www.researchportal.be - 27 Jan 2016 20:44:56
Onderzoeksprojecten (1650 - 1700 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
De impact van congenitale toxoplasmose en cytomegalovirusinfectie op de volksgezondheid in België Universiteit Gent Abstract: CT en cCMV kunnen leiden tot levenslange handicaps en foetale of neonatale sterfte. Het doel van dit doctoraatsonderzoek is de volksgezondheidsimpact van beide congenitale infecties in België te achterhalen aan de hand van bestaande databronnen. Dit zal de data genereren die noodzakelijk zijn om de vicieuze cirkel van onderschatting en onderkenning te doorbreken. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Pierre Dorny • Jozef Vercruysse
De impact van de HPG-as op veranderingen in de functionele hersennetwerken tijdens normale, versnelde en pathologische veroudering (i.e ziekte van Alzheimer). Universiteit Antwerpen Abstract: Het verouderingsproces heeft een grote invloed op vele cellulaire processen die uiteindelijk leiden tot neurodegeneratie en het aantasten van de cognitieve functies. Dit gaat gepaard met veranderingen in de functionele netwerken (bijvoorbeeld het default mode network (DMN) en haar anticorrelatie netwerk) en synaptische defecten. De belangrijkste sturingsmechanismen van het verouderen van de hersenen blijven echter grotendeels onbekend. De hypothalamus, een belangrijk structuur van de hypothalamus-hypofyse-gonadale as (HPG-as), is cruciaal voor de neuroendocriene interactie tussen het centrale zenuwstelsel en verschillende perifere functies. Deze structuur blijkt ook betrokken bij de leeftijdsgebonden neurodegeneratie. Dit suggereert dat het verouderingsproces gedreven wordt door de integratie van immuun- en hormonale reacties waarbij de hypothalamus een leidende rol vertoont. Daarnaast is er de betrokkenheid van de menopauze en de leeftijdsafhankelijke veranderingen in HPG-as hormoonspiegels in de etiologie van de ziekte van Alzheimer (AD), de meest voorkomende vorm van dementie bij ouderen. In dit preklinische project willen we de veranderingen in het DMN en haar anticorrelatie netwerk onderzoeken met behulp van rsfMRI bij normale veroudering, versnelde en pathologische veroudering (i.e. AD). De waargenomen veranderingen in functionele connectiviteit zullen gecorreleerd worden met de verschillen in HPG-as hormoonspiegels en de neuroinflammatie. Het eerste doel van de studie is het bestuderen van de korte en lange termijn effecten van het luteïniserend hormoon (LH) en oestrogeen hormoon behandeling op het DMN en haar anticorrelatie netwerk. Onze hypothese is dat de verstoring van oestrogeen signalisatie in de hersenen na ovariëctomie gepaard gaat met een vermindering van de functionele connectiviteit, en dat deze verminderde connectiviteit (gedeeltelijk) kan hersteld worden met hormonentherapie. Het tweede doel van het project is meer inzicht verkrijgen in hoe de veranderingen van de gonadotropin-releasing hormoon (GnRH)–HPG-as receptor signalisatie tijdens pathologische veroudering (i.e. AD) leidt tot veranderingen in de functionele netwerken van de hersenen. Het derde doel is het bestuderen van de modulatie van het DMN en haar anticorrelatie netwerk in Tg2576 muizen ten gevolge van een GnRH agonist, leuprolide acetaat, die de afgifte van LH beperkt en als functie van het voorkomen van het amyloïde-ß-peptide (Aß) (oplosbaar of plaques). Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Marleen Verhoye • Michaël Belloy
De impact van een lage keten polyonverzadigde vetzuren en micronutriënten aangerijkte complementaire voeding op de groei en ontwikkeling van zuigelingen in Ethiopië Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsvoorstel bestaat uit twee onderzoeksluiken: 1) de ontwikkeling van een geoptimaliseerde - lange-keten polyonverzadigde vetzuren en micronutriënten aangerijkte - complementaire voeding, en 2) het effect van de consumptie van de geoptimaliseerde voeding op de groet en ontwikkeling van zuigelingen. De resultaten zullen de evidence-base leveren voor de ontwikkeling van een complementaire voeding met lokale voedingsmiddelen. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
De impact van gastheer-pathogeen interacties op de virulentie van luminescente virbios tegenover pekelkreeftjes (Artemia franciscana) Universiteit Gent Abstract: De virulentie van luminescente vibrios wordt bepaald door de expressie van verschillende virulentiegenen. In dit project zal een modelsysteem met gnotobiotische pekelkreeftjes gebruikt worden om de expressie van virulentiegenen te bestuderen tijdens infectie. Bovendien zal de invloed van bacteriële cel-tot-cel communicatie (quorum sensing) en stresshormonen geproduceerd door de gastheer op de expressie van virulentiegenen eveneens bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Peter Bossier
De impact van globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie op gezondheidssystemen op nationaal en districtsniveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek wordt uitgevoerd naar globale gezondheidsinitiatieven en donorharmonisatie in de gezondheidssector, waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning, alsook naar hun relatie met andere, meer verticale Global Health Initiatives (GHI) zoals The Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria; The Global Alliance for Vaccins and Immunisation (GAVI) en The President's Emergency Plan For Aids Relief (Pepfar). We stellen vast dat donoren in de gezondheidssector op dit moment eerder een tweesporenbeleid toepassen voor hun hulpverlening: enerzijds is er een focus op harmonisatie en "alignement", waaronder sectorwijde benaderingen en globale budgetondersteuning. Dit in combinatie met het responsabiliseren van de lokale overheden om hen aan te zetten tot goed beleid. Anderzijds zijn er de GHIs die eerder in het Noorden worden gedefinieerd en vervolgens als het ware worden opgelegd aan het Zuiden. Deze kennen vooral een sterke groei op het vlak van
