Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Inhoudsopgave Voorwoord Leeswijzer
4 5
Deel A: Maatschappelijk verslag 1.
Uitgangspunten van de verslaglegging
2.
Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.2.1 Structuur van het GHZ 2.2.2 Gelieerde entiteiten 2.2.3 Fusie met Stichting Zorgpartners Midden-Holland 2.2.4 Intensieve samenwerking vier Zuid-Hollandse ziekenhuizen 2.2.5 Vereniging voor Samenwerkende Ziekenhuizen 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden 2.4 Belanghebbenden
7 7 7 7 10 11 12 12 13 13 13 14 14
3.
Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1 Bestuur en toezicht 3.1.1 Zorgbrede Governance Code 3.1.2 Raad van Bestuur 3.1.3 Raad van Toezicht 3.1.4 Vereniging Medische Staf 3.1.5 Ondernemingsraad 3.2 Bedrijfsvoering 3.2.1 Planning- en controlcyclus 3.2.2 Risico & beheersing 3.2.3 ICT & informatiebeveiliging 3.2.4 Goederenlogistiek 3.3 Cliëntenraad
16 16 16 16 18 19 20 21 21 21 26 26 27
4.
Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten 4.4.1 Kwaliteit van zorg 4.4.2 Klachten 4.4.3 Toegankelijkheid 4.4.4 Veiligheid
28 28 29 31 31 31 32 33 34
2
6
35 35 37 38 39 41
Deel B: Jaarrekening 5.
Jaarrekening 5.1 Geconsolideerde Jaarrekening 2007 5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2007 5.1.2 Geconsolideerde Resultatenrekening over 2007 5.1.3 Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 2007 (indirecte methode) 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2007 5.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht immateriele vaste activa 5.1.7 Geconsolideerd mutatieoverzicht materiele vaste activa 5.1.8 Specificatie ultimo 2007 Onderhanden- en gereedgekomen projecten 5.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007 5.1.10 Toelichting op de Geconsolideerde Resultatenrekening over 2007 5.1.11 Enkelvoudige balans per 31 december 2007 5.1.12 Enkelvoudige resultatenrekening over 2007 5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans en resultaatrekening 2007 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring Jaarrekening 5.2.2 Resultaatbestemming 5.2.3 Gebeurtenissen na Balansdatum 5.2.4 Ondertekening door Bestuurders en Toezichthouders 5.2.5 Accountantsverklaring 5.3 Bijlagen 5.3.1 Balans per 31 december 2007 en Resultatenrekening over 2007 Stichting Zorggroep Groene Hart
1 2 2 3 4 5 7 18 18 19 20 21 26 27 27 28 28 28 28 28 28 31 31
Deel C: Bijlagen I II III IV V VI VII VIII IX
Vaststelling jaardocument Gegevens Digi/MV Zorgbrede Govenance Code GHZ Verklaring Raad van Toezicht Nevenfuncties leden Raad van Bestuur Nevenfuncties leden Raad van Toezicht Wetenschappelijke publicaties medisch specialisten Personalia Lijst van afkortingen
3
2 3 9 21 22 23 25 27 30
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Personeelsbeleid 4.5.2 Kwaliteit van werk 4.6 Samenleving 4.7 Financieel beleid 4.8 Zorgvernieuwingen
Voorwoord Wist u dat het Groene Hart Ziekenhuis (GHZ) over één van de modernste locaties voor Spoedeisende Hulp in Nederland beschikt? April 2007 openden wij de deuren van SpoedZorg Midden-Holland, waar patiënten terechtkunnen voor alle spoedeisende zorg. Onze nieuwe Spoedeisende Hulp, een goed voorbeeld van hoe onze zorg verder gaat en daar zijn we trots op. Ook behaalde het GHZ in 2007 mooie resultaten in diverse landelijke onderzoeken. Het GHZ noteerde een 11e plaats in de AD ziekenhuis top 100 en een 5e plaats in het Elsevier onderzoek. Uit eerder onderzoek van Elsevier kwamen de KNO-artsen van het GHZ al als besten van Nederland naar voren. Een mijlpaal in 2007 was het behalen van de ziekenhuisbrede NIAZ accreditatie, dit is een bevestiging dat patiënten een gerechtvaardigd vertrouwen kunnen hebben in de kwaliteit van onze zorg. Ook zijn er positieve resultaten op het gebied van patiëntenaantallen. In 2007 hebben we deze opnieuw zien groeien, het aantal patiënten dat in 2007 de polikliniek bezocht of voor een behandeling kwam (149.150), steeg met 5,7 % ten opzichte van 2006 (141.000). Ondanks deze positieve berichten realiseert het GHZ zich dat er zwaar weer op komst is. De financiële situatie van het GHZ baart zorgen. Het GHZ plaatst veel vraagtekens bij wat de rijksoverheid voor heeft met de ziekenhuizen. Marktwerking, concurrentie en bezuinigingen in een markt die veel meer zorg nodig heeft dan de rijksoverheid heeft begroot. Het GHZ heeft 2007 afgesloten met een verlies van € 6 miljoen. Hiervan is € 5,6 miljoen toewijsbaar aan de verwerking van de effecten in het resultaat en vermogen als gevolg van herziene richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het GHZ is gedwongen om ingrijpende maatregelen te nemen. De kosten moeten nog meer omlaag en de zorgproductie omhoog. Vooral door slimmer te organiseren, keuzes te maken en intensief samen te werken met anderen. Noodzakelijk, willen we in alle opzichten een gezond bedrijf blijven. Om deze reden hebben we in 2007 onze nieuwbouwplannen moeten herzien. Dit leidde tot een gewijzigd ontwerp dat uitgaat van een efficiënter gebruik van de ruimtes en van minder vierkante meters en hierdoor lagere kosten. Het GHZ onderkent, door de toename van concurrentie tussen ziekenhuizen en commerciële aanbieders als ZBC’s, het belang om samenwerkingsverbanden aan te gaan. 2007 stond in het teken van samenwerking. Het GHZ heeft met Zorgpartners een intentieverklaring ondertekend om in 2008 tot een fusie te komen. Ook is in 2007 een intentieverklaring getekend om samen met drie Zuid-Hollandse ziekenhuizen tot een consortium te komen. Onze verwachting is dat we onze patiënten door intensieve samenwerking met deze partijen nog beter van dienst kunnen zijn. Wij realiseren ons dat 2008 geen gemakkelijk jaar zal worden, onze toekomst zien we echter met vertrouwen tegemoet. Ons ziekenhuis beschikt over veel talent en zeer gemotiveerde professionals om het motto ‘onze zorg gaat verder…’, ook in 2008 waar te kunnen maken.
Gouda, mei 2008
D.J. Verbeek MHA, voorzitter Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts Raad van Bestuur
4
Dr. D.J. Swank, chirurg Dr. R.P.L.M. Hoogma, internist Co-bestuur
Dit jaardocument bestaat uit drie samengestelde delen zoals opgenomen in de richtlijn Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2007, die zijn samengesteld op basis van de huidige wettelijke informatie- en verantwoordingsplichten voor de gehele zorgsector. Deel A
Maatschappelijk verslag Hoofdstuk 1: Uitgangspunten van de verslaggeving Hoofdstuk 2: Profiel van de organisatie Hoofdstuk 3: Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering Hoofdstuk 4: Beleid, inspanningen en prestaties
Deel B
Jaarrekening
Deel C
Bijlagen
Beknopte versie Naast deze uitgebreide versie van het jaardocument verschijnt een verkorte versie van dit document. De beknopte versie is speciaal gemaakt voor een breder, algemeen publiek. Afkortingen Een lijst met afkortingen is opgenomen in bijlage IX.
5
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Leeswijzer
Deel A: Maatschappelijk verslag 1.
Uitgangspunten van de verslaglegging
Het Groene Hart Ziekenhuis (GHZ) vindt het belangrijk om zorgvuldig te verantwoorden hoe de zorgverlening en bijbehorende processen zijn verlopen, om inzicht te geven in de uitkomsten van het beleid en de manier waarop middelen zijn aangewend. Die verantwoording vindt wat informatieverplichting betreft plaats naar de partijen die zich baseren op hun wettelijke taak (zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorgautoriteit). Tegelijk wil het GHZ inzicht geven in de wijze waarop het zich in de maatschappelijke context als ondernemer begeeft. Niet alles dat in 2007 gebeurd is, kan in dit kader aan de orde komen. Er is een selectie gemaakt uit de vele ontwikkelingen die zich binnen het GHZ in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Meer informatie is te vinden op www.ghz.nl, onder meer in het nieuwsarchief. Het jaardocument 2007 van het GHZ is opgesteld volgens de richtlijn van het Ministerie van VWS. De jaarrekening is opgesteld volgens het uitvoeringsbesluit Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). In zowel het maatschappelijk verslag als in de bijlagen is in de verslaglegging van de productiecijfers uitgegaan van het A- en B-segment samen. In de jaarrekening is in de verslaglegging enkel van het A-segment uitgegaan. De verslagleggingperiode van dit jaardocument betreft het jaar 2007.
6
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 1
Het GHZ is een ondernemend algemeen ziekenhuis, dat een belangrijke functie vervult in de regio Midden-Holland. Het GHZ is per 1 januari 1992 ontstaan door een juridische fusie van de Stichtingen Bleuland Ziekenhuis en Sint Jozef Ziekenhuis. De Stichting Groene Hart Ziekenhuis exploiteert het GHZ en is vooralsnog gevestigd op drie locaties, te weten: de Bleulandlocatie aan de Bleulandweg en de Jozeflocatie aan de Graaf Florisweg, beide te Gouda en een polikliniek in Nieuwerkerk aan den IJssel. Momenteel vindt grootscheepse nieuwbouw plaats. Vanaf 2010 zullen de bedrijfsonderdelen die nu gehuisvest zijn op de Jozeflocatie in een nieuw te bouwen gebouw op de Bleulandlocatie gehuisvest worden.
2.1
Algemene identificatiegegevens
Tabel: algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer(s) NZa Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
2.2
Structuur van het concern
2.2.1
Structuur van het GHZ
Stichting Groene Hart Ziekenhuis Postbus 1098 2800 BB Gouda 0182-505050 010-1602 41173845
[email protected] www.ghz.nl
Juridische structuur Het GHZ heeft als rechtsvorm STICHTING en heeft als zodanig een erkenning/toelating. Besturingsmodel Het ziekenhuis kent een Raad van Toezicht model waarbij de Raad van Bestuur eindverantwoordelijk is voor en belast met het besturen van de zorgorganisatie. Dit houdt onder andere in dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaten. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en haar instelling(en). De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met reflectie terzijde. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de stichting en haar instelling(en). De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur gedraagt zich naar de aanwijzingen van de Raad van Toezicht betreffende de algemene lijnen van het te volgen beleid met betrekking tot patiëntenzorg, sociaal beleid en financieel/economisch beleid. Op grond van de statuten van het GHZ is vooraf goedkeuring van de Raad van Toezicht voor een aantal besluiten van de Raad van Bestuur vereist. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de taken en werkwijze van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur.
7
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
2. Profiel van de organisatie
Organisatiestructuur Het bestuur van het ziekenhuis wordt gevormd door een tweehoofdige Raad van Bestuur, bestaande uit de heer D.J. Verbeek MHA, voorzitter, en mevrouw E.A.P.M. Thewessen, lid (arts). Sinds 4 juni 2007 heeft laatstgenoemde haar taken -wegens ziekte- niet kunnen uitvoeren. Per 5 november 2007 is de heer drs. A. Sliedrecht als ad interim-bestuurder werkzaam voor het GHZ. 1 mei 2008 heeft mevrouw Thewessen haar werkzaamheden hervat, per deze datum heeft de heer Sliedrecht zijn werkzaamheden als ad interimbestuurder beëindigd. Op strategisch niveau participeren twee medisch specialisten als co-bestuurders in het bestuur van het ziekenhuis: de heer dr. D.J. Swank, stafvoorzitter (chirurg) en de heer dr. R.P.L.M. Hoogma, lid stafbestuur (internist). De volgende raden en commissies adviseren de Raad van Bestuur als ad-interim bestuurder: • Vereniging Medische Staf (VMS) (zie hoofdstuk 3.1.4) • Verpleegkundige Advies Raad (VAR) (zie hoofdstuk 2.4) • Medisch Ethische Commissie (MEC) • Incidentencommissie (MIP/VIM) • Klachtencommissie (zie hoofdstuk 4.4.2) • Infectiecommissie • Reanimatiecommissie • Geneesmiddelencommissie • Commissie Seksuele Intimidatie, Agressie en Geweld (SIAG) • Ondernemingsraad (zie hoofdstuk 3.1.5) • Cliëntenraad (zie hoofdstuk 3.3) De medezeggenschapsstructuur van het GHZ bestaat uit een centraal georganiseerde Cliëntenraad en een Ondernemingsraad (OR). Het tactisch management wordt gevormd door het directieteam. Het primaire proces is ingedeeld in drie clusters: • Patiëntenzorg • Onderzoek & Behandeling • Centraal Diensten Centrum De staf- en ondersteunende diensten zijn geclusterd in de Concernstaf, Financiën & ICT, het Landsteiner Instituut en het Bouwbureau.
8
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
9
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Organogram GHZ 2007
2.2.2
Gelieerde entiteiten
Nevengeschikte structuur Naast en geheel gescheiden van het GHZ is per 12 juli 2005 de Stichting Zorggroep Groene Hart met daaronder de Holding Groene Hart bv en drie werkmaatschappijen (Groene Hart Extra Zorg bv, Groene Hart Vastgoed bv en Groene Hart Diensten bv) opgericht. Groene Hart Extra Zorg bv is een 100% dochtermaatschappij van Holding Groene Hart bv. De aandelen van deze holding worden gehouden door Stichting Zorggroep Groene Hart, die onder meer ten doel heeft het ondersteunen van het werk van Stichting Groene Hart Ziekenhuis. Door Groene Hart Extra Zorg bv is Stichting Groene Hart ZBC opgericht. Het ZBC (Zelfstandig Behandelcentrum) beschikt over een toelating/erkenning.
Stichting Zorggroep Groene Hart RvC/RvB
Holding Groene Hart bv RvB 100 % aandeelhouder
Groene Hart Vastgoed bv RvB
Groene Hart Extra Zorg bv RvB
Groene Hart Diensten bv RvB
Stichting Groene Hart ZBC
Groene Hart Extra Zorg bv Doelstelling De intentie is om vanuit Groene Hart Extra Zorg aanvullende zorgactiviteiten aan te bieden die buiten de reguliere ziekenhuiszorg vallen. De doelstellingen voor deze aanvullende zorgactiviteiten zijn: verstevigen c.q. vergroten van het GHZ-marktaandeel, aanvullende inkomsten genereren en leren ondernemen. Financiering Groene Hart Extra Zorg kent in tegenstelling tot het ziekenhuis geen budgetfinanciering. Alle kosten moeten door inkomsten worden gedekt. Inkomsten worden behaald door de opbrengsten van de verschillende activiteiten, die rechtstreeks door patiënten, klanten of hun werkgever aan Groene Hart Extra Zorg worden betaald of indirect door de zorgverzekeraar uit het basispakket of de aanvullende verzekering (outputfinanciering). Relatie met het GHZ en de medisch specialisten Een belangrijk uitgangspunt bij het inrichten van de organisatie van Groene Hart Extra Zorg en de exploitatie van Groene Hart Extra Zorg is dat er gebruik gemaakt wordt van de infrastructuur van het GHZ: de medisch specialisten, de medewerkers, het gebouw, de apparatuur en het materiaal. Hiervoor wordt per activiteit met het GHZ een verrekentarief afgesproken. Tussen het GHZ en Groene Hart Extra
10
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Activiteiten Groene Hart Extra Zorg bv en ZBC In 2007 werden de bestaande activiteiten gecontinueerd en uitgebreid (multidisciplinair programma voor overgewicht, niet-verzekerde medisch-specialistische zorg als sterilisaties, uitvoeren van screeningsechografieën bij zwangeren). Daarnaast werden twee nieuwe activiteiten gestart: een arbopakket voor werkgevers met snelle, arbeidsgerichte diagnostiek en allergologie als medisch specialistische zorg. De laatstgenoemde zorg valt onder de WTZi en wordt om deze reden vanuit het ZBC aangeboden. Transparantievereisten en governance Stichting Groene Hart ZBC dient aangemerkt te worden als een organisatorisch verband dat één of meerdere vormen van verzekerde zorg aanbiedt, met minder dan 50 werkzame personen. Derhalve dient voldaan te worden aan de transparantie-eisen bedrijfsvoering. De nevengeschikte structuur voldoet aan de transparantie-eisen bedrijfsvoering. Dit blijkt uit het voorgaande, de statuten alsmede interne documenten. Recht van enquête Het recht van enquête geldt niet als in een stichting minder dan 50 mensen werkzaam zijn. Evenmin is in dat geval een Ondernemingsraad wettelijk voorgeschreven. Beide zijn daardoor niet vereist voor Stichting Groene Hart ZBC. Consolidatie De bestuurlijke verhoudingen tussen de fiscaal juridische structuren van de Stichting Zorggroep Groene Hart en de Stichting Groene Hart Ziekenhuis zijn van dien aard dat sprake is van een consolidatieverplichting van de twee stichtingen, inclusief de deelnemingen. In 2007 is het GHZ aangemerkt als groepshoofd van waaruit geconsolideerd wordt. In de jaarrekening biedt het GHZ transparantie inzake groepsverhoudingen en resultaten door het opnemen van een geconsolideerde jaarrekening van de Stichting Groene Hart Ziekenhuis en de Stichting Zorggroep Groene Hart met haar deelnemingen en een enkelvoudige jaarrekening van de Stichting Groene Hart Ziekenhuis. 2.2.3
Fusie met Stichting Zorgpartners Midden-Holland
De bestuurders van het GHZ en Zorgpartners Midden-Holland hebben op 14 november 2007 een intentieverklaring ondertekend om in 2008 te komen tot een bestuurlijke fusie. Doel van de bestuurlijke fusie is een compleet zorgaanbod te creëren voor cliënten en patiënten in de regio Midden-Holland. De fusie resulteert in gezamenlijke strategische ontwikkeling en besluitvorming met behoud van de eigen identiteit van beide organisaties. In 2008 zal een stichting Zorgpartners/Groene Hart Ziekenhuis worden opgericht waaronder Zorgpartners Midden-Holland en het GHZ worden ondergebracht in twee aparte bv’s. Dit betekent dat er voor de beide organisaties één Raad van Toezicht en één Raad van Bestuur komt. Zorgpartners is een zorgaanbieder met een breed dienstenpakket, waaronder twee verpleeghuizen en veertien zorgcentra, in de regio Midden-Holland. Zorgpartners en het GHZ bieden zorg die in elkaars verlengde ligt. Beide organisaties werken al samen op een aantal gebieden. Zo stromen patiënten na een
11
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Zorg is een raamovereenkomst gesloten waarin de samenwerking is vastgelegd. De samenwerking met de maatschap c.q. medisch specialist wordt vastgelegd in een aparte samenwerkingsovereenkomst per activiteit tussen Groene Hart Extra Zorg en de maatschap c.q. medisch specialist.
operatie of behandeling door naar het verpleeghuis voor overbruggingszorg, revalidatie, dagbehandeling of thuiszorg. De samenwerking zal leiden tot een verbetering van de zorgkwaliteit voor de cliënten/ patiëntengroep waaraan beide organisaties zorg verlenen. Er ontstaat een breed aanbod van verpleeg-, thuis- en ziekenhuiszorg. Zorgpartners en het GHZ kunnen op deze wijze beter inspelen op veranderingen in de zorgmarkt, zoals veranderende wet- en regelgeving, toenemende concurrentie en de sterker wordende positie van zorgverzekeraars. Dit is nodig, omdat de tarieven in de gezondheidszorg steeds meer onder druk komen te staan. Daarnaast zal de samenwerking zich richten op het behalen van schaalvoordelen met betrekking tot ondersteunende diensten. De intentieverklaring is getekend in het kader van de melding bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Het NMa traject loopt parallel met de adviesaanvragen bij de Vereniging Medische Staf, Ondernemingsraad en Cliëntenraad. Hierna zal het vervolgtraject van start gaan. 2.2.4
Intensieve samenwerking vier Zuid-Hollandse ziekenhuizen
Samen met drie andere ziekenhuizen in Zuid-Holland: Bronovo-Nebo, ’t Lange Land Ziekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden, heeft het GHZ besloten om te komen tot een intensieve samenwerking. Na een uitgebreide verkenningsperiode in 2007, is begin 2008 overeenstemming bereikt over het bundelen van de krachten. Met de samenwerking willen de vier ziekenhuizen hoogwaardige, toegankelijke en betaalbare patiëntenzorg aanbieden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de bestaande kwaliteit en professionaliteit van het zorgaanbod van de individuele ziekenhuizen en hun eigen identiteit gewaarborgd zijn en blijven. De vier ziekenhuizen behouden de eigen identiteit en richten zich op de zorgvraag in het eigen verzorgingsgebied. Vooral voor acute, chirurgische en intensieve zorg en voor de zorg voor ouderen, moeder en kind, is de nabijheid van een ziekenhuis vereist. Daarboven leveren de ziekenhuizen samen een geavanceerd pakket medische diensten. Voor topklinische zorg en eenmalige electieve zorg (niet spoedeisend) kan het zorgaanbod geconcentreerd zijn vanuit één of twee locaties. De samenwerking richt zich op het vernieuwen van zorgverlening, op onderdelen waar de vier ziekenhuizen samen een beter product kunnen leveren, zoals de bariatrische chirurgie. Gezamenlijk achten de ziekenhuizen zich beter in staat te voldoen aan de hoge (en vernieuwde) kwaliteitseisen. Tot slot moet deze samenwerking ook leiden tot verhoogde efficiëntie door bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop. 2.2.5
Vereniging voor Samenwerkende Ziekenhuizen
In het kader van het uitplaatsen van de magazijnfunctie heeft het GHZ samen met de ziekenhuisgroep Twente de Vereniging voor Samenwerkende Ziekenhuizen (VSZ) opgericht. Doel van de vereniging is te komen tot synergie en kostenbesparing op het gebied van de door de ziekenhuizen benodigde voorzieningen en facilitaire diensten. Zie ook hoofdstuk 3.2.4.
