1 Nov :33:03 Onderzoeksprojecten ( van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B) Ontwikkeling en evaluatie van voedingsvoorlich...
Ontwikkeling en evaluatie van voedingsvoorlichting materiaal. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Christophe Matthys
Genotoxic and epigenetic changes induced by TiO2 nanoparticle. KU Leuven Abstract: TiO2 nanoparticle would be evaluated for genotoxic potential and their capability to induce epigenetic changes in epithelial cells. The study would help understand the cytotoxic and genotoxic potential of TiO2 nanoparticles. Generation of ROS and the effect on cell cycle progression andmode of cell death would also be evaluated. The effect of TiO2 nanoparticle on global methylation pattern would be studied as function of dose and time of exposure. The study will also evaluate the methylation status of CpG sites associated with the promoter of housekeeping genes. The study will also address the effect of nanoparticle on the expression level of the DNMTs, MeCP2 and MBD2 which are important for methylation and maintenance of methylation. Organisaties: • Omgeving en Gezondheid
Onderzoekers: • Lode Godderis
Seksuele selectie en speciatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Raoul Van Damme • Katleen Huyghe
Studie naar de genetische en ontwikkelingsbasis van ontwikkelingsbuffering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Evolutie van Oude Wereld arenavirussen en hun knaagdiergastheren in Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Erik Matthysen • Joëlle Gouy de Bellocq
Biomerkers voor inschatting van de gezondheidsimpact van luchtverontreiniging tijdens de perinatale periode. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de biomerkers in uitgeademde lucht voor inschatting van de langetermijnimpact van luchtpolluenten op de respiratoire gezondheid en allergieën. Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige
Onderzoekers: • Greta Schoeters
De rol van autofagie in atherosclerose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Fibroblast Activation Protein (FAP) en kanker: ontwikkeling van inhibitoren voor de behandeling van maligne aandoeningen en hun toepassingen als FAP-biomerkersprobes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Koen Augustyns • Leen Heirbaut
Opheldering van de moleculaire achitectuur van epilepsieën via de analyse van recessive families door middel van highthroughput sequencing technologieën en functionele assays. Universiteit Antwerpen Abstract: Mijn onderzoeksproject heeft als doel de genetische etiologie van epilepsieën verder te ontrafelen via de analyse van bloedverwante families, vooral afkomstig vanuit een zigeuner populatie vermits deze een zeer unieke genetische achtergrond hebben. Door gebruik te maken van verscheidene complementaire strategieën (SNP-genotypering, CNV-analyse, en next-generation sequencing) zullen majeure genetische factoren, die aanleiding geven tot epilepsie in deze populatie, geïdentificeerd worden. Nieuwe genen geïmpliceerd in de ontwikkeling van epilepsie zullen vervolgens in een opvolg cohorte onderzocht worden om additionele pathogene mutaties te zoeken. Daarnaast zullen de functionele effecten van deze gemuteerde genen bestudeerd worden, waardoor er meer inzicht en bewijs zal verkregen worden over de causaliteit van de geobserveerde mutaties en hun toedracht tot de pathofysiologie van epilepsie. Deze kennis kan hopelijk bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe/innovatieve therapieën, verbeterde diagnostiek, genetische counseling en preventie. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Arvid Suls
Pathofysiologische mechanismen in amyloidosis muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam • Peter De Deyn
De rol van biodiversiteit en soortkenmerken bij het moduleren van impacts van klimaatextremen in plantengemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Klimaatextremen zoals hittegolven en droogte kunnen een disproportionele impact hebben op ecosystemen. In dit project onderzoeken we (i) of de impact van droogte en/of hitte kan voorspeld worden a.d.h.v. de dominante plantinteracties in een ecosysteem en soortspecifieke eigenschappen; (ii) het potentieel van biodiversiteit in het bufferen van negatieve aspecten van klimaatextremen. Onderzoek gebeurt zowel op een experimentele site als op het veld. Dit project moet leiden tot een beter begrip van ecosysteemfunctioneren, het belang van biodiversiteit en de significantie van individuele soorten. Het is relevant voor zowel fundamentele ecologie (bvb. het verbeteren van ecosysteemmodellen) als natuurbeheer (bvb. het identificeren van potentieel kwetsbare ecosystemen). Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Hans De Boeck
Een geïntegreerde genetische en functionele aanpak naar de complexe etiologie van de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Alzheimer (AD) is de meest voorkomende vorm van dementie wereldwijd. Moleculair genetisch onderzoek is erg succesvol gebleken in het ontrafelen van de etiologie van de 'vroege-aanvang' vorm van AD. Toch blijft de multifactoriële etiologie van de meeste 'lateaanvang' vorm AD patiënten slechts gedeeltelijk verklaard. Omwille van de grote sociaaleconomische impact van deze neurodegeneratieve ziekte, is het van cruciaal belang om efficiënte strategieën te ontwikkelen voor het bepalen van de genetische predispositie. Het belangrijkste doel van dit project is dan ook om genetische risicofactoren van de complexe vorm van AD beter te verstaan. Een 'high-throughput' genoom-wijde associatie (GWA) studie op de volledige Vlaams-Belgische studie populatie zal nieuwe risicofactoren detecteren, welke we verder in detail zullen bestuderen door alle soorten van genetische variaties en hun in silico effect op de ziekte te onderzoeken. Ten tweede, zal het pathogene karakter van recent geïdentificeerde CLU variaties en nieuwe interessante variaties functioneel gekarakteriseerd worden met behulp van geschikte in vitro systemen. Deze studies zullen leiden tot belangrijke inzichten in ziekte mechanismen, en op hun beurt aangrijpingspunten vormen voor het voorspellen van het ziekte risico en voor de ontwikkeling van vroegere diagnoses en efficiëntere therapieën in de toekomst. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karolien Bettens
Nieuwe toepassingen van dynamic-clamp aan de elektrofysiologie studie van neuronale microcircuits. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Complexe patronen van gastheer-pathogen interactie: de rol van gedrag in de verspreiding van infecties doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In tegenstelling to de grote, goed gemengde theoretische populaties die klassiek gebruikt worden in modellen voor de verspreiding van infecties, zijn de meeste natuurlijke gastheerpopulaties, incl. mensen, sociaal of ruimtelijk georganiseerd in verschillende groepen. Dit is belangrijk omdat de overdracht van infectie in een gestructureerde populatie ook zal afhangen van groepsdynamiek, inbegrepen connectiviteit via individuele verplaatsingen. Maar hoewel theoretische studies de effecten van populatiestructuur en connectiviteit op infectiedynamiek reeds hebben onderzocht, blijven de gedragsmechanismen die connectiviteit bepalen, grotendeels onbekend. Dit project will die fundamentele vraag naar de rol van sociale and ruimtelijke structuren in een populatie aanpakken, daarbij als model gebruik makend van builenpest (Yersinia pestis) en één van zijn belangrijkse gastheren, de woestijnrat Rhombomys opimus. Meer specifiek zal het project 1) nagaan hoe de verplaatsingen van woestijnratten, hun predatoren en andere secundaire gastheren bijdragen aan de connectiviteit binnen gestructureerde woestijnratpopulaties en of er daar systematische verschillen bestaan tussen verschillende landschappen; 2) een groot veldexperiment uitvoeren om de hypothese te testen dat deze connectiviteit de verspreiding van vlooien (en mogelijk dus van builenpest) verklaart doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie; en 3) zoeken naar complexe maar coherente ruimtelijke patronen in de verspreiding van geïnfecteerde groepen, gebruik makend van punt-patroon analyse. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Nelika Hughes
Moleculair genetisch en biomerker onderzoek naar frontotemporale kwab degeneratie ondersteund door robuuste biosampling en biobanking strategieën. Universiteit Antwerpen Abstract: De voorbije jaren werd enorme vooruitgang geboekt in het in kaart brengen van de etiologie van frontotemporale kwab degeneratie (frontotemporal lobar degeneration, FTLD), na de ziekte van Alzheimer één van de belangrijkste oorzaken van dementie. In scherp contrast hiermee staat echter het ontbreken van enige therapeutische strategie gebaseerd op deze nieuwe inzichten en het feit dat bij een aanzienlijk aandeel van de patiënten de oorzaak van de ziekte onverklaard blijft. Dit onderzoeksproject stelt een geïntegreerde aanpak voor om the genetische etiologie van FTLD verder te ontrafelen. Hiertoe zullen we gecentraliseerde biobank opbouwen van humane weefsels en lichaamsvloeistoffen afkomstig van medisch en moleculair sterk gekarakteriseerde FTLD patiënten alsook van gezonde personen. Deze krachtige biobank zal toelaten om state- of- the-art genetische studies van FTLD uit te voeren, waaronder het deelnemen aan internationale grootschalige genoom-wijde associatie studies (GWAS) op zoek naar genetische risico factoren voor FTLD. Bevindingen uit de GWAS zullen we verder onderzoeken in onze studiepopulatie van Vlaamse FTLD patiënten om populatie specifieke risicoprofielen te onderzoeken. Bovendien zal de biobank de translatie bevorderen van doorbraken in het fundamenteel basisonderzoek naar klinische toepassingen voor betere diagnose en behandeling van toekomstige patiënten. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Julie van der Zee
Gastheer-parasiet interacties tussen residente zangvogels, teken (Ixodidae) en Borrelia spirochetes. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Erik Matthysen • Dieter Heylen
Dipeptidyl-peptidase 9 in menselijke leukocyten. Universiteit Antwerpen Abstract: In het project wordt gefocust op de rol van het dipeptidyl-peptidase 9 (DPP9) in leukocyten. Dit enzym is in staat dipeptides van een peptide af te knippen na een proline op de voorlaatste positie. De ware fysiologische rol blijft echter ongekend. We willen deze kwestie het hoofd bieden door het antwoord te zoeken op drie sleutelvragen. Waar is DPP9 exact te vinden in leukocyten? Het is belangrijk te weten waar DPP9 zich in de cel bevindt en of het zich verplaatst na cellulaire activatie. Vinden we bovendien gelijkaardige hoeveelheden DPP9 in verschillende soorten leukocyten? Tijdens de Masterthesis is een overexpressie van DPP9 gevonden in de primaire cellen van twee leukemie patiënten tegenover die van een gezond controle individu. De expressie van DPP9 in de cellen van leukemie patiënten zal verder onderzocht worden. Kunnen we interactie partners identificeren voor dit grote intracellulaire proteïne? Te weten met welke proteïnes DPP9 interageert, kan ons helpen de functie ervan te bepalen. Namelijk, indien de functie van zulke proteïnes gekend is, is het erg waarschijnlijk dat DPP9 een functie heeft in dezelfde pathway. Kunnen we cellulaire functies beïnvloeden door de expressie en/of enzym activiteit van DPP9 te veranderen? We kunnen DPP9 functie inhiberen door oftewel de vorming ervan of de enzym activiteit te inhiberen. Beide methodes kunnen leiden tot (verschillende) effecten op het cellulair niveau en aangeven in welke cellulaire processen DPP9 betrokken is. Met deze drie aanpakken zou de fysiologische rol van DPP9 eindelijk uitgeklaard kunnen worden. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Yannick Waumans
Conflict tussen ouders en nakomelingen in kanaries: individuele plasticiteit, genetische basis en co-adaptatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de evolutie van ouderlijke zorg essentieel is voor het begrijpen van onder andere sociale systemen en seksuele selectie, is er vrijwel niets bekend over zijn genetische architectuur. De evolutie van ouderzorg wordt verder sterk beïnvloed door een belangenconflict over de
mate van ouderlijke investering tussen ouders en hun nakomelingen. Dit kan invloed hebben op de evolutie van twee eigenschappen: verzorgingsgedrag door de ouders en het bedelgedrag van het nageslacht. De theorie voorspelt dat deze gedragskenmerken uiteindelijk genetisch gecorreleerd zouden moeten zijn, aangezien elk van hen een selectieve druk zal uitoefenen op de evolutie van de andere. Mijn voorgestelde onderzoeksproject is gericht op het bestuderen van de genetische basis en de gevolgen van co-adaptatie tussen deze gedragingen. Daarvoor zal ik de erfelijkheid, de fenotypische plasticiteit en de co-variantie van beide eigenschappen, en ook de functionele gevolgen van co-adaptatie voor ouders en nakomelingen bekijken. Organisaties: • Ethologie
Invloed van HSPB1 mutaties op het mRNA metabolisme en de redox balans in de ziekte van Charcot-Marie-Tooth. Universiteit Antwerpen Abstract: Missense mutaties in de small heat shock proteins (sHSP) HSPB1 en HSPB8 veroorzaken axonale varianten van Charcot-Marie-Tooth. Het doel van dit project is om de specifieke effecten van mutant sHSP in neuronen en Schwann cellen te onderzoeken gebruikmakend van muismodellen. Additioneel aan de fenotypering van deze muismodellen willen we het bioenergetisch metabolisme en de antioxidant status in hun neuronen, en de ondersteunende myeliniserende Schwann cellen te onderzoeken, daar verstoring van het evenwicht in axonale energie een mogelijk aanleiding is tot de ontwikkeling van perifere neuropathieën. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Thomas Geuens
Pathogenetische rol van endotheliaal stikstofoxide synthase-ontkoppeling bij ischemie- en reperfusieschade van de long. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek focuseert zich op de rol van endotheliaal NO synthase (eNOS) bij ischemie-en reperfusieschade in de long. Tijdens de ischemieperiode ondergaat het eiwit eNOS een conformatieverandering waarbij vrije radicalen gegenereerd worden. Tijdens de hierop volgende reperfusiefase reageren de nieuw aangevoerde zuurstofmoleculen met deze radicalen, wat tot een kettingreactie leidt en uiteindelijk tot schade aan de longarchitectuur. Het doel van dit onderzoek is eerst dierexperimenteel, en later klinisch, aan te tonen dat deze ontkoppeling effectief plaatsvindt tijdens IR-schade van de long. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Paul Van Schil • Paul F R C M Cos • Jan Gielis
Prolylcarboxypeptidase in lichaamsgewichtcontrole: de rol van perifere peptide splitsing? Universiteit Antwerpen Abstract: Obesitas is wereldwijd een ernstig en groeiend gezondheidsprobleem waarvan vele pathofysiologische aspecten nog ongekend zijn. Verschillende neurotransmitters en hormonen zijn betrokken bij de regulatie van de voedselinname en de energiebalans. Terwijl er reeds veel geweten is over hun synthese en afgifte, zijn de enzymen betrokken in de degradatie van deze peptiden vaak slecht gekend. Momenteel is er een hernieuwde interesse voor het enzym prolylcarboxypeptidase (PRCP) omwille van zijn rol in de regulatie van het lichaamsgewicht. Biochemische studies hebben namelijk aangetoond dat PRCP een anorexigene neuromodulator inactief maakt. We onderzoeken welke perifere peptiden, betrokken in regulatie van de voedselinname, mogelijks ook een substraat kunnen zijn van PRCP. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Anne-Marie Lambeir • Kaat Kehoe
Karakterisatie en modulatie van de enterische neuroimmune omgeving tijdens endotoxine-geïnduceerde ileus. Universiteit Antwerpen Abstract: Ileus is een klinische entiteit die optreedt na heelkundige manipulaties of bij sepsis, en wordt gedefinieerd als de inhibitie van de motiliteit van de volledige gastro-intestinale tractus. Ileus draagt bij tot het onderhouden en verergeren van sepsis door aantasting van de mucosale barrièrefunctie, waardoor bacteriële translocatie optreedt. Recent werd erkend dat zowel inflammatoire immuuncellen als intestinale neuronen deze motiliteitsstoornissen kunnen beïnvloeden. Doel van dit project is dan ook de karakterisering en modulatie van de neuro-immune spelers in een muizenmodel waarin septische ileus werd geïnduceerd door intraperitoneale injectie van endotoxines. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Benedicte De Winter • Paul Pelckmans • Sara Nullens
Natuurlijke gradiënten in temperatuur, CO2 en bodem ouderdom: IJsland biedt een uniek decor tot opheldering van langetermijneffecten van klimaatverandering op nutriëntendynamiek, vegetatie en microbiële gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek heeft als doel bodem-vegetatie interacties in IJslandse ecosystemen in een veranderend klimaat te begrijpen. Volgens de actuele kennis zal de huidige klimaatverandering voortzetten tijdens de 21ste eeuw, en meest uitgesproken zijn op hoge latitudes. Om de consequenties hiervan voor ecosystemen op lange termijn te begrijpen worden in natuurlijke temperatuur-, nutriënt-, en CO2 gradiënten gekeken naar nutriëntencyclering door bodem en vegetatie en naar karakteristieken van vegetatie en de microbiële gemeenschap. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Niki Leblans
Onderzoek naar het neuraal substraat van spraakontwikkeling gebruik makend van functionele MRI in het zebravink model. Universiteit Antwerpen Abstract: Zebravinken zijn een veelgebruikt dierenmodel voor de studie van taalverwerving. Zowel mensen als zebravinken kennen namelijk een sensitieve periode voor taal- en zangverwerving. In dit project worden zebravinken gebruikt voor de studie van de neurale mechanismen achter deze sensitieve periode door eenzelfde groep vogels longitudinaal op te volgen en op verschillende tijdspunten zangproductie en -perceptie te evalueren. Enerzijds zullen er zangopnames worden uitgevoerd en anderzijds in vivo functionele MRI tijdens auditieve stimulatie met verschillende soorten zang o.a. zang met verschillende sociale context. Sensori-motorisch leren in mannetjes, die leren zingen van een volwassen tutor, zal vergeleken worden met louter sensorisch leren in vrouwtjes, die niet zingen maar voor wie zang belangrijk is voor partnerkeuze. Ook het effect van sociale omgeving op zangverwerving zal onderzocht worden. Uiteindelijk kan deze studie leiden tot de identificatie van het tijdsvenster en spatiele neurale coördinaten van cruciale ontwikkelingen in de hersenen tijdens zangontwikkeling en zal zo het onderzoek van de onderliggende neurale en moleculaire mechanismen van zangontwikkeling als model voor humane taalverwerving, initiëren. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Lisbeth Van Ruijssevelt
Studie van de intrahepatische weerstand en zijn determinanten in een ratmodel van ernstige nietalcoholische leversteatose (NAFLD). Universiteit Antwerpen Abstract: Non-Alcohol Fatty Liver Disease (NAFLD) wordt gekenmerkt door de opstapeling van vet in hepatocyten (steatose) genoemd. Indien dit gepaard gaat met ontsteking en beschadiging spreekt men van NASH (Non-Alcoholic Steatohepatitis) wat op zich weer gepaard kan gaan met fibrose en uiteindelijk cirrose. De juiste ontstaansmechanismen van deze beschadiging zijn grotendeels ongekend. In recent onderzoek vanuit onze groep konden we aantonen dat NAFLD lijdt tot een significante stijging van de drukken in de poortader (portale hypertensie) vooraleer er inflammatie of fibrosering optrad. Dit wijst op significante toename van de intrahepatische vaatweerstand dat tot op heden nog niet werd onderzocht. Deze vaatweerstand zal nu verder in detail worden onderzocht (grootte, determinanten, …) om meer te leren over de pathofysiologie en de farmacologisch potentiele aangrijpingspunten van NAFLD. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Peter Michielsen • Paul Pelckmans • Sven Francque • Wilhelmus Kwanten
'Wo mistus, da Christus'. Een micro-perspectief op het gebruik van stedelijk afval als meststof in de Vlaamse landbouw in de nieuwe tijd. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tim Soens • Pieter De Graef
Identificatie van moleculaire partners en medicinale doelwitten voor DI-CMTC neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Moleculaire Neurogenomica
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Albena Jordanova • Biljana Ermanoska
Ontwikkeling van in vitro en in vivo modellen om de dynamiek van de vorming en behandeling van mono- en polymicrobiële biofilms te bestuderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Herman Goossens • Paul F R C M Cos • Surbhi Malhotra • Monique Kerstens
Detectie en moleculaire karakterisering van circulerende tumorcellen bij patiënten met borstkanker. Universiteit Antwerpen Abstract: Circulerende tumorcellen (CTCs) in de bloedbaan van patiënten met kanker vormen biologisch gezien een belangrijke tussenstap (zowel in tijd als ruimte) in het metastatisch proces tussen de primaire tumor en uitzaaiingen op afstand. Ook na de vorming van metastasen blijven CTCs
een belangrijke prognostische factor en een potentiële bron van tumorcellen beschikbaar voor de ad hoc evaluatie van predictieve biomerkers op een real-time afgenomen tumorstaal. Het voorliggend doctoraatsonderzoek richt zich op het bestuderen van de heterogeniteit op het vlak van voorkomen van CTCs, de prognostische/predictieve waarde van een CTC bepaling en de moleculaire eigenschappen van CTCs bij patiënten met een uitgezaaide vorm van borstkanker. Verbetering van de methoden voor detectie en moleculaire karakterisering van CTCs kan, als bron voor een herhaalbare 'vloeibare' tumorbiopsie, in belangrijke mate bijdragen aan de ontwikkeling van een meer gepersonaliseerde anti-kanker behandeling. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Dieter Peeters • Marc Peeters • Patrick Pauwels
