www.researchportal.be - 30 Jun 2016 07:49:27
Onderzoeksprojecten (700 - 750 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
Op basis van vragen en problemen aangestuurd Europees Netwerk voor Sediment Onderzoek.(SedNet) Universiteit Antwerpen Abstract: SedNet creëert een Europees platform waar organisaties, die verantwoordelijk zijn voor duurzaam beheer van sediment en baggerspecie op bekkenniveau (probleem eigenaars), samenkomen met organisaties die mogelijk oplossing kunnen aandragen in de vorm van technieken, kennis en expertise (probleem oplossers). Dit platform voorziet, stimuleert en optimaliseert: 1) onderzoeksactiviteiten op basis van vragen en problemen, 2) uitwisseling van informatie betreffende deze activeiten, 3) samenwerking tussen beheerders en onderzoekers, 4) leveren van kennis aan en gebruik maken van de kennis van beheerders, 5) publicatie van onderzoeksresultaten en 6) informeren van het grote publiek en beleidsmakers. SedNet richt zich erop om als adviesorgaan te dienen voor vragen rond sediment onderwerpen voor Europese, nationale en regionale autoriteiten, waarbij ze willen helpen voor de implementatie van het beleid rond sedimenten. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Individuele variatie in morfologie, morfometrie en prestatie in locomotie bij Rana esculanta. Universiteit Antwerpen Abstract: De evolutie van de amphibia is gekenmerkt door vele grote radiaties. Opvallend hierbij is dat al deze radiaties hun oorsprong kennen in een terrestrische voorouder. Sommige lijnen bleven terrestrisch, terwijl anderen terugkeerden naar een aquatische levenswijze. Bij kikkers heeft deze voorouderlijke levenswijze een stempel gedrukt op de evolutie van zijn voortbewegingswijze: in elke kikker-groep vinden we morfologische adaptaties aan een springende voortbeweging terug. Ondanks de duidelijk conflicterende eisen die zwemmen en springen aan het voortbewegingsapparaat stellen, werd de energetische consequenties ervan nooit verder bestudeerd. Zwemmen kan bijvoorbeeld beschouwd worden als een inefficiënte aktiviteit omdat het een onderbroken, niet-continue beweging is. Traagzwemmende kikkers gebruiken een andere zwemtechniek, wat hen in staat stelt wél aan een constante snelheid te zwemmen. Samenvattend kan men de doelstelling van deze studie beschrijven als het quantificeren van de energetische kosten verbonden aan zwemmen en springen en hun mechanische verschillen bij een modelsoort (Rana esculenta). Deze gegevens zullen inzicht verschaffen in de oorsprong van een mogelijke trade-off tussen zwemmen en springen bij Anura. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Sandra Nauwelaerts
Onderzoek naar de etiologie van otosclerose. Identificatie van een verantwoordelijk gen en analyse van de betrokkenheid van het mazelenvirus. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een handicap die de communicatieve vaardigheden van het aangetast individu ernstig beperkt. Slechthorendheid kan onderverdeeld worden in conductief gehoorverlies (veroorzaakt door afwijkingen in de overdracht van geluid in het buiten- of middenoor) en sensorineuraal gehoorverlies (veroorzaakt door defecten in de waarneming van geluid in het binnenoor). Otosclerose is een progressieve slechthorendheid, gekenmerkt door conductief gehoorverlies ten gevolge van een benige fixatie van de stijgbeugel in het ovale venster. Klinische otosclerose die gepaard gaat met slechthorendheid heeft een prevalentie van 0.2-1% bij blanke volwassenen. Hoewel chirurgisch vaak een verbetering van het gehoor kan gerealiseerd worden, geeft otosclerose toch aanleiding tot een aanzienlijke morbiditeit. Bij de etiologie van otosclerose zijn zowel omgevingsfactoren als genen betrokken, maar over beide is nog zeer weinig geweten. Dit gebrek aan kennis vormt momenteel de belangrijkste hinderpaal voor het ontwikkelen van betere therapieën of preventiestrategieën. De algemene doelstelling van dit project is het verwerven van een betere kennis van de etiologie en de genetica van otosclerose. De specifieke doelstellingen zijn het identificeren en karakteriseren van een gen dat betrokken is bij otosclerose, en het onderzoeken van de rol van het mazelenvirus bij otosclerose. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Kris A B Van Den Bogaert • Guido Van Camp
Een geïntegreerde studie van de variatie in het vliegvermogen bij het bont zandoogje (pararge aegeria L.) : prestatie, morfologie en kwantitatieve genetica. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de variatie bestudeerd in prestatie alsok morfologische en genetische variatie met het Bont zandoogje (Pararge aegeria L.) als modelsoort. Meerbepaald wordt nagegaan in hoeverre het vliegapparaat van deze dagvlinder aangepast is aan de functies die het moet vervullen rekening houdend met omgevingsvariatie en mogelijke constraints. Daarnaast wordt de mate waarin morfologische en prestatiekenmerken erfbaar en genetisch met elkaar gerelateerd zijn, bestudeerd. Tenslotte wordt onderzocht of deze relaties consistent zijn in een verschillende omgeving. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Koen Berwaerts
Ontwikkeling en toepassing van LC/MS en MS/MS methoden voor de structuurkarakterisatie van flavonoïdglycosiden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit doctoraatsonderzoek zal in een eerste fase een geschikte LC/MS methode worden op punt gesteld: hiertoe zal een HPLC systeem met fotodiode detectie worden gekoppeld met de electrospray ionisatiebron van een Autospec-oa-TOF massaspectrometer. In een tweede fase
zullen MS/MS methoden gebaseerd op hoge- en lage-energie botsingsgeïnduceerde fragmentatie van geprotoneerde en gedeprotoneerde moleculen worden geëvalueerd voor de structuurkarakterisatie van flavonoïdglycosiden. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Filip A C Cuyckens • Magda Claeys-Maenhaut
