www.researchportal.be - 21 Dec 2015 14:29:36
Onderzoeksprojecten (500 - 520 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
De HPA als feedback disfunctie bij patiënten met een vitaal depressief toestandsbeeld : biologische en genetische aspecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Uit tal van studies blijkt dat een groot deel van de patiënten met een vitaal depressief toestandsbeeld een disfunctie vertonen in de hypothalamisch-hypofysaire-bijnierschors-as (HPA-as), meer bepaald een stoornis in de negatieve feedback van dit systeem via cortisol. Deze disfunctie is deels eigen aan het depressieve toestandsbeeld, maar blijft bij een aantal patiënten ook bestaan na het verbeteren van hun depressie, wat een belangrijke risicofactor is voor herval. Het eerste deel van deze studie richt zich op het nauwkeurig bestuderen van de HPA-as functie via een gecombineerde dexamethasone-CRH-test bij 75 patiënten met majeure depressies en aangepaste controlepersonen. Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit een moleculairgenetische studie van DNA sequentie variaties in genen die een rol spelen in de in de HPA-as functie (receptoren voor C RH, ACTH, gluco- en mineralocorticoidreceptoren). Eerst zal worden nagegaan of er DNA sequentie variaties in deze genen voorkomen in de bevolking, vervolgens of deze variaties significant meer voorkomen in de hoger vermelde populatie van majeur depressieve patiënten. Er kan dan ook een correlatie gemaakt worden tussen deze variaties en de resultaten van de dexamethasone-CRH test in deze groep. Organisaties: • Psychopathologie en medische psychologie • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Stephan Claes
Inzichten in de evolutie en de stabiliteit van de bewegingscontrole van spierbotsystemen door middel van digitale registratie en verwerking van electromyografische signalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aangevraagde krediet beoogt de aankoop van een TEAC RD 145T digitale DAT recorder en 4 Gould versterkers. Deze toestellen moeten ons toelaten om directe digitale opnames van spieractiviteitspatronen te maken over minimaal 16 kanalen aan 10 kHz gedurende verschillende uren. Daar op deze manier de tijdrovende digitalisatie-stap wordt overgeslaan, zal het ons toelaten om op efficiente wijze een vergelijkende analyze van spieraktiviteitspatronen uit te voeren voor een groot aantal taxa. Op deze manier kan er een eerste stap gezet worden naar het verkrijgen van inzichten en "constraints" op de evolutie van de motor controle in complexe geïntegreerde systemen zoals het voedingsapparaat. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel
Constructie en studie van de EXTL1 knock-out muis. Universiteit Antwerpen Abstract: De EXT /EX TL genfamilie is een familie van potentiële tumor suppressor genen waarvan op dit ogenblik 5 leden geïdentificeerd zijn; twee EXT genen (EX Tl en EXT2) en drie EXT-like genen (EXTLl-3). Recent kon van de EXT genen aangetoond worden dat zij betrokken zijn bij de biosynthese van heparaan sulfaat (HS), het polysaccharide dat posttranslationeel aangehecht wordt aan tal van eiwitten. Waarschijnlijk zijn het glycosyltransferases die instaan voor de ketenverlenging van HS. Ook voor het EXTL2 gen wordt een functie in de HS biosynthese verondersteld, en waarschijnlijk is EXTL2 het kritische glycosyltransferase dat de heparaan sulfaat synthese initieert en het onderscheidt van de chondroitin sulfaat synthese. Het EXTL3 gen blijkt een receptor voor het REG (regenerating gene) protein, een beta-cel regeneratie factor. De functie van EXTLl blijft echter voorlopig nog onopgehelderd. Op dit ogenblik is nog geen associatie met enige ziekte aangetoond voor het EX TL 1 gen, maar gezien de tumor suppressor capaciteit van de EXT genen en het feit dat EXTLl gelokaliseerd is in de chromosomale regio lp36 die tumor suppressor activiteit bevat, maakt het een ernstige kandidaat voor de tumoren geassocieerd met deze regio. Dit project beoogt meer inzicht te verwerven in de functie van het EXTLl gen door de constructie van een EX TL 1 knock-out muis. Hiervoor zal via recombinant DNA technieken een construct gemaakt worden waarin het EX TL 1 leesraam onderbroken wordt. Het gemaakte construct zal uitvoerig getest worden via Southern blot en P CR technieken- Via electroporatie zal het construct in ES cellen geëlectroporeerd worden waarna nagegaan zal worden of zich homologe recombinatie tussen het construct en de EX TL sequentie heeft voorgedaan. Recombinante ES cellen zullen dan geïnjecteerd worden in de blastocyst van het muizenembryo en door verdere kweek van het chimere nageslacht zal getracht worden muizen met inactieve EX TL 1 genen te bekomen. Het fenotype van muizen met heterozygote en homozygote EX TL 1 mutaties zal uitvoerig bestudeerd worden op verschillende vlakken. Daar op dit ogenblik nog geen EX TL 1 mutaties bij de mens werden gevonden is het phenotype niet voorspelbaar, maar gezien de homologie met de EXT genen zal in eerste instantie door middel van roentgenopnamen en histochemie naar de botstructuur gekeken worden en zal de heparaan sulfaat samenstelling bij KG muizen nagegaan worden dmv HPLC analyse. Organisaties: • Centrum medische genetica • Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - overige
Onderzoekers: • Wim Wuyts
Onderzoek naar receptoren en bindingsproteïnen van cytokinines en cyclische nucleotiden gedurende de celcyclus van tabak BY-2 cellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebruik makend van gesynchroniseerde tabak celsuspensieculturen werd er een causaal verband aangetoond tussen een noodzakelijke en transiente cytokinine piek en het mitotisch maximum enerzijds en tussen een noodzakelijke en transiente cyclisch nucleotide piek en de GIS fase van de celcyclus anderzijds. Het voorgelegd onderzoek heeft tot doelom de metabole eiwitten en het partiëel of geheel aan bindingsproteïnen of receptoren te identificeren dat door één beider analyten en/of precursoren op dat welbepaald moment tijdens de celcyclus wordt aangeslagen. Met behulp van affiniteitschromatografie en of 2D-gelelektroforese zullen proteïnen worden opgezuiverd en gescheiden. Door gebruik te maken van optische analyse van de spotpatronen op het 2D-gel kunnen fase specifieke 'kandidaat'-proteïnen worden aangeduid en geïsoleerd voor verdere identificatie. Massaspectrometrische identificatie van deze proteïnen zal enerzijds gebeuren door middel van eiwit 'fingerprinting' en of 'sequencetag' database analyse en anderzijds door de novo eiwit sequentie analyse. Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Erwin J M Witters
Hoge druk vloeistofchromatografische technieken met fluorimetrische detectie voor de evaluatie van antioxidatieve parameters in vivo en structuur-activiteitsonderzoek van antioxidatieve nattuurstoffen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het in vivo antioxidatief potentieel van natuurstoffen op proefdieren wordt geëvalueerd. In een eerste fase worden de proefdieren gestresseerd met CCl4, en wordt, door evaluatie van enkele antioxidatieve en pro-oxidatieve parameters, in het bijzonder door dosage van het vrije malondialdehyde en de verwante hydroxyalkenalen in plasma met behulp van HPLC, het gestresseerd niveau vergeleken met het basaal niveau. Het gebruik van fluorescentie detectie bij gebruik van dierlijk plasma (kleine proefdieren zoals ratten en muizen) verhoogt de gevoeligheid en de selectiviteit van de methode substantieel. Vervolgens zal het in vivo antioxidatief effect van enkele polyfenolen nagegaan worden. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op de bepaling van het antioxidatief effect van flavonoïden en proanthocyanidinen en wordt getracht structuur-activiteitsrelaties voor in vivo inhibitie van lipidenperoxidatie vast te leggen. Organisaties: • Farmacognosie en fytochemie • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Tessa De Bruyne
Synthese van een polymeergebonden absorptiemodel voor een snelle in vitro evaluatie van geneesmiddelenkandidaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Als gevolg van de huidige ontwikkelingen komen er op korte tijd steeds meer nieuwe chemische stoffen en potentiële therapeutische doelwitten bij die getest moeten worden in de zoektocht naar nieuwe geneesmiddelen. De farmacokinetische fase van het geneesmiddelenonderzoek zou in de toekomst wel eens de vertragende stap kunnen worden aangezien er voor deze onderzoeksfase geen goede hoge doorvoersystemen beschikbaar zijn. Daarbij komt dat bestaande methoden erg arbeidsintensief en tijdrovend zijn, hetgeen een hoge kost met zich meebrengt. Dit project heeft als doel een oplossing te bieden voor bovenstaande problemen door de synthese van een absorptiemodel dat een in vitro testsysteem met hoge doorvoerbepaling moet toelaten. Organisaties: • Medicinale chemie • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
Functioneel onderzoek naar de rol van glycoconjugaten in de pathobiologie van schistosomiasis. Universiteit Antwerpen Abstract: Schistosomiasis is een parasitaire infectieziekte met een aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. De pathogenese van deze aandoening berust op een vertraagde overgevoeligheidsreactie tegen parasitaire antigenen. De in de gastheer opgewekte immuniteit tegen de parasiet is voornamelijk gericht tegen specifieke antigene glycoconjugaten van schistosoomeieren en van de volwassen worm. Het doel van deze studie is het identificeren en karakteriseren van functionele en immunogene Schistosoma mansoni glycoconjugaten die betrokken zijn in de granulomogenese, fibrogenese en immuunmodulatie van de ziekte. In eerste instantie willen we de glycobiologische structuur van deze antigenen in de verschillende ontwikkelingsstadia van de parasiet bestuderen om de oligosaccharide epitopen te bepalen die functioneel immunogeen zijn. Vervolgens zullen de belangrijkste geïdentificeerde glycoconjugaten geïsoleerd worden en aangewend om zowel in vitro als in vivo lymfocyten te stimuleren tot de productie van cytokines. Dit moet ons toelaten de rol van pro-granulomogene cytokines en interleukines, die verantwoordelijk worden geacht voor de systemische immunologische 'achtergrond' in de granulomogenese van schistosomiasis, te bestuderen in het specifieke micromilieu van het granuloom m.b.v. o.a. lasermicrodissectie en moleculair biologische technieken. Organisaties: • Anatomopathologie • Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - overige
Onderzoekers: • Werner Jacobs
De ontwikkeling van colloïdale dragersystemen voor oculaire toepassing. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is de bereiding van colloïdale dragersystemen en het onderzoek van de verschillende parameters , die de fysische eigenschappen van de carriers, de stabiliteit van de bereiding en de afgifte van model farmaca beïnvloeden . Voor de formulatie van de carriers zullen biocompatibele en bioafbreekbare stoffen gebruikt worden, zoals polysacchariden, fosfolipiden, proteïnen en polyesters. Naast de klassieke solvent evaporatie en precipitatie methodes, zullen eveneens bereidingswijzen zonder organische solventen maar bij hoge drukken en adequate temperatuur toegepast worden. Verdere omhulling van de colloïdale partikels met bioadhesieve polymeren, om de verblijftijd aan het oogoppervlak te verlengen , zal worden gerealiseerd. De verschillende factoren die de fysische eigenschappen van de dragersystemen kunnen beïnvloeden o.a. de lading en ketenlengte van de polymeren, de concentratieverhouding van de verschillende componenten, het toevoegen van hulpstoffen, de homogenisatiedruk en temperatuur zullen dmv. factorial design onderzocht worden. De karakterisatie van de bereide dragersystemen omvat de bepaling van de gemiddelde deeltjesgrotte en polydispersiteit, de zetapotentiaal, de hoeveelheid ingesloten farmacon. Aangezien oculaire toedieningsvormen steriel moeten zijn , zal eveneens de stabiliteit tijdens autoclaveren nagegaan worden ofwel de validatie van een aseptische bereidingswijze worden uitgevoerd. De stabiliteit van de bereiding tijdens bewaren onder verschillende omstandigheden zal geëvalueerd worden. De in vitro afgifte van model farmaca uit stabiele dragersystemen zal worden bepaald onder standaardvoorwaarden, die het in vivo gebeuren simuleren. De invloed van de samenstelling van traanvocht (normaal en pathologische toestanden) zal worden onderzocht. Organisaties: • Galenische, industriele farmacie, biofarmacie • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Annick Ludwig
Het gebruik van moleculaire technieken bij seksuele selectie-onderzoek bij vogels. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit project zullen moleculaire technieken gebruikt worden om meer inzicht te krijgen in reproduktieve gedragingen en strategieën bij vogels. Concreet zal door gebruik te maken van microsatellieten binnen lopend onderzoek verder aandacht besteed worden aan (1) de exacte bepaling van het reproduktief succes (met inbegrip van buitenechtelijke bevruchtingen); (2) factoren die seks ratio's binnen broedsels beïnvloeden. Organisaties: • Ethologie • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens
Gene flow en effectieve populatiegrootte in niet-evenwichtssituaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het behoud van genetische variatie is een cruciale doelstelling in het lange-termijnbeheer van vrijlevende populaties. Schattingen van effectieve populatiegrootte en gene flow zijn vaak gebaseerd op assumpties over evenwicht tussen mutatie, gene flow en drift, en niet toepasbaar op sterk fluctuerende of afnemende populaties. In dit project worden tijdreeksen van genetische stalen van vogels en zoogdieren gebruikt om methodes uit te testen die genetische parameters berekenen in niet-evenwichtscondities. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Mathematische modellering en economische evaluatie van vaccinatieprogramma's tegen infecties die via de lucht worden overgedragen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hier ingediende project beoogt het volgende te bereiken: (1) een generisch dynamisch simulatiemodel ontwikkelen voor de transmissie van infecties die verspreid worden via de lucht (`airborne' infecties), met name mazelen, bof en rubella; (2) de contactpatronen tussen verschillende leeftijdsgroepen in Vlaanderen bestuderen; (3) de kostenstructuur van het huidige vaccinatieprogramma tegen mazelen, bof en rubella in Vlaanderen bestuderen. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Moleculair genetisch en functioneel onderzoek van genen betrokken bij erfelijke perifere zenuwziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit FWO project beogen we naast het identificeren van genen en mutaties in erfelijke perifere zenuwziekten, ook de biologie van het perifeer zenuwstelsel te ontrafelen. Het identificeren van ziekteverwekkende mutaties in nieuwe genen is essentieel voor de ontwikkeling van DNA diagnostiek ter vervanging van ingrijpende diagnostische methoden. DNA diagnostiek is verder van belang voor erfelijkheidsadvies, prenatale and pre-implantatie diagnostiek. Genotype-fenotype correlaties in patiënten laten toe het biologisch effect van mutaties op het menselijk organisme te bestuderen. Diermodellen kunnen gebruikt worden voor het ontwikkelen van therapeutische benaderingen zoals farmacologische toepassingen (gebruik van zenuw-groeifactoren) en gentherapie in erfelijke en verworven perifere neuropathieën. Organisaties: • Moleculaire genetica • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Eva E.P. Nelis • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Dipeptidylpeptidase IV : een specifieke metabole regulator of een multifunctioneel peptidase ? Universiteit Antwerpen Abstract: Dipeptidylpeptidase IV : een specifieke metabole regulator of een multifunctioneel peptidase ? Organisaties: • Klinische biochemie (farmacie) • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Simon Scharpe
Signaalverwerking en automatische patiënt-aanpassing bij geavanceerde gehoorprothesen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van geavanceerde gehoorprothesen en in het bijzonder cochleaire implantaten is een goede geluidsperceptie en spraakverstaanbaarheid te bieden aan doven en zwaar slechthorenden. Hiertoe wordt het geluid eerst verwerkt d.m.v. een geluidsverwerkingsstrategie. In cochleaire implantaten wordt de zo bekomen informatie nadien overgedragen naar de gehoorzenuw d.m.v. elektrische stimulatie. De kwaliteit van deze overdracht wordt in sterke mate bepaald wordt door het patiëntafhankelijke gedrag van de interface tussen elektrodecontacten en zenuwvezels. Het project beoogt de significante verbetering van de strategieën voor zowel de signaalverwerking als de informatie-overdracht. Daarnaast zal bestudeerd worden hoe een combinatie van subjectieve en objectieve data en modelleringsresultaten gebruikt kan worden om de strategieën op een automatische wijze optimaal aan te passen aan de patiënt. Organisaties: • Medische electronica • Medische elektronica
Onderzoekers: • Stefaan Peeters
De rol van fytohormonen bij de symbiose Sesbania-rostrata Azorhizobium caulinodans. Universiteit Antwerpen Abstract: Over de rol van plantenhormonen bij nodulevorming zijn geen rechtstreekse gegevens beschikbaar. Of de betrokkenheid van plantenhormonen in het nodulatieproces gaat via gewijzigde hormonenbalans of via veranderde gevoeligheid (perceptie) is niet geweten, ook is het niet uitgesloten dat bacteriële productie van plantenhormonen zou bijdragen tot bepaalde aspecten van noduleontwikkeling. Met het onderzoek naar de Azorhizobium caulinodans-Sesbania rostrata symbiose willen we volgende vragen beantwoorden: (i) veroorzaken bacteriën die Nodfactoren produceren een lokale verandering in de auxine-cytokininebalans; (ii) wat is de bijdrage van de bacteriële productie van plantenhormonen bij de nodule-ontwikkeling? Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: De werking van het gehoor en de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen ervan zijn nog zo goed als onbekend. Slechthorendheid heeft in een groot aantal gevallen een genetische oorzaak, maar er is echter op dit moment nog vrij weinig geweten over de genen die verantwoordelijk zijn voor erfelijke doofheid. De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verwerven in de moleculaire mechanismen betrokken bij horen en slechthorendheid, door middel van de identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijk gehoorverlies. De specifieke doelstellingen zijn de volgende: Lokalisatie van een gen voor otosclerose, lokalisatie van de verantwoordelijk genen in de Ecl muis met vestibulaire disfunctie, identificatie van doofheidsgenen, en functionele studie van doofheidsgenen en constructie van muismodellen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Ontwikkeling van een tumorvaccin gebruikmakend van antigeen getransfecteerde dendritische cellen : een ex vivo studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het oog op de ontwikkeling van een kankervaccin, zullen humane dendritische cellen (DC) afkomstig van kankerpatiënten worden gekweekt vanuit perifere bloedmonocyten. Het hoofddoel van dit project bestaat erin om een transfer van tumorantigenen van autologe tumorcellen naar DC te bewerkstelligen d.m.v. transfectie met mRNA coderend voor één bepaald antigeen of met totaal tumor mRNA, of d.m.v. toevoegen van apoptotische/necrotische tumorcellen. Deze met tumorantigenen opgeladen DC zullen vervolgens gebruikt worden voor de generatie van tumorspecifieke autologe cytotoxische T-cellen. Initieel zal worden gewerkt met DC afkomstig van cervixcarcinoma patiënten met het oog op tumorvaccinatie tegen gedefinieerde tumorantigenen (bv. humaan papillomavirus E7 antigeen). In een latere fase zal worden overgegaan tot het laden van DC met ongefractioneerd autoloog tumormateriaal (totaal tumor mRNA, apoptotische cellen), wanneer er geen voorkennis is van tumorspecifieke tumorantigenen. Voor deze strategie zal worden gewerkt met tumormateriaal afkomstig van lymfoompatiënten. Organisaties: • Hematologie en bloedtransfusie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Filip Lardon • Dirk R Van Bockstaele • Jan Vermorken • Zwi Berneman
Preventie van betaceldestructie bij type 1 diabetespatiënten en hun hoogrisico. Universiteit Antwerpen Abstract: a) Door toediening van immuunregulerende stoffen. (gehumaniseerde niet-mitogene monoclonale anti-CD3 antilichamen, ChAgly CD3) de verdere afbraak van residuele betacelmassa significant afremmen in recent-ontdekte type 1 diabetespatienten. b) Door prophylactische subcutane toediening van metabool actieve insuline de klinische manifestatie van diabetes vermijden of uitstellen in verwanten met hoog risiko op diabetes type 1. (risico genetisch en auto-immuun bepaald). Organisaties: • Endocrinologie, stofwisseling en nutritiepathologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Ivo H De Leeuw • Luc Van Gaal
De rol van blootstelling aan allergenen en polluenten tijdens de perinatale periode in het ontstaan van astma, allergische rhinitis en atopisch eczeem bij het kind : een epidemioloigsche studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Inleiding: Vanaf 1997 is er gestart met een onderzoek naar het effect van risicofactoren voor en na de geboorte (perinataal) op het ontstaan van astma en allergieën bij kinderen. Het onderzoek is de PIPO-studie genoemd, dit staat voor Pasgeborenen en de Invloed van Perinatale factoren op Overgevoeligheid. Zwangere vrouwen worden gevraagd om mee te doen en hun kinderen worden opgevolgd tot ze minstens 4 jaar zijn. Er zijn inmiddels 800 deelnemers aan dit onderzoek en er zullen nog nieuwe deelnemers bijkomen tot mei 2001, zodat er in totaal ongeveer 1.200 kinderen aan de studie meedoen. Vraagstellingen van de PIPO-studie: 1. Welke factoren rond de geboorte spelen een rol bij het ontstaan van astma en andere atopische aandoeningen (hooikoorts, eczeem)? 2. Welke factoren bepalen de sterkte van het verband tussen de blootstelling aan de veel voorkomende allergenen (huisstofmijt, katten-epitheel) en het ontstaan van astma en allergie? 3. Hoe ontwikkelt de immunologische reactie op deze allergenen zich in de tijd en wat is de relatie hiervan met klinische symptomen? 4. Zijn er vermijdbare factoren voor het ontstaan van astma en allergie? Doelstelling van het voorliggend project: Uitvoeren van de follow-up van de kinderen van de PIPO-studie op de leeftijd van 4 jaar, aangezien de onderzoekspopulatie reeds grotendeels is gevormd. Werkplan: Tijdens de studie worden twee stofmonsters genomen: op 5 maanden zwangerschap en 3 maanden na de geboorte. De hoeveelheid huisstofmijtallergenen zal in deze stofmonsters bepaald worden. Verder worden er 2 uitgebreide vragenlijsten afgenomen. Verschillende risicofactoren worden hierin bevraagd (o.a. familiale aanleg, rookgedrag, voeding, binnenhuis-factoren). Vooral factoren vóór, rond en na de geboorte (perinataal) worden nagevraagd. De ouders noteren gedurende het eerste jaar, eenmaal per week allergische en ademhalingsklachten. Ook de arts van Kind&Gezin of de eigen arts wordt gevraagd om 4 keer per jaar een medische vragenlijst in te vullen. Op de leeftijd van 1 jaar
krijgen alle kinderen, na toestemming van de ouders, een lichamelijk onderzoek door een onderzoeksarts en wordt er bloed afgenomen voor een evaluatie van de aanwezigheid van allergie. Aangezien astma en allergie vooral ook pas op latere leeftijd ontstaan, is een verdere follow-up van de kinderen zeer belangrijk. Deze follow-up zal met behulp van dit project worden uitgevoerd. Van alle kinderen worden gedurende het hele onderzoek ieder half jaar gegevens verzameld over veranderingen in de omgevingsfactoren en het optreden van astma en atopische aandoeningen. Dit gebeurt aan de hand van via de post verzonden vragenlijsten, die de ouders invullen en terugsturen. Vervolgens vindt op de leeftijd van 4 jaar een uitgebreid onderzoek plaats. Dit zal onder andere gebeuren via een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en een bloedafname voor de bepaling van totaal en specifieke allergische kenmerken in het bloed. Resultaten worden bekend gemaakt in een rapport en aan internationale vaktijdschriften aangeboden. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Hugo Van Bever • Paul A C V Vermeire • Willem Stevens • Joost Weyler
De rol van bèta-amyloïd peptide en zijn precursor in atherosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de rol van ß-amyloïd peptide (Aß) en zijn precursor (APP) in atherosclerose worden onderzocht. APP werd tot nu toe nagenoeg uitsluitend bestudeerd in hersenweefsel bij de ziekte van Alzheimer. Een mogelijke bron voor APP in atherosclerotische plaques zijn bloedplaatjes. Volgende items zullen worden onderzocht : 1) de lokalisatie en distributie van APP en Aß in humane atherosclerotische plaques en in een model van atherosclerose; 2) de associatie met het induceerbare stikstofmonoxide synthase (iNOS); 3) de invloed van cholesterol en lipiden op de depositie van ?-amyloïd in modellen van APP overexpressie; 4) de interactie tussen APP processing en iNOS expressie; 5) het effect van Aß op de endotheelcelfunctie van bloedvaten. Deze gegevens zouden kunnen leiden tot een beter begrip van de rol van processing van APP, afkomstig van bloedplaatjes, in de destabilisatie en ruptuur van een atherosclerotische plaque en op de endotheelcelfunctie van bloedvaten. Organisaties: • Fysio-farmacologie • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Mark M E Kockx • Guido De Meyer • Arnold Herman • Hidde Bult