1 - 4 Feb :44:09 Onderzoeksprojecten ( van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B) Identificatie van immuunreceptoren en sign...
Identificatie van immuunreceptoren en signaal transductie pathways Universiteit Gent Abstract: Het betreft hier de aanvraag voor basisuitrusting om via proteomics en imaging technology immuunreceptoren te identificeren in verschillende weefsels en celtypes. Deze toestellen zullen ons ook in staat stellen om de fosforylatie status van verschillende sleuteleiwitten, betrokken in de activatie en propagatie van signaal transductie pathways, te analyseren en hun belang in de opbouw van immuniteit te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox • Herman Favoreel • Bert Devriendt
Identificatie van inhibitoren van de door auxine gecontroleerde celdelingsactivatie tijdens zijwortelinitiatie Universiteit Gent Abstract: Chemical genomics maakt gebruik van kleine moleculen om een bepaalde signaaltransductiecascade te verstoren. Deze aanpak laat toe relevante genproducten te identificeren betrokken bij vitale processen op om het even welk ontwikkelingsstadia en specifiek in het plantendeel/orgaan naar keuze. Het hier voorgestelde project beoogt de identificatie van inhibitoren van celcyclusactivatie in de wortel en hun in vivo targets. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé • Tom Beeckman
Identificatie van intrinsieke en verworven resistentie mechanismen in de behandeling met angiogenese inhibitoren bij patiënten met een gemetastaseerde colorectale kanker. KU Leuven Abstract: Colorectale tumoren zijn wereldwijd de derde meest frequente tumoren zowel bij mannen als vrouwen. Ze staan op de tweede plaats van kankergerelateerde sterfte in het westen. Dankzij betere screening en behandelingsmogelijkheden, is de mortaliteit de laatste 20 jaar belangrijk gedaald. Op vandaag is de gemiddelde overleving van een gemetastaseerde colorectale tumor ongeveer 2 jaar, dankzij de ontwikkeling van nieuwe chemotherapeutica en doelgerichte behandelingen. Resistentie tegen deze behandelingen blijft echternbsp;een grootnbsp;probleem.nbsp;Hiervoornbsp;zijn verschillende mechanismes verantwoordelijk, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een KRAS mutatie bij patienten behandeld met een EGFR-inhibitor. Voor de behandeling met een angiogenese remmer, zijn er tot op heden nog niet veel resistentie mechanismen gekend.nbsp;Om deze mechanismes te bestuderen is het noodzakelijk dat er een prospectieve collectie gebeurd van bloed en tumor weefsel. We zullen dan ook een aantal hypotheses Organisaties: • Klinische Digestieve Oncologie
Onderzoekers: • Eric Van Cutsem • Chris Verslype • Sabine Tejpar • Hans Prenen • Massimiliano Mazzone
Identificatie van kandidaat therapeutische lange niet-coderende RNA genen in de TP53 pathway Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Rombaut Dries/131579 Identificatie van kandidaat therapeutische lange niet-coderende RNA genen in de TP53 pathway Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Identificatie van kankermutaties in het niet-coderende genoom. KU Leuven Abstract: In dit project gaan wij op zoek naar fouten in het DNA die aanleiding kunnen geven tot kanker. Meerbepaald zoeken wij naar mutaties in het niet-coderend deel van het genoom, hetgeen 98% uitmaakt van ons DNA. Dit deel van het genoom staat onder meer in voor de regulatie van genexpressie.Fouten in regulatorische elementen kunnen aldus aanleiding geven tot aberrante genexpressie. We zullen gebruik maken van nieuwe technologiën om DNA te sequencen en we zullen verschillende methoden testen om specifiek de regulatorische elementen te onderzoeken (o.a., ChIP-Seq). In een eerste fase zullen we gebruik maken van publiek beschikbaregenoomsequenties van verschillende kankertypes (TCGA, ENCODE), en in een tweede fase zullen we onze methoden toepassen op Acute Myeloide Leukemie (AML) om beter inzicht te krijgen in het oncogenetisch programma van AML. Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts
Identificatie van kankerspecifieke proteïne-expressie in humaan folliculschildkliercarcinoom en effecten van 1,25(OH)2D3: diagnostische en therapeutische implicaties. KU Leuven
Abstract: Schildklierkanker vormt de meest voorkomende endocrinologische kanker. Meestal gaat het om goed gedifferentieerde traag groeiende schildklierkankers (papillaire of folliculaire vorm) met een zeer goede prognose (>90% 10-jaarsoverleving) na standaardtherapie, bestaande uit schildklieroperatie, gevolgd door een behandeling met radioactief jodium en tenslotte met schildklierhormoon.Dit onderzoeksproject heeft als doel de diagnose van folliculaire schildklierkanker te optimaliseren en geactiveerd vitamine D verder te onderzoeken naar effecten op slecht gedifferentieerde vormen van schildklierkanker. Het onderzoeksproject bestaat uit 2 delen: enerzijds een proteoomstudie van humaan folliculair schildklierkankerweefsel met als doel valide, nieuwe eiwitmerkers te vinden voor diagnostiek (cytologie, histologie) en therapie (vinden van aangrijpingspunten voor nieuwe therapieën in het geval van falende standaardtherapie), anderzijds de studie van het werkingsmechanisme van 1,25-dihydroxyvitamine Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Brigitte Decallonne
Identificatie van klinisch relevante biomarkers in gastrointestinale kanker KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Xavier Sagaert • Sofie Palmans
Identificatie van klinisch relevante biomarkers in gastrointestinale kanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Xavier Sagaert
Identificatie van modificerende genen in FUS-geïnduceerde amuyotrofe laterale sclerose (ALS) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Ludo Van Den Bosch • Elke Bogaert • Jolien Steyaert
Identificatie van moleculaire partners en medicinale doelwitten voor DI-CMTC neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Identificatie van moleculaire partners en medicinale doelwitten voor DI-CMTC neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Albena Jordanova • Biljana Ermanoska
Identificatie van nieuwe aan het celoppervlak uitgedrukte factoren betrokken bij virulentie en biofilmvervorming van methicilline-resistente Staphylococcus aureus. Universiteit Antwerpen Abstract: Een eerst doelstelling van het project is de identificatie van genen die coderen voor nieuwe virulentiefactoren die worden uitgedrukt op het bacteriële oppervlak van MRSA. Een tweede doelstelling is het verschil tussen het vermogen van HA-MRSA en CA-MRSA om biofilms te vormen te onderzoeken in aanwezigheid en afwezigheid van antibioticumselectie. Een derde objectief van het project is te verklaren waarom bepaalde MRSA klonen zeer epidemisch zijn. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Identificatie van nieuwe aan het celoppervlak uitgedrukte factoren betrokken bij virulentie en biofilmvorming van methicilline-resistente Staphylococcus aureus. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Methicilline-resistente S. aureus (MRSA) werden recent één van de belangrijkste oorzaken van zowel ziekenhuis-verworven infecties (HA) als infecties die verworven worden in de gemeenschap (CA). HA-MRSA en CA-MRSA vertonen grote verschillen in de verdeling van toxine- en antibiotica resistentiegenen. De succesvolle wereldwijde verspreiding van enkele HA-MRSA klonen is mogelijk geassocieerd met een hogere expressie van virulentiegenen in deze stammen. Naast een meer agressieve virulentie, wordt bovendien een andere overlevingsstrategie gebruikt door deze bacteriën, door in vivo biofilms te vormen, die een langdurige persistentie van infecties bevorderen. Deel uitmaken van een biofilm zorgt niet alleen voor meer resistentie tegen de weinige antibiotica die nog actief zijn tegen MRSA in planktonische vorm, maar ook voor een veranderde groei, metabolische activiteit en genexpressie in vergelijking met hun planktonische tegenhangers. De nieuwste moleculaire technieken en diermodellen van infectie zullen aangewend worden om verschillen in de vorming van biofilms tussen HAen CA-MRSA te bestuderen, op basis van inhoud en expressie van virulentiegenen. Daarnaast beogen we de (virulentie) mechanismen, die aan de basis liggen van het succes van overheersende HA-MRSA klonen, op te helderen. De aanwezigheid van nieuwe virulentiefactoren die tot expressie worden gebracht aan het oppervlak van MRSA en betrokken zouden kunnen zijn in biofilmvorming en in gastheerherkenning zullen ook nagegaan worden. Deze studies zullen bijdragen tot een beter inzicht in de pathogene mechanismen die gebruikt worden door MRSA bij het veroorzaken van recalcitrante infecties en in de ontwikkeling van meer gerichte therapieën voor MRSA infecties. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Identificatie van nieuwe antimicrobiële plant peptiden en de ontrafeling van hun werkingsmechanisme. KU Leuven Abstract: Antimicrobiële peptiden (AMPs) komen veelvuldig voor in het plantenrijken spelen een belangrijke rol in het aangeboren afweersysteem van planten. Verder zijn zij ook waardevol in landbouwkundige en medische toepassingen. O.b.v. recent onderzoek blijkt dat hun aantal in de plantenwereld onderschat is. In dit project wensen we nieuwe AMPs te idenficeren in de modelplant Arabidopsis thaliana alsook in de gewasplanten Coffea arabica en Theobroma cacao. Deze nieuwe AMPs zullen verder gekarakteriseerd worden m.b.t. hun antifungale activiteit en het werkingsmechanisme daarvan. Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Bruno Cammue • Karin Thevissen
Identificatie van nieuwe doelwitten voor anti-angiogene therapie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Vasculaire Patroonontwikkeling
Onderzoekers: • Holger Gerhardt • Pavel Nedvetsky • Xiaocheng Zhao
Identificatie van nieuwe dynamische mutaties geassocieerd met mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we onze inzichten in de rol van dynamische mutaties bij mentale retardatie vergroten. Aan de hand van moleculaire technieken (MS-MLPA, MSP, array-MLPA) zullen we nieuwe zeldzame fragiele plaatsen ter hoogte van een CGG-repeat in het genoom identificeren en de bijhorende genen karakteriseren. Geselecteerde genen waarvan de betrokkenheid bij het ontstaan van mentale retardatie bij de mens het meest waarschijnlijk lijkt, worden vervolgens onderworpen aan een gedetailleerde functionele karakterisering o.a. door gebruik te maken van diermodellen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Sofie Metsu
Identificatie van nieuwe dynamische mutaties geassocieerd met mentale retardatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we onze inzichten in de rol van dynamische mutaties bij mentale retardatie vergroten. Aan de hand van moleculaire technieken (MS-MLPA, MSP, array-MLPA) zullen we nieuwe zeldzame fragiele plaatsen ter hoogte van een CGG-repeat in het genoom identificeren en de bijhorende genen karakteriseren. Geselecteerde genen waarvan de betrokkenheid bij het ontstaan van mentale retardatie bij de mens het meest waarschijnlijk lijkt, worden vervolgens onderworpen aan een gedetailleerde functionele karakterisering o.a. door gebruik te maken van diermodellen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy • Sofie Metsu
Identificatie van nieuwe genen betrokken bij Charcot- Marie-Tooth neuropathieën gebruik makend van "next generation" sequentiebepaling van het volledige genoom. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT) is de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie en is zowel klinisch als genetisch uiterst heterogeen. Dit project behandelt de identificatie van CMT-veroorzakende mutaties en genen voor twee onopgeloste loci (DI-CMTA en CMT2G) door middel van whole genome sequencing. Bovendien zal een cohorte van kernfamilies getroffen door DI-CMT en CMT2 systematisch gescreend worden voor pathogene mutaties in de gekende CMT-genen, waarna uitgebreide genotype/fenotype-correlaties zullen worden opgesteld. Dit onderzoek draagt bij tot de diagnosestelling en finaal het ontrafelen van de pathomechanismen die aan de basis liggen van neuropathie. Organisaties:
• VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova • Kristien Peeters