de HIV/AIDS bestrijding. De dualiteit leidt tot ernstige coördinatie- en coherentieproblemen op nationaal en lokaal niveau. De hieruit voortvloeiende onderzoeksvraag is tweeledig. We onderzoeken hoe de ruime GHIs zich verhouden tot donor harmonisatie en "alignement" en daarnaast gaan we na wat de gevolgen van het tweesporenbeleid zijn in de ontwikkelingslanden, met de nadruk op het beleids- en implementatieniveau. De centrale doelstelling is bijdragen tot meer duidelijkheid in de complexe coördinatie tussen de verschillende donoren onderling en deze tussen donoren en de "recipient countries" in de gezondheidssector. Om dit onderzoek uit te voeren zal nauw samengewerkt worden met het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde waarbij de combinatie van een politiek-economische en een volksgezondheidsvisie wordt beoogd. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
De impact van herbehandeling met een combinatie op basis van artemisine op de incidentie van malaria en de potentiële selectie van resistente vormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EDCTP. UA levert aan EDCTP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
De impact van het internet als informatie- en communicatiemedium op de zorgverstrekker- ouder-relatie op neonatale intensieve zorgeenheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Actuele visies en beleidsstandpunten in de gezondheidszorg hanteren impliciet een normatief beeld over de ideale patiënt: een patiënt die proactief en medeverantwoordelijk is in het beslissingsproces, met een grote betrokkenheid in zijn/haar gezondheidstraject. De beschikbaarheid van informatie dient het de patiënt mogelijk te maken een actieve deelnemer te worden in zijn/haar gezondheidsproces. Wetenschappelijke studies suggereren dat het internet als bron van gezondheidsinformatie een verschuiving kan bevorderen in de arts-patiëntrelatie van het paternalistisch model naar een consumeristisch model waarbij de patiënt alles beslist. Er ontbreekt echter een geïntegreerd model omtrent de beweegredenen van patiënten om via internet gezondheidsinformatie op te sporen en te gebruiken en de impact op machtsverhoudingen tussen patiënt en zorgverstrekker. Vergelijkbaar met de visies betreffende patiëntgecentreerde zorg in de algemene gezondheidszorg, wordt in de neonatale setting geijverd voor een familiegecentreerd model van zorgvoorziening. Eenvoudige toegang tot informatie gerelateerd aan de toestand van hun kind, zowel informatie bestemd voor professionelen als deze bestemd voor leken, is één van de principes van familiegecentreerde zorg. Er is echter nog geen onderzoek uitgevoerd naar de rol van het internet als mogelijke pijler van informatieoverdracht en als beslissingsondersteunend instrument. Het gebruik van het wereldwijdeweb als informatie- en communicatiemedium op de ouder-zorgverstrekker-relatie verdient de nodige aandacht. In verschillende ziektestadia varieert de zorgsetting, net zoals het zorgaanbod en de zorgverstrekkers. Verschillende stadia en omstandigheden binnen een ziektetraject zullen vermoedelijk leiden tot een verschillende soort en intensiteit van het zoek- en informatiegedrag. Daar bestaat nu geen wetenschappelijk gefundeerde kennis rond. Dit onderzoek heeft tot doel een inzicht te verwerven in de rol van het internet als informatie- en communicatiebron op de beleving van de ouders doorheen de verschillende ziektestadia en fasen, en dit zowel tijdens als na de opname op een neonatale intensieve zorgeneenheid. Hierbij zal de aandacht tevens gevestigd worden op de ouder-zorgverstrekker-relatie. Een voorlopige classificatie van het ziektetraject en indicaties over het gebruik van informatie- en communicatiemiddelen in dat ziektetraject zal worden opgesteld op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met experten en een prospectief, verkennend kwalitatief onderzoek bij een beperkte groep ouders van NICU-kinderen. Via kwantitatieve dataverzameling zal het gebruik van internet als informatie- en communicatiemedium door ouders van NICU-kinderen en de groeps- en individuele kenmerken van deze ouders worden geanalyseerd. Een verdere validatie en aanvulling op de eerste analyses en theorievorming zal gebeuren door middel van vervolg diepte-interviews. Om de sociale constructie van de ouder-zorgverstrekker-relatie duidelijk in kaart te brengen zal zowel de houding van de ouder als deze van de zorgverstrekker worden bevraagd. De interviews zullen worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijnen van Strauss en Corbin (grounded theory) en Miles en Huberman. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS • Sofie DE ROUCK
De impact van het internet als informatie- en communicatiemedium op de zorgverstrekker-ouder-relatie op neonatale intensieve zorgeneenheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Actuele visies en beleidsstandpunten in de gezondheidszorg hanteren impliciet een normatief beeld over de ideale patiënt: een patiënt die proactief en medeverantwoordelijk is in het beslissingsproces, met een grote betrokkenheid in zijn/haar gezondheidstraject. De beschikbaarheid van informatie dient het de patiënt mogelijk te maken een actieve deelnemer te worden in zijn/haar gezondheidsproces. Wetenschappelijke studies suggereren dat het internet als bron van gezondheidsinformatie een verschuiving kan bevorderen in de arts-patiëntrelatie van het paternalistisch model naar een consumeristisch model waarbij de patiënt alles beslist. Er ontbreekt echter een geïntegreerd model omtrent de beweegredenen van patiënten om via internet gezondheidsinformatie op te sporen en te gebruiken en de impact op machtsverhoudingen tussen patiënt en zorgverstrekker. Vergelijkbaar met de visies betreffende patiëntgecentreerde zorg in de algemene gezondheidszorg, wordt in de neonatale setting geijverd voor een familiegecentreerd model van zorgvoorziening. Eenvoudige toegang tot informatie gerelateerd aan de toestand van hun kind, zowel informatie bestemd voor professionelen als deze bestemd voor leken, is één van de principes van familiegecentreerde zorg. Er is echter nog geen onderzoek uitgevoerd naar de rol van het internet als mogelijke pijler van informatieoverdracht en als beslissingsondersteunend instrument. Het gebruik van het wereldwijdeweb als informatie- en communicatiemedium op de ouder-zorgverstrekker-relatie verdient de nodige aandacht. In verschillende ziektestadia varieert de zorgsetting, net zoals het zorgaanbod en de zorgverstrekkers. Verschillende stadia en omstandigheden binnen een ziektetraject zullen vermoedelijk leiden tot een verschillende soort en intensiteit van het zoek- en informatiegedrag. Daar bestaat nu geen wetenschappelijk gefundeerde kennis rond.