12
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
2.3.1
Kernactiviteiten en nadere typering
Het GHZ is een ondernemend algemeen ziekenhuis, dat een belangrijke functie vervult in de regio Midden-Holland. 2250 Medewerkers, 135 medisch specialisten en 87 vrijwilligers zetten zich in om patiënten kwalitatief hoogwaardige zorg te bieden. De behandeling en zorg worden in nauwe samenwerking en afstemming met regionale zorgaanbieders verleend. Medisch specialisten en managers geven gezamenlijk leiding aan het GHZ en voeren een actief en zorgvernieuwend beleid. Daarnaast verzorgt het GHZ medisch-specialistische, verpleegkundige en andere opleidingen. Het GHZ is gevestigd in Gouda op twee locaties; de Jozef- en Bleulandlocatie. Daarnaast beschikt het GHZ over een polikliniek in Nieuwerkerk aan den IJssel. Deze polikliniek bestond in 2007 één jaar. Het aanbod van het GHZ zal steeds meer vraag- en marktgestuurd zijn. In het Strategisch Plan (2005 - 2009) heeft het GHZ het doel gesteld om minimaal 80% van de medisch-specialistische zorgvraag te kunnen leveren. In de overige 20% van de zorgvraag wil het GHZ voorzien via overeenkomsten met academisch medische centra, andere ziekenhuizen of ZBC’s. Daarnaast streeft het GHZ ernaar omzet te genereren met bovenregionale en buitenreguliere activiteiten en nieuwe zorgproducten op het gebied van preventie, arbeid en gezondheid. De activiteiten van het GHZ en van Groene Hart Extra Zorg bv zijn onder te verdelen in publieke en private activiteiten. Onder publieke activiteiten worden verstaan: activiteiten die betaald worden uit collectieve middelen. Voor het GHZ en Groene Hart Extra Zorg bv zijn dit verstrekkingen uit de basisverzekering: medisch-specialistische zorg en eerstelijns zorg of -diagnostiek. Onder private activiteiten worden verstaan: activiteiten die uit niet-collectieve middelen betaald worden. Private activiteiten worden, bijvoorbeeld door werkgevers voor hun werknemers, door vergoedingen uit de aanvullende zorgverzekeringen of rechtstreeks door de patiënt aan het GHZ of Groene Hart Extra Zorg bv betaald. Voorbeelden hiervan zijn activiteiten rondom arbeid en gezondheid, niet-noodzakelijke medische ingrepen als sterilisaties of cosmetische ingrepen, of niet-medisch geïndiceerde activiteiten. In bijlage II A is een nadere typering van de zorg van het GHZ opgenomen. Een nadere typering van de zorg van Groene Hart Extra Zorg is opgenomen in hoofdstuk 2.2.2. 2.3.2
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
De kerngegevens inzake productie, personeel en opbrengsten zijn opgenomen in bijlage II A.
13
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
2.3 Kerngegevens
2.3.3
Werkgebieden
2.4 Belanghebbenden Het GHZ heeft bij de uitvoering van zijn taken te maken met een groot aantal uiteenlopende interne en externe belanghebbenden. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste belanghebbenden en samenwerkingsovereenkomsten. Interne belanghebbenden Medewerkers, medisch specialisten en vrijwilligers zijn interne belanghebbenden. Medezeggenschap van de medewerkers is geregeld via de OR (zie hoofdstuk 3.1.5). Daarnaast zijn verpleegkundigen vertegenwoordigd in de VAR, een adviesorgaan van de verpleegkundige beroepsgroep die de kwaliteit van de verpleegkundige beroepsuitoefening bewaakt. Alle medisch specialisten van het GHZ zijn verenigd in de Vereniging Medische Staf. Daarnaast zijn de vrijgevestigde medisch specialisten ook verenigd in het Samenwerkingsverband Medisch Specialisten (zie hoofdstuk 3.1.4).
14
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Belangrijke partners voor medisch specialisten van het GHZ zijn verwijzers (huisartsen, verloskundigen, etc.) uit de regio Midden-Holland. Het GHZ zoekt een actieve dialoog met hen via verschillende regionale overlegstructuren en bijeenkomsten. Met andere zorgaanbieders uit de regio werkt het GHZ nauw samen in de Stichting Transmuraal Netwerk Midden-Holland. In het Transmuraal Netwerk participeren de volgende zorgaanbieders: • Stichting Groene Hart Ziekenhuis • Vereniging Medische Staf Groene Hart Ziekenhuis • Regionale Organisatie Huisartsen Midden-Holland • Zorgpartners Midden-Holland • Vierstroom Zorgring • GGZ Midden-Holland/Rivierduinen • Gemiva-SVG Groep Doelstelling van de stichting is te komen tot een gezamenlijke, goed afgestemde en kwalitatief hoogstaande zorgverlening. Specialistisch verpleegkundigen van het GHZ werken nauw samen met thuiszorgorganisatie Vierstroom Zorgring vanuit ZorgBrug. Doel van ZorgBrug is het versoepelen van de overgang tussen ziekenhuiszorg en thuiszorg voor (chronisch) zieke patiënten. Bijvoorbeeld door de inzet van transmuraal gespecialiseerde verpleegkundigen. In 2007 hebben het GHZ en Zorgpartners een intentieverklaring ondertekend om in 2008 tot een bestuurlijke fusie te komen (zie hoofdstuk 2.2.3). Ook is in 2007 een intentieverklaring getekend om samen met het Bronovo-Nebo, ’t Lange Land Ziekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden in 2008 tot een consortium te komen (zie hoofdstuk 2.2.4). Met de GGZ Midden-Holland werkt het GHZ samen om patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten op de juiste plaats te diagnosticeren en te behandelen. Vanuit deze samenwerking zijn in 2007 patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom gestart met groepsbehandeling. Tot slot zijn (lokale) overheden, zorgverzekeraars en onderwijsinstellingen externe belanghebbenden voor het GHZ.
15
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 2
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Externe belanghebbenden Alle inspanningen van het GHZ zijn erop gericht patiënten zo goed mogelijke zorg te bieden en hen zo tevreden mogelijk naar huis te laten terugkeren. Patiënten en potentiële patiënten uit het verzorgingsgebied worden vertegenwoordigd door de Cliëntenraad (zie hoofdstuk 3.3) en Zorgbelang Zuid-Holland Zuid en Midden.
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1
Bestuur en toezicht
3.1.1
Zorgbrede Governance Code
Het GHZ hanteert de Zorgbrede Governance Code, Branche organisaties Zorg. Voor een antwoord op de vraag of de gedragsregels voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording heeft plaatsgevonden wordt verwezen naar de checklist Zorgbrede Governance Code in bijlage III. Hieruit blijkt dat het GHZ voldoet aan de elementen zoals opgenomen in de Zorgbrede Governance Code. De afgelopen jaren is in het kader van de Corporate Governance aandacht besteed aan: • De taak/werkwijze/samenstelling van de Raad van Bestuur/Raad van Toezicht. • Onafhankelijkheid/belangenverstrengeling beide raden. • De wijze van bezoldiging. • Vaststellen van een reglement Raad van Bestuur. • Vaststellen van een reglement Raad van Toezicht. • Vaststellen van een besturingsreglement, bevattend o.a. een geschillen- en klokkenluiderregeling. • Instellen van een bezoldigingscommissie. • Wijzigen van de statuten waarin: - Toekenning van het recht van enquête aan de Cliëntenraad heeft plaatsgevonden. - De regeling: ‘Op bindende voordracht leden van de Raad van Toezicht benoemen’ is vervallen. Daarvoor in de plaats zal een Adviescollege, dat door de ‘zendende stichtingen’ wordt benoemd, advies uitbrengen over maximaal drie te benoemen leden Raad van Toezicht. Zendende stichtingen zijn in de statuten benoemde (externe) stichtingen die een bindende voordracht doen voor benoeming van een lid Raad van Toezicht. In de gewijzigde statuten is van die bindende voordracht geen sprake meer, maar wordt advies uitgebracht door een Adviescollege. 3.1.2
Raad van Bestuur
Tabel: samenstelling Raad van Bestuur Naam D.J. Verbeek MHA E.A.P.M. Thewessen, arts Drs. A. Sliedrecht
Bestuursfunctie Voorzitter Raad van Bestuur Lid Raad van Bestuur Ad interim bestuurder (vanaf 11/’07)
M/V M V M
In de checklist Zorgbrede Governance Code (bijlage III) komen o.a. aan bod: A. De beoordeling van taak en werkwijze van de Raad van Bestuur (hoe heeft de Raad van Bestuur gefunctioneerd; hierop is een Raad van Bestuur-reglement van toepassing). B. De beoordeling van mogelijke belangenverstrengeling Raad van Bestuur en de organisatie (blijkt uit verklaring van de Raad van Toezicht dat geen belangenverstrengeling is opgetreden). C. De beoordeling van de bezoldiging van de Raad van Bestuur (heeft de Raad van Toezicht de bezoldiging van de Raad van Bestuur besproken).
16
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
De Raad van Bestuur heeft over het voorgaande verantwoording afgelegd aan de Raad van Toezicht. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Bestuur zich naar het belang van de zorgorganisatie, rekening houdend met het feit dat de zorgorganisatie een onderneming met bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is (zie verder hoofdstuk 4.6). Uit hoofdstuk 3.2. van dit jaardocument volgt op welke wijze de Raad van Bestuur sturing heeft gegeven aan het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie en voor de financiering van de zorgorganisatie. De Raad van Bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht. De leden Raad van Bestuur werken volgens een schriftelijk vastgelegde taakverdeling. Voortvloeiend uit de statuten van het GHZ en de lopende afspraken verschaft de Raad van Bestuur tijdig aan de Raad van Toezicht alle informatie die nodig is voor een goede uitoefening van de taak van laatstgenoemde. Verdere invulling van de Governance Code en de wettelijke transparantievereisten WTZi heeft in 2007 plaatsgevonden door afspraken tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht na te leven. Die afspraken zijn opgenomen in een bestuursreglement, een reglement Raad van Toezicht en een reglement Raad van Bestuur. Van die reglementen maakt een geschillenregeling (die dienst doet bij een geschil tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht, of bij geschillen binnen de Raad van Bestuur) en een concept klokkenluiderregeling deel uit. Ad. B Belangenverstrengeling Uit de bijgevoegde verklaring van de Raad van Toezicht (bijlage IV) blijkt dat naar de mening van de Raad van Toezicht geen belangenverstrengeling is opgetreden. Ingevolge de arbeidsovereenkomst dient een lid Raad van Bestuur zich integer en toetsbaar op te stellen. Uit deze arbeidsovereenkomst vloeit tevens voort dat elke vorm van schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Bestuur en de zorgorganisatie moet worden vermeden. In de arbeidsovereenkomst met een lid Raad van Bestuur is voorts vastgelegd dat -vrij vertaald- zonder de toestemming van de Raad van Toezicht geen betaalde of onbetaalde nevenfunctie kan worden aanvaard of gecontinueerd als deze nevenfunctie, al dan niet in samenhang met andere betaalde of onbetaalde nevenfuncties, een meer dan minimale werkbelasting kan opleveren of anderszins strijdig kan zijn met de belangen van de zorgorganisatie. Ad. C Bezoldiging Ter bevordering van de transparantie is een belonings- ook wel een bezoldigingscommissie benoemd, die aan de Raad van Toezicht een voorstel doet betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor leden van de Raad van Bestuur. Deze commissie bestaat uit de voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur vast. De bezoldiging van de Raad van Bestuur strookt met het VWS Model en met de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis Directeuren (NVZD). In de arbeidsovereenkomst met de beide leden van de Raad van Bestuur is een pensioen- en vertrekregeling opgenomen. Bij de vertrekregeling is geen sprake van een vaste vergoeding maar zijn afspraken vastgelegd over de handelwijze die in werking treedt al naar gelang de verschillende situaties die kunnen ontstaan. In de arbeidsovereenkomst is verder een uitgebreid artikel opgenomen over het uitvoeren van nevenfuncties, de bezoldiging daarvan en de te volgen handelwijze. De ad interim-bestuurder wordt op basis van gemaakte uren bezoldigd.
17
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Ad. A Taak en werkwijze Raad van Bestuur Uit hoofdstuk 4 van dit jaardocument blijkt dat de Raad van Bestuur gestuurd heeft op de realisatie van de doelstellingen die voortvloeien uit het beleid dat in onder andere het Strategisch Plan 2005-2009, de Kaderbrief en het Bedrijfsplan 2007 is vastgelegd. Dit heeft geleid tot resultaten zoals vermeld in hoofdstuk 4.
3.1.3
Raad van Toezicht
Tabel: samenstelling Raad van Toezicht Naam Drs. M.H. Meijerink Ir. G.S. Groot Joh. D. van Dijk Dr. P.C. Hermans Dr. M.E.M. van Dijen G.H. van Nieuwpoort Drs. N. Zefzafi
Bestuursfunctie Voorzitter Lid Lid Vice-voorzitter Lid Lid Lid
M/V M M M M V M V
Overzicht verdeling aandachtsgebieden: Patiënten en consumentenbelangen • Dr. P.C. Hermans Bekendheid met medische, paramedische en verpleegkundige vraagstukken/kwaliteit • Dr. M.E.M. van Dijen, Dr. P.C. Hermans Ethiek, medische ethiek • Joh. D. van Dijk Financieel-economische deskundigheid • G.H. van Nieuwpoort, Ir. G.S. Groot PR, media, imago-bewaking • Drs. M.H. Meijerink Bestuurs- en besturingsdeskundigheid • Joh. D. van Dijk, Drs. M.H. Meijerink Arbeidsvoorwaarden, personeel, OR • Dr. M.E.M. van Dijen, Dr. P.C. Hermans, Drs. N. Zefzafi Bouw, gebouwenonderhoud • G.H. van Nieuwpoort Regionale samenwerkingsvraagstukken • Joh. D. van Dijk, Drs. N. Zefzafi Gevoel voor zakelijke verhoudingen, markt • G.H. van Nieuwpoort, Ir. G.S. Groot Werkwijze In 2007 kwam de Raad van Toezicht zeven keer bijeen. De Raad van Bestuur was bij alle vergaderingen aanwezig. Tevens heeft het jaarlijks evaluatiegesprek met de leden van de Raad van Bestuur plaatsgevonden. Delegaties uit de Raad van Toezicht voerden periodiek overleg met het Stafbestuur en de Ondernemingsraad en Cliëntenraad. Ter voorbereiding van de vergaderingen kwamen de voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur bijeen tijdens het voorzittersoverleg. In het verslagjaar werd de Raad van Toezicht op een reguliere basis geïnformeerd over de meest actuele ontwikkelingen, zowel intern als extern. De Raad van Toezicht was nauw betrokken bij de ontwikkeling van het bedrijfsplan 2008. Onderwerpen die in 2007 telkens terugkeerden op de agenda waren: • Het nieuwbouwtraject • Strategische samenwerking • Treasury/risicomanagement
18
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
In de vergadering van 4 mei 2007 kwam de jaarrekening 2006 aan de orde. Na toelichting door de accountant en op basis van het positief advies van de financiële commissie van de Raad van Toezicht is de jaarrekening 2006 goedgekeurd. Op 17 oktober 2007 werd de interim managementletter in aanwezigheid van de accountant besproken. Onafhankelijkheid Uit het overzicht van de nevenfuncties blijkt de onafhankelijkheid van de leden van de Raad van Toezicht (zie bijlage VI). Tevens is er een door de voorzitter van de Raad van Toezicht getekende verklaring dat er geen belangenverstrengeling is opgetreden bij de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en de organisatie. Voor nadere informatie omtrent de Raad van Toezicht verwijzen wij u naar bijlage III. 3.1.4
Vereniging Medische Staf
De medisch specialisten van het GHZ zijn verenigd in de Vereniging Medische Staf (VMS). De VMS beoogt het bevorderen van de kwaliteit van de zorgverlening en het behartigen van de belangen van de medische staf. In 2007 vergaderde het bestuur van de VMS (stafbestuur) wekelijks. Daarnaast vonden er zeven algemene vergaderingen van de VMS plaats en tien vergaderingen van de kernstaf. De kernstaf wordt gevormd door vertegenwoordigers van alle maatschappen/vakgroepen van de medische staf. Managementparticipatie medische staf De medische staf is op alle managementniveaus betrokken bij de besturing van de organisatie en participeert in tal van overleggen, intern en extern. Op strategisch niveau participeert het Co-bestuur in het bestuur van het ziekenhuis. De beide Co-bestuurders zijn tevens lid van het directieteam (strategisch-tactisch managementniveau). Op operationeel niveau geven de medisch operationeel managers samen met de afdelingsmanagers leiding aan de afdelingen. Medisch Deel Strategisch Beleidsplan De visie van de medische staf op de zorg die het GHZ de komende jaren wil gaan leveren, is verwoord in het Medisch Deel van het Strategisch Beleidsplan, dat onderdeel uitmaakt van het Strategisch Plan 2005-2009 van het GHZ. Het Medisch Deel Strategisch Beleidsplan dient als leidraad bij de keuzes die de komende jaren gemaakt moeten worden over de positionering van het ziekenhuis, de organisatie van zorgprocessen, het verdelen van de middelen, de personeelsplanning, investeringen en samenwerking tussen verschillende bij een behandeling betrokken disciplines en zorgverleners. In dit plan is vastgesteld dat het GHZ voorziet in minimaal 80% van de medisch-specialistische zorgvraag (Basiszorg genaamd). Daarnaast wordt ook bovenregionale zorg geleverd: zogenoemde Basiszorg-Plus. Deze zorg kenmerkt zich door hoog gespecialiseerde medisch specialistische zorg, die uitblinkt op medisch, paramedisch en verpleegkundig gebied en een bovenregionale faam heeft. Deze zorg is onderscheidend voor het GHZ. Deze Basiszorg-Plus is geclusterd in: acute zorg, vaatziekten en oncologie. Daarnaast is er sprake van Basiszorg-Plus binnen een aantal specialismen.
19
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
De financiële commissie van de Raad van Toezicht wordt gedurende het jaar geïnformeerd over de actualiteiten op het gebied van de financiële ontwikkelingen en productie. De afdeling Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) adviseert de Raad van Toezicht over de genoemde onderwerpen. Op 19 december 2007 keurde de Raad van Toezicht de begroting voor 2008 goed.
Professionele kwaliteit medisch specialisten In september heeft de medische staf het projectvoorstel ‘Professionele kwaliteit medisch specialisten’ vastgesteld. Dit project beoogt een stafbreed (kwaliteits)verantwoordingssysteem op te zetten. Aansluiting is gezocht bij kwaliteitsinstrumenten die de medische staf al heeft, evenals bij het kwaliteitsbeleid van de Orde, het onlangs verschenen KNMG Manifest ‘Medische professionaliteit’, en een recent rapport van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, getiteld ‘Vertrouwen in de arts’. In het verslagjaar heeft het stafbestuur zich bij de Orde aangemeld voor de tweede pilot IFMS (Individueel Functioneren Medisch Specialisten). Helaas is de pilot in 2007 nog niet van start gegaan wegens personele problemen bij de Orde. Samenwerkingsverband Medisch Specialisten (SVMS) De vrijgevestigde medisch specialisten van het GHZ zijn verenigd in het SVMS. Doel van het SVMS is het bevorderen van de gemeenschappelijke belangen van de vrijgevestigde medisch specialisten, voor zover die betrekking hebben op de economische aspecten van hun beroepsuitoefening. In het GHZ is ruim 75% van de medisch specialisten vrijgevestigd. 3.1.5
Ondernemingsraad
De OR zet zich in voor de belangen van medewerkers. Dat doet zij door de medewerkers van het GHZ te vertegenwoordigen vanuit de missie: “De Ondernemingsraad staat voor een goed draaiende organisatie, waarin medewerkers zich kunnen ontplooien en zich prettig voelen.” Bij beleidsbeslissingen van de Raad van Bestuur toetst de OR of er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden tussen de belangen van de medewerkers en de overige belangen van de organisatie. Adviesaanvragen 2007 • Matrix toegang tot patiëntgegevens • Verzelfstandiging logistiek • Plan van aanpak Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s) en offerte • Selectie Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) • Opleidingsplan 2007 • Plan van aanpak communicatie beddenschuifplan • Kaderbrief 2008 • Plan van aanpak samenwerking laboratoria • Bestuurlijke fusie Zorgpartners • Meerjareninvesteringsbegroting • Aanstelling tijdelijk lid Raad van Bestuur • Begroting 2008 • Intentieverklaring onderzoek mogelijkheden consortiumvorming • Implementatieplan Landsteiner Instituut Instemmingsaanvragen 2007 • Procedure werving en selectie niet-medisch specialisten • Poolbureau • Werktijdenregeling Receptie & Telecom • Plan preventiemedewerker • Regeling cameratoezicht
20
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Initiatiefvoorstellen 2007 • Uitbreiding uren OR De OR heeft in 2007 ongevraagd advies uitgebracht ten aanzien van de HuisArtsenPost (HAP)/Spoedeisende hulp (SEH). Conform de Wet op de Ondernemingsraden bespreken de OR en de Raad van Bestuur tweemaal per jaar de algemene gang van zaken. Tijdens de bespreking komen onder meer de werkzaamheden, de resultaten en het sociale beleid aan de orde. Verder vindt er een globale terugblik plaats van de afgelopen periode en wordt er gesproken over de toekomstverwachting. Het belangrijkste doel van deze bespreking is om goede afspraken te maken en aandachtspunten te benoemen voor de komende tijd.