Identificatie van nieuwe genen betrokken bij Charcot-Marie-Tooth neuropathieën gebruik makend van "next generation" sequentiebepaling van het volledige genoom. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Charcot-Marie-Tooth (CMT) is de meest voorkomende erfelijke perifere neuropathie en is zowel klinisch als genetisch uiterst heterogeen. Dit project behandelt de identificatie van CMT-veroorzakende mutaties en genen voor twee onopgeloste loci (DI-CMTA en CMT2G) door middel van whole genome sequencing. Bovendien zal een cohorte van kernfamilies getroffen door DI-CMT en CMT2 systematisch gescreend worden voor pathogene mutaties in de gekende CMT-genen, waarna uitgebreide genotype/fenotype-correlaties zullen worden opgesteld. Dit onderzoek draagt bij tot de diagnosestelling en finaal het ontrafelen van de pathomechanismen die aan de basis liggen van neuropathie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Albena Jordanova • Kristien Peeters
Identificatie van nieuwe genen betrokken bij idiopatische epilepsieën via comparatieve genoom hybridizatie (CGH). Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is de identificatie van nieuwe genen betrokken bij het ontstaan van epilepsie. Onze hypothese is dat bij sommige patiënten met een syndromale vorm van epilepsie chromosomale afwijkingen zoals deleties en duplicaties voorkomen. De epilepsie maakt dan deel uit van een contiguous gene syndrome. In dergelijke regio's liggen waarschijnlijk dan ook dosage gevoelige genen die betrokken zijn bij epilepsie. We veronderstellen verder dat puntmutaties in deze genen gelijkaardige of verwante epilepsiesyndromen kunnen veroorzaken zoals aangetoond in 'severe myoclonic epilepsy of infancy' (SMEI) en 'generalized epilepsy with febrile seizures plus' (GEFS+). De genen betrokken bij epilepsie gelegen in gedeleteerde of gedupliceerde gebieden geïdentificeerd in patiënten met syndromale vormen worden vervolgens geanalyseerd voor mutaties in patiënten met zuivere vormen van epilepsie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Godelieve Claes
Identificatie van nieuwe genen en pathogenetische mechanismen in de erfelijke bindweefselaandoening osteogenesis imperfecta (OI) en Ehlers-Danlos Syndroom Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de identificatie van nieuwe genen en de studie van onderliggende pathogenetische mechanismen van osteogenesis imperfecta en Ehlers-Danlos syndroom, twee klinisch en genetisch heterogene erfelijke bindweefselaandoeningen, die gekenmerkt worden door veralgemeende manifestatie van weefselbroosheid van huid, beenderen, ligamenten en bloedvaten. De studie van deze aandoeningen laat ons toe fundamentele aspecten van opbouw en functie van de extracellulaire matrix te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Fransiska Malfait
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Dementie is een progressieve, neurodegeneratieve hersenziekte en wordt gekenmerkt door een cognitieve achteruitgang van de patiënt. Dementie komt voornamelijk voor bij ouderen en vormt een belangrijk gezondheids- en socio-economisch probleem. Daarenboven is er nog geen therapie ontwikkeld die de ziekte een halt kan toeroepen. De ziekte van Alzheimer (AD) is de frequentste vorm van dementie. De ziekte treedt bij de meeste patiënten pas op latere leeftijd op, hoewel er een kleine groep patiënten met jonge aanvangsleeftijd is. In deze groep vertoont de ziekte dikwijls een familiaal karakter en positionele klonering heeft tot de identificatie van 3 causale genen (amyloïde precursor proteïne, APP; preseniline 1 en 2, PS1 en PS2) voor autosomaal dominante vormen van AD geleid. Naast causale genen is ook een risicogen (apolipoproteïne E, APOE) geïdentificeerd. Deze 4 genen verklaren echter minder dan 30% van de genetische variatie voor AD en er zijn nog families met autosomaal dominante AD waarin geen mutaties in de causale genen worden teruggevonden. Het doel van dit project is via moleculair genetische aanpak een bijdrage te leveren in het ontrafelen van de etiologie en de epidemiologie van AD en neurodegeneratie. Hiertoe worden volgende stappen ondernomen: (1) Genetische karakterisatie en uitbreiding van een AD patiëntenpopulatie, hiervoor zal een mutatieanalyse van de gekende dementiegenen en een APOE-genotypering uitgevoerd worden, en verzamelen van multiplex families en patiëntentrio's vanuit deze populatie. (2) Identificatie van nieuwe causale AD genen in de multiplex families dmv positionele klonering. (3) Identificatie van nieuwe AD risicogenen in de patiëntentrio's via associatiestudies. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van familiegebaseerde (in patiëntentrio's) en klassieke patiënten/controle associatiestudies. (4) Bepaling van Ab42/Ab40 ratio's in plasma om niet symptomatische 'at risk' individuen te identificeren, of als co-variant in associatiestudies te gebruiken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Nathalie Brouwers
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is de tweede meest voorkomende progressieve neurodegeneratieve hersenaandoening. De meerderheid van de patiënten zijn sporadisch, toch heeft een minderheid (~15%) een familiehistoriek van PD. Hoewel er verschillende genen voor PD gekend zijn, wordt nog 80% van de genetische variatie in PD veroorzaakt door ongekende genetische factoren. Er zal gezocht worden naar nieuwe causale genen en risicogenen via respectievelijk koppelingsstudies in PD families en patient/controle associatiestudies. Organisaties:
• VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karen Nuytemans
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de basis van genetische susceptibiliteit voor complexe ziekten zoals de ziekte van Parkinson (PD) ligt een ander spectrum van sequentievariaties dan dat van de klassieke coderende mutaties die monogenische ziekten veroorzaken. Tot dit complexe mutatiespectrum behoren exon- en gen- kopijnummervariaties (CNVs) en variaties in regulatieve sequenties die genexpressie beïnvloeden, zoals al gerapporteerd werd voor SNCA, PARK2 en DJ-1. Het is duidelijk dat differentiële expressie, hetzij via DNA dosage hetzij via regulatie van transcriptie of translatie, kan leiden tot variabele aanvangsleeftijden, ziekteprogressie en fenotypes beschreven voor complexe neurologische aandoeningen. We hebben daarom het moleculair genetisch onderzoek van PD uitgebreid van de standaard mutatieanalyse van coderende sequenties naar deze complexe variaties. Op dit ogenblik voeren we een extensieve analyse uit van de SNCA 5'regulatieve regio. We identificeren de genetische varianten die verantwoordelijk zijn voor het verhoogde risico op PD via directe sequentiebepaling van gDNA van patiënten en controlepersonen. De rol van deze variaties in de pathogenese wordt nagegaan m.b.v. reportergen assays in humane neuronale en niet-neuronale celmodellen en andere standaard moleculair biologische technieken. Kortelings starten we ook met een vergelijkbare analyse van de PARK2 promotor en andere geconserveerde regulatieve regio's. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karen Nuytemans
Identificatie van nieuwe genen en ziekteprocessen in idiopathische epilepsies. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we de genetische studies in patiënten en families verderzetten. Dit project zal een bijdrage leveren aan het begrijpen van de genetische mechanismen die aan de basis liggen van één van de meest voorkomende en complexe neurologische aandoeningen (Hauser et al. 1993). De epilepsieën zijn een klinisch heterogene groep waar beide genetisch bepaalde en verworven epilepsiesyndromen toe behoren. De meeste epilepsiesyndromen zijn complexe ziekten die veroorzaakt worden door zowel genetische als omgevingsfactoren (Berkovic et al. 1998). Er wordt gesuggereerd dat een genetische oorzaak belangijk is in ongeveer 40% van de epilepsiepatiënten. Recente genetische studies hebben aangetoond dat verschillende epilepsiesyndromen veroorzaakt worden door mutaties in ionenkanalen: mutaties in de nicotine acetylcholine receptor a4 en b2 subeenheid (CHRNA4 en CHRNB2) veroorzaken nachtelijke frontale kwab epilepsie (ADNFLE), de kalium kanalen KCNQ2 en KCNQ3 zijn gemuteerd in benigne neonatale familiale convulsies, mutaties in de a1, a2, b1 en b2 subeenheid van een voltage-gated natrium kanaal (SCN1A, SCN2A, SCN1B en SCN2B), de g2 subeenheid van een GABAA receptor (GABRG2) veroorzaken GEFS+ (gegeneraliseerde epilepsie met koortsconvulsies plus), en mutaties in GABRA1 veroorzaken JME (juveniele myoclone epilepsie). Hiernaast werden ook mutaties gevonden in het LGI1 (leucine-rich, glioma inactivated 1) gen in patiënten met partiële epilepsieën. In vitro studies van gemuteerde ionenkanalen laten toe nieuwe anti-epileptische medicatie te ontwikkelen. Dit is nodig omdat ondanks het feit dat de bestaande anti-epileptische medicijnen efficient zijn, er toch nog patiënten zijn die hierop niet reageren. Biochemische en morfologische veranderingen die het anders normale brein epiletisch maken (epileptogenese) blijven grotendeels onbekend. Inzicht in deze mechanismen kan leiden tot de ontwikkeling van therapieën die het brein beschermen tegen vormen van verworven epilepsieën zoals bijvoorbeeld na een hersentrauma. Belangrijk bij dit onderzoek zijn diermodellen gebaseerd op de verschillende epilepsiegenen. Moleculair genetische studies van epilepsiesyndromen hebben met succes verschillende loci en genen geïdentificeerd met behulp van koppelingsstudies in multiplex families en de analyse van kandidaatgenen gelegen in deze loci (Kaneko et al. 2002). Desalniettemin werden slechts in 10 genen mutaties gevonden die aanleiding geven tot epilepsie. Het is eveneens geweten dat gekende loci en genen slechts een klein deel uitmaken van alle genetisch bepaalde epilepsiesyndromen, hetgeen nogmaals de klinische en genetische heterogeniteit van deze groep van neurologische ziekten benadrukt. Dit wordt ondersteund door het feit dat wij recent 4 verschillende loci gevonden hebben, telkens in één familie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Peter De Jonghe
Identificatie van nieuwe genen, oorzakelijk voor syndromatische vormen van microcefalie, met behulp van genoomwijde benaderingen KU Leuven Abstract: Microcefalie is een conditie waarbij de hersenen geen normale groei vertonen. Deze conditie kan veroorzaakt worden door genetische en niet-genetische factoren en is vaak een kenmerk van een breder syndroom. De genendie aan de oorzaak liggen van syndromatische microcefalie zijn grotendeels onbekend, maar er is evidentie dat genen betrokken in de regulering van de celcyclus een belangrijke rol spelen. Op basis van het succesvol identificeren van genen die de celcyclus beïnvloeden in syndromatische microcefalie, de expertise en de grote beschikbaarheid van patiënten met ontwikkelingsstoornissen, en een groot aantal kandidaat loci voor microcefalie, geïdentificeerd door de genoomwijde 'copy number variation screen', stellen we een meervoudige benadering voor voor het ontdekken van nieuwe causale genen. In de eerste plaats zullen we systematisch cellijnengenereren en screenen voor defecten in de celcyclus. In geselecteerde cellijnen zal het expressieprofiel worden bepaald. Ten tweede willen Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Identificatie van nieuwe genen verantwoordelijk voor preseniele dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project gaat de aandacht voornamelijk uit naar de identificatie van nieuwe genetische factoren verantwoordelijk voor neurodegeneratieve dementies. Met behulp van familie- en populatie gebaseerd patiëntenmateriaal worden zowel nieuwe causale dementie genen, als genetische variaties verantwoordelijk voor een predispositie voor dementie opgespoord. Het labo beschikt over 10 autosomaal dominante families met klinisch gediagnosticeerde Alzheimer dementie (AD), afkomstig uit een grote Nederlandse epidemiologische studie. Nadat in deze families mutaties in de gekende AD-genen worden geëxcludeerd, toonden we aan dat 2 families (F1083 en F1270) in staat zijn om onafhankelijk van elkaar tot significante genetische koppeling te leiden. Op een totaal van 66 stalen werd vervolgens een genomische zoektocht uitgevoerd met 400 microsatelliet merkers verspreid over het volledige genoom op een gemiddelde onderling afstand van 10 cm.