Klinisch en moleculair genetisch onderzoek van erfelijke perifere zenuwziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De erfelijke perifere zenuwzieken hebben een prevalentie van 1/2500 en komen wereldwijd voor. Sommige patiënten vertonen nauwelijks symptomen terwijl anderen een ernstige handicap ontwikkelen door het optreden van spierzwakte, spieratrofie en skeletafwijkingen. De erfelijke perifere neuropathieën zijn genetisch een zeer heterogene groep die waarschijnlijk tussen de 50-100 ziekte-entiteiten omvat. Het identificeren van de onderliggende mutaties opent perspectieven voor betere diagnostiek, correcte genetische raadgeving, prenatale en pre-implantatie diagnostiek. Dit onderzoeksproject beoogt nieuwe genen en gendefecten op te sporen. De identificatie van de betrokken genen en de functionele studie van de gemuteerde genproducten zal bijdragen tot een beter inzicht in de neurobiologie van het perifeer zenuwstelsel. De identificatie van aangrijpingspunten voor therapie heeft implicaties die verder reiken dan de studie van de erfelijke perifere neuropathieën. Hun toepassingsgebied bestrijkt potentieel ook de verworven perifere neuropathieën die een belangrijke complicatie vormen bij o.a. suikerziekte en chemotherapie. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Studie naar de invloed van de fijne deeltjesfractie in binnen- en buitenlucht op chronisch respiratoire aandoeningen in de Antwerpse regio op basis van een aangepaste chemische analytische methode. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronische obstructieve respiratoire aandoeningen (Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) en astma) vertonen een toenemende prevalentie met belangrijke economische gevolgen. Vermits luchtvervuiling een belangrijke factor kan zijn, heeft dit project als doel het nagaan van deze invloed. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd: 1) Het vaststellen van gezondheidsparameters van de luchtwegen (luchtwegklachten, longfunctie, bronchiale overprikkelbaarheid) en allergie in Antwerpen en een aantal gemeenten in de Provincie. 2) De bepaling van de individuele blootstelling ('exposure assessment'). 3) Het evalueren van het verband tussen de samenstelling van de lucht (deeltjesfracties) en het voorkomen van ademhalingsklachten, astma en allergie bij volwassenen en kinderen in Antwerpen en een aantal gemeenten in de Provincie. 4) Om de relatie van deze aandoeningen met de chemische samenstelling van de fijne deeltjesfractie te kunnen bepalen, is een chemische karakterisatie noodzakelijk. Deze deeltjesfractie bestaat, naast anorganische componenten, vooral uit organische verbindingen en roet. De karakterisatie is, in het bijzonder voor de organische fractie en gezien het voorkomen van een groot aantal verbindingen in kleine concentraties, geen eenvoudige zaak. Om deze fractie beter in kaart te brengen, zullen de mogelijkheden van tweedimensionale Gaschromatografie, gekoppeld met Time-of-Flight Massaspectrometrie nagegaan worden. Verder zullen ook de andere (anorganische) fracties met moderne analysetechnieken geanalyseerd worden en dit zowel kwalitatief als (semi-)kwantitatief. Het geheel moet ons in staat stellen inzicht te verkrijgen in de rol van deze fracties met bovenvermelde respiratoire aandoeningen (COPD en astma). Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Hugo Van Bever • Rene Van Grieken • Marc van Sprundel • Wilfried De Backer • Joost Weyler
Gentherapie : van gentransfer tot klinische toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gentherapie is een experimentele therapie die binnen afzienbare tijd een belangrijke plaats zal innemen in de moderne geneeskunde. Deze WOG heeft tot doel om Vlaamse en Belgische laboratoria die een bewezen expertise hebben op het gebied van gentransfer en gentherapie, te bundelen in een netwerk om de interactie tussen de onderzoekspartners te verhogen en de complementariteit tussen de partners optimaal te benutten om alzo met de grotere buitenlandse onderzoeksgroepen te kunnen wedijveren op dit competitief gebied. De werkprogramma's zullen zowel fundamentele als toegepaste aspecten van gentherapie behandelen en zullen uiteindelijk bijdragen tot de uitbouw van een gezamenlijk wetenschappelijk gentherapie-forum in Vlaanderen en in België. Organisaties: • Hematologie en bloedtransfusie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Gentherapie : van gentransfer tot klinische toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gentherapie is een experimentele therapie die binnen afzienbare tijd een belangrijke plaats zal innemen in de moderne geneeskunde. Deze WOG heeft tot doel om Vlaamse en Belgische laboratoria die een bewezen expertise hebben op het gebied van gentransfer en gentherapie, te bundelen in een netwerk om de interactie tussen de onderzoekspartners te verhogen en de complementariteit tussen de partners optimaal te benutten om alzo met de grotere buitenlandse onderzoeksgroepen te kunnen wedijveren op dit competitief gebied. De werkprogramma's zullen zowel fundamentele als toegepaste aspecten van gentherapie behandelen en zullen uiteindelijk bijdragen tot de uitbouw van een gezamenlijk wetenschappelijk gentherapie-forum in Vlaanderen en in België. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven
Chemokinen en chemokinereceptoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Chemokinen en chemokinereceptoren. Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Simon Scharpe
Functionele analyse van een gen voor progressief sensorineuraal gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: DFNA5 is een gen voor een autosomaal dominante vorm van slechthorendheid met een tot nu toe ongekende functie. Dit project wil een bijdrage leveren tot de opheldering van de functie van DFNA5 door een combinatie van immunohistochemische en in-situ hybridisatie studies op het binnenoor, de subcellulaire lokalisatie van het eiwit, de identificatie van interagerende eiwitten, de grondige studie van een DFNA5 knock-out muis, en het nagaan van de DFNA5 functie aan de hand van primaire culturen van het orgaan van Corti. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Onderzoek naar de invloed van seksuele selectie en interspecifieke competitie op de grootte en samenstelling van het pimpelmeeszangrepertoire. Universiteit Antwerpen Abstract: Pimpelmezen (Parus caeruleus) vertonen een uitgesproken variatie in samenstelling (proportie zangtypen met en zonder triller) en grootte van het zangrepertoire van Noord Europa tot de Mediterrane regio, Noord Afrika en de Canarische eilanden. Zo varieert de repertoiregrootte (het aantal zangtypen per individu) tussen populaties van 3 tot 19 verschillende zangtypen. In Noord Europa komen zangtypen met een triller veel voor terwijl deze trillers zeldzaam zijn in Zuid Spanje en Corsica en volledig afwezig zijn op de Canarische eilanden. Recent heeft men ontdekt dat interspecifieke competitie met koolmezen (Parus major) een belangrijke invloed uitoefent op de compositie van het pimpelmeesrepertoire en de grootte ervan. Akoestische competitie tussen beide soorten zou het gevolg kunnen zijn van een syntax-overlap tussen koolmeeszang en pimpelmeeszangtypen zonder triller. Trillers zouden bijgevolg ontstaan kunnen zijn om agressieve, energie-eisende territoriale interacties met koolmezen te vermijden. Zangvariatie zou echter ook het gevolg kunnen zijn van seksuele selectie. De grootte van de zangrepertoires werd in het verleden reeds vele malen gerelateerd aan de intensiteit van seksuele selectie. Maar ook de samenstelling van het repertoire kan beïnvloed worden door seksuele selectie. In het merendeel van zangvogels met een groot repertoire, blijken alle zangtypen dezelfde of gelijkaardige functies uit te oefenen. Bij pimpelmezen zijn er echter aanwijzingen dat sommige zangtypen in verschillende contexten gebruikt worden, terwijl andere onderling verwisselbaar zijn. Dit is één van de eerste studies die experimenteel onderzoekt in hoeverre geografische variatie van zang het gevolg zou kunnen zijn van geografische variatie in selectiedrukken. Er zal nagegaan worden welke factoren (seksuele selectie, interspecifieke competitie) een invloed uitoefenen op de grootte en compositie van het pimpelmeesrepertoire en of de bijdrage van deze factoren dezelfde is in geografisch verschillende populaties pimpelmezen die opvallend verschillen in repertoiregrootte en in proportie trillers. Deze studie levert een vernieuwende en fundamentele bijdrage aan het reeds bestaande onderzoek en draagt in belangrijke mate bij tot het ontrafelen van de factoren die de evolutie van vogelzang beïnvloeden. Organisaties: • Ethologie • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Marleen Gorissen
Experimentele analyse van het cerebellaire schors microcircuit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek kadert in onze ambitie om de werking van het cerebellum te begrijpen. Er wordt gebruik gemaakt van een nauwe interactie tussen computer simulatie en experiment. In dit project zullen wij enerzijds de fysiologie en morfologie van grote interneuronen in de korrelcellaag onderzoeken in vitro en anderzijds de interactie tussen Golgicel en Purkinjecel activiteit meten in vivo. Organisaties: • Theoretische neurobiologie • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Overleving en reproductief succes bij de lacertide hagedis Gallotia galloti : wisselwerking tussen natuurlijke en seksuele selectie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is te achterhalen welke morfologische, fysiologische en gedragsmatige eigenschappen de overleving en het reproductief succes bepalen in een lacertide hagedis. Hiervoor zal ik gebruik maken van het onderzoeksschema van Arnold (1983), wat betekent dat ik het verband zal onderzoeken tussen `design' en ecologische prestatie (de prestatiegradiënt) en tussen prestatie en fitness (de fitnessgradient). Aangezien deze relaties tussen design, prestatie en fitness complex zijn, zal ik mij toeleggen op één soort van de Lacertidae: de hagedis van de Canarische Eilanden Gallotia galloti. Op het `design' niveau zal ik, hoofdzakelijk van mannelijke individuen, een aantal morfologische (morfometrie, kleurpatroon, femorale poriën,...) en fysiologische karakteristieken bepalen. Ook verschillende types van ecologische prestatie zullen gemeten worden: voortbeweging, bijtkracht, vechtcapaciteit en parasieten op een eerste niveau, en territoriumkwaliteit, fourageersucces en paarsucces op een tweede niveau (als verondersteld gevolg van de prestaties op het eerste niveau). Aangezien Gallotia galloti een ectotherm organisme is, speelt de lichaamstemperatuur een sleutelrol in dit schema en heeft ze een belangrijke invloed op alle genoemde vormen van prestatie. De verbanden tussen al deze parameters met elkaar en met overleving en reproductief succes zullen getest worden op basis van theorieën en hypotheses in verband met natuurlijke selectie s.s., intraseksuele selectie (competitie tussen mannetjes) en interseksuele selectie (vrouwelijke partnerkeuze). Deze hypotheses en veronderstelde verbanden zullen getest worden aan de hand van correlatieve analyses van veldgegevens, aangevuld met experimenten onder gecontroleerde omstandigheden. Tijdens de veldstudie op Tenerife (gedurende verschillende maanden per jaar) zullen individuen gemerkt worden om een permanente identificatie mogelijk te maken en de volgende gegevens zullen verzameld worden: morfometrie (lichaamslengte en 'massa, kopmaten, lengte van ledematen); grootte en intensiteit van de blauwe keelvlek; bloedstalen (om het testosterongehalte en het immuunsysteem te onderzoeken); aantal ecto- en
endoparasieten; paargedrag; agressief gedrag en confrontaties; territoriumgrootte en 'kwaliteit. Deze gegevens zullen mij toelaten het verband na te gaan tussen, bijvoorbeeld, territoriumkwaliteit en paarsucces of tussen kopgrootte en dominantie. De jaarlijkse overleving zal geschat worden aan de hand van merk-hervangst methoden. De volgende experimenten in het labo worden gepland: - Het testen van de locomotorische prestatie (sprintsnelheid, uithouding en wendbaarheid) om de volgende aspecten te onderzoeken: biomechanische relaties tussen vorm en functie, mogelijke trade-offs tussen verschillende locomotietypes, het effect van locomotorische prestatie op dominantie en op overleving. - Confrontaties tussen mannetjes om te achterhalen welke parameters de vechtcapaciteit en dominantie beïnvloeden. De volgende parameters zullen getest worden: lichaamsgrootte, relatieve kopgrootte, lichaamstemperatuur, testosterongehalte, effect van de kleurvlek als statussymbool, residentie en locomotorische prestatie. - Het testen van vrouwelijke partnerkeuze, gebaseerd op visuele en/of chemische signalen. - `Phenotypic engineering' met testosteron als test van de `immunocompetentie handicap hypothese' (Folstad & Karter, 1992) Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Raoul Van Damme • Hans Scheers
