www.researchportal.be - 8 Feb 2016 17:24:01
Onderzoeksprojecten (1240 - 1260 van 11514) Zoekfilter: Classificaties: BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN (B)
Coëxistentie van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verklaren van de coëxistentie van verschillende kleurvormen binnen een soort blijft een uitdaging vormen voor evolutietheoriën. Recent onderzoek bij libellen suggereert een relatie tussen populatiecondities en vormspecifieke fitness. Met dit project willen we onderzoeken of de ruimtelijke en temporele variatie in populatiecondities en gerelateerde vormspefieke fitness een verklaring vormt voor het naast elkaar voorkomen en voortbestaan van vrouwelijke kleurvormen bij waterjuffers. Bovendien zal de vormspecifieke thermische ecologie onderzocht worden en in verband gebracht worden met variatie in populatiecondities en fitness. Organisaties: • EVOLUTIONAIRE BIOLOGIE • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Jan Scheirs • Hans Van Gossum
Co-expressie van de reportergenen Firefly Luciferase (Fluc) en Natrium-Iodide Symporter (NIS) in getransplanteerde cellen maakt in vivo quantitatieve cell-imaging op lange termijn mogelijk dmv optische en nucleaire beeldvorming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is het ontwikkelen van een beeldvoringsstrategie voor het opvolgen van getransplanteerde cellen waarbij we viabiliteit, celaantal en lokalisatie op een niet-invasieve wijze in vivo herhaaldelijk wensen te bepalen. Dit zal verwezenlijkt worden aan de hand van stabiel tot expressie gebrachte reporter genen Firefly luciferase (Fluc) en Natrium Iodide Symporter (NIS) in de getransplanteerde cellen. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Marleen KEYAERTS • AXEL BOSSUYT
Co-extrusie als innovatieve productietechniek voor het ontwikkelen van multi-layer fixed-dose combination geneesmiddelvormen Universiteit Gent Abstract: Via het co-extrusie zullen innovatieve multi-layer doseringsvormen ontwikkeld worden die gebruik maken van specifieke polymeren om geïncorporeerde geneesmiddelen met verschillende snelheid vrij te stellen en/of incompatibele geneesmiddelen te combineren. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Jean Remon • Chris Vervaet
Co-financiering bij Cellulaire productie van Wnts, afgescheiden groei- en differentiatiefactoren en hun gebruik als coördinators van orgaan-specifieke stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wnts codeeren gesecreteerde signalen die de groei en cellulaire differentiatie van verschillende stamcellen tijdens de embryonische ontwikkeling reguleren. Er zijn geen bruikbare systemen beschikbaar om de Wnts in hun biologische actieve vorm te uitdrukkenen en om de stamcellen ongedifferentieerd te houden in vitro. We zullen efficiënte recombinante producties ontwikkelen die uitvoerbaar zullen zijn op elk gegeven Wnt. De biologische activiteit van de geproduceerde Wnts zal in vitro getest worden door middel van een readout systeem en in het vroege Xenopus embryo. De leden van het consortium hebben de belangrijkheid kunnen aantonen van de Wnts als onderhoudfactor van stamcellen in vele verschillende orgaansystemen. De Wnts, hun receptoren en signaaltransductie componenten zullen in deze systemen gescreend worden. De biologische activiteit van het recombinante Wnts zal getest worden in haar capaciteit om de cellen in vitro pluripotent te houden en te onderzoeken of deze een rol spelen bij het leiden van cellen tot specifieke cellijnen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Co-financiering bij de aankoop van een microbalans Mettler Toledo. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit krediet werd een analytische balans aangekocht met een weegbereik tot op 1 microgram. Deze balans is gekoppeld aan een automatische koolstof-stikstofanalysator (Carlo Erba Instruments, Italie). De onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie werkt in het kader van diverse onderzoekscontracten reeds meerdere jaren rond de koolstof- en stikstofkringloop van planten en plantengemeenschappen. Gedetailleerde koolstof- en stikstofanalyses zijn dan ook van cruciaal belang. Het afwegen van uiterst kleine hoeveelheden bodem, planten, bladeren en houtmaterialen vormt een belangrijk onderdeel van de meetprocedure. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Co-financiering bij FVO14 : (Ontwikkeling van geattenueerde Salmonella vaccinstammen voor de preventie van bacteriële infecties bij pluimvee.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Co-financiering bij FVO14 : (Ontwikkeling van geattenueerde Salmonella vaccinstammen voor de preventie van bacteriële infecties bij pluimvee.)
Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE HERNALSTEENS
Co-financiering bij OZR 1400 : opstellen van leerlijnen in het judo adh van analyses van judogevechten op verschillende niveau's en bij verschillende leeftijdscategorieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Judocompetitie wordt gekenmerkt door een intermitterend inspanningspatroon met verschillende onderdelen (rechtstaand gevecht, grondgevecht en pauzes opgelgd door de scheidsrechter). Tot nu toe werd er geen systematische dataverzameling gedaan naar het tijdsgebruik en naar de verdeling van de verschillende gevechtsmogelijkheden binnen het judokamp. De bedoeling van voorliggend project is om judokampen van verschillend niveau en van verschillende leeftijdscategorieën te analyseren op tijdsgebruik binnen de judokamp (actieve tijd in rechtstaand gevecht, actieve tijd in grondgevecht, recuperatie tijdens pauzes opgelegd door de scheidsrechter)om op die manier een beeld te krijgen van het inspanningsprofiel van een doorsnee judowedstrijd. Aan de hand van deze gegevens kan de judotraining verder geoptimaliseerd worden rekening houden met de gemeten intervallen van activiteit en recuperatie en met aandachtsbesteding van de correcte activiteiten (grond versus rechtstaande werk). Tevens willen we de gebruikte technieken gaan evalueren en dit zowel qua gebruiksfrequentie, de score per techniek en het tijdstip in het gevecht. Alle gemeten parameters willen we analyseren per geslacht, per gewichtscategorie, per leeftijd en in functie van het niveau van de competitie (regionaal, nationaal, internationaal). Indien verschillen gevonden worden tussen bv. de gewichtscategorieën dankunnen de trainingsvormen aangepast worden per categorie. De analyses in finctie van de leeftijd zullen ook gebruikt worden voor de ontwikkeling en verfijning van de judoleerlijnen en voor talentdetectie. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • EVERT ZINZEN
Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Co-financiering Marie Curie beurs Universiteit Hasselt Abstract: Het netwerk solarNtype zal bijdragen aan het ontwerp, de synthese en het testen van apparatuur in de nieuwe oplossing- verwerkbaar-ntype "electron acceptor" geconjugeerde polymeren, die gebruikt worden als alternatief voor kleine C60 derivaten voor toepassing in organische zonnecellen. Algemene onderzoeksdoelstellingen: -Het gebruik van acceptor polymeren als alternatief voor de C60 en PCBM kan anticiperen op een aantal doorbraken in de controle van de langetermijn dunne film morfologie in organische bulk heterojunction zonnecellen en andere vormen van organische apparaten op basis van polymeren. -Het gebruik van polymeer / polymeer mengsels zorgt voor een gemakkelijkere en goedkopere verwerkbaarheid op grote schaal - Het bestaan van alternatieve materialen voor de acceptor PCBM voorkomt eventuele toekomstige monopoliesituaties wanneer organische bulk heterojunction zonnecellen worden gecommercialiseerd. Een sterke multidisciplinaire en intersectorale aanpak is een doel van het netwerk met een hoge mate van integratie in een brede waaier van competenties: chemie, analytische analyse, de elektrische en optische karakterisatietechnieken, toestel- fabricage en up-scaling technologie. Dit alles in een context van voortdurende interactie en samenwerking tussen de verschillende sectoren van activiteit: universiteiten, internationale onderzoeksinstituten en gerenommeerde industriële ondernemingen (KMO's). Het SolarNtype netwerk stelt de volgende uitdagende doelstellingen: 1. Een sterke interdisciplinaire en intersectorale aanpak, met een hoge mate van interactie, is van essentieel belang voor het netwerk. De synergie van de know-how aanwezig in de verschillende onderzoeksgroepen, allemaal met een sterke internationale reputatie in hun subvelden, zal zorgen voor een snelle vooruitgang en doorbraak, en zal de juiste omstandigheden voor de technische vooruitgang en de opleidings- taken op dit fundamenteel belangrijk onderzoeks- domein creëren. 2. Het verstrekken van opleiding en onderzoekservaring voor jonge pre-doctorale en postdoctorale onderzoekers door hen de gelegenheid te geven om tijd te besteden in een ander land als onderdeel van een internationaal hoogwaardig onderzoeksproject. Het netwerk draagt bij aan de overdracht van kennis door middel van interactie en uitwisseling van onderzoekers en door het organiseren van netwerk-evenementen op basis van praktische handleidingen over verschillende thema's. De jonge onderzoekers zullen hun resultaten aan de rest van het netwerk kunnen presenteren door regelmatig bijeenkomsten. Dit netwerk richt zich op onderzoek naar nieuwe materialen met n-type eigenschappen voor organische zonnecellen, maar de technieken waarin jonge onderzoekers zullen worden opgeleid, zijn van toepassing op alle halfgeleidende onderzoeksgebieden (LED's, field-effect transistors, biosensoren, etc) , dewelke snel opkomende technologieën zijn. 3. Verspreiding van de door het netwerk verworven kennis aan de Europese industrie door middel van publicatie in internationale tijdschriften en recensies, de presentatie van de resultaten op workshops, internationale congressen en symposia. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marc D'OLIESLAEGER
Co-financiering Odysseus Vrije Universiteit Brussel Abstract: Co-financiering Odysseus Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jeroen RAES
Cofinanciering tbv nieuwe directeur VIB Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cofinanciering tbv nieuwe directeur VIB Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Peter TOMPA
Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering voor de herstelling van de koelkamer/groeikamer frigomill. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Roland Caubergs
Cognitief autonome katheter werkend in een dynamische omgeving. KU Leuven Abstract: Recente ontwikkelingen op het gebied van robotica en automatisering hebben de ontwikkeling van een grote verscheidenheid aan biogeïnspireerde slangachtige continuümrobots bevorderd. Deze robots vereisen fundamenteel andere controlemechanismes en regelaars dan traditionele rigide robots. In de onderzoekswereld werd tot dusver slechts beperkte aandacht geschonken aan de controle van dergelijke continuümrobots. Robotische katheters vormen een uitdagende specialisatie binnen de continuümrobotica. Dezekatheters dienen doorheen een erg complex, delicaat, vervormbaar en zeer dynamisch vaatstelsel gestuurd te worden. De moeilijkheidsgraad wordt nog verhoogd door het beperkte zicht dat men heeft tijdens het uitvoerenvan de procedure. Het CASCADE project zal een innovatief controleschemavoor continuümrobots ontwikkelen dat in complexe en vervormbare omgevingen kan functioneren en meer specifiek in het cardiovasculaire systeem. Het project werkt een algemene mathematische beschrijving van de con Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Jozef Vander Sloten • Emmanuel Vander Poorten
Cognitieve controle over actie na traumatisch hersenletsel. KU Leuven Abstract: Cognitieve controle over actie heeft betrekking op ons vermogen om snelonze handelswijze te veranderen wanneer bepaald gedrag niet langer adequaat is. Cognitieve controle is bijvoorbeeld nodig om veilig door het verkeer te kunnen bewegen. Zonder effectieve controle over onze acties zouhet onmogelijk zijn om een auto die plotseling van baan verandert te ontwijken, of om op tijd te stoppen voor een kind dat de straat op rent. Cognitieve controle is ook belangrijk in een sociale context. Wanneer we geen mechanisme zouden bezitten dat ons ervan weerhoudt te handelen naarelke opkomende gedachte, zouden we veel meer ongepaste opmerkingen maken. Het doel van dit proefschrift is het vergroten van het inzichtin de wijze waarop de mens controle uitoefent over zijn gedrag. Het onderzoek naar de neurale mechanismen die hieraan ten grondslag liggen is ook van belang om verschillende neurologische en psychiatrische aandoeningen beter te kunnen begrijpen. ADHD en Gilles de la Tourette worden bijvoorb Organisaties: • Departement Bewegingswetenschappen
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • James Coxon • Hendrika Petronella Leunissen
Cognitieve disfunctie bij primaire insomnie versus experimentele slaapdeprivatie: zijn er indicaties voor adaptatiemechanismen bij een chronisch partieel slaaptekort. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De gevolgen van een acuut en chronisch slaaptekort voor het cognitief functioneren zijn bij gezonde slapers veelvuldig aangetoond aan de hand van experimenteel slaaponderzoek. Opmerkelijk is dat deze effecten moeilijk te objectiveren zijn bij mensen met primaire insomnie (PI, inen doorslaapproblemen zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak), die nochtans per definitie een chronisch slaaptekort ervaren. Binnen het huidige project opteren we voor een vergelijking met gezonde slapers bij wie de slaapduur gedurende twee weken experimenteel ingeperkt wordt tot de gemiddelde slaapduur van de mensen met PI. Tot nu toe hanteerde men bijna uitsluitend de baseline prestatie van gezonde slapers als uitgangspunt. Het bestuderen van de prestatietekorten bij de gezonde slapers na 2 weken partiële slaapderivatie versus mensen met PI, zal duidelijk maken of er wel degelijk sprake is van een betekenisvol slaaptekort bij PI, zonder de verwachte impact op de prestatie. Het gebruik van thuisregistraties voor de polysomnografische meting van de slaapduur en -kwaliteit,draagt zowel bij tot de realiseerbaarheid van het project als tot de validiteit van de studie (minder kans op een 'eerste-nacht' en een 'omgekeerd eerste-nacht effect'). Vervolgens zal worden nagegaan of een algemeen verhoogde corticale arousal, dan wel extra bronnen van hersenactiviteit, ten grondslag liggen aan de gehypothetiseerde compensatiemechanismen voor de gevolgen van een chronisch slaaptekort op de cognitieve prestatie bij mensen met PI. Organisaties: • Cognitieve en Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Elke DE VALCK
Cognitieve EEG potentialen voor het beoordelen van sematische begripsstoornissen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Marc Van Hulle • Elvira Khachatryan
Cognitieve effecten ten gevolge van blootstelling aan fijne stofdeeltjes bij lagere schoolkinderen Universiteit Hasselt Abstract: De effecten van fijnstof met betrekking tot hart en ademhaling werden al grondig onderzocht. Er is daarentegen slechts weinig geweten over de neurologische effecten. Studies bij dieren suggereren dat luchtverontreiniging schadelijke neurologische effecten kan veroorzaken. Er is echter slechts weinig informatie voor handen gebaseerd op studies bij mensen. DOELSTELLINGEN 1. De associatie tussen de afstanden tot de wegen en de cognitieve functie bij kinderen onderzoeken. 2. De associatie tussen een vroegtijdige blootstelling aan fijnstof en de cognitieve functie onderzoeken. 3. De acute effecten van luchtverontreiniging op cognitie nagaan in een panelstudie bij schoolkinderen. 4. De acute cognitieve effecten van pieken van luchtverontreiniging onderzoeken. 5. Onderzoeken of de acute en chronische neurologische effecten van luchtverontreiniging beïnvloed kunnen worden door het polymorfisme in CY1A1 en GSTT1 genen. METHODE Studieontwerp :De associatie tussen een chronische blootstelling aan luchtverontreiniging en de neurologische ontwikkeling van kinderen zal beoordeeld worden in een cross-sectionele studie. De acute effecten zullen onderzocht worden aan de hand van een panelstudie. Deelnemers: De studie zal uitgevoerd worden in lagere scholen. Om de verschillen in de blootstelling aan luchtverontreiniging tussen de deelnemers te maximaliseren, wordt er zowel gekozen voor scholen die zich op het platteland als in steden bevinden. De leeftijd van de deelnemende kinderen zal tussen 7 en 10 jaar liggen. De ouders en leerkrachten van de kinderen zullen gevraagd worden om een korte vragenlijst in te vullen. Evaluatie van de cognitieve functie: De cognitieve functie van kinderen zal beoordeeld worden met behulp van het Neurobehavioral Evaluation System (NES). Deze batterij van computertesten evalueert verschillende cognitieve domeinen zoals geheugen, aandacht en psychomotorische vaardigheden. De batterij werd ontworpen om de effecten van toxische stoffen op het centrale zenuwstelsel te onderzoeken. Evaluatie van de blootstelling aan luchtverontreiniging: In onze studie worden twee indicatoren van chronische blootstelling gebruikt: de nabijheid van grote wegen en de schattingen van de werkelijke concentraties van stikstofdioxide, zwarte koolstof en fijnstof. Voor het creëren van de eerste indicator wordt informatie over de woonplaatsen, de adressen van de scholen en de crèches gebruikt. De acute blootstellingsmerker zal gebaseerd worden op de concentraties van ultrafijn stof en zwarte koolstof aanwezig in de lucht. Verzamelen van DNA: Voor het verzamelen van DNA materiaal worden T-Swabs gebruikt. De genotypen van CYP1A1 en GSTT1 genen zullen bepaald worden. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT • Michal KICINSKI
Cognitieve effecten ten gevolge van milieuverontreiniging bij basisschoolkinderen en adolescenten. Universiteit Hasselt Abstract: Hoewel het algemeen bekend is dat milieuverontreiniging een negatief effect heeft op de neurologische functie, zijn er nog steeds veel onbeantwoorde vragen ten aanzien van dit probleem. Zo is het voor een aantal stoffen, waaronder toxische metalen, onduidelijk welk blootstellingniveau als veilig kan worden beschouwd. Bovendien zijn de cognitieve effecten van sommige stoffen, inclusief verkeersgerelateerde luchtvervuiling, nog niet grondig onderzocht. In dit project bestuderen we de neurologische effecten van milieuverontreiniging bij lage schoolkinderen en adolescenten. Deze populatie zou wel eens bijzonder gevoelig kunnen zijn aangezien het zenuwstelsel van kinderen volop in ontwikkeling is en uitgebreide veranderingen ondergaat. Daarnaast brengt deze populatie veel tijd door in open lucht. Bij adolescenten concentreren we ons op drie groepen van toxische stoffen: gebromeerde brandvertragers, toxische metalen en verkeersgerelateerde luchtvervuiling. Bij lage schoolkinderen bestuderen we de korte- en langetermijneffecten van blootstelling aan fijnstof. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tim NAWROT • Michal KICINSKI
Cognitieve en motorische stoornissen bij patiënten met depressie. Universiteit Antwerpen Abstract: Cognitieve en motorische stoornissen bij patiënten met depressie. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
Cognitieve en neurale kenmerken van rekenproblemen bij kinderen met eenhoofdtrauma als gevolg van een verkeersongeval. KU Leuven Abstract: Verkeersongevallen zijn de meest voorkomende oorzaak van een hersentrauma bij kinderen (Traumatic Brain Injury of TBI). Het begrijpen van de cognitieve sequelae van TBI als gevolg van een verkeersongeval is noodzakelijk voor een succesvolle revalidatie. Tot op heden is er weinig onderzoek naar de gevolgen van TBI voor schoolse vaardigheden. De beschikbare studies wijzen erop dat er vooral moeilijkheden met rekenvaardigheden optreden na TBI. Er is echter geen onderzoek dat een gedetailleerde beschrijving geeft van de rekenmoeilijkheden bij kinderen met TBI. Deze informatie is echter noodzakelijk voor het ontwikkelen van aangepaste interventies voor deze kinderen. Dergelijk onderzoek is ook relevant gezien het belang van functionele rekenvaardigheden voor het dagelijks leven in onzeWesterse maatschappij. Dit onderzoeksproject heeft
als doel de rekenmoeilijkheden van kinderen met TBI als gevolg van een verkeersongeval verder in detail te karakteriseren. We zullen dit onderzoeken via een p Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Lieven Lagae • Bert De Smedt