Dit onderzoek heeft tot doel een inzicht te verwerven in de rol van het internet als informatie- en communicatiebron op de beleving van de ouders doorheen de verschillende ziektestadia en fasen, en dit zowel tijdens als na de opname op een neonatale intensieve zorgeneenheid. Hierbij zal de aandacht tevens gevestigd worden op de ouder-zorgverstrekker-relatie. Een voorlopige classificatie van het ziektetraject en indicaties over het gebruik van informatie- en communicatiemiddelen in dat ziektetraject zal worden opgesteld op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met experten en een prospectief, verkennend kwalitatief onderzoek bij een beperkte groep ouders van NICU-kinderen. Via kwantitatieve dataverzameling zal het gebruik van internet als informatie- en communicatiemedium door ouders van NICU-kinderen en de groeps- en individuele kenmerken van deze ouders worden geanalyseerd. Een verdere validatie en aanvulling op de eerste analyses en theorievorming zal gebeuren door middel van vervolg diepte-interviews. Om de sociale constructie van de ouder-zorgverstrekker-relatie duidelijk in kaart te brengen zal zowel de houding van de ouder als deze van de zorgverstrekker worden bevraagd. De interviews zullen worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijnen van Strauss en Corbin (grounded theory) en Miles en Huberman. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS • Sofie DE ROUCK
De impact van klimaatveranderingen op kustwetlands Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - EADIC. UA levert aan Erasmus Mundus - EADIC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
De impact van klimaatveranderingen op kustwetlands. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EDCTP. UA levert aan EDCTP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
De impact van lactose-intolerantie op de darmgezondheid: evaluatie van de microbiota en fermentatie in het colon en van de genotoxiciteit en cytotoxiciteit van fecaal water. KU Leuven Abstract: De meeste mensen kunnen lactose verteren bij de geboorte door de aanwezigheid van lactase in de brush border van de dunne darm. In meer dan 75%van de populatie, daalt de activiteit van dit enzyme enige tijd na de geboorte of is het zelfs afwezig. Sommige mensen met lactosemalabsorptiezijn asymtomatisch, maar de meesten hebben symptomen, zoals abdominale pijn, overmatige winderigheid en diarree. Lactose intolerantie verwijst naar het syndroom waarbij men één of meerdere symptomen heeft na consumptie van lactose-bevattend voedsel. De exacte oorzaak van lactose-intolerantie is op het moment niet bekend. Wel wordt gesuggereerd dat de symptomen ervaren door lactose-intolerante patiënten het gevolg zijn van een afwijkende fermentatie van lactose in het colon. Wanneer lactose hetcolon bereikt, wordt het daar gefermenteerd door de aanwezige microbiota tot verschillende metabolieten waaronder lactaat, formaat, succinaat en korte keten vetzuren (azijnzuur, propionzuur en boterzuur) evenals eena Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Kristin Verbeke • Karen Windey
De impact van lipoproteïnen en van verzadigd vet op de ontwikkeling vanhartfalen: een experimentele gentransfer en dieetinterventie studie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Bart De Geest
De impact van MALT1 en MALT1-gemedieerde verknipping van CYLD op de ontwikkeling van IBD. Universiteit Gent Abstract: Het signaalmolecuul MALT1 wordt voornamelijk bestudeerd voor zijn functie in lymfocyt activering. Recente in vivo studies bevestigden deze spilfunctie voor MALT1 in ontsteking en activering van het immuunsysteem en dit plaatst MALT1 op de voorgrond als een mogelijke potentiële mediator van bepaalde auto-immuunziekten. Met dit project willen we het belang ervan te onderzoeken tijdens de ontwikkeling van inflammatoire darmziekten. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert • Isabelle Carpentier
De impact van microbiële gemeenschappen in florale nectar van nectarplanten op de biologische bestrijding van schadelijke insecten.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Bart Lievens • Hans Jacquemyn
De impact van psychologische stress op het beslissingsproces bij fertiliteitsbe handelingen: diepte-interviews en het opzetten van een interventieprogramma. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Thomas D'Hooghe • Uschi Van den Broeck
De impact van socio-culturele dynamieken op de humane micro-evolutie: een studie van de West-Europese Lage Landen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Forensische Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Ronny Decorte • Maarten Larmuseau
De impact van verschillende soorten bestraling op de moleculaire en functionele veranderingen in kankercellen: de rol van Hedgehog signaling? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Karin Haustermans • N. N. • Sofie Isebaert
De impact van wijd-verspreide eiwit aggregatie in cancer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Switch Laboratorium
Onderzoekers: • Frederic Rousseau
De impact van ziektepercepties en hun determinanten op klinische uitkomsten: een cross-lagged benadering bij multisysteemaandoeningen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Joris Vandenberghe • Rene Westhovens • Philip Moons • Seher Arat
De impact van zware metaal vervuiling op graslanden. Universiteit Antwerpen Abstract: In vergelijking tot de meer populaire biotopen zoals bossen en heidegebieden wordt slechts weinig onderzoek gedaan naar de milieubescherming in graslanden. De laatste jaren wordt het voor steeds meer ecologen duidelijk dat er een sterke link bestaat tussen de bovengrondse en ondergrondse biotische delen van het graslandecosysteem. Onder de sterke druk en bestendigheid van zware metaalvervuiling kunnen sterke functionele verschuivingen plaatsgrijpen in graslandecosystemen door verstoring van de bovengrondse en/of ondergrondse compartimenten. Het doel van deze studie is na te gaan wat de invloed is van zware metaalvervuiling op de relatieve bijdragen van de "bottom-up" en "top-down" krachten die inwerken binnen en tussen de verschillende compartimenten van het graslandecosysteem. Door de sleutelcomponenten te identificeren en de stroom van voedingsstoffen te bepalen zullen we de impact van deze menselijke verstoring op het functioneren en de stabiliteit van dit ecosysteem analyseren. Het identificeren van gevoelige indicatoren moet ons mogelijk maken om 1) vroege veranderingen in de structurele en functionele componenten van het ecosysteem te herkennen en 2) de gezondheidstoestand van het systeem te bepalen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Luc De Bruyn
De impact van zware metalen verontreiniging op fitness-gerelateerde eigenschappen van slakken en de gevolgen daarvan op de genetische structuur en de genetische diversiteit. (FWO. Vis. Fellowship, Joris KOENE, Nederland) Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van zware metalen verontreiniging op fitness-gerelateerde eigenschappen van slakken en de gevolgen daarvan op de genetische structuur en de genetische diversiteit. (FWO. Vis. Fellowship, Joris KOENE, Nederland) Organisaties:
• Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Kurt Jordaens
De implementatie van een gastrologische practice-based benadering en een evidence-informed benadering Universiteit Gent Abstract: Prospectief implementatieonderzoek naar de impact van een gastrologische aanpak op de voedingsstatus van bewoners in woonzorgcentra. In dit project wordt gefocust op een individuele smaaksturing van gerechten en op de verpleegkundige aanpak, die zich hoofdzakelijk focust op screening en verandering van de maaltijdsfeer. De interventie wordt aangestuurd en geëvalueerd door een multidisciplinair Gastroteam. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
De implementatie van nieuwe technologiën voor de kartering van bodemkwaliteit Universiteit Gent Abstract: Teneinde de opbrengst en de inkomsten van de boeren van Sri lanka te verbeteren is een kartering van de bodemkwaliteit nodig op een binnen-in perceel schaal. Dit project beoogd dit objectief te bereiken door het inzetten van een niet-invasieve bodemoppervlak getrokken wordt. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Marc Van Meirvenne
De inductie van een cellulaire MAGE-specifieke immuunrespons door lentivirale transductie van dendritische cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dendritische cellen (DC) zijn belangrijk in het regelen van immuunreactiviteit. De observatie dat DC naïeve T cellen kunnen aantrekken, heft kanker immunologie nieuw leven ingeblazen en heft geleid tot het gebruik van DC als cellulair antikanker vaccin. De uitdaging in dit vakgebied ligt in het ontwerpen van een ideale strategie om DC te laden met tumor informatie. Tot dit doeleind hebben wij het lentiviral vector systeem geoptimaliseerd. We hebben aangetoond dat we met deze vectoren genen kunnen introduceren in DC, zonder nadelige effecten. Daarnaast hebben we aangetoond dat DC gemodificeerd met een fusie construct coderend voor Ii80MAGE3, resulteert in DC die in staat zijn CD4+ en CD8+ T cellen te stimuleren. We zijn er in geslaagd om MAGE-A3 specifieke cytotoxische T lymfocyten (CTL) te kloneren en te karakteriseren. Deze herkennen het peptide EGDCAPEEK, gepresenteerd in HLA-Cw7, aanwezig in meerdere MAGE-genen en gepresenteerd door tumor cellen, die aldus worden herkend en gedood. In een tweede deel werd een zij-aan-zij vergelijk gemaakt tussen DC gekweekt in aanwezigheid van IL-4/GMCSF of IL-3/IFNb. Deze laatsten bleken potenter in de stimulatie van Melan-A specifieke CTL. Samengevat, de combinatie van het ideale DC generatie proces met lentivirale transductie van DC kan leiden tot een potent antitumor vaccin. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
De inductie van intestinale immuniteit in een varkensmodel Universiteit Gent Abstract: Orale immunisatie biedt veel voordelen, maar de epitheelbarrière bemoeilijkt antigeen--?opname. Om intestinale immuniteit in biggen te induceren, zal antigeen--?opname verhoogd worden door plant--? geproduceerde antilichaam--?antigeen constructen selectief te richten naar een transcytotische epitheliale receptor. Om orale toediening te omzeilen zal intradermaal geïmmuniseerd worden in aanwezigheid van retinoïnezuur om de dermale immuunrespons om te schakelen naar een intestinale immuunrespons. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox
De integratie van geboorteplanningsdiensten na abortus in de bestaande abortus diensten in de Chinese ziekenhuiscontext (INPAC: Integrating Post-Abortion Family Planning Services into China?s existing abortion services in hospital settings) Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van het INPAC onderzoeksproject zijn het integreren van geboorteplanningsdiensten na abortus in de bestaande abortusdiensten in de Chinese ziekenhuiscontext en het evalueren van de effectiviteit van de interventies in termen van vermindering van ongewenste zwangerschappen en herhaalde abortussen. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
De integratieve eiwitwetenschappen : van kleine moleculen tot complexe biologische systemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eiwitten zijn de hoofdproducten van de genetische informatie en zijn de essentiële biologische macromoleculen die de structuur en functie van alle levende celsystemen bepalen. Eiwitten sturen de ontwikkeling van organismen, het metabolisme en de responsen op omgevingsstimuli. Ze interageren met liganden met diverse grootte dewelke substraten, inhibitoren, effectoren, nucleïnezuren, lipide dubbellagen of andere eiwitten kunnen zijn. Ongewenste wijzingen van deze interacties kunnen een normaal cellullair proces omzetten naar een aberrante vorm, met verschillende types van pathologieën als gevolg. Alternatief kan het ontwikkelen van kleine moleculen die kunnen interfereren met cruciale eiwitfuncties in de levende cellen een belangrijke bijdrage leveren aan menselijke therapie en antimicrobiële chemotherapie, die gebaseerd zijn op het verstoren van metabole processen. In dit post-genomische tijdperk, hebben we toegang tot een zeer grote hoeveelheid genomische informatie over een steeds groeiend aantal organismen. In schril contrast hiermee stellen we vast dat we nog steeds niet in staat zijn om deze data te integreren to een gedetailleerd beeld van het functioneren van levende cellen. Deze paradox kan verklaard worden door het feit dat het bepalen van de genoomsequenties veel sneller vooruitgaat dan onze kennis van de verwantschap tussen structuur en functie van en de interacties tussen macromoleculen. Traditioneel werden eiwitten als individuele entiteiten bestudeerd. In het post-genomische tijdperk ontwikkelt zich stilaan een nieuw soort eiwitonderzoek dat zich nog
steeds toespitst op de atomaire en moleculaire aspecten maar waar men zich nu tot doel stelt om een meer geïntegreerd beeld te krijgen van de eiwitfunctie in de context van levende organismen. De moderne eiwitstudies richten zich dan ook op alle niveaus van de organisatie van het leven: van de kleine eiwitmoleculen tot grote eiwitcomplexen die de interacties tussen eiwitten met eiwitten bevorderen, maar ook die met kleine liganden en nucleïnezuren tot en met de dynamische netwerken in cellen en modelorganismen. Het is om deze reden dat een geïntegreerd project rond de wetenschap van eiwitten een grote uitdaging vormt en een sterk interdisciplinair onderzoeksveld opent dat gaat van biofysica over de chemie tot aan de celbiologie. Het doel van het iPROS project is om de integratieve eiwitwetenschappen te promoten en te versterken om een beter beeld te krijgen van de structuur en functie van eiwitten. Wij richten ons mede op de opleiding van jonge onderzoekers zodat zij zich kunnen opwerken tot vooraanstaande eiwitonderzoekers. Specifiek willen wij ons richten op 4 hoofdonderzoekslijnen: (i) eiwitopvouwing, (ii) eiwitengineering en eiwit-ligand interacties, (iii) targets in het kader van antibacteriële resistentie en (iv) eiwit supramoleculaire assemblage en cellulair metabolisme. Elk van deze thematieken vormt een werkpakket. Om op de meest efficiënte manier bij te dragen aan deze onderzoekslijnen werd een samenwerking opgezet tussen Belgische groepen die vooraan staan in het domein van de eiwitwetenschappen en complementaire disciplines. Deze groepen zullen hun beschikbare technologieën in het domein van de moleculaire biologie, structurele en cellulaire biologie, bacteriologie, biofysica, bioinformatica, eiwit- en membraanchemie, enzymologie en medicinale en theoretische chemie ter beschikking stellen. De bijdrage van de buitenlandse partners is precieus in het domein van de biofysica, structurele biologie, bacterieel celwandmetabolisme en prokaryote cellulaire regulatie en ontwikkeling. De IUAP partners gebruiken verschillende maar vooral complementaire benaderingen in hun eiwitstudies. Daarom beoogt dit netwerk een kruisbestuiving in het gebied van de studies van eiwitinteractie, waarvan alle partners kunnen profiteren. Op deze manier wordt een uniek en generisch instrument gecreëerd voor de studie van eiwitinteracties in België. Op kruissnelheid zullen studenten, onderzoeksgroepen (en bedrijven) in Belgie hun voordeel kunnen halen uit deze unieke expertise in het veld van de eiwitinteracties en -opvouwing. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Han Karel REMAUT
De interacties tussen de hersenen en MMP8 en MMP3 in systematische inflammatie Universiteit Gent Abstract: Tijdens systemische inflammatie, bv bij sepsis patiënten, is er steeds een bepaalde graad van neuronale complicaties te merken, gaande van mild tot zeer ernstig, bv coma. In dit project pogen we te begrijpen wat daar de moleculaire basis van is, en of MMP3 en MMP8, twee proteasen, daar een rol in spelen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
De interacties tussen de hersenen en MMP8 en MMP3 in systemische inflammatie. KU Leuven Abstract: Sepsis raakt ongeveer 750.000 patiënten per jaar in de V.S. Sepsispatiënten eindigen meestal in de intensieve zorgeenheid en 30-40% van hen overleeft deze ziekte niet. Sepsis is een vorm van het systemisch ontstekingsreactiesyndroom (SIRS, systemic inflammatory response syndrome), dat vaak optreedt na ernstige infectie, brandwondwonden of trauma. Jammer genoeg is nog steeds geen overtuigende therapie beschikbaar ondanks de zware investeringen tijdens de laatste decennia. Recent gebruikten wij twee muismodellen van SIRS (endotoxemia en nierischemie/reperfusie) en constateerden dat twee leden van de familie van matrix metalloproteinases (MMPs), namelijk MMP3 en MMP8, een centrale rol vervullen in deze vormen vanSIRS. Muizen deficiënt voor één van deze MMPs blijken niet alleen het ziektemodel te overleven, maar zij behouden ook een intacte hersenenbarrière, wat ontsteking in de hersenen, een belangrijke stap in de ziekteprogressie, verhinderd. Onze resultaten zijn zeer innovatief en zoude Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons
De interactie tussen gist en brooddeeg KU Leuven Abstract: Fermentatie en het maken van brood zijn processen zo oud als de beschaving. Al ver voordat we enige kennis omtrent het bestaan van micro-organismen hadden, werden gist en biotechnologie onderdeel van het menselijk bestaan. Vandaag de dag is fermentatie nog steeds een belangrijk onderdeel van ons leven, echter we hebben inmiddels een groot inzicht in dit proces verworven en we leren nog steeds veel bij over hoe het te controleren en aan te passen aan onze behoeften en smaak.Het gedrag van gistcellen tijdens industriële processen zoals de productie van bier, wijn en bio-ethanol is reeds intensief bestudeerd. Echter, onze kennis van de gistfysiologie tijdens solid state processen, zoals de fermentatie van brooddeeg, kaas of cacao, is beperkt. In deze studie hebben wij veranderingen in het transcriptoom van drie genetisch verschillende Saccharomyces cerevisiae stammen tijdens de fermentatie van brooddeeg onderzocht. Onze resultaten tonen aan dat, ongeacht de genetische achtergrond, alle dr Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Elham Aslankoohi
De interactie tussen opslag en verwerking bij het onthouden en representeren van zinnen Universiteit Gent Abstract: Het werkgeheugen is enerzijds betrokken in het begrijpen en produceren van zinnen (onthouden welke woorden voorheen kwamen, onthouden van de woordvolgorde, bijhouden van syntatische informatie, ?) anderzijds wordt het werkgeheugen geholpen door taalgerelateerde aspecten (cf. onthouden van zinvolle woordgroepen tgo losstaande woorden). In dit onderzoeksproject wordt deze wederzijdse interactie van werkgeheugen en zinsverwerking verder onderzocht met behulp van zowel leestaken als werkgeheugentaken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker • Tim Desmet
De interactie tussen OSAS en obesitas bij kinderen : op zoek naar een beter inzicht in de rol van het vetweefsel.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Stijn Verhulst
De interactie tussen planten-geassocieerde bacterieën en populier onder cadmiumstress: effecten van inoculatie met PGPB (plant growth promoting bacteria) op het proteoomniveau en op de biomassaproductie in functie van fytoextractie. Universiteit Hasselt Abstract: Fytoextractie, zijnde het gebruik van planten met inbegrip van plant-geassocieerde micro-organismen voor het verwijderen van schadelijke contaminanten uit bodems en water, wordt dikwijls naar voor geschoven als een kosteneffectief milieuvriendelijk alternatief voor de remidiatie van gronden verontreinigd met zware metalen en zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot het aanpakken van de grootschalige verontreiniging van België.Kennis en begrip van de aangesproken metabole pathways,kan ons een beter beeld geven van de manier waarop plantgeassocieerde bacteriën, meer bepaalde groeistimulerende endofyten (PGPB: Plant Growth Promoting Bacteria), het fytoextractieproces kunnen verbeteren. De grote troef van dit project is dat het enkele belangrijke onderliggende mechanismen van fytoextractie zal ophelderen en zo de inzichten in het proces tracht te verruimen. Het hoofddoel van dit project is om na te gaan of populieren in staat zijn meer Cd op te nemen in de aanwezigheid van PGPB en welke metabole pathways/responsen hierbij een rol spelen. Hiervoor zal het proteoom van volgende condities met elkaar vergeleken te worden: onbehandelde populieren (controle), populieren gegroeid op subletale Cd concentraties, populieren gegroeid in de aanwezigheid van PGPB en populieren gegroeid op subletale Cd concentraties in aanwezigheid van PGPB. Tenslotte zal dit project ook oog hebben voor de fytoextractie efficiëntie van Populus trichocarpa x deltoides. Er zal worden nagegaan of bepaalde endofyten een verschil in extractie efficiëntie kunnen bewerkstelligen tijdens de Cd blootstelling. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Joke DUPAE
De interactie tussen Pythium en wortelknobbelaaltjes in rijstwortels Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste pathogenen die opbrengstverlies bij aerobe rijst veroorzaken zijn de oömyceet Pythium en het wortelknobbelaaltje Meloidogyne graminicola. Onder bepaalde condities worden de ziektesymptomen verminderd als de twee pathogenen samen voorkomen. In dit project willen we de interactie tussen rijst en beide wortelpathogenen onderzoeken om te begrijpen door middel van welke mechanismen de pathogenen elkaar tegenwerken. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen
De interactie tussen Pythium en wortelknobbelaaltjes in rijstwortels Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste pathogenen die opbrengstverlies bij aerobe rijst veroorzaken zijn de oömyceet Pythium en het wortelknobbelaaltje Meloidogyne graminicola. Onder bepaalde condities worden de ziektesymptomen verminderd als de twee pathogenen samen voorkomen. In dit project willen we de interactie tussen rijst en beide wortelpathogenen onderzoeken om te begrijpen door middel van welke mechanismen de pathogenen elkaar tegenwerken. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen
De InterUniversitaire Samenwerking met de Moi Universiteit in Kenya. KU Leuven Abstract: De InterUniversitaire Samenwerking met de Moi Universiteit in Kenya is een project gesponsord door de VLIR om een meer dynamische onderzoeks/onderwijs instelling tot stand te brengen. Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Roeland Merckx
De introductie van Electronic notebooks (ELN) op de campus Universiteit Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: De introductie van Electronic notebooks (ELN) op de campus Universiteit Antwerpen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
De in vivo evaluatie van nieuwe 99m Technetium-tricarbonyl complexen in Wistar ratten dmv. dynamische planaire beeldvorming en gated SPECT studies in het laboratorium voor In Vivo Cellulaire en Moleculaire Beeldvorming (ICMI). Vrije Universiteit Brussel Abstract: 99mTc gemerkte radiotracers, zoals 99mTc-sestamibi en 99mTc-tetrofosmin worden op grote schaal gebruikt voor myocard perfusie beeldvorming. Zowel 99mTc-sestamibi als 99mTc-tetrofosmin zijn echter niet ideaal voor myocard perfusie beeldvorming. Het doel van dit project is het evalueren van nieuwe tracers voor cardiale perfusie in samenwerking met Prof Isabel Santos (Instituto Tecnológico e Nuclear (ITN) en Covedien.
Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • VICKY CAVELIERS • Lode GOETHALS
De in vivo studie van signaaltransductiewegen betrokken in de regulatie van celoverleving en celdood in het centraal zenuwstelsel Universiteit Gent Abstract: De transcriptiefactor NF-kB speelt een belangrijke rol in pro-inflammatoire immuunantwoorden. Het eiwit A20 werkt als een inhibitor van NF-KB. Ook FADD, een eiwit het meest bestudeerd om zijn rol in signalisatie naar celdood, is in staat NF-kB signalisatie te onderdrukken. Gebruik makend van A20 en FADD weefselspecifieke knock-out muizen zal hun rol in de pathologie van diverse neurodegeneratieve aandoeningen worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
De invloed van 3D bodemstructuur op N2O emissies. Universiteit Gent Abstract: Het broeikasgas N2O wordt in landbouwbodems hoofdzakelijk uitgestoten door nitrificerende en denitrificerende bodemmicro-organismen. De bodemstructuur oefent een sterke controle uit op deze emissies worden sterk gecontroleerd, aangezien denitrificatie- en nitrificatieprocessen plaatsvinden in af- en aanwezigheid van O2, respectievelijk. In dit post-doctoraal onderzoek zal de invloed van de bodemporiestructuur op N2O emissies nagegaan worden via de innovatieve combinatie van X-stralen microtomografie, isotopomeren technieken en qPCR analyses. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Stefaan De Neve
De invloed van 3D-CBCT op diagnose en therapie bij chirurgische verwijdering van ingesloten tanden en plaatsing van orale implantaten KU Leuven Abstract: Gedurende vele tientallen Jaren, is de diagnostiek in de mondgezondheidszorg beperkt gebleven tot twee dimensionale radiologische beelden. De laatste jaren is er echter een enorme stap voorwaarts gezet door de introductie van de 3D cone beam computer tomografie (CBCT). Hoewel deze techniek enerzijds meer straling impliceert, zijn er ook meerdere voordelen aan verbonden. Doel van deze thesis was om de meest frequente ingrepen inde kaaksbeenderen onder de loep te nemen en te kijken of 3D beeldvorming hier een verbetering kan geven in diagnostische efficiëntie. Globaal hebben de studies in deze thesis zich enerzijds gefocusseerd op wijsheidstandextracties (Deel I) en anderzijds om implantaat plaatsing in partieel betande kaken (Deel II).In hoofdstuk 2 werd de diagnostischeefficiëntie van CBCT onderzocht in relatie tot prechirurgische evaluatie van geïmpacteerde tanden. Zeer weinig studies zijn beschikbaar omtrentsensitiviteit, specificiteit en voorspelbaarheid met betrekking tot hetgebrui Organisaties: • Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie BEPAT
Onderzoekers: • Reinhilde Jacobs • Maria Eugenia Guerrero Acevedo
De invloed van aandacht op stress-reactiviteit Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject worden drie onderzoeksluiken voorgesteld binnen een onderzoeksverblijf van Prof. Ellenbogen aan het Psychopatholgie en Affectieve Neurowetenschappen lab van UGent. Het onderzoek bestudeert de rol van aandacht bij stress-reactiviteit in relatie tot depressie. Hierbij staan zowel de psychofysiologische maten van stress-reactiviteit cenraal als de causale rol van aandacht op de stress respons. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ernst Koster • Rudi De Raedt
De invloed van antilichaamfragmenten op de fibrilogenese van beta 2-microglobuline. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het moleculaire mechanisme van de fibrillogenese van B2-microglobuline door gebruik te maken van single-domain fragmenten van kameelantilichamen (nanobodies). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
De invloed van asymmetrische dopamine-regulatie op aandacht en visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson Universiteit Gent Abstract: Veel Parkinson patiënten vertonen asymmetrische motorische problemen door een asymmetrische dopamine-depletie in de substantia nigra. In deze studie bestuderen we de invloed van asymmetrische dopamineregulatie op aandachtsprocessen en visuele hallucinaties door een vergelijking te maken tussen Parkinson patiënten met voornamelijk symptomen in de linker- versus de rechterlichaamshelft. De hersenen van deze patiënten worden zowel metabool (DAT-Spect) als structureel (MRI) in kaart gebracht. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets
De invloed van bacterie-bacterie en gastheer-bacterie signalen op de larvicultuur van de reuzenzoetwatergarnaal Macrobrachium rosenbergii Universiteit Gent Abstract: De reuzenzoetwatergarnaal Macrobrachium rosenbergii is een belangrijk zoetwater aquacultuur species. In dit onderzoek onderzoeken we de invloed van het verstoren van bacteriële cel tot cel communicatie en van het detecteren van stresshormonen geproduceerd door de gastheer op bacteriële infecties in Macrobrachium. Het verstoren van deze interacties zou een duurzaam alternatief kunnen bieden voor het gebruik van antibiotica. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Peter Bossier • Tom Defoirdt
De invloed van cadmium op de mannelijke reproductie : aneuploidie als mogelijke oorzaak van de dalende fertiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project bestaat eruit een experiment op te zetten waarin de invloed van cadmium op de mannelijke reproductie bestudeerd wordt. Een mogelijke hypothese stelt dat aneuploidie, een chromosomale aberratie welke dikwijls verantwoordelijk is voor spontane abortus bij de mens, een verminderde fertiliteit bij de man veroorzaakt. Deze veronderstelling kan getest worden door een in vivo experiment met muizen op te zetten waarbij de 'time to pregnancy', aneuploidie en de vruchtbaarheids- en implantatiegraad bestudeerd zou worden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
De invloed van celspecifieke micromanipulatie op neurale activiteit bijhersenplasticiteit - Een optogenetische studie in de visuele cortex vande muis. KU Leuven Abstract: Probleemstelling In de jaren #60 lanceerden Hubel en Wiesel het concept van de kritische periode, een beperkte periode tijdens het jonge levenwaarin het neuronale netwerk van de primaire visuele cortex V1 zich efficiënt aanpast aan bijvoorbeeld het chirurgisch sluiten van een oog, waardoor de meeste V1 neuronen selectief gevoelig worden voor input via hetopen oog. Deze ervaringsafhankelijke hersenplasticiteit staat beter gekend als oogdominantie (OD) plasticiteit. Ondertussen is het duidelijk dat ook in de hersenen van volwassen zoogdieren nog een beperkte capaciteit tot letsel-geïnduceerde neuroplasticiteit bestaat. Naast het unimodalefenomeen van OD plasticiteit treedt bij vroege blindheid ook multimodale plasticiteit op waarbij V1 gereactiveerd kan worden vanuit de somatosensorische of auditieve modaliteit. Zelfs bij mensen met vroege of aangeboren blindheid leidt aanraking tot activatie van V1, mogelijk via het aanspreken van reeds bestaande connecties. Recent onderzoek toont deze Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Samme Vreysen
De invloed van chronisch nierlijden op de aanmaak, intestinale absorptie en renale excretie van microbioom metabolieten. Studie naar intestinaal-renale interacties. KU Leuven Abstract: Chronisch nierlijden gaat gepaard met een ernstige verstoring van het menselijke metabolisme, beter gekend als uremie. Een achteruitgang van denierfunctie is geassocieerd met een opstapeling van verschillende metabolieten, zogenaamde uremische retentie moleculen. Een belangrijk deel van deze metabolieten ontstaan in het colon als eindproduct van bacteriëlefermentatie van proteïnes. Indoxyl sulfaat en p-cresyl sulfaat behoren tot de meest bestudeerde intestinale bacteriële metabolieten en zijn geassocieerd met cardiovasculair lijden, progressie van nierlijden en globale mortaliteit. Huidige inzichten in deze intestinaal-renale interactieszijn echter eerder beperkt.Het huidige onderzoeksproject heeft als doel 3 aspecten van deze darm-nier as te onderzoeken:nbsp;De invloed van chronisch nierlijden op het darm microbioomnbsp;De intestinale absorptie van microbioom metabolieten (i.c. indoxyl sulfaat and p-cresyl sulfaat)nbsp;De renale excretie van microbioommetabolieten (i.c. indoxyl sulfaa Organisaties: • Laboratorium Nefrologie
Onderzoekers: • Pieter Evenepoel • Björn Meijers • Ruben Poesen
DE INVLOED VAN COMPRESSIEKRACHTEN OP DE STRUCTURELE STABILITEIT VAN AMORFE SYSTEMEN KU Leuven Abstract: Amorfe systemen zijn formuleringen die gebruikt kunnen worden om de concentratie van geneesmiddelen die een lage wateroplosbaarheid hebben te verhogen in de bloedbaan. Amorfe systemen worden meestal geformuleerd alstabletten of als capsules. Het is daarom belangrijk om te begrijpen hoebepaalde bereidingsprocessen waar mechanische stress een rol speelt, bijvoorbeeld tableteerprocessen, de stabiliteit van de structuur van geneesmiddelen en geneesmiddel-polymeerdispersies beïnvloeden. In dit onderzoek werd aangetoond dat compressiekrachten het kristallisatiegedrag van amorfe geneesmiddelen veranderen en dat de mengbaarheid van geneesmiddelpolymeerdispersies eveneens wordt beïnvloed. Dit kan leiden tot gevolgenvoor de performantie van deze systemen op gebied van geneesmiddelvrijstelling, stabiliteit en mechanische eigenschappen. Organisaties: • Farmacotechnologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Guy Van den Mooter • Zelalem Ayenew Worku
De invloed van compressiekrachten op het fasegedrag van amorfe vaste dispersies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Farmacotechnologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Guy Van den Mooter • Jan Van Humbeeck • Abhishek Singh