3.2
Bedrijfsvoering
3.2.1
Planning- en controlcyclus
Jaarlijks wordt in december de planning- en controlcyclus geactualiseerd. Uitgangspunten zijn de kaders zoals geformuleerd in het meerjarenbeleidsplan 2005 - 2009 en geconcretiseerd in de jaarlijkse Kaderbrief. Op basis van het meerjarenbeleid en de Kaderbrief maakt iedere eenheid een jaarplan, een begroting en een managementreview. De Raad van Bestuur maakt voor het gehele GHZ een managementcontract met de Raad van Toezicht. Hierin worden de belangrijkste prestatie-indicatoren met concrete doelstellingen opgenomen. De planning- en controlcyclus geeft tevens aan welke stappen voor 31 december ondernomen moeten worden voor goedkeuring van de jaarplannen en een sluitende begroting door de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. In de ziekenhuisbegroting zijn de financiële risico’s voor de korte en lange termijn benoemd. 3.2.2.
Risico & beheersing
Hieronder worden de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen beschreven. De risico’s zijn onderverdeeld in vier soorten: strategische risico’s, operationele risico’s, financiële risico’s en wet- en regelgevingrisico’s.
21
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
• Personeelsidentificatiesysteem • Plan van aanpak gevaarlijke stoffen • Reiskostenregeling werken op andere locatie • Reiskostenvergoeding 2007 • Aanpassing infectiepreventiebeleid • Werktijden OK Bleulandlocatie • Plan van aanpak cytostaticabeleid • Regeling oproepmedewerkers poolbureau • Prikaccidenten • Opheffen kinderopvang in Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden
Strategische risico’s Concurrentie Het GHZ onderkent, door de toename van concurrentie tussen ziekenhuizen en ZBC’s, het belang om samenwerkingsverbanden aan te gaan met strategische partners. Om nog beter aan de vraag van verzekeraars en patiënten te voldoen heeft het GHZ in 2007 met Bronovo-Nebo, ‘t Lange Land Ziekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden het initiatief genomen om intensief te samenwerken (zie hoofdstuk 2.2.4). Het GHZ heeft een sterke alliantie met het Leids Universitair Medisch Centrum. Dit draagt, met opleidingen en onderzoek, bij aan verdere vakontwikkeling en uitbreiding van het aantal opleidingen. Het GHZ en het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) hebben gezamenlijk één instituut voor de ondersteuning van opleiding en wetenschap in beide ziekenhuizen, te weten het "Landsteiner Instituut" (zie hoofdstuk 4.5). Ook zal het GHZ door de voorgenomen bestuurlijke fusie in 2008 intensief samenwerken met de Stichting Zorgpartners Midden-Holland (zie hoofdstuk 2.2.3). Nieuwbouw De ontwikkelingen, als gevolg van de wetswijziging van de Wet Ziekenhuisvoorzieningen (WZV) naar de WTZi, houden in dat het GHZ integraal verantwoordelijk is voor het volledige vastgoed. Met het oog op de nieuwbouw vormt dit een belangrijk risico. Ontwikkelingen die nu vanuit de vastgoedmarkt worden geboden kunnen wellicht een bijdrage leveren aan vermindering van dit risico, echter te allen tijde zijn onderstaande voorwaarden van groot belang: • Flexibiliteit: het gebouw kan op eenvoudige wijze aangepast worden aan veranderingen in vraag en aanbod. • Alternatief gebruik: uitgezonderd zeer specifieke onderdelen kan het vastgoed voor verschillende doeleinden gebruikt worden. • Bedrijfseconomisch: positieve businesscases zijn het uitgangspunt. Bij de beschrijving van de financiële risico’s (verderop in deze paragraaf) wordt verder ingegaan op de financiële risico’s van de nieuwbouw. Operationele risico’s Patiëntveiligheid Onder patiëntveiligheid wordt verstaan het voorkomen van onnodige schade aan de patiënt als gevolg van de wijze waarop zorg verleend wordt. Hoofdstuk 4.4.4 beschrijft onder andere hoe het GHZ in 2007 de risico’s omtrent patiëntveiligheid beheerst heeft. Integriteit van vertrouwenshandelingen Het GHZ heeft een bevoegdhedenregeling en een treasury statuut waarin vermeld staan welke bevoegdheden de medewerkers in het ziekenhuis hebben ten aanzien van financiële handelingen. Naast de procuratie zijn onder andere personeelsbeleid, strategisch beleid, contracten en productieonderhandelingen met verzekeraars hierin opgenomen. Zowel het treasury statuut als de procuratieregeling worden ieder jaar herzien en vastgesteld door de Raad van Bestuur conform de planning- en controlcyclus.
22
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) heeft de Raad van Bestuur een functionaris gegevensbescherming benoemd. In de WBP staan de regels en voorwaarden beschreven ter bescherming van de privacy van onder andere medewerkers en patiënten. De functionaris gegevensbescherming toetst of binnen het GHZ in overeenstemming met de WBP en met het GHZ privacyreglement wordt gehandeld. De functionaris rapporteert, signaleert en adviseert de Raad van Bestuur over privacyaangelegenheden en heeft een voorlichtings- en vraagbaakfunctie voor medewerkers. Arbobeleid Het arbeidsomstandighedenbeleid van het GHZ is erop gericht vitale bedrijfsrisico’s, veroorzaakt door het gebruik van risicovolle materialen, zoveel mogelijk te beperken. Het GHZ streeft ernaar om medewerkers een zo gezond en veilig mogelijk werkklimaat te bieden. Hoofdstuk 4.5 geeft een overzicht van de inspanningen op het gebied van arbobeleid in 2007. Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) In 2006 is gestart met de ziekenhuisbrede RI&E, inmiddels is deze voor 75% afgerond. In de RI&E worden vitale bedrijfsrisico’s in kaart gebracht. Deze RI&E wordt in 2008 afgerond. Energievoorziening Het GHZ beschikt over vier noodaggregaten. Deze noodaggregaten produceren voldoende vermogen om op beide locaties de kritieke functies te ondersteunen bij een stroomuitval van het publieke netwerk. Bij stroomuitval wordt automatisch overgeschakeld op noodstroomvoorziening. Het GHZ beschikt over een, door TNO getoetst, protocol hoe te handelen in deze situatie. Imago Het GHZ voert een proactief communicatiebeleid. Het GHZ profileert zich als een transparante organisatie die te allen tijde bereid is verantwoording af te leggen over haar activiteiten. Het ziekenhuis voert een open pers- en mediabeleid, waarin naast het verstrekken van informatie over positieve ontwikkelingen en nieuwsfeiten, ook openheid wordt betracht in geval van een vermeende fout of een mogelijk negatieve gebeurtenis. Afgesproken is wie namens het GHZ informatie verstrekt aan de pers; het zogenoemde woordvoerderschap. Financiële risico’s De doelmatigheidskortingen die door de overheid opgelegd zijn, hebben hun sporen nagelaten. Het exploitatieresultaat is in 2007 verder onder druk komen te staan met additionele kortingen voor de lange termijn in het vooruitzicht. Ruime productiegroei is niet langer vanzelfsprekend omdat verzekeraars trachten, mede ter beperking van de eigen negatieve resultaten, deze te reguleren. De druk die deze ontwikkelingen geven op de exploitatie leidde in 2007 tot een beperking in het aantal en de omvang van gewenste investeringen. Investeringen zijn slechts gedaan bij een positieve businesscase, waarbij naast de financiële component tevens de handhaving en zo mogelijk een verbetering van de kwaliteit van de zorg als beslissende factoren zijn meegenomen. Een ziekenhuisbrede flexibilisering van de kostenstructuur is en blijft noodzakelijk om toekomstige ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden.
23
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
De afdeling AO/IC heeft als kernactiviteit het toetsen van de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatie voortvloeiend uit diverse operationele en financiële processen. De afdeling is bevoegd om onafhankelijke audits uit te voeren en ongevraagd advies te geven over verbetering van deze processen.
De overige belangrijkste financiële risico’s hangen samen met de waardering van vaste activa, nieuwbouw en vastgoedoverdracht in het verleden. Omdat de overheid niet langer garant staat voor de financiële effecten voortvloeiend uit bouwinvesteringen, ondanks eerder afgegeven vergunningen, heeft het GHZ zijn bouwplannen kritisch onder de loep genomen. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een heroverweging van de nieuwbouwplannen medio 2007. Besloten is om de nieuwbouw van het ziekenhuis via een gewijzigd en gefaseerd bouwplan uit te voeren. Het bestuur streeft zoveel mogelijk naar nieuwbouw. Het ziekenhuis wordt toekomstgericht ontwikkeld op basis van het beschikbaar budget. Het eerste bouwdeel dat volgens het gefaseerde bouwplan wordt gebouwd, is een gebouw waar de huidige Jozeflocatie in gehuisvest kan worden. Een direct negatief gevolg zijn de onrendabele plankosten en het risico van een sterk stijgende huurprijs van de Jozeflocatie bij een te late oplevering van dit bouwdeel. In 2008 wordt inzicht verschaft in de actuele waarde van de vaste activa. De effecten hiervan op vermogen en resultaat voor toekomstige jaren zijn eind 2007 nog niet aan te geven. Een materieel risico is de door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voorgenomen correctie op budget en vermogen op grond van de boekwinst die met de verkoop van de Jozeflocatie buiten verantwoordelijkheid van het GHZ is gerealiseerd. Het GHZ is in 2007 een juridische procedure gestart. Tegelijkertijd verwachten de vermogensverschaffers een positieve ontwikkeling van de solvabiliteit zoals deze past in een zorgbedrijf dat opereert op een markt met toegenomen risico’s. De huidige ontwikkelingen bemoeilijken het GHZ om deze verwachting ook te realiseren. Wet- en regelgevingrisico’s De invoering van de maatstafconcurrentie werpt voor het GHZ zijn schaduw vooruit. Mede omdat sprake is van bilocatie heeft het ziekenhuis een aantal inherente inefficiënties die pas eind 2010, als de Jozeflocatie niet meer in gebruik is, grotendeels zijn opgeheven. Omdat de financiële compensatie voor deze inefficiënties op grond van de werking van de maatstaf de komende jaren wordt afgebouwd, staat de ziekenhuisorganisatie naast de eerder genoemde financiële risico’s voor de taak deze financiële bedreiging adequaat op te vangen. De gevolgen voor de bedrijfsvoering vanwege uitbreiding van het B-segment per 1 januari 2008 zijn in 2007 nog niet volledig helder geworden vanwege externe oorzaken. (On)tijdigheid en (on)volledigheid van de (impact van) regelgeving maken dat de financiële consequenties laat kunnen worden beoordeeld. Vertragingen bij met name de NZa met betrekking tot noodzakelijke informatie om de onderhandelingen van het nieuwe B-segment te kunnen voeren, zoals volledige schoningsprijzen voor alle DBC’s (Diagnose Behandel Combinaties) die tot het nieuwe B-segment horen, zijn hiervan een voorbeeld. Extra onderhandelingsrondes met alle administratieve lasten van dien zijn hiervan het gevolg. Dit heeft uiteindelijk invloed op de cash flow, omdat facturatie van geleverde DBC’s niet mogelijk is. Vanaf 1 januari 2008 zijn de vrijgevestigd specialisten voor hun inkomensontwikkeling geheel afhankelijk van een juiste en volledige DBC-registratie. Het financieel belang van de specialist en het financieel belang het ziekenhuis kunnen uiteen lopen. Reden is dat het ziekenhuis, in tegenstelling tot de specialist, grotendeels afhankelijk is van het budget op FB-parameters.
24
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
DBC-systematiek De DBC-systematiek levert het GHZ in de bedrijfsvoering een aantal risico’s op: • Door de complexiteit van de systematische en continue veranderingen in de regelgeving is het GHZ niet in staat om tijdig conform regelgeving DBC’s te registreren, te valideren of te factureren. Hierdoor kan de liquiditeit in gevaar komen. Het GHZ heeft daarom in 2007 gestuurd op een maximale liquiditeit door middel van bevoorschotting door verzekeraars. • Het niet kunnen voldoen aan de Regeling Administratieve Organisatie en Interne Controle inzake DBC-registratie en -facturering. • Het ziekenhuis loopt voor 100 % een prijs- en volumerisico over de aantallen DBC’s in het B-segment. Het ziekenhuis heeft daarom met bijna alle verzekeraars afspraken gemaakt en rapporteert maandelijks binnen drie weken na afsluiting van de maand over de realisatie ten opzichte van het budget over financiën en productie conform de planning- en controlcyclus. DBC-bedrijfsvoering Opzet & verantwoordelijkheid De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de opzet en werking van een effectief systeem van interne beheersing ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gedeclareerde DBC’s. De hiervoor benodigde verbijzonderde interne controlefunctie wordt door afdeling AO/IC en de toetsingscommissie DBC’s vormgegeven. In 2007 heeft de afdeling AO/IC gestructureerd onderzoek gedaan naar de opzet, het bestaan en de werking van de beheersingsmaatregelen rondom de DBC-registratie en -declaratie. Deze werkzaamheden betroffen onder andere een risicoanalyse en een beoordeling van de opzet, toereikendheid en adequate werking van de beheersingsmaatregelen. Over de bevindingen van deze controlewerkzaamheden rapporteert de afdeling AO/IC rechtstreeks aan de Raad van Bestuur en de externe accountant. De controlebevindingen over 2007 tonen met 95% betrouwbaarheid aan dat minimaal 95% van de facturen juist is gedeclareerd. Hiermee voldoet het GHZ aan de norm van de NZa. Verbetering beheersingsmaatregelen In 2007 zijn veel inspanningen verricht ter verbetering van de kwaliteit van de registratie, facturatie en de interne beheersing van de DBC-bedrijfsvoering, zoals: • Geautomatiseerde controle op juistheid van verzekeringsrecht van poliklinische patiënten en aanvragen van machtigingen. • Naleving van het voorschrift DBC’s om declaraties van onverzekerde zorg rechtstreeks naar patiënten te versturen. • Ondersteuning van medisch specialisten en secretaresses door opleidingen en een DBC-helpdesk (over onder meer de aanpassingen in de DBC-registratie en -validatie per 1 januari en per 1 juli 2007). • Aanscherping van procedures en vervolgens het complementeren en actualiseren van de bijbehorende AO/IC beschrijvingen.
25
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Het GHZ krijgt in de toekomst in toenemende mate te maken met fiscale regelgeving met name op het gebied van Vennootschapsbelasting en BTW. Belangrijke aandachtsgebieden zijn: de mogelijkheid van winstuitkering aan aandeelhouders, de resultaat verantwoordelijke eenheden, samenwerkingsverbanden met externe partners, onderlinge dienstverleningverbanden en daarmee mogelijke (fiscale) herstructurering.
Ondanks de hiervoor genoemde maatregelen, is nog een aantal zwakten aanwezig in de beheersstructuur, die wel vereist zijn in de Regeling Administratieve Organisatie en Interne Controle inzake DBC-registratie en -facturering. Deze betreffen ondermeer de beperkte mogelijkheid om geautomatiseerde controles uit te voeren en de beschikbaarheid van toereikende documentatie van procedures en werkbeschrijvingen, rondom de registratie van de essentiële verrichtingen en de DBC’s, voor alle bedrijfsonderdelen. 3.2.3
ICT & informatiebeveiliging
Het GHZ heeft in 2007 belangrijke verbeteringen doorgevoerd in de netwerkinfrastructuur, waardoor een hoge beschikbaarheid wordt bewerkstelligd voor de toegang tot patiëntinformatie. Door de ingebruikname van het tweede rekencentrum is een fysieke scheiding gerealiseerd van dubbel uitgevoerde centrale systemen (clusters) voor de belangrijke ziekenhuisapplicaties die hierdoor 7 x 24 uur beschikbaar zijn. Eveneens is een geclusterd massa opslagmedium in gebruik genomen om aan de groei van opslagcapaciteit voor (gedigitaliseerde) medische informatie en beelden te kunnen voldoen. Ter voorbereiding op de invoering van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) en het Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) is in 2007 op een aantal verpleegafdelingen een draadloos netwerk gerealiseerd, zodat patiëntinformatie aan het bed beschikbaar komt. Een permanent punt van aandacht binnen het GHZ is informatiebeveiliging. In 2007 zijn activiteiten uitgevoerd om op termijn te kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een Goed Beheerd Zorgsysteem en de NEN normen voor informatiebeveiliging. Deze activiteiten zijn: • Verankering en borging van het informatiebeveiligingsbeleid. • Optimalisatie van het gebruikers- en autorisatiebeheer. • Implementatie van aanvullende beveiligingseisen voor gebruik van het netwerk (domainpolicy). 3.2.4
Goederenlogistiek
Inkoop In 2007 is veel aandacht uitgegaan naar het goed laten functioneren van het, in 2006 aangeschafte, financieel-, logistiek- en inkoopsysteem. Daarnaast zijn in 2007 initiatieven ontwikkeld om vanaf 2008 de tactische inkoop onder te brengen in de Vereniging voor Samenwerkende Ziekenhuizen (VSZ, een initiatief van het GHZ en Ziekenhuisgroep Twente) en via de VSZ een deel van het assortiment te betrekken van de Duitse markt. In 2007 heeft het GHZ een aantal aanbestedingen gedaan, het inkoopinstrument internetveiling is bij twee aanbestedingen ingezet. Investeringen Het GHZ heeft in 2007 een aantal grote aankopen verricht, zoals vermeld in hoofdstuk 3.2.2 liggen aan deze investeringen positieve business cases ten grondslag. Dit betreft de volgende aankopen: • twee MRi’s en een CT voor Radiologie; • CTG datamanagementsysteem MOSOS; • inrichting bouwdeel F; • waterbehandelingsinstallatie en overige inrichting Dialyse; • endoscopie-apparatuur.
26
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
3.3
Cliëntenraad
In 2002 heeft de Raad van Bestuur een Cliëntenraad ingesteld. De bevoegdheden van de Cliëntenraad zijn bij Wet geregeld. De Cliëntenraad heeft samen met de Raad van Bestuur het Reglement Cliëntenraad opgesteld. Naast de wettelijke bevoegdheden zijn hierin onder meer het doel, de organisatie, de samenstelling, de taken en de verantwoordelijkheden vastgelegd. Daarnaast heeft de Cliëntenraad een huishoudelijk reglement opgesteld. De samenstelling van de Cliëntenraad is zodanig, dat deze zo veel mogelijk representatief is voor de cliënten van het GHZ. De Cliëntenraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De Cliëntenraad beschikt over een budget binnen de begroting van het GHZ. De adviezen van de Cliëntenraad kunnen verdeeld worden in gevraagde en ongevraagde adviezen. Wat betreft de ongevraagde adviezen laat de Cliëntenraad zich leiden door onderwerpen die de gemeenschappelijke belangen van cliënten raken. Aan de hand van een activiteitenplan stelt de Cliëntenraad prioriteiten en wordt een tijdpad opgesteld. In 2007 is over de volgende onderwerpen advies dan wel instemming gevraagd aan de Cliëntenraad: Tabel: adviezen Cliëntenraad 2007 Advies Bezoektijden Verzelfstandiging logistiek Kaderbrief 2008 Samenwerking laboratoria MRSA beleid Juridische fusie Zorgpartners Benoeming tijdelijk lid Raad van Bestuur Begroting 2008 Intentieverklaring consortiumvorming Offerte Plan van Aanpak RVE
Uitkomst positief geen advies uitgebracht positief positief positief geen advies uitgebracht positief positief positief positief
De Raad van Bestuur/Co-bestuur heeft eind 2006 besloten het enquêterecht toe te kennen aan de Cliëntenraad van het GHZ. Geschillen tussen de Raad van Bestuur en de Cliëntenraad over de WMCZ (Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen) en over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan de commissie van vertrouwenslieden. Indien nodig wordt hiervoor een beroep gedaan worden op de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Ziekenhuizen (LCVZ).
27
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 3
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Logistiek Vanaf 1 mei 2007 is de centrale voorraadbeheer overgenomen door een logistieke dienstverlener (Hospital Logistics) met een distributiecentrum in Capelle aan den IJssel. De medewerkers Logistiek van het GHZ zijn in dienst gekomen van de VSZ. Begin 2008 wordt het project om alle afdelingen binnen de clusters Patiëntenzorg en Onderzoek & Behandeling te voorzien van een andere bevoorradingsmethodiek, aangevuld met het scanbaar maken van via inkoop bestelde goederen, afgerond.
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1
Meerjarenbeleid
Visie en strategie De missie en visie van het GHZ geven aan waar het GHZ de komende jaren voor staat. Hierin is vastgelegd welke beleidsaccenten continuïteitsbepalend zijn en ‘kleur’ geven aan de organisatie. Missie GHZ “Het GHZ: een vanzelfsprekende keuze.” Deze missie hangt samen met de visie van het GHZ. Visie GHZ “Het GHZ wil een modern, flexibel, slagvaardig en ondernemend ziekenhuis zijn voor de inwoners van het Groene Hart. Het patiëntenbelang bepaalt ons handelen, waarbij de patiënten zijn verzekerd van goede en goed bereikbare medisch – specialistische zorg in een gastvrije omgeving. Naast reguliere zorg omvat ons zorgaanbod ook unieke speerpunten. Het GHZ wil een goede werkgever zijn met oog voor de belangen van medewerkers, zoals ruimte voor opleidingen en een inspirerend werkklimaat. Bovendien wil het GHZ een betrouwbare netwerkpartner zijn binnen en buiten de regio.” De missie en visie van het GHZ zijn vertaald in strategische doelstellingen (2005 – 2009): • In 2009 een marktaandeel van minimaal 72 procent in de eigen regio en drie procent omzetgroei per jaar. Dit is nodig om gelijke tred te houden met de verwachte marktontwikkelingen. Voor gegevens over het gerealiseerde marktaandeel, zie hoofdstuk 4.2. • Minimaal drie unieke speerpunten c.q. multidisciplinaire centra met bovenregionale impact. In het medisch deel van het Strategisch Plan zijn de volgende drie speerpunten onderscheiden: acute zorg, vaatziekten, nieuwvormingen en oncologie. In 2007 is een verdere uitwerking van het medisch deel van het Strategisch Plan vastgesteld. • Een aansprekend opleidingscentrum zijn voor (para)medische en verpleegkundige opleidingen. Met het Medisch Centrum Haaglanden heeft het GHZ het Landsteiner Instituut opgericht dat de ondersteuning van opleiding en wetenschap bundelt (zie hoofdstuk 4.5). • Voorop lopen bij ICT toepassingen in (transmurale) zorgprocessen. Voor gegevens over de ICT-toepassingen zie hoofdstuk 3.2.3. • Een progressief kwaliteitsbeleid, mede gericht op de NIAZ-accreditatie in 2007. In december 2007 heeft het NIAZ-bestuur besloten om het GHZ een instellingsbrede accreditatie toe te kennen, zie hoofdstuk 4.3. • Financieel gezond zijn, met minstens 1,5% rendement per jaar en 10% eigen vermogen. Voor de financiële resultaten in 2007, zie hoofdstuk 4.7.