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Rosa Rademakers
Identificatie van nieuwe genen voor dementie Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel dementie, vierde doodsoorzaak in westerse landen, een typische ouderdomsziekte is, bestaan er ook vormen met een vroege aanvangsleeftijd. Deze hebben meestal een familiaal karakter, soms met autosomaal dominante overerving. Hoewel dementiegenen gekend zijn, is de genetische oorzaak in ongeveer 80% van dementiefamilies ongekend. In deze families zal gezocht worden naar nieuwe dementiegenen, hetgeen relevant is voor het begrijpen van de biologie van dementie in het algemeen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Identificatie van nieuwe genen voor frontotemporale kwabdementie via genoom sequentieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Wereldwijd zijn er ongeveer 35,6 miljoen mensen gediagnosticeerd met dementie. Dementie is verantwoordelijk voor 3,4% van de overlijdens in de industrielanden. Therapeutische mogelijkheden om dementie te voorkomen of te behandelen zijn beperkt en het aantal patiënten blijft exponentieel toenemen. Door de vergrijzing van de bevolking wordt er geschat dat het aantal dementiepatiënten elke 20 jaar zal verdubbelen. In België alleen al leven ongeveer 163 500 patiënten met dementie. In dit doctoraatsproject ligt de focus op fronto-temporale-kwabdegeneratie (FTLD). FTLD is, na de ziekte van Alzheimer, de tweede meest voorkomende oorzaak van dementie in patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Het is een klinisch heterogene aandoening die veroorzaakt wordt door neuronale degeneratie van de frontale en temporale kwabben. De belangrijkste klinische eigenschappen zijn veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, problemen in het vinden van woorden en andere taalproblemen. Ongeveer 50% van de FTLD patiënten hebben een familiale achtergrond van dementie. FTLD wordt vaak autosomaal overgeërfd en in minder dan 50% van deze patiënten kan de ziekte verklaard worden door mutaties in één van de gekende FTLD genen (MAPT, C9orf72, GRN, VCP en CHMP2B). Voor de andere 50% familiale FTLD patiënten blijft de genetische oorzaak ongekend. Hierdoor is er nog steeds nood aan verder onderzoek naar de genetische oorzaken van FTLD. Het doel van mijn project is de identificatie van de ontbrekende genen door gebruik te maken van volledige genoomsequenties. De volledige genomische sequentie van verwante en niet-verwante familiale FTLD patiënten worden geanalyseerd en er wordt speciaal gekeken naar de aanwezigheid van segregerende en/of gedeelde varianten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Stéphanie Philtjens
Identificatie van nieuwe genen voor frontotemporale kwabdementie via genoom sequentieanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Wereldwijd zijn er ongeveer 35,6 miljoen mensen gediagnosticeerd met dementie. Dementie is verantwoordelijk voor 3,4% van de overlijdens in de industrielanden. Therapeutische mogelijkheden om dementie te voorkomen of te behandelen zijn beperkt en het aantal patiënten blijft exponentieel toenemen. Door de vergrijzing van de bevolking wordt er geschat dat het aantal dementiepatiënten elke 20 jaar zal verdubbelen. In België alleen al leven ongeveer 163 500 patiënten met dementie. In dit doctoraatsproject ligt de focus op fronto-temporale-kwabdegeneratie (FTLD). FTLD is, na de ziekte van Alzheimer, de tweede meest voorkomende oorzaak van dementie in patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Het is een klinisch heterogene aandoening die veroorzaakt wordt door neuronale degeneratie van de frontale en temporale kwabben. De belangrijkste klinische eigenschappen zijn veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, problemen in het vinden van woorden en andere taalproblemen. Ongeveer 50% van de FTLD patiënten hebben een familiale achtergrond van dementie. FTLD wordt vaak autosomaal overgeërfd en in minder dan 50% van deze patiënten kan de ziekte verklaard worden door mutaties in één van de gekende FTLD genen (MAPT, C9orf72, GRN, VCP en CHMP2B). Voor de andere 50% familiale FTLD patiënten blijft de genetische oorzaak ongekend. Hierdoor is er nog steeds nood aan verder onderzoek naar de genetische oorzaken van FTLD. Het doel van mijn project is de identificatie van de ontbrekende genen door gebruik te maken van volledige genoomsequenties. De volledige genomische sequentie van verwante en niet-verwante familiale FTLD patiënten worden geanalyseerd en er wordt speciaal gekeken naar de aanwezigheid van segregerende en/of gedeelde varianten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Stéphanie Philtjens
Identificatie van nieuwe genen voor recessieve vormen van het Ehlers-Danlos syndroom Universiteit Gent Abstract: Via studie van twee consanguine families met fenotypische kenmerken van zeldzame EDS-varianten beogen we de identificatie van nieuwe genen voor recessieve EDS-fenotypes. Via Next Generation sequenering van verschillende kandidaatregio's zal getracht worden de causale gendefecten te identificeren. Ook zal de rol van recent ontdekte genen nagegaan worden bij patiënte met EDS-fenotypes waarbij het genetisch defect ongekend is. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Identificatie van nieuwe kandidaatgenen voor erfelijke perifere neuropathiëen via differentiële genexpressie in mototrische en sensorische neuronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Identificatie van nieuwe kandidaatgenen voor erfelijke perifere neuropathiëen via differentiële genexpressie in mototrische en sensorische neuronen.
Identificatie van nieuwe LBD genen via genoom sequentie technologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Lewy body hersenziekten zijn veelvoorkomende aandoeningen die een belnagrijke handicap en vermindering van de levenskwaliteit veroorzaken. De ziekte van Parkinson en 'Lewy body' dementie zijn diverse manifestaties van dit ziektespectrum en vertonen een aanzienlijke klinische overlap wat suggereert dat deze ziekten kunnen veroorzaakt worden door gelijkaardige ziekteprocessen. Zonder de ontwikkeling van vroeg-diagnostische tests en therapieën die een interventie in een vroeg ziektestadium toelaten vormen Lewy body hersenziekten een groot sociaal-economische probleem in onze samenleving. Om dit te bereiken hebben we een grondige kennis nodig van de onderliggende biologische processen en een daaropvolgende efficiënte vertaling van deze nieuwe inzichten naar verbeterde patiëntenzorg. Met dit onderzoek willen we de onderliggende oorzaken en mechanismen van Lewy body hersenziekten ontrafelen met name door de identificatie van nieuwe causale genen voor familiale Lewy body aandoeningen. We zullen gebruik maken van state-of-the-art technologieën om de identificatie van nieuwe genen te versnellen en hun rol te onderzoeken in het ontstaan van de verschillende aandoeningen van het Lewy body spectrum en verwante hersenziekten. We streven er ook naar om het biologisch effect van de geïdentificeerde gendefecten te bestuderen om zo tot nieuwe inzichten te komen in de onderliggende ziekteprocessen. Deze kennis zal uiteindelijk leiden tot verbeterde therapieën en meer accurate diagnostische tests. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven
Identificatie van nieuwe membraan-vervormende eiwitten door een liposoom-gebaseerde proteoom analyse. KU Leuven Abstract: Membraan dynamiek, i.e. het vermogen van de membraan om zijn structuur en/of vorm aan te passen, is betrokken in een groot aantal cellulaire activiteiten zoals celmigratie en -deling, vorming van organellen en vesikeltransport. Door hun gecompartimentaliseerde structuur moeten eukarytotische cellen hun proteïnen en lipidecargos transporteren tussen membraan-omgeven organellen via vesiculair transport. Vooral aan het plasmamembraan is vesikelvorming en -levering aan intracellulaire compartimenten via endocytose zeer belangrijk voor o.a. de regeling van de activiteit van oppervlaktereceptoren, intracellulaire signalisatie en binnenkomst vanpathogenen in de gastcel. Deze centrale rol van de endocytosemachinerie wordt verder benadrukt door de betrokkenheid vanverschillende endocytotische proteïnen in allerlei ziekten. Verschillende endocytotische pathways werden reeds beschreven, elk met hun kenmerkende moleculaire eigenschappen, maar in al deze pathways komt de behoefte om het plasmamem Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Patrik Verstreken
Identificatie van nieuwe moleculaire sensoren via transcriptoomanalyse van individuele sensorische zenuwcellen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Ionenkanaalonderzoek
Onderzoekers: • Thierry Voet • Thomas Voets
Identificatie van nieuwe neuropeptide systemen waarop kan worden ingegrepen voor de ontwikkeling van nieuwe antiepileptische behandelingen. Universiteit Gent Abstract: In dit mandaat zal gezocht worden naar nieuwe drug targets voor de behandeling van refractaire epilepsie. Neuropeptiden, waaronder kisspeptine, prolactine-releasing peptide en hypocretine, zullen onderzocht worden met aandacht voor hun effect op hippocampale excitabiliteit en aanvalsactiviteit. Deze neuropeptiden zijn uitgekozen aangezien ze de neuronale excitabiliteit moduleren via receptoren geëxpresseerd in kritische structuren voor de generatie en/of controle van hippocampale aanvalsactiviteit. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Identificatie van nieuwe neuroprotectieve en regeneratieve moleculen: het belang van een gebalanceerde neuroinflammatie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Manuel Ángel Salinas Navarro
Identificatie van nieuwe proteïne kinase doelwitten voor de verbeteringvan de therapie van gastro-intestinale stromale tumoren (GIST): een paradigma voor de optimalisering van doelgerichte kankertherapieën. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Proteïne Fosforylatie en Proteomics
Onderzoekers: • Maria Debiec-Rychter • Raphael Sciot
• Johan Van Lint • Patrick Schöffski
Identificatie van nieuwe psychoactieve substanties en hun metaboliten via de analyse van gepoolde urine en afvalwater . Universiteit Antwerpen Abstract: An increasing number of "New Psychoactive Substances" (NPS), claiming to contain only "legal" compounds, has recently appeared on the drug market. One of the major concerns depends on the lack of suitable analytical methods to identify and also to quantify the NPS entering the market. Even using sophisticated analytical techniques, these new drugs may be missed, since reference standards are not always available. In addition, NPS are often extensively metabolized in the body making almost undetectable the parent compounds, which highlights the importance of identifying their metabolites. In the current proposal, we will analyze several suspicious drug preparations by taking advantage of a highresolution/accurate-mass (HR/AM) spectrometer quadrupole/time-of-flight (QTOF) in order to achieve structural elucidation of their main active components. Metabolites of the identified NPS will be then obtained by in vitro human liver preparations and further characterized by highperformance-liquid chromatography (HPLC) coupled to QTOF mass spectrometry. Next, we will perform an approach based on "sewage epidemiology" to estimate the consumption of NPS via the analysis of NPS and their metabolites in wastewater. For this purpose, we will develop and validate an analytical method based on solid-phase extraction (SPE) and HPLC coupled to tandem mass spectrometry (MS/MS) for accurate analysis of identified NPS and their metabolites in both wastewater and pooled urine samples. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs • Noelia Negreira Ferrol
Identificatie van nieuwe signaalfuncties en effectoren van het proteïnekinase Sch9 in de gist Saccharomyces cerevisiae. KU Leuven Abstract: Cellen van alle levende organismen zijn uitgerust met complexe signaaltransductienetwerken die hun in staat stellen om nutriëntbeschikbaarheid waar te nemen wat hun toelaat om deze voedingsstoffen op een optimale manier te benutten. Dit zal leiden tot een dynamische aanpassing van het metabolisme, de celgroei en proliferatie, stress resistentie en overleving in respons op fluctuerende nutriëntcondities. Interessant is dat de fundamentele concepten en individuele componenten van deze signaalnetwerken goed geconserveerd zijn van gist tot zoogdiercellen. Daarom wordt de bakkersgist Saccharomyces cerevisiae vaak gebruikt als modelorganisme om deze signaalwegen te bestuderen.Dit project focust op een verdere ontrafeling van de rol van het gist proteïne kinase Sch9 in het nutriënt-geïnduceerd signaleringsnetwerk. Het project zal enerzijds verder werken op specifieke resultaten verkregen in ons laboratorium, alsook nieuwe Sch9afhankelijke functies en doelwitten zoeken op een genoomwijde scha Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Joris Winderickx • Erwin Swinnen