Onderzoek naar de identificatie van een gen voor bipolaire affectieve aandoening in chromosoomregio 8q24. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire affectieve aandoening (BPAD) wordt gekenmerkt door ernstige, abnormale gemoedsveranderingen met alternerende periodes van manie en depressie. Het heeft een levensprevalentie van ongeveer 1% in alle humane populaties en geeft aanleiding tot aanzienlijke kosten ten gevolge van de hoge morbiditeit en mortaliteit. Behandeling met geneesmiddelen is vaak teleurstellend door hun niet gerichte actie en hun bijkomende neveneffecten en bovendien hebben de episoden de neiging om terug te keren. Hoewel de etiologie en pathofysiologie nog volstrekt onbekend zijn, tonen familie-, tweeling-, en adoptiestudies aan dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. De meerderheid van deze studies duidt op een mogelijke betrokkenheid van meerdere genen met kleine effecten en/of het voorkomen van belangrijke allelische effecten in epistase. Koppelingsanalyse is één van de best beschikbare methoden om de chromosomale loci met genen voor BPAD te identificeren. Hoewel er wereldwijd door verschillende onderzoeksgroepen veelbelovende koppelingsresultaten werden gevonden, is er tot op heden nog geen enkel gen geïdentificeerd. De koppelingsgebieden zijn meestal grote genetische regio's (>10 cM), wat het systematische onderzoek naar kandidaatgenen bemoeilijkt. Genidentificatie is echter reeds mogelijk gebleken bij andere ziekten met een complexe overervingswijze (Diabetes mellitus type 2, Ziekte van Crohn) met behulp van linkage disequilibrium (LD), dat detecteerbaar is over korte genetische afstanden (<1 cM). Tot voor kort werd de zoektocht naar LD in kandidaatgebieden aanzienlijk beperkt door gebrek aan dichtbij elkaar gelegen merkers (single nucleotide polymorphisms (SNPs) en microsatellieten), fysische kaarten, grote groepen van patiënten en snelle, goedkope en nauwkeurige methoden om SNPs te genotyperen. Door de komst van het Humane Genoom Project en de ontwikkeling van de technologie voor genotypering, werden deze problemen aanzienlijk gereduceerd. Dit project is gebaseerd op de koppelingsresultaten van een recent uitgevoerde genoomscan in families met BPAD en zal zich voornamelijk richten op de aanwezigheid van LD in een gebied op chromosoom 8q24, omdat hier het sterkste bewijs voor koppeling werd gevonden, om dan tenslotte het gen dat betrokken is bij de ontwikkeling van BPAD te identificeren. De identificatie van een ziekteveroorzakend gen zal ons in staat stellen de aard van de overeenkomstige genprodukten en hun ziekte veroorzakende afwijkingen te begrijpen. Dit inzicht in de etiologie van BPAD zal perspectieven openen voor nieuwe diagnostische en therapeutische toepassingen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Markus Nöthen • Sven Cichon • Ann Van Den Bogaert
Ontwikkeling van een leukemie-vaccin op basis van dendritische cellen opgeladen met het Wilms' tumor genproduct. Universiteit Antwerpen Abstract: Klassiek worden acute leukemieën (AL) behandeld met o.a. chemo- en radiotherapie. Deze behandelingsmethoden brengen echter verschillende nadelen met zich mee, waaronder de onvoldoende respons op de therapie en verschillende ernstige neveneffecten, zoals de toxiciteit en de aspecifieke werking waardoor ook normale weefsels worden aangetast. Daarom is het nodig om naar een alternatieve behandelingswijze te zoeken. Momenteel vormt de sensibilisering van menselijke dendritische cellen (DC) met tumorantigenen voor het opwekken van anti-tumor immuniteit een 'hot topic' in de experimentele actieve specifieke immunotherapie (ASI). Het doel van dit project is dan ook te onderzoeken of het mogelijk is om DC, gemodificeerd met acute leukemie-geassocieerde antigenen, te gebruiken voor de inductie van primaire leukemie-specifieke Tcellen. De generatie van een cellulaire anti-tumor immuunrespons impliceert de activatie van CD8+ T-cellen. Naïeve CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) kunnen enkel door DC `opgeleid' worden voor een bepaald tumorantigeen, waarna ze hun effector cytotoxische functie verkrijgen om tumorcellen te vernietigen. Hiervoor zullen myeloïde DC (DC1) van zowel gezonde donoren als acute leukemie patiënten worden opgeladen met het Wilms' tumor genproduct WT1, dat tot overexpressie komt in vrijwel alle acute leukemieën, via transfectie met WT1-mRNA. In een latere fase kunnen ook andere ladingsmethoden worden getest, bv. fagocytose van apoptotische WT1+ acute leukemische cellen, fusiehybriden van DC en WT1+ acute leukemische cellen d.m.v. elektrofusie en differentiatie van WT1+ acute leukemische cellen tot DC. Deze gesensibiliseerde DC zullen dan vergeleken worden in hun capaciteit om in vitro autologe WT1-specifieke CTL te activeren. De resultaten van deze experimenten hebben tot doel de modaliteiten te bepalen voor de ontwikkeling van een DC-gebaseerd kankervaccin voor acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfoblastische leukemie (ALL) en bovendien vertaalbaar te maken naar andere kankers die positief zijn voor WT1 genproduct. Anderzijds is er momenteel veel interesse in een ander DC type (DC2 genoemd) waarvan de precursoren (pDC2) geïdentificeerd zijn als dé interferon-?/? producerende cellen van het bloed welke een belangrijke rol vervullen in de eerstelijnsdefensie tegen virussen en tumoren. Alhoewel wordt aangenomen dat deze DC2 vooral een tolerogene rol vervullen in het immuunsysteem t.g.v. hun preferentiële activatie van T helper type 2 cellen (Th2), loont het zeker de moeite om dit DC2 type verder te karakteriseren. Er zal getracht worden om deze DC2 en hun precursoren pDC2 te karakteriseren in perifeer bloed, navelstrengbloed en volwassen beenmerg. Deze karakterisatie zal analyses inhouden op zowel morfologisch, fenotypisch als functioneel vlak. Momenteel is de ontogenese vanuit hematopoietische progenitoren/stamcellen, alsook de cruciale hematopoietische groeifactoren voor hun ontwikkeling niet bekend, hetgeen een gedetailleerde studie bemoeilijkt door hun lage aantallen in bloed (0,2 - 0,8 % van perifeer bloed mononucleaire cellen). Het oppuntstellen van kweekcondities zou toelaten om deze cellen in grote aantallen aan te maken om in vitro na te gaan of ze kunnen gebruikt worden in DC-gebaseerde kankervaccins. Indien een kweekprotocol kan worden opgesteld, kan in een latere fase getest worden of ook deze DC2 kunnen worden aangewend voor het opladen met antigenen via transfectie van cDNA of mRNA.
Organisaties: • Hematologie en bloedtransfusie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Ann H A Van Driessche
Moleculaire en functionele analyse van de interactie tussen spanningsgevoelige K+ kanalen en beta-subeenheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Een algemeen kenmerk voor exciteerbare cellen is de aanwezigheid van ionenkanalen. Dit zijn integrale membraanproteïnen die de membraan permeabel kunnen maken voor ionen onder invloed van verschillende stimuli (bv. druk, ligand-binding, spanning). Op dit moment is reeds een waaier van genen gekend die coderen voor zulke ionenkanalen. Snel na de moleculaire klonering van de eerste kanalen werden proteïnen ontdekt die met de kanaal-subeenheden associëren en de werking ervan moduleerden. Deze modulerende eiwitten worden meestal ?subeenheden genoemd, terwijl het oorspronkelijke porievormend gedeelte met de term ?-subeenheden wordt aangeduid. De beschikbare gegevens tonen aan dat vele ionenkanalen in vivo opgebouwd zijn uit zowel ?- als ?- subeenheden. De biofysische parameters van de natieve kanalen worden dan ook door beide subeenheden bepaald. Momenteel zijn verschillende subfamilies van ?- subeenheden gekend die interageren met spanningsgevoelige K+ kanalen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen cytoplasmatische en transmembraan subeenheden. Alle leden van de Kv?, KChIP en KChAP subfamilies zijn cytoplasmatische eiwitten. De subfamilie van de MinK en 'MinK-related-proteins' (MiRP's) daarentegen is gekarakteriseerd door één membraan-overspannend gedeelte met een intracellulaire carboxyterminus en een extracellulaire aminoterminus. De ?- subeenheden waarvan de fysiologische relevantie reeds bepaald is hebben uiteenlopende functies. De cytoplasmatische Kv ?- subeenheden werken bijvoorbeeld in op de trafficking van Kv1.x, Kv2.1 en Kv4.x subeenheden in een stabiele interactie waarbij de elektrofysiologische eigenschappen van de interagerende ?-subeenheden gewijzigd. Het, eveneens cytoplasmatisch, eiwit KChAP daarentegen wijzigt het proteïne level van zijn interactie partners in een transiënte associatie waarbij nooit een modulerend effect wordt waargenomen op de eigenschappen van de ?-subeenheden. Een modulerende functie is wel aanwezig bij de KChIP familieleden. Zij complexeren met de Kv 4 familieleden waardoor de expressie van Kv 4.2 en Kv 4.3 aan de membraan verhoogd wordt. Bovendien worden verschillende elektrofysiologische eigenschappen gewijzigd door de interactie van KChIP leden met de Kv4. Bij de transmembraan ?- subeenheden illustreert de interactie tussen KvLQT1 en MinK het belang van ?- subeenheden. Homotetramere KvLQT1 kanalen geven aanleiding tot een stroom die in het hart niet voorkomt. Heterologe expressie van KvLQT1 en MinK daarentegen geeft aanleiding tot een stroom met gelijke eigenschappen als de natieve IKs, stroom, aanwezig in hartweefsel. Mutaties in zowel KvLQT1 als MinK veroorzaken het long QT syndroom, een hartritmestoornis waarbij het QT interval van de EKG verlengd is De interactie van een ?-subeenheid kan dus in grote mate de expressie en/of de functionele eigenschappen van ?-subeenheden veranderen. De karakterisatie van de juiste interactiepartner van ?- en ?-subeenheden is van vitaal belang om de in vivo situatie beter te kunnen evalueren. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Diane Van Hoorick • Adam Raes • Dirk Snyders
Kenmerk- en verstoringsspecificiteit van fenotypische expressie bij Tribolium. Universiteit Antwerpen Abstract: Kenmerk- en verstoringsspecificiteit van fenotypische expressie bij Tribolium. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Europees netwerk GENetic DEAFness (genetische doofheid) : pathogenische mechanismen, klinische en moleculaire diagnose, sociale impact. (GENDEAF) Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is om een collaboratief network rond genetische doofheid samen te stellen in Europa. De specifieke doelstellingen zijn: Studies rond connexine 26, het meest voorkomende gen voor niet-syndromaal ernstig gehoorverlies Usher syndroom en andere syndromen die doof-blindheid veroorzaken. Studie van de mechanismen betrokken bij mitochondriële doofheid Studie van de genotype-fenotype correlatie Psychosociale consequenties van genetische slechthorendheid Informatieverspreiding over het werk naar medisch personeel, associaties en families Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Onderzoek naar neurologische ziekten: een moleculair genetische benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: We beogen nieuwe genen te identificeren voor de ziekte van Alzheimer, epilepsie en Charcot-Marie-Tooth neuropathie door gebruik te maken van verschillende moleculair genetische technieken. Ziekteverwekkende genen worden geïdentificeerd door genomische zoektochten uit te voeren in informatieve families die niet kunnen verklaard worden door mutaties in gekende genen. Genotype/fenotype correlaties worden gemaakt op basis van klinische, neurofysiologische en neuropathologische gegevens. In vitro studies zullen uitgevoerd worden met nieuwe mutaties in gekende of nieuw geïdentifceerde genen. Inspanningen zullen geleverd worden voor het aanmaken van transgene muismodellen door het genereren van enerzijds constructen met mutaties die aanleiding geven tot zeer ernstige fenotypes en/of anderzijds multipele transgene modellen. De identificatie van genen verantwoordelijk voor neurologische ziekten is een belangrijke stap voor het begrijpen van de fundamentele biologische processen ter hoogte van het centraal en perifeer zenuwstelsel. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
HPA-as disfunctie als neurobiologische risicofactor voor stemmingsstoornissen : onderzoek naar de genetische achtergrond. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij een groot deel van de patienten met stem mingsstoornissen wordt disfunctie van de hypothalamisch-hypofysaire-bijnierschors-as (HPA-as) teruggevonden. Deze disfunctie is in bepaalde gevallen genetisch bepaald. Dit project omvat het opsporen van single-nucleotidepolymorfismen (SNPs) in HPA-as gerelateerde genen. Vervolgens wordt onderzocht of deze SNPs bijdragen tot HPA-as disfunctie en tot aanleg voor stem mingsstoornissen. Organisaties: • Psychopathologie en medische psychologie • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Stephan Claes
De rol van processing van amyloïd precursor proteïne in atherosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van f3-amyldfd peptide en zijn precursor (APP) zal worden onderzocht bij atherosclerose. Tot nu toe werd APP nagenoeg uitsluitend bestudeerd bij de ziekte van Alzheimer. Een mogelijke bron voor APP in atherosclerotische plaques zijn bloedplaatjes. Dit project kan leiden tot een beter begrip van de rol van APP processing in de ruptuur van een atherosclerotische plaque en in de endotheelcelfunctie van bloedvaten. Organisaties: • Fysio-farmacologie • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Mark M E Kockx • Guido De Meyer • Arnold Herman
Studie van secundair seksuele kenmerken en gedragingen bij vrouwelijke zangvogels : een interdisciplinaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De evolutie van secundair seksuele gedragingen bij vrouwelijke dieren werd, in tegenstelling tot deze van mannelijke dieren, tot nog toe zeer weining bestudeerd. Dit project beoogt een beter inzicht to krijgen in de functie van secundair seksuele gedragingen (zang en agressief gedrag) bij wijfjesspreeuwen Sturnus vulgaris en zal hun belang bij de intra-seksuele rivaliteit en bij de partnerkeuze door mannetjes bestuderen. De endocriene en neurobiologische basis van zanggedrag bij wijfjes zal ook bestudeerd worden. Organisaties: • Ethologie • Ethologie
Onderzoekers: • Annie Pinxten
Identificatie van genen betrokken bij presbyacusis. Universiteit Antwerpen Abstract: Presbyacusis is een frequente complexe aandoening die veroorzaakt wordt door een combinatie van omgevingsfactoren en genen. In dit project zullen presbyacusis patienten en controlepersonen geanalyseerd wordt in een case-control (linkage disequilibrium) associatie studie om vatbaarheidsgenen die betrokken zijn bij presbyacusis to identificeren. Dit zal gedaan worden door Single-Nucleotide Polymorfismen, de laatste generatie genetische merkers afkomstig uit het Humane Genoom Project, to genotyperen in een set van zorgvuldig geselecteerde functionele kandidaat genen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Functionele analyse van een gen voor autosomaal dominant progressief sensorineuraal gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: DFNA5 is een gen voor een autosomaal dominante vorm van slechthorendheid met een tot nu toe ongekende functie. Dit project wil een bijdrage leveren tot de opheldering van de functie van DFNA5 door een combinatie van immunohistochemische studies op het binnenoor, de subcellulaire lokalisatie van het eiwit, de identificatie van interagerende eiwitten en de grondige studie van een DFNA5 knock-out muis. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
Karakterisatie van de inhoudsstoffen met anti-malaria activiteit van 4 Congolese medicinale planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat de karakterisatie van de anti-plasmodiale (anti-malaria) inhoudsstoffen van 4 planten gebruikt in de traditionele geneeskunde van Congo, waarvan de activiteit in vivo bij proef-dieren bevestigd werd, met name Phyllanthus niruri, Cassia occidentalis, Euphorbia hirta en Morinda morindoides. Bedoeling is om nieuwe leads to bekomen voor anti-malaria geneesmiddelen, en een wetenschappelijke basis to geven, met mogelijkheid tot standardisatie, van de lokale peparaten. Organisaties: • Farmacognosie en fytochemie • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Arnold Vlietinck
Onderzoek naar metabole- en bindingsproteïnen betrokken bij het cytokinine en cyclisch nucleotide metabolisme in hogere planten door middel van proteoom technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de verscheidenheid aan metabole proteinen en bindingsproteinen betrokken in het cytokinine- en cyclisch nucleotide metabolisme to onderzoeken via proteoom strategieen. De strategieen zijn gebaseerd op een analytische sequentie van hoge resolutie eiwitscheiding, met bioinformatica gecombineerde proteine analyse en massaspectrometrische structuuropheldering en zal worden getoetst aan twee fysiologische modellen van Nicotiana tabacum. Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Erwin J M Witters
Dotatiekrediet VIB8: Departement Moleculaire Genetica. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Departement voor Moleculaire Genetica beschikt over expertise in de analyse van complexe neurologische en neuropsychiatrische ziekten. Al deze ziekten zijn multifactorieel wat betekent dat hun expressie afhankelijk is van de interactie tussen genetische en omgevingsfactoren. In sommige van deze ziekten is het overervingspatroon mendeliaans (bvb. CMT) met gendefecten in één gen. In andere ziekten kan slechts een kleine fractie van patiënten verklaard worden door genetische factoren. In deze groep werden verschillende families geïdentificeerd met een mendeliaanse overerving (= monogenische component). In de meerderheid van de patiënten wordt de expressie van de ziekte gemoduleerd door complexe gen-gen en gen-omgeving interacties. Onze belangrijkste doelstellingen zijn de identificatie van nieuwe moleculaire mechanismen voor het ontstaan van deze