Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand
Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke & Judith Wolf Benadering van huurders Impuls – Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg van het Radboudumc doet onderzoek naar risico‐ en De huurders zijn benaderd met de hulp van 16 beschermende factoren bij huisuitzetting. Hieronder woningcorporaties in Amsterdam, Leiden, Nijmegen, zijn het doel en de opzet van dit onderzoek kort Rotterdam en Utrecht. Voor Nijmegen werkten vijf beschreven. Op basis van gehouden interviews volgt woningcorporaties mee aan dit onderzoek: Talis, daarna een profielbeschrijving van de 57 huurders met Woningbouwstichting De Gemeenschap, Standvast een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en Wonen, WoonGenoot en Portaal. omringende gemeenten. Van november 2011 tot en met februari 2013 zijn in totaal 495 huurders geïnterviewd; 57 (12%) van hen wonen in Nijmegen en omliggende gemeenten. Onderzoek naar huisuitzettingen
Doelen Het onderzoek geeft inzicht in de factoren die samenhangen met huisuitzetting vanwege huurachterstand. Daarnaast geeft dit onderzoek zicht op het profiel van huishoudens met een verhoogd risico op huisuitzetting en eventuele subgroepen. Nagegaan wordt ook welke huishoudens binnen deze groep daadwerkelijk uitgezet worden.
Opzet Het onderzoek kent twee meetmomenten. Voor de eerste meting zijn huurders geïnterviewd die minimaal een tweede sommatie hebben ontvangen van een gerechtsdeurwaarder vanwege een huurachterstand. Zes maanden na het interview wordt in de tweede meting bepaald of huurders zijn uitgezet en wat de verblijfplaats van de huurder is op dat moment.
Profiel van huurders in Nijmegen en omgeving
Sociaal‐demografisch profiel De geïnterviewde huurders in Nijmegen en omringende gemeenten zijn gemiddeld 44 jaar; de jongste huurder is 22 jaar en de oudste 64. Bijna twee derde (63%) van de huurders is autochtoon.1 Van de allochtone huurders (37%) is de meerderheid (76%) eerste generatie allochtoon; een kleiner deel (24%) is tweede generatie allochtoon. Van de eerste generatie allochtonen is 82% van niet‐ westerse afkomst; van de tweede generatie allochtonen is 40% van niet‐westerse afkomst. 1
Bij het vaststellen van de etniciteit van de respondent is gebruik gemaakt van de definitie van het CBS: respondenten zijn aangemerkt als autochtoon wanneer beide ouders in Nederland geboren zijn (ook als de respondent zelf in het buitenland is geboren), als eerste generatie allochtoon wanneer zij zelf en minstens één van de ouders in het buitenland geboren zijn, en als tweede generatie allochtoon wanneer zij zelf in Nederland geboren zijn en minstens één van de ouders in het buitenland geboren is. Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 1
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Ongeveer een vijfde (19%) van de huurders heeft mogelijk een lichte verstandelijke beperking.2
Etniciteit
9%
Autochtoon
Leefsituatie Bijna de helft (47%) van de geïnterviewden is alleenstaand, een kwart (25%) is alleenstaande ouder en ongeveer een vijfde (19%) vormt een twee‐ oudergezin. Een klein aantal woont samen met partner (5%) of andere mensen (4%).
Eerste generatie allochtoon
28% 63%
Tweede generatie allochtoon
Ruim een kwart (29%) van de huurders is zeer laag opgeleid: zij hebben geen opleiding of alleen lager onderwijs gevolgd. Bijna een derde (30%) is laag opgeleid (heeft lager of voorbereidend beroepsonderwijs of middelbaar algemeen voortgezet onderwijs afgerond) en 29% heeft een middelbare opleiding met diploma beëindigd. De overigen (13%) hebben hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs met goed gevolg afgesloten.
Leefsituatie
5%
4%
Alleenstaand Eenoudergezin
19% 47%
Twee-oudergezin Met partner
25%
Met anderen
Opleidingsniveau
Van de alleenstaande ouders is 87% vrouw (en 13% man).
Laagst
13% 29%
Laag
Gezondheid
Middelbaar 29%
Hoog
Lichamelijke klachten 30%
Meer dan de helft (57%) van de huurders heeft lichamelijke klachten. Ruim vier tiende deel (44%) van deze groep zegt bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis in ‘sterke’ mate te worden 2
Dit is gemeten met de HASI: een valide screeningsinstrument waarmee bepaald wordt of er bij een deelnemer indicaties zijn voor een verstandelijke beperking. Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 2
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
belemmerd door deze lichamelijke klachten; ongeveer een tiende (9%) ondervindt ‘geen’ belemmering. Bij het doen van vrijetijdsactiviteiten (bijvoorbeeld sporten of reizen) voelt de helft (50%) van de groep huurders met lichamelijke klachten zich ‘sterk’ belemmerd door deze klachten; 19% voelt zich ‘niet’ belemmerd. Ongeveer twee vijfde (42%) van de huurders met lichamelijke klachten wordt bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden op school of op het werk ‘sterk’ belemmerd door de lichamelijke klachten; ruim een tiende (17%) ervaart ‘geen’ belemmering. Ervaren belemmeringen in activiteiten door lichamelijke klachten bij huurders met lichamelijke klachten 0% 20% 40% 60%
Middelengebruik De huurders gebruiken relatief weinig ‘middelen’. In de dertig dagen voorafgaand aan het interview gebruikten zij minstens één dag: • overmatig alcohol (≥5 glazen per dag) (23%); • kalmeer‐/slaapmiddelen (14%); • cannabis (11%); • andere opiaten/analgetica (9%); • antidepressiva (4%); • antipsychotica (4%); • snuif‐cocaïne (2%); • amfetamines (2%).
Ingrijpende gebeurtenissen 80% 100%
Dagelijkse bezigheden thuis
Vrijetijdsbesteding, zoals sporten of reizen Dagelijkse bezigheden op school of op het werk Niet Licht Sterk
Depressieve klachten Er is een sterke indicatie dat ruim de helft (58%) van de huurders depressieve klachten heeft.3
3
Dit is gemeten met de CES‐D: een valide screeningsinstrument waarmee vastgesteld wordt of een deelnemer symptomen van depressie heeft.
Nagegaan is of en zo ja welke ingrijpende levensgebeurtenissen de huurders in de drie jaar voorafgaand aan het interview meemaakten. Het gaat om gebeurtenissen die mensen uit balans kunnen brengen en een sterk appèl doen op hun copingvaardigheden. Slechts enkele huurders (11%) maakten niet één van de veertien uitgevraagde gebeurtenissen mee. De overgrote meerderheid (89%) daarentegen noemt gemiddeld 3,3 levensgebeurtenissen, variërend van één tot negen. De uitgevraagde gebeurtenissen, hierna tegenspoed genoemd, betreffen: 1) gezondheid en middelengebruik, 2) relaties en sociaal netwerk, en 3) huisvesting & werk.
Tegenspoed bij gezondheid & middelengebruik Opvallend is, dat bijna twee derde (64%) van de huurders lichamelijke gezondheidsproblemen rapporteert en twee vijfde (40%) psychische problemen. Een derde (33%) maakt melding van een chronische ziekte van een familielid. In mindere mate noemen huurders problemen met drugsgebruik (7%) en alcoholgebruik (6%).
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 3
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Tegenspoed in relaties en sociaal netwerk
Ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt in de drie jaar voorafgaand aan het interview (meerdere aan te kruisen)
Ongeveer een kwart (26%) van de huurders had conflicten of breuken in persoonlijke relaties (bv. echtscheiding). Iets minder dan een kwart (22%) verloor een gezinslid en bijna een vijfde (18%) was verwikkeld in een conflict met buren/omwonenden. Ruim een tiende (16%) leefde in een sociaal isolement (had weinig of geen mensen in naaste omgeving om op terug te vallen) en 15% had te maken met mishandeling.
Gezondheid & middelengebruik
0% 20% 40% 60% 80% 100% Lichamelijke gezondheidsproblemen Psychische problemen Chronische ziekte gezinslid Problemen met drugsgebruik
Sociale omgeving & netwerk
Problemen met alcoholgebruik
Tegenspoed bij huisvesting & werk
Huisvesting & werk
Bijna een derde (31%) van de huurders rapporteert ontslag van werk als ingrijpende gebeurtenis en iets minder dan een kwart (22%) noemt een te krappe of slecht onderhouden behuizing. Een enkeling had te maken met een huisuitzetting (7%) of (ontslag uit) detentie (4%).
Conflicten of breuken in persoonlijke relaties Gezinslid verloren Conflict met buren/omwonenden Sociaal isolement Mishandeling Ontslag werk Krappe of slecht onderhouden behuizing Huisuitzetting (Ontslag uit) detentie
Wonen en huren Gemiddeld wonen de huurders ruim zeven jaar in hun huidige woning, met een minimum van ruim vijf maanden en een maximum van ruim 32 jaar.
Ervaren woonomstandigheden De meeste huurders (62%) ervaren hun woonomstandigheden als ‘redelijk tot prima’; ongeveer een derde (32%) waardeert deze als ‘vreselijk tot matig’. Bijna drie kwart (73%) vindt het ‘redelijk tot prima’ om voor langere tijd in de huidige woning te blijven, als dat zou kunnen; 23% vindt dit ‘vreselijk tot matig’.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 4
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Kwaliteit van woonsituatie 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Leefomstandigheden
Langere tijd op zelfde plek blijven wonen
Redelijk tot prima Niet slecht, niet goed Vreselijk tot matig
Huren Bijna twee vijfde (37%) van de huurders betaalt de huur via automatische incasso en een derde (33%) doet dat met een acceptgiro. Ongeveer een vijfde (19%) gebruikt voor de huurbetaling een eigen overschrijving en enkele huurders (7%) pinnen of geven de huur in contanten af op het kantoor van de woningcorporatie. De overige huurders (4%) betalen op een andere wijze, bijvoorbeeld via de gemeente.
waren toeslagen voor de zorg (82%) en de huur (62%). Iets meer dan een derde (35%) kon rekenen op inkomsten uit belastingteruggaaf of heffingskortingen. Ruim een derde (37%) kreeg een kindgebonden budget, kinderbijslag of kinderopvangtoeslag en 13% ontving een tegemoetkoming schoolkosten. Een enkeling (5%) kreeg alimentatie. Van de overige bronnen worden giften (12%) en inkomsten van partner of ouders (11%) het meest genoemd (studiefinanciering of beurs, en illegale activiteiten waren slechts voor enkele huurders (5%) bronnen van inkomsten). Naast de uitgevraagde bronnen, geeft een aantal huurders (21%) andere inkomsten op, waaronder een vrijwilligersvergoeding en geld van familie.
Inkomensbeheer, inkomen en schulden
Bronnen van inkomsten Alle huurders ontvingen in het jaar voorafgaand aan het interview uit minstens één bron inkomsten; gemiddeld uit 4,2 van de achttien uitgevraagde bronnen, variërend van één tot acht (categorie ‘andere inkomsten’ niet meegerekend). Ruim de helft (54%) van de huurders kreeg inkomen uit wit werk (en een klein deel (9%) uit zwart werk). Daarnaast ontvingen zij uiteenlopende uitkeringen: uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid (38%), bijstandsuitkering (32%), uitkering werkeloosheid (23%) en uitkering wegens pensionering (4%). De belangrijke inkomstenbronnen voor veel huurders Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 5
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Bewindvoering en loonbeslag
Inkomstenbronnen ontvangen in het jaar voorafgaand aan het interview (meerdere aan te kruisen)
Ruim een tiende deel (14%) van de huurders staat onder bewind van een bewindvoerder. Bij bijna een derde (31%) van de huurders is er loonbeslag gelegd op het eigen inkomen en bij een enkeling (4%) is beslag gelegd op het inkomen van de partner.
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Werk
Wit werk
Zwart werk
Uitkering
Uitkering ziekte/arbeidsongeschiktheid
Loonbeslag
Bijstandsuitkering
4%
Geen Op eigen inkomen
Uitkering werkloosheid 31%
Op inkomen van partner
Uitkering wegens pensionering
Kindgerelateerde tegemoetkoming
Toeslag en tegemoetkoming
65% Zorgtoeslag
Huurtoeslag
Beheer van inkomsten
Belastingteruggaaf/heffingskor ting Kindgebonden budget/kinderbijslag/opvangtoeslag Tegemoetkoming schoolkosten Alimentatie en bijdragen voor kinderen
Overig
Giften
Inkomsten van partner/ouders
Studiefinanciering/beurs
Illegale activiteiten
Ruim een derde (37%) van de huurders zegt hulp te krijgen bij het beheren van de financiën, bijvoorbeeld van instanties of familie en vrienden. De meerderheid (65%) meent ‘vaak of altijd’ in staat te zijn om de eigen financiën zelfstandig te beheren; ruim een tiende (14%) ziet zichzelf dat ‘nooit of zelden’ doen. Bijna drie kwart (74%) komt ‘nooit of zelden’ uit met zijn/haar geld; ongeveer een vijfde (21%) komt ‘vaak of altijd’ uit. Een ruime meerderheid van de huurders (84%) spaart ‘nooit of zelden’; de overigen (16%) doen dit ‘soms’. Van de huurders die geen bewindvoerder hebben, neemt ongeveer twee derde (69%) ‘vaak of altijd’ contact op met schuldeisers; 13% doet dit ‘nooit of zelden’.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 6
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
ongeveer een tiende (9%) beschouwt die als ‘redelijk tot prima’.
Geldbeheer 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Zelfstandig financiën beheren
Eigen beoordeling over hoeveelheid beschikbaar geld
Uitkomen met geld
0%
Sparen
20%
40%
60%
80%
100%
Geld ontvangen
Contact opnemen met schuldeisers*
Geld achter de hand
Vaak of altijd Geld voor leuke dingen
Soms Nooit of zelden * Enkel gemeten bij huurders die geen bewindvoerder hebben.
Redelijk tot prima
Niet slecht, niet goed
Huishoudinkomen
Vreselijk tot matig
Het gemiddelde huishoudinkomen (inkomsten uit alle inkomstenbronnen) van de huurders was in de maand voorafgaand aan het interview 1.433 euro (netto), variërend van 0 tot 3.200 euro. Echter, ruim een derde (39%) van hen ontving minder geld vanwege bewindvoering, loonbeslag en/of hulp bij het beheren van financiën. Het feitelijke gemiddelde inkomen van de totale groep huurders bedroeg 1.188 euro (met een minimum van 0 en een maximum van 2.400 euro). Gemiddeld hielden de huurders in de maand voorafgaand aan het interview een budget over van 95 euro om zelf uit te geven (dus niet aan huur of maaltijden); dit bedrag loopt op van 0 tot 1.200 euro. Bijna drie kwart (72%) vindt de hoeveelheid geld die zij hebben ‘vreselijk tot matig’; ruim een vijfde (23%) vindt die hoeveelheid ‘redelijk tot prima’. Over wat zij aan geld achter de hand hebben, bestaat nog meer ontevredenheid; dat geldbedrag vindt 91% ‘vreselijk tot matig’ en 5% ‘redelijk tot prima’. De meeste huurders zijn ook ontevreden over het beschikbare geld voor uitgaven aan leuke dingen; 88% vindt die hoeveelheid geld ‘vreselijk tot matig’ en
Schulden en schuldeisers Vrijwel alle geïnterviewde huurders (97%) hebben schulden ten tijde van het interview.4 Het gemiddelde schuldbedrag bedraagt 9.587 euro en varieert van 132 tot 35.000 euro (14% van de huurders kan het schuldbedrag niet inschatten). Van de huurders zonder schulden (3%) had de helft (50%) schulden in de maand voorafgaand aan het interview. De huurders met schulden hebben te maken met gemiddeld 3,0 van de zeven uitgevraagde schuldeisers, uiteenlopend van nul tot zes (categorie ‘andere schulden’ niet meegerekend). Deze huurders zijn geld verschuldigd aan: • de woningcorporatie (75%); • een verzekering (49%); • familie of vrienden (49%); • de belastingdienst (46%); 4
Enkele huurders (3%) hadden hun huurschuld al afbetaald voordat zij werden geïnterviewd.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 7
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
• •
een persoonlijke lening bij de bank (44%); de leverancier van gas, water en elektriciteit (33%); • postorderbedrijven (9%). Bijna de helft (46%) van de huurders met schulden noemt andere schulden, waaronder telefoonschulden. De gemiddelde huurschuld (van degenen met een huurschuld, 75%) is 1.059 euro, en varieert van 91 tot 2.600 euro.
Psychologische impact van huurachterstand 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Gevoelens van stress
Gevoelens van machteloosheid
Gevoelens van schaamte
Terecht in huidige situatie
Dreigende huisuitzetting en dakloosheid
Enigszins niet tot helemaal niet
Factoren samenhangend met huurachterstand
Neutraal
Op de vraag wie of wat het meest heeft bijgedragen aan het ontstaan van de huurachterstand antwoordt bijna de helft (47%) van de huurders ‘ikzelf’. Ongeveer een vijfde (21%) legt de schuld bij instanties en enkele huurders (5%) vinden dat één van hun gezinsleden of andere mensen uit hun omgeving de schuld dragen. De overige huurders (26%) geven een ander antwoord, zoals ‘mijn werkgever’.
Psychologische impact van huurachterstand Bijna alle huurders (84%) hebben als gevolg van de huurachterstand ‘enigszins tot helemaal’ te kampen met gevoelens van stress en voor iets meer dan een tiende deel (12%) geldt dit ‘enigszins niet tot helemaal niet’. Een meerderheid (88%) voelt zich ‘enigszins tot helemaal’ machteloos en 11% heeft deze gevoelens ‘enigszins niet tot helemaal niet’. De meeste huurders (58%) zeggen zich ‘enigszins tot helemaal’ te schamen om de huidige situatie; ruim een derde (39%) schaamt zich ‘enigszins niet tot helemaal niet’.
Enigszins tot helemaal
Ruim de helft (56%) vindt het 'enigszins niet tot helemaal niet’ terecht dat hij of zij in de huidige situatie zit; 32% vindt het ‘enigszins tot helemaal’ terecht.
Hulp bij huurachterstand Ruim een kwart (28%) van de huurders kreeg sinds het ontstaan van de huurachterstand professionele hulp bij het oplossen van hun probleem; 13% van hen ontving hulp van meer dan één van de drie uitgevraagde bronnen van hulp, zoals schuldhulpverlening en maatschappelijk werk (categorie ‘andere bron’ niet meegerekend). Ruim een derde (38%) van de huurders met hulp ontving hulp van de schuldhulpverlening, ongeveer een vijfde (19%) van de woningcorporatie en 13% van het maatschappelijk werk. De helft (50%) van de huurders met hulp ontving hulp van een andere bron, waaronder familie.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 8
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Eerdere dagvaarding & huisuitzetting Ongeveer een vijfde (19%) van de huurders is in het verleden één of twee keer gedagvaard vanwege een procedure tot huisuitzetting. Ruim een tiende (14%) van alle huurders is gedagvaard wegens een huurachterstand en een klein deel (4%) ten gevolge van overlast. Een enkeling (2%) meldt een andere reden voor de dagvaarding. Ruim een tiende deel (16%) van de huurders is in het verleden één of twee keer uit huis gezet; dit in verband met een huurachterstand (11%) of overlast (2%). Enkele huurders (4%) geven een andere reden voor de huisuitzetting.
Dakloosheid ooit Ongeveer een vijfde (19%) van de huurders was in het verleden, naar eigen zeggen, ooit dakloos. De eerste episode van dakloosheid dateert van gemiddeld ruim negen jaar geleden (variërend van ruim één jaar tot ruim 26 jaar geleden). De totale duur van dakloosheid in het leven is ruim één jaar en loopt op van ongeveer één maand tot tien jaar.
Inschatting van huisuitzetting Een meerderheid (77%) van de huurders vindt een huisuitzetting in het komende half jaar ‘onwaarschijnlijk tot zeer onwaarschijnlijk’; een kleiner deel (12%) vindt dat ‘waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk’.
Waarschijnlijkheid van huisuitzetting in komend half jaar volgens de huurders
Onwaarschijnlijk tot zeer onwaarschijnlijk
12% 11%
Niet onwaarschijnlijk, niet waarschijnlijk
77%
Waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk
Hulp en steun
Sociale steun Om iets te kunnen zeggen over de mate van sociale steun die de huurders krijgen, is hen gevraagd een lijst op te stellen van de belangrijke personen in hun leven. Vervolgens zijn over elke genoemde persoon zes vragen gesteld. Op basis van de antwoorden op al deze vragen is de ervaren steun verdeeld in: a) weinig, b) gemiddeld en c) veel. De meerderheid (56%) van de huurders ervaart ‘weinig’ sociale steun; een minderheid (14%) ontvangt ‘veel’ steun. Sociale steun
14%
Veel
Gemiddeld 56%
30% Weinig
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 9
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Ruim twee vijfde (44%) van de huurders heeft in het jaar voorafgaand aan het interview één of meer belangrijke sociale relaties verloren, bijvoorbeeld door verhuizing, verandering van baan, (echt)scheiding of overlijden. Iets meer dan twee vijfde (42%) van deze huurders zegt ‘tamelijk veel tot heel veel’ steun van deze verloren contacten te hebben gehad, ruim een derde (38%) ‘geen tot een beetje’ en 21% ‘gemiddeld'.
Zorggebruik in de zes maanden voorafgaand aan het interview (meerdere aan te kruisen) 0%
40%
60%
80%
100%
Algemeen maatschappelijk werk Rechtshulp Psychiatrische zorg Kredietbank Voedselbank
Zorggebruik In de zes maanden voorafgaand aan het interview ontving bijna de helft (46%) van de huurders geen hulp van één van de acht uitgevraagde professionele hulpbronnen. De overigen (54%) hebben met gemiddeld 2,1 instanties contact gehad, variërend van één tot vijf. De meest gebruikte zorg is het algemeen maatschappelijk werk (23%). Daarnaast schakelden huurders rechtshulp in (21%) en kregen zij hulp van psychiatrische zorg5 (19%). Een relatief klein deel maakte gebruik van de kredietbank (16%), de voedselbank (9%), een organisatie voor werk/dagbesteding (5%), een zelfhulpgroep (5%) of verslavingszorg6 (5%).
20%
Organisatie voor werk/dagbesteding Zelfhulpgroep Verslavingszorg
Vertrouwen in de hulpverlening Ruim de helft (55%) van de huurders heeft ‘enigszins tot helemaal’ vertrouwen in de hulpverlening; 21% heeft dit ‘enigszins niet tot helemaal niet’. Vertrouwen in hulpverlening
Enigszins tot helemaal 21% Neutraal
55% 24%
Enigszins niet tot helemaal niet
5
Dit omvat ambulante psychiatrische zorg, opname in psychiatrische zorg (ziekenhuis of kliniek) en ambulante hulp van een psycholoog of psychotherapeut. 6 Dit omvat ambulante verslavingszorg, ambulante methadonverstrekking en opname in verslavingszorg. Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 10
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Zorgbehoeften
Ontvangen hulp bij de vijf belangrijkste zorgbehoeften van huurders met geformuleerde zorgbehoeften
Top vijf van zorgbehoeften
0%
Ruim de helft (53%) van de huurders wil hulp bij financiën. Daarnaast is er vooral behoefte aan hulp bij lichamelijke gezondheid (41%), hulp bij het vinden van (betaald) werk (40%), hulp bij huisvesting (39%) en hulp bij psychische gezondheid (30%). De vijf belangrijkste zorgbehoeften (meerdere aan te kruisen) 0%
20%
40%
60%
80%
20%
40%
60%
80%
100%
Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Financiën Huisvesting Het vinden van werk
100%
Financiën Lichamelijke gezondheid Het vinden van werk Huisvesting Psychische gezondheid
Vervulde zorgbehoeften Van de vijf grootste zorgbehoeften, wordt het meest voorzien in de vraag om hulp bij de lichamelijke gezondheid; ongeveer drie kwart (74%) van de huurders die hulp wil bij lichamelijke gezondheid krijgt hulp. Aan de vraag om hulp bij psychische gezondheid wordt bij 71% van de mensen met een hulpvraag voldaan; bij financiën ligt dit percentage op 53%. Bij huisvesting krijgt bijna een kwart (23%) van de huurders met een hulpvraag hulp. Op de vraag om hulp bij het vinden van (betaald) werk lijkt de minste respons te komen: 13% van de huurders met een vraag om hulp bij het vinden van werk krijgt hulp.
Beschouwing De 57 geïnterviewde Nijmeegse huurders ‐ overwegend laag opgeleid ‐ vormen een kwetsbare groep, met name als het gaat om hun financiën en gezondheid. Vrijwel alle huurders (97%) hebben schulden en hun besteedbaar inkomen, na aftrek van huur en maaltijden, is gemiddeld 95 euro per maand (in een populatie van 64 ex‐daklozen is het besteedbaar inkomen hoger, namelijk 208 euro, Maas e.a., 2012). Relatief veel huurders willen dan ook voornamelijk hulp bij hun financiën; ongeveer de helft van hen krijgt hier ook hulp bij. Opmerkelijk is dat ondanks het grote percentage huurders met schulden, een ruime meerderheid huisuitzetting niet waarschijnlijk acht. De dreigende huisuitzetting heeft echter een grote psychologische impact: een ruime meerderheid ervaart gevoelens van stress, machteloosheid en/of schaamte en de meeste huurders vinden het onterecht dat zij in deze situatie zitten. Wat betreft de gezondheid van de huurders; meer dan de helft kampt met lichamelijke problemen en ruim de helft heeft last van depressieve klachten. Opvallend is echter dat er relatief gezien weinig sprake is van middelengebruik onder de huurders.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 11
Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Uitvoering en contactpersonen Dit onderzoek is uitgevoerd door Impuls – Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg. Impuls is onderdeel van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Uitvoerend onderzoeker is Marieke Holl. Onderzoeksassistentie is verleend door Dorieke Wewerinke. De projectleiding is in handen van Linda van den Dries. Eindverantwoordelijke van deze studie is Judith Wolf. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met Linda van den Dries (mail:
[email protected]; tel.nr.: (024) 36 16575) of Judith Wolf (mail:
[email protected]; tel.nr.: (024) 36 14365).
Kader en financiering Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Academische werkplaats G4 USER en gefinancierd door ZonMw. Bronvermelding bij gebruik van dit informatieblad is: Al Shamma S., Holl M., van den Dries L., Wewerinke D., & Wolf J. (2014). Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving. Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand. Nijmegen: Impuls – Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, onderdeel van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. © 2014 Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, onderdeel van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Impuls ‐ Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboud universitair medisch centrum Nijmegen.
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving; Impuls, Radboudumc | 09‐2014 | 12