Identificatie van (nieuwe) susceptibiliteitsgenen voor de ziekte van Crohn, en hun functionele weerslag. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Paul Rutgeerts • Isabelle Cleynen
Identificatie van nieuwe therapeutische doelwitten bij endometriumkanker. KU Leuven Abstract: Endometriumkanker is de meest frequente maligniteit van de vrouwelijke geslachtsorganen en de vierde meest frequente vorm van kanker bij vrousen in westerse landen. Behandelingsopties voor endometriumkanker omvattenchirurgie, chemotherapie en radiotherapie, maar deze zijn beperkt voor primaire gevorderde ziekte en recurrente ziekte wat zorgt voor een slechte prognose voor deze patiënten. Ontwikkeling van nieuwe behandelingsstrategieën voor endometriumkanker is daarom noodzakelijk.In dit project zullen specifieke genetische veranderingen in endometriumkanker geïdentificeerd worden en hun rol in het beantwoorden op verschillende types van systemische therapieën zal in kaart gebracht worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van primaire tumor xenograftmodellen (PTXGs) en primaire celculturen van humane endometriumtumoren. Het genetische profiel van deze modellen zal bepaald worden en vergeleken worden met dat van de originele tumor. Vervolgens zal dit profiel gelinkt worden aan de in v Organisaties: • Gynaecologische Oncologie
Identificatie van ontregelde microRNA expressie in T-cel acute lymfatische leukemie dmv microRNA specifieke arrayCGH Universiteit Gent Abstract: ArrayCGH analyse heeft aangetoond dat deleties en/of amplificaties in T-ALL voorkomen in genomische regio's waar bepaalde microRNAs of microRNA clusters gelegen zijn. Een geïntegreerde analyse van microRNA expressieprofilering en arrayCGH analyse (oligo-array specifiek aangerijkt voor genomische regio's met microRNAs en microRNA clusters), will possibly lead to discovery of deletions and/or amplifications in T-ALL through deregulation of these specific microRNAs. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Identificatie van primaire doelwitgenen van de canonieke Wnt signaaltransductieweg en onderzoek naar hun klinische relevantie voor kanker Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe doelwitgenen identificeren van de canonieke Wnt signaaltransductieweg die heel vaak is ontspoord in verschillende kankers. Deze genen zullen worden opgespoord in verschillende organen van transgene kikkervissen (Xenopus) waarin we de Wnt pathway
genetisch kunnen manipuleren. Hierna zullen we nagaan of ze ook zijn aangerijkt in menselijke kankers waarin de wnt pathway is geactiveerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Kris Vleminckx
Identificatie van proteïne-proteïne interacties die tussenkomen bij hetintact houden van de celwand van Candida albicans onder stresscondities KU Leuven Abstract: Candida albicans is een commensaal organisme dat veelvuldig voorkomt op de huid, in de mond en het spijsverteringsstelsel van mensen. Onder specifieke omstandigheden kan deze schimmel echter een pathogeen worden en schimmelinfecties (candidiasis) veroorzaken. Het is de meest geïsoleerde schimmel in gehospitaliseerde patiënten. Een groot probleem is echter de toenemende resistentie van deze schimmel tegen de bestaande producten. Het is dus belangrijk om naar de toekomst toe nieuwe producten teontwikkelen die kunnen helpen in het bestrijden van schimmelinfecties. Een belangrijke target is de celwand van C. albicans. Deze celwand komt als eerste in contact met het immuunsysteem van de patiënten en vormt een belangrijke factor voor de overleving van C. albicans. Een goede kennis over de celwandhomeostase kan bijdragentot het ontwikkelen van nieuwe anti-schimmel middelen. Hiervoor worden homozygote (in de MTL locus) C. albicans cellen gebruiktom via een mating strategie proteïne interacties Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Floris Schoeters
Identificatie van recessieve genen en netwerken voor Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van mijn project is de moleculaire basis van autosomale recessieve Charcot-Marie-Tooth (ARCMT) neuropathieën beter te begrijpen door de identificatie van nieuwe causale genen. Dit wordt verwezenlijkt door het combineren van exome sequencing en bioinformatica met intra- en inter-familiale homozygosity mapping, haplotype sharing en koppelingsanalyse. Ik bestudeer een grote collectie van ARCMT families met gedocumenteerde verwantschap en/of geografische of etnische clustering, wat het vinden van genen vergemakkelijkt. De gevonden genen kunnen nieuwe pathomechanismen van neurodegeneratie aantonen of kunnen het belang van de reeds gekende nog versterken. Daarnaast biedt deze studie de gelegenheid tot een verbeterde moleculaire diagnose, prognose en ziektepreventie en kunnen potentiële doelwitten voor geneesmiddelen worden gevonden om de ziekte te behandelen. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Albena Jordanova • Derek Atkinson
Identificatie van RIPK4-afhankelijke signalisatiewegen en de rol van RIPK4 in huid homeostase en ziekte Universiteit Gent Abstract: De huid vormt een beschermende barrière en dient op een gepaste manier te antwoorden op de diverse omgevingsprikkels. Een correcte keratinocyt differentiatie en migratie is essentieel om een functionele epidermis te vormen die beschermt tegen huidpathologieën. Aangezien we aantoonden dat RIPK4 een rol speelt in deze processen zullen we de rol van RIPK4 verder onderzoeken in huidhomeostase, inflammatie en kanker. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
Identificatie van signaalmolekulen en oppervlaktestructuren belangrijk voor de interactie tussen natuurlijke dodende (NK) effectoren en kankerdoelwitcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het CIMM lab werd een muis T-lymfoon model (BW) ontwikkeld om immune ontsnappingsmechanismen te ondrzoeken. Dusdanig werd er een correlatie vastgesteld tussen expressie van H-2D transplantatieantigenen en resistentie tegen NK cellen, die gepaard gaat met een verhoogd metastatisch vermogen. Het huidige onderzoek zal zich enerzijds toespitsen op het belang van tumorafgeleide peptidensequenties voor de H-2D-gemedieerde inactivatie van NK cellen en anderzijds zullen optimale LAK populaties gegenereerd worden voor adoptive transferexperimenten. Inderdaad, in bepaalde BW varianten gaan deficiënties op het niveau van het proteasoom gepaard met een verhoogde NKgevoeligheid, wat kan wijzen op - een tot nu toe in het muissysteem controversiële - peptidenspecificiteit van de NK inhibitie. De identificatie en vervolgens inactivatie van deze inhiberende tumorantigenen kan leiden tot efficiënte anti-kanker vaccinatie-strategieën. Bovendien hebben we in contrast met huidige zienswijzen, kunnen vaststellen dat de transplantatieantigen- gemedieerde inactivatie van NK cellen niet onoverkombaar is. Inderdaad zal interactie met B7-1, NK-inhibitie opheffen en kan dit effect versterkt worden in aanwezigheid van IL-12. Grondige analyse van het fenomeen van costimulatie van NK cellen en de betrokken receptoren zouden belangrijke implicaties kunnen hebben voor het gebruik van selectieve NK/LAK populaties in adoptieve transferexperimenten. Organisaties: • Cellulaire Immunologie
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Identificatie van subtelomere rearragmenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Mentale retardatie komt voor bij naar schatting 1-3% van de totale bevolking. Cytogenetisch onzichtbare subtelomere afwijkingen veroorzaken 5-10% van alle gevallen van idiopathische mentale retardatie. Het opsporen van herschikkingen in deze genrijke subtelomere regio's is belangrijk zowel vanuit diagnostisch als vanuit wetenschappelijk oogpunt. Doel van dit onderzoek is mentale retardatie patiënten te screenen op het voorkomen van deze subtelomere deleties en na te gaan welke genen gedeleteerd zijn.Tevens zal een nieuwe, snellere diagnostische methode op punt gesteld worden. Organisaties: • Centrum medische genetica • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor affectieve stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt de identificatie van susceptibiliteitsgenen die betrokken zijn in de etiologie van de psychiatrische aandoeningen schizofrenie (SZ) en bipolaire stoornis (BP). Beide zijn ernstige psychiatrische ziekten met een prevalentie van ongeveer 1% wereldwijd. Bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis die wordt gekenmerkt door het cyclisch optreden van manische en depressieve periodes, schizofrenie kenmerkt zich door het optreden van psychoses (perioden waarin het contact met de realiteit is verstoord), affectieve en cognitieve symptomen. Het zijn complexe aandoeningen, waarbij het optreden van de ziekte een resultante is van de interactie tussen verschillende genetische factoren en omgevingselementen. Ondanks de hoge prevalentie, morbiditeit en socio-economische kosten zijn de pathofysiologie en etiologie van BP en SZ nog ongekend. In dit project zullen we gebruik maken van een positionele kloneringsstrategie. Aan de hand van een genomische zoektocht zullen chromosomale gebieden afgebakend worden die gekoppeld zijn met de ziekten en positionele kandidaatgenen worden geëvalueerd voor hun bijdrage in de etiologie van de aandoeningen d.m.v. associatiestudies. Ook reeds gekende functionele kandidaatgenen zullen geanalyseerd worden aan de hand van populatie-gebaseerde associatiestudies. Voor de genomische zoektocht beschikken we over een unieke familie-gebaseerde patiëntenpopulatie uit de Skellefteå regio van de provincie Västerbotten (Noord-Zweden). Deze Skellefteå populatie is een geografisch geïsoleerde populatie, gesticht in 1320 en gekarakteriseerd door lage immigratie en emigratie en een hoge expansiesnelheid. Voor de associatiestudies hebben we patiënten-controle populaties bestaande uit 276 SZ patiënten en 500 gezonde onverwante individuen en 276 BP patiënten en 500 gezonde onverwante individuen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor affectieve stoornissen en schizofrenie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt de identificatie van susceptibiliteitsgenen die betrokken zijn in de etiologie van de psychiatrische aandoeningen schizofrenie (SZ) en bipolaire stoornis (BP). Beide zijn ernstige psychiatrische ziekten met een prevalentie van ongeveer 1% wereldwijd. Bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis die wordt gekenmerkt door het cyclisch optreden van manische en depressieve periodes, schizofrenie kenmerkt zich door het optreden van psychoses (perioden waarin het contact met de realiteit is verstoord), affectieve en cognitieve symptomen. Het zijn complexe aandoeningen, waarbij het optreden van de ziekte een resultante is van de interactie tussen verschillende genetische factoren en omgevingselementen. Ondanks de hoge prevalentie, morbiditeit en socio-economische kosten zijn de pathofysiologie en etiologie van BP en SZ nog ongekend. In dit project zullen we gebruik maken van een positionele kloneringsstrategie. Aan de hand van een genomische zoektocht zullen chromosomale gebieden afgebakend worden die gekoppeld zijn met de ziekten en positionele kandidaatgenen worden geëvalueerd voor hun bijdrage in de etiologie van de aandoeningen d.m.v. associatiestudies. Ook reeds gekende functionele kandidaatgenen zullen geanalyseerd worden aan de hand van populatie-gebaseerde associatiestudies. Voor de genomische zoektocht beschikken we over een unieke familie-gebaseerde patiëntenpopulatie uit de Skellefteå regio van de provincie Västerbotten (Noord-Zweden). Deze Skellefteå populatie is een geografisch geïsoleerde populatie, gesticht in 1320 en gekarakteriseerd door lage immigratie en emigratie en een hoge expansiesnelheid. Voor de associatiestudies hebben we patiënten-controle populaties bestaande uit 276 SZ patiënten en 500 gezonde onverwante individuen en 276 BP patiënten en 500 gezonde onverwante individuen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor complexe vormen van slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van complexe vormen van gehoorverlies, meer bepaald ouderdomsslechthorendheid (ARHI: Age-Related Hearing Impairment) en lawaai-geïnduceerd gehoorverlies (NIHL: Noise-Induced Hearing Loss), door de identificatie van de betrokken genetische factoren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor psychiatrische aandoeningen via een functioneel genomische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire stoornis (BP) en schizofrenie (SZ) behoren wereldwijd tot de meest voorkomende hersenaandoeningen en resulteren in hoge sociale en economische kosten met betrekking tot morbiditeit en mortaliteit. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan van BP en SZ. Er wordt verondersteld dat beide aandoeningen tot uiting komen door een interactie van susceptibiliteitsgenen en/of als gevolg van complexe genetische mechanismen. Het doen van dit onderzoek bestaat erin een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die aan de basis liggen van psychiatrische aandoeningen en te bepalen hoe relevant deze zijn in de patiëntenpopulaties. Deze doelstellingen zullen we verwezenlijken door drie hypothesen te onderzoeken. De drie verschillende denkpistes hebben allen als primair doel positionele en functionele kandidaatgenen voor BP en/of SZ te identificeren. Hypothese 1: Identificatie van positionele kandidaatgenen gelegen op chromosoom 6. Een sterke aanwijzing voor koppeling werd door onze onderzoeksgroep gevonden ter hoogte van chromosoom 6q23-q24 in negen Noord-Zweedse multiplex families. Dit gebied zal ik verder fijnmappen met behulp van SNP gebaseerde genotyperingstechnieken. Het kandidaatgebied zal vervolgens verder verkleind worden via een SNP gebaseerde associatiestudie in grote patiënten/controle populaties. Hypothese 2: Belang van 'copy number variations' op susceptibiliteit voor BP en SZ.In de recente literatuur zijn er sterke aanwijzingen dat 'copy number variations' (CNVs) verantwoordelijk kunnen zijn voor complexe ziekten, zoals BP en SZ. Daarom zullen we de in de literatuur beschreven potentiële instabiele regio's met de door onze onderzoeksgroep ontwikkelde methode (Multiplex Amplicon Quantification - MAQ) analyseren in onze associatie populaties. Op deze manier zullen we een beter zicht krijgen over het belang van genomische instabiliteit als onderliggende oorzaak van BP en SZ. Hypothese 3: Post-transcriptionele modificaties als oorzaak voor BP en SZ. Er wordt verondersteld dat andere mechanismen, zoals genregulatie, verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten. A-naar-I RNA editing door 'Adenosine Deaminases Acting on RNA' (ADAR) is een vorm van post-
transcriptionele modificatie, welke onder andere beschreven is voor mRNA's die coderen voor de serotonine receptor 5-HTR2C en voor de glutamaat receptor GRIA2. Bij deze hypothese gaan we de verschillende ADAR-genen en de targetgenen die mogelijk verband houden met BP en SZ, aan een associatiestudie en/of mutatieanalyse onderwerpen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor psychiatrische aandoeningen via een functioneel genomische aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Bipolaire stoornis (BP) en schizofrenie (SZ) behoren wereldwijd tot de meest voorkomende hersenaandoeningen en resulteren in hoge sociale en economische kosten met betrekking tot morbiditeit en mortaliteit. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan van BP en SZ. Er wordt verondersteld dat beide aandoeningen tot uiting komen door een interactie van susceptibiliteitsgenen en/of als gevolg van complexe genetische mechanismen. Het doen van dit onderzoek bestaat erin een beter inzicht te verwerven in de mechanismen die aan de basis liggen van psychiatrische aandoeningen en te bepalen hoe relevant deze zijn in de patiëntenpopulaties. Deze doelstellingen zullen we verwezenlijken door drie hypothesen te onderzoeken. De drie verschillende denkpistes hebben allen als primair doel positionele en functionele kandidaatgenen voor BP en/of SZ te identificeren. Hypothese 1: Identificatie van positionele kandidaatgenen gelegen op chromosoom 6. Een sterke aanwijzing voor koppeling werd door onze onderzoeksgroep gevonden ter hoogte van chromosoom 6q23-q24 in negen Noord-Zweedse multiplex families. Dit gebied zal ik verder fijnmappen met behulp van SNP gebaseerde genotyperingstechnieken. Het kandidaatgebied zal vervolgens verder verkleind worden via een SNP gebaseerde associatiestudie in grote patiënten/controle populaties. Hypothese 2: Belang van 'copy number variations' op susceptibiliteit voor BP en SZ.In de recente literatuur zijn er sterke aanwijzingen dat 'copy number variations' (CNVs) verantwoordelijk kunnen zijn voor complexe ziekten, zoals BP en SZ. Daarom zullen we de in de literatuur beschreven potentiële instabiele regio's met de door onze onderzoeksgroep ontwikkelde methode (Multiplex Amplicon Quantification - MAQ) analyseren in onze associatie populaties. Op deze manier zullen we een beter zicht krijgen over het belang van genomische instabiliteit als onderliggende oorzaak van BP en SZ. Hypothese 3: Post-transcriptionele modificaties als oorzaak voor BP en SZ. Er wordt verondersteld dat andere mechanismen, zoals genregulatie, verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten. A-naar-I RNA editing door 'Adenosine Deaminases Acting on RNA' (ADAR) is een vorm van posttranscriptionele modificatie, welke onder andere beschreven is voor mRNA's die coderen voor de serotonine receptor 5-HTR2C en voor de glutamaat receptor GRIA2. Bij deze hypothese gaan we de verschillende ADAR-genen en de targetgenen die mogelijk verband houden met BP en SZ, aan een associatiestudie en/of mutatieanalyse onderwerpen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Identificatie van susceptibiliteitsgenen voor schizofrenie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject zal getracht worden een belangrijke bijdrage te leveren tot het onderzoek naar de etiologie van Schizofrenie (SZ) in het algemeen en van SZ cognitieve endofenotypes in het bijzonder. Een eerste specieke doelstelling is het aanleggen van een Biobank (DNA, cellijnen, plasme) in combinatie met fenotype data van ongerelateerde SZ patiënten. Ook zullen grote 3-generatie Belgische SZ families worden verzameld voor koppelingsstudies. DNA van deze biobank zal gebruikt worden in moleculaire genetische/genomische analysen. Organisaties: • VIB DMG - Toegepaste Moleculaire Genomica
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Bernard Sabbe • Maarten Van Den Bossche
Identificatie van target cellen en antigen voor boviene neonatale pancytopenie-geassocieerde antilichamen Universiteit Gent Abstract: boviene neonatale pancytopenie (BNP) is de consensus naam voor een bloeding en pancytopenisch syndroom in neonatale kalveren die ontstond in 2008 in heel Europa. BNP beïnvloedt meestal kalveren jonger dan een maand oud. Tot nu toe weten we dat antilichamen die kunnen binden aan leukocyten, aanwezig in serum van BNP dammen en dus zeer waarschijnlijk (maar nog niet bewezen) ook colostrum van BNP dammen. Voor de beoordeling van een potentiële co-factorship van vaccinatie in de inductie van deze antilichamen en de BNP syndroom, nauwkeurige identificatie van de celtypes die antilichaambinding tonen en het doelwit epitoop van deze antilichamen is noodzakelijk. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Piet Deprez • Eric Cox
Identificatie van T cel antigene peptiden in MHC complexen op Chronische Lymfocytaire Leukemie B cellen Universiteit Gent Abstract: Peptiden zullen geisoleerd worden uit de MHC complexen aanwezig op CLL B cellen. Deze peptiden zullen onderzocht worden op hun potentieel om een T cel respons te veroorzaken. De peptiden die in saat zijn een T cel reactiviteit teweeg te brengen zullen geïdentificeerd worden via massa spectrometrische analyse. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Dieter Deforce
Identificatie van verbindingen uit Chinese medicinale planten die actief zijn tegen intestinale nematoden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • D. Farmaceutische & Farmacologische Wet.
Onderzoekers: • Walter Luyten
Identificatie van verstoorde miRNAs gedurende neuroblastoom ontwikkeling door gebruik te maken van neuroblasten als normale tegenhangers Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom (NB) ontstaat uit voorlopercellen van het perifeer zenuwstelsel. Wij bepaalden de expressie van 430 miRNAs van 100 primaire NB tumoren en vergeleken dit met het miRNA profiel van hun cellen-van-oorsprong, de neuroblasten. Dit resulteerde in een set van 60 differentiële miRNAs. Tijdens dit project zal de functionele rol van verschillende miRNAs onderzocht worden in een reeks van in vitro en in vivo experimenten. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Identificatie van virale pathogenen van ernstige gastroenteritis in Kameroense patiënten door middel van virale metagenoom-analyses, en het potentiële gevaar van vleermuis virussen voor de mens KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Marc Van Ranst • N. N. • Jelle Matthijnssens
Identificatie van virulentiefactoren bij salmonelle als basis voor een nieuwe generatie diagnostica en vaccins. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is de ontwikkeling van meer efficiente diagnostica en vaccins. Deze zullen ontwikkeld worden aan de hand van de identificatie en isolatie van virulentiefactoren die geïnduceerd worden bij contact van de bacterie met zijn gastheer. Deze factoren worden door moleculair-genetische technieken (genfusies, insertiemutagenese, recombinant DNA, PCR) geïdentificeerd. Dit onderzoek zal dus ook bijdragen tot een beter begrip van de biologie van Salmonella infecties. Organisaties: • Biologie • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS • HENRI DE GREVE
Identificatie van virulentiegenen van Batrachochytrium dendrobatidis die betrokken zijn bij invasie in kerationcyten van amfibieën Universiteit Gent Abstract: De pathogenese van chytridiomycose, veroorzaakt door de schimmel Batrachochytrium dendrobatidis, is niet goed gekend. Het doel van dit project is de mechanismen te ontrafelen waardoor de schimmel huidveranderingen bij amfibieën kan veroorzaken. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Frank Pasmans
Identificatie van voedingselementen die de proliferatie stimuleren van boterzuurproducerende Clostridia cluster IV en XIVa stammen Universiteit Gent Abstract: De interactie tussen nutriënten, darmmicrobiota en gastheerrespons speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en behoud van de maagdarm gezondheid in dieren. Door het toevoegen/verwijderen van bepaalde voedingsstoffen wordt er gezocht naar een veranderde darmmicrobiota voornamelijk een verhoogde aanwezigheid van boterzuurproducerende stammen. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de veranderingen in het darm-epitheel en gezocht naar een goede darmgezondheid bij kippen. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Richard Ducatelle • Filip Van Immerseel
Identificatie van ziektegenen via next-generation sequencing Universiteit Antwerpen Abstract: Next-generation sequencing (NGS) is een revolutionaire techniek voor de identificatie van ziekteveroorzakende genen. In dit project beogen we de ziekteveroorzakende genen te identificeren in 2 families met autosomaal recessieve niet syndromale doofheid, waarin reeds een kandidaat regio werd gelokaliseerd via koppelingsanalyse. Om tot een succesvolle genidentificatie te komen zal via NGS een grondige screening van deze regio's gebeuren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Isabelle Schrauwen
Identificatie van ziekte-mutaties geassocieerd met eiwit aggregatie. KU Leuven Abstract: Analysis of the VariBench dataset, an unbiased and representative dataset of variants, taught us that 34% of disease mutations could result in protein aggregation by being destabilizing (calculated by FoldX; ddG > 2) and occurring in a domain with a strong aggregating stretch (TANGO > 75). Applying this basic rule (ddG > 2 TANGO >75) suggests that protein aggregation could be a major disease modifier, not only in neurodegeneration and cancer, but also in metabolic diseases and infection sensitizing genes. To observe aggregation of these mutants, immunofluorescence co-staining of a protein-specific antibody and an aggregation marker, and analysis of the effect on the expression of Hsf-1
targets will be used. Organisaties: • Switch Laboratorium
Identification and application of non-biocidal, specific anti-biofilm compounds in brewery (related) plants. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Hans Steenackers • Ilse Parijs
Identification and characterization of Exosome derived from Blood Outgrowth Endothelial Cells (BOECs) in Oxidative stress condition. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Stefan Janssens • Arief Wibowo
Identification and characterization of genes and molecular mechanisms causing the MHO (MHE) phenotype. Universiteit Antwerpen Abstract: Identification and characterization of genes and molecular mechanisms causing the MHO (MHE) phenotype. Organisaties: • Medische Genetica (MEDGEN)
Onderzoekers: • Wim Wuyts
Identification and characterization of molecules that are suitable for the development of improved diagnostics for CBPP. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Bruno Goddeeris • N. N.