ziekten en voor een efficiëntere behandeling van deze ziekten. Wij gebruiken verschillende genetische methoden om genen (causale genen) en risicofactoren (susceptibiliteitspolymorfismen) te identificeren gebaseerd op moleculair genetische en genetisch epidemiologische studies. De bijdrage van een ziektegen wordt geschat in populatie en hospitaal gebaseerde groepen van patiënten in relatie tot andere genen en omgevingsfactoren. De biologische relevantie van mutaties en polymorfismen wordt onderzocht in cellulaire systemen (bvb. stabiele cDNA transfectanten) en in muismodellen. Deze modellen laten ons toe om het effect van deze mutaties en polymorfismen op de normale functie van het genproduct te begrijpen. Bovendien kunnen de geobserveerde biologische fenomenen direct vergeleken worden met deze in patiënten. Tenslotte, kunnen deze modellen gebruikt worden om behandelingswijzen uit te testen. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven
Gezondheidspromotie van Antwerpse prostituees, overeenkomstig het convenant tussen Gh@pro en de Vlaamse Gemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: In 1999-2000 werd een pilootonderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van hepatitis B vaccinatie van prostituees in het Antwerpse. Dit project gaat gepaard met een breder GVO-project over voorlichting en informatie rond SOI's, condoomgebruik, doorverwijzingsbeleid en hygiene in het algemeen. Het project wordt op grotere schaal voortgezet in 2001 en 2002 met een deel financiering vanuit Gh@pro om het personeelsgedeelte van het project te kunnen steunen vanuit de UIA/CEV. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Indicators for monitoring COPD and asthma in the EU. Universiteit Antwerpen Abstract: Indicators for monitoring COPD and asthma in the EU. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Paul A C V Vermeire • Joost Weyler
'Life history' respons op tijdsdrukken en ecologische drukken tijdens het larvale stadium van de waterjuffer Lestes viridis. Universiteit Antwerpen Abstract: Natuurlijke omgevingen zijn inherent dynamisch zodat één enkel fenotype hier niet optimaal is. Daarom vertonen genotypes doorgaans een flexibele respons in 'life history' kenmerken. Deze fenotypische plasticiteit kan beschreven worden als een reactienorm. Daarenboven kunnen genotypes ook verschillen in reactienorm. Het doel is het bestuderen van de 'life history' respons van Lestes viridis op een combinatie van tijds- en ecologische drukken tijdens het larvale stadium, gebruik makend van zowel optimalisatiemodellen als kwantitatieve genetica. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau • Marjan De Block
Genetische differentiatie bij uniparentale landslakken (stylommatophora). Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de evolutionaire betekenis van de wisselwerking tussen zelf- en kruisbevruchting in het kolonisatievermogen, de genetische differentiatie en de biologische diversiteit in landslakken met een gemengd voortplantingssysteem. Met behulp van zowel morfometrische als moleculaire technieken zal een analyse worden gemaakt van de voortplantingsbiologie van zowel Carinarion spp. als A. intermedius. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Biosynthese van tocotriënolen in Brassica napus L. Universiteit Antwerpen Abstract: Tocotriënolen vormen een belangrijk en potentieel nieuw antioxidans met een breed toepassingsgebied. Deze moleculen zijn verwant aan de tocoferolen (vitamine E) en spelen een rol in de verwijdering van schadelijke zuurstofradicalen. De biosynthese van tocotriënolen in hogere planten zal worden bestudeerd, met name de enzymen verantwoordelijk voor de synthese en de subcellulaire lokalisatie. Organisaties: • Fysiologie van de planten, ecosysteemonderzoek en paleobiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs • György Horvath
Fysische parameters van het middenoor. Universiteit Antwerpen Abstract: Belangrijke, fysische parameters van het middenoor worden bepaald met hoog-resolutie technieken. Met behulp van confocale laserscanningmicroscopie en interferometrie wordt de dikte- en massaverdeling van een vers trommelvlies bepaald. De 3D-structuur, vorm en oriëntatie van de gehoorbeentjes wordt bestudeerd met X-stralen-microtomografie. Integratie van deze nieuwe en nauwkeurige waarden in een eindig-elementenmodel zal leiden tot een beter inzicht in de middenoormechanica. Organisaties: • BIOMEDISCHE FYSICA • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer • Liesbeth Kuypers
Het gebruik van Littorina als TBT biomonitor langsheen het Schelde estuarium en de Noordzeekust Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van Littorina als TBT biomonitor langsheen het Schelde estuarium en de Noordzeekust Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Hans De Wolf
Ascorbaat en celgroei: mogelijke betrokkenheid van een DHA carrier Universiteit Antwerpen Abstract: Ascorbaat en celgroei: mogelijke betrokkenheid van een DHA carrier Organisaties: • Fysiologie van de planten, ecosysteemonderzoek en paleobiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
Soortgrenzen en mogelijke hybridisatie bij de Opuntia snuitkever en zijn waardplant op de Galapagos archipelago. Universiteit Antwerpen Abstract: Soortgrenzen en mogelijke hybridisatie bij de Opuntia snuitkever en zijn waardplant op de Galapagos archipelago. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Peter Verdyck
Evaluatie van het toxische werkingsmechanisme van endocrien verstorende stoffen bij de zebravis, danio rerio Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het toxische werkingsmechanisme van endocrien verstorende stoffen bij de zebravis, danio rerio Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Biodiversiteit in een arctisch ecosysteem: rol van dispersia, kolonisatie en resistentie aan klimaatextremen. Universiteit Antwerpen Abstract: Biodiversiteit in een arctisch ecosysteem: rol van dispersia, kolonisatie en resistentie aan klimaatextremen. Organisaties: • Polaire Ecologie, Limnologie en Paleobiologie • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens
Moleculaire mechanismen van zware metaal homeostase in fotosynthetische organismen Universiteit Antwerpen Abstract: Moleculaire mechanismen van zware metaal homeostase in fotosynthetische organismen Organisaties: • Plantenfysiologie • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard • Jyoti Saluja • Wim De Coen
Seksuele selectie-onderzoek als modelsysteem voor het bestuderen van verbanden tussen hormonen, hersenen en gedragingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Seksuele selectie-onderzoek als modelsysteem voor het bestuderen van verbanden tussen hormonen, hersenen en gedragingen. Organisaties: • BIO-IMAGING LAB • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Moleculaire en functionele analyse van nieuwe K+-kanaal subeenheden geïdentificeerd in het humane genoom. Universiteit Antwerpen Abstract: Moleculaire en functionele analyse van nieuwe K+-kanaal subeenheden geïdentificeerd in het humane genoom. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Coronaire flow na een acuut myocardinfarct: rol van de cytokine geïnduceerde endotheelfunctie en alfa-adrenerge coronaire vasoconstrictie. Universiteit Antwerpen Abstract: Coronaire flow na een acuut myocardinfarct: rol van de cytokine geïnduceerde endotheelfunctie en alfa-adrenerge coronaire vasoconstrictie. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Helga D'Havé
Onderzoek naar lokale genetische adaptaties aan metaalverontreiniging bij riviergrondels (Gobio gobio) uit het Netebekken. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar lokale genetische adaptaties aan metaalverontreiniging bij riviergrondels (Gobio gobio) uit het Netebekken. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Dries Knapen
Ecologische karakterisatie van Europese estuaria, het Schelde-estuarium als model. Universiteit Antwerpen Abstract: Ecologische karakterisatie van Europese estuaria, het Schelde-estuarium als model. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Moleculaire genetica en celbiologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit netwerk voorstel heeft als hoofd thema de Moleculaire genetica en celbiologie van erfelijke ziekten bij de mens. Dit netwerk verenigt 11 excellente onderzoeksgroepen werkzaarn op de Universiteit Antwerpen rond moleculaire genetica vam ziekten zoals Alzheimer dementia, psychiatrische ziekten, mentale retardatie, perifere neuropathieen, doofheid en botziekten. Het beschikbaar komen van de mens genoom sequentie vooziet niet alleen moleculaire genetici in een aantal nieuwe instrumenten (bv. Bio-informatica, SNPs, etc.), die hun werk versnellen, maar veroorzaakt ook een verschuiving naar functionele analyses van de respectievelijke ziektegenen. De post genoom era vereist dan ook de integratie van 'high-throughput' analyse technieken en bio-informatica, maar eveneens het samengaan met excellente celbiologie groepen in het netwerk werkzaam op andere Belgische universtiteiten. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe • Joseph Merregaert • Dirk Snyders
Neuroendocriene interacties in de gastrointestinale tractus onder normale en onder pathologische omstandigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. Morfologische, farmacologische en electrofysiologische analyse van enterische microcircuits in mammalia, inclusief de mens; 2. Inhibitoire neurotransmissie in de tractus digestivus; 3. Pathogenese van darmlijden bij schistosomiasis, chemisch geinduceerde ontsteking, axotomie-geinduceerde neurochemische veranderingen; 4. Rol van VPAC1, VPAC2, PAC1, glucagon en CGRP in de tractus digestivus.; 5. Rol van ghrelin/ghrelin-receptors in de tractus digestivus en 6. Rol van' ICC in de controle van gastrointestinale motiliteit Organisaties: • Anatomopathologie • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck • Paul Pelckmans
Identificatie en karakterisatie van erfelijke monogene en polygene ziektebeelden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project groepeert 4 onderzoeksteams van het Centrum Medische Genetica van de Universiteit Antwerpen die onderzoek verrichten betreffende erfelijke botaandoeningen, doofheid, mentale retardatie en psychiatrische ziektebeelden. De algemene doelstellingen van deze onderzoeksprojecten zijn de localisatie en identificatie van ziektegenen, de functionele analyse van nieuw geidentificeerde genen, en het onderzoeken van therapeutische toepassingen in diermodellen op basis van de resultaten van de functionele analyse. Organisaties: • Centrum medische genetica • Medische Genetica (MEDGEN) • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Wim Van Hul • Frank Kooy • Markus Nöthen • Guido Van Camp
Oxidatieve stress, inflammatie, ischemie en atherotrombose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit multidisciplinaire network bestudeert met adenovirale gentherapie de invloed van oxidatieve stress, inflammatie en ischemie op de progressie en stabiliteit van atherosclerotische plaques in genetisch gemodifieerde muizen en varkens. Het onderzoek is gericht op de functie van endotheelcellen, oxidatie van lipoproteinen en apoptose bij spontane atherosclerose in mens en dier en bii versnelde atherosclerose geinduceerd door ballonangioplastiek (varken) en een perivasculaire manchet (muis). Organisaties: • Farmacologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Mark M E Kockx • Arnold Herman • Hidde Bult