www.researchportal.be - 4 Nov 2015 15:20:11
Onderzoeksprojecten (1 - 500 van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S)
Zwart Water - Grijze NederzettingenHuishoudelijk afvalwaterbeheer en de socio-ecologische dynamiek van Jakarta's Kampungs KU Leuven Abstract: Zwart Water Grijze NederzettingenHuishoudelijk Afvalwaterbeheer en de Socio-ecologische Dynamiek van Jakartas KampungsDit PhD onderzoek behandelt de problemen van afvalwaterbeheer in relatie tot de gefragmenteerde ruimtelijke ontwikkelingspraktijken in de informele stedenvan het Mondiale Zuiden. Vier theoretische families stedelijke politieke ecologie, institutionalisme, literatuur over informaliteit, en sociale innovatie zijn met elkaar in dialoog gebracht om een omvattend analytisch raamwerk te ontwikkelen. Dergelijk raamwerk is in staat onderzoekmogelijk te maken van ongelijke toegang tot water- en afvalwaterinfrastructuur in verschillende wijken en gemeenschappen, de reproductie van sociaal-ruimtelijke ongelijkheden in Jakarta, en tevens de falende besluitvorming in stedelijke gemeenschappen. Behalve een raamwerk voor een kritisch begrip van hedendaagse ontwikkelingsprocessen ten aanzien van milieu en sanitaire voorzieningen in relatie tot ongelijke economische ontwikkelinge Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Frank Moulaert • Prathiwi Putri
Zuid-Afrikaanse schermculturen tussen convergentie en globalisering. Een meerlaging onderzoeksproject over mediaindustrieën en hun doelpubliek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
Zuchten: een psychofysiologische resetter hypothese. KU Leuven Abstract: Psychofysiologisch onderzoek naar ademhalingsregulatie heeft zich tot nog toe vooral toegespitst op gemiddelde parameters van ademhaling tijdens specifieke psychologische toestanden. Een gezonde ademhaling wordt hierbij doorgaans omschreven als een stabiele ademhaling. Vanuit dynamischesysteemtheorie, daarentegen, zou een gezond ademhalingssysteem gedefinieerd worden als een dynamisch, complex systeem met heel vat variabiliteit. Een goed gereguleerd ademhalingssysteem is een systeem waarin een evenwicht gevormd wordt tussen gecorreleerde variabiliteit (tijd en volume van iedere ademhaling zijn gecorreleerd met rijd en volume van voorgaande ademhalingen) die ontstaat uit homeostatische controleprocessen, en een beperkte hoeveelheid random variabiliteit die veroorzaakt wodt door random verstoringen (vaak door gedragsmatige controle). Ondanks de theoretische en klinische relevantie van de relatie tussen psychologische toestanden en dynamische ademregulatie, werd deze relatie niet eerder o Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Elke Vlemincx
ZRDC2014MP082 Congo. KU Leuven Abstract: The French title of this project is "Contribution a l' amélioration de l'efficacité des écoles primaires et secondaires de la Province Orientale en République Démocratique du Congo". The project thus studies educational effectiveness in primary and secondary schools in RDC. The project is a collaboration between KU Leuven(Belgium), prof. Jan Van Damme and prof. Bieke De Fraine and the Université de Kisangani (RDC), prof. Gratien Mokonzi.This TEAM-projectis financed by VLIR-UOS: (URL:http://www.vliruos.be/en/project-funding/programdetail/team--owninitiatives_3952/)http://www.vliruos.be/en/project-funding/programdetail/team--own-initiatives_3952/ Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Beatrijs De Fraine
Zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden in de verslavingszorg Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft de bedoeling zorgtrajecten van autochtone en allochtone alcohol- en druggebruikers te vergelijken en verschillen op het vlak van de toegang tot, participatie aan en retentie in diverse verzorgingsinstellingen en de gespecialiseerde verslavingszorg op te sporen. Daarnaast wordt nagegaan welke factoren en werkingsmechanismen het zorgtraject van etnisch-culturele minderheden (kunnen) bemoeilijken of stimuleren, en in welke mate. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Zorgtraject en schools parcours van kinderen die een hersentumor overleefden: inventarisatie en verkenning van mogelijke managementstrategieën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Université Libre de Bruxelles' hebben voor het project ' Memorandum of Understanding (MoU) ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.
Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Anna JANSEN • Stephanie VANCLOOSTER
Zorg rond het levenseinde van ouderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de toenemende vergrijzing overlijden steeds meer ouderen na een langdurige periode van chronisch ziek zijn, waarin medische beslissingen rond het levenseinde frequent voorkomen. Omdat therapeutische hardnekkigheid aan het levenseinde vooral bij deze ouderen in vraag gesteld wordt, richt onderhavig doctoraatstraject zich specifiek naar de 'zorg rond het levenseinde van ouderen' en poogt op deze manier een bijdrage te leveren tot een kwaliteitsvolle zorg rond het levenseinde van deze patiënten. De helft van de 65-plussers in Vlaanderen overlijdt in ziekenhuizen en 1/4 in rusthuizen, zowel rustoorden voor bejaarden (ROB) als rust- en verzorgingstehuizen (RVT). Gezien de proportionele omvang van overlijdens binnen deze settings, wordt onderzoek verricht naar het nemen van de belangrijkste medische beslissingen rond het levenseinde in ziekenhuizen en rusthuizen. Op diensten voor geriatrie, een acute 'cure'-setting, wordt onderzocht hoe vaak een do-not-resuscitate beleid aanwezig is en hoe vaak er dergelijke besluiten worden genomen. In de meer 'care'gerichte rusthuizen wordt onderzocht in welke mate voorwaarden voor advance care planning aanwezig zijn, hoe vaak dit in de praktijk gebeurt voor rusthuisbewoners en welke medische beslissingen rond het levenseinde er worden gemaakt. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS
Zorgorganisatie, een expeditie ter herdenking van in functie van duurzaamheid (CORTEXS). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Zorgevolutie. Universiteit Antwerpen Abstract: Zorgevolutie. Organisaties: • Sociaal recht : sociaal zekerheidsrecht • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Zorgethiek in de context van vluchtelingenhulp en voogdijschappen voor minderjarige vluchtelingen in België en Nederland. Universiteit Gent Abstract: Door middel van kwalitatieve onderzoeksmethoden wil dit onderzoek een empirische beschrijving en ethische analyse maken van zorgrelaties in de context van (1) lokale vluchtelingenorganisaties in dorpen en steden; en (2) voogdijschappen en pleegouderschappen voor onbegeleide minderjarige vluchtelingen, in België en Nederland. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Chia Longman
'Zorgen voor een zorgbeleid.' Onderzoek naar de parameters van een geïntegreerd zorgbeleid en het effect hiervan op de professionele ontwikkeling van leraren secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt een conceptueel kader én instrument ontwikkeld voor het uitwerken van een geïntegreerd zorgbeleid op vlak van socio-emotionele begeleiding in het secundair onderwijs. Verder wordt in dit onderzoek ook perceptie van de leerkracht die fungeert als sleutelfiguur binnen een geïntegreerde vorm van leerlingenbegeleiding onderzocht. De taakopvatting en het handelen van de leerkracht met betrekking tot geïntegreerde socio-emotionele leerlingenbegeleiding alsook het effect van een steunend netwerk op het niveau van de school, worden onderzocht. Organisaties: • EduBROn • Expo-Eco
Onderzoekers: • Elke Struyf
Zorgdragen voor kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Zorgdragen voor kinderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Zorgcoördinatie voor studenten met een functiebeperking. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Studentenadviesdiensten
Onderzoekers: • Ruth Stokx
Zorgbeleid in relatie tot het beleidsvoerend vermogen van de school en de professionaliteitsopvatting van leraren secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen het beleidsvoerend vermogen van de school en het zorgbeleid? De tweede onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen de professionaliteitsopvatting van leraren en het zorgbeleid? We verwachten met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag een positief verband tussen de mate waarin scholen erin slagen een zorgbeleid te realiseren en het beleidsvoerend vermogen van de school. We verwachten met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag: (1) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en een uitgebreide professionaliteitsopvatting en (2) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en de mate waarin leerkrachten zichzelf zien als pedagogisch deskundige, naast vakinhoudelijk en didactisch deskundige. Organisaties: • EduBROn • Expo-Eco
Onderzoekers: • Elke Struyf • Karen Keppens
Zorgbeleid in het gewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen: kenmerken, predictoren en samenhang met taakopvatting en handelingsbekwaamheid van leerkrachten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek heeft als doel de implementatie van zorgbeleid in Vlaamse gewone basis- en secundaire scholen in kaart te brengen. Meer specifiek wil het onderzoek (a) verschillen in kenmerken van zorgbeleid in de praktijk beschrijven; (b) deze verschillen verklaren in functie van andere schoolkenmerken; en (c) de relaties nagaan tussen de kenmerken van zorgbeleid, relevante schoolkenmerken en de mate waarin leerkrachten in staat zijn tegemoet te komen aan de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van leerlingen. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Elke Struyf
Zorgbehoeften en zorggebruik bij dementerende en depressieve ouderen en hun mantelzorgers in de context van Europese gezondheids- en welzijnssystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezien de vergrijzing van de bevolking is de professionele en informele zorg voor dementerende ouderen een uitdaging die de voorbije jaren aandacht kreeg in wetenschappelijk onderzoek. Gezien de demografische en maatschappelijke ontwikkelingen zal deze problematiek nog aan belang inwinnen en is verder onderzoek noodzakelijk. Het voorgestelde VIS-project beoogt de opgebouwde kennis op het vlak van dementie en zorgverlening te relateren aan de bevindingen van andere Europese onderzoeksgroepen en hieruit vragen te distilleren die slechts ten volle kunnen beantwoord worden binnen een Europese context, gebruik makend van enerzijds de deskundigheid in de diverse onderzoeksgroepen en anderzijds de mogelijkheden wat betreft de diversiteit aan systemen van welzijnszorg en gezondheidszorg die landsgrenzen overschrijdend onderzoek mogelijk maakt. Een project op Europees niveau m.b.t. de zorgnoden en/of het zorggebruik (en de determinanten hiervan) en/of het zorgaanbod (formeel en informeel) in de context van de verschillende gezondheids- en welzijnszorgsystemen, zal voorbereid worden. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Zorg als nieuw sociaal risico: een onderzoek naar de mogelijkheden om het kostwinnersmodel om te buigen naar een zorgondersteunend beleid voor gezinnen met kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen wij empirisch onderzoeken hoe - vertrekkende van een hoge afhankelijkheidsgraad (en derhalve kost) van de sociale zekerheid, lage arbeidsparticipatiegraden (vooral onder laaggeschoolden) en een relatief hoog niveau van (netto) minimumlonen - de publieke en private markt van zorgverlening (voor kinderen) kan uitgebreid worden, binnen de budgettaire beperkingen en mits handhaving (en verbetering) van de minimuminkomens uit arbeid en sociale zekerheid Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge • Herman Meulemans • Jozef Breda • Bea Cantillon
Zorg als nieuw sociaal risico. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen wij empirisch onderzoeken hoe - vertrekkende van een hoge afhankelijkheidsgraad (en derhalve kost) van de sociale zekerheid, lage arbeidsparticipatiegraden (vooral onder laaggeschoolden) en een relatief hoog niveau van (netto) minimumlonen - de publieke en private markt van zorgverlening (voor kinderen) kan uitgebreid worden, binnen de budgettaire beperkingen en mits handhaving (en verbetering) van de minimuminkomens uit arbeid en sociale zekerheid. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Zone-it voor Western Cape en Mzumbe: Het implementeren van een community building app op twee Afrikaanse universiteiten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Koenraad Stroeken
Zommer school project Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Beijing Normal University (BNU)' hebben voor het project ' Summer School Project 30 juni - 22 juli 2014' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Chang ZHU
Zoektocht naar effectieve dienstenlevering: decentralisatie, districtbalkanisatie en lokale bestuursuitdagingen voor het komende decennium en in Oeganda. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Tom De Herdt
Zoeken naar sociaal kapitaal in de aula. Strategieën voor vriendschapselectie bij eerstejaars universiteitsstudenten Universiteit Gent Abstract: Deze studie onderzoekt de strategieën die eerstejaarsstudenten gebruiken om vriendschapsrelaties te sluiten met andere studenten in het jaar. Die strategieën worden in een structureel perspectief geplaatst. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de relatie van de sociale doelen van personen en enerzijds de kenmerken van deze personen en van hun netwerken en anderzijds de gebruikte strategieën. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
ZOEKEN IN KUNST COLLECTIES MET BEHULP VAN KLEUREN SEMANTIEK Universiteit Hasselt Abstract: Een van de mooiste voorbeelden van de bestaande semantische kloof is te vinden in "The Hitch-Hiker's Guide to Galaxy" van Douglas Adams. In dit verhaal vraagt een groep van hyper-intelligente pan-dimensionale wezens naar het "Antwoord op het Leven, het Universum, en Alles" aan de supercomputer Deep Thought. Het duurt Deep Thought 7 ½ miljoen jaar te berekenen en het antwoord is "42". Dit onderzoek wenst de semantische kloof in CBIR ( content based image retieval ) te verkleinen voor kunst beelden. Zoals is vermeld in [Castelli et al.] onderscheiden we drie niveaus: - Laag niveau : Dit niveau omvat de belangrijkste kenmerken van perceptuele visuele inhoud (dominante kleuren, kleur distributie, textuur patroon, enz.). - Intermediair niveau : Dit niveau vormt volgende stap van de extractie van de visuele inhoud, verbonden met emotionele waarnemen van de beelden, die meestal moeilijk uit te drukken is in rationele en tekstuele termen. Typische kenmerken van dit niveau zijn kleurcontrasten, omdat een van de doelen van het schilderij is de specifieke psychologische effecten in de waarnemer, die bereikt kan worden met verschillende arrangementen van kleuren te produceren. - Hoog niveau : Dit niveau bevat vragen op basis van rationele criteria. In veel gevallen is handmatige annotatie het enige alternatief. Verschillende niveaus features 'impliceren verschillende manieren werken. Wanneer een systeem de eigenschappen van het laag niveau gebruikt zoals kleur percentages, kleur lay-out, en texturen, (zie bijvoorbeeld QBIC, ontwikkeld door IBM) kunnen we de queries beschrijven met voorbeelden. Bij het werken met dergelijke systemen, kan de gebruiker een voorbeeld beeld geven en het systeem geeft alle beelden die "gelijk" zijn aan. In dit onderzoek richten we ons op het intermediair niveau. We gaan op zoek naar concepten die kunstenaars gebruiken en trachten mathematische proxies voor deze concepten te vinden , die we later kunnen gebruiken in al of niet nieuwe retrieval arlgoritmen Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
ZKC 6264 - terugkeermandaat KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters
ZIUS2013-14VOA3105 Peru Ecuador Ethiopië. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling M3-BIORES
Onderzoekers: • Eddie Schrevens
Zinloos' geweld in vraag gesteld: een onderzoek naar de rol van intrinsieke aspecten in de betekenis en verklaring van fysiek geweld bijjongeren. KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsonderzoek heeft als doel om de rol van intrinsieke aspecten in de betekenis en verklaring van fysiek geweld gepleegd door jongeren in kaart te brengen, vanuit het perspectief van zowel daders als hun slachtoffers en omstaanders. In een intrinsieke benadering wordt in tegenstelling tot de extrinsieke deterministische benadering - geweld niet beschouwd als een drager van een achterliggend iets, maar eerder als een waarde in zichzelf (Schinkel, 2004; 2005; 2010; De Jong & Schinkel, 2005). Tot op heden bestaat er geen degelijk onderbouwd onderzoekskader dat deze intrinsieke aspecten ofwel het geweld zelf tot haar voornaamste onderzoeksobject maakt. Het doel van dit onderzoek is naast explorerend, ook verklarend van aard. Door diepgaand op de geschiedenis en de persoonlijke wereld van jonge geweldplegers in te gaan, wordt op zoek gegaannaar verklaringen van het geweld dat zij gepleegd hebben. Hierbij wordtonderzocht wat de meerwaarde is van een integratie van ratione Organisaties: • Leuvens Instituut vr Criminologie (LINC)
Onderzoekers: • Stefaan Pleysier • Johan Put • Evi Verdonck
Zijn morfologische representaties in het mentale lexicon modaliteitsspecifiek of amodaal? Een benadering via gemaskerde cross-modale priming. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit projectvoorstel is door te bouwen op de bestaande kennis omtrent cross-modaliteitseffecten in geschreven en gesproken woordherkenning enerzijds en de priming literatuur anderzijds. Er kan een stap voorwaarts gezet worden als we de tekortkomingen van intramodale priming kunnen wegnemen. Inderdaad, in het geval van visuele-visuele priming kunnen we niet de kwestie van integratie over modaliteiten adresseren (cross-modale integratie) omdat de fonologische informatie geactiveerd wordt door de visueel gepresenteerde stumulus en niet aangeboden wordt aan de deelnemer in de vorm van een auditieve stimulus. Het gebruik van een andere techniek zou ons beter in staat stellen om de vraag te beantwoorden i.v.m. de integratie van informatie die origineel met verschillende modaliteiten geassocieerd is (met name: bij stimulusinput). Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Zijn jaarrekeningen van Europese beursgenoteerde ondernemingen - opgesteld conform de IFRS-normen vergelijkbaar vanuit het standpunt van gebruikers van deze jaarrekeningen? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 2005 moeten alle europese beursgenoteerde ondernemingen hun geconsolideerde jaarrekening opstellen conform de IFRSnormen. Eén van de voornaamste doelstellingen van deze verplichting was de betere vergelijkbaarheid van de jaarverslaggeving binnen Europa? De IFRS-normen bevatten evenwel nog verschillende open en verdoken opties. Bijgevolg gaan gebruikers er mogelijk ten onrechte van uit dat ze met vergelijkbare jaarrekeningen te maken hebben. Dit onderzoek wil nagaan hoe vergelijkbaar de geconsolideerde jaarrekeningen met de Europese beursgenoteerde ondernemingen zijn vanuit het standpunt van de gebruikers van deze jaarrekeningen. Hiervoor worden eerst via een literatuurstudie verschillende methoden voor het meten van de bergelijkbaarheid van jaarrekeningen in kaart gebracht en geëvalueerd. Daarna zal via empirisch onderzoek worden bepaald wie de gebruikers van deze jaarrekeningen zijn en hoe ze jaarrekeningen vergelijken. Verder zal worden nagegaan welke opties vervat binnen de IFRS-normen werkelijk van belang zijn. Op basis van verzamelde informatie, zal een meetinstrument worden ontwikkeld om te bepalen hoe vergelijkbaar de IFRS-jaarrekeningen zijn. De resultaten van dit onderzoek kunnen een belangrijke impact hebben op de ontwikkeling van de IFRS-normen. Het onderzoek zal immers zowel de wensen van de gebruikers als de probleemgebieden binnen de normen aan het licht brengen. Organisaties: • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • JOEL BRANSON
Zie wat ik kan! (nascholingsproject) Universiteit Gent Abstract: Het is de bedoeling de competenties van directies en leerkrachten inzake competentiegericht onderwijs te vergroten. De nadruk ligt op het (h)erkennen en opvolgen van competenties bij leerlingen en de invloed hiervan op de eigen onderwijsactiviteiten, gehanteerde onderwijsstijl, alsook op de manier van evalueren en rapporteren. We ondersteunen de scholen bij de implementatie van competentiegericht onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Piet Van Avermaet
Zichzelf zijn en zichzelf ontplooien in Vlaanderen:een cultuursociologische analyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: In ruim tien jaar tijd, ontwikkelde de Vakgroep Sociologie een gereputeerde onderzoeksexpertise rond het onderwerp 'individualisme'. Eén van de opmerkelijke bevindingen uit ons onderzoek, is de ruime instemming onder de bevoking met expressief individualistische vertogen rond zelfontplooiing. Deze bevinding sluit aan bij onderzoek uit andere landen, waarin de opkomst van het expressief individualisme wordt omschreven als een culturele tendens met verstrekkende gevolgen. Wat in de literatuur rond zelfontplooiing echter vooral opvalt, is de veelheid aan betekenissen en interpretaties die het concept 'zelfontplooiing' kenmerken. Daarom is een exploratief-kwalitatieveonderzoeksfase wenselijk. De bedoeling van dit ondezoek is tweeledig. Ten eerste willen we nagaan welke betekenissen en inhouden er bij de bevolking aan het concept 'zelfontplooiing' toegekend worden. Dit zal gebeuren met behulp van het Atlas-ti programma voor inhoudsanalyse. Ten tweede willen we, op basis van de resultaten van het onderzoek, nieuwe schalen voor kwantitatief onderzoek ontwerpen, die de verschillende varianten van het expressief individualisme kunnen meten in survey-onderzoek. Organisaties:
• Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Zelftoetsing als een aanpak voor het verbeteren van leesvaardigheden in het lager secundair onderwijs in de context van de Chinese curriculumhervormingen Universiteit Gent Abstract: Dit PhD onderzoek onderzoekt de impact van zelftoetsing op de verwerving van leesvaardigheden. Dit wordt gerelateerd aan een theoretische referentiekader m.b.t. metacognitie, motivatie (self-efficacy, beliefs, testangst) en leesvaardigheden. De volgende onderzoeksvragen staan centraal: RQ1. Wat zijn de beliefs van leerkrachten en lerenden m.b.t. toetsing? RQ2. Wat zijn de beliefs van leerkrachten en lerenden m.b.t. zelftoetsing? RQ3. Hoe succesvol zijn de strategieën om zelftoetsing te bevorderen bij het leren lezen? RQ4. Wat is de impact van zelftoetsing op leesmotivatie, self-efficacy en leesvaardigheid? RQ5. Hoe kunnen leerkrachten de betrouwbaarheid en validiteit van de zelfevaluatie verhogen? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Zelfregulerende systemen voor werkplaatsbesturing. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitgangspunt is de problematiek van werkplaatsbesturing (operationele aansturing van de werkplaats) waarbij beslissingen worden genomen rond lancering en wachtrijcontrole van jobs in een productieomgeving. Recent zijn een aantal nieuwe zelfregulerende technieken ontwikkeld, gebaseerd op de principes van werklastbeperking en zelfregulering maar hiervoor dient de inzetbaarheid voor de doelgroep nog getoetst te worden. Belanghebbende bedrijven zijn continu op zoek naar geschikte en toepasbare technieken voor planning (schedulering) en werkplaatscontrole, die de productieaansturing op de werkvloer kunnen verbeteren. Centraal in dit project staat het ontwerp van een raamwerk van componenten voor zelfregulerende systemen. Dit zal voor een specifiek bedrijf toelaten een optimale "mix" samen te stellen om zo te komen tot een optimaal besturingsconcept. Belangrijk hierbij is het opzetten van een simulatieomgeving die het mogelijk maakt een ontworpen zelfregulerende werkplaatsbesturing te simuleren voor industriele productieomgevingen. De simulatie laat bovendien toe om een kwantificering te maken van de potentiele verbetering en tevens om altematieve scenario's te toetsen. Het onderzoek vangt aan met een inventarisatie van beschikbare methodes voor zelfregulerende werkplaatsbesturing en de implementatieproblematieken die zich hierbij kunnen voordoen. Koppeling met ERP-systemen en beschikbare simulatietools worden in kaart gebracht. De ontwikkeling van een raamwerk voor zelfsturende werkplaatsbesturing vangt aan met identificatie van de componenten om vervolgens de selectie -, integratie- en parameterisatiemethodiek uit te werken. Interactie met ERP blijft aan de orde. De ontwikkeling van een simulatietool voor zelfregulerende systemen omvat het opstellen van templates voor een simulatiemodel en de uitwerking van een canvas voor performantiemeting ten behoeve van "what-ir'- analyses en sensitiviteitsanalyses. Een invoeringsplan wordt ontwikkeld met het oog op integratie binnen de productieomgeving en de uitstippeling van een implementatietraject. Gevalstudies worden uitgevoerd binnen de doelgroep onder de vorm van "helikoptercases" (identificatie van de problematiek) en "duikbootcases" (uittesten in een concrete bedrijfssituatie). Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Nico Vandaele
Zelfkweek van cannabis in Vlaanderen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Sociale wetenschappen
Onderzoekers: • Pascal Tuteleers
Zelf-gerapporteerd medicinaal cannabisgebruik in Vlaanderen. Een studie van gebruiksprofielen en patronen van gebruik. Universiteit Gent Abstract: Kennis over het medicinale gebruik van cannabis in België is beperkt. Deze studie bestudeert de gebruikersprofielen, evenals de gebruikspatronen en -ervaringen van medicinale cannabisgebruikers in Vlaanderen. De focus ligt op zelf-gerapporteerd medicinaal cannabisgebruik (i.e. ?medicinaal gebruik? is gedefinieerd door het individu zelf). Dit onderzoek hanteert een mixed-method design bestaand uit diepte-interviews en schriftelijke vragenlijsten. Organisaties: • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Tom Decorte
Zelfevaluatie binnenstebuiten. Ontwikkelen van een instrument voor meta-evaluatie: beschrijven, beoordelen en verklaren van de kwaliteit van zelfevaluaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt hoe de kwaliteit van een zelfevaluatie van secundaire scholen geoperationaliseerd en beoordeeld kan worden en in welke mate de kwaliteit van een zelfevaluatie bepaald wordt door de kenmerken van het zelfevaluatieproces, de organisatie-effectiviteit en het reflectief vermogen van de school. Daartoe komen een literatuurstudie, een Delphi-studie, diepte-interviews, participatieve observatie en surveyonderzoek aan bod. Dit alles resulteert in een gevalideerd instrumentarium voor meta-evaluatie. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Zelfbeelden van postkoloniaal West- en centraal Afrika. Een verkennend onderzoek naar Afrikaanse en Europese filmische representaties in vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verkennend project wil een aanzet geven tot het bestuderen van het zelfbeeld van West- en Centraal Afrika zoals het gerepresenteerd wordt in de postkoloniale narratieve langspeelfilms van 1963 tot 2007, en vergelijkt deze representaties met die van de Europese cinema uit dezelfde periode. De vergelijking levert een cultuurfilosofische kritiek op Eurocentrische representaties van 'de Ander', vanuit 'postcolonial
filmstudies', het post-structuralistische differentiedenken van de antropologie en van de deconstructiefilosofie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
(Zelf)beelden van postkoloniaal West- en Centraal Afrika. Afrikaanse en Europese filmische representaties in vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doctoraal project bestudeert het zelfbeeld van West- en Centraal Afrika zoals het gerepresenteerd wordt in de postkoloniale narratieve langspeelfilms van 1963 tot 2007, en vergelijkt deze representaties met die van de Europese cinema uit dezelfde periode. De vergelijking levert een cultuurfilosofische kritiek op Eurocentrische representaties van 'de Ander', vanuit postcolonial filmstudies, het post-structuralistische differentiedenken van de antropologie en van de deconstructiefilosofie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Erik Oger • Philippe Meers
Zelf-ander distinctie en de rol hiervan in het mentaliseren bij volwassenen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Het betreft een studie naar de spatiotemporele elementen van theory of mind bij kinderen en volwassenen met een autismespectrumstoornis, waarbij gebruik wordt gemaakt van fMRI en EEG technieken. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan Wiersema
Zelf-affirmatie en het geloof in eigen superioriteit. KU Leuven Abstract: De meeste mensen denken dat hun trekken en vaardigheden beter zijn dan die van anderen. Hoewel het geloof in de eigen superioriteit conflicten kan veroorzaken en samenwerking kan bemoeilijken, kan het bijna niet anders of een zo wijdverspreid verschijnsel heeft ook een zekere sociale functionaliteit. Dit project toetst de hypothese dat het geloof in de eigen superioriteit een zelf-affirmerende functie vervult.nbsp;Zelf-affirmatie is het proces waardoor mensen geruststelling verkrijgen over hun waarde als persoon (bv. Door na te denken over hun waarden). Mensen kunnen aan zelf-affirmeringdoen om hun zelfwaardegevoel te beschermen wanneer ze te maken krijgen met ervaringen die bedreigend zijn voor deze zelfwaarde. Als toets van de hypothese dat het geloof in de eigen superioriteit een nog niet eerder bestudeerd mechanisme van zelf-affirmering impliceert, zal dit project bijdragen tot (a) een beter inzicht in de determinanten en gevolgen van het geloof in de eigen superioriteit, (b) nieuw Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Vera Hoorens
ZEIN2013Z133 Cuba. KU Leuven Abstract: Food security, commercialization and regional development networks in cuba: an analysis of territorial dynamics related to changes in land use an tenure, and their effects on production and commercialization of agriculture products. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Maarten Loopmans
ZEIN2012Z130 Vietnam. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai
ZEIN2012Z128 UGANDA. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Chem. en Biochem. Procestechnol.
Onderzoekers: • Jan Van Impe
ZEIN2012Z125 Tanzania. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Hubert Gulinck
ZEIN2012Z117 Peru. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn
ZEIN2012Z115 Kenia. KU Leuven Abstract: In this project, KU leuven and Kenyatta University (KU) collaborate to strengthen academic training in integrated natural resources management. The specific objective is that graduates of an MSc training programme on Integrated Soil Fertility Management and related MSc programmes at KU are equipped with the necessary job competencies to contribute effectively to improving the livelihoods of small-scale farmers in the East and Central African region. To this end the project focuses on improving the quality of training programmes at KU related to natural resources management by strengthening the link with 3 ongoing research-for-development projects (one of them with VLIR-UOS support) and improving hands-on training and field exposure of the students. This contributes to thewider efforts being undertaken in the region to create professional competence for interventions that raise and stabilize incomes of smallholder farmers in the East and Central African region through adoption of improv Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Jozef A. Deckers • Roeland Merckx • Jan Diels • Rony Swennen • Miet Maertens
ZEIN2012Z108 Ecuador. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kathleen Marchal
ZEIN2012Z107 Cuba. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Erik Van der Eycken
ZEIN2010PR372: Uitwerking en ondersteuning van een PhD programma in de Veterinaire Volksgezondheid op de faculteit Diergeneeskunde van de AddisAbeba Universiteit (AAU). KU Leuven Abstract: AAU heeft het mandaat gekeregen van de regering van Ethiopië om PhD programma's op te stellen ter scholing van hoog getrainde staf. Wat betreftdiergeneeskunde, is dit exclusief voorbehouden aan de AAU. Spijtig genoeg is er voor het ogenblik te weinig getraind personeel en infrastructuur aanwezig om die zware taak van vergevorderde lessenprogramma's en onderzoek alleen te verzekeren. Het is dan ook de bedoeling van dit project hieraan te verhelpen door een bijdrage te leveren qua infrastructuur, onderwijs en onderzoek. De laboratorium infrastructuur voor eiwit- en nucleinezuur-onderzoek zal vernieuwd en versterkt worden zodat hoog wetenschappelijk onderzoek aan de veterinaire faculteit kan verricht worden. De bibliotheek en de ICT zal versterkt worden om gemakelijkere toegang te verzekeren aan referentiewerken en wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast worden er PhD studenten geselecteerd en gesponserd met een grant voor het verwezenlijken van hun onderzoek ter plaatse in Ethiopië, e Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Bruno Goddeeris
ZAP-startkrediet 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet toegekend aan een nieuw lid van het ZAP kader VUB Organisaties: • Toegepaste economie
Onderzoekers: • Peter CLAEYS
ZAP-startkrediet 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet toegekend aan nieuw lid ZAP kader VUB Organisaties: • Business
Onderzoekers: • Lieven DE MOOR
ZAP-startkrediet 2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Startkrediet toegekend aan een nieuw lid van het ZAP kader VUB Organisaties: • Business
Onderzoekers:
• Lieselot VANHAVERBEKE
Zakenmilieu in Polen. KU Leuven Abstract: Dit is een kwalitatieve studie gebaseerd op 122 autobiografische narratieve interviews met zakenmensen in Polen. Het opkomen van het zakenmilieu wordt hier bekeken als het gevolg van de postsocialistische transformatie (structureel perspectief) en als het resultaat van alledaagse actiesdoor reflexieve actoren (interpretatief perspectief). Twee methodologische benaderingen werden hier gecombineerd: biografische narratieve methode van Fritz Schütze en grounded theorie van Glaser Strauss. Inde analyse willen we loopbaanpatronen reconstrueren door rekening te houden met objectieve én subjectieve aspecten, inbegrepen de rol van bronnen en reflexiviteit. Bovendien werden de biografische betekenis vanwerk en het proces van identiteitsvorming onderzocht. Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Geert Van Hootegem • Markieta Domecka
yammi Universiteit Gent Abstract: Het algemeen doel van Yammi is om jonge kinderen (5-8 jaar) spelenderwijs blijven bewust te maken van evenwichtige, gezonde voeding en beweging, gebaseerd op de actieve voedingsdriehoek, erkend door ViGeZ: wat is gezond en wat minder? Waar mag ik veel van eten en waarvan minder? Hoe belangrijk is variatie en waarom moet ik daarbij dan ook bewegen? Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Benedikt Sas
x KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • N. N.
W&T beurs Betancourt L. Universiteit Gent Abstract: Recente ontwikkelingen in gel-vrije proteoom studies zijn gebaseerd op massa spectrometrische identificatie van peptiden gegenereerd door digestie van totale cellysaten. Dergelijke peptiden mengsels zijn vaak bijzonder complex. In dit project worden methoden ontwikkeld om de complexiteit te verlagen met behoud van de representativiteit. Dit houdt ondermeer in dat enerzijds COOH-terminale en anderzijds methioninehoudende peptiden die door Lysine begrensd worden zullen gesorteerd worden. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
WRITINGpro: Kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek Universiteit Antwerpen Abstract: Om schrijfprocesonderzoek een platform te bieden, willen we een digitaal kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek ontwikkelen: WRITINGpro. De belangrijkste doelen van dit kenniscentrum zijn de methodologische kennis voor schrijfprocesonderzoek samenbrengen en hier tevens een databank van schrijfprocesdata aan te koppelen (cf. CHILDES). Website: loggingprogramma's, databank schrijfprocesdata, dataverzameling, data-analyse, FAQ en referenties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Work-related learning of early-career employees: The role of higher education. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Filip Dochy • N. N. • Eva Kyndt
Work Order: Provision of article on frozen conflicts. Vrije Universiteit Brussel Abstract: analyse van zgn. bevroren conflicten Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Work-life uitvoering van het beleid en werk-to-life conflicten als bemiddelaar van de relatie tussen organisatorische werk en prive-leven beleid en individueel werk uitkomsten: Een gemengd-methode studie in grote Belgische bedrijven Universiteit Hasselt
Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is om een beter inzicht te verwerven in het proces volgens hetwelke organisationele werk-privé maatregelen een invloed hebben op individuele arbeidsuitkomsten, zoals arbeidstevredenheid, engagement en motivatie. Meer in het bijzonder onderzoeken we hoe de implementatie van werk-privé maatregelen enerzijds en werk-privé conflict anderzijds het effect van maatregelen op individuele arbeidsuitkomsten mediëren. De studie is gebaseerd op een meervoudige gevalsstudie, onderzocht via kwantitatieve en kwalitatieve methodes. Er worden kwalitatieve en kwantitatieve data verzameld in vier grote Belgische organisaties met formele werk-privé maatregelen. De studie draagt op drie manieren bij tot de huidige literatuur rond werk-privé balans. In de eerste plaats wordt een multilevel theoretische benadering ontwikkeld en getest om de relatie tussen organisationele werk-privé maatregelen en individuele arbeidsuitkomsten, gemedieerd door de variabelen implementatie van werk-privé maatregelen en werk-privé conflict, te verklaren. In de tweede plaats exploreren we contextuele determinanten van de implementatie van werk-privé maatregelen op basis van inzichten uit de literatuur rond arbeidsrelaties. Meer in het bijzonder integreren we flexibiliteitsvereisten die op (sub-)organisationeel niveau een rol spelen in ons model en gaan we de relatie hiervan na ten opzichte van de implementatie van maatregelen. In de derde plaats integreren we kwantitatieve en kwalitatieve methodes om de verklarende kracht van ons onderzoek te verhogen. Via kwalitatieve meervoudige gevalsstudies kunnen processen onderzocht worden en nieuwe theorieën gegenereerd worden, terwijl de verklarende kracht van zo een theorie kan getest worden op basis van een kwantitatieve benadering. Organisaties: • Diversiteit
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Work-life policy implementation and work-to-life conflict as mediatorsof the relationship between organizational work-life policies and individual work outcomes: A mixed-method study in large Belgian firms. Universiteit Hasselt Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is om een beter inzicht te verwerven in het proces volgens hetwelke organisationele werk-privé maatregelen een invloed hebben op individuele arbeidsuitkomsten, zoals arbeidstevredenheid, engagement en motivatie. Meer in het bijzonder onderzoeken we hoe de implementatie van werk-privé maatregelen enerzijds en werk-privé conflict anderzijds het effect van maatregelen op individuele arbeidsuitkomsten mediëren. De studie is gebaseerd op een meervoudige gevalsstudie, onderzocht via kwantitatieve en kwalitatieve methodes. Er worden kwalitatieve en kwantitatieve data verzameld in vier grote Belgische organisaties met formele werk-privé maatregelen. De studie draagt op drie manieren bij tot de huidige literatuur rond werk-privé balans. In de eerste plaats wordt een multilevel theoretische benadering ontwikkeld en getest om de relatie tussen organisationele werk-privé maatregelen en individuele arbeidsuitkomsten, gemedieerd door de variabelen implementatie van werk-privé maatregelen en werk-privé conflict, te verklaren. In de tweede plaats exploreren we contextuele determinanten van de implementatie van werk-privé maatregelen op basis van inzichten uit de literatuur rond arbeidsrelaties. Meer in het bijzonder integreren we flexibiliteitsvereisten die op (sub-)organisationeel niveau een rol spelen in ons model en gaan we de relatie hiervan na ten opzichte van de implementatie van maatregelen. In de derde plaats integreren we kwantitatieve en kwalitatieve methodes om de verklarende kracht van ons onderzoek te verhogen. Via kwalitatieve meervoudige gevalsstudies kunnen processen onderzocht worden en nieuwe theorieën gegenereerd worden, terwijl de verklarende kracht van zo een theorie kan getest worden op basis van een kwantitatieve benadering. Organisaties: • Diversiteit • Identity, Diversity & Inequality Research
Onderzoekers: • Patrizia ZANONI
Working with children: Teacher emotions, practices, and wellbeing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Jantine L. Spilt • Anne-Katrien Koenen
Wordt het EU-handelsbeleid meer protectionistisch door de Grote Recessie? Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft een dubbele vraagstelling: (1) klopt het dat de EU-handelspolitiek niet protectionistischer is geworden tijdens de crisis?, en (2) hoe kunnen we dit verklaren? We brengen het handelsbeleid van de EU in kaart door te kijken naar de drie belangrijkste categorieën handelsbarrières. Vervolgens verklaren we de gevonden evolutie vanuit de neogramsciaans theorie Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Jan Orbie • Bruno Merlevede
Worden rendementen en volatiliteit op financiële markten gedreven door macro-economische determinanten? Universiteit Gent Abstract: In dit project onderzoeken we of financiële variabelen, in het bijzonder de rendementen op financiële activa en hun volatiliteit, gedreven worden door macro-economische determinanten, eventueel gecontroleerd voor de institutionele omgeving. Meer specifiek wordt onderzocht hoe schokken in de macro-economie zich doorzetten in financiële variabelen zoals aandelenrendementen, rentevoeten, wisselkoersen, en hun volatiliteit. Organisaties: • Vakgroep Financiële economie
Onderzoekers: • Rudi Vander Vennet
Woonbehoeftenonderzoek voor Willebroek. Universiteit Antwerpen Abstract: Woonbehoeftenonderzoek voor Willebroek. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Women?s Participation in Decentralized Local Governance: The case of Pastoral and Non-Pastoral Women in Kondoa Local Authority, Tanzania. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat over participatie en gender, inzonderheid over de participatie van vrouwen in de context van gedecentraliseerd lokaal bestuur in Tanzania. Meer in het bijzonder exploreert dit onderzoek de realiteit achter de cijfers, met name hoe, waarom en met welk effect enerzijds vrouwelijke pastoralisten en anderzijds vrouwelijke niet-pastoralisten participeren in lokaal bestuur in Kondoa, Tanzania. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Anne Walraet
WODCA - Een exploratief onderzoek naar de relatie tussen chauffeurs/passagiers die voor verzorging de spoeddienst passeren en hun gebeurlijke intoxicatie door alcohol en drugs. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Het project betreft een exploratief onderzoek naar de relatie tussen chauffeurs/passagiers van gemotoriseerde voertuigen die voor verzorging de spoeddienst passeren en hun gebeurlijke intoxicatie door alcohol, benzodiapezines, cannabis, amfetamines, cocaïne, opiaten & opioiden en antidepressiva. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Guido Van Hal
WO.020.06N Historische Demografie. KU Leuven Abstract: Het doel van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Historische Demografie is:nbsp; Uitbouwen en overdragenvan expertise inzake historisch-demografische en bevolkingssociologische data-verzameling en -analyse;2.nbsp; Koppelen van historisch-demografische data aan andere data; 3.nbsp; Bevorderen van interdisciplinair onderzoek (gedrags- en biomedische wetenschappen), zowel qua vraagstelling als qua methodologische en theoretischeinbreng; 4.nbsp; Coördineren en faciliteren van internationaal-comparatief en longitudinaal onderzoek. Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys
Winter School Project Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Beijing Normal University (BNU)' hebben voor het project ' Winter School Project 19 januari - 1 februari 2015' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Chang ZHU
Winststuring en cognitieve referentiepunten: onderzoek vanuit een internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek beoogt na te gaan in welke mate ondernemingen zich laten leiden door cognitieve referentiepunten bij het sturen van de door hen gerapporteerde resultaten. De steekproef bestaat uit een internationale set van zowel .beursgenoteerde als private ondernemingen. Er zal onder andere nagegaan worden of beleggers zich laten (mis)leiden door dergelijk afrondingsgedrag en of ex tern e controfe in staat blijkt deze vorm van winststuring in te perken. Organisaties: • ACCOUNTANCY • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
Windkracht 13 Universiteit Gent Abstract: WK13 is gericht op het openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines (KMWT). Dit wordt gefundeerd door het uitvoeren van een JERTS- (Juridisch, Economisch, Ruimtelijk, Technisch, Sociaal) studie die de bestaande barrières duidelijk in kaart brengt. Aan de hand hiervan worden aanbevelingen gedaan die drempelverlagend werken voor de installatie van KMWT in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde • Lieven Vandevelde
Wijzigingen in politieorganisaties: een studie naar toewijding, communicatie, cultuur, leiderschap en participatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds AMS. UA levert aan AMS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Jesse Segers • Bart Cambré
Wijzigende wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse Diaspora in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De literatuur- en documentstudie moet hoofdzakelijk inzichten opleveren omtrent de karakteristieken van het huidige tijdvak en betreffende de uiteenlopende en wijzigende posities daarin van de verschillende generaties autochtonen en allochtonen in Vlaanderen. Diepte-interviews binnen een weloverwogen selectie van bevoorrechte getuigen uit de verschillende relevante categorieën van actoren zullen toelaten de grote krachtlijnen van de processen van wederzijdse interculturele betrokkenheid van de Marokkaanse diaspora in Vlaanderen te detecteren. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Wijsheid voor de massa, wijsheid van de massa? Journalistieke genres, nieuwsproductie en publieksparticipatie in de negentiende eeuw (casus Brussel, 1780-1900). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit projectvoorstel beoogt het hedendaagse debat rond 'user-generated content' mediahistorisch te duiden. Te gemakkelijk wordt immers verondersteld dat publieksparticipatie in nieuws een actueel gegeven is. In dit voorstel wordt een negentiende-eeuwse voorloper van 'usergenerated content' voor de casus Brussel onderzocht. Minstens tot het midden van de negentiende eeuw, wanneer de beroepsjournalist verschijnt, leverden burgers de inhouden voor het nieuws in de Brusselse media. Tot aan de afschaffing van het dagbladzegel (1848) waren kranten een ontoegankelijk en elitair medium. Voor het binnenlandse nieuws gold het pamflet tot dan als enige massamedium. Zachte nieuwsinhouden zijn terug te vinden in almanakken, het meest populaire leesmateriaal uit deze periode dat ook in het bereik van lagere sociale groepen lag. De onderzoeksbetrachting van dit voorstel omvat de reconstructie van de publieksparticipatie in de zachte en harde nieuwsproductie in het Brussel van de negentiende eeuw. In een diachronische en vergelijkende opzet die pamfletten, almanakken en kranten voor de periode1780-1900 omvat, zal worden onderzocht hoe deze negentiende-eeuwse Brusselse voorloper van het fenomeen van 'user-generated content' zich manifesteerde (1) op het vlak van de nieuwsproductie (2) op het vlak van de publieksparticipatie versus het aandeel van professionelen (3) wat de relatie publieksparticipatie en journalistieke genre aanbelangt. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Nico CARPENTIER • CATHARINA LIS
Wie zijn het slechtst af in een niet-paternalistische multidimensionele analyse van welzijn? Theorie, schatting en een toepassing op armoede bij Europese ouderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Koen Decancq
Wie voelt zich geïntegreerd? Een interdisciplinaire analyse van patronen van identificatie en participatie van drie immigrantengroepen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Werktitel: 'Van Multiculturalisme naar pluriforme accommodatie'. Het doctoraatsonderzoek focust op de vraag of en waarom het multiculturalisme, zowel als een beleidsstrategie als een politiek-filosofisch paradigma, anno 2014 nog steeds kan worden verdedigd. Deze vraag is apert omdat er thans op velerlei wijzen sprake is van een 'backlash against multiculturalism'. Het doctoraat zal concreet bestaan uit vier delen. In deel 1 wordt de zogenaamde 'rise and fall' van het multiculturalisme besproken. In deel 2 wordt ingezoemd op de liberale merites van het multiculturalisme (werkt het?). Deel 3 vormt een analyse van Will Kymlicka's multiculturele filosofie. In hoeverre gaat het op te beweren dat zijn theorie slechts dan kan worden volgehouden als er een substantiële graad van complexiteit, dynamiek en gradualiteit wordt genegeerd? Deel 3 biedt tegelijk de aanzet voor het vierde en laatste deel alwaar de basis van een inclusieve rechtvaardigheidstheorie wordt uitgewerkt. Deze theorie centraliseert het belang van een contextuele erkenningslogica die inclusiever is voor zover de etnisch-culturele diversiteit wordt aangevuld met een notie van 'pluriforme diversiteit'. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Patrick Loobuyck
Wie sponsort de klimaatverandering? Een onderzoek naar de beeldvorming en receptie van de klimaatverandering in de nieuwsmedia. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject omvat een grondige mediasociologische analyse van de beeldvorming van klimaatverandering in de media en bij het publiek. De centrale onderzoeksvraag is of en in welke mate nieuwsmedia bijdragen tot een beeldvorming van klimaatverandering als een debat over politieke keuzes tussen alternatieve (technologische) toekomsten, of integendeel, als een kwestie van technocratische besluitvorming of marktwerking. In een eerste onderdeel is het objectief het maken van een crossmediale en crossnationale vergelijking van de mate waarin nieuwsmedia als (i) de openbare en commerciële omroep, (ii) een reeks nieuwe en alternatieve media, en (iii) enkele binnenlandse en buitenlandse kwaliteitskranten, verschillen in hun beeldvorming van klimaatverandering. In een tweede onderdeel verschuift de focus naar het publiek door de rol van deze beeldvorming te onderzoeken bij de beeldvorming van verschillende deelpublieken aan de hand van een receptieonderzoek. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
Wie heeft de macht? Een empirisch onderzoek naar de machtsverhouding tussen retailer en producent. KU Leuven
Abstract: A few decades ago, the negotiation power in the grocery retailing sector used to be clearly on the side of large manufacturers because of a fragmented retail landscape. More recently, grocery retailers have evolved to players of equal size to these manufacturer giants, which makes the power balance between these two players much less obvious. On the one side, dominant manufacturers may have popular brands that give them the power to exercise control over retailers, who may feel forced to carry these highly-demanded brand items in the assortment. On the other side, retailers make the final decision on which items to list, which may force manufacturers to cooperate with them. Previous research on the topic of the power balance was mainly based on game theory, survey or account data,and remained largely undecided as to who has the power in the grocery retailing sector. What is more, this research did not consider what the consequences are of a conflict situation where channel members use Organisaties: • OE Marketing Management Antwerpen
Onderzoekers: • Els Breugelmans
Wie geeft erom? Een kwantitatieve en kwalitatieve multimethodologische studie naar de percepties van en reacties op gemediatiseerd menselijk lijden door de Vlaamse bevolking. Universiteit Gent Abstract: Vanuit een interdisciplinaire benadering onderzoekt dit project de percepties van en reacties op gemediatiseerd menselijk lijden door de Vlaamse bevolking. Aan de hand van een combinatie van expertinterviews, een kwantitatieve publiekssurvey en focusgroepinterviews wordt nagegaan hoe mediateksten interageren met de heersende morele en emotionele standpunten en discursieve praktijken van mediaconsumptie in relatie tot gemediatiseerd menselijk lijden. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Stijn Joye
"Who's In? Who's Out?" Een vergelijkende analyse van zelf-representaties door seksuele en genderminderheden in cyberspace in Polen, Schotland en Turkije. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert hoe leden van seksuele en genderminderheden (activisten, redacteurs en mediagebruikers) zichzelf voorstellen via online media. In het bijzonder wil het project representatiepraktijken onderzoeken bij verschillende seksuele en genderminderheden (lesbiennes, homo's, biseksuelen, transgenders, interseksuelen en/of zich als queer identificerende individuen) en in een uiteenlopende nationale, culturele en religieuze context (Polen, Schotland en Turkije). Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Bart Eeckhout • Alexander Dhoest • Lukasz Szulc
Who elected WTO ? De politieke legitimiteit van internationale organisaties (EU en WTO). Universiteit Antwerpen Abstract: Er is wat mis met de politieke legitimiteit van internationale politieke organisaties zoals de WTO, IMF, World Bank, FTAA, EU en G8. Dit blijkt uit de antiglobaliseringsbeweging die niet alleen mobiliseert tegen de negatieve sociale en ecologische gevolgen van economische globalisering, maar die ook de voet dwars zet tegen wat ze het `ondemocratische karakter' van de internationale besluitvorming noemt. De voortschrijdende emigratie van beslissingsmacht van de nationale staat naar internationale organisaties maakt de politieke legitimiteitkwestie inderdaad opnieuw prangend. De geografische en sociale afstand tussen het besluitvormingscentrum en de bevolking is sterk gegroeid. Dat is een van de centrale debatten in de literatuur omtrent multilevel governance. Het is de legitimiteitscrisis van de internationale organisaties die het voorwerp is van dit onderzoek. Als cases werd geopteerd voor twee internationale organisaties die sterk van elkaar verschillen, maar die beide model kunnen staan voor twee uitersten op het continuüm van intergouvernementeel naar supranationaal: de Europese Unie (EU) en de World Trade Organisations (WTO). De volgende aspecten worden onderzocht. In heel het debat speelt de antiglobaliseringsbeweging een vooraanstaande rol. Vandaar dat het de moeite loont om deze beweging onder de loep te nemen. Wie zijn deze mensen? Wat willen ze? Hoe mobiliseren ze? Een hele rist onderzoeksmethoden worden hierbij gehanteerd. Gezien internationale organisaties ver af staan van de bevolking, mogen we veronderstellen dat de rol van de media in het creëren van kennis en houdingen over die organisaties erg belangrijk is. Daarom wordt een uitgebreide media-analyse ondernomen, in de meest diverse media, zowel gefocust op bepaalde topbijeenkomsten (Laken ' EU en Quatar 'WTO) als longitudinaal. Hoeveel en wanneer berichten de media over EU en WTO en hoe doen ze dat dan? Politieke legitimiteit is niet alleen een kwestie van structuren die al dan niet democratisch zijn, het heeft ook en misschien vooral te maken met de perceptie van die politieke instellingen. Daarom is de attitude van de bevolking tegenover EU en WTO een belangrijk aspect. Op basis van de beschikbare surveys zullen we de houding van de Belgische bevolking tegenover EU en WTO analyseren en in verband brengen met de andere legitimiteitaspecten die we onderzoeken. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Stefaan Walgrave • Hildegarde Van den Bulck
Whether the design of pension system predetermines its effectiveness? Evidence from Latvia, Poland, Estonia and Lithuania KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Jozef Berghman • Audrone Morkuniene
When "organization" is the "skill". KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Ides Nicaise
When Data and Journalism Collide: Sourcing Practices and Knowledge Production in Data Journalism Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de wijze waarop innovatieve journalistiek gebruik maakt van databestanden en kwantitatieve methoden om nieuws te verzamelen, te bewerken, te analyseren en te visualiseren. Centraal staat de rol van datajournalistiek in relatie tot accountability en het democratisch potentieel van de methode. Het openstellen van tradtioneel gesloten kanalen voor nieuwsproductie voor het publiek waarbij dat publiek mee het onderzoek mogelijk maakt naar een brees veld van nieuws in relatie tot het beleidsniveau is het centrale kenmerk dat in verschillende case studies comparatief wordt bekeken. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karin Van De Wal
When customer is king. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Luk Warlop • Samuel Franssens
'When ads walk a tightrope.' Een studie naar de inlvloed van privacygevoeligheid op de effectiviteit van gepersonaliseerde advertenties op sociale netwerksites. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project handelt over "personalised advertising" op sociale netwerksites. Dit zijn reclameboodschappen die persoonlijk gericht zijn naar, en op maat gemaakt zijn van, de individuele gebruiker van de sociale netwerksite. Het project beoogt in kaart te brengen op welke manier personalisatie zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet binnen advertenties op sociale netwerksites. Hierbij wordt de mediërende rol van ''privacy concern'' in rekening genomen. Het onderzoek is opgedeeld in drie complementaire deelprojecten en focust op toekomstige applicaties. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Karolien Poels • Evert Van den Broeck
What do you think? Universiteit Gent Abstract: What do you think? Is een onderzoeksproject naar de postitie van jongeren in België. UNICEF België coördineert het onderzoek. De vakgroep orthopedagogiek gaat op zoek naar het verhaal van jongeren die zich moeilijk kunnen uitdrukken via een gesprek of via vragenlijsten. Doorheen het verhaal van de jongeren en hun dagelijkse situatie wordt er nagedacht over de rechten van deze jongeren. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Geert Van Hove
Wetgevingsnavigator: aanpassen van de indexen naar milieubeheerrecht Universiteit Gent Abstract: Structuur brengen in het aanbod aan milieuwetgeving op de EMIS-VITO-site 'Vlaamse Navigator Milieuwetgeving', meer bepaald het aanmaken van indexen en het aanbrengen van linken. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Luc Lavrysen
WETEN: Western-Eastern Teacher Education Network Universiteit Hasselt Abstract: Dit project is gewijd aan de ontwikkeling van een netwerk van universitaire docenten in de Europese instellingen voor hoger onderwijs om samen te werken aan het uitwisselen van expertise over doeltreffend leren en onderwijzen aan universiteiten. Dit netwerk voor onderwijskundige vernieuwing in het hoger onderwijs is gericht op het samenbrengen van deskundigen uit de westerse universiteiten uit Europa, om goede praktijken, materialen en nieuwe lesmethoden met leerkrachten uit Oost HEI te delen. Er is behoefte aan een verandering van de focus, namelijk van leraargerichte methoden naar studentgericht leren, de focus richt zich op pedagogische kwesties waarmee de Oostelijke universiteiten worden geconfronteerd bij de uitvoering van ICT in het onderwijs. Het belangrijkste doelgebied is de onderwijs-en opleidingsbehoeften van de academische HEI gemeenschap. Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Joanna SCHREURS
Wetenschap, Technologie en Samenleving. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Ine Van Hoyweghen
Wetenschapspark Waterfront / Incubator UBIS. Universiteit Antwerpen Abstract: De kritieke succesfactoren van wetenschapsparken worden in kaart gebracht zowel via literatuurstudie als via een 'benchmarking' studie van Belgische en Nederlandse wetenschapsparken. Daarna volgt een SWOT analyse voor de Antwerpse situatie (UBCA en Waterfront). Vervolgens worden concrete aanbevelingen geformuleerd. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Wetenschapsparken en incubatoren in België, Brazilië en Italië: strategische beslissingen, institutionele context en prestatie-indicatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VEWA. UA levert aan VEWA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Johanna Vanderstraeten
Wetenschapscommunicatie in een wereldwijde context. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele
'Wetenschappers in ondernemersrol - hoe wordt wetenschap door commercializering beïnvloedt? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Otto Toivanen • Thomas Astebro
Wetenschappelijk rapport over "instrumenten van sociaal beleid: Europa versus de Verenigde Staten". Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een opdracht tot het redigeren van een rapport waarin de vergelijking wordt gemaakt tussen het Europees en Amerikaans sociaal beleid van het voorbije decennium. Het is de bedoeling de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in kaart te brengen, zowel algemeen als op specifieke domeinen, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting, maar ook naar pensioenen en gezondheidszorg. Er zal ook worden onderzocht hoe de Europese ervaring (open coördinatie) kan worden toegepast in de Amerikaanse context, en omgekeerd. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon
Wetenschappelijk onderzoeksproject : Praktisch Humanisme Vrije Universiteit Brussel Abstract: De morele dienstverlening wilt zich naast de individuele hulpverlening richten op de gemeenschap. De nadruk komt daarbij te liggen op praktisch gerichte samenwerkingsverbanden in de gemeenschap zelf. De opdracht van de moreel consulenten breidt uit met de versterking van de sociale cohesie en de verbondenheid van actieve burgers waarbij de gemeenschap centraal staat voor een dynamisch gebeuren met de nadruk op een voortdurend proceskarakter. Het is de bedoeling de professionaliteit van de moreel consulenten en de kwaliteit van de niet-confessionele morele dienstverlening ter zake te vergroten en up-to-date te houden. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Wetenschappelijk onderzoeksproject inzake statistische analyse- en beslissingstechnieken voor het opsporen van potentiële witwaspraktijken bij cash-generatoren Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijk onderzoeksproject inzake statistische analyse- en beslissingstechnieken voor het opsporen van potentiële witwaspraktijken bij cash-generatoren Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Walter Nonneman
Wetenschappelijk Onderzoeksprogramma " Veiligheid en Preventie 2011 " Gewapende overval op zelfstandige ondernemers: een bevraging van daders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek wensen we een zicht te krijgen welke de impact is van de genomen preventiemaatregelen op de selectie van het doelwit door de daders en het verloop van het feit. Meer specifiek willen we in kaart gebracht zien op basis van welke criteria een dader een handelszaak uitkiest voor een diefstal gewapenderhand. We willen een zicht krijgen op de impact van de aanwezigheid van camerabewaking op de keuze van het doelwit en de impact van het verloop van het feit. Tot slot wordt van de onderzoeksgroep verwacht mee op te nemen naar de ongelijke geografische spreiding van diefstallen gewapenderhand. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • ELISABETH ENHUS
Wetenschappelijk onderzoek over de uitvoering van internationale rogatiore commissies naar Nederland ten voordele van de Federale Gerechtelijke politie (Project rogatiore commissies/ProRoCom) Universiteit Gent Abstract: Strafrechtelijke onderzoeken naar strafbare feiten die grensoverschrijdende aspecten vertonen, zorgen ervoor dat de bevoegde politiediensten vaak beroep moeten doen op hun buitenlandse collega's. Vooral wanneer het gaat om buurlanden zoals België en Nederland, is het formuleren van een verzoek om rechtshulp in strafzaken gebruikelijk. Wanneer deze niet tijdig, niet volledig of niet juist worden beantwoord, gaat kostbare tijd en energie verloren. Het is cruciaal om in de eerste plaats na te gaan of in de rechtshulppraktijk tussen België en Nederland er werkelijk een problematiek bestaat van onjuiste, onvolledige of niet tijdige behandeling van verzoeken. In de tweede plaats wordt het met deze accurate kennis mogelijk voor de Belgische politie om een passende oplossing te implementeren voor het eventuele gebrek. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Wetenschappelijk onderzoek naar specifieke problemen op het vlak van de rechtspositie van het personeel van provinciale en lokale besturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de integrale veiligheidsbenadering van de Haven van Antwerpen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UGent. UA levert aan de UGent de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Genserik Reniers
Wetenschappelijk onderzoek in het domein van de transporteconomie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijk onderzoek in het domein van de transporteconomie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Bruno De Borger
Wetenschappelijk Onderzoek: Gemeenschappelijke onderzoeksteams Universiteit Gent Abstract: Doel van het project is om het concept van de gemeenschappelijke onderzoeksteams waarvan de oprichting is voorzien in het Kaderbesluit van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams en in artikel 13 van de overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken te bestuderen in zijn operationele fase. Meer bepaald is het de bedoeling om het proces van totstandkoming en de verdere effectieve werking van gemeenschappelijk onderzoeksteams te bestuderen en evalueren. Hierbij wordt aandacht besteed aan de wettelijke aspecten, maar ook de sociologische en politieke aspecten van het proces worden geëvalueerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Wetenschappelijk ondersteuningsprogramma voor de verspreiding van de Telecommunicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het "wetenschappelijk ondersteuningsprogramma ter verspreiding van de telecommunicatie" vertrekt van een groeiende kloof tussen enerzijds de "technologische scenario's" van bestaande onderzoeksprogramma's die bijna uitsluitend gebaseerd zijn op een logica van het aanbod en anderzijds de nauwelijks onderzochte behoeftes van potentiële telecommunicatiegebruikers. Het programma wil "user-oriented" zijn en is gericht naar andere gebruikerssectoren dan de gevestigde grootgebruikers: kleine professionele gebruikers, de non-profit sector en de federale administraties en Wetenschappelijke en Culturele Instellingen. Het programma is opgebouwd rond drie delen: -ontwikkelen van gerichte experimentele toepassingen -uitwerken van een pool van interdisciplinaire expertise -opzetten van een User Forum inzake telecommunicatie Het geheel van het programma beoogt wetenschappelijke en technologische expertise op te bouwen om de verspreiding van
telecommunicatietoepassingen bij niet grootgebruikers te ondersteunen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Wetenschappelijk onderbouwen van een vroegbegeleidingscurriculum voor horende gezinnen met een auditief gehandicapt kind Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de vroegbegeleiding van kinderen met een auditieve handicap wordt momenteel het belang onderlijnd van een gezinsgeorienteerde aanpak. Het belang van de ouderlijke context gedurende de eerste levensjaren werd door verschillende auteurs benadrukt, zowel voor de sociaalemotionele, cognitieve als linguïstische ontwikkeling van deze kinderen. Anderzijds beschikt men niet over een wetenschappelijk onderbouwd begeleidings- model of -curriculum om een gezinsgeorienteerde aanpak te realiseren. Met dit onderzoek willen we een vroegbegeleidingscurriculum uitwerken en evalueren, dat de problematische opvoedingssituatie in gezinnen met een doof kind voorkomt of doorbreekt. Op deze wijze hopen we een unieke en relevante bijdrage te leveren tot de specifieke opvoeding van kinderen met een auditieve handicap. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS • FRANK DE FEVER
Wetenschappelijk onderbouwde bewaking van de instroom in de Vlaamse topsportscholen Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoek worden aan de hand van antropometrische, fysieke en coördinatieve profielen van jonge beloftevolle sporters normen opgemaakt die gehanteerd kunnen worden bij selecties bij belangrijke mijlpalen in de sportieve ontwikkeling van Vlaamse topsportbeloften Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Matthieu Lenoir
Wetenschappelijk fenomeenonderzoek naar eergerelateerd geweld in België Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt de psycho-sociale, etnische en culturele processen bloot te leggen die aan de oorsprong liggen van eergerelateerd geweld. Het wil ook de diverse vormen van eergerelateerd geweld waarmee een aantal sectoren (gezondheidszorg, onderwijs, politie en justitie, welzijnswerk en hulpverlening) te maken krijgen in kaart te brengen, met de bedoeling het beleid en de aanpak met betrekking tot eergerelateerd geweld in België te verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
Wetenschappelijk evaluatieonderzoek naar de Lokale Overlegplatforms in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Op 14 september 2002 werd het Decreet voor Gelijke Onderwijskansen-I (GOK-I) van kracht met als doel gelijke kansen te waarborgen en te creëren voor alle leerlingen in het Vlaamse onderwijs, in het bijzonder voor kansarme allochtone en autochtone leerlingen. Een van de drie pijlers van het GOK-I-decreet beschrijft de uitwerking van Lokale Overlegplatforms. In een Lokaal Overlegplatform (LOP) zijn schooldirecties, inrichtende machten, ouders, leerlingen en centra voor leerlingenbegeleiding vertegenwoordigd, alsook een aantal gecoöpteerde overlegpartners uit het etno-socio-culturele middenveld. Ze worden ondersteund door een voorzitter en een deskundige. Een LOP bemiddelt wanneer een leerling door een school wordt geweigerd bij de voorrangsregeling of bij de inschrijving en ondersteunt de zoektocht naar een nieuwe school. In het schooljaar 2002-2003 werd het startschot gegeven voor 69 Vlaamse LOP's. Na een beknopt evaluatieonderzoek bij de opstart (Deneire et al., 2004) is de tijd rijp voor een doorgedreven evaluatie. De uitbouw en werking van de LOP's zijn voldoende gevorderd om een wetenschappelijk evaluatieonderzoek te onderbouwen. Dit evaluatieonderzoek beschrijft zowel de werking als de doelmatigheid m.b.t. interne en decretale verwachtingen en de samenhang met input en contextfactoren. De combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek verschaft empirische antwoorden op de vraag op welke wijze de huidige LOP's doelmatige beleidsinstrumenten zijn. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
Wetenschappelijke studie en maatschappelijke stimulering van film- en beeldcultuur in de Antwerpse regio en in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het opstarten van een nieuw domein van wetenschappelijk onderwijs, onderzoek en dienstverlening binnen de Antwerpse regio - met name de wetenschappelijke studie van de film- en beeldcultuur - en de duurzame verankering ervan binnen de wetenschappelijke, artistieke, culturele en educatieve instellingen die vandaag reeds op dit vlak actief zijn. Dit project omvat het opzetten van een eigentijds wetenschappelijk opleidingsprogramma (master in Filmstudies en Beeldcultuur) dat uniek is in Vlaanderen om vervolgens fundamentele en beleidsgerichte onderzoekslijnen binnen dit brede terrein van de visuele geletterdheid tot ontwikkeling te brengen. Daarnaast zullen tal van wetenschappelijke en culturele evenementen (congressen, symposia, tentoonstellingen, lezingenreeksen, filmfestivals) op het getouw worden gezet om ook het ruimere publiek te betrekken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels • Philippe Meers
Wetenschappelijke review "Mobiliteitsbeeld 2014".
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Wetenschappelijke review leerlingenbegeleiding. KU Leuven Abstract: De studie heeft als doel om de huidige praktijken inzake leerlingenbegeleiding (LLB) in Vlaanderen in een breder internationaal kader te plaatsen. Hiervoor wordt een wetenschappelijke review opgezet . Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren
Wetenschappelijke opdracht voor het uitbouwen van het programma rond de antecedenten en gevolgen van demografische diversiteit op verschillende niveaus van analyse, m.n. teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zoemt in op de antecedenten en gevolgen van demografische diversiteit op verschillende niveaus van analyse, met name teams, organisaties, bedrijfstakken, netwerken en gemeenschappen. Het programma poogt inzicht te krijgen in de oorsprong en gevolgen van diversiteit voor het functioneren en de prestaties van de betrokken sociale entiteiten. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone
Wetenschappelijke opdracht voor het onderzoek naar welzijnsvernieuwingen in verzorgingsstaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze sabbatical willen we een geünifieerde, theoretisch onderbouwde en empirisch valabele analyse van de dynamiek van welzijnsvernieuwingen in verzorgingstaten tot stand brengen. Dat sluit aan bij een stijgende belangstelling voor vergelijkende analyses van zorgmodellen. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Wetenschappelijke opdracht (sabbatical) voor het verder onderzoek van politiek-economische aspecten van het GroteMerengebied in Centraal-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht (sabbatical) voor het verder onderzoek van politiek-economische aspecten van het Grote-Merengebied in Centraal-Afrika. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht rond visuele communicatie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Wetenschappelijke opdracht met het oog op een theorievorming over de arbeidswetgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het arbeidsrecht ondergaat ook als geen andere rechtstak de gevolgen van de schaalvergroting van de arbeidsmarkt en van de arbeidsverhoudingen. Aanvankelijk ontworpen als een correctie op een in wezen nationaal georganiseerde arbeidsmarkt, wordt het arbeidsrecht geconfronteerd met het gegeven dat de correctiemechanismen, die nationaal werden geconcipieerd, niet meer volstaan om de inperking van de sociale concurrentie onder werkenden in stand te houden. Heel wat indiciën lijken erop te wijzen dat we evolueren van een beschermend arbeidsrecht naar een "responsabiliserend sociaal concurrentierecht". Met deze poging om te komen tot een theorievorming over de arbeidswetgeving kan een bijdrage worden geleverd om de op gang zijnde mutaties beter te begrijpen en te verklaren. Dergelijke theorie kan dan meteen de basis vormen voor een hernieuwd inzicht in de rechtswetenschappelijke benadering van de rechtstak. Gelet op de gelijklopendheid tussen het Belgische en het Franse arbeidsrecht, lijkt het niet onredelijk om het onderzoek in hoofdzaak te steunen op een Belgisch-Franse socio-juridische realiteit. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Marc Rigaux
Wetenschappelijke opdracht ikv boekproject 'A Tenuous Legacy. Confronting the Jewish Tradition in Modern Thought'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties:
• Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap "Recht en beveiliging van informatiesystemen" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De door het NFWO erkende Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap 'Recht en beveiliging van informatiesystemen' (REBIS) is gericht op het onderzoek van onderwerpen in de sfeer van het informaticarecht en de informatiebeveiliging. Beoogd wordt bij te dragen aan de ontwikkeling van een juridisch kader voor de maatschappelijke implementatie en verspreiding van verdere technologische ontwikkelingen op het vlak van de informatie- en communicatietechnieken. Hiertoe dient de problematiek geintegreerd, interdisciplinair, internationaal en theoretisch te worden aangepakt, dit betekent - een geintegreerde aanpak van de verschillende deelgebieden van het informaticarecht en de informatiebeveiliging (privacy, strafrechtelijke aspecten, intellectueelrechtelijke aspecten, telecommunicatie, electronic data interchange beveiligingsaspecten, medische intormatica, convergentie . .); - een interdisciplinaire aanpak die voortvloeit uit de maatschappelijke en juridische en economische entechnische aard der gestelde vragen; - geinternationaliseerde aanpak rechtstreeks gekoppeld aan de grensoverschrijdende aard van de materies (h.v. transborder dataflows grensoverschrijdende informaticacriminaliteit), alsook aan de nood aan internationale cooperatie; - een theoretische aanpak die op zoek gaat naar de fundamenten van de voor te stellen juridische hervormingen in het licht van de plaats en rol van het recht, de wetenschappen en de techniek in een democratischerechtsstaat" Organisaties: • Rechtsontwikkeling - Rechtsvergelijking - Europees Recht
Onderzoekers: • BARTHOLOME DE SCHUTTER
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap ?Globalisering,regionalisering en sociaal-economische ongelijkheid Universiteit Gent Abstract: Het bevorderen van de onderzoekssamenwerking van de participerende onderzoeksgroepen over : - de kwantitatieve analyse van globaliserings-en regionaliseringsprocessen; - globalisering, arbeidsmarkt en inkomensongelijkheid; -(Afrikaanse) migratie naar Europa; - ongelijkheid op global governance niveau Organisaties: • Vakgroep Algemene economie
Onderzoekers: • Glenn Rayp
Wetenschappelijke ondersteuning verdelingseffecten van een alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Planbureau heeft reeds grondige analyses doorgevoerd van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Daarbij ligt de klemtoon op de effecten op tewerkstelling en output aan de hand van het model HERMES. De aard van de gebruikte methodologie laat daarbij niet toe ook de verdelingsimpact van de bijdrageverminderingen van de sociale zekerheid en de alternatieve financieringsvoorstellen in te schatten. Met de simulatiemodellen ASTER, MISISM, en de prototype-versie van MIMOSIS is dit -althans gedeeltelijk -wel mogelijk, aangezien men de effecten kan berekenen voor elk individu en/of gezin van een representatief staal van de Belgische bevolking. Het lijkt dan ook opportuun, in aanvulling van de vermelde simulaties van het planbureau, in dit project simulaties te laten uitvoeren in verband met de verdelingseffecten van alternatieve scenario's voor de financiering van de sociale zekerheid: 1. Een verlaging van de sociale zekerheidsbijdragen voor werkgevers en werknemers, gesimuleerd via MISIM; 2. Een compenserende verhoging van de indirecte belastingen volgens drie scenario's. Daartoe moet ASTER geactualiseerd worden tot de indirecte belastingwetgeving van 2005, en liefst ook lopen op een recentere budgetenquête. Mits toelating van het NIS is dat mogelijk voor de enquête van 2001, misschien zelfs voor deze van 2002. Dit is een arbeidsintensief werk dat later zal renderen wanneer we een koppeling maken tussen ASTER en MIMOSIS; 3. Een koppeling van de verdelingseffecten van deze twee maatregelen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist
Wetenschappelijke ondersteuning van het generations and Gender Project.(GGP/fase 1) en (GGP II/fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de internationale enquête Generations and Gender op initiatief van UNECE werd de organisatie van de enquête in België georganiseerd door Statistics Belgium in samenwerking met de SVR en IWEPS. Het project voorziet in de wetenschappelijke uitwerking en ondersteuning van deze longitudinale bevraging door een wetenschappelijke ploeg samengesteld uit verschillende universiteiten. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Tom DE WINTER • PATRICK DEBOOSERE
Wetenschappelijke ondersteuning van het Generations and Gender Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project omvat de wetenschappelijke begeleiding van de dataverzameling van de Belgische GGS. De Generations and Gender Survey beoogt een longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze onwikkelingen sturen. Ook thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in de vragenlijst aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties enerzijds en de relaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kindrelaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Wetenschappelijke ondersteuning van de Staten-Generaal van het Gezin. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt voozien in een wetenschappelijk ondersteuning van de tweede Staten Generaal voor het Gezin. Dit houdt in (1) deelname aan het wetenschappelijk comité van de Staten-Generaal en (2) voorbereiding, methodologische follow-up en verwerking van een gezinsenquête. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Wetenschappelijke ondersteuning van de kinderdimensie in de Armoedebarometer 2011, selectie en analyse van de indicatoren voor de opvolging van het beleid en ondersteuning bij de ontwikkeling van beleidsadvies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kinderrechtencommissariaat. UA levert aan Kinderrechtencommissariaat de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Danielle Dierckx
Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Antwerpen - UA' hebben voor het project ' Wetenschappelijke ondersteuning in het project SSL2309.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Wetenschappelijke ondersteuning en inhoudelijke voorbereiding en opvolging Belgische EU-Voorzitterschap programma Jeugd Universiteit Gent Abstract: In 2009 keurde de Raad van Europa een resolutie goed omtrent de Europese samenwerking op vlak van jeugdbeleid: ?the EU youth strategy?. Om de drie jaar moeten de lidstaten rapporteren over hun werkzaamheden op het terrein. Onze opdracht omvat het (Vlaamse) studiewerk hieromtrent en de ondersteuning van een coöperatief proces om te komen tot de effectieve rapportage. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Wetenschappelijke ondersteuning en analyses in functie van het OESO-rapport 'Jobs for immigrants: labour market integration in Belgium'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen abstract beschikbaar. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX
Wetenschappelijke ondersteuning bij opmaak, evaluatie en bijsturing van diverse instrumenten voor het Vlaamse Stedenbeleid Universiteit Gent Abstract: Het eerste deel van de opdracht omvat het ondersteunen van de Vlaamse overheid bij het opstellen van de Stadsmonitor 2014. Het tweede deel van de opdracht is het ondersteunen van steden en het VGC bij de afbakening en opvolging van de maatschappelijke effecten in het kader van het Stedenfonds. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert • Thomas Block
Wetenschappelijke ondersteuning bij Collaborative Decision Making. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft tot doel een generiek overlegmechanisme tussen afdelingen te ontwikkelen met een "collaborative supply chain management" als resultaat. Door een dynamische interactie te voorzien tussen de verschillende partijen in het netwerk van de supply chain moet een betere overall planning worden behaald. De software van PearlChain.net is reeds op generieke wijze opgebouwd volgens het "model-based" principe (departementen, resources, capaciteiten, capabilities, etc.). De systematiek om op generieke wijze overleg tussen departementen, klanten en leveranciers toe te laten moet evenwel nog ontwikkeld worden. In dit innovatieproject zal een innovatieve methode ontwikkeld worden om verschillende afdelingsspecifieke productieplanningen binnen een supply chain op elkaar af te stemmen, echter zonder dat er een "globale" actor die de gehele planning overziet, gecreëerd wordt. Het afstemmen van een afdelingsspecifieke productieplanning, zal integendeel bereikt worden door communicatie/overleg toe te laten tussen de verschillende afdelingen. De interactie moet leiden tot een verlaagde stock opbouw en verkorte doorlooptijden. Het doel is om de efficiëntie en effectiviteit van het productie proces (van de Supply Chain) tussen verschillende partijen te verhogen.
Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen
Wetenschappelijke ondersteuning aan wave 2 van het Generations and Gender Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt en longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze ontwikkelingen sturen. Ook de thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in het project aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kind relaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Karel Neels
Wetenschappelijke ondersteuning aan wave 2 van het Generations and Gender project Universiteit Gent Abstract: Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties enerzijds en relaties tussen generaties anderzijds. Het project beoogt een longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, de vruchtbaarheid en de pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze ontwikkelingen sturen. Ook thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in het project aan bod. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ronan Van Rossem
Wetenschappelijk empirisch onderzoek omtrent niet-auditerelonen en de impact op de auditkwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van deze studie is te onderzoeken of er een verband bestaat tussen niet-auditdiensten en de auditkwaliteit op de Belgische auditmarkt. De studie wordt opgevat in twee delen. In het eerste deel wordt een beknopt historisch overzicht van het regelgevend kader ten aanzien van niet-auditdiensten gegeven. Vervolgens wordt de evolutie en de samenstelling van de erelonen bestudeerd voor zowel audit- als niet-auditdiensten in België over de periode 2008-2010 en wordt er een vergelijking gemaakt met evoluties in het buitenland. Uit de analyse van de samenstelling van de erelonen voor niet-auditdiensten in België blijkt dat nagenoeg de helft hiervan uit belastingadviesopdrachten wordt gegenereerd. Uiteindelijk worden de empirische studies die (internationaal) het verband behandelen tussen (de erelonen van) niet-auditdiensten en auditkwaliteit besproken. In het tweede deel wordt nagegaan of er daadwerkelijk een verband bestaat tussen niet-auditdiensten en de auditkwaliteit op de Belgische auditmarkt. Een uitgebreide toetsing laat de onderzoekers toe te concluderen dat er weinig empirische ondersteuning is voor de veronderstelling dat niet-auditdiensten een impact (hetzij positief hetzij negatief) hebben op de auditkwaliteit. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Kris Hardies
Wetenschappelijke, logistieke en administratieve voorbereiding en uitvoering van een zomercursus met als thema : "Faith-based Radicalism : Christianity, Islam and Judaism between constructive activism and destructive fanaticism". Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke, logistieke en administratieve voorbereiding en uitvoering van een zomercursus met als thema : "Faith-based Radicalism : Christianity, Islam and Judaism between constructive activism and destructive fanaticism". Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Wetenschappelijke input armoedetoets. Universiteit Antwerpen Abstract: Opmaak van een wetenschappelijke bijdrage als insteek voor het proefproject armoedetoets op het decreet sociale bescherming - luik kindpremie, overeenkomstig de afspraken gemaakt met de kabinetten van ministers Lieten en Vandeurzen en de bevoegde administratie. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Natascha Van Mechelen
Wetenschappelijke follow-up van drie pilootprojecten van paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi en Gent. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke follow-up van drie pilootprojecten van paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi en Gent. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Wetenschappelijke evaluatie van het YEPP-project (Youth Empowerment Patnership Programme) in Antwerpen-Noord. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke evaluatie van het YEPP-project (Youth Empowerment Patnership Programme) in Antwerpen-Noord. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken
Wetenschappelijke en administratieve voorbereiding en opvolging van een residentieel seminarie met als titel : "De territoriale pastoraal aangekaart". Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke en administratieve voorbereiding en opvolging van een residentieel seminarie met als titel : "De territoriale pastoraal aangekaart". Organisaties: • Universitair beheer en administratie
Onderzoekers: • Johan Vanhoutte
Wetenschappelijke disciplinevorming: tijdschriftpublicaties en wetenschappelijke communicatie in de sociologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het moderne wetenschapssysteem bestaat uit disciplines. Hun communicatiestructuur wordt mogelijk gemaakt door wetenschappelijke tijdschriften. Publicaties kunnen op elkaar aansluiten; publicaties kunnen naar elkaar verwijzen (citaties). Aan de hand van inhoudelijke en kwantitatieve analyses van publicaties in het Tijdschrift voor Sociologie wordt in dit project de evolutie van het communicatiepatroon in de discipline 'sociologie' onderzocht. Organisaties: • Facultaire Onderzoeksgroep PSW
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
Wetenschappelijke disciplinevorming: Tijdschriftpublicaties en wetenschappelijke communicatie Universiteit Gent Abstract: Het moderne wetenschapssysteem bestaat uit disciplines. Hun communicatiestructuur wordt mogelijk gemaakt door wetenschappelijke tijdschriften. Publicaties kunnen op elkaar aansluiten publicaties kunnen naar elkaar verwijzen (citaties). Via een vergelijking van twee disciplinaire communciatienetwerken (uit de mens- en de sociale wetenschappen) zal in dit project de structuurontwikkeling van het moderne wetenschapssysteem onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Raf Vanderstraeten
Wetenschappelijke dienstverlening binnen het Engaged Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Via dit project van wetenschappelijke dienstverlening, adviseert UA het Nederlandse ECN in het kader van het project "End repository Network Geared towards Actor Groups involvement and Effective Decision making". Daarin wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een framework voor het opstellen van een eerste 'safety case' in het kader van de eindberging van het Nederlandse radioactieve afval. Dit gebeurt door middel van een stakeholder analyse en scenario ontwikkeling voor participatie van betrokken actoren in de besluitvorming. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Anne Bergmans
Wetenschappelijke analyse van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belgische Staat. UA levert aan de Belgische Staat de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Steven Van Hecke
Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen (en hoorcolleges) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diagnostiek bij laatadolescenten Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Wetenschap en voorzorg in een interactief beleid van technologische risico's. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project ligt de onderzoeksvraag voor welke manieren van kennisinbreng effectief zijn om in een perspectief van voorzorg overweg te kunnen met complexe beleidsproblemen inzake technologie- en risicobeheer. Doel is het ontwikkelen en toetsen van een effectief arrangement voor het grensvlak kennis en beleid, dat de dichotomie wetenschap en voorzorg overstijgt. Het project wil zo een nuttige bijdrage leveren tot het ontwikkelen van praktische procedures en methoden inzake technologie- en risicobeheer, die tegelijk wetenschappelijk is en kadert in voorzorg. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Werkveldgerichtheid expliciteren binnen een geheel van academische opleidingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Bart Maddens
Werkstress in universiteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Werkstress in universiteiten. Organisaties: • SOCIOLOGIE • Management
Onderzoekers: • Erik Henderickx
Werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten Universiteit Antwerpen Abstract: Zowel onderzoek als beleid benadrukken het belang van werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten. Echter, beiden erkennen ook dat ons begrip beperkt is van wat kwaliteitsvol werkplekleren inhoudt. Er kan veel gewonnen worden als we zicht kunnen krijgen op wat de specificiteit van werkplekleren is. Tevens dient er zicht te komen op wat de succesfactoren zijn voor het vormgeven van werkplekleren. Recentelijk zijn door ons data verzameld rond beide zaken. We hebben onderzocht hoe toekomstige ingenieurs verschillen in hun cognitieve en regulatieve leer-activiteiten tijdens stages. Daarnaast hebben we ook onderzoek gevoerd rondom de ontwikkeling van een instrument voor het bepalen, begeleiden en evalueren van competenties bij werkplekleren. Het doel van het huidige project is om dit onderzoek te valoriseren. Deze activiteiten leiden tot publicaties in internationale tijdschriften. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Piet Van den Bossche
Werkloosheid en arbeidsschaarste : de paradox van Rijnland-type arbeidsmarkten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is het documenteren, verklaren en simuleren van de paradox die arbeidsmarkten van het Rijnland model kenmerkt. Typerend voor dit type model is het bestaan van een duale arbeidsmarkt. Enerzijds heeft men een reguliere arbeidsmarkt, gekenmerkt door bindende akkoorden tussen de sociale partners en 'goede' doch gerantsoeneerde jobs, anderzijds bestaat er ook een belangrijke schaduweconomie. De paradox bestaat erin dat een structurele ondertewerkstelling in de reguliere arbeidsmarkt gepaard gaat met een schaarste aan arbeidskrachten in de grijze economie. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Walter Nonneman
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Veroniek Collewaert Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsproject heeft tot doel een dieper inzicht te verkrijgen in het investeringsgedrag van business angels, gedefinieerd als zeer vermogende, niet-institutionele private equity investeerders. Deze individuele investeerders vormen een alsmaar belangrijkere financieringsbron voor kleine en/of snelgroeiende ondernemingen, wegens hun gebrek aan persoonlijke en zakelijke zekerheden alsook de verschuivende focus van de traditionele venture capitalists naar grotere en later stage investeringen. Organisaties: • Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering
Onderzoekers: • Freddy Brackx
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Valérie De Prycker Universiteit Gent Abstract: Zowel op theoretisch als op common sense-niveau treffen we vandaag hoofdzakelijk restrictieur invullingen van geluk aan. De flow-theorie en de maatschappijkritische dimensie in het werk van Tibor Scitovsky kunnen deze invullingen compliteren. Om theorieën over geluk van een ruimer kader te voorzien zullen recente wetenschappelijke en filosofische theorieën over het zelf als uitgangspunt genomen worden. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Werkingsmiddelen FWO-aspirant Eline De Ridder Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de visie van Tsjechië op de ontwikkeling van de Europese Unie. We gaan na welke visie er leeft bij de bevolking, welke actoren het Tsjechische besluitvormingsproces mbt EU-zaken beïnvloeden, welke standpunten zij innemen en hoe zij hun visie vertaald willen zien in het EU-beleid. Het is een politiek-wetenschappelijke analyse van de toetreding van Tsjechië tot de EU en de consequenties hiervan voor Europa. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Vos • Raymond Detrez
Werking en effectiviteit van GECORO's in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VRP. UA levert aan VRP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Faculteit Ontwerpwetenschappen - overige • Centrum voor Stadsontwikkeling
Onderzoekers: • Tom Coppens
Werking, bereik en effecten van de pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is de analyse van de werking, de effecten en het bereik van de werkzaamheden van de pedagogische begeleidingsdiensten en het SNPB vanuit perspectief van de pedagogische begeleiders en van de onderwijsinstellingen en de CLB's. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem • Jan Vanhoof
Werkgelegenheid, groei en herverdelingseffecten van overheidsbeleid in een OLG setting met imperfecte arbeidsmarkten. Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek focust op de inkomenseffecten van begrotingsbeleid, de pensioenhervorming en migratiebeleid. We ontwikkelen verschillende levenscyclusmodellen die de imperfecte aard van de Europese arbeidsmarkt zo dicht mogelijk proberen te benaderen en gebruiken deze dan voor een beleidsanalyse. Gegeven het feit dat beleid een invloed heeft op de inkomensongelijkheid en de verdeling van de welvaartseffecten, welke weg moeten beleidsmakers bewandelen? Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen
Werkgelegenheid en armoede in een veranderende samenleving (EMPOV). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject analyseert de relatie tussen demografische ontwikkelingen, de arbeidsmarkt en resultaten van sociale inclusie. Het onderzoek focust op de demografische groepen die moeilijk werk vinden, en dus geconfronteerd worden met een verhoogd risico op armoede. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Gerlinde Verbist
Werken in klassen met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Methodieken ter ondersteuning van leraren / Klassewerk. Het gericht ondersteunen van leraren in het leren omgaan met diversiteit in de klas. Het GOL(L)D-concept. Hogeschool Gent Abstract: Onze huidige maatschappij kenmerkt zich steeds meer en meer door haar diversiteit. Dit weerspiegelt zich op alle vlakken van de samenleving, ook in het onderwijs. Meer en meer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden opgenomen in de reguliere school, waardoor de toenemende diversiteit een reëel onderdeel is van de dagelijkse onderwijspraktijk. Dit betekent dat de leraar hiermee rekening zal moeten houden en genoodzaakt zal zijn om zijn aanpak aan te passen. Nochtans blijkt uit onderzoek dat leraren vaak niet voorbereid zijn en zich niet competent voelen om les te geven in een klas met kinderen met specifieke behoeften. Bovendien ervaren ze in vele situaties een tekort aan ondersteuning op de werkvloer. De Hogeschool Gent, Departement Lerarenopleiding, Ledeganck in samenwerking met Departement Sociaal-Agogisch Werk werkte binnen een PWO (Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek) een ondersteuningsconcept uit: het “GOL(L)D-concept” (Gericht Ondersteunen van Leraren in het Leren omgaan met Diversiteit ). Hierin worden de reeds bestaande competenties van leraren als vertrekpunt genomen om ze door middel van een activerende ondersteuning verder uit te bouwen. Het concept is bruikbaar voor leraren, zorgcoördinatoren, pedagogisch begeleiders, CLBmedewerkers,… maar ook voor betrokkenen uit andere beroepsvelden kan het inspiratie bieden rond ondersteuning en ondersteuningsmethodieken. Het GOL(L)D-concept wordt zo concreet mogelijk voorgesteld in drie producten zodat de brug naar de praktijk gemakkelijk kan worden gemaakt: een inleidend boek, een DVD en een verdiepingsboek. Het inleidend boek is het basiswerk waar een beknopte beschrijving is terug te vinden van het GOL(L)D)-concept met bijhorende uitgangspunten en zes praktijkvoorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden vertrekken vanuit een leervraag van de leraar. De lezer kan aan de hand van zijn interesses een keuze maken om met een bepaalde leervraag verder kennis te maken. De uitgeschreven trajecten zijn beeldend gemaakt in de DVD. Dit maakt het geheel sprekend en praktijkgericht. In het verdiepingsboek wordt meer duiding gegeven over bepaalde aspecten van het GOL(L)D-concept en zijn er werkinstrumenten en documenten terug te vinden. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Orthopedagogiek • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Rosa David • Helena Vanhuysse • Stijn Vandevelde • Inge Van De Putte
Werken in een gevangenis binnen een veranderde context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gevangenissen zijn de laatste jaren onderhevig aan heel wat maatschappelijke politieke veranderingen op nationaal en internationaal middel van dit onderzoek te achterhalen welke invloed deze veranderingen hebben op de werkcontext van bewaarders en hoe zij deze veranderingen beleven. Dit wordt bekeken doorheen de beroepscultuur van bewaarders in België. Deze beroepscultuur is nog een relatief onontgonnen thema binnen Belgisch criminologisch onderzoek, in tegenstelling tot internationaal onderzoek en andere professionele subculturen. Hierbinnen willen we de interacties bestuderen tussen de beroepscultuur van bewaarders, de organisatiecultuur zoals die door de hiërarchie uitgedragen wordt en de lokale en individuele verschillen tussen gevangenissen en bewaarders. Om dit alles in beeld te brengen, zal longitudinaal onderzoek verricht worden, gesteund op een analyse van de opleiding tot bewaarder en op participerende observatie binnen verschillende gevangenissen. Op deze manier hopen we in staat te zijn een onderscheid te kunnen maken tussen intrinsieke, persoonlijke veranderingen eigen aan de werkcontext. De combinatie van langdurige participerende observaties met semi-gestructureerde interviews zou de validatie van dit onderzoek moeten optimaliseren.
Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • SONJA SNACKEN
Werkende armen in Vlaanderen, een vergeten groep? Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksvragen: -conceptualisering van de 'werkende arme' en de multi-dimensionale meting -problematiek van de werkende aremn in Vlaanderen: omvang en profiel -beleidsmaatregelen: wat leert de buitenlandse ervaring en beleidsalternatieven gesimuleerd Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Gerlinde Verbist
Werken aan een betere levenskwaliteit van personen met dementie en hun omgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Met het project wil de Koning Boudewijnstichting bijdragen tot een verbetering van de levenskwaliteit van mensen die lijden aan dementie en hun omgeving door het beeld van de ziekte te veranderen, met als achtergrond de manier waarop de ziekte wordt beleefd, de autonomie, de verbondenheid en de afhankelijkheid van de persoon in de verschillende stadia van de ziekte. Daarbij zullen vooral de zorgverlening en het juridische apparaat diepgaand worden onderzocht. Dit deelproject omvat de reactie van een rapport over het juridische apparaat, waarin knelpunten worden aangekaart m.b.t. het beheer van goederen en m.b.t. de toepassing van de wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (zowel problemen waarmee patiënten of hun familie geconfronteerd worden als die ontmoet door andere actoren: vrederechters, notarissen, artsen, voorlopige bewindvoerders...) en waarin aanbevelingen worden geformuleerd. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen
Werken aan concurrentiekracht. Aanbevelingen voor een spoorstrategie voor het Havenbedrijf Gent. Universiteit Antwerpen Abstract: Leveren van aanbevelingen die het mogelijk maken voor het Havenbedrijf Gent om een actieplan uit te werken voor het spoorvervoer, waarbij in eerste instantie de aandacht ligt op het aantrekken van nieuwe stromen en in tweede instantie op het stimuleren van een modal shift. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander • Eddy Van de Voorde • Christa Sys
Werkbaarheid Vormelek. KU Leuven Abstract: In het Werkbaarheid project voor Vormelek wordt een onderzoek verricht naar het leerpotentieel van de jobs en het bedrijfsbeleid inzake leren in de sector van de elektriciens in België.In een eerste luik wordt een kwantitatieve analyse gedaan op basis van een werknemersbevraging. Hier ligt de focus op de arbeidsinhoud en de leermogelijkheden in de jobs. In een tweede luik wordt op basis van een kwalitatieve enquête van bedrijfsleiders gepeild naar het bedrijfsbeleid inzake leren.Het onderzoek wordt gedaan in opdracht van Vormelek/Formelec en wordt uitgevoerd door het HIVA (KULeuven) en Lentic (ULG)nbsp; Organisaties: • HIVA-OG Arbeid en Organisatie
Onderzoekers: • Monique Ramioul
Welzijn van ouderen: onderzoek naar determinanten van succesvol ouder worden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek omtrent succesvol ouder worden toonde aan dat mensen niet op een identieke wijze oud worden enDat de invulling van deze levensfase sterk afhankelijk is van de persoonlijkheid, de individuele zingeving, de mate Waarin men geconfronteerd wordt en omgaat met stressvolle levensgebeurtenissen, e.d.m. Hoewel ouderen vaak Geconfronteerd worden met verliessituaties (pensionering, lege nest, statusverlies, weduwschap, verlies van sociale Relaties, daling van inkomsten, fysieke veranderingen, e.d.m.) deze niet bij iedereen dezelfde gevolgen hadden. Sommige ouderen bleken het erg moeilijk te hebben om met deze gebeurtenissen om te gaan en vertoonden een vrij Lage graad van welzijn (vaak met depressieve symptomen), terwijl anderen er zich vrij snel konden over heen zetten. We willen in ons onderzoek 1) het welzijn van ouderen nagaan, 2) welke verschillen inzake welzijn bij ouderen aangetroffen worden en 3) welke variabelen deze verschillen kunnen verklaren.Om een antwoord te vinden op bovenvermelde onderzoeksvragen willen wij een verkennend onderzoek uitvoeren bij 500 ouderen. Om de afhankelijke variabele (welzijn) te operationaliseren worden twee instrumenten gebruikt (ACSA & MOS).Als afhankelijke variabelen, wordt naast demografische kenmerken, ook nagegaan welke zingevingsbronnen ouderen hanteren, hoe zij omgaan met stress, in hoeverre zij het gevoel hebben greep te hebben op hun leven en hoe uitgebreid het sociaal netwerk is waarop zij een beroep kunnen doen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Welvaartsarchitectuur en solidariteit: Impact van hybride organisatie op de vrijwillige inzet van burgers. Universiteit Gent Abstract: Hoewel continentale welvaartsstaten steeds gekenmerkt zijn door een publiek-private welvaartsmix, voltrekt zich een historisch nieuwe fase van institutionele hybridisering. Dit project bestudeert de impact hiervan op de vrijwillige inzet van burgers. Voor het empirisch onderzoek worden een ?klassieke? en een ?hybride? non-profit organisatie geselecteerd, en wordt er een analyse uitgevoerd op meerdere niveaus, gericht op
vrijwilligers, professionelen, en cliënten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Lesley Hustinx
Welvaart, inkomensverdeling en armoede in Vlaanderen in internationaal perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Welk internationaal familierecht is nodig voor de goede werking van de interne markt. Universiteit Antwerpen Abstract: Steunend op de vaststelling dat de communautaire wetgever, in het raam van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (art. 61c en 65 EG-Verdrag), steeds meer aandacht toont voor het uitvaardigen van communautaire maatregelen inzake internationaal familierecht, beoogt het project in te gaan op de meest prangende vragen betreffende de verhouding tussen het internationaal familierecht en het communautair integratieproces. Het project zal bestaan uit 2 grote delen. In het eerste deel zal worden ingegaan op fundamentele vragen over toelaatbaarheid, wenselijkheid, intensiteit en effecten van communautaire iprmaatregelen op het domein van familierecht. Zowel het institutioneelrechtelijk kader (m.i.v. de omvang van de communautaire bevoegdheden en de eventuele grenzen aan het optreden van de EG) als de impact van de verdragsbepalingen inzake vrij verkeer en non-discriminatie zullen worden onderzocht. In het tweede deel zal, mede in het licht van de onderzoeksresultaten uit het eerste deel, de aandacht gaan naar specifieke deeldomeinen van het internationaal familierecht. Beoogd wordt een kritische analyse te maken van bestaande en voorgenomen instrumenten, en in het bijzonder de Brussel II bis-verordening en maatregelen inzake het op scheiding toepasselijke recht (Rome III) en de wederzijdse erkenning op het gebied van de patrimoniale gevolgen van de scheiding van gehuwde en ongehuwde paren. Erfrecht zal niet als zodanig een apart onderzoeksthema zijn, maar zal op functionele wijze worden betrokken wanneer dit nodig blijkt voor de studie van andere genoemde aspecten. Beide delen van het project zullen worden onderzocht in studies van Europese experten inzake EG-recht, internationaal privaatrecht en (Europees) familierecht, die in boekvorm zullen worden gepubliceerd na debat en confrontatie met de ideeën van andere academici, practici (advocaten, magistraten) en Europese en nationale beleidsverantwoordelijken op een besloten seminarie. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Johan Meeusen • Gerhard Straetmans • Marta Pertegas
Welke plaats voor zeehavens in Vlaanderen? Optimalisering van havenuitbouw en haveninvesteringen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens het SBO-voortraject (Strategisch BasisOnderzoek) wordt een projectvoorstel uitgeschreven omtrent volgende thema's. In Vlaanderen kennen we in toenemende mate gemengde reacties voor en tegen goedereninfrastructuur in het algemeen, maar zeker ook voor en tegen nieuwe havenuitbreidingen. Beleidsondersteunende instrumenten zijn daarom onmisbaar om een duurzame havenstrategie te kunnen ontwikkelen. Het doel van deze studie kan als volgt samengevat worden. We wensen een innovatief beleidsondersteunend instrument te ontwikkelen, complementair aan de bestaande analyses. Hierbij zal gezorgd worden voor een interactie en afstemming van de bestaande tools. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Eddy Van de Voorde
Welke Islam voor welk Europa? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Koning Boudewijnstichting. UA levert aan de Koning Boudewijnstichting de onderzoeksresultaten naar de studie "Welke Islam voor welk Europa?" onder de voorwaarden zoals vastgelegd in het contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Welke gedrags- en neurale processen zijn bepalend voor het opbouwen vanfoneemrepresentaties in kinderen met dyslexie? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Maaike Vandermosten
Welke beleidsinstrumenten kunnen Europese (groot)steden ontwikkelen om het micro-economische grootstedelijk beleid aan te sturen. Kunnen staat hierbij op hun mogelijkheden om de nodige beleidsruimte voor de implementatie van deze instrumenten te mobili... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wil nagaan welke beleidsruimte (en beleidsmiddelen) europese steden ontwikkelen om het economisch beleid in en rond hun stad aan te sturen. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar hoe deze steden dergelijke instrumenten weten te implementeren. Hoewel de mate
waarin steden over formele bestuurlijke capaciteiten kunnen beschikken erg relevant is, gaat de vraag vooral over hoe deze besturen fysiek, sociaal en cultureel kapitaal mobilisefen om een stedelijk economisch beleid vorm te geven. Een literatuurstudie over geografische economie mbt. stedelijke agglomeratie enerzijds en over het theoretisch kader van de beleidsanalyse (inzonderheid mbt beleidsinstrumenten), gaat het velonderzoek vooraf. De steden Gent en Liège treden vervolgens als test-case op om een analytisch kader voor verder vergelijkend onderzoek in Europese steden mogelijk te maken. Het proces van beleidsinstrumentenkeuze en de implementatie van deze instrumenten staat hierbij centraal. In tegenstelling tot ander onderzoek op dit terrein presenteert dit onderzoeksproject zich niet als een economisch onderzoek, het gaat niet in de eerste plaats op zoek naar economische groeifactoren. Het onderzoek verschilt ook met ander politologisch onderzoek over het Europees economisch beleid dat eerder topdown gericht is en zich afvraagt in welke mate de lidstaten, regio's of steden in staat zijn Europese beleidsinstrumenten te hanteren voor de realisatie van de Europese doelstellingen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Welfare and justice. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economie en Overheid Leuven
Onderzoekers: • Erik Schokkaert • Tom Trimpeneers
Weerbaar, weerspannig of crimineel? Meisjes en jonge vrouwen tussen emancipatie en delinquentie in het interbellum. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit interdisciplinair onderzoek stelt een kwalitatieve aanpak van de problematiek van meisjescriminaliteit tijdens het Interbellum voor en heeft tot doel clichés ivm. de aard, omvang en vermeende stabiliteit van vrouwelijke delinquentie te toetsen. Drie werkhypothesen worden in functie hiervan centraal gesteld. Allereerst wordt niet alleen gekeken naar het officiële, institutionele kader, het optreden van politie en justitie, maar ook naar alternatieve correctiecircuits en de rol van ouders en aanverwanten. Daarnaast moeten de nodige nuances worden aangebracht ivm. de aard van de gepleegde misdrijven (aandacht voor bvb. verbaal geweld en het "backstage" opereren van vrouwen, differentiatie van vermogenscriminaliteit), en de sociale dimensies en de specifieke sectoren waarin jonge vrouwen kunnen terechtkomen in kaart worden gebracht. Tenslotte wordt naar verklaringen gezocht voor fluctuaties in de tijd, rekening houdend met de veranderende percepties en verwachtingspatronen enerzijds en de sociaal-economische en culturele evoluties tijdens het Interbellum anderzijds. Ook op het methodologische vlak wordt een nieuwe invalshoek gehanteerd omdat systematischgekeken wordt naar alterbatieve correctiemechanismen van formele en informele aard en omdat alle fasen van de werking van politie en justitie in kaart worden gebracht. Door middel van een steekproef zullen een aantal geïndividualiseerde dossiers, die worden samengesteld op basis van politionele en juridische stukken (vonissen, getuigenverslagen) m.b.t. Antwerpen, gevangenisarchieven, weerhouden en verwerky worden zodat een multidisciplinaire aanpak verzekerd wordt. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • CATHARINA LIS
Weerbaar tegen pesten op het werk! Ontwikkeling van de Res-E, een e-learning tool voor de individuele werknemer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Elfi Baillien • Whitney Van den Brande
WeDo: Welzijn en Waardigheid van Ouderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit Europees project is een partnerschap van organisaties te vormen die zich toeleggen op het promoten van het welzijn en de waardigheid bij zwakkere en gehandicapte bejaarden en het voorkomen van misbruik van ouderen. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken: ruimte voor een pijleroverschrijdende benadering? Universiteit Antwerpen Abstract: In het proefschrift zal het onderzoek naar aard, inhoud en draagwijdte van de wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken centraal staan.Bij dit onderzoek zal bijzondere aandacht worden besteed aan de verhouding tussen het wederzijdse erkenningsbegrip zoals zich dit in het kader van de interne markt heeft ontwikkeld, en de betekenis van dit concept voor het Europees strafrecht. Op meerdere vlakken staan de schotten tussen de drie Unie-pijlers vandaag onder druk. De Europese Grondwet voorziet zelfs in de afschaffing van de pijlerstructuur. In dat licht beschouwd, en gelet op het belang van de wederzijdse erkenning in de verschillende Europese beleidsdomeinen, lijkt het vandaag meer dan ooit interessant om dat principe van wederzijdse erkenning aan een pijleroverschrijdend onderzoek te onderwerpen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Christine Janssens
Wederzijdse erkenning in Europese justitiële strafrechterlijke samenwerking: ruimte voor een pijleroverschrijdende benadering? Universiteit Antwerpen Abstract: In het project zal het onderzoek naar aard, inhoud en draagwijdte van de wederzijdse erkenning in het kader van de Europese justitiële samenwerking in strafzaken centraal staan.Bij dit onderzoek zal bijzondere aandacht worden besteed aan de verhouding tussen het wederzijdse erkenningsbegrip zoals zich dit in het kader van de interne markt heeft ontwikkeld, en de betekenis van dit concept voor het Europees strafrecht. Op meerdere vlakken staan de schotten tussen de drie Unie-pijlers vandaag onder druk. De Europese Grondwet voorziet zelfs in de afschaffing van de pijlerstructuur. In dat licht beschouwd, en gelet op het belang van de wederzijdse erkenning in de verschillende Europese beleidsdomeinen, lijkt het vandaag meer dan ooit interessant om dat principe van wederzijdse erkenning aan een pijleroverschrijdend onderzoek te onderwerpen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Christine Janssens
Wederkerigheid en strategische samenwerking in sociale dilemma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Verschillende wetenschappers hebben aangetoond dat economische agenten dikwijls samenwerken in sociale dilemma's. Het typisch gedragspatroon in herhaalde experimenten is dat er meer samenwerking is dan door de standaardtheorie wordt voorspeld en dat, naarmate het einde in zicht is, de samenwerking vermindert. We gebruiken laboratoriumexperimenten om het gewicht te bepalen van de twee belangrijkste krachten ¿ wederkerigheid en reputatie ('strategische' samenwerking) ¿ die dit patroon veroorzaken. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Sigrid Suetens
Webenquêtes: voltooien van een php/mysql programma. Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit project is om een intern ontwikkeld enquêteprogramma, dat door ontwikkelaars onmiddellijk via het web toegankelijk is, verder af te werken en gebruiksvriendelijker te maken. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Marcel Weverbergh
We are chemistry, ontwikkelen van pedagogisch materiaal en lespakketten voor leerkrachten chemie in de tweede graad van het secundair onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek wijst uit dat leerlingen zich in hun latere studiekeuze niet zelden laten inspireren door herinneringen aan interessante lessen of boeiende leerkrachten. Het enthousiasme en de passie waarmee een leerkracht zijn of haar vak brengt, heeft met andere woorden een directe impact op de richting die jongeren in hun latere leven inslaan. Wil men op duurzame wijze de instroom in wetenschappelijke richtingen stimuleren, is het dan ook van kapitaal belang leerkrachten in het secundair voldoende toe te rusten opdat zij hun vak optimaal kunnen brengen. In de tweede graad is dit niet evident om verschillende redenen ; leerkrachten wetenschappen hebben er slechts zelden een wetenschappelijke achtergrond, er zijn nauwelijks lespakketten, de leerstof leent zich niet makkelijk tot proeven, bedrijfsbezoeken en dergelijke meer. Via dit project willen we de achtergrond / noden van leerkrachten wetenschappen in de tweede graad in kaart brengen. Organisaties: • Ethologie • Didactica
Onderzoekers: • Koen Janssens • Annie Pinxten
Weak and strong sustainability: theoretical reflections, methodologicaldiscussions and applications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bio-economie
Onderzoekers: • Erik Mathijs • Frederic Ang
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Ter illustratie: in 2005 kreeg in kansarme gezinnen in Vlaanderen 1 kind op 5 minstens 1 van de aanbevolen dosissen van het gecombineerd zuigelingenvaccin1 niet binnen de aanbevolen leeftijdsrange toegediend. In nietkansarme gezinnen ging het om 1 kind op 10 (Testelmans et al., 2006). Gelijkaardige ongelijkheden worden ook stelselmatig voor ander gezondheidsgedrag vastgesteld (Bury, 2005), maar de onderliggende mechanismen zijn onduidelijk. We combineren empirische (administratieve en enquête-) gegevens met gerandomiseerde experimenten om het relatief belang van de door ons naar voren geschoven mechanismen te meten en te kwantificeren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Cornelius Van den Bosch • Eva Lefevere
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Ter illustratie: in 2005 kreeg in kansarme gezinnen in Vlaanderen 1 kind op 5 minstens 1 van de aanbevolen dosissen van het gecombineerd zuigelingenvaccin1 niet binnen de aanbevolen leeftijdsrange toegediend. In nietkansarme gezinnen ging het om 1 kind op 10 (Testelmans et al., 2006). Gelijkaardige ongelijkheden worden ook stelselmatig voor ander gezondheidsgedrag vastgesteld (Bury, 2005), maar de onderliggende mechanismen zijn onduidelijk. We combineren empirische (administratieve en enquête-) gegevens met gerandomiseerde experimenten om het relatief belang van de door ons naar voren geschoven mechanismen te meten en te kwantificeren. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch • Eva Lefevere
Wat ons verbindt: Onderzoek naar de kracht van sociale informatie-uitwisseling en gedeelde maaltijden op gevoelens van samenhorigheid, coöperatie en vertrouwen in vluchtige interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Vele hedendaagse samenlevingen worden gekenmerkt door vluchtige interacties. We communiceren met velen, maar vaak ontbreekt een samenhorigheidsgevoel, wat leidt tot verminderd vertrouwen en - samenwerking. Vorige studies en theorieën suggereren dat praatjes over beroemdheden en gedeelde maaltijden de kracht hebben om mensen met elkaar te verbinden, zelfs in de context van vluchtige contacten. Dit zal getest worden via sociale experimenten. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Charlotte De Backer
Wat met gebarentaal? Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalverwerving bij jonge dove kinderen met een cochleair implantaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De snel evoluerende technologische ontwikkelingen op het vlak van cochleaire implantatie 5CI) en de toepassingen ervan bij steeds jongere dove kinderen (<12 maanden) hebben geleid tot een grotere toegankelijkheid van de gesproken taal voor dove kinderen en tot nieuwe discussies over de plaats van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen met horende ouders. Met dit project beogen we een wezenlijke bijdrage te leveren aan deze discussies. Via een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestuderen we gedurende de eerste 30 levensmaanden (6m, 9m, 12m, 20m en 30m) bij 20 jonge dove kinderen met een cochleair implantaat het effect van het gebruik van ondersteunende gebaren en/of de Vlaamse Gebarentaal (VGT) op a) de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie, b) de ontwikkeling van voortalige communicatievaardigheden, c) de morfo-syntactische verwerving van het Nederlands en d) de morfo-syntactische verwerving van VGT. Ook bestuderen we de visies en beleveningen van de moeders van dove kinderen. We gaan na in welke mate en hoe horende moeders die wel of geen gebruik maken van gebaren en VGT hierin verschillen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Wat komt aan de oppervlakte in het multilaterale handelsregime? Een vergelijkend onderzoek naar de politiekeconomische determinanten van geschilleninitiatie in de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject onderzoek ik of, en onder welke omstandigheden, de verrechtelijking van de Wereldhandelsorganisatie WTO tot meer handelsliberalisering leidt. Ik concentreer me hiervoor op twee nauw verwante vraagstellingen. (1) Nemen WTO lidstaten die door een andere WTO lidstaat zouden kunnen aangeklaagd worden in een WTO geschillenbeslechtingsprocedure een protectionistische of een liberaliserende onderhandelingspositie in tijdens multilaterale onderhandelingen? (2) Onder welke omstandigheden leidt effectieve (in plaats van dreigende) geschillenbeslechting tot de opheffing van WTO-onwettige handelsbarrières? De eerste vraag richt de aandacht op het effect van juridische kwetsbaarheid op de onderhandelingsstrategieën van WTO lidstaten. De tweede vraag onderzoekt hoe issue kenmerken en binnenlandse besluitvormingsregels implementatie beïnvloeden. Door kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden te combineren wil ik een licht werpen op hoe de twee belangrijkste wereldhandelspartners, de EU en de VS, reageren op juridische kwetsbaarheid enerzijds en effectieve geschillenbeslechting anderzijds. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Jan Beyers • Dirk De Bièvre • Arlo Poletti
Wat is het dat we kopen? Een holistisch-empirische analyse van de productie, circulatie en receptie van vertogen over ethische consumptie, met een focus op depolitisering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Pieter Maeseele • Laurens van der Steen
Wat is het bereik geweest van het leesbevorderend initiatief 'voor nu en nog heel lang'? Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Stichting Lezen Vlaanderen vzw' hebben voor het project ' Wat is het bereik geweest van het leesbevorderend initiatief 'voor nu en nog heel lang'? ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de
onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo Renate BAUWENS
Wat hebben gezinnen nodig om rond te komen? Minimumbudgetten en minimum inkomensbescherming. (MINIBUDGET) Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van minimumbudgetten voor een groot aantal Belgische modelgezinnen. Deze minimumbudgetten kunnen nuttig gebruikt worden voor (1) het meten van de omvang en de diepte van armoede en sociale uitsluiting, (2) als richtlijn bij de vaststelling van aanvullende steun, bij het bepalen van schuldafbetalingsplannen, bij de vastlegging van onderhoudsgelden, en dergerlijke, (3) het evalueren van de doeltreffendheid van de minimum inkomensbescherming, (4) het aanmoedigen van Belgische en Europese beleidsvoerders om maatregelen te nemen voor een sociaal inclusieve samenleving. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Waterrecht in de EU en de VS in het kader van ontwikkelingen in het internationaal waterrecht. Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het schrijven van een gemeenschappelijk artikel over de invloed van recente ontwikkelingen in het internationaal waterrecht op het waterrecht inde EU en in de VS. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Water in verstedelijkte landschappen. Integratie van steden- en waterbouwkundige benadering in regionale landschapsontwikkelingsprojecten. Universiteit Hasselt Abstract: Een onderzoek naar nieuwe ontwikkelingsconcepten en -methodes voor watersystemen in verstedelijkte landschappen. Centraal staat het ontwikkelen van instrumenten die de integratie van een stedenbouwkundige, landschappelijke en waterbouwkundige benadering mogelijk maken. Deze instrumenten worden in een aantal cases getest als onderdeel van een participatief proces. Organisaties: • ArcK • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Oswald DEVISCH
Wat beïnvloedt het produceren van implicaturen? Een experimenteel psychologische studie. KU Leuven Abstract: In mijn doctoraatsproject werd er onderzoek gedaan naar implicaturen. Implicaturen verwijzen naar interpretaties van de intenties van een spreker die niet letterlijk gezegd worden. Er zijn twee grote categorieën implicaturen: conversationele en conventionele implicaturen. Beide types werden onderzocht in mijn doctoraatsproject. Scalaire implicaturen zijn een subtype van conversationele implicaturen en zijn gebaseerd opeen schaal van informativiteit. De scalaire implicatuur uit sommige is de conversationele implicatuur die in dit doctoraatsproefschrift onderzocht werd. Sommige kan geplaatst worden op de schaal . Wanneer er een informatief zwakkere term van een schaal gebruikt wordt, kan de implicatuur afgeleid worden dat een sterkere term niet opgaat. Bijvoorbeeld: de zin sommige mensen eten graag ijs zal pragmatisch geïnterpreteerd worden als niet alle mensen eten graag ijs hoewel de logische betekenis van deze term sommige en misschien alle is.De conventionele implicatuur di Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Walter Schaeken • Leen Janssens
Warmtenet Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Analyse en inventarisatie van het vlaams potentieel voor warmtenetwerken in een benchmark met concrete buitenlandse pilootprojecten. Onderscheid tussen lokale en bovenlokale netten in de ruimtelijke context van gemeente- of bedrijvenclusters. Eventuele gebruik en evaluatie van een thermisch energie-model. Studie van de interactie tussen elektrische en thermisch net en JERTS analyse van de impact. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Wanneer rechtszaken tot handelsliberalisering leiden: judicialisering in de Wereldhandelsorganisatie WTO en handelsliberalisering door de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is een verklaring te bieden voor de verschillen in de mate waarin WTO lidstaten reageren op juridische aanvechting door handelspartners in het WTO geschillenbeslechtingsmechanisme. We ontwikkelen een theoretisch kader om te verklaren waarom en hoe staten zich in bepaalde gevallen aanpassen aan deze eisen van buitenaf en in andere dan weer vasthouden aan hun bestaande beleidsoptie. Op empirisch vlak maakt dit onderzoeksproject gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodes om casi te analyseren waarin de geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO tegen de EU werd ingeroepen sinds de creatie van de WTO in 1995. Organisaties: • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM)
Onderzoekers: • Dirk De Bièvre
Wanneer leidt een exogene schok tot institutionele verandering: minimuminkomenbescherming in tijden van crisis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek gaat de impact van de crisis na op bijstandsgerechtigden in de Europese lidstaten. Hiervoor wordt gekeken naar i) de institutionele veranderingen die relevant zijn voor deze groep (i.e. hoe het wetgevend kader beïnvloed werd door crisismaatregels en hervormingen) en ii) de impact van deze veranderingen op de levensstandaard van bijstandsgerechtigden. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Sarah Marchal
Wanneer leidt een exogene schok tot institutionele verandering: minimuminkomenbescherming in tijden van crisis. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek gaat de impact van de crisis na op bijstandsgerechtigden in de Europese lidstaten. Hiervoor wordt gekeken naar i) de institutionele veranderingen die relevant zijn voor deze groep (i.e. hoe het wetgevend kader beïnvloed werd door crisismaatregels en hervormingen) en ii) de impact van deze veranderingen op de levensstandaard van bijstandsgerechtigden. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx • Sarah Marchal
Wanneer informatie een bedreiging wordt: kan communicatie aangepast aande "coping" strategieën van individuen het zoekgedrag beïnvloeden? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte • Sabrina Bruyneel • Laure Weckx
Wanneer en hoe heeft het afleiden van de aandacht van pijn een effect op de pijnervaring: een meta-analyse en experimentele benadering Universiteit Gent Abstract: De aandacht wegrichten van pijn is intuïtief aannemelijk maar er zijn twijfels over de effectiviteit ervan. In dit project wordt via een metaanalyse van de vakliteratuur en via experimentele studies onderzocht wanneer aandachtsafleiding van pijn faalt en werkt. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Wanneer een origineel niet origineel is - een analyse van de originaliteitsvereiste in verschillende Belgische rechtstakken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Wanneer beïnvloeden attitudes gedrag? studies over de relatie tussen attitudes en gedrag Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Nico Heuvinck • Iris Vermeir • Ineke Uyttersprot
Wandering off in the urban: to move towards being moved. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur Sint-Lucas
Onderzoekers: • Johan Verbeke • Annelies De Smet
Walking the tightrope of talent management: differential employee reactions and justice perceptions. KU Leuven Abstract: / Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Nicky Dries • Jolyn Gelens
Waking up an Exhausted Brain: The Effects of Cognitive Fatigue on Fear Memory Generalization and Its Modulation by Glucose and Vagus Nerve Stimulation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Ilse Van Diest • Dirk Hermans • Holly Miller
Wachttijdenminimalisatie bij humanitaire routeplanningsproblemen. KU Leuven Abstract: In dit project bestuderen we humanitaire routeplanningsproblemen. Dit zijn problemen die zich voordoen bij grote rampen zoals een terroristische aanslag, aardbeving, orkaan, overstroming, e.d.. Na een dergelijke ramp is er meestal een dringende nood aan medicijnen, voedsel, dekens en andere goederen. Belangrijk hierbij is dat de mensen in noos aan het wachten zijn, en dat de rijd die verstrijkt vooraleer hulp arriveert nefast kan zijn voor hun overlevingskansen. Andere belangrijke eigenschappen in dergelijke situaties zijn de onvoorspelbaarheid en variabiliteit van de vraag, beperkte en vaak beschadigde infrastructuur en tekort aan middelen. Al deze elementen zorgen ervoor dat dit een moeilijk op te lossen probleem is. Oplossingsmethodes momenteel beschreven in de literatuur behandelen enkel eerder kleine probleeminstanties en een aantal recente artikelen benadrukt het belang van verder onderzoek in dit domein. We zullen dit probleem benaderen vanuit het standpunt van het minimaliseren Organisaties: • OG ORSTAT Leuven
Onderzoekers: • Frederik Spieksma • Sofie Coene
Waarom vechten? Een studie over het verband tussen minerale grondstoffen, conflict en tewerkstellingsmogelijkheden in Zuid-Kivu, DRC. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Marijke Verpoorten
Waarom vechten? Een studie over het verband tussen minerale grondstoffen, conflict en tewerkstellingsmogelijkheden in de mijnsector van Zuid-Kivu, DRC. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project bestudeert het verband tussen minerale grondstoffen, conflict en tewerkstellingsmogelijkheden. Leidt de aanwezigheid van minerale grondstoffen tot conflictsituaties? Waarom vechten jonge mannen? Hoe kan jobcreatie bijdragen aan sociale stabiliteit? We bestuderen deze vragen in de context van Oost-Congo, een van s 'werelds armste en meest door conflict geteisterde regio's, die tegelijkertijd rijk is aan minerale grondstoffen. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Marijke Verpoorten • Nik Stoop
Waarom rapporteren ondernemingen niet over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)? Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is na te gaan waarom ondernemingen wel of niet vrijwillig rapporteren over hun inspanningen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Als determinanten focust dit onderzoek zich op de normen en attitudes van de beslissingnemer. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Patricia Everaert
Waarom pijn onderschat wordt door anderen: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt na te gaan hoe en waarom pijn door anderen onderschat wordt. Er wordt ervan uitgegaan dat de aanwezigheid van secundaire voordelen van het pijngedrag alsook de aanwezigheid van informatie die niet strookt met een strikte biomedische visie omtrent pijn, zal leiden tot een onderschatten van de pijn door observatoren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Waarom halen vrouwelijke politici het nieuws niet? En waarom worden ze anders beschreven als ze dat wel doen? Een comparatief onderzoek in acht landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in verscheidene landen toont aan dat vrouwelijke politici minder media-aandacht krijgen en bovendien ook anders verschijnen in het nieuws. Het doel van dit project bestaat uit het achterhalen waarom dit zo is. Om deze vraag te beantwoorden, ondernemen we een comparatieve en longitudinale inhoudsanalyse van politieke actoren in kranten (2000-2010) in acht landen. Om na te gaan of de afwezigheid van vrouwelijke politici in de media een probleem is vanuit de massamedia dan wel voortvloeit uit de politieke realiteit, houden we rekening met 'real world'-verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke politici op vier niveaus: (1) individuele journalist, (2) media routines en nieuwswaarden, (3) mediaorganisatie en (4) politiek systeem. Organisaties:
• Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Debby Vos
Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie online? Een longitudinale studie bij adolescenten naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van sociale netwerksites (SNS) is gedurende het laatste decennium sterk gestegen. Gezien deze sites zich ontwikkelen op basis van persoonlijke informatie, stellen onderzoekers zich kritische vragen bij de mogelijke implicaties voor adolescenten wanneer ze persoonlijke informatie meedelen. Nochtans zijn er nog drie belangrijke beperkingen terug te vinden in het huidige onderzoek rond het vrijgeven van persoonlijke informatie op SNS. Deze beperkingen vormen dan ook de inspiratie voor de drie doelstellingen van dit project. Ten eerste spitsen de meeste studies zich toe op enerzijds de informatie die wordt meegedeeld op de online profielen en anderzijds de privacyinstellingen die gebruikt worden. Het vrijgeven van persoonlijke informatie terwijl men de SNS gebruikt is minder onderzocht. Door zowel de voorspellers als de gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten tijdens het gebruiken van SNS te analyseren, wil dit project een bijdrage leveren aan de literatuur. Daarenboven focust dit project ook op het beschermend gedrag van jongeren tijdens het gebruik van SNS. Ten tweede, de meeste studies zijn datagedreven, terwijl dit project wil vertrekken vanuit een theoretische basis. Het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebreid model gebaseerd op de Theorie van het Gepland Gedrag. Daarnaast zal de Protectie Motivatie Theorie gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert. Ten slotte maken de meeste studies gebruik van een cross-sectioneel onderzoeksdesign. Daarom is het implementeren van een longitudiaal onderzoekdesign de derde doelstelling van dit project. Het gebruik van dit design maakt het mogelijk om de evolutie in de gedragingen van adolescenten, na het ervaren van concrete gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie, in kaart te brengen. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Joris Van Ouytsel
Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie? Een studie naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites d.m.v. de Theorie van het Gepland Gedrag en de Protectie Motivatie Theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit longitudinaal onderzoek analyseert zowel de voorspellers als de gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten tijdens het gebruiken van SNS. Dit vrijgeven van informatie zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebreid model gebaseerd op de Theorie van het Gepland Gedrag en het Prototype Willingness Model. Daarenboven focust dit onderzoek ook op het beschermend gedrag van jongeren tijdens het gebruik van SNS. Hiervoor zal de Protectie Motivatie Theorie gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Ellen Van Gool
Waarom blijven eenzame mensen eenzaam? Een onderzoek naar in stand houdende factoren van chronische eenzaamheid bij adolescenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Luc Goossens • Koen Luyckx • Janne Vanhalst
Waarneming van een object veroorzaakt anticipatorische activatie van de ermee geoorloofde bewegingen in de motorische hersengebieden: een fMRI onderzoek Universiteit Gent Abstract: Waarneming van een object veroorzaakt anticipatorische activatie van de ermee geoorloofde bewegingen in de motorische hersengebieden. Met functionele magnetische resonantie beeldvorming worden middels cognitieve paradigma's de grenzen en voorwaarden van deze hypothese onderzocht Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets • Eric Achten
Waarneming en agentiviteit. Hermholtz' psychofysiologische optica als een voorloper van de hedendaagse agentieve/sensorimotorische benadering van de menselijke perceptie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt de studie van de historische continuïteit tussen Hermann von Helmholtz' psychofysiologische optica en de hedendaagse sensorimotorische/enactieve benadering van de waarneming. Doorheen de analyse van (i) Helmholtz' conceptualisering van het waarnemingsprobleem en (ii) de filosofische grondslagen van zijn waarnemingstheorie in het historische luik, wordt een kritisch perspectief geboden op de sensorimotorische/enactieve benadering in het vergelijkend/systematisch luik. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Waar is mijn pijn? Een neuro-cognitief onderzoek naar de spatiale perceptie van pijn. Universiteit Gent Abstract: Dit project zal onderzoeken hoe het menselijk brein een peripersoonlijk schema van het lichaam construeert om te kunnen omgaan met potentiële fysieke bedreigingen. Door middel van gedrags ? en neurofysiologische studies in gezonde vrijwilligers en in patiënten met fibromyalgie zal getest worden of beperkingen in de cognitieve representaties van het lichaam een centrale rol spelen in de chronische pijn pathofysiologie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Valéry Legrain
Waardevorming in het secundair onderwijs : Welke invloed hebben scholen op de waarden van jongeren ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Waarde voor de klant: meting, creatie en communicatie Universiteit Hasselt Abstract: Met customer value bedoelen we de afweging (trade-off) die de klant maakt tussen de voordelen (benefits) en de kosten (sacrifices) die een product of dienst met zich meebrengt. Het belang van verder wetenschappelijk onderzoek naar dit concept bestaat erin dat customer value wordt gezien als de sleutel tot het verkrijgen en behouden van een concurrentievoordeel. Hoewel het onderzoeksgebied van customer value erg breed is, focussen we in ons onderzoek op de volgende drie met elkaar verbonden onderzoeksdoelen: Het ontwikkelen van een betere meetmethode voor customer value (measuring customer value) Het verkrijgen van inzicht in de rol van de werknemer-klant interactie in customer value creatie (creating customer value) Het optimaal communiceren van customer value (communicating customer value) Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Alexandra STREUKENS
Waardenopvoeding: meting van de effecten van de aanpak van de waardenvorming op de maanden van de leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meting van de effecten van de aanpak van de waardenvorming op de maanden van de leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Waarden en normen in de sport : de Olympische gedachte in de Vlaamse samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Achter de Olympische spelen zit een gedachtengoed (van de Coubertin) met als waarden: solidariteit, vrede, antidiscriminatie en gelijke kansen voor idereen. Het IOC draagt dit gedachtengoed uit. De Coubertin zag in de internationale sport immers een vorm van verbroedering, die in zijn opvattingen opvoedkundige betekenis diende te hebben voor de jeugd van de toekomst. Het IOC pretendeert deze waarden van de Olympische beweging via het medium sport over te dragen naar de totale maatschappij. In dit onderzoek zal getracht worden na te gaan hoe het grote publiek tegen de Olympische gedacjhte aankijkt en de eventuele discrepantie trachten te verklaren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Waardebepaling en risicomanagement bij wisselwerking tussen verzekeringen en financiën Universiteit Gent Abstract: via de financiële of de actuariële aanpak zal geprobeerd worden het risico verbonden met unit-linked contracten te bepalen. De bestaande technieken worden uitgebreid zodat onder meer jaarlijkse premiebetalingen en een surrenderoptie ingebouwd kunnen worden. Bovendien zal gebruik gemaakt worden van risicomaten over meerdere perioden en zal geprobeerd worden statische super-hedgingstrategieën op te stellen voor de opties gelinkt met de contracten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Michèle Vanmaele
VULNERABILITY OF THE EUROPEAN FOOD SYSTEMS POLICIES TOWARDS ACHIEVINGRESILIENCE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bio-economie
Onderzoekers: • Erik Mathijs • Natalia Brzezina
VUB onderzoekscontingent Sabbatical Leave call 2005/2006. Toekenning aan Prof. dr. Bruno Coppieters. Secession and the Use of Force: A Camparative Analysis.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB onderzoekscontingent Sabbatical Leave call 2005/2006. Toekenning aan Prof. dr. Bruno Coppieters. Secession and the Use of Force: A Camparative Analysis. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2013 (Call 2012). Toekenning aan Prof. dr. Nico Carpentier: Community media, conflict resolution and Cyprus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Media samenleving, conflict resolutie en Cyprus Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2013 (Call 2012). Toekenning aan Prof. dr. Jenneke Christiaens: It's for your own good! Voices from inside and beyond the juvenile justice system. Researching the impact of juvenile justice interventions in t... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de impact van justitiële jeugdinterventies in het leven van voormalige jeugd Justitie gevallen. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2012 (Call 2011). Toekenning aan Prof. dr. Paul De Hert: Constitutional European Criminal in Search of a Foundation Respectful of Human Rights. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evenwicht tussen veiligheid en vrijheid in het kader van Europese mensenrechten Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
VUB onderzoekscontingent 2003 toekenning Sabbatical Leave aan M. ELCHARDUS academiejaar 2003-2004 Oorzaken en gevolgen van de opkomst van populistisch rechts in Vlaanderen/Houdingen tov biotechnologische mogelijkheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
VUB-Leerstoel 2013-2014 : titularis Prof. Chantal MOUFFE (University of Westminster) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chantal Mouffe (Charleroi, 1943) is een Belgische politicologe gespecialiseerd in de politieke theorie. Zij is professor aan de Universiteit van Westminster en schreef samen met Ernesto Laclau het boek Hegemony and Socialist Strategy. Hun denken wordt omschreven als post-Marxistisch aangezien zij beide politiek actief waren in de sociale- en studentenbeweging in de jaren '60 (in het bijzonder second-wave feminism in het geval van Mouffe). Zij verwierpen het economisch determinisme binnen het Marxisme en de notie van de klassenstrijd als het enige cruciale antagonisme die onze samenleving doorkruist. In plaats daarvan pleiten Laclau en Mouffe voor een radicale democratie in de vorm van een agonistisch pluralisme waarbinnen conflicten niet ontkend worden, maar elk antagonismen op een positieve manier geuit kan worden. In hun opinie dreigt het liberalisme te vergeten dat "...there is no possibility of society without antagonism". Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE • Jo Renate BAUWENS
Vrouwen voor vrouwen Universiteit Hasselt Abstract: Het project wil tegemoetkomen aan de behoeften aan ondersteuning, begeleiding, informatie, netwerking en vorming van vrouwelijke ondernemers. Het project wil op die manier hun professionalisering bevorderen en bijdragen aan een duurzame verbetering van hun positie en aan het verhogen van de groei en het succes van hun onderneming. Het project richt zich niet op prestarters en starters, maar wel op vrouwelijke ondernemers die reeds actief zijn en in een cruciale fase van hun ondernemerschap gekomen zijn. Deze cruciale fase wordt geïntitieerd doordat ze ofwel op het punt staan om strategische beslissingen te nemen die gericht zijn op groei, ofwel doordat ze op het punt staan om hun zelfstandige activiteit af te bouwen. Het is gericht op de bevordering van groei of het vermijden van inkrimping en stopzetting. Organisaties: • Diversiteit
Onderzoekers: • Elke VALGAEREN • Patrizia ZANONI
Vrouwen v. middelbare leeftijd: v. onzichtbaar nr onmisbaar. Onderzoek m.b.t. particip. op niveau v/d middenveld- & emancipatiebew.'n, gericht o/h formuleren v. beleidsrelevante & sociaal-agogische implement.'s Beleidsdom: Gelijkekansenbel.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van alle vrouwen in Vlaanderen behoort vrijwel één op vijf tot de leeftijdsgroep van 50-65 jarigen. Onder meer vanwege hun lege opleiding en de traditionele rolverdeling waarmee ze volwassen geworden zijn, is deze groep op diverse domeinen van het maatschappelijk leven ondervertegenwoordigd. Door een samenspel van demografische en gezinssociologische invloeden is deze generatie vrouwen echter op velerlei vlak een echte scharniergeneratie. in dit onderzoek willen we deze vrouwen hun participatie op het niveau van de middenveldbewegingen ( in casu vrouwenverenigingen en bejaardenbonden) en de emancipatiebewegingen (in casu de gemeentelijke seniorenadviesraden) analyseren: hierbij worden zowel kwantitatieve, motivationele als intentionele parameters van hun participatie in beschouwing genomen. Deze keuze is ingegeven omwille van het feit dat er juist vanuit deze middenveld- en emancipatiebewegingen belangrijke accenten gelegd worden naar het welzijns, gezondheids en specifiek seniorenbeleid. Vermits deze groep van vrouwen hiermee in bijzondere mate te maken heeft (als zorgverleenster en zorgvraagster) is het belangrijk dat ze erover kunnen waken dat hun belangen gehoord worden. op basis van de bevindingen zullen beleidsrelevante en sociaal-agogische implementaties geformuleerd worden. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Agogiek
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • CHRISTEL GEERTS
Vrouwen met een uitzonderlijke overlevingsstrategie? De levenslopen van prostituees in Brugge (1750-1790) Universiteit Gent Abstract: In dit project worden de levenslopen van prostituees die werkzaam waren in Brugge tussen 1750 en 1790 bestudeerd. Dit gebeurt aan de hand van gerechtelijke bronnen, parochieregisters, staten van goed, etc. Hierdoor wordt empirisch bewijs toegevoegd aan de hypotheses van verschillende historici en wordt bijgedragen aan de discussies omtrent de agency van prostituees en hun plaats binnen de samenleving. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Isabelle Devos
Vrouwen en mannen in nieuw samengestelde gezinnen en hun vraag naar professionele zorg: een sociaalrelationele benadering Universiteit Gent Abstract: Deze studie bestudeert de link tussen familiestructuur, gender en professioneel zorggebruik. We baseren ons op de gender specifieke gezondheidsgerelateerde sociale-controle theorieën. Deze geven aan dat intieme personen elkaars gezondheidsgedrag proberen te beïnvloeden. In relaties, mannen en vrouwen kunnen een bron van sociale controle voor elkaar. Dit project gebruikt een mult-actor survey Scheiding in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Piet Bracke
Vrouwenbesnijdenis als kenmerk van religieuze identiteit onder Koptische vrouwen en moslimvrouwen in Egypte. Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel wil het begrip verhogen rond vrouwelijke religieuze "agency" in het kader van vrouwenbesnijdenis door middel van religieuze discours analyse en ethnografisch onderzoek onder Koptische en Moslimvrouwen in Egypte. Het voorstel richt zich op de onderhandelingen van vrouwen met zowel interne sociale religieuze druk als verwesterde krachten. Het project wil bijdragen tot theorievorming rond het samenspel van gender, religie en "agency". Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Chia Longman
Vrouwenarbeid en gelegenheidsprostitutie in Centraal- en Oost-Afrikaanse steden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt, binnen de oost-afrikaanse socio-culturele context na te gaan: A) in welke morele en materiële omstandigheden bepaalde vrouwelijke stedelijke migranten zich begeven in vormen van sex work en prostitutie; B) welke morele en materiële voorwaarden voldaan moeten zijn opdat (stedelijke) sex workers uit de 'business ' zouden stappen en in hoeverre de vrees voor aidsbesmetting een dergelijke beslissing stimuleert; C) in hoeverre de verhandeling van in het oorsprongsdorp gecultiveerde producten op de stadsmarkten sex-workers reële mogelijkheden biedt om een nieuw bestaan uit te bouwen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
Vrouwen aan de Top: realisatie van een update van het cijferrapport Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze opdracht heeft als doel het opstellen van een update van alle cijfers uit de brochure 'Vrouwen aan de top', gepubliceerd in 2008 door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, voorzien van een beknopte, genderbewuste toelichting in een publiceerbaar formaat. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • SUZANA KOELET
Vroegtijdig schoolverlaten uit het middelbaar beroepsonderwijs. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • ALO FEB Leuven • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Kristof De Witte
Vroegtijdige zorgplanning voor personen met dementie. Actieonderzoek bij 6 Vlaamse pilootprojecten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove
Vroegtijdige differentiaaldiagnosiek tussen Alzheimerdementie, depressie en Mild Cognitive Impaiment bij ouderen: de mogelijkheden en beperkingen van het neuropsychologisch onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is vaak moeilijk om een correcte differentiaaldiagnose te stellen tussen een dementie van het Alzheimertype (DAT) en een depressie; dit omwille van de overlappende cognitieve en affectieve symptomen. Bestaande psychodiagnostische instrumenten voor de detectie van een DAT en een depressie blijken ontoereikend te zijn voor een vroegtijdige differentiaaldiagnose. Nochtans is een vroegtijdige accurate diagnose in het licht van het geven van een adequate behandeling zeer belangrijk. De huidige acethylcholinesterase-inhibitoren, die aangewend worden voor de symptoomstabilisering bij een DAT, zijn immers het meest effectief gebleken inhet beginstadium van de ziekte. Mild Cognitive Impairment (MCI) wordt aangegeven als zijnde een transitiefase tussen een goedaardige ouderdomsvergeetachtigheid en een DAT (m.a.w. een preklinische DAT), waardoor ook het belang blijkt vaan een vroegtijdige differentiaaldiagnose tussen een MCI (die kan evolueren naar een DAT) en een depressie. In ons onderzoek willen we ten eerste nagaan of het met een zelf samengestelde testbatterij (bestaande uit neuropsychologische test en gebaseerd op theoretische modellen m.b.t. geheugen en intellectuele deterioratie) mogelijk is om een onderscheid te maken tussen een DAT en een MCI (als preklinische DAT) aan de ene kant en depressie aan de andere kant. Bijkomend willen we met onze studie nagaan of het met de voorgestelde testbatterij mogelijk is om een eventuele cognitieve achteruitgang (en conversie naar een DAT) te voorspellen (prospectief longitudinaal onderzoek). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Vroeger nadenken ... over later. De houding en verwachtingen van mensen van buitenlandse afkomst, personen met een handicap en mensen in armoede tegenover het plannen van hun oude dag. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen op de mate waarin en de wijze waarop zowel de ouderen zelf als zijn omgeving nadenken over die oude dag en hier zich al dan niet op voorbereiden. Dit onderzoek richt specifiek op drie kwetsbare populaties onder ouderen: mensen van buitenlandse afkomst, personen met een handicap en mensen in armoede. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Vrijwilligerswerk in een veranderende (sport)wereld. -Empirische studie inzake de ontwikkeling van professionele deskundigheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In vroegere IOS (Interuniversitaire Onderzoek Sportbeleid) -projecten werd onderzoek uitgevoerd met de steun van de Gemeenschapsminister van Cultuur en van het BLOSO, gericht op de volgende beleidsverbonden themata: a) "structurele analyse van de Vlaamse sportverenigingen en hun federaties met speciale aandacht voor het jeugdsportbeleid" b) "ontwikkeling van een zelfhulpinstrument voor het optimaliseren van het beleid en het management van sportfederaties met speciale aandacht voor de verzameling van literatuurgegevens over de bedreigingen en de uitdagingen voor de sportwereld in het jaar 2000". Voortbouwend op deze onderzoeksresultaten zal in het voorliggend project nu een grondige studie gemaakt worden van de situatie van het vrijwilligerskorps in de sportfederaties en de sportclubs in het licht van de bevindingen van hogervermelde researchprojecten. Bovendien ligt het in het bedoeling eveneens inzicht en overzicht te verkrijgen over het intussen groeiende professionaliseringsaspect in de sportwereld. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • LIVIN BOLLAERT • PAUL DE KNOP
Vrijwilligerswerk in een veranderde (sport)wereld - Empirische studie inzake de ontwikkeling van professsionele deskundigheid Vrije Universiteit Brussel Abstract: In vroegere IOS (Interuniversitaire Onderzoek Sportbeleid) -projecten werd onderzoek uitgevoerd met de steun van de Gemeenschapsminister van Cultuur en van het BLOSO, gericht op de volgende beleidsverbonden themata: a) "structurele analyse van de Vlaamse sportverenigingen en hun federaties met speciale aandacht voor het jeugdsportbeleid" b) "ontwikkeling van een zelfhulpinstrument voor het optimaliseren van het beleid en het management van sportfederaties met speciale aandacht voor de verzameling van literatuurgegevens over de bedreigingen en de uitdagingen voor de sportwereld in het jaar 2000". Voortbouwend op deze onderzoeksresultaten zal in het voorliggend project nu een grondige studie gemaakt worden van de situatie van het vrijwilligerskorps in de sportfederaties en de sportclubs in het licht van de bevindingen van hogervermelde researchprojecten. Bovendien ligt het in het bedoeling eveneens inzicht en overzicht te verkrijgen over het intussen groeiende professionaliseringsaspect in de sportwereld. Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • LIVIN BOLLAERT • PAUL DE KNOP
Vrijwilligerswerk in een veranderde (sport) wereld: empirische studie inzake de ontwikkeling van professionele deskundigheid.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anno 1996 kan gesteld worden dat de sport nog steeds een vrijwilligerswereld is. Onder invloed van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen staat deze wereld echter onder grote kwalitatieve en kwantitatieve druk. Dit onderzoek omvat in eerste instantie een literatuuronderzoek dat nagaat in hoeverre het voluntariaat in het algemeen beinvloed wordt door externe maatschappelijke factoren en tendenzen. Als uitgangshypothese werd immers gesteld dat de vrijwilligers in de sport met dezelfde problemen worstelen als in andere sectoren. Daarnaast omvat dit onderzoek een structuuranalyse van een aantal sportfederaties en clubs. Aan de hand van een vragenbatterij en documentanalyse wordt data verzameld over drie structurele kenmerken van deze organisaties: specialisatie, standaardisatie en centralisatie. Afhankelijk van de resultaten die elk van de onderzochte organisaties behalen voor elk element worden de organisaties ingedeeld in een van drie archetypes of een tussenvorm ervan. Het archetype "Kitchen Table" heeft een lage specialisatie- en standaardisatiegraad, doch een sterk gecentraliseerde beslissingsstructuur. De "Executive Office" daarentegen is weinig gecentraliseerd en sterk gespecialiseerd en gestandardiseerd. De "Boardroom" situeert zich wat deze kenmerken betreft tussen beide extremen in. Als derde facet van het onderzoek worden een aantal vrijwilligers in de sportfederaties en clubs bevraagd met de Pervin-interviewmethode. Organisaties: • Bewegingsagogiek, Sport- en Vrijetijdsbeleid
Onderzoekers: • LIVIN BOLLAERT
Vrij verkeer van rechterlijke beslissingen. Naar een globale judiciële ruimte ? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut vr Internationaal Privaatrecht
Onderzoekers: • Geert Van Calster • Elsemiek Apers
Vrijhandel volgens de WTO: de (on)mogelijkheid om economische en culturele objectieven te verzoenen in een economisch... (Naar een nieuwe globale audiovisuele orde? De impact van de wereldhandelsorganisatie op audiovisueel beleid.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vormgeving van audiovisueel beleid is een complexe materie die zich op het kruispunt van verschillende spanningsvelden bevindt. Ten eerste heeft de audiovisuele sector, en de producten die erin circuleren (vb. films of televisieprogramma's), een dubbele natuur. D.w.z. dat het omkaderende beleid zowel de economische als de culturele dimensie van de sector zou moeten behartigen. Ten tweede vervagen, binnen de context van een opkomende informatiemaatschappij, mogelijk de grenzen tussen een sectorspecifieke en multisectoriële beleidsbehandeling van de audiovisuele sector. Door technologische en economische convergentieprocessen kent die immers steeds meer raakpunten met overige media (vb. telecommunicatie, internet, ...). Ten derde wordt audiovisueel beleid op verschillende beleidsniveaus behandeld, gaande van het Vlaamse over Europese tot globale niveau. In dat verband betekent de inwerkingtreding van de Wereldhandelsorganisatie in 1995 een nieuwe fase voor de vormgeving van audiovisueel beleid. Doordat audiovisuele diensten deel uitmaken van het dienstenakkoord GATS, staat de liberalisering van de audiovisuele sector van deelnemende Leden op de agenda. Die beleidsinterventie wordt in de communicatiewetenschappen vaak als negatief geëvalueerd. De veronderstelling is dat de teneur in de WTO van die aard is dat een economische benadering van audiovisueel beleid diens culturele dimensie buiten spel zet; dat qua vorm of regels een multisectorieel opgevat beleid de sectorspecifieke elementen van audiovisueel beleid zal overstemmen; en dat de nationale en regionale beleidsmarges voor culturele diversiteit al te zeer ingeperkt worden omwille van het overhellen van de machtsbalans naar de WTO. Maar ook veel WTO Leden zelf lijken zich bedreigd te voelen door deze ontwikkeling. Getuige ondermeer de totstandkoming in UNESCO verband van de Conventie over Culturele Diversiteit die een tegengewicht moet vormen tegenover de WTO - en tegenover een verdere uitbreiding van de Amerikaanse dominantie in de audiovisuele sector op globaal vlak. De complexiteit van 'het audiovisuele dossier' in de WTO doet evenwel vermoeden dat dergelijke lineaire en eenzijdig negatieve evaluatie kort door de bocht is en nood heeft aan een meer genuanceerd onderzoek. In dit doctoraal proefschrift staan bijgevolg volgende vragen centraal: op welke manier intervenieert de WTO in de ontwikkeling van audiovisueel beleid; hoe geven bovenstaande spanningsvelden deze tussenkomst vorm; en wat is de teneur, is de vorm en zijn de marges van dit WTO beleid? Vanuit een eerder normatief oogpunt, richt dit doctoraat zich op de vraag of dit beleid zowel economisch duurzaam als culturele diversiteitsbevorderend opereert, desgevallend kan opereren. Om hierop een antwoord te kunnen geven wordt in eerste instantie (hoofdstuk 1) de complexiteit van het vraagstuk onderworpen aan een grondige historische reflexie. Hieruit blijkt dat zowel de ontwikkeling van het multilaterale handelssysteem, als de behandeling van de 'handel en cultuur' kwestie, de resultante zijn van een permanent dialectische en dynamische ontwikkeling. Verschillende actoren, met een verschillende achtergrond en ideeën, treden vanuit verschillende belangen en machtsposities in interactie over de kwestie. Het resultaat van deze ontwikkeling is ambivalent. Enerzijds wordt de sector grotendeels opgenomen binnen het WTO/GATS kader en lijkt de liberalisering van audiovisuele handel ingezet. Anderzijds is dit slechts het beginpunt van het liberaliseringsproces, dienen er nog verscheidene zaken verder onderhandeld, en lijkt de werkelijke impact van de WTO op de vormgeving van audiovisueel beleid door de Leden nog beperkt. In tweede instantie wordt in navolging van de inzichten uit de historische reflexie, op basis van een interdisciplinaire literatuurstudie, en geïnspireerd door het werk van Douglass North over instituties en institutionele verandering, een analysekader ontwikkeld (hoofdstuk 2) dat toelaat de huidige behandeling van audiovisueel beleid in de WTO in kaart te brengen, te analyseren en te evalueren. In dit analysekader worden op overzichtelijke wijze verschillende componenten die het audiovisuele dossier opbouwen met elkaar in verband gebracht. Ten eerste, de informele beperkingen, zoals ideeën, ideologie, normen, conventies, enz. die heersen m.b.t. de problematiek. Ten tweede, de formele beperkingen of regels die gelden ten aanzien van de audiovisuele sector. Ten derde de disciplinerings- en handhavingsmechanismen die optreden in geval van conflict tussen de handelspartners over het audiovisuele dossier. Deze drie groepen van 'instituties', ofwel het 'institutionele kader', vormen de spelregels via dewelke verscheidene actoren met elkaar in interactie treden om de WTO beleidsinterventie in de audiovisuele sector verder vorm te geven. In derde instantie passen we dit analysekader toe op de huidige behandeling van het audiovisuele dossier in de WTO (hoofdstuk 3). Hieruit blijkt een relatief grote continuïteit. De beleidsinterventie van de WTO is slechts incrementeel liberaliserend. De keerzijde is evenwel dat het institutionele kader voorlopig niet culturele diversiteitsbevorderend opereert. Dat blijkt ondermeer uit de analyse van de teneur in de WTO. De traditioneel antagonistische discours en posities van de grote handelsblokken (i.e. de VS en Europa) blijven grotendeels ongewijzigd. De veelal verwachte invloed van het denken over de informatiemaatschappij is erg beperkt. Ook qua vorm zijn er eerder beperkte wijzigingen opgetreden sinds 1995. De meeste landen nemen een afwachtende houding aan om de regels en hun verbintenissen te herzien. Ze houden zich vast aan de flexibiliteit die deze nu bieden om het eigen audiovisueel beleid verder te zetten. Deze flexibiliteit kan echter als 'negatief' omschreven worden. De marges die het huidige WTO kader biedt, laten enkel de bestendiging van de status quo toe. Indien het liberaliseringsproces op gang getrokken zou worden, staan daar onvoldoende expliciete mogelijkheden tegenover om rekening te houden met objectieven van culturele diversiteit. Het ontbreekt de
handelspartners aan politieke wil en moed om zulke explicitering op de WTO agenda te plaatsen en onvoorziene beleidsontwikkelingen ten koste van culturele diversiteit te vermijden. Desalniettemin de incrementele aard van de WTO interventie in audiovisueel beleid, zijn er middels de analyse van het institutionele kader in de WTO toch een aantal cesuren te ontwaren die verandering ten aanzien van het dossier kunnen inleiden. Ten eerste, de ontwikkeling van de Conventie over Culturele Diversiteit in UNESCO verband. Hoewel dit nieuwe instrument voorlopig weinig juridische slagkracht bezit, is het een belangrijk politiek signaal. Het draagt tevens bij tot onderzoek en informatie of debat en discussie over beleidsopties om culturele diversiteit in het internationaal publiek recht te verankeren. Ten tweede, de introductie van nieuwe stemmen. Met name India en Brazilië eigenen zich een stem toe in het debat en openen nieuwe perspectieven op de problematiek. Voorlopig lijkt het er alvast op dat landen een verder liberaliseringsproces weerstaan wanneer ze er niets bij te winnen hebben. Wanneer de sector echter een groeipotentieel heeft en de politiek-economische onderhandelingsmacht verhoogt, kunnen posities relatief snel wijzigen. Dat blijkt ook uit de proliferatie van bilaterale en regionale akkoorden waarvan audiovisueel beleid deel uitmaakt. Ten derde, zijn er aanwijzingen dat de huidige status quo in toenemende mate in vraag gesteld wordt. Vanuit normatief oogpunt is het essentieel dat dit debat verder gezet wordt volgens de idee van embedded liberalism, weliswaar aangepast aan de huidige context. In die optiek wordt voorgesteld dat het debat verder aangezwengeld wordt en dat de embryonale totstandkoming van een epistemische gemeenschap die hierrond is tot stand gekomen, structureel ondersteund wordt. Meer onderzoek is tevens nodig, m.i.v. meer kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over audiovisuele diensten(handel). Daarnaast kunnen verscheidene beleidsopties overwogen en bestudeerd worden. Hieronder het expliciet inschrijven van 'culturele diversiteit' in de WTO akkoorden, evenals een verfijning van de Conventie over Culturele Diversiteit; het activeren van 'slapende' uitzonderingsartikelen voor een gebalanceerde behandeling van de specificiteit van de audiovisuele sector; en de ontwikkeling van een reference paper waarin een verdere liberalisering van audiovisueel beleid gekoppeld wordt aan voorzieningen om de specificiteit van de sector - m.b.t. classificering, subsidies, publieke omroepen, ontwikkelingslanden, mededinging en hernegotiëring van verbintenissen - in rekening te brengen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jan LOISEN
Vrees voor pijn in context: de effecten van niet-pijn doelen en doelconflicten op vrees reacties in de context van pijn. KU Leuven Abstract: Pijn dwingt het individu om activiteiten te onderbreken, te oorzaak vande pijn op te sporen, om er zich vervolgens van terug te trekken zodat het genezingsproces zich kan voltrekken. Na blootstelling aan pijnlijke ervaringen vinden associatieve leerprocessen plaats die ervoor zorgen dat verdere schade vermeden kan worden. Hoewel vermijdingsgedrag adaptief is bij acute pijn, heeft het paradoxale negatieve effecten bij velevormen van chronische pijn. Er is toenemende empirische ondersteuning voor de stelling dat vrees voor pijn het dagelijks leven meer verstoort dan de pijn zelf. Echter, er zijn nog onbeantwoorde kwesties die wetenschappelijk aandacht vragen. Vrees voor pijn vindt niet plaats in een motivationeel vacuüm, en kan niet begrepen worden zonder rekening te houden met de bredere context van samenhangende doelen, het zoeken naar beloning, en vermijden van bedreigingen die niet aan pijn zijn gerelateerd. Tot nu toe is de wetenschappelijke literatuur over de effecten van doelconfl Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen
Vreedzame competitie: de dynamieken van regionale veiligheid in Azië. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds Azië zich opnieuw op het economische en politieke voorplan van de internationale scène heeft gewerkt, zijn tal van publicaties verschenen die er de regionale veiligheid onder de loep nemen. Men is het erover eens dat de veiligheidsbelangen van de verschillende landen in Azië sterk genoeg aan elkaar hangen om te kunnen spreken van een aantal regionale veiligheidscomplexen. Maar welke en wiens belangen geven gestalte aan dit complex? Verhoogt de huidige veiligheidsstructuur de kansen op duurzame vrede in Azië? Dat zijn de twee centrale onderzoeksvragen voor dit project. Bovendien introduceert deze studie een nieuwe wijze van analyse die de patstelling doorbreekt tussen het ad hoc empirisme van de regiostudies (area studies) en de empiriearme en daardoor erg speculatieve analyses vanuit de diverse theorieën van de internationale betrekkingen. Een veiligheidscomplex betreft een afgebakend gebied waarin de veiligheidsbelangen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn (Buzan en Wäver 2003). In tegenstelling tot mondiale interdependentie, putten deze veiligheidscomplexen specificiteit uit de interactie tussen een aantal aangrenzende staten enerzijds en lokale geopolitieke eigenheden anderzijds. In dit opzicht brengt dit onderzoek een eerste inhoudelijke vernieuwing aan door afstand te nemen van de gangbare indeling van Azië in vier veiligheidscomplexen: Oost, Zuidoost, Zuid en Centraal Azië. In plaats daarvan zal ik beargumenteren dat er sprake is van één supercomplex waarbij de verschillende subregio.s aaneengesloten worden dankzij de overlappende aspiraties van de vier Aziatische grootmachten: China, India, Japan en Rusland. India bijvoorbeeld, beperkt zijn ambities niet langer tot de omgeving rond de Indische Oceaan, maar verruimt zijn blikveld naar Centraal Azië en zelfs naar de grondstoffenrijke Zee van Okhotsk. Japan vergroot zijn diplomatieke en militaire reikwijdte steeds meer naar Centraal Azië en ten westen van de Straat van Malacca. Rusland wil dan weer zijn aanwezigheid opbouwen in Zuidoost Azië. Dat brengt ons bij de vraag welke belangen de ontwikkeling van het nieuwe supercomplex aandrijven. Het antwoord dat op basis van voorbereidend onderzoek wordt voorzien, doorbreekt de stellingenoorlog tussen de onderzoekstradities van het realisme en het liberalisme. De evolutie van het Aziatische veiligheidscomplex wordt zowel gegenereerd door het mechanisme machtsevenwicht (realisme) als door het mechanisme van de markt (liberalisme). Het eerste leidt tot strategisch wantrouwen, het tweede tot steeds intensere economische interdependentie. Overlappende economische belangen creëren nieuwe politieke en militaire veiligheidsdilemma.s, maar nopen tegelijkertijd tot overleg en samenwerking. Ik noem dit het veiligheidscomplex van 'wantrouwende vrede' of 'anarchic peace' De vraag is dan ook of en onder welke voorwaarden een dergelijk veiligheidscomplex kan resulteren in een duurzame vrede. Voorbereidend onderzoek wijst op een belangwekkende evolutie. Tijdens de Koude Oorlog lagen kleine en zwakke staten aan de basis van regionale multilaterale samenwerkingsverbanden in Azië, op het Amerikaanse Cento en Seato na. In de jaren negentig leek multilateraal veiligheidsoverleg te evolueren tot de belangrijkste diplomatieke modus operandi. Zelfs machtige staten zoals China, India en Japan pasten zich aan de multilaterale agenda.s aan. Als gevolg van de financiële crisis, van een nieuwe Azië-politiek van de Verenigde Staten en van de grote ambities van China, India, Japan en Rusland werden deze fora echter geënterd door de regionale grootmachten om hun eigen belangen door te drukken én om elkanders invloed zoveel mogelijk in te dammen. Daarenboven beoefent het kwartet unilateraal multilateralisme waarbij nieuwe regionale fora worden opgericht enkel en alleen om de nationale belangen te behartigen. Kleine, participerende staten hebben hierbij een ondergeschikte positie, maar zien de kans schoon om de vier groten tegen elkaar uit te spelen. Als deze toestand aanhoudt, dreigt een nieuw scenario, dat van regionale chaos. In diverse landen gaat het veiligheidsdilemma immers ten koste van de interne stabiliteit. Staten zoals Myanmar, Pakistan, Noord- Korea en Oezbekistan zijn daar de meest uitgesproken voorbeelden van. Het huidige wetenschappelijke onderzoek naar regionale veiligheid en samenwerking in Azië is grotendeels ontaard in een versnipperde massa tegenstrijdige interpretaties. Eén denktak benadrukt economische ontwikkeling als de drijfveer van de diplomatieke toenadering en de politieke cohesie. (Zie bijvoorbeeld: Jayasuriya 2004, Kerr 2003) Verschillende academici wijzen op de geopolitieke constellatie als verklarende factor.
(Ondermeer: Lym 2004, Ross 1999) Anderen onderstrepen de rol van regionale grootmachten, de zogenoemde .hegemons., (Zie bijvoorbeeld: Buzan 2003) terwijl anderzijds ook de rol van de kleine landen wordt beschouwd als belangrijkste verklaring voor regionale veiligheidscomplexen (Acharya 2001, Paul 2005). Tot slot worden ook de zogenoemde Aziatische waarden aangehaald (Zie: Mauzy 1997, Oga 2004). Liberalisme, realisme, constructivisme, Engelse School. alle belangrijke theoretische stromingen van de internationale betrekkingen zijn hierbij vertegenwoordigd. .Deze paradigmaoorlog is weinig zinvol,. zo stelt David Kang. .Het uitspelen van realisme, constructivisme en liberalisme om gelijk te krijgen is vergleden in een loopgravenoorlog en weinig verhelderend onderzoek.. (Kang 2003, 83) Met de idee van .anarchic peace. doelt dit onderzoeksproject op een zinvolle synthese. Hierbij wil ik tevens komen tot een nieuwe onderzoeksmethodiek voor het bestuderen van regionale veiligheidscomplexen die verder bouwt op de idee van retroductieve analyse. Dit impliceert een dialectische interactie tussen empirische feiten, in dit geval area studies, en theoretische abstractie. (Bhaskar 1975 en Danermark 2002) Aan het einde van het onderzoeksproject zal ik een aanzet geven om deze methode toe te passen op andere veiligheidscomplexen, in het bijzonder in Afrika, Europa en Latijns Amerika. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Vrede voor Vlamingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat na wat Vlamingen anno 2007 denken over vrede en geweldloosheid. De kern van het onderzoek is een survey bij 1000 Vlamingen over hun perceptie van vrede en geweldloosheid in de wereld en in de eigen samenleving. Ook wordt er gepeild naar het effectieve en het potentiële vredesengagement van Vlamingen. Die publieke-opiniedata worden ingekaderd in een hele reeks andere deelonderzoeken zoals bevragingen bij deelnemers aan verdesbetogingen, analyses van mediaberichtgeving over oorlog en vrede, analyses van de politieke agenda enzovoort. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Vredesopvoeding in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vredesopvoeding in Vlaanderen. Organisaties: • School en Politiek (SeP)
Onderzoekers: • Dimokritos Kavadias
Vredesopbouw: Expertisecentrum psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het programma wil bijdragen tot volgende algemene doelstelling: uitbouw een expertisecentrum inzake psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden, met bijzondere aandacht voor kindsoldaten. De specifieke doelstellingen zijn: 1) het versterken van de kennis en deskundigheid bij organisaties en initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau, inzake de psychosociale ondersteuning en 2) ondersteuning en uitbouw van regionale ondersteuningscentra. Deze doelstellingen wil men bereiken via 6 deelacties. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Vrede onder de loep: een politiek-theoretisch onderzoek naar de rol van educatie en macht in het totstandkomen van vrede. Case-study: Europa na 1945. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project tracht de betekenis van vrede te verhelderen. De hypothese bestaat erin dat educatie en macht centrale concepten en gebruiken zijn die van nut kunnen zijn voor het begrijpen van het bewerkstelligen en consolideren van vrede. Steun voor deze bewering zal op drie niveau's worden gezocht: politieke theorieën, theorieën van internationale betrekkingen, en geschiedenis. De Europese vrede en veiligheid zal als case-study gebruikt worden. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer
Vrede en disciplinering. Een politiek-theoretisch onderzoek naar vredesvorming in de internationale politiek: de NoordAtlantische regio (1945-2007). Universiteit Antwerpen Abstract: De oorspronkelijke doelstelling van de leer der internationale betrekkingen was inzicht te verkrijgen in de oorzaken van oorlog opdat de voorwaarden van vrede beter bekend zouden worden en de kans op vrede zou toenemen. Een spijtig gevolg hiervan was dat voornamelijk de oorlog aandacht kreeg, en dat vrede als concept veelal in de kou bleef staan. Een belangrijke verklaring is dat vrede, in duidelijke tegenstelling tot oorlog, niet problematisch werd (en wordt) geacht. Vrede is per definitie wenselijk en moet dus niet gedefinieerd worden. Een zelfde onkritische houding tot vrede bestaat er onder de algemene bevolking met betrekking tot de idee dat Europa specifiek, en het Westen in het algemeen, sinds 1945 een vredeszone is. Een dergelijke, schijnbaar natuurlijke waarheid noopt tot waakzaamheid en studie. Binnen de leer der internationale betrekkingen kunnen er, met betrekking tot het vraagstuk van de vrede, ruwweg twee scholen onderscheiden worden: het realisme en het liberalisme (waarbij de laatste gedurende de laatste twee decennia een constructivistische variant heeft ontwikkeld). Beide stromingen, maar niet de constructivistische variant, hanteren een beperkte ontologie van vrede. Ze definiëren vrede immers als de "mere absence of war." Wel geven ze verschillende oorzaken aan: een dominante macht of hegemon garandeert vrede voor de realisten; economische interdependentie, internationale instellingen en recht, en de democratie veroorzaken volgens de liberalen vrede. Het constructivisme, op vrede toegepast in de literatuur rond veiligheidsgemeenschappen (security communities) definieert vrede breder als de "dependable expecation of peaceful change". Hier echter nog meer dan bij het liberalisme komt de nadruk te liggen op democratie als voorwaarde voor vrede. Democratieën voeren immers geen oorlog met elkaar omdat ze elkaar kunnen vertrouwen. Maar, en op dit punt wenst dit project een bijdrage te leveren, hoe herkennen democratieën elkaar? Deze herkenning is immers noodzakelijk wil men wederzijds vertrouwen kunnen ontwikkelen. Wij zullen betogen dat education een belangrijke rol speelt in dit herkenningsproces. Dominante staten leren de andere staten aan hoe een goede democratie functioneert en aangezien de staten dus actief geconstrueerd werden als betrouwbare democratieën vervalt het probleem van de
herkenning. Bovendien verschaft deze verklaring inzicht in de ontologie van vrede: deze wordt binnen deze optiek een gedisciplineerde en gelegitimeerde orde. Om deze bewering hard te maken zal er enerzijds een politiek-theoretisch onderzoek naar de samenhang tussen education en vrede worden gedaan alsook de mogelijkheid om deze theorie te extrapoleren naar het internationale niveau onderzocht. Centrale concepten hierbij zijn de "staat als burger" en "diplomatie als educatief medium". Anderzijds zullen we het theoretische model ook op haar empirische geldigheid testen. Heeft education met andere woorden een significante rol gespeeld in het totstandkomen en in de recente uitbreiding van de Westerse vrede? Hierbij zullen we focussen op de debatten rond zes vormende momenten of organisaties die inhoud gaven aan deze vrede: het Marshallplan, de oprichting van NAVO, de oprichting van EGKS, de oprichting van OVSE, de uitbreiding van NAVO, en de uitbreiding van EU. Wie stuwde deze processen? Hoe werden ze gerechtvaardigd? Werden er aan deelname eisen gesteld qua binnenlandse politieke organisatie? Werd actieve promotie van zowel deze processen zelf als van de gestelde eisen noodzakelijk geacht? Hoe werd er door de ontvangende staten of kandidaat-lidstaten op gereageerd? Deze vragen, die onze onderzoeksvraag hoe constitueert education burgerschap? En hoe constitueert education, via burgerschap, vrede? ¿ operationaliseren, worden beantwoord op basis van een analyse van zowel primaire bronnen als secundaire literatuur. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer • Jorg Kustermans
V-pad - Veilig op pad met De Lijn Universiteit Hasselt Abstract: Veilig op Pad beoogt sociale innovatie en inclusie voor mensen met verstandelijke beperkingen. Door inschakeling en ondersteuning van ICT hulpmiddelen kunnen zij zelfstandig het openbaar vervoer gebruiken. Zij worden hierbij vanop afstand ondersteund door hun coaches of ouders door gebruik van mobiele technologie. Dit project loopt in samenwerking met Thomas More Kempen en het Instituut voor Mobiliteit van de universiteit Hasselt. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Vormingslessen Administratief Recht Universiteit Gent Abstract: - De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken met in bijlage de Algemene aannemingsvoorwaarden; - het decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen; Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Ludo Veny
Vorming of gevechtstraining ? Een onderzoek naar de visies en ervaringen van jeugdige vechtsporters en hun trainers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationaal vergelijkende studies tonen aan dat oosterse gevechtssporten (judo, karate, taekwondo, kickboksen, ...) een steeds grotere populariteit genieten bij jongeren in het Westen. Van de drie benaderingswijzen van vechtsport-beoefening die in het Westen kunnen onderscheiden worden (holistisch, utilitair en sportief) is vooral de utilitaire of efficientie-benadering het meest populair bij westerse jongeren. Voorbeelden hiervan zijn de harde vechtsportvarianten zoals kickboksen en full-contact. Momenteel is er echter weinig geweten over de wijze waarop jongeren het beoefenene van een gevechtsport ervaren (oa participatie-motieven, vormende aspecten,..). Eveneens is er weinig bekend met betrekking tot het begeleidingsproces van jongeren in de vechtsporten (oa nagestreefde doelen, verschillen met andere sporten,...). Ervaringen van jongeren met vechtsporten en visies van hun trainers op de begeleiding zullen worden geanalyseerd. Een dergelijke analyse kan bovendien beschouwd worden als een vorm van evaluatie van de bestaande situatie van vechtsportbeoefening door jongeren, waarbij oa meer duidelijkheid kan verkregen worden over de (positieve of negatieve) impact van het beoefenen van vechtsporten door jongeren. Deze aanzet dient tenslotte te worden gekaderd in een ruimere aanpak waarbij ook de spanningsvolle verhouding tussen de eigenheid van sommige omgangsregels en visies binnen vechtsporten en algemeen van kracht zijnde waarden en normen in de samenleving moet bestudeerd worden. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Vormen en trajecten van armoede in de Europese Unie (European Community Household Panel) Universiteit Antwerpen Abstract: Uitbreiding van het conceptueel kader rond armoede en een longitudinaal en comparatief opzet van het onderzoek zullen leiden naar een vernieuwende analyse van het European Community Household Panel. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MINDERHEDEN • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Jean Vranken • Caroline Dewilde
Voorzitterschap van de deelcommissies en van de visitatiebezoeken aan Artesis Hogeschool Antwerpen, Hogeschool Gent, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst en Erasmushogeschool Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Hogescholenraad - VLHORA' hebben voor het project ' Voorzitterschap van de deelcommissies en van de visitatiebezoeken aan Artesis Hogeschool Antwerpen, Hogeschool Gent, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst en Erasmushogeschool
Brussel. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • WILLEM ELIAS
Voorstudie van een stadsvernieuwingsproject. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project betreft een voorbereidende studie voor de ontwikkeling van een stadsvernieuwingsproject op en rond de site van Slachthuizen en de campus van de Erasmushogeschool Brussel in de Brussels Kanaalzone in Kurgem, Anderlecht. Het spitst zich toe op het opbouwen van expertise en allianties tussen actoren, met als doel te komen tot een projectdefnitie voor een mogelijk stadsvernieuwingsproject voor dit gebied. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • Bas VAN HEUR • Michael RYCKEWAERT • Sarah DE BOECK • Stefan DE CORTE
Voorstudie naar de vorkheftruckvrije fabriek Universiteit Gent Abstract: Een initiële haalbaarheidsstudie naar het concept van lijnbevoorrading zonder vorkheftrucks, (in extenso: zonder autonoom bewegende voertuigen). Dit omvat een analyse van de materiaalstroomop onderdeelnummer, de spatiale indeling van de productielijnen, en een ruwe berekening van de benodigde transporteenheden voor de diverse technologieën die beschouwd zullen worden. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Voorstudie Gemeenschappelijk Electronisch Discussieforum over Gender. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorstudie Gemeenschappelijk Electronisch Discussieforum over Gender. Organisaties: • Departement Sociologie - overige
Onderzoekers: • Magda Michielsens
Voorstellen voor een beter evenwicht tussen grensoverschrijdende tewerkstelling en sociale bescherming Universiteit Gent Abstract: Dit project maakt een juridische analyse van de impact en toename van deloyale concurrentie door buitenlandse ondernemingen op Belgisch grondgebied, met nadruk op detacheringsfraude en oneigenlijk gebruik van vrij verkeer door EU-ondernemingen. Door een evaluatie van het juridische kader en de controlepraktijken waarmee de sociale inspectiediensten werken, worden de problemen bij de aanpak van malafide ondernemingen aangestipt en worden voorstellen gedaan voor wetswijzigingen en verbeterde administratieve praktijken. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Voorstellen voor cursussen en seminaries voor personeel en studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de universiteit (UNIKIS) en het maatschappelijk middenveld in Kisangani. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorstellen voor cursussen en seminaries voor personeel en studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de universiteit (UNIKIS) en het maatschappelijk middenveld in Kisangani. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Gunter Maes
Voorspelling van verwachte scheepsaankomsten: data analyse in nautische datasets. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project onderzoeken we de factoren die de ETA van een schip beïnvloeden, zoals de prestaties van de bemanning, tijd/datum van aankomst, weercondities en scheepskarakteristeken. Het gebruik van moderne Big Data technieken laat ons toe om meerdere modellen samen te voegen tot één model, om zo alle beinvloedende factoren tegelijkertijd te optimaliseren. Niet elke factor speelt een even grote rol bij het berekenen van de ETA. Dit project maakt een toepassing op de Antwerpse haven. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Voorspellingsmodellen voor regionale belastingen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het verder ontwikkelen van voorspellingsmodellen voor inkomsten uit zegelrechten en de successierechten van de Vlaamse overheid op basis van tijdreeks modellen. Organisaties: • Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Freddy Heylen • Gerdie Everaert • Carine Smolders
Voorspelbaarheid van financiële rendementen op lange termijn: robuustheidsonderzoek en invloed van institutionele veranderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorspelbaarheid van financiële rendementen op lange termijn: robuustheidsonderzoek en invloed van institutionele veranderingen. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Jan Annaert • Ann De Schepper • Marc De Ceuster
Vooroordelen als een respons op bedreiging van ?epistemische veiligheid?: een individu x situatie analyse. Universiteit Gent Abstract: perspectief waarbij vooroordelen als een reactie op bedreiging van de kennisbronnen wordt gezien van het individu met een hoge behoefte aan cognitieve afsluiting. Hierbij wordt in drie onderzoekslijnen (8 studies) gefocust op verschillende bronnen van ?epistemische veiligheid?: de ingroep, de maatschappij, en het universele principe van een rechtvaardige wereld. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Arne Roets
Vooronderzoek 'Verzameling Audiovisuele data". Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel een eerste stap te zetten in de aanpak van de problematiek van audiovisuele dataverzameling in Vlaanderen (en bij uitbreiding België). Deze voorstudie heeft tot doel hier een belangrijke insteek toe te leveren door middel van de uitwerking van een actieplan. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
Vooronderzoek thuistaal in onderwijs van allochtone kinderen (deel 2) Universiteit Gent Abstract: In het kader van het project Thuistaal in onderwijs wordt een nulmeting uitgevoerd bij alle leerlingen in de tweede en derde kleuterklassen van de deelnemende scholen, alsook bij een controlegroep van leerlingen getrokken uit een aantal vergelijkbare scholen. De meting behelst toetsing van taalvaardigheid, meer bepaald begrippen (Nederlands en Turks) en metalinguïstisch bewustzijn (ontluikende geletterdheid). Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Vooronderzoek naar de kenmerken en hulp- en dienstverleningsbehoeften van maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen Universiteit Gent Abstract: In dit vooronderzoek worden de kenmerken van maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen en hun behoefte aan doelgroepspecifieke zorg- en dienstverlening onderzocht en wordt het concept van maatschappelijke kwetsbare jongvolwassenen afgebakend en geoperationaliseerd. Het onderzoeksmateriaal werd verkregen uit een literatuurstudie, focusgroepen met jongvolwassenen en sleutelfiguren en interviews met experts. Tenslotte werd op basis van de bevindingen een ontwerp van vervolgonderzoek geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Sociale agogiek
Onderzoekers: • Nicole Vettenburg
Voorhaalbaarheidsstudie (pre-feasibility study) voor een Ondergronds Logistiek Systeem (OLS) met het oog op een kostenefficiënte integratie van het containerproject Deurganckdok in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: De ingebruikname van het Deurganckdok in het Antwerpse havengebied zal aanzienlijke containerbewegingen tussen de beide oevers van de Schelde induceren. De bestaande hinterland-transportmodi zijn wellicht niet in staat om deze toename in containervervoer te verwerken. Deze voorstudie onderzoekt het potentieel van een Ondergronds Logistiek Systeem (OLS) voor het vervoer van containers tussen OLS terminals aan de beide Scheldeoevers. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Willy Winkelmans • Theo Notteboom • Wout Dullaert
Voorbij het Visuele: De invloed van Auditieve en Contextuele Representaties in het Visuele Werkgeheugen Universiteit Gent Abstract: Tot op heden werd altijd aangenomen
dat tijdelijk te onthouden informatie in een auditief dan wel visueel format werd vastgehouden. Recent onderzoek geeft redenen om aan een dergelijk model te twijfelen, omdat ook abstracte categorische en andere niet--?relevante objectinformatie word vastgehouden. In het huidige project zal onderzocht worden hoe niet--?visuele informatie een rol speelt in het visuele werkgeheugen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Durk Talsma
Voorbij het Visuele De invloed van Auditieve en Comtextuele Representuaties in het Visuele Werkgeheugen Universiteit Gent Abstract: Tot op heden werd altijd aangenomen dat tijdelijk te onthouden informatie in een audititief dan wel visueel format werd vastgehouden. Recent onderzoek geeft redenen om aan een dergelijk model te twijfelen, omdat ook abstracte categorische en andere niet-relevanteobjectinformatie word vastgehouden. In het huidige project zal onderzocht worden hoe niet-visuele informatie een rol speelt in het visuele werkgeheugen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Durk Talsma
Voorbij de perceptie: de rol van individuele verschillen in multisensorische verwerkingscapaciteit en selectie voor aandacht Universiteit Gent Abstract: Tot op heden werd altijd aangenomen dat multisensorische verwerking een passief proces is wat niet beinvloedbaar was door cognitie. Recent onderzoek heeft aangetoont dat dit mogelijk wel het geval is. bovendien zijn er grote individuele verschillen in multisensorische verwerkingscapaciteit vastgesteld. Het voorgestelde project onderzoekt of deze individuele verschillen van eveneens terug te vinden zijn in de cognitieve verwerking. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Durk Talsma
Voorbij de grens. De politieke ecologie van het Kunene grensgebied, 1850-1950. KU Leuven Abstract: Dit onderzoek richt zich op de sociale en politieke geschiedenis van een weinig bekende grensregio in Noord-Namibië en Zuid-Angola, meer bepaald op het koloniale verleden van een droog en bergachtig landschap aan beide oevers van de Kunene. Deze rivier zich in het centrum van een bufferzone die door de koloniale mogendheden (Portugal, Groot-Brittannië, Duitsland en Zuid-Afrika) werd gecreëerd en in stand gehouden.De onderliggende onderzoeksvraag luidt als volgt: enerzijds, welke invloed heeft de socio-politieke context en hebben plaatselijke machtsverhoudingen en onzekerheden op het landschap gehad; anderzijds, welke impact heeft een veranderend landschap (zoals prikkeldraad, bewaakte grenzen, kunstmatige waterputten en vee-vrije zones) op plaatselijke machtsverhoudingen en sociale interactie die gekenmerkt werden door ambivalentie en onzekerheid?Eén van de innovatieve kenmerken van dit onderzoek is de focus niet ligt bij de staat (de Kunene is ook een internationale grens). In plaat Organisaties: • OE Instituut voor Antropologie in Afrika
Onderzoekers: • Steven Van Wolputte • Els Hoorelbeke
Voorbereiding van het project "Eindeloopbaanproblematiek". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Voorbereiding van de Staten-Generaal Inburgering en Integratie 2010: Organisatie en rapportering van de werkgroep 'Werk'. Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie van de werkgroep 'Werk' en opstellen van een discussietekst die de voornaamste uitdagingen oplijst binnen het thema 'Werk' om de integratie van nieuwe Vlamingen te bevorderen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Ive Marx
Voorbereidingstraject tot implementatie van de ‘Quality Indicators for Palliative Care’ (QPac-set) : ontwikkelen van een minimale set en service specifieke implementatiestrategieën(Onderzoeker Kathleen LEEMANS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze 4 maanden durende onderzoeksperiode is in de eerste plaats het afwerken van de kwaliteitsindicatoren set, en daarbij de eerste stappen zetten naar het ontwikkelen van een implementatieplan met setting specifieke implementatie strategieën. Doordat de periode 2 maanden werd terug geschroefd, kan dit implementatieplan niet volledig uitgewerkt worden. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Kathleen LEEMANS • Joachim COHEN • LUC DELIENS
Voorbereiding en uitvoering van een gendertraining aan het EU personeel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de EU Commissie. UA levert aan de EU Commissie de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
Voorbereiding en opvolging van de PGB-experimenten. Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoek is inzicht te verwerven in de wijze waarop de budgethouders betrokken in het PGB-experiment het PGB gebruiken. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Voorbereiding en analyse van de resultaten van de doorrekening van 3 beleidsscenario's duurzame mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: Om te komen tot een duurzame ontwikkeling van de mobiliteit worden drie beleidsscenario's, uitgewerkt door de Planningscommissie, klaargemaakt voor doorrekening met het LMS model en het ADA model. De resultaten van deze doorrekening worden afgetoetst op hun effecten ten aanzien van de vijf strategische doelstellingen die moeten leiden tot een duurzame ontwikkeling van de mobiliteit en op de PACT 2020 doelstellingen. De opdracht bestaat eruit om de drie beleidsscenario's die door de gewestelijke Planningscommissie worden uitgewerkt klaar te maken voor modeldoorrekening met het LMS model en het ADA model. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag
• Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Voorbereidend onderzoek naar een aangepaste socio-economische adviesstructuur mbt het federale maritieme milieubeleid Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek worden de noodzaak en wenselijkheid van een federale socio-economische adviesverlening geanalyseerd. Vervolgens worden aan de hand van een evaluatie van de bestaande formele adviesvereisten en reeds opgerichte socio-economische adviesstructuren gerelateerd aan het mariene milieu, voorstellen geformuleerd voor een op te richten federale adviesstructuur voor het mariene milieu waar stakeholders in zetelen en worden enkele alternatieven voorgesteld. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • An Cliquet
Voorbereidende actie voor maritieme ruimtelijke planning in de Noordzee Universiteit Gent Abstract: MASPNOSE is een EU project dat beoogt een op een ecosysteem gebaseerde maritieme ruimtelijke planning uit te werken in de zuidelijke Noordzee,met bijzondere aandacht voor grensoverschrijdende planning. De betrokken landen als casusstudie zijn: België, Nederland, Duitsland en Denemarken Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Voorbehouden zetels: een explorerend comparatief onderzoek naar het definiëren en indelen van samenlevingen in groepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de hand van in parlementen voorbehouden zetels onderzoekt dit project hoe samenlevingen groepen definiëren en indelen: via welke criteria worden deze gedefinieerd, via welke regels worden ze ingedeeld, in welke mate beslist het individu, de groep of de samenleving daarover en wat zijn de gevolgen hiervan. Dit comparatief explorerend project dient om verder onderzoek te ontwikkelen naar de oorsprong en gevolgen van groepen in processen van vertegenwoordiging. Organisaties: • Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED)
Onderzoekers: • Petra Meier
Volatiliteit en dd kiesmotieven in België. Een panelstudie over de electorale volatiliteit tussen verkiezingen en tijdens verkiezingscampagnes,2009-2014. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe
Voelen versus denken: Een onderzoek naar de determinanten van acquisitie en extinctie van angst. Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek heeft aangetoond dat cognitieve verandering een cruciale factor is in het verwerven en de extinctie van angst. Anderzijds blijkt dat angstopwekkende stimuli vaak een negatieve connotatie blijven behouden, zelfs nadat de cognitieve verwachting van gevaar is uitgedoofd. In dit onderzoek gebruiken we het angstconditioneringsmodel om de rol van denken en voelen verder te onderzoeken in de context van angstconditionering. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Voedselveiligheid en conflict: een onderzoek naar de situatie in Assam (India) en de Chittagong Hill Tracts (Bangladesh) via een 'livelihood'-benadering Universiteit Gent Abstract: Er is rond voedselveiligheid en conflict de laatste jaren veel gedaan, maar men vergeet te vaak de bevolking als actieve actor. Dit voorstel stelt de bevolking centraal en onderzoekt de voedselsituatie, de voedselstrategieën en de evolutie van sociale structuren in tijden van conflict. De livelihood-benadering is met haar open aanpak de ideale methode om dit te doen. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Koen Vlassenroot
VMPASS : Implementing recognition of virtual mobility and OER learning through a learning passport. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Wim Van Petegem
Vloeberghs-Leerstoel : academiejaar 2007-2008 : titularis Prof. Dr. Eddy WYMEERSCH (Hoogleraar Universiteit Gent) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een reeks van studiedagen die, op vraag van de faculteit Recht en Criminologie, in het verleden diverse malen werden georganiseerd. Organisaties: • Economisch Recht
Onderzoekers: • KOEN BYTTEBIER
VLIR-UOS Vlaamse reisbeurzen Universiteit Gent Abstract: Het VLIR-UOS-secretariaat kent jaarlijks een aantal Vlaamse reisbeurzen toe aan studenten ingeschreven aan de Universiteit Gent in het voorlaatste of laatste jaar van een opleiding leidend tot een Master-diploma die in het kader van hun thesis, studies of scriptie onderzoek willen verrichten in een ontwikkelingsland. Op deze manier wil VLIR-UOS de studenten een kans bieden om ervaring op te doen inzake ontwikkelingssamenwerking. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
VLIR-IUS Gre@t: Bestuur en ondernemerschap via onderzoek, onderwijs, toegang (@ccess) en technologie Universiteit Gent Abstract: Dit IUS van 6 jaar (in fase 1) bestaande uit 4 projecten met als Vlaamse projectleiders de Professoren Zhu Chang (VUB), Egbert De Smet (UA), Nathalie Holvoet (UA) en Wim Van Haverbeke (UHasselt) beoogt capaciteitsopbouw van Mzumbe University (nabij Morogoro) in de domeinen van outreach, onderwijs en onderzoek, met garantie van duurzame toegang via (e-learning) pedagogies en ICT technologie. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Koenraad Stroeken
Vlaanderen in Actie - Naar een duurzame en creatieve stad. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze opdracht heeft als doel te resulteren in een "onderhandelingsnota" tussen de Vlaamse Regering en het stadsbestuur van Antwerpen omtrent het beleid en het instrumentarium binnen het thema "duurzaam, ruimte gebruik - multifunctionele en multi-inzetbare infrastructuur", met een bijzondere aandacht voor ruimte voor onderwijs en jeugd. Organisaties: • Centrum voor Stadsontwikkeling
Onderzoekers: • Tom Coppens
Vlaams onderzoeksproject : Stedelijke logistiek & mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: Vlaanderen een sterk verstedelijkte regio met een bevolking van ongeveer 6 miljoen inwoners en een bevolkingsdichtheid van ongeveer 445 inwoners per km² dankt een belangrijk gedeelte van zijn welvaart aan activiteiten die plaatsvinden in of verbonden zijn aan steden. De voorbije decennia werd de regio geconfronteerd met een sterke toename van passagiers- en vrachtverkeer. Het merendeel van dit verkeer wordt nog steeds over de weg afgewikkeld. Deze sterke groei veroorzaakt vooral in en om de steden onvermijdelijk problemen op het vlak van bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. De uitdaging is om een duurzame organisatie van transport, logistiek en mobiliteit tussen, van en naar, en in de steden te combineren met een versterking van de competitieve positie van de sector en de logistieke ketens. Het is de bedoeling om met dit onderzoek bruggen te leggen tussen logistieke keten, ruimte, economie, milieu en mobiliteit in een stedelijke context. Deze integrale benadering is vernieuwend in de wetenschappelijk literatuur. Tevens zal een dergelijke benadering tot een meer duurzame en slimmere stedelijke distributie leiden en verhoogt de leefbaarheid van de steden. Concreet wil dit project volgende doelstellingen realiseren: >> de kennis die in de Vlaamse universiteiten en kenniscentra over dit thema aanwezig is bundelen; >> gegevens samenbrengen en analyseren die bijdragen tot de uitbouw van een beleid dat er voor zorgt dat steden en hun omgeving bijdragen aan een duurzame mobiliteit en logistiek in Vlaanderen; >> instrumenten en strategieën ontwikkelen waardoor stadsdistributie bijdraagt aan de versterking van de logistieke sector in en buiten de steden; >> instrumenten ontwikkelen die toelaten om de effecten van beleidsmaatregelen die gericht zijn op stedelijke duurzaamheid en mobiliteit te evalueren in het globale kader van mobiliteit en logistiek in Vlaanderen; >> in een aantal gevalstudies de opgedane kennis aftoetsen en toepassen bij bedrijven; >> de Vlaamse universiteiten en kenniscentra hun expertise verder laten ontwikkelen zodat zij een belangrijke rol kunnen spelen in het internationaal onderzoek rond stedelijke mobiliteit en logistiek. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Davy JANSSENS
Vlaams Onderzoeksproject Stedelijke Logistiek en Mobiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De uitdaging van dit project is om een duurzame organisatie van transport, logistiek en mobiliteit tussen, van en naar, en in de steden te combineren met een versterking van de competitieve positie van de sector en de logistieke ketens. Het is de bedoeling om met dit onderzoek bruggen te leggen tussen logistieke keten ruimte, economie, milieu en mobiliteit in een stedelijke context. Deze integrale benadering is vernieuwend in de wetenschappelijke literatuur. Tevens zal een dergelijke benadering tot een meer duurzame en slimmere stedelijke distributie leiden en verhoogt de leefbaarheid van de steden.
Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman
Vlaams onderzoeksproject Stedelijke Logistiek en Mobiliteit Universiteit Gent Abstract: Het doel en het vernieuwende van dit onderzoeksproject is dat voor de eerste keer in Vlaanderen alle universiteiten en de twee competentiepolen die werken rond logistiek en mobiliteit, onderzoek zullen gaan verrichten dat verder gaat dan (korte) ad-hoc opdrachten of pilootgevalstudies, of beleidsondersteunend onderzoek. Dit zal bijdragen aan de algemene kennis van stedelijke logistiek in Vlaanderen en zal ertoe leiden dat al het reeds uitgevoerde onderzoek binnen Vlaanderen en daarbuiten veel holistischer zal kunnen worden benaderd door de complementariteit tussen de verschillende consortiumpartners. De grote dichtheid en verstedelijking van de hele Vlaamse Regio, met daarin nadrukkelijk de Vlaamse Ruit, maakt bovendien de context heel specifiek, zodat specifiek onderzoek nodig is over hoe daarmee kan worden omgegaan. Het is een situatie die op weinig andere plaatsen wordt gevonden, en waar dus specifieke onderzoeksnoden naar bestaan. Een streefdoel moet zijn dat onze steden en onze economische actoren en stakeholders vanuit stedelijk logistiek en mobiliteitsperspectief van volgers naar voortrekers moeten kunnen evolueren, ondersteund door academisch basisonderzoek dat focust op de innovatieve concepten die de stedelijke logistiek en mobiliteit faciliteren en toegepast onderzoek naar de bedrijven toe, waarvoor de medewerking van de competentiepolen een toegevoegde waarde biedt. Dit moet leiden tot een betere leefbaarheid van onze steden en anderzijds kunnen leiden tot economische efficiëntiewinsten voor de industrie. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Vlaams onderzoeksproject Stedelijke logistiek en Mobiliteit KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Energie, Transport en Milieu Leuven
Onderzoekers: • Stefan Proost • Chris Tampère
Vlaams-Nederlandse Delta Monitor 2014. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Prov. Noord-Brabant. UA levert aan Prov. Noord-Brabant de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Vlaams-Nederlandse Delta Monitor 2013. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is tweeledig. Ten eerste wordt de bestaande Vlaams-Nederlandse Deltamonitor uit 2012 geactualiseerd (t/m jaar 2011) en werkendeweg verbeterd. Ten tweede wordt de monitor uitgebreid met een nieuwe indicator rond kracht 5 uit de Ruimtelijk-economische en logistieke analyse. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Thierry Vanelslander
Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid Speerpuntproject: Toolkit Mediawijsheid; methodieken en goede praktijken. KU Leuven Abstract: ICRI is één van de partners van het Kenniscentrum Mediawijsheid, beter bekend als mediawijs.be, dat werd opgericht in 2013. Het kenniscentrum wil burgers in staat stellen om zich bewust, kritisch en actief tebewegen in een gemediatiseerde samenleving en speelt een coördinerende en inspirerende rol binnen het mediawijsheidsveld. ICRIs voornaamste rol binnen dit kenniscentrum situeert zich in één van de speerpuntprojecten. Het doel van dit speerpuntproject is het ondersteunen van jonge mediamakers, die content creëren, in hun overstap naar eenprofessioneel niveau van media maken. Concreet wordt een collectie how-tos gecreëerd, gepresenteerd door bekende mediamakers die jong mediatalent kunnen helpen aan de slag te gaan in de media sector. ICRIs bijdrage aan dit project bestaat onder meer uit het realiseren van een basishandleiding auteursrecht voor jonge mediamakers: de Auteursrechtentutorial, dos donts bij het creëren, gebruiken en delen van content. Aan de hand van duidelijk Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Peggy Valcke • Eva Lievens
Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Kenniscentrum Mediawijsheid stimuleert de kennisopbouw en -deling bij organisaties en werkers in het brede veld van mediawijsheid. Het Kenniscentrum biedt praktijkondersteuning en werkt aan praktijkontwikkeling. Het Kenniscentrum Mediawijsheid werkt actief samen met de relevante stakeholders uit de overheid en het veld en bevordert de dialoog en samenwerking tussen die stakeholders. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Heidi Vandebosch • Karolien Poels
Vlaamse studie ter verbetering van levenseinde begeleiding en evaluatie instrumenten - FLIECE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is betere palliatieve zorg en einde-van-leven zorg te bevorderen door het ontwikkelen van hulpmiddelen die clinici en zorginstellingen gidsen, en om de kloof tussen de academische wereld en het gezondheidsbeleid te dichten. Het huidige onderzoeksproject is sterk gericht op verbetering van palliatieve zorg en einde-van-leven voor patiënten thuis en in de thuissituatie zorg. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Kathleen LEEMANS • Thijs REYNIERS • Rebecca VERHOFSTEDE • Kim BEERNAERT • Aline DE VLEMINCK • Joachim COHEN • LUC DELIENS
Vlaamse gemeenschap: Steunpunt ?Milieubeleidswetenschappen?, project ?Strategische aanbevelingen wetgevingsbeleid?. Universiteit Gent Abstract: Het project wil strategische aanbevelingen formuleren voor het wetgevingsbeleid in de periode 2005-2010. Die aanbevelingen kunnen als basis dienen voor het bepalen van de prioriteiten van het wetgevingsbeleid door de bevoegde minister. Bijkomend wil het project bijdragen tot de capaciteitsopbouw inzake een wetgevingsbeleid binnen de milieuadministratie. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht
Onderzoekers: • Luc Lavrysen • Carola Billiet
Vlaamse Gemeenschap: Steunpunt Milieubeleidswetenschappen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de inzetbaarheid van verhandelbare emissierechten in het Vlaamse milieurecht te beoordelen, rekening houdende met het bestaande corpus van Vlaamse milieuregelgeving, EG-recht, internationaal milieurecht en statenpraktijk inzake de verhandeling van emissierechten. Het verhandelen van emissierechten is één van de mogelijkheden ("Kyoto mechanisme") om tot de reductie te van broeikasgassen komen. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Vlaamse deelname ESFRI-project European Social Survey. KU Leuven Abstract: Het European Social Survey (ESS) is een wetenschappelijk onderbouwd survey dat in verschillende Europese landen wordt georganiseerd. Op basis van het survey wordt een internationale database aangelegd over sociale en politieke attitudes. ESS is een lang lopend project dat gestart is in 2001. Momenteel (2012) wordt de zesde twee jaarlijkse bevraging georganiseerd.De algemene doelstelling van ESS kan gespecificeerd worden in drie essentiële onderdelen: (1) de verzameling van gegevens over de stabiliteitnbsp;en verandering in de tijd van publieke houdingen en gedragingen, (2) de verbetering van de kwaliteit van cross nationale attitude metingen en (3) het ontwikkelen van sociale indicatoren als een middel om de levenskwaliteit te vergelijken in verschillende landen.nbsp;Om deze objectieven te realiseren is er een lange termijn financiering nodig om in elk deelnemend land de datasets te onderhouden en uit tebreiden.nbsp;nbsp;nbsp; implementatie van ESS in Vlaanderen/België moet worden geor Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Geert Loosveldt • Jacques Billiet • Bart Meuleman
Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Herculesstichting. UA levert aan de Herculesstichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch • Koen Decancq
Vlaams-Brabant drinkt. KU Leuven Abstract: Vlaams-Brabant drinkt. Een cultuurhistorisch onderzoek naar brouwen, stoken en alcoholconsumptie in de provincie ca. 1750-2000. Organisaties: • KADOC
Onderzoekers: • Jan De Maeyer
Visuele dimensies vanglobalisering en culturele uitwisseling in steden.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Visuele Antropologie 2002-2003 Universiteit Gent Abstract: Analyse van het productieproces van beeldmateriaal door visuele antropologische methodes. Visuele Antropologie 2002-2003 Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Visual processing as an endophenotype in ASD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Jean Steyaert • Ilse Noens • Ruth Van der Hallen
Visual perception of bodymovements and -postures KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Karl Verfaillie • Sam Willems
Visualisering van ervaringen: een artistiek onderzoek naar de perceptie van hedendaagse abstracte kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt hoe de ervaring van de toeschouwer bij de presentatie van abstract werk kan beïnvloed worden door de (mentale) context te manipuleren. Het onderzoek gebeurt via experimenten in de vorm van tentoonstellingen, waarbij een spel met context vooropstaat. Artistiek gezien is dit een poging om sociale relevantie te geven aan abstract werk - en tegelijk een zoektocht naar de mate waarin abstract schilderijen eigenlijk daadwerkelijk 'autonoom' zijn. Toon Leën is schilder en video-kunstenaar en combineert beide media in dit project. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Luc Pauwels
Visual grouping and contour perception. KU Leuven Abstract: The images of the visual environment that enter our eyes are broken down by the visual system into many small fragments. In order to perceive meaningful objects, fragmented image elements belonging to the same object must be grouped and segregated from elements belonging to other objects or the background. An important aspect of this grouping and segregation process is contour integration, inwhich spatially separate edge elements along a path are grouped into a contour. Several mechanisms ofhow the brain might perform this task have been proposed, such as the use of an association field or anexplicit linking process.A first goal of the proposed project will be to test the predictions ofthesedifferent models against each other by conducting experiments in which we measure participants eyemovements during different contour integration tasks using a broad set of stimuli. A second goal of theproject will be to use the experimental data to develop and test a dynamic model of contour integr Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Nathalie Van Humbeeck
Visual Analytics for Sense-making in Criminal Intelligence analysis KU Leuven Abstract: To create a Visual Analytics-based sense-making capability for criminalintelligence analysis by developing and integrating a number of technologics into a coherent working environment for the analyst we call the Reasoning Workspace. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Visies over zorg aan het levenseinde. Onderzoek naar de attitudes, voorkeuren,en verwachtingen van de bevolking en de media representaties met betrekking tot zorg aan het levenseinde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een toenemende aandacht voor de kwaliteit van het levenseinde heeft zich geuit in een toename van onderzoek naar aspecten van zorg aan het levenseinde in België. Er is echter nauwelijks onderzoek dat aandacht besteed aan de visies, houdingen, verwachtingen, en aspiraties omtrent levenseinde(zorg) bij de Belgische algemene bevolking (maar ook in internationaal opzicht), ondanks het duidelijke sociologisch belang ervan. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is dan ook welke visies over levenseindezorg in een samenleving bestaan en circuleren bij
de bevolking. Het onderzoek gaat na welke algemene attitudes, persoonlijke voorkeuren en verwachtingen, en kennis en ervaringen Belgen hebben omtrent levenseindezorg. Een wisselwerking van al deze aspecten zal immers de keuzes en het gedrag in de zorg aan het levenseinde beïnvloeden. Dit onderzoek probeert daarom ook het geheel van deze beïnvloedende aspecten in kaart te brengen en de onderlinge samenhang te bestuderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Communicatiewetenschappen • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Joachim COHEN • LUC DELIENS
Visie ruimtegebruik- en ruimtebeslag 2020-2050. Sectornota "Economie". Universiteit Antwerpen Abstract: Visie ruimtegebruik- en ruimtebeslag 2020-2050. Sectornota "Economie". Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Virtuele mobiliteit: telewerken als alternatief voor structurele congestie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Telewerken zal mogelijk evolueren tot de dominante arbeidsvorm van de 21ste eeuw omdat na afweging van kosten en baten in vergelijking met conventionele werkvormen de balans voor alle stakeholders in vele gevallen positief is. Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is dan ook om na te gaan of de hoge potentialiteit van de implementatie van telewerken bekomen uit recente analyses voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewestd ook aanwezig is in andere Belgische grootsteden, meer bepaald Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi. Hierbij zal in eerste fase worden nagegaan of dezelfde stimuli en belemmeringen aanwezig zijn als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dan wel of er rekening moet worden gehouden met significante verschillen tussen Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Uit recent onderzoek kwam ook naar voren dat 17 procent van de ondervraagde werknemers verkoos te telewerken in een telewerkcentrum of een satellietbureau. Daarom zal de tweede fase eruit bestaan een localisatiemodel op te stellen met het oog op de optimale locatie te bepalen van satellietbureaus en telewerkcentra zodanig dat niet alleen een optimale implanting wordt bekomen vanuit verkeersoogpunt maar ook vanuit hert organisatorisch standpunt en het standpunt van de betrokken populatie werknemers. In de derde fase kan dan nagegaan worden of de effecten die spelen bij de implementatie van telewerken in urbane gebieden ook relevant zijn voor de implementatie van telewerken in rurale gebieden en welke de invloed is van de implementatie van telewerken op de rurale verkeerstromen. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ROSETTE S'JEGERS
Virtuele mobiliteit: telewerken als alternatief voor structurele congestie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Telewerken zal mogelijk evolueren tot de dominante arbeidsvorm van de 21ste eeuw omdat na afweging van 'kosten' en 'baten' in vergelijking met conventionele werkvormen de balans voor alle 'stakeholders' in vele gevallen positief is. Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is dan ook om na te gaan of de hoge potentialiteit van de implementatie van telewerken, bekomen uit recente analyses voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook aanwezig is in andere Belgische grootsteden, meer bepaald Antwerpen, Gent, Hasselt, Luik, Namen en Charleroi. Hierbij zal in een eerste fase worden nagegaan of dezelfde stimuli en belemmeringen aanwezig zijn als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dan wel of er rekening moet worden gehouden met significante verschillen tussen Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • ALAIN VERBEKE
Virtuele mobiliteit integreren in innovatie- en moderniseringsstrategieën in hoger onderwijs. KU Leuven Abstract: Het VMCOLAB project wil een bijdrage leveren aan de innovatie en internationalisering van Europese hogeronderwijsinstellingen door het potentieel van ICT en virtuele mobiliteit ten volle uit te buiten en door de toegang tot internationale leerervaringen voor alle Europese studenten te vergemakkelijken. De doelstellingen van het project zijn om een kwaliteitszorgsysteem voor virtuele mobiliteit te ontwikkelen; het bewustzijn te verhogen van het potentieel en de mogelijkheden van virtuele mobiliteit bij zowel de instellingen als de studenten; het opzetten van een geheel van ondersteunende diensten voor de hogeronderwijsinstellingen die virtuele mobiliteit willen uittesten; het integreren van virtuele mobiliteit in een institutionele academische context. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Wim Van Petegem
Virtuele mobiliteit in internationale stages. KU Leuven Abstract: Het PROVIP project werkt rond het thema van volledig virtuele en virtueel ondersteunde stages. Het project bouwt verder op de resultaten van het (URL:http://www.euvip.eu/)<SPAN style="COLOR: #0c788b; TEXT-DECORATION: none; text-underline: none"> TEXT-DECORATION: none; text-underline: none">EU-VIP project dat onderzochthoe virtuele mobiliteit internationale stages kan ondersteunen en zelfsmogelijk kan maken.Het doel van PROVIP is om de EU-VIP resultaten, richtlijnen en trainingsmateriaal rond hoe virtuele mobiliteit in internationale stages geïntegreerd kan worden, verder te exploiteren en te dissemineren. Dit zal gerealiseerd worden door:Disseminatie en training op zowel regionaal als Europees niveau. Deze is in eerste instantie gericht op de bedrijfswereld, maar ook op hogeronderwijsinstellingen en studenten. Het realiseren van samenwerking tussen hogeronderwijsinstellingen en bedrijven in Europa gericht op virtuele en virtueel ondersteunde internationale stages. Structurele samenw Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers:
• Wim Van Petegem
Virtuele Bibliotheek politie-justitie Universiteit Gent Abstract: In het project zal men nagaan of het mogelijk is om een webplatform te creëeren waar politiemensen informatie kunnen opzoeken en contextualiseren met het oog op de bevordering van de interpretatie van gerechtelijke gegevens en de analyse van criminele fenomenen. Er wordt een lastenboek opgesteld betreffende de ontwikkeling van een onthaalportaal. De voor- en nadelen van het systeem zullen geëvalueerd worden. In de eerste plaats wordt dit systeem ontwikkeld voor de federale politie, maar in een latere fase wordt gekene of een eventuele uitbreiding naar justitie en wetenschap mogelijk is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
VIONA: Versterking van het arbeidsvolume in de social profit-sector. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • HIVA-OG Arbeid en Organisatie
Onderzoekers: • Miet Lamberts
VIONA-studieopdracht : Lessen voor het Vlaamse arbeidsmarktbeleid uit de Adult Skill Survey ( PIAAC). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Personeel en Organisatie Leuven
Onderzoekers: • Marijke Verbruggen
Viona-Project. Universiteit Antwerpen Abstract: Viona-Project. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Vim-procedure ter evaluatie van de rentabiliteit van buitenlandse directe investeringen (DBI) d.m.v. de externe handel van voertuigen, instrumenten en machines (=VIM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is opgevat als een `mini module' met als doel de financiële redeneringen rond investeringen empirisch te vergelijken met de `reële' redeneringen rond internationale handel. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie
Onderzoekers: • Evrard Claessens
Vieringen en natievorming: een historisch onderzoek naar de politieke en culturele rol van feestdagen, 1945 - heden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studies van Benedict Andersen Imagined Communiuties: reflections on the origins and spread of Nationalism (1983) , Ernest Gellner Nation and Nationalism (1983) en Ernest Hobsbawn Nation and Nationalism since 1780. Programme , Myth , Reality ( 1990 ) hebben reeds de complexe relaties tussen naties , staten en nationalisme onderzocht. Verder specifiek onderzoek is vereist om na te gaan op welke wijze deze samenleving door diverse politiek-culturele bewegingen worden ingevuld en gehanteerd. Zo een onderzoek kan ons inzicht verschaffen in de uiteenlopende visies ten aanzien van de Belgische samenleving , Vlaamse , Waalse en Brusselse identiteit en de eigen natie en/of gemeenschap.Via deze studie willen we aan de hand van een analyse van de toespraken en de gehanteerde symboliek op de Vlaamse 11 juli-, de waalse september - en de Belgische 21 juli-vieringeen onderzoekenin welke mate de eigen natie vormwordt gegeven. De cruciale rol van Brussel als strijdplaats zal in het onderzoek centraal staan . Deze studie zal diverse relevante historische , sociologische en antropologische studies en methodes integreren.De centrale vraag is in welke mate ( politieke-culturele ) vieringen gebruikt worden om de eigen gemeenschap, natie , en /of identiteit vorm te geven. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Geschiedenis
Onderzoekers: • ELS WITTE • ANJA DETANT
VES/12/023 D-Palm. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen
Verzorging van een training en opvolging voor Belgische diensten intensieve zorgen, die vrijwillig deelnemen, in het kader van het Biomed-project.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een training en een opvolging zal verzorgd worden voor Belgische diensten intensieve zorgen, die vrijwillig deelnemen, in het kader van het Biomed-project ("The implementation of guidelines for budget control and cost calculation in European intensive care units and its effects on the quality of ICU management", Euricus III, EU-project: Biomed 2, contractnr. BMH4-98-3461). De technische training, die onder genoemde Euricus III-project valt, zal betrekking hebben op inzichtelijke elementen van kostprijscalculatie en butgettering, maar zal in het kader van de huidige overeenkomst geplaatst worden binnen het breder kader van een actie-onderzoek. Dit impliceert dat hiertoe bijkomende activiteiten zullen worden georganiseerd die zich situeren binnen een groepgerichte organisatie-interventie met als belangrijkste doel het functioneren van een dienst intensieve zorgen, de interne samenwerking en haar management te verbeteren. Organisaties: • Kritische Zorgen • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector
Onderzoekers: • LUC HUYGHENS • MARC JEGERS
Verzelfstandigd besturen. Naar een algemeen juridisch raamwerk voor het creëren en reguleren van verzelfstandigde besturen. Universiteit Antwerpen Abstract: Zowel in België, in het buitenland als binnen de E.U. worden belangrijke overheidstaken steeds vaker toevertrouwd aan verzelfstandigde bestuursorganen, zijnde publiek- of (semi)privaatrechtelijke entiteiten, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die functioneren op een zekere afstand van de kernadministratie. De evolutie naar meer verzelfstandiging doet fundamentele vragen rijzen naar de juridische mogelijkheden en grenzen van verzelfstandiging en naar het democratisch gehalte van deze entiteiten. Recent is hierover in diverse rechtssystemen kaderregulering tot stand gebracht, maar omdat van dat kader frequent wordt afgeweken en het ook maar een beperkt aantal zaken regelt, blijven vele vragen en problemen bestaan. Dit onderzoeksproject beoogt het ontwikkelen van een algemeen juridisch raamwerk over verzelfstandigd bestuur. Welke publiekrechtelijke regels en beginselen beheersen enerzijds de beslissing tot verzelfstandiging en anderzijds de werking van deze verzelfstandigde entiteiten of zouden deze moeten beheersen? Zijn de traditionele regels en principes van het publiek recht toepasselijk op deze verzelfstandigde entiteiten? Een dergelijk juridisch raamwerk is noodzakelijk voor de regelgever die kaderregulering wil creëren, voor de overheid die verzelfstandigde entiteiten wenst op te richten, voor de verzelfstandigde bestuursorganen zelf en voor de toezichthoudende organen. Het kan tevens dienen als een interpretatief kader aan de hand waarvan de vele juridische vragen die vandaag rijzen, kunnen worden opgelost. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek
Verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens met betrekking tot etnische afkomst en handicap voor statistische doeleinden ter bestrijding van discriminatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorstel concentreert zich op het gebruik van gevoelige data voor de uitvoering van het antidiscriminatie beleid. België vormt de focus van het onderzoek. De bedoeling is een model of systeem te ontwikkelen voor de verzoening van privacy rechten en andere rechten die gelijkheid bevorderen. De groeiende consensus op internationaal en Europees vlak over het belang van gedetailleerde statistieken over de samenstelling van een bepaalde bevolking vormt de basis van het onderzoek. Op deze manier zal geprobeerd worden bestaande het bestaande antidiscriminatie en diversiteitbeleid volledig operationeel te laten worden. Discriminatie kan op geen enkel niveau geïdentificeerd worden zonder betrouwbare en gedetailleerde gegevens over de samenstelling van de bevolking inzake gelijkheidsgroepen. Dergelijke data moeten beschikbaar zijn voor de maatschappij in haar geheel (macro niveau) als in de personeelsmappen van de overheid en bedrijven (micro niveau). Privacy wetgeving is geïdentificeerd als de voornaamste struikelblok voor de verzameling van (gender) statistieken. Omdat wetgeving op gebied van gegevensbescherming een erg stijf systeem bevatten voor de registratie en verwerking van gevoelige gegevens over ras, etniciteit, gender, seksualiteit en gezondheid, is er een groeiende nood om naar deze regels te kijken zodat de mogelijkheden voor toezicht op minderheid gelijkheidsgroepen bepaald kunnen worden. Het is nodig te analyseren hoe deze wetgeving inzake gegevenbescherming opgesteld is, en of statistisch toezicht op minderheidsgroepen en groepen die gevoelig zijn voor discriminatie compatibel is met de onderliggende principes en of het mogelijk is een wettelijk kader te creëren om te verzekeren dat privacy en discriminatie optimaal samengaan. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan welke soort data (persoonlijk, gecodeerd of anoniem) bewerkt moet worden en hoe dit het best kan gebeuren (primaire of secundaire bewerking). De verwachte uitkomt van dit onderzoek bestaat uit duidelijke richtlijnen over dit onderwerp die de voorwaarden uiteen zetten hoe de ultieme doelstelling van bestrijding van discriminatie bereikt kan worden door de verwerking van gegevens die discriminerend zijn. Organisaties: • Fundamentele rechten en constitutionalisme • Metajuridica
Onderzoekers: • Emanuela IGNATOIU-SORA • Jozefien VAN CAENEGHEM • PAUL DE HERT
Verwerking van de KeFiK-enquête KMO-financiering. Universiteit Antwerpen Abstract: Verwerking van de KeFiK-enquête KMO-financiering. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Verwerking van de enquête uitgevoerd onder leden en andere personeelsleden van Vlaamse parastatalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract niet beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS
Verwerking enquêtes jongeren in de leertijd en in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DSBO).
Universiteit Antwerpen Abstract: Verwerking enquêtes jongeren in de leertijd en in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DSBO). Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Verwerken van Sociale Informatie bij Kinderen: De Rol van Situationele gegevens en Kenningsstructuren Universiteit Gent Abstract: De doelstelling is de validiteit na te gaan van de link tussen sociale aangepastheid bij kinderen en hun gebruik van situationele cues en kennisstructuren voor het begrijpen van sociale situaties. Meer bepaald, om deze link te evalueren gebruik makend van (1) specifieke predicties gebaseerd op de schematheorie (2) problematische en niet-problematische sociale situaties en (3) een random groep kinderen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse
Verwerken van gegevens verzameld via enquête van het NVSM via S-Magazine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • PETER DE VLEESCHOUWER • Lieve SMETS
Verwachting selectie-tool Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NV Colruyt Group Services' hebben voor het project ' Verwachting selectie-tool' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Joeri HOFMANS
Vervolg-onderzoek van de experten op onpartijdigheid bij de VRT. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Media, beleid en cultuur (MPC)
Onderzoekers: • Hildegarde Van den Bulck
Vervolgonderzoek ikv : Onderzoek naar de resultaten van het opvangbeleid voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd, vooral in functie van een beter inzicht in de factoren die samenhangen met recidive (vervolgonderzoe... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit vervolgonderzoek sluit aan op de eerste fase van het onderzoek in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap: 'Geplaatste delinquente jongeren en recidive: onderzoek naar de resultaten van het opvangbeleid voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, vooral in functie van een beter inzicht in de factoren die samenhangen met recidive'. Dit onderzoek beoogt na te gaan wat de effectiviteit is van de (eerste) plaatsing van delinquente jongeren in een gemeenschapsinstelling. Concreet vertaalt dit zich in de centrale onderzoeksvraag: In welke mate recidiveren jongeren nadat ze geplaatst zijn geweest door een jeugdrechter in een gemeenschapsinstelling of het federaal centrum De Grubbe naar aanleiding van een als misdrijf omschreven feit? Zoals blijkt uit de titel van het onderzoek was het in een eerste fase niet enkel de bedoeling de recidive te meten in het licht van het effect van de plaatsing. Daarnaast werd ook voorop gesteld de verschillen betreffende recidive in verband te brengen (te contextualiseren) met persoonsgebonden factoren en regimegebonden factoren. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS • Els DUMORTIER • ELISABETH ENHUS
Vervolgonderzoek en publicatie in de reeks "De fonteinen van de Oranjeberg" Universiteit Gent Abstract: Het eerste deel omvat het institutioneel kader en focust zich op de aanloop en totstandkoming van het provinciedecreet, evenals de gevolgen voor de interne provinciale organisatie. Het tweede deel is een ?politieke biografie? met een bundeling van gegevens over het politiek personeel in de periode 1994-2010, een prosopografische analyse en biografieën van de gouverneurs, provincieraadsvoorzitters, gedeputeerden en griffier. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Vervolgingsbeleid van internationale strafhoven.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit internationaal onderzoek gaat na hoe de vervolgende instanties van uiteenlopende internationale strafrechtbanken hun vervolgingsbeleid formuleren en uitvoeren. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Filip Reyntjens
Vervoersgebruik en sociaal beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de relatie onderzocht tussen vervoersgebruik en sociaal-economische ongelijkheid. De bestaande databanken (o.m. PSBH, Volkstelling) worden doorgelicht om een sociaal-economisch profiel van het mobiliteitsgebruik op te stellen. Met behulp van het microsimulatiemodel MISIM willen wij de gevolgend meten van beleidsmaatregelen op inkomensverdeling en armoede. De aandacht wordt toegespitst op effecten van beleidsalternatieven om openbaar vervoer aan te moedigen en om autogebruik te ontmoedigen. Organisaties: • CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Godelieve De Lathouwer • Cornelius Van den Bosch
Vervoerbare verplaatsingshulpmiddelen op voertuigen van VVM De Lijn en/of voertuigen die ingezet worden voor de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Universiteit Hasselt Abstract: De bestaande en huidige studies tonen duidelijk aan dat in het Vlaams toegankelijk vervoersysteem het gebruik van het OV steeds de voornaamste (eerste) keuze moet zijn. Slechts wanneer dit type vervoer niet mogelijk is voor een bepaalde persoon en in een bepaalde situatie, kan het aangepast vervoer complementair ingezet worden voor een specifieke verplaatsing. Het gebruik van een bepaald type hulpmiddel is een belangrijke factor die het gebruik van het openbaar en aangepast vervoer beïnvloedt. Indien een persoon zich met het OV wenst te verplaatsen, dient het voertuig immers aangepast te zijn aan de afmetingen en karakteristieken van dit type hulpmiddel. Er dient dus duidelijkheid te zijn over welke hulpmiddelen al dan niet vervoerd kunnen worden op voertuigen van De Lijn. Dit is niet enkel van groot belang voor gebruikers zelf, maar ook voor chauffeurs van de voertuigen en de producenten van de hulpmiddelen. Bij de reservatietools van De Lijn, bij de vervoerders van de openbaredienstverplichting en in de provinciale MAV's is er eveneens nood aan een dergelijk instrument om snel en eenduidig (en vooraf aan de verplaatsing) te kunnen bepalen welk hulpmiddel op welk voertuig mee kan. De opdracht bestaat in eerste instantie in het opstellen en actualiseren van twee lijsten met twee- of meerwielige voervoerbare hulpmiddelen voor enerzijds de bussen en trams van VVM De Lijn en anderzijds de voertuigen die ingezet worden voor de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit. Beide lijsten dienen jaarlijks geactualiseerd te worden en dit tot en met het jaar 2019. Beide lijsten dienen zo opgesteld dat deze op een praktische wijze kunnen geïmplementeerd worden. Een voorstel van aanpak dient uitgewerkt om de lijsten te implementeren bij de producenten met oog op informatieverwerking naar de gebruiker toe. Om controle op het terrein mogelijk te maken, dient een label "toegestane hulpmiddel" te worden uitgewerkt. Samen met de opdrachthouder en VVM De Lijn wordt een voorstel van een (elektronische) drager uitgewerkt. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • An NEVEN
Vertrouwen in de Belgische strafrechtsketen - Een kwalitatief empirisch onderzoek naar de vertrouwensrelatie tussen de politie, het parket en deonderzoeksrechter KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Annie Hondeghem • Jeroen Maesschalck • Jolien Vanschoenwinkel
Vertrouwen en instituties: belastingplicht en de ethiek van goed bestuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Luc Van Liedekerke • Willem Lemmens
Vertekent respondent-inefficiëntie de geschatte bereidheid tot betalen in discrete keuze-experimenten voor nietmarktgoederen? Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoek situeert zich binnen het veld van micro-economisch onderzoek gericht op het achterhalen van de voorkeuren en bij verlenging hiervan de bereidheid tot betalen (BTB) voor niet-markt goederen. Hiertoe worden normaliter "stated preference" methodes gebruikt, zoals discrete keuze experimenten. Bij deze laatste worden respondent gevraagd om herhaaldelijk keuzes te maken tussen meerdere alternatieven die beschreven worden door een aantal attributen en aantal levels. Vervolgens, aan de hand van niet-lineaire regressie modellen gebaseerd op "random utility theory" (RUT) kan het indirect nut dat elk attribuut of level bijdraagt tot het te waarderen goed of dienst worden bepaald. Hierbij wordt verondersteld dat de respondent een perfect rationele denker is. Deze assumptie wordt echter gecontesteerd. Meer nog, het werd reeds aangetoond dat de BTB vaak wordt overschat wanneer de schattingen vergelijken met echte uitgaven of uitgaven in experimenten met gevolgen
voor het inkomen. Bijgevolg is er nood aan: (1) het nagaan van de invloed van de context op keuzes, (2) het nagaan van de invloed van pecuniaire gevolgen op de beslissingsmethode, en (3) het modelleren van een alternatieve beslissingsheuristiek waarin het negeren van ganse alternatieven wordt gemodelleerd. Organisaties: • Milieueconomie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Vertegenwoordiging in het burgerlijk geding. KU Leuven Abstract: De regels inzake vertegenwoordiging in rechte de vertegenwoordiging van een materiële procespartij door een formele procespartij zijn onder het huidige Belgische recht niet eenduidig. De bestaande rechtspraak en rechtsleer is disparaat en casuïstisch, nietzelden vaag of onvolledig en soms zelfs inconsistent. Hoewel de vertegenwoordigingsfiguur in het procesrecht vele vragen oproept Wat zijn de voorwaarden tot vertegenwoordiging in rechte?Wat zijn de gevolgen, bijvoorbeeld voor het gezag van gewijsdeof de aanwending van rechtsmiddelen? Kan men zich anoniem laten vertegenwoordigen? zijn de antwoorden moeilijk te vinden envaak onbevredigend. Dit gebrek aan systematiek en coherentie leidt op zijn beurt tot rechtsonzekerheid en tegenstrijdige resultaten in de praktijk. Deze status quaestionis inzake procesrechtelijke vertegenwoordiging staat in schril contrast met de leer van de privaatrechtelijke vertegenwoordiging in het gemeen verbintenissenrecht. De studie der vertegenwoordiging Organisaties: • Instituut voor Gerechtelijk Recht
Onderzoekers: • Benoit Allemeersch • Sven Sobrie
Vertaling in het nieuws: een etnografisch ondersteunde taalpragmatische studie van de rol en aard van vertaling bij de nieuwsredactie in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Journalisten beweren vaak dat ze buitenlands nieuws niet 'vertalen', dat ze steeds (nieuwe) nieuwsartikelen produceren. Onderzoek toont aan dat journalisten af en toe weldegelijk dienen te vertalen, en hun artikelen dus niet gewoon baseren op anderstalige bronnen. Door te kijken naar de verschillen en gelijkenissen tussen een corpus nieuwsartikelen (afkomstig van kranten en nieuwssites) en een corpus (anderstalige) persberichten en telexberichten waarop deze artikelen zijn gebaseerd, door interview af te nemen bij journalisten en door participerende observatie bij Vlaamse nieuwsredacties, willen we achterhalen wat nu juist de rol en aard van vertalen is binnen de nieuwsredactie. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Leona Van Vaerenbergh
Verstrekken van expertise op het vlak van ethisch verantwoord sporten, met inbegrip van de problematiek aangaande integriteit, seksueel misbruik en geweld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Filip Van Den Eede
Verstrekken van expertise op het vlak van ethisch verantwoord sporten: luik management en beleid Universiteit Gent Abstract: In het kader van de oproep ?offerteaanvraag?verstrekken van expertise op het vlak van ethisch verantwoord sporten, met inbegrip van de problematiek aangaande integriteit, seksueel misbruik en geweld? stellen we voor expertise te leveren met betrekking tot de volgende aspecten: 1.Conceptuele afbakening van de belangrijkste onderzoeksbegrippen, 2.Implementatie van het co-governance principe 3.Principes van ethische besluitvorming en ethisch management 4.Meting van een ethisch klimaat in sportorganisaties. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Annick Willem
Versterking van institutionele capaciteit om masterprogrammas bestuurskunde en/of ontwikkelingsmanagement te ondersteunen in Ambo Universiteit, Ethiopië. KU Leuven Abstract: Het project draagt bij tot de ontwikkeling van bestuurskunde als hefboom. Hiertoe, stimuleert het de Ethiopische markt van de academische diensten (onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening) in het veld van de bestuurskunde. Enerzijds worden er aan de Ambo Universiteit competenties gecreëerd via kortlopende opleidingen over de ontwikkeling van onderwijsprogrammas, onderzoeksmethoden en beleidsadviezen en vier doctoraatsopleidingen. Anderzijds worden er instellingen gecreëerd zodat vraag (publieke sector, private sector en nonprofit sector) en aanbod (academische instellingen) elkaar tegemoetkomen, in het bijzonderonder de vorm van een Ethiopian Association of Public Administration and Development (EAPAD). Tijdens het project, zal deze vorm van samenwerken door de 4 doctoraatsonderzoeken over prestatiemanagement, leiderschapen publieke waarden, mulit-level governance en parterschapsmanagement uitgeoefend worden. Tijdens het opstellen van de projectbeschrijving, werden Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
Versterking van het arbeidsvolume in de sector van het sociocultureel werk.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • HIVA-OG Arbeid en Organisatie
Onderzoekers: • Miet Lamberts
Versterking van een klinische onderzoekseenheid bij UNIKIN, in de Democratische Republiek Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC)
Onderzoekers: • Jean-Pierre Van geertruyden
Versterking van de Faculteit Wetenschappen van de Universiteit van Kinshasa door intensieve samenwerking met de Faculteiten Exacte Wetenschappen van de Vlaamse universiteiten Universiteit Gent Abstract: Het project heeft als doel om de capaciteit van de Faculteit Wetenschappen van de Universiteit van Kinshasa, te versterken door meer samenwerking met de Vlaamse universiteiten en modernisering van laboratoria. Modernisering van laboratoria zal de kwaliteit van praktisch werk en oefeningen op de 1e 2e cycli verbeteren. Prioriteit wordt gegeven aan onderzoek apparatuur die dient voor het praktische werk. De onderwerpen worden geselecteerd op basis van de behoeften van de departementen. Uit het academisch en wetenschappelijk personeel zal een UNIKIN kandidaat worden gekozen voor gerichte plaatsingen of een Master opleiding in België. Netwerken zullen worden opgericht om het Congolese personeel in staat stellen mee te werken in het mondiale wetenschappelijke dorp. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
Versterking van de academische capaciteiten in economie en humane ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Versterking van de academische capaciteiten in economie en humane ontwikkeling. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio
Onderzoekers: • Stefaan Marysse • Tom De Herdt
Versterking en herziening van Europese praktijken bij overstromingsgevaar. Naar aangepaste en duurzame beleidsafspraken inzake overstromingsrisco's (STAR-FLOOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Ann Crabbé
Verstedelijking en stadsvlucht : migratiebewegingen naar huishoudenstypen en socio-economische karakteristieken in Vlaanderen.(Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Huisvesting.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Via een geanonimiseerde koppeling van interne migraties in de periode 1991-96 aan de sociaal-economische covariaten opgemeten in de volkstelling van 1991 (Nationale Databank Interne Migraties) worden de migraties qua richting (d.i. tussen steden, randstedelijke gemeenten, banlieue, rurale gemeenten) geanalyseerd in functie van leeftijd, geslacht, type van huishoudensinkomen, onderwijspeil en sociaal-economische status. De eerste hoofdstukken zijn specifiek voor elk van deze covariaten terwijl een afsluitend hoofdstuk een multivariate analyse geeft via een zgn. 'competing risk' logistische regressie. Dit is de meest exhaustieve analyse van interne migraties in België. Uitgebreide cartografie. Referentie: D. Willaert, J. Surkyn, R. Lesthaeghe (2000): 'Stadsvlucht, verstedelijking en interne migraties in Vlaanderen en België', Steunpunt Demografie, Vakgroep Sociaal Onderzoek, VUB, Brussel (rapport op CD-Rom, meerdere hoofdstukken ook op website SOCO, Interface Demography, publications on line) Organisaties: • Sociologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • DIDIER WILLAERT • JOHAN SURKYN
Verschuivende patronen van participatie en representatie in Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Traditionele patronen van participatie en representatie komen in toenemende mate onder druk te staan in liberale democratieën (Putnam 2000; Dalton 2004). Enerzijds is er een bezorgdheid over een systematische daling van de deelname aan althans sommige, eerder traditionele vormen van politieke participatie. Hoewel het grootste deel van de literatuur in dit verband te situeren valt in de Verenigde Staten, stellen we vast dat er ook in een aantal landen van West-Europa sprake is van een systematische daling van de deelname aan verkiezingen, van het lidmaatschap van politieke partijen, en van het lidmaatschap van middenveldorganisaties zoals vakbonden. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat een systematisch overzicht van de meest recente gegevens voor Europa momenteel ontbreekt, gelet op de diverse stadia inzake de gegevensverzameling op nationaal vlak. Anderzijds is de representatie van politieke belangen ook sterk aan verandering onderhevig. Traditionele breuklijnen, b.v.b. op basis van religieuze achtergrond of socio-economische positie, lijken aan belang in te boeten. Politieke systemen moeten
daarentegen het hoofd bieden aan nieuwe representatievormen, waarbij etnische en culturele identiteit, gender, attitudes en de massamedia een steeds belangrijker rol spelen. Binnen de theoretische literatuur overheerst de verwachting dat het politiek vertrouwen van de bevolking mede een gevolg is van de mate waarin zij het democratisch besluitvormingsproces als legitiem en effectief beschouwt. Een daling van het politiek vertrouwen wordt dan weer geassocieerd met een gebrek aan stabiliteit van het politiek regime, en met een daling van de bereidheid overheidsinterventie te ondersteunen. Zowel op basis van deze theoretische overwegingen, als op basis van beleidsoverwegingen is onderzoek naar de veranderende patronen van participatie en representatie dan ook een belangrijk onderwerp binnen de politieke wetenschappen. Het Europees onderzoek kampt daarbij met twee handicaps: - ten eerste is er natuurlijk het feit dat de dataverzameling en theorieopbouw grotendeels per land verloopt, zodat we over relatief weinig algemene overzichten beschikken voor West-Europa in het algemeen; - bovendien is er het feit dat participatie traditioneel eerder gezien wordt als een onderwerp binnen de subdiscipline van de politieke sociologie (met een nadruk op individueel gedrag van burgers), terwijl representatie eerder gezien wordt als een thema van de studie van parlementaire systemen (met een nadruk op de studie van parlementen en andere elementen van het politiek systeem) De afgelopen jaren is er duidelijk sprake van een toenadering, zowel met betrekking tot de verschillende nationale onderzoekstradities als met betrekking tot de verschillende subdisciplines. Dit komt onder meer tot uiting in gezamenlijke congressen, publicaties, onderzoeksprojecten en wetenschappelijke netwerken. Met deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap willen we bijdragen aan dit proces, door onderzoekers van verschillende landen samen te brengen. Dat zal enerzijds gebeuren aan de hand van het op geregelde data beleggen van wetenschappelijke bijeenkomsten (minstens één internationale bijeenkomst per jaar), en anderzijds door het uitwisselen van onderzoekers uit de diverse groepen, waarbij ook trainingsessies worden voorzien (o.m. met betrekking tot specifieke kwantitatieve onderzoekstechnieken). Dit heeft uiteraard voordelen voor de eigen post-doc onderzoekers, die op deze wijze in staat worden gesteld meer internationale ervaring op te doen, maar het kan er anderzijds ook voor zorgen dat diverse internationale onderzoeksteams sterker geneigd zullen zijn samenwerkingsakkoorden op te zetten met onze instellingen. De oprichting van deze onderzoeksgemeenschap stelt ons in staat bij te dragen tot het internationale academische debat en de Belgische politieke wetenschappen duidelijk op de kaart te zetten. Afgaande op het aantal publicaties in internationale tijdschriften, en de citaties die hieruit volgen, kunnen we stellen dat de kernonderzoeksgroepen de afgelopen jaren een belangrijke internationale reputatie hebben verworven (Hooghe: 23 SSCI-publicaties en 133 cites; Walgrave 11 publicaties en 45 cites; Deschouwer 9 publicaties en 87 cites). Voor de verdere uitbouw van dit onderzoekspotentieel zal de komende jaren geïnvesteerd moeten worden in internationale zichtbaarheid, netwerking en verdere uitwisseling van (post-doc) onderzoekers. Mede daarom is deze Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap van cruciaal belang voor de verdere profilering op dit onderzoeksterrein. Meer specifiek willen we streven naar vooruitgang op twee domeinen. Voor wat de politieke participatie betreft is het van cruciaal belang dat we trends adequaat in kaart brengen, waarbij we ook een betrouwbare meting ontwikkelen voor nieuwere participatievormen. Daarbij zal onder meer gebruikt gemaakt worden van de beschikbaarheid van de data van de European Social Survey, maar ook van nationale bevolkingsonderzoeken. Tevens willen we hier wijzen op de expertise die reeds verworven werd door de Leuvense (survey-onderzoek rond participatie) en Antwerpse (betogingonderzoek) onderzoeksteams. Ten tweede willen we vooruitgang boeken op het vlak van politieke representatie. Meer specifiek willen we nagaan in hoeverre traditionele instellingen als politieke partijen en parlementen een rol kunnen spelen in veranderende representatiepatronen en op welke wijze zij hun rol hierbij invullen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bestaande expertise inzake politieke partijen (vooral VUB), maar ook van de opgedane methodologische ervaringen in verband met deze vorm van eliteonderzoek (UA). De uiteindelijke bedoeling blijft uiteraard om, op basis van de gegevens die de volgende jaren op een systematische wijze zullen worden verzameld, beide perspectieven samen te brengen: op welke wijze gaan partijen en parlementen om met de verwachtingen van de burgers inzake representatie en participatie? Kunnen deze gevestigde instellingen zich aanpassen aan de nieuwe eisen van de publieke opinie, of dringen zich functionele equivalenten op die deze representatiefunctie kunnen overnemen. Het antwoord op die vraag is niet alleen van groot theoretisch belang voor de politieke wetenschappen, maar heeft uiteraard ook belangrijke beleidsimplicaties op Europees vlak. Vanuit de goede samenwerking tussen de Vlaamse onderzoekseenheden en de reeds bestaande ad hoc samenwerking met de internationale partners willen we met deze Onderzoeksgemeenschap een wezenlijke bijdrage leveren aan dit debat. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Verschuivende nationale identiteiten. Een vergelijkende studie van Taiwan. Québec en Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studies over nationalisme onderscheiden twee ideaaltypes van nationalisme: een etnische (of cultuur) nationalisme en een civiek nationalisme. Het essentiële onderscheid tussen deze twee types treedt duidlijk op de voorgrond bij het stellen van de volgende vragen:1)wie maakt er deel uit van de natie?;2)waarop steune de legitimiteit van de nationalistische eisen? Etnisch nationalisme impliceert dat naties uit etnische groepen zijn samengesteld, en dat lidmaatschap van de natie berust op ascriptieve criteria zoals gemeenschappelijke afstamming, taalen religie; civiek nationalisme aanziet een natie als een groep individuen die vrijwillig een gemeenschap vormen, met als bindende kracht gemeenschappelijke waarden, instituties en sociale interactiepatronen. Wanneer onderzoekers van antionalisme dit onderscheid gebruiken, benadrukken ze echter steeds dat de twee concepten ideaaltypes zijn, m.a.w. het etnisch of civiek nationalisme bestaat niet in een zuivere vorm. In de praktijk zullen de concrete nationale zelf-identificaties van natie-staten zich situeren als punten in een spectrum tussen die twee ideaaltypes. In het natiebegrip van natie-staten zullen etnische en civieke elementen onvermijdelijk in aelkaar overlopen, zelfs wanneer etnisch en civiek nationalisme conceptueel onderscheiden worden. Een aantal auteurs maken een verdere differentiatie tussen verschillende vormen van etnisch of civiek nationalisme(bvb.Greenfeld,1992). Er bestaat heel wat comparatief empirisch onderzoek naar etnisch en civiek nationalisme. De meeste gebruikte methode is een vergelijking van de oorsprong, de ontwikkeling en de inhoud van nationalisme en van het nationaal bewustzijn in twee(of meer) naties in een welbepaalde tijdsspanne. In één bepaalde natie gaat men het etnisch nationalisme en in de andere het civiek nationalisme onderzoeken. Brubaker(1992) heeft bijvoorbeeld het Duitse met het Franse begrip van de natie geconfronteerd. Hij aanziet deze opvattingen over de nationale identiteit als gegroeid uit een diepgewortelde culturele en juridische praktijk. Verwoordingen van de nationale identiteit hebben hun specifieke karakteristieken naargelang deze achtergrondsfactoren, en die zijn ofwel meeretnisc ofwel mer cuviek van aard. Deze initiële karakteristieken neigen te blijven voortbsetaan gedurende het gehele natievormingsproces. Substantiële veranderingen vinden plaats op een heel lange termijn. Indien we echter de aandacht toespitsen oop het begrijpen van nationale identiteit op een kleinere schaal, bv. in federale staten of in verdeelde naties, stele zich de vraag of de evolutie van de nationale zelfperceptie en identiteit een gelijkaardig coherent en persistent patroon zal vormen. Onze belangstelling gaat uit naar de veranderingen die kunnen optreden in het nationale bewustzijn op het niveau van deelstaten in federaties, en op het sub-nationale niveau in verdeelde naties. Veranderingen en verschuivingen in het nationaal bewustzijn zijn op dit niveau vooral te wijten aan factoren die immanent zijn aan de bstaande staatsstructuur. In tegenstelling tot veranderingen in het nationaal bewustzijn op het niveau van de staat zijn dergelijke wijzigingen op het niveau van de delstaten of van gedeelde naties grotendeels het gevolg van processen binnen de gemeenschappelijke staat of natie. Het proces van natievorming op dit niveau heeft o.a. tot doel om de eisen van de deelstaten binnen de bestaande staat of natie te realiseren. De vorming van een nieuwe institutionele omgeving, die oorspronkelijk voorzien werd als antwoord op het modrenisering-en democratiseringsproces,wijzgt de politieke praktijken en attitudes van de politieke actoren. Met het verkrijgen van autonomie is er minder reden om nationalistische eisen op etnische critria te laten steunen. Het zoeken naar legitmiteit van de nieuwe politieke autoriteiten vereist
een meer'assimilationistisch', 'inclusief' en 'universalistisch' begrip van nationale identiteit (tegenover een 'differentialistisch','exclusief'en 'particularistisch' bewustzijn). Civiek nationalisme-dat in het verleden vaak door de staat gedragen werd- zou beter geschikt kunnen zijn dan het etnisch nationalisme om prblemen va, collectieve actie op te lossen, om etnische minderheden te neutraliseren, en om sociale integratie te verzekeren. gegeven het feit dat de concentratie van nationale idntiteit beïnvloed wodt door veranderende omstandigheden en door de wisselende zelfperceptie van de leden van de gemmenschap, stellen we als hypothese voorop dat op het deelstaatniveau in federale staten, en op het sub-nationale niveau in verdeelde naties een zekere verschuiving van etnisch naar civiek nationalisme zal optreden als gevolg van de vorming van nieuwe instituties. Zulk een verschuiving zou in de eerste plaats nagegaan moeten worden in de nationalistische bewegingen, in de politieke partijen in het algemeen en in de politieke praktijk van de nieuwe gezagsdragers. Ten tweede zou dit merkbaar moeten worden in het wetenschappelijk vertoog rond het natievormingsproces. Drie cases verschijnen als bijzonder relevant om deze te toetsen, Vlaaderen, Québec, en Taïwan. In wat volgt beperken we ons rtoe de twee laatste gevallen uiteen te zetten. Québec: Enkele recente onderzoeken over de nationalistische bewegingen in Québec suggereren dat er bij nationalistische groepen en de provinciale autoriteiten een verandering is opgetreden in het zelfbegrip van de natie, van een etnische/culturele definitie van Frans-Canadezen naar een 'Québecois' identiteit, gebaseerd op het territorium en de instituties(Balthazar,1992;Keating,1996). Rudin heeft in een studie van Frans)Canadese historici vastgesteld dat deze verschuiving ook in de geschiedschrijving van Québec waar te nemen valt. De 'kritische' periode voor deze verschuiving is de 'Révolution tranquille' in de jaren zestig, gedurende dewelke nationale instituties werden opgericht ten dienste van alle inwoners van Québec(Rudin,1997). Volgens deze ayteurs is de kern van de nationale identiteit geëvolueerd van cultureel-linguïstisch bepaald(Frans-Canadees) naar territoriaal en institutioneel(Québecois). Deze observatie wordt echter door vele critici tegengesproken. Taïwan: De moderne nationalistische beweging in Taïwan is in het Westen minder gekend dan de overige twee case studies. De Kuomintang(KMT)-regering van de Chinese repunliek vestigde haar gezag over hat eiland in 1949. Haar nationalistisch prgramma, dat de eenheid van China tot doel had, Werd in Taïwan door een onafhankelijkheids-beweging bestreden. De afgelopen decennia hebben onafhankelijkheidsgezinde wetenschappers uit verschillende disciplines actief bijgedragen tot een nationalistisch vertoog over Taïwan.Een diachronische analyse van hun geschriften brengt een interessante evolutie in de perceptie van de natie aan het licht. Tot de jaren zeventig was hat Taïwanese nationaal bewustzijn van de intellectuelen sterk etnisch getint. Ras en taal werden gebruikt om Taïwanezen van Chinezen te onderscheiden. Naar het einde van de jaren zeventig toe kende het nationalisme echter een verschuiving naar een territoriaal bepaalde civieke identiteit (Huang Shao Tang,1993;Shi Zhen)feng,1994en1995). Tegelijkertijd kende Taïwan een transitie van een autoritair bewind naar een democratische staat, met fundamentele wijzigingen in de politieke instituties. Dit proces oefende een sterke invloed uit op de KMT, die in 1991 haar stelling opgaf dat ze enige legitieme regering van China is. DeKMT spreekt nu in naam van de 'levende gemeenschap van Taïwan' en gebruikt termen als een 'burgerlijke maatschappij' in haar nationalistisch betoog. Er bestaat een uitgebreide literatuur over de ontwikkeling van het nationale bewustzijn in Vlaanderen, Québec en Taïwan, maar er is geen comparatief onderzoek van deze drie cases. Tevens zijn er veel nijdragen in de normatieve politiele theorie over de noties van cuviek en etnisch nationalisme. Er werden echter heel wat minder inspanningen geleverd om na te gaan in hoeverre en op welke wijze deze ideaaltypes praktisch toepasbaar zijn. De analyse van case studies die tot verschillende beschavingen behoren(de Westerse tegenover de Chinese beschaving) is zeker nuttig om het universeel karakter van deze ideaaltypes te toetsen. Het onderzoek zal zich toespitsen op de elitecultuur: ten eerste op de politieke leiders en beleidsverantwoordelijken in nationale bewegingenn in politieke partijen, in de administratieve en in de regering; ten tweede op het intellectuele vertoog rond natievorming. We zijn geïnteresseerd in de wisselweking tussen de betekenis van een nationale identiteit en het proces van staatsvorming. De overeenstemming tussen een nationalistische doctrine en poltieke attitudes betekent dat zulk een doctrine gebruikt kan worden in het openbaar beleid over onderwerpen die de kern van antionale identiteit raken, zoals immigratie, opvoeding, of taalpolitiek. Een nieuw beleid en nieuwe instelling kunnen op hun beurt de nationale identiteit gaan bepalen. Het project tracht drie onderzoeksvragen te beantwoordn. Ten eerste zal worden omschreven welke specfieke poltieke domeinen en vertogen dienen te worden geanalyseerd en vergeleken om na te gaan in welke mate het natiebegrip etnische of civieke karakteristieken bevat. Ten tweede dient te worden nagegaan of er, als gevolg van staatsvormingsprocessen op het niveau van deelstaten of op sub-nationaal niveau, een verschuiving is opgetreden of aan het plaatsgrijpen is naar een meer civiek natiebegrip. Ten derde dienen de factoren die deze verschuiving van een etnisch naar een civiek nationaal zelfbegrip tewegbrengen, te worden geïdentificeerd. Zulk een identificatie is eveneens nodig indien er op de tweede onderzoekingsvraag een negatief antwoord zou komen. In het eerste jaar van het project(Oktober1999-Oktober2000) heeft de vorser zich in de eerste plaats bezig gehouden met de literatuustudie. Bij het uitwerken van het theoretisch gedeelte heeft ze vooral gebruik gemaakt van de literatuur van de zogenaamde 'constructivistische school'. Hiervoor heeft ze ook literatuurstudie verricht in het buitenland(Harvard University en the School of Oriental and African Studies (SOAS) of the University of London). Ze heeft twee bijdragen geschreven voor boeken over secessie en antionalisme(zie de lijst van publicaties). Een bijdrage over Taïwan werd aanvaard voor de North America Taïwan Studies Annual Conference, die in juni 2001 in Seatle zal plaatsvinden. Twee studiereizen werden voor 2001 gepland:(1)één maand bibliotheekonderzoek en interviews in gespcialiseerde onderzoeksinstellingen over Taïwan in Peking en Shangai(april2001)en(2) één maand bibliotheekonderzoek en interviews in Taïwan aan de Chengchi University(oktober2001). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN
Verschijnen voor de jeugdrechter: een criminologisch onderzoek naar het "in court" gebeuren (de interactie en de communicatie) in jeugdzaken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het (hevige) maatschappelijke en academische Belgische debat over de jeugdbescherming en aanpak van jeugdige daders, zijn er geen wetenschappelijke (ethnografische) studies bechikbaar over het in court gebeuren binnen de jeugdstrafrechtspleiting. Nochtans blijkt uit schaars onderzoek bij jongeren dat de contacten met "justitie" belangrijk zijn in de beleving van straf en schuld. Dit onderzoeksproject wil tegemoet komen aan deze leemte. Vier onderzoeksvragen staan centraal: (1) Hoe verloopt de interactie tussen jeugdrechter en verschijnende minderjarige bij kabinetszitting en bij zitting ten gronde? (2) Welke specifieke sociale, culturele, pedagogische, ontwikkelingspsychologische of juridische elementen, dimensies, relaties en rolpatronen tekenen de communicatie en interactie in de jeugd(straf)rechtspleging en welke knelpunten treden op? (3) Wat is de impact van de gerechtelijke interactie en communicatie op de minderjarige dader (volgens de betrokkenen)? De onderzoeksopzet sluit aan bij de criminologische aandacht voor "law in action" via een kwalitatieve ethnografische studie van de dagdagelijkse praktijk ("het gebeuren" - de interactie) in de jeugdrechtbank. Het hieraan verbonden veldwerk steunt op een combinatie van klassieke
ethnografische onderzoekstechnieken van de observatie (in de jeugdrechtbank) en interviews met betrokkenen (cf. feedback interviewluik). Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
Verrichten van onderzoek en het verstrekken van adviezen tot aanpassing van het fiscale normenkader ter ondersteuning van het grootstedelijk beleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek dat zowel gericht is op fiscale maatregelen om de herverstedelijking en inzonderheid het terug leefbaar maken van achtergestelde gebieden te stimuleren, als op een analyse van de huidige fiscale wetgeving teneinde de regels aan te duiden die grootsteden fiscaal benadelen. Voor wat dit laatste betreft kan bv. worden gewezen op bestaande fiscale maatregelen die voornamelijk nieuwbouw stimuleren, daar waar in grootsteden voornamelijk renovatie van belang is. Dat renovatie fiscaal aanzienlijk minder gunstig wordt behandeld, benadeelt dan ook de grootsteden. Ook de diverse fiscale maatregelen waarbiuj rekening wordt gehouden met het Kadastraal Inkomen, welk een cijfermatig gegeven is dat vooral in grootsteden niet meer aangepast is aan de realiteit, benadeelt grootsteden. Op het vlak van fiscale stimulie komt het er voornamelijk op aan de grootsteden terug aantrekkelijk te maken en dit zowel om er te wonen, er te werken en er te leven. Ook hiervoor kunnen tal van fiszcale en andere stimuli worden bedacht. In een ruimer kader moet tenslotte ook worden gedacht aan het actualiseren van de fiscale bevoegdheden van gemeenten, die nog dateert van een epriode waar de moliliteit aanzienlijk kleiner was en die dan ook niet meer is aangepast aan de hedendaagse noden. In het bijzonder moet hier worden nagegaan in hoeverre een op het inkomen berekende belasting te behoeve van de werkgemeente gerealiseerd zou kunnen worden. Organisaties: • Fiscaal Recht
Onderzoekers: • MIGUEL DE JONCKHEERE
Veroudering en hersenplasticiteit: veranderingen in hersenstructuur, functie en connectiviteit in relatie tot complex motorisch gedrag. KU Leuven Abstract: Met dit project willen we onze kennis verruimen met betrekking tot leeftijdsgerelateerde veranderingen in het brein en hun gevolgen voor de bewegingssturing. Ons uitgangspunt is dat veranderingen in motorisch functioneren beperkt worden door functionele, structurele en connectiviteitsveranderingen in het normaal verouderende brein. Om deze uitdaging aan te gaan wordt gebruik gemaakt van een waaier van technieken bestaande uit (a) gedragsparadigmas om complex motorisch gedrag te bestuderen inclusief cognitieve controle, (b) state-of-the-art magnetische resonantie beeldvormingstechnieken om hersenstructuur, functie, en connectiviteitsveranderingen te bestuderen, en (c) transcraniale magnetische stimulatie (TMS)technieken om de toestand van de inhibitorische netwerken te verkennen.Alhoewel de algemene hersenstructuur en functie wordt onderzocht ligt de focus primair op het corpus callosum (CC) omdat het een centrale structuur is in de organisatie van complexe hersenfuncties die de intera Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Stephan Swinnen • James Coxon • Marcus Heitger
Veroorzaakt werkloosheid vroeg in de loopbaan littekens? Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt of werkloosheid vroeg in de arbeidsloopbaan van Vlaamse jongeren littekens toebrengt op lange termijn. We beogen hiermee betere inzichten te verwerven in succesfactoren voor de arbeidsloopbaan en welke rol het terugdringen van jeugdwerkloosheid hierin speelt. Organisaties: • Vakgroep Sociale economie
Onderzoekers: • Bart Cockx
Verontschuldigingen door politieke actoren en herstel van normovertreding : doorlichting van het conceptuele veld rond verontschuldigingen en descriptief ethische analyse van casussen uit de internationale politiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Internationale politiek
Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts
Vernieuwing in het Vlaamse leerplichtonderwijs. Een overzicht van het terzake relevant onderwijskundig onderzoek Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt nagegaan welke de belangrijkste Vlaamse onderwijskundige studies zijn die de laatste tien jaar zijn verricht op het gebied van onderwijsinnovatie en curriculumvernieuwing. De strategieën worden geïnventariseerd die onderzoekers hanteren om hun resultaten kenbaar te maken bij leraren en scholen en er wordt nagegaan in welke mate de onderzoeksresultaten toepassing hebben gevonden in de onderwijspraktijk. Het onderzoek is gericht op het formuleren van beleidsaanbevelingen.
Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Johan van Braak
VerMEID de wetenschappen Universiteit Gent Abstract: Tijdens het schooljaar 2008-2009 worden meisjes uit het lager en middelbaar onderwijs van de Gentse scholengroep Panta Rhei warm gemaakt voor de wetenschappen. Met de inbreng van wetenschappers van de UGent worden de leerlingen gesenibiliseerd rond de algemene thematiek van meisjes en wetenschap. Anderzijds zullen ze kennismaken met de verschillende harde en zachte wetenschapsdisciplines. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Verlichten van het lijden in de laatste levensfase. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwerp: Verdovende middelen bij palliatieve patiënten worden meer en meer gebruikt als laatste redmiddel tijdens de laatste levensfase. Dit wordt hevig bekritiseerd door de gelijkenis met Euthanasie. De Klinische kenmerken zijn vaak verkeerdelijk begrepen. Grote verschillen in de frequentie bij terminale verdoving overal in Europa duid aan dat het gebruik niet alleen bepaald wordt door de ernst van het lijden bij de patiënten, maar ook door andere factoren. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Judith Anna Cathari RIETJENS • LUC DELIENS
(=VERLENGING van FVO8 )Onderzoek naar de verwachtingen mbt het loopbaaneinde en de economische, sociale en culturele factoren die deze verwachtingen beïnvloeden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige sociale zekerheidsstelsel haalt de overgrotemeerderheid van zijn inkomsten uit arbeid. Er dient dan ook een voldoende basis van tewerkgestelden te zijn om het sociale zekerheidsstelsel te schragen. Op dit moment is de activiteitsgraad van oudere werknemers echter schrikwekkend laag. Dit is niet enkel een probleem voor het sociale zekerheidsstelsel, de ouderen verliezen, door zich terug te trekken uit de betaalde arbeid, een belangrijke zingever in hun leven. De lagere activiteitsgraad van oudere werknemers is in grote mate toe te schrijven aan een aantal regelingen die werden uitgewerkt om een vervroegde uittreding van oudere werknemers te bewerkstelligen om de werkloosheid bij de jongeren tegen te gaan. Ondertussen is de vervroegde uittreding een sociale verwachting geworden bij werkgevers en werknemers. Door middel van een representatieve survey onder 45- tot 65-jarigen wil de onderzoeksgroep de eigen visies van werknemers met betrekking tot de eindeloopbaanproblematiek grondig bevragen. Een goede kennis van de meningen van de oudere werknemers is immers een belangrijke sleutel in een juist beleid aangaande de eindeloopbaanproblematiek. In een eerste fase werden 3176 Vlaamse respondenten bevraagd. In een tweede fase werd het onderzoek uitgebreid met een bevraging van 2264 Waalse en Brusselse respondenten. Doel van het onderzoek is om de verwachtingen van de Belgen (Vlamingen, Walen en Brusselaars) met betrekking tot het loopbaaneinde te beschrijven, en de economische, sociale en culturele factoren blootleggen die deze verwachtingen beïnvloeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen. Samenwerking met P&V stond ons toe het onderzoekuit te breiden naar Brussel en Wallonië. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Joachim COHEN • Sven SANCTOBIN
VERLENGING FWOWO20619 : Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden.(WOG) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek dat gepland is binnen deze nieuwe onderzoeksgemeenschap 'Onderzoek naar de constructie van integrerende wereldbeelden' is een voorzetting van het onderzoek dat werd uitgevoerd binnen de vorige onderzoeksgemeenschap (1995 - 2000) met dezelfde benaming. De basisproblematiek samengaande met het wereldbeeldenonderzoek is meer actueel dan ooit. Onze snel veranderende en zeer complexe maatschappij is meer en meer gefragmenteerd. Vele culturen, subculturen en cultuurfragmenten brengen totaal incoherente visies naar voren. Ook de wetenschap schrijdt voort naar steeds nauwere gebieden van specialisatie, waardoor ze de kloof tussen de specialist en de leek steeds verder verbreedt. Dikwijls is het zelfs niet meer mogelijk voor de specialist om een overzicht te hebben van zijn eigen discipline. We geloven dat deze fragmentering binnen de wetenschap zelf, en de voortschrijdende kloof tussen specialist en leek, een belangrijke factor van vervreemding is tussen het individu en de hem omringende natuur en maatschappij. De explosie van de kennis in onze huidige informatiemaatschappij maakt die kloof alleen maar groter. Wat ontbreekt is een model dat toelaat de inzichten vanuit verschillende deelwetenschappen De wetenschappelijke krachtlijnen van de samenwerking tussen de verschillende onderzoeksgroepen van de hier voorgestelde onderzoeksgemeenschap zijn daarom gericht op de constructie van wereldbeelden die de verschillende fragmentaire visies voortgebracht door de verschillende wetenschappelijke en culturele disciplines weer zouden integreren tot een coherent, gefundeerd kennissysteem. Voortbouwend op ons vorig onderzoek over dit onderwerp hebben wij als concreet onderzoeksprogramma vier fundamentele thema's gekozen, die de problematiek van integratie vanuit complementaire hoeken belichten: Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
(VERLENGING ): ATLAS : Valorisatie v/d resultaten v/d sociaal-economische enquête 2001 : Datamanagement. Vrije Universiteit Brussel Abstract: VUB Interface Demography is verantwoordelijk voor het opzetten van een master databestand van de Algemene Socio-Economische Enquête 2001 en voor het opstellen van gebruiksvriendelijke deelbestanden voor alle universiteitsteams die betrokken zijn in de analyses voor de verschillende volkstellingsmonografieën.
Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
Verlenen van wetenschappelijk advies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Advocaten - en notarisassociatie Greenille' hebben voor het project ' Verlenen van wetenschappelijk advies. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Privaatrecht
Onderzoekers: • HELENE CASMAN
Verleid door eten of toegewijd aan gezondheid: een cross-cultureel onderzoek naar doelen en gedrag Universiteit Gent Abstract: Een cross-cultureel (US,UK, Luxemburg & België) onderzoek gaat na hoeveel en welke mensen een gezondheidsdoel nastreven en hoe dit gerelateerd is aan hun BMI. Vervolgens gaan we na wanneer een zelfcontrole conflict meest waarschijnlijk optreedt: we onderzoeken hiervoor in welke mate consumenten ongezond met smaak associëren en of men een gezondheidsdoelstelling nastreeft omdat men dit zou moeten vs wil doen. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Mario Pandelaere • Maggie Geuens
Verkrijgende verjaring. Universiteit Antwerpen Abstract: Verkrijgende verjaring is een oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging: iemand die gedurende een bepaalde termijn het bezit heeft van een zakelijk recht (eigendom of een beperkt zakelijk recht zoals bv. vruchtgebruik), verkrijgt dat recht. Het huidige Belgische wetgevend kader voor verkrijgende verjaring is vrij complex en onlogisch. Bovendien plaatst recente rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens deze problematiek internationaal in een nieuw daglicht en in de belangstelling. Het onderwerp heeft een groot praktisch belang (bv. aankoop van een goed (bv. gestolen wagen) waarbij naderhand de verkoper niet de eigenaar blijkt te zijn; samenwoners of erfgenamen die in het bezit komen van waardevolle goederen (bv. waardepapieren) alsook discussies m.b.t. de revindicatievordering in beslagprocedures). Dit onderzoeksvoorstel beoogt een coherente, duidelijke en rechtsvergelijkend onderbouwde theorie aan te reiken met de nodige (beleids)aanbevelingen door middel van een fundamentele studie van de verkrijgende verjaring, met een grondige en kritische analyse van de twee constitutieve voorwaarden bij verkrijgende verjaring: bezit en termijn. Het onderzoek analyseert enerzijds op kritische wijze het bestaande systeem van de verkrijgende verjaring, met bijzondere aandacht voor de verantwoording van het huidige systeem en toetst anderzijds de conformiteit ervan met nationale en internationale bronnen alsook zijn actualiteitswaarde. De centrale onderzoeksvraag luidt: In welke mate is het huidige wettelijke kader inzake de verkrijgende verjaring, gelet op nationale en internationale evoluties, houdbaar en welke aanpassingen kunnen worden voorgesteld? Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Renate Barbaix • Nicolas Carette • Johan Van de Voorde
Verklaren van verandering in het beleid van de USA ten aanzien van de Europese veiligheidsarchitectuur Universiteit Gent Abstract: Met dit onderzoek willen we verklaren waarom veranderingen in het beleid van de USA ten aanzien van de Europese veiligheidsarchitectuur zich voordoen. Door middel van een analyse van dit beleid van 1989 tot 2013 zullen we bepalen in hoeverre dit gekenmerkt wordt door continuïteit of verandering. Vervolgens gaan we na welke onafhankelijke variabelen de veranderingen in beleid kunnen verklaren. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
Verklarende mechanismen in de relatie tussen symbolische attributen en de attractiviteit van organisaties in vroege rekruteringsstadia: Zijn er verschillen in individualistische and collectivitische culturen? Universiteit Gent Abstract: Op basis van sociale identiteitstheorie beoogt dit project twee kernvraagstukken over het instrumenteel-symbolisch raamwerk te onderzoeken: mogelijke verklarende mechanismen bij het gebruik van symbolische organisatie afleidingen door sollicitanten en de invloed van cultuur op deze mechanismen. De resultaten kunnen (multinationale) organisaties praktische richtlijnen verschaffen in verband met hun imagomanagement als werkgevers en hun strategieën om talent aan te trekken in verschillende culturen. Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Filip Lievens
Verkenning van een specifiek loopbaanpatroon en formulering van aanbevelingen met het oog op remediëring en verbeterde statistische registratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project schuift drie doelstellingen naar voor: 1) In een eerste fase wordt een inventaris opgemaakt van beschikbaar materiaal dat de Vlaamse loopbaanpatronen zo duidelijk mogelijk in kaart brengen, met oog voor het genderverschil. 2) Er wordt een werkgroep samengesteld en begeleid met vertegenwoordigers uit o.a. beleid, bedrijfswereld en sociale partners. Gevoed door de opmerkingen en conclusies van de werkgroep, worden (beleids)aanbevelingen geformuleerd om het gesignaleerde loopbaanpatroon te doorbreken.
3) Voorstellen worden geformuleerd m.b.t. verbeterde statistische registratie ter vergaring van loopbaangegevens (administratieve databanken en surveys). Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Verkennen van de mogelijkheden voor samenwerking en het initiëren van gezamenlijke onderzoek over het onderwerp: "Intrahousehold and gender analysis to address food and health insecurities among rural communities in south western Uganda". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
Verkennend onderzoek over de mogelijkheden van een investeringsfonds in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Verkennend onderzoek over de mogelijkheden van een investeringsfonds in Vlaanderen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Guido De Brabander
Verkennend onderzoek naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In opdracht van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), en op vraag van de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams Parlement, werd een verkennend onderzoek gedaan naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Het onderzoek bestond uit twee delen. In een eerste fase werd de literatuur omtrent (klassiek) pesten, en omtrent jongeren en ICT bestudeerd. Ook de (tot nog toe schaarse) wetenschappelijke onderzoeken omtrent deviante internetpraktijken en cyberpesten werden onder de loep genomen. Op basis van deze literatuurstudie werden hypothesen en onderzoeksvragen geformuleerd. Die werden vervolgens getest en beantwoord door middel van een grootschalige schriftelijke enquête bij 2052 Vlaamse jongeren van het vijfde leerjaar tot en met het zesde middelbaar. Het volledige onderzoeksrapport is terug te vinden op de website van de opdrachtgever: www.viwta.be Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Michel Walrave • Heidi Vandebosch
Verkennende studie aangaande het opzetten van een meet- en opvolgsysteem van lokale besturen. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling van de op te zetten verkennende studie bestaat uit het beantwoorden van de vraag naar de mogelijkheden om een reeks basisgegevens te verzamelen. Het valt op dat er geen 'systematische' (laat staan betrouwbare) gegevens beschikbaar zijn ter ondersteuning van de sociale partners bij onderhandelingen in Comite C(1) en/of bij het staven van bepaalde wetgevende initiatieven in de meest brede betekenis van het woord. Een gedegen databank die onder andere de impact van bepaalde voorstellen in kaart kan brengen, zou alvast een bijzondere realisatie en meerwaarde zijn. De tweede doelstelling is het inzamelen van een aantal bijkomende data die in combinatie zouden kunnen gelden als indicatoren voor het gevoerde personeelsbeleid. Een laatste oogmerk moet erin bestaan om de lokale besturen toe te laten onderling aan benchmarking te doen. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
Verhalen bij gezondheidscommunicatie: een multidiscplinaire benadering om het begrip te vergroten van de rollen en het gebruik van verhalen bij het overbrengen van gezondheidsinformatie en het wijzigen van levensstijl. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Welzijn en verzorgingsstaat
Onderzoekers: • Jozef Breda
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Vergrijzing in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. In dit kader stellen zich drie grote beleidsproblemen: I) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bij al deze uitdagingen is het Vlaamse beleidsniveau betrokken. Vlaanderen kan met een planmatige aanpak op het gebied van ouderzorg, arbeidsbeleid, belastingen, huisvesting, onderwijs en socio-cultureelbeleid een belangrijke en noodzakelijke bijdrage leveren aan de uitdagingen waarvoor de vergrijzingsproblematiek ons stelt. Voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie zijn goede beleidsinstrumenten onontbeerlijk. Dit project staat in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: -Het ontwikkelen van een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder. -Het ontwikkelen van een dynamisch micro-simulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat. -Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen. -Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting. -Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in Vlaanderen. -In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken. -Parameters van Vlaams zorgbeleid in Europees vergelijkend perspectief plaatsen. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Vergrijzing en gezondheid van migrantenpopulaties: diabetes bij Belgen van Turkse en Marokkaanse origine. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling Een aanzienlijk deel - zo'n 15 % - van de Belgische bevolking is van vreemde afkomst. Hoewel migratiestromen naar België tijdens het afgelopen decennium in toenemende mate gediversifieerd zijn, vormen migrantengemeenschappen uit vroegere migratiegolven nog steeds de belangrijkste buitenlandse bevolkingsgroepen in België. Op 1 januari 2002 waren de vijf omvangrijkste vreemde bevolkingsgroepen in België (genaturaliseerden en vluchtelingen inbegrepen): de Italianen, de Marokkanen, de Fransen, de Turken en de Nederlanders (Eggerickx,
Bahri & Perrin, 2006; Snel & Marx, 2007). Diversificatie van migratiestromen blijft niet beperkt tot een verscheidenheid aan herkomstlanden. Ook het leeftijdsprofiel van migranten diversifieert. Eén van de meest saillante demografische karakteristieken is de veroudering van Turkse, Maghrebijnse en Congolese migranten. Familiale hereniging met ouders en grootouders speelt hierin een belangrijke rol. Het zijn trouwens niet alleen de immigratiestromen, die door een tendens tot veroudering gekenmerkt worden. Ook de al aanwezige migrantenpopulaties vergrijzen. Vier decennia na hun aankomst als gastarbeiders bereiken Turkse en Marokkaanse immigranten de pensioengerechtigde leeftijd. Velen van hen hadden een relatief kort verblijf in België voor ogen. Wanneer ze genoeg geld gespaard hadden, zouden ze naar hun herkomstland terugkeren. Maar in plaats daarvan kwamen ook hun families naar België en groeien hun kinderen en kleinkinderen hier op. Zelfs wanneer ze nog naar hun land van herkomst terug willen, zijn de familiebanden in België vaak sterker dan die in het land van oorsprong. In de nabije toekomst zal België dan ook met omvangrijke groepen oudere immigranten geconfronteerd worden. Dat zal aanzienlijke implicaties op het vlak van gezondheid hebben (Eggerickx, Bahri & Perrin, 2006; Snel & Marx, 2007). Over het algemeen hebben volwassen immigranten in westerse populaties een hogere levensverwachting dan autochtone volwassenen (Deboosere & Gadeyne, 2005). Toch blijkt uit onderzoek dat (oudere) migranten gemiddeld een relatief slechtere gezondheid hebben dan autochtone Belgische leeftijdsgenoten. Op basis van de gezondheidsenquêtes van 1997, 2001 en 2004 vinden we dat Belgen van Turkse en Marokkaanse origine hun gezondheid minder positief evalueren dan mensen van Belgische afkomst. Na controle voor leeftijd zijn de kansen op een minder goede gezondheid zowel voor Belgen van Turkse als van Marokkaanse origine veel groter dan die van mensen van Belgische afkomst. Eén van de verklaringen voor dit gezondheidsverschil ligt bij diabetes. Diabetes mellitus type 2 is een ernstige metabolische ziekte, waarvan de hoofdkenmerken een verminderde glucosetolerantie en een verhoogde bloedsuikerspiegel (glycemie) met glucose in de urine (glucosurie) zijn. Deze insulineresistente vorm van diabetes komt vooral voor op oudere leeftijd (> 40 jaar). Het is bovendien een ongeneeslijke aandoening, die gepaard gaat met een verhoging van de overlijdenskans (Capet e.a., 1999; Weyne, 2000). Of zoals Baeyens (2007) het verwoordt: 'Le diabète est un assassin silencieux'. Wereldwijde vergrijzing, inclusief die van migrantenpopulaties, en toenemende zwaarlijvigheid zullen in de toekomst voor een verhoogde diabetesprevalentie zorgen. Het kostenplaatje voor zowel individu als samenleving zal zeer groot zijn. Preventie van diabetes type 2 is bijgevolg erg belangrijk. Onderzoek naar het relatieve belang van de verschillende risicofactoren is een conditio sine qua non voor een efficiënt preventief beleid. Preventie van diabetes mellitus type 2 wint bovendien nog aan belang, omdat de risicofactoren voor deze vorm van diabetes grotendeels dezelfde zijn als voor andere aandoeningen, zoals cardio- en cerebrovasculaire ziekten (Capet e.a., 1999). Diabetes type 2 is sterk leefstijlgebonden. Deze ziekte is sterk gelieerd aan zowel voedingsgewoonten als lichaamsbeweging. Zowel in voedingsgewoonten als in fysieke activiteitsniveaus worden relatief sterke sociaaleconomische gradiënten teruggevonden. Personen met een hoger opleidingsniveau maken meer kans om gezonde voedingspatronen te hebben dan lagergeschoolden. Het aantal personen met hoofdzakelijk een sedentaire vrijetijdsbesteding neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt (Beck, Vanroelen & Louckx, 2002). Onderzoeksvragen In vele landen worden etnische verschillen in diabetesprevalentie teruggevonden. Uit de klinische praktijk en uit onderzoek zijn er sterke aanwijzingen voor een hogere diabetesprevalentie bij de Turkse en Marokkaanse migrantenpopulatie in België. Daarom richt dit onderzoek zich in de eerste plaats op deze bevolkingsgroep. De centrale vraagstelling van dit doctoraat luidt: welke socioeconomische determinanten en specifieke culturele mechanismen zijn verantwoordelijk voor een hogere prevalentie van diabetes type 2 in de gemeenschap van Turkse en Marokkaanse origine in België? De gezondheid van migranten is het resultaat van een complex samenspel van factoren. De gezondheidssituatie in het land van herkomst, het migratieproces en determinanten in het land van bestemming spelen een cruciale rol. Als gezondheidsdeterminanten in het land van bestemming worden vaak aangewezen: gezondheidsgedrag, fysieke omgeving, sociale netwerken, toegang tot de gezondheidszorg, psychosociale stress en discriminatie. Het vóórkomen van deze specifieke determinanten bij migranten moet in een meer algemene context van genetische factoren, socio-economische factoren, cultuur en acculturatie geplaatst worden (Middelkoop, 2001). Een accuraat zicht op het relatieve belang van de verschillende gezondheidsdeterminanten is een vereiste voor een effectief gezondheids- en preventiebeleid. In dit doctoraat zullen wij in het kwantitatieve luik vooral focussen op socio-economische factoren, die een rol spelen in de hogere diabetesprevalentie in de gemeenschap van Turkse en Marokkaanse origine in België. Gezondheid is immers een sociaal fenomeen. Gezondheid draagt niet alleen bij tot overleven en sterven, maar is ook het resultaat van verschillende sets van risicofactoren gedurende het leven. Daarnaast willen we aan de hand van kwalitatief onderzoek nagaan welke specifiek culturele mechanismen verantwoordelijk zijn voor een hogere prevalentie van diabetes type 2 bij de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in België. Een aantal auteurs (Vassart, 2005; Ferrant, 2007) vindt aanwijzingen voor een hogere prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij Belgen van Turkse en Marokkaanse origine. Deboosere en Gadeyne (2005) stellen bij Marokkaanse vrouwen in België (25-54 jaar) een oversterfte ten gevolge van diabetes vast. De Belgische gezondheidsenquêtes van 1997, 2001 en 2004 geven aan dat de prevalentie van diabetes type 2 hoger is bij Belgen van Turkse en Marokkaanse afkomst (respectievelijk 6,0 % en 5,5 %) dan bij mensen van Belgische origine (3,5 %). Ook Nederlands onderzoek (Dijkshoorn, Uitenbroek & Middelkoop, 2003; Kriegsman e.a., 2003) toont aan dat de prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij personen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst hoger is dan bij personen van Nederlandse origine. Over de determinanten en specifieke mechanismen, die voor deze hogere prevalentie verantwoordelijk zijn, is geen Belgisch onderzoek beschikbaar. Bij onze noorderburen deden Dijkshoorn, Uitenbroek & Middelkoop (2003), Kriegsman e.a. (2003) en Middelkoop (2001) onderzoek naar risicofactoren voor de hogere diabetesprevalentie bij mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse origine. Zij focusten daarbij vooral op zwaarlijvigheid. Wij zullen ons niet alleen concentreren op de relatie tussen zwaarlijvigheid en diabetes type 2, maar ook op de invloed van lichamelijke activiteit, voeding en psychosociale stress op zowel zwaarlijvigheid als diabetes mellitus type 2. Deze verbanden zullen wij bovendien binnen een ruimer socio-economisch en cultureel raamwerk plaatsen. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL • PATRICK DEBOOSERE
Vergoeding projectleider VLIR 2003 (UNBI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergoeding projectleider VLIR 2003 (UNBI) Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • ARNOBIUS LIBOTTON
'Vergeten' kinderen: hun beleving van verliessituaties en de mogelijke impact hierop van situatiekenmerken, in kaart gebracht via participerende observatie en belevingsonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gecompliceerde verliesverwerking bij kinderen vormt een (empirisch) onderbelicht onderzoeksthema en weinig studies zijn aan het straatkinderenfenomeen gewijd. Een koppeling van de schaarseI onderzoeksresultaten in dit verband doet vermoeden dat straatkinderen zich t.a.v. de confrontatie en het omgaan met verlies in een specifieke situatie bevinden. Cillebeert en Claes (2002) bepleiten dat de term 'straatkinderen' ook op zinvolle wijze kan worden aangewend in de Belgische context. Via participerende observatie bij vier laagdrempelige jeugdwerkinitiatieven in Vlaanderen en twee in Bolivie, zal a.d.h.v. belevingsonderzoek vanuit fenomenologisch perspectief een antwoord worden gezocht op volgende onderzoeksvragen: (1) Hoe beleven straatkinderen (veranderingen die gepaard gaan met) het verlies van een persoon binnen hun microsysteem (Bronfenbrenner, 1995)?, ( 2 ) Welke copingstrategieën hanteren zij bij het omgaan met aan dit soort verlies gekoppelde stressoren?, (3) Stroken de op de Westerse geestelijke ; gezondheidszorg geënte concepten als complicated grief (Melhem et al., 2007) en childhood traumatic grief
(Cohen et al., 2004) met de verhalen van deze kinderen over hun denken, voelen en doen?, en (4) Welke situatiekenmerken en andere variabelen hebben mogelijk een invloed op de beleving van dit soort verlies door straatkinderen? Om een rijker inzicht in deze materie te vergaren, zullen crea-sessies worden opgezet met straatkinderen en semigestructureerde diepte-interviews worden gevoerd met straathoekwerkers. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Vergemakkelijken van S-R verwerkingsroutes aan de hand van het Simons effect en volgorde effecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de mechanismen van stimulus-respons compatibiliteit en het Simon effect te onderzoeken door middel van de analyse van sequentiële effecten en precuing technieken. Recent onderzoek wijst uit dat beide effecten het best verklaard kunen worden door een twee-route systeem, een snelle automatische priming route, en een tragere respons identificatie route. Volgens sommige onderrzoekers zou de automatische route geblokkeerd worden als er respons onzekerheid is. Een alternatieve verklaring die we in dit onderzoek willen nagaan, is dat deze blokkering een neveneffect is van lokale sequentieële afhankelijkheden. Door analyze van de lokale volgorde effecten van stimuli, responsen en stimuli klassen kunnen we nagaan in hoeverre zij het blokkeringseffect verklaren. We vermoeden dat de temporele aspecten hierbij een belangrijke rol spelen omdat in vroeger onderzoek werd aangetoond dat volgorde effecten veranderen van automatische effecten naar verwachtingseffecten als er meer verwerkingstijd beschikbaar is tussen respons en de aanbieding van de volgende stimuli(RSI). Het verband tussen deze twee processenen de veronderstelde verwerkingsroutes zal onderzocht worden in experimenten waarbij stimulus-respons compabilteit en RSI gemanipuleerd worden. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS
Vergelijking van de beginselen en regelgeving inzake bescherming van de biodiversiteit tussen de Europese Unie en de Andesgemeenschap Universiteit Gent Abstract: De stage bij de Algemene Sercretariaat van de Andesgemeenschap zal deel uitmaken van het promotieonderzoek met betrekking tot de studie van de wettelijke regelingen van de Europese Unie (EU) en de Andes Gemeenschap van Naties (CAN) op bescherming van de biodiversiteit worden. Deze stage zal informatie en nieuwe inzichten brengen met betrekking tot de wettelijke regeling inzake biodiversiteit voor de Andesgemeenschap, aangezien in de academische literatuur de informatie over de bescherming van de biodiversiteit van de Andes-landen schaars is of ontbreekt. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Vergelijking tussen het technisch en beroepsgericht secundair onderwijs inzake de aansluiting van gelijkaardige opleidingen op de arbeidsmarkt. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject zal in eerste instantie gepoogd worden om zo snel mogelijk de problematiek van de verschillen van gelijkardige TSO en BSO studierichtingen te inventariseren en te bestuderen. Tevens dienen een aantal relevante studierichtingen afgebakend te worden met het oog op verdere empirische analyse. Organisaties: • Algemene economie
Onderzoekers: • Mike Smet
Vergelijkingsprocessen in het menselijk brein Universiteit Gent Abstract: Iedere dag neemt de mens een groot aantal beslissingen. Bijvoorbeeld, de keuze van kledij of wat te eten bij het ontbijt. Met dit project willen we door middel van computersimulaties en beeldvormingsstudies inzichten krijgen in de neurale netwerken die betrokken zijn bij het nemen van dergelijke beslissingen. Meer bepaald zullen we dit onderzoeken door eenvoudige vergelijkingen te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
Vergelijking Grote Woononderzoek 2013 met gegevens SEE2001. KU Leuven Abstract: Adhoc opdracht in het kader van het steunpunt Wonen : vergelijking Grote Woononderzoek 2013 met gegevens SEE2001. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Dominique Vanneste
Vergelijken van de verkeersveiligheidsprestatie in China en Europa Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft de aanvraag voor een kort verblijf aan Beijing Institute of Technology, China goedgekeurd ten laste van het BOF-programma "Korte Verblijven - uitgaande mobiliteit". Gedurende dit verblijf zal dr. Yongjun Shen onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. dr. Wuhong Wang. Het verblijf zal plaatsvinden in juli, augustus en september 2014. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers:
• Elke HERMANS
Vergelijkend standaardrapport na ouderenbehoefteonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergelijkend standaardrapport na ouderenbehoefteonderzoek. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Vergelijkend onderzoek over de mogelijkheden en beperkingen van telewerktypen. (Onderaanneming van het project ALLINCLUSIVE / Europees Sociaal Fonds). Universiteit Antwerpen Abstract: Tijd- en plaatsonafhankelijk werken door middel van ICT, telewerken of e-werken genoemd, wordt in dit project theoretisch en empirisch onderzocht. De verschillende mogelijkheden en beperkingen van e-werken, valkuilen en succesfactoren die ondervonden worden door telewerkers en hun werkgevers worden nagegaan, omtrent onder meer interne communicatie, management en coaching van telewerkers en de combinatie werk/privé-leven. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Michel Walrave