Identification and characterization of residual melanoma cells to MAPK-targeted therapy: a search for biomarkers and novel therapeutic opportunities. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Moleculaire Kankerbiologie
Onderzoekers: • Jean-Christophe Marine
Identification and development of new classes of immunosuppressive compounds and discovery of new key proteins involved in the T and B-cell activation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Piet Herdewyn • Jean Herman • Yves Moreau • Lieven Thorrez • Thierry Louat
Identification and functional analysis of extracellular Tau species involved in the spreading of Tau pathology KU Leuven Abstract: Alzheimer#s disease belongs to a group of diseases called Tauopathies. These diseases are characterized by aggregation of Tau protein. The cause of this aggregation however is not the same in all of these disorders.In some, like frontotemporal dementia, the gene that codifies Tau protein is showing mutations, while in others, such as Alzheimer#s disease, no mutation was ever associated with Tau aggregation. In a Tauopathy mouse model (P301S/PS19) expressing a mutant form of human Tau it was seen that the levels of extracellular Tau markedly decreased in function of increased Tau pathology (Yamada, K. 2011). On the other hand, the releaseof Tau was increased when neuronal activity was induced (Yamada, K. 2014; Pooler, Amy M. 2013). These data suggest that extracellular Tau is inrelationship with intracellular Tau aggregation but also with synaptic activity in neurons suggesting that release of Tau is more than a passive release due to neuronal cell death. Indeed, in (Saman, S. et al. 2 Organisaties:
• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • André Filipe Domingos Marreiro
Identification and mapping of QTL for natural resistance and toleranceto rice root knot nematode Meloidogyne graminicola in introgressed lines of Oryza developed for use by resource poor farmers i KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Dirk De Waele • Judith Galeng
Identification and optimization of an endogenous protecting factor against gram-negative bacterial sepsis KU Leuven Abstract: justify;line-height:normal;mso-layout-grid-align:none;text-autospace:none">Sepsis is eenlevensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met een systemischeinflammatoire reactie op een microbiële infectie. Het kan evolueren tot ernstigesepsis en septische shock, wat gepaard gaat met een significante toename inmortaliteit. In dit project zal gezocht worden naar een endogene beschermendefactor tegen gramnegatieve bacteriële septische shock.Bij deze vorm is hetbekend dat lipopolysacchariden (LPS) een belangrijke rol spelen, welke zichbevinden in de buitenste membraan van gramnegatieve bacteriën. De ontdekkingdat een muis beschermd is tegen een letale dosis van LPS wanneer deze voorafbehandeld wordt met een sub-letale dosis van LPS vormt de basis van ditproject. Dit proces noemt men LPS tolerantie. Wanneer het plasma van dezebeschermde muis geïnjecteerd wordt in een controlemuis is deze muis eveneensbeschermd tegen een letale dosis van LPS. Aangeziende bescherming tegen septische shock Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Mark Waer • Liliane Schoofs • Rob Lavigne • Bart Landuyt • Lentel Pringels
Identification of biomarkers for effective monitoring of the functionalstability of microbial communities performing anaerobic digestion in anaerobic membrane bioreactors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Springael • Lynn Lemoine
Identification of inhibitors of Hepatitis E virus and of Host Factors involved in its infection. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts
Identification of long-term carbon sequestration in soils with historical inputs of biochar using novel stable isotope techniques KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Erik Smolders • Bart Kerré
Identification of molecular signatures associated with haematogenous and lymphogenous micrometastases in patients with early breast cancer. Universiteit Antwerpen Abstract: Identification of molecular signatures associated with haematogenous and lymphogenous micrometastases in patients with early breast cancer. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck
Identification of new therapeutic targets in uterine sarcoma KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Gynaecologische Oncologie
Onderzoekers:
• Frédéric Amant • Tine Cuppens
Identification of novel therapeutic strategies to target beast cancer cells that undergo an epthelial-to-mesenchymal transition using metabolomics and fluxomics KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cellulair Metabolisme-Metabole Regeling
Onderzoekers: • Sarah-Maria Fendt • Ilaria Elia
Identification of proteins underlying a reduced regenerative potential in the ageing zebrafish KU Leuven Abstract: Since adult mammals lack a robust capacity to regenerate lost or damaged neurons, age-related deterioration of the central nervous system (CNS)seriously constrains life quality and overall human wellbeing of a growing number of elderly in our population. Over the past years, intensive research efforts focused on the elucidation of mechanisms that can trigger regeneration in mammals, but the effect of ageing on these regeneration capacities remains largely unstudied. Nonetheless, ageing undoubtedlyaffects the already limited neurogenic and regenerative processes in the mammalian CNS. In contrast to mammals, adult zebrafish have a high neurogenic and regenerative capacity and have only recently been identifiedto be subjected to ageing. Therefore, the zebrafish forms an ideal model to study the effects of ageing on the regeneration potential and unveil new targets for the development of therapeutic strategies in the senescent mammalian CNS. In this project, the process of senescence will Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Ilse Bollaerts
Identification of recurrent genetic aberrations in BCR-ABL 1 negative myeloproliferative neoplasms through an integrated genomic approach KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Peter Vandenberghe • Carla Al Assaf
Identification of risk factors associated with the progression of knee-osteoarthritis: a 4 year prospective longitudinal study. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Sabine Verschueren
Identification of risk factors associated with the progression of knee-osteoarthritis: a prospective longitudinal study. KU Leuven Abstract: Risico-en prognostische factoren van knie-artrose: een prospectieve studie met follow-up na 2 en 4 jaarOsteoartrose is een chronischedegeneratieve gewrichtsaandoening, waarbij de knie het meest frequent is aangedaan. Het voorkomen van osteoartrose van de knie neemt toe met deleeftijd, waarbij het meer voorkomt bij vrouwen dan bij mannen (Felson et al, 1987; Jordan et al, 2004). Patiënten klagen vaak over pijn, spierzwakte, stijfheid en instabiliteit, alsook over beperkingen in fysieke activiteiten. Dit kan uiteindelijk leiden tot een verlies aan zelfstandigheid en een vermindering van de levenskwaliteit. Osteoartrose van de knie gaat daarenboven gepaard met heel hoge gezondheidsgerelateerde kosten (March et al, 1997). Als gevolg van de vergrijzing van de bevolking en het stijgend percentage personen met ernstig overgewicht is de verwachting dat de incidentie en/of progressie van osteoartrose van de knie ernstig zal toenemen, met een toename van de totale ziektelast tot gevolg (Badley e Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Sabine Verschueren • Frank Luyten • Armaghan Mahmoudian
Identificeren van genetische factoren die in PGRN - gekoppelde frontotemporale dementie de aanvangsleeftijd beïnvloeden. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent identificeerden we mutaties in het gen dat codeert voor de groeifactor progranuline (PGRN) die frontotemporale dementie (FTD) veroorzaken in ~10% van FTD-patiënten. In een grote Belgische founder familie waarin op dit moment al 41 patiënten gekend zijn, segregeert eenzelfde PGRN mutatie die resulteert in 50% productie van het eiwit. De aanvangsleeftijd in deze familie is zeer variabel wat wijst op de invloed van andere genetische factoren. De grootte van deze familie geeft ons de wereldwijd unieke gelegenheid om deze factoren te identificeren. Dit kan inzicht verschaffen in mechanismen die het optreden van deze ernstige ziekte kunnen uitstellen of mogelijk zelfs voorkomen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Kristel Sleegers
Identificeren van moleculaire mechanismen van wortelgroeiresponsen bij planten blootgesteld aan metalen, ter optimalisatie van plantengroei in phytoremediatie en biomassaproductie.
Universiteit Hasselt Abstract: Diffuse verontreiniging door overtollige metalen beïnvloed grote oppervlakten wereldwijd, als resultaat van mijnbouw, industrie, agricultuur, verkeer etc. Deze gronden terugbrengen in een duurzaam gebruik kan schadelijke omgevings- en socio-economische impacten reduceren. Er zijn opportuniteiten om deze verontreinigde bodems voor de productie van hernieuwbare energie biomassa en industriële grondstof te gebruiken, en dit zal de druk op agriculturele bodems nodig voor voedselproductie weghalen. Hoge biomassa producerende planten zijn onderworpen aan de toxische effecten van deze metalen. Alhoewel de fysiologie en moleculaire mechanismen van metaal opname, sequestratie en detoxificatie onder intens onderzoek liggen, wordt wortelgestel ontwikkeling onder deze omstandigheden nog slecht begrepen. Doch, de wortels zijn het eerste contactpunt met deze verontreinigingen, plaatsing van de wortels is dus een belangrijke factor om metaal opname te bepalen. Verder bouwend op resultaten van de wortelgroeirespons op overtollige metalen, doelt dit project de betrokkenheid van plant hormonen te identificeren. Lokale en systeem effecten van metalen op wortel ontwikkeling zal geëvalueerd worden en de impact op scheutgroei zal bepaald worden. De experimenten zijn ontworpen om kennis te genereren dat strategieën moet ondersteunen voor de optimalisatie van plantengroei met als doel (1) fytoremediatie, waarvoor wortelgroei-inhibitie zal moeten worden gereduceerd om plaatsing in verontreinigde grondflarden toe te laten, en (2) veilige biomassa productie, waarvoor wortelgroei gericht zal moeten worden naar minder of niet-verontreinigde grondflarden. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Tony REMANS
Identificeren van subtype-specifieke drug gevoeligheid in colorectale kanker KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Digestieve Oncologie
Identifying drivers of adaptation in eukaryote populations using genomics tools: selection in ryegrass and adaptation of comb jellyfish KU Leuven Abstract: Bij dit project worden populaties van planten en dieren bestudeerd om te achterhalen hoe deze zich aanpassen aan de omgeving.Hedendaagse technologieën maken het mogelijk om de genetische eigenschappen van organismen uitgebreid te analyseren. Toepassingen van deze technologieën worden ontwikkeld om de populaties waarin we geïnteresseerd zijn onder deloep te nemen. Hierbij vergelijken wij individuen of groepen van individuen om verschillen in deze genetische eigenschappen vast te stellen. Vervolgens wordt nagegaan wat de functie is van deze genen en welke rol zespelen bij adaptatie aan de omgeving.Twee cases worden onderzocht:- Engels raaigras is een populair weidegewas in streken met een gematigd klimaat. Na het aanleggen van een grasveld zullen sommige individuele plantje beter overleven dan andere. Kennis hierover zal gebruikt worden voor de verbetering van raaigras variëteiten, met speciale aandacht voor opbrengst en kwaliteit.De Amerikaanse langlob ribkwal is een exotische soort d Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Idiotype immunisatie in multipel myeloma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De verschillende doelstellingen : a) Generiek onderzoek naar nieuwe oscintillator materialen . b) Bijdragen tot een design studie voor een Europese "High Performance" Positron Emissie Tomograaf voor research doeleinden . c) Ontwikkeling van detectors gesteund op gasversterking voor subatomaire deeltjes en ioniserende stralingen . Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Idnetificatie en karakterisering van virale en gastheerfactoren betrokken bij de pathogeniciteit van influenza A virus. Universiteit Gent Abstract: De pathogene van influenza A virussen wordt bepaald door de genetische constellatie van het virus en de gastheer maar is nog grotendeels ongekend. Door een vergelijkende genetische en proteoomanalyse van het infectieproces van een laag- en een hoog-pathogeen influenza A virus zal getracht worden om nieuwe pathogenesedeterminaten te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Idntificatie van differentieel uitgedrukte boodschapper-RNA's in muriene BW5147 lymfoma cellijnen met en verschillend metastatisch potentieel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het weefselinfiltrerend gedrag van lymfoïde cellen kan informatie leveren voor het invasief en metastatisch gedrag van kwaadaardige kankercellen. Het is inderdaad niet ondenkbaar dat invasieve metastatische eigenschappen van lymfoïde cellen op abnormale wijze tot uitdrukking komen in invasieve/metastaserende kankercellen. De studie van de genen en genproducten die betrokken zouden zijn in het weefselinfiltrerend vermogen van lymfoïde cellen en hun mogelijke expressie in kankercellen zou dan ook kunnen leiden tot de identificatie van invasie- en metastase geassocieerde moleculen. Dit onderzoeksproject stelt zich dan ook tot doel dit moleculair mechanisme te ontrafelen via het gebruik van de PCRgemedieerde 'mRNA differential display' (DDRT-PCR) techniek. We beschikken over een aantal wel-gekarakteriseerde BW5147 T-cel lymfoom afgeleide cellijnen die een verschillend metastatisch potentieel vertonen. Via DDRT-PCR kunnen genen die differentieel uitgedrukt worden in deze fenotypisch verschillende varianten met eenzelfde genetische achtergrond, geïsoleerd worden en verder gekarakteriseerd op moleculair vlak. Organisaties:
• Cellulaire Immunologie
Onderzoekers: • HILDE REVETS
Iedere diepzinnige geest heeft een masker nodig: Napoleon, Kaspar Hauser en de familieroman in het werk en de waan van Friedrich Nietzche. Een pscyhohistorische analyse Universiteit Gent Abstract: We willen aantonen dat Nietzchers waan geen accumulatie van afzonderlijke voorstellingen is die ontspringen aan de deviante creativiteit van een ziek filosoof. Integendeel: ze vormt één coherent geheel met motieven en thematische complexen die frequent opduiken in zijn werken en schrijfsels en op een gegeven moment één dreigende constellatie gaan vormen die de directe aanleiding is voor de uitbarsting van de waan. Er is dus geen bruek tussen de "nog-gezonde" en de "zieke" Nietzche. Het onderzoek van deze imaginatieve continuïteit zal ons in staat stellen de verschillende delen van Nietzsches waan in één geheel te integreren en ze te begrijpen als bouwstenen van zijn in hoofdzaak op de receptie van historische fenomenen en personen gebaseerde psychobiografie. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Art • Benjamin Biebuyck
IGF-1 in tumor progressie van multipel myeloom: effecten op celcyclus en UPR respons. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloom (MM) is nog steeds een ongeneeslijke plasmacel kanker, gekenmerkt door de expansie van de kwaadaardige cellen in het beenmerg (BM) [1]. De MM cel ontwikkelt ofwel uit een B cel die somatische mutaties heeft ondergaan, een plasmablast of plasmacel (PC). Normale PC zijn gearresteerd in de G1 fase van de celcyclus en worden strikt gecontroleerd door apoptose. In MM zijn deze controles verloren gegaan waardoor de cellen het fenotype van "actieve" of delende PCs krijgen [2, 3]. MM cellen verblijven in het BM waar zij interageren met de stromale componenten via adhesie moleculen en cytokines om noodzakelijke groei en overlevingssignalen te ontvangen. IGF-1 is in recente jaren beschreven als één van de belangrijkste groeifactoren, die niet alleen proliferatie en overleving van de MM cellen induceert maar ook bijdraagt tot de veranderingen in de BM micro-omgeving [4-8]. MM cellen veranderen namelijk deze micro-omgeving in hun voordeel door de extracellulaire matrix af te breken, en angiogenese en osteolyse te induceren. Deze bevindingen tonen het belang aan van de micro-omgeving in MM tumor ontwikkeling. Aangezien MM nog steeds fataal is, is het noodzakelijk nieuwe therapeutische doelen te vinden om de ziekte de baas te blijven. In dit project gebruiken we de 5TMM modellen. Deze modellen zijn oorspronkelijk ontwikkeld door J. Radl [9]. Myeloom ontstaat spontaan in C57BL/KaLwRij muizen, ouder dan 2 jaar, met een incidentie van 0.5%. Dit myelomateus BM kon dan intraveneus getransplanteerd worden in jonge syngene naieve muizen en zo werden er verscheidene in vivo modellen gecreëerd, elk met hun eigen karakteristieken [10]. De 5TMM modellen hebben veel kenmerken gelijkaardig met de humane ziekte. Het 5T2MM model is een traag groeiend model en 5T2MM muizen ontwikkelen ook osteolytische botziekte. Het 5T33MM model ontwikkelt sneller en zonder lytische lesies. Van dit model is er een klonaal identieke, stroma independente in vitro variant gecreëerd, de 5T33MMvt lijn [10, 11]. Gezien we in ons labo reeds vastgesteld hebben dat IGF-1 een multifunctionele rol speelt (migratie, survival, angiogenese,...) willen wij in een eerste luik de effecten van IGF-1 nagaan op de celcyclus. De celcyclus is namelijk ontregeld in MM cellen, waardoor de cellen blijven delen. Het preciese mechanisme is echter onduidelijk. De celcyclus is voornamelijk geregeld ter hoogte van de progressie van G1 naar S via de cyclinedependente kinasen (Cdks), in samenwerking met de regulerende subeenheden, de cyclines. Cdk4 en Cdk6, elk in combinatie met één van de drie D cyclines (D1, D2 en D3) zorgen ervoor, door fosforylatie van specifieke serine residues op Rb (pS-Rb), dat de cellen (opnieuw) de celcyclus ingaan en doorlopen tot halfweg G1. Na het controlepunt halfweg G1, zijn cycline D-Cdk4/6 en cycline E-Cdk2 noodzakelijk om de cel in de S fase te brengen door threonine fosforylatie van Rb (pST-Rb). Dit leidt tot het vrijkomen van de E2F transcriptie factor, onontbeerlijk voor toegang tot de S fase. De functies van de Cdks worden negatief beïnvloed door de Cdk inhibitoren (CKIs), die bestaan uit een familie INK4 (p16INK4a, p15INK4b, p18INK4c en p19INK4d) en een familie Cip/Kip proteinen (p21Cip1, p27Kip1 en p57Kip2) [12]. We onderzoeken momenteel de mechanismen verantwoordelijk voor de celcyclus ontregeling in de 5TMM modellen. In deze modellen hebben we reeds ontdekt dat, net als in humane MM cellen, het de co-activatie van Cdk4-cyclin D2 is die voornamelijk de celcyclus stimuleert [13]. Nu willen we nagaan hoe IGF-1 de werking van de celcyclus beinvloedt; namelijk of IGF-1 nieuwe proteïnen aanschakelt of dat het de activatie van de reeds active proteïnen versterkt. We zullen op Western Blot de expressie bekijken van cyclin D1, D2, D3, Cdk 4, 6 en pRb. We zullen ook de mogelijke suppressie van de celcyclus inhibitoren nagaan zoals p27, p18. In een tweede deel willen we onderzoeken of contact met BM stromale cellen, die een beschermend effect op MM cellen hebben, dezelfde effecten induceren. Deze studies zullen de effecten van IGF-1 als proliferatiefactor verder elucideren. In een tweede luik willen we de effecten van IGF-1 op de "unfolded protein response" bestuderen. Myeloma PC secreteren namelijk een grote hoeveelheid monoclonaal proteïne. Deze immunoglobulines worden gevouwen tot hun tertiaire structuren in het endoplasmatisch reticulum (ER) [14]. Daar behoudt de unfolded protein response of "UPR" het evenwicht tussen het ritme van proteïne aanmaak en "protein folding". Wanneer het ER een stress signaal krijgt, zal activatie van de UPR leiden tot een verhoogde proteïne folding, een verhoogde afvoer van misfolded proteïnen en een overlevingssignaal. Als de UPR echter het evenwicht niet kan herstellen, dan ontstaat er een accumulatie van misfolded proteïnen, wat uiteindelijk zal leiden tot een apoptose signaal. Het mechanisme van deze UPR (zie figuur 1) begint bij de dissociatie van het ER proteïne BiP van ATF-6, IRE-1 en PERK, wat leidt tot de activatie van deze laatste. ATF6 regelt de expressie van de genen betrokken bij de UPR zoals BIP en XBP1. IRE-1 activeert dan XBP1 door cleavage van het XBP1 mRNA tot XBP1s. XBP1 zorgt voor een positieve feedback signaal en translatie van pro-survival genen. Het is ook aangetoond als cruciaal bij PC ontwikkeling [15]. PERK zal eIF2a fosforyleren waardoor het inactief wordt, resulterend in een halt in proteïne synthese. Wanneer de cel zich niet kan herstellen zullen PERK en ATF6 CHOP induceren, wat leidt tot de inductie van pro-apoptotische genen en celcyclus arrest. Het is beschreven dat deze celcyclus arrest ontstaat doordat translatie van cyclin D1 mRNA geblokkeerd wordt. IRE1 zal ook JNK activeren en tenslotte wordt de intrinsieke apoptose weg (caspase 3 en 9) geactiveerd [16-18]. Figuur 1: De activatie van de UPR door ER stress Het is niet duidelijk of de UPR, die zowel pro als antiapoptotisch werkt, ook een rol speelt bij drug resistentie en of groeifactoren deze weg beinvloeden. Wij zullen in dit project nagaan of in de eerste plaats een UPR signaal constitutief aanwezig is in 5T33MM cellen en of dit signaal verschilt tussen de stroma dependente 5T33MMvv cellen en de stroma independente 5T33MM vitro cellen. Het is namelijk beschreven dat de ATF6/ XBP1 weg continu actief is bij Ig-producerende PCs [19]. Hiervoor zullen we de expressie van deze proteïnen betrokken bij de UPR meten via Western Blots. We gaan kijken of XBP1s proteïne uitgedrukt wordt en of ATF6 translocatie ondergaat van het cytoplasma naar de nucleus door cellysaten te scheiden in een nucleaire en cytoplasmatische fractie. We zullen vervolgens nagaan hoe IGF-1 als survivalfactor dit proces beïnvloedt, of de pro-survival weg aangeschakeld wordt. Daarnaast willen we nagaan of de IGF-1R inhibitor picropodophyllin of "PPP" dan eerder de pro-apoptotische signalen versterkt. Hierbij gaan we kijken naar het effect van IGF-1/PPP op de splicing van XBP1 mRNA naar XBP1s, de translocatie van ATF6 en de expressie van het proapoptotische CHOP. Als positieve controle gebruiken we thapsigarin of tunicamycin die gekende ER stress inducers zijn. Daarnaast gaan we ook kijken of de intrinsieke/extrinsieke apoptose weg geactiveerd wordt via caspase 3, 8 en 9 metingen, dit zowel via FACS analyse als Western Blot. Preliminaire onderzoeken hebben reeds aangetoond dat JNK constitutief geactiveerd is in 5T33MMvv cellen. Dit onderzoek zou meer inzicht moeten geven in de mechanismen van drug resistentie, de rol van IGF-1 in MM en mogelijks nieuw therapeutische doelwitten identificeren. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Eline MENU • Karin VANDERKERKEN
IGF-1 in tumor progressie van multipel myeloom: effecten op celcyclus en UPR respons. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloom (MM) is een ongeneeslijke plasmacel kanker, waarbij de normale cyclus controles verloren zijn gegaan waardoor de cellen het fenotype van "actieve" of delende PC's krijgen. MM cellen verblijven in het beenmerg (BM) waar zij interageren met de stromale componenten via adhesie moleculen en cytokines (IL-6 en IGF-1) om noodzakelijke groei en overlevingssignalen te ontvangen. In recente jaren is het duidelijk geworden dat vooral IGF-1 een multifunctionele rol in MM ontwikkeling speelt. In dit project gaan we in een eerste luik na welke effecten IGF-1 op de celcyclus heeft. We zullen onderzoeken of IGF-1 nieuwe protëïnen aanschakelt of dat het de activatie van de reeds actieve proteïnen verandert. Verder zullen we nagaan of contact met BM stromale cellen, die een beschermend effect op MM cellen hebben, dezelfde effecten induceren. In een tweede luik willen we de effecten van IGF-1 op de "unfolded protein response" bestuderen. Deze "UPR" behoudt het evenwicht tussen het ritme van proteïne aanmaken krijgt het ER een stress signaal dat leidt tot activatie van de UPR. Deze kan ofwel het evenwicht terug herstellen en een overlevingssignaal sturen ofwel faalt dit wat dan uiteindelijk leidt tot een apoptose signaal. Aangezien de UPR zowel pro als anti-apoptotisch wegen heeft, is het niet duidelijk of het ook een rol speelt bij drug resistentie en/of groeistimulatie. In dit project zullen we nagaan op de UPR constitutief aanwezig is in MM cellen en welk invloed IGF-1 hierop heeft, meer bepaald op depor-survival weg van de UPR. Organisaties: • Hematologie
Onderzoekers: • Eline MENU
IGF-I en milde hypothermie als nieuwe therapieën voor focale cerebrale ischemie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ischemische beroerte is de meest voorkomende oorzaak van invaliditeit bij volwassenen en de 3e doodsoorzaak. Het wordt veroorzaakt door een verstopping van een bloedvat in de hersenen waarna neuronen afsterven als gevolg van een gebrek aan zuurstof en glucose. Herstel van de doorbloeding door het bloedstolsel op te lossen met weefsel-type plasminogeen activator is de enige goedgekeurde behandeling op dit moment. Helaas kan de meerderheid van de patiënten niet worden behandeld. Bij deze patiënten door het herstel van de bloedtoevoer meestal veel langer en nieuwe behandelingen zijn nodig om de neuronen te beschermen gedurende de periode dat de doorbloeding niet is hersteld. We hebben aangetoond dat systemische toediening van insuline-like growth factor-I in een rattenmodel het afsterven van neuronen voorkomt, maar niet in die mate dat de klinische uitkomst sterk is verbeterd. Omdat het transport van geneesmiddelen vanuit het bloed naar de infarctregio erntig wordt belemmerd door een intacte bloed-hersenbarriere willen we nieuwe methoden ontwikkelen om het transport van IGF-I naar de infarctregio te verhogen. In het tweede deel van het project, zullen de toepassing van milde hypothermie verder ontwikkelen. Voor toepassing van deze methode vormt de bloed-hersenbarriere geen probleem. Wij streven ernaar om beide methodes te verbeteren en het werkingsmechanismes te achterhalen. Meer inzicht in de werkingsmechanismes kan leiden tot de ontdekking van nieuwe targets voor therapie. Organisaties: • Kritische Zorgen • Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Gerontologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • SAID HACHIMI-IDRISSI • Raf BROUNS • SOPHIE SARRE • RON KOOIJMAN • JACQUES DE KEYSER
