Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Wat mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting] Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen
Waarom dit onderzoek?
Prioritering van de uitspraken
Als we praten over zingeving merk je al gauw dat verschillende mensen er verschillende dingen onder verstaan. Het gaat bijvoorbeeld over praktische zaken zoals lid zijn van een voetbalvereniging. Of over het hebben van werk, of een huisdier. Een ander noemt zijn geloof in God. Een derde vindt contacten met de familie iets dat zin geeft aan het leven. Heel divers dus! Hierdoor praten bijvoorbeeld hulpverleners en cliënten soms langs elkaar heen als het om zingeving gaat. Wat bedoelen cliënten precies als ze het over zingeving hebben? Dat is onderzocht in dit onderzoek.
Alle 89 uitspraken zijn eerst op volgorde gelegd: van uitspraken die deelnemers heel belangrijk vonden (hoge scores) tot uitspraken die zij minder belangrijk vonden (lagere scores).
Het onderzoek is uitgevoerd onder drie groepen: 1 1. Cliënten die zelfstandig wonen en daarbij 2 begeleiding ontvangen vanuit OGGZ -praktijken; 2. Cliënten die in de laagdrempelige opvang of in een woonvoorziening wonen; en 3. Hulpverleners werkzaam binnen de OGGZ. Het verzoek voor dit onderzoek kwam van de Stedelijke werkgroep Zingeving in Utrecht en de afdeling Maatschappelijke Gezondheidsbevordering en Zorg (MGZ) van de GG&GD Utrecht. Dit informatieblad beschrijft in het kort de resultaten van het onderzoek.
Methode Het onderzoek is gedaan volgens een speciale methode. Deze heet concept mapping. Deze methode wordt gebruikt om moeilijke begrippen te onderzoeken. Het onderzoek bestaat uit verschillende fasen. De eerste fase is een brainstorm. Aan deze brainstorm deden mee: 6 zelfstandig wonende cliënten, 7 cliënten uit een woon- of opvangvoorziening en 12 hulpverleners. Deze mensen hebben de volgende zin met zoveel mogelijk uitspraken aangevuld: ‘Wat mijn leven zin en kracht geeft is…’ Van deze uitspraken zijn 89 kaartjes gemaakt. Op elk kaartje stond één uitspraak. Met deze kaartjes werd gewerkt in de tweede fase van het onderzoek. Daaraan deden mee: 19 zelfstandig wonende cliënten, 62 cliënten uit een opvang- of woonvoorziening en 20 hulpverleners. Deze deelnemers gaven aan welke uitspraken zij het meest of juist het minst belangrijk vonden. Ook hebben zij de kaartjes bij elkaar gelegd die zij bij elkaar vonden horen, die volgens hen een 3 thema vormden. Hulpverleners hebben vanuit het perspektief van hun cliënten meegedacht. 1
Cliënten die begeleiding krijgen vanuit de OGGZ hebben meervoudige problemen (bijvoorbeeld psychische problemen, verslavingsproblemen en/of verstandelijke beperking) en hebben vaak moeizaam contact met professionele hulpverlening. 2 OGGZ staat voor Openbare Geestelijke GezondheidsZorg. 3 Voor 35 van de 62 cliënten uit de opvang was dit laatste wel moeilijk of duurde het te lang; 27 cliënten uit de opvang konden dit wel afmaken. Van beide andere groepen konden alle deelnemers dit afmaken.
De tien uitspraken die het meest belangrijk gevonden worden, zijn: 1. een dak boven mijn hoofd hebben 2. mezelf kunnen zijn 3. te eten hebben 4. een vast inkomen hebben 5. een goede lichamelijke gezondheid hebben 6. houden van mijn dierbaren 7. (weer) zelfstandig wonen 8. voor mezelf zorgen 9. als mens gezien worden 10. me veilig voelen in mijn woonomgeving De tien laagst gescoorde uitspraken zijn: 1. gamen 2. drugs gebruiken 3. rituelen uitvoeren (bijv. kaarsje branden, etc.) 4. drinken 5. niet meer stelen 6. een boek lezen 7. naar de kerk of moskee gaan 8. horen bij een geloofsgemeenschap 9. Bijbel, Koran, etc. lezen 10. een verblijfsvergunning hebben Overigens betekent een lage score niet dat de items niet belangrijk zijn. Ook deze uitspraken zijn genoemd in de brainstorm als aanvulling op de zin: ‘Wat mijn leven zin en kracht geeft is…’!
Overeenkomsten tussen de groepen De uitspraak 'een dak boven mijn hoofd hebben' scoort bij alle groepen erg hoog. 'Drugs gebruiken' en 'drinken' scoren onder alle groepen heel laag. Ook uitspraken over ‘geloven en spiritualiteit’ krijgen lage scores.
Verschillen tussen cliënten en hulpverleners Voor de cliënten zijn de volgende uitspraken belangrijker dan voor de hulpverleners: 'een goede lichamelijke gezondheid hebben' 'zelf bepalen met die ik omga' 'van kleine dingen genieten' 'er goed uit zien' 'leren van mijn fouten' 'een warme douche kunnen nemen' 'me kunnen beheersen' 'open staan voor hulp' 'kracht en zin doorgeven aan de volgende generatie' 'anderen vergeven' Want mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting) | Oktober 2011 | 1
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Wat mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting] Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen -
'met vakantie kunnen gaan' 'een cursus doen'
‘Dat er mensen zijn die van mij houden’ vinden de hulpverleners juist belangrijker dan de cliënten. Dit geldt ook voor uitspraken als ‘chillen, ontspannen’, ‘geaccepteerd worden door anderen’, 'waardering krijgen van anderen', 'drugs gebruiken' en 'drinken'.
Verschillen tussen beide cliëntengroepen Voor zelfstandig wonende cliënten zijn de volgende uitspraken belangrijker dan voor cliënten in de opvang: 'zelf bepalen met wie ik omga' 'iets te doen hebben' 'een inspiratiebron hebben' 'anderen vergeven' '(vrijwilligers-)werk hebben' 'een lotgenotengroep' 'een huisdier hebben' 'een boek lezen' De uitspraken die voor cliënten in de opvang belangrijker zijn dan voor zelfstandig wonende cliënten, zijn: 'een levenspartner' 'van betekenis zijn voor mijn (klein)kind' 'onafhankelijk zijn van hulpverlening', 'seks hebben' 'een identiteitsbewijs hebben' 'vergeving krijgen van God, Allah, etc. ' 'een verblijfsvergunning hebben' 'Bijbel, Koran, etc. lezen' 'naar een kerk of moskee gaan' 'drinken'
Clusters Van de uitspraken die de cliënten en hulpverleners bij elkaar vonden horen, zijn 13 groepjes gemaakt. Deze groepjes noemen we clusters. De clusters zijn beschreven in bijlage 1.
Clusters: overeenkomsten tussen de groepen Alle groepen vinden het cluster 'bestaansvoorwaarden' (cluster 1) het meest belangrijk. Ook het cluster 'handelingscontrole en toekomstperspektief' (cluster 2) scoort onder alle groepen hoog. Aan de clusters 'drank en drugs' (cluster 13) en 'niet meer stelen' (cluster 12) hechten alle groepen minder waarde.
Clusters: verschillen tussen cliënten en hulpverleners ‘Drank en drugs’ (cluster 13) wordt door cliënten minder belangrijk gevonden dan door hulpverleners. De clusters 'bestaanszekerheid en zelfzorg' (cluster 5) en 'waardevolle activiteiten en ervaringen' (cluster 8)
worden door cliënten belangrijker gevonden dan door hulpverleners.
Clusters: verschillen tussen beide cliëntengroepen ‘Motivatiebronnen’ (cluster 9) en ‘vergeving' (cluster 7) zijn vooral voor zelfstandig wonende cliënten belangrijk, minder voor cliënten in de opvang. ‘Geloof en spiritualiteit’ (cluster 11), 'niet meer stelen' (cluster 12) en 'drank en drugs' (cluster 13) zijn voor cliënten in de opvang belangrijker dan voor zelfstandig wonende cliënten.
Conclusies en vervolgonderzoek In dit onderzoek hebben wij het begrip zingeving in kaart gebracht vanuit het perspectief van Utrechtse mensen met meervoudige problemen. Er zijn veel verschillende dingen die zin en kracht geven aan hun leven. Heel concrete, praktische bestaansvoorwaarden worden het meest belangrijk gevonden. De uitspraken over geloof en spiritualiteit scoren relatief laag. Welke items belangrijk gevonden worden verschilt sterk tussen cliënten. Ook verschilt dit tussen hulpverleners en cliënten. Aandacht voor zingeving is maatwerk. Het is voor hulpverleners belangrijk om de behoeften van de cliënt op het gebied van zingeving goed in beeld te krijgen. Alleen dan kan zingeving bijdragen aan herstel. Dit onderzoek roept ook weer nieuwe vragen op. We weten nu welke dingen zin en kracht geven aan het leven van cliënten. We weten ook hoe belangrijk deze dingen worden gevonden. Wat we nog niet weten, is hoeveel zingeving cliënten in hun huidige leven ervaren. Wat van de genoemde zaken maakt al onderdeel uit van hun leven? En als het niet aanwezig is, hoe komt dat dan? En wat is er nodig om hierin wel te voorzien? Daarnaar willen we ook onderzoek gaan doen. Voor dit onderzoek worden cliënten gevraagd mee te werken aan een persoonlijk interview. Als jullie weer mee willen doen, heel graag!
Uitvoering en contactpersonen Dit onderzoek is een samenwerkingsproject van het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg (Omz) van het UMC St Radboud Nijmegen en de unit Epidemiologie van de GG&GD Utrecht. De projectleiding was in handen van Judith Wolf en Lisette Oliemeulen van Omz. Uitvoerders van dit onderzoek waren Lisette Plantinga-Muis en Regien Vleems van de GG&GD Utrecht en Lisette Oliemeulen en Nicoline Jansen van Omz. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met Lisette Plantinga (mail:
[email protected]; tel.nr.: (030) 286 32 66) of met Judith Wolf (mail:
[email protected]; tel.nr.: (024) 361 43 65).
Met dank aan Want mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting) | Oktober 2011 | 2
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Wat mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting] Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen Wij bedanken alle deelnemers aan dit onderzoek en de leden van de klankbordgroep van harte voor hun bijdrage aan dit onderzoek.
Bronvermelding bij gebruik van dit informatieblad is: Plantinga L., Oliemeulen L., Vleems R., Jansen, N., Wolf J. (2011). Wat mijn leven zin en kracht geeft… Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen. Nijmegen: Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen.
Want mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting) | Oktober 2011 | 3
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Wat mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting] Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen
Bijlage 1 In deze bijlage staan de dertien clusters van de conceptmap zingeving. De nummering van de clusters is in volgorde van prioriteit: cluster 1 is het meest belangrijk, cluster 13 relatief het minst belangrijk. Elk cluster heeft een naam die zo goed mogelijk de lading dekt van alle uitspraken die tot het cluster horen. De afzonderlijke uitspraken staan in volgorde van toegekend gewicht: de eerstgenoemde uitspraak is het meest belangrijk, de laatst weergegeven uitspraak het minst belangrijk. 1. Bestaansvoorwaarden Dit cluster bevat primaire levensbehoeften en lichamelijke gezondheid. De uitspraken in dit cluster zijn: - een dak boven mijn hoofd hebben - een vast inkomen hebben - een goede lichamelijke gezondheid hebben - (weer) zelfstandig wonen - open staan voor hulp - sturing krijgen van iemand die ik respecteer 2. Handelingscontrole en toekomstperspektief Dit cluster omvat uitspraken die verwijzen naar controle op je bestaan, het hebben van perspektief en doelen, een goede psychische gezondheid en zelfzorg, probleemoplossend vermogen en rust en veiligheid. De uitspraken die bij dit cluster horen, zijn: - voor mezelf zorgen - me veilig voelen in mijn woonomgeving - een goede psychische gezondheid hebben - een doel hebben om voor te gaan - me thuis voelen - problemen kunnen oplossen - mijn doelen bereiken - me kunnen beheersen 3. Persoonlijke acceptatie en groei Dit cluster verwijst naar zelfbepaling, zelfacceptatie, persoonlijke identiteit en autonomie, en groeien door leerprocessen. De uitspraken van dit cluster zijn: - mezelf kunnen zijn - geloven in mijn eigen kunnen - hoop op een betere toekomst - mezelf kunnen accepteren - zelf bepalen met wie ik omga - het kunnen verwerken van tegenslagen en verlies - met mijn beperkingen kunnen omgaan - een levenspartner - fouten die ik gemaakt heb weer goed maken - onafhankelijk zijn van anderen - leren van mijn fouten - open staan voor hulp - sturing krijgen van iemand die ik respecteer
4. Betekenisvolle verbinding met anderen Tot dit cluster horen uitspraken over relaties met anderen. Het gaat om contact hebben met anderen en daarin je eigen verantwoordelijkheden nemen. De uitspraken verwijzen ook naar wederkerigheid in de relaties, wat essentieel is voor je zelfacceptatie en zelfwaardering. Tot de 'anderen' horen familie, ouders en kinderen, maar ook betrouwbare vrienden. De uitspraken zijn: - houden van mijn dierbaren - als mens gezien worden - betrouwbare vrienden hebben - dat er mensen zijn die van mij houden - liefde geven aan anderen - (weer) contact hebben met mijn familie - vertrouwen krijgen van anderen - iets betekenen voor anderen - geaccepteerd worden door anderen - van betekenis zijn voor mijn (klein)kind - steun en hulp krijgen van anderen - waardering krijgen van anderen - kracht en zin doorgeven aan de volgende generatie - mijn rol als opvoeder 5. Bestaanszekerheid en zelfzorg Cluster 5 gaat over basale behoeften en voorwaarden om je leven te leven. De uitspraken die tot dit cluster horen zijn: - te eten hebben - geen schulden hebben - een warme douche kunnen nemen - een identiteitsbewijs hebben - (vrijwilligers-) werk hebben - mijn pillen goed innemen 6. Een stabiel en positief bestaan De uitspraken in cluster 6 verwijzen naar rust, positief in het leven staan, onafhankelijkheid en stabiliteit. De uitspraken zijn: - samen lachen (humor) - mijn talenten gebruiken - met rust gelaten worden - van kleine dingen genieten - er goed uit zien - me veilig voelen in contact met hulpverleners - onafhankelijk zijn van hulpverlening - leren omgaan met geld - mijn verslaving onder controle hebben - toegang hebben tot instanties - dezelfde hulpverlener houden - een verblijfsvergunning hebben
Want mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting) | Oktober 2011 | 4
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Wat mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting] Antwoorden van Utrechtse mensen met meervoudige problemen 7. Vergeving Vergeving staat centraal in cluster 7. De twee uitspraken van dit cluster zijn: - anderen vergeven - vergeving krijgen van anderen 8. Waardevolle activiteiten en ervaringen Cluster 8 verwijst naar nuttige of fijne ervaringen die samenhangen met levensbehoeften. De uitspraken van dit cluster zijn: - iets te doen hebben - seks hebben - kunnen bellen - een cursus doen - een huisdier hebben 9. Motivatiebronnen Dit cluster verwijst naar motivatiebronnen. Bedoeld worden daarmee mensen of ervaringen die je stimuleren in het leven. Een stimulans kan ook uitgaan van de afwezigheid van mensen of zaken die niet goed voor je zijn. De uitspraken van dit cluster zijn: - een inspiratiebron hebben - geen contact meer hebben met vrienden die niet goed voor mij zijn - niet bestraft worden voor de dingen die ik doe - een lotgenotengroep 10. Ontspanning en vermaak Cluster 10 beschrijft het doen van leuke, ontspannende dingen. De uitspraken zijn: - chillen, ontspannen - muziek luisteren
-
met vakantie kunnen gaan roken tv kijken sporten internetten (msn, hyves, facebook, etc.) muziek maken een boek lezen gamen
11. Geloof en spiritualiteit Dit cluster omvat uitspraken over religie, levensbeschouwing en spiritualiteit, namelijk: - mijn geloof, levensovertuiging - vergeving krijgen van God, Allah, etc. - mediteren, bidden - me geliefd weten door God - Bijbel, Koran, etc. lezen - horen bij een geloofsgemeenschap - naar een kerk of moskee gaan - rituelen uitvoeren (bijv. kaarsje branden, etc.) 12. Niet meer stelen Dit cluster bevat slechts één uitspraak, en gaat over het breken met een mogelijke 'oude gewoonte': - niet meer stelen 13. Drank en drugs Dit cluster omvat twee uitspraken: - drinken - drugs gebruiken
Want mijn leven zin en kracht geeft… (samenvatting) | Oktober 2011 | 5