Vergelijkend onderzoek naar de opvang en behandeling van autochtone en allochtone jongeren met gedrags- en/of psychische problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: De promotor werkt bij wijze van onderaanneming mee aan dit project waarvan het UZA opdrachtgever is en de Minister van Sociale Zaken hoofdopdrachtgever is. De studie zal vooreerst de literatuur rond de bestaande jeugdhulpverlening (toegankelijkheid en kwaliteit van de hulpverlening aan autochtone en allochtone jongeren) en rond de gedwongen jeugdhulpverlening bestuderen). Verder omvat de studie een bevraging van bevoorrechte getuigen, een dossierstudie van jeugdrechtbanken en diepte-interviews en analyses van autochtone en allochtone jongeren tijdens en na repressieve vormen van hulpverlening. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Vergelijkend historisch onderzoek over de relaties tussen burgers en politici. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project zou ik onderzoek willen doen in de persoonlijke archieven van Franse parlementsleden, waarvan zich een groot aantal in de Archives Nationales in Parijs bevindt. Er wordt in elk geval geopteerd voor parlementairen met een geschiedenis van minstens vijftien jaar in de Chambres de Députés. Daarbinnen worden zowel ter linker- als ter rechterzijde twee parlementairen bestudeerd die al voor 1880 hun intrede deden, maar er daarna nog minstens l0 jaar zetelden, en twee die kort na 1880 in het parlement verschenen. Vervolgens gebeurt hetzelfde rond de jaartalien 1900 en 1920. In het totaal zal op die manier in de persoonlijke archieven van ten minste twaalf parlementairen systematisch worden gezocht naar de sporen van rechtstreekse contacten met burgers. Aan dat bronnenmateriaal zullen vervolgens dezelfde vragen worden gesteld als aan het Belgische bronnenmateriaal. Deze betreffen enerzijds degenen die de verzoeken tot de politici stellen (sociaal profiel en geografische herkomst, geslacht, aard van de verzoeken, manier waarop de politicus wordt aangesproken, enz.), anderzijds de houding van de parlementair in kwestie (reageert hij überhaupt, organiseert hij zelf actief vormen van politiek dienstbetoon, waar legt hijzelf de grens tussen geoorloofde en ongeoorloofde interacties?). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Vergelijkende verzorgingsstaatanalyse op basis van survey-data over hetgebruik van socialezekerheidsuitkeirngen. KU Leuven Abstract: Dit project ontwikkelt en implementeert een nieuwe indicator voor de vergelijkende verzorgingsstaatanalyse. In de huidige praktijk worden vooral sociale uitgaven en sociale rechten als indicatoren gebruikt, maar beide hebben hun problematische kanten. De indicator die hier ontwikkeld wordt is gebaseerd op gebruiksstatistieken, die aangeven welk deel van eenpopulatie met een bepaald sociaal risico toegang heeft tot een gerelateerde uitkering en welk bedrag aan uitkering ontvangen wordt. Deze indicator geeft een gerichter beeld van de sociale impact van uitkeringen. Hetproject maakt gebruik van de data van Europese vergelijkende surveys, zoals het ECHP (1994-2001) en de EU-SILC (2003-2010). Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Wilhelmus van Oorschot
Vergelijkende validering van instrumenten om cultuurparticipatie te meten Universiteit Gent Abstract: Vergelijkende validering van de meetinstrumenten voor cultuurparticipatie in de surveys 'Sociaal-Culturele Verschuivingen' (Studiedienst van de Vlaamse Regering) en 'Cultuurparticipatie in Vlaanderen 2003-2004' (Steunpunt Re-Creatief Vlaanderen) in het kader van de studiedag Vlaanderen gepeild 2007. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Vergelijkende studie van religieuze factoren in stadscontexten in Europa en elders: culturele en sociopolitieke versus religieuze aspecten Universiteit Gent
Abstract: Analyse van de taalvormen, de identiteitsvehikels en de adviesstrategiën van religies in de stadscontext van vandaag. Cases uit LatijnsAmerika, Noord-Amerika en Europa. Vergelijkende studies van religieuze factoren van Europa en elders, verschillende culturen en politieken. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Vergelijkende studie van de werking van de politie in de EU (COMPOSITE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Nathalie Vallet • Arjen van Witteloostuijn
Vergelijkende studie van cross-cultureel consumentengedrag op luxe goederen tussen China en Europa Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens
Verfransing en integratie in de Brusselse rand. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De communautaire tegenstellingen met betrekking tot de Vlaamse Rand rond Brussel (de priferie), woedden al heel lang, en zullen wellicht niet snel verdwijnen. De grote vraag in dit verband is de mate waarin de inwijkelingen - in het bijzonder de Franstaligen - zich al dan niet taalkundig integreren. Algemeen wordt aangenomen dat dit niet het geval is. Aan de Vlaalse kant is deze aanneming het uitgangspunt om te stellen dat de bestaande integratiebevorderende regelingen (zoals o.a. taalfaciliteiten) hun doel niet bereikt hebben. Aan Franstalige kant wordt er gesteld dat er in de Vlaamse Rand rond Brussel een zelfbewuste groep Franstaligen bestaat die moet gesteund en geholpen worden. Opvallend is echter dat geen van beide partijen in het debat haar stellingen kan staven met empirische gegevens. Daarom wensen wij in dit onderzoek na te gaan hoe die processen van integratie, assimilatie en/of behoud van taalidentiteit in hun werk gaan. Daarvoor zullen in eerste instantie - ter voorbereiding van een eventueel later uit te voeren grootschaliger onderzoek - zoveel mogelijk relevante statistieken verzameld worden en systematisch geanalyseerd worden. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Verfondsing binnen de kunstensector. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachtgever wenst de wenselijkheid van een of meerdere (nieuwe) fondsen in de kunstensector te laten onderzoeken. Dit moet resulteren in een objectief afwegingskader om pro's en contra's van een (gedeeltelijke) "verfondsing" van het kunstenbeleid in kaart te brengen. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
Vereiste van volle rechtsmacht in de zin van art. 6 EVRM in bestuursgeschillen KU Leuven Abstract: mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidi-font-family:'Times New Roman'">mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidifont-family:'Times New Roman'">Hoever reikt de omvang van de toetsingsbevoegdheid van de rechter in zijn controle van overheidshandelingen? Wat is mogelijk binnen het kader van de scheiding der machten? Sindsde Franse Revolutie van 1789-1799 bestaat, vooral in Frankrijk, het schrikbeeld van een gouvernement des juges. Het is evident dat een rechter zich niet op de stoel van het bestuur mag plaatsen. Anderzijds is het even vanzelfsprekend dat er, binnen de rechtsstaat, bepaalde grenzen worden gesteld aan het handelen van de uitvoerende macht (rule of law). mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidi-font-family:'Times New Roman'">De laatste jaren krijgt deze, reeds zeer complexe verhouding, nog een extra dimensie door de invloed van art. 6.1 EVRM en de rechtspraakvan het EHRM met betrekking tot de volle rechtsmacht-vereiste. Het EHRMvereist met n Organisaties: • Instituut voor Administratief Recht
Onderzoekers: • Steven Lierman • Pieter-Jan Van de Weyer
Vereenvoudiging signalisatiesysteem overkoepelende industriezone 'logistieke poort Genk' Universiteit Hasselt Abstract: Het is de bedoeling dat bestuurders op de autosnelweg (E313-E314) door de signalisatieborden vlot begeleid worden naar de verschillende secties van de overkoepelende industriezone 'logistieke poort Genk'. Het huidige signalisatiesysteem wordt dit jaar vervangen door een nieuw systeem met als hoofddoel het vereenvoudigen van de signalisatie zodat het snel en gemakkelijk leesbaar is zowel voor lokale bestuurders als internationale chauffeurs. In het kader van een IWT-subsidie en eigen ontwikkelingsinvesteringen hebben de drie partners van de Signalisatiesimulator vorig jaar het bedrijventerrein Genk gebruikt als testcase. Deze testcase had als hoofddoel om de eigen simulator te ontwikkelen en op punt te stellen maar was daarnaast ook een test voor het signalisatieplan van het bedrijventerrein. Zo bleek uit de resultaten dat de inhoud van de borden en de locaties konden geoptimaliseerd worden. AWV-Limburg heeft op basis van de bevindingen uit deze testcase twee nieuwe scenario's en plannen uitgetekend. Het is de bedoeling dat deze
twee scenario's worden getest in de simulator om te kunnen vergelijken, te optimaliseren en een keuze te maken. Organisaties: • Verkeersveiligheid • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Tom BRIJS • Gerhard WETS • Kris BRIJS • Tim DE CEUNYNCK
Verdere ontwikkeling Vlaamse verkeersmodellen Universiteit Hasselt Abstract: Binnen de Vlaamse Overheid beschikt de Centrale Kenniscel Verkeersmodellen van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken over een set strategische verkeersmodellen ter ondersteuning van planningsstudies op zowel strategische en meer operationele schaal enerzijds, alsook op planniveau en meer praktisch niveau anderzijds. De opdrachtnemer ondersteunt de opdrachtgever via dit project bij de verdere uitdieping en ontwikkeling van de modelinstrumenten op inhoudelijk en procesmatig vlak. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Davy JANSSENS • Tom BELLEMANS
Verdere ontwikkeling en toepassing van goederenvervoermodellen in Nederland. Universiteit Antwerpen Abstract: De op dit ogenblik in Nederland beschikbare modellen blijken een aantal beleidsvragen niet te beantwoorden. Ze blijken ook niet te beantwoorden aan het verwachtingspatroon van de gebruiker. Deze studie brengt een advies uit over de verdere ontwikkeling en toepassing van de goederenvervoermodellen. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Hilde Meersman • Eddy Van de Voorde
Verder dan lokalisatie: Neurale netwerken van kennis en cognitieve controle in het menselijk brein Universiteit Gent Abstract: Kennis en cognitieve controle worden bestudeerd aan de hand van fMRI, EEG, TMS en computationele modellering. Het onderzoek gaat verder dan eht lokaliseren van cognitieve functies in de hersenen en benadrukt het functioneren van de hersenen als systeem. Er wordt ook onderzocht hoe deze netwerken door leren tot stand komen. Netwerken voor kennis en controle worden geïntegreerd. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Fias • Tom Verguts • Marcel Brass
Verbreden van het inzicht in de transferproblematiek bij docententraining in het hoger onderwijs. Universiteit Antwerpen Abstract: Werknemers slagen er vaak niet in om wat zij leren tijdens een professionele training, toe te (blijven) passen in hun job. Ook bij docententraining in het hoger onderwijs gaat dit op: wat docenten leren tijdens de training wordt vaak niet geïmplementeerd in de onderwijspraktijk. Dit project wil het inzicht in deze transferproblematiek verbreden. De data van studentenevaluaties in de periode 2000-2012 zullen worden geanalyseerd voor docenten die deelnamen aan de jaaropleiding voor beginnende docenten zoals georganiseerd aan de Universiteit Antwerpen. Op basis van de resultaten van de analyse zullen 45 docenten geselecteerd worden voor een semi-gestructureerd interview. De onderzoeksopzet laat toe om zowel vanuit kwantitatieve (via longitudinale analyse studentenevaluaties) als kwalitatieve (via semi-gestructureerde interviews) onderzoeksmethoden meer inzicht te krijgen in de transferproblematiek bij docententraining in het hoger onderwijs. De resultaten van het project zullen een antwoord geven op volgende vragen: 1) in welke mate doet er zich een lange termijn transfer voor en 2) wat zijn de onderliggende redenen voor het al dan niet optreden ervan? Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ann Stes
Verbreden van het inzicht in de studieaanpak van eerstejaarsstudenten aan de universiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel in theorie een diepgaande studieaanpak tegengesteld is aan een oppervlakkige studieaanpak en beide manieren van studieaanpak elkaar wederzijds uitsluiten, wordt er bij eerstejaarsstudenten met behulp van internationaal gevalideerde vragenlijsten vaak een profiel vastgesteld waaruit blijkt dat studenten op beide dimensies (diepgaand en oppervlakkig) laag scoren. Dit project wil het inzicht in dit (theoretisch voorlopig moeilijk te vatten) profiel verbreden. Een steekproef van eerstejaarsstudenten aan de Universiteit Antwerpen zal gevraagd worden de R-SPQ-2F-vragenlijst in te vullen. Studenten met het gezochte profiel (laag scoren op beide dimensies) worden uitgenodigd voor een semi-gestructureerd interview. Organisaties: • Pro~L - onderzoeksgroep professioneel leren
Onderzoekers: • David Gijbels
Verblijfsonkosten Beijing (China) : teaching on the joint VUB/RENMIN MA prgramme on European studies (10/10/200611/11/2006)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: onderwijs aan de Renmin Universiteit in Beijing Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Verblijf buitenlands onderzoeker aan de universiteit Gent, Prof. Dr. K. Craig, Canada Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag betreft een verblijf van een buitenlands onderzoeker, Prof. Dr. K. Craig, een wereldautoriteit op het vlak van onderzoek betreffende de sociale context van pijn (gezondheidspsychologie). Ten eerste zal Prof. Dr. K. Craig een voordracht geven over de laatste inzichten omtrent de sociale context van pijn. Ten tweede zullen een aantal gezamenlijke projecten uitgewerkt worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Liesbet Goubert
Verblijf buitenlands onderzoeker aan de Universiteit Gent, dr. A. Cano, USA Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag betreft een verblijf van een buitenlands onderzoeker, dr. A. Cano (associate professor), een experte op het vlak van onderzoek naar de sociale dimensies van pijn. Haar studiebezoek heeft 2 doelstellingen: 1) het geven van een voordracht over haar onderzoek betreffende communicatiestrategieën binnen koppels waarin 1 partner lijdt aan chronische pijn 2) het uiwerken van een aantal gezamenlijke projecten Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Verbetering van het Six Sigma Total Quality Management Programma. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt het Six Sigma kwaliteitsverbeterprogramma op twee vlakken te verbeteren. Het Six Sigma verbeterprogramma omvat vijf stappen waarin achtereenvolgens (i) het kwaliteitsprobleem gedefinieerd wordt, (ii) de nodige metingen verricht worden voor de studie van het probleem, (iii) de data geanalyseerd worden, om uiteindelijk (iv) middels zorgvuldig ontworpen experimenten de kwaliteit te verbeteren en (v) middels een goede kwaliteitscontrole de verbeterde kwaliteit te verzekeren. De tweede en de vijfde stap van het programma, dat ook wel breakthrough strategie genoemd wordt, hebben gemeen dat zij een optimale datacollectie vereisen. In de tweede stap van het kwaliteitsverbeterprogramma worden aanwezige meetsystemen geëvalueerd met behulp van zogenaamde herhaalbaarheids- en reproduceerbaarheidsstudies. In de vijfde stap worden kostenefficiënte experimenten uitgevoerd voor product- en procesverbetering. Deze twee soorten studies vereisen de kwantificering van verschillende bronnen van variabiliteit in meetsystemen, producten en processen. Elke vorm van variabiliteit in een organisatie is immers ongewenst vanuit kwaliteitsoogpunt. Omdat een precieze kwantificering van varianties heel wat moeilijker is dan van gemiddeldes moeten de meetsysteemstudies en de experimenten in de tweede en vijfde stap van het Six Sigma verbeterprogramma goed gepland worden. Een optimale planning van deze studies voor nauwkeurige variantieschattingen is de doelstelling van dit project. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Peter Goos
Verbetering van het beheer van de transfer van technologie voor privatesector ontwikkeling in Tanzania in het kader van Zuid-Zuid samenwerkingmet China KU Leuven Abstract: Dit Zuid Initiatief wordt gefinancierd via VLIR-UOS en omvat de versterking van de onderzoek- en beleidsbeïnvloedingcapaciteit van het Institute for Development Studies (IDS) van de Universiteit van Dar Es Salam, Tanzania op het vlak van Zuid-Zuid samenwerking. Het gezamenlijke project focust op de samenwerking tussen China en Tanzania, meer specifiek in termen van de effecten op het vlak van technologietransfer naar de privatesector in Tanzania. Het onderzoeksproject omvat een mix van uitwisselingsbezoeken tussen de HIVA-KU Leuven onderzoeksgroep mondiale ontwikkeling en IDS, de ondersteuning voor veldwerk en disseminatie activiteiten voor een doctoraatsstudent van IDS (gebaseerd op HIVA); gezamenlijk schrijven van onderzoeksvoorstellen; en seminaries in Tanzania en België. Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Emmanuel Gerard • Huib Huyse
Verbetering van de onderwijskansen van kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Verbetering van de onderwijskansen van kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen. Organisaties: • School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S)
Onderzoekers: • Paul Mahieu
Verbeteren van de Europese volksgezondheid door modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (POLYMOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit internationaal EU project beoogt de methodes van modellering en economische evaluatie van interventies voor de controle van infectieziektes (voornamelijk vaccinatie) te optimaliseren. Met name nieuwe informatie over hoe mensen sociaal mixen, en hoe dit bijdraagt tot de
verspreiding van infectieziektes in Europa, zal worden verzameld en op optimale wijze gebruikt worden in dynamische mathematische simulatiemodellen. Deze technieken zullen toegepast worden op specifieke interventies in combinatie met economische evaluatie. De resultaten van deze analyses zullen rechtstreeks beschikbaar worden gemaakt voor de besluitvorming in 15 Europese landen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels
Verbeterde operationele veiligheid van bouwkundige infrastructuur door structurele toestandsmonitoring. KU Leuven Abstract: Dienstlasten, milieu- en accidentele belastingen, natuurrampenals aardbevingen en tropische cyclonen kunnen schade veroorzaken aan debouwkundige infrastructuur. In ontwikkelde landen wordt vaak een structurele toestandsmonitoring systeem ingebouwd tijdens de constructie om deoperationele veiligheid te garanderen en om mogelijk de kosten gepaard met levenscyclus management te reduceren (bijvoorbeeld voor bruggen wordt de jaarlijkse herstellingskost geraamd op 1.5% van hun waarde). Een gepaste monitoring strategie zal de kosten vermijden of tenminste minimaliseren van een lange buitengebruikstelling, wat zelfs nog een grotere economische kost betekent (bijvoorbeeld verkeersvertraging ten gevolge van grote brugherstellingswerkzaamheden, niet geplande uitdienststelling vaneen nucleaire reactor, enz.). Dit project beoogt het ter beschikking stellen van een efficiënte lage-kost methodologie die toegepast kan wordenom vroegtijdig schade op te sporen door permanente of periodieke monitoring. D Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Guido De Roeck
Veranderingen in de representatie van traumatische ervaringen tijdens psychodynamische psychotherapie en relaties met subjectief welbevinden, affectregulatie en (inter-)persoonlijk functioneren. Universiteit Gent Abstract: Traumatische ervaringen hebben vaak een ingrijpende invloed op iemands functioneren en kunnen moeilijk geïntegreerd worden in de narratieve identiteit. Hoe representaties van traumatische ervaringen worden opgebouwd en gewijzigd gedurende psychodynamische psychotherapie wordt onderzocht via systematische gevalstudies. Daarbij wordt nagegaan hoe dit een effect heeft op algemeen welbevinden, emotioneel en relationeel functioneren en welke therapeutische acties dit proces faciliteren. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Paul Verhaeghe • Stijn Vanheule
Veranderende patronen van participatie en vertegenwoordiging in moderne democratieën. Eeen vergelijkend onderzoek naar de relaties tussen burger en staat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Participatie en vertegenwoordiging zijn concepten die nu al een paar decennia lang in het centrum staan van de politieke en politiekwetenschappelijke debatten. Die debatten verwijzen naar een aantal zeer grondige wijzigingen in de manier waarop burgers betrokken zijn bij en verbonden zijn met de processen van politieke besluitvorming, met wijzigingen in de procedures en principes die de democratische dialoog tussen samenleving en bestuur organiseren. Deze druk op de democratie heeft verschillende dimensies en origines: - Sociologische veranderingen. De erosie van traditionele gemeenschappen (zoals klasse en religie) maakt de burgers autonomer en onafhankelijker. Het aanbod en de vraag naar informatie en duiding is verspreid over zeer verschillende bronnen. Dat laat creatieve combinaties toe, maar het betekent ook dat er minder duidelijke aanknopingspunten zijn voor het maken van (politieke) keuzes. - Waardeveranderingen. Deze dissociatie tussen burgers en sociale groepen gaat gepaard met een proces van diepe waardeveranderingen in de westerse samenleving. Nieuwe waarden, nieuwe gevoeligheden, nieuwe thema's - sommigen hebben het hier zelfs over nieuwe breuklijnen - zetten de traditionele patronen van politieke intermediatie onder druk. Het belang van kritische politieke participatie is zelf één van die nieuwe waarden. - Institutionele veranderingen. De Europese integratie en processen van binnenstatelijke decentralisatie hebben de relatie tussen een territoriaal afgebakende populatie en de regels die voor die populatie gelden doen vervagen. - Verandering van de partijen. Partijen lijken steeds minder in staat om hun rol als belangrijkste intermediaire organisatie tussen burgers en besluitvorming te spelen. De opkomst bij verkiezingen daalt en de ledenaantallen van partijen dalen steeds maar verder. Burgers hebben geen vertrouwen in politieke partijen. - Partijsystemen veranderen. De competitie tussen de partijen neemt in steeds meer landen de vorm aan van een strijd tussen twee partijen of twee blokken, waarbij de selectie van de regeringsleider belangrijker lijkt dan de vertegenwoordiging van waarden en belangen. - De administratieve cultuur. De uitvoering maar ook de productie van regels gebeurt door een steeds ruimere variëteit aan zogenaamde 'non majoritarian' actoren zoals commissies van experts en quasi-onafhankelijke agentschappen. Deze ontwikkelingen doen een hele reeks (ook normatieve) vragen rijzen die bijzonder belangrijk zijn voor de politieke wetenschappen. De centrale onderzoeksvraag voor dit project is hoe de processen van participatie en vertegenwoordiging beïnvloed worden door deze sociale veranderingen en welke de gevolgen zijn van patronen van participatie en representatie op de legitimiteit van het democratisch bestuur. We wensen daarbij naar de burgers te kijken (participatie, attitudes), naar politieke partijen (organisatie, strategieën), naar andere intermediaire organisaties (media, sociale bewegingen) en naar de politieke besluitvormers (rolperceptie, banden met de samenleving). Dit veelzijdige onderzoeksproject zal gespreid worden over verschillende kleinere projecten of werkpakketten. Wat al deze pakketten met elkaar gemeen hebben is het feit dat zij allemaal aspecten van diezelfde centrale onderzoeksvraag bestuderen. Er zullen twee gemeenschappelijke onderzoeksinstrumenten ontwikkeld worden die allebei vragen uit de diverse werkpakketten zullen behandelen: een pre- en post-electoraal panel naar aanleiding van de regionale verkiezingen in België (2009) en een internationale survey bij leden van nationale en regionale parlementen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Veranderende families en duurzame samenlevingen: beleidscontext en diversiteit gedurende de levensloop en over volgende generaties heen (FamiliesAndSocieties).
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans
Veralgemeenbaarheid van de designprincipes voor leermaterialen volgens de "Cognitieve Multimedia Theorie" Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bouwt verder op de state-of-the-art mbt de theoretische en empirische basis rond multimedia leren. Dit onderzoek wil een antwoord bieden op de vragen gesteld door voorheen reeds uitgeoverd onderzoek (Mayer, 2001). De centrale probleemstelling voor het voorstel is dan ook: Is de beschikbare theoretische en empirische basis voor multimedia leren ook geldig in andere kennisdomeinen buiten betawetenschappen? Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Veralgemeenbaarheid van de designprincipes voor leermaterialen volgens de "Cognitieve Multimedia Theorie" Universiteit Gent Abstract: Het onderzoekt valideert de theoretische designprincipes die kunnen afgeleid worden van de Cognitive Theory of Multimedia Learning zoals die door Mayer (2001) is geconcipieerd. Het replicatieonderzoek kijkt na of de positieve resultaten van eerder onderzoek ook bereikt worden in het domein van de alfa- en gammawetenschappen. Ten tweede wordt de rol van individuele verschillen nagekeken. Het onderzoek gebeurt aan de hand van experimentele designs met pre- en posttest meting en het controleren van co-variabelen op het niveau van de lerende. De experimentele condities zijn telkens een operationele uitwerking van de designprincipes bij leermaterialen (tekst en multimediaal) in de sociale wetenschappen en de farmaceutische wetenschappen Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Venus versus Mars? Detentiebeleving bij geïnterneerde mannen en vrouwen Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel om de populatie vrouwelijke geïnterneerden, opgesloten in Belgische gevangenissen, in kaart te brengen aan de hand van een kwantitatieve dossierstudie. De ervaringen in detentie en geïmporteerde kenmerken bij vrouwelijke en mannelijke geïnterneerden worden bestudeerd aan de hand van kwalitatieve half-gestructureerde interviews. Na 12 maanden volgt een follow-up onderzoek. Organisaties: • Criminologie, Strafrecht en Sociaalrecht
Onderzoekers: • Tom Daems
Vennootschappen en mensenrechten: een kritische reflectie op de verantwoordelijkheden van vennootschappen op het vlak van mensenrechten via eenherinterpretatie van Amerikaans en Europees vennootschapsrecht en hun grondslagen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Ann Sofie Cloots
Vennootschappelijke bestuursbesluiten in een context van belangenpluralisme. Een kwalitatieve risicoanalyse van de vennootschapsrechtelijke mechanismen terzake van ongedaanmaking van bestuursbesluiten. KU Leuven Abstract: Vennootschappen en hun bestuursorganen worden geconfronteerd met een belangenpluralisme. Een rechtskundige conceptie van het bestuursbesluit leert nochtans dat alle 'belanghebbenden' als derden moeten worden beschouwd t.o.v. dat bestuursbesluit. Het vennootschapsrecht wordt dan uitgenodigd om een evenwicht te bewerkstelligen tussen de verschillende belangen. Dat contrast tussen een belangenpluralisme en een belangennivellering is het sterkst wanneer bestuursbesluiten teniet worden gedaan (rechterlijke nietigverklaring). In dergelijke situaties ontstaat een mogelijk conflict tussen het belang bij de ongedaanmaking van bestuursbesluiten en het belang bij het behoud ervan. Het voorgestelde onderzoek heeft daarom als doel te onderzoeken welke mechanismen het Belgische vennootschapsrecht kent teneinde dat conflict te beslechten. In het bijzonder wordt nagegaan welke risico's die mechanismen inhouden voor het evenwicht dat het vennootschapsrecht nastreeft, en of die mechanismen kunnen worden Organisaties: • Jan Ronse-Instituut vr Vennootsch.recht
Onderzoekers: • Koenraad Geens • Stijn De Dier
Veld versus observatorperspectief bij mentaal verbeelden: een onderzoeknaar de effecten op stemming en gedrag, en naar de werkzaamheid van eenklinische toepassing in de preventie van depressieve terugval. KU Leuven Abstract: Depressie wordt niet enkel gekenmerkt door een verhoogde mate van negatievegevoelens, maar ook door verminderde positieve gevoelens. Ons doel was om teonderzoeken wat voor die verminderde positieve gevoelens kan zorgen. Weonderzochten verschillende manieren waarop positieve situaties (bv. het krijgenvan goede punten) kunnen verwerkt worden. Immers, niet gewoon een positievegebeurtenis op zichzelf, maar ook hoe die verwerkt wordt (of:hoe men erovernadenkt), bepaalt in welke mate de gebeurtenis positieve gevoelens opwekt. mso-ansilanguage:NL-BE;mso-bidi-font-weight:bold">Ten eerste onderzochten we perspectiefnametijdens het verbeelden van positieve gebeurtenissen. Mentaal verbeeldenverwijst naar het voorstellen van een gebeurtenis in je hoofd, bijvoorbeeld wanneerje in je hoofd terug voor je ziet hoe je vorige maand een leuk geschenk kreeg. Ditkan ervoor zorgen dat je positief gevoel toeneemt. Echter, een eerdere studietoonde aan dat het perspectief da
Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Filip Raes • Sabine Nelis
Veldonderzoek naar de United Nations Mission in Kosovo (UNMIK) en Kosovo Force (KFOR): het belang van internationale mensenrechtenverdragen en in het bijzonder het EVRM in Kosovo onder interim-administratie door de VN Universiteit Antwerpen Abstract: De status van de mensenrechten in Kosovo sinds het begin van de VN-administratie, evenals de naleving en de afdwingbaarheid ervan ten opzichte van zowel het internationale bestuur als de lokale autoriteiten, is een moeilijk thema dat nog steeds niet is uitgeklaard. Het project heeft als doel na te gaan of, en in hoeverre, de mensenrechten effectief beschermd worden, en wat hun relevantie op het terrein is. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Stefan Sottiaux
Veldonderzoek in Mozambique. Universiteit Antwerpen Abstract: Veldonderzoek in Mozambique. Organisaties: • AID Policy
Onderzoekers: • Nathalie Holvoet
Veldgebied Brugge Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling en toepassing van een instrument voor het meten van de economische impact van ?groene? investeringen in het Randstedelijk gebied Brugge in het kader van het landinrichtingsproject ?Veldgebied Brugge?. Dit project kadert in het VALUE project, ?Waarderen van aantrekkelijke Landschappen in de stedelijke economie' en is een project gefinancierd door het EU Interreg IVB programma voor Noordwest-Europa. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Guido Van Huylenbroeck • Xavier Gellynck
Veiligheidsimpact evalueren. Een beslissingsondersteunend systeem voor veiligheidstechnologieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het SIAM beslissingsondersteunend systeem zal de complexiteit versimpelen die gepaard gaat met het nemen van veiligheidsmaatregelen en technologieën. SIAM zal de kloof dichten tussen het perspectief van voorkomen of verstoren van criminele bedreigingen en het perspectief van potentiële inbreuken op de vrijheid die gekoppeld is aan veel veiligheidsmaatregelen en technologieën. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rosamunde VAN BRAKEL • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • Kristof VERFAILLIE
Veiligheid en preventie 2011: De sociale werking van voetbalclubs in de Jupiler Pro League en de Exqi League: best practices en mogelijkheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veiligheid en preventie 2011: De sociale werking van voetbalclubs in de Jupiler Pro League en de Exqi League: best practices en mogelijkheden. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Veiligheid en Preventie 2010 : Wetenschappelijk fenomeenonderzoek naar eergerelateerd geweld in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hedendaags onderzoek en beleidsmaatregelen benaderen eergerelateerd geweld doorgaans gerelateerd aan de controle op vrouwelijke seksualiteit en concepten van schaamte, bescheidenheid en seksuele eerbaarheid, aldus te onderscheiden van de zogenaamde bloedwraak. Dit onderzoek beoogt: 1. Een theoretische duiding van het begrip eergerelateerd geweld, door onderzoek van de historische, socio-economische, culturele en politieke contexten waarin deze vorm van geweld voorkomt. 2. Inzicht verwerven in de mate waarin hulpverleners in Vlaanderen geconfronteerd worden met eergerelateerd geweld en bijdragen tot het formuleren van strategieën om ermee om te gaan. 3. Inzicht verwerven in de manier waarop aan de begrippen 'eer' en 'schaamte' betekenis wordt gegeven door diverse etnisch-culturele minderheden in de context van hun specifiek migratieproces. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Criminologie
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS • Gily COENE
Veiligheid en preventie 2009 : Lokaal integraal veiligheidsbeleid, onderzoek naar een geïntegreerde aanpak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op het einde van de jaren '90 kiest de federale regering voor integrale veiligheid als officiële beleidslijn. Dit vertrekt vanuit het inzicht dat een concreet veiligheidsprobleem de geografische, bestuurlijk-administratieve of kennisspecifieke deelgebieden waarin het zich veruiterlijkt vaak overschrijdt. Een integraal beleid beperkt zich niet tot een eenzijdige reactie, maar verzekert een multidisciplinaire aanpak die rekening houdt met de verschillende schakels van de zogenaamde bestuurlijke veiligheidsketen. Dit gaat van het nemen tot pro-actieve, structurele maatregelen over de daadwerkelijke voorbereiding op mogelijke veiligheidsproblemen tot aandacht voor het herstel van de situatie, een evaluatie en het voorkomen van secundair slachtofferschap. Dit impliceert een integratie van verschillende horizontale beleidsdomeinen en verschillende beleidsniveaus. De gefragmenteerde Belgische staatsstructuur zorgt hierbij echter voor een uiterst ingewikkeld verhaal. Hoewel de federale overheid, bevoegd voor het beleidsdomein veiligheid, reeds verschillende jaren de implementatie van een lokaal integraal veiligheidsbeleid promoot, hebben slechts enkele gemeenten daadwerkelijk een dergelijk beleid geïmplementeerd en een lokaal integraal veiligheidsplan uitgewerkt. Dit plan formuleert de prioritaire doelstellingen en bevat de engagementen van de verschillende betrokken partijen en beleidsdomeinen om de uitvoering ervan te verzekeren. Op lokaal niveau zijn er tal van plannen en fondsen die bijdragen tot een veilige stad of gemeente, maar elk heeft zijn eigen beleidscyclus, voorwaarden, doelstellingen en evaluatiecriteria. Deze complexiteit dreigt de coherentie van een geïntegreerd beleid en de implementatie van een integrale visie in de weg te staan. Aan de hand van drie gevalstudies onderzoeken we de wijze waarop het lokale veiligheidsbeleid vormt krijgt. Door een combinatie van documentanalyses en semi-gestructureerde interviews laat deze kwalitatieve onderzoeksmethode ons toe om het onderwerp in de diepte te benaderen. We kozen voor één lokaal bestuur uit elk gewest en lieten ons daarbij leiden door volgende onderzoeksvragen: 1. Welke thema's worden in de lokale steden en gemeenten meegenomen in een lokale integrale veiligheidsbenadering? 2. Welke plannen worden ter beschikking gesteld die betrekking hebben op deze thema's en via welke kanalen verwerven zij fondsen die bijdragen aan een lokaal integraal veiligheidsbeleid? 3. Hoe worden al deze plannen op elkaar afgestemd en is dit mogelijk binnen één lokaal integraal veiligheidsplan? De doelstelling van dit onderzoek is inzicht verwerven in de invulling en de uitwerking van een integraal veiligheidsbeleid door de lokale overheid. Op basis van dit onderzoek willen we advies formuleren ten behoeve van de federale overheid omtrent enerzijds de wijze waarop ze deze lokale besturen kan bijstaan in het ontwikkelen van manieren om oplossingen uit te werken voor hun lokale veiligheidsproblemen en anderzijds de mogelijkheden om dit vorm te geven in een overkoepelend lokaal integraal veiligheidsbeleid. Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Tom BAUWENS • ELISABETH ENHUS
Veiligheid en de gevolgen van klimaatverandering voedsel. consument houding en gedrag Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van het voorgestelde doctoraatsonderzoek is om de houding en het gedrag van consumenten en de lokale boeren te onderzoeken op het beveiligingsprobleem voedsel genezen van de extreme gebeurtenissen als gevolg van klimaatverandering. Het is een unieke studie die zich richt op zowel de consumenten als de lokale boeren. Een dergelijk onderzoek zal de formulering van het beleid implicaties en aanbevelingen voor de strategieën om de voedselzekerheid te garanderen tijdens onvoorspelbare weersomstandigheden. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Wim Verbeke
Veilige scholen bouwen voor kinderen met rechten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Gracienne Lauwers
Veilige rittenplanning van gevaarlijke goederen door integratie van multi-objective optimalisatie en multi-criteria besluitvorming Universiteit Antwerpen Abstract: Er bestaan op heden geen praktisch bruikbare methoden om voertuigritten voor gevaarlijke goederen te optimaliseren rekening houdend met zowel economische als veiligheidscriteria. Dit onderzoek beoogt daarom twee innovaties: (1) het ontwikkelen van een nieuwe methode voor multi-objective optimalisatie, door het integreren van een multi-criteriamethode in een multi-objective metaheuristiek, en (2) de toepassing van deze methode op een of meerdere realistische rittenplanningsproblemen. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Kenneth Sörensen • Johan Springael
Vechtsporten en jongeren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vechtsporten en jongeren Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Vastelling van financieringsmodaliteiten met betrekking tot het uitvoeren van een wetenschappelijke analyse van de lokaal multidisciplinaire netwerken.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' RIZIV - Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering' hebben voor het project ' Vastelling van financieringsmodaliteiten met betrekking tot het uitvoeren van een wetenschappelijke analyse van de lokaal multidisciplinaire netwerken.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • MARCUS LEYS
Varkenshouderij in West-Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Acuraat en actueel beeld krijgen van de varkenshouderij in West-Vlaanderen met inbegrip van de evolutie van de sector en de drijvende krachten achter deze evolutie. De West-Vlaamse concurrentiepositie wordt aan de hand van het Diamond Model van Porter geanalyseerd. In deze analyse wordt West-Vlaanderen vergeleken met de andere Vlaamse provincies alsook met de andere Europese varkens producerende regio?s. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Guido Van Huylenbroeck
Variabel debiet in thermische kringen valideren. (VALID) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel een breder publiek te overtuigen van de voordelen van het toepassen van een variabel debiet in thermische waterkringen voor verwarming en koeling. Men wil hiervoor ook de nodige hulpmiddelen ontwikkelen om een vlotte toepassing van variabel debiet mogelijk te maken: aangepaste hydraulische schema's, simulatiesoftware, enz... In het VALID-project zal simulatiesoftware worden ontwikkeld om het gedrag en de verschillende energiestromen bij thermische waterkringen te voorspellen. Hierbij zal rekening gehouden worden met de installatieonderdelen, de bedrijfsparameters en de structuur van de installatie. De nauwkeurigheid moet toelaten om door middel van sensitiviteitsstudies een installatie te optimaliseren bij ontwerp, exploitatie en renovatie. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Van zorgcoördinatie naar zorgsysteem: Tweede jaargang Universiteit Gent Abstract: Aansluitend bij het tweede luik uit haar beleid op vlak van "Gelijke onderwijskansen", inzonderheid de aanstelling van een zorgcoördinator op iedere basisschool, schreef de Vlaamse Minister van Onderwijs voor het tweede jaar op rij een prioritair nascholingsvoorstel met de titel: "De zorgzame school" uit waarbij het de bedoeling is scholen te ondersteunen bij het uitbouwen van een zorgbeleidscontext op de eigen school. Centrale figuur hierin vormt de zorgcoördinator die op 3 niveaus activiteiten dient te ontplooien: schoolorganisatorisch, teamondersteunend en leerlinggericht. Dit nascholingsaanbod wil de zorgcoördinatoren en zorgteams op school inhoudelijke en methodische ondersteuning bieden bij de uitwerking van hun schooleigen zorgbeleidscontext. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Van Would be naar Be it. Onderzoek naar alternatieve en nieuwe stagevormen in de lerarenopleiding. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project gaan we op zoek naar alternatieve en/of nieuwe stagevormen. Hiertoe wordt in een eerste projectfase enerzijds nagegaan welke stageconcepten reeds gehanteerd worden door de partnerinstellingen, anderzijds een inventaris opgemaakt van andere mogelijke invullingen. De tweede projectfase bestaat uit de concretisering van de geselecteerde stageconcepten. In de derde projectfase worden pilootprojecten opgezet bij minimum twee partnerinstellingen waarbij de stageconcepten worden uitgetest. Organisaties: • Didactica
Onderzoekers: • Johan Deprez • Annie Pinxten • Mathea Simons
Van vee tot vork: het identificeren en inschatten van criminaliteit en schade verbonden aan de vleesindustrie en een evaluatie van de beheersing ervan KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Leuvens Instituut vr Criminologie (LINC)
Onderzoekers: • Letizia Paoli
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksopzet en probleemstelling De voorbije decennia is de vruchtbaarheid op doorgedreven wijze gedaald. In nagenoeg alle Europese landen ligt het totaal vruchtbaarheidscijfer sinds de jaren 1970 onafgebroken onder het vervangingsniveau van 2,1 kinderen per vrouw. Deze ontwikkeling is deels het gevolg geweest van het uitstel van het ouderschap naar steeds latere leeftijden (Bongaarts & Feeney, 1998). Dit impliceert dat de recuperatie van het totaal vruchtbaarheidscijfer naar de toekomst toe zal afhangen van (a) verdere ontwikkelingen met betrekking tot de timing van vruchtbaarheid, en (b) de mate waarin uitgestelde geboorten daadwerkelijk worden gerealiseerd op latere leeftijden (Lesthaeghe & Willems, 1999). De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij
vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Onderzoeksvraag Sinds het midden van de jaren 1960 is het vruchtbaarheidsregime in België grondig gewijzigd. Het totaal vruchtbaarheidscijfer daalde tot onder het vervangingsniveau, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte van het eerste kind bleef stijgen. Op basis van de volkstellingsgegevens van 1991 reconstrueerde Neels (2006) de pariteitsspecifieke vruchtbaarheidspatronen tussen 1960 en 1990 in België. Hieruit bleek dat vrouwen geboren tussen 1960 en 1965 nieuwe standaarden hebben gezet met betrekking tot het uitstel van een eerste en tweede geboorte. De analyse van de cohortenprofielen toonde aan dat de uitstelbeweging in belangrijke mate werd gedreven door de democratisering van het onderwijs, de toename van het opleidingsniveau, en de gestegen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. Een dergelijk uitstelgedrag werd echter reeds aangetroffen bij hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen uit de vroege jaren 1920. Dit impliceert dat de uitstelbeweging van de afgelopen decennia dus niet zozeer van innovatief vruchtbaarheidsgedrag getuigt, maar veeleer moet worden begrepen als een gevolg van de forse toename van het aandeel hoogopgeleide en beroepsactieve vrouwen. Tegenover het uitstel van eerste en tweede geboorten staat een vrij algemeen afstel van geboorten van derde en hogere rang. Ongeacht opleidingsniveau en arbeidsmarktparticipatie blijken nog maar weinig vrouwen een geboorte van derde en hogere rang te realiseren. Een opmerkelijke vaststelling is dat de stap naar een derde geboorte in België nog het vaakst wordt gezet door hoogopgeleide vrouwen (ibidem). Desalniettemin blijkt uit recente surveygegevens een toenemende preferentie voor steeds kleinere gezinnen. Een groeiend aandeel vrouwen zegt nog maar één kind te willen (Goldstein, Lutz & Testa, 2003). Omdat de vruchtbaarheidsprofielen in België retrospectief werden gereconstrueerd op basis van de volkstellingsgegevens van 1991 kon tot nu toe nog maar weinig worden gezegd over de vruchtbaarheidsrecuperatie bij sterk uitstellende generaties en de factoren die in dit verhaal een rol spelen. Vrouwen geboren tussen 1960 en 1965 waren op het einde van 1990 bijvoorbeeld nog maar 25 tot 30 jaar oud, terwijl de gemiddelde moederschapsleeftijd bij de geboorte van het eerste kind rond de 27 à 28 jaar schommelt. Door gebruik te maken van de gekoppelde volkstellingsgegevens van 1991 en 2001 wordt het echter mogelijk om de observatieperiode met 10 jaar uit te breiden. Op die manier ontstaat een prospectief onderzoeksdesign waardoor de vruchtbaarheidsrecuperatie kan worden bestudeerd tussen 1991 en 2001. Dit zijn de jaren waarin de sterk uitstellende generaties het gros van hun vruchtbaarheid zullen realiseren. Leidt hun uitstel tot afstel? En welke factoren oefenen een bevorderlijk dan wel een remmend effect uit op de vruchtbaarheid? Beide vragen staan centraal in het voorgestelde doctoraatsonderzoek. De effecten van arbeid en gezin In vorig onderzoek werd het uitstel van het ouderschap gerelateerd aan het verhoogde opleidingsniveau en de gestegen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. De investering in een carrière vraagt tijd en verhoogt de opportuniteitskosten die aan het moederschap zijn verbonden. Vanuit die optiek kan een verder uitstel van het moederschap worden verwacht naarmate vrouwen hun kansen weten te verzilveren op de arbeidsmarkt. Sinds een aantal jaren stelt men echter vast dat landen met een hoog aandeel tewerkgestelde vrouwen precies de hoogste totale vruchtbaarheidscijfers laten optekenen (Brewster & Rindfuss, 2000). Het is natuurlijk de vraag of deze verbanden op geaggregeerd niveau zich ook voordoen op individueel niveau. Desalniettemin roept een dergelijke vaststelling nieuwe vragen op met betrekking tot de relatie tussen vruchtbaarheid en vrouwelijke arbeidsmarktparticipatie. Dit verband getuigt van een complexer karakter dan vaak wordt gedacht. Zo suggereert recent onderzoek voor Vlaanderen dat het moederschap onder afgestudeerde en samenwonende vrouwen typisch wordt uitgesteld door drie groepen: zij die helemaal geen job hebben, zij die juist een heel drukke baan hebben, en zij die een deeltijdse baan hebben maar vrezen om hun werk te verliezen. Ook regionale karakteristieken spelen een rol: uitstel van ouderschap is het meest uitgesproken in regio's met een hoog vrouwelijk werkloosheidscijfer en in regio's met een hoge mate van genderongelijkheid op de arbeidsmarkt (Van Bavel & De Wachter, 2007). Uit het voorgaande blijkt dat verschillende facetten van de arbeidsmarkt een verschillende impact uitoefenen op het uitstel van het ouderschap. Blijft echter de vraag wat de implicaties zijn van dit uitstel met betrekking tot de vruchtbaarheid die uiteindelijk wordt gerealiseerd. En in het bijzonder de factoren die in dit verhaal een rol spelen. Hoe hangen vol- en deeltijdse banen samen met het krijgen van een kind? Wat is de impact van het aantal uren werk per week? Speelt het type job een rol? Is de sector van tewerkstelling van belang? Werk in de overheidssector gaat doorgaans gepaard met betere faciliteiten om arbeid en gezin met elkaar in overeenstemming te brengen dan werk in de privésector (Mandel & Semyonov 2006). De bovenstaande vraagstellingen kunnen echter niet op afdoende wijze worden beantwoord zonder rekening te houden met de karakteristieken van partner en gezin. Is er bijvoorbeeld sprake van betekenisvolle interacties tussen de beroepsactiviteit en het opleidingsniveau van beide partners? In de literatuur wordt het belang van een gezinsperspectief in steeds belangrijkere mate onderkend, maar heeft voorlopig niet geleid tot systematisch onderzoek vanuit dat perspectief vanwege een gebrek aan geschikte data. De effecten van huisvestingskenmerken Hoewel sinds de jaren 1980 een aantal studies werden uitgevoerd met betrekking tot huisvesting en gezinsvorming, is de relatie tussen huisvesting en vruchtbaarheid nog maar zelden onderzocht. Volgens Mulder (2006) is er sprake van een tweezijdige relatie: demografisch gedrag oefent een impact uit op huisvesting, net zoals huisvesting een invloed uitoefent op demografisch gedrag. In dit onderzoek zal dieper worden ingegaan op het tweede luik van dit verband, en meer bepaald of huisvestingskenmerken een rol spelen in de vruchtbaarheidsrecuperatie van sterk uitstellende generaties. Huisvesting en gezinsvorming hangen echter bijzonder sterk samen, in die mate zelfs dat het vaak moeilijk is om te spreken van directe causale verbanden. Meestal worden beide beslissingen in samenspraak genomen of beïnvloed door gemeenschappelijke factoren. Desalniettemin achten we het belangrijk om deze denkpiste verder te exploreren. In dit project worden daartoe drie huisvestingskenmerken geoperationaliseerd: de vraag of men eigenaar dan wel huurder is van een woning, of het type woning een rol speelt (appartement of huis), en wat de impact is van de kwaliteit van de woning (al dan niet comfortabel, aanwezigheid van een tuin). Daarnaast wordt ook gekeken of kenmerken van de overkoepelde woningmarkt een rol spelen. Welke impact gaat bijvoorbeeld uit van regionale kenmerken zoals huur- en kostprijzen van woningen? Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • PATRICK DEBOOSERE
Van uitstel komt afstel? Een longitudinale analyse naar nieuwe patronen van gezinsvorming aan de hand van de volkstelling van 1991 en de algemene socio-economische enquête van 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van dit doctoraatsproject is gelegen op de tweede kwestie waarbij de mechanismen achter de vruchtbaarheidsrecuperatie worden onderzocht bij vrouwelijke cohorten die een nieuwe standaard hebben gezet met betrekking tot uitstel van vruchtbaarheid in België. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • Jan VAN BAVEL
Van 'Theory of Mind' naar plaatsvervangende waarneming Universiteit Antwerpen Abstract: Ik betoog dat in de studie van sociale cognitie de nadruk moet verlegd worden van 'theory of mind' naar een eenvoudig perceptueel proces: de waarneming van een objecten als dat wat bepaalde handelingen toelaat voor een andere organisme. Dit perceptueel proces, dat ik "plaatsvervangende waarneming' noem, is verschillend van, en veel eenvoudiger, dan 'theory of mind', vermits het niet vereist dat de mentale (of perceptuele) toestanden van een ander organisme begrepen (of gerepresenteerd) worden. Ik argumenteer dat de meest overtuigende experimenten die zogezegd bewijzen dat
niet-menselijke primaten een 'theory of mind' hebben, eigenlijk aantonen dat ze in staat zijn tot plaatsvervangende waarneming. Hetzelfde geldt voor de experimenten over 'theory of mind' in kinderen onder de twaalf maand. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Bence Nanay
Van systeem tot samenleving : De internationale betrekkingen van Internet Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Internet staat vandaag meer dan ooit in de belangstelling. Het vormt het onderwerp van heel wat heetgebakerde discussies en met de losse pols geschreven opiniestukjes. Waar het evenwel aan ontbreekt, zijn meer diepgravende studies die peilen naar de onderliggende mechanismen van het betrokken communicatiesysteem. In de grond van de zaak is het Internet een anarchistisch systeem waarbinnen miljoenen gebruikers met elkaar interacteren. De hamvraag is dan: hoe wordt in een dergelijk systeem de orde gehandhaafd? Is het überhaupt mogelijk om een anarchistisch systeem met vele gebruikers zoals Internet op de een of andere manier te reguleren?In het voorgestelde onderzoek trachten wij die vraag te beantwoorden via een toepassing van de zgn. constructivist structural theory, afkomstig uit de discipline der internationale betrekkingen. Deze theorie geeft aan hoe actoren op grond van gemeenschappelijke kennis en materiële hulpbronnen via concrete integratieprocessen regelsystemen ontwikkelen cie hun gedrag in bepaalde banen leiden. Zo geeft de theorie onder meer aan hoe in wezen anarchistisch systemen zich geleidelijk tot gemeenshappen of samenlevingenkunnen ontwikkelen. Vertrekkend vanuit de constructivist structural theory en via projectie van die theorie op een aantal case studies willen wij afleiden hoe binnen het Internet een aantal regelsystemen tot stand komen. De basisveronderstelling is dat het langs die weg mogelijk is om een betere greep te krijgen op de functionele aspecten van het Internet. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Van simpele associaties tot complexe cognitie Universiteit Gent Abstract: Hoe bewust en berekenend staan wij mensen in het leven? Zijn wij baas in eigen huis, of worden gedrag en denken automatisch gestuurd? In dit onderzoek wordt getracht om schijnbaar hoogcognitieve gedragingen te verklaren aan de hand van automatische leerprocessen. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Notebaert
Van school naar werk : implementatie van een permanent en longitudinaal waarnemingsinstrumentarium. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksvoorstel kadert binnen een onderzoeksprogramma dat op langere termijn, vanuit multidisciplinair perspectief en gebruik makend van meerdere onderzoeksmethoden, de uitbouw nastreeft van een permanent waarnemingsinstrument met betrekking tot de overgang van school naar werk. Dit waarnemingsinstrument beoogt in twee opzichten een empirische fundering te leggen voor longitudinaal onderzoek: a) periodiek herhaalde bevragingen van gelijkaardige cohortes vormen de basis van consistente tijdsreeksen en laten toe over de tijd de effecten van gewijzigde contexten (inzake economische situatie, beleidsingrijpen, e.d.) op deze overgang te evalueren; b) meerdere meetmomenten per cohorte garanderen dat elke cohorte voor langere termijn kan gevolgd worden. Omdat de bevraging zich bovendien concentreert op het verzamelen van informatie over transitie-momenten garandeert dit een kijk op deze problematiek als een dynamisch en in de tijd verlopend proces. Financiering via PBO97 liet ons toe om een proto-type van werkwijze te testen en zo de basis te leggen voor dit waarnemingsinstrument Financiering via PBO98 liet ons toe om onze werkwijze grondig en met de inbreng van buitenlandse experten te evalueren, een uitgebreide consultatie van beleidsverantwoordelijken en potentiële gebruikers te organiseren en de data (verzameld op basis van een eerste cohorte van 23jarigen en de vervollediging van de Loso-dataset) diepgaand te analyseren. Dit onderzoek in het raam van PBO99 wil de uitbouw van ons onderzoeksprogramma verder consolideren door de realisatie van drie componenten: a) de bevraging van een tweede intrede-cohorte, wat toelaat de panelstructuur op het niveau van de cohorte in werking te stellen en zo het permanente karakter van het observatorium te garanderen; b) een tweede bevraging van de eerste intrede-chorte, gebruikt bij de tekst van het prototype, wat de uitbouw van een longitudinale dataset mogelijk maakt; c) de vervollediging van de data-set Loso-annex. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • HEIDI BELET • Ilse LAURIJSSEN
Van school naar werk: implementatie van een permanent en longitudinaal waarnemingsinstrument, Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel kadert binnen een onderzoeksprogramma dat op langere termijn, vanuit multidisciplinair perspectief en gebruik makend van meerdere onderzoeksmethoden, de uitbouw nastreeft van een permanent waarnemingsinstrument met betrekking tot de overgang van school naar werk. Dit waarnemingsinstrument beoogt in twee opzichten een empirische fundering te leggen voor longitudinaal onderzoek: a) periodiek herhaalde bevragingen van gelijkaardige cohortes vormen de basis van consistente tijdsreeksen en laten toe over de tijd de effecten van gewijzigde contexten (inzake economische situatie, beleidsingrijpen, en dergelijke meer) op deze overgang te evalueren, b) meerdere meetmomenten per cohorte garanderen dat elke cohorte voor langere tijd kan worden gevolgd. Omdat de bevraging zich bovendien centreert op het vergaren van informatie over transitie-momenten garandeert dit een kijk op deze problematiek als een dynamisch en in de tijd verlopend proces. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Pierre Coppieters
Van school naar werk : de implementatie van een permanent en logitidunaal waarnemingsinstrumentarium Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In een ander onderzoeksproject in het kader van PBO97 (Van onderwijs naar arbeidsmarkt) werd een waarnemingsinstrument getest dat de overgang van school naar werk in kaart brengt. Het huidige project beoogt de implementering en de consolidering van dit instrument. Voor de definitieve uitbouw van dit permanent observatorium wordt verder gebouwd op de ervaringen met dit prototype. Geregelde contacten met internationale experten op het vlak van schoolverlatersonderzoek, die onze procedures valideren, staan mede borg voor een zorgvuldige kwaliteitscontrole. Bovendien voorzien wij bij de implementering eerst een fase van brede consultatie van beleidsverantwoordelijken en potentiële gebruikers. Op lange termijn leggen wij met dit project een basis voor longitudinaal onderzoek (cfr. het project 'Van school naar werk' - VLO69) Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • HEIDI BELET • Ilse LAURIJSSEN
Van ruimtelijke analyse tot karakterisering van sites uit de Ijzertijd en de vroeg-Romeinse periode van Noord- en OostGallië Universiteit Gent Abstract: In dit project worden verschillende types archeologische sites (grafvelden, nederzettingen, heiligdommen) uit de late ijzertijd en de vroegRomeinse periode onderworpen aan een grondige gegevensanalyse met de nadruk op kwantificatie, gevolgd door een interne ruimtelijke analyse. Met behulp van een geografisch informatiesysteem en ruimtelijke statistiek wordt getracht meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke en socioeconomische organisatie van de sites. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe De Maeyer
Van ontkenning naar revolte: de PKK en de reconstructie van de Koerdische identiteit Universiteit Gent Abstract: Deze studie beoogt het vergroten van kennis en inzicht in de 30-jarige strijd van de Koerdisch nationale beweging in Turkije. Het onderzoekt de evolutie van de PKK van verzetsbeweging tot transnationale sociale beweging, en het ontstaan van Koerdische 'identity politics' als uitkomst van die beweging. Het onderzoek situeert zich op het raakvlak van drie gebieden: ethno-nationalisme, sociale bewegingen en identiteitspolitiek. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Christopher Parker
Van online naar sociaal nieuws: de remediatie en reframing van nieuws op Facebook en Twitter. KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de selectie, de remediatie en reframing van het nieuws dat op Facebook− en Twitteraccounts vannieuwsmedia geplaatst wordt. We kunnen immers aannemen dat het nieuws dat op deze sociale mediaplatformengepresenteerd wordt voor een stuk ander nieuws is dan datgene wat op denieuwssites van dezelfde nieuwsmediagepresenteerd wordt. Nu sociale media een erg belangrijke nieuwsbron geworden zijn voor jongeren en volwassenen, ishet relevant om te bestuderen welke nieuws er op de sociale media−accounts gepresenteerd wordt, en op welke manier dit'sociale nieuws' afwijkt van het 'online nieuws' op de nieuwssites. In dit project bestuderen we daarom op welke manierVlaamse en Nederlandse nieuwsmedia rekening houden met de medialogica van Facebook en Twitter bij de selectie,remediatie en reframing van het nieuws bij de overgang van de online naar de sociale platformen. Organisaties: • OE Instituut voor Mediastudies
Onderzoekers: • Michaël Opgenhaffen
Van onderwijs naar arbeidsmarkt : hoe verloopt de overgang ?(Programma : Beleidsgericht onderzoek '97. Beleidsdomein : Onderwijs.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt in eerste instantie de conceptie en installatie van een instrumentarium dat, op langdurige basis via geregeld crosssectie en panel-onderzoek, de nodige gegevens verzamelt om een permanente databank aan te leggen over de wijze waarop de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt plaats vindt. Hoewel de aansluitingsproblematiek hierbij wordt beschouwd als de centrale focus van de dataverzameling, ligt het in de bedoeling om de problematiek van de 'transitie-periode' breder te beschouwen dan enkel maar de intrede in de arbeidsmarkt en eerder als een continuum dan als een klaar en afgelijnd punt in de tijd. Dit waarnemingsinstrument moet niet enkel leiden tot een beleidsrelevante basisrapportering, maar moet ook de nodige gegevens ter beschikking stellen die de wetenschappelijke wereld toelaten om meer specifieke beleidsrelevante themata met meer diepgang te analyseren. In het kader van dit onderzoek worden 3000 23-jarigen ondervraagd over hun schoolloopbaan en over de transitie van onderwijs naar abeidsmarkt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Ilse LAURIJSSEN
Van offline naar multi-channel boodschappen doen: veranderingen in aankoop van consumenten en consequenties voor multi-channel handelaars. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • FEB Antwerpen
Onderzoekers: • Marnik Dekimpe • Lien Lamey • Katia Campo • Els Breugelmans
Van monadologie to nomadologie - een systematische en vergelijkende discussie van Gilles Deleuzes concept van de plooi Universiteit Gent Abstract: Mijn doelstelling is bij te dragen aan de Deleuze-receptie door een systematische bespreking van zijn weinig gerecipieerde boek over Leibniz en in het bijzonder zijn concept van de plooi in relatie tot de fenomenologie en het constructivisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Freddy Mortier • Bart Vandenabeele
Van landschap tot verhaal, van intrige tot project Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek ontwikkelt en analysemethode gebaseerd op chronofotografische opnamen van landschapstransformaties waarbij concreet onderzoek gecombineerd wordt met theoretische (literatuurwetenschappelijke, orthropologische en stedenbouwkundige) interpretaties. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Bart Keunen • Pieter Uyttenhove
Van kwaliteit van ondersteuning naar kwaliteit van leven van personen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek wordt nagegaan in welke mate de Quality of Life van personen met een autismespectrumstoornis gerelateerd is aan de organisatie van de ondersteuning waar men beroep op doet. Hierbij worden tevens persoonsgebonden beïnvloedingsfactoren in rekening genomen, nl. intelligentie, ernst van de symptomen en mate van zelfbepaling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Van informele gemeenschapsmutualiteiten naar een formeel sociaal zekerheidsstelsel in India. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de hand van een aantal casestudy's van Indische gemeenschapsmutualiteiten wordt onderzocht op welke manier de socioinstitutionele context en politieke beleidsmaatregelen het succes van deze mutualiteiten en hun proces van schaalvergroting beïnvloeden. De resultaten uit deze analyse kunnen bijdragen tot het formuleren van beleidsadviezen met het oog op de uitbouw van een systeem van gezondheidsverzekering die de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg voor de Indische armen garandeert. Vanuit een kader dat armoede definieert als een lokaal institutioneel proces volgt de centrale hypothese dat sommige gemeenschapsmutualiteiten zich door hun verschil in organisatiestructuur beter kunnen aanpassen aan de institutionele realiteit waarin ze functioneren. Zodoende hebben sommige mutualiteiten meer kans om de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg op een duurzame manier te waarborgen en de armen in strategisch bruikbare netwerken in te bedden. Op die manier kunnen de gemeenschapsmutualiteiten de bestaande solidariteitsnetwerken en sociale actie vergroten tot op een schaal die politiek en economisch relevant is voor de Indische staten. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans • Joris Michielsen
Van Emirdag naar België. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KBS. UA levert aan KBS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Van een archimedisch pluralisme naar een onderhandeld pluralisme: de relevantie van Indische visies op pluralisme voor een reconceptualisering van de Europese context; Een studie vanuit het werk van Bilgrami. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekpunt is de vraag hoe religieuze visies een plaats moeten krijgen binnen het politieke discours gegeven een seculiere, maar radicaal plurale sociale en culturele context. De theoretisch-methodologische specificiteit van dit onderzoek is gelegen in de beschouwing van de Indische context die evenzeer pluraal is. Indische politieke filosofen ¿ in het bijzonder Bilgrami ¿ die hierover reflecteren, bieden een interessant standpunt om ook Europese context te reconceptualiseren. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck
Van digitale naar maatschappelijke participatie: opportuniteiten en uitdagingen (De sociale staat van Vlaanderen 2013) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschillende drempels zoals beperkte financiele middelen, taalproblemen of een beperkt cultureel en sociaal kapitaal belemmeren de digitale en maatschappe- lijke participatie van kwetsbare bevolkingsgroepen (Marien & Van Audenhove, 2011). Onderzoek geeft aan dat digitale en sociale uitsluiting elkaar bovendien negatief be- invloeden en vaak zelfs versterken (van Dijk, 2005; Brotcorne e.a., 2010). Vanuit ver- schillende hoeken wordt ingezet op het gebruik van digitale media voor het (her) insluiten van kwetsbare doelgroepen. Gesteld wordt dat digitale media, waaronder ook sociale media, individuen de mogelijkheid geven om gemakkelijker, beter, snel- ler en meer te participeren in verschillende maatschappelijke domeinen (Michiels e.a., 2007). Er wordt met andere woorden heel wat potentieel gezien in het gebruik van digitale media voor
het vergroten van de bredere maatschappelijke insluiting en participatie van individuen of gemeenschappen. Er blijven echter nog heel wat cruciale vragen onbeantwoord. In de eerste plaats wat de relatie betreft tussen digitale en maatschappelijke participatie. Lopen de breuk- lijnen voor beide fenomenen gelijk en zijn diegenen die het meeste risico lopen op maatschappelijke uitsluiting ook noodzakelijk diegenen die minder digitaal partici- peren in de maatschappij? Versterkt een gebrek aan digitale vaardigheden bestaande maatschappelijke participatiekloven? Vraagt maatschappelijke participatie om een zekere vorm van digitale participatie of kunnen beide probleemloos om elkaar heen? In de tweede plaats rijzen er vragen wat het potentieel van digitale media betreft voor het vergroten van maatschappelijke participatie. Welke aspecten en methodieken zijn cruciaal opdat dergelijke initiatieven succesvol zijn en wat zijn mogelijke valkuilen? Deze bijdrage zet in op het identificeren en toelichten van de opportuniteiten en uitdagingen van het gebruik van digitale media voor het vergroten van de maat- schappelijke participatie van groepen die momenteel minder of niet participeren. De focus ligt hierbij op (1) een theoretische reflectie over de relatie tussen digitale en maatschappelijke participatie, (2) een overzicht van de stand van zaken op vlak van digitale en maatschappelijke participatie in Vlaanderen, (3) een verkenning van mogelijke toekomstige evoluties van digitale participatie in Vlaanderen op basis van 2 brainstormsessies met stakeholders en (4) een kritische analyse van 4 interessante internationale praktijkvoorbeelden. Op basis van de inzichten uit die verschillende onderdelen worden ten slotte een aantal doelgerichte en concrete beleidsaanbevelin- gen geformuleerd. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Ilse MARIEN • Jos PIERSON • Dana SCHURMANS • Leo VAN AUDENHOVE • Dorien BAELDEN
Van Charter naar Tools. Een kwalitatief onderzoek naar de toepassing van het ICOMOS Ename Charter op scheepserfgoed Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt hoe aan de hand van de ?ICOMOS Ename Charter principes? een ?interpretatie en presentatie?-instrumentarium kan ontwikkeld worden dat kadert binnen een integraal en duurzaam erfgoedbeleid én gericht is op de specifieke context van maritiem en scheepserfgoed. Het Charter bepaalt de basisdoelstellingen/principes voor de interpretatie en presentatie van erfgoedsites en ziet ze als wezenlijk onderdeel van erfgoedbehoud. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Lieven De Marez
Van beleid naar recht ? Industriebeleid en het recht van de Europese Unie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid Economisch Recht
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Pim Jansen
Van activatieplek tot meta-analyse map: informatie integratie van beeldvormingsstudies Universiteit Gent Abstract: Het belangrijkste doel van het project is om de bestaande coördinaat-gebaseerde meta-analyse methoden voor fMRI data aan te passen aan een informatieve set van meta-analyse maps, gebruik makend van schattingen voor effectgroottes. Bovendien zullen we procedures ontwikkelen voor het diagnosticeren en corrigeren van publicatie bias omdat deze momenteel niet beschikbaar zijn voor coördinaat-gebaseerde meta-analyse. Organisaties: • Vakgroep Data-analyse
Onderzoekers: • Beatrijs Moerkerke • Ruth Seurinck
Value chain development and food security. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • LICOS Leuven
Onderzoekers: • Johan Swinnen • Rob Kuijpers
VALUE-AGEING:Incorporating European Fundamental Values into ICT for Ageing : a Vital Political, Ethical, Technological and Industrial Challenge. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project rond incorporatie van Fundamentele Europese waarden op het gebied van ICT Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Eugenio MANTOVANI • Emma Dora LOEFFELSTIEL • PAUL DE HERT
Valuation and Mapping of Ecosystem Services KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bio-economie
Onderzoekers: • Liesbet Vranken • Jeremy De Valck
Valoriseren van Linguïstische Diversiteit in het basisonderwijs Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van het Validiv-project is het valoriseren van de bestaande linguïstische diversiteit en linguïstische repertoires van leerlingen (bv. Engels, Frans, immigratietalen) binnen onderwijsprocessen in het basisonderwijs in Vlaanderen Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde • Vakgroep Sociologie • Vakgroep Taalkunde • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Stefaan Slembrouck • Mieke Van Houtte • Peter Lambert • Johan van Braak • Piet Van Avermaet
Valorisatie van organische Nevenstromen - ontwikkeling van 2de generatie technologieën voor de biogebaseerde economie in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit VIS-traject vertrekt vanuit een dubbele noodzaak die door de aanvragers werd geïdentificeerd in een brede bevraging. Enerzijds is er een duidelijke vraag vanuit diverse sectoren tot een hoogwaardige valorisatie van hun organische nevenstromen. Anderzijds is er een sterke vraag naar grondstoffen voor de biogebaseerde economie, in het bijzonder op basis van organische nevenstromen via tweede generatie processen. Dit VIS-traject splitst zich in grote lijnen op in een inventarisatieluik, een technologie ontwikkelingsluik en een implementatieluik. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Tom Pauwels • Thierry Vanelslander
Valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil de aard, de omvang en het belang van de valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen in kaart brengen en de disciplinaire verschillen op dit vlak aangeven. Daarnaast is het eveneens de bedoeling de mogelijke drempels en hinderpalen voor valorisatie in de humane en sociale wetenschappen aan te geven, na te gaan waar de "assets" van Vlaanderen op dit gebied momenteel onderbenut blijven en pistes aan te reiken voor een uitbreiding van het valorisatiepotentieel van de humane en sociale wetenschappen. Bij de bestudeerde casestudies zal een aantal cases in het gebied van de rechtswetenschappen worden opgenomen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Valorisatie van Federale Sociaal-Economische databanken. Fase II Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van het project is het verwerven van meer inzicht in de samenhang tussen sociale ongelijkheid en verschillen in gezondheid, d.m.v.: - het opsporen en omstandig ontsluiten van primaire gegevens - het genereren van gezondheidsindicatoren en sociale indicatoren - een haalbaarheidsstudie naar de koppeling van gegevens uit verschillende ambtelijke databanken - cartografische voorstellingen van gezondheids- en sociale indicatoren - een status quaestionis van de witte vlekken in het statistisch materiaal rond dit thema - ontwikkeling van een databank 'SOBEL' inzake beleidsmaatregelen met potentiële impact op sociale ongelijkheid en gezondheidsverschillen - thematische publikaties met seminaries omtrent hete hangijzers in de gezondheidszorg - organisatie van een symposium over methodologische problemen bij het meten van ongelijkheid in gezondheid en verklaringsmodellen voor differentiële gezondheid - onderhoud van de databanken Soon, Sage en Bish en van het statistisch systeem SSG, ontwikkeld i.h. kader van het Steunpuntproject - continue dienstverlening aan gebruikers van statistisch en/of documentair materiaal. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX
Valorisatie van de resultaten van het colloquium over de versterking van de federale ombudsfunctie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CFO. UA levert aan CFO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Valorisatie van de microsimulatie van de sociale bescherming. Universiteit Antwerpen Abstract: In het project AG/01/086 werd in opdracht van FOD Sociale Zekerheid door drie universitaire equipes een microsimulatiemodel ontwikkeld waarmee beleidshervormingen in de sfeer van de sociale zekerheid gesimuleerd kunnen worden op geanonimiseerde maar individuele gegevens. Dit model laat in principe toe een zeer gedetailleerd beeld te schetsen van de verdelingsimpact van maatregelen in 6 beleidsdomeinen: de sociale zekerheidsbijdragen, de werkloosheidsvergoedingen, de ziekte en invaliditeitsuitkeringen, de gezinsbijslagen, de pensioenen en de personenbelasting. Het vernieuwende (voor Belgie) en distinctieve karakter van dit model Iigt in het onderliggende databestand dat opgebouwd werd uit administratieve gegevens. De levering van de aangevraagde administratieve gegevens gebeurde in verschillende fazen. [-lierdoor was het onmogelijk om binnen de looptijd van bet project AG/01/086 alle modules met hetzelfde niveau van detail uit te werken. Vooral de module rond pensioenen bleef hierdoor onderontwikkeld. Doelstelling 1 van bet nieuwe project bestaat er in bet model up te daten, uit te breiden en te verfijnen met bijkomende gegevens, Na deze uitbreiding kan bet model gebruikt worden om de verwachtingen met betrekking tot de financiele houdbaarheid van bet sociaal zekerheidssysteem te toetsen. Bij de verdere uitbouw van bet microsimulatiemodel zal bijzondere aandacht besteed worden aan de mogelijkheid beleidsondersteunende informatie te verschaffen met betrekking tot de maatregelen opgenomen in bet wetsontwerp van 13 juli 2005 'houdende een structureel aanpassingsmecbanisme aan de welvaart van plafonds en inkomensdrempels alsook de sociale uitkeringen. (KvV Doc5l 1948/001). Doelstelling 2 van bet nieuwe project bestaat er in om bet model te situeren in een Europees/internationaal perspectief. Meer bepaald zal een overzicht gemaakt worden van andere microsimulatiemodellen met betrekking tot sociale bescberming in de Europese Unie en zal aangegeven worden hoe bet model kan gebruikt worden om bet l3elgische Nationale Actie Plan ter bevordering van de Sociale Insluiting (NAP/SI) te beoordelen en aldus bij te dragen tot bet Sociale lnsluitingsProces binnen de EU. Doelstelling 3 van bet project bestaat uit bet modelleren van gedragsreacties. Er zal aandacht besteed worden aan bet modelleren van de pensioneringsbeslissing en van beslissingen om al dan niet te participeren in de arbeidsmarkt. Bij bet modelleren van de pensioneringsbeslissing zal getracht worden om de verschillende mogelijke uitstapregelingen, die resulteren in een uitstap uit de arbeidsmarkt voorafgaand aan de opruststelling, zoals werkloosheid, tijdskrediet, invalid iteit, te onderscheiden. Doelstelling 4 van bet project bestaat uit bet beschrijven van een procedure die moet toegepast worden bij een update van bet model, wanneer meer recente administratieve gegevens beschikbaar worden. Doelstelling 5 van bet project, tenslotte, bestaat er in om onderricht te verstrekken aan de potentiele gebruikers van bet model. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Gerlinde Verbist • Bea Cantillon
Valorisatie onderzoeksresultaten van de praktijktest leerzorgkader. Universiteit Antwerpen Abstract: In een vorig onderzoek werd bij een serie aselecte steekproeven van in totaal 8600 leerlingen uit de verschillende geledingen van gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, door medewerkers van alle CLB's uit Vlaanderen een proefinschaling gedaan in één van de 5 leerzorgniveaus, 4 clusters van beperkingen, en doelgroepen, op basis van de huidige leerlingdossiers bij de.CLB's bekend in juni 2008, ten einde de bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid na te gaan van de door de Stuurgroep Indicatoren vastgelegde inschalingscriteria in het leerzorgkader. Daartoe werden een handleiding, beslisboom en electronisch inschalingsformulier in een speciaal daartoe aangemaakte website ontworpen, een helpdesk opgericht en een logboek van opmerkingen bijgehouden en geanalyseerd. De resultaten werden zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd, en van daaruit gekeken naar verschuivingen binnen types en geledingen onderwijs. Er werd ook gekeken naar de overeenkomst met de theoretisch verwachte inschalingen. Dit project wil de resultaten van deze praktijktest Leerzorgkader valoriseren, in enerzijds een communicatie naar het werkveld (CLB's en scholen) en anderzijds suggesties formuleren voor een verdere professionalisering in het leerzorgkader. Organisaties: • Eerstelijns - en interdisciplinaire zorg Antwerpen (ELIZA)
Onderzoekers: • Jozef Lebeer • Elke Struyf
Valorisatie DWTC Organisatie Workshop Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen Nederlandstalige abstract Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE
Valorisatie crowdsourcing platform Universiteit Hasselt Abstract: Het crowdsourcing platform biedt gebruikers de mogelijkheid om via mobiele toestellen (smartphones) data te verzamelen, deze in een webapplicatie te beheren, te bewerken en naar de buitenwereld toe ter beschikking te stellen. Het binnen IMOB ontwikkelde crowdsourcing platform onderscheidt zich van andere platformen daar het zich expliciet richt op mobiele dataverzameling door grotere groepen personen (de crowd) en daar de mogelijkheid tot koppeling van verschillende projecten aan toevoegt. Deze interactie tussen projecten laat toe om gegevens die door een project verzameld werden door een ander project te laten hergebruiken. Op deze wijze moet het crowdsourcing platform de voedingsbodem zijn voor diverse projecten waarbij samenwerking tussen projecten mogelijk is, aangemoedigd wordt en nieuwe projecten aantrekt. Het IOF-project heeft als doelstelling een spin-off voor te bereiden waarmee toepassingen, gebouwd op het generisch crowdsourcing platform, naar de markt kunnen worden gebracht. Organisaties: • Verplaatsingsgedrag • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers:
• Gerhard WETS • Tom BELLEMANS • Edith DONDERS • Raf NULENS • Marc GERAERTS • Roeland MAES
Validiteitsonderzoek van het examenonderdeel "casus" van het toelatingsexamen arts en tandarts Universiteit Gent Abstract: Deze studie onderzoekt of de situational judgment tests als examenonderdeel "casus" van het toelatingsexamen arts en tandarts academische prestaties gedurende het zevenjarige curriculum voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Personeelsbeleid-, arbeids- en organisatiepsychologie
Onderzoekers: • Filip Lievens
Validering van een internationaal inzetbaar instrument om de perceptie van universitaire docenten op hun onderwijscontext te meten Universiteit Antwerpen Abstract: De perceptie van universitaire docenten op hun onderwijscontext is vooralsnog slechts beperkt onderzocht. Daarom ontwikkelden we een Vlaams meetinstrument dat deze in kaart brengt. In voorliggende studie werken we vooreerst een Engelstalige variant van het instrument uit die internationaal ingezet kan worden. Door gebruik in verschillende landen onderzoeken we vervolgens de crossculturele validiteit van dit instrument. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Ann Stes
Validering van de test voor emotionele intelligentie EO-I van Reuven Bar-On. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit voorstel worden twee psychologische test onderzocht: de BAr-ON-EQ-I test voor emotionele intelligentie en de MMPI-2 test voor persoonlijkhedi en psychopathologie. Beide test zijn al langer voorwerp voor onderzoek, maar in dit voorstel worden de normale scores van de MMPI-2 te verduidelijken. Daarnaast zal de test voor emotionele intelligentie worden gebruikt om meer helderheid te krijgen in de hoge mate van drop-out onder eerstejaars studenten. Aan de hand van de test voor emotionele intelligentie kan worden onderzocht welke persoonlijkheidsstijlen bijdragen aan het falen respectievelijk het slagen in het eerste jaar van de universitaire studie. In een vervolg hierop kan dit onder een grotere dorep studenten worden uitgezocht. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • Jan DERKSEN
Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Valide indicatoren van problematische schuldsituaties. Een verkennend onderzoek. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Validation and renewal of the reverse hierarchy in healthy subjects andpeople with Autism Spectrum Disorder. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Jean Steyaert • Ilse Noens • Steven Vanmarcke
Vakoverschrijdende thema's in het secundair onderwijs. op zoek naar een maatschappelijke consensus.(OBPWO 1997) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Omwille van de groeiende complexiteit van onze samenleving, wordt er steeds meer de nadruk gelegd op persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfsturing vanwege het individu. Het onderwijs kan hierbij, als een van de belangrijkste socialisatieagenten in onze samenleving, een bevoorrechte rol spelen. Temeer daar het onderwijs, meer dan andere actoren, kan werken aan de cognitieve competenties en vaardigheden die deel uitmaken van het burgerschap en de kans op volwaardige en verantwoordelijke participatie aan het maatschappelijke leven kan verhogen. De Vlaamse Overheid wil dit bewerkstelligen door het formuleren van vakoverschrijdende doelstellingen op vlak van burgerschap, milieu, gezondheid, sociale vaardigheden en leervermogen. Het probleem dat zich hierbij stelt, is welke competentie, kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden er precies dienen te worden overgedragen in het kader van deze vorming. Om de vakoverschrijdende doelstellingen te specificeren wil dit project nagaan of er een overlapping consensus bestaat bij maatschappelijke actoren over de kennis, vaardigheden en attitudes die via de vakoverschrijdende thema's (milieu-educatie, opvoeden tot burgerzin, gezondheidsopvoeding, 'leren leren' en sociale vaardigheden) zouden moeten worden ontwikkeld. Een eerste stap bestond erin de internationale en nationale juridische teksten en verklaringen in verband met de vakoverschrijdende thema's te onderzoeken om na te gaan welke inhoud aan deze thema's wordt gegeven. Op basis hiervan werden deskundigen uit het maatschappelijk middenveld bevraagd. In een eerste fase van het veldwerk gebeurde dit door middel van semi-gestructureerde diepte-interviews (december 1998 - mei 1999). Nadien werd op basis van de resultaten van deze mondelinge bevraging nog een tweede schriftelijke vragenlijst opgesteld welke eveneens ingevuld werd door de vertegenwoordigers van de verenigingen die bij de mondelinge bevraging betrokken werden. Deze vragenlijsten werden verstuurd in november 1999. Aan de hand van de resultaten van deze bevraging werd vervolgens de bestaande consensus verder afgebakend. Organisaties:
• Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • JESSY SIONGERS
Vakdidactische leergemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de implementatie van een concept dat gericht is op de ontwikkeling en/of optimalisatie van vakdidactische competenties van aspirant-leraren en leraren uit het werkveld. Het opzet is de lancering van 'vakdidactische leergemeenschappen' (VLG, 'centers of competence') als een vorm van professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2011). Op langere termijn kunnen deze VLG vanuit de focus op het eigen vakgebied informatie leveren uit recent vakdidactisch onderzoek, best practices, ondersteuning, training,... Organisaties: • Didactica
Onderzoekers: • Paul Janssenswillen • Wouter Schelfhout
Vademecum van gemeenschappelijke EU-indicatoren in het kader van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project draagt bij tot de activiteiten van de Sub-Group Indicatoren (ISG) van het Directoraat Generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen van de Europese Commissie. In het kader van dit project wordt een vademecum ontwikkeld dat de werkzaamheden van de ISG samenvat, zowel met betrekking tot methodologische vraagstukken als in haar politieke dimensie. Het eindrapport omvat vooreerst; een aantal horizontale hoofdstukken met betrekking tot de ontwikkeling en het gebruik van sociale indicatoren in het kader van de Open Coordinatiemethode voor Sociale Bescherming en Sociale Insluiting; ten tweede fiches voor elke indicator waarover een akkoord werd bereikt of die wordt besproken; ten derde een webapplicatie die deze fiches omvat. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Cornelius Van den Bosch
Vaccinatie veiligheid - attitudes, training and communicatie (VACSATC). Universiteit Antwerpen Abstract: Vaccinatie veiligheid - attitudes, training and communicatie (VACSATC). Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme
Using predictive analytics for business applications. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Wilfried Lemahieu • Tine Van Calster
User profiling methods for personalized products KU Leuven Abstract: Mijn doctoraat kadert binnen het PERPETUAL project, wat een acroniem isvoor Personalized Products Emerging from Tailored User Adapting Logic. Binnen dit project is een case-study gedefinieerd in verband met zone-heating waarnaar ik onderzoek zal verrichten. Het doel hierbij is om generieke algoritmen en methodes te ontwikkelen die het toelaten om de balanstussen functionaliteit/comfort en energieverbruik te optimaliseren via gebruiksprofilering. Meer bepaald zal ik technieken onderzoeken om automatisch gebruiksprofielen, inclusief de voorkeuren van de gebruiker zoals de gewenste temperatuur, op te stellen. Hiervoor werd een kantoor, met één gebruiker, uitgerust met diverse sensoren, zoals bewegings- en temperatuursensoren. De data verworven via deze sensoren wordt door enkele preprocessing stappen bewerkt tot een geschikt formaat. Patroonherkenning zal dan toegepast worden om de verschillende gebruiksprofielen, de gewoontes van de gebruiker, te leren. De verwarmingvan een gebouw kan aa Organisaties: • Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer
Onderzoekers: • Joost Duflou • Yannick De Bock
User involvement, participation and integrated care KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • LUCAS - Zorgonderzoek en Consultancy
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Koen Hermans • Anke Mutsaerts
Urbanism of inclusion: a transatlantic education program.(UI/TEP). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder
Upper elementary school children's realistic considerations when solving mathematical application problems KU Leuven Abstract: Vraagstukken maken een belangrijk deel uit van het wiskundeonderwijs. In de wiskundeles in de lagere school worden leerlingen geconfronteerd met vraagstukken om verschillende redenen. Vraagstukken helpen leerlingen namelijk om wiskundige kennis en vaardigheden te ontwikkelen, om creatief te denken, om aan te tonen dat de wiskunde die geleerd wordt op schoolnodig is voor in het dagelijkse leven, om hun wiskundige kennis en vaardigheden te evalueren. Daarnaast hebben ze ook nog een belangrijke toepassingsfunctie; namelijk dat leerlingen zich binnen de klascontext kunnenvoorbereiden op dagdagelijkse situaties waarin ze wiskundige kennis moeten gebruiken. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat leerlingen echter hun dagdagelijkse kennis niet gebruiken wanneer ze vraagstukken oplossen. Ze lijken vraagstukken eerder te beschouwen als abstracte wiskundige puzzels. Een voorbeeld is het volgende item (i.e., een problematisch item of P-item) waarbij leerlingen realistische overwegingen m Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Wim Van Dooren • Tinne Dewolf
Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(SHARE-PREP) Universiteit Antwerpen Abstract: Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(SHARE-PREP) Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Cornelius Van den Bosch
Upgrade ENTRE-SPIEGEL. KU Leuven Abstract: De ENTRE-Spiegel is een wetenschappelijk onderbouwd online zelfbeoordelingsinstrument, dat potentiële ondernemers en nieuwe ondernemers bewust maakt van hun ondernemerscompetenties. Het wordt ingezet in het kader van ondernemersopleidingen en/of begeleiding naar ondernemerschap. Ook gevestigde ondernemers maken gebruik van de ENTRE-Spiegel om zich te verbeteren en nog verder te versterken. De ENTRE-Spiegel bevraagt door middel van gedragsindicatoren verschillende ondernemerscompetenties. Dit competentieprofiel werd ontwikkeld vanuit de missie van een ondernemer in de KMO (dus geen specifieke context) én vanuit een leer- en ontwikkelperspectief. Er is geen functie- of takenbenadering in dit model.Na zes jaar van intensief gebruik (de ENTRE-Spiegel is ter beschikking sinds 2007) werden de intermediaire gebruikers bevraagd naar hun ervaringen met de ENTRE-Spiegel. Hieruit blijkt enerzijds dat er een grote tevredenheid heerst over de aanpak en het gebruik van de ENTRE-Spiegel. Anderzijds w Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Eva Kyndt
Updaten van het Vlaams Eurydice - nationaal dossier. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Vlaamse Eurydice-dossier wordt geüpdate op basis van nieuwe Vlaamse onderwijsgegevens van het jaar 2003. Deze update omvat de volgende onderzoeksstappen: (1) afbakening van het wetenschappelijk concept; (2) Inventariseren van potentiële bronnen en bronnenkritiek; (3) Aanpassing van de structuur van het rapport en aanvullen van het dossier; (4) update van het Eurydice-rapport; en (5) update van het Engelstalig Eurydice-rapport. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Peter Van Petegem
UOS-medefinanciering en sensibiliseringsinitiatieven 2014 Universiteit Gent Abstract: Dit sensibiliseringsinitiatief werd geïnitieerd vanuit de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de UGent met als promotor Dr. Dirk De Craemer, afdelingshoofd Onderzoekscoördinatie. De 5 sensibiliserende events die georganiseerd zullen worden aan de AUGent zijn gebundeld onder één noemer: 'De tijd loopt! 5 keer de millenniumdoelstellingen onder de loep'. Voor de events die meer draagkracht en financiële middelen vereisen, voorzien de UGent en de drie associatiepartners in cofinanciering uit eigen middelen. Elk event op zich heeft zijn eigen doelstellingen en verwachtingen, maar het centrale doel is kennis-overdracht en uitwisselen van ervaringen met experts uit het Zuiden en het Noorden onder de centrale noemer van de millenniumdoelstellingen onder de loep. Aangezien de vier associatiepartners al 3 jaar op rij nauw samenwerken bij het organiseren van sensibiliserende initiatieven kunnen we ook dit jaar garanderen dat alles associatiebreed zal doorgaan. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
UNRWA Conferentie Vrije Universiteit Brussel Abstract: UNRWA menselijke ontwikkeling en humanitaire diensten omvatten primaire en beroepsonderwijs, primaire gezondheidszorg, noodhulp en sociale diensten, infrastructuur en de verbetering van het kamp, microfinanciering en rampenbestrijding, met inbegrip van in gewapende conflicten.
Organisaties: • Economisch Recht • Staats- en Bestuursrecht
Onderzoekers: • ANN MAERTENS • KIM VAN DER BORGHT
Universiteiten en bedrijven: een vergelijkende analyse van de interactie tussen marktprocessen, organisatiestrategieën en beheer Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is nieuwe ontwikkelingen in de theorie van de organisaties en regulering te verkennen en toe te passen op het specifieke geval van de universiteiten. Het project heeft een sterke micro-economische inslag, maar het is tevens gebaseerd op algemeen management, human resource management, en de sociologie van organisaties. Een dubbel standpunt wordt ingenomen: (1) de overheid is voornamelijk geïnteresseerd in het gebruik, het ontwerp en de effecten van verschillende subsidiëringsregels en reguleringsmechanismen, (2) de universiteit zelf moet ook haar eigen beleid ontwerpen. Organisaties: • VAKGROEP ALGEMENE ECONOMIE • Algemene economie
Onderzoekers: • Wilfried Pauwels • Daniel Vloeberghs • Walter Nonneman
United Nations recognition of sport Asa means for advancing development and peace objectives KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Edith Drieskens • Mélodie Arts
Unilateralisme en de bescherming van globale milieubelangen: mogelijkheden en beperkingen van de uitoefening van statelijke rechtsmacht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Cedric Ryngaert
Unietrouw en Europese integratie: een studie naar de pluriformiteit vanloyaliteit in het EU-recht. KU Leuven Abstract: Het algemeen beginsel van loyale samenwerking is een fundamenteel grondwettelijk beginsel in het Unierecht dat de uitoefening van debevoegdheden van zowel de Unie als haar Lidstaten regelt. Het vormt daarnaast de rechtsgrond voor vele andere algemene rechtsbeginselen van Unierecht, zoals het beginsel van de voorrang van Unierecht, het beginsel van rechtstreekse werking, het doeltreffendheidsbeginsel, enz. Omdat het echter zo alomvattend is qua reikwijdte en zo'n vergaande rechtsgevolgenheeft, is het gevaar reëel dat het de Unierechtsorde ontwricht door ookover het bestaan en de verdeling van de bevoegdheden tussen EU en Lidstaten te beschikken. Dit onderzoek bestudeert precies deze impact van het beginsel van loyale samenwerking op het beginsel van bevoegdheidstoedeling en wel in vier verschillende rechtsverhoudingen, te weten de verhouding (1) tussen de Unie en de Lidstaten en (2) viceversa, (3) tussen de Lidstaten en tenslotte (4) tussen de Unie-instellingen onderling. Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Koenraad Lenaerts • Geert De Baere • Timothy Roes
Unicef Leerstoel Kinderrechten. Universiteit Antwerpen Abstract: Krachtens het Kinderrechtenverdrag moeten professionelen ingeleid worden in de letter en geest van het Verdrag, en moeten zij in staat gesteld worden om zich hierin verder te bekwamen. Universiteiten hebben hiertoe een bijzondere verantwoordelijkheid. Ook Unicef heeft hier een opdracht. De oprichting en instandhouding van een leerstoel kinderrechten als gezamenlijk initiatief van de Universiteit Antwerpen en Unicef België is een krachtige uitdrukking van het opnemen van deze verantwoordelijkheid. De leerstoel heeft zijn eigen onderzoeksprogramma, en stimuleert ook actief een kinderrechtencomponent in andere onderzoeksprogramma's. In het eigen onderzoeksprogramma wordt de nadruk gelegd op conceptuele thema's (in het bijzonder op de wederzijdse versterking en verrijking van kinderrechten en mensenrechten), en op economische, sociale en culturele rechten van kinderen. Migratie, armoede en kindsoldaten zijn prioritaire thema's voor 2010-2012. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan kinderrechten in ontwikkelings(samenwerking). De introductie van een kinderrechtenperspectief in andere onderzoeksagenda's wordt vooral gerealiseerd door expertseminaries met wetenschappers uit andere studiegebieden. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
UNESCO : participatieprogramma 1997-1998 Les enfants de rue en Afrique Centrale et Australie: bilans et perspectives Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling in miden 1997 een conferentie in te richten over alle aspecten van het straatkinderenprobleem met deelnemers uit Rwande, Burundi,Oegana, Kenya en Tanzania. De conferentie moet uitmonden in een meer regionaal gecoordineerde aanpak van het
straatkinderenprobleem. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
Under the spell of learning: the learning sciety as challenge KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Stefan Ramaekers • Jan Masschelein • Philippe Noens
Under the spell of Learning KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Stefan Ramaekers • Maarten Simons • Lut Vanden Buverie
Understanding the unemployment experience in South Africa in orderto develop an evidence based intervention together with the local community. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Anja Van den Broeck
Understanding Outsourcing Relations in the Automobile Industry. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid CES Leuven
Onderzoekers: • Johannes Van Biesebroeck • Alexander Schmitt