Optimalisatie van de trade-offs tussen biomassaproductie, klimaatfeedback en waterconsumptie in korte-omloop hakhoutculturen, een modelanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Op dit moment komt 81% van de wereldwijde energieproductie uit fossiele brandstoffen, die eindig zijn en CO2 uitstoten in de atmosfeer.Om deze redenen, worden alternatieve energiebronnen gezocht. Bio-energie, met name korte omloop hakhout (KOH) cultuur, is een veelbelovend alternatief voor de opwekking van elektriciteit. KOH's kunnen worden gedefinieerd als zorgvuldig onderhouden, hoge-densiteit aanplantingen van snelgroeiende bomen, in dit project populier, die om de 2-5 jaar worden teruggesneden. De oogst wordt vervolgens verbrand of vergast om elektriciteit op te wekken. De CO2 die wordt uitgestoten door dit proces werd eerder opgenomen uit de atmosfeer tijdens de groei van het gewas, dus theoretisch is er geen nieuwe koolstof toegevoegd aan de atmosfeer. KOH beheer (vervoer, oogst, meststoffen, irrigatie), produceert echter ook bepaalde hoeveelheden CO2 en andere broeikasgassen. Bovendien, verbruikt een KOH veel water, dat nodig kan zijn voor de omliggende regio's. Dit project zal gebruik maken van een computer model om de productie van biomassa, de broeikasgasbalans en het waterverbruik te voorspellen in KOH plantages, voor verschillende beheertypes in verschillende regio's. De algemene doelstelling is het bepalen van een optimaal beheer, voor elke regio, dat houtgroei voor energieproductie maximaliseert, terwijl de uitstoot van broeikasgassen en waterverbruik wordt geminimaliseerd. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Toon De Groote
Optimalisatie en validatie van een muismodel voor ruptuur van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Het effect van begrazing op de biologische siliciumbuffer in subarctische ecosystemen (Finnmark, Noord-Noorwegen). Universiteit Antwerpen Abstract: De terrestrische silicium(Si)-export blijkt voor een groot deel gereguleerd te worden door de biologische lus in de terrestrische Si-cyclus. Het functioneren van deze "biologische Si-buffer" en zijn respons op menselijke activiteiten is echter weinig bestudeerd. Dit project is een pionierstudie in de kwantificering van de relatie tussen intensieve begrazing en het functioneren van de biologische Si-buffer in een subarctisch ecosysteem. Er wordt gewerkt op vier schalen, gaande van het plant-grazer niveau tot het niveau van de grote rivieren die uitmonden in het kustsysteem. De stocks en fluxen van Si worden steeds gekoppeld aan deze van N en P om het belang van de bagrazingseffecten voor zoetwater en mariene primaire productie te kunnen inschatten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf • Adriaan Smis
Detectie en risico-evaluatie van nagemaakte geneesmiddelen op basis van hun fysisch-chemische eigenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WIV. UA levert aan WIV de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Het doel van dit project is het gebruik van chromatografische onzuiverheidsprofielen te evalueren voor de detectie en de risico evaluatie van namaakgeneesmiddelen en illegale farmaceutische bereidingen. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Sandra Apers
Evidence-based medicine bij kankerpreventie aan de Universiteit Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers • Paul Van Royen
"Citizen -led Gender Budget Initiatives" bij de lokale overheid: een quasi-experimentele impact studie gericht op de gezondheidszorg van het Kabale District, Oeganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AID Policy • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
Biomechanische analyse van hedendaagse Perissodactyli soorten: inzage in de evolutie van de morfologie van de poot van paardachtigen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de meest bekende evolutielijnen is deze van de paardachtigen. Deze wordt dikwijls voorgesteld als een opeenvolging van overgangsfossielen van een viertenig dier ter grootte van een hond tot het huidige gedomesticeerde paard. Echter, deze reeks van overgangsfossielen zit verspreid over de fylogenetische boom. De huidige hypothese is dat de reductie van het aantal tenen voordelig is voor een cursoriale (lopend) levenswijze. De verlenging van de distale pootsegmenten en het lopen op de tip van de tenen zorgen voor grotere staplengtes met grotere loopsnelheden tot gevolg. Om de langere poten lichter te maken zodat ze gemakkelijker naar voren kunnen worden gebracht, werd het aantal tenen gereduceerd. De middelste teen werd versterkt om stabiliteit te behouden. Nadelen van het lopen op de middelste teen is een afname in behendigheid en in de mogelijk tot het lopen over zachte substraten. Dit project stelt voor om het beschreven scenario te doorgronden via een gedetailleerde vergelijkende studie op paarden en hun nog levende verwanten. Door de anatomie en bewegingen van ezels, zebra's, paarden en de verwante tapirs en neushoorns te bestuderen krijgen we inzicht in de mechanismen verantwoordelijk voor de reductie in het aantal tenen. De pootbewegingen zullen worden geregistreerd met behulp van twee hoge snelheidscameras. Tegelijkertijd worden de krachten en de drukken onder de hoeven gemeten. Deze informatie kan dan vervolgens gecombineerd worden met massadistributie-data in een zogenaamde inverse dynamische analyse. Dit geeft voor elk gewricht het verloop van het netto moment en vermogen in de tijd, een indicatie voor de motor controle verantwoordelijk voor de beweging. Deze patronen kunnen we dan vergelijken tussen de soorten waarna we een link tussen de anatomie en de motor controle leggen. De experimenten op de levende dieren zullen gebeuren in samenwerking met Europese zoos. Een ander luik is de anatomie van de poot. Gedetailleerde informatie over gewrichtsoppervlakken en rotatieassen zullen worden geëxtraheerd uit 3D scans van de botten van de poten van de soorten waarvan we ook bewegingsanalyses hebben. De experimenten op de osteologische specimens zullen gebeuren in samenwerking met Europese musea. Evolutionare modellen zullen worden gebruikt om na te gaan hoe pootanatomie en motor controle binnen de Perissodactyli zijn gelinkt. Dit werk zal een basis vormen voor toekomstig werk op de fossiele voorouders van het genus Equus. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Sandra Nauwelaerts • Jamie Maclaren
Impact van oceaantemperaturen op de broedingsecologie en -fenologie van rotspinguïns. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Nina Dehnhard
Ecotoxicologische effecten over niveaus van biologische organisatie heen: naar een ecologisch relevante evaluatie van mengseltoxiciteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Omgevingsstandaarden worden voornamelijk gebaseerd op laboratorium experimenten, waarbij de condities streng gecontroleerd worden en de standaard organismen slechts een korte periode aan 1 enkele component worden blootgesteld. Omdat in werkelijkheid polluenten met elkaar interageren en natuurlijke omgevingscondities fluctueren, kunnen de resultaten bekomen van veldstudies verschillen van deze uitgevoerd in een labo en wordt de extrapolatie van labogegevens naar echte ecosystemen dus erg bemoeilijkt. In een nieuw interdisciplinair vakgebied (conservatieve fysiologie) wordt daarom getracht om fysiologie (moleculair, gedrag) te relateren aan ecologie (populatie, ecosysteem). In deze doctoraatsstudie worden organismen aan gelijkaardige condities (temperatuur, duur, mengeling van polluenten) blootgesteld op 3 verschillende blootstellingsniveau's: in laboratorium, in mesocosmos, en in situ. Dit zal leiden tot een reeks van betrouwbare biomarkers met ecologische relevantie, ondanks de toenemende complexiteit van verstorende factoren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Optimalisatie van biotransformatie van de zebravis teratogenicity test. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is om de biotransformatiecapaciteit van de Zebravis Teratogeniciteit Test (ZTT) te optimaliseren met behulp van een nieuw exogeen metabolisatie activerend systeem (MAS). Op deze manier kan deze alternatieve methode voor teratogeniciteit verder worden gevalideerd. Om dit doel te bereiken zullen we in de eerste fase van dit project dus een MAS ontwikkelen, namelijk een humaan MAS en een zebravis MAS. Om de biotransformatiecapaciteit na te gaan zullen we gebruik maken van 4 teststoffen die ongeveer 95% van het humaan geneesmiddelenmetabolisme beslaan. In de tweede fase van dit project zullen we dan zebravis embryo's tijdens hun organogenese blootstellen aan dezelfde substraten als in fase 1 in af- en aanwezigheid van de beste MAS conditie uit fase 1. Op deze manier zal dus op het einde van fase 2 zowel de intrinsieke in vivo bioactivatiecapaciteit van de ZTT als deze in aanwezigheid van een co-incubatiesysteem gekend zijn. Organisaties:
• Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Steven Van Cruchten
Bepalende factoren van invasie door exotische plantensoorten in gebergte-regio's. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel het bepalen van factoren die de invasie van exotische plantensoorten beïnvloeden in gebergteregio's, met name in de subarctische regio rond het Zweedse veldonderzoeksstation in Abisko. Via experimentele weg zal de rol onderzocht worden van o.a. temperatuur, verstoring, en beschikbaarheid van propagulen. Het project wordt gefinancierd door het EU programma INTERACT, dat toegang faciliteert tot onderzoeksstations in de Arctis. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
EtioPathogenetische studie van erfelijke bindweefselaandoeningen die gepaard gaan met arteriële malformaties Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert de ontwikkeling en integriteit van het cardiovasculaire stelsel adhv erfelijke bindweefselaandoeningen. We zullen (1) de moleculaire basis ontrafelen waarbij mutaties in GLUT10 tot afwijking vasculaire ontwikkeling leiden in een muismodel voor het arteriele tortuositeitssyndroom; (2) nieuwe genetische defecten opsporen aan de basis van familiale thoracale aorta-aneurysmata; (3) patienten met cerebrale aneurysmata klinisch en moleculair karakterizeren. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Definiëren van de rol van GATA-3 tijdens humane hematopoiese Universiteit Gent Abstract: T Lymfocyten worden aangemaakt vanuit hematopoëtisch stamcellen (HSC) enhun differentiatieproces si afhankelijk van de integratie van verschillende transcriptionele regulatoren, waaronder Notch signalisatie en GATA-3. De expressie niveau's van beide factoren zijn belangrijk om HSCn te sturen om tot T cellen te ontwikkelen. Daarom willen we de exacte rol van GATA-3 tijdens T cel commitment en differentiatie nagaan, alsook d interactie tussen Notch signalisatie en GATA-3. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Tom Taghon
Natuurlijke Variatie voor Droogte Tolerantie Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we de groei-regulatorische netwerken van planten in milde droogte blootleggen. We bestuderen groei in droogte als quantitatief kenmerk in een collectie van 100 natuurlijke Arabidopsis accessies. Door het volledige transcriptoom aan de phenotypes te linken kunnen we het netwerk die groei tijdens droogte in planten reguleert ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Studie van de rol van RIP4 kinase in kanker en inflammatie Universiteit Gent Abstract: Defecten in de balans tussen keratinocyt proliferatie en differentiatie liggen aan de basis van verschillende huidziekten, zoals psoriasis, dermatitis en kanker. RIP4 kinase is belangrijk bij de epidermale differentiatie. Er werd ook reeds een betrokkenheid van RIP4 bij B cel tumoren gesuggereerd. Wij zullen de rol van RIP4 in keratinocyte differentiatie, inflammatie en kanker bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Wim Declercq
Chronische zorg Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksamenwerking heeft als doel het creëren van een onderzoekslijn ter ondersteuning en harmonisering van de multidisciplinaire zorg voor ouderen en voor personen met een chronische aandoening. In een eerste fase werd deze doelstelling gerealiseerd door de ontwikkeling van een digitaal kennisbestand omtrent wondzorg en door de ondersteuning aan een onderzoek omtrent interventieontwikkeling voor therapietrouw bij patiënten met veneuze ulcera. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
De neurovasculaire link tijdens tandregeneratie Universiteit Gent Abstract: In dit doctoraat willen we de hypothese testen of tandregeneratie afhankelijk is van een correct functionerende neurovasculaire link. Meer specifiek zullen we onderzoeken of bloedvaten en/of neuronen nodig zijn voor een hernieuwde tandinitiatie en voor de verdere correcte ontwikkeling van de tand, en dit in een model dat natuurlijke, levenslange regeneratie van tanden kent, de zebravis. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
De rol van miRNAs in neuroblastoom tumor initiatie Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel om inzicht te krijgen in de rol van microRNAs in de tumor initiatie van neuroblastoom, een pediatrische tumor. Hiertoe zal het miRNAome in een transgeen MYCN NB muismodel geprofileerd worden en vervolgens miRNA/mRNA netwerken geïdentificeerd worden. Verder zullen we geselecteerde miRNAs in vitro in NB cellijnen en in vivo in muis xenotransplanten evalueren. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Metabolic engineering voor de ontwikkeling van een platform-organisme met een verhoogde nucleotidesuiker pool Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek wordt de ontwikkeling beoogd van een platformorganisme met een verhoogde intracellulaire pool aan UDP-suikers. De technologie die ontwikkeld wordt is gebaseerd op metabolic engineering van het modelorganisme Escherichia coli. De gecreëerde mutanten kunnen dienen als glycosylatieplatformen voor de productie van diverse zeldzame oligosachariden en glycoconjugaten. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Wim Soetaert
Een autoloog tumor-immuunsystem gehumaniseerd muismodel voor de ontwikkeling van dendritische cel vaccinatie tegen longkanker Universiteit Gent Abstract: De huidige behandeling van longkanker faalt op lange termijn door de selectie van chemo- en radioresistente cellen. Immunotherpaie, en meer bepaald dendritische cel (DC) vaccinatie, vormt een beloftevol therapeutisch alternatief. In een vernieuwend preklinisch model worden humane autologe longkanker- en immuuncellen in immunodeficiënte muizen getransplanteerd. Hierin worden tumor-immuunsysteem interacties bestudeerd, om dan uit de verworven inzichten DC-vaccinatiestrategieën te optimaliseren. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Jan Van Meerbeeck
Unbiased Biomarkers for the Predicition of Respiratory Disease Outcomes (U-Biopred) Universiteit Gent Abstract: geen informatie Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Opsporen van influenza A virus quasi-species evolutie in de immune gasther met behulp van kwantitatieve geavanceerde sequentie-analyse Universiteit Gent Abstract: De quasi-species evolutie van influenza A virussen in naive en immune gestheren zal vergeleken worden door gebruik te maken van kwantitatieve geavanceerde sequentie-analyse. De bekomen ontsnappingsmutaties zullen hierbij gekarakteriseerd worden in termen van firheid, competitief voordeel en stabiliteit. Dit zal een gedetailleerd inzicht bieden in de complexe dynamische natuur an de influenza A virus quasi-species diversiteit onder verschillende immune selectiedrukken. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens
Studie van neuroblastoom oncogenese door mRNA en miRNA expressieprofilering van normale neuroblasten en neuroblastoom stamcellen Universiteit Gent Abstract: Neuroblastoom is een tumor van embryonale oorsprong met een klinisch variabel verloop. Gezien de lage overlevingskansen van een subset van neuroblastoom patiënten, is er dringend nood aan nieuwe therapieën. In dit project beogen we de identificatie van nieuwe therapeutische targets via mRNAs en miRNA expressieprofilering van humane en muriene voorlopercellen van neuroblastoom. Via geïntegreerde moleculaire profilering wensen we nieuwe kandidaat neuroblastoom genen voorop te stellen voor verdere functionele validatie in vitro en in vivo. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
De rol van biomechanische factoren en hypoxie in de inductie van chronische peesontstekingen bij spondylartropathieën Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel de gevolgen te onderzoeken van frequent voorkomende stress condities in de gewrichtshomeostase en meer specifiek hoe deze factoren bijdragen tot de chroniciteit van gewrichtsontsteking. Het project heeft als doel om de onderliggende mechnanismes geassocieerd met mechanische stress en de invloed van hypoxie bij het ontstaan van gewrichtsinflammatie te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut • Stijn Lambrecht
Voelen versus denken: Een onderzoek naar de determinanten van acquisitie en extinctie van angst. Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek heeft aangetoond dat cognitieve verandering een cruciale factor is in het verwerven en de extinctie van angst. Anderzijds blijkt dat angstopwekkende stimuli vaak een negatieve connotatie blijven behouden, zelfs nadat de cognitieve verwachting van gevaar is
uitgedoofd. In dit onderzoek gebruiken we het angstconditioneringsmodel om de rol van denken en voelen verder te onderzoeken in de context van angstconditionering. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Onderzoek naar de organisatie en conservatie van transcriptionele regulatie in planten aan de hand van experimentele high-throughput data Universiteit Gent Abstract: De regulatie van genexpressie in een organisme is een belangrijke component in het vertalen van het genotype naar het finale fenotype. Genexpressie wordt op meerdere niveaus gereguleerd en transcriptiefactoren hebben een bepalende functie. Dit project heeft als hoofddoel de conservatie van transcriptionele regulatie in planten te bestuderen op basis van experimentele high-throughput data (i.c. ChIP-seq). Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
De associatie van humaan pathogene Yersinia enterocolitica stammen met vrijlevende protozoa: de ecologische relevantie van hun interacties en het effect op de fenotypische kenmerken van de bacterie. Universiteit Gent Abstract: Humaan pathogene Yersinia enterocolitica overleven de begrazing door vrijlevende protozoa, wat hun overleving in vitro ten goede komt. Dit project heeft tot doel om (i) het belang van deze bevinding in natuurlijke omgevingen te bepalen, (ii) de interactie tussen Y. enterocolitica en vrijleven protozoa beter te karakteriseren; (iii) de invloed van protozoa-aanwezigheid op bacteriële fenotypische kenmerken, zoals virulentieeigenschappen en resistentie tegenover disinfectantia, te bepalen. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Kurt Houf • Julie Baré
Immune mechanismen in voedselallergie bij honden Universiteit Gent Abstract: Voedselallergie komt regelmatig bij honden voor en resulteert voornamelijk in atopie-achtige symptomen en minder frequent in gastrointestinale klachten. De diagnose kan alleen maar 100% zeker gesteld worden door de orale opname van het allergeen te voorkomen gevolgd door een orale challenge. Ook voor behandeling moet opname van het allergeen voorkomen worden. Optreden van klinische symptomen, diagnose en behandeling suggeren dat deze allergie zeer frequent te wijten is aan een type 4 overgevoeligheidsreactie. Dit onderzoek heeft tot doel op een populatie patiënten na te gaan welke lymfocytenpopulaties en cytokines betrokken zijn bij deze overgevoeligheid en om aan de hand hiervan tot een verbeterde diagnose te komen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Eric Cox
Impliciet en expliciet emotieregulatie in klinsch-angstige adolescenten: relevantie voor kinderen en adolescenten met angststoornissen Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek naar de ontwikkeling van angststoornissen richt zich op het verwerken van passieve emotionele stimuli. In dit project stel ik gedrags- en neuro-imaging studies voor die actieve, expliciete en impliciete emotieregulatie-strategieën bij jongeren onderzoeken. Ik verwacht dat angstige jongeren, in vergelijking met gezonde adolescenten, minder goed in staat zullen zijn om expliciet hun emoties te reguleren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet • Sven Müller
T cell receptor signalisatie in autoimmuun ziekten Universiteit Gent Abstract: CYLD is een enwyme dat constitutief tot expressie komt in vrijwel elke cel en dewerking van ontsteking-gerelateerde factoren zoals NF-kB tegengaat. Er is echter weinig geweten over wat deze molecule doet in de context van autoimmuniteitsziekten. Ons onderzoek heeft tot doel na te gaan wat de functie van deze molecule is in veelvoorkomende vormen van auto-immuniteit zoals diabetes, reuma en chronische darmontstekingen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Integratie van lineair invers modelleren en ecologische netwerkanalyse in levenscyclusanalyse Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek zal voedselweb modellering ("invers modelleren") en ecologische netwerkanalyse integreren in de inschatting van de milieu-impact van visproductie. Daartoe zal een nieuwe methodologie worden ontwikkeld, dewelke zal worden toegepast om de milieu-impact van aquacultuur met deze van visserij te vergelijken. Deze geïntegreerde methodologie zal de accuraatheid van milieu-impact schattingen verhogen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Jo Dewulf • Frederik De Laender
Invloed op angiogenese en ER stress en hun effect op chemoresistentie, door de inhibitie van P1GF in een hepatocellulair carcinoom muismodel.
Universiteit Gent Abstract: Hepatocellulair carcinoom is 3de oorzaak van kankergerelateerde mortaliteit. Cytostatica leveren geen verbeterde overleving. Chemoresistentiemodificerende medicatie is nodig. Hypoxie en endoplasmatisch reticulum stress kunnen chemoresistentie veroorzaken. De werkzaamheid van anti-P1GF suggereert dat dit een antitumorale benadering kan worden. Farnesylthiosalicylaat is RAS competitor. Het HCC muismodel dient om effect van anti-P1GF en farnesylthiosalicylaat te evalueren op hypoxie, ER stress en chemoresistentie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe
Het mechanisme van verticale transmissie van Salmonella serovar Typhimurium bij duiven Universiteit Gent Abstract: Salmonella Typhimurium stammen van duiven zijn zeer gastheerspecifiek. Een kenmerk van gastheerspecificiteit is een uitgesproken associatie van de kiem met het voortplantingsstelsel van de gastheer, wat verticale transmissie mogelijk maakt. In dit project zal het moleculaire mechanisme ontrafeld worden dat Salmonella Typhimurium gebruikt om de gonade van duiven te kolonizeren. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Frank Pasmans
De evolutie van fenotypische plasticiteit in waardgebruik en de gevolgen voor voedselwebstructuur Universiteit Gent Abstract: Plant-geassocieerde dierengemeenschappen worden gekenmerkt door een sterke mate van voedselspecialisatie en variatie hierin. De mate van plasticiteit in dit waardgebruik zal sterk evolueren onder invloed van de geassocieerde kosten, het dispersievermogen en de ruimtelijke schaal van het landschap. Aan de hand van stochastische modelleertechnieken zal de evolutie van deze plasticiteit onderzocht worden tijdens stabiele en uitbreidende verspreidingsdynamieken onder klimaatsopwarming. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
Ontogenetische wijzigingen in de voedselcapaciteit van dimorfe Europese paling (Anguilla anguilla): implicaties voor artificiële kweek en behoud. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek tracht het bestaan en ontstaan van breed- en smalkoppige (pre)adolescente palingen te verklaren door de vroegste larvale stadia onder de loep te nemen. Ook wordt onderzocht of een verschillende polluentenopname in de twee types adulte paling bekomen wordt door het verschil in kopbreedte en wat de impact hiervan is op het overlevings- en voortplantingssucces. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Interactie van cyclische depsipeptide mycotoxines met de huid Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek karakteriseert op kwantitatieve wijze de interactie van cyclische depsipeptiden (CDP) met humane huid gebruik makend van ex-vivo in-vitro FDC experimenten. Deze kennis is niet enkel noodzakelijk voor een volledige mycotoxine risiko-analyse, gezien het aanwezige huidcontact met gecontamineerde cosmeceuticals, voeding, oppervlakten en deeltjes, maar ook voor de ontikkeling van nieuwe CDPgeneesmiddelen. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Bart De Spiegeleer
De invloed van vacuumtherapie op pathologische per secundam wondheling bij het paard Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is na te gaan of vacuumtherapie de heling van deze wonden t.h.v. de distale ledematen bij het paard positief beïnvloedt. Deze verloopt problematisch door een gebrekkige doch lang aanhoudende inflammatoire respons en onvoldoende bloedperfusie wat leidt tot slechte wondcontractie en hypergranulatieweefsel. Er wordt gepostuleerd dat vacuum therapie voor een betere oxygenatie zorgt alsook een snellere en hogere inflammatoire respons die vervolgens vroeger normaliseert. Organisaties: • Vakgroep Heelkunde en anesthesie van de huisdieren
Onderzoekers: • Ann Martens
De moleculaire en structurele basis van type-II secretie systemen van pathogene Gram-negatieve bacteriën Universiteit Gent Abstract: Bacteriele type-II secretie systemen (T2SS) zijn geconstrueerd uit verschillende eiwitcomponenten en bieden een modulere moleculaire assemblage voor de secretie van virulentie factoren. Mijn project situeert zich bij de structurele, kinetische en thermodynamische karakterisering van de XcpR ATPase van de opportunistische pathogeen Pseudomonas aureuginosa, en zal leiden tot nieuwe mechanistische inzichten in de werking van T2SS. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Savvas Savvides
Formulatie van ultra kleine vaccin nanopartikels Universiteit Gent Abstract: In dit project beogen we ultra kleine vaccin nanopartikels te ontwikkelen gebaseerd op amfifiele blokcopolymeren die in waterig midden spontaan micellen vormen kleiner dan 100 nm. Deze micellen zullen beladen worden met (1) antigenen, (2) liganden om specifieke subsets van
dendritische cellen te bereiken die gespecialiseerd zijn in antigen presentatie aan CD8 T cellen en (3) immuun-stimulerende liganden die de immuunrespons verder dienen te versterken. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Bruno De Geest
Optimalisatiealgoritmen voor plantenveredeling Universiteit Gent Abstract: Plantenveredeling bestaat uit het creëren van verbeterde variëteiten van gekweekte gewassen. We ontwikkelen algoritmen voor het opstellen van goede kruisingsschema's die leiden tot gewassen met een selectie aan gewenste eigenschappen. Verder ontwerpen we ook algoritmen voor het bepalen van een representatieve deelverzameling uit een grote collectie variëteiten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Veerle Fack
Analyse van de scapulaire spierrecrutering bij patiënten met chronische schouder- en nekpijn, aan de hand van fine-wire EMG en spierfunctionele MRI Universiteit Gent Abstract: Het einddoel van deze studie is om activatie en timing van de verschillende schoudergordelspieren na te gaan bij patiënten met chronische nek- en schouderklachten ten opzichte van gezonde proefpersonen. Alle spieren rondom de scapula zullen geëvalueerd worden tijdens verschillende taken aan de hand van 2 investigaties: EMG en spierfunctionele MRI. Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Ann Cools • Barbara Cagnie
De rol van reactieve zuurstof species en stikstofmonoxide in auxine-gereguleerde PIN trafficking Universiteit Gent Abstract: Het plantenhormoon auxine is een fundamenteel belangrijke regulator van plantengroei en -ontwikkeling. De verdeling van auxine binnen organen hangt grotendeels af van actief cel-cel transport dat gemedieerd wordt door auxine transporters van de PIN familie. De PINs hebben polaire subcellulaire lokalizaties binnen de cel. Hier zal het belang van reactieve zuurstof species en stikstofmonoxide in auxine-gereguleerde PIN trafficking nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Tom Beeckman
Gebruik van elektriciteit voor het sturen van fermentaties en de productie van biochemicaliën Universiteit Gent Abstract: Een nieuwe en geïntegreerde manier om fermenteerbare substanties te gebruiken en biochemicaliën te produceren in een bio-elektrisch systeem wordt ontwikkeld. Organische afval can omgezet worden naar middelketen vluchtige vetzuren aan de kathode door een verandering van procesomgeving. Tegelijkertijd kunnen deze carboxylaten door een anionuitwisselingsmembraan gescheiden worden van de kathode naar de anode, waar ze herwonnen kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Nico Boon • Korneel Rabaey
Grondig onderzoek naar de verstoring van de bloed-hersen en bloed-CSV barrière in systematisch inflammatoire aandoeningen Universiteit Gent Abstract: SIRS is een dodelijke aandoening geassocieerd met systemische inflammatie en orgaandysfunctie. Omdat de hersenen één van de eerste aangetaste organen zijn, willen we hierbij de rol van de hersenbarrières ontrafelen in de communicatie van de periferie met het CZS. Daarbij willen we weten waar, hoe en wanneer de lekkage wordt geïnduceerd, met de bedoeling nieuwe therapeutische targets te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert • Roosmarijn Vandenbroucke
Emotie-regulatie in koppels: een relationele noden perspectief Universiteit Gent Abstract: In het huidige project zullen we de onderliggende assumpties van emotion-focused partnerrelatietherapie onderzoeken. Gebruik makende van een multimethodische analyse - vragenlijst-, dagboek-, scenario-, en observationeel onderzoek- hopen wij een beter inzicht te krijgen in de specifieke relationele noden, primaire/secundaire emoties, en gedragssequensen die aan de basis liggen van een partnerconflict en partnerrelatieproblemen. Deze inzichten hebben onmiddellijke relevantie voor partnerrelatietherapie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Ontwikkeling van hoge-resolutie proxy's als klimaatindicatoren in de tropen Universiteit Gent
Abstract: Het doel is om gedetailleerde metingen van de groei van tropische bomen te bekomen en deze informatie te linken aan hun overlevingstrategie en respons op klimaat/omgeving. De studie focust zich op het Afrikaanse woud in de DRC (Democratische Republiek Congo) en maakt gebruik van klassieke jaarringanalyse en aanverwanten gecombineerd met geavanceerde technieken om structurele en chemische informatie te verkrijgen. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Joris Van Acker
De invloed van sigarettenrook op interacties tussen microbioom en darm: implicaties voor de Ziekte van Crohn Universiteit Gent Abstract: De ziekte van Crohn (CD) is een inflammatoire aandoening van de darmtractus. De meest prominente risicofactor voor ontwikkeling van CD is roken. Vanuit dit oogpunt zullen we de invloed van rookblootstelling op de immuunhomeostase in de darm en de interactie tussen het microbioom en de darmmucosa onderzoeken. Daarbij wensen we tevens de rol van roken op de ontwikkeling van intestinale inflammatie te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Pathologische anatomie
Onderzoekers: • Claude Cuvelier • Guy Brusselle
Belang van niet-pathogene virusen in de efficaciteit van RNAi in de hommel bombus terrestris Universiteit Gent Abstract: Belang van niet-pathogene virusen in de efficaciteit van RNAi in de hommel bombus terrestris Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Guy Smagghe
Functionele karakterisering van de polymorfe membraaneiwitten van Chlamydia psittaci. Universiteit Gent Abstract: Chlamydia psittaci is een obligaat intracellulaire bacterie die ademhalingsifecties veroorzaakt in vogels. Er zijn 9 genotypes in dit species. sommige genotypes zijn virulenter. de moleculaire mechanismen achter deze verschillen zijn nog niet gekend. In dit project willen we achterhalen of de pmp eiwifamilie een rol speelt in het verschil in virulentie, gastheerspecificiteit en weefseltropisme. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Daisy Vanrompay
Ontwikkeling van 'tissue engineered' hartkleppen. Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om repulatie van biologische hartklepmatrices te verkrijgen om zo tot een vitaa tissue- engineered construct te komen dat als prototype van een tissue engineerded hartklep kan dienen. Er kunnen vier grote doelstellingen geformulieerd worden: (1) Matrix optimalisatie, (2) incorporatie van groeifactoren in de biooische matrix, (3) Repopulatie van de matrices beladen met groeifactoren en (4) in vivo evaluatie van de tissue-engçineerde kleppen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon
Ontwikkeling van 'tissue engineered' hartkleppen. Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om repulaie vn biolgische hartklepmatrices te verkrijgen om zo to een viaal vissue engineered construct te komen dat als protoype van een tissueengineered hartklep kan dienen. Er kunnen vier grote doelstellingen geformuleerd woden:(1) Matrix optimalisatie, (2) Incorporatie van groeifactoren in de biolosche matrix, (3) Repopulatie van de matrices beladen met groeifactoren en (4) In vivo evaluatie van de tissue-enineerde kleppen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon
De rol van microRNA's in de pathogenese van T-cel acute lymfoblastische leukemie Universiteit Gent Abstract: T-cel acute lymfoblastische leukemie (T-ALL) is een agressieve bloedkanker met een slechte prognose. In dit project beogen we microRNAs(miRNAs) en bijhorende doelwitgenen te identificeren die via een verstoorde expressie bijdragen tot de pathogenese van T-ALL. Nieuwe inzichten in dit additioneel niveau van genregulatie kunnen mogelijk leiden naar nieuwe therapeutische mogelijkheden in T-ALL. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Methodologie voor risico-analyse ter voorbereiding van de registratie van biologische bestrijders (macro-organismen) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt het uitwerken van een wetenschappelijke methodologie voor de verschillende aspecten van een milieu-impactstudie bij h et gebruik van invertebrate biologische bestrijders in de landbouw. Deze methodologie zal worden getoetst aan de hand van enkele case studies uit verschillende categorieën van macro-organismen: een roofwants, een lieveheersbeestje, een sluipwesp, een roofmijt en een entomopathogene nematode. Het onderzoek kadert in het ontwikkelen van een registratiesysteem voor invertebrate biologische bestrijders in België. Organisaties:
• Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Patrick De Clercq
Begrijpen van de rol van cycline-afhankelijke kinase inhibitoren bij wortelmutsmaturatie Universiteit Gent Abstract: We identificeerde het Arabidopsis SMR5 gen als een nieuwe celcycluscheckpunt regulator die reageert op DNA schade. Via een gist onehybrid (Y1H) analyse werden drie SMR5-bindende transcriptiefactoren geïdentificeerd die voorheen werden gelinkt met wortelmutsmaturatie. In het project zal de rol van SMR5 bij wortelmutsmaturatie in detail worden bestudeerd, zowel onder kontrole condities als bij DNA stress. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Lieven De Veylder
Nieuwe strategieën voor de activatie van het soluble guanylyl cyclase (sGC) en hun potentiële rol in de behandeling van cardiovasculaire aandoeningen en erectiele dysfunctie Universiteit Gent Abstract: sGC is een belangrijk enzym voor de regeling van de bloeddruk en voor het uitlokken van erectie. NO vrijgesteld door endotheelcellen en NANC neuronen is de meest voorkomende activator. Recent intwikkelde geneesmiddelen die direct sGC stimuleren op een NO-onafhankelijke wijze of die sGC stimuleren voor de vorming van CO zijn mogelijk van klinisch belang. Dit project tracht de basismechanismen van deze geneesmiddelen te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Farmacologie
Onderzoekers: • Johan Van de Voorde
Bepalen van een gedetailleerde epidemologie van acute nierinsufficiënte bij intensieve zorg patiënten en evaluatie van een protocol van Early Goal Directed Therapy voor acute nierinsufficiëntie. Universiteit Gent Abstract: De eerste studie heeft als doel om een gedetailleerde epidemiologie te beschrijven van ANI bij intensieve zorg (IZ) patiënten. de 2de studie evalueert de effecten van EGDT bij IZ patiënten. Ze zal toestaan de effecten van Early en Goal Directed Therapy te differentiëren. Tevens worden de effecten op de inflammatoire repsons gemeten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Johan Decruyenaere
De rol van abnormale genregulatie in erfelijke ontwikkelingsaandoeningen. Universiteit Gent Abstract: Long-range regulatorische herschikkingen kunnen leiden tot gewijzigde genexpressie en ziekte door dissociatie van het gen van zijn cisregulatorische sequenties. Door identificatie van long-range regulatorische defecten in verschillende humane transcriptiefactor-gerelateerde aandoeningen en door de zoektocht naar cis-regulatorische elementen van de corresponderende ziektegenen, beogen we een beter inzicht in het aandeel van long-range genetische defecten in de moleculaire pathogenese van genetische aandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Optimalisering van intracavitaire drug delivery in experimentele colorectale peritoneale metastasen door modulatie van de interstitiële weefseldruk. Universiteit Gent Abstract: Er bestaat toenemende belangstelling voor intracavitaire (IC) cytotoxische behandeling van peritoneaal gemetastaseerde colon- en ovariumtumoren. De werkzaamheid van IC chemotherapie is afhankelijk van de mate van weefselpenetratie van het cytostaticum in de peritoneale tumorale nodules. De belangrijkste hindernis voor weefselpenetratie is de hoge interstitiële weefseldruk (IFP) in solide tumoren. Het doel van dit multidisciplinaire project is na te gaan of de drug delivery en effectiviteit van IC toegediend cisplatin en oxaliplatin kan worden verhoogd na manipulatie van de IFP door ingrijpen op de tumor geassocieerde fibroblasten oof op de permeabiliteit van de microvascularisatie. Organisaties: • Vakgroep Heelkunde
Onderzoekers: • Piet Pattyn
Glycomics en Levertransplantatie Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is het bestuderen van het gedrag van glycomics (bepaling van N-glycanen op totaal van eiwitten in serum) voor en na levertransplantatie bij normale patiënten en patiënten die complicaties ontwikkelen. Het doel is enerzijds na te gaan hoe de normale evolutie is na levertransplantatie en anderzijds in pathologische condities. Mogelijks kan deze opgebouwde kennis leiden tot de ontwikkeling van biomerkers. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe
Onderzoek naar de tumor en zijn micro-omgeving als aanknopingspunt voor de beoordeling van therapierespons Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van nieuwe moleculaire hulpmiddelen om nauwkeurig respons op therapie te meten is een van de grote uitdagingen in klinisch kankeronderzoek. Volgens recente bevindingen, kunnen circulerende miRNA moleculen dienen als biomerkers voor kankerdiagnose en prognose. In dit project zullen we de expressie van circulerende miRNA's in het serum van neuroblastoom patiënten voor en na behandeling meten. Ons doel is om een miRNA signatuur te ontwikkelen die de respons op de behandeling in de hoog-risico neuroblastoom patiënten kan voorspellen.
Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Blootstellingstudie van de Belgische bevolking aan mycotoxines via biomerkers Universiteit Gent Abstract: Dit project zal de blootstelling aan mycotoxines in België in kaart brengen via de directe meting van blootstellingsbiomerkers in ochtendurine van een representatieve steekproef van de Belgische bevolking met behulp van een gevalideerde LC-MS/MS methode. Verbanden tussen de gemeten biomerkers en de gerapporteerde consumptie van verschillende voedinsgmiddelengroepen zowel de dag voor de urinecollectie als de vorige maand, zullen onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Stefaan De Henauw • Sarah De Saeger
Ontginnen van microbiologische profielen: clusteranalyse voorbij Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een nieuwe gegevenstype binnen het BioNumericsplatform voor de statistische analyse van massaspectra. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Peter Dawyndt
Doorgedreven identificatie van voor de mens pathogene Shiga-toxine producerende Escherichia coli (STEC) in België Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject omvat 2 delen. In eerste instantie wordt een methode ontwikkeld om levensmiddelen te testen op de aanwezigheid van STEC en vervolgens uit positieve monsters STEC te isoleren. In tweede instantie worden beschikbare STEC isolaten (dieren, levensmiddelen en mens) genetisch gekarakteriseerd om verwantschappen te detecteren en aldus mogelijke contaminatieroutes op te sporen. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Lieven De Zutter
Calcium, een secundaire boodschapper in auxinefysiologie Universiteit Gent Abstract: En de overlevingsstrategie van planten speelt de activiteit van het plantenhormoon auxine een centrale rol. Daarom is het belangrijk te begrijpen hoe de signalisatie tijdens auxineperceptie gebeurt en welke mechanismen de auxinehuishouding (biosynthese, transport, conjugatie en afbraak) beïnvloeden.In dit project zullen de verbanden tussen Ca²+ beschikbaarheid en auxinesignalisatie en -huishouding in detail geanalyseerd worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé • Jiri Friml
Virulentiefactoren van Helicobacter suis geassocieerd met cytoxiciteit, inhibitie van T-cel proliferatie en maagpathologie Universiteit Gent Abstract: De rol van het gamma-glutamyl transpeptidase van H. suis bij de inductie van celdood, het inhiberen van T-cel proliferatie en de inductie van maagpathologie zal nagegaan worden. Andere virulentiemechanismen die eveneens betrokken zijn bij gastheerceldood zullen eveneens onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck
De therapeutische werkzaamheid van doxorubicine liposomen in combinatie met echo contrastvloeistof (microbellen) voor de behandeling van borstkanker: optimalisatie van de techniek en preliminaire studie op honden met mammatumoren Universiteit Gent Abstract: Melkkliertumoren bij honden bieden een interessant vergelijkingsmodel voor tumoren en borstkanker bij vrouwen. Contrastechografie (CEUS) kan de efficiëntie van chemotherapeutica verhogen aangezien medicatie ingebracht wordt in de lipidekapsels van de microbelletjes. Met dit vernieuwende onderzoek hopen we diagnostische en verbeterde efficiëntie van CEUS bij melkkliertumoren bij honden aan te tonen en meteen ook de waarde van het hondenvergelijkingsmodel voor borstkankerbehandelingen bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie van de Kleine Huisdieren
Onderzoekers: • Jimmy Saunders
Implantology for Dummies Universiteit Gent Abstract: Implantology for dummies Biomet 3i LLC Organisaties: • Vakgroep Tandheelkunde
Onderzoekers: • Hugo De Bruyn
Ontwikkeling van innovatieve strategieën gebaseerd op quorum sensing inhibitie voor de behandeling en preventie van infecties gerelateerd aan medische materialen Universiteit Gent Abstract: Microorganismen in biofilms zijn resistenter tegen antibiotica. Dit bemoeilijkt behandeling van biofilm-gerelateerde infecties. Bacteriële celcommunicatie (quorum sensing, QS) kan een rol spelen in resistentie. Het doel is het ontwikkelen van biomaterialen beladen met QS inhibitoren en evalueren van hun effect op microbiële adhesie en antibiotica-gevoeligheid. Deze therapie zal ook geëvalueerd worden voor de behandeling van chronische wond en respiratoire infecties. Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Tom Coenye
Denitrificatie in Firmicutes als model voor het 'ecologische coherentie' principe in bodemfunctionering Universiteit Gent Abstract: Het recent voorgestelde ?ecologische coherentie principe? stelt dat bacteriën in verschillende hogere taxa specifieke ecologische eigenschappen delen, en dus verschillend kunnen beinvloed worden door varierende omgevingscondities. Gram-positieve denitrificerende bacteriën zullen in dit project gebruikt worden om dit principe af te toetsen. Indien correct, dan zal deze differentiële respons van denitrificerende bacteriën van verschillende phyla op landbouwmanagement een grote impact hebben op toekomstige N2O emissiemodellen en reductieprotocols. Organisaties: • Vakgroep Biochemie en Microbiologie
Onderzoekers: • Paul De Vos
ICP Food Technology 2013-2014 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Koen Dewettinck
Multilevel functionele karakterisering van de miRNome bij kanker Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Jo Vandesompele
Genetische defecten in chromatine regulatoren in T-cel acute lymfatische leukemie Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Technologie-ontwikkeling voor de verbetering van de bodemvruchtbaarheid , gewasopbrengst en voedselzekerheid op kleinschalige boerderijen in West-Kenia Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste biowetenschappen
Onderzoekers: • Geert Baert
Moleculaire therapie van neuroblastoom: een p53-georiënteerde benadering Universiteit Gent Abstract: De p53 signaalweg vormt een aantrekkelijk aangrijpingspunt voor moleculaire therapie van neuroblastoom. We zullen proberen een klinische studie te starten met de p53-activerende molecule nutlin-3 in neuroblastoom, niet-coderende RNA-moleculen en SNPs te karakteriseren die het p53 netwerk in neuroblastoom beïnvloeden, te onderzoeken hoe het MYCN oncogen de p53 respons op chemotherapie verandert, en nieuwe doelwitten voor moleculaire therapie te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Gericht wijzigen van mucosale darmbacteriën: een nieuw doel voor verbeterde ontwikkeling van functionele voeding Universiteit Gent Abstract: Gedurende de evolutie kwam een fascinerende interactie tot stand tussen de mens en zijn darmbacteriën. Recente ecologische wijzigingen veranderden deze microbiële gemeenschap drastisch, wat in verband wordt gebracht met zwaarlijvigheid, ontstekingsziekten en allergieën. Om dergelijke ziekten te bestrijden, kan men functionele voeding consumeren. Dit onderzoeksproject zal ophelderen welke bacteriën door dergelijke voeding gewijzigd moeten worden ter hoogte van de darmwand. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Tom Van de Wiele
Het meten van de stabiliteit van biochar in de bodem van 13C labeling Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biosysteemtechniek
Onderzoekers: • Wolter Prins
Interacties tussen geslachtshormonen, botgeometrie en lichaamssamenstelling bij transseksuele personen Universiteit Gent Abstract: Context De behandeling van gender identiteitsstoornis induceert een veranderd hormonaal milieu. Design Prospectieve interventiestudie bij 100 transseksuelen Cross-sectionele studie na langdurige hormonale therapie bij 50 vrouw-naar-man transseksuelen Doel Interacties tussen bot, vet, geslachtshormononen en metabolisme onderzoeken bij cross-gender hormonale therapie Methodes Beeldvorming van bot en lichaamssamenstelling, serum/weefsel hormonen, spier/vet biopsies en mRNA expressie van regulerende factoren Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy T'Sjoen
verkenning van de immunogeniciteit van apoptose , necroptose en autofagie in experimentele anti- kankerbehandelingen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Identificatie van genen betrokken bij adhesie van Helicobacter heilmannii aan het maagslijmvlies Universiteit Gent Abstract: Helicobacter heilmannii koloniseert de maag van honden en katten die een bron van infectie kunnen zijn voor de mens. Het is nog niet geweten hoe deze bacterie de maag koloniseert en hoe het ziekte veroorzaakt. In dit project zullen H. heilmannii genen die betrokken zijn bij adhesie aan het maagslijmvlies geïdentificeerd worden en hun rol in pathogenese zal bepaald worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Freddy Haesebrouck
Biomoleculen van de zee voor het herstel van het milieu en de gezondheidszorg Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Onderzoek naar de bijdrage van plant-bodem biotische interacties tot de homogenisering van kruidlaaggemeenschappen in bossen Universiteit Gent Abstract: De studie van biologische homogenisering is een zeer actueel onderwerp in het ecologisch onderzoek. Voor kruidlaaggemeenschappen in bossen is het bekend dat veranderingen in abiotiek en verstoringen homogenisering veroorzaken. Plant-bodem interacties op een veel kleinere schaal zijn echter waarschijnlijk ook belangrijk. Daarom zullen we in deze studie de rol van plant-bodem feedbacks in de toenemende homogenisering van kruidlaaggemeenschappen onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
Evolutie en dynamiek van collenchymatische celwanden: een structureel-functionele benadering Universiteit Gent Abstract: De specifieke eigenschappen van plantenweefsels hangen af van de combinatie van polymeren in hun celwanden. Gedetailleerde informatie over weefsel-specifieke celwandsamenstelling ontbreekt echter. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in structureel-functionele eigenschappen van collenchymatische celwanden door het bestuderen van hun evolutie, celwandsamenstelling, dynamiek en biomechanische eigenschappen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ronald Viane
Karakteristieke glycosylatiepatronen op het oppervlak van het porcien reproductief en respiratoir syndroom virus (PRRSV) en PRRSV-geïnfecteerde cellen en hun betrokkenheid in interacties met siaalzuurbindende lectines van het
immuunsysteem Universiteit Gent Abstract: Het porcien reproductief en respiratoir syndroom virus (PRRSV) is een belangrijke pathogeen bij varkens. Het doel van dit onderzoeksproject is zowel de virus-gelinkte glycanen als de invloed van PRRSV infectie op cellulaire glycosylatie te onderzoeken. Verder zal ook de interactie van deze glycanen met siaalzuurbindende immuunsysteem lectines worden bekeken, aangezien deze vaak cruciaal zijn in regulatie van immuunresponsen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Hans Nauwynck
Dissociaties tussen "wanting" en "liking" in verslaving Universiteit Gent Abstract: Invloedrijke theorieën veronderstellen dat verslaving wordt gedreven door drug "wanting" and niet door drug "liking". Ons doel is deze dissociatie te onderzoeken. We zullen paradigma's die worden geacht "wanting" en "liking" te meten valideren in steekproeven van druggebruikers en we proberen daarmee verslavingsgedrag op individuele basis te voorspellen. Daarnaast onderzoeken we met behulp van conditioneringsprocedures hoe deze dissociatie ontstaat. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Beste landbouwpraktijken van teelten in combinatie met nateelten/vanggewassen Universiteit Gent Abstract: Het gebruik van vanggewassen is een agromilieumaatregel die tot doel heeft de verliezen van stikstof na een bepaalde teelt (in casu graangewassen) te verminderen in vergelijking met een teelt die niet door een vangewas wordt gevolgd. Bij toediening van een bijkomende bemesting op de graanstoppel moet het dus zo zijn dat de N-verliezen door uitspoeling kleiner zijn dan bij een (onbemeste) graanstoppel die niet gevolgd wordt door een vanggewas. Bovendien mogen de verliezen niet significant groter zijn dan bij een graanstoppel gevolgd door een nietbemest vanggewas. De onderzoeksvraag vanuit VLM is dus in eerste instantie of een bemesting op de graanstoppel, gevolgd door een vanggewas, mogelijk is binnen deze randvoorwaarden, en hoe groot deze bemesting dan kan zijn. Aangezien deze bemesting op de stoppel momenteel begrepen is in de totale bemestingsnorm voor het graangewas is het noodzakelijk een globale evaluatie van de bemestingsnorm uit te voeren. Bijkomend moet nagegaan worden wat de effecten zijn van het inbrengen van het vanggewas, met bijkomende bemesting, op de opbouw van organische (kool)stof in de bodem. Binnen de steeds strenger wordende bemestingsnormen in Vlaanderen is het behoud of de opbouw van bodem organische stof (BOS) immers een zeer grote bezorgdheid. Het doel van het voorliggende onderzoeksproject is om via een combinatie van een literatuurstudie, vroegere proefveldgegevens, gerichte veldproeven, incubatieproeven en modellering binnen een strikt tijdskader een onderbouwd antwoord te geven op deze vragen. Een expliciet doel is het dusdanig opzetten van de proeven en modelsimulaties dat publicatie van (minstens een deel van) de resultaten in internationale peer-review tijdschriften mogelijk is tegen eind 2013. De toetsing van dit onderzoek aan internationale wetenschappelijke expertkennis via dergelijke publicaties zal immers één van de sterkste argumenten zijn om de DG Environment van de EC te overtuigen van de degelijkheid van het gevoerde onderzoek. Eventueel kunnen leden van het consortium de resultaten van dit onderzoek mee gaan verdedigen bij de DG Environment; op dergelijk moment kan de wetenschappelijke expertise van het consortium doorslaggevend zijn. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Stefaan De Neve
Studie van de pathogenese van arteriële tortuositeit door gebruik van zebravis als modelorganisme Universiteit Gent Abstract: Het arteriëel tortuositeitssyndroom (ATS) is een recessieve aandoening die voornamelijk gekarkateriseerd wordt door tortuositeit van de arterieën en dat veroorzaakt wordt door mutaties in het SLC2A10 gen. Doelstelling is om de pathogenetische mechanismen in het eerder gecreëerde zebravismodel te ontrafelen. Verder zal ook getracht worden om de zebravis bevindingen te valideren in een humaan model systeem via gebruik van cellijnen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
De rol van Glutathion en Ascorbaat in de regulatie van superoxide dismutase na Cadmium- en Koperstress in Arabidopsis thaliana Universiteit Hasselt Abstract: Industriële en landbouwontwikkelingen hebben geleid tot de huidige, wereldwijde metaalvervuiling. Planten kunnen metalen opstapelen, wat een ernstige bedreiging vormt voor de voedselketen en bijgevolg ook voor de gezondheid van mens, dier en plant. Het is daarom van belang om de impact van de aanwezige historische vervuiling op de omgeving in te schatten, alsook de metaalblootstelling te verminderen. Een belangrijke factor van het celmetabolisme is de cellulaire redoxstatus, een evenwicht tussen pro- en antioxidanten dat verstoord wordt door externe stressfactoren zoals metalen. Reactieve zuurstofvormen vormen een belangrijk deel van de pro-oxidanten terwijl het antioxidatief verdedigingssysteem bestaat uit enzymen zoals superoxide dismutasen en metabolieten zoals glutathion en ascorbaat. De pathway van superoxide dismutase-regulatie bij cadmium- en koperstress bevat significante hiaten die opgehelderd dienen te worden. In mijn masterthesis werd bovendien een interactie ontdekt tussen antioxidatieve enzymen en metabolieten. Onderzoek in een multipollutie context is eveneens erg belangrijk vanwege het veelal gecombineerd voorkomen van verschillende metalen. Kennis hieromtrent is echter zeer beperkt. Dit onderzoek beoogt het gebruik van glutathion en ascorbaat enerzijds om de kwaliteit en bewaarbaarheid van voedsel te meten en anderzijds als aanvullende parameters voor de bepaling van de plant fitness na een korte blootstelling met een predictieve waarde voor de potentiële biomassaproductie op langere termijn. Hiertoe wordt Arabidopsis thaliana blootgesteld aan cadmium en koper. Met deze studie trachten we de kennis omtrent de regulatie van superoxide dismutase bij cadmium- en koperstress te vervolledigen en inzicht te verwerven in de rol van de essentiële metabolieten glutathion en ascorbaat binnen deze regulatie. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Ann CUYPERS
Determinanten van bovenste lidmaat functie bij personen met Multiple Sclerosis: een bimanuele evaluatie- en trainingsbenadering. Universiteit Hasselt Abstract: Bovenste lidmaat disfunctie is een veel voorkomend functioneringsprobleem bij personen met een neurologische aandoening, dat het efficiënt uitvoeren van activiteiten van het dagelijkse leven belemmert, zeker indien symptomen bilateraal voorkomen zoals bij MS. Ondanks de grote functionele impact, werd nog maar weinig onderzoek verricht bij MS. Recent onderzoek bij CVA toont aan dat intensieve technologieondersteunde unilaterale training alsook repetitieve bilaterale armtraining leidt tot een verbetering van motorische functies in de arm, maar slechts een beperkt effect heeft op functionaliteit. Daarnaast wordt bij interventie studies meestal enkel de unilaterale arm functie getest, terwijl erg veel ADL activiteiten worden uitgevoerd met beide handen/armen. In feite zijn de bewegingskenmerken en sensomotorische vereisten van bilaterale activiteiten niet goed gekend. Dit voorliggend project focust op het ontwikkelen van een objectief, kwantitatief bewegingsprotocol voor relevante bimanuele activiteiten, om vervolgens inzicht te verwerven in de determinanten hiervan. Evaluaties zullen gebeuren bij gezonde personen alsook patiënten met een uni- of bilaterale bovenste lidmaat disfunctie (CVA, MS). Gebaseerd op de determinanten zal een interventie studie plaatsvinden die de effecten van verschillende benaderingen van bimanuele trainingsprogrammas (repetitieve versus functionele hand bewegingen, deze laatste getraind in een virtuele leeromgeving) onderzoekt bij personen met MS, eveneens in vergelijking met unilaterale arm training. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Peter FEYS
Genetisch gemanipuleerde endofyten en hun potentieel om fytoremediatie van bodems verontreinigd met toxische explosieven te verbeteren Universiteit Hasselt Abstract: De grootschalige industriële productie van explosieven (TNT en RDX) en hun inzet voor militaire doeleinden, heeft geleid tot een wereldwijde verspreiding van deze toxische stoffen in het milieu. Fytoremediatie, gebruik makend van planten en hun geassocieerde bacteriën, is een veel belovende techniek om verontreinigde bodems en (grond)water te saneren. Omdat explosieven zeer slecht biologisch afbreekbaar zijn, zal ik trachten de fytoremediatie te verbeteren door natuurlijke- en genetisch gemodificeerde plant-geassocieerde bacteriën die explosieven kunnen afbreken, aan te rijken in planten om zo de fytotoxiciteit te verminderen. De microbiële diversiteit en explosieven-afbraak capaciteit van bodem en plant-geassocieerde bacteriën aanwezig op een Belgisch militair domein zal onderzocht worden. Een selectie van de meest geschikte natuurlijk voorkomende degraderende plant-geassocieerde bacteriën zal gebruikt worden voor een selectieve aanrijking in grassen en populier. Hun potentieel om de fytoremediatie te verbeteren wordt geëvalueerd aan de hand van afbraak-capaciteit en mogelijke reductie van de evapotranspiratie van oorspronkelijke componenten en tussenproducten. Daarnaast zullen deze bacteriën samen met degraderende bodembacteriën gebruikt worden als donor van een explosieven-afbraak route voor de genetische modificatie van plant-endofyten. Het potentieel van deze transconjuganten om de fytoremediatie te verbeteren zal ook beoordeeld worden. Tot slot zal een veld-studie worden uitgevoerd. Samengevat, dit project zal meer inzicht verschaffen in hoe plant-bacterie interacties de fytoremediatie kunnen verbeteren en het kadert ook perfect binnen het fytoremediatie-onderzoek, lopende aan de Uhasselt. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Nele WEYENS
De potentiële rol van wilg-geassocieerde bacteriën bij fyto-extractie van metaalverontreinigde bodems. Universiteit Hasselt Abstract: Metaalvervuiling bedreigt zowel de omgeving als de mens. Fytoremediatie is een milieuvriendelijke manier om vervuilde bodems en grondwater te zuiveren met behulp van planten en hun geassocieerde bacteriën. Ondanks het feit dat fytoremediatie veelbelovend is, moeten nog verschillende tekortkomingen opgelost worden. Zo is de biobeschikbaarheid van toxische metalen meestal te laag, waardoor ze niet binnen een aanvaardbaar tijdsbestek uit de grond geëxtraheerd kunnen worden. Hoge concentraties van toxische metalen in de planten kunnen fytotoxiciteit veroorzaken. Deze tekortkomingen kunnen opgelost worden door bepaalde eigenschappen van plant-geassocieerde bacteriën te gebruiken. Ze kunnen bijvoorbeeld sideroforen en/of organische zuren produceren die de biobeschikbaarheid van metalen kunnen verhogen of ze beschikken over metaal-resistentie/sekwestratie systemen die de fytotoxiciteit verlagen. Ook kunnen ze de plantgroei verbeteren. Van 4 wilgklonen met verschillende metaal extractiecapaciteiten en gevoeligheden wordt onderzocht of de verschillen te wijten zijn aan de geassocieerde bacteriën. Hiertoe worden de bacteriële gemeenschappen geïsoleerd en genotypisch alsook fenotypisch gekarakteriseerd, waarbij een nieuwe bacteriële database gecreëerd wordt. Vervolgens wordt een selectie van de bacteriën met de meest belovende kenmerken geïnoculeerd in verschillende wilgklonen. Dit wordt zowel op laboratorium schaal als in het veld uitgevoerd met de bedoeling een verbeterde fytoextractie voor Cd/Zn en een verlaagde fytotoxiciteit te verkrijgen. Dit project kadert binnen het CMK-speerpunt dat mogelijkheden onderzoekt naar het gebruik van bacteriën om de fytoremediatie van vervuilde sites te verbeteren. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Nele WEYENS
De rol van humane dentale pulp stamcellen (hDPSC) in angiogenese en beenweefsel reconstructie. Universiteit Hasselt Abstract: Het gebruik van stamcellen is een veelbelovende strategie in het veld van botweefselregeneratie. Terwijl de benutting van embryonale stamcellen het hoofd biedt aan grote technische en ethische moeilijkheden, zijn pogingen gestart om volwassen stamcellen toe te passen. Onlangs is gebleken dat menselijke volwassen stamcellen geïsoleerd van tandpulp (hDPSC) multipotente stamcellen zijn die in staat zijn om te differentiëren in botweefsel. Het succes van het bouwen van botweefsel hangt af van zuurstof-en voedingtransport van de ingeprente cellen. Dus is een geschikte vorming van bloedvaten (=angiogenese) rond het ingeprent weefsel onmisbaar voor de overleving van nieuw gevormd weefsel. Daarom beoogt mijn project het bestuderen van de bloedvaatvorming geïnduceerd door hDPSC in verschillende in vivo en in vitro modellen en het identificeren van angiogene eiwitten geproduceerd door hDPSC. De tweede doelstelling van mijn onderzoek is het verbeteren van de bloedtoevoer van bloedweefselentingen. Voor dit doel zal de hDPSC eerst worden gedifferentieerd in endotheliale cellen in vitro. Dan zullen co-cultuur systemen van endotheliale-gedifferentieerde hDPSC en ongedifferentieerde hDPSC in vivo worden onderzocht en de bloedvaatvorming in deze coculturen zullen worden vergeleken met culturen met alleen ongedifferentieerde stamcellen. De informatie verzameld van dit onderzoeksproject kan ondersteuning bieden bij de mogelijkheid van het gebruik van hDPSC voor het bouwen van gemineraliseerd weefsel.
Organisaties: • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Ivo LAMBRICHTS
Genetisch gemanipuleerde endofyten en hun potentieel om fytoremediatie van bodems verontreinigd met toxische explosieven te verbeteren Universiteit Hasselt Abstract: De grote schaal productie en het gebruik van militaire explosieven (bv. TNT en RDX)heeft geleid tot een wereldwijde introductie van deze giftige verbindingen in het milieu. Fytoremediatie, een plant-bacterieën gebaseerde remediatie technologie is een veelbelovende methode voor de schoonmaak van bevuilde bodems en (grond)water. Aangezien explosieven heel weerspannig zijn, zal ik natuurlijke en genetisch aangelegde plantgeassocieerde bacteriën exploiteren, bekwaam om gedegradeerde explosieven, in associatie met planten om fytotoxciteit en fytoremediatie te verbeteren. De microbiële diversiteit en explosieven-degradatie capaciteit van bodem bacteriën, aanwezig op een militaire plaats, zal onderzocht worden. Plant-geassocieerde en bulk bodem bacteriën zullen onderzocht worden op hun capaciteit om explosieven te degraderen. Natuurlijk voorkomende gedegradeerde plant-geassocieerde stammen zullen verrijkt worden om hun potentieel om fytoremediatie te verbeteren, te evalueren. Als alternatief kunnen ze ook gebruikt worden samen met gedegradeerde bodem bacteriën als donor-stammen voor genetische bouwkunde, in welke een specifieke plant-endofyt een degradatie pad via natuurlijke gen transfer verkijgt. Fytotoxciteit en fytoremediatie experimenten gebruik makend van populieren en grassen, ingeënd met de natuurlijk gedegradeerde plant-geassocieerde bacteriën of de transconjugants, zullen uitgevoerd worden. Uiteindelijk zal een veldonderzoek opgezet wroden. Samengevat is dit onderzoek belangrijk om inzichten in de plant-bacteriën interacties in de verbetering van fytoremediatie te versterken aangezien dit een wereldwijd geaccepteerde remediatie strategy aan het worden is. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Nele WEYENS
Studie naar de afbraak van organisch materiaal door ectomycorrhizaschimmels: Wat is hun bijdrage aan de mobilisatie van organische C en N? Universiteit Hasselt Abstract: In gemengde bossen is de toegankelijkheid van stikstof de belangrijkste determinant van de boom productiviteit. Symbiotische ectomycorrhiza fungi (ECM's) geven bomen toegang tot stikstof bronnen die anders niet beschikbaar zijn, door de afscheiding van enzymen, die organisch materiaal afbreken. Echter, in bosbodems komen ectomycorrhizae in concurrentie met andere schimmels die leven op dood plantenmateriaal voor het verkrijgen van stikstof. De relatieve bijdrage van ectomycorrhiza schimmels in de afbraak van organisch materiaal is moeilijk te schatten. Dit afbrekend vermogen wordt vaak gemeten met enzymatische assays die niet erg representatief zijn voor het veld. Voor een volledig begrip van de afbraakroutes, moet een breed scala van enzymen onderzocht worden vanwege de chemische complexiteit van organisch materiaal. Uiteindelijk kunnen sommige niet-enzymatische mechanismen ook betrokken worden bij de afbraak van organisch materiaal. Het doel van dit project is om in detail de afbraak van organisch materiaal en de overname van organische stikstof door ectomycorrhizae te beoordelen, met behulp van nieuwe exhausieve en veld-gebaseerde benaderingen. Onze hypothese is dat de afbraak van organisch materiaal door de ECM's onderschat is en dat deze schimmels in staat zijn om complexe organische matrices grondig te wijzigen en te transformeren, door de afscheiding van enzymen die amper opgemerkt zijn door conventionele testen en (of) met behulp van niet-enzymatische mechanismen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT
De associatie tussen in utero blootstelling aan fijn stof en de microvasculatuur bij kinderen, een moleculair epidemiologische studie. Universiteit Hasselt Abstract: Verscheidene studies hebben aangetoond dat er een associatie is tussen blootstelling aan fijn stof en cardiovasculair morbiditeit en mortaliteit. Als onderliggend mechanisme worden veranderingen in de microvasculatuur aangehaald, ondersteund door het feit dat epidemiologische data suggereren dat fijn stof een invloed heeft op de microvasculatuur. Onderzoek toont aan dat de voorbeschiktheid voor cardiovasculaire aandoeningen mogelijk zijn oorsprong heeft in utero, maar tot op heden zijn er geen studies die het effect van blootstelling aan fijn stof tijdens de zwangerschap op de microvasculatuur onderzoeken. Het doel van dit project is om via een moleculair epidemiologische benadering de associatie tussen in utero blootstelling aan fijn stof en de microvasculatuur bij kinderen te onderzoeken als een opvolgstudie van het ENVIRONAGE geboortecohort. Gebruik makend van een niet-invasieve techniek, namelijk retina fotografie, onderzoek ik de microvasculatuur van kinderen tussen 4 en 6 jaar. Persoonlijke blootstelling aan luchtverontreiniging wordt geschat aan de hand van modellering op basis van indicatoren van verkeer. Biomoleculaire merkers, zoals mitochondriale DNA inhoud, worden geïmplementeerd in de analyses om hun associatie met fijn stof blootstelling en de microvasculatuur te onderzoeken. Deze studie biedt nieuwe inzichten naar de impact van luchtverontreiniging op de etiologie van cardiovasculaire aandoeningen tijdens een gevoelige periode in het leven. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Michelle PLUSQUIN • Tim NAWROT
Sport training in de nuchtere vs. post-prandiale toestand om de klinische voordelen van sport interventie op lange termijn bij type 2 diabetes patiënten te verhogen Universiteit Hasselt Abstract: In de zorg voor mensen met type 2 diabetes (T2DM), wordt oefeningsingrijpen beschouwd als een hoeksteen. Gestructureerde oefeningstraining op lange termijn bij personen met T2DM leidt tot een belangrijke verbetering van de bloedglucoseregulatie, wat leidt tot een vermindering van het risico op hart-en vaatziekten en verhoging van de levensverwachting. In de afgelopen decennia, werd het nagestreefd om de
klinische voordelen van lichaamsbeweging interventies verder te optimaliseren bij personen met T2DM. Een grotere verbetering van de bloedglucoseregulatie wordt bereikt bij personen met T2DM bij het verlengen van sport interventie, het toevoegen van weerstand (kracht) oefeningen bovenop oefeningen van uithoudingsvermogen, en het frequenter sporten. Ondanks de veelbelovende verbetering van de klinische effectiviteit van oefeningsinterventie bij personen met T2DM, blijft er ruimte voor verbetering aanwezig. In dit verband, blijft optimalisatie van de timing van de inspanningen nog niet voltooid. Momenteel is er een intens debat in gang zijnde wanneer personen met T2DM moeten sporten: in nuchtere toestand (voor het ontbijt) of in de postprandiale toestand (na het ontbijt)? Fysieke training bij nuchtere toestand kan leiden tot een vermindering van vetzuren en/of verbetering van de vetzuuroxidatie capaciteit in skeletspieren. Aan de andere kant, zou buitensporig sporten na het ontbijt de enorme stijging van de bloedglucose concentraties tegengaan wat typisch aanwezig is bij T2DM. Beide mechanismen zouden dus leiden tot een verbetering van de bloedglucoseregulatie op de lange termijn bij personen met T2DM. Daarom, moet nog onderzocht worden of de grootste verbetering van de bloedglucoseregulatie bij personen met T2DM resulteert uit langdurige sport interventie waarbij trainingssessies worden uitgevoerd op de nuchtere maag (vóór het ontbijt) of postprandiale toestand (na het ontbijt). Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Health Care • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Dominique HANSEN • Inez WENS • Paul DENDALE • Bert OP 'T EIJNDE • Kenneth VERBOVEN
Plantensterolen in herstel van Multiple Sclerosis Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van mijn onderzoek is na te gaan of inname van plantaardige sterolen de reparatie van beschadigde centrale zenuwstelsel (CZS) en daarmee de progressie van multiple sclerose (MS) moduleert. MS is een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel die bij 1 op de 1000 jonge volwassenen voorkomt in de bloei van hun leven. MS wordt gekenmerkt door immuun cel gemedieerde destructie van de isolerende myelineschede rond neuronale uitlopers (demyelinisatie). Tot op heden is er geen effectieve behandeling beschikbaar en de huidige behandelingen zich alleen op de beginfase van de ziekte richten, terwijl herstel van aangetaste/beschadigde sites is nog niet mogelijk is. Plantensterolen zijn de plantaardige analogen van zoogdier cholesterol. Interessant is dat blijkt uit recente gegevens dat inname van plantensterolen de klinische uitkomst van MS in een diermodel aanzienlijk verbetert. Inname van plantaardige sterolen staan erom bekend dat ze de lever X receptoren (LXRs) activeren. LXRs zijn belangrijke regulatoren van het cellulaire sterolmetabolisme, noodzakelijk bij de reparatie van beschadigde myelineschedes (remyelinisatie). Om de beschermende effecten van plantensterolen bestuderen maak ik gebruik van het cuprizone model, een goed gekarakteriseerd diermodel voor de- en remyelinisatie te bestuderen. Belangrijk is dat de verkregen gegevens gevalideerd zijn bij menselijke MS weefselmonsters. Resultaten uit mijn innovatieve studie in het opkomend gebied van 'nutritional neuroscience' zullen uiteindelijk de potentie van plantensterolinname om herstelprocessen in de hersenen te stimuleren onthullen, deze hebben belangrijke implicaties voor de behandeling van MS en andere demyeliniserende ziektes. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS • Tim VANMIERLO
Cadmium-geïnduceerde responsen in Arabidopsis thaliana: oxidatieve stress en de effecten op mitochondriaal niveau Universiteit Hasselt Abstract: Ons leefmilieu is vervuild met zware metalen, zoals cadmium (Cd), die aanwezig zijn in grond, lucht, water en sedimenten. Dit leidt wereldwijd tot een verminderde biomassaproductie en daarmee samenhangende economische verliezen. In planten kan blootstelling aan Cd op cellulair niveau oxidatieve stress induceren. Deze conditie kan resulteren in cellulaire schade en/of signalisatie. Mitochondriën zouden in deze omstandigheden een belangrijke rol kunnen spelen, aangezien ze stressgevoelig zijn. Het doel van dit onderzoeksproject is het bestuderen van de relatie tussen oxidatieve stress en zijn effecten (celschade en/of signalisatie) en de eventuele rol van de mitochondriën in deze processen. Hiertoe wordt het modelorganisme Arabidopsis thaliana gedurende 24 of 72 uur blootgesteld aan verschillende Cd-concentraties. Het project bestaat uit drie werkpakketten. Vooreerst wordt bepaald welke Cd-concentraties significante effecten op biochemisch en/of macro/microscopisch niveau induceren (range finding). Deze subletale concentraties worden vervolgens gebruikt om de oxidatieve stress signatuur van zowel intacte planten als celculturen te bepalen. Tenslotte wordt de eventuele rol van de mitochondriën in Cd-geïnduceerde cellulaire stress responsen onderzocht. Structurele en functionele gevolgen worden bestudeerd, waarnaast mitochondriale gen- en eiwitexpressie profielen worden opgesteld om te bepalen welke componenten beïnvloed worden door blootstelling aan Cd. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Ann CUYPERS
Brains (Back) to Brussels 2009 - verankering: systeemniveau analyse van de menselijke micriobiome in gezondheid en ziekte Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de werking van menselijke microbiale flora. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jeroen RAES • PIERRE CORNELIS
Karakterisatie van proteine-DNA bindingsinteracties a.d.h.v. vastestofnanoporien. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit werk is de ontwikkeling van een meettoestel waarmee zeer nauwkeurig, snel en goedkoop proteïne-DNA bindingsenergieën kunnen bepaald worden. De bedoeling is niet enkel om PMW's af te leiden, maar ook om coöperatieve bindingsenergieën in
functie van de afstand in baseparen tussen verschillende bindingsplaatsen te kunnen bepalen. We hebben nl. reeds aangetoond dat a.d.h.v. deze energieën de methode om scores toe te kennen sterk verbeterd kan worden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • DANIEL CHARLIER
Ontleding van de dendritische cel biologie en de signalen die lymfociet activatie controleren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Introductie: Sinds de eerste beschrijving van dendritische cellen (DC) begin jaren '70 is het duidelijk geworden dat het om een uniek celtype gaat met uitzonderlijke antigen-presenterende capaciteit (Steinman and Cohn, 1973). Deze heterogene groep van cellen is verantwoordelijk voor het dirigeren van T cel responsen, gaande van negatieve selectie in de thymus en inductie van perifere tolerantie tot het stimuleren van afweer en geheugen responsen (Steinman, 2007). Organisaties: • Fysiologie
Validatie, verbetering van de kwaliteitscontrole en implementatie van technologiëen en technieken die geagregeerde gegevens bieden voor volksgezondheid op lange termijn. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vergrijzing van de bevolking vereist meer en meer nieuwe diagnose- en behandelingsmethoden om de kwaliteit van leven te behouden en te verbeteren. De betrouwbare en precieze bepaling van de lichaamssamenstelling heeft een groot potentieel in de verbetering van de gezondheidszorg. Om de kwaliteit van de gezondheidszorg te blijven garanderen en de kosten te beveiligen dient enerzijds het gebruik van nieuwe hoog technologische methodes te worden gevalideerd, en anderzijds dienen betere klinische alternatieven te worden aangereikt. Dit project wil in een eerste fase nagaan of dual energy X-ray absorptiometrie (DXA) een valide alternatief is voor de CT-scan in de bepaling van de lichaamssamenstelling. Er zal worden nagegaan of de waterinhoud van de verschillende lichaamweefsels de bepaling van de lichaamssamenstelling door DXA beïnvloedt. In een tweede fase zal worden nagegaan met welke precisie het nemen van uitwendige lichaamsmaten de lichaamssamenstelling kan voorspellen. Tenslotte zal een klinisch betrouwbaar alternatief voor de BMI gezocht worden als instrument am de lichaamssamenstelling te bepalen. In dit kader dient het gebruik van ultrageluid als draagbaar alternatief te worden onderzocht. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • Erik CATTRYSSE • JAN PIETER CLARYS
Wat is het effect van sportbeoefening op de achteruitgang van de cognitieve functie bij Type I Diabetes Melitus patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het gebruik van exogeen insuline stelt Type I diabetes Mellitus patienten (T1DM) in staat het glucose gehalte in hun bloed dagelijks te handhavcn. Hct gebruik van insuline echter, kan hypoglycemie bij deze TlDM patienten veroorzaken. De gevolgen hiervan kunnen hoog oplopen: hypoglycaemia kan zowel een afname van de cognitieve functie als hersenschade veroorzaken. Het is allom bekend dat TIDM patienten eveneens kunnen genieten van de gunstige effecten van sportbeoefening, zelfs op het allerhoogste niveau. Indien een T1DM patient erin slaagt om zijn glucose gehalte in het bloed onder controle te houden, kunnen de positieve gevolgen van sport de negatieve gevolgen van deze aandoening overstijgen. Brain-Derived Neurotrophic Factor (BDNF) is de meest voorkomende neurotrofine in de hersenen en is een cruciale factor in de neurogenese. Deze neurogenese speelt op zijn beurt een rol in het ontstaan van leerprocessen. Het vrijkomen van BDNF wordt beinvloed door het uitoefenen van sport. Maar of sporten hetzelfde effect heeft op neurogenese en BDNF bij TlDM patienten is niet geweten. In dit project willen we nagaan of gecontroleerd uitoefenen van sport dezelfde gunstige effecten heeft T1DM patienten. Dit zal verwezenlijkt worden door het combineren van dierlijke proeven als studies op mensen waarbij parameters van cognitie gemeten zullen worden. Uit de resultaten van deze studie zullen specifieke richtlijncn voor TlDM patienten opgesteld kunnen worden om zo de afname van de cognitieve functie te verminderen, zodat ook zij verantwoord aan sport kunnen doen. Organisaties: • Menselijke Fysiologie
Onderzoekers: • ROMAIN MEEUSEN
Zoektocht naar anticonvulsieve en antiepileptogene neuropeptiden als strategie voor de ontwikkeling van innovatieve toekomstige antiepileptica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neuropeptiden en hun receptoren zijn veelbelovende aangrijpingspunten voor toekomstige behandelingsstrategieën voor epilepsie. Onze onderzoekscentra hebben reeds ervaring met het farmacologisch karakteriseren van de anticonvulsieve werkingsmechanismen van peptiden zoals somatostatine, cortistatine en neuropeptide Y. Dit is een strategie waarmee we willen verdergaan, aangezien veel relevante vragen in dit gebied onbeantwoord blijven. In het huidige project willen we echter ook nieuwe anticonvulsieve en antiepileptogene neuropeptiden identificeren. Preliminaire experimenten met een aantal kandidaat peptiden lijken alvast veelbelovend. De methoden die we gebruiken om deze doelstellingen te halen zijn gevalideerde rat- en muismodellen voor epileptische aanvallen en epileptogenese, knock-out muizen voor een welbepaald neuropeptide of peptidereceptor, in vivo microdialyse, neurofarmacologische studies en kwantificatie van de electrische activiteit van de hersenen, ex vivo immunobiotechnologische technieken en in vitro electrofysiologie in hersenslices. Al deze methodologieën behoren tot de expertise van de onderzoekslaboratoria die deze projectaanvraag indienen. Daarenboven willen we actief bijdragen tot het dichter bij de klinische toepassing brengen van bovenvermelde behandelingsstrategieen. Hiervoor zijn we ondermeer samenwerkingen aangegaan met chemici die metabool stabiele, bloed-hersen-barriere permeable peptideanalogen of selectieve receptorliganden ontwikkelen. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Ontwikkeling van Nanobody-afgeleide probes voor moleculaire, niet-invasieve imaging van onstabiele atherosclerotische plaques. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt het tewerkstellen van nanobody technologie om verklikstoffen te ontwikkelen voor de detectie van kwetsbare atherosclerotische laesies via niet-invasieve moleculaire beeldverwerking.
Genetische variatie in apolipoproteine E als veroorzakende factor in de ziekte van Alzheimer. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie zal zich richten op hoe ApoE isovorm elk van deze stappen lr-, de levenscyclus van AB beïnvloedt door een multidisciplinaire aanpak.De identiteit van de wisselwerking tussen AB en ApoE4 is niet bekend maar ApoE en AB zijn beide gevonden in de pathologische laesies karakteristiek voor Alzheimer. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Nico VAN NULAND
Bacterieel metabolisme en coöperatie tijdens de colonfermentatie, een in vitro benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De huidige studie zal de relatie versterken tussen prebiotica, probiotica, en de colon microbiota, en zal zich focussen op minder bekende bacteriesoorten, hun metabolieten, (propionaat en butyraat) en crossfeeding mechanismen, door kinetische, metaboliet doelgroep, en transcriptomische analyses. Het beoogt het in kaart brengen van de kinetiek van inuline-type fructaan afbraak door gisting analyse van een aantal nauwelijks gekenmerkt dikke darm bacteriën (bijvoorbeeld, Faecalibacterium prausnitzii). Het project is gericht op het onthullen van variaties in prebiotische afbraak systemen onder dikke darm bacteriën en het effect van dergelijke diversiteit op bacteriële interacties in co-culturele fermentaties. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Ontwikkeling van een gedifferentieerd hepatisch in vitro systeem voor lange-termijn farmaco-toxicologisch onderzoek gebaseerd op (epi)genetische modificatie van humane primaire hepatocyten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het gebruik van primaire menselijke hepatocyte kweeksels voor lange-termijn farma-toxicologische onderzoeksdoeleinden wordt tegenwoordig belemmerd door een beperkte beschikbaarheid van menselijke leverstalen en de gelimiteerde levensduur van gekweekte hepatocyten te wijten aan hun gebrek aan proliferatieve potentieel en de progressieve voorkoming van dedifferentiatie. De strategie die in dit project aan bod komt kan een oplossing bieden voor deze problemen. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Karakterisering van verschillende tumor-geassocieerde macrofaag subpopulaties en hun bidirectionele interactie met intratumorale lymfocyten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project onderzoek we de eo-localisatie van macrofage subsets en lymfocyte subsets in verschillende tumor types. Door het elimineren van lympfocyte subsets in tumoren testen we hun impact op het gedrag van TAMs. Vice versa, door het elimineren van specifieke TAM subsets in tumoren, kunnen we hun invloed beoordelen op tumor infiltrerende lympfocyte functies en op tumorgroei en verspreiding. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Structurele karakterisatie van de interacties tussen DBL en CSA in zwangerschap-gerelateerde Malaria. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We stellen voor om het mechanisme van CSA erkenning door DBL3x en DBL6e domeinen NMR en kristallografie te combineren met biofysische studies. Het gebruik van nanobodies tegen DBLs zal voordelig zijn om ons structureel model van de DBLICSA interactie te correleren met de adhesie van Plasmodium (parasiet die Malaria draagt) naar placenta in vivo. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Nico VAN NULAND
Stimulatie van betacel neogenese door EGF en CNTF. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gericht op het uitbreiden van onze in-vitrogegevens van rat alvleesklier aan muis en menselijke alvleesklier. We willen ook de oorsprong van de Ngn3-progenitoren verhelderen en voorlopercel activering door stimulerende downstream signaalroutes van LIF en EGF induceren. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Nanobodies als zuiverings-en kristallisatiechaperonnes voor G-proteïne gekoppelde receptoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project beogen we het exploiteren van de unieke eigenschappen van single domein antilichamen of nanobodies om opstoppingen te voorkomen in structurele analyse van GPCRs. Ook wordt er getest of de co-expressie van de Nbs (nanobodies) tesamen met hun target CPCRs het rendement verbeteren van functionele receptoren voor structurele analyses. De finale goal van dit project is het oplossen van hoge resolutie 3D structuren van een van de target GPCRs. Organisaties:
• Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • JAN STEYAERT
De terugkeer van de psychologie in de menselijke wereld Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een poging om een integratief systeem van verscheidene benaderingen op te stellen en om een analyse te maken van welke epistemologische beperkingen binnen de psychologie zouden gelden als 'speciale' wetenschap. Het doel is om licht te werken op nieuwe bevindingen van mentale oorzakelijke verbanden dat toepasselijk zou zijn op bijvoorbeeld de psychotherapeutische genezing. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Comparatieve metagenoom- en transcriptoomstudie van planktongemeenschappen in de oceaan: van virussen tot vislarven Vrije Universiteit Brussel Abstract: We zullen een combinatie maken van een op orthologie gebaseerde functie met multivariate statistiek, clustering en netwerk vertegenwoordigingen om gegevens te analyseren die uit monsters genomen werden van verschillende diepten over de oceanen door het Tara Oceans project waarbij Prof. Raes' lab betrokken is. Aangezien plankton essentieel is voor de mariene voedselketen, zal dit project ons dichter brengen bij het begrijpen van de biogeochemische cyclussen van onze planeet. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jeroen RAES • Gipsi LIMA MENDEZ
EMIDS : European Molecular Imaging Doctoral School Vrije Universiteit Brussel Abstract: De oprichting van een Europese Doctortal School met als doel experten in gespecialiseerde domeinen van de beeldvorming op te leiden. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
De fysieke omgeving en fysieke activiteit bij oudere volwassenen: experimenten met foto's naar de bewuste en onbewuste keuze om fysiek actief te zijn in een omgeving Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studies zijn gebaseerd op nieuwe methoden met behulp van foto's (manipulatie van) en choicereaction tijd taken. Daardoor kunnen we de invloed van (combinaties van) micro-schaal milieukenmerken op de bewuste en onbewuste keuze om te lopen in mannelijke vs. vrouw en fysiek actief vs. inactief oudere volwassenen onderzoeken en vergelijken. Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE
Aankoop Sequencer VUB - UZ Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een sequencer is een apparaat waarmee het mogelijk is muziekinformatie zoals noten en klankparameters op te nemen, te wijzigen en weer uit te sturen naar een synthesizer of andere elektronische klankbron, in een vooraf bepaald tempo. Een sequencer onthoudt voor iedere gelijkdurende stap in een stuk muziek één of meerdere waarden. Deze waarden kunnen ingesteld of opgenomen worden. De sequencer kan deze stappen, met een in te stellen onderling interval, achter elkaar afspelen en uitsturen in de vorm van stuurspanningen. Op deze manier kan men een synthesizer aansturen. Eventueel kan een patroon (een serie van stappen) herhaald geloopt worden. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • Sonia VAN DOOREN • JACQUES DE GREVE • MARY-LOUISE BONDUELLE
Tijdelijke leerstoel-op-naam/Onderzoek: Merck-Novartis joint research chair for neurophysiological pattern recognition in Multiple Sclerosis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdelijke leerstoel-op-naam/Onderzoek: Multiple Scleroses Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • Guy NAGELS
Promotie van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen: ontwikkelen en testen van een smartphone interventie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor dit onderzoeksproject ontwikkelen en testen we een smartphone interventie die bijdraagt tot het promoten van een actieve levensstijl bij werkende jongvolwassenen.
Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Benedicte DEFORCHE
Kankeronderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Adaptieve klinische testsprogramma voor de gecombineerd immunotherapie gericht tegen kanker-testis antigenen bij patiënten met geavanceerde colorectal kanker Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Bart NEYNS
Radionuclide therapie met nanobodies voor de behandeling van kanker(Onderzoeker Matthias D'HUYVETTER) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleaire geneeskunde is het specialisme dat gebruik maakt van zogenoemde open radioactieve stoffen. Deze radioactieve stoffen kunnen in het lichaam worden toegediend om zo een diagnose te kunnen stellen (= diagnostiek) of om, van binnenuit, een ziekte te behandelen (= radionuclidentherapie). Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversiteit Twente, Ellen Hubin Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universiteit Twente, Ellen Hubin Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Nico VAN NULAND
De rol van de Kupffer cel tijdens hepatocellulaire carcinoom ontwikkeling en progressie (Onderzoeker Jiri KEIRSSE) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De kupffer-cellen in de lever omvatten circa 70% van het totaalaantal mononucleaire fagocyterende cellen in het lichaam. Zij spelen een belangrijke rol bij de klaring van het portale bloed van bacteriën, virussen, bacteriële producten zoals endotoxinen (lipopolysacharidecomponenten van de celwand van gramnegatieve bacteriën, het zgn. LPS) en immuuncomplexen. De geactiveerde kupffer-cel is in staat tot fagocytose en intracellulair doden van micro-organismen en tot productie van diverse cytokines die ofwel lokaal de omringende parenchymcellen en nonparenchymcellen kunnen stimuleren respectievelijk remmen, ofwel bij overmatige productie in de systemische circulatie komen en effect kunnen hebben op targetcellen elders in het lichaam, zoals long en nier. De kupffer-cel is dus niet alleen belangrijk als macrofaag, maar ook als initiator van immuunrespons op of inductor van immuuntolerantie voor antigenen die via het maag-darmkanaal het lichaam en de portale circulatie binnenkomen. Stimulatie van de kupffer-cel door bijvoorbeeld LPS leidt ook tot productie van prostaglandinen en leukotriënen, metabolieten van arachidonzuur en belangrijke intermediairen bij de inflammatoire reacties in de lever. Behalve met eerdergenoemde kupffer-celactiviteit speelt de lever ook een immunologische rol door bij te dragen aan de verwijdering van circulerende immuuncomplexen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
(Epi)genetische stabiliteit in gameten, pre-implantatie embryo's en menselijke embryonale stamcellen met een focus op het gedrag van dynamische mutaties bij myotone dystrophie en fragiele X syndroom. Vrije Universiteit Brussel Abstract: PGD is een alternatief voor prenatale diagnose, waarbij embryos gekweekt in vitro op dag drie na inseminatie worden onderzocht op de aanwezigheid van een genetische aandoening waarvoor het patiëntenkoppel at risk. Enkel embryos zonder de genetische aandoening in kwestie worden bij de moeder teruggeplaatst, terwijl de aangetaste embryos na informed consent van de ouders meestal worden afgestaan voor onderzoek. Dynamische mutaties zijn mutaties die veroorzaakt worden door (meestal) triplet repeats en die, indien zij door hun inherente instabiliteit vergroten, de correcte functie van het gen waarin zij zich bevinden zullen verstoren. Eén voorbeeld van zo een aandoening is myotone dystrofie (DM1), die veroorzaakt wordt door een instabiele CTG repeat in het 3 einde van het DMPK gen. Normale individuen dragen 35 repeats of minder, terwijl DM1 patiënten tussen de 50 (voor milde gevallen) en meer dan 1000 (voor de ernstige congenitale vorm) dragen. De juiste mechanismen van deze instabiliteit zijn nog niet volledig opgehelderd, maar door onderzoek in onze groep kon worden aangetoond dat de CTG repeat instabiel is in immature eicellen, terwijl hij zeer stabiel is in preimplantatie embryos. Embryos die na PGD blijken een monogene aandoening te dragen, vormen tevens een belangrijke bron voor het afleiden van embryonale stamcellijnen, die op hun beurt een belangrijk model voor het onderzoek van deze aandoeningen vertegenwoordigen. Onze vakgroep Embryologie en Genetica omvat tevens een HESC lab, waar op dit ogenblik reeds 26 verschillende HESC lijnen werden afgeleid, in cultuur gehouden en gekarakteriseerd. Zes van deze lijnen werden afgeleid van embryos die drager zijn van dynamische mutaties, nl. DM1, de ziekte van Huntington (HD), fragiele X syndroom (FRAXA, 2 lijnen), spinocerebellaire ataxie type 7 (SCA7) en fascio-scapulohumerale dystrofie (FSHD). HESC zijn onsterfelijke cellijnen die frequent voor lange tijd in cultuur worden gehouden, zonder dat dit hun pluripotentie lijkt aan te tasten. Nochtans vinden er in deze cellen mutaties plaats, zoals in elke andere delende cel. Het werd reeds gerapporteerd dat HESC chromosomale afwijkingen en epigenetische veranderingen, zoals veranderingen in methylatie patronen, kunnen ondergaan. Ook in ons eigen lab hebben wij een chromosomale aberratie genoteerd in één van onze cellijnen na een lange tijd in cultuur. Deze chromosomale afwijkingen werden tot nu toe met klassieke karyotypering opgespoord. Aansluitend op het onderzoek van De Temmerman et al (2004) op gameten en embryos met DM1, werd de HESC lijn met DM1 (VUB03_DM1)
onderworpen aan een minutieus onderzoek wat betreft de instabiliteit van de CTG repeat. Bij elke passage werden groepjes van cellen uit verschillende kolonies met PCR geamplifieerd, of met Southern blot onderzocht om de lengte van de repeat accuraat te bepalen. Hieruit bleek dat de repeat hoogst instabiel is in HESC, dit in contrast met preimplantatie embryos, en dit ondanks het feit dat aangenomen wordt dat beide celtypes zeer dicht bij mekaar staan. Doel van het project Dit project omvat twee grote lijnen van onderzoek: (1) De genomische stabiliteit van de HESC zal onderzocht worden. Dit is belangrijk omdat, indien deze cellen ooit in celtherapie worden gebruikt, de veiligheid voor de recipiënt moet gewaarborgd worden. Ook zouden veranderingen in het genoom een invloed kunnen hebben op het proteoom van deze cellen, hetgeen hun capaciteit tot differentiatie naar verschillende mature celtypes zou kunnen verstoren. Niet enkel veranderingen in het genoom, maar ook epigenetische veranderingen (methylatiepatronen) kunnen een invloed op deze cellen uitoefenen. (2) Het gedrag van dynamische mutaties in gameten en preimplantatie embryos (als in vivo model, en als vervolg van het onderzoek in DM1 embryos) en in HESC zal onderzocht worden. HESC die deze mutaties dragen zijn interessante modellen die dierproeven voor een groot deel zouden kunnen vermijden. Het is dus belangrijk om het gedrag van de mutatie in deze HESC te karakteriseren, vóór andere experimenten worden ondernomen. Het uiteindelijke doel is bij te dragen tot de ontrafeling van de mechanismen van instabiliteit in dynamische mutaties, hetgeen van belang is voor de ontwikkeling van eventuele behandeling van patiënten die drager zijn van dynamische mutaties. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • CLAUDIA SPITS
De celcyclus in multipel myeloom: identificatie van moleculaire target(s) en evaluatie van hun potentiële waarde in de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multipel myeloom (MM) is een ongeneeslijke plasmacel kanker, gekenmerkt door de aanwezigheid van de kwaadaardige cellen in het beenmerg (BM), en door de secretie van een monoclonaal paraproteine in het bloed of urine [1]. De MM cel ontwikkelt uit een B cel die somatische mutaties heeft ondergaan, een plasmablast of plasmacel (PC). Normale PC zijn gearresteerd in de G1 fase van de celcyclus en zijn strikt gecontroleerd door apoptose [2-4]. In MM zijn deze controles verloren gegaan waardoor de cellen het fenotype van "actieve" of delende PCs krijgen. MM cellen verblijven in het BM waar zij interageren met de stromale componenten via adhesie moleculen en cytokines om noodzakelijke groei en overlevingssignalen te ontvangen [5]. IL-6 en IGF-1 zijn beschreven als belangrijke groeifactoren, die niet alleen proliferatie en overleving van de MM cellen induceren maar ook bijdragen tot de veranderingen in de BM micro-omgeving [6-10]. MM cellen veranderen namelijk deze microomgeving in hun voordeel door de extracellulaire matrix af te breken, en angiogenese en osteolyse te induceren. Deze bevindingen tonen het belang aan van de micro-omgeving in MM tumor ontwikkeling. Aangezien MM nog steeds fataal is, is het noodzakelijk nieuwe therapeutische doelen te vinden om de ziekte de baas te blijven. De toename van het aantal MM cellen in het BM is niet alleen het gevolg van een verlies aan apoptotische signalen maar ook van een ontregeling van de celcyclus in het begin van de ziekte. Jammer genoeg is er weinig gekend over de mechanismen die aan de basis liggen van deze celcyclus ontregeling. Bij zoogdieren is de celcyclus voornamelijk geregeld ter hoogte van de progressie van G1 naar S via de cycline-dependente kinasen (Cdks), in samenwerking met de regulerende subeenheden, de cyclines. Cdk4 en Cdk6, elk in combinatie met één van de drie D cyclines (D1, D2 en D3) zorgen ervoor, door fosforylatie van specifieke serine residues op Rb (pSRb), dat de cellen (opnieuw) de celcyclus ingaan en doorlopen tot halfweg G1. Na het controlepunt halfweg G1, zijn cycline D-Cdk4/6 en cycline ECdk2 noodzakelijk om de cel in de S fase te brengen door threonine fosforylatie van Rb (pST-Rb). Dit leidt tot het vrijkomen van het E2F transcriptie factor, onontbeerlijk voor toegang tot de S fase. De functies van de Cdks worden negatief beïnvloed door de Cdk inhibitoren (CKIs), die bestaan uit een familie INK4 (p16INK4a, p15INK4b, p18INK4c en p19INK4d) en een familie Cip/Kip proteinen (p21Cip1, p27Kip1 en p57Kip2) [11]. Analyse van genexpressie profielen heeft aangetoond dat een verminderde uitdrukking van de CKIs kan leiden tot celcyclus progressie, bijvoorbeeld de deletie van p18 in sommige myeloomlijnen [12, 13] en de inactivatie van p16 en p15 genen door methylatie in andere MM cellen [14-16]. Aan de andere kant is het RNA van cycline D1, D2 of D3 verhoogd in de meeste MM gevallen [17-20]. Dit zou impliceren dat MM cellen sneller de celcyclus zouden ingaan door de verhoogde uitdrukking van de D cyclines. Dit wordt echter tegengesproken door het feit dat overexpressie van cycline D1 RNA gelinkt is aan een positieve prognose [21]. Bovendien hebben Ely et al [22] aangetoond dat overexpressie van alleen cyclin D1 onvoldoende is om celcyclus progressie te promoten. Het is de afwijkende co-activatie van Cdk4- cyclin D1 of Cdk6-cyclin D2 die proliferatie voorafgaat in MM cellen. Deze bevindingen demonstreren hoe Cdk4/6 de belangrijkste spelers zijn in het verlies van celcyclus controle in MM. Het labo van Prof. Chen-Kiang (Cornell Medical School, NY) heeft een kleine, celpermeabele Cdk4/6 specifieke inhibitor (PD0332991) geïdentificeerd die de Cdk4/6 fosforylatie van Rb in MM cellen in vitro kan inhiberen. Inhibitie van Cdk4/6 door PD0332991 veroorzaakt snel een G1 arrest van primaire MM cellen in vitro. Bovendien induceert PD0332991, tijdens toediening ervan, een bijna complete stop van de tumorgroei in een NOD/SCID xenograft myeloom model [23]. Deze bevindingen hebben nieuwe inzichten in de mechanismen van celcyclus ontregeling opgeleverd en scheppen de mogelijkheid om de celcyclus te targetten in MM. PD0332991 induceert aan de gebruikte concentraties celcyclus arrest zonder apoptose. Daardoor is het een ideale candidaat voor combinatie therapies, aangezien het de cellen meer gevoelig kan maken voor de andere, cytotoxische drug. In de afgelopen maanden heb ik in dit Chen-Kiang lab gewerkt om nieuwe technieken aan te leren en het gebruik van PD0332991 in 5TMM cellen te optimaliseren. Organisaties: • Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • Eline MENU • Karin VANDERKERKEN
Farmacokinetische en farmacodynamische merkers en correlatiestudies als basis voor farmacotherapie-optimalisatie van anti-epileptica. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Farmacoresistentie blijft een belangrijk probleem bij de farmacotherapeutische behandeling van epilepsieën, met psychomotorische epilepsie van temporale oorsprong als moeilijkst controleerbare vorm1. Een combinatie van farmacodynamische (PD) en farmacokinetische (PK) variaties worden verondersteld aan de basis te liggen van het ontstaan van farmacoresistentie epilepsie. De "PD of target hypothese" gaat uit van het feit dat de farmacotherapeutische behandeling en/of het proces van epileptogenese wijzigingen veroorzaakt op niveau van de farmacologische aangrijpingpunten waardoor er een onvoldoende respons wordt bekomen. Een alternatieve mogelijkheid is de "PK hypothese" die stelt dat de aangrijpingspunten wel beschikbaar zijn maar dat ze door de farmaca in onvoldoende mate worden bereikt ten gevolge van een epilepsiegerelateerde onderdrukking van de distributie van antiepileptica naar de hersenen. Een uitvoerige karakterisatie van deze PK en PD veranderingen is noodzakelijk om in staat te zijn anticiperende farmacotherapeutische aanpassingen door te voeren om refractaire epileptische aanvallen te onderdrukken. Bovendien is het onderzoek naar antiepileptogene en innovatieve antiepileptische behandelingen noodzakelijk om in de toekomst het aantal refractaire patiënten terug te dringen.
Doelstellingen van het project: 1)Optimalisatie van de farmacotherapie van antiepileptica door middel van population PK/PD modelling. 2)Karakterisatie en modulatie van de permeabiliteit van de bloed-hersen barrière (BHB) bij de acute, latente en chronische stadia van epilepsie. 3)Kwantificatie en evaluatie van post-status epilepticus (SE) variaties in GABAA receptor subunit samenstelling, neurodegeneratieve en regeneratieve processen. 4)Evaluatie van het therapeutisch potentieel van het hippocampaal monoaminerg systeem als innovatief aangrijpingspunt voor de behandeling van epilepsie. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE • Ilse Julia SMOLDERS • Ralph CLINCKERS
Spermatogoniale stamceltransplantatie: (epi)genetische aspecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België ontwikkelen ongeveer één op 6000 kinderen kanker vóór de leeftijd van 15 jaar. Dankzij verbeterde behandelingsmethoden (chemo- en radiotherapie) is de overlevingskans nu meer dan 80%. Er wordt geschat dat tegen 2010 één jong-volwassene op 250 een overlever van kinderkanker zal zijn. Hoewel, als een gevolg van hun ziekte en behandeling krijgen deze lange-termijn overlevers hun verdere leven te maken met significante nevenwerkingen. Eén van de ongewenste effecten van de aggressieve kankerbehandelingen is dat patiënten hun fertiliteit verliezen. Chemotherapie vernietigt niet alleen de maligne cellen, maar ook andere delende cellen, oa spermatogene cellen, zodat subfertiliteit of infertiliteit optreedt. Een bepaalde groep van kinderen, vooral diegene die aggressieve behandelingen nodig hebben, waaronder chemotherapie en beenmergtransplantatie riskeren levenslange infertiliteit. Het is evident dat preventie van steriliteit speciale aandacht verdient zowel in de oncologische als in de reproductieve geneeskunde. Bij volwassenen mannen kan inbanken van sperma vóór aanvang van de behandeling een oplossing bieden. Voor pre-pubertaire jongens, daarentegen, is dit geen optie, wegens het compleet ontbreken van spermatogenese in hun testes. In vrouwelijke patiënten werd preventieve cryopreservatie van ovarieel weefsel reeds uitgevoerd en recentelijk heeft dit zelfs tot zwangerschappen geleid. In analogie met deze strategie zou het bewaren van pre-pubertair testisweefsel een potentiële oplossing kunnen bieden voor jonge kankerpatiëntjes. Na de behandeling, zou theoretisch gezien ingevroren en ontdooide stamcellen terug getransplanteerd kunnen worden met de bedoeling dat de spermatogenese terug opstart. Met onderzoeksgeld van het FWO en de Onderzoeksraad van de VUB werden de basistechnieken voor dit onderzoek geïntroduceerd. Tijdens de afgelopen jaren werd onderzoek verricht in een muismodel naar de efficiëntie en de veiligheid van testiculaire stamceltransplantatie na natuurlijke reproductie en na in-vitro fertilisatie en intracytoplasmatische sperma injectie. De studies betreffende efficiëntie en veiligheid van spermatogoniale stamceltransplantatie toonden verschillen aan in de pre- en postimplantatie embryonale ontwikkeling tov controles. Daarom is onderzoek naar de genetische en epigenetische aspecten van spermatogoniale stamceltransplantatie aangewezen alvorens over te gaan naar een eventuele klinische toepassing. In dit project zullen de genetische en epigenetische status van posttransplantatie spermatozoa en de nakomelingen van getransplanteerde mannetjes onderzocht worden in een muismodel. In eerste instantie zal nagegaan worden of spermatozoa verkregen na testiculaire stamceltransplantatie een normaal karyotype vertonen. Dit zal gebeuren door posttransplantatie spermatozoa te injecteren in een metafase-II eicel. Eicellen die pronuclei vertonen worden in nocodazole gebracht en een uur na het verdwijnen van de pronuclei worden de eicellen ontdaan van de zona pellucida en gefixeerd volgens de methode van Dyban (1983). Door middel van een Giemsa-kleuring wordt de chromosomale constitutie geëvalueerd. In tweede instantie zal nagegaan worden of bepaalde genen correct gemethyleerd zijn. Er zullen paternaal gemethyleerde genen (H19 en Igf2), maternaal gemethyleerde genen (Peg1/Mest en Lit1) en een 'non-imprinted' gen (?-actine) geanalyseerd worden dmv bisulfiet analyse, PCR en pyrosequencing. De resultaten zullen vergeleken worden met controle spermatozoa van fertiele mannetjesmuizen. Deze methylatie-analyse zal ook gebeuren op placenta, lever- en nierweefsel van eerste en tweede generatie nakomelingen van getransplanteerde muizen. Daarna zal de algemene methylatiestatus geanalyseerd worden op pre-implantatie embryo's van verschillende leeftijden (d1, d2, d3, d4 en d5). Deze analyse zal kwalitatief gebeuren adhv antilichamen gericht tegen gemethyleerd DNA en op een kwantitatieve manier adhv micro-array's. Aangezien de transcriptie ook beïnvloed wordt door de modificatie van histonen zal in een laatste fase de histonenmodificatie bestudeerd worden in post-transplantatie spermatozoa. Histonen zullen worden geëxtraheerd volgens de methode van Broday et al. (2000). De histonenpreparatie zal worden gescheiden op 15% SDS-PAGE gel, waarop een Western blot met antilichamen tegen verschillende histonenmodificaties zal gebeuren (oa. acetylatie van lysines in histon H3 en H4, methylatie, dimethylatie en trimethylatie van lysines in histon H3 en H4 en fosforylatie van serine 10 in histon H3). Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • ELLEN GOOSSENS • HERMAN TOURNAYE
Molecular mechanisms underlying Drosophila melanogaster-mediated transport of the brewer's yeast Saccharomyces cerevisiae KU Leuven Abstract: Gistcellen zoals Saccharomyces cerevisae zijn vrijlevende, eencellige micro-organismen die ongeveer 5 µm groot zijn. Net zoals vele andere micro-organismen zijn gisten niet in staat tot actief transport. Passieve verplaatsing over een kleine afstand is mogelijk door vlokvorming of hyfenvorming. Echter, om nieuwe niches te koloniseren moeten micro-organismen zich ook over grotere afstanden kunnen verplaatsen. Voor deze grote verplaatsingen is transport via insecten en andere dierlijke vectoren het belangrijkste mechanisme. Deze verplaatsing is essentieel voor allerlei industriële processen die afhankelijk zijn van spontane fermentaties, bijvoorbeeld de productie van lambiekbieren in de Zennevallei. Bij dergelijke processen wordt er namelijk geen gist toegevoegd door de mens en zijn het de van nature aanwezige gisten die voor de fermentatie zorgen. Verspreiding van micro-organismen kan echter ook belangrijke negatieve gevolgen hebben. Bacteriën, gisten en schimmels kunnen namelijk ziekte Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Joaquin Christiaens
Sustainable management of Pterocarpus angolensis in Nambia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Vera De Cauwer
Synthetische biologie: ontwerpen en koppeling van een sensor en een gate module KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Inge Thijs • Seppe Dierckx
Study of the effect of secondary yeast metabolites on dough and bread KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Christophe Courtin • Kevin Verstrepen • Mohammad Naser Rezaei
Small non-coding RNAs (sRNAs) as regulators of the multicellular behaviour of Salmonella Typhimurium KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Hans Steenackers • Elke Van Assche
Transport of dissolved organic phosphorus from soils to surface water in agricultural areas KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Combinaties van verschillende types zetmeel als basis voor nieuwe zetmeelfunctionaliteiten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Jan Delcour • Sara Gomand • Jasmien Waterschoot
Functional Unravelling of The Cholecystokinin Signaling System in Free-living and Parasitic Nematodes KU Leuven Abstract: Recently Janssen et al. (2008) identified a neuropeptide signaling system in C. elegans that constitutes not only the structural, but also the functional homologue of the CCK/gastrin signaling system of mammals and the sulfakinin signaling systems of arthropods. Both receptors (ckr-2) and their ligands (nlp-12) are very well conserved in nematodes and are likely to have an important role in management of energy supplies, reproduction, digestive enzyme secretion and fat storage. In this project we plan to do a comparative study of the cholecystokinin/gastrin signaling system in the free-living nematode C. elegans and the parasitic nematode Parastrongyloides trichosuri. Moreover we would like to unravel the functional involvement of this system in the formation of dauer larvae, management of energy homeostasis and parasitism. In this way we will try to validate potential molecular targets for the development for novel anthelmintics. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Tom Janssen • Lise Peeters
Towards a sustainable and improved cereal production in Malawi KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Raes • Lameck FIWA • Eline Vanuytrecht
Dynamic weighing of biological material KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Wouter Saeys • Jeroen Verhoeven
Unravelling the regulatory roles of defective invertases in plants KU Leuven Abstract: Mankind is becoming increasingly dependent on plant production, not only for staple foods, but also for energy, fine chemicals, functional foods, drugs and vaccines. Four KULeuven labs have joined forces to contribute to the development of superior crops with higher yields and biomass through optimization of carbon allocation and stress tolerance. Plants use glucose and sucrose #signals# to coordinate metabolism with environmental and hormonal signals for optimal growth and development. Although sucrose-specific signalling pathways exist in plants, the sucrose sensor(s) involved in the process have not yet been identified. Invertases bind and degrade sucrose and play an important role in carbohydrate partitioning. The discovery of several catalytically defective invertases suggests that they could act as sucrose #sensors# or fulfil other regulatory roles. This project aims at unravelling the exact role of defective invertases in plants. In particular, it will be investigated whethersuc Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Wim Van den Ende • Marc De Maeyer • Shuguang Yuan
Rural change processes and spatial quality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Hubert Gulinck • An Verhoeve
ADAPTATION OF THE WATERING STRATEGY TO DEAL WITH EXPECTED SHORTAGE OF IRRIGATION WATER DUE TO THE IMPACTS OF CLIMATE CHANGE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Raes
Tillage Operation: Cultivation Tool Development, and Traction Energy Study KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Josse De Baerdemaeker • Solomon Gebregziabher Gebregiorgis
Integrated soil fertility management cassava and maize based farming systems in Oitega Province of Burundi. Understanding and comprehension of agronomy use efficiency of mineral and organic inputs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Roeland Merckx
Studie van de rol van fimbriae in probiotische effecten van Lactobacillus rhamnosus GG KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Cynthia Vargas Garcia
De invloed van celspecifieke micromanipulatie op neurale activiteit bijhersenplasticiteit - Een optogenetische studie in de visuele cortex vande muis. KU Leuven Abstract: Probleemstelling In de jaren #60 lanceerden Hubel en Wiesel het concept van de kritische periode, een beperkte periode tijdens het jonge levenwaarin het neuronale netwerk van de primaire visuele cortex V1 zich efficiënt aanpast aan bijvoorbeeld het chirurgisch sluiten van een oog, waardoor de meeste V1 neuronen selectief gevoelig worden voor input via hetopen oog. Deze ervaringsafhankelijke hersenplasticiteit staat beter gekend als oogdominantie (OD) plasticiteit. Ondertussen is het duidelijk dat ook in de hersenen van volwassen zoogdieren nog een beperkte capaciteit tot letsel-geïnduceerde neuroplasticiteit bestaat. Naast het unimodalefenomeen van OD plasticiteit treedt bij vroege blindheid ook multimodale plasticiteit op waarbij V1 gereactiveerd kan worden vanuit de somatosensorische of auditieve modaliteit. Zelfs bij mensen met vroege of aangeboren blindheid leidt aanraking tot activatie van V1, mogelijk via het aanspreken van reeds bestaande connecties. Recent onderzoek toont deze
Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Samme Vreysen
The role of water reservoirs in Carbon cycling and biogeochemical functioning of tropical rivers: case study of river Tana, Kenya KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Steven Bouillon • Eric Okuku
Kieming en wortelgroei van suikerbiet (Beta vulgaris L.), de functie vanethyleen KU Leuven Abstract: De suikerbietteelt staat in voor 25 % van de wereldwijde suikerproductie, terwijl 75 % afkomstig is van suikerriet. Naast de extractie van suiker, wordt suikerbiet ook gebruikt voor de productie van bio-ethanol. Suikerbieten worden hoofdzakelijk geteeld in streken met gematigdklimaat, vooral in het noordelijk halfrond. Vele suikerbiethybriden vertonen een eerder lage kiemkracht, hoewel ze toch een hoge commerciële waarde kunnen hebben door hun uitstekende wortelopbrengst, suikergehalte en/of ziekteresistentie. Een snelle en homogene kieming gecombineerd met een uitstekende zaailingontwikkeling is echter van cruciaal belang voor een optimale productie. Daarom worden verschillende zaadbehandelingen toegepast (vb zuiveren, polijsten, kalibreren, primen, omhullen, coaten) om de zaadkwaliteit en zaailingontwikkeling te verbeteren. Vele van deze technieken zijn echter vooral gebaseerd op ervaring en in minder mate opfundamentele kennis over het kiemingsproces. Bovendien kan zaadkwaliteit ook Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Maurice De Proft • Willem Abts
Control mechanisms of bacterial survival under stress conditions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jan Michiels • Maarten Fauvart • Shanjun Gao
Greenhouse gas emissions and indirect land use change by Jatropha bioenergy plantations KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Joana Gomes Dias Almeida
The economic impact on farmers and processes underlying the adoption ofconservation Agriculture through the implementation of extension hubs in two contrasting agro-ecological regions of Mexico KU Leuven Abstract: In de laatste decennia van de 20ste eeuw hebben programmas voor de extensie van conserveringslandbouw (CL) in Mexico gefaald in hun opzet om de conventionele systemen gebaseerd op ploegen te vervangen door CL. Nieuwe inspanningen voor extensie van de technologie worden nu gedaan onder het leiderschap van CIMMYT. In de drie contrasterende pilootgebieden vanhet nieuwe extensieprogramma is gebleken dat CL agronomische en ecologische voordelen heeft, zowel in experimentele omstandigheden als in velden van boeren. Er is echter een gebrek aan informatie over de economischeeffecten van CL en zijn adoptie door boeren. Dit doctoraatsonderzoek heeft als doel om dit gebrek aan informatie te verhelpen waarbij de nadrukzal liggen op het ontrafelen van de onderliggende processen bij de impact en adoptie van CL onder diverse ruimtelijke en socio-economische omstandigheden. Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Jozef A. Deckers • N. N.
Development of targeted protein inactivation in Candida glabrata for the development of novel antifungals. KU Leuven Abstract: Recently our lab started a collaboration with a structural biology group in Brussels in order to develop a conditional protein inactivation method. This method is a prion-based system in which short peptides are expressed or provided which will then bind and aggregate the homologous endogenous protein. C. glabrata is a new upcoming opportunistic pathogen, which is very close related to S. cerevisiae but in immunocompromised patients, it can cause severe fungal infections, eventually resulting in death. In this project we will focus on a number of proteins that are located on the outside of C. glabrata and which need to communicate/interact with the host. Targeted inactivation of these proteins may lower the virulence. When this is the case, aggregating peptides will be tested indifferent virulence models and if successful they are new antifungal drugs.
Prospectie van de microbiële gemeenschap bruikbaar voor de thermofiele fermentatie van celluloserijke afvalstoffen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Christiaan Michiels • Sam Crauwels
Trypanosoma Vivax revisited: a threat to trypanosomiasis control in Africa? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Bruno Goddeeris • Fikru Regassa Gari
Polystress: rol van polyploïdisatie bij (a)biotische stressresistentie van tuinbouwgewassen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plantenbiotechniek
Onderzoekers: • Johan Keulemans • Niek Hias
Microbiële biotechnologie onder hoge hydrostatische druk KU Leuven Abstract: Het gebruik van hoge hydrostatische druk (HHD) behandeling als nieuwe milde bewaartechniek in de voedingsindustrie kent de laatste jaren een sterke opmars door zijn afdodend en remmend effect op micro-organismen maar tegelijkertijd mild effect op de sensorische en nutritionele eigenschappen van voedingsmiddelen.Ondanks dit alles staat HHD-behandeling ineen vroeg stadium van ontwikkeling en zijn er nog een groot aantal onopgeloste vragen in verband met het eigenlijke afdodingsmechanisme dat optreedt in micro-organismen. Hierdoor staat er een rem (i) op een meer gerichte synergetische combinatie van HHD en andere stress-factoren (cfr. Horden-technologie) en (ii) op de ontwikkeling van betrouwbare predictieve modellen.Dit onderzoeksproject heeft dan ook als doel om de mechanismen onderliggend aan (i) de uitgesproken variatie binnen een species met betrekking tot HHD-gevoeligheid, (ii) HHD- veroorzaakte subletale beschadiging en (iii) HHD-gemedieerde variatie binnen een populatie beter in Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Abram Aertsen • Nele Rutten
Natuur als sjabloon voor een nieuw concept van extensieve groendaken KU Leuven Abstract: In verstedelijkte gebieden van Noordwest-Europa kennen groendaken een toenemende belangstelling door hun talrijke ecologische en economische voordelen. Deze voordelen zouden nog meer uitgesproken zijn in het (sub)mediterraan klimaat. Aangezien plantensoorten die nu op groendaken gebruikt worden vaak niet aangepast zijn aan dit klimaat, leidt dit tot slecht presterende groendaken waardoor de groendaksector in het zuiden nog nietis doorgebroken. Met dit onderzoek willen we enerzijds soorten opsporendie op groendaken in het (sub)mediterraan gebied toegepast kunnen worden. Anderzijds zullen deze (sub)mediterrane soorten de groendaksector in staat stellen om met de klimaatsopwarming groendaken in Noordwest-Europatoch operationeel te houden. Deze doelstellingen willen we bereiken door de toepassing van het habitat-sjabloonconcept dat stelt dat de natuurhabitats herbergt waar condities gelijkaardig zijn aan deze op extensieve groendaken en dat deze ons kunnen inspireren om nieuwe extensieve Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Carmen Van Mechelen
Flavour components in Chicory KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Ans De Roeck • Carlo Enrico Pietro Annaratone
Soil organic matter dynamics under different climate and land use management scenarios KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Roeland Merckx • Philippe Van De Vreken
Trypanosoma vivax in Tsetse and Non-Tsetse Infested Areas of Northwest Ethiopia: Determination of Pathogenicity in Different Species of Animal Hosts and Drug Sensitivity Tests KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Bruno Goddeeris
Systeembiologische analyse van bruinverkleuring in appel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Darwish Hatoum
Bioethanol Production from Lignocellulosic Biomass KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen • Kristiaan Willems • Vaskar Mukherjee
Postharvest metabolomics of pome fruit stored under controlled atmosphere conditions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Annemie Geeraerd • Elias Abebe Bekele
Study on the mechanisms of association between Pseudomonas stutzeri A15and rice roots KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Thi Khanh Van Pham
Invloed van de microstructuur op de textuur van broodkruim KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Tim Van Dyck
Attachment in dementia: linking behavioral and psychological symptoms in dementia to premorbid attachment. Implications for clinical practice KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Patrick Luyten • Mathieu Vandenbulcke • Lies Van Assche
The tragic Sciences - an ethnographic study of the dramatic elements incontemporary scientific research practice KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Peter Marynen • Frank Theys
Regulatie van intracellulaire Ca²+-kanalen door Bcl-2 proteinen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Molec. en Cel. Signaaltransmissie
Onderzoekers: • Jean-Baptiste Parys • Geert Bultynck • Tim Vervliet
Computationele analyse van afwijkende gentranscriptieregulatie in kanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Bram Van de Sande
biochemical and biophysical characterization of small heat shock proteins KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biokristallografie
Onderzoekers: • Sergei Strelkov • Michelle Heirbaut
Onderzoek van het profiel van BRAF-mutant in darmkanker KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Digestieve Oncologie
The Role of Intellectual Property Rights (IPR) in Public-Private Partnerships (PPPs) in the Biomedical Sector KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Farmacologie & Farmacotherapie
Onderzoekers: • Bart Van Looy • Geert Van Overwalle • Isabelle Huys • Hilde Stevens
The use of insect cells to identify potent and selective inhibitors of denv replication KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Johan Neyts • Nidya Segura Guerrero
Genetic studies of rare lymphoma entities KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Genetica Kwaadaardige Aandoeningen
Onderzoekers: • Iwona Krajewska • Jo-Anne van der Krogt
Opsporing nieuwe ziekteveroorzakende genen bij erfelijke mentale retardatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Hilde Van Esch • Mala Isrie
Evolutionary reconstruction of viral spread in time and space KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Impact of functional ontogeny of hepatic drug transporters on hepatobiliary drug disposition in pediatric populations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Farmacotechnologie en Biofarmacie
Onderzoekers: • Patrick Augustijns • Pieter Annaert • Sarinj Fattah
Farmacogenetische determinanten van calcineurine remmer geassocieerde nefrotoxiciteit: translationele mechanismen in voorwaardelijk geimmortaliseerde humane proximale tubuluscellen van niertransplantatie patiënten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Nefrologie
Onderzoekers: • Dirk Kuypers • Elena Levtchenko • Lambertus van den Heuvel • Noël Knops
Whole body diffusie MRI voor niet-invasieve stadiëring en therapieopvolging: studie bij patiënten met lymfomen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Radiologie
Onderzoekers: • Gregor Verhoef • Raymond Oyen • N. N. • Vincent Vandecaveye
Morfologische en moleculair biologische studie van de tumorcel embolen van patiënten met IBC en hun relatie tot tumorprogressie bij patiënten met IBC KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Gynaecologische Oncologie
Onderzoekers: • Ignace Vergote • Patrick Neven • Melike Marsan
Studie naar de rol van alpha-synucleine interagerende eiwitten op de fysiologische en pathologische functie van alphasynuclein. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgr_Neurobio_en Gentherapie
Onderzoekers: • Veerle Baekelandt • Chris Van Den Haute • Francesca Macchi
Multifunctionele nanopartikels voor SERS beeldvorming en hyperthermie behandeling van kanker KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biomedische MRI
Onderzoekers: • Liesbet Lagae • Uwe Himmelreich • Antoine D'Hollander
Application of next-generation sequencing to unravel the genetics of congenital heart defects KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Koenraad Devriendt • Yaojuan Jia
The human gut virome in health and disease KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Marc Van Ranst • Jelle Matthijnssens
Computationele genoomannotatie met behulp van next-generation transcriptoomdata. Universiteit Gent Abstract: In dit project gaan we RNA-seq data gebruiken voor het annoteren van genomen. De recente ontwikkeling van nieuwe sequentiemethodes heeft een schat aan sequentiedata opgeleverd. Voorlopig zijn er nog geen annotatiemethodes beschikbaar die hier optimaal gebruik van maken. Dit project streeft ernaar om dergelijke annotatiemethodes te ontwikkelen. Genoomannotatie is ontzettend belangrijk aangezien alle daaropvolgende bioinformatica analyses afhankelijk zijn van de kwaliteit van de annotatie. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Isolatie en karakterisatie van hepatische progenitorcellen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tania Roskams • Kathleen Van den Eynde
Wetenschappelijk werk voor vakgroep ASTARC, Antwerp Surgical Training and Research Center, discipline thorax- en vaatheelkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds UZA. UA levert aan UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Paul Van Schil
Soorten en soortvorming in Tropheus, Simochromis en Pseudosimochromis: een multidisciplinaire benadering van een radiatie van cichliden in het Tanganyikameer KU Leuven Abstract: @font-face { font-family: "Cambria";}p.MsoNormal, li.MsoNormal, div.MsoNormal { margin: 0cm0cm 0.0001pt; font-size: 12pt; font-family: "Times New Roman"; }div.Section1 { page: Section1; }Cichliden uit deOost Afrikaanse grote meren vormen de meest diverse radiaties van gewerveldenop aarde en zijn geliefde studiesystemen voor onderzoek op mechanismendieleiden tot diversificatie en soortvorming. Het Tanganyikameer ishet oudste endiepste meer in de Oost Afrikaanse slenk en zijn cichlidengemeenschap ligt aande basis van alle cichlidenradiaties in de andere grote meren. Hoewel velecichliden gekenmerkt zijn door het voorkomen van kleurvariëteiten is er,althans in het Tanganyikameer, geen spectaculairder voorbeeld hiervan te vindendan het genus Tropheus. Tropheus bevat meer dan 100 vaak sterkverschillende kleurvormen die al dan niet allopatrisch voorkomen. Dedistributiepatronen van deze variëteiten zijn vaak complex maar kunnen ten deleverklaard worden door historische schommelingen in het wat Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Joseph Snoeks • Maarten Van Steenberge
Optimalisatie van on-line spectroscopie op rauwe melk voor opvolgen vankoegezondheid. KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoek is het bestuderen van de complexe interactietussen Vis/NIR licht en sterk verstrooiende en absorberende suspensies en emulsies zoals melk. De bekoment lichttransportmodellen zullen in eenvolgende fase gebruikt worden bij het optimaliseren van een optische sensor die on-line, tijdens het melken, de individuele koegezondheid bewaakt. Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Jeroen Lammertyn • Wouter Saeys • Ben Aernouts
Genetische deletie en inhibitie van de zuurstofsensor PHD1 beschermt tegen ischemische beroerte: een rol voor neuronaal metabolism? KU Leuven Abstract: Zuurstof is onontbeerlijk voor de neuronale functie en overleving. Het zenuwstelsel dient dan ook te beschikken over een systeem dat de cel in staat stelt om zich aan te passen aan veranderingen in de hoeveelheid beschikbare zuurstof. Van de HIF-prolyl hydroxylase domein proteïnen (PHD1, 2 en 3) en Factor Inhibiting HIF (FIH) is geweten dat ze optreden als cellulaire zuurstofsensoren. Via de transcriptiefactor Hypoxie Induceerbare Factor (HIF) activeren zij een waaier aan compensatoire processen als bescherming tegen hypoxie en oxidatieve stress, welke beide frequent geïmpliceerd worden in neurodegeneratieve ziekten. De rol van de zuurstofsensoren in de pathogenese van neurodegeneratieve aandoeningen, en meer in het bijzonder in het ontstaan van amyotrofische laterale sclerose (ALS) blijft echter tot op heden grotendeels ongekend. Preliminair onderzoek in het gastlaboratorium toont aan dat een verminderde PHD1 expressie in een ALS muizenmodel de ziekteprogressie vertraagt. Dit onderzoe
Organisaties: • Angiogenese en Neurovasculaire Link
Onderzoekers: • Peter Carmeliet • Annelies Quaegebeur
De rol van de officina apotheker bij medicatie begeleiding voor patiënten met depressie KU Leuven Abstract: De rol van de officina-apotheker is in de afgelopen 20 jaar grondig veranderd. Waar vroeger vooral de nadruk lag op het bereiden en afleveren van geneesmiddelen, is de focus nu meer verschoven naar het begeleiden van de patiënt bij het gebruik van geneesmiddelen, vanuit een inter-professionele aanpak.In de zorg voor patiënten met een psychische aandoening is de rol van de apotheker echter nog volop in ontwikkeling. Ondanks het feit dat apothekers behoren tot de meest toegankelijke en frequent geraadpleegde zorgverleners binnen de eerste lijn, zijn specifieke studies over hun houding en huidige praktijk in de zorg voor patiënten met een depressie schaars.Het algemene doel van dit doctoraatsprojectwas om de rol van de apotheker in de medicatiebegeleiding van patiëntenmet een depressie te onderzoeken. Tevens werd de invloed van een verbeteringsprogramma onderzocht op apotheker- en patiëntenuitkomsten. Een uitgebreide analyse van de attitude van Vlaamse apothekers tegenoverhun rol in de zo Organisaties: • Klinische Farmacologie & Farmacotherapie
Onderzoekers: • Veerle Foulon • Gerard Laekeman • Tim Smits • Sophie Liekens
In vitro analyse van dynamische voet biomechanica met behulp van een gang simulator en intra-articulaire drukmetingen KU Leuven Abstract: De voet is een complexe structuur die doorheen de gangfase en afhankelijk van de situatie zowel flexibel als rigide moet zijn. Bovendien moet de voet veel en grote belastingen kunnen verdragen om de mens toe te laten een hele reeks bewegingen uit te voeren. Het doel van dit project is om de grootte en het patroon van de ontwikkelde intra-articulaire druk teonderzoeken om zo een beter inzicht te krijgen in hoe verschillende bewegingen en bepaalde pathologieën de weerstand van de enkel beïnvloeden. Daarenboven zal dit onderzoek ook bijdragen aan de ontwikkeling van betere totale enkelprothesen.Real time intra-articulaire drukmeting van de achtervoet Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Anastasios Natsakis
The interprosthetic gap as a risk factor for peri- and inter-prosthetic fractures of the femur. A biomechanical investigation of optimal gap distance. KU Leuven Abstract: Beschadiging van het labrum met de daarbij horende daling van de sealing-functie speelt een belangrijke rol in de vroegtijdige degeneratievan het heupgewricht bij jonge volwassenen. Het is dan ook essentieel om deze sealing-functie te herstellen. Als hypothese geldt dat scheuren van >33% van de diameter van het labrum deze #sealing# functie beïnvloeden en dat dit kwantificeerbaar is. Deze kwantificatie maakt het mogelijk om intra-operatief te beslissen om de sealing-functie al dan niet te herstellen via een labrum reconstructie. Het eerste doel is te onderzoeken wat het effect is van de grootte van de scheur op desealing functie. Het tweede doel is intra-operatieve beoordelingsmethodes voor de sealing-functie te ontwikkelen en te valideren. Het derde doel is te evalueren of het sealing effect wordt hersteld door 2 verschillende reconstructietechnieken (i.e. pees allogreffe versus scaffold). Binnen dit doel wordt eveneens de meest optimale scaffold ontworpen. Het vierde doel is te evalu Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Gerrit van Lenthe • Thomas Quirynen
Biomechanisch gebaseerde analyse van slaap KU Leuven Abstract: Het feit dat een derde van een mensenleven zich afspeelt in bed wijst op het essentiële karakter van slaap. Hoewel sommigen vrijwillig kiezen voor slaaptekort, krijgen anderen niet eens de keuze. Hun gezond slaappatroon is verstoord door slaapstoornissen zoals slaapapneu, insomnie en rusteloze benen syndroom. De meeste klinische diagnoses worden gesteld rond klachten van overmatige vermoeidheid gedurende de dag. Mensen wachten echter meestal vrij lang vooraleer beroep te doen op professionele hulp,en doen dit mogelijk pas wanneer hun klachten zijn verergerd van miniemtot ernstig. Het valt natuurlijk te beargumenteren dat mensen met minieme klachten een verwaarloosbare belangstelling en gebruik zullen vertonen ten opzichte van vrij ingrijpende behandelingen, en dat deze mensen ook niet noodzakelijk moeten behandeld worden met medicatie. Cognitieve gedragstherapie heeft echter in verschillende domeinen zijn effectiviteit bewezen bij klinisch gediagnosticeerde patiënten, en zou mogelijk e Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Bart Haex • Tim Willemen
Functionele analyse van SMOC2 door middel van embryonale modelorganismen KU Leuven Abstract: