Academische werkplaats Opvang & Herstel Impuls Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Een bodem in het bestaan
Academische werkplaats Opvang & Herstel Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg T 024 – 361 43 65 E
[email protected] I www.impuls-onderzoekscentrum.nl
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel Kennisagenda 2014-2017
Impuls ISBN 978-94-90626-16-7
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Een bodem in het bestaan Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel Kennisagenda 2014-2017
Nijmegen Prof. dr. Judith Wolf
Academische werkplaats Opvang & Herstel, onderdeel van Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg T: (024) 361 43 65 E:
[email protected] I: www.impuls-onderzoekscentrum.nl Directeur: Judith Wolf (
[email protected]); Coördinator: Sandra Boersma (
[email protected]) en Management assistent: Nicoline Jansen (
[email protected]).
Colofon
Project: Opdrachtgever: Uitvoering: Redactie: Vormgeving: Drukwerk:
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel en kennisagenda Academische werkplaats Opvang & Herstel Judith Wolf Textability; Gerdie Kienhorst Final Design; Jenny Jansen Rikken Print
ISBN 978-94-90626-16-7 © 2014 Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, Radboudumc te Nijmegen.
2
Waarom dit visiedocument?
Hoofdstuk 1
“Met dank aan de instellingen in de Academische werkplaats Opvang & Herstel voor hun waardevolle bijdrage aan het visiedocument.”
Centrum Voor Dienstverlening
De Binnenvest
dnoDoen
Humanitas Onder Dak
HVO-Querido
IrisZorg
Kessler Stichting
LIMOR
Neos
LEVANTOgroep
Traverse
Stichting de Tussenvoorziening
Stichting Maatschappelijke Opvang Breda eo.
Zienn
3
Inhoudsopgave
Samenvatting van visiedocument en kennisagenda
4
7-8
Hoofdstuk 1 Waarom dit visiedocument? 1.1 Maatschappelijke veranderingen 1.2 De werkplaats: een kwaliteitsimpuls 1.3 Visiebepaling en profilering
11-12 11 11 12
Hoofdstuk 2 Kwetsbaar en krachtig 2.1 Profiel 2.2 Bijzondere veerkracht 2.3 Variatie in duur en ernst 2.4 Stabiliteit van wonen
13-14 13 13 14 14
Hoofdstuk 3 Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting 3.1 Risico- en beschermende factoren 3.2 Opvang belangrijke uitkijkpost
15-17 15 16
Hoofdstuk 4 Burgerschap als ijkpunt 4.1 Burgerschap hét ijkpunt 4.2 Rechten en plichten 4.3 Acceptatie maar ook confrontatie
18-19 18 18 19
Hoofdstuk 5 Een stevig fundament in begeleiding en bestaan 5.1 Wetenschappelijke fundering van methodieken 5.2 Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First 5.3 Krachtprincipes en het herstelbegrip
20-23 20 20 21
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 6 Vangnet: de essentie van de opvang 6.1 Een vangnet, waar ook 6.2 Specialisme in generieke dienstverlening 6.3 Versterken van samenhang
24-27 24 24 26
Hoofdstuk 7 Trajectdoelen en meetbare uitkomsten 7.1 Trajectdoelen 7.2 Positieve, meetbare uitkomsten
28-29 28 29
Hoofdstuk 8 Professionaliteit en kwaliteit 8.1 Reflectie en gezamenlijk leren 8.2 Nieuwe competenties 8.3 Kwaliteit een vereiste
30-31 30 30 31
Hoofdstuk 9 Kennisagenda van de werkplaats 9.1 Missie van de werkplaats 9.2 Focus 9.3 Kennisvragen
32-33 32 32 33
Literatuur
34
5
6
Samenvatting van visiedocument en kennisagenda 1. Waarom dit visiedocument? Sinds 2007 is er veel veranderd in het krachtenveld waarbinnen de maatschappelijke opvang opereert. De transities en transformaties in het sociale domein vragen om een heroriëntatie en koersbepaling van de opvang. Dit visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel levert hieraan een bijdrage. De werkplaats heeft sinds 2007 samen met Impuls Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg ingezet op een betere begeleiding van kwetsbare mensen door gestructureerd te werken aan de krachtgerichte methodieken van Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First. Ze zal haar activiteiten de komende jaren met nieuwe ambities voortzetten, met een accent op de kwaliteit en uitkomsten van begeleidingstrajecten met klanten. Dit document biedt een visie op de kracht van kwetsbare mensen en op de ondersteuning van hun zelfredzaamheid en participatie door de maatschappelijke opvang, vanuit de in de Academische werkplaats ontwikkelde kennisinfrastructuur.
2. De klanten bij de opvang: kwetsbaar en krachtig Volgens de visie ontwikkeld in de Academische werkplaats zijn mensen aan de randen van de samenleving in diverse opzichten kwetsbaar, maar vaak evenzeer krachtig. Tussen mensen en groepen bestaan grote verschillen in duur en ernst van de verminderde zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Cruciaal voor de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare mensen is de stabiliteit van de woonsituatie. Essentieel is dakloosheid te voorkomen en processen van terugkerende of chronische dakloosheid te doorbreken.
3. Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting De omvang en samenstelling van de bereikte doelgroep van de maatschappelijke opvang is aan verandering onderhevig en als een spiegel van de samenleving. Nieuwe groepen daklozen zullen zich blijven melden. De opvang is een belangrijke uitkijkpost voor signalen van sociale uitsluiting en dakloosheid. De Academische werkplaats verzamelt informatie over risicofactoren en beschermende factoren die preventie en herstel beïnvloeden en maakt die in instrumenten en methodieken voor professionals beschikbaar.
4. Burgerschap als ijkpunt Burgerschap is een belangrijke pijler van de visie van de Academische werkplaats. Mensen zijn relatief autonoom en tegelijkertijd afhankelijk van anderen; zij hebben rechten en ook plichten. De opvang respecteert de eigen keuzen van mensen en spreekt hen tegelijkertijd aan op hun plichten en, als het moet, op grensoverschrijdend gedrag.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
7
5. Een stevig fundament in begeleiding en bestaan De Academische werkplaats heeft in een relatief korte periode van zes jaren een stevige bodem in de begeleiding van kwetsbare mensen gelegd. In deze begeleiding staat herstel als uitkomst en proces centraal. De op krachtprincipes gebaseerde methodieken zijn theoretisch gefundeerd, met onderzoek onderbouwd en gebaseerd op ervaringen van klanten en professionals. De kwaliteitsimpuls heeft doorgewerkt in de versteviging van de bodem in het bestaan van veel kwetsbare mensen.
6. Vangnet: de essentie van de opvang De Academische werkplaats beschouwt de maatschappelijke opvang als een onmisbaar laatste vangnet voor kwetsbare mensen, waar zij zich ook bevinden. De kracht van de opvang schuilt in haar gespecialiseerde aanbod van generieke, integrale dienstverlening. Zij draagt bij uitstek verantwoordelijkheid voor zorgfuncties en specialistische functies op stedelijk of regionaal niveau. Voor de verdere ontwikkeling van haar aanbod is de wijk vertrek- en eindpunt. De opvang vervult de belangrijke functies van preventie, herstel en asiel. Met het oog op een duurzame maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare mensen heeft de maatschappelijke opvang als sociaal makelaar en kwartiermaker – op het niveau van groepen kwetsbare mensen – ook taken in het versterken van de sociale en institutionele samenhang. Ze zoekt daarbij aansluiting bij burgerinitiatieven en samenwerking met vrijwilligers en maatschappelijke organisaties.
7. Concrete doelen en meetbare uitkomsten De deelnemende instellingen van de Academische werkplaats onderscheiden algemene begeleidingsdoelen van krachtgerichte begeleidingstrajecten en meetbare uitkomsten. Over het bereiken van deze uitkomsten willen de instellingen verantwoording afleggen aan de samenleving en het beleid. Daarom gaat de Academische werkplaats de komende jaren investeren in analyses van bereikte groepen kwetsbare mensen, van de risico- en beschermende factoren die een rol spelen in hun kwetsbaarheid en in de monitoring van de uitkomsten van de trajecten.
8. Professionaliteit en kwaliteit De Academische werkplaats beschouwt professionals als vakmensen die binnen vastgestelde kaders veel handelingsruimte krijgen. De werkplaats vindt dat het methodisch werken van professionals aan helder omschreven kwaliteitseisen moet voldoen en blijft volgen welke aanpassingen in het handelen van professionals nodig zijn als gevolg van de veranderingen in het sociale domein. Borging en toetsing van de kwaliteit van uitgevoerde krachtgerichte methodieken hebben in de werkplaats prioriteit.
9. Kennisagenda van de werkplaats De Academische werkplaats wil een effectieve bijdrage blijven leveren aan de professionalisering en kwaliteitsverbetering van de opvang. Ze heeft daartoe voor de periode 2014-2017 haar kennisagenda bepaald. De werkplaats zet specifiek in op meer inzicht in welke doelgroepen met welke risicoprofielen de deelnemende instellingen bereiken, op de borging, implementatie en doorontwikkeling van de in de afgelopen jaren ontwikkelde krachtgerichte methodieken Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First, en op het volgen van de uitkomsten van krachtgerichte trajecten bij deelnemende instellingen. 8
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel Kennisagenda 2014-2017
10
Waarom dit visiedocument?
Hoofdstuk 1
1. Waarom dit visiedocument? Dit visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel levert een bijdrage aan een heroriëntatie en koersbepaling op het gebied van de maatschappelijke opvang. Dit document biedt een visie op kwetsbare mensen en op de ondersteuning van hun zelfredzaamheid en participatie vanuit het perspectief van de functie van maatschappelijke opvang ondersteund door de in de Academische werkplaats ontwikkelde kennisinfrastructuur.
1.1 Maatschappelijke veranderingen Mede door de economische crisis en de dreigende onbeheersbaarheid van de kosten in de zorgsector is er sinds 2007 veel veranderd in het krachtenveld waarbinnen de maatschappelijke opvang opereert. Het beleid legt de focus op de eigen verantwoordelijkheid van kwetsbare mensen en het meer inschakelen van naasten en vrijwilligers. Het beleid wil verder mensen vooral in de eigen leefomgeving begeleiden en, alleen als het niet anders kan, zo kort mogelijk gebruik laten maken van beschermd wonen en opvang. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) weerspiegelt in Nederland deze zogenoemde kanteling van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Op het gebied van zorg en welzijn staan gemeenten en zorgaanbieders voor omvangrijke transitie- en innovatieopgaven. De versobering van de AWBZ is een voldongen feit. De Jeugdzorg komt naar de gemeente. De vermaatschappelijking van de zorg en de scheiding van wonen en zorg worden verder ter hand genomen, de RIBW-en komen deels onder regie van centrumgemeenten en er komen aanpassingen in de sociale zekerheid. De grote decentralisatie- en innovatieopgaven gaan gepaard met forse bezuinigingen. Dat heeft ook gevolgen voor de sector maatschappelijk opvang.
1.2 De werkplaats: een kwaliteitsimpuls In 2007 kwam de Academische werkplaats van de grond als samenwerkingsverband tussen het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboudumc in Nijmegen en een groot aantal instellingen op het gebied van de maatschappelijke opvang. Binnen de werkplaats is sindsdien gestructureerd gewerkt aan een betere begeleiding van kwetsbare mensen door het stimuleren van professioneler en meer methodisch handelen. De inspanningen hebben voor de klanten en de kwaliteit van de maatschappelijke opvang veel goeds opgeleverd. In 2012 is het samenwerkingsverband verlengd tot 2017. In het licht van de gevolgen van de komende transities is het van groot belang te koersen op een kwalitatief goede en duurzame ondersteuning van kwetsbare mensen, vanuit een visie op wat er nodig is om hen tenminste een vangnet te bieden en uitzicht op participatie en kwaliteit van leven. In dit visiedocument worden de lijnen daarvoor aangegeven.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
11
Waarom dit visiedocument?
Hoofdstuk 1
1.3 Visiebepaling en profilering De minst weerbare, kwetsbare mensen kunnen snel de dupe worden van de voorgenomen en al ingezette veranderingen. De vraag dringt zich op wat er nodig is voor een stevig vangnet en de mensen te blijven ondersteunen bij het verkrijgen van een, vanuit de waarden van de Nederlandse samenleving, aanvaardbare levenskwaliteit. Hoe kunnen we een duurzame, goede kwaliteit van begeleidingstrajecten en professionals garanderen en hoe kunnen we de krappe(re) budgetten kosteneffectief inzetten, met de meeste kans op positieve baten en ervaringen voor klanten? In elk geval door in de ontwikkelingen niet alleen bedreigingen, maar ook kansen te zien. Onontkoombaar is een heroriëntatie op wat opvanginstellingen doen (en mogelijk niet meer doen) en wat de uitkomsten van de inspanningen zijn. Visiedocument In de eerste plaats biedt dit visiedocument een visie op kwetsbare mensen en op de ondersteuning van hun zelfredzaamheid en participatie vanuit een profilering van de maatschappelijke opvang en vanuit de kracht van de Academische werkplaats Opvang & Herstel in het bijzonder. Ten tweede beschrijft het document welke innovaties, onderzoek en ontwikkelwerk de sector nodig heeft om deze burgers duurzaam en effectief maatschappelijk te blijven ondersteunen. Daarmee biedt dit document tevens een blik op de kennisagenda van de Academische werkplaats voor de komende jaren. Vanzelfsprekend kan dit visiedocument gebruikt worden door andere kernpartners in het sociale domein voor een discussie en nadere visiebepaling om de meest kwetsbare mensen een reële kans te blijven geven om mee te doen in deze samenleving.
12
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Kwetsbaar en krachtig
Hoofdstuk 2
2. Kwetsbaar en krachtig Volgens de visie ontwikkeld in de Academische werkplaats zijn mensen aan de randen van de samenleving in diverse opzichten kwetsbaar, maar vaak evenzeer krachtig. Tussen mensen en groepen bestaan grote verschillen in duur en ernst van de verminderde zelfredzaamheid en participatie. Cruciaal voor de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van kwetsbare mensen is de stabiliteit van de woonsituatie. Essentieel is dakloosheid te voorkomen en processen van terugkerende of chronische dakloosheid te doorbreken.
2.1 Profiel Kwetsbare mensen hebben moeite om zichzelf te handhaven en op eigen kracht mee te doen in de samenleving. Hun situatie onderscheidt zich door meerdere van de volgende kenmerken: • Meervoudige, sterk verweven psychosociale problemen, waaronder werkeloosheid en een gebrek aan betekenisvolle dagactiviteiten, armoede en schulden, conflicten in de relationele sfeer, onveiligheid, zelfverwaarlozing en soms ook onbegrepen gedrag. • Een onvermogen om op eigen kracht, met de gebruikelijke hulp van andere personen uit het sociale netwerk, te voorzien in de eigen bestaansvoorwaarden, zoals onderdak, inkomen, activiteiten, contacten en gezondheid. • Eenzaamheid en een gebrek aan steunende relaties, soms ook insluiting in uitsluitingsculturen, zoals een drugscene. • Langdurig gebruik van drugs, alcohol en pillen of combinaties van die middelen. • Ernstige psychische en/of verslavingsproblemen, vaak in combinatie met lichamelijke aandoeningen. • Weinig stabiele contacten met de hulpverlening of instanties, te duiden als rafelig zorggebruik, en soms ook herhaalde contacten met politie en justitie.
■ Dakloos worden was ook erg slecht voor de balans, er was erg veel negativiteit daar op straat. [klant]
2.2 Bijzondere veerkracht Typerend voor kwetsbare mensen is de vaak ongekende draaglast in verhouding tot een geringe draagkracht, mede door het ontbreken van een steunende structuur en omgeving. Ondanks alle verlies en tegenslag beschikken de mensen echter – hoe verborgen meestal ook - over een bijzondere veerkracht om na verlies en tegenspoed te herstellen. Veerkracht verwijst naar het vermogen om adequaat tegenslagen te boven te komen (copinggedrag) en zich aan te passen aan een veranderende omgeving (adaptatie). Veerkracht wordt ook bepaald door hoe kwetsbare mensen hun eigen competenties en de steun in hun omgeving inschatten en hangt mede af van hun vaardigheden om van die waargenomen hulpbronnen gebruik te maken.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
13
Kwetsbaar en krachtig
Hoofdstuk 2
2.3 Variatie in duur en ernst De verminderde zelfredzaamheid is bij kwetsbare mensen soms tijdelijk, maar vaker is die – zeker als er chronische psychische of psychosociale problemen of verminderde verstandelijke vermogens meespelen - langdurig. Hoewel er verschillende groepen kwetsbare mensen bestaan waarbij een bepaald kenmerk of probleem op de voorgrond staat – denk aan zwerfjongeren, langdurig verslaafden, probleemgezinnen, vereenzaamde ouderen – is de situatie van elke persoon uniek en bestaan er tussen mensen en groepen grote verschillen in duur en ernst van de verminderde zelfredzaamheid en participatie. Kwetsbare mensen in instituties of op straat zijn doorgaans minder zelfredzaam en sociaal geïntegreerd dan degenen die (begeleid) zelfstandig wonen. Als kwetsbare mensen nergens meer terecht kunnen of geholpen worden komen zij uiteindelijk meestal bij de maatschappelijke opvang terecht. Sommige mensen redden zich weer goed na een kortdurend traject terwijl anderen gebaat zijn bij langdurige hulp. De setting van hulpverlening is – steeds vaker – ambulant en in de eigen buurt, soms echter zijn mensen voor kortere of langere tijd langdurig aangewezen op opvang en beschermd wonen.
■ Veel mensen zijn zo beschadigd, bijvoorbeeld door drugsgebruik, dat je kunt zeggen, het potje motivatie is leeg als het ware. Of er zit nog maar een heel dun laagje in. Dus er moet heel veel motivatie van buitenaf komen. [begeleider]
2.4 Stabiliteit van wonen De stabiliteit van de woonsituatie is cruciaal voor de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van kwetsbare mensen. Essentieel is dan ook dakloosheid te voorkomen en processen van terugkerende of chronische dakloosheid te doorbreken. Immers, hoe langer mensen dakloos zijn des te moeilijker en langer is ‘de weg terug’. Hoopgevend is, dat als (chronisch) dakloze mensen direct een eigen woonruimte krijgen – via Housing First – zij met intensieve hulp in staat zijn tot stabiel wonen, ook op langere termijn.
■ Toen ik dakloos was, had ik geen rust. Je hebt je plek nodig om je stabiel te voelen, het is je startpunt van waar je je dingen kan, zonder dat kom je snel in de problemen. [klant]
14
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting
Hoofdstuk 3
3. Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting De Academische werkplaats verzamelt gestructureerd informatie over risicofactoren en beschermende factoren ter ondersteuning van preventie- en herstelactiviteiten. De opvang is een belangrijke uitkijkpost voor signalen van sociale uitsluiting en dakloosheid. De omvang en samenstelling van de bereikte doelgroep zijn aan verandering onderhevig en als een spiegel van de samenleving. Nieuwe groepen daklozen zullen zich blijven melden.
3.1 Risico- en beschermende factoren Wat precies de oorzaak is van het maatschappelijk achterop raken is vaak nog maar moeilijk te achterhalen. Vaak is sprake van een chaotisch en complex krachtenspel van structurele factoren in de samenleving en individuele mogelijkheden en beperkingen van mensen. Ook is de omgeving, specifiek de toegang en kwaliteit van de sociale en institutionele netwerken, van invloed op het verlies van zelfredzaamheid. In dit proces grijpen uitsluiting door anderen en zelfuitsluiting op elkaar in. In de Academische werkplaats is gestructureerd informatie verzameld over risicofactoren en beschermende factoren omdat deze aanknopingspunten bieden voor preventie van uitsluiting en dakloosheid en bij de noodzakelijke voorwaarden voor het ondersteunen van herstel. In schema 1 op de volgende pagina zijn de factoren geordend die vaak een rol spelen in het proces van sociale uitsluiting en dakloosheid. Ze zijn gegroepeerd aan de hand van de vier condities van sociale kwaliteit, die bepalend zijn voor de dagelijkse kwaliteit van leven van mensen.
■ Ik was niet stabiel in mijn huwelijk. Ik had een relatie met een vrouw die nooit tevreden was. Ik had zo genoeg van de situatie dat ik aan zelfmoord dacht. Ze hield niet meer van me, ik had geen grip op de situatie en was helemaal alleen. [klant] ■ Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en had een huis van mijn baan. En toen die [het bedrijf] failliet ging raakte ik mijn huis kwijt, zo kwam ik op straat terecht … [ klant] ■ Mijn vader overleed, die vond ik ’s ochtends dood op het toilet. […] Dat heb ik niet kunnen verwerken, was niet zo’n prater, een binnenvetter. Toen heb ik mijn kont tegen de krib gegooid. [klant]
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
15
Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting
Hoofdstuk 3
3.2 Opvang belangrijke uitkijkpost Door ontwikkelingen in het beleid en in de zorg, in combinatie met trends in de samenleving (denk aan vergrijzing, verkleuring, toename samengestelde gezinnen en alleenstaanden), is de omvang en samenstelling van de populatie kwetsbare mensen voortdurend aan verandering onderhevig. De groepen kwetsbare mensen die een beroep doen op de maatschappelijke opvang zijn daardoor als een spiegel van de samenleving. Nieuwe groepen zullen zich blijven melden. Waarmee tevens het belang van de opvang voor de samenleving is aangegeven als belangrijke uitkijkpost voor signalen van sociale uitsluiting in de samenleving1.
1
16
Denk aan de nieuwe groepen in de afgelopen jaren van dakloze gezinnen, illegalen, arbeidsmigranten uit Oost Europa en de ‘economisch daklozen’ die door verlies van inkomen en werk als gevolg van de financiële crisis in de problemen zijn gekomen.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Risico- en beschermende factoren bij uitsluiting
Hoofdstuk 3
Schema 1 - Risicofactoren en beschermende factoren bij sociale uitsluiting en dakloosheid geordend naar condities van sociale kwaliteit.
Sociale kwaliteit De mate waarin burgers participeren in het sociale, economische en culturele leven en in de ontwikkeling van hun gemeenschap zodanig dat dit gunstig doorwerkt op hun welzijn en zelfrealisatie waardoor zij ook weer invloed kunnen uitoefenen op de condities van hun bestaan. Condities
Risicofactoren
Beschermende factoren
Sociaaleconomische zekerheid
Materiële en/of immateriële achterstand
Rechtvaardige verdeling van bronnen
De mate waarin mensen toegang hebben tot materiële en omgevingsbronnen die nodig zijn voor maatschappelijke participatie en veiligheid.
Sociale cohesie De mate waarin relaties, gebaseerd op (gedeelde) waarden, normen (solidariteit) en identiteiten, worden gedeeld en onderling verband hebben.
Sociale empowerment De mate waarin capaciteiten en handelingsmogelijkheden van individuen worden ondersteund en versterkt door sociale structuren en relaties.
Sociale inclusie De mate waarin mensen toegang hebben tot en geïntegreerd zijn in diverse instituties en in sociale relaties van het alledaagse leven.
Laag inkomen Laag opleidingsniveau Schooluitval Gebrek aan arbeidskwalificaties Werkeloosheid Schulden Eerdere huisuitzetting Instabiele woon- en/of werkgeschiedenis Weinig sociale steun
Inkomen Huisvesting Werk/dagactiviteiten Scholing & opleiding Sociale steun Veiligheid
Vervreemding Belastende familiegeschiedenis Negatieve jeugdervaringen Conflicten of breuken in relaties Geweld in afhankelijkheidsrelaties: (eerdere) mishandeling & verwaarlozing Weggaan of weglopen van huis Dood van belangrijke andere
Verbinding & Solidariteit Vertrouwen in medemensen Herkenning, respect & waardering Positieve interpersoonlijke relaties Veilig en gezond woon- en leefklimaat
Hulpeloosheid Ineffectieve coping Lichamelijke problemen Psychische problemen Alcohol- en drugsmisbruik
Gelijke kansen Zelfvertrouwen Gezondheid Vaardigheden Zelfbeschikking Veerkracht Materiële en immateriële hulp
Exclusie Voogdij & uithuisplaatsing Detentieverleden Ontslag uit institutie Slechte toegang tot zorg Sociaal isolement
Rechten Toegang tot informatie Toegang tot sociale netwerken Toegang tot maatschappelijke diensten en (gezondheid)zorg Vertrouwen in instituties & netwerken
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
17
Burgerschap als ijkpunt
Hoofdstuk 4
4. Burgerschap als ijkpunt Burgerschap is een belangrijke pijler van de visie van de Academische werkplaats. Mensen zijn relatief autonoom en tegelijkertijd afhankelijk van anderen; zij hebben rechten en ook plichten. De opvang respecteert de eigen keuzen van mensen en spreekt hen tegelijkertijd aan op hun plichten en, als het moet, op grensoverschrijdend gedrag.
4.1 Burgerschap hét ijkpunt In de visie van de Academische werkplaats staat burgerschap centraal. De notie van burgerschap is hét ijkpunt van de dienstverlening van de maatschappelijke opvang. Kwetsbare mensen zijn en blijven burger, ondanks hun soms lastige of bijzondere gedrag of hun vervreemding van de gemeenschap. Niet zelden zijn zij ook, soms zelfs langdurig, cliënt. De kwaliteit van de dienstverlening in de maatschappelijke opvang mag nooit op een tweederangsburgerschap worden geënt.
4.2 Rechten en plichten Burgerschap impliceert dat kwetsbare mensen relatief autonoom zijn en tegelijkertijd van anderen afhankelijk, en rechten hebben maar ook plichten. Net als ieder ander. Bij kwetsbare mensen is er sprake van: • Zelfbeschikking: zij kunnen en willen naar eigen inzicht in de samenleving participeren, deelnemen aan sociale verbanden en richting geven aan hun eigen leven. • Afhankelijkheid: zij zijn, in hun rollen van burger, groepslid én van cliënt, afhankelijk van de wetten, regels en procedures die (mede) door anderen worden ontwikkeld en zijn ook afhankelijk van de hulpbronnen die anderen creëren en beschikbaar stellen. • Rechten: zij kunnen, in hun rollen van burger, groepslid én van cliënt, anderen ter verantwoording roepen en daarin gebruik maken van hun burgerrechten, verworven groepsrechten en cliëntenrechten. • Plichten: als deelnemer aan de samenleving en aan sociale verbanden dienen zij zelf verantwoording af te leggen over hun handelen en kunnen zij ook door anderen ter verantwoording worden geroepen.
18
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Burgerschap als ijkpunt
Hoofdstuk 4
4.3 Acceptatie maar ook confrontatie Kwetsbare mensen moeten erop kunnen rekenen dat zij in de samenleving en in de zorg hun burger- en cliëntenrechten kunnen uitoefenen. Als burger hebben zij echter ook plichten en kunnen zij net als ieder ander ter verantwoording worden geroepen. Dit is zeker aan de orde als hun gedrag anderen schade dreigt te berokkenen of de leefbaarheid in de buurt of in een voorziening te zeer onder druk zet. De opvang accepteert elke cliënt met al zijn eigenaardigheden en bejegent ieder met een open blik en respect. Maar tegelijkertijd gaan de professionals de confrontatie met grensoverschrijdend gedrag niet uit de weg en worden klanten op hun plichten aangesproken.
“To be without membership is to be alienated, to be at risk for marginalization and oppression. People need to be citizens, responsible and valued members of a community. … The strengths orientation proceeds from the recognition that all of those whom we serve are, like ourselves, members of a species, entitled to the dignity, respect, and responsibility that comes with such membership.” (Saleebey, 2006: 12)
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
19
Een stevig fundament in begeleiding en bestaan
Hoofdstuk 5
5. Een stevig fundament in begeleiding en bestaan De Academische werkplaats heeft in een relatief korte periode van zes jaren een stevige bodem in de begeleiding van kwetsbare mensen gelegd. De op krachtprincipes gebaseerde ontwikkelde methodieken zijn theoretisch gefundeerd, met onderzoek onderbouwd en gebaseerd op ervaringen van klanten en professionals. De kwaliteitsimpuls die de begeleiding in de maatschappelijke opvang heeft gekregen, heeft doorgewerkt in de versteviging van de bodem in het bestaan van veel kwetsbare mensen. In de systeemgerichte begeleiding staat herstel als uitkomst en proces centraal.
5.1 Wetenschappelijke fundering van methodieken De Academische werkplaats streeft naar een wetenschappelijke fundering van de methodieken die in de trajecten met klanten worden toegepast. Dat wil zeggen dat ze zowel ‘evidence-based’ (bewezen effectief) zijn als aansluiten bij de ‘experience-base’ van klanten en professionals. Ze zijn theoretisch gefundeerd en voldoen aan toetsbare kwaliteitseisen, zoals bepaald in modellen voor modelgetrouwheid. De samenwerking in de Academische werkplaats tussen ‘praktijk’ en ‘wetenschap’ creëert een productieve basis voor het gebruik van uiteenlopende soorten kennis, waarvan die uit systematische, internationale literatuurreviews (De Vet e.a., 2013). Tot dusver hebben de inspanningen geleid tot het beschikbaar komen voor de maatschappelijke opvang van enkele belangrijke wetenschappelijk gefundeerde methodieken die goed uitvoerbaar zijn en een positief onthaal krijgen van klanten en begeleiders.
5.2 Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First De centrumgemeenten hebben beleidsverantwoordelijkheid voor de maatschappelijke ondersteuning en, indien nodig, voor de opvang van kwetsbare burgers. De instellingen in de Academische werkplaats hebben hun eigen verantwoordelijkheid genomen door fors te investeren in methodische en professionele kwaliteit. Werken met goed onderbouwde methodieken geven – zo beseffen deze instellingen - de beste kansen op positieve resultaten bij klanten. Gemeenten hebben hierbij belang en moeten erop vertrouwen dat instellingen deze methodieken gebruiken en borgen. Herstelwerk Herstelwerk, de in de werkplaats door Impuls ontwikkelde krachtgerichte basismethodiek, is inmiddels via trainingen en interne coaching ingevoerd in veel opvanginstellingen. Het doel van Herstelwerk is het herstel van kwetsbare mensen, uitgaande van hun krachten en mogelijkheden en de beschikbare bronnen in hun omgeving, in de richting van een door henzelf gewenste kwaliteit van leven waarbij zij, net als iedere andere burger, in de samenleving meedoen en erbij horen. De methodiek kan worden ingezet bij diverse doelgroepen en in uiteenlopende settings. Er zijn diverse materialen over Herstelwerk beschikbaar, waaronder een handleiding voor professionals met aanwijzingen voor de uitvoering van krachtgerichte begeleidingstrajecten, inclusief periodieke evaluatie. Er is ook een zelfhulpboek voor klanten ter ondersteuning van hun eigen herstelproces.
20
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Een stevig fundament in begeleiding en bestaan
Hoofdstuk 5
Critical Time Interventie Critical Time Interventie (CTI) is een gestructureerde, in tijd beperkte, ‘evidence based’ interventie voor kwetsbare mensen die een kritische transitie doormaken. Een voorbeeld van een kritische transitie is de overgang van een institutionele setting (opvangvoorziening, gevangenis of algemeen of psychiatrisch ziekenhuis) naar (begeleid) zelfstandig wonen. Een escalerende crisissituatie, denk aan een dreigende huisuitzetting, heeft ook alle kenmerken van een transitieperiode. CTI biedt klanten in zo’n periode emotionele en praktische steun en ontwikkelt of versterkt de verbindingen van de klant met zijn sociaal en professioneel steunsysteem. Door Impuls is veel onderzoek- en ontwikkelingswerk verricht aan de Critical Time Interventie. Bij de uitwerking van CTI voor onder meer de doelgroep van dakloze mensen zijn diverse materialen (handboek, werkbladen voor begeleiders, training voor begeleiders) beschikbaar gekomen, zijn medewerkers uit de deelnemende instellingen – ook in de forensische zorg – getraind en werkzaam als CTI-werker en bestaat al een volledig trainingsaanbod voor de verdere implementatie van CTI. Housing First De afgelopen twee jaar ligt de focus van de Academische werkplaats op Housing First, specifiek op de methodische onderbouwing en uitwerking. Housing First is bedoeld om feitelijk dakloze mensen direct vanaf de straat van een eigen woonruimte te voorzien en is, net als CTI, een uit Amerika afkomstig, veelbelovend concept bij het beëindigen van dakloosheid en het zorgvuldig begeleiden van klanten bij uitstroom uit residentiële woonvoorzieningen. De combinatie van directe toegang tot zelfstandige woonruimte en laagdrempelige, integrale hulp – langdurig aangeboden door een multidisciplinair team met bij voorkeur ook ervaringsdeskundigen – lijkt het succes van Housing First te kunnen verklaren. In de Academische werkplaats is een beschrijving beschikbaar van het concept Housing First en de in Nederland in uitvoering zijnde Housing First praktijken. Gewerkt wordt aan een handleiding voor professionals met een focus op het methodisch werken aan stabiliteit van wonen, dagactiviteiten en sociale relaties.
5.3 Krachtprincipes en het herstelbegrip De maatschappelijke opvang spreekt mensen aan op wat ze willen en kunnen en werkt met de hiervoor genoemde methodieken volgens belangrijke krachtprincipes: • Kwetsbare mensen hebben het vermogen te herstellen, hun leven weer in eigen hand te nemen en het te ontwikkelen in een door hen zelf gewenste richting. Trauma’s en mishandeling, ziekte en tegenslagen kunnen schade aanrichten, maar kunnen ook bronnen zijn voor nieuwe kansen en mogelijkheden en de nodige overlevingstrots geven. • Kwetsbare mensen en hun milieus beschikken over – niet zelden onvermoede – krachten. Die krachten en bronnen op elkaar afstemmen van klanten en omgevingen afstemmen is de hefboom tot een door klanten zelf gewenste kwaliteit van leven. • De uiterste grenzen van de mogelijkheden voor groei en verandering zijn niet bekend. Het is dus zaak om de ambities van elk individu en van elke groep en gemeenschap serieus te nemen. Diagnoses en stereotyperingen kunnen obstakels vormen in de ontwikkeling van mensen en hen hun leven lang blijven achtervolgen. • De sleutel tot herstel ligt in de hoop op een betere toekomst en begint bij wat klanten zich in hun leven wensen. Werkers blijven die hoop voeden en ondersteunen.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
21
Een stevig fundament in begeleiding en bestaan
Hoofdstuk 5
• Herstel begint met vertrouwen en het opnieuw zich openstellen om geraakt te worden. Vertrouwen groeit uit wederzijds respect en authenticiteit. De werkrelatie is essentieel en heeft het primaat. • Klanten hebben de regie over de begeleiding. Door met hen in partnerschap samen te werken, kunnen de eigen krachten aan de oppervlakte komen. De capaciteit tot groei en herstel is al in de mensen zelf aanwezig. • Welbevinden hangt samen met zorg en zorgzaamheid. Vanuit dit besef is het belangrijk om mensen te ondersteunen om voor elkaar te (kunnen blijven) zorgen en om de sociale cohesie in families, buurt en gemeenschap te versterken. Het herstelbegrip is op verschillende manieren te benaderen. Herstel als uitkomst In het begrip herstel komen de drang naar autonomie en zelfverwerkelijking en de fundamentele behoefte aan verbondenheid van mensen samen. In de krachtgerichte basismethodiek wordt herstel als uitkomst gedefinieerd in termen van een zingevend bestaan met hoop en zicht op een betere toekomst en leven in veiligheid. Daarnaast gaat het om: • bestaanszekerheid en bestaansvoorwaarden: waaronder inkomen, woonruimte en activiteiten en werk; • verbindingen met anderen; • competenties, zelfwaardering en een positieve identiteit, en; • toegang tot instituties, netwerken en rechten. Herstel als proces Het herstelproces omvat het terugwinnen en vernieuwen van het oorspronkelijke zelf en de eigen identiteit (sense of self, sense of coherence) en een herdefiniëring van het zelf in relatie tot anderen (inbedding in het persoonlijke en professionele steunsysteem) en de gemeenschap. Als proces omvat herstel daarom een waaier aan ontwikkelingen die iemand doormaakt, in zichzelf en in relatie tot anderen en de gemeenschap. Aangrijpingspunten van ondersteuning zijn door klanten zelf geformuleerde langetermijnhersteldoelen met het oog op een leven dat voor hen de moeite waard is.
■ Niemand wil toch instabiel zijn? Je wilt een normaal mens zijn, je wil gewoon functioneren in de maatschappij. [klant] ■ Wat ik heel vaak merk is het belang van tijd. Je moet mensen de tijd geven, het is een lang proces. Het gaat lang duren. [begeleider]
22
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Een stevig fundament in begeleiding en bestaan
Hoofdstuk 5
Systeemgericht Herstel voltrekt zich nooit in afzondering. Familie, vrienden en vooral ook lotgenoten (peers) kunnen in dit proces van grote waarde zijn. Zij voorzien in informatie en advies, gezelschap en emotionele en materiële steun, zorgen voor continuïteit in de levensgeschiedenis van mensen, maar geven de mensen zelf ook de kans om steun en zorg te verlenen en voor anderen van betekenis te zijn (wederkerigheid). Bovendien, waar de grenzen van zelfredzaamheid in zicht komen zijn vanzelfsprekend compensaties nodig in de vorm van steunstructuren en aangepaste omgevingscondities. Zelfredzaamheid is immers geen persoonlijke eigenschap van individuen, maar wordt gecreëerd, onderhouden en bestendigd in de interactie tussen een persoon en zijn omgeving.
■ Ik moet iets hebben om er iets mee te doen, met m’n ervaringen. Ik heb een wil maar ik moet geholpen worden om de wil te laten zien en er uit te komen. Er moet iemand zijn die in je gelooft. [klant]
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
23
Vangnet: de essentie van de opvang
Hoofdstuk 6
6. Vangnet: de essentie van de opvang De Academische werkplaats beschouwt de maatschappelijke opvang als een onmisbaar laatste vangnet voor kwetsbare mensen, waar zij zich ook bevinden. De kracht van de opvang schuilt in haar gespecialiseerde aanbod van generieke dienstverlening. Voor de doorontwikkeling van haar gespecialiseerde aanbod van generieke dienstverlening is de wijk vertrek- en eindpunt. De opvang vervult de functies van preventie, herstel en asiel. Met het oog op een duurzame maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare mensen heeft de maatschappelijke opvang als sociaal makelaar en kwartiermaker – op het niveau van groepen kwetsbare mensen –ook taken in het versterken van de sociale en institutionele samenhang, bijvoorbeeld door aansluiting bij burgerinitiatieven en samenwerking met vrijwilligers.
6.1 Een vangnet, waar ook Met de nieuwe Wmo zijn kwetsbare mensen straks eerst aangewezen op algemene voorzieningen. De sociale wijkteams gaan een spilfunctie vervullen in het sociale domein. Op wijkniveau zal, met de nodige variaties in gemeenten, de toegang tot langdurige zorg aan deze sociale wijkteams zijn gekoppeld, terwijl een aantal zorgfuncties en specialistische functies op een andere schaal – stedelijk of regionaal – worden georganiseerd. De realiteit is dat kwetsbare mensen in de samenleving op diverse plekken zijn te vinden: in een eigen woning of in een groepswoning in buurt en wijk, in instituties (denk aan ziekenhuis, opvangvoorziening, gevangenis) of op straat, bij dakloosheid. De Academische werkplaats beschouwt de maatschappelijke opvang als een onmisbaar laatste vangnet voor kwetsbare mensen, waar zij zich ook bevinden.
6.2 Specialisme in generieke dienstverlening De kracht van de maatschappelijke opvang schuilt volgens de Academische werkplaats in haar gespecialiseerde aanbod van generieke dienstverlening aan een specifieke groep kwetsbare mensen die het op eigen kracht niet meer redden en waarmee voor- en achterliggende voorzieningen vaak geen raad meer weten. De maatschappelijke opvang neemt hiermee bij uitstek de verantwoordelijkheid voor zorgfuncties en specialistische functies op stedelijk of regionaal niveau. Een rol in of bij sociale wijkteams is voor de opvang denkbaar, maar vooral vanuit haar specialisme in de ondersteuning van kwetsbare mensen. Op dit wijkniveau zou de bijdrage van de opvang kunnen bestaan uit het beoordelen van de situatie van kwetsbare mensen, het geven van informatie & advies & coaching, en toeleiding naar specifiek aanbod.
24
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Vangnet: de essentie van de opvang
Hoofdstuk 6
In haar specialisme van generieke dienstverlening aan kwetsbare mensen en hun omgeving vervult de maatschappelijke opvang volgens de Academische werkplaats drie essentiële functies, namelijk die van: Preventie De kern van preventie is het signaleren en beïnvloeden van risicofactoren en beschermende factoren zodat draaglast en draagkracht beter in balans zijn. Door preventie is (verder) verlies van zelfredzaamheid en sociale uitsluiting te voorkomen. Hiertoe hoort ook de ondersteuning van mensen in kritieke transitiemomenten in hun leven. De maatschappelijke opvang zit bij uitstek op de positie om signalen over mensen die uit de boot (dreigen te) vallen tijdig op te pikken en (preventief) hulp te bieden. Herstel Bij herstel richt de ondersteuning zich op het helpen voorzien in bestaansvoorwaarden, netwerkontwikkeling en sociale re-integratie, het vergroten van competenties en zelfwaardering en het toegankelijk maken van instituties, netwerken en rechten. Asiel Bij de asielfunctie draait het om de (zelf)bescherming van kwetsbare mensen en het bieden van een time-out. Asiel kan een verblijf inhouden in beschermd wonen of de opvang, maar kan ook bescherming en overname van taken betekenen in een ambulante setting. Elk van de genoemde functies kan worden voorzien van specifieke taken voor de maatschappelijke opvang (zie schema 2). Hoe beter de maatschappelijke opvang de preventie- en herstelfunctie uitvoert des te minder beroep er nodig is op de asielfunctie. Schema 2 – Functies en taken van de maatschappelijke opvang Functies
Taken van maatschappelijke opvang in begeleidingstrajecten (voorbeelden)
Preventie
• Outreach en crisisinterventie in stedelijke ‘front-linie’ teams • Vroeginterventie bij huisuitzetting • Vroeginterventie bij geweld in afhankelijkheidsrelaties • Transitieondersteuning bij ontslag uit een institutie (gevangenis, ziekenhuis, opvangvoorziening etc.)
Herstel
• Woonbegeleiding • Activering, arbeidsre-integratie en werkbegeleiding • Netwerkontwikkeling • Inkomensbeheer & schuldhulpverlening • Gezondheidsbevordering (door sport, voedingsadviezen et cetera)
Asiel
• Time out & crisisopvang • Laagdrempelige opvang, waaronder nachtopvang • Opvang: kort- en langdurig
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
25
Vangnet: de essentie van de opvang
Hoofdstuk 6
De Academische werkplaats laat de bestaande laddersystematiek in de maatschappelijke opvang los (van de straat in de nachtopvang, naar een opvangvoorziening et cetera). Voor de doorontwikkeling van haar aanbod neemt de Academische werkplaats de wijk als vertrek- en eindpunt voor de begeleiding van haar klanten. Er wordt spaarzaam en zo kort als mogelijk gebruikgemaakt van de opvang, die is ingericht als tweedelijnsvoorziening. Met bijzondere belangstelling zal de Academische werkplaats de komende jaren de ontwikkeling van de opvang in de wijk gaan volgen, met een speciaal oog voor de effecten van de transities op de levenskwaliteit van haar klanten. Te meer omdat deze specifieke groep kwetsbare mensen niet vanzelfsprekend in beeld is of (langdurige) ondersteuning krijgt van de sociale wijkteams.
6.3 Versterken van samenhang Voor het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare mensen als individuen in de eigen leefomgeving is uitsluitend begeleiding niet voldoende. De maatschappelijke opvang heeft volgens de Academische werkplaats op een ander niveau – dat van groepen kwetsbare mensen – evenzeer een opdracht. Er zijn ondersteuningsstructuren in de algemene omgeving nodig voor kwetsbare mensen om zich in hun eigen leefomgeving te kunnen handhaven. Hiervoor is onder meer de inschakeling van vrijwilligers vitaal. Verdere ambulantisering en vermaatschappelijking houden risico’s in. Als voor kwetsbare mensen investeringen in de samenhang en infrastructuur op wijkniveau uitblijven dan bestaat het risico dat zij wel meer in buurt en wijk wonen, maar er nog steeds niet bijhoren of meedoen. Met het oog op een duurzame maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare mensen heeft de maatschappelijke opvang dus ook taken in het versterken van de sociale en institutionele samenhang. Schema 3 geeft voorbeelden van zulke taken.
■ Ik doe zelf mijn best om alles zelfstandig te doen zeg maar, en dan kom je toch bij instanties tegen bepaalde deuren aan. Want als ik bel dan wordt het nooit gedaan. En als er een maatschappelijk werkster belt, ze zegt alleen haar naam en waar ze werkt en het wordt gedaan! (…) Maar mensen doen het gewoon niet! Als je ergens werkt dan ben je wat en dan krijg je het ook gedaan. Ik denk, zo moet het toch niet? Ik wil het zelfstandig doen! En elke keer loop ik tegen dezelfde dingen aan. Kastje naar de muur, kastje naar de muur… [klant]
De Academische werkplaats meent dat de inspanningen op dit niveau geen doel op zichzelf moeten zijn, maar dienstbaar aan de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare mensen. Daarmee geven zij dan concreet inhoud aan de notie van burgerschap.
26
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Vangnet: de essentie van de opvang
Hoofdstuk 6
Schema 3 - Voorbeelden van taken van maatschappelijke opvang ter versterking van de samenhang Taken van maatschappelijke opvang bij groepen kwetsbare mensen (voorbeelden) Sociale samenhang
Institutionele samenhang
• Aanpak stigma
• Beoordeling van cliënten bij stedelijk of
• Ondersteuning van voedselbanken
regionaal georganiseerde centrale toegangs-
• Lotgenotengroepen
poort van ‘Beschermd wonen en opvang’ en
• Mobilisering en inzetten van vrijwilligers en
bij de toegang van eigen organisatie
ervaringsdeskundigen
• Toegang tot gezondheidszorg • Specifiek aanbod op schuldhulpverlening
De maatschappelijke opvang zal meer dan nu samen met haar klanten de maatschappelijke bronnen van de eigen leefomgeving moeten gaan herkennen en benutten. Actief aansluiting zoeken bij buurtinitiatieven, samenwerking met vrijwilligers, de inzet van ervaringsdeskundigen en versterking van de sociale inbedding van kwetsbare mensen zullen de dagelijkse kwaliteit van leven verhogen en kunnen omgekeerd helpen voorkomen dat klanten en hun naasten aangewezen raken en blijven op institutionele opvang. De maatschappelijke opvang werkt hier als sociaal makelaar en kwartiermaker, ook in het actief aanpakken van stigmatisering en negatieve beeldvorming. Om deze doelen te bereiken werkt de opvang aan nieuwe steunarrangementen en onorthodoxe combinaties van bijvoorbeeld zorg en bedrijfsleven of woningcorporaties, zoals in wijkportalen waarin informatie, advies en diensten worden geboden ter ondersteuning van de zelfredzaamheid van burgers. Innovaties in de maatschappelijke ondersteuning komen ook van ICT-toepasssingen, e-health programma’s en het gebruik van sociale media die begeleiding op afstand mogelijk maken. Denk aan het inzetten van het beeldhorloge, beeldcommunicatie en cliëntportals.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
27
Trajectdoelen en meetbare uitkomsten
Hoofdstuk 7
7. Trajectdoelen en meetbare uitkomsten De deelnemende instellingen van de Academische werkplaats onderscheiden algemene begeleidingsdoelen van krachtgerichte begeleidingstrajecten en meetbare uitkomsten. Over het bereiken van deze uitkomsten willen de instellingen verantwoording afleggen aan de samenleving en het beleid. Daarom gaat de Academische werkplaats de komende jaren investeren in analyses van bereikte groepen kwetsbare mensen, van de risico- en beschermende factoren die een rol spelen in hun kwetsbaarheid en in de monitoring van de uitkomsten van de trajecten.
7.1 Trajectdoelen Op het niveau van individuele klanten onderscheiden de deelnemende instellingen in de Academische werkplaats de volgende algemene doelen van begeleidingstrajecten: • De zelfredzaamheid bevorderen door het ontwikkelen of versterken van vaardigheden en/of het versterken van een steunstructuur. • De aspiraties en (langetermijn)doelen van klanten verhelderen en expliciet maken, in relatie tot de krachtbronnen in henzelf en in de omgeving. • Voorwaarden scheppen waaronder de mensen aan zelf gestelde doelen kunnen werken. • Klanten integraal en praktisch ondersteunen bij het voorzien in noodzakelijke bestaansvoorwaarden (wonen, inkomen, voeding, kleding, activiteiten/werk etc.). • Klanten helpen door het signaleren van gezondheidsproblemen, te ondersteunen bij gezondheidsbevordering en toeleiden naar tandarts, huisarts en/of specialisten. • Direct (meehelpen) aanpakken van acute problemen om erger te voorkomen. • Klanten ondersteunen bij het versterken van het sociale netwerk en het professionele netwerk. • Samen met de klant de begeleiding coördineren en regisseren als er meerdere mensen uit het sociale en/of professionele netwerk bij de hulpverlening betrokken zijn.
■ Rust… in zijn hoofd. Hij heeft veel schulden die nog niet zijn afbetaald, maar waarvoor wel een regeling is getroffen. Dat geeft rust en maakt dat hij stabiel is. Dat hij praktische zaken, regelzaken, goed op een rijtje heeft. Samen met zijn maatschappelijk werker en woonbegeleider overziet hij dingen wel. [begeleider]
28
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Trajectdoelen en meetbare uitkomsten
Hoofdstuk 7
7.2 Positieve, meetbare uitkomsten De klanten en hun directe omgeving moeten duurzaam geholpen zijn als resultaat van de dienstverlening. Het is volgens de Academische werkplaats de opdracht van de maatschappelijke opvang om voor haar klanten de volgende meetbare uitkomsten te helpen realiseren: • stabiel en (begeleid) zelfstandig wonen2; • toereikend inkomen voor het levensonderhoud; • financiën en administratie op orde en adequaat in beheer; • zinvolle dagactiviteiten en/of werk; • betekenisvolle contacten met anderen; • toegang tot zorg, in geval van gezondheidsproblemen; • positieve ervaringen met de begeleiding en opvang. Over het bereiken van deze uitkomsten wil de maatschappelijke opvang verantwoording afleggen aan de samenleving en het beleid. Tegelijkertijd zal de maatschappelijke opvang signalen over structurele blokkades in het herstelproces van klanten, zoals de vaak onoplosbare schuldenproblematiek van klanten, aan hiervoor verantwoordelijken doorgeven en helpen bij het vinden van duurzame oplossingen (denk aan de taken bij het versterken van samenhang en infrastructuur). Voor de ondersteuning van deze inspanning gaat de werkplaats de komende jaren investeren in de analyse van de bereikte populatie kwetsbare mensen en hun risico- en beschermende factoren en in de monitoring van de uitkomsten van begeleidingstrajecten.
■ Zij [de maatschappelijk werkster] nam alle touwtjes in handen en regelde heel veel voor mij. Ze liet me veel zelf doen, maar was altijd aanwezig. Door haar ben ik letterlijk en figuurlijk op eigen benen gaan staan. [klant]
2
Tenzij de zelfredzaamheid en het vermogen tot maatschappelijke participatie dusdanig langdurig beperkt is dat verblijf in beschermd wonen of de opvang voor de klant de beste optie is.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
29
Professionaliteit en kwaliteit
Hoofdstuk 8
8. Professionaliteit en kwaliteit De Academische werkplaats beschouwt professionals als vakmensen die binnen vastgestelde kaders veel handelingsruimte krijgen. De werkplaats vindt dat het methodisch werken van professionals aan helder omschreven kwaliteitseisen moet voldoen en blijft volgen welke aanpassingen in het handelen van professionals nodig zijn als gevolg van de veranderingen in het sociale domein. Borging en toetsing van de kwaliteit van uitgevoerde krachtgerichte methodieken hebben in de werkplaats prioriteit.
8.1 Reflectie en gezamenlijk leren Professionals zijn vakmensen die op een ambachtelijke manier met klanten werken, die een gevoel van eigenwaarde ontlenen aan de complexe activiteiten die nodig zijn voor hun werk, en die kennis delen en aan elkaar overdragen. Erkenning van de kennis en ervaringen van professionals impliceert volgens de werkplaats een vervaging tussen effectieve methoden en effectieve werkers. Volgens de beproefde principes van een ambachtelijk model kan de opgebouwde handelingskennis van professionals binnen instellingen en netwerken worden overgedragen, ook aan nieuwe medewerkers. Voor het exploreren van nieuwe werkwijzen en het bieden van maatwerk aan klanten en hun omgeving, krijgen professionals binnen vastgestelde kaders veel handelingsvrijheid. Door themabijeenkomsten en werkgroepen biedt de Academische werkplaats professionals een platform voor reflectie en gezamenlijk leren.
■ Daarvoor moet je een vertrouwensband hebben, het begint bij het kweken van een vertrouwensrelatie en het kan heel lang duren voordat je die hebt. En dat vraagt ook iets van een behandelaar, om een hele lange adem te hebben. Van daar uit kun je heel langzaam verder gaan. En het kan beginnen bij bijvoorbeeld oogcontact.
8.2 Nieuwe competenties De Academische werkplaats blijft monitoren welke nieuwe eisen de veranderingen in het sociale domein stellen aan het handelen van professionals. Tot de basale toerusting van professionals gaan competenties horen voor outreach, signalering en risicotaxatie, vroeginterventie en systeemgericht werken. Daarnaast zullen de professionals zich meer moeten gaan manifesteren als teamspeler en netwerkpartner en in staat moeten zijn tot afstemming en coördinatie van uiteenlopende activiteiten van de klanten en hun naasten, en die van vrijwilligers, professionals en ervaringsdeskundigen werkzaam in uiteenlopende domeinen, waaronder zorg, welzijn, onderwijs en arbeidsmarkt.
30
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Professionaliteit en kwaliteit
Hoofdstuk 8
8.3 Kwaliteit een vereiste De kwaliteit van het begeleidingstraject en hierin specifiek de kwaliteit van de werkrelatie met klanten, bepaalt in hoge mate de effectiviteit van begeleidingstrajecten. Hoe hoger de kwaliteit des te meer kans op voor klanten en hun omgeving gunstige baten. Professionals vervullen bij het genereren van die baten een sleutelrol. De toepassing van ‘evidence & experience base’ methodieken alleen is niet voldoende; het uitvoerend werk moet ook kwalitatief goed gebeuren. De Academische werkplaats meent daarom dat het methodisch handelen van begeleiders en de uitvoering van begeleidingstrajecten aan helder omschreven kwaliteitseisen moeten voldoen. Borging van kwaliteit Continue vernieuwing, versterking en borging van het methodisch handelen van professionals is nodig wil hun dagelijkse werk in overeenstemming zijn met vastgestelde kwaliteitseisen en ook aan nieuwe eisen blijven voldoen. Samen met de Academische werkplaats blijft Impuls zich inzetten voor kwaliteitsborging, door onder meer ontwikkeling en ondersteuning van coaching on the job, manieren van intervisie et cetera. Toetsing van modelgetrouwheid Voor de toetsing van de kwaliteit van de via de werkplaats ontwikkelde of toegepaste krachtgerichte methodieken – Herstelwerk, Critical Time Intervention en Housing First – zijn kwaliteitskaders beschikbaar. Met de kaders is reflectie mogelijk op de feitelijke uitvoering van de methodieken, afgezet tegen kwaliteitseisen die beschrijven hoe de uitvoering hoort te zijn. Er bestaat een samenhang tussen deze zogenaamde modelgetrouwheid en de kans op positieve uitkomsten van het krachtgerichte werken bij klanten. Hoe meer modelgetrouw de uitvoering hoe hoger de kans op positieve effecten.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
31
Kennisagenda van de werkplaats
Hoofdstuk 9
9. Kennisagenda van de werkplaats De Academische werkplaats wil een effectieve bijdrage blijven leveren aan de professionalisering en kwaliteitsverbetering van de opvang en de OGGZ. Ze heeft daartoe voor de periode 2014 2017 haar kennisagenda bepaald. De werkplaats zet specifiek in op meer inzicht in welke doelgroepen de deelnemende instellingen bereiken, op de borging, implementatie en doorontwikkeling van de in de vorige periode ontwikkelde krachtgerichte methodieken Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First, en op het volgen van de uitkomsten van krachtgerichte trajecten bij deelnemende instellingen.
9.1 Missie van de werkplaats De Academische werkplaats wil wetenschappelijke kennis en deskundigheid over de processen van maatschappelijke in- en uitsluiting van kwetsbare mensen en over effectieve hulp aan deze mensen bundelen, vergroten, ontwikkelen en verspreiden. Het doel is een effectieve bijdrage te leveren aan de professionalisering en kwaliteitsverbetering van de opvang. Daartoe heeft de werkplaats een kennisinfrastructuur ontwikkeld waarin kennisontwikkeling, kennissynthese, implementatie, evaluatie en effectbepaling centraal staan. De werkplaats heeft oog voor het unieke individu vanuit een maatschappelijk perspectief.
9.2 Focus In het licht van alle transities en transformaties heeft de Academische werkplaats haar kennisagenda voor de komende jaren opnieuw bepaald. Tot nu toe lag het accent vooral op de professionalisering en kwaliteitsverbetering van het methodisch handelen door de ontwikkeling en invoering van krachtgerichte methodieken in de opvang. De komende jaren zal de werkplaats zich specifiek richten op: 1) het verkrijgen van inzicht in de bereikte doelgroepen bij de instellingen, inclusief de waargenomen risico- en beschermende factoren; 2) de borging, implementatie en doorontwikkeling van de methodieken Herstelwerk, Critical Time Interventie en Housing First; en, 3) het volgen van de uitkomsten van krachtgerichte trajecten bij deelnemende instellingen. Nodig hiervoor is onder meer de toepassing van kennis in nieuwe settings en een versterking van de samenhang tussen de praktijk en de onderzoekers/ontwikkelaars, ook internationaal.
32
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Kennisagenda van de werkplaats
Hoofdstuk 9
9.3 Kennisvragen Belangrijke kennisvragen waarop de Academische werkplaats de komende jaren antwoord wil hebben, zijn: 1) Welke kwetsbare mensen melden zich aan bij de opvang, en zijn in deze populatie profielen te onderscheiden naar risico- en beschermende factoren en wat zijn hiermee samenhangende zorgbehoeften (met oog op passende vervolghulp)? Ook met het oog op de professionalisering van de signaal- en beoordelingsfunctie van de opvang. 2) Hoe kan de opvang vanuit haar specialisme haar functie van preventie versterken en wat is de impact van hierin toegepaste vroeginterventies op het voorkomen van verdere uitsluiting en dakloosheid? Denk aan preventie van huisuitzettingen en het begeleiden van klanten (ex-gedetineerden) in transitieprocessen. 3) Bij welke doelgroepen en in welke nieuwe settings kunnen CTI en Housing First meerwaarde hebben bij het voorkomen van uitval of terugval? 4) Hoe kan de opvang vanuit haar specialisme haar herstelfunctie versterken en wat is de impact hiervan op de kwaliteit van leven van klanten? Denk aan specifieke strategieën gericht op stabiliteit van wonen, de sociale re-integratie van mensen en het voorkomen van sociaal isolement, het krijgen/behouden van dagactiviteiten, en het werken aan gezondheidsbevordering? 5) En: wie doet hierin wat? Wat is rol van klanten zelf (zelfmanagement) en wat kan de omgeving doen (of niet), wat is de bijdrage van ervaringsdeskundigen, van vrijwilligers en wat zijn hierin de taken en verantwoordelijkheden van de professionals? 6) Wat is een voor de maatschappelijke opvang passend en ook haalbaar model voor de monitoring van uitkomsten van begeleidingstrajecten, welke uitkomsten worden gemonitored, met welke instrumenten en hoe vaak, en welke soorten rapportages en vormen van feedback (op niveau primaire proces, niveau management, in relatie tot externen) zijn adequaat en effectief? De Academische werkplaats Opvang & Herstel zal met Impuls binnen de beschikbare financiële ruimte en mogelijkheden aan haar ambities werken. De professionalisering en kwaliteitsverbetering in de opvang zijn gebaat bij samenwerking in de dossiers die de stuurgroep van de werkplaats jaarlijks rond de kennisvragen bepaalt. Partners in het sociale domein die de missie en uitgangspunten van de werkplaats onderschijven, worden daarom van harte uitgenodigd de ambities te helpen realiseren.
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
33
Literatuur
Literatuur Doorn Lv. Een tijd op straat; een volgstudie naar (ex-)daklozen in Utrecht. Utrecht: NIZW, 2002 (Academisch proefschrift). Doyal L, Gough I. A Theory of Human need. New York: The Guilford Press. 1991. Laan Gvd. Vraagsturing, professionaliteit en burgerschap. Sociale Interventie 2002; (2): 44-51. Laan, Gvd. Maatschappelijk werk als ambacht: Inbedding en belichaming. Utrecht: Humanistics University Press, 2005. Rapp, C. & Goscha, R. The strenghts model, case management with people with psychiatric dissabilities. Oxford University Press, 2006. Saleebey D. The strengths perspective in social work practice, vol. 4. Boston: Pearson Education, Inc., 2006. Vet, de R, van Luijtelaar MJ, Brilleslijper-Kater SN, Vanderplasschen W, Beijersbergen MD, Wolf JR. Effectiveness of case management for homeless persons: a systematic review. Am J Public Health. 2013 Oct;103(10): e13-26. Wolf J, Bransen E, Nicholas S. Mensen in de marge; kenmerken van sociale kwetsbaarheid. In: Hopeloze gevallen? Justitiële Verkenningen, jrg. 27, nr. 6, 2001; p. 19-38. Wolf J, Zwikker M, Nicholas S, Bakel Hv, Reinking D, Leiden Iv. Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag. Utrecht: Trimbos-instituut, 2002. Wolf J. Een kwestie van uitburgering. Amsterdam: SWP, 2002. Inaugurele rede. Wolf, J. Herstelwerk. Een krachtgerichte basismethodiek voor kwetsbare mensen. Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg. Nijmegen: UMC St Radboud, 2012.
34
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel
Academische werkplaats Opvang & Herstel Impuls Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Een bodem in het bestaan
Academische werkplaats Opvang & Herstel Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg T 024 – 361 43 65 E
[email protected] I www.impuls-onderzoekscentrum.nl
Visiedocument van de Academische werkplaats Opvang & Herstel Kennisagenda 2014-2017
Impuls ISBN 978-94-90626-16-7
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg