Diversiteit en nutritionele modulatie van intestinale microbiota bij jachtluipaarden in gevangenschap Universiteit Gent Abstract: De intestinale microbiota van jachtluipaarden in gevangenschap zal worden gekarakteriseerd, waarbij de invloed van wijzigingen in het strikt carnivore dieet op de fecale microbiota betrokken bij de vertering wordt onderzocht. Aan de hand van moleculaire technieken (PCR-DGGE, real-time PCR) en gerichte in-vitro en in-vivo studies zullen indicatororganismen met gunstige fermentatieprofielen worden geïdentificeerd, en zullen meer inzichten worden bekomen in hun rol bij het behoud van een normale intestinale gezondheidsstatus. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Geert Janssens
Diversiteit van de graancystenematoden (Heterodera spp.) en wortellesienematoden (Pratylenchus spp.) in Marokaanse graanvelden en hun beheersing met resistentie Universiteit Gent Abstract: Een Marokkaanse survey detecteerde verscheidene soorten cyst nematoden en wortellesienematoden. Een qPCR werd ontwikkeld om Pratylenchus penetrans en P. thornei te detecteren en te kwantificeren. Resistentie tegen deze nematoden werd gevonden. De interactie tussen P. thornei en Heterodera avenae en de stabiliteit van de resistentie van tarwe-lijnen in de aanwezigheid van beide soorten zal onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Maurice Moens • Nicole Viaene
Diversiteit van lignilotyische enzymen en hun genen in Cubaanse stammen van het genus Ganoderma. Toepassing voor bio-degradatie van xenobiotica. Universiteit Hasselt Abstract: Milieuvervuiling met recalcitrante xenobiotica is uitgegroeid tot een van de grote ecologische problemen. Het gebruik van 'white rot' schimmels (WRF) en/of hun enzymen kan bijdragen om dit probleem op te lossen. WRF kunnen lignine enzymatisch afbreken (voornamelijk lignine peroxidase, mangaan peroxidase en laccase). Door hun brede substraatspecificiteit kunnen deze enzymen ook persistente organische verontreinigende stoffen (POP) die structureel vergelijkbaar zijn met lignine (zoals chloorfenolen, PCB's, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's), pesticiden, industriële kleurstoffen en synthetische polymeren) transformeren en mineraliseren. De mogelijkheden van de ligninolytische 'machinerie' van Ganoderma sp. werd tot hiertoe slechts in beperkte mate bestudeerd. In Cuba komt een hoge biodiversiteit aan Ganoderma sp. voor. Desondanks bleef de diversiteit van ligninolytische enzymen en hun genen in Ganoderma sp. tot hiertoe onontgonnen. Het onderzoeken van de in Cuba inheemse stammen van Ganoderma sp. kan leiden tot de karakterisering van nieuwe laccase, MnP en LiP genen en bijgevolg de beschrijving van ligninolytische enzymen met verschillende eigenschappen voor gebruik in diverse industriële toepassingen. De belangrijkste doelstellingen van dit project zijn: (1) de ligninolytische enzymen en hun genen van inheemse Ganoderma sp. stammen te karakteriseren en de bijdrage van de ligninolytische enzymen in de afbraak van xenobiotica te evalueren. Om deze doelstelling te realiseren wordt screening uitgevoerd van Ganoderma sp. stammen met de capaciteit om xenobiotische verbindingen zoals model kleurstof verbindingen af te breken. De Ganoderma sp. stammen met hoge ontkleuringscapaciteit, hoge niveaus van ligninolytische enzymen, en ook met hogere diversiteit aan laccase-, MnP- en LiP-genen worden geselecteerd. Een tweede benadering is de afbraak van xenobiotica door de ligninolytische enzymen van geselecteerde Ganoderma stammen en de karakterisering van deze enzymen en hun genen. In dit onderzoek wordt het ontkleurend vermogen en de diversiteit van de genen die coderen voor lignolitische enzymen van in Cuba inheemse Ganoderma sp. soorten bepaald. De stam(men) met de hoogste diversiteit in de sequenties van laccase-, MnP- en LiP-genen en met een hoge ontkleuringscapaciteit zullen worden geselecteerd voor onderzoek van de afbraak van xenobiotica. De belangrijkste lignolitische enzymen of isozymen worden gezuiverd en gekarakteriseerd en de afbraak van verschillende xenobiotica wordt onderzocht. De genen die coderen voor de belangrijkste lignolitische enzymen worden gesequeneerd. De bekomen resultaten kunnen gevaloriseerd worden in de bioremediatie van bodems en waters gecontamineerd met moeilijk afbreekbare organische polluenten. Het identificeren van nieuwe laccase-, MnP- en LiP-genen van Ganoderma sp. in Cuba kan leiden tot het ontwikkelen van meerdere biotechnologische toepassingen. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD
Diversiteit van wortel nodule bacteriën geïsoleerd uit de boon (Phaseolus vulgaris L.) in Cuba: effect van RhizobiumPGPR inoculatie enIAA synthese op de ontwikkeling van boon genotypes KU Leuven Abstract: De boon (Phaseolus vulgaris L.) zijn het belangrijkste vlinderbloemige gewas voor menselijke voeding op wereldschaal en in het bijzonder in vele delen van Latijns Amerika en Afrika. Symbiotische stokstoffixatie (SSF) door de associatie van rhizobia met wortel nodulen draagt bij tot een verbeterde gewasproductie en is een goedkope en ecologische strategie omde opbrengst van boon cultivatie te verhogen. De hoeveelheid stikstoffixatie door de gewone bonenplant is echter zeer laag in vergelijking met de SFF onder optimale condities en vergeleken met andere peulvruchten. Het succes van SSF in de cultivatie van bonen wordt eveneens zeer sterk beïnvloed door omgevingscondities. Verder onderzoek naar manieren om de efficiëntie en de stabiliteit van SSF te verhogen is echter nog steeds noodzakelijk. Rhizobia treffen tijdens hun interactie met planten verschillende componenten aan, waaronder fytohormonen zoals auxinen , giberelinen en cytokininen. Verschillende stappen, waaronder de vorming van Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Ariany Colas Sanchez
DNA-barcoding bij mariene nematoden en de rol van genetische diversiteit in de stabiliteit van populaties bij habitatverstoringen
Universiteit Gent Abstract: Nematoden vormen de meest abundante en soortenrijke diergroep in het mariene milieu. Voor een snelle soortenidentificatie zullen verschillende DNA sequenties getest worden. Daarnaast zal de populatie genetische samenstelling gebruikt worden om dispersiepatronen te bestuderen en vormt ze de basis voor een reeks experimenten die de link tussen genetisch diversiteit en de resistentie van populaties tegen habitatverstoring zullen onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Tom Moens
DNA damage-inducible genome plasticity and its contribution to bacterial adaptation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Abram Aertsen • Joachim Vandecraen
DNA-diagnostiek voor doofheid met behulp van de volgende generatie DNA-sequencing. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds RNID . UA levert aan RNID de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
DNA-methylatie als diagnostisch en therapeutisch doelwit bij chronisch nierfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Nathalie Le Clef
DNA methylatie studie van de C9orf72 repeat expansie die frontotemporale kwab degeneratie (FTLD) en amyotrofe lateraal sclerose (ALS) veroorzaakt. Universiteit Antwerpen Abstract: Expansies van een G4C2 repeat in de C9orf72 promoter zijn de belangrijkste oorzaken van FTLD en ALS maar het mechanisme is ongekend. We zullen de rol van een verlies-van-functie mechanisme onderzoeken via methylatie studies van de C9orf72 promoter. We zullen nagaan of toenemende repeat lengte gecorreleerd is met methylatieniveau van de repeat regio. Als CpG methylatie een rol speelt, kan dit een belangrijk aangrijpingspunt zijn voor therapie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Ilse Anne-Maria Leo Gijselinck
DNA-methyleringspatronen van PolycombGroup target genen als biomarkers voor verbetering van diagnose, prognose en predictie van respons op behandeling van prostaatkanker. KU Leuven Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is het identificeren van DNA-methyleringspatronen als krachtige biomarkers voor diagnose, prognose enpredictie van response op behandeling van prostaatkanker. Daarom willenwe het DNA-methyleringspatroon bepalen van een set van genen in prostaat kanker biopsies. We zullen hiervoor gebuik maken van zowel paraffine ingebed als verse ingevrozen biopsies. De geselecteerde genen zijn goed gekarakteriseerde PolycombGroup targets en tumor suppressor genen die gehypermethyleerd en uitgeschakeld zijn in prostaatkanker. De DNA-methyleringspatronen van deze genen zullen bepaald worden door DNA-methylatie specifieke PCR assays. Het DNAmethyleringspatroon van elke patiënt zullen we linken aan de genetische en de gen-expressie data, en correleren met de klinische gegevens. Deze data zullen beschikbaar gesteld worden door de andere partners van de 'Interdiciplinary Prostate Cancer Care group UH Leuven'. Organisaties: • Labo Biosignalering & Therapeutica
DNA-methyloom en RNA-transcriptoom analyse in proximaal tubulaire cellen, bloed en urine tijdens de ontwikkeling van chronisch nierfalen in de muis. Universiteit Antwerpen Abstract: Chronisch nierfalen (CKD) is een verzamelnaam voor renale aandoeningen die, onafhankelijk van hun oorzaak, gekenmerkt worden door histomorfologisch aantoonbare nierschade en/of een gedaalde glomerulaire filtratie (<60 ml/min/1,73m2) die minstens drie maanden aanwezig zijn en waarvan het verloop een progressieve daling van de nierfunctie inhoudt. Tot op heden kan eindstandig nierfalen enkel worden behandeld d.m.v. dialyse of transplantatie. DNA-methylatie is een epigenetische modificatie van het DNA o.i.v. DNA-methyltransferase (Dnmt) enzymen, waardoor de transcriptie wordt beïnvloed (meestal afremt). DNA-methylatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kanker, maar ook bij andere pathologieën zoals renale fibrose is het een belangrijke etiologische factor. Fibrose is het celbiologische proces dat aan de basis ligt van CKD. Door verlies van controle over het normaal herstellende fibroseproces wordt ook gezond weefsel aangetast en progressief vervangen door niet-functioneel bindweefsel. Twee renale celtypes spelen hierbij een cruciale rol: (1) de proximaal tubulaire epitheelcel (PTC) die zeer gevoelig is voor schade/stress en die als reactie daarop pro-fibrotische cytokines (TGF-, CTGF)
produceert en (2) de fibroblast die onder invloed van dit pro-fibrotisch milieu geactiveerd wordt tot proliferatie en productie van extracellulaire matrix (ECM). Voldoende lange blootstelling aan dit pro-fibrotisch milieu veroorzaakt terminale activatie van de fibroblasten, met chronische nierfibrose als gevolg. Op heden is de rol van DNA-methylatie t.h.v. de PTC nog onbekend. De doelstellingen van dit project omvatten ten eerste de identificatie van differentieel gemethyleerde genen van PTCs die geassocieerd zijn met de ontwikkeling van chronische fibrose na een acute nierbeschadiging. Ten tweede, met het oog op de identificatie van diagnostische en therapeutische merkers zal een correlatie gemaakt worden tussen het DNA methyloom en RNA-transcriptoom in urine, bloed en proximaal epitheliale cellen. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Benjamin Vervaet
DNA minicircles voor de in vivo expressie van anti-HER2 trastuzumab: Optimalisatie van op-electroporatie-gebaseerde toedoening en bekomen van anti-tumor activiteit in een muis borstkankermodel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Therapeutische en Diagnost. Antilichamen
Onderzoekers: • Paul Declerck • Kevin Hollevoet
Doctoraal onderzoek in de foetale en perinatale geneeskunde. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Joris Vermeesch • Jan Deprest • Frank Van der Aa • Jaan Toelen • Tim Van Mieghem • Maurilio Sampaolesi
Doctoraatsbegeleiding Eric GUTKNECHT : Study of the Corticotropin releasing factor receptors signaling in a neuronal and in a peripheral cellular bachgroud. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De humane corticotropin-releasing factor receptoren CRF1 and CRF2? zijn in staat om tot het Gs proteine te koppelen. Gepostuleerd werd dat CRF receptoren ook in staat zijn om signaaloverdracht te medieren via stimulatie van het fosfolipase C enzyme. Binding en signaaleigenschappen van beide receptor subtypes werden recent onderzocht in humane embryonische nier 293 cellen en in humane SK-N-MC neuroblastoma cellen. Deze studies toonden aan dat de fosfolipase C-gemedieerde signaaloverdracht van CRF receptoren afhankelijk is van de cellulaire background. Verschillende experimentele benaderingen zullen aangewend worden om de onderliggende moleculaire mechanismen te ontrafelen; deze omvatten grondig onderzoek van: receptor-G protein interacties, de potentiele rol van accessory proteins zoals RAMPs, G protein receptor kinase-gemedieerde receptor fosforylatie en hierop volgende receptor internalisatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • ERIC GUTKNECHT • GEORGES VAUQUELIN
Doctoraatsonderzoek A. Moens. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek A. Moens. Organisaties: • Cardiologie • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Christiaan Vrints • An Moens
Doctoraatsonderzoek Guy Knaepkens. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek Guy Knaepkens. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marc van Sprundel • Manana Sariachvili
Doctoraatsonderzoek S. De Wachter. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek S. De Wachter. Organisaties: • Urologie • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Jean Jacques Wyndaele • Stefan De Wachter
Doelgerichte bestrijding en verbeterde bestuiving in organische gewasbescherming (Bicopoll) kaderend binnen het Core Organic II EraNet Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Guy Smagghe
Doelstellingen en indicatoren betreffende de ontwikkeling van praktijklijnen en multidisciplinaire zorgtrajecten voor de eerste lijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Het (te ontwikkelen) Zorgpad Palliatieve Patiënt wordt een instrument voor het leveren van goede zorg. Het is een zorgdossier, een checklist en een evaluatie/toetsingsmiddel. Het dient een hulpmiddel te zijn dat de kwaliteit van zorg, de communicatie met de patiënt en diens naasten én de samenwerking tussen de zorgverleners zal helpen waarborgen. Daarnaast hechten wij veel waarde aan de praktische toepasbaarheid ervan: het moet handig en eenvoudig zijn en in geheel Vlaanderen toepasbaar. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Roy Remmen • Paul Van Royen
Does The Osteocyte Lacuna Affect Bone Adaptive Response In Aging? KU Leuven Abstract: Osteoporosis is by far the most common bone disease, resulting in nearly four million osteoporotic bone fractures in Europe each year. Hence, there is a strong socio-economic need to reduce the number of fractures. Low bone mass, the hallmark of osteoporosis, is a consequence of a negative balance in the bone remodeling process. This proposal is aiming at improving our understanding of this age-related bone loss preceding bone fracture. Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Gerrit van Lenthe • Haniyeh Hemmatian
Does the plasma proCPU (TAFI) concentration modulate the clinical expression of hereditary diseases of primary haemostasis ? Universiteit Antwerpen Abstract: Does the plasma proCPU (TAFI) concentration modulate the clinical expression of hereditary diseases of primary haemostasis ? Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks
Domeinexpert Topsport : Coaching. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Gert Vande Broek • Filip Staes
Domeinexpert Topsport : Sportmedische en paramedische begeleiding. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Musculoskeletale Revalidatie
Onderzoekers: • Filip Staes
Dominantie, reproductief succes en reproductieve investering van mannelijke Amerikaanse bizonstieren (Bizon bison) in semi-natuurlijke condities. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij vele soorten bestaat er voor mannelijke dieren een nauw positief verband tussen dominantiepositie en reproductief succes. Ondergeschikte mannen zullen alternatieve paarstrategieën nasteven. De dominantiepositie wordt beïnvloed door verschillende individuele kenmerken, zoals leeftijd en gewicht, maar ook door groepskenmerken, zoals groepssamenstelling, groepsgrootte en leeftijdsstructuur. Voor bizonstieren (Bison bison) resulteert het korte paarseizoen (rut) in een maximale inzet in een minimaal tijdsbestek. Bizonstieren vertonen extreme competitie in deze periode en dit heeft gevolgen voor de onderlinge relaties tussen de stieren. De hoofddoelstelling van de studie is het bestuderen van de intaseksuele competitieve relaties tussen Amerikaanse bizonstieren en het nagaan van hun paarstrategieën in semi-natuurlijke condities. Hiervoor zullen de dominantieverhoudingen tussen de stieren, hun reproductief succes en reproductieve investering worden onderzocht. Het effect van individuele kenmerken (gewicht en leeftijd) en van groepskenmerken (groepssamenstelling, -grootte en leeftijdscombinaties) zal worden nagegaan. De link naar de encocrinologie wordt gelegd door de analyse van concentraties aan stress- en sekshormonen (cortisol en testosteron) van de bestudeerde dieren. Uit observaties is vroeger afgeleid dat de meest dominante mannen een zeer hoog reproductief succes behalen, maar door het ontbreken van paterniteitsgegevens is deze veronderstelling nooit bewezen. In de studie zal het reproductief succes van elke stier op een zeer betrouwbare manier worden bepaald aan de hand van DNA-analyses. Reproductieve investering zal gekwantificeerd worden om na te gaan of er 1) een stijging is met de leeftijd en 2) een verandering tijdens de rut in functie van tijd en status. De dominantieverhoudingen zullen bepaald worden door observatie van agonistische gedragingen in twee verschillende periodes: 1) tijdens de rut, wanneer er competitie is voor partners, en 2) tijdens de winter, wanneer er voornamelijk voedselcompetitie optreed. Tijdens deze observaties zullen meststalen worden verzameld die geanalyseerd worden om testosteron- en cortisolniveaus te bepalen. Eens per jaar worden de dieren gewogen en kunnen bloedstalen worden verzameld. Uit deze stalen kan via de paterniteitstesten het effectieve reproductieve succes van de stieren worden bepaald, wat dan vergeleken wordt met de geobserveerde copulaties van het voorgaand paarseizoen. Reproductieve investering wordt gekwantificeerd aan de hand van het meten van de tijdsbudgetten van de dieren en de mate waarin ze risicovolle agressies aangaan. Ondanks hun toenemende economische waarde bestaat er nog steeds een gebrek aan kennis over de reproductieve strategieën en de seksuele competitie tussen bizonstieren. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Catherine Roden • Peter Aerts
Donorleeftijd en versnelde veroudering van transplantnieren KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Nefrologie
Door de ogen van een kind: Differentiëren actie- en intentie-inzicht jonge kinderen met autismespectrumstoornissen van typisch ontwikkelende leeftijdgenoten? Universiteit Hasselt Abstract: Autisme is een van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen en is gekenmerkt door beperkingen in sociale wederkerigheid. Ofschoon autisme manifest is voor de leeftijd van 3 jaar, wordt de diagnose vaak pas gesteld in de schoolleeftijd. Dit project beoogt mogelijke voorwaarden voor imitatie te onderzoeken om de diagnose van autisme te vervroegen. In het eerste werkpakket onderzoeken we een observatie-inzicht-uitvoeringsmodel in een referentiegroep van typisch ontwikkelende kinderen. Dit model gaat er van uit dat actie- en intentie-inzicht voorwaarden zijn voor imitatie. Dit model voorspelt dat kinderen motorische referentiële cues identificeren, waarmee volwassenen hun intenties uitdrukken, om geobserveerde handelingen te verstaan en te voorspellen; dat actie- en intentieinzicht soortgelijke actiepatronen uitlokken bij de kinderen; en dat deze soortgelijke actiepatronen imitatie uitlokken. Wij maken gebruik van niet-invasieve methoden, met name eye-tracking technieken voor de beoordeling van de identificatie van motorische referentiële cues en EMG registratie voor de beoordeling van onwillekeurige spieractiviteit binnen de soortgelijke actiepatronen. In het klinische werkpakket maken we gebruik van de nieuw verworven kennis om te onderzoeken of baby's en peuters met autisme en met een verhoogd risico op autisme andere patronen van actie- en intentie-inzicht hebben en/of andere verbanden vertonen tussen actie- en intentie-inzicht en spieractiviteit en/of andere verbanden vertonen tussen spieractiviteit en imitatie in vergelijking met typische ontwikkelende kinderen van dezelfde chronologische en mentale leeftijd. Onze resultaten dragen bij tot een beter inzicht in de veranderde functionele connectiviteit binnen het actieobservatie netwerk, met inbegrip van het spiegelneuronensysteem, dat een veelbelovend vroege biomarker van autisme kan zijn. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Raf MEESEN • Marleen VANVUCHELEN
Doorgedreven identificatie van voor de mens pathogene Shiga-toxine producerende Escherichia coli (STEC) in België Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject omvat 2 delen. In eerste instantie wordt een methode ontwikkeld om levensmiddelen te testen op de aanwezigheid van STEC en vervolgens uit positieve monsters STEC te isoleren. In tweede instantie worden beschikbare STEC isolaten (dieren, levensmiddelen en mens) genetisch gekarakteriseerd om verwantschappen te detecteren en aldus mogelijke contaminatieroutes op te sporen.
Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Lieven De Zutter
doorgronden van de werking van cortactine, een pleiotrope regulator van kankercel invasie, met behulp van inhibitorische nanobodies die zijn functionele domeinen perturberen Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep biochemie
DOPPLER-CIP: Determining Optimal non-invasive Parameters for the Prediction of Left vEntricular morphologic and functional Remodeling in Chronic Ischemic Patients. KU Leuven Abstract: Coronary artery disease (CAD) remains the primary cause of cardiovascular morbidity and mortality in Europe. In current clinical practice, patients with chronic CAD are followed using non-invasive imaging methodologies for possible adverse morphologic remodelling and functional recoveryof the myocardium before the decision for invasive examinations and treatments is taken. Technological developments have brought about several newer imaging methodologies (and associated parameters) that have shown accurate prognostic results under study conditionsin selected patient populations. Each of these methodologies offers intrinsic advantages and disadvantages due to the physiologic processes it tries to assess, due to the technology it requires or due to its availability (often determined by its associated cost). However, to date, nolarge scale studies have made a direct comparison of the different methodologies towards predicting adverse morphologic remodelling or functional recovery of the my Organisaties: • Cardiovasculaire Beeldvorming & Dynamica
Onderzoekers: • Jan D'hooge
Dose-Painting in radiation oncology treatments: the paradigm of head and nexk squamous cells and prostate adenocarcinomas. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Karin Haustermans
Dosisgerelateerd effect van radiotherapeutische contact-irradiatie op de destructie en regeneratie van lymfevaten en microcirculatie bij de muis Vrije Universiteit Brussel Abstract: Radiotherapie bij oncologische aandoeningen kan aanleiding geven tot destructie van subcutane en/of diepe lymfecollectoren en zodoende een secundair oedeem tot gevolg hebben. Deze studie wil op een in het laboratorium ontwikkeld diermodel, nl. de subcutane lymfevaten van de muds in vivo, de structureel-morfologische veranderingen bestuderen van de lymfevaten en microcirculatie bij contactirradities van verschillende dosis. Deze studie zal gebeuren in samenwerking met de eenheden radiotherapie en dermatologie van de factulteit geneeskunde VUB. Via transilluminatiemicroscopie zal het stralingseffect op de destructie en de regenatie van lymfevaten worden geanalyseerd. Deze onderzoeksmethodologie is een in het laboratorium ontwikkelde en goed gestandaardiseerde procedure gebaseerd op morfologische parameters: via injectie van een vitale kleurstof in een inguinaal lymfeganglion kunnen inguino-axillaire lymfecollectoren zichtbaar worden gemaakt en fotografisch en videoscopisch worden geregistreerd. Groepen van 15 NMRI-muizen zullen op verschillende tigdstippen na irradiatie, gaande tot 3 maanden, worden onderzocht. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS • GUY STORME • DIANE ROSEEUW
Dosisverificatie van basis en geavanceerde radiotherapietechnieken in België Universiteit Hasselt Abstract: Het project spitst zich toe op de controle van de volledige behandelingsketen (beeldvorming, intekenen tumoren, planning, positionering, bestraling) zoals klinisch toegepast in het radiotherapiedepartement. Bovendien zullen ook de benchmarking en inventarisatie zoals in het BELdART-1 project gecontinueerd worden in de toekomst. Organisaties: • Nucleaire Technologie • Centrum voor Milieukunde