www.researchportal.be - 28 Jun 2016 08:16:19
Onderzoeksprojecten (7250 - 7300 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
Een analyse van zin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De zinvraag wordt op filosofisch vlak vrijwel genegeerd. Toch is er wel degelijk fundamenteel onderzoek mogelijk, met zowel theoretische als niet-substantiële maatschappelijke relevantie. Een van de elementen van zin is dat het verlangen naar een zinvol leven een objectief gegeven is, maar het antwoord erop alleen relevant is als het aanspreekt, zonder dat dit de laatste inhoudt dat zin daardoor een subjectief gegeven zou zijn. Zingeving lijkt hier met het verstaan van betekenis verbonden, terwijl de betekenissen zelf een publiek karakter vertonen, en dus de subjectieve betrokkenheid daar weer afhankelijk van is. De samenhang tussen zin en betekenis kan ook nog vanuit een andere hoek worden benaderd, waarbij betekenis dan ruimer wordt opgevat. Wat is een bepaalde context als zinvol kan worden ervaren, verliest zijn zin (zijn betekenis) in een andere. We kunnen dit het principe van de recontextualisering noemen, waarbij deze mogelijkheid tot hersitueren oneindig lijkt. Wil het verlangen naar zin niet omslaan in zinverlies, dient het zich echter noodzakelijk te verzoenen met eindigheid.De vraag is dan hoe het proces van verzoening functioneert. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Nicole NOTE
Leverfibrose als doelwit voor niet-virale gentherapie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Littekenvorming door de overmatige productie van extracellulaire matrix, is het gemeenschappelijk kenmerk van fibrotische aandoeningen. Leverbeschadiging induceert de transdifferentiatie van leverstellaatcellen naar myofibroblastachtige cellen die beschouwd worden als de primaire bron van deze extracellulaire matrixeiwitten. Histondeacetylases (HDACs) spelen een belangrijke rol tijdens deze transitie en het ophelderen van hun functie kan dan ook leiden tot een beter inzicht in de pathologie. Overexpressie en neerregulatie van specifieke HDACs laat toe hun functie tijdens stellaatcelactivatie te karakteriseren. Bij deze aanpak moet er siRNA of pDNA in de stellaatcellen geïntroduceerd worden. Het doel van dit mandaat is het construeren en evalueren van niet-virale dragers, die zowel in vitro als in vivo stellaatcellen efficiënt kunnen transfecteren. Deze dragers zullen initieel worden ingeschakeld in het onderzoek naar de rol van HDAC-repressorcomplexen tijdens stellaatcelactivatie, maar kunnen ook ingezet worden voor ander onderzoek in het gastlaboratorium. De nucleïnezuren zullen gecomplexeerd worden met kationische liposomen tot lipoplexen. Stellaatcelspecificiteit verhogende modificaties die we gaan doorvoeren zijn de koppeling van lipoplexen met moleculen die opgenomen worden door stellaatcellen (Vitamine A), koppeling van de lipoplexen aan ultrasound gevoelige gasbellen (microbubbles) en het gebruik van stellaatcelspecifieke promotoren. Alle lipoplexen zullen getest worden op hun gentransfer efficiëntie en specificiteit in vitro en in vivo. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • Leonardus VAN GRUNSVEN • Liesbeth PEETERS
Identificatie en karakterisatie van tumor-initiërende cel in multipel myeloom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hypothese van het kankerstamcel model is dat een kleine subpopulatie van de tumorcellen, de kankerstamcel, in staat is om nieuwe tumoren te vormen. Belangrijke eigenschappen van deze tumor-initiërende cel is dat deze zich kan vernieuwen en alle heterogene celtypes van de tumor kan vormen. Deze populatie zou resident zijn tegen huidige therapiën resulterend in herval van de patiënt. Verscheidene onderzoeker hebben de kankerstamcel hypothese onderzocht in de hematologische kanker, multipel myeloom (MM). deze kanker, gekarakteriseerd door groei van kwaadaardige cellen in het beenmerg, is opgebouwd uit een mix van minder gedifferentieerde B-cellen (CD138neg) tot plasmablast/plasmacellen (CD138pos). Het project bestaat uit de identificatie en karakterisatie van de MM stamcel in het syngeen en immuuncompetent 5TMM muismodel. Voor de identificatie van de tumorigene cel zal de clonogene en tumor-initiërende capaciteit van verschillende MM fracties worden onderzocht, maar zal er ook worden gekeken naar de overblijvende tumorcelpopulatie na behandeling van zieke muizen met chemotherapie. Vervolgens zullen de karakteristieken van de MM stamcel worden geanalyseerd gaande van homing capaciteiten, lokalisatie in het beenmerg, profileratie, celcyclus, zelfvernieuwing en resistentie tot een meer uitgebreid onderzoek van genexpressie met microarrays en kinoom analyse met pepchips met als doel een gerichte therapie te ontwikkelen tegen deze kankerstamcel. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • ELS VAN VALCKENBORGH
Tijdelijke leerstoel-op-naam : Merck Serono Chair Neurophysiology of Fatigue, form Exercise Performance to Therapeutical Aplications. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neurofysiologisch studie rond Vermoeidheid, oefenprestaties formuleren voor therapeutische toepassingen Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
Co-financiering Odysseus Vrije Universiteit Brussel Abstract: Co-financiering Odysseus Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jeroen RAES
Interactie tussen angiotensine IV, IRAP en macrofagen: implicaties in atherosclerose.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Atherosclerose of aderverkalking maakt deel uit van de verzameling van hart- en vaatziektes, de voornaamste doodsoorzaak wereldwijd. Elk jaar sterven niet minder dan 17,5 miljoen mensen (waarvan 2 miljoen in de EU) aan de gevolgen van hart- en vaataandoeningen. Monocyten/macrofagen zijn betrokken in alle stadia van deze pathologie, van de initiatie (rekrutering) over de progressie (accumulatie en differentiatie tot schuimcellen) tot het losbreken van een trombus. Recent werd een vasoprotectieve werking van angiotensine IV (Ang IV) in diermodellen voor atherosclerose aangetoond. Ang IV is een bio-actief peptide-fragment van het cardiovasculaire hormoon angiotensine II. Het vertoont een aantal interessante biologische effecten (waaronder leer- en geheugenbevordering) door interactie met de AT4-receptor. Deze receptor werd geïdentificeerd als het insuline-gereguleerde aminopeptidase (IRAP, EC 3.4.11.3); i.e. een membraangebonden zink-afhankelijk aminopeptidase. Naast de cerebrale effecten van Ang IV, wordt bovendien een perifere rol voor Ang IV/IRAP in inflammatie gesuggereerd. Een potentieel pro-inflammatoire activiteit van Ang IV is zeer interessant in het licht van onze bevindingen, die de aanwezigheid van AT4-bindingsplaatsen aantonen in zowel muis-macrofaagcellijnen als in ex vivo primaire macrofagen (niet-gepubliceerde gegevens bekomen in het onthaallaboratorium). Vertrekkende van de waarnemingen dat macrofagen een sleutelrol vervullen in atherosclerose, Ang IV een rol kan spelen tijdens atherosclerose, en Ang IV-bindingsplaatsen aanwezig zijn op macrofagen, wensen we de driehoeksrelatie Ang IV-macrofagen-atherosclerose verder uit te diepen. De strategie van dit project is daarom opgesteld rond drie zwaartepunten: (i) de karakterisering en regulatie van IRAP in macrofagen, (ii) de functionele consequenties van de interactie tussen Ang IV/Ang IV-analogen en IRAP in macrofagen en (iii) de toepassing van IRAP-modulatie met Ang IVanalogen voor de ontwikkeling van een innovatieve behandeling voor atherosclerose Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK VANDERHEYDEN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité Bordeaux 3_Berzin Marion Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Berzin Marion Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBKatholieke Universiteit Leuven_Maarten Moens Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Maarten Moens Organisaties: • Kritische Zorgen
Onderzoekers: • Jan POELAERT
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUGent_Gorissen Lara Vrije Universiteit Brussel Abstract: De interesse van consumenten in gezondere voedingsproducten, zoals vetarme producten, is enorm toegenomen gedurende de afgelopen jaren, omwille van het algemeen besef dat een te hoge inname van vetten bijdraagt tot chronische aandoeningen, zoals obesitas, arteriosclerose en hart- en vaatziekten. Het is echter belangrijk in te zien dat niet alle vetten dezelfde effecten veroorzaken. Veel aandacht in het vetgerelateerd onderzoek wordt besteed aan geconjugeerde vetzuren, zoals geconjugeerde linolzuur (CLA) en geconjugeerde linoleenzuur (CLNA), omwille van hun mogelijke isomeerspecifieke effecten op de gezondheid. Verschillende CLA- en CLNA-isomeren komen van nature voor in weefsels en producten van herkauwers als gevolg van het specifiek vetmetabolisme van de micro-organismen in de pens. Tijdens de biohydrogenatie in de pens worden linolzuur (LA) en ?-linoleenzuur (LNA) in de pens omgezet tot respectievelijk c9t11-CLA en c9t11c15-CLNA door het linoleaatisomerase (linoleate isomerase, LAI) van bacteriën. Het c9t11-CLA-isomeer kan ook gevormd worden door de introductie van een dubbele binding in t11-C18:1, een intermediair van de biohydrogenatie, door het ?9-desaturase dat aanwezig is in verschillende dierlijke weefsels, zoals het uierweefsel. De concentraties van CLA en CLNA blijven evenwel te laag in voedselproducten afkomstig van herkauwers om hun biologische functie te kunnen uitoefenen. Het verhogen van de CLA- en CLNA-concentraties in voedingsmiddelen kan mogelijk bereikt worden door het gebruik van voedseleigen bacteriën die LAI- of desaturase-activiteit vertonen tijdens levensmiddelenproductie. De specifieke doelstellingen van het huidige proefschrift waren: [1] om mogelijke LAI- en ?9-desaturase-activiteiten in bifidobacteriën en melkzuurbacteriën aan te tonen, [2] om een gedetailleerde identificatie van de geproduceerde CLA- en CLNA-isomeren te bieden, [3] om de kinetiek van CLA- en CLNA-vorming door deze bacteriën te bestuderen, [4] om een moleculaire karakterisering van de bacteriële isomerase- en desaturasegenen te geven, en [5] om de CLA- en CLNA-productie door bifidobacteriën en melkzuurbacteriën in gefermenteerde voedingsmiddelen, zoals gefermenteerde melk en vlees, in te schatten. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de microbiële aspecten van CLA- en CLNA-productie. Het omvat de productie, de gezondheidsaspecten en de aanwezigheid van CLA- en CLNA-isomeren in levensmiddelen. Het vermogen van verschillende bacteriën om LA en LNA om te zetten naar verschillende CLA- en CLNA-isomeren, zowel in groeimedium als in zuivelproducten, werd behandeld. De mogelijkheid van verschillende Bifidobacterium-stammen tot het produceren van CLA- en CLNA-isomeren uit vrij LA en LNA werd onderzocht (Hoofdstuk 2). De stammen werden opgegroeid in de Man-Rogosa-Sharpe (MRS) medium, waaraan LA of LNA (0,50 mg ml-1) werd toegevoegd na 7 h groei. De culturen werden vervolgens geïncubeerd bij 37°C gedurende 72 h. Van de 36 geteste bifidobacteriën waren slechts vier Bifidobacterium breve-stammen, een Bifidobacterium bifidum-stam en een Bifidobacterium pseudolongum subsp. pseudolongum-stam in staat om twee verschillende CLA-isomeren en twee verschillende CLNA-isomeren te produceren. Omzettingspercentages tussen de verschillende stammen varieerden van 19,5% tot 53,5% voor CLA-productie en van 55,6% tot 78,4% voor de productie van CLNA-isomeren. De geproduceerde CLAisomeren werden verder geïdentificeerd met Ag+-HPLC als c9t11-CLA en t9t11-CLA. De CLNA-isomeren werden geïdentificeerd door middel van GC-MS als c9t11c15-CLNA en t9t11c15-CLNA. De kinetiek van de productie van CLA-isomeren (c9t11-CLA en t9t11-CLA) en CLNA-isomeren (c9t11c15-CLNA en t9t11c15-CLNA), uit respectievelijk LA en LNA, door bifidobacteriën (B. bifidum LMG 10645, B. breve LMG 11040, B. breve LMG 11084, B. breve LMG 11613, B. breve LMG 13194 en B. pseudolongum subsp. pseudolongum LMG 11595) werd beoordeeld in laboratoriumfermentaties in MRS-medium waaraan 0,50 mg ml-1 LA of LNA was toegevoegd (Hoofdstuk 2B). Omzetting van LA en LNA naar respectievelijk CLA- en CLNA-isomeren, begon onmiddellijk na toevoeging van de precursor vetzuren. De isomeren die eerst werden gevormd waren c9t11-CLA en c9t11c15-CLNA in respectievelijke hoeveelheden tot 0,16 mg ml-1 en 0,34 mg ml-1. Ze werden gevormd tijdens de actieve groeifase van de bifidobacteriën en hun productie stopte
wanneer de cellen aan de stationaire groeifase begonnen. Een tweede reeks isomeren, namelijk t9t11-CLA en t9t11c15-CLNA, verschenen na de productie van de c9t11-isomeren en werden in kleinere hoeveelheden gevonden (respectievelijke hoeveelheden tot 0,09 mg ml-1 en 0,05 mg ml-1). In de stationaire groeifase werd een lichte daling in c9t11-isomeren en een toename van t9t11-isomeren waargenomen, wat de vorming van deze t9t11-isomeren uit de c9t11-isomeren suggereerde. Modellering van de groei- en metabolietdata toonde verschillen in productiekinetiek aan tussen de verschillende Bifidobacterium-stammen. Sommige stammen vertoonden een hoge specifieke omzetting van LA of LNA ondanks hun slechte groei, terwijl andere stammen goed groeiden maar een lagere omzetting vertoonden. Net als voor de bifidobacteriën werd een screening van 48 verschillende melkzuurbacteriën uitgevoerd om hun vermogen tot omzetting van LA en LNA naar verschillende CLA- en CLNA-isomeren aan te tonen (Hoofdstuk 3A). Een Lactobacillus curvatus-, vijf Lactobacillus plantarum- en vier Lactobacillus sakei-stammen vertoonden LAI-activiteit. Grote verschillen in CLNA-omzettingspercentages (van 0,9% tot 60,1%) werden waargenomen tussen de stammen. De omzetting van LA naar CLA was veel lager (van 1,6% tot 4,6%) en werd slechts waargenomen bij drie stammen. De sequenties van de potentiële LAI-genen van de CLA- en CLNA-producerende melkzuurbacteriestammen werden geamplificeerd met PCR en gesequeneerd. De bekomen sequenties waren voor 75% tot 99% identiek met een gekende sequentie van een LAI-gen van een Lb. plantarum-stam. Vervolgens werd de invloed van pH en temperatuur op CLA- en CLNA-productie door Lb. sakei LMG 13558 beoordeeld in laboratoriumfermentaties in MRS-medium gesupplementeerd met 0,50 mg ml-1 LA of LNA (Hoofdstuk 3B). De CLA-isomeren gevormd uit LA waren c9t11-en t9t11-CLA. LNA werd omgezet tot c9t11c15- en t9t11c15-CLNA. De optimale condities voor CLA- en CLNA-productie uit respectievelijk LA en LNA door Lb. sakei LMG 13558 werden bekomen bij 30°C en pH 6,2. Fermentaties uitgevoerd bij een lagere pH (5,5) bij 30°C en een hogere temperatuur (37°C) bij pH 6,2 zorgden dat geen conversie van LA naar CLA-isomeren plaats vond en slechts een beperkte conversie van LNA naar CLNA-isomeren werd waargenomen. Fermentaties uitgevoerd bij lagere temperaturen (20 en 25°C) bij pH 6,2 hadden een licht verminderde LAI-activiteit van Lb. sakei LMG 13558 als gevolg. In een volgende stap werden bifidobacteriën en melkzuurbacteriën met LAI-activiteit gebruikt als functionele starterculturen, met als doel de productie van CLA- en CLNA-isomeren in gefermenteerde levensmiddelen te verhogen (Hoofdstuk 4). Melkfermentaties werden uitgevoerd na toevoeging van CLA- en CLNA-producerende bifidobacteriestammen, terwijl voor de vleesfermentaties een CLA- en CLNA-producerende Lb. sakeistam (LMG 13558) werd gebruikt. Beide soorten levensmiddelen werden bereid zonder toevoeging van externe bronnen van LA of LNA. Helaas werd geen toename in CLA- en CLNA-hoeveelheden gevonden in de gefermenteerde eindproducten. De concentraties van LA en LNA in zowel melk als vlees waren gelijkaardig aan of hoger dan de concentraties van deze vetzuren die gebruikt werden tijdens de screening van bifidobacteriën en melkzuurbacteriën in MRS-medium gesupplementeerd met vrij LA en LNA. In melk was echter niet genoeg LA en LNA aanwezig in de vrije vorm. In de vleesfermentaties waren de temperatuur en pH waarschijnlijk de beperkende factor voor omzetting van LA en LNA naar de respectievelijke CLA- en CLNA-isomeren. Hoofdstuk 5 geeft de resultaten weer van de screening voor ?9-desaturase-activiteit in bifidobacteriën en melkzuurbacteriën. In eerste instantie werd de aanwezigheid van ?9-desaturase-activiteit onderzocht door middel van een genotypische screening. Primers werden ontwikkeld gebaseerd op geconserveerde regio's in de eiwitsequenties van ?9-desaturase-enzymen. Door de hoge graad van degeneratie van de primers bleef de beoogde PCR zonder succes. Ten tweede werden geen gelijkaardige ?9-desaturasesequenties gevonden in de beschikbare genoomsequenties van melkzuurbacteriën en bifidobacteriën. Ten derde werd C18:0 aan het groeimedium toegevoegd voor een fenotypische screening. Na 72 h incubatie werd geen transformatie van C18:0 tot c9-C18:1 waargenomen met behulp van gaschromatografie. Uit deze resultaten kon geconcludeerd worden dat noch de bifidobacterie- noch melkzuurbacteriestammen ?9-desaturase-activiteit bezaten. Tot slot werd in een algemene discussie gezocht naar een verband tussen de bekomen resultaten. Hieruit bleek dat bifidobacteriën efficiënter waren dan melkzuurbacteriën in het omzetten van LA en LNA naar respectievelijk CLA- en CLNA-isomeren. De selectie van een geschikte Bifidobacterium-stam, in combinatie met aangepaste procescondities voor groei en bijhorend vetzuurmetabolisme, kan leiden tot de productie van een gewenste isomeer. Het gebruik van bifidobacterie- en melkzuurbacteriestammen als functionele starterculturen in de productie van gefermenteerde levensmiddelen met verhoogde concentraties aan CLA en CLNA kent echter vele beperkingen. Aandacht moet besteed worden aan de concentraties van vrij beschikbaar LA en LNA in deze levensmiddelen, alsook aan de intrinsieke en omgevingsfactoren van hun fermentatieproces. Verdere studies blijven noodzakelijk om de relevantie van de productie van CLA en CLNA door micro-organismen in levensmiddelen te onderzoeken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Centrum voor bacteriële en mycotische infectieziekten met zoönotisch of veterinair belang (BAMY) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van deze alliantieonderzoeksgroep is het uitvoeren van diepgaand onderzoek omtrent kiemgastheer interacties voor zoönotisch en veterinair belangrijke bacteriën en fungi. In dit verband kan de jarenlange ervaring van de VUB partner op moleculair vlak (zowel op DNA- als op eiwitniveau) gecombineerd worden met de ruime ervaring van de UGent partner op het vlak van interacties van pathogenen met hun gastheer. Hierbij beschikt de UGent partner over zowel in vitro als in vivo modellen. Hoewel beide onderzoeksgroepen op sommige vlakken al duidelijk een goede samenwerking kennen, is het de bedoeling deze samenwerking de komende jaren verder uit te diepen. Diepgravend fundamenteel onderzoek naar het belang en de werking van bacteriële of mycotische virulentiefactoren enerzijds, het ontrafelen van de pathogeengastheer interacties anderzijds en validatie van deze resultaten aan de hand van relevante in vivo modellen zullen de belangrijkste peilers vormen van de alliantieonderzoeksgroep. Daarnaast zullen mogelijke toepassingen van de moleculaire biologie voor de bestrijding van dierziekten, zoals het inzetten van bacteriofagen of faagendolysines als alternatieven voor antibiotica niet uit het oog worden verloren Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Translational Imaging Research Alliance - TIRA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van samenwerking VUB-UGent is het vertalen van onderzoeksresultaten uit fundamenteel onderzoek naar nieuwe klinische toepassingen. Er zijn drie topics waarbij er wordt samengewerkt: 1. Apparatuur voor beeldvorming 2. Beeldreconstructie en analyse 3. Moleculaire probes Organisaties:
• Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
Versnellen van duurzame energie door middel van valorisatie van Biognic Organic Raw Material Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Filip Tack • Erik Meers
Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Universiteit Antwerpen Abstract: Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Ontwikkeling van langwerkende injecteerbare formulaties voor slecht oplosbare anti-HIV geneesmiddelen KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsonderzoek had als doel een nieuw formulatieconcept te onderzoeken voor langwerkende intramusculair injecteerbare formulaties van een slecht oplosbare anti-HIV protease inhibitor. De ideale formulatie zou derhalve de oplosbaarheid van het geneesmiddel significant moeten verhogen alsook een gecontroleerde vrijgave moeten verzekeren over een langere tijd (weken). Om dit te verwezenlijken werd een nieuw concept voorgesteld voor gecontroleerde vrijgave via intramusculaire injectie dat gebaseerd was op gesproeidroogde microsferen. Deze microsferen bestonden uitde combinatie van een wateronoplosbaar polymeer (poly(lactic-co-glycolic acid) (PLGA)) met een wateroplosbaar polymeer (polyvinylpyrrolidone (PVP)). Deze combinatie van materialen had als doel zowel een verbeterde oplosbaarheid te verzekeren door een moleculaire verdeling van het geneesmiddel (in PVP) als een lange termijn vrijstelling van het geneesmiddel te vrijwaren (door PLGA). Als modelgeneesmiddel werd een HIV prote Organisaties: • Farmacotechnologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Guy Van den Mooter • Joke Meeus
In vivo visualisatie van PDE10A met behulp van positronemissie tomografie KU Leuven Abstract: NL-BE">Fosfodiesterase subtype 10A (PDE10A) is een enzym dat verantwoordelijk is voor de afbraak van twee belangrijke signaal moleculen (cGMP en cAMP). PDE10A komt alleen voor in een bepaalde regio in de hersenen (het striatum) die een rol speelt in verschillende bewegingsstoornissen zoals de ziekte vanParkinson en de ziekte van Huntington. Wij ontwikkelden een radioactieve speurstof (radiotracer) die specifiek aan PDE10A bindt. Door deze radiotracer te injecteren in dieren of mensen, kan de hoeveelheid PDE10A gekwantificeerd worden met behulp van positron emissie tomografie, een medischebeeldvormingstechnologie. Met behulp van deze techniek hebben we onderzocht hoe de expressie van PDE10A in de hersenen verandert in een proefdiermodel voor de ziekte van Huntington. Verder werd nagegaan hoe toediening vanamfetamine de hoeveelheid PDE10A in de hersenen beïnvloedt. Tot slot werd er onderzocht of het substraat van PDE10A, cAMP, een invloed had op de binding van deradiotracer aan PDE10 Organisaties: • Radiofarmacie
Onderzoekers: • Guy Bormans • Alfons Verbruggen • Koenraad Van Laere • Maarten Ooms
VIB-Serum progranuline is een nieuwe diagnostische test voor neurodegeneratie: gepersonaliseerde gezondheidszorg. Universiteit Antwerpen Abstract: In 2006 ontdekten we een nieuwe oorzaak voor frontaalkwabdementie. Mutaties in het gen progranuline bleken bij 1 op 10 patiënten de ziekte te verklaren, en ook een rol te spelen bij andere neurodegeneratieve hersenziekten. Deze oorzaak van neurodegeneratie verschilt in belangrijke mate van de andere gekende oorzaken van dementie, zoals de neerslag van het amyloïde eiwit in de hersenen. Maar op basis van de klachten en symptomen van de patiënten is geen onderscheid te maken. Toch is het belangrijk om de onderliggende oorzaak aan te kunnen tonen, met name vanaf het moment dat er een medicijn of behandeling beschikbaar is die deze specifieke oorzaak kan aanpakken. Daarom ontwikkelden we een ELISA die deze vorm van neurodegeneratie op eenvoudige wijze kan opsporen, door de hoeveelheid progranuline in het bloed te meten. Mensen met een nulmutatie in progranuline die dementie veroorzaakt hebben de helft minder progranuline dan anderen, en met deze test kunnen we dit met 100% betrouwbaarheid in het bloed aantonen. Het blijkt bovendien al aantoonbaar voor de eerste klachten zich openbaren, dus de ELISA is ook in staat te voorspellen wat de kans is op het krijgen van dementie door een tekort aan progranuline. In 2009 ontvingen we de Santkin Prijs van de Nationale Alzheimer Liga voor dit werk. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Kristel Sleegers
Productie en kwaliteitsbeheersing van natrium gereduceerde kaas Hogeschool Gent Abstract: Consumptiedata geven aan dat de natriuminname van heel wat consumenten hoger blijkt te liggen dan de nutritionele aanbevelingen. Een te hoge natriuminname wordt in verband gebracht met een aantal gezondheidsrisico’s zoals hypertensie en hart- en vaatziekten. Een verlaagde natriuminname kan bekomen worden door consumptie van levensmiddelen met een verlaagd zoutgehalte en bijgevolg verlaagd natriumgehalte. Dit stelt de productontwikkelaars in de levensmiddelenindustrie voor een grote uitdaging: zout vervult immers uiteenlopende functies in levensmiddelen
gaande van smaakbevordering over het bekomen van een microbiologisch stabiel product tot de technologische functionaliteiten van zout. Dit project concentreert zich op natriumreductie in de matrix kaas. Zoutverlaging in kaas is niet alleen een kwestie van de hoeveelheid zout te reduceren. Het vraagt eerst en vooral een aanpassing van het productieproces maar heeft daarnaast ook belangrijke consequenties op de organoleptische eigenschappen van de kaas, met name op het smaak- en het aromaprofiel alsook op de textuur van de kaas. Gezien de rol van zout in de conservering van kaas is er bijkomend ook een mogelijk effect van natriumreductie op de houdbaarheid van kaas. Dit project wil een bijdrage leveren aan het tekort aan wetenschappelijke en technologische informatie omtrent natriumreductie in kaas. Hierbij ligt de nadruk op de mogelijkheid om met behulp van specifiek geselecteerde melkzuurbacteriën tegemoet te komen aan de smaakdefecten en de eventuele microbiologische instabiliteit van natrium gereduceerde kazen. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op harde kazen: een Gouda type kaas wordt als modelkaas in de experimenten gebruikt. Met behulp van de resultaten bekomen op harde kaas, kan in de laatste fase van het project in individuele case-studies onderzocht worden of de resultaten overdraagbaar zijn naar andere kaastypes (half-harde kazen, rauwmelkse kazen,…). Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Levensmiddelen- en Agrotechnologie • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie
Onderzoekers: • Lieve Vermeiren • Tony Ruyssen • Marianne De Meerleer • Delina Van Laere
Fysiologische rol van het ATP13A2 genproduct. Een mogelijke Mn2+ transporter. KU Leuven Abstract: Het ATP13A2 genproduct is een P-type transport ATPase dat behoort tot de P5 subfamilie die enkel in eukaryoten aangetroffen wordt1. Omtrent de eigenschappen en functies van de ATPasen die behoren tot de P5 subfamilie is zeer weinig gekend. We zullen in dit onderzoek ons vooral richten op ATP13A2 en waar nodig ook de andere leden ATP13 A1, ATP13A3-5 bekijken. Er zijn recente maar indirecte aanduidingen dat ATP13A2 fungeert als een Mn2+ transporter met een mogelijk lysosomale targeting. Mutatiesin het gen leiden tot een erfelijke vorm van juveniel parkinsonisme metpyramidale degeneratie en dementie (Kufor-Rakeb syndrome)2. Volgens recent gepubliceerde aanduidingen zouden en ATP13A2 deel uitmaken van een sterk geconserveerd interactie netwerk verbonden met mangaan toxiciteit3.De basiskennis en technieken omtrent Ca2+ en Mn2+ transporters die in het Laboratorium voor Ca2+ ATPasen aanwezig zijn zullen toegepast worden in het ontrafelen van de functie en fysio/pathologische rol van ATP13A2.S Organisaties: • Labo voor Cellulaire Transportsystemen
Onderzoekers: • Frank Wuytack • Jan Eggermont • Peter Vangheluwe • Tine Holemans
De rol van de officina apotheker bij medicatie begeleiding voor patiënten met depressie KU Leuven Abstract: De rol van de officina-apotheker is in de afgelopen 20 jaar grondig veranderd. Waar vroeger vooral de nadruk lag op het bereiden en afleveren van geneesmiddelen, is de focus nu meer verschoven naar het begeleiden van de patiënt bij het gebruik van geneesmiddelen, vanuit een inter-professionele aanpak.In de zorg voor patiënten met een psychische aandoening is de rol van de apotheker echter nog volop in ontwikkeling. Ondanks het feit dat apothekers behoren tot de meest toegankelijke en frequent geraadpleegde zorgverleners binnen de eerste lijn, zijn specifieke studies over hun houding en huidige praktijk in de zorg voor patiënten met een depressie schaars.Het algemene doel van dit doctoraatsprojectwas om de rol van de apotheker in de medicatiebegeleiding van patiëntenmet een depressie te onderzoeken. Tevens werd de invloed van een verbeteringsprogramma onderzocht op apotheker- en patiëntenuitkomsten. Een uitgebreide analyse van de attitude van Vlaamse apothekers tegenoverhun rol in de zo Organisaties: • Klinische Farmacologie & Farmacotherapie
Onderzoekers: • Veerle Foulon • Gerard Laekeman • Tim Smits • Sophie Liekens
Thymydilaat synthase X als een doelwit voor nieuwe antibiotica KU Leuven Abstract: De uiteindelijke doelstelling van het project is het ontwikkelen van inhibitoren voor thymidylaat synthase (TS) als antibiotica. Mycobacterium Tuberculosis (MT) werd geselecteerd als een modelsysteemdat verantwoordelijk is voor een wereldwijd gezondheidsprobleem. MT is 1 van de zeldzame voorbeelden van pathogene bacterien met een genoom datcodeert voor beide types TS (ThyX+ThyA). Afwezigheid van verwante enzymen in zoogdieren is een pluspunt voor de ontwikkeling van antibiotica die specifiek inwerken op ThyX, dat het enige TS is bij een groot aantal pathogene bacterien (bv. Mycobacterium Leprae en Helicobacter Pyloris). Een ideale inhibitor moet zowel MT-ThyX als MT-ThA inhiberen zonder dat de werking van ThyA wordt beinvloed. Organisaties: • Medicinale Chemie
Onderzoekers: • Eveline Lescrinier • Anastasia Parchina
Surveillance van hepatitis B en C. Universiteit Antwerpen Abstract: Surveillance van hepatitis B en C. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Opmaak van een vegetatiekaart voor het projectgebied Ruggeveld - Boterlaar - Silsburg. Universiteit Antwerpen Abstract: De stad Antwerpen heeft voor het gebied Ruggeveld¿Boterlaar-Silsburg (Oosten van Deurne) de ambitie om een landschappelijk park te ontwikkelen. Dit park is een onderdeel van de groene vinger van de Schijnvallei die vanaf Wommelgem-Wijnegem stedelijk Antwerpen binnendringt. Omdat natuurontwikkeling hierbij een belangrijk onderdeel vormt en er belangrijke natuurwaarden aanwezig zijn in het gebied, werd een opdracht tot de opmaak van een vegetatie- en landschapskaart uitgeschreven. Het belangrijkste doel hiervan is om de aanwezige vegetatie en landschapselementen in kaart te brengen en een reeks randvoorwaarden ervan te beschrijven. De conclusies van deze inventarisatie moeten direct bruikbaar zijn bij het opstellen van de verdere ontwikkelingsplannen voor het gebied. De onderzoeksgroep Ecosysteembeheer voert hiervoor een uitgebreide veldkartering uit en gebruikt die samen met haar ruime gebiedskennis om alle aanwezige waarden en potenties te lokaliseren. Voor alle ecotopen worden aandachtspunten beschreven om een optimaal samengaan tussen de ecologische waarden en de vastgestelde ontwikkelingsscenario's mogelijk te maken. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Bram Van Ballaer • Rudy van Diggelen
Future Footwear Hogeschool Gent Abstract: ‘Future Footwear’ is a six-year PhD project in the arts financially supported by the Research Fund of University College Ghent. The set-up of the research is interdisciplinary with input from physical medicine and biomechanics, ecological anthropology and design sciences. Two cases on ethnic footwear, one in South India on Kolhapur footwear, one in Northern Europe on Sami boots, and one case on contemporary shoe design deliver the necessary data to develop a toolbox for the efficient creation of footwear. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving
Onderzoekers: • Catherine Willems • Dirk van Gogh
Study of microbiological applications for real-time PCR Hogeschool Gent Abstract: De laatste jaren doen moleculair biologische technieken en real-time PCR in het bijzonder, hun intrede in het onderzoek naar de diagnostiek van pathogene micro-organismen. In het Laboratorium voor Bacteriologie Research (LBR) van de Vakgroep Klinische Microbiologie, Immunologie en Microbiologie (Faculteit Geneeskunde, UGent) werden voor onderzoeksdoeleinden unieke protocollen op punt gesteld met real-time PCR voor de identificatie van verschillende bacteriële soorten. Toestellen die hiervoor gebruikt werden zijn de LightCycler (Roche) en de ABI7000 (Applied Biosystems). Dit onderzoeksproject beoogt een vergelijkende studie van de verschillende real-time PCR-toestellen en detectietechnologieën die in medische laboratoria gebruikt worden zodat de effectieve implementatie van de hierboven vermelde ontwikkelde protocollen in routine laboratoria mogelijk wordt (deelproject 1). Daarnaast zal de real-time PCR-technologie voor enkele klinisch relevante kiemen, waarvoor tot op heden nog geen real-time PCR-protocol ontwikkeld werd, op punt gesteld worden (deelproject 2). Implementatie in de routine bacteriologie van die formats, waarvoor we kunnen aantonen dat ze een verbetering van de huidige diagnostiek met zich meebrengen, is de uiteindelijke doelstelling van deze samenwerking. Dit onderzoeksproject biedt een antwoord op een actuele vraag van een uitgebreid werkveld en laat toe dat studenten van de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie via practica en scripties participeren aan technologisch onderzoek dat representatief is voor hun toekomstig werkterrein. Het biedt docenten van deze opleiding de mogelijkheid tot professionaliseren en tot actualiseren van verschillende opleidingsonderdelen. De expertise die opgebouwd wordt door het opdoen van directe praktische ervaring met verschillende aspecten van deze toegepaste biomedische hedendaagse technologie kan het departement en de Hogeschool Gent ten goede kan komen via dienstverlening. Organisaties: • Departement Gezondheidszorg Vesalius • Vakgroep Biomedische - en exacte wetenschappen
Onderzoekers: • Ellen Decat • Stefan Vermeulen • Els Van Mechelen
Lessen uit plant-bacterie interacties: inzichten in regeneratie recalcitrantie en toepassing van bacteriële morfogenen bij in vitro propagatie van recalcitrante planten Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Stefaan Werbrouck • Danny Vereecke
Encapsulatie van antimicrobiële essentiële oliën ter verbetering van de darmgezondheid bij biggen: thymol als case Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Dierlijke Productie
Onderzoekers: • Dirk Fremaut • Joris Michiels
PharmAbs: K.U.Leuven Antibody Centernbsp;nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: Normal021falsefalsefalseNLX-NONEX-NONEMicrosoftInternetExplorer4 DefSemiHidden="true" DefQFormat="false" DefPriority="99"LatentStyleCount="267"> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Normal"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="heading 1"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Title"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Subtitle"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Strong"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="Emphasis"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Table Grid"/> UnhideWhenUsed="false" QFormat="true" Name="No Spacing"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light Shading"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light List"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Light Grid"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Shading 1"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Shading 2"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium List 1"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium List 2"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Grid 1"/> UnhideWhenUsed="false" Name="Medium Grid 2"/> UnhideWhen Organisaties: • Chemie Kulak
Onderzoekers: • Hans Deckmyn • Nick Geukens
Genomische analyses van hoog-risico prostaatkanker KU Leuven Abstract: Kankercellijnen worden vaak gebruikt om onderzoek te voeren naar moleculaire en cellulaire biologie. Voor prostaatkanker (PCa) worden voornamelijk LNCaP cellen gebruikt. C4-2B cellen zijn afgeleiden van LNCaP cellenen werden geïsoleerd uit een botmetastase. De combinatie van LNCaP en C4-2B cellen vormt een uitstekend preklinisch model om de ontwikkeling van metastatische castratie-resistente PCa te bestuderen. We bepaalden de exoom en transcriptoom sequenties voor beide cellijnen, waardoor we puntmutaties en genen die differentieel tot expressie komen konden identificeren. We vonden 2188 en 3840 puntmutaties in LNCaP en C4-2B cellen, waarvan er 1784 in beide cellijnen gevonden werden. Beide cellijnen zijn heterozygoot voor een groot aantal van de mutaties. Het feit dat sommige mutaties afwezig zijn in bepaalde subklonen, toont aan dat deze cellen genetisch instabiel zijn. Transcriptoom data toonden dat er 457 genen verhoogd en 246 genen verminderd tot expressie komen in C4-2B cellen in Organisaties: • Laboratorium Moleculaire Endocrinologie
Onderzoekers: • Frank Claessens • Evelyne Lerut • Lien Spans
Therapieën in Type 1 Diabetes: het onderzoek van de interactie tussen bèta-cel en het immuunsysteem door gebruik te maken van pre-klinische modellen KU Leuven Abstract: Type 1 diabetes mellitus (T1DM) is an autoimmune disease characterized by immune destruction of insulin-producing beta-cells in pancreas. T1DM carries a significant chronic disease burden, this disease has become a major public health concern worldwide, emphasizing the urgent need for safe and effective prevention and intervention strategies. Most recent investigations have focused on targeting immune components for prevention and intervention strategies.For the first part of my project, I will exploit the novel technology of soluble monoclonal T cell receptors (mTCRs) directed against specific beta-cell antigen epitopes (PPI, IGRP, and GAD), thus developing tools that allow target-specificdelivery of therapeutic agents. This represents a novel concept for immune modulation that is now accessible due to the ability of mTCRs to target a much broader range of intracellular antigens which are presented as processed peptides by MHC molecules on the cell surface.In second part of my project Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Chantal Mathieu • Lutgart Overbergh • Constantia Gysemans • Lei Ding
Zeg het met handen. Key word signing bij volwassenen met een verstandelijke beperking KU Leuven Abstract: Key word signing (KWS) is een vorm van ondersteunde communicatie (OC) die bij volwassenen met een verstandelijke beperking (VB) vaak gebruikt wordt. Zij ervaren regelmatig problemen in hun communicatie, en KWS kan hen hierbij ondersteunen. Bij KWS worden de kernwoorden in een gesproken zin simultaan met een gebaar ondersteund. In dit onderzoeksproject wilden we nagaan op welke manier KWS functioneel gebruikt wordt bij volwassenen met een VB in Vlaanderen. Het Vlaamse KWS systeem heet Spreken Met Ondersteuning van Gebaren (SMOG).Eerst brachten we in kaart welke volwassenen KWS gebruiken. We bevroegen alle residentiële voorzieningen en dagcentra voor volwassenen met een VB in Vlaanderen, en vonden dat KWS gebruikt werd in ongeveer de helft van deze voorzieningen, en door 25% vanhun cliënten. De voorzieningen die geen KWS gebruikten, bleken vaak eengebrek aan kennis in verband met KWS te hebben. De meeste volwassenen met VB die KWS gebruikten, kenden 10 tot 50 gebaren, terwijl de meesten Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Beatrijs Maes • Inge Zink • Kristien Meuris
De Rol van Gastrische Accomodatie in de Regulatie van Voedselinname KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Jan Tack • Pieter Janssen • Sofie Verschueren
Progranuline en C9orf72 in Amyotrofe Lateraal Sclerose en Frontotemporale Dementie. KU Leuven Abstract: Frontotemporale kwabdegeneratie (FTLD) is na de ziekte van Alzheimer detweede meest voorkomende vorm van dementie onder de leeftijd van 65 jaar. Degeneratie van neuronen in prefrontale en voorste temporale hersengebieden geeft aanleiding tot klinische beelden als persoonlijkheidsveranderingen, gedragsproblemen en/of taalstoornissen. Bij sommige patiënten wordt ook motorneurondegeneratie gezien zoals voorkomt bij amyotrofische laterale sclerose (ALS). FTLD is erfelijk in ongeveer 30-40% van de gevallen. Recent werden mutaties ontdekt in het progranuline gen op chromosoom 17q bij 40% van de patiênten met FTLD. Deze worden autosomaal dominant overgeërfd en bestaan voornamelijk uit 'null' mutaties. Daar de meeste mutaties aanleiding geven tot verminderde vorming van progranulinewordt haploinsufficiëntie vermoed als oorzaak van de neurodegeneratie. Het doel van dit project is een beter inzicht te verwerven in de biologie van progranuline en de mechanismes waarop mutaties in progranuline aan Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Wim Robberecht • Philip Van Damme • Louis De Muynck
Ontwikkeling van een humaan in vitro neuronaal model voor het MECP2 duplicatie syndroom aan de hand van de geïnduceerde pluripotente stamceltechnologie KU Leuven Abstract: Om hetoorzakelijke verband tussen een ziekte en het onderliggend genetisch defect tebestuderen maakt men vaak gebruik van diermodellen. Echter, specifiekeverschillen in de genetische, anatomische en fysiologische eigenschappen tussendieren en mensen zorgenervoor datniet alle gegevens zomaar kunnen geëxtrapoleerd worden naar de mens.Bijvoorbeeld, enkele succesvolle preklinische studies in muizen, konden nietbevestigd worden wanneer toegepast bij mensen. Inzicht inde moleculaire mechanismen die ten grondslag liggen aanontwikkelingsstoornissen en verstandelijke beperking wordt grotendeelsbelemmerd door de niet-beschikbaarheid van relevant humaan hersenenweefsel. Omdeze beperkingen te omzeilen, hebben we een humaan model ontworpen voor eenernstige ontwikkelingsstoornis, namelijk het MECP2 duplicatie syndroom, doorhet toepassen van de geïnduceerde pluripotente stamcel (iPSC) technologie. HetMECP2 duplicatie syndroom is een genetische aandoening veroorzaakt door eenduplicatie van een chromos Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Hilde Van Esch • Claudia Bagni • Nageshappa Savitha XXX
Validatie van klinisch besliskundige regels en de toegevoegde waarde vanlaboratoriumtesten, Point-of-Care testen en vitale tekens ter identificatie van ernstige infecties bij kinderen in de Eerste Lijnsgezondheidszorg en Spoedafdelingen: een IPD meta-anal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Bert Aertgeerts • Frank Buntinx • Jan Verbakel
HIV genoom diversiteit, interactie en co-evolutie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Anne-Mieke Vandamme • Arnout Voet • Guangdi Li
Measuring Technology for Diagnosis and Monitoring (Out-of-Hospital) Emergencies in a General Practisce Adult Population KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Frank Buntinx • Walter Renier
Physical activity as a crusial patient reported outcome in COPD. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasc. en Respiratoire Revalidatie
Onderzoekers: • Thierry Troosters
Ontwikkeling, evaluatie en optimisatie van oculaire artsenijvormen voor de behandeling van droge ogen en aandoeningen ter hoogte van de retina. Universiteit Antwerpen
Abstract: Er worden diverse oculaire dragersystemen ontwikkeld, in vitro en ex vivo gekarakteriseerd en in vivo geëvalueerd. Vooreerst wordt het peptide cyclosporine gekozen als geneesmiddel. Daarna wordt de meest beloftevolle formulatie verder ontwikkeld voor retinale doeleinden met een specifiek peptide. Organisaties: • Laboratorium voor Farmaceutische Technologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Annick Ludwig • Wim Weyenberg
Keuze & patronen van adaptieve variatie bij de Europese zwarte gier (Aegypius monachus). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KMDA. UA levert aan de KMDA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Rol v/h Wilms tumor gen (WT1) als biomarker voor het voorspellen van leukemie recidief en voor de beoordeling van de werkzaamheid van DC vaccinatie met behulp van WT1 mRNA-transfected autologe dendritische cellen van patiënten met acute myeloid leukemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de VLK. UA levert aan de VLK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Aanbeveling "aanvraag labotests in de huisartsenpraktijk". Universiteit Antwerpen Abstract: Aanbeveling "aanvraag labotests in de huisartsenpraktijk". Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Paul Van Royen
Een model voor de relatie tussen de elektrische parameters van een cochleair implantaat en meetbare gehoorprestaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Modellering van de relatie tussen de elektrische parameters van een cochleair implantaat en meetbare gehoorprestaties. Om het afregelen (fitting) van cochleaire implantaten te optimaliseren wordt een model opgesteld dat de relatie tussen de instellingen van de spraakprocessor en de auditieve prestaties van de recipiënt beschrijft. De prestaties van het gehoor worden geëvalueerd aan de hand van een reeks specifieke psychoakoestische metingen. Het project beoogt de input-output functies van de talrijke elektrische instelbare parameters van het implantaat en hun meetbare auditieve effecten in mathematische formules te benaderen. Vervolgens zullen deze functies gevalideerd worden op casusniveau via een iteratieve toetsing, waarbij de factoren in de functies geleidelijk aangepast zullen worden. Door middel van statistische analyse zullen de verschillende I/O functies dan nauwkeuriger bepaald worden, zullen ook multidimensionale verbanden bepaald worden en zal getracht worden om de complexe interparametrische interacties in multifactoriële analyses en formules te verwerken. Het hieruit voortvloeiende fitting model is het belangrijkste innovatiedoel van het project en heeft als doel de effecten van processormanipulaties op het gehoor te voorspellen. Op deze manier kan het model ingezet worden in applicaties die de fitting automatiseren. . Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx
Eiwit-eiwit interacties: naar een beter begrip van interactomen, signaalbanen en domeinen Universiteit Gent Abstract: Interacties tussen eiwitten (PPI's) vervullen een centrale rol in nagenoeg alle cellulaire functies. Binnen een Methusalem consortium zullen we diverse technieken zoals MAPPIT en eiwitkristallografie toepassen om een breder inzicht te verwerven in PPI's op verschillende niveau's: van volledige interactomen, over signaalbanen tot de moleculaire detailstudie van geselecteerde eiwit itneractieparen. Ook moleculaire interacties tussen eiwitten en kleine organische moleculen vormen een deel van het programma. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jan Tavernier • Serge Van Calenbergh
Het immuun systeem van crustaceae: Artemia als model systeem Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt te verifiëren of de beschreven antimicrobiële systemen, namelijk toevoeging van PHB, HSP of beta glucanen en quorum sensing degradatie kunnen gecombineerd worden in het lab, gebruik makend van het bestaande Artemia Vibrio challenge model systeem. Hieropvolgend zullen geselecteerde gecombineerde strategiën getest worden in een open systeem in de afwezigheid van een challenge, bij Artemia en Macrobrachium. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers:
• Patrick Sorgeloos
Ontwikkeling van het noduleprimordium in Medicago truncatula Universiteit Gent Abstract: De symbiose tussen legumineuzen en rhizobia resulteert in nieuwe wortelorganen, nodulen, waarin de bacterie stikstof fixeert. Hier trachten we een integraal beeld te verkrijgen van de ontwikkeling van het noduleprimordium via een genoom-wijdde transcriptoom analyse door middel van Laser Capture Microdissection en anderzijds door de rol van CLE peptide signalisatie verder na te gaan. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Marcella Holsters • Sofie Goormachtig
Ontwikkeling van geïntegreerde digestaatverwerking met recuperatie / Hergebruik van water, nutriënten en organisch materiaal (C2C) met praktijkrelevante bedrijfszekerheid Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van een betaalbare en bedrijfszekere proces flow voor de verwerking van digestaat met aandacht voor recuperatie van water, nutrienten en organish materiaal, conform de cradle to cradle gedachte. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Filip Tack • Erik Meers
Technologische Dienstverlening (TD) industriële biotechnologie Universiteit Gent Abstract: Voor verscheidene bedrijven zijn de mogelijkheden die industriële (witte) biotechnologie kan bieden inzake productieverhoging, kostenverlaging, verlaagde milieuimpact ed. onvoldoende gekend. De voornaamste projectdoelstelling is innovaties mogelijk maken in bedrijven door adviesverlening bij gebruik van witte biotechnologie in producten en processen. De tweede doelstelling is de creatie van een 'kennismakelaarsfunctie' door de TD-adviseur tussen Vlaamse bedrijven en kenniscentra om een link tussen vraag en aanbod te leggen. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Wim Soetaert
Evaluatie van Hu-SCID model om de werkzaamheid van anti-OX40L Nanobodies te testen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Longitudinale methoden voor de complexe interacties bij populaties van ouderen. Universiteit Hasselt Abstract: Gemotiveerd door toepassingen in de gezondheidszorgsgerelateerde gedrags- en maatschappijwetenschappen, vertegenwoordigt het voorgestelde project een unieke en strategische samenwerking tussen klinische wetenschappers, onderzoekers uit de gedrags-en sociale wetenschappen (BSS) en methodologische experts. Deze diverse groep van toegepaste onderzoekers zal de bestaande longitudinale analyse methoden uitbreiden om zich te concentreren op modellen voor complexe interacties en dynamische patronen van risicos relevant voor gezondheidsgerelateerde onderzoek, met name onderzoek naar de ziekte en invaliditeit processen bij ouderen. Dit voorstel is een directe reactie op de programma-aankondiging Methodologie en Meten in gedrags- en maatschappijwetenschappen (PA-07-060), en de verschillende geselecteerde onderdelen van dit initiatief vertegenwoordigen een aanzienlijke inspanning om vooruitgang te boeken in de bestaande analytische methoden voor de verwerking van longitudinale gegevens naar een nieuw nutsniveau voor BSS onderzoekers. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS
Predictive factors related to clinical response in patients with metastatic melanoma treated with dendritic cell based immunotherapy. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Bart NEYNS • KRISTIAAN THIELEMANS