IJzer-gestuurde catastrofale veranderingen in venen: terugkoppelingsmechanismen en toxiciteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks een toenemende vernatting van gedegradeerde laagvenen, in het kader van natuurherstel en koolstofvastlegging, blijven gewenste resultaten vaak achterwege. Dit project is gebaseerd op fundamenteel onderzoek naar terugkoppelingsmechanismen in veenbodems na degradatie, die voorkomen dat het systeem weer omslaat naar de initiële staat. De nadruk in dit onderzoek ligt op de rol van waterdynamiek, ijzerchemie en-toxiciteit, en vegetatie. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen • Willem-Jan Emsens
(ikv MASTER AGREEMENT-WDGO533) : Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces : COSMOS (HPLC methodeontwikkelingsproces voor purity en stabilty indicating analysemethoden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces voor chromatografische analysemethoden is noodzakelijk omwille van volgende redenen : wetenschappelijke eigenschappen van nieuwe moleculen / formuleringen vroeger in de ontwikkelingsfase te leren kennen de ontwikkelingstijd voor een nieuw geneesmiddel te verkorten. Om te anticiperen op deze uitdagingen werd het COSMOS project, een HPLC methode-ontwikkelingsproces voor purity en stability indicating analysemethoden, opgestart. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
(ikv MASTER AGREEMENT-WDGO533) : UV & MS in Line detection and automated data processing for HPLC method modelling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er is reeds een software tool ontwikkeld waarmee de orthogonaliteit van commercieel beschikbare HPLC kolommen kan geevalueerd worden. Om de resultaten van dit methodeontwikkelingsproject te versterken wordt nu samengewerkt om de resultaten van de chemometrische aanpak te verbeteren op het gebied van chromatografische predictie software zoals LC simulator Organisaties:
• Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
ikv VLIR BVO Project en Congres 2002 : 'Duurzame stedelijke ontwikkeling : Lokale Agenda 21 in ontwikkelingsperspectief.(ikv Noord-acties-Programma 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijk onderzoek , in de context van ontwikkelingslanden en vooral onderzoek naar duurzame stedelijke ontwikkeling is vrij nieuw. Geintegreerd beleidsvoorbereidend onderzoek ontbreekt nog. Dit project wenst deze leemte op te vullen in voorbereiding van een Internationale Conferentie over dit onderwerp. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Illocutieve strekking, informatiestructuur en zinsconstructie van de vraagzin. Algemene theorie met toepassing op het Frans Universiteit Gent Abstract: Het voorstel ambieert een coherent theoretisch kader te ontwikkelen voor de beschrijving van drie essentiële aspecten van vraagzinnen op basis van een specifieke hypothese over hun semantische aard. De beschrijving spitst zich toe op Franse vraagzinnen, omdat die specifieke kenmerken bezitten die elke theoretische benadering zwaar op de proef stellen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Dominique Willems
Image-guided decodering van mechanismen in normale, versnelde en pathologische veroudering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Peter Ponsaerts • Wim Vanden Berghe • Firat Kara
Imaging van neurale activiteit op cellulair- en netwerkniveau door middel van optisch gedetecteerde diamant spinmagnetometers en nanodeeltjes-FRET-sensoren Universiteit Hasselt Abstract: De recente ontwikkeling van contact-loze gereedschappen voor real-time bewaking van cel fysiologie met moleculaire oplossingen in-vivo start met het openen van een fascinerende wereld die fundamentele kennis bevat van biofysica op moleculaire en cellulaire schaal, vooral in exciteerbare cellen zoals neuronen. optische probing van elektromagnetische activiteit in alleenstaande neuronen en netwerken zouden dan een doorbraak voor niet-invasieve karakterisatie van neuronale opkomende collectieve eigenschappen. Nanoschaal in kaart brenging van neuronale signalen, uiteindelijk op subdrempel niveaus zouden de kloof tussen cellulaire en systeem-niveau fenomenen overbruggen, zoals ritme generering, adaptatie, plasticiteit, en informatie verwerking, terwijlbijdragingen aan dissectie van brein 'connectomics' - i.e., het aansluitschema van het brein. Dit project ontwikkeld een nieuw uitgevonden cellulaire beeldvormingtechniek afgeleid van optisch gededecteerde magnetische resonantie (ODMR) en Foerster Resonantie Energie Transfer (FRET), manipulering van alleenstaande-fotonen en spins in nano-diamant (ND) partikels. Deze originele techniek wordt voorgesteld als een goed alternatief voor calcium- of voltage-gevoelige fluorofores in vooraanstaand neurowetenschappelijk onderzoek. In ons voorstel gebruiken we ND partikels die ontworpen zijn om stikstof-vragende-defecte centra te bevatten, gebruikt voor quantumoptische en elektrische beeldvorming. Op 'transfectie' van de neuronen door gefunctionaliseerde NDs, deze techniek zal ons in staat stellen om onderzoek te voeren met optische signalen en ultra-zwakke elektromagnetische velden in alleenstaande neuronen en microcircuits,gerelateerd tot actie- en synaptische potentialen maar tot nu toe nog steeds volledig niet ontdekt. Een nieuw ontworpen 'magnetische' beschrijving van neuronale prikkelbaarheid zullen dan voor de eerste keer geaddresseerd worden, gebaseerd op extreme gevoeligheden van ultra-zwakke magnetische velden wanneer deze werken met enkele rotaties. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK
iMarine - Subcontract Vrije Universiteit Brussel Abstract: iMarine is een open en gezamenlijke initiatief gericht op het ondersteunen van de implementatie van de ecosysteembenadering van het visserijbeheer en de instandhouding van de levende mariene hulpbronnen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • NICO KOEDAM
iMECHs: inhibitorische MECHanismen uitgeoefend door melanoomcellen en hun omgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De link tussen chronsiche inflammatie en tumorgenesis en -progressie is sinds lang gekend. Er bestaat een balans tussen factoren die tumorgroei bevorderen en controleren. Hoe deze balans doorweegt, wordt bepaald door het ontstaan, de duur en het type van inflammatoire respons. Tumorspecifieke cytotoxische T cellen (CTLs) zijn een belangrijke T celpopulatie die de groei van tumoren kan bedwingen. Opdat CTLs tumorcellen efficiënt kunnen verwijderen, dienen ze geactiveerd te worden door antigenpresenterende cellen, zoals dendritische cellen. Theoretisch kan het immuunsysteem dus tumorcellen herkennen en vernietigen. Desalniettemin wordt objectieve tumorregressie in een minderheid van patiënten waargenomen. Dit kan verklaard worden door tal van suppressieve mechanismen die door de tumor worden uitgeoefend. Daarenboven
werden verscheidene immuuncellen met een suppressieve werking beschreven, waaronder regulatoire T cellen en myeloïd-afgeleide suppressor cellen. Bijgevolg, zal een goede immuuntherapie moeten opgebouwd worden uit verschillende facetten, namelijk inductie van T cellen en het omzeilen van suppressieve mechanismen uitgeoefend door de tumor en zijn omgeving. Om dit te kunnen ontwikkelen dient er een beter inzicht verkregen te worden in deze laatste. Daarom willen we in dit project deze mechanismen ontrafelen om aldus nieuwe behandelingsmodaliteiten te ontwikkelen. Organisaties: • Fysiologie
Imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht bij autismespectrumstoornissen: onderlinge samenhang en rol van het spiegelneuronen-systeem Universiteit Gent Abstract: Imitatie, het begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht zijn vroege tekorten bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het spiegelneuronensysteem wordt gelinkt aan ondermeer imitatie, empathie en gedeelde aandacht. Het huidige onderzoek gaat na of er bij jonge kinderen met autismespectrumstoornissen tekoreten zijn in het spiegelneuronen-systeem en of deze een verband houden met de tekorten in imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Immune mechanismen in voedselallergie bij honden Universiteit Gent Abstract: Voedselallergie komt regelmatig bij honden voor en resulteert voornamelijk in atopie-achtige symptomen en minder frequent in gastrointestinale klachten. De diagnose kan alleen maar 100% zeker gesteld worden door de orale opname van het allergeen te voorkomen gevolgd door een orale challenge. Ook voor behandeling moet opname van het allergeen voorkomen worden. Optreden van klinische symptomen, diagnose en behandeling suggeren dat deze allergie zeer frequent te wijten is aan een type 4 overgevoeligheidsreactie. Dit onderzoek heeft tot doel op een populatie patiënten na te gaan welke lymfocytenpopulaties en cytokines betrokken zijn bij deze overgevoeligheid en om aan de hand hiervan tot een verbeterde diagnose te komen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox
Immune "stealth" nanotechnologie voor gentherapie van hemofilie 'A': mechanismen en translationele implicaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is om een efficiëntere en veiligere gentherapie aanpak te ontwikkelen door gebruikt te maken van 'immune stealth' nanopartikels die het FIX gen bevatten. Deze nanopartikels zijn speciaal ontworpen om genetische gemodificeerde cellen die FIX produceren na gentherapie onzichtbaar te maken voor het immuunsysteem. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Immunobiologie van gastheer-trypanosoom interaklties: identificatie van immunopathologische trypanosoom componenten en ontwikkeling van anti-"ziekte" vaccins. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De eerste doelstelling is de verdere karakterisatie, zuivering en produktie van TSIF rnet het oog op de ontwikkeling van een anti-"ziekté ' vaccin dat de gastheer zou bescherrnen tegen de nefaste neveneffecten van een trypanosoom infektie. In parallel zal ook aandacht besteed worden aan imrnunosuppressie in de rnilt. Tot hiertoe werd T. brucei-gelnduceerde im nunosuppressie hoofdzakeliik ontleed in de Iyrnfeknopen en een aantal experirnentele gegevens suggereren dat andere suppressievemechanismen operatief zouden zijn in de milt (een analoge bevinding werd waargenomen tijdens infecties met de Amerikaanse trypanosoom T. cruzi, 15). Dit betekent dat anti-TSlF vaccinatie de immunosuppressie zou kunnen opheffen in de Iymfeknopen doch niet in de milt. Inderdaad, passieve vaccinatie met anti-TSlF antilichamen reduceert lymfeknoopdoch niet rnilt suppressie. Bijgevolg zal het onderzoek zich ook richten naar de ontrafeling van de mechanismen betrokken in miltirnmunosuppressie, met als doel andere trypanosoom componenten met suppressie-inducerende aktiviteit te identificeren. De tweede doelstelling is gericht naar de identificatie van trypanosoom componenten die TNF produktie opwekken. De identiffcatie van potente trypanosoom TNFinducerende componenten zou ook belangrijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van een anti-"ziekte" vaccin tegen Afrikaanse trypanosomen en is bijgevolg complementair aan de eerste doelstelling. Organisaties: • Cellulaire Immunologie
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Immuno-ecologie van virale infecties in de veeltepelmuis Mastomys natalensis: karakterisering van class I en class II MHC genen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van mijn onderzoek is na te gaan welke intrinsieke, extrinsieke en genetische factoren van belang zijn bij de interacties tussen het Mopeia virus en de veeltepelmuis Mastomys natalensis in vrijlevende populaties. In een eerste stap zullen we MHC genen isoleren en beschrijven, ortholoog aan genen die geassocieerd zijn met de immuunrespons tegen RNA-virussen bij andere knaagdieren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Joëlle Gouy de Bellocq
Immunogene celdood (ICD) in kanker: Van de plasticiteit en ontdekking van immunogene determinanten tot antikanker vaccinatie.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Immunological and Molecular Aspects of Cancer Vrije Universiteit Brussel Abstract: mechanismen betrokken bij de controle van het invasief gedrag van normale en maligne lymphoreticulaire cellen - ongevoeligheid van metastaserende cellen voor immune effector cellen: studie van de mechanismen. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • KRISTIAAN THIELEMANS
Immunological and Molecular Aspects of Cancer Vrije Universiteit Brussel Abstract: mechanismen betrokken bij de controle van het invasief gedrag van normale en maligne lymphoreticulaire cellen - ongevoeligheid van metastaserende cellen voor immune effector cellen: studie van de mechanismen. Organisaties: • Cellulaire Immunologie
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Immunological and molecular interaction between the host and Candida Albicans biofilm. KU Leuven Abstract: