-, ouder- en opvoedingssfactoren als indicatoren voor ziektegedrag bij kinderen met reccurente buikpijn. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pijn en lichamelijke symptomen zijn voor veel kinderen eengewone ervaring. Een aantal onder hen wordt door de pijnen en symptomen ernstig belemmerd in het sociaal en dagelijks functioneren. Er zijn nog veel onduidelijkheden zowel qua ontstaan als qua behandeling. Zo blijft in empirisch onderzoek bij kinderen met symptomen de mogelijke onderhoudende en versterkende rol van de ouders en hun opvoeding en de relatie ervan met het copinggedrag van de kinderen onderbelicht. Daarnaast is onderzoek hierover bij kinderen in Vlaanderen en Nederland schaars. Iemands cultuur heeft echter een invloed op de wijze waarop een mens lichamelijke symptomen beleeft. Recent ontwikkelde Vanderfaeillie (2004) een integrerend verklaringsmodel voor lichamelijke (somatoforme) symptomen. Het integreert elementen uit de symptoomperceptietheorie (Gijsbers Van Wijk & Kolk, 1997; Pennebaker, 1982), psychofysiologische modellen (Flor & Turk, 1989), het transactionele ontwikkelingsmodel (Sameroff & Chandler, 1975), het copingsmodel van Compas (Compas, e.a., 2001) en Belsky's (1984) model inzake determinanten van ouderlijk handelen. Dit model moet echter nog worden getoetst op zijn geldigheid. Het kan ook worden gebruikt om richting te geven aan onderzoek naar symptomen bij kinderen. Met dit onderzoek wensen we het hierboven voorgestelde model te toetsen op zijn geldigheid voor kinderen met buikpijn. De vraag die we willen beantwoorden luidt m.a.w.: Wat is de bijdrage van de kind-, gezins- en opvoedings-kenmerken aan de verklaring van verschillen in activiteitenniveau en/of ziekteverzuim bij kinderen met buikpijn. Organisaties: • Orthopsychologie
Onderzoekers:
• JOHAN VANDERFAEILLIE
De rechten van het kind in de sport: mogelijkheden van officiële instanties om deze rechten te implementeren en te evalueren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meer en meer komt het bewustzijn dat de rechten van het kind dienen gerespecteerd te worden in diverse vrijetijdsactiviteiten, waronder de georganiseerde sport, die door volwassenen worden ingericht en begeleid. In 2004 werd de Panathlon verklaring "Ethics in Youth Sport" opgesteld en goedgekeurd, welke momenteel door diverse internationale instanties zoals sportclubs, nationale en internationale sportfederaties, enz. deze implementeren en evalueren. Het doel van onze studie is dan ook een systeem te ontwerpen van honorering aan de hand van labeling, met duidelijk omschreven items gebaseerd op de Panathlonverklaring. Aan de hand van een bevraging zowel bij de beleidsverantwoordelijken in nationale en internationale sportinstanties alsook bij jeugdleiders en jongeren zelf zal gepeild worden naar pro's en contra's van het hanteren van deze labeling zodat deze zo waarheidsgetrouw mogelijk kan geïntroduceerd worden op het niveau van de sportclubs, Vlaamse en internationale sportfederaties. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • KRISTINE DE MARTELAER
Opstellen van leerlijnen in het judo aan de hand van analyses van judogevechten op verschillende niveaus en bij verschillende leeftijdscategorieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Judocompetitie wordt gekenmerkt door een intermitterend inspanningspatroon met verschillende onderdelen (rechtstaand gevecht, grondgevecht en pauzes opgelgd door de scheidsrechter). Tot nu toe werd er geen systematische dataverzameling gedaan naar het tijdsgebruik en naar de verdeling van de verschillende gevechtsmogelijkheden binnen het judokamp. De bedoeling van voorliggend project is om judokampen van verschillend niveau en van verschillende leeftijdscategorieën te analyseren op tijdsgebruik binnen de judokamp (actieve tijd in rechtstaand gevecht, actieve tijd in grondgevecht, recuperatie tijdens pauzes opgelegd door de scheidsrechter)om op die manier een beeld te krijgen van het inspanningsprofiel van een doorsnee judowedstrijd. Aan de hand van deze gegevens kan de judotraining verder geoptimaliseerd worden rekening houden met de gemeten intervallen van activiteit en recuperatie en met aandachtsbesteding van de correcte activiteiten (grond versus rechtstaande werk). Tevens willen we de gebruikte technieken gaan evalueren en dit zowel qua gebruiksfrequentie, de score per techniek en het tijdstip in het gevecht. Alle gemeten parameters willen we analyseren per geslacht, per gewichtscategorie, per leeftijd en in functie van het niveau van de competitie (regionaal, nationaal, internationaal). Indien verschillen gevonden worden tussen bv. de gewichtscategorieën dankunnen de trainingsvormen aangepast worden per categorie. De analyses in finctie van de leeftijd zullen ook gebruikt worden voor de ontwikkeling en verfijning van de judoleerlijnen en voor talentdetectie. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • EVERT ZINZEN
Longitudinaal onderzoek van biomechanische, biochemische en biometrische prestatiebepalende parameters van de sprintstart bij jonge elitesprinters in het kader van talentdetectie en trainingsbegeleiding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het aandeel van snelle spiervezels is voor het sprinten, het explosief starten in het bijzonder, een belangrijke prestatiebepalende parameter (A. Mero et al. 1992). Het voorliggende project stelt zich dan ook tot doel bij jonge sprinters een beter inzicht te verwerven in de evolutie van de spiersamenstelling (fast-slow- twitch) zoals gemeten in specifieke sprongtests (Bosco et al. 1983) en gebruikmakend van electromyografisch "getunde" wavelets (Wakeling et al. 2001). Daarbij komen nog de driedimensionele biomechanica van de sprintstart (Mero et al. 2006, Hunter et al.. 2004. Schache et al. 2000) en een selectie prestatiegerelateerde biochemische parameters (Poortmans et al. 2003. 2005 ) aangevuld met biometrische indicatoren voor lichaams-samenstelling(Sands et al.. 2005. Spenst et al, 1993). Hiervoor zouden 60 talentvolle jonge sprinters. samen met een controlegroep, vanaf 14 jaar longitudinaal doorheen hun adolescentie jaarlijks getest worden. Bij een deelpopulatie zal tevens nagegaan worden hoe jonge sprinters fysiologisch reageren op een acute belasting zoals bij sprintintervaltraining (Twist & Eston, 2005). Deze studie biedt daarom een unieke gelegenheid om biomechanische en biochemische parameters te bestuderen die invloed hebben op de sprintprestatie, de start in het bijzonder, en op de inspanningsbelasting doorheen de adolescentie bij jonge sprinters. Het is tenslotte de ultieme bedoeling om de onderzoeks resultaten terug te koppelen naar de trainers en begeleiders van jonge sprinters voor een optimale talentdetectie en -begeleiding. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • BARTOLD VAN GHELUWE
Menselijke lichaamssamenstelling: validatie van in vivo meetinstrumentarium ten behoeve van de ergonomie in de werkplaats en implementering in de gezondheidszorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In-vivo methoden om de menselijke lichaamssamenstelling te bepalen worden gebruikt in de kliniek (endochrinologie-nutritie, radiologie, anesthesiologie, sportgeneeskunde...), in de ergonomie en in de algemene gezondheidszorg. Door een gebrek aan basisgegevens worden we geconfronteerd met een profileratie van indirecte technieken, formules en meetinstrumenten. Sommige van deze middelen die op de markt worden gebracht behoren tot de zware apparatuur met toepassinf in ziekenhuizen en/of onderzoekslaboratoria. een vb. hiervan is DEXA (Dual Energy XRay Absorptiometry) bestemd voor onderzoek van beenmineralen, beendensiteitn regio-veronderstellingen zonder validatie ervan. De marketing overtreft het kwaliteitsonderzoek desbetreffende. Maar er zijn eveneens in vivo technieken o.a. in de algemene gezondheidszorg, die evenmin onderworpen zijn aan validerende kwaliteitscontrole: a) de huidplooidikte (HDP) die indirect toelaat het % lichaamsvet te bepalen binnen formules en indexen die nauwelijks ter discussie staanin de nutrionele-obesiteit, de ergonomische gezondheidswetenschappen en veelvuldig worden gebruikt; b) de perimeters voor hypertrofie/atrofieonderzoek, voor nutritionele toestanden, bij groeionderzoek, HIV, somatotype... c) de body-mass index(BMI) met zijn populaire status en verregaande relaties met risico factoren wordt beschouwd als evident. Maar de relatie van deze index met menselijke weefselverhoudingen waarvoor het een voorspellende waarde heeft is niet onderzocht. Doel: toetsen van deze voorbeelden en andere in-vivo technieken met indirect bekomen gegevens aan directe maten door middel van carcas analyse. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Beeldvorming van de lymfoedemateuze arm ten gevolge van axillaire uitruiming na borstkanker door middel van MRI en Ultrageluid en vergelijking met weefselbiopties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ultrageluid beeldvorming is een frequent gebruikte techniek om het stadium van lymfoedeem te bepalen. Toch is de consistentie van oedeem nauwelijks gekend. Voorgaande studies hebben aangetoond dat de echogeniciteit van ultrageluidbeelden gerelateerd is aan de evolutie van het lymfe oedeem. In de literatuur vindt men echter verschillende verklaringen terug wat betreft de weefselveranderingen, gestaafd op de veranderingen die te zien zijn met ultrageluidbeeldvorming. Het doel van de huidige studie is de beelden verkregen door ultrageluid te vergelijken met magnetische resonantie enerzijds en microscopische preparaten van de huid en onderliggend weefsel anderzijds, om een idee te krijgen over de samenstelling van het oedeem. Een eerste deel van het onderzoek is verricht op kadavers met unilaterale bortsamutatie en axillaire uitruiming. Verder onderzoek is gefocused op patiënten met een stadiumIII lymfoedeem, die een lymfosuctie moeten ondergaan. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS
De ontwikkeling van een virtueel en moleculair controlebord voor de omzetting van kankerstamcellen naar niet kwaadaardigheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens de laatste jaren werd er bewijs verzameld dat de hypothese ondersteunt dat de robuustheid van kanker zou te wijten zijn aan een klein deel van de tumormassa, de kankerstamcellen (KSC). Onze aanpak is gericht op de toevoeging van Master Switch factoren in de microomgeving van de KSC die tot de differentiatie in non-prolifererende en niet-kwaadaardige cellen zal leiden. Deze Master switch factoren zijn normaal aanwezig in de normale stamcellen niche om de homeostase te reguleren. Ons voorstel is onderverdeeld in in vitro studies en in vivo tests van stamcellen die een type solide tumoren vertegenwoordigen: hersenkankers. Teneinde ons doel te bereiken zullen de master switch factoren geïndentificeerd en lokaal geleverd worden in en rond de tumor. Hiervoor zullen we gebruik maken van microkralen geladen met de master switch proteïne(n) die, enkel lokaal, geleverd moeten worden, een hoge concentratie van de differentiërende factor(en), aldus een normale micro-omgeving creërend. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Onderzoek naar het mechanisme van endocriene verstoring door pesticiden met insecten vanuit ecotixicologisch standpunt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De schadelijke effecten van hormaanverstorende stoffen voor het milieu staan reeds geruime tijd in de belangstelling van wetenschappers, beleidsmakers en de industrie. Er is een duidelijke consensus dat de ecotoxicologische risco-evaluatie van stoffen dienst gesteund te zijn op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek/biotoetsen die relevante hormonale mechanismen en eindpunten evalueren end it zowel bij invertebraten als vertebraten. Omdat invertebraten 95% van alle gekende diersoorten op aarde omvatten, bestaat er een toenemende interesse om ook bij deze groep de effecten van potentieel hormoonverstorende milieucontaminanten te bestuderen. Anderzijds is er groeiende bezorgdheid omwille van de neveneffecten op het milieu en de groeiende resistentie ten opzichte van conventionele neurotoxische insecticiden. Andere targetsites voor de bestrijding van plaaginsecten zijn dus wenselijk: interferentie met de hormonale regulatie van de groei, ontwikkeling en reproductie van economische-belangrijke plaaginsecten, in het bijzonder het insect-specifieke proces van metamorfose, biedt unieke mogelijkheden. Dit project heeft tot doel meer fundamentele inzichten te verwerven over de mechanismen van hormoonverstoring bij insecten vanuit ecotoxicologisch standpunt. Vanuit de biodiversiteit in het dierenrijk zijn de verkregen inzichten van bijzondere interesse om beter het werkingsmechanisme van endocriene verstoring te begrijpen bij vertebraten, in het bijzonder de mens. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Guy SMAGGHE
In vitro DNA repair fenotype: ontwikkeling, vergelijking en validatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De individuele gevoeligheid voor mutagenen/carcinogenen is bepaald door genetische polymorfismen van de genen die betrokken zijn met de expressie van een DNA letsel tot mutatie: metabolisatie, DNA repair, cel cyclus controle en apoptose/necrose. Daar meerdere genen een bepaalde pathway bepalen is het vrij moeilijk rechtstreeks het globale effect te voorspellen vanuit het genotype voor ieder gen. Om deze redenen is het belangrijk een geïntegreerd fenotype te kennen. Met dit project beogen we, in samenwerking met andere partner ploegen van ons ECNIS NoE, methoden om het fenotype voor de voornaamste DNA repair pathways te ontwikkelen en te valideren, namelijk base excision repair (BER), double strand break repair (DSBR), nucleotide excision repair (NER) en mismatch repair (MMR). Het algemene strand break repair fenotype (BER, NER en DSBR) zal bestudeerd worden door in vitro challenging met H2O2 en BPDE en vergelijking van 2 verschillende cellulaire benaderingen. Mismatch repair zal uitgevoerd worden op specifieke oligonucleotiden. Validatie zal gebeuren op 30 donoren met gekend genotype. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
De studie van kandidaat mannelijke infertiliteitsgenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Infertiliteit is een wereldwijd probleem waarmee ongeveer 15% van de koppels met een kinderwens te kampen heeft. De laatste jaren is duidelijk geworden dat genetische oorzaken een belangrijke rol spelen bij mannelijke infertiliteit. Onderzoek is dan ook, naast de behandelingsmogelijkheden, vooral gericht op de identificatie van genetische factoren die aan de grondslag liggen van mannelijke infertiliteit. In eerder onderzoek werden deleties op de lange arm van het Y chromosoom onder de loep genomen. Het verband tussen deze deleties en mannelijke infertiliteit werd reeds geruime tijd geleden aangetoond. In ons centrum werd onder meer het PRY gen bestudeerd. Dit gen is vermoedelijk niet belangrijk voor de spermatogenese, maar een functie in de apoptose van zaadcellen werd vermoed. Een verband tussen een verhoogde aanwezigheid van apoptotische zaadcellen en abnormale semen parameters werd reeds in verschillende studies gesuggereerd. In dit geval zou het PRY gen dus toch betrokken kunnen zijn bij mannelijke infertiliteit. Huidig onderzoek is gericht op de identificatie van genen op het X
chromosoom die specifiek in testisweefsel worden uitgedrukt. Recent werden in het X-gebonden USP26 gen drie veranderingen van de genomische sequentie waargenomen bij acht patiënten met een Sertoli cell-only syndroom. Deze veranderingen waren echter afwezig bij mannen met een bewezen fertiliteit. Het doel van de eerste studie is meer inzicht te verwerven in de apoptose van spermatozoa. Bij mannen met slechte spermaparameters werd immers een verhoogde frequentie van zaadcellen met apoptotische kenmerken waargenomen. Enerzijds kan apoptose beschouwd worden als een bescherming tegen overerving van defecten in het DNA, maar anderzijds kan een slecht gereguleerde apoptose een verhoogde eliminatie van 'gezonde' zaadcellen tot gevolg hebben. Tevens is het nog steeds onduidelijk of spermatozoa de capaciteit hebben om zelf apoptose te induceren. Daarom zal nagegaan worden of geëjaculeerde en gezuiverde spermatozoa apoptose kunnen induceren. Een tweede studie is gericht op de identificatie van genen die mogelijk belangrijk zijn voor de spermatogenese en die een rol zouden kunnen spelen in de etiologie van mannelijke onvruchtbaarheid. Onze aandacht gaat vooral uit naar genen op het X chromosoom aangezien mannen slechts één kopie van dergelijke genen bezitten. Een mutatie in een gen gelegen op het X chromosoom kan dus niet gecompenseerd worden door een tweede, normale kopie. De rol van de te onderzoeken genen in de spermatogenese zal worden nagegaan door de expressie na te kijken zowel op RNA als op eiwit niveau. Het belang van deze genen in het ontstaan van mannelijke infertiliteit zal nagegaan worden door mutaties op te sporen in deze genen bij onvruchtbare mannen. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • KATRIEN STOUFFS
Ontleding van de dendritische cel biologie en de signalen die lymfociet activatie controleren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Introductie: Sinds de eerste beschrijving van dendritische cellen (DC) begin jaren '70 is het duidelijk geworden dat het om een uniek celtype gaat met uitzonderlijke antigen-presenterende capaciteit (Steinman and Cohn, 1973). Deze heterogene groep van cellen is verantwoordelijk voor het dirigeren van T cel responsen, gaande van negatieve selectie in de thymus en inductie van perifere tolerantie tot het stimuleren van afweer en geheugen responsen (Steinman, 2007). Het is daarom niet verwonderlijk dat heel wat onderzoek uitgaat naar het ontrafelen van de DC-biologie en het gebruik van DC als cellulair vaccin in aandoeningen zoals kanker, infectieuze en auto-immuun ziekten. O Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Karine BRECKPOT
Neurochemische en neurofarmacologische studie naar de rol van glutamaattransporters in limbische epilepsie en de ziekte van Parkinson. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in de pathofysiologie van zowel ziekte van Parkinson staat een verhoogde glutamaterge activiteit in de output nuclei van de basale ganglia en de hippocampus. Na vrijstelling in de synaptische spleet, bindt glutamaat (Glu) aan de glutamaatreceptoren, resulterend in propagatie van een actiepotentiaal. De modulatie van deze synaptische activiteit gebeurt o.a. via de heropname van Glu uit de extracellulaire ruimte door hoge affiniteits Na+/K+-afhankelijke Glu transporters (EAATs). Ook de cystine-Glu antiporter, een electroneutrale 1:1 cystine-Glu uitwisselaar die in normale omstandigheden cystine naar het cytosol brengt in ruil voor de extracellulaire vrijstelling van een Glu molecule, kan de extracellulaire Glu concentratie beïnvloeden. Met dit project beogen we een grondige studie van zowel de expressie als de activiteit van de EAATs en Cys/Glu antiporter in de output nuclei van de basale ganglia en de hippocampus tijdens het verloop van de ziekte van Parkinson en epilepsie. Dit zullen we verwezenlijken mbv. immunocytochemische kleuringen, Western Blotting en microdialyse. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • YVETTE MICHOTTE
In vivo beeldvorming van cel differentiatie bij cel therapie in een rat model van hartfalen door middel van pinhole-SPECT. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling en validatie van het paMHC-hNIS transgeen rat model, waardoor het mogelijk wordt om de differentiatie van stamcellen naar cardiomyocyten in vivo te visualiseren op een kwantitatieve wijze met Pinhole SPECT (Single Photon emission tomography). Het project omvat 4 specifieke objectieven: 1. beeldvorming van de 3D distributie en de intensiteit van de NIS transgeen expressie in het hart 2. evaluatie van de invloed van de NIS transgeen expressie op de hartfunctie 3. gebruik van paMHC-hNIS trangene rat lijn als donor van stamcellen voor transplantatie in een rat model van hartfalen 4. in vivo kwantificatie van de differentiatie in cardiomyocyten en correlatie met het functionele herstel van het hartfalen Dit onderzoek maakt deel uit van een aanvraag voor een fundamenteel klinisch mandaat en een krediet aan navorsers bij het FWO. De gevraagde middelen dienen voor de aankoop van het transgeen rat model. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • AXEL BOSSUYT
Stellaatcellen in de neircortex: karakterisering en embryologische oorsprong. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In cirrose zijn de leverstellaatcellen verantwoordelijk voor de overmatige productie van extracellulaire matrixeiwitten. Stellaatcellen worden ook vermeld in andere organen zoals de pancreas en de nier. In de nier zijn er slechts weinig gegevensover deze cellen bekend. Elke nieraandoening wordt gekenmerkt door een progressieve achteruitgang van de nierfunctie en door een toenemende graad van sclerose, zowel in de glomeruli als in het interstitium. Het doel van dit project is een inzicht te verkrijgen in de karakteristieken van quiescente en geactiveerde
nierstellaatcellen, hun distributie in de renale cortex en hun patentiële rol in het ontstaan van tubulo-interstitiële en glomerulaire fibrose bij de rat. Morfologische karakterisatie zoals de opslag van retinylesters, aanwezigheid van intermediaire filament- en andere eiwitten typisch voor (lever)stellaatcellen worden bestudeerd in 2 experimentele modellen van nierziekte bij de rat (het adriamycine model voor glomerulosclerose en het aristolochinezuur model voor tubulo-interstitiële fibrose). Naast de activatie van nierstellaatcellen speelt het EMT (Epithelial to Mesenchymal Transition) proces een belangrijke rol in renale fibrose. EMT is een proces van omgekeerde embryogenese waarbij renale epitheelcellen hun epitheliaal fenotype verliezen en mesenchymale eigenschappen beginnen vertonen. De Distibutie van CRBP-I is hierbij indicatief. Organisaties: • Anatomie
Onderzoekers: • CHRISTIANE VAN DEN BRANDEN
In vivo beeldvorming van celdifferentiatie bij celtherapie in een rat model van hartgalgen door middel van Pinhole-SPECT. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling en validatie van het paMHC-hNIS transgeen rat model, waardoor het mogelijk wordt om de differentiatie van stamcellen naar cardiomyocyten in vivo te visualiseren op een kwantitatieve wijze met Pinhole SPECT (Single Photon emission tomography). Het project omvat 4 specifieke objectieven: 1. beeldvorming van de 3D distributie en de intensiteit van de NIS transgeen expressie in het hart 2. evaluatie van de invloed van de NIS transgeen expressie op de hartfunctie 3. gebruik van paMHC-hNIS trangene rat lijn als donor van stamcellen voor transplantatie in een rat model van hartfalen 4. in vivo kwantificatie van de differentiatie in cardiomyocyten en correlatie met het functionele herstel van het hartfalen Dit onderzoek maakt deel uit van een aanvraag voor een fundamenteel klinisch mandaat en een krediet aan navorsers bij het FWO. De gevraagde middelen dienen voor de aankoop van het transgeen rat model. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • AXEL BOSSUYT
Lever en vetweefsel: functies in het Metabool Syndroom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent onderzoek suggereert dat vetopstapeling in de lever (onder meer een gevolg van obesitas) een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van het Metabool Syndroom, dat een belangrijk risicomerker is voor type 2 diabetes en voor cardio-vasculaire aandoeningen. De hypothese van het HEPADIP project stelt dat dit een verandering reflecteert in de metabole interacties of signaaltransductie tussen vetweefsel en de lever. De doelstellingen van het project richten zich daarom op de rol van en interacties tussen vetweefsel en de lever, in de ontwikkeling van een verstoord vetmetabolisme, insuline signaaltransductie, en glucose homeostase met als doel de identificatie, validatie en ontwikkeling van nieuwe targets voor diagnose, preventie en behandeling van het Metabool Syndroom. Aanzienlijke hoeveelheden gegevens van transcriptomics en metabolomics zullen worden gegenereerd. Deze data zullen worden geïntegreerd en geanalyseerd met de nieuwe 'omics' en bio-informatica technologieën. Het Hepadip Project verenigt 19 Europese, academische laboratoria en 7 industriële partners in een consortium dat haar doelstellingen wil realiseren in 5 onderzoekslijnen, elk met hun specifieke objectieven. CYTO-VUB zal een prominente rol spelen in Onderzoekslijn 2: Biology van het Leverweefsel. CYTO-VUB zal de verschillende celpopulaties in de lever isoleren en daarna zuiveren met een celsorteerder, uitgerust met UV laser. Ons specifiek doel is de effecten van insuline resistentie en nietalcoholoische steatotische leverziekte ("non-alcoholic fatty liver disease" - NAFLD) in specifiek levercelpopulaties te karakteriseren. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN
Recrutering van pancreatische stellaatcellen uit een lokaal progenitorcelcompartiment na experimentele accute panreatitis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pancreatische stellaatcellen (PSC) werden in 1998 geïdentificeerd. Deze cellen spelen een hoofdrol in de pathogenese van chronische pancreatitis en in de spreiding van tumorale cellen in pancreaskanker. De rol van PSC tijdens acute pancreatitis en de daaropvolgende genezingsfase werd tot op heden niet bestudeerd. Preliminaire experimenten werden door ons (vakgroep celbiologie) uitgevoerd om de kinetiek van PSC te bestuderen in een diermodel van acute pancreatitis (het caerulaine model). Immunokleuringen voor desmine (een merker voor PSC) en Ki-67 (profileratiemerker) werden uitgevoerd op verschillende tijdstippen tussen 1 uur en 14 dagen na intraperitoneale toediening van caeruleine aan ratten en PSC werden geteld. De celkinetiek van PSC na deze caeruleine-geïnduceerde acute pancreatitis toonde 3 duidelijk te onderscheiden fasen (zie punt 7 §A;3). Uit de analyse van deze fasen blijkt: 1) dat, na een initiële, snelle en totale verdwijning van PSC, de eerste PSC die opnieuw verschijnen, gelokaliseerd zijn in het periductulair bindweefsel rond de pancreatische afvoergangen met recolonisatie van het parenchym op latere tijdstippen; 2) dat er sterke proliferatieve activiteit is in de epitheelcellen van de ductuli en in de periductulaire bindweefselcellen. Deze observaties leidt tot de hypothese dat er een lokaal periductulair progenitorcelcompartiment zou bestaan. Het doel van het voorgesteld project betreft het karakteriseren van dit compartiment. Immunokleuringen zullen uitgevoerd worden om merkers van mesenchymale progenitorcellen (Stro-1+, WGA+, Sca-1+, ...) te testen en om tellingen uit te voeren van de verschillende celpopulaties van dit compartiment. Voor deze kleuringen is een heel gevoelige methode noodzakelijk die ook drie- en viervoudige kleuringen toelaat. Immunofluorescentiemicroscopie m.b.v. een monochromator is hiervoor de beste optie. Een monochromator genereert licht met een beperkte bandbreedte (+/- 7,5 nm) en laat toe om de excitatie golflengte heel nauwkeurig te bepalen en de verschillende fluorochromen heel selectief te exciteren. Deze nieuwe techniek is superieurt.o.v. de oude techniek met excitatiefilters in filterblokken (banbreedte 30-40nm). De huidige aanvraag beoogt het verkrijgen van financiële middelen voor de aankoop ban een monochromantor en bijhorende hoge resolutie camera (41.500 EUR) alsook een werkingskrediet voor 2 jaar (2 x 16.000 EUR) Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN • Daniel URBAIN
Afleiden en karakterisatie van humane embryonale stacellen (hES) met myotone dystrofie, Duchenne's musculaire dystrofie of facioscapulohumerale dystrofie en differentiatie tot myocyten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Myotone dystrofie (DM1) komt voor met een frequentie van 1/8000 en wordt gekenmerkt door spieratrofie van de distale spieren, myotonie, endocriene stoornissen. Duchenne musculaire dystrofie (DMD) heeft een prevalentie van 1/4200 geboortes en wordt gekenmerkt door geleidelijke aantasting van de spieren met als gevolg dat de patiënten in hun tienerjaren in een rolstoel terechtkomen, en vroeg overlijden (gemiddeld ongeveer 17 jaar). Facioscapulohumerale musculaire dystrofie (FSHD) tenslotte is de derde meest voorkomende neuromusculaire aandoening (2/1.000.000) na DMD en DM1. De autosomaal dominante ziekte wordt gekenmerkt door progressieve zwakte en atrofie van de aangezichts-, schoudergordel- en bovenste arm spieren. (www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?db=OMIM) Deze drie aandoeningen interesseren ons in het bijzonder omdat ze alle drie een belangrijke pathologie thv de spier veroorzaken. Aangezien transgene muizen met het DMPK gen geen fenotypische afwijkingen vertonen, en de C2C12 myoblast cultuur op dit ogenblik het enige model is voor het onderzoek van DM1 in vitro, is het niet mogelijk om de vroegere pathogenese, nl. van stamcel tot myoblast, te onderzoeken. Een muismodel voor DMD bestaat, maar er is geen murine embryonale stamcellijn met deze mutatie beschikbaar, terwijl voor FSHD geen muismodel bestaat. Bij PGD worden embryos die bekomen werden na IVF, na drie dagen cultuur onderzocht op de aanwezigheid van een genetische afwijking. Enkel embryos zonder de genetische aandoening onder beschouwing worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt zwangerschapsafbreking na prenatale diagnose bij koppels met een risico op een kind met een genetische afwijking vermeden (Sermon et al., 2004). Aan het Departement Biologie, in de onderzoeksgroep Cellulaire Genetica (CEGE) onder leiding van prof. Luc Leyns, heeft men reeds een ruime ervaring opgedaan met de manipulatie van muis embryonale stamcellen (mES) in het algemeen en de differentiatie van deze mES naar myoblasten in het bijzonder. Deze aanpak is gebaseerd op de normale inducties die in het embryo plaatsvinden (Leyns en Kemp, 2004). In deze in vitro studie zijn signalisatie- en groeifactoren toegevoegd aan de ES cellen om de in vivo signalen na te bootsen. Zo slaagde deze groep in een eerste fase erin om verschillende types mesoderm (axiale en posterieure identiteit) te bekomen (Keller et al., 1995). De differentiatie van de mES naar myoblasten werd gevolgd door real-time reverse transcriptie PCR voor de detectie van merkers specifiek voor het mesoderm (bv. brachyury en goosecoid). Dit werk wordt verder gezet met andere groeifactoren zoals BMPs, FGFs en WNTs en ook gezuiverde eiwitten die als antagonisten fungeren, zoals FRZB, Cerberus en Noggin, en de werking van endogene groeifactoren blokkeren. Een samenwerking tussen de ORG en de CEGE is reeds gestart met een vergelijking op moleculair vlak tussen hES en mES cellen. In het bijzonder, onderzoeken we nu door real-time PCR en statistische analyse welke de beste huishoudgenen zijn die kunnen gebruikt worden om het uitdrukkingsniveau van genen te kwantificeren in mES, hES en embryos (manuscript in voorbereiding). DOEL VAN HET PROJECT Aangezien er geen dierlijke of cellulaire modellen bestaan om deze degeneratieve ziekte te bestuderen, stellen we voor om hES drager van DM1, FSHD en DMD te generen en te karakteriseren. Meer bepaald zijn onze doelen: 1. Afleiden van embryonale stamcellijnen van embryos die na PGD aangetast bleken door DMD en FSHD. 2. Differentiatie van hES, afgeleid van normale en aangetaste embryos, naar myoblasten en gedifferentieerde myocyten als model voor de behandeling van degeneratieve spierziekten. 3. Gebruik van de DM1 hES als model voor het onderzoek van de moleculaire basis van DM1. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON
Antioxidantia als bescherming voor de vrouwelijke gameet tijdens radiotherapie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De reserve aan vrouwelijke gameten is vervat in de ovariële cortex, onder de vorm van primordiale follikels bestaande uit een onrijpe onvolgroeide eicel omringd door enkele voedingscellen (pre-granulosacellen). Uit deze pool primordiale follikels starten er dagelijke enkele eenheden de groeifase dei verschillende maanden in beslag neemt. Het aantal primordiale follikels ligt echter reeds met de geboorte vast, er komen geen nieuwe follikels meer bij. Dit impliceert dat schade aan de vrouwelijke gameten, zoals dit bijvoorbeeld optreedt bij een abdominale radiotherapie, aanleiding kan zijn tot de versnelde uitputting van de eicelpool gevolgd door onvruchtbaarheid en een vervopegde start van de menopauze. Wetenschappelijk onderzoek en klinische studies hebben aangetoond dat antioxidantia kunnen bijdragen tot de bescherming van cellen beschadigd door bestraling. Wij zullen onderzoeken of componenten zoals melatonin and alpha-tocopheryl succinaat, twee van de sterke antioxidantie, follikels en eicellen kunnen beschermen tegen bestraling geïnduceerde schade. Door gebruik te maken van gestandardiseerde invitro cultuurtechnieken voor een muis model kunnen we effecten in alle verschillende folliculaire klassen bestuderen. Tot de eindpunten van onze in-vitro studies behoren: follikel ontwikkeling, eicel maturatie, fertilisatien embryo ontwikkeling, chromosoom afwijkingen in eicel en embryo, ... Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Ontwikkeling en validatie van fingerprint chromatogrammen voor medicinale kruiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project handelt omtrent de kwaliteitscontrole van fytotherapeutisch materiaal, meer specifiek, (Chinese) kruiden. Het pobleem situeert zich bij het gebrek aan controle van deze preparaten, grotendeels te wijten aan de complexiteit van hun chemische samenstelling, waardoor het vaak onmogelijk is om alle actieve stoffen te identificeren. De aanpak die momenteel het meest geschikt is voor de identificatie en kwalificatie van (medicinale) kruiden, is de fingerprint chromatografische technologie. Het objectief van het onderzoek omvat in eerste instantie het definiëren van een methodologie die toelaat om op een snelle en efficiënte manier fingerprints voor medicinale (Chinese) kruiden te ontwikkelen, de kwaliteit van de fingerprints te beoordelen, de verkregen data te verwerken en er de relevante informatie uit te extraheren. Dit laatste laat bv. toe om verschillende species van elkaar te onderscheiden of om de activiteit/toxiciteit van een kruid te linken aan de verkegen fingerprint. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • Goedele ALAERTS
Scheidingstechnologiegerelateerde miniaturisatie en - fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken,
om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • Debby MANGELINGS • Indiana TANRET
De mechanismen van barrièrepermeabiliteithuishouding ontrafeld: De interactie tussen stressfactoren in het stratum corneum en de signaaloverdrachten in de onderliggende levende epidermis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij normale zoogdieren lokt acute beschadiging van de barrièrepermeabiliteit metabole responsen in de onderliggende epidermis uit die gaan zorgen voor een snel herstel van de barrièrehuishouding. De cascade die verantwoordelijk is voor het barrièreherstel wordt in gang gezet door: snelle secretie van vooraf gevormde lammellar bodies (LB), voornamelijk afkomstig uit de bovenste stratum granulosum (SG) cellaag, gevolgd door een toename in epidermale DNA synthese. Om de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor barrièrevorming te begrijpen, onderzoeken we in dit project de 'signalling events' die plaatsvinden onder zowel fysiologische als pathologische condities en die verantwoordelijk zijn voor LB secretie en corneocytvorming. In het huidige project stellen we dat koppeling van protease activated receptor (PAR2) en caveolea (Cav) de barrièrepermeabiliteit homeostasie regelt via het aanvoelen van acute verstoringen in het stratum corneum (SC). Signaaltransductie doorheen de epidermis via PAR2 activatie en Cav mobilisatie kan aanleiding geven tot: 1) lipid rafts (LR)/Cav vorming met als gevolg controle van LB secretie en 2) apoptotische veranderingen van de corneocyten door de activatie van uitvoerende en/of differentiatie-gerelateerde caspases (Casp). Als gevolg hiervan kan het voorkomen van Cav in de LR een noodzakelijk signal zijn dat secretie remt en terminale differentiatie stimuleert wat leidt tot corneocytvorming. Of Cav en PAR2 activatie in KC betrokken is bij Casp activatie blijft ongekend en zal onderzocht worden in dit project. Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • DIANE ROSEEUW
Neurochemische neurofarmacologische studie naar de rol van glutamaattransporters in limbische opilepsie en de ziekte van Parkinson. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met behulp van glutamaattransporter specifieke antilichamen, specifieke inhibitoren en glutamaattransporter deficiente muizen wordt de betrokkenheid van hoge-affiniteit Na/K-afhankelijke glutmaattransporters, vesiculaire glutamaattransporters en de cystine/glutamaat antiporter bestudeerd in diermodellen voor de ziekte van Parkinson en limbische epilepsie. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ann MASSIE • YVETTE MICHOTTE
Onderzoek naar het mechanisme van inflammatie- geïnduceerde spiervermoeidheid bij geriatrische patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Situering: Voorgaand onderzoek toont aan dat inflammatie sterk inhiberend werkt op spiervermoeibaarheid en kracht bij geriatische patiënten. Via welke mechanismen inflammatie tot spierzwakte en vermoeidheid leidt is onduidelijk. DOEL: Nagaan in welke mate de afgenomen spiervermoeibaarheid en de spierzwakte bij gehospitaliseerde geriatrische patiënten met inflammatie toe te schrijven zijn aan centrale factoren (centraal zenuwstelsel) of lokale factoren (ter hoogte van de spier zelf). METHODE: gehospitaliseerde geriatrische patiënten (AZ-VUB) ingedeeld als inflammatoir (CRP>10mg/L,N=20) of niet inflammatoir (CRP<5mg/L, N=20) en gezonde oudere vrijwilligers (N=20). Gehospitaliseerde patiënten worden binnen de 6 dagen na opname geëvalueerd; de gezonde vrijwilligers ambulant. Primaire outcome: de patiënt voert een maximale vrijwillige adductie van de duim uit en houdt deze spiercontractie aan totdat de kracht afneemt tot 50% van het maximum. Om de 15 sec wordt de M. Adductor Pollicis transcutaan electrisch gestimuleerd ('Twitch Interpolation' methode) via zijn motore zenuw (N. Ulnarus) ter hoogte van de pols. Dankzij de zeer kortdurende en punctuele simulatie (zonder tetanisatie) blijft het comfort van de patiënt verzekerd. Vergelijking van de krachtontwikkeling en EMG van de M Adductor Pollicis tijdens maximale vrijwillige spiercontractie en twitch interpolation staat toe om lokale oorzaken van spiervermoeidheid (b.v. verminderde exciteerbaarheid) te onderscheiden van centrale oorzaken (b.v. afgenomen centrale activatie). Verklarende outcome: Circulerende concentrati CRP (Hs voor gezonden) en Cytokines (IL-1, IL-6, TNF-a, IL10). Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • Ivan BAUTMANS
Ontleding van Dendritische Cel biologie en de signalen die lymfociet activatie controleren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dendritische cellen (DC) vormen de brug tussen de aangeboren en verworven immuniteit en zijn in staat om bij antigen opname de aanwezigheid van schadelijke indringers aan te voelen. Dit laatste start een differentiatie proces waarbij de DC van een immatuur stadium evolueert naar een stadium waar zij beslissen om ofwel T cellen te stimuleren, ofwel T cel tolerantie te behouden. In dit onderzoeksproject willen we een beter inzicht krijgen in de mechanismen die leiden to DC activatie en de factoren die bepalen wanneer een gegeven DC-populatie immuniteit induceert. Organisaties:
• Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Optimalisatie van Dendritische Cel Vaccinatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De immunobiologie van dendritische cellen (DC) heeft een enorm potentieel voor de ontwikkeling van nieuwe immuuntherapieën voor kanker en infectueuze aandoeningen. In dit project, dat deel uitmaakt van een geheel aan studies betreffende DC-biologie en de ontwikkeling van nieuwe immuuntherapeutische strategieën met DC in het kader van een EU-Network of Excellence, wensen we vier subprojecten te ontwikkelen ter optimalisatie van dendritische celtherapie. We wensen onze know-how en expertise omtrent de genetische modificatie van muis en humane DC aan te wenden om deze cellen optimaal te activeren. Hiertoe zullen we de DC voorzien van constitutief actieve synergistische TLR receptoren die tevens coderen voor TAA antigenen, van een dominant negatieve variant van de inhibitor van de TLR en cytokine signalisatie en van een oppervlakte membraan gebonden vorm van de TLR3 receptor gebonden aan de signaaltransductie van TLR4. Om deze DC optimaal in vivo te activeren zal de combinatie therapie met TLR3 agonisten uitgebreid worden getest. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
De rol van neurogenine-3 afhankelijk transcriptiefactoren IA1 en Myt1 in de ontwikkeling van de endocriene pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De tijdelijke expressie van de Neurogenine-3 (Ngn3) transcriptiefactor is essentieel voor de ontwikkeling van de endocriene pancreas. In gene chip experimenten uitgevoerd op primaire duct cellen getransduceerd met adenoviraal Ngn3 identificeerden we diverse, specifiek Ngn3afhankelijke transcriptiefactoren betrokken in dit endocriene ontwikkelingsproces. In eerdere experimenten konden we reeds aantonen dat dergelijke adulte duct cellen partieel transdifferentiëren naar nedocriene cellen als gevolg van exogene Ngn3 expressie. Dit onderzoeksproject omvat de karakterisering van twee nieuw-geïdentificeerde Ngn3 afhankelijke transcriptiefactoren, namelijk IA1 en Myt1. De functie van deze eiwitten zal worden geanalyseerd door middel van viraak gemedieerde gain of function (expressie in Ngn3 knockout achtergrond) en loss of function (RNAi in wild type achtergrond) type experimenten, uitgevoerd op pancreas explanten. Deze explanten laten de embryonale endocriene differentiatie toe in in vitro culturen waardoor relatief eenvoudig in dit differentiatie proces kan ingegrepen worden. Voor IA1 konden we in samenwerking met Gerard Gradwohl (INSERM, Straatsburg) reeds aantonen dat dit eiwit essentieel is voor de embryonale ontwikkeling van betacellen in de muis (zie publicatielijst). Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS
Betacelfunctie in pretype 1 diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: INLEIDING Type 1 diabetes is een belangrijke (>1.5% levenslang risico in West-Europa) en vooralsnog ongeneeslijke ziekte die ongeveer de helft van de invaliderende verwikkelingen van alle diabetespatiënten veroorzaakt (1-5). Het ziekteproces wordt geïnitieerd en verder gedreven door een samenspel van (multipele en onvolledig gekende) genetische en omgevingsfactoren (1,6-12). Op een nog niet te detecteren ogenblik veroorzaakt dit proces een daling in het aantal betacellen, die vermoedelijk maanden tot jaren asymptomatisch kan bestaan, maar zich progressief doorzet tot de betacelmassa niet meer in staat is om de hyperglycemie te vermijden, hetgeen dan zal leiden tot de diagnose "diabetes". Het verlies aan betacellen wordt toegeschreven aan een lokaal chronisch inflammatoir proces met immunologische tekenen van autoreactiviteit (9-14). Na diagnose wordt een insuline substitutietherapie ingesteld die de metabole behoeften aan glucose kan dekken maar die er wel niet in slaagt om de glucosespiegels continu binnen de normale grenzen te houden waardoor op termijn chronische diabetescomplicaties kunnen optreden. Het is dus duidelijk dat nieuwe therapieën - gericht op de betacellen en/of het immuun systeem - dienen ontwikkeld om het (verder) verlies aan betacellen te vermijden (3,5,15-17), zowel voor als na de klinische diagnose (10,11). Totnogtoe waren noch het profylactisch toedienen van insuline injecties noch de orale inname van nicotinamide in risicogroepen zoals antilichaampositieve eerstegraadsverwanten succesvol in de preventie van type 1 diabetes (18,19). Een korte IV behandeling met gehumaniseerde monoklonale anti-CD3-antilichamen daarentegen kon de betacelmassa wel significant bewaren in pas-ontdekte patiënten (20,21). De grootste placebo-gecontroleerde en gerandomiseerde studie (n=80 patiënten) werd gecoördineerd door het BDR en mede gefinancierd binnen een voorafgaande FWO project (FWO G.0319.01). Door gebruik te maken van reproduceerbare hyperglycemische clamp testen (21,22) kon deze studie aantonen dat een kortdurende CD3-antilichaam behandeling de betacelfunctie voor ten minste 18 maand efficiënt kon bewaren, maar dit enkel in patiënten met ?25% residuele functionele betacelmassa bij klinische diagnose in vergelijking met de mediaan van gezonde leeftijdsgecontroleerde controlepersonen. Nieuwe protocollen zouden nu moeten uitgewerkt worden om deze therapeutische strategie verder te ontwikkelen, maar eerst en vooral moeten proefpersonen kunnen geïdentificeerd worden die het meest gebaat zouden zijn met de geplande immuno-interventies, aangezien observaties in de Belgische CD3-studie en in proefdiermodellen (23) suggereren dat deze interventies eveneens efficiënt kunnen zijn in de late preklinische fase wat betere perspectieven opent. WERKHYPOTHESE Klinische studies ter preventie van betaceldestructie bij antilichaam(Ab)-positieve verwanten (2aire preventie) en pas-ontdekte diabetespatiënten (3aire preventie) vereisen kennis van de relatie tussen 1. circulerende Abs. waarvan is geweten dat ze een risico uitdrukken voor type 1 diabetes, elk met hun eigen specificiteit: Abs. tegen insuline - IAA; tegen glutamaatdecarboxylase - GADA; tegen IA-2 eiwit - IA-2A en/of tegen eilandjescel cytoplasma - ICA (7- 12,24,25). 2. en merkers van veranderde betacelfunctie, zoals verhoogde proinsulinespiegels (PI), verlaagde insuline (INS) of C-peptide (CP)- spiegels en verhoogde PI/CP ratio's, basaal en tijdens clamp testen (10,26-30). Op dit ogenblik gebeurt de rekrutering van diabetespatiënten en hun eerstegraadsverwanten, en de bepaling van autoantilichamen, genetische merkers en een beperkt aantal clamp testen binnen het lopend FWO-project G.0517.04. Het gelijktijdig bepalen van merkers voor de functionele betacelmassa en de immune status laat toe patiënten te stratifiëren volgens het stadium in het pathogenetisch proces. Dit is nuttig voor het selecteren van testgroepen voor interventies en het interpreteren van resultaten (11,31). DOELSTELLING Deze studie wil biologische criteria bepalen die verlies van betacelmassa op korte tijd weergeven en dus een versnelde evolutie naar type 1 diabetes. Deze criteria helpen bij de keuze van het tijdstip en het type van preventie, vergemakkelijken de samenstelling van meer homogene groepen studiepersonen (op basis van residuele betacelmassa, homogeen risico op betaceldestructie) en leiden tot herkennen van functionele merkers die als "surrogate endpoints" kunnen worden gebruikt. Op deze manier wordt de omvang van de studiegroepen verminderd evenals de opvolgingstijd die nodig is om significante effecten van een testsubstantie te onderzoeken (11). Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • FRANS GORUS
Patiëntenbetrokkenheid bij beslissingen rond het levenseinde. Een longitudinaal onderzoek naar geprefereerde versus feitelijke informatie en betrokkenheid en effect hiervan op kwaliteit van leven, tevredenheid met de besluitvorming.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimale palliatieve zorg aan het levenseinde impliceert het centraal stellen van de patiënt, met zijn waarden en wensen. Recente wijzigingen in de deontologie, juridische veranderingen en de mentaliteitsverandering bij het publiek wijzen erop dat de arts niet langer gezien wordt als diegene die best weet wat goed is voor de patiënt, maar als iemand die de patiënt optimaal kan informeren en begeleiden. Ook in de wetenschappelijke literatuur focust men op modellen van Shared-decision-making en Informed decision als alternatief voor het paternalistische model. Paradoxaal aan deze ontwikkelingen rijst de vraag of alle patiënten wel een dergelijk mate van betrokkenheid wensen. Er wordt geopperd dat de mate van informatie en betrokkenheid aangepast moet worden aan de individuele wensen van de patiënt. In deze prospectieve longitudinale studie willen we de geprefereerde versus feitelijke informatie en betrokkenheid nagaan van terminaal zieken bij het nemen van beslissingen en het effect hiervan op kwaliteit van leven, tevredenheid met de besluitvorming en kwaliteit van zorg. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Koen PARDON • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
Opstellen van een vergelijkende artrokinematische database van de schouder om een nieuw multi-axiaal gewricht op basis van pneumatische actuatoren te kunnen implementeren in een revalidatie robot. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de toepassing van robotica in de revalidatie wordt, naasr de ontwikkeling van een staprobot, onderzocht of systemen met meer complexe 3D-kinematica haalbaar zijn. Voor het VUB-onderzoeksconsortium dat een SBO-aanvraag hieromtrent indiende vormt het bovenste lidmaar een nieuw terrein. Klinische toepassing van robotica in de revalidatie van het bovenste lidmaar vergt een exoskelet met actuatoren dat relatief klein en licht is. Om het bewegingsverloop van dergelijk systeem te laten overeenstemmen met het reële fysiologische verloop, dient de artrokinematica van de schouder accuraat opgetekend te worden. Het doel van dit project is het opstellen van artrokinematische database van de schouder. Hiervoor zullen technische referentieframes gerelateerd worden aan anatomische referentieframes, d.m.v. de registratie van ruimtelijke coördinaten van beenderige referentiepunten gedurende dissectien met behulp van een 3D-stylus (Microscribe). Vervolgens zal het bewegingsverloop in de schouder in vitro d.m.v. elektromagnetische (Flock of Birds) en sonografische trackers (Zebris) geregistreerd worden. In een tweede fase zullen dezelfde gegevens geregistreerd worden in vivo en vergeleken worden met data bekomen door video-analyse. Op basis van al deze data kan een methematisch model voor de schouder worden ontwikkeld. Organisaties: • Heelkundige Specialiteiten
Onderzoekers: • GEORGES DELVAUX
De impact van het internet als informatie- en communicatiemedium op de zorgverstrekker- ouder-relatie op neonatale intensieve zorgeenheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Actuele visies en beleidsstandpunten in de gezondheidszorg hanteren impliciet een normatief beeld over de ideale patiënt: een patiënt die proactief en medeverantwoordelijk is in het beslissingsproces, met een grote betrokkenheid in zijn/haar gezondheidstraject. De beschikbaarheid van informatie dient het de patiënt mogelijk te maken een actieve deelnemer te worden in zijn/haar gezondheidsproces. Wetenschappelijke studies suggereren dat het internet als bron van gezondheidsinformatie een verschuiving kan bevorderen in de arts-patiëntrelatie van het paternalistisch model naar een consumeristisch model waarbij de patiënt alles beslist. Er ontbreekt echter een geïntegreerd model omtrent de beweegredenen van patiënten om via internet gezondheidsinformatie op te sporen en te gebruiken en de impact op machtsverhoudingen tussen patiënt en zorgverstrekker. Vergelijkbaar met de visies betreffende patiëntgecentreerde zorg in de algemene gezondheidszorg, wordt in de neonatale setting geijverd voor een familiegecentreerd model van zorgvoorziening. Eenvoudige toegang tot informatie gerelateerd aan de toestand van hun kind, zowel informatie bestemd voor professionelen als deze bestemd voor leken, is één van de principes van familiegecentreerde zorg. Er is echter nog geen onderzoek uitgevoerd naar de rol van het internet als mogelijke pijler van informatieoverdracht en als beslissingsondersteunend instrument. Het gebruik van het wereldwijdeweb als informatie- en communicatiemedium op de ouder-zorgverstrekker-relatie verdient de nodige aandacht. In verschillende ziektestadia varieert de zorgsetting, net zoals het zorgaanbod en de zorgverstrekkers. Verschillende stadia en omstandigheden binnen een ziektetraject zullen vermoedelijk leiden tot een verschillende soort en intensiteit van het zoek- en informatiegedrag. Daar bestaat nu geen wetenschappelijk gefundeerde kennis rond. Dit onderzoek heeft tot doel een inzicht te verwerven in de rol van het internet als informatie- en communicatiebron op de beleving van de ouders doorheen de verschillende ziektestadia en fasen, en dit zowel tijdens als na de opname op een neonatale intensieve zorgeneenheid. Hierbij zal de aandacht tevens gevestigd worden op de ouder-zorgverstrekker-relatie. Een voorlopige classificatie van het ziektetraject en indicaties over het gebruik van informatie- en communicatiemiddelen in dat ziektetraject zal worden opgesteld op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met experten en een prospectief, verkennend kwalitatief onderzoek bij een beperkte groep ouders van NICU-kinderen. Via kwantitatieve dataverzameling zal het gebruik van internet als informatie- en communicatiemedium door ouders van NICU-kinderen en de groeps- en individuele kenmerken van deze ouders worden geanalyseerd. Een verdere validatie en aanvulling op de eerste analyses en theorievorming zal gebeuren door middel van vervolg diepte-interviews. Om de sociale constructie van de ouder-zorgverstrekker-relatie duidelijk in kaart te brengen zal zowel de houding van de ouder als deze van de zorgverstrekker worden bevraagd. De interviews zullen worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijnen van Strauss en Corbin (grounded theory) en Miles en Huberman. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS • Sofie DE ROUCK
NICE - Netwerk voor ijsblad en klimaatevolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De RTN is beperkt tot een klein aantal Europese Instituten. Zijn vorm is anders dan de Geïntegreerde Projecten (IP) waarbij het mogelijk is om een groot aantal instituten te betrekken. We focussen op de NICE netwerk over Klimaat - Ijsblad interacties en trachten om de training en samenwerkingn in het netwerk te optimaliseren. We zijn er bewust van dat vele belangrijke laboratoria die interessante partners zouden kunnen zijn niet betrokken zijn bij het project. NICE zal zich open blijven stellen voor samenwerking met deze groepen. Vooral alle vergaderingen die georganiseerd worden door NICE zullen
toegankelijk zijn voor andere laboratoria met de nadruk op een mogelijke integratie van nieuwkomers. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
MicroRNA profiel analyse: implicaties op dendritische cel biologie, pancreasceldifferentiatie, hematologische stam- of progenitorcel stoornissen en non-small cell longcarcinoom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MicroRNAs (MiRNAs) vertegenwoordigen een klasse van kleine, 18-25 nucleotiden, endogene, niet-coderende RNA moleculen die tussenkomen in de posttranscriptionele regulatie van specifieke doelwit mRNAs. Primaire miRNA transcripten worden bewerkt door 2 RNAse III enzymen (Drosha & Dicer) tot mature miRNAs. Dit enkelstrengig RNA wordt vervolgens geïncorporeerd in een RISC complex en leidt dit naar een specifiek doelwit mRNA. Bijonvolledige base-paring wordt de translatie geremd; bij volledige complementariteit wordt het mRNA gedegradeerd. miRNA analyse heeft een zeet belangrijke plaats ingenomen in de recente wetenschappelijke litteratuur (4 publicaties in 2001, 360 in 2005). miRNAs zouden een rol spelen in tal van processen zoals embryogenese, het behoud van pluripotentie, differentiatie van hematopoiëtische cellijnen, apoptose, controle over de insumline secretie, adipocyt differentiatie, proliferatie van gedifferentieerde celtypes, genomische herschikking en tumorvorming. Analyse van 217 zoogdier specifieke miRNAs leidt tot een nauwkeurige taxonomie van humane kankers en klasseert de weinig gedifferentieerde tumoren nagenoeg foutloos. Omdat miRNAs tot overexpressie kunnen worden gebracht of worden geïnhibeerd, kunnen zij ook een mogelijkheid vormen om het gedrag van cellen te manipuleren in vitro. In dit project wensen we de analyse van miRNA te ontwikkelen en toe te passen in het kader van een aantal subprojecten en biologische vraagstellingen. 1. miRNA profilering in NSCL en correlatie met de mutatiestatus van het EGFR-gen en respons op tyrosyne kinase inhibitoren (J. De Greve) 2. miRNA analyse in de immunobiologie van dendritische cellen (K. Thielemans) 3. miRNA in de regulatie van celdifferentiatie in de pancreas (L. Bouwens) 4. miRNA profilering voor diagnostiek en classificatie van hematopoëtische stam- of progenitorcel aandoeningen (M. De Waele) Organisaties: • Pathologische Anatomie • Immunologie en Microbiologie • Fysiologie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • LUC BOUWENS • MARC DE WAELE • JACQUES DE GREVE
Introductie van de chemische analyse in de microbiologie om interacties van poliovirus op het molecular niveau op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door gebruik te maken van een celvrij systeem en capillaire electroforese zullen onopgeloste vraagstukken in verband met de structuur en de replicatie van het poliovirus, zoals de functie van sommige virale proteïnen, het mechanisme van de initiatie van proteïnen- en RNA synthese en de verschillende stappen in de morfogenese bestudeerd worden. Het moet toelaten om (i) subvirale partikels te detecteren die ontstaan tijdens de replicatiecyclus van poliovirus (morfogenese), (ii) interacties te bestuderen tussen het viraal genoom en subvirale partikels, die leiden tot het ontstaan van nieuwe virionen, (iii) interacties te onderzoeken tussen het viraal RNA en cellulaire proteïnen, (iv) interacties tussen virale en cellulaire proteïnen te beschouwen, (v) interacties tussen viraal RNA en virale proteïnen te volgen, waarbij telkens de stoichiometrie en affiniteit kan bepaald worden, en (vi) om nieuwe targets voor potentieel antivirale drugs te identificeren. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • Yvan VANDER HEYDEN
Cell-mediated immune responses in health and disease : from basic science to clinical investigation. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Vessel formation and vessel wall biology in disease and medicine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vessel formation and vessel wall biology in disease and medicine Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
2D gelelectroforese van eiwitten uit speekselklier- myoepitheelcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Myoepitheelcellen in de speekselklieren zijn een nog weinig onderzochte type cellen. Op basis van voorlopige resultaten kan hun eiwitexpressiepatroon doen vermoeden dat zij mogelijkerwijze verwantschap vertonen met stelaatcellen in andere organen. Teneinde dit eiwitexpressiepatroon in fysiologische en pathologische omstandigheden te onderzoeken zullen deze cellen worden geïsoleerd uit speekselklieren van ratten en in cultuur gebracht. Cultuursupernatant en celhomogenaten zullen worden onderzocht met behulp van de 2D electrophorese en hun
proteïne-expressie in kaart gebracht met behulp van de proteomics-approach. Als pathologisch model wordt de ductligatietechniek of de injectie van caeruleine toegepast. Speekselklieren van experiment- of controlegroep worden enzymatische gedigereerden de celsuspensies gesorteerd (FACSaria). De bekomen homogenaten worden met behulp van 2D gel electroforese onderzocht. Met behulp van geschikte fluorochromen kunnen deze in het gel worden gevisualiseerd. Op deze manier kan op een gestandariseerde wijze verschillen en overeenkomsten inhet eiwitpatroon in expressiepatronen worden aangetoond. Bij het FWO werd een krediet aan navorsers aangevraagd, deze aanvraag betreft matching funds voor werking en een investeringskrediet voor een kleurengevoelige gelscanner. Organisaties: • Conserverende en Prothetische Tandheelkunde
Onderzoekers: • PETER BOTTENBERG
Alternatieve replicasystemen voor picomaviridae: verdere ontwikkeling en exploitatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vijftien jaar geleden werd voor het eerst een celvrij replicatiesysteem voor de "de novo" synthese van poliovirus ontwikkeld. Alhoewel dit in principe een "contradictio in terminis" is; virussen zijn immers obligaat intracellulaire parasieten, heeft dit systeem sinds zijn ontwikkeling reeds belangrijke bijdragen kunnen leveren in het onderzoek van poliovirus. Dit celvrije systeem kan geprogrammeerd worden met viraal RNA (zelfs in vitro aangemaakt) en na incubatie kan de vorming van infectieuze deeltjes worden aangetoond. In dit celvrij systeem is er rechtstreeks toegang tot de zogenaamde "replicatiemechanismen". Men hoeft geen rekening te houden met het passeren van celwand, de invloed van grote membraanstructuren, enz. Het celvrije systeem werd een belangrijk hulpmiddel in het oplossen van een aantal tot nu toe onopgeloste vraagstukken in verband met de structuur en de replicatie van picornavirussen. Tevens werd en wordt dit celvrij systeem aangewend om de aangrijpingspunten van een aantal antivirale middelen op een elegante manier te bepalen. Doel van dit onderzoeksproject is het celvrije systeem verder uit te bouwen : (1) diverse replicatiestappen van het poliovirus verder te ontrafelen; (2) de aangrijpingspunten van antivirale middelen (ter beschikking) op te sporen en te exploiteren. Tevens wensen we het celvrije systeem om te bouwen zodat ook andere picornavirussen kunnen bestudeerd worden. Bijzondere aandacht genieten : (3) de rhinovirussen (veroorzaken gewone verkoudheden) en (4) het TMEV virus, als muizenmodel voor Multiple Sclerosis (nieuwe topic in onze onderzoeksgroep). Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met de onderzoeksgroep van E. Wimmer (SUNY at Stony Brook, NY, USA), die het systeem origineel ontwikkelde. Organisaties: • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT
Molecular and cellular basis for beta cell therapy in diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Molecular and cellular basis for beta cell therapy in diabetes Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS
Rol van specifieke histondeacetylases tijdens leverstellaatcelactivatie en fibrogenese. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de laatste twee decennia werd een grote vooruitgang geboekt in de kennis van het fibroseproces. In de eerste plaats door de identificatie van de stellaatcel als effectorcel van dit pathologische proces, maar ook door de identificatie van door stellaatcellen gesecreteerde mediatoren, matrixmoleculen, proteasen en hun inhibitoren in het wondhelingsproces van de lever. De activatie van leverstellaatcellen is de dominante factor in leverfibrogenese en gaat gepaard met hun transdifferentiatie naar contractiele myofibroblastachtige cellen (4). Inhibitie van dit proces kan dus een belangrijk doelwit zijn voor de therapeutische interventie in leverfibrogenese en meer algemeen fibroproliferatieve aandoeningen. In deze context dient vermeld te worden dat in de laatste 10 jaar stellaatcellen in vele organen werden beschreven, waardoor de studie van dit celtype de grenzen van de hepatologie overschrijdt. Het moleculaire mechanisme van stellaatcelactivatie is slechts ten dele gekend. Het ontrafelen van dit mechanisme, zou een belangrijke stap zijn in de ontwikkeling van een efficiënte antifibrogene therapie. Er is reeds aangetoond dat histondeacetylase (HDAC)-inhibitoren het activeringsproces van stellaatcellen kunnen remmen (5). De activiteiten van HDACs en histonacetyltransferasen (HATs) houden elkaar in evenwicht. De HATs acetyleren lysineresiduen van histoneiwitten, en verhogen daardoor de transcriptionele activiteit. De HDACs deacetyleren histoneiwitten, waardoor transcriptie onderdrukt wordt. Door de eerdere resultaten bekomen in het laboratorium (5) is het dus denkbaar dat stellaatcelactivatie HDAC-activiteit vereist. Over de precieze rol van de individuele HDACs, HDAC-complexen of hun doelwitten, tijdens stellaatcelactivatie is verder nog niets gekend. Momenteel lopen er wel verschillende klinische studies (fase I/II) waarin HDAC-inhibitoren, worden getest als antikankergeneesmiddel. De resultaten van deze studies zijn nog zeer preliminair. Een eerste vaststelling is wel dat de initiële waarnemingen uit preklinische studies, namelijk dat de HDAC-inhibitoren weinig toxisch zijn in vergelijking met de traditionele anti-tumorbehandelingen, bevestigd worden (6, 7). Het gebruik van HDAC-inhibitoren als mogelijk antifibrotisch middel, is dus een belangrijke te onderzoeken mogelijkheid en zal deel uitmaken van het voorgestelde project. Helaas zijn er nog steeds geen echt specifieke HDACinhibitoren beschikbaar en is het dus aangewezen om ook fundamenteel onderzoek te verrichten naar het onderliggende mechanisme van HDAC-afhankelijke stellaatcelactivatie in vitro en in vivo. Referenties 1.Leask A., Abraham D.J., TGF-beta signaling and the fibrotic response. Faseb J 2004, 18, 816-827. 2.Pinzani M., Rombouts K., Colagrande S., Fibrosis in chronic liver diseases: diagnosis and management. Journal of Hepatology Management of Liver Diseases 2005 2005, 42, S22-S36. 3.Arthur M., Meeting of the proposed EuroGOLF network. European Group on Liver Fibrosis (EUROGOLF). Chilworth Conference Centre Southampton UK, 1995. 4.Friedman S.L., Bansal M.B., Reversal of hepatic fibrosis -- fact or fantasy? Hepatology 2006, 43, S82-88. 5.Niki T., Rombouts K., De Bleser P., De Smet K., Rogiers V., Schuppan D., Yoshida M., Gabbiani G., Geerts A., A histone deacetylase inhibitor, trichostatin A, suppresses myofibroblastic differentiation of rat hepatic stellate cells in primary culture. Hepatology 1999, 29, 858-867. 6.Minucci S., Pelicci P.G., Histone deacetylase inhibitors and the promise of epigenetic (and more) treatments for cancer. Nat Rev Cancer 2006, 6, 38-51. 7.Hellebrekers D.M., Griffioen A.W., van Engeland M., Dual targeting of epigenetic therapy in cancer. Biochim Biophys Acta 2006. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers:
• ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN
Onderzoek naar de rol van VEGF als angiogeen signaal dat potentieel betacelmassa vermeerdert. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de rol van VEGF als angiogeen signaal dat potentieel betacelmassa vermeerdert. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Functionele analyse van Neuronaal Pentraxine 1 en Myeline transcriptiefactor 1 in de ontwikkeling en regeneratie van de endocriene pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Functionele analyse van Neuronaal Pentraxine 1 en Myeline transcriptiefactor 1 in de ontwikkeling en regeneratie van de endocriene pancreas. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
HOA: Kwantitatieve beeldvorming met dynamische contrast CT-toepassingen bij tumormedellen in kleine proefdieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kwantitatieve beeldvorming met dynamische contrast CT-toepassingen bij tumormodellen in kleine proefdieren. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • AXEL BOSSUYT • EDGARD NYSSEN • RUDI DEKLERCK • Johan DE MEY
Moleculair onderzoek naar een ecologische adaptatie: zuignappen bij Anura. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het meermaals onafhankelijk ontstaan en verdwijnen van een complex orgaan zoals de zuignap is misschien wel één van de boeiendste aspecten van adaptieve radiaties bij kikkers. De doelstellingen van dit project zijn: 1. Isolatie en identificatie van onwikkelingsgenen die distaal in vingers en tenen uitgedrukt worden. 2. Identificatie en annotatie van genen die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkeling van zuignappen. 3. Onderzoek naar kwantitatieve en spatiale verschillen in genexpressie. 4. Onderzoek naar de evolutie van zuignapspecifieke genen binnen kikkers. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Franky BOSSUYT
Regulatie en functie van genen betrokken bij de virulentie van uropathogene Escherichia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uropathogene Escherichia coli (UPEC) vormen een subgroep van pathogene E. coli, die bij de mens urineweginfecties ('urinary tract infections' of UTI's) kunnen veroorzaken. Deze UPEC-infecties kunnen leiden tot cystitis (infectie van de blaas) en pyelonephritis (infectie van de nieren). De infecties treffen vooral vrouwen en zijn een probleem van groot medisch en economisch belang. Een aantal virulentiefactoren die bijdragen tot de pathogeniciteit van UPEC zijn reeds gekarakteriseerd (o.a. adhesiefactoren en toxines). De informatie over de betrokken virulentiefactoren en hun regulatie is echter verre van volledig. Het doel van dit project is een bijdrage te leveren tot de kennis van de regulatie en functie van de virulentiemechanismen van UPEC, waardoor verbeterde preventie- of behandelingswijzen van UTI's zouden kunnen ontwikkeld worden. Twee complementaire strategieën zullen hierbij toegepast worden. - Op basis van de gekende genoomsequenties van UPEC stammen zullen potentiële virulentiegenen geselecteerd worden. Na constructie van niet polaire deletiemutanten (via homologe recombinatie) zal de rol van deze genen door een reeks in vitro (o.a. agglutinatie testen, biofilmvorming, invasie en overleving in blaasepitheelcellen) en in vivo (muismodel) testen onderzocht worden. - Vermits er nog een groot aantal genen zijn waaraan geen functie kan worden toegekend, zullen door transposonmutagenese nieuwe bij de pathogeniciteit van UPEC betrokken genen geïdentificeerd worden. Dit zal gebeuren door het aanleggen van een bibliotheek van mutanten waarin een gen coderend voor een geëxporteerd eiwit werd uitgeschakeld door transposons die alkalisch fosfatase of ?-lactamase genfusies vormen. De bekomen mutanten zullen vervolgens in vitro en eventueel in vivo getest worden om hun mogelijke rol in het ziekteproces te achterhalen. Aan de hand van genfusies met een 'green fluorescent protein' reportergen zal de regulatie van de geïdentificeerde genen onderzocht worden. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • Veerle DEROUS
De rol van aminozuurmetabolisme in resistentie tegen biotische en abiotische stressfactoren in Arabidopsis thaliana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanwijzingen voor een verband tussen aminozuurmetabolisme en ziekteresistentie werd verkregen in onderzoek naar ziekteresistentie van de tomatenmutant sitiens uitgevoerd aan het Laboratorium voor Fytopathologie (UGent, Prof. M. Höfte) en het Departement Planten Systeem Biologie (VIB-UGent, Dr. F. Van Breusegem). De ABA deficiënte sitiens mutant, die geraakt is in de laatste stap in de ABA-biosyntheseweg, heeft verhoogde resistentie tegen de necrotrofe schimmel Botrytis cinerea (Audenaert et al., 2002, Plant Physiol. 128: 491-501) en de biotrofe schimmel Oidium neolycopersici (Achuo et al., 2006, Plant Pathology 55: 178-186). Wild type en sitiens planten werden met elkaar vergeleken 0 en 8 u na bladinfectie met B. cinerea met behulp van de Tom1 tomatenarrays. Hieruit bleken 240 genen significant verschillend geïnduceerd te worden ten gevolge van B. cinerea infectie, waaronder een reeks genen betrokken bij aminozuurmetabolisme. Veel van deze genen worden ook in Arabidopsis thaliana geïnduceerd na infectie met B. cinerea, en sommige genen tevens bij verschillende vormen van abiotische stress. Het doel van dit project
is na te gaan of deze genen rechtstreeks betrokken zijn bij afweer tegen biotische en abiotische stressfactoren in Arabidopsis thaliana. Organisaties: • Plantengenetica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
Industrieel onderzoek aangaande "Mise au point de nouveaux outils, forets et guides chirurgicaux, pour la pose d'implants dentaires." Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dentale implantaten zijn permanente cilindrische bevestigingspunten die verankerd worden in het kaakbot en waarop individuele tanden of bruggen worden bevestigd. Implantaten hebben belangrijke functionele voordelen ten overstaan van zowel het conventionele verwijderbare kunstgebit voor de boven- en onderkaak, alsook de verwijderbare bruggen die traditioneel bevestigd worden aan naburige elementen. Dentale implantologie bezit een enorm marktpotentieel in de cosmetische tandheelkunde. Momenteel behoren esthetische heelkunde en dentale implantologie tot de snelst groeiende medische markten. Vandaag wordt de dentale implantologie gedomineerd door zeer hoge prijsstellingen, terwijl kwaliteitsstandaards blijkbaar moeilijk op consistente wijze zijn te garanderen. Zich bewust van de essentiële problemen, heeft het Brusselse dentale laboratorium UP2D NV recent een samenwerking opgezet met de departementen ETRO en COPR van de Vrije Universiteit Brussel, waarbij gestreefd wordt naar kwaliteitsverbetering, kostenreducering en marktexpansie. Om deze doelstellingen te kunnen concretiseren, tracht dir industrieel-academisch consortium dentale implantologie te hervormen van een geïndividualiseerd productieproces, dat in belangrijke mate gebaseerd is op artisanale technieken, tot een in hoge mate gestandardiseerd industrieel productieproces. De strategie die hierbij zal ontplooid worden is tweeledig. Een eerste onderzoeksinitiatief heeft betrekking op de ontwikkeling van een geactualiseerde implantatiemethodologie, met inbegrip van nieuwe implantatieïnstrumenten en innovatieve 3D chirurgische behandelingsplanning. een tweede onderzoeksluik tracht op significante wijze de mechanische toleranties te reduceren doorheen het gehele implantatie- en productieproces. Deze strategische doelstellingen zullen worden nagestreefd in 2 fases: Fase I focusseert zich op de ontwikkeling van een nieuwe generatie implantatie-instrumenten, gebaseerd op de aanwezigheid van zirkonium als verspanningsmateriaal. Fase II spitst zich toe op de ontwikkeling van verbeterde meetinstrumenten en nieuwe productieprocedures. In december 2006 werd aan het industrieel-academisch consortium, samengesteld uit UP2D NV en de departementen ETRO en COPR van de Vrije Universiteit Brussel, een significante onderzoeksbetoelaging toegekend door het 'Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk onderzoek en de Innovatie ven Brussel' (IWOIB), om de doelstellingen van Fase I verder te exploreren. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
The hepatic progenitor cell niche under experimental conditions and in human liver disease. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Adulte somatische progenitorcellen (ASPCs) in de lever behouden, op zijn minst gedeeltelijk, hun embryonale plasticiteit. Een aantal van deze cellen zijn van endodermale oorsprong. Deze cellen zijn bipotentieel : ze kunnen differentiëren tot hepatocyten of tot galwegepitheelcellen. Andere cellen zijn van mesodermale oorsprong en kunnen differentiëren tot stellaatcellen en mogelijks ook tot sinusoïdale endotheelcellen met fenestrae. In welke mate de endodermale en mesenchymale celcompartimenten strict gescheiden zijn, en of transdifferentiatie mogelijk is, is een belangrijke vraag die we in dit project willen beantwoorden. De ASPCs staan in nauw contact met de zogenaamde 'transit amplifying cells' (TACs) (ovale cellen, kleine hepatocyt-achtige cellen, voorbestemde mesenchymale cellen), niet-stamniche cellen (mogelijks periductulaire fibroblasten en stellaatcellen), parasympathische zenuwuiteinden en met de extracellulaire matrix. Deze intacte micro-omgeving inhibeert proliferatie en differentiatie van ASPCs. Veranderingen in deze micro-omgeving zullen deze inhibitie opheffen. Naast recrutering van levercellen uit lokale niches, zullen we ook onderzoeken of bepaalde progenitorcellen afkomstig zijn van bronnen buiten de lever, en indien dit het geval is, of deze cellen zich nestelen in de lever en tot welke cellen ze zullen differentiëren. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN • Laurent DOLLE • JEAN-MARC LAZOU • VERA ROGIERS • BRIGITTE VELKENIERS-HOEBANCKX
NIMI- Non invasive quantitative molecular imaging with applications for studying cellular processes in oncology and neurology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: NIMI- Niet-invasieve kwantitatieve moleculaire beeldvorming toegepast bij het bestuderen van celprocessen in oncologie en neurologie. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • AXEL BOSSUYT
Targeted troggering of innate immune receptors on dendritic cells to counteract activation and suppressive function of regulatort T cells. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het team van K. Thielemans heeft een methode ontwikkeld voor het genereren van 'klinische graad dentritische cellen' en voor het optimaliseren van tumorspecifieke antigens. Ze stellen nu voor om de efficiëntie van dentritische celgebaseerde vaccins dmv een systematische studie te verbeteren. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Steunpunt Welzijn, volksgezondheid en gezin (SWVG)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Programma 1: Kencijfers en monitoring Gezin & Jeugd - Inventaris basisdata met gap analyse - Longitudinaal onderzoek naar probleemverloop en hulpverleningstrajecten van gezinnen Volwassenen - Inventaris basisdata met gap analyse - steekproef van specifieke doelgroepen Ouderen - Inventaris basisdata met gap analyse - Steekproef van specifieke doelgroepen Programma 2: Evaluatie en ontwikkeling - Concept mapping in geselecteerde regio's - Gezin en gezondheidsgedrag: gezonde voeding & beweging - psycho-educatief lesprogramma voor volwassenen over stress ter preventie van stress, angst en depressie Programma 3: Juridisch en institutioneel kader Organisaties: • Orthopsychologie • Agogiek
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE • DOMINIQUE VERTE
Protocolakkoord inzake partenariaat 2007 : Opleiding en informatie van de werknemers en de hiërarchische lijn over chemische risico's (project n° 23). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project sluit aan bij doelstelling 3 van het federaal EPD ESF (consolidering van de werkgelegenheid) en betreft de ontwikkeling van een strategie inzake de opleiding en de informatie van de werknemers over chemische risicos door de preventieadviseurs van de onderneming met participatie van de werknemers /werkneemsters en de leden van hiërarchische lijn. De ontwikkelde methode doet beroep op de participatie van de werknemers door hun de gelegenheid te geven om hun bekwaamheden te valoriseren (in het bijzonder voor de oudere werknemers) en hun kennis te vergroten (voor de jongere werknemers). Het informaticaluik van de methode kan eveneens een toegangspoort naar nieuwe technologieën openen. Het rekening houden met de genderdimensie en de psychosociale aspecten van de arbeidsvoorwaarden laat synergiën toe met andere projecten betreffende gender en veiligheid/gezondheid op het werk. Informatie- en sensibiliseringssessies zullen georganiseerd worden met het doel de ontwikkelde instrumenten over te brengen naar concrete arbeidssituaties, het is te zeggen op de werkplaatsen. De verspreiding van deze methodologie omvat een essentieel aspect van het partenariaat. Een tweede belangrijk aspect van het partenariaat betreft het onderzoekscontract tussen het Fonds voor Beroepsziekten enerzijds en anderzijds de Université Catholique de Louvain, De Vrije Universiteit Brussel en l'Université de Liège. Deze partners zullen naast hun betrokkenheid bij het project Toxtrainer een bijzondere aandacht schenken aan de integratie van het instrument TOXPRO. Dit instrument moet een concreet antwoord geven aan de sensibiliseringscampagne door een massa feitelijke gegevens over de risicos van chemische agentia ter beschikking te stellen op een informaticadrager Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
BIJKOMEND bij VLW106 : Steunpunt Welzijn, volksgezondheid en gezin (SWVG): adhoc onderzoek : Ontwikkeling instrumentarium zorgintensiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: zie ID Fiche VLW106 Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
(ikv MASTER AGREEMENT-WDGO533) : Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces : COSMOS (HPLC methodeontwikkelingsproces voor purity en stabilty indicating analysemethoden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces voor chromatografische analysemethoden is noodzakelijk omwille van volgende redenen : wetenschappelijke eigenschappen van nieuwe moleculen / formuleringen vroeger in de ontwikkelingsfase te leren kennen de ontwikkelingstijd voor een nieuw geneesmiddel te verkorten. Om te anticiperen op deze uitdagingen werd het COSMOS project, een HPLC methode-ontwikkelingsproces voor purity en stability indicating analysemethoden, opgestart. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Bioengineering measurements on the human skin and dermato-cosmetic topical products for human skin and more particularly to the efficacy testing in vivo on human skin using clinical evaluations and non invasive bioengineering methods. Vrije Universiteit Brussel Abstract: The consultancy relates generally to the field of bioengineering measurements on the human skin and dermato-cosmetic topical products for human skin and more particulary to the efficacy testing in vivo on human skin using clinical evaluations and non invasive bioengineering methods
Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Cyanobacteriële bloeien: toxiciteit, diversiteit, modelleren en beheer - B-BLOOMS2.(Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogd om de kennis rond bacteriële bloeien in België te verdiepen, om de voorspelling van vroegtijdige waarschuwingen te verbeteren, om operationele monitoringsstructuren en instrumenten te ontwikkelen, en om strategieën om deze impact voor te stellen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Embryonale ontwikkeling van primitieve nematoden Universiteit Gent Abstract: De kennis over de embryonale ontwikkeling van nematoden is vooral geconcentreerd op het modelorganisme Caenorhabditis elegans en aanverwnaten. In dit project zal de embryonale ontwikkeling van soorten uit de basale clades I en II zullen beschreven worden met 4D microscopie en microinjectie van lineage tracers. Verder zal hun regulatieve capaciteiten bestudeerd worden door laserablatie van cellen en micromanipulatie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Ontwikkelen van een "pakket vergroening" voor secundaire scholen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vlaamse Gemeenschap besteedt sinds lang aandacht aan het integreren, ondersteunen en uitdragen van milieubeleid. Sinds 1 april 2006 gebeurt de coördinatie hiervan door het Departement LNE, Afdeling Milieu-integratie en subsidiëringen, Dienst Doelgroepenbeleid en Natuuren Milieueducatie. Onder deze dienst ressorteert het project Milieuzorg op School (MOS) dat instaat voor educatieve informatie aan scholen van kleuter- tot hogeschool. De Groene School maakt daar sinds september 2002 deel vanuit. De Vakgroep Menselijke Ecologie van de Vrije Universiteit Brussel heeft een stevige ervaring in het werken rond natuur- en milieueducatie. Een overzicht van recente relevante projecten wordt gegeven in deel 3: de door de opdrachthouder voorheen uitgevoerde soortgelijke opdrachten. Tien jaar geleden vertrouwde de Vlaamse Gemeenschap de vakgroep het project Groene School toe. In het kader van dat project werd in 2001 de werkmap Groene School: naar een milieuzorgsysteem voor de Vlaamse secundaire scholen ontwikkeld. Deze map bestrijkt de themas: energie, water, afval, materialen, verkeer, groenvoorziening en keuken en kantine. Het project Milieuzorg op School loopt zowel in de basis- , secundaire en hogescholen. Het belangrijkste doel is dat jonge mensen stilstaan bij de impact van hun eigen gedrag op het milieu. Het milieuzorgsysteem streeft naar duurzame ontwikkeling, wat wil zeggen dat er voorzien wordt in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee de toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Daarnaast is het milieuzorsysteem een systematisch en samenhangend geheel dat zorgt voor het voorkomen en het beheersen van de milieubelasting. Het is vooral een systeem om een ecologische denkwijze gestalte te geven in de dagelijkse schoolpraktijk. Deze basispeilers van het milieuzorgsysteem komen terug in elk van de verschillende onderwijsniveaus. Het MOS-project zorgt er verder voor dat er een duidelijke link wordt gelegd naar de eindtermen milieueducatie. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Rebecca LEFEVERE
Calamiteit: hoge resolutie RX-high-speed-video configuratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Calamiteit: hoge resolutie RX-high-speed-video configuratie. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts
Studie van de fysiologie rond mycotoxine-productie tijdens de infectie en kolonisatie van tarwe (<em>Triticum aestivum) door het Fusarium ziektecomplex: een eerste stap naar een preventief beleid Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelen- en Agrotechnologie • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Joos Latré • Kris Audenaert • Geert Haesaert
LC-MS analyse van saponinen geproduceerd door combinatoriële biosynthese. Universiteit Antwerpen Abstract: Screenen van producten van biologische oorsprong is een mogelijke strategie bij het onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen. In een IWT-SBO project werd gestart met de combinatorische biosynthese van actieve moleculen in planten, meer bepaald saponinen. Om deze reden dienen nieuwe methoden op punt gesteld te worden om saponinen in planten te analyseren, te kwantificeren en nieuwe saponinen te identificeren, voornamelijk via LC-MS. Organisaties:
• Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Sandra Apers
Onderzoek naar de structuur-functie relatie van cytochromen b561, nieuwe spelers in de vitamine C huishouding van planten en dieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de essentiële rol van vitamine C in de bescherming van planten en dieren, blijven belangrijke aspecten van het vitamine Cmetabolisme onopgehelderd. In dit project wordt het werkingsmechanisme van een weinig gekarakteriseerde groep eiwitten bestudeerd, die rol spelen in de vitamine C huishouding en verdediging tegen oxidatieve stress. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
De ontwikkeling van een betrouwbaar akoestisch correlaat voor stemkwaliteit gebaseerd op lopende spraak. Universiteit Antwerpen Abstract: De objectieve evaluatie van stemkwaliteit gebeurt hoofdzakelijk op basis van akoestische parameters. Tot op heden gebeurt deze analyse standaard op een geïsoleerde vocaal. Dit is een onrealistische benadering vermits communicatie per definitie "connected speech" is. Het ontwikkelen van een objectief correlaat op basis van lopende spraak zou een enorme stap vooruit zijn naar een meer realistische en objectieve benadering van de stem en meer bepaald heesheid in de NKO-kliniek. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning
"CRYo-banking" van stamcellen voor menselijke therapeutische toepassing. (CRYSTAL) Universiteit Antwerpen Abstract: In dit EU project zullen partners UA (Antwerpen) en KUL (Leuven) onderzoeken of transiënte genetische modificatie van navelstrengbloed en beenmerg hematopoïetische stamcellen met mRNAs coderend voor transcriptiefactoren, groeifactoren en receptoren (allen betrokken in zelfhernieuwing en migratie van stamcellen) resulteert in een verbeterde in vivo repopulatie van SCID muizen. Dit onderzoek zal bijdragen tot een verbeterde methodologie voor hematopoïetische stamceltransplantatie bij volwassenen en kinderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Peter Ponsaerts • Dirk R Van Bockstaele • Zwi Berneman
Studie van niet-invasieve onderzoeken van de functie van de lagere urinewegen. Universiteit Antwerpen Abstract: De waarde van niet-invasieve onderzoeksmethoden van de functie van de lagere urinewegen is onvoldoende gekend, alhoewel het logisch lijkt dat ze de meest toegepaste techniek zouden zijn. Ze reflecteren het dagdagelijks patroon van de functie. Het doel van dit onderzoek is de relatie te onderzoeken tussen de niet-invasieve onderzoeksmethodes en de invasieve onderzoeksmethodes bij patiënten met een functiestoornis in de lagere urinewegen. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Jean Jacques Wyndaele • Irina Naoemova
Validatie van methodes voor het opsporen van nieuw opduikende ziekteverwekkende Escherichia coli. (STECTRACK) Universiteit Antwerpen Abstract: Validatie van methodes voor het opsporen van nieuw opduikende ziekteverwekkende Escherichia coli. (STECTRACK) Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero
Contaminatie van eieren afkomstig van kippen gehouden bij particulieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de hand van staalnames van eieren over gans België en van een enquête uitgevoerd bij particulieren, die eieren produceren zal het risico voor de volksgezondheid ingeschat worden, rekening houdend met het consumptieniveau van dergelijke eieren. Er zullen voorstellen geformuleerd worden voor de reductie van de contaminatie en van het risico hieraan verbonden. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci
Beheer van antimicrobiële resistentie in het ziekenhuis en de verspreiding in de gemeenschap. (MOSAR) Universiteit Antwerpen Abstract: MOSAR is een vijf jaar durend (2007-2012), geïntegreerd Europees project dat deel uitmaakt van het Zesde Kaderprogramma. Tijdens dit project wordt vooral aandacht besteed aan de voornaamste multiresistente pathogenen voorkomend in Europese ziekenhuizen. De voornaamste doelstellingen van dit project is kennis te vergaren betreffende de transmissie van multiresistente bacteriën en strategiën te ontwikkelen om het ontstaan en de verspreiding van deze multiresistente pathogenen tegen te gaan. Om deze doelstellingen te verwezenlijken werden klinische studies gepland in diverse risicovolle ziekenhuis settings (intensieve zorgen, operatiekwartieren en rehabilitatie centra) in meer dan 30 ziekenhuizen/rehabilitatie centra in minstens 15 Europese lidstaten en Israël. Tijdens deze klinische studies zal de impact van snelle detectie van methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA), vancomycin-resistant enterococci (VRE) en Enterobacteriaceae producing extended spectrum beta-lactamases (ESBL) onderzocht worden als strategie om antibiotica-resistantie in
te dijken. Aan de Universiteit van Antwerpen (UA) zullen commercieel beschikbare chromogene media en moleculaire methoden voor de detectie van MRSA, VRE en ESBLs uitvoerig gevalideerd worden, waarna de meest geschikte methoden geïmplementeerd zullen worden tijdens drie klinische studies uitgevoerd binnen MOSAR. Daarnaast zullen nieuwe, innovatieve moleculaire methoden ontwikkeld en gevalideerd worden in samenwerking met enkele kleine en middelgrote ondernemingen. Deze methoden zullen, na preklinische optimalisatie en validatie, gevalideerd worden in een klinische omgeving. Stammen ontvangen van de geïnculdeerde ziekenhuizen zullen gecollecteerd worden aan de UA en van deze stammen zal een databank gecreëerd worden. Alle deze stammen zullen gekarakteriseerd worden in samenwerking met de MOSAR partners en de epidemiciteit van MRSA en VRE zal bepaald worden. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Validatie van methodes voor het opsporen van nieuw opduikende ziekteverwekkende Escherichia coli - STECTRACK Universiteit Gent Abstract: Shigatoxine producerende E. coli (STEC) kunnen ernstige infecties veroorzaken. Een nieuwe detectiemethode voor serotypes O26, O103, O111, O145 en O157 (zowel sorbitol positieve als negatieve stammen) wordt verder geoptimaliseerd (multiplex PCR, IMS). De geoptimaliseerde methode zal gevalideerd worden dmv ringtesten om ze later toe te passen in STEC controle en preventie. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Lieven De Zutter
Ontwikkeling van een nieuwe generatie acnemiddelen door innovatieve screening van plantenextracten en toepassing van micropartikeltechnologie Universiteit Gent Abstract: - Studie van de inhibitie door natuurlijke extracten van de vorming van biofilm door P. acnes - Opheldering van de actieve component van deze plantenextracten door het evalueren van de werkzaamheid (cfr hierboven) van gefractioneerde plantenextracten en hun zuivere actieve componenten. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Hans Nelis • Tom Coenye
Grof stofmetingen Gentse kanaalzone Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doelstelling een aantal toestellen te vergelijken, die neervallend grof stof meten. Monitoring vindt plaats in de nabije omgeving van enkele stofverspreidende bedrijven in de Gentse kanaalzone, hoofdzakelijk in de woonkernen Oostakker en Desteldonk. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Donald Gabriëls
Krediet wetenschappelijke opdracht A. Vandierendonck Universiteit Gent Abstract: Menselijk gedrag en cognitie worden gekenmerd door flexibiliteit en controle. De taakafwisslingsmethodiek laat toe deze factoren te bestuderen in een laboraotriumcontext. Recentelijk neemt onderzoek met deze methodiek een enorme vlucht. Huidig odnerzoek heeft als doel het geheel aan bevindingen ter ordenen en te integreren, ten einde een model over taakafwisslingsgedrag te preciseren aan de hand van de literatuurstudie en modelering. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • André Vandierendonck
Pathogenic Escherichia coli Network Universiteit Gent Abstract: Het netwerk brengt wetenschappers van EU en niet-EU landen samen te brengen, waarbij tijdens diverse meetings over diverse aspecten omtrent pathogene E. coli tijdens de productie van levensmiddelen wordt gediscussieerd. Deze activiteiten moet de samenwerking bij het onderzoek van deze pathogenen op internationaal niveau stimuleren. De conclusies van de meetings worden gebruikt bij het opstellen van technische rapporten, welk ter beschikking zullen worden gesteld aan alle partijen betrokken bij de productie van levensmiddelen. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Lieven De Zutter
De ontwikkeling van KRN7000 analogen met verbeterd selectiviteitsprofiel voor antitumorale activiteit Universiteit Gent Abstract: Recent werd aangetoond dat bepaalde geglycosyleerde ceramide-analogen (vb. x-galactosylceramide, KRN7000) in staat zijn NKT-cellen te stimuleren tot de productie van IFN-y (Th-1-respons) en IL-4 (Th2 respons). Voor antitumorale toepassingen is het nuttig om analogen te ontwikkelen, die geen aanleiding gevent tot simultane inductie van IL-4 en IFN-y. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling van KRN7000analogen en een studie naar de therapeutische activiteit van deze analogen met het oog op de inductie van gepolariseerde responsen, dwz Th1>Th2. Verbindingen met een gepolariseerde Th1 respons zullen geëvalueerd worden in een muismodel voor longtumor metastasen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Cancer sciences xs47 r261 (code 8461) Universiteit Gent Abstract: Synthese van alfa-galactosylceramide (KRN 7000) analogen met potentiële inductie van een gepolariseerd cytokineprofiel (Th1 of Th2) door NKT cellen. De vooropgestelde modificaties beogen een verbeterde bindingsaffiniteit met het CD1d proteïne wat aanleiding moet geven tot een verhoogde Th1 respons. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
De ontwikkeling van KRN7000 analogen met verbeterd selectiviteitsprofiel voor antitumorale activiteit Universiteit Gent Abstract: Recent werd aangetoond dat bepaalde geglycosyleerde ceramide-analogen (vb. x-galactosylceramide, KRN7000) in staat zijn NKT-cellen te stimuleren tot de productie van IFN-y (Th-1-respons) en IL-4 (Th2 respons). Voor antitumorale toepassingen is het nuttig om analogen te ontwikkelen, die geen aanleiding geven tot simultane inductie van IL-4 en IFN-y. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling van KRN7000-analogen en een studie naar de therapeutische activiteit van deze analogen met het oog op de inductie van gepolariseerde responsen, dwz Th1>Th2. Verbindingen met een gepolariseerde Th1 respons zullen geëvalueerd worden in een muismodel voor longtumor metastasen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
A randomized, multicenter, Double-Blind, placebo-controlled, dose-comparison study to determine the efficacy and safety of BG00012 in subjects with relapsing-remitting Multiple Sclerosis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds BIOMI, anderzijds Biogen idec. Biomi levert aan Biogen de onderzoeksresultaten naar "A randomized, multicenter, Double-Blind, placebo-controlled, dose-comparison study to determine the efficacy and safety of BG00012 in subjects with relapsing-remitting Multiple Sclerosis" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Internationaal Congres 2007 : Management of National/Natural parks and biodiversity (Legon-Accra, Ghana 11-16/12/2007) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Albert AHENKAN • EMMANUEL BOON
Herstellingskosten aan groeikamers en zuurstofsensoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Herstellingskosten aan groeikamers en zuurstofsensoren. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Hydrologische studie tbv de herverzilting en/of vernatting van de "Kleyne Vlakte" (VNR de Zwinduinen en -polders) Universiteit Gent Abstract: In opdracht van het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) is de hydrogeologische toestand van de "Kleyne Vlakte" gemodelleerd. Hierbij wordt de permanente en tijdsafhankelijke grondwaterstroming gesimuleerd. Dit laatste gebeurde op basis van een vijftig jarige neerslag- en evapotranspiratiereeks. Deze modellen dienen vervolgens als basis voor de modellering van verschillende concepten tbv de herverzilting en/of vernatting van het studiegebied. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
Voedingsupplementen, gebruik van sportdranken en preventie van dehydratatie bij Vlaamse topsporters en beloftevolle jongeren. KU Leuven Abstract: Langlopend onderzoek naar voedingsupplementen en de lichaamssamenstelling bij Vlaamse topsporters en beloftevolle jongeren. Organisaties: • Inspanningsfysiologie
Onderzoekers: • Peter Hespel
Duurzaam wonen en bouwen als hefboom voor educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Doorlichting van actoren, aanbod en omkadering en aanbevelingen voor het beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is om een actuele stand van zaken weer te geven van formeel, non-formeel en informeel leren in Vlaanderen met betrekking tot "Duurzaam wonen en bouwen" voor professionelen. Hierbij worden zowel de actoren, de opleidingen, eindtermen, cursussen,
initiatieven, projecten en materialen in kaart gebracht.. Op basis van deze inventaris en een toetsing aan een referentiekader worden aanbevelingen geformuleerd om duurzame ontwikkeling meer ingang te laten vinden in educatie voor duurzaam wonen en bouwen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric de Deckere
Schrijven en verspreiden van aanbevelingen voor goede praktijkvoering. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemene doelstellingen van dit project is aanbevelingen voor huisartsgeneeskundig handelen aan te bieden, waarvan kan verwacht worden dat zij door huisartsen worden gevolgd, tenzij deze praktijkrelevante redenen hebben om ervan af te wijken. Aanbevelingen worden stapsgewijs ontwikkeld: samenstelling auteursgroepen, formuleren van klinische vragen, opstellen van een ontwerptekst op basis van de verzamelde evidentie, toetsing door de commissie, externe experts en LOK-groepen. Er wordt jaarlijks tenminste één nieuwe aanbeveling opgestart en één andere definitief afgewerkt. Alle aanbevelingen worden regelmatig geactualiseerd en hernieuwd. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Hilde Philips • Lieve Peremans • Paul Van Royen
Netwerking complexe casussen. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit onderzoeksproject wil men: - aanzetten geven tot en experimenteren met de opbouw van een regionale dynamiek van verschillende voorzieningen en sectoren om samenwerkingsverbanden uit te werken in functie van cliëntsystemen met een complexere problematiek, zodat in het opbouwde netwerk van partners het gezamenlijke engagement en de collectieve gedragenheid geconcretiseerd wordt. - het profiel van deze doelgroep en zijn context duidelijk definiëren en zichtbaar maken. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Dirk Deboutte
Simulatiemodellen van transmissie van besmettelijke ziekten en controle processen (SIMID). Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project beogen we de capaciteit in simulatiemodelleringen voor infectieziektes uit te breiden en een brede hoogstaande basis te geven in Vlaanderen. In de gezondheidszorg is het modelleren van infectieziektes veel complexer dan niet-infectieuse ziektes, omdat interventies gericht tegen infectieziektes ook mensen die de interventie niet ondergaan, zullen treffen. Er is in Vlaanderen momenteel weinig expertise in het modelleren van ziektes, of het nu om infectieuse aandoeningen gaat, of niet. Daarom verwachten we dat dit project de expertise in het modelleren van niet-infectieuse aandoeningen ook in Vlaanderen naar een internationaal aanvaardbaar niveau kan tillen, en zo de algemene kwaliteit van gezondheidseconomische evaluatie toegepast in de Belgische context kan helpen verbeteren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Mosquito vectors of disease: spatial biodiversity, drivers of change, and risk (MODIRISK). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ITG. UA levert aan ITG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Marc Coosemans • Veerle Versteirt
Standaardisatie van economische evaluaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van internationale richtlijnen voor de Wereldgezondheidsorganisatie over het modelleren van vaccineerbare aandoeningen, teneinde model-gebaseerde economische evaluatie van vaccinaties te standardiseren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Embryonale celgenealogie van polyclade platwormen met de nadruk op het ontstaan van adulte stamcellen (neoblasten) tijdens de spiraalklieving Universiteit Gent Abstract: Regeneratie, groei en de voortdurende vernieuwing van ouder weefsels zijn bij vrijlevende platwormen het resultaat van de activiteit van een stock van ongedifferentieerde cellen: de stamcellen of neoblasten. De embryonale oorsprong van deze stamcellen blijft onduidelijk. Doel van dit project is door gebruik te maken van een polyclade platwormembryo op te stellen zodanig dat de cellijn die leidt tot de neoblasten kan geïsoleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Gebruik van GFT-compost in de akkerbouw: invloed op bodem en gewas meerjarige proef
Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt het effect en de waarde van groenten-, fruit- en tuincompost op voedermaïs geteeld in monocultuur al of niet in combinatie met drijfmest. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Dirk Reheul
A randomizend, double-blind, placebo controlled, multicentre, Phase II dose-finding study of atacicept given subcutaneously in subjects with rheumatoid arthritis and inadequte response to TNFa antagonist therapy Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende project is een dienstverleningscontract tussen de onderzoeksgroep Immunologie-Biochemie en SERONO International Clintec voor de periode van 01.03.2007 tot 31.12.2008. Het project maakt een random, dubbel geblindeerde, placebo gecontrolleerde, multicentre, fase II dosisonderzoekende studie van atacicept dat subcutaan wordt toegediend bij subjecten met rheumatoide arthritis en inadequate respons op TNFa antagoniste therapie. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter GEUSENS
Een klinische studie voor de evaluatie van de werking en betrouwbaarheid van BG 00012 bij personen met recidieve Multiple Sclerosis Universiteit Hasselt Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds het onderzoeksinstituut Biomed (UHasselt) en anderzijds Biogen Idec. Biomed levert aan Biogen Idec de onderzoeksresultaten van de klinische studie voor de evaluatie van de werking en betrouwbaarheid van BG 00012 bij personen met recidieve Multiple Sclerosis, onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Robert MEDAER
Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid. Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een IWT-project met CENSTAT als onderzoekspartner. Andere partners zijn UA, KULeuven, WIV. Het betreft onderzoek naar "Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid". Het onderzoek zal worden uitgevoerd volgens de bepalingen zoals gesteld in voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS
Integrated mobility planning (IMP) for Hai Phong City, Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hai Phong is voordelig met zijn plaats als één van de belangrijkste gateways in Noordelijk Vietnam. Het is gesitueerd in het Noordoostelijke deel van Vietnam, bij 102 km van Ha Noi en is de historische gateway van het kapitaal van Vietnam tot de zee. De stadsgastheren de grootste haven van het gebied en kunnen als midden met maat haven op de internationale scène worden gecategoriseerd. Het achterland van de haven breidt zich over het gehele Noorden van Vietnam en ook in een groeiende mate aan China uit. Gezien deze algemene achtergrond van snelle mobiliteitsontwikkeling die door de indrukwekkende economische groei en bevolkingstoename, en gezien een bestaand strategisch plan wordt gedreven, dat hoofdzakelijk door de mobiliteitsinfrastructuur uit te breiden wordt gedreven, beoogt dit project de bijdrage tot de volgende strategische planningsfase in Hai Phong. Zijn algemene doelstelling is in deze plannings milieu en milieuhygiëne gevolgen als gevolg van de uitbreidende mobiliteit in Hai Phong te introduceren en verwante verlichtende maatregelen te treffen. Gezien in een breder kader zal dit project ook duurzaam vervoer bevorderen dat tot milieubescherming in de stad leidt en stedelijke gebieden omringt. Doelstellingen: De specifieke doelstellingen van dit project moet tot de volgende strategische mobiliteitsplanning in Hai Phong bijdragen door milieu en milieuhygiënegevolgen te introduceren in het proces van mobiliteitsplanning en actieve participatie vestigen van alle bewaarders in het proces. Het project wordt bij Programma Eco II/een van Azië van de Europese Unie Proinitiatief van de Europese Gemeenschap medegefinancierd om reinigingsmachine, meer deskundige middelen en duurzame oplossingen aan milieuproblemen in Azië te bevorderen. Het projectvennootschap bestaat uit 3 partners: Vakgroep Menselijke Ecologie van Vrije Universiteit Brussel (dhe-VUB)/België; Het Laboratorium van de Optimalisering van het systeem van de Universiteit van Thessaly (sol-UTH)/Griekenland; en Instituut van Marien Milieu en Middelen van de Vietnamese Academie van Wetenschap en Technologie (IMER)/Vietnam. Plaats: Hai Phong, Vietnam Duur: 18 maanden, vanaf 1 Maart 2007 Werkten aan dit Project is: Le Xuan Quynh, Dagmar Germonprez (op korte termijn) Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Dagmar GERMONPREZ • Quynh LE XUAN
Impact van Global Change op terestrische ecosystemen: multiscalaire benadering. (FWO Vis.Fel., Anna Shevtsova Chupina, Zweden) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de gevoeligheid voor klimaatsopwarming van een scala van arctisch-alpiene en boreale plantensoorten en functionele types, in verschillende stadia van hun ontwikkeling als kiemplant of zaailing. Opwarming wordt gesimuleerd door blootstelling in het veld aan gecontroleerde infrarode straling, een techniek ontwikkeld aan de UA. We bestuderen eveneens veranderingen in de groei en chemische samenstelling van volwassen vegetaties als reactie op opwarming, omdat deze een chemisch-ecologische barrière zouden kunnen vormen voor de vestiging van jonge planten. De werkhypothese is dat een warmer klimaat de verjonging van plantengemeenschappen in de Arctis aantast. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans • Anna Shevtsova
Gebromeerde brandvertragers en perfluorverbindingen in Vlaand.: onderzoek naar verspreiding, humane opname, gehaltes in humane weefsels en/of lichaamsvochten, en gezondheidseffecten als basis voor de selectie van geschikte milieu- en gezondh.indicatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebromeerde brandvertragers en perfluorverbindingen in Vlaand.: onderzoek naar verspreiding, humane opname, gehaltes in humane weefsels en/of lichaamsvochten, en gezondheidseffecten als basis voor de selectie van geschikte milieu- en gezondh.indicatoren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Wim De Coen • Adrian Covaci
Debietmetingen VMM Universiteit Gent Abstract: Uitvoeren van debietmetingen en opstellen van ijkingsformules op een reeks meetpunten op niet-bevaarbare waterlopen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven
IUC with Moi University Kenya, subproject ‘Agriculture and Biotechnology’ Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert • Geert Baert
Ontwikkeling van twee nieuwe productielijnen (POMVIT en POMTASTE) voor de markt van verse aardappelen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Haesaert
De InterUniversitaire Samenwerking met de Moi Universiteit in Kenya. KU Leuven Abstract: De InterUniversitaire Samenwerking met de Moi Universiteit in Kenya is een project gesponsord door de VLIR om een meer dynamische onderzoeks/onderwijs instelling tot stand te brengen. Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Roeland Merckx
Participatie patiënten- familie-vertegenwoordigingen aan therapeutische projecten en transversaal overleg. KU Leuven Abstract: De doelstelling van het project is gebruikers van de geestelijke gezondheidszorg en hun familieleden en organisaties te helpen om actief te participeren aan de zorg, en dit op micro-, meso- en macroniveau. Het is bovendien de bedoeling dat de patiënten, familieleden en organisaties de benodigde competenties verwerven om tot echte participatie te komen. Tijdens het ganse project is geregeld overleg tussen de betrokken partijen van groot belang. Het project onderschrijft expliciet het idee dat personen met een psychisch probleem recht hebben op een positieve tussenkomst die zich richt op hun capaciteiten. Zo is de patiënt nadrukkelijk een partner. Het project omvat drie luiken en loopt overheen drie jaar:In de beginfase staan volgende acties centraal:- Ontwikkeling van een conceptueel kader voor patiëntenparticipatie- Inventarisatie van bestaande kennis en ervaringen in de wetenschappelijke literatuur en in de praktijk, zowel in België als in het buitenland (Best Practices)- Opstellen
Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove
Expressie van een trypanolytisch eiwit (apolipoproteine L-I) in de tseetseevlieg, de insectvector van Afrikaanse trypanosomiasis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ITG. UA levert aan ITG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Marc Coosemans
Opmaak actieplan voor de waterrietzanger (Acrocephalus Paludicola) in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Als onderdeel van een internationaal beschermingsprogramma voor de Waterrietzanger wordt het voorkomen en habitatgebruik van deze soort in Vlaanderen tijdens de doortrek geanalyseerd. Naast een literatuurstudie van de ecologie en migratie, worden waarnemingen en ringvangsten in detail geanalyseerd. Er wordt een biotoopbeschrijving opgemaakt van de gebruikte habitats en aanbevelingen gemaakt voor het beschermen en uitbreiden van habitat voor deze soort, alsook voor het verder monitoren van de doortrekkende populatie. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Frank Adriaensen
Cocaïne en zijn metabolieten in Belgische afval- en oppervlakte waters. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen het kader van dit project zullen zowel cocaïne als zijn metabolieten worden gemeten in een aantal representatieve afval- en oppervlaktewaters verspreid over gans België. Er zal onderzocht worden in hoeverre de concentraties van cocaïne en BE in het milieu kunnen worden gebruikt als indicatoren voor het lokale cocaïnegebruik. En interlaboratorium validatie zal worden opgezet om de analytische procedures en de interlaboratorium variatie te evalueren. Daarbovenop zal nagegaan worden in hoeverre het mogelijk is om ook geneesmiddelen, andere drugs en verontreinigingen afkomstig van de produktie van designer drugs op te sporen met deze analyses. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Ronny Blust • Lieven Bervoets • Hugo Neels • Adrian Covaci
Gedragsverandering van zorgverleners en publiek naar een meer voorzichtig gebruik van anti-microbiële agentia (CHAMP). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van CHAMP (Changing behaviour of Health care professionals And the general public towards a More Prudent use of antimicrobial agents) is het doelmatig gebruik van antibiotica te bevorderen door efficiënte hulpmiddelen te ontwikkelen om gedrag van professionelen in de gezondheidszorg, patiënten in de eerste lijn en het algemene publiek in verband met het voorschrift en gebruik van antibiotica te veranderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Herman Goossens
Verkenning van de rol van TGFbeta in de pathogenese van aortische aneurysmen leidt tot beloftevolle nieuwe behandelings strategieën Universiteit Gent Abstract: Gebaseerd op de bevinding dat transforming growth factor beta (TGFbeta) een belangrijke rol speelt in de pathogenese van aorta aneurysma vorming bij Marfan syndroom en dat TGFbeta antagonisme met losartan bij Marfan muizen de groei van de aorta significant afremt, zal een placebo gecontroleerde studie met losartan bij de mens opgezet worden. He effect van de behandeling zal nagegaan worden met behulp van vasculaire echo-doppler, echocardiografie met tissue doppler imaging en nucleair magnetische resonantie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Patrick Segers
Bioframe, een bio-informatica framework voor top down systeembiologie Universiteit Gent Abstract: Systeembiologie kan gedefinieerd worden als de studie van biologische systemen als complexe systemen die voortkomen uit interacties tussen hun veelvuldige componenten. The Bioframe project streeft naar het creeëren van een algoritmisch platform voor de integratie van gekoppelde of interactie datasets, pragmatisch en nuttig ovor de bioloog, uitermate integreerbaar en flexibel. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Moleculaire fylogenie en fylogeografie van het genus Hydrangea sensu lato (Hydrangeaceae)
Universiteit Gent Abstract: Met dit project zullen we de verwantschapsrelaties duiden tussen de botanische soorten en infraspecifieke taxa van het genus Hydrangea, met de revisie van MCCLINTOCK (1957) als uitgangspunt. Door de polyfyletische aard van het genus Hydrangea zal dit resulteren in een beter begrip van de fylogenie van de tribus Hydrangeae met steriele bloemen in de familie Hydrangeaceae. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Paul Goetghebeur
Selectieve depletie van macrofagen in atherosclerotische plaques via geneesmiddel-geïnduceerde macrofaagdood. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van strategieën voor de selectieve verwijdering van macrofagen via geneesmiddel-geïnduceerde celdood vertegenwoordigt een nieuw concept in het cardiovasculair onderzoek dat kan bijdragen tot plaquestabiliteit en de preventie van coronaire syndromen of plotse dood. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Wim Martinet
Prefermentatie van sojakiemen door het equol-producerend microbieel consortium EPC4 Universiteit Gent Abstract: Optimalisatie van de parameters voor de in vitro fermentatie van daidzine in equol in een aangereikt extract van sojakiemen met behulp van een microbieel consortium, gekarakteriseerd als EPC4. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Systematisch literatuuronderzoek ter voorbereiding van de consensusvergadering rond het doelmatig gebruik van geneesmiddelen bij de behandeling van pijn in de ambulante zorg. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een systematisch literatuuronderzoek en -beoordeling om evidentie te vinden in de medische literatuur over medische interventies voor de symptomatische behandeling van pijn. De belangrijkste outcome variabelen zijn: effectiviteit, veleigheid,kosten-effectiviteit, verschillende galenische vormen, verschillende toedieningswijzen, duur van de effectiviteit, neveneffecten, associatie van medicatie, compliance. De analagetica die werden bestudeerd zijn: Paracetamol, Acetylsalicyl acid, Tramadol, Morfine, Methadone, Hydromorfone, Oxycodone, Fentanyl, Dextropropoxyfeen, Buprenorfine, Tilidine, Nefopam, transcutane application systems of narcotic analgetics, previously mentioned anti-epileptica (clonazepam, gabapentine, amantadine, carbamazepine, oxcarbazepine). Geëxcludeerd zijn: migraine en alle andere vormen van hoofdpijn, opgenomen patiënten, complexe regionale pijn syndroom (CRPS 1 en 2), angor, antidepressiva (tenzij geïndiceerd voor neuropatische pijn; tenzij bewezen effectiviteit voor andere indicaties), fibromyalgie, NSAID (tenzij in vergelijking met andere analgetica) , spasmolytica voor viscerale pijn behandeling, maligne pijn . Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Eco-hydrologische en sociaal-economische benadering voor het herstel van de lagune Merja Zerga in Marokko. Universiteit Antwerpen Abstract: Eco-hydrologische en sociaal-economische benadering voor het herstel van de lagune Merja Zerga in Marokko. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Mohssine El Kahloun
Antwerpse Biobank van het Instituut Born Bunge: ondersteuning kernfaciliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste onderzoeksprojecten van de verschillende laboratoria van het IBB zijn nu gericht op de studie van de ziekte van Alzheimer en aanverwante aandoeningen, ziekte van Parkinson, frontotemporale dementies, de ziekte van Creutzfeld-Jacob epilepsie, perifere neuropathieën en spieraandoeningen. Het IBB richt zich op een betere integratie en correlatie van fundamentele, klinische en neuropathologische gegevens betreffende neurologische aandoeningen gebruikmakend van moleculaire genetica, biochemie, experimenteel onderzoek naar gedragsveranderingen en computationele neurowetenschappen. De Antwerpse biobank is onderdeel van een collectief initiatief van de onderzoekseenheden van het IBB departement Neurologie dat verder bouwt op de oorspronkelijke hersenbank. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn
Ontwikkeling van een array-gebaseerde MLPA methode voor de opsporing van microdeleties en duplicaties bij mentaal gehandicapten (type 3). Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze studie is de ontwikkeling van een array-gebaseerde MLPA-methode (Multiplex Ligation-dependent Amplification) om microdeleties en duplicaties op te sporen bij mentaal gehandicapten. De test moet snel een éénduidig en betrouwbaar resultaat kunnen geven. Hiervoor, zal gebruik gemaakt worden van de 4-MAT technologie die het mogelijk maakt om simultaan alle bekende interstitiële en subtelomere loci te testen bij een groot aantal patiënten. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Liesbeth Rooms
Kweek en karakterisatie van neurale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we in eerste instantie bestaande protocols voor de kweek van embryonale stamcel-afgeleide en adulte neurale stamcellen uittesten en verder optimaliseren. Nadien zullen deze kweektechnieken dienen als basis voor het bekomen van neurale stamcelpopulaties genetisch gemodificeerd met Luciferase en EGFP reportergenen (ofwel uit transgene muizen, ofwel via genetische modificatie met sleeping beauty transposons). Na optimalisatie van de nodige kweektechnieken en in vivo karakterisatie van de celtransplanten in gezond weefsel, zal in verschillende proefdiermodellen (zowel intern als extern) uitgetest worden of transplantatie van neurale stamcellen, al dan niet in combinatie met MSC genetisch gemodificeerd met neurotrofe factoren, een positieve invloed heeft op herstel na neurotrauma. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Kristien Reekmans
Development and enhancement of laboratory networks for avian influenza (FLU-LAB-NET) Universiteit Gent Abstract: De recente H5N1 uitbraak heeft aangetoond dat er nood is aan goed uitgevoerde aviaire influenza diagnose en surveillance. FLU-LABNET wil informatie over influenza uitwisselen om aldus de harmonisatie en ontwikkeling van laboratoriumtechnieken te versterken, onderzoeksactiviteiten op elkaar af te stemmen en kennis te delen. Snel reageren en uitwisselen van data tijdens lokale en internationale uitbraken vormen een belangrijke speerpunt in het project. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
Pathophysiologie van de groeiplaat van kraakbeen Universiteit Gent Abstract: Multicentrische studie van verschillende transgene muizen die model staan voor enkele osteochondrodysplasieën bij de mens (achondroplasie, Ellis van-Creveld dysplasie, pseudoachondroplasie, multipele epifysaire dysplasie, Schmid dysplasie, osteopoikilosis, diastrofische dysplasie, neurofibromatosis type I). Eén van de belangrijke doelstellingen is meer inzichten te verkrijgen in de pathogysiologie van deze aandoeningen door uitgebreide studie van de groeischijf in deze transgene muizen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Geert Mortier
Ecologische opvolging van het actief biologisch beheer van sommige vijvers beheerd door het BIM. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ecologische opvolging van het actief biologisch beheer van sommige vijvers beheerd door het BIM. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Wetenschappelijke evaluatie van de consumptie van antibiotica voor menselijk gebruik. (ESAC2-vervolg) Universiteit Antwerpen Abstract: Er zal getracht worden om de registratie van antibiotica in alle Europese landen te harmoniseren. Er zal een data collectie systeem ontwikkeld worden met gestandaardiseerde gegevens betreffende antibioticaverbruik in de verschillende Europese landen, uitgedrukt in volume en kostprijs, afzonderlijk voor de ambulante en de hospitaalsector. Bovendien zal deze databank ook gegevens bevatten ivm determinanten van antibioticagebruik, kwaliteitsindicatoren voor het opzetten van een degelijk antibioticabeleid, strategieën om het antibioticagebruik te beperken en een referentielijst van lopende projecten en gepubliceerde studies op nationaal en internationaal niveau. Zowel wetenschappers als gezondheidsdiensten zullen de databank kunnen raadplegen om verbruiksgegevens te koppelen aan resistentiepatronen en om de resultaten van interventies op het antibiotica gebruik te kunnen evalueren. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Co-financiering bij OZR 1400 : opstellen van leerlijnen in het judo adh van analyses van judogevechten op verschillende niveau's en bij verschillende leeftijdscategorieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Judocompetitie wordt gekenmerkt door een intermitterend inspanningspatroon met verschillende onderdelen (rechtstaand gevecht, grondgevecht en pauzes opgelgd door de scheidsrechter). Tot nu toe werd er geen systematische dataverzameling gedaan naar het tijdsgebruik en naar de verdeling van de verschillende gevechtsmogelijkheden binnen het judokamp. De bedoeling van voorliggend project is om judokampen van verschillend niveau en van verschillende leeftijdscategorieën te analyseren op tijdsgebruik binnen de judokamp (actieve tijd in rechtstaand gevecht, actieve tijd in grondgevecht, recuperatie tijdens pauzes opgelegd door de scheidsrechter)om op die manier een beeld te krijgen van het inspanningsprofiel van een doorsnee judowedstrijd. Aan de hand van deze gegevens kan de judotraining verder geoptimaliseerd worden rekening houden met de gemeten intervallen van activiteit en recuperatie en met aandachtsbesteding van de correcte activiteiten (grond versus rechtstaande werk). Tevens willen we de gebruikte technieken gaan evalueren en dit zowel qua gebruiksfrequentie, de score per techniek en het tijdstip in het gevecht. Alle gemeten parameters willen we analyseren per geslacht, per gewichtscategorie, per leeftijd en in functie van het niveau van de competitie (regionaal, nationaal, internationaal). Indien verschillen gevonden worden tussen bv. de gewichtscategorieën dankunnen de trainingsvormen aangepast worden per categorie. De analyses in finctie van de leeftijd zullen ook gebruikt worden voor de ontwikkeling en verfijning van de judoleerlijnen en voor talentdetectie. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • EVERT ZINZEN
Creatie van een referentie centrum voor gastrointestinale tumors in Cambodia Universiteit Gent Abstract: Met dit project wensen we een chirurgisch oncologisch centrum op te richten met speciale aandacht voor gastro-intestinale kankers. Het Khmer-Soviet Friendship ziekenhuis (ASKH), een ziekenhuis gelinkt aan de universiteit, zal als gastziekenhuis optreden. De doelstelling op gebied van ontwikkeling is de nationale gezondheidszorg te verbeteren met een niveauverhoging van de diagnose, behandeling en follow-up van gastrointestninale kankers. De academische doelstelling omvat de introductie van een wetenschappelijk oncologisch programma met de oprichting van een referentiecentrum voor de behandeling van gastro-intestinale kankertumoren. Dit zal leiden tot een beter begrip van kanker in het algemeen en de behandeling hiervan in Combodja in het bijzonder. Organisaties: • Vakgroep Heelkunde
Onderzoekers: • Piet Pattyn
Augmenter l'accès aux antirétroviraux (ARV) et améliorer le suivi de ce traitement en République Démocratique du Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Améliorer le suivi des patients sous traitement ARV en développant une méthode de suivi standardisée des patients sous ARV dans toute la RDC; améliorer l'accès aux ARV en RDC ; renforcer l'expertise des chercheurs de l'UNIKIN et de I'ESP dans l'utilisation des ARV et de la recherche opérationnelle concernant l'accès et la distribution des ARV en DRC. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Robert Colebunders
Nieuwe strategieën voor de behandeling van HCV infecties KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Jan Paeshuyse • Susan Obeid
Basophil activering - Nieuwe toepassingen voor voedselallergieën (banaan) - Flow cytometry: een nieuw instrument voor het beheer van voedselallergie. Universiteit Antwerpen Abstract: Basophil activering - Nieuwe toepassingen voor voedselallergieën (banaan) - Flow cytometry: een nieuw instrument voor het beheer van voedselallergie. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Willem Stevens • Margo Hagendorens
Etude de la dynamique des systemes d'exploitation agricole dans les provinces densement peuplees de Ngozi et Muyinga, Burundi. Universiteit Antwerpen Abstract: L'objectif du présent projet est double: - Sur le plan du développement, l'objectif est de mettre en oeuvre des stratégies d'exploitation agricole qui visent l'amélioration du niveau de vie du monde rural dans deux provinces densément peuplées au Nord du Burundi. - Sur le plan académique, il s'agira de contribuer au meilleur fonctionnement des services du Département d'Economie Rural de la Faculté des Sciences Agronomiques de l'Université du Burundi. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Luc D'Haese
Geschiktheid van de nieuwe antileishmania lead verbinding PX-6518 als een kandidaat-geneesmiddel tegen New-World leishmaniasis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het VLIR project omvat veldwerk binnen de context van de lopende evaluatie van de antileishmania stof PX-6518 tegen cutane Leishmania species. De belangrijkste objectieven omvatten het verkrijgen van meer inzicht en ervaring in Nieuwe-Wereld leishmaniases en een overdracht van gevalideerde in vitro laboratoriumtesten te realieren tussen de Noord- en Zuid-partners. De werking van PX-6518 tegen recent verkregen Peruviaanse veldisolaten zal verder onderacoht worden binnen de samenwerking tussen UA-LMPH en de Universiteit van Lima. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Paul F R C M Cos
Capaciteitsopbouw in klinisch onderzoek bij infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers:
• Robert Colebunders
Zomerschool "Sustainable Water Management & Technology " in verstedelijkte gebieden. Universiteit Antwerpen Abstract: De Summer Course Water Management & Technology in Urbanised Areas is er op gericht om een bijdrage te leveren voor een beter waterbeheer op bekkenschaal waarbij kennisuitwisseling tussen Zuid en Noord een van de aspecten is. Bovendien is de zomercursus er op gericht om in een stuk training te voorzien, waarbij het de bedoeling is de deelnemers inzicht te geven in integraal waterbeleid, de ontwikkelingen in de watersector en de wereldwijde waterproblematiek. Het accent zal hierbij liggen op waterbeheer en -gebruik en watertechnologie in dichtbevolkte gebieden en grote steden. Tevens zal zeer grote aandacht gaan naar waterhergebruik, waterbesparing en geïntegreerde systemen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric de Deckere
Is het tijd om Hepatitis A controle wereldwijd te maken? Universiteit Antwerpen Abstract: Is het tijd om Hepatitis A controle wereldwijd te maken? Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Behandeling van het fragiele X syndroom via de GABA-A receptor. Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van mentale retardatie. Behalve aan een mentale achterstand leiden de patiënten ook aan gedragsproblemen, zoals hyperactiviteit en contactstoornissen, epilepsie en een verhoogde prikkelbaarheid. De gedragsproblemen kunnen in de praktijk even belastend voor de patiënt en zijn directe omgeving zijn als de mentale achterstand. Wij hebben in fragiele X diermodellen een onderexpressie van het GABA systeem ontdekt. GABA receptoren zijn de belangrijkste inhiberende receptoren in het brein, en een gebrek daaraan is volledig in lijn met de symptomen waargenomen bij patiënten. Interessant is dat de farmacologie van de GABA receptor uitvoerig bestudeerd is: er zijn een groot aantal drugs in de handel die inwerken op het GABA systeem. Doel van dit onderzoek is op diermodellen te testen of de GABA receptor een geschikte target is de gedragsproblemen en de epilepsie geassocieerd met het fragiele X syndroom te behandelen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Entomopathogene nematoden voor de duurzame beheersing van rouwmuggen en aardvlooien in China Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een kostenefficiënte en duurzame bestrijding te ontwikkelen voor twee sleutelplagen in China: de rouwmug Bradysia odoriphaga in Chinees bieslook en de aardvlo Phyllotreta striolata in kolen. Meer in het bijzonder wordt het potentieel van inheemse soorten van entomopathogene nematoden onderzocht. Hiertoe worden de verspreiding en biodiversiteit van deze nematoden in China bestudeerd en hun bestrijdingspotentieel onderzocht via laboratorium- en veldproeven. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie
Onderzoekers: • Maurice Moens • Patrick De Clercq
Eigen Initiatief (EI) 2007: Contribution to Cameroon Diabetes epidemiology by risk anlaysis in patients and first degree relatives (Cameroon diabetes Epidemiology and Registry (CAMDER) in Kameroen) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gefocused op de ontwikkeling van geneeskundige middelen mbt diabetes, de inperking van de epidemische karakter van de ziekten en zijn gerelateerd risico factoren, en een betere ziekte begeleiding in twee samenwerkende centra in Kameroen. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • BART VAN DER AUWERA
De in vivo evaluatie van nieuwe 99m Technetium-tricarbonyl complexen in Wistar ratten dmv. dynamische planaire beeldvorming en gated SPECT studies in het laboratorium voor In Vivo Cellulaire en Moleculaire Beeldvorming (ICMI). Vrije Universiteit Brussel Abstract: 99mTc gemerkte radiotracers, zoals 99mTc-sestamibi en 99mTc-tetrofosmin worden op grote schaal gebruikt voor myocard perfusie beeldvorming. Zowel 99mTc-sestamibi als 99mTc-tetrofosmin zijn echter niet ideaal voor myocard perfusie beeldvorming. Het doel van dit project is het evalueren van nieuwe tracers voor cardiale perfusie in samenwerking met Prof Isabel Santos (Instituto Tecnológico e Nuclear (ITN) en Covedien. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • VICKY CAVELIERS • Lode GOETHALS
MTA - Material Transfer Agreement. Evaluatie van solubele CD83 varianten van menselijke monocyte gederiveerde dendritische cellen en in allo-MLR. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dendritische cellen (DC) zijn de belangrijkste antigenpresenterende cellen van het immuunsysteem en zijn essentieel voor de activatie van naïeve T cellen. Tijdens het maturatieproces worden immature DC (iDC), die gespecialiseerd zijn in antigen opname en verwerking, omgevormd tot potente T cel stimulerende mature DC (mDC). Fenotypisch wordt de maturatie gekenmerkt door een toename van HLA-klasse I en
II moleculen op het celoppervlak en een verhoogde expressie van adhesiemoleculen, co-stimulatoire en activerende moleculen, zoals bijvoorbeeld CD83. Deze laatste wordt beschouwd als één van de belangrijkste maturatiemerker van DC. Daarnaast werd in een eerder project aangetoond dat CD83 co-stimulatoire eigenschappen heeft en eveneens bisdirectioneel signaliseert, wat resulteert in verdere activatie van de DC en stimulatie van T cellen, respectievelijk. In dit project willen we solubele CD83 moleculen evalueren in de door ons geoptimaliseerde assays. Het doel is na te gaan of deze moleculen immuunstimulatoir of -suppressief werken. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS • Karine BRECKPOT
Impact van Global Change op terestrische ecosystemen: multiscalaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Impact van Global Change op terestrische ecosystemen: multiscalaire benadering. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Perfluoralkyl chemicaliën in de voedselketen: een beleidsondersteunende risico-analyse (PERFOOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project levert een kwantitatief model aan dat de risico's van blootstelling aan de persistente stoffen voor de volksgezondheid karakteriseert. De bijdrage van de belangrijkste eetwaren en voedselketens wordt in kaart gebracht. Op basis van deze informatie kunnen normen worden afgeleid, zonodig maatregelen worden genomen om blootstellingsroutes in te dijken en eventueel bijkomende beleidsmaatregelen te treffen (bvb. naar analogie met het consumptieverbod van in het wild gevangen paling). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Filip Lemiere • Lieven Bervoets • Bert Maes • Wim De Coen • Peter Bols • Johan Robbens
Ontwikkeling van een biodiversiteit chip voor de biomonitoring van benthische gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: In Vlaanderen wordt de biologische waterkwaliteit bepaald m.b.v. de Belgische Biotische Index (BBI). De bedoeling van dit project is de aanmaak van een biodiversiteits-chip (DNA-array) voor de identificatie van benthische macroinvertebraten. Gestart zal worden met enkele sleuteltaxa van de BBI. Met een dergelijke chip moet het mogelijk zijn om op een snellere en éénduidigere manier de waterkwaliteit te bepalen dan met de klassieke determinaties van de BBI. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Dries Knapen • Karlijn Van der Ven
Secundair seksuele kenmerken en oxidatieve stress: zijn sexy mannen, gezonde mannen? Universiteit Antwerpen Abstract: De expressie van secundair seksuele kenmerken is vaak een eerlijk signaal voor de conditie van de drager. In dit project zal nagegaan worden of secundair seksuele kenmerken in de koolmees (Parus major) gerelateerd zijn met oxidatieve stress gehalten, veroorzaakt door blootstelling aan metalen. In een cross-fostering experiment zal de invloed van afkomst en omgeving op oxidatieve stress en secundair seksuele kenmerken onderzocht worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Tom Dauwe
Identificatie en karakterisatie van ureum transporters in de kieuwen van de doornhaai, Squalus acanthias. Universiteit Antwerpen Abstract: Kraakbeenvissen bezitten een uniek systeem voor osmoregulatie. Ze hebben hoge gehalten aan ureum en trimethylamine oxide in hun lichaam waardoor zij lichtjes hyperosmotisch zijn te opzichte van hun omgeving. Hierdoor nemen zij continu water op via osmose en hoeven ze niet te drinken. Dit systeem creëert een enorme ureum gradiënt ter hoogte van de kieuwen, die mede onderhouden wordt door een ureum transporter in de basolaterale membraan. Met de huidige studie willen we deze transporter identificeren en karakteriseren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck
Variatie in vrouwelijke vormfrequenties bij een polymorfe waterjuffer: oorzaak en gevolg. Universiteit Antwerpen Abstract: Het samen voorkomen van meerdere vormen binnen een soort vormt een uitdaging vanuit een evolutionair denkkader. Huidige verklaringen voor het verklaren van vrouwgelimiteerde polymorfismen schieten tekort voor de recent waargenomen, veel ruimer dan eerder geapprecieerde, variatie in vrouwelijke vormfrequenties. Studie van de relatie tussen densiteiten en frequenties enerzijds, en vormspecifieke fitness, gedrag en morfologie anderzijds moet toelaten om te komen tot een meer algemene geldende verklaring. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers:
• Hans Van Gossum
Functionele analyse van de rol van de gesecreteerde Frizzled-gerelateerde eiwitten in het botmetabolisme. Universiteit Antwerpen Abstract: De gesecreteerde Frizzled-gerelateerde eiwitten (sFRP's) zijn extracellulaire modulatoren van de ¿-catenine afhankelijke Wnt signaaltransductie. Er zijn sterke indicaties dat deze eiwittten een functie hebben in het botvormingsproces. Via in vitro en in vivo functionele studies zal respectievelijk de functie van de verschillende sFRP's in het botvormingsproces worden geëvalueerd. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Wendy Balemans
Studie van de rol van groeifactoren, metalloproteïnasen (MMP's), hun inhibitoren (TIMP's) en elastase in de regulatie van het elastinegen en de structuur van de extracellulaire matrix in chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronisch progressief lymfoedeem bij trekpaarden, identiek aan humaan primair lymfoedeem, gaat gepaard met een uitgesproken proliferatie van extracellulaire matrix. De onderliggende pathogenese is nog niet gekend. Het voorgestelde project evalueert de rol van groeifactoren, elastase, metalloproteïnasen en hun inhibitoren bij de regulatie van de extracellulaire matrix en bij de regulatie van de activiteit van het elastinegen in deze aandoening. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Hilde De Cock
In vitro onderzoek naar de interactie tussen chemotherapie en radiotherapie onder hypoxische condities, met het oog op een verbeterde behandeling van kanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Omwille van veelbelovende klinische resultaten en belangstelling voor in vitro onderzoek naar combinaties van chemotherapie en radiotherapie, zal een efficiënt in vitro hypoxiemodel opgezet worden voor het bestuderen van interacties tussen chemotherapie en radiotherapie onder hypoxische condities. Dit model zal toegepast worden om interacties onder normoxische en hypoxische condities te bestuderen en om het radiosensitiserend mechanisme te ontrafelen. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Jan Vermorken • Bea Pauwels
Celbiologisch en experimenteel onderzoek naar de onderliggende mechanismen en modulatoren van het protectief effect van erythropoïetine. Universiteit Antwerpen Abstract: Recente gegevens wijzen erop dat erythropoïetine (EPO) de nier zowel functioneel als morfologisch beschermt tegen ischemie/reperfusieschade, bv. na niertransplantatie, en de hierdoor geïnduceerde acute nierinsufficiëntie. De onderliggende mechanismen van deze protectie zijn echter niet gekend. In dit NOI-BOF project zullen zowel in vivo (ischemisch ratmodel, humane biopsies) als in vitro (humane tubulaire niercellenkweek) de onderliggende mechanismen van het protectief effect van EPO onderzocht worden. Resultaten uit deze studie moeten ons toelaten de nodige inzichten te verkrijgen die nodig zullen zijn om in een latere fase klinisch onderzoek te verantwoorden. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP) • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Dirk Ysebaert • Anja Verhulst
Oxidatieve stress en ontsteking: centrale rol in cardiovasculaire aandoeningen en infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Oxidatieve stress wordt beschouwd als belangrijke factor bij inflammatie maar het is moeilijk om vrije radicalen zoals reactieve zuurstofmetabolieten (ROS) en stikstofoxide (NO¿) rechtstreeks te kwantificeren. De specifieke objectieven in dit project omvatten: 1/ validatie voor in vitro kwantificering van ROS en NO¿ met 'electron paramagnetic resonance (EPR)'; 2/ met moderne microscopische technieken vast te stellen welke celtypen verantwoordelijk zijn voor hun vorming en 3/ met deze innoverende technologie hun bijdrage te onderzoeken bij inflammatoire processen en macrofaagfunctie, met bijzondere focus of atherosclerose, endotheeldysfunctie en intracellulaire infecties. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Dirk Adriaensen • Louis Maes • Christiaan Vrints • Hidde Bult
Moleculair genetisch, biologisch en neurologisch onderzoek van erfelijke perifere zenuwaandoeningen: een geïntegreerd onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: De identificatie van met ziekte geassocieerde mutaties in genen is de eerste stap tot het begrijpen van de fundamentele biologische en biochemische processen betrokken bij erfelijke aandoeningen van het perifere zenuwstelsel. Een belangrijk deel van dit project is dan ook gewijd aan het verder opsporen van nieuwe loci en genen. De kennis van structuur en functie van genen is van groot belang voor de klassificatie van erfelijke perifere neuropathieën en het ontrafelen van de onderligende moleculaire pathomechanismen. In dit project leggen we ons toe op de pathomechanismen van distale motorische neuropathieën, sensorische neuropathieën en de intermediaire vorm van Charcot-Marie-Tooth. In onze onderzoeksgroepen identificeerden we recent 3 nieuwe genen waarrond we reeds functionele in vitro en in vivo studies hebben opstart. Organisaties:
• VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Veranderingen in stressgevoeligheid van ecosystemen in een toekomstig klimaat. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject bestuderen we of de weerstand van soortenrijke plantengemeenschappen aan diverse stressfactoren zal veranderen in toekomstige klimaatcondities. Hiertoe worden grasland-mesocosmossen onder twee verschillende klimaatscenario's ¿ het huidig klimaat en een gesimuleerd toekomstig klimaat ¿blootgesteld aan diverse stresscondities (ozonpollutie, droogte, eutrofiëring, tekort aan stikstof, en zware metalen in de bodem). De stressoren worden afzonderlijk toegediend (dosis-respons relaties), maar worden ook gecombineerd om hun interactieve impact te onderzoeken. Door expertise te combineren uit de ecologie, plantenfysiologie, en plantenbiochemie, worden veranderingen in de responsen op stress bepaald op verschillende niveaus van biologische complexiteit, van cel of molecule tot ecosysteem. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Han Asard • Ivan Nijs • Ivan Janssens • Reinhart Ceulemans
Programma evaluatie van universele en gerichte opties voor het gebruik van hepatitis A vaccins in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Hepatitis A is een leverontsteking veroorzaakt door het hepatitis A virus. De ziekte kan gepaard gaan met geelzucht, misselijkheid en moeheid gedurende een aantal weken. Jonge kinderen hebben er meestal weinig of geen last van en vertonen na infectie zelfs vaak geen symptomen. De besmetting gebeurt meestal feco-oraal. Vaccins tegen hepatitis A zijn in België beschikbaar sinds 1992, en worden aangeraden aan reizigers naar endemische gebieden, en aan een aantal risicogroepen, zoals bewoners en personeel van instituten voor mentaal gehandicapten. Dankzij een verbeterde hygiëne komt hepatitis A in België niet vaak meer voor. Beperkte epidemische opstoten van hepatitis A worden de laatste jaren vooral gezien in crèches en scholen. Het doel van het project is het nut en de kosteneffectiviteit van een algemene en een doelgroepgerichte vaccinatie tegen hepatitis A te onderzoeken en aanbevelingen te formuleren. . Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Odysseus grant Bart lambrecht Universiteit Gent Abstract: Dendritische cellen (DC) zijn de belangrijkste antigeen presenterende cellen in het immuunsysteem die verantwoordelijk zijn voor de herkenning van lichaamseigen en lichaamsvreemde stoffen en zorgen voor activatie en rust in het immuunsysteem. Dit project zal de eigenschappen van DCs verder bestuderen en deze kennis toepassen bij de ontwikkeling van nieuwe therapieën voor de behandeling van astma en auto-immuunziekten, alsook voor de behandeling van kanker. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Inventariseren van de nematoden (type)collectie van het Museum voor Dierkunde van de Universiteit Gent Universiteit Gent Abstract: Het Museum voor Dierkunde van de Gentse universiteit hoedt over een nematodetypecollectie met zo'n 4000 preparaten. Om deze collectie beter toegankelijk te maken voor taxonomen van over heel de wereld, was het dringend de tijd dat deze collectie digitaal ontsloten werd. Met dit project konden we +/- 2000 preparaten met nematoden digitaal ontsluiten. Deze inventaris zal te raadplegen zijn via GBIF. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Verblijf buitenlands onderzoeker Laurent Brossay Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksverblijf kadert in een internationaal samenwerkingsverband rondom de rol van inhiberende C-type lectin receptoren, in het bijzonder killer cell lectin-like receptor G1 (KLRG1), waarvan de liganden behoren tot de familie van de cadherines. De rol van KLRG1 en zijn liganden in reumatoide arthritis en spondyloarthropathy. Dr. Brossay's laboratory will provide us the necessary tools that are not commercially available. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Chronische zorg Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksamenwerking heeft als doel het creëren van een onderzoekslijn ter ondersteuning en harmonisering van de multidisciplinaire zorg voor ouderen en voor personen met een chronische aandoening. In een eerste fase werd deze doelstelling gerealiseerd door de ontwikkeling van een digitaal kennisbestand omtrent wondzorg en door de ondersteuning aan een onderzoek omtrent interventieontwikkeling voor therapietrouw bij patiënten met veneuze ulcera. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
Revalidatie en Kinesitherapie bij inwendige aandoeningen Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksgroep richt zich vanuit een truncus communis op het vlak van evaluatie (kracht, evenwicht, inspanningscapaciteit, mobiliteit en functionaliteit) en (trainings)therapie tot specifieke volwassen populaties met inwendige aandoeningen uit de geriatrie, cardiologie, oncologie, endocrinologie, neurologie, ? ten behoeve van mutuele ontwikkeling van know-how. Vbn. Valrisicodetectie en -preventie bij patiënten met CVA, dementie en diabetes - ASsessment en aanpak deconditionering, performantie en levenskwaliteit bij kankerpatiënten - Combinatietraining bij obesitas, insulineresistentie, cardiovasculair risico Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Dirk Cambier
Stabiliteit van geselecteerde probiotica in de maag en dunned arm en hun evaluatie in de TWINSHIME setup Universiteit Gent Abstract: In dit experiment werd de overleving van geselecteerde probiotica in specifieke matrices geëvalueerd in een in vitro setup. Tevens werd de stabiliteit en efficiëntie van de probiotica in het maag-darm stelsel getest in een lange termijn proef met behulp van de TWINSHIME setup. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Formuleringszending Eigen Initiatief (EI) : Establishing a centre for cleaner production to contribute to the socioenvironmental development of the province of Cienfuegos (in Cuba) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verkennende missie om het project "Establishing a centre for cleaner production to contribute to the socio-environmental development of the province of Cienfuegos (in Cuba)" (VLIR - eigen initiatieven) te verwezenlijken. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship. (Christian VOGT, Duitsland) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship. (Christian VOGT, Duitsland) Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Blootstelling aan ultrafijne deeltjes van verkeer: ontwikkeling van een methode van blootstellingsbepaling in omgevingslucht. Universiteit Antwerpen Abstract: Blootstelling aan ultrafijne deeltjes van verkeer: ontwikkeling van een methode van blootstellingsbepaling in omgevingslucht. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Vinit Kumar Mishra
Heeft aandachtsvertekening een automatische invloed op verslavinggedrag Universiteit Gent Abstract: Een kernprobleem bij alle vormen van verslaving is het gebrek aan bewuste controle over gedrag en gevoelens. In de cognitieve psychologie wordt dergelijk probleemgedrag meestal toegeschreven aan automatische processen en cognities. Het verblijf van Dr. Matt Field kadert binnen dit onderzoek naar de causale rol van aandachtsvertekening en automatische attitudes in verslaving. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Guide des sols en République Démocratique du Congo Universiteit Gent Abstract: Het project omvat de opmaak van een handboek over de bodems van DR Congo, bestaande uit 2 volumes. Het 1ste volume 'onderzoek en beheer van de bodems' beschrijft de fysische, chemische, biologische, hydrologische en morfologische kenmerken van de bodems van DR Congo, alsook hun genese, beheer en gebruik. Het 2de volume omvat profielbeschrijvingen en bodemanalyses van typebodems uit DR Congo, tevens met de bodemclassificatie volgens verschillende internationale systemen en met hun geografische spreiding in DR Congo. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Dietary strategies to optimise the omega- 3 fatty acid content and oxidative stability of processed pork Universiteit Gent Abstract: Het doel is de productie van varkensvleeswaren te onderzoeken, waarbij de vetzuursamenstelling beter voldoet aan de nutritionele aanbevelingen, door gebruik te maken van specifieke vetbronnen en antioxidantiain het diervoeder. Aangezien n-3 polyonverzadigde vetzuren oxidatief minder stabiel zijn en mogelijk ook invloed uitoefenen op de technologische verwerking, vergeleken met onverzadigde of monoonverzadigde vetzuren, worden ook deze effecten onderzocht.
Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Studie van miRNA expressie in prognostische subgroepen van acute lymfoblasten leukemie bij kinderen Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat de analyse van miRNA profielen in verschillende genetische subgroepen van B-ALL (hyperdiploïden, TEL-AML1, MLL, BCR-ABL1, normale karyotype's) in vergelijking met profielen bekomen uit gesorteerde normale B-cel precursor cellen. Deze miRNA profielen zullen eveneens gebruikt worden om B-ALL patiënten met goede overleving ten opzichte van patiënten die ziekteherval vertonen met elkaar te vergelijken. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria. Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een samenwerkingsovereenkomst tussen CMK (UHasselt) en ADEME voor de periode van 01.09.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek betreft de evaluatie van de phytostabilisatie op een grote oppervlaktedefinitie en effecten op lange termijn en met het oog op het overbrengen van de resultaten op andere besmette territoria. Organisaties: • Milieubiologie • Anorganische en Fysische Chemie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Ann RUTTENS • Jan COLPAERT
Therapeutic hypothermia to improve neurological outcome in ischemic stroke. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Our project consists of two parts: a clinical and an experimental part. In the clinical part, we want to perform a randomized, prospective, controlled, safety and feasibility trial comparing two treatments: "Standard 'best medical therapy'" vs. "Standard 'best medical therapy' plus induced minimal hypothermia (IMH) in patients presenting with an AIS within 8 hours after onset of symptoms. Minimal hypothermia (35°C) will be induced for 72 hours in patients randomized to the hypothermia-arm. Mepederine and buspirone will be, if needed, associated to suppress shivering. Minimal hypothermia will be induced by using our helmet device and as soon as the target temperature (TT) is achieved, the endovascular cooling device will be used to maintain the TT. In the experimental part, in support of the clinical study, we aim to further investigate the neuroprotective effects of hypothermia in the endothelin-1 (Et-1) rat model focusing on the important parameters necessary for a better transfer to the clinical situation. Using the same protocol as in our previous studies, we will determine the degree of apoptosis, inflammation and glycemia 24hrs, 72hrs and 1 week after the insult. At each time point, we will also determine the neurological outcome of the rats using the 'neurological deficit score' and the 'sensory neglect' method. Then we will investigate the effect of hypothermia on these parameters. We will compare hypothermia duration of 20 minutes with that of 3 hours. There will be a constant reciprocal feedback of fundamental research data to the clinicians so that changes in protocol are possible (both fundamental and clinical). Our project intends to reveal not only the feasibility and the safety of IMH in the treatment of patients presenting with an AIS. We aim also to improve the neurological and functional outcome in those patients. After concluding our project, we plan to establish a protocol for a larger randomized controlled multicentric prospective trial to reveal to which extent induced hypothermia (IH) improves neurological and functional outcome after moderate and severe AIS. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Tine ZGAVC • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE
Evaluatie van de ecologische staat van sterk veranderde en artificiële waterlichamen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bepaald in de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evaluatie van de ecologische staat van sterk veranderde en artificiële waterlichamen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bepaald in de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Subaward agreement : Mechanisms of cell regeneration in the pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mechanismen van cell regeneratie in de pancreas Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Oorspronkelijk aangemaakt als IWT376 => 1ste jaar wordt WDGO721. Study in the field of functional starter cultures for cocoa fermentation
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel is de ontwikkeling van goed gefermenteerde cacaobonen met een specifieke smaak, met verbeterde proces-functionele eigenschappen en een verhoogd gehalte aan functionele en gezondheidsbevorderende componenten door de volledige controle van het cacaoboonfermentatieproces. Dit kan op zijn beurt leiden tot gezondheidsbevorderende chocoladeproducten en een duurzame ontwikkeling van bestaande cacaoprocestechnologieën. Daarom heeft dit onderzoeksproject tot doel een nieuwe generatie chocoladeproducten te ontwikkelen door beïnvloeding van het cacaofermentatieproces door middel van selectief gekozen starterculturen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Wetenschappelijke evaluatie van de consumptie van antibiotica voor menselijk gebruik (ESAC-3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het ESAC (European Surveillance of Antimicrobial Consumption) project is het collecteren van antibioticaconsumptiegegevens en dit afzonderlijk in de ambulante praktijk en de ziekenhuissector. Er nemen 34 landen deel aan het project, waarvan alle 27 EU lidstaten, 3 EEA/EFTA landen en 3 kandidaatlanden (Kroatië, Macedonië en Turkije). Daarnaast zal het project tevens antibioticaconsumptiegegevens verzamelen afkomstig van specifieke verbruikersgroepen in die landen waar dit type data beschikbaar zijn. Hiertoe zijn er 4 subprojecten die focussen op de ambulante praktijk, ziekenhuizen, rusthuizen en socio-economische determinanten. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Een 4-perioden, placebo-gecontrolleerde, crossover studie ter evaluatie van de mogelijkheid van gebruik van BOLD fMRI en cerebrale bloedstroommetingen als biomerker voor cognitie verstrekende drugs (donepezil and MK-3134) Universiteit Gent Abstract: Van de cholinergische neurotransmissie versterkende drug donepezil (Aricept) is aangetoond dat die het fMRI signaal moduleert geassocieerd aan sensoriële perceptie en selectieve aandacht. Deze piloot studie onderzoekt door middel van fMRI en MRI perfusiemetingen het effect van nieuwe potentiëel aandachtsversterkende medicatie. Organisaties: • Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde
Onderzoekers: • Eric Achten
Huisartsgeneeskunde: motivatie om te kiezen voor of verlaten van het beroep. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderwoek wordt bestudeerd wat de redenen zijn om voor het huisartsen vak te kiezen of het later te verlaten. Mogelijke beleidsmaatregelen worden aan stakeholders aangeboden. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen
Hippocampale neuropeptiden als neurobiologische aangrijpingspunten in preklinische geneesmiddelenontwikkeling voor limbische epilepsie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Epilepsieën zijn majeure neurologische aandoeningen die wereldwijd ongeveer 1% van de bevolking treffen. Hierbij is psychomotorische epilepsie van temporale oorsprong één van de moeilijkst controleerbare vormen. Farmacoresistentie voor anti-epileptica komt voor bij 25 à 40% van de patiënten. De huidig beschikbare anti-epileptica hebben tot doel acute epilepsieaanvallen symptomatisch te onderdrukken (anticonvulsief effect), zonder echter de oorzaak of het heroptreden van de aanvallen te behandelen. Daarom willen wij in dit project een bijdrage leveren aan: 1) het beter begrijpen van het ontstaan van epilepsie en het zoeken naar farmaca met een anti-epileptogeen effect; 2) beter begrip van de processen die de progressie van epilepsie bevorderen en dus het ontwikkelen van 'disease-modifying drugs'; 3) beter inzicht in biologische mechanismen van farmacoresistentie en strategieën testen om de resistentie om te keren of te voorkomen; 4) het niet uit het oog verliezen van de bijhorende neurologische complicaties zoals depressie en geheugenstoornissen en bijgevolg veelbelovende moleculen screenen op additionele effecten ter verbetering van deze comorbiditeiten. Neuropeptiden zijn endogene modulatoren die grote toekomstperspectieven bieden als mogelijke farmacotherapeutische aangrijpingspunten. De bestaande literatuur wijst immers op de betrokkenheid van neuropeptiden in een waaier van korteen langetermijn epilepsieprocessen. Daarom willen we van een aantal subtype-selectieve peptiderge liganden testen of ze voldoen aan één of meerdere van onze 4 doelstellingen en door hun interacties met de klassieke hippocampale transmitters te onderzoeken.Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Ontwikkeling van functionele gefermenteerde zuivelproducten verrijkt met sfingolipiden Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Kathy Messens
Regressie technieken op genotype-fenotype database om de werkzaamheid van geneesmiddelen te voorspellen KU Leuven Abstract: Regressie technieken zijn meer en meer belangrijk als automatische methodes voor het bestuderen van complexe biologische systemen over tijd. Debedoeling van dit project is het uitwerken van regressie technieken op een genotype-fenotype database voor recent ontwikkelde geneesmiddelen zoals HIV-1 integrase inhibitoren. Om de kwaliteit te verbeteren vande diagnostische systemen die de werkzaamheid van de geneesmiddelen te voorspellen zal gewerkt worden met klonale data en een nieuwe generatie van sequencer systemen. In het project is gekozen
voor de 454 technologie welke gebruikt wordt voor het bestuderen van HIV, HCV, ... Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Geert Verbeke
Cycle for Life 2007 : Circulating endothelial cells in multiple myeloma: characterisation and study of their role as surrogate marker for myeloma-induced angiogenesis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op zondag 24 juni in Jette wordt het startschot gegeven voor de vierde editie van Cycle for Life, een fiets- en wandeltocht ten voordele van het kankeronderzoek in België. Roche organiseert Cycle for Life in samenwerking met de 7 Belgische universitaire ziekenhuizen en universiteiten, waaronder ook het UZ Brussel. Vlak voor het gezamenlijke vertrek op 24 juni, wordt in elke universiteit een project rond kankeronderzoek beloond met de opbrengst van Cycle for Life. Voor het UZ Brussel zal dit jaar gefietst en gewandeld worden voor het project 'Circulating endothelial cells in multiple myeloma: characterization and study of their role as surrogate marker for myeloma-induced angiogenesis' van Dr. I. Vande Broek met als promotor Prof. J. De Grève. Meer info: www.cycleforlife.be. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Ivan VAN RIET • Isabelle VANDE BROEK
Provision of scientific advice and support from Professor Dr. Johan Vanderfaeillie to the study team personnel in Pfizer's Phase IIIb/IV unit within the development Operations group conducting the Pfizer clinical study with Genotropin known as A6281298. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijke steun & advies Pfizer klinische studie met Genotropin Organisaties: • Orthopsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Prijs van de BFVUG 2008. Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs van de BFVUG 2008. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Alexandra Vermandel
European standardisation of dietary assessment methods for a public health purpose Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Voeding en Diëtetiek
Onderzoekers: • Willem De Keyzer
Ontwikkeling van een bio-elektronische neus op basis van geïmmobiliseerde olfactorische neuronen KU Leuven Abstract: Elektronische neuzen zijn toestellen die gassensoren met patroonherkenningstechnieken combineren. Ze werden voorgesteld als snelle en goedkope alternatieven voor menselijke smaakpanels of analytische instrumenten. Maar in feite presteren deze toestellen niet goed in de aanwezigheid van vluchtige stoffen die zelfs in kleine concentraties een typisch karakteraan een bepaald aroma meegeven, waardoor het onderscheidbaar wordt van andere gelijkaardige aromas. Met het idee om het beste van zowel biologische als elektronische systemen te combineren, was de hoofddoelstellingvan deze thesis om het potentieel te onderzoeken van een connectie tussen de biologische geursensoren (de olfactorische receptorneuronen) met een optisch of elektronisch meetplatform om hun reacties op aromacomponenten uit te meten. Ook werd een systeem geconstrueerd waarmee verschillende aromas op gecontroleerde wijze konden geproduceerd worden. Dergelijksysteem zou gebruikt kunnen worden om bioelektronische neuzen te ka Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Evelien Micholt
Vis en het beheer van ondiepe meren KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Pieter Lemmens
Genetische karakterisatie van pesticide-degraderende bacteriën in de Mekong delta van Vietnam KU Leuven Abstract: De Mekong-delta is de grootste landbouwregio van Vietnam. Om te kunnen voldoen aan de vraag naar voedsel vanwege de lokale bevolking en te kunnen voorzien in de productie van gewasteelten voor export worden steeds meer chemische meststoffen en pesticiden toegepast. Diverse chemische klassen van herbiciden, fungiciden en insecticiden werden in de delta gebruikt, resulterend in een contaminatie van
het oppervlaktewater en sedimenten. Het lot van de resterende pesticiden en de microbiële degradatiecapaciteiten aanwezig in de bodems van de Mekong-delta zijn echter grotendeels ongekend. Deze studie onderzoekt de hypothese dat de continue selectiedruk van pesticiden in de landbouwbodems van de Mekong-delta heeft geresulteerd in een aangepaste bacteriële gemeenschap die de intensief gebruikte pesticiden kan afbreken en/of mineraliseren. De algemene doelstelling van dit onderzoek was het verwerven van kennis over de biodegradatievan enkele huidig gebruikte pesticiden in de Mekong-delta en de g Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • René De Mot • Dirk Springael • Thi Phi Oanh Nguyen
Dyslexie als auditief temporeel informatieverwerkingsprobleem: een longitudinale studie. KU Leuven Abstract: Developmental dyslexia is a learning disorder that affects around 5 to 10% of children and adults. It is characterised by severe reading and spelling difficulties that are persistent and resistant to usual teaching methods and remedial efforts (Gersons-Wolfensberger Ruijssenaars,1997). The predominant aetiological view postulates that dyslexia results from a phonological deficit (Snowling, 2000). Research in the underlying neuro(psycho)logical dysfunction of dyslexia suggests that the phonological processing problems as such may result from a more fundamental deficit in the basic perceptual mechanisms that are responsible for auditory temporal information processing. Dyslexics tend to have difficultiesprocessing linguistic and non-linguistic stimuli that are short and enter the nervous system in rapid succession (for a review see Farmer Klein, 1995). Recent studies in this context focus more specifically on an impaired perception of dynamic aspects in the auditory signal itself, like a Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Stefan Sunaert • Bart Boets • Jean Steyaert • Ilse Noens
Hippocampale cognitieve capaciteit, neurale plasticiteit en reversibiliteit van neurocognitieve stoornissen bij muismodellen van de ziekte van Alzheimer. KU Leuven Abstract: Alzheimer dementie (AD) is een neurodegeneratieve stoornis die gekenmerkt wordt door een geleidelijke achteruitgang van het geheugen en van andere cognitieve en gedragsmatige capaciteiten. Het is de meest voorkomende vorm van dementie in de westerse wereld, die wereldwijd miljoenen patiënten en hun families treft, en waarvoor tot op heden geen adequate therapie bestaat. De laatste jaren werden er transgene muismodellen voor alyloïdose enLof tauopathie gegenereerd. Deze modellen trachtten één van de of beide neuropathologische kenmerken van AD te repliceren, namelijk de ontwikkeling van extracellulaire ABeta-plaques en intracellulaire tau-kluwens die zich eerst manifesteren in hippocampus. We zullen onderzoeken of de algemene cognitieve capaciteiten en/of hippocampale plasticiteit gewijzigd zijn in deze muizen. In de laatste fase wordt de impact en het effect van therapeutische en farmacologische manipulatie nagegaan. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun • Ann Van der Jeugd