28
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
• Een pro-actief Human Resources beleid, gericht op het aantrekken en behouden van deskundige en gemotiveerde mensen. Voor een beschrijving van de resultaten wordt verwezen naar hoofdstuk 4.5.
4.2
Algemeen beleid
Vanuit de hiervoor geformuleerde strategische doelstellingen, zijn speerpunten van algemeen beleid voor 2007 benoemd. De speerpunten richten zich op het vergroten van het marktaandeel en de omzet door middel van expliciete aandacht voor patiënten, communicatie en verdere verbetering van de kwaliteit van zorg. Speerpunten algemeen beleid 2007 Patiëntenlogistiek – focus op vraaggerichte procesherinrichting In 2007 is door middel van transmurale samenwerking, het Huisartsen Informatie Portal en de verwijsapplicatie ZorgDomein wederom gewerkt aan een efficiëntere patiëntenlogistiek. Besturingsmodel – zelfstandig ondernemende RVE’s In 2007 heeft de Raad van Bestuur besloten een pilot te starten voor de vorming van Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s). Kern van deze organisatieontwikkeling is dat de besluitvormingsprocessen, inclusief de bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden, gelegd worden daar waar bij uitstek de kennis van de patiëntenzorg ligt. Zo kan sneller en patiëntgerichter worden ingespeeld op de ontwikkelingen in de snel veranderende omgeving. In 2008 zal besloten worden of de RVE structuur ziekenhuisbreed wordt ingevoerd. Gastvrijheid- de beleving beklijft Het GHZ streeft ernaar een gastvrij ziekenhuis te zijn, in het gehele zorgtraject wil het GHZ gastvrijheid uitstralen. In 2007 waren de beleidspeerpunten: • een voorspelbare kwaliteit van zorg; • echte aandacht voor de patiënt; • aandacht voor familie en andere relaties van de patiënt; • patiëntenparticipatie; • de fysieke inrichting van het ziekenhuis en omgeving. Deze beleidsspeerpunten zijn vertaald in verschillende projecten. In 2007 zijn onder andere: gastvrijheidsworkshops aan medewerkers gegeven, een opruimactie ‘Opzoomeren’ en een gastvrijheidsdag georganiseerd. Januari 2007 heeft het GHZ twee sterren gekregen in de eerste Sterrengids Gastvrijheidszorg in Zorginstellingen. Tot slot is in 2007 nieuwe bedrijfskleding in gebruik genomen, de representativiteit van de uniformen is hierdoor vergroot. ICT – EPD van start Een goed functionerend EPD draagt bij aan de kwaliteit, snelheid en efficiency van de zorgprocessen. Ook draagt het bij aan een efficiëntere inrichting van de ondersteunende werkzaamheden. In 2007 is een leverancierskeuze gemaakt op basis van een programma van eisen en testen in een proefomgeving.
29
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
• Een geslaagde oplevering van het bouwproject in 2011. Enkele onderdelen van de bouwplannen zijn gerealiseerd. In 2007 zijn SpoedZorg Midden-Holland, de nieuwe gezamenlijke huisvesting van de SEH, de HAP Midden-Holland en de Dienst Apotheek MiddenHolland (DAM) en een nieuw gebouw voor poliklinieken in gebruik genomen.
De implementatie van het digitaal medisch én verpleegkundig dossier is bij twee specialismen van start gegaan. In 2008 vindt een verdere uitrol van het EPD plaats. Marktaandeel – groei en onderscheidend vermogen Marktwerking is een feit, het GHZ heeft te maken met een dominante positie van de zorgverzekeraars en een toenemend keuzebewustzijn van de patiënten. Voor het GHZ reden om zich te oriënteren op regionale samenwerking, zie ook hoofdstuk 2. De meest recente marktaandeelcijfers dateren uit 2006: • In de polikliniek steeg het marktaandeel van 68,6% in 2005 naar 68,9% in 2006. Het aantal eerste polikliniekbezoeken was in 2005 96.302 en in 2006 96.919. • Voor het jaar 2006 steeg het marktaandeel in de kliniek van 67,0% in 2005 naar 67,7% in 2006. Een absolute stijging van 15.713 naar 16.090 van in de kliniek behandelde patiënten. • Het marktaandeel voor de dagverpleging steeg van 65,4% in 2005 naar 67,0% in 2006. Het aantal dagbehandelingpatiënten steeg van 13.214 naar 14.747 in 2006. • Als het aantal klinische en de dagbehandelingpatiënten bij elkaar wordt opgeteld (zogenaamde klinische productie) is een stijging van het marktaandeel te zien van 66,2% naar 67,4%. Human Resource Management (HRM) – blijven ontwikkelen Het HR beleid ondersteunt medewerkers bij het leveren van een bijdrage aan de realisatie van de strategische doelen. In 2007 participeert het GHZ in een loopbaanproject van de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen. Met dit project wil het GHZ loopbaanontwikkeling stimuleren, zowel vanuit organisatiebehoeften als vanuit de persoonlijke ambities van medewerkers. Voor leidinggevenden stond het HR beleid 2007 in het teken van het aansturen en ontwikkelen van medewerkers in hun competenties, o.a. door trainingen in het houden van functionerings- en selectiegesprekken. Verder zijn er in 2007 diverse workshops voor medewerkers georganiseerd en is voor het eerst een traineetraject voor verpleegkundigen gehouden (zie ook hoofdstuk 4.5). Nieuwbouw – steeds dichterbij In 2007 is SpoedZorg Midden-Holland geopend. Bouwdeel F, de huisvesting van veel poliklinieken, is ook in 2007 in gebruik genomen. Eind 2007 was het GHZ genoodzaakt de nieuwbouwplannen te heroverwegen. Door de enorme kostenstijging van bouwmaterialen en arbeid vielen de prijzen van de geplande nieuwbouw hoger uit. Daarnaast hebben ziekenhuizen te maken met de invoering van een nieuwe wet die bepaalt dat huisvestingskosten een onderdeel vormen van de kostprijs van de zorg (DBC’s). Hoge kosten voor het gebouw betekenen een te hoge kostprijs voor de medische verrichtingen. Het gewijzigde ontwerp gaat uit van een efficiënter gebruik van de ruimtes en van minder vierkante meters. Hierdoor zijn de kosten lager dan die van het oorspronkelijke ontwerp. Het bouwproject zal gefaseerd uitgevoerd worden, dit betekent dat per bouwfase wordt besloten wat en hoe er gebouwd wordt en tegen welke kosten. De apotheek is in 2007 gestart met een ingrijpende verbouwing. Teneinde de vergunning voor de bereiding van cytostatica, aseptische individuele bereidingen en niet-steriele individuele bereidingen te behouden was een ingrijpende verbouwing noodzakelijk. Deze is in 2007 uitgevoerd. Financiën – ruimte maken voor nieuwe initiatieven Het GHZ is in 2007 geconfronteerd met structurele overschrijdingen van de operationele kosten. De overschrijdingen worden voornamelijk veroorzaakt door budgetkortingen door de overheid. Het management is er niet in geslaagd het kostenniveau tijdig omlaag te brengen, omdat de getroffen maatregelen (o.a. vacaturestop en investeringsstop) niet het gewenste financiële effect hebben gehad. Eind 2007 is een resultaatsverbeteringsprogramma van start gegaan. Zie hoofdstuk 4.7 voor de financiële resultaten.
30
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Algemeen kwaliteitsbeleid
Kwaliteitsbeleid op hoofdlijnen In het Strategisch Plan (2005 – 2009) heeft het GHZ het doel gesteld om op een systematische manier kwaliteitsverbeteringen in de zorg te realiseren. De filosofie van ‘Total Quality Management’ dient daarbij als uitgangspunt. In een omgeving waarin marktwerking steeds belangrijker wordt, is het continu verbeteren van onze zorg van cruciaal belang. Mede daarom is in het Strategisch Plan de doelstelling vastgelegd dat het GHZ in 2007 over een ziekenhuisbrede NIAZ-accreditatie beschikt. Kwaliteitsmanagementsysteem Het GHZ beschikt over een volledig digitaal kwaliteitsmanagementsysteem. Alle processen en bijbehorende documenten zijn via intranet voor iedere medewerker beschikbaar. In het kwaliteitsmanagementsysteem wordt de ‘Deming – cirkel’ (Plan – Do – Check – Act) gebruikt als centrale en decentrale regelkring voor borging en verbetering en het INK- managementmodel als besturingsfilosofie. NIAZ-accreditatie Januari 2007 heeft het GHZ het bevindingenrapport van de NIAZ-audit (d.d. november 2006) ontvangen. Naar aanleiding van het door het GHZ opgestelde verbeterplan heeft het NIAZ in december 2007 besloten om het GHZ ziekenhuisbreed te accrediteren. Het behalen van het NIAZ-certificaat ziet het GHZ als een bevestiging dat patiënten vertrouwen kunnen hebben in de kwaliteit van de geboden zorg. Het GHZ biedt zowel aan patiënten als aan de medewerkers een veilige omgeving. Kwaliteitskeurmerken Behalve de NIAZ-accreditatie (per december 2007) beschikt het GHZ in 2007 over de volgende kwaliteitskeurmerken: • HKZ (afdeling Dialyse) • NIAZ (Apotheek) • CCKL (Klinisch Chemisch Laboratorium) • HACCP (Voedingsdienst) • Gastvrijheidszorg voor zorginstellingen
4.4
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten
Het GHZ wil een open relatie onderhouden met de patiënt en nodigt patiënten uit feedback te geven op de dienstverlening. Het doel hiervan is de zorg zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en behoeften van de patiënten. 4.4.1
Kwaliteit van zorg
Uitslag klantwaarderingsonderzoek In 2007 zijn de resultaten van een tweejaarlijks klantwaarderingsonderzoek, gehouden door Prismant, ter beschikking gekomen. Aan dit onderzoek heeft een groot aantal patiënten van acht specialismen deelgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat het GHZ een aantal best practices heeft in vergelijking tot de andere participerende ziekenhuizen. De rapportcijfers die de patiënten geven aan de zorgverlening (zowel klinisch als poliklinisch) liggen tussen de 7,2 en 7,8, met een gemiddelde van 7,6.
31
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
4.3
Elektronisch patiënten feedback systeem In 2007 heeft een evaluatie plaats gevonden van het elektronisch patiënten feedback systeem van het CBO (Centraal Begeleidings Orgaan). Op basis van de evaluatie is besloten over te stappen naar de methodiek van het NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen). Ziekenhuisbreed is een norm van het rapportcijfer 7,6 vastgesteld. Op onderdelen die lager dan een 7,6 scoren, worden verbeteracties ondernomen. In 2007 zijn zestien afdelingen van start gegaan met de nieuwe methodiek. 4.4.2
Klachten
Informatie over de klachtenprocedure is verkrijgbaar via de website, via het Bureau Patiëntenservice of via de adviseur Kwaliteit. Daarnaast zijn er folders beschikbaar. Klachten kunnen schriftelijk, mondeling of via de website worden ingediend. Er zijn drie trajecten voor de afhandeling van een klacht: registratie, bemiddeling door een adviseur Kwaliteit en behandeling door de Klachtencommissie. Het streven van klachtbemiddeling is om, waar mogelijk, de relatie tussen klager en aangeklaagde te herstellen en te komen tot een oplossing. Behandeling door de Klachtencommissie is de meest formele weg van klachtafhandeling. Bij klachtbehandeling doet de Klachtencommissie een uitspraak over de gegrondheid van de klacht. De klager bepaalt zelf of zijn klacht via bemiddeling of via behandeling wordt afgehandeld. Klachtencommissie De multidisciplinaire Klachtencommissie is samengesteld uit zes, niet in het GHZ werkzame, leden en staat onder voorzitterschap van een jurist. De commissie komt op basis van het principe van “hoor en wederhoor” (dit kan zowel schriftelijk als mondeling) tot een schriftelijke uitspraak over de gegrondheid van de klacht. De commissie is vrij om aanbevelingen te doen aan de Raad van Bestuur. Gegronde klachten leiden altijd tot een advies. In 2007 zijn negen klachten ingediend bij de Klachtencommissie, in 2006 waren dit er twintig. De meeste klachten hebben betrekking op de categorie effectiviteit van de zorg, te onderscheiden in de aspecten onjuiste behandeling en onvoldoende zorg. De behandelingstermijn van de klachten is 2 tot 5 maanden, waardoor de gemiddelde behandelingstermijn 3,5 maand is. Dit valt binnen de gestelde streeftermijn van 3 tot 4 maanden. Tabel: aantal klachten en aard van de uitspraak Klachtencommissie Aantal Waarvan aantal Aantal in 2007 Gegrond klachten deelmeldingen afgehandelde klachten (deelmeldingen) 9 14 7 (13) 9 NB 2 klachten en 1 deelmelding zijn begin 2008 afgehandeld.
Ongegrond
Deels gegrond
2
2
Klachtenbemiddeling Na binnenkomst van een klacht wordt de klager zo snel mogelijk te woord gestaan door één van de adviseurs Kwaliteit. Bij voorkeur gebeurt dit nog dezelfde dag, uiterlijk binnen twee werkdagen. Hierbij wordt aan de klager toegelicht welke trajecten van klachtafhandeling mogelijk zijn. De klager beslist zelf welk traject wordt gevolgd. In 2007 zijn 371 klachten ontvangen, onderverdeeld in 440 deelmeldingen. Hiervan zijn er 342 het bemiddelingstraject ingegaan.
32
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Doorlooptijd van de afgehandelde klachten Klachten dienen binnen 30 dagen na binnenkomst te zijn afgehandeld. In 2007 is deze gemiddelde doorlooptijd voor het grootste deel van de klachten gehaald. Tevredenheid over klachtprocedure en resultaat Van alle klachten die in 2007 zijn ontvangen en afgehandeld, geeft 86% van de klagers aan dat men tevreden is over de gevolgde procedure. Bijna 80% van deze klagers geeft aan volledig of gedeeltelijk tevreden te zijn over het eindresultaat. Van alle klachten die door bemiddeling zijn afgehandeld, hebben uiteindelijk vier klagers na afhandeling van de klacht aangegeven alsnog hun klacht ter behandeling te willen voorleggen aan de klachtencommissie. 4.4.3
Toegankelijkheid
Gemiddelde wachttijd dagopname De gemiddelde wachttijd voor een dagopname blijft jaarlijks licht stijgen. In het jaar 2006 was de gemiddelde wachttijd voor een dagopname voor alle specialismen 3,3 weken. In 2007 is dit gestegen tot gemiddeld 3,6 weken. Dit ligt ruim onder de Treeknorm van maximaal 6 weken voor een dagopname. De hoogste gemiddelde wachttijden voor een dagopname zijn gemeten bij Neurochirurgie en Plastische Chirurgie (beide 8 weken). De laagste gemiddelde wachttijden zijn gemeten bij de specialismen Dermatologie, Cardiologie, Geriatrie en Longgeneeskunde (alle gemiddeld 1 week). Gemiddelde poliklinische toegangstijd De gemiddelde poliklinische toegangstijd blijft jaarlijks dalen. In het jaar 2006 was de gemiddelde poliklinische toegangstijd voor alle specialismen 5,2 weken. In 2007 is dit afgenomen tot gemiddeld 4,8 weken. Dit ligt boven de zogenaamde Treeknorm (de vastgestelde, maximaal aanvaardbare wachttijd) van maximaal 4 weken. De hoogste gemiddelde poliklinische toegangstijden zijn gemeten bij de specialismen Dermatologie (8 weken) en Revalidatiegeneeskunde (6 weken). De laagste gemiddelde poliklinische toegangstijden zijn gemeten bij de specialismen Cardiologie, Chirurgie, Longgeneeskunde en Oogheelkunde (alle gemiddeld 1 week). Gemiddelde wachttijd klinische opname De gemiddelde wachttijd voor een klinische opname blijft jaarlijks licht dalen. In het jaar 2006 was de gemiddelde wachttijd voor een opname voor alle specialismen 3,7 weken. In 2007 is de gemiddelde wachttijd gedaald tot 3,6 weken. Dit ligt ruim onder de Treeknorm van maximaal 7 weken voor een klinische opname. De hoogste gemiddelde wachttijd voor een opname is gemeten bij Neurochirurgie (14 weken). De laagste gemiddelde wachttijden zijn gemeten bij de specialismen Cardiologie, Dermatologie, Longgeneeskunde en Pijnbestrijding (alle gemiddeld 1 week).
33
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Mate van complexiteit van de klachten De complexiteit van de klachten is de afgelopen jaren toegenomen. Oorzaak hiervan is dat klachten vaak meerdere aspecten bevatten, meer medewerkers bij de klacht betrokken zijn en dat de toedracht moeilijker te achterhalen is. Bij complexe klachten vindt vaker een bemiddelingsgesprek plaats. In principe vindt een schriftelijke terugkoppeling aan de klager plaats.
4.4.4 Veiligheid Incidenten melden Het GHZ heeft in 2007 gewerkt aan de verbetering van de patiëntveiligheid door een uitrol van het meldingssysteem VIM (Veilig Incidenten Melden). Alle afdelingen zijn geïnformeerd over de samenstelling van de VIM-commissie en hebben instructies ontvangen hoe om te gaan met het meldingssysteem. Een aantal afdelingen werkt met VIM, in 2007 is ook de MIP (Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg) nog actief. In 2008 zal ziekenhuisbreed met VIM gewerkt gaan worden. Tabel: aantal incidentmeldingen 2007 888 329 1.217
Aantal MIP-meldingen Aantal VIM-meldingen Totaal Specificatie van meldingen Aantal valincidenten (MIP/VIM) Aantal medicatiefouten (MIP/VIM) Aantal verwisselingsincidenten (MIP/VIM)
2006 731
2005 918
212 240 35
Naar aanleiding van twee incidenten heeft een SIRE-onderzoek (Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie) plaatsgevonden. Deze SIRE–onderzoeken hebben ertoe geleid dat aanpassingen van protocollen en procedures hebben plaatsgevonden. Patiëntenidentificatie Vermindering van het aantal fouten met de identificatie van patiënten heeft voor het GHZ hoge prioriteit. De volgende projecten zijn in 2007 gëinitieerd: De invoering van polsbandjes met een barcode In 2007 zijn nieuwe polsbandjes geïntroduceerd, deze zijn vervaardigd van hypo-allergeen kunststof en voorzien van een (persoonsgebonden) barcode. Dit maakt het mogelijk om een patiënt eenduidig en op alle afdelingen te identificeren. De nieuwe bandjes hebben ook technische voordelen, te weten: bestand tegen vocht en warmte, niet scheurbaar, in een fractie van een seconde te printen en hygiënisch. De invoering van de Time-Out procedure Om fouten bij patiëntenidentificatie bij operaties te voorkomen, is een zogenaamde Time-Out procedure geïntroduceerd. Een Time-Out procedure is een gestandaardiseerd en gezamenlijk uit te voeren controlemoment vlak voor een handeling. Tijdens de controle wordt gecontroleerd of alle informatie en gegevens betreffende de operatie corresponderen. Fouten als gevolg van een onvolledige check worden hiermee voorkomen. In 2007 is ziekenhuisbreed de Time-Out procedure geformuleerd. In 2008 gaat een pilot met de procedure van start.
34
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1
Personeelsbeleid
HR-beleid Het GHZ voert een pro-actief beleid inzake Human Resources (HR), gericht op het aantrekken en behouden van deskundige en gemotiveerde medewerkers. Hiertoe is een HR jaarplan opgesteld, waarin de visie op HR en de te bereiken doelstellingen verwoord wordt. De jaarlijkse acties op het gebied van HR worden hiervan afgeleid en opgenomen in de Kaderbrief. Vervolgens worden ze vertaald in de bedrijfsplannen van de afdelingen. Personeelsomvang en functiegebouw In 2007 is de personeelsomvang in de direct zorggerelateerde functies en afdelingen gegroeid naar ruim 1.500 fte. In het functiegebouw is in een aantal functies gestart met ontwikkeling van functiedifferentiatie (herverdeling taken over verschillende functies) als gevolg van de DBC-invoering. Van een aantal kernfuncties van het ziekenhuis zijn nieuwe profielen gemaakt, met als doel het aantal functieprofielen te verminderen en uitwisselbaarheid te vergroten. Vacatures In 2007 waren er 141 vacatures. Sommige specialistische functies kunnen moeilijk worden vervuld (zie tabel). Om beter in te spelen op mogelijke tekorten op de arbeidsmarkt in de toekomst zijn de volgende maatregelen genomen: • traineetraject verpleegkundigen; • opzet traineetraject managers; • training voor leidinggevenden in het voeren van competentiegerichte selectiegesprekken; • nieuwe werving- en selectieprocedure; • opzet nieuw introductieprogramma. Eind 2007 is naar aanleiding van de financiële ontwikkelingen in het ziekenhuis een vacaturestop ingesteld. Meer informatie over vacatures en verloop, zie bijlage II. Ziekteverzuim In 2007 bedroeg het ziekteverzuim 4,46%. Maandelijks wordt het ziekteverzuim gevolgd. Managers kunnen in het Datawarehouse een overzicht krijgen van het verzuim. Naast alle vaste activiteiten op het gebied van preventief verzuim, wordt jaarlijks een actieplan opgesteld aan de hand van de knelpunten die blijken uit de verzuimrapportages. In 2007 is gewerkt aan de vermindering van uitval door psychische belasting. Er zijn trainingen gegeven aan managers om medewerkers met psychische belasting te begeleiden. Daarnaast zijn trainingen aan medewerkers gegeven over het omgaan met fysieke belasting. Preventieve activiteiten zijn het open spreekuur bij de afdeling Fysiotherapie en de mogelijkheid voor bedrijfsmaatschappelijk werk. Werkplekonderzoeken worden uitgevoerd door de afdeling Ergotherapie. Jaargesprekken Alle leidinggevenden voeren jaarlijks met iedere medewerker een jaargesprek. Ook met alle leidinggevenden wordt een jaargesprek gevoerd. Deze jaargesprekken worden vooral benut om het persoonlijk functioneren van medewerker te evalueren en afspraken te maken voor het komende jaar.
35
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
4.5
Arbobeleid Binnen het GHZ is een arbocoördinator werkzaam. De arbocoördinator is in 2007 officieel benoemd als preventiemedewerker. Leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor het arbobeleid op de eigen afdeling. Activiteiten vinden plaats op basis van het Arbobeleidsplan 2006-2008. Naast de activiteiten in het kader van ziekteverzuim, zijn in 2007 op het gebied van arbobeleid de volgende activiteiten uitgevoerd: • Afronding van nieuwe Risico Inventarisaties & Evaluaties. Er is al aandacht besteed aan risico's bij de nieuw opgeleverde bouwdelen van het ziekenhuis (gladheid van vloeren, werkruimte bij nieuwe balies, e.d.). • Start van het project gevaarlijke stoffen. • Start met de borging van beleid op het gebied van infectiepreventie en het voorkomen van accidenten (aanscherpen protocollen, sanctiebeleid en auditing). Dit gebeurde mede in het kader van de NIAZaccreditatie. • Uitvoering plan van aanpak agressie en geweld van het project Veiligezorg. Opleiding en wetenschap Opleiden en het scheppen van een goed leerklimaat zijn expliciet benoemd in het Strategisch Plan. Vanaf november 2006 hebben het GHZ en het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) gezamenlijk één instituut voor de ondersteuning van opleiding en wetenschap in beide ziekenhuizen, te weten het ‘Landsteiner Instituut’. De afdeling Opleidingen en de Medische bibliotheek zijn ondergebracht bij dit instituut. Activiteiten blijven veelal op lokaal niveau gecoördineerd. Nieuwe activiteiten, bijvoorbeeld meer ondersteuning van medische opleidingen en wetenschap en managementopleidingen, worden in samenwerking met het MCH ontwikkeld. Opleidingsplan In 2007 is er een GHZ-breed opleidingsplan met bijbehorende begroting en studiefaciliteitenregeling opgesteld. Dit plan geeft aan de hand van de belangrijkste thema’s een overzicht van de opleidingsactiviteiten per jaar, zowel op het niveau van de eenheden als op ziekenhuisbreed niveau. De thema’s zijn vakdeskundigheid, technische ontwikkelingen, gastgerichtheid, teamontwikkeling en organisatie- en managementontwikkeling. In 2007 was extra aandacht voor het opleiden van verpleegkundigen via de ‘leren werken variant’. Er is geïnvesteerd in promotie van de opleiding en in het bevorderen van de deskundigheid van de begeleiders. Gedurende het hele jaar konden begeleiders deelnemen aan workshops met de thema’s: competentiegericht opleiden, communiceren en beoordelen. Het opleidingsbudget in 2007 is € 1.500.000,-. Dit is circa 2,5% van de bruto loonsom. Deskundigheid medewerkers ‘op peil’ Jaarlijks wordt van de medewerker verwacht dat hij zijn professionele vakkennis op peil houdt. De medewerker wordt zowel intern als extern in de gelegenheid gesteld om scholing te volgen. In het jaargesprek, op basis van competenties, heeft elke medewerker de mogelijkheid concrete afspraken te maken met betrekking tot doorgroeimogelijkheden en bijbehorende opleidingen. Initiële opleidingen Het GHZ is een erkend leerbedrijf en biedt een breed pakket aan beroepsopleidingen en specialistische vervolgopleidingen. Per jaar heeft het GHZ 100 beroepsbeoefenaren via de ‘werken leren variant’ in opleiding. Deze opleidingen zijn in 2007 mede gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds (ESF). Daarnaast heeft het GHZ 120 stageplaatsen op jaarbasis ten behoeve van diverse beroepsopleidingen. Deskundigheidsbevordering is een belangrijk onderdeel van het opleidingsplan. Het GHZ heeft een
36
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
ESF subsidie. Voor de overige beroepsgroepen is er vooral een extern scholingsaanbod. Hiervoor wordt jaarlijks een plan vastgesteld, onder andere op basis van wettelijke regelgeving en/of beroepsaccreditatie. Studenten Geneeskunde Als opleidingsziekenhuis is het GHZ actief op het gebied van medische opleidingen. Jaarlijks worden studenten Geneeskunde uit het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in hun derde tot en met zesde leerjaar voor praktijkonderdelen van hun studie begeleid in het GHZ. Tweemaal per jaar worden 16 derdeen vierdejaarsstudenten gedurende vijftien bijeenkomsten begeleid bij hun eerste ervaringen in de praktijk. Daarnaast lopen jaarlijks ruim 200 vijfdejaarsstudenten gedurende 4 tot 10 weken hun co-schappen in het GHZ en doen ruim 20 zesdejaarsstudenten hier gedurende 16 tot 26 weken hun semi-artsenstage. Medisch specialistische opleidingen Een tiental vakgroepen verzorgt voor afgestudeerden een (deel van de) medisch specialistische opleiding. Als opleidingsziekenhuis maakt het GHZ hiertoe deel uit van de onderwijs- en opleidingsregio van het LUMC. De volgende specialismen hebben een opleidingserkenning voor het opleiden van medisch specialisten: • Cardiologie • Chirurgie • Gynaecologie • Interne Geneeskunde • Kindergeneeskunde • Keel-, Neus- en Oorkunde • Klinische Chemie • Neurologie • Revalidatiegeneeskunde • Ziekenhuisapotheek Daarnaast wordt er in het GHZ een klinisch psycholoog opgeleid en is er een opleidingserkenning voor de opleiding tot gezondheidszorg psycholoog. Deze laatste is op dit moment echter niet ingevuld. Een opleidingserkenning voor de opleiding tot klinisch fysicus is aangevraagd. 4.5.2
Kwaliteit van werk
In 2007 is geen medewerkerstevredenheidmeting gehouden. Een andere methode om inzicht te krijgen in de waardering door medewerkers zijn de rondetafelgesprekken die de Raad van Bestuur en directie maandelijks met medewerkers houden.
37
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
structuur van permanente educatie en accreditatie voor verpleegkundigen gerealiseerd. Voor verpleegkundigen en verzorgenden is er intern en transmuraal een vast scholingsaanbod per jaar. Het GHZ participeert in het Nightingale programma aangeboden door het Landelijk Centrum voor Verzorging en Verpleging (LEVV) en is gericht op de verdere professionalisering van de verpleegkundige beroepsgroep. Twaalf verpleegkundigen sloten dit programma succesvol af. Ook deze opleiding wordt ondersteund met
4.6
Samenleving
Het GHZ geeft op verschillende manieren uiting aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voorlichtingsfunctie Ook in 2007 organiseerde het GHZ weer diverse informatieavonden en inloopbijeenkomsten voor patiënten en andere belangstellenden. Tijdens de informatieavonden geven artsen, verpleegkundigen en/of paramedici uitleg over bepaalde thema’s en is er ruimte om vragen te stellen. De avonden worden vaak in samenwerking met een patiëntenvereniging georganiseerd. Het GHZ organiseert ook inloopbijeenkomsten. Hier kunnen patiënten gratis binnenlopen om met speciaal opgeleide vrijwilligers van patiëntenorganisaties te praten over hun ziekte/aandoening. Via verschillende kanalen – bijvoorbeeld het patiëntenmagazine, de internetsite en regionale kranten – informeert het GHZ voortdurend haar omgeving over nieuws van het ziekenhuis. April 2007 organiseerde de Spoedeisende Hulp samen met de HAP en de DAM een open dag naar aanleiding van de opening van SpoedZorg Midden-Holland. Veiligheid Het GHZ is onderdeel van de GHOR Hollands Midden (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). De GHOR coördineert de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. In het Ziekenhuis Rampenopvangplan (ZiROP) heeft het GHZ de richtlijnen voor een rampmelding, de voorbereiding voor de opvang van slachtoffers, alarmeringsschema’s e.d. vastgelegd. April 2007 zijn de Spoedeisende Hulp, de afdeling Beveiliging en de afdeling Receptie & Telecom van het GHZ, de HAP Midden-Holland en de DAM officieel met het landelijke project Veiligezorg gestart. In het project Veiligezorg wordt samengewerkt met gemeente, politie en justitie om agressie terug te dringen. Milieu Ook in 2007 voldeed het GHZ aan de wetgeving en richtlijnen op milieugebied. Controles door het ministerie van VWS en de Milieudienst leverden een aantal verbeterpunten op, die gerealiseerd zijn. De uitslagen van de metingen van het afvalwater op de aanwezigheid van milieuschadelijke stoffen zijn zodanig dat corrigerende maatregelen niet nodig zijn. Vanwege de vele veranderingen in het gebruik van het terrein en de gebouwen zijn in het kader van de Wet Milieubeheer nieuwe milieuvergunningen vereist. In 2007 zijn de benodigde acties ondernomen ten behoeve van het verkrijgen van de nieuwe vergunningen. Het GHZ heeft een positieve beschikking ontvangen voor de nachtelijke openstelling van de parkeergarage voor uitrijdend personeel. Door omwonenden is tegen deze beschikking beroep ingesteld. De uitspraak van de Hoge Raad wordt in de loop van 2008 verwacht. Binnen het GHZ is het besef groeiende dat ook binnen het eigen werk milieusparend handelen noodzakelijk is. Het op juiste wijze scheiden van afval was één van de speerpunten van het milieubeleid in 2007. Overige Het GHZ heeft in 2007 wederom haar betrokkenheid getoond bij diverse goede doelen en projecten, zoals deelname aan de Wereld COPD dag, de Week van de Chronisch zieken en de Borstkankermaand. Daarnaast verstuurde het GHZ diverse middelen, zoals de oude bedrijfsuniformen, naar ontwikkelingslanden. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima kwam op zaterdag 3 november -in het kader van Make A Difference Day- naar Gouda om zich als vrijwilliger in te zetten in het GHZ.
38
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Financieel beleid
Inleiding 2007 is voor het GHZ een memorabel jaar. Het jaar 2007 is afgesloten met een verlies van € 6,0 miljoen. Hiervan is € 5,6 miljoen toewijsbaar aan de verwerking van de effecten in het resultaat en vermogen als gevolg van toepassing van de herziene richtlijn 655 zoals opgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het exploitatieresultaat exclusief de bijzondere afwaardering toont een verlies van € 0,4 miljoen ten opzichte van een positief exploitatieresultaat van € 1,4 miljoen in het voorafgaande jaar. Deze negatieve ontwikkeling, die deels is veroorzaakt door niet begrote activiteiten zoals ondersteuning bij de vorming van RVE’s, de aanloopkosten verbonden aan de beoogde fusie met Zorgpartners en de inhuur van extern personeel, is gedurende de loop van het verslagjaar onderkend. Tijdens de totstandkoming van de begroting 2008 en de daaropvolgende maanden heeft de Raad van Bestuur samen met het management verkend en vastgesteld op welke wijze het GHZ de komende jaren een positieve resultaatontwikkeling kan doormaken en tegelijkertijd middelen kan vrijmaken om haar ambities te realiseren. Kapitaallastendossier Als gevolg van de voorgenomen wijzigingen in de kapitaallastenbekostiging is het GHZ, evenals andere ziekenhuizen, onzeker of afschrijvingen op geactiveerde activa en rentelasten volledig worden gedekt door toekomstige vergoedingen. Met ingang van 1 januari 2009 wordt naar verwachting het vigerende vergoedingsysteem afgeschaft en is het GHZ afhankelijk van opbrengsten ter dekking van deze lasten uit toekomstige kasstromen. Tegelijkertijd heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving richtlijn 655 aangepast met ingang van 1 januari 2007. Naast de directe effecten van deze richtlijnaanpassing voor het boekjaar 2007 zoals de presentatie van vaste activa en de waardering en toelichting daarvan in de jaarrekening 2007, werpt deze aanpassing ook zijn schaduw vooruit met onderwerpen als: mogelijke waardering op basis van actuele waarde, verwerking en waardering van onderhoud en instandhouding en afschrijvingstermijnen die worden gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen. Voor het GHZ betekent deze wijziging een afwaardering van € 2,8 miljoen van immateriële activa die geen toekomstige opbrengst genereren. Daarnaast heeft een afwaardering van € 3 miljoen plaatsgevonden op materiële vaste activa die, nu voorzienbaar, vanaf 2010 geen toekomstige opbrengsten genereren. Tot op heden werden de afschrijvingen op deze investeringen volledig vergoed. De minister van Volksgezondheid heeft nog geen besluit genomen of en op welke wijze instellingen zoals het GHZ voor deze problematiek worden gecompenseerd. Hij heeft een commissie aangesteld die in 2008, over mogelijke compensatie van de gevolgen veroorzaakt door deze problematiek, advies uit moet brengen. Omdat het GHZ van mening is dat zij onterecht door deze handelswijze wordt geschaad, heeft zij de volledige afwaardering van immateriële en materiële vaste activa geclaimd in haar nacalculatieformulier. Hiermee spreken wij de overheid aan op nakoming van budgettoezeggingen die in het verleden zijn gedaan. In deze zienswijze worden wij gesteund door de NVZ die namens de ziekenhuizen een kort geding over deze problematiek is gestart. Vermogen De solvabiliteit is tengevolge van doorvoering van deze wijzigingen gezakt tot 6,6 %. Dit niveau ligt ruim boven de ondergrens van 5% die het Waarborgfonds voor de Zorgsector als minimum stelt om voor borging in aanmerking te komen. Gecorrigeerd voor bijzondere waardeverminderingen zou de solvabiliteit 11,6% hebben bedragen, hetgeen een bevredigende solvabiliteit mag worden genoemd.
39
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
4.7
Resultaat Het resultaat uit normale exploitatie (exclusief de eerder genoemde afwaardering) bedraagt € 0,4 mln. verlies ten opzichte van een positief resultaat van € 1,4 mln. in het voorgaande jaar. Deze negatieve ontwikkeling is in belangrijke mate toerekenbaar aan advieskosten en personeel niet in loondienst. In 2007 zijn initiatieven ontwikkeld die het GHZ ondersteunen in de strategie om haar maatschappelijke functie verder te ontwikkelen zoals de voorgenomen fusie met Zorgpartners en de intensieve samenwerking met drie Zuid-Hollandse ziekenhuizen (zie hoofdstuk 2.2). Tevens is meer tijdelijk personeel aangetrokken om de (medische) bedrijfsvoering en veranderingsprocessen zoals de vorming van RVE’s te ondersteunen. Hoewel het karakter van deze lastenverzwaring tijdelijk is, heeft het GHZ zich, mede met het oog op prijsontwikkelingen in de markt, genoodzaakt gevoeld eind 2007 een budgettaakstellingsprogramma te initiëren gericht op efficiencyverhoging van bedrijfsprocessen en kostenverlaging. Het GHZ verwacht voor 2008 een resultaat dat zich rond de nullijn zal bevinden. Investeringen Het investeringsniveau in 2007 van € 20,3 miljoen ligt € 2,1 miljoen lager ten opzichte van de gedane investeringen in 2006. De belangrijkste investeringen die zijn gerealiseerd betreffen de nieuwbouwprojecten op de Bleulandlocatie. Hierdoor is het saldo van het onderhanden werk met betrekking tot dit bouwproject afgenomen met € 16,7 miljoen tot € 13,5 miljoen. Tevens is voor € 7,3 miljoen geïnvesteerd in medische apparatuur, automatisering en inventarissen. Vooruitblikkend naar 2008 zijn als belangrijke investeringen te benoemen een CT scan, een MRI en aanbesteding van bouwdeel G waarin de poliklinieken en verpleegafdelingen van de Jozeflocatie naar verwachting eind 2010 worden ondergebracht. Om deze belangrijke investeringen goed te kunnen begeleiden en om voldoende investeringsruimte te behouden, met het zicht op de consequenties van de bouwactiviteiten, is besloten het investeringsniveau 2008 te beperken. Productie Het externe budget, geschoond voor de invloed van kapitaallasten, vergoedingsysteem assistenten in opleiding (AIO’s) en budgetaanpassingen voorgaande jaren, is toegenomen met circa 6,5%. De belangrijkste productieparameters op basis waarvan deze stijging is gerealiseerd, zijn de eerste polikliniekbezoeken (+ 5,7%), opnamen (+ 6%) en dagbehandelingen (+ 19,6%). De omzet van DBC’s in het B-segment is toegenomen met € 1,1 miljoen (+ 11,3%). De stijging van de overige bedrijfsopbrengsten heeft met name betrekking op de subsidie AIO’s van € 4,7 miljoen en de toegenomen activiteiten van Groene Hart Extra Zorg bv van € 0,4 miljoen. Voor 2008 wordt een verdergaande productiegroei verwacht van 3,5%. Personeel Ten opzichte van 2006 is het aantal fulltime eenheden bij een gestegen productieniveau van 6,5% vrijwel op gelijk niveau gebleven. Het is voor het GHZ op verschillende werkterreinen uitermate lastig om goed gekwalificeerd personeel aan te trekken. De komende jaren staan in het teken van efficiencyverbetering in onze bedrijfsprocessen, om zo deze personeelskrapte op te vangen. Gebeurtenissen na balansdatum Op 21 mei, na vaststelling van de jaarrekening, heeft de Minister van VWS per brief aangegeven dat de FB systematiek voor 2009, en mogelijk ook voor latere jaren, gehandhaafd blijft. Eén van de twee pijlers waarop uitvoering van Richtlijn 655 is gestoeld, komt hiermee vooralsnog te vervallen. Het GHZ heeft besloten dat de effecten van de verwerking van Richtlijn 655 (afboeking van de immateriële vaste activa) in de jaarrekening 2007 niet worden hersteld. Het GHZ kiest voor aanpassing van het resultaat en eventueel de vergelijkende cijfers in de jaarrekening 2008.
40
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 4
Zorgvernieuwingen
BabyBeeld Met BabyBeeld kunnen ouders van wie hun kindje is opgenomen op de couveuse unit van de afdeling Kindergeneeskunde via een internetverbinding thuis hun kindje zien. Boven de couveuses hangt een webcam. Deze camera zendt de beelden via een internetverbinding naar een afgesloten website. De realisatie hiervan in 2007 is mede mogelijk gemaakt door Stichting Dada. Observatorium Met de opening van de nieuwe SEH, in april 2007, kreeg de afdeling SEH de beschikking over een nieuwe spoedverpleegafdeling: het Observatorium. Het Observatorium is bedoeld voor patiënten die vanwege hun ziektebeeld nog ter observatie moeten blijven of voor patiënten die na opname op de SEH moeten wachten op (de uitslag van) een CT-scan, echo of ander onderzoek. Het Observatorium verbetert de doorstroming van patiënten op de SEH en ontlast de verpleegafdelingen, doordat zij minder kortdurende opnames hoeven op te nemen. Als één van de weinige ziekenhuizen in Nederland beschikt het GHZ over een Observatorium waar patiënten ná onderzoek op de SEH terecht kunnen. Thuiscontrole hoogrisicozwangerschappen Het GHZ start als eerste ziekenhuis in de regio met het thuismonitoren van hoogrisicozwangerschappen. Een gespecialiseerd verpleegkundige van de afdeling Gynaecologie/Verloskunde brengt dagelijks een bezoek aan de zwangere vrouw thuis, zodat vroegtijdige opname in het ziekenhuis voorkomen wordt. Dit nieuwe zorgaanbod biedt de patiënt extra service en gemak. De eerste patiënten zijn erg enthousiast over de mogelijkheden die thuiscontrole biedt. Valkliniek In mei is het zorgaanbod van het GHZ uitgebreid met een valkliniek. De valkliniek richt zich op ouderen die door een onduidelijke oorzaak ten val zijn gekomen. Op de valkliniek wordt door een multidisciplinair team bestaande uit: een klinisch geriater, een verpleegkundige ouderenzorg en een fysiotherapeut, onderzocht wat de onderliggende oorzaak van de val is. Het GHZ is het eerste ziekenhuis in de regio met een valkliniek. Nieuwe behandelmethode Non Hodgkin patiënten Voor patiënten met Non Hodgkin heeft het GHZ sinds 2007 een nieuwe behandelmethode door middel van radio-immunotherapie (RIT). In 2005 is deze methode in Nederland geïntroduceerd voor patiënten met een laaggradig Non Hodgkin lymfoom (NHL). Het GHZ is het eerste ziekenhuis in de regio waar de nieuwe behandelmethode kan worden gebruikt. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Step-down unit In december 2007 is de step-down unit op de afdeling Longgeneeskunde officieel in gebruik genomen. Deze unit bestaat uit een kamer met twee bedden waar IC-patiënten, die niet meer IC behoeftig zijn maar nog wel intensieve zorg behoeven, terechtkunnen. De realisatie van de step-down unit zorgt voor een snellere doorstoom van patiënten. De verwachting is dat patiënten ongeveer vijf dagen eerder van de IC af kunnen. Hierdoor kan de IC meer patiënten behandelen.
41
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 5
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
4.8
ECG digitaal In 2007 hield het GHZ op de afdeling Cardiologie een pilot digitale ECG. Elektronisch aanvragen, opslaan, verslaan, opvragen en archiveren levert vele voordelen op. Naast een grotere betrouwbaarheid en nauwkeurigheid, is een groot voordeel dat de ECG’s te allen tijde opvraagbaar zijn vanaf elke computer. Door striktere eisen komt het de patiëntveiligheid (identificatie) en kwaliteit ten goede. Ruim 30 huisartsen werken met digitale ECG’s, zij kunnen in hun eigen praktijk bij patiënten onmiddellijk een ECG maken, overleggen met het GHZ en sneller handelen. Een bijkomend voordeel is dat zij de ECG die ze maken, zelf kunnen zien. Gecombineerde spreekuren In 2007 is het GHZ gestart met een gecombineerd spreekuur Urologie/Gynaecologie speciaal voor vrouwen met blaasproblemen in combinatie met prolaps. Tijdens het spreekuur wordt de patiënt onderzocht door zowel de uroloog, gynaecoloog als de bekkenfysiotherapeut. De uitslag van de onderzoeken wordt direct door de specialisten met de patiënt besproken en het behandelplan wordt opgesteld. Ook is het GHZ in 2007 gestart met een gecombineerd avondspreekuur voor de behandeling van varices. Het avondspreekuur wordt gehouden door een vaatchirurg en een dermatoloog. Daarnaast is een vaatlaborant aanwezig om (indien nodig) een duplex-onderzoek bij de patiënt uit te voeren. Meer comfort voor patiënten en bezoekers In 2007 heeft het GHZ de service voor patiënten en bezoekers uitgebreid. In 2007 introduceerde het ziekenhuis o.a.: roomservice, het comfortpakket, Zaterdag Lekker Anders (luxe broodmaaltijd) en een reisinformatiescherm in de centrale hal. Uitbreiding www.ghz.nl Eind 2007 is de website uitgebreid met een medische encyclopedie met betrouwbare en actuele informatie over 4.500 ziektes, klachten, aandoeningen en behandelwijzen. Daarnaast is Vera, een digitaal verpleegkundige, geïntroduceerd. Bezoekers van de site kunnen Vera vragen stellen, een team van verpleegkundigen beantwoordt deze.
42
Maatschappelijk verslag, hoofdstuk 5
Inhoudsopgave jaarrekening Stichting Groene Hart Ziekenhuis 2007
5.1
5.1.12
5.2
5.3
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2007
2
5.1.1
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
2
5.1.2
GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007
3
5.1.3
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2007 (INDIRECTE METHODE)
4
5.1.4
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5
5.1.5
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
7
5.1.6
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT IMMATERIELE VASTE ACTIVA
5.1.7
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA
18
5.1.8
SPECIFICATIE ULTIMO 2007 ONDERHANDEN- EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN
19
5.1.9
OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2007
20
5.1.10
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007
21
5.1.11
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
26
ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
27
5.1.13
27
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS EN RESULTATENREKENING 2007
OVERIGE GEGEVENS
28
5.2.1
VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING
28
5.2.2
RESULTAATBESTEMMING
28
5.2.3
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
28
5.2.4
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
28
5.2.5
ACCOUNTANTSVERKLARING
28
BIJLAGEN 5.3.1
31
BALANS PER 31 DECEMBER 2007 EN RESULTATENREKENING OVER 2007 STICHTING ZORGGROEP GROENE HART
1
18
Jaarrekening
31
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Deel B: Jaarrekening
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2007 5.1.1
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
2
Jaarrekening
3
GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.2
5.1.3
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2007 (INDIRECTE METHODE)
Conform 5.1.5.8 en 5.1.5.13 onderdeel mutatie bank- en bouwkrediet.
4
Jaarrekening
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen Groepsverhoudingen en Consolidatie: Met ingang van juli 2005 is los van het Groene Hart Ziekenhuis de Stichting Zorggroep Groene Hart opgericht. Stichting Zorggroep Groene Hart is 100% aandeelhouder van Holding Groene Hart B.V. De holding heeft 3 dochtervennootschappen, Groene Hart Extra Zorg B.V. Groene Hart Diensten B.V. en Vastgoed Groene Hart B.V. De activiteiten in 2007 zijn gering van omvang, de totale omzet bedroeg € 541.088 en is volledig gegenereerd door Groene Hart Extra Zorg B.V. Vanwege de geringe omvang is besloten om de gelieerde activiteiten wel te consolideren maar geen separate enkelvoudige jaarrekeningen in het jaardocument op te nemen, maar een verkorte geconsolideerde balans en resultatenrekening van de Stichting Zorggroep Groene Hart. De Stichting Groene Hart Ziekenhuis te Gouda treedt op als groepshoofd van de consolidatie. In de consolidatie worden opgenomen de financiële gegevens van rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Groene Hart Ziekenhuis beslissende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen. Intercompany-transacties en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening: De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Uitvoeringsbesluit WTZi en de Richtlijn Zorginstellingen. Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. De jaarrekening is opgesteld na winstbestemming. Vergelijking met voorgaand jaar: De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn, conform de Uitvoeringsbesluit WTZi toegepast en zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde, tenzij specifiek anders vermeld. Toelichtingen op de posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingskosten onder aftrek van jaarlijkse lineaire afschrijvingen. WTZi-vergunningsplichtige vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste van de verkrijgings- of vervaardigingprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag. Het meerdere boven het goedgekeurde investeringsbedrag wordt ten laste van de resultatenrekening gebracht.
5
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.4
Voor WTZi-vergunnings- en meldingsplichtige vaste activa en WMG-gefinancierde vaste activa waarvoor in de bekostigingssystematiek geen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan de in de bekostigingssystematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat, zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de economische levensduur. Op de in ontwikkeling en/of aanbouw zijnde materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Financiële vaste activa Financiële vaste activa betreffen langlopende vorderingen die zijn opgenomen voor de nominale waarde. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijzen onder aftrek van een benodigde voorziening voor incourantheid. Onderhanden werk DBC’s Het onderhanden werk DBC’s wordt bepaald op basis van de DBC's die ultimo 2007 openstaan. Waardering van deze DBC's vindt plaats op basis van verrichtingen vermenigvuldigd met de kostprijzen. Hierbij wordt het honorariumdeel van vrijgevestigde medisch specialisten niet meegenomen. Bij de waardering van het onderhanden werk A-segment wordt een opslag voor dekking kapitaalslasten meegenomen. Het B-segment is bepaald onder aftrek van het deel van de kapitaalslasten dat in de tarieven verrekend dient te worden. Daarnaast wordt het (gemiddelde) ziekenhuisspecifieke verrekentarief berekend over het onderhanden werk voor het A-segment. Voor zwevende verrichtingen en DBC-trajecten die mogelijk niet geaccodeerd worden is een voorziening getroffen ter waarde van € 385.000. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen onder aftrek van een voorziening op grond van verwachte oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Egalisatierekening afschrijvingen De toevoegingen en onttrekkingen aan de egalisatierekening afschrijvingen zijn gebaseerd op de geldende richtlijnen van de NZa. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Voor een uiteenzetting van de grondslagen voor waardering per individuele voorziening wordt verwezen naar de toelichting bij 5.1.5.11.
6
Jaarrekening
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn en lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn. Overige baten en lasten uit voorgaande jaren die dit jaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen Het ziekenhuis heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds PGGM. Het ziekenhuis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij PGGM, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het ziekenhuis heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde bijdrageregeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
5.1.5
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
Wijziging bekostiging kapitaallasten en aanpassing Regeling verslaggeving WTZi en Richtlijn 655 Zorginstellingen Met de brieven van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van 13 juni 2007 (kenmerk CZ/TSZ/2771129) en 9 juli 2007 (kenmerk MC-U-2783995) en de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi van 13 december 2007 zijn belangrijke wijzigingen in de regelgeving rondom zorgvastgoed en de bekostiging van vaste activa aangekondigd. Per 1 januari 2008 is het bouwregime voor ziekenhuizen afgeschaft; hierdoor ontstaat meer vrijheid in bouwen, maar tevens zal de garantie van het Ministerie van VWS op de vergoeding van afschrijvingen en regelasten vervallen, naar verwachting met ingang van boekjaar 2009. Het risico van de dekking van kapitaallasten van het vastgoed ligt daardoor geheel bij de zorginstellingen. Richtlijn 655 Zorginstellingen is begin 2008 en met ingang van boekjaar 2007 aangepast aan het vervallen van het bouwregime en de voorgenomen wijzigingen in de bekostiging van de kapitaallasten van het vastgoed per 1 januari 2009. Door de wijziging van de bekostigingssystematiek komt een einde aan verwerking en waardering van vaste activa (met name vastgoed) op grond van de bekostigingsvoorschriften. De verwerking en waardering van vaste activa zal in de toekomst volledig volgens de algemene verslaggevingsregels van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen van voor de jaarverslaggeving plaatsvinden. Voor de jaarrekening 2007 zijn voor de immateriële en materiële vaste activa in alinea 309 tot en met 315 van RJ 655 de effecten opgenomen. Immateriële vaste activa Onder de immateriële vaste activa kunnen tot en met 2006 posten zijn opgenomen die door het vervallen van de integrale vergoeding voor afschrijvingslasten niet langer voor verwerking in de balans in aanmerking komen.
7
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Voor zover in 2008 of latere jaren nog specifieke vergoedingen worden ontvangen, zijn deze eind 2007 als vordering opgenomen onder de financiële vaste activa en vorderingen. Posten als bouwrente, plankosten en enkele overige posten zijn toegevoegd aan de materiële vaste activa, voor zover zij hiervoor in aanmerking komen. Posten die niet langer voor activering in aanmerking komen, met een boekwaarden van € 2.853.200, zijn als bijzondere post ten laste van de resultatenrekening 2007 gebracht. Materiële vaste activa Het vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke afschrijvingskosten van vaste activa was opgenomen, kan ook gevolgen hebben voor de waardering van de materiële vaste activa. Het vervallen van het stelsel van bekostiging (of buitengebruikstelling) kan worden aangemerkt als een aanwijzing voor de aanwezigheid van een bijzondere waardevermindering overeenkomstig hoofdstuk 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Posten die niet langer voor activering in aanmerking komen, met een boekwaarden van € 2.963.900, zijn als bijzondere post ten laste van de resultatenrekening 2007 gebracht. Voor Stichting GHZ betekent het voorgaande dat in de jaarrekening 2007 immateriële en materiële vaste activa uit 2006, met een boekwaarde per 31 december 2007 van in totaal € 5.641.020, als bijzondere post ten laste van de resultatenrekening 2007 wordt gebracht en voor € 176.080 onder de vorderingen opgenomen betreffende nog te ontvangen specifieke bekostiging in het jaar 2008. Vanwege de landelijke onzekerheden over de hoogte van de toekomstige opbrengsten en het ontbreken van een uniform kader van ervaringsnormen voor bijvoorbeeld een bedrijfswaardeberekening is, overeenkomstig RL 655 Zorginstellingen, de boekwaarde van de materiële vaste activa ad € 85.591.000 per 31 december 2007 ongewijzigd. De werkelijke waarde is echter niet eenduidig te bepalen en kan van de boekwaarde afwijken. In samenhang met het niet aanpassen van de boekwaarde van de (instandhoudings)investeringen, is ook de waardering van de egalisatierekening afschrijving instandhouding met een saldo ad € 956.481 per 31 december 2007 niet aangepast. In dit verband valt op te merken dat de waarde van het terrein zoals deze is vastgesteld in het kader van de WOZ-waardebepaling, waardepeildatum 1 januari 2007 € 9.613.000 bedraagt tegen een huidige boekwaarde van € 1.184.400.
8
Jaarrekening
Voor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa verwijzen wij naar het mutatie-overzicht onder 5.1.6.
5.1.5.2 Materiele vaste activa
Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep verwijzen wij naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7. In toelichting 5.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
9
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.5.1 Immateriële vaste activa
5.1.5.3 Financiële vaste activa
Groha en Groha II zijn “lege” vennootschappen en worden in 2008 geliquideerd. De leningen Stichting Gezondheidszorg Projecten MeesPierson Intertrust zijn verstrekt tegen 3,78% en worden in 2008 volledig afgelost en zijn derhalve opgenomen onder de overlopende activa. 5.1.5.4 Voorraden
Een voorziening voor incourantheid wordt niet nodig geacht.
5.1.5.5 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s
10
Jaarrekening
De debiteuren zijn opgenomen rekening houdend met een afwaardering voor het risico van oninbaarheid, waarvan het verloop als volgt weer te geven is:
5.1.5.7
Vorderingen van financieringstekort en schulden van financieringsoverschot
11
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.5.6 Vorderingen en overlopende activa
5.1.5.8 Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
5.1.5.9 Eigen vermogen
12
Jaarrekening
De bestemmingsreserve afschrijving inventarissen wordt opgebouwd door de over/onderschrijdingen van de in het budget aanvaardbare kosten specifiek voor afschrijvingen medische apparatuur en overige inventarissen opgenomen bedragen. Voorzover de afschrijvingslasten in enig jaar hoger zijn dan het daarvoor in het budget begrepen bedrag wordt het meerdere onttrokken aan de reserve zolang het saldo daarvoor toereikend is. De bestemmingsreserve opbouwfonds wordt gevormd vanwege uitgaven die zijn voorzien in een meerjarenplan en die niet kunnen worden gefinancierd uit reguliere exploitatie en/of investeringsruimte. De algemene reserve is ontstaan uit niet collectief gefinancierde activiteiten. De mutatie in de bestemmingsreserve parkeerfaciliteiten wordt bepaald door het saldo van deze activiteit, zijnde het verschil tussen de opbrengsten van de parkeerfaciliteiten en de afschrijvingen, rentekosten, onderhoudskosten en overige exploitatielasten. De reserve inzake projecten Niet Noodzakelijke Bestanddelen (NNB) is ontstaan door het resultaat uit de exploitatie van twee ruimten die verhuurd zijn aan derden. De reserve van Stichting Zorggroep Groene Hart is ontstaan door verliezen vanaf het startjaar 2005.
13
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
De reserve aanvaardbare kosten wordt opgebouwd door toevoeging/onttrekking uit het resultaat van het boekjaar onder aftrek van de bij de winstbestemming bepaalde overige posten en dient ter dekking van eventuele negatieve resultaten.
De solvabiliteit op basis van het totale vermogen per 31 december 2007 in relatie tot het risicobudget 2007 komt uit op 6,6%, in 2006 11,8%. Hierin is in 2006 een correctie verwerkt betreffende de niet WTZi/WMGgefinancierde vaste activa te weten 25% van de boekwaarde, conform de toenmalige WƒZ normen, zijnde 1,6%. Exclusief de afwaardering immateriële- en materiële vaste activa komt de solvabiliteit uit op 11,6%. De bestemmingsreserve afschrijving inventarissen/opbouwfonds buiten beschouwing latend, komt de solvabiliteit uit op 2,8% ten opzichte van 6,8% in 2006.
5.1.5.10 Egalisatierekening afschrijvingen instandhouding
Op de egalisatierekening afschrijvingen wordt het verschil verwerkt tussen het in het budget opgenomen bedrag voor afschrijvingen instandhoudinginvesteringen en de afschrijvingen van de werkelijke gerealiseerde instandhoudinginvesteringen, zoals vermeld in het verloopoverzicht van de materiële vaste activa. Instandhoudinginvesteringsruimte: De opgebouwde investeringsruimte is als volgt te specificeren, overeenkomst NZA rekenstaat:
14
Jaarrekening
Trekkingsrechten: De opgebouwde trekkingsrechten zijn als volgt te specificeren, in overeenstemming met NZA rekenstaat op basis van klasse 3, waarbij rekening gehouden is met een toeslag van 100%, conform de indeling in klasse 4 zoals vermeld in de beschikking van 18 september 2001:
De trekkingsrechten zullen conform het lange termijn huisvestingsplan (LTHP) voor circa € 2,7 miljoen aangewend worden voor instandhoudingprojecten 2007-2010. Daarnaast is bij de projectfinanciering vernieuwbouw rekening gehouden met € 5,8 miljoen aan LTHP projecten en voor € 23 miljoen aan projecten die uit de trekkingsrechten worden gefinancierd.
5.1.5.11 Voorzieningen
De voorziening financieringsrisico’s dient ter dekking van het risico op mogelijk toekomstig niet realiseren van gedeclareerd wettelijk budget (inclusief bijzondere waardeverminderingen) of overige opbrengsten. De voorziening groot onderhoud dient ter dekking van het periodiek groot onderhoud van de terreinen en gebouwen en is gebaseerd op een lange termijn onderhoudsplan. De voorziening claims, geschillen en rechtsgedingen dient ter dekking van het eigen risico voortvloeiende uit eventuele aansprakelijkheidsstellingen. De voorziening jubileumuitkeringen dient ter dekking van toekomstige aanspraken op bijzondere uitkeringen aan het personeel zoals zijnde jubilea.
15
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
De lopende investeringsprojecten die gemeld zijn, leggen volledig beslag op de beschikbare investeringsruimte per 31 december 2007. De investeringen in het boekjaar betreffen, per saldo, de in 2007 gereedgekomen projecten (zie 5.1.8).
De voorziening WAO dient ter dekking van kosten betreffende langdurige zieken die mogelijk leiden tot een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, evenals de verplichting ten aanzien van de suppletie van de aanwezige arbeidsongeschiktheid.
5.1.5.12 Langlopende schulden
De opgenomen leningen van € 7,4 miljoen zijn afgesloten voor de financiering van investeringen in inventarissen en (medische) apparatuur alsmede instandhoudingprojecten. De verstrekte zekerheden betreffende de lening parkeergarage zijn als volgt: • negatieve/positieve hypotheekverklaring betreffende de parkeergarage staande en gelegen te Gouda, aan de Bleulandweg 10, kadastraal bekent Gemeente Gouda, nummer 2001 sectie H • geen zekerheden ten behoeve van derden te verstrekken • de parkeergarage niet, zonder schriftelijke toestemming, nog geheel of gedeeltelijk te verkopen of op andere wijze geheel of gedeeltelijk te vervreemden of met hypotheek of enig beperkt recht te bezwaren. Een gedetailleerd overzicht van het verloop van de langlopende schulden en zekerheden is opgenomen onder 5.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007. Hierbij dient met het volgende rekening gehouden te worden: - Alle leningen worden lineair afgelost - Bij de Rabobank geldt een positieve/negatieve hypotheekverklaring naar rato - Leningen met een * hebben geen jaarlijkse aflossingsverplichtingen.
16
Jaarrekening
5.1.5.14 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Op beperkte schaal zijn er langlopende huurcontracten ten aanzien van gebouwen en kantoorapparatuur. Op het gebied van medische apparatuur zijn langjarig onderhoudscontracten afgesloten. De actuele huur en leaseverplichtingen bedragen voor:
De looptijden liggen tussen de drie en zes jaar. De Stichting Groene Hart Ziekenhuis heeft in 2007 twee verhuurovereenkomsten afgesloten. Bij het WƒZ zijn leningen geborgd waardoor een verplichting kan ontstaan van 3% van de stand per 31 december 2007 ad € 35.691.072 zijnde € 1.070.000; in het uiterste geval kan het WƒZ deze opeisen in de vorm van een renteloze lening. Inzake Onderlinge Waarborgmaatschappij Centramed B.A. zijn garantstellingen afgegeven voor € 275.988. De Stichting Groene Hart Ziekenhuis en de Stichting Sint Jozef Paviljoen hebben een verschil van inzicht ten aanzien van de verwerking van de boekwinst van de Jozef locatie bij de voorgenomen verkoop hiervan door de Stichting Sint Jozef Paviljoen. Hierover loopt een juridische procedure. De uitkomst hiervan kan in de toekomst financiële consequenties tot gevolg hebben voor het Groene Hart Ziekenhuis die nu nog niet zijn in te schatten.
17
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.5.13 Overige schulden en overlopende passiva
18
Jaarrekening
2,5 6.294.154
6.294.154 0
afgeschr.
01-01-07
2007
Invest.
Aanschafwaarde in € Terugn.geh.
Per
0
2
5
5
Gebouwen
Verbouwingen
Installaties
Instandhouding
20
Auto's
Totaal materiële vaste activa
118.282.077
2.688.084
20.318.889
3.298.638
135.912.882
8.223.643
0
4.925.005
2.875.000
423.638 275.100
2.875.000
423.638
32.723
4.617.182
39.743.409
1.648.412
6.328.476
109.776
4.340.877
27.315.868
18.111.099
624.906
8.466.080
9.020.113
69.834.731
13.545.650
7.047.385
12.494.490
34.158.173
2.589.033
31-12-07
Per
6.294.154
6.294.154
31-12-07
Per
275.100
0
Pand Ridder van Catsweg
Lampion
32.723
4.617.182 0
Parkeergarage: installaties
1.648.412 7.310.912
0
7.500
1.778.000
3.877.000
0 1.739.517
1.739.517
34.172.014
6.328.476
102.276
2.562.877
25.178.385
42.625 3.161.724
21.782
582.281
562.435
2.556.664
14.971.157
7.925.427
21.782
6.547.615
6.463.449
(16.719.385) 926.785
108.000 2.996.000
64.213.901
926.785
19.027.000
1.136.000
2007
30.265.035
4.978.170
12.386.490
15.131.173
1.453.033
afgeschr.
01-01-07
Invest.
Aanschafwaarde in € Terugn.geh.
Per
Onderhanden projecten
4
10
Parkeergarage
Niet WTZi/WMG-gefinancierde vaste activa
Onderhanden projecten
10/20
20
Automatisering
Diverse projecten
10
Inrichting en medische apparatuur
WMG gefinancierde vaste activa
Onderhanden projecten
5
10
Trekkingsrechten
WTZi instandhoudingsplichtige vaste activa
Onderhanden projecten concentratiebouw
0/5
Terrein
WTZi vergunningsplichtige vaste activa
%
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa:
5.1.7
Totaal immateriële vaste activa
Aanloop en stichtingskosten
WTZi/WMG-vergunningsplichtige vaste activa
%
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT IMMATERIELE VASTE ACTIVA
Immateriële vaste activa:
5.1.6
0
40.361.061
465.305
3.023
462.282
13.458.114
2.735.476
42.276
773.677
9.906.685
4.227.576
2.891.927
1.335.649
22.210.066
4.455.070
8.301.390
9.199.573
254.033
2006
tot en met
3.251.054
3.251.054
2006
tot en met
0
2.688.084
0
1.739.517
1.739.517
21.782
21.782
926.785
926.785
afgeschr.
Terugn.geh.
afgeschr.
Terugn.geh.
9.802.499
245.300
57.500
3.300
184.500
4.681.800
633.000
21.500
869.300
3.158.000
1.262.199
762.235
499.964
3.613.200
520.800
599.400
2.421.600
71.400
2007
In
Afschrijvingen in €
189.900
189.900
2007
In
Afschrijvingen in €
2.963.900
837.800
454.800
383.000
2.126.100
1.732.000
394.100
minderingen
Waardever-
2.853.200
2.853.200
minderingen
Waardever-
50.439.376
710.605
0
57.500
0
6.323
646.782
16.400.397
0
3.368.476
63.776
1.642.977
11.325.168
6.305.793
0
4.087.180
2.218.613
27.022.581
0
4.049.085
10.632.790
12.015.273
325.433
2007
tot en met
6.294.154
6.294.154
2007
tot en met
31-12-07
77.921.016
4.459.700
275.100
0
0
29.700
4.154.900
20.713.900
0
3.593.000
60.000
1.789.200
15.271.700
10.743.581
582.281
5.033.500
5.127.800
42.003.835
30.265.035
523.100
4.085.100
5.931.600
1.199.000
01-01-07
Per
0 0
85.473.506
7.513.038
275.100
2.817.500
423.638
26.400
3.970.400
23.343.012
1.648.412
2.960.000
46.000
2.697.900
15.990.700
11.805.306
624.906
4.378.900
6.801.500
42.812.150
13.545.650
2.998.300
1.861.700
22.142.900
2.263.600
31-12-07
Per
Boekwaarde in €
3.043.100
3.043.100
01-01-07
Per
Boekwaarde in € Per
19
Jaarrekening
CSZ/ZT2130391 M03580/Bg A04132
A04118 A04118 CSZ/ZT2130391
A0432 CSZ/ZT2130391 CSZ/ZT2130391
A.291.18.0.92.N2 A.293.18.0.03.M.2 3176
3170 3170 A.291.18.0.92.N2
A.291.18.0.92.N2 A.291.18.0.92.N2 A.291.18.0.92.N2
07-07-05 27-11-00 27-11-00
15-12-04 15-12-04 27-11-00
27-11-00 16-07-03 18-10-04
Bouwdeel Lampion Energie bodemopslag Terreinvoorzieningen Vernieuwbouw
Bouwdeel interval Bouwdeel interval II Gevelrenovatie
Concentratienieuwbouw Ketelhuis Bouwdeel F
Omschrijving
instandh.
vergunning vergunning vergunning
vergunning LTHP vergunning
vergunning vergunning vergunning
WTZi-type
M03580/Bg A04132
A04118 A0432 CSZ/ZT2130391
A.293.18.0.03.M.2 3176
3170 A.291.18.0.92.N2 A.291.18.0.92.N2
Totaal trekkingsrecht en instandhouding
Briefnr.
Projectnr.
15-12-04 07-07-05 27-11-00
16-07-03 18-10-04 vergunning vergunning vergunning vergunning vergunning vergunning
Verg/LTHP instandh. instandh. instandh. instandh.
Werktuigbouwkundige installaties, koudecentrale en liftinstallaties Vernieuwbouw Verbouwingen Bouwdeel Lampion Personeelspassysteem Correcties nacalculaties Instandhoudingsprojecten
vergunning vergunning
WTZi-type
Bouwdeel interval Bouwdeel Lampion Terreinvoorzieningen
Ketelhuis Bouwdeel F
Projectgegevens Datum Omschrijving
SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREED GEKOMEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)
Totaal trekkingsrecht en instandhouding
Briefnr.
Projectgegevens Datum
2.000.000 280.000 276.664 562.435 3.119.099
194.000
1.162.000 23.159.000
3.622.000 3.065.000 1.136.000
1.114.000 13.060.000
WTZi
0 624.906
0 156.148 0 13.545.650
0 0 20.237
0
0
0
2.875.000
2.875.000
Investeringen in € WMG Overige
(920.231)
(1.136.000) (28.228.000)
1.046.618 11.508.615
962.856
(7.940.000)
(1.764.000) (1.858.000)
2.885.947
361.142
1.659.647 116.647 5.438.614
t/m 2007 gereed onderhanden (1.356.000) 13.369.265 (1.114.000) 0 (13.060.000) 0
Investeringen in € 2007
2.000.000 280.000 276.664 562.435 3.119.099
194.000
1.162.000 26.034.000
3.622.000 5.940.000 1.136.000
1.114.000 13.060.000
Totaal
3.255.617
10.143.689
1.760.125 700.000
bedrag 97.167.988 1.135.541 13.780.364
Nominaal
10.319.675 0 3.337.007
1.768.675 700.000 0
100.000 14.000 13.800 56.200 184.000
9.700
58.100 1.467.900
905.500 118.800 56.800
100.000 14.000 13.800 28.100 155.900
9.700
58.100 1.301.700
181.100 297.000 56.800
Toekomstige lasten AfschrijRenteving WTZi kosten 55.700 55.700 273.000 653.000
81.390
175.986
8.550
3.252.600 28.388 279.333
goedkeuring 100.420.588 1.163.929 14.059.697
Goedkeuringen Index Aangepaste
2007
2007
2006 2006
oplev. 2007 2005 2007
Jaar v.
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Trekkinsrecht Trekkinsrecht Trekkinsrecht Instandhoud.
Verbouwing
Installaties
Gebouwen Gebouwen Terreinvoorz.
Activa post Installaties Gebouwen
582.281
5.054.053 156.148 89.382 30.265.035
20.237
3.260.858
13.065.618 997.353 7.621.386
t/m 2006
SPECIFICATIE ULTIMO 2007 ONDERHANDEN – EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)
Projectnr.
5.1.8
20
Jaarrekening
Datum
1983 1983 1984 1987 1988 1988 1981 1982 1989 1989 2001 2001 2005 2001 2004 2004 2005 2006 2006 2007 1990 1997 1998 1993 1993 1994 2004
BNG BNG BNG BNG Waterschapsbank Waterschapsbank BNG BNG Rabo PGGM BNG BNG BNG Rabobank BNG BNG Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank ABN-AMRO ABN-AMRO Rabobank v Iterson* de Wijk/Exploitatie* de Wijk/Bevordering* BNG Vruchtgebruik vergoeding Totaal
€ 1.361.341 1.361.341 1.116.299 404.318 2.112.884 1.815.121 2.268.901 1.361.341 1.633.609 2.268.901 476.470 1.489.606 4.450.000 3.312.596 4.370.000 5.390.000 3.990.000 4.360.000 7.000.000 7.400.000 2.223.523 4.084.022 3.176.462 791.054 680.670 110.384 4.200.000 350.358 73.559.201
Hoofdsom
25
8 8 8 20 10 10
40 40 40 25 40 40 40 40 30 40 10 10 5 25 19 7
Totale looptijd % 3,980 4,140 4,220 7,280 4,590 5,100 4,470 4,500 5,350 4,250 4,340 4,420 3,098 3,827 4,231 3,244 2,631 3,233 3,941 4,581 6,450 5,850 5,030 3,616 3,616 3,616 4,860
Werkelijke rente
416.911 408.403 635.293 791.054 680.670 110.384 3.864.000 206.639 43.750.681
€ 544.534 544.534 474.430 80.862 1.162.124 998.317 850.836 544.534 707.895 1.304.608 178.675 638.402 3.560.000 2.650.076 3.910.000 3.850.000 3.277.500 4.360.000 7.000.000
Restschuld 31-12-06
OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2007
Leninggever
5.1.9
7.400.000
7.400.000
€
Nieuwe leningen in 2007 € 34.034 34.034 27.907 16.173 52.820 45.378 56.723 34.034 54.454 56.723 59.559 212.803 890.000 132.504 230.000 770.000 570.000 545.000 875.000 0 111.176 408.402 317.646 0 0 0 168.000 206.639 5.909.009
Aflossing 2007
510.500 510.500 446.523 64.689 1.109.304 952.939 794.113 510.500 653.441 1.247.893 119.116 425.599 2.670.000 2.517.572 3.680.000 3.080.000 2.707.500 3.815.000 6.125.000 7.400.000 305.735 0 0 791.054 680.670 110.384 3.696.000 0 44.924.032
Restschuld 31-12-07
340.330 340.330 306.988 0 845.204 726.049 510.498 340.330 381.171 964.278 0 0 0 1.855.052 2.530.000 0 0 1.090.000 1.750.000 2.775.000 0 0 0 791.054 680.670 110.384 2.856.000 0 19.193.338
Restschuld over 5 jaar
Aflossingswijze
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair afl.vrij afl.vrij afl.vrij 22 lineair lineair
Rest looptijd in jaren eind 2007 15 15 16 4 21 21 14 15 12 22 2 2 3 19 16 4 5 7 7 8 3 34.034 34.034 27.907 16.173 52.820 45.378 56.723 34.034 54.454 56.723 59.559 212.803 890.000 132.504 230.000 770.000 570.000 545.000 875.000 925.000 111.176 0 0 0 0 0 168.000 0 5.901.322
Aflossingen 2008
Gem.Gouda Gem.Gouda Gem.Gouda Gem.Gouda Gem.Gouda Gem.Gouda Rijk/WƒZ Rijk/WƒZ Rijk/WƒZ Rijk/WƒZ Rijk/WƒZ Rijk/WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ WƒZ geen geen geen geen geen geen geen geen
Gestelde zekerheden
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007
5.1.10.15 Wettelijk budget aanvaardbare kosten
21
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.10
5.1.10.16 DBC opbrengsten B-segment
5.1.10.17 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
5.1.10.18 Overige bedrijfsopbrengsten
5.1.10.19 Personeelskosten
22
Jaarrekening
5.1.10.21 Overige bedrijfskosten
23
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.10.20 Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa
5.1.10.22 Financiële baten en lasten
5.1.10.23 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders over het jaar 2007 is als volgt:
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders over het jaar 2007 is als volgt:
Met ingang van 2005 ontvangen de leden van de Raad van Toezicht een bezoldiging. De heer Meijerink heeft afgezien van zijn beloning als voorzitter. Het bedrag ad € 5.000 wordt overgemaakt aan Het Expertisecentrum.
24
Jaarrekening
25
Jaarrekening
Functionaris (functienaam)
206.840
Functionaris (functienaam)
01-07-04 119.161 27.793
146.954
117.633 27.912
145.545
Internist/ Intensivist
01-01-97
Geriater
Motivatie overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van onze ministers: Intensivist: beloning is marktconform in relatie tot kwaliteit van zorg. Kinderarts: beloning is marktconform in relatie tot kwaliteit van zorg. Voorzitter Raad van Bestuur: beloning is marktconform. Lid Raad van Bestuur: beloning is marktconform. Geriater: beloning is marktconform in relatie tot kwaliteit van zorg. Internist/Intensivist: beloning is marktconform in relatie tot kwaliteit van zorg.
In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Belastbaar loon ( in € ) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn ( in € ) 6 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband ( in € ) Totaal beloning in kader van de Wopt (4 t/m 6)
2 3 4 5
1
173.076
172.025
33.178
180.490
34.821
180.128
34.817
169.432
30.910
138.522
251.656
39.940
211.716
207.768
35.017
172.751
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
184.624
33.178
145.311
182.706
34.819
145.669
199.819
40.136
138.847
44.671
139.898
43.711
149.805
156.108
166.704
138.035
01-10-01
Intensivist
Intensivist Kinder-arts Kinder-arts Kinder-arts Kinder-arts Kinder-arts Kinder-arts Voorzitter Lid Raad van Raad van Bestuur Bestuur 01-12-04 01-05-05 01-11-88 01-05-98 01-07-01 01-06-78 01-05-91 01-08-05 01-09-03 01-10-05
Intensivist
Van de onderstaande functionarissen is een parttime factor van kracht:
In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Belastbaar loon ( in € ) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn ( in € ) 6 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband ( in € ) Totaal beloning in kader van de Wopt (4 t/m 6)
2 3 4 5
1
De bezoldiging van de functionarissen die over 2007 in het kader van de Wopt verantwoord worden is als volgt:
5.1.10.24 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
5.1.11
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
26
Jaarrekening
ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
5.1.13
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS EN RESULTATENREKENING 2007
Voor de toelichting op de enkelvoudige balans en resultatenrekening 2007 verwijzen wij naar de toelichting op de geconsolideerde balans en resultatenrekening 2007. Stichting Groene Hart Ziekenhuis zal haar vorderingen op Stichting Zorggroep Groene Hart en haar deelnemingen voor komend jaar (vanaf het moment van het opstellen van de jaarrekening) niet op korte termijn inbaar stellen zolang geen andere toereikende financieringsmogelijkheden aanwezig zijn.
27
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
5.1.12
5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1
VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING
De Raad van Bestuur heeft het Jaardocument, inclusief de jaarrekening vastgesteld in de vergadering van 29 april 2008. De Raad van Toezicht heeft het Jaardocument, inclusief de jaarrekening vastgesteld in de vergadering van 23 mei 2008.
5.2.2
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat wordt verdeel volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.
5.2.3
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Op 21 mei, na vaststelling van de jaarrekening, heeft de Minister van VWS per brief aangegeven dat hij de FB systematiek voor 2009 en mogelijk ook voor latere jaren handhaaft. Eén van de twee pijlers waarop uitvoering van Richtlijn 655 is gestoeld komt hiermee vooralsnog te vervallen. Het Groene Hart Ziekenhuis heeft besloten dat de effecten van de verwerking van Richtlijn 655 (afboeking van de immateriële vaste activa) in de jaarrekening 2007 niet worden hersteld. Het Groene Hart Ziekenhuis kiest voor aanpassing van het resultaat en eventueel de vergelijkende cijfers in de jaarrekening 2008.
5.2.4
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
D.J. Verbeek MHA, voorzitter
Drs. M.H. Meijerink, voorzitter
5.2.5
ACCOUNTANTSVERKLARING
De accountantsverklaring is opgenomen op de volgende pagina’s.
28
Jaarrekening
E.A.P.M. Thewessen, lid
29
Jaarrekening
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
30
Jaarrekening
31
Jaarrekening 80.000
15.558
6.940
80.000
15.553
(132.307)
Interest Resultaat uit deelnemingen Afschrijvingen Algemeen beheer RESULTAAT
0 (4) 73.075
73.071
0 3 138.058
138.061
RESULTATENREKENING OVER 2007 Omzet Kostprijs omzet
Lening o/g GHZ Aanloopkosten GHZ Kostprijs omzet GHZ Overlopende passiva GHZ Honorarium Specialisten Overige schulden derden TOTAAL PASSIVA
1.250 139.245
0 (63) 138.058
3.750 (129.130)
62.000 0 274.253 114.575 55.400 78.482 332.747 309.818
198.000 112.064 52.774
18.000 (71.020) (53.020)
32.966 128.352 309.818
148.500
600 556
0 (44)
4.673 21.426
18.000 (1.247) 16.753
13 21.413 21.426
587 548
0 (39)
956 18.265
18.000 (691) 17.309
10 18.255 18.265
Groene Hart Diensten B.V. 2007 2006
600 559
0 (41)
2.527 19.288
18.000 (1.239) 16.761
11 19.277 19.288
576 537
0 (39)
587 17.907
18.000 (680) 17.320
10 17.897 17.907
Vastgoed Groene Hart B.V. 2007 2006
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
(541.088) (148.882) 368.813 112.064 0 (172.275) (36.818) (59) 14.810 6.900 71.962 148.500 49.500 1.172 145.908 51.295 73.075 136.943 70.877
1.182 7.547
62.000
118.700 146.599 67.448 332.747
18.000 18.000 18.000 (227.860) (88.618) (212.880) (73.635) (207.963) (227.860) (88.618) (194.880) (55.635) (189.963)
15 25.923 7.547
Gestort kapitaal Overige reserves Eigen Vermogen
15 6.940
17 27.302 (129.130)
0
Groene Hart Extra Zorg B.V. 2007 2006
13 (132.307)
Holding Groene Hart B.V. 2007 2006
62.000 62.000 (194.320) (55.075) (156.449) (18.391)
Stichting Zorggroep Groene Hart 2007 2006
BALANS PER 31 DECEMBER 2007 EN RESULTATENREKENING OVER 2007 STICHTING ZORGGROEP GROENE HART
BALANS PER 31-12-2007 Vaste activa Leningen u/g Deelnemingen Onderhanden Werk Overige Vorderingen Liquide middelen TOTAAL ACTIVA
5.3.1
5.3 BIJLAGEN
I II
III IV V VI VII VIII IX
1
Vaststelling jaardocument Gegevens Digi/MV
2 3
A. Bijlagen bij hoofdstuk 2: Profiel van de organisatie A.1 Kernactiviteiten A.2 Kerngegevens
3 3 4
B. Bijlagen bij hoofdstuk 3: Governance B. 1 Bestuur en toezicht B.2 Wettelijke transparantie-eisen bestuur B.3 Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering
5 5 5 6
C. Bijlagen bij hoofdstuk 4: Beleid, inspanningen en prestaties C.1 Algemeen kwaliteitsbeleid C.2 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten C.3 Klachten C.4 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers C.5 Financieel beleid
7 7 7 7 7 8
Zorgbrede Govenance Code GHZ Verklaring Raad van Toezicht Nevenfuncties leden Raad van Bestuur Nevenfuncties leden Raad van Toezicht Wetenschappelijke publicaties medisch specialisten Personalia Lijst van afkortingen
Bijlagen
9 21 22 23 25 27 30
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Deel C: Bijlagen
I
Bijlage vaststelling jaardocument
Vaststelling Jaardocument Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van het Groene Hart Ziekenhuis verklaart hierbij dat het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2007 naar waarheid en in overeenstemming met de richtlijnen, zoals deze in 2007 van toepassing waren, is opgesteld. Gouda, woensdag 29 april 2008
Vaststelling Jaardocument Raad van Toezicht Het door de Raad van Bestuur vastgestelde jaardocument is goedgekeurd door de Raad van Toezicht op vrijdag 23 mei 2008 te Gouda.
2
Bijlagen
Gegevens Digi/MV
A.
Bijlagen bij hoofdstuk 2: Profiel van de organisatie
A.1 Kernactiviteiten Nadere typering medisch-specialistische instellingen
Radiodiagnostiek
Algemeen Ziekenhuis
Reumatologie
Dialysecentrum
Revalidatiegeneeskunde
Zelfstandig Behandelcentrum (ZBC)
Urologie Vaatchirurgie
Bijzondere concernonderdelen
Verloskunde
Trombosedienst
Ziekenhuispharmacie
Medisch laboratorium en/of huisartsenlaboratorium Apotheek
AWBZ-functies/-prestaties geleverd door het concern
Specialismen medisch-specialistische instellingen
Overige zorg geleverd door het concern
Anesthesiologie
Vergunningen op grond van artikel 2
Algemene heelkunde
Wet bijzondere medische verrichtingen
Cardiologie
per einde verslagjaar
Dermatologie
Aanwijzingen op grond van artikel 8
Gynaecologie
Wet bijzondere medische verrichtingen
Hematologie
per einde verslagjaar
Intensive Care geneeskunde Interne geneeskunde Kaakchirurgie Keel-, Neus en Oorheelkunde Kindergeneeskunde Klinische chemie Klinische oncologie Klinische fysica Klinische geriatrie Klinische pathologie Maag- darm-, leverziekten Medische microbiologie Medische psychologie Neurologie Neurochirurgie Nierziekten Nucleaire geneeskunde Oogheelkunde Orthopedie Plastische chirurgie Pulmonologie Psychiatrie
3
Bijlagen
Geen Dieetadvisering
Geen
Geen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
II
A.2 Kerngegevens Kerngegevens
Personeel
Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor
medisch specialisten per einde verslagjaar
klinische capaciteit en dag/deeltijdbehandeling
Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief
per einde verslagjaar
448
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief
medisch specialisten per einde verslagjaar
2.250
1.451,56
Aantal medische specialisten (loondienst Productie
Aantal
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS)
+ inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar
135
Aantal FTE medische specialisten (loondienst 162.368
+ inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar
114,75
Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in:
Bedrijfsopbrengsten
Aantal in A-segment (tarieven NZa) Aantal in B-segment (vrije prijzen)
153.492 8.586
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatie-systeem, niet uit DIS)
Bedrag in euro’s
Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar
133.160.109
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare 158.043
kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
Waarvan medisch specialistische zorg,
109.883.933 23.276.176
uitgesplitst in: Aantal in A-segment (tarieven NZa) Aantal in B-segment (vrije prijzen)
149.311 8.333
Capaciteit per locatie Aantel beschikbare bedden
Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening
Waarvan bedden voor hartbewaking
gebrachte overige en ondersteunende producten
Waarvan bedden voor intensive care met
– O(V)P’s –, waaronder verrichtingen op verzoek
mogelijkheid voor beademing
van de eerste lijn
19.389
Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige trajecten en verrichtingen
Spoedeisende hulp per locatie De locatie beschikt over een afdeling
GGZ-DBC’s in PAAZ en PUK (= som van zorg-
spoedeisende hulp
activiteiten in DBC-zorgactiviteitentabel
De afdeling spoedeisende hulp is een 7x24-
behorend tot zorgprofielklasse operatieve
uursafdeling van minimaal het basis
verrichtingen; ontleend aan ziekenhuis-
ziekenhuisniveau, zoals omschreven door het 25.867
Aantal klinische opnamen exclusief interne 18.693
Aantal ontslagen patiënten in verslagjaar
18.294
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar
113.503
Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar
218.195
Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar)
4
0
Ja/nee
Ja
Bouwcollege in de uitvoeringstoetscgewenste
14 januari 2002 (rapport nr. 520).
Zorgkantoorregio
Ja
Nr 21 MiddenHolland
18.351
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar
Bijlagen
11
ziekenhuisspreiding, eerste tranche
overnamen in verslagjaar
(inclusief verkeerde bed)
8
692.158
verrichtingen in curatieve zorg exclusief
of deeltijdbehandelingen in verslagjaar
448
Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing
Aantal in verslagjaar uitgevoerde operatieve
informatiesysteem, niet uit DIS)
Aantal
115.807
Bijlagen bij hoofdstuk 3: Governance
B. 1 Bestuur en toezicht Governancecode
Ja/nee
Hanteert uw concern de zorgbrede
Bevoegdheid in statuten tot indienen van verzoek door cliëntenvertegenwoordiging
Governance Code?
Ja
volgens BW
Ja/nee
Kent u in uw statuten aan een orgaan dat de Bestuursstructuur
cliënten van de instelling vertegenwoordigt,
Welke bestuursstructuur is op
Eindverantwoordelijke
de in artikel 346, onder c, van Boek 2 van het
uw concern van toepassing?
Raad van Bestuur met
Burgerlijk Wetboek bedoelde bevoegdheid toe
Raad van Toezicht Wat is de samenstelling van de Raad van Bestuur of directie?
tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk
Tweehoofdig met voorzitter
Wetboek (een verzoek tot enquête door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam)?
B.2 Wettelijke transparantieeisen bestuur
Wijziging statuten
Ja
Ja/nee
Hebben er in de statuten of Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur
Ja/nee
bedrijfsvoering veranderingen
Is er een orgaan dat toezicht houdt op het
plaatsgevonden (als bedoeld in
beleid van de dagelijkse of algemene leiding
het uitvoeringsbesluit WTZi,
van de instelling en deze met raad ter zijde staat?
toelichting bij hoofdstuk VI
Toelichting: geen persoon kan tegelijk deel
transparantie-eisen)?
uitmaken van het toezichthoudend orgaan en
Zo ja, welke veranderingen
de dagelijkse of algemene leiding hebben.
Ja
Hebben de leden van het toezichthoudend
steekwoorden)?
orgaan geen directe belangen bij de instelling,
Nee
- Zie bijlage Zorgbrede Governance Code maat-
toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast, alsmede de wijze
schappelijk verslag 2007.
waarop interne conflicten tussen beide organen Ja
Heeft uw instelling de rechtsvorm van stichting of vereniging (als bedoeld in artikel 344 Ja
Zo ja, zijn er meer dan 50 personen werkzaam?
5
Ja
Bijlagen
benoeming leden Raad van Toezicht is gewijzigd.
verantwoordelijkheidsverdeling tussen het
(artikel 2 WOR)
delijkheid Raad van Bestuur
- Bindende voordracht bij
Legt de instelling schriftelijk en inzichtelijk de
van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek)?
inzaken de verantwoor-
- Enquêterecht toegekend
beroepsbeoefenaar die zijn praktijk voert in de
worden geregeld?
- Reglementen opgesteld
en Raad van Toezicht.
bijvoorbeeld als directeur, werknemer of
instelling?
betrof het (antwoord in
Ja
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
B.
B.3 Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering
Ja/nee
Heeft de instelling schriftelijk vastgelegd welk orgaan/organen van de instelling welke bevoegdheden heeft/hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering?
Ja
Heeft de instelling schriftelijk en inzichtelijk vastgelegd hoe de zorgverlening georganiseerd wordt, van welke andere organisatorische verbanden daarbij gebruik wordt gemaakt en wat de is van de relaties met die andere verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden?
Ja
Worden de activiteiten van de instelling waarvoor de toelating(-en) geldt/gelden, in ieder geval financieel onderscheiden van andere activiteiten van de instelling?
Ja
Zijn in de financiële administratie van de instelling ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar naar bron en bestemming, en is duidelijk wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan?
6
Ja
Bijlagen
Bijlagen bij hoofdstuk 4: Beleid, inspanningen en prestaties
C.1 Algemeen kwaliteitsbeleid
C.3 Klachten
Kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties
Aantallen klachten in het verslagjaar
Certificaat, label of accreditatie behaald Naam behaalde certificaat, label of accreditatie
Ja NIAZ
Datum van uitreiking certificaat, label of accreditatie
Naam toetsende instantie
Aantal klachten ingediend bij de klachtencommissie
14
Aantal klachten als percentage van het 14/12/2007
Datum van expiratie geldigheid
Aantal
14/12/2011 NIAZ
gemiddeld aantal personeelsleden in fte’s
0,01%
Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen klachten
14
Aantal klachten waarover de klachtencommissie
C.2 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten
advies heeft uitgebracht
14
Aantal klachten dat gegrond is verklaard
9
C.4 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
Waardering kwaliteit van zorg door patiënt/cliënt Heeft u in het een cliëntenraadpleging uitgevoerd waarin is gevraagd naar de waardering van de kwaliteit van zorg?
Ja
Hanteert u of uw sector een norm voor het oordeel van cliënten over de kwaliteit van zorg? Gebruikte meetmethode
Nee Prismant/ NVZ
Kunt u een benadering geven van de uitkomst van de cliëntenraadpleging.
Verloop personeel
Aantal personeelsleden
Aantal fte
274
210,91
261
194,08
Instroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar Uitstroom personeel in loondienst (totaal) Voldoende
in verslagjaar
Heeft u de uitkomsten van de cliëntenraadpleging voorgelegd aan de cliëntenraad?
Ja
Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof, volgens de definitie van Vernet in percentages
Waardering kwaliteit van zorg door medewerker
Verzuim totaal personeel in loondienst
Percentage 4,46%
Heeft u in het een medewerkerraadpleging uitgevoerd waarin is gevraagd naar de waardering van de kwaliteit van zorg?
Vacatures Nee
Hanteert u of uw sector een norm voor het oordeel van medewerkers over de kwaliteit van zorg?
Heeft u de uitkomsten van de raadpleging
7
van het verslagjaar
per einde verslagjaar van het verslagjaar 16
Personeel met patiënt-/cliënt-
Nee
gebonden functies
Bijlagen
vervulbare vacature
Totaal personeel 141 2004
voorgelegd aan de cliëntenraad?
per einde verslagjaar
Nee
In welk jaar heeft de laatste raadpleging plaatsgevonden
Totaal aantal vacatures Aantal moeilijk
47
10
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
C.
C.5 Financieel beleid Resultaatratio
Vorig jaar
Verslagjaar
gefinancierde resultaten
1,22%
-4,52%
Resultaat boekjaar
€
1.429.764
€ -6.021.492
Totale opbrengsten boekjaar € 116.734.954
€ 133.160.109
Resultaatratio: Zvw-
Liquiditeit
Vorig jaar
Verslagjaar
61,96%
56,27%
€ 34.015.605
€ 29.872.222
liquide middelen)
€ 33.821.866
€ 29.734.412
Totaal kortlopende schulden
€ 54.896.811
€ 53.087.753
Liquiditeit Vlottende activa (inclusief liquide middelen) Vlottende activa (exclusief
Solvabiliteit
Vorig jaarVerslagjaar
Solvabiliteit (totaal eigen vermogen/balanstotaal)
12,34%
7,18%
Totaal eigen vermogen
€ 14.299.373
€
Balanstotaal
€ 115.896.900
€ 115.345.728
totaal opbrengsten)
12,25%
6,22%
Totaal eigen vermogen
€ 14.299.373
€
Totaal opbrengsten
€ 116.734.954
€ 133.160.109
8.277.881
Solvabiliteit (eigen vermogen/
8
Bijlagen
8.277.881
Inleiding In het schema op de volgende pagina’s zijn de artikelen opgenomen die zijn vastgelegd in de Zorgbrede Governancecode. Kolommen De eerste kolom bevat de letterlijke tekst uit de Zorgbrede Governancecode. In de kolommen twee en drie is aangegeven of is voldaan aan de inhoud van de Zorgbrede Governancecode. Kolom vier bevat een vermelding van de bronnen waarin de gevraagde informatie is terug te vinden. Verhouding Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) versus Zorgbrede Governancecode Dit schema is als bijlage van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording gepubliceerd. Inhoudsopgave Zorgbrede Governancecode 1. Verantwoording 1.1 De zorgorganisatie als zorgonderneming bijz. maatschappelijke verantwoordelijkheid 1.2 Invloed en betrokkenheid van belanghebbende bij het beleid van de zorgorganisatie 1.3 Verantwoording aan belanghebbenden 1.4 De externe accountant en diens relatie en communicatie met de organen van de zorgorganisatie 2. Raad van Bestuur 2.1 Taak en werkwijze 2.2 Bezoldiging en openbaarmaking daarvan 2.3 Belangenverstrengelingen 3. Raad van Toezicht 3.1 Taak en werkwijze 3.2 Benoeming, ontslag, deskundigheid en samenstelling 3.3 Bezoldiging 3.4 Onafhankelijkheid 3.5 Belangenverstrengeling 4. Openbaarmaking en invoeringsdatum van deze code
9
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
III Zorgbrede Govenance Code GHZ
1.
Verantwoording
1.1 De zorgorganisatie als zorgonderneming
Ja
bijz. maatschappelijke verantwoordelijkheid 1. De zorgorganisatie realiseert als zorgonder-
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
+
neming met een bijzondere maatschappelijke
• Maatschappelijke verantwoordelijkheid. JMV: hfd. 4
verantwoordelijkheid, verantwoorde en resul-
• Doelmatige en transparante bedrijfsvoering:
taatgerichte zorg. Zij draagt daarbij zorg voor
JMV: hfd. 3.2
een doelmatige en transparante bedrijfsvoering. 2. Het feit dat de zorgorganisatie een zorgonder
Zie A,B,C
neming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is, blijkt uit het hanteren van (tenminste) de volgende uitgangspunten: A. De zorgorganisatie stelt de patiënt/cliënt en
+
JMV: hfd. 4 (Missie /speerpunten GHZ)
+
JMV: hfd. 4
+
JMV: hfd. 4.4
diens gerechtvaardigde wensen en behoeften bij de zorgverlening centraal. B. De zorgverlening geschiedt zodanig dat de daartoe beschikbaar staande middelen zo effectief en doelmatig mogelijk worden aangewend. C. De door of vanuit de zorgorganisatie geleverde zorg voldoet aan eigentijdse kwaliteitseisen.
10
Bijlagen
Ja
hebbende bij het beleid van de zorgorganisatie 1. De zorgorganisatie heeft een beleid voor
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
+
JMV: hfd. 2.4
dialoog met belanghebbenden die actief zijn
Voor deze belanghebbenden zijn jaarverslagen
binnen zijn verzorgingsgebied. In het kader
en reglementen (via internet) beschikbaar.
van dat beleid stelt de organisatie vast:
Hieruit blijkt op welke wijze zij zijn geïnformeerd
- wie (in beginsel) de belanghebbenden van
en hoe de gewenste inbreng is georganiseerd.
de organisatie zijn; - waarover aan deze belanghebbenden informatie wordt gegeven en hoe de zorgorganisatie de door haar gewenste inbreng bij beleidsontwikkeling organiseert. 2. De relevant zijnde belanghebbenden worden
+
JMV: hfd. 2.2, 2.4, 3.3
door de zorgorganisatie in elk geval geraadpleegd
Relevante belanghebbende
over de volgende onderwerpen:
werknemers, specialisten, verpleegkundigen en
- de vaststelling of wijziging van de missie,
cliënten zijn vertegenwoordigd in de Onder-
doelstelling of grondslag van de zorgorganisatie;
nemingsraad, Vereniging Medische Staf,
- het overdragen van de zeggenschap over de
Verpleegkundige Adviesraad en de Cliëntenraad.
zorgorganisatie of over een belangrijk deel daar-
Zij worden geraadpleegd over de hiernaast
van en over besluiten tot fusie of tot het aangaan
vermelde onderwerpen.
of verbreken van een duurzame samenwerking met een andere zorgorganisatie; - opheffing of een belangrijke inkrimping danwel belangrijke uitbreiding van de werkzaamheden van de zorgorganisatie, besluiten tot concentratie of deconcentratie van de zorgorganisatie en structurele sluiting van afdelingen, dependances of locaties; - de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de te verlenen zorg. 3. Enquêterecht is toegekend aan nader omschreven belanghebbenden. Statuten GHZ voldoen aan het gestelde in art. 344 Boek 2 BW (uiterlijk 31-12-06)
11
Bijlagen
+
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
1.2 Invloed en betrokkenheid van belang-
1.3 Verantwoording aan belanghebbenden
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De zorgorganisatie legt jaarlijks aan alle belang-
+
JMV: hfd. 2.4
hebbenden verantwoording af middels een openbare publicatie over het in het verslagjaar gevoerde beleid en over de (totale) in dat jaar geleverde prestaties. zijn vastgelegd. 2. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor
+
de kwaliteit, de juistheid en de volledigheid van de jaarlijkse verantwoording zoals bedoeld in lid 1. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat de Raad van Bestuur deze verantwoordelijkheid vervult. De jaarlijkse verantwoording bevat, waar
+
noodzakelijk, een bestuursverklaring. 3. De zorgorganisatie draagt er zorg voor dat ook
+
In kwalitatieve zin wordt verantwoording afge-
alle aan de zorgorganisatie verbonden vrijgevestigde
legd. In 2008 wordt een project gestart waarbij
(medische) professionals op geaggregeerd
de wijze van verantwoording afleggen over
niveau (in ieder geval op het niveau van maatschappen
kwalitatieve aspecten verder zal worden uit-
en medische staven) verantwoording afleggen over
gewerkt. Bronnen voor verantwoording zijn o.a.:
de wijze van hun (be)handelen.
Jaarverslagen stafbestuur/maatschappen/vakgroepen. Jaarrekening samenwerkingsverband.
4. De Raad van Toezicht legt in de in lid 1 genoemde openbare publicatie jaarlijks verantwoording af over zijn in het verslagjaar verrichte werkzaamheden.
12
Bijlagen
+
Ja
communicatie met de organen van de zorgorganisatie 1. De externe accountant wordt benoemd en
+
van Bestuur kan hierover advies uitbrengen aan de Raad van Toezicht. +
periodiek gewisseld. 3. De externe accountant verricht bij voorkeur geen
+
advieswerkzaamheden voor de zorgorganisatie en maakt –indien dit in het te controleren boekjaar wel is gebeurd- in het verslag over de jaarrekening melding van de in dat jaar verrichte advieswerkzaamheden. 4. De externe accountant woont het van belang
+
zijnde gedeelte van de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij waarin de jaarrekening wordt besproken en/of vastgesteld. 5. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen gelijkelijk aan de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht.
13
Bijlagen
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
ontslagen door de Raad van Toezicht. De Raad
2. De externe accountant wordt qua persoon
Nee
+
Reglement RvT
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
1.4 De externe accountant en diens relatie en
2.
Raad van Bestuur
2.1 Taak en werkwijze
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk
+
JMV: hfd. 4, statuten en bronnen voor beleid:
voor en belast met het besturen van de zorg-
Strategisch Plan 2005-2009, Kaderbrief, Jaarplan,
organisatie. Dit houdt onder meer in dat hij
Bedrijfsplannen.
verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de zorgorganisatie, de strategie, en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. 2. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van
+
JMV: hfd. 2.4 en 4.6
+
JMV: hfd. 4.7
+
GHZ-statuten/reglement RvTt/RvB
Bestuur zich naar het belang van de zorgorganisatie, rekening houdend met het feit dat de zorgorganisatie een onderneming met bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is. 3. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie en voor de financiering van de zorgorganisatie. De Raad van Bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht. 4. De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig alle informatie die nodig is voor een goede uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht.
2.2 Bezoldiging en openbaarmaking daarvan
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging van
+
de leden van de Raad van Bestuur vast.
Volgens normen Nederlandse Vereniging Ziekenhuisdirecteuren/Toezichthouders in de Zorg. De ad interim-bestuurder wordt op offerte basis bezoldigd.
2. De jaarlijkse verantwoording van de zorg-
+/-
Bezoldiging volgens VWS model en de richt-
organisatie bevat de door de wet voorgeschreven
lijnen NVZD.
informatie over de hoogte en de structuur van
De ad interim-bestuurder wordt -vanwege het
de bezoldiging van de individuele leden van
tijdelijke en spoedeisende karakter- op
de Raad van Bestuur.
offerte basis bezoldigd.
14
Bijlagen
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Bestuur is integer en stelt zich
+
Arbeidsovereenkomst lid RvB, ad interim
toetsbaar op ten aanzien van zijn eigen
bestuurder heeft zich aan de normen die in dit
functioneren. Elke vorm van schijn van persoon-
kader binnen het GHZ gelden te houden.
lijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Bestuur en de zorgorganisatie wordt vermeden. 2. Een lid van de Raad van Bestuur kan niet
+
tegelijkertijd de functie vervullen van lid van de Raad van Toezicht van een binnen het werkgebied van de zorgorganisatie werkzame zorgorganisatie of onderneming die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als de zorgorganisatie vervult. 3. Een lid Raad van Bestuur zal zonder de toe-
+
stemming van de Raad van Toezicht geen betaalde of onbetaalde nevenfunctie aanvaarden of continueren als deze nevenfunctie, al dan niet in samenhang met andere betaalde of onbetaalde nevenfuncties, een meer dan minimale werkbelasting kan opleveren of anderszins strijdig kan zijn met de belangen van de zorgorganisatie. 4. De Raad van Bestuur geeft de Raad van Toezicht op eerste verzoek inzicht in de door hem uitgeoefende nevenfuncties.
15
Bijlagen
+
Arbeidsovereenkomst lid RvB
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
2.3 Belangenverstrengelingen
3.
Raad van Toezicht
3.1 Taak en werkwijze
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht
+
In de praktijk houdt de RvT, op grond van de
te houden op het besturen door de Raad van
huidige statuten, toezicht op de hiernaast
Bestuur en op de algemene gang van zaken in
vermelde onderwerpen. Een nadere uitwerking
de zorgorganisatie. In dit kader bewaakt de Raad
hiervan is opgenomen in de reglementen.
van Toezicht c.q. houdt deze toezicht op tenminste:
Bron: bestuursreglement, reglementen RvT/RvB.
• de realisatie van de doelstellingen van de
Deze documenten zijn ter vaststelling voor-
zorgorganisatie;
gelegd aan de RvT.
• de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie; • de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de naleving van wet- en regelgeving; • het als zorgorganisatie op passende wijze uitvoering geven aan het zijn van een zorgonderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. 2. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad
+
JMV: hfd. 4.6
+
Reglementen RvB/RvT
+
Reglement RvT
+
Reglement RvT
+
Reglement RvT
van Toezicht zich naar het belang van de zorgorganisatie, rekening houdend met het feit dat de zorgorganisatie een onderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is. 3. De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met elk van de leden van de Raad van Bestuur een functionerings- en beoordelingsgesprek. 4. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. 5. De Raad van Toezicht evalueert zijn functioneren tenminste jaarlijks buiten de aanwezigheid van de Raad van Bestuur en informeert de Raad van Bestuur over de uitkomsten hiervan. 6. De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur als geheel een evaluatiegesprek over het wederzijds functioneren van beide organen op zich en in relatie met elkaar.
16
Bijlagen
Ja
en samenstelling
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Toezicht dient zodanig te zijn
+
Een nadere uitwerking van sub 1 t/m 5 van
samengesteld dat hij zijn taak naar behoren
deze tabel is opgenomen in de reglementen.
kan vervullen.
Bron: bestuursreglement, reglementen RvT/RvB.
2. Ieder lid van de Raad van Toezicht dient
+
geschikt te zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen. Ieder lid van de Raad van Toezicht beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak, binnen zijn rol in het kader van de profielschets van de Raad. 3. Een lid van de Raad van Toezicht kan tweemaal
+
voor een periode van (maximaal) vier jaar zitting hebben in de Raad van Toezicht. 4. Bij de werving, selectie en benoeming van
+
nieuwe leden van de Raad van Toezicht wordt
Een overzicht van aandachtsgebieden zal deel uitmaken van de profielschets.
gebruik gemaakt van een voor de betreffende vacature opgestelde profielschets. De leden van de Raad van Toezicht worden op openbare wijze geworven, tenzij voor een bepaalde plaats in de Raad van Toezicht op grond van een wettelijke of statutaire bepaling geldt dat deze plaats op voordracht wordt ingevuld of het recht tot benoeming aan een andere partij dan de Raad van Toezicht toekomt.
Artikel 9, 21 statuten juncto
5. Statutair is vastgelegd op welke gronden de Raad van Toezicht een lid van zijn Raad kan schorsen of ontslaan, welke meerderheid van stemmen hiertoe vereist is en welke eventuele daarbij te hanteren procedures worden gevolgd.
17
Bijlagen
+
21 reglement RvT
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
3.2 Benoeming, ontslag, deskundigheid
3.3 Bezoldiging
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging
+
van de leden van de Raad van Toezicht vast. 2. De bezoldiging van een lid van de Raad van
+
Toezicht is niet afhankelijk van de resultaten van de zorgorganisatie. 3. De jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie bevat de door de wet voorgeschreven informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van de Raad van Toezicht.
18
Bijlagen
+
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Toezicht is zodanig samen-
+
gesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De leden van de Raad van Toezicht geven in de jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie inzicht in de door hen uitgeoefende nevenfuncties. 2. Het is niet gewenst dat de leden van de
+
Regeling: op bindende voordracht van zendende
Raad van Toezicht op voordracht worden
stichtingen benoeming leden RvT is gewijzigd.
benoemd, dan wel door derden worden
In gevolge de gewijzigde statuten brengt een
benoemd. Waar het hiervoor vermelde
Adviescollege over maximaal 3 leden RvT
wettelijk bepaald is of in de statuten is
advies uit. Functie wordt ingevuld zonder last
opgenomen, geldt in ieder geval dat een
en ruggespraak.
lid van de Raad van Toezicht dat op voordracht is benoemd, dan wel door een derde is benoemd, zijn functie vervult zonder last en ruggespraak van degene door wie hij is voorgedragen of benoemd en zonder dienst deelbelang te laten prevaleren. 3. Leden van de Raad van Toezicht verrichten
+
nimmer taken van de Raad van Bestuur. 4. Een lid van de Raad van Toezicht kan niet
+
tegelijkertijd de functie vervullen van lid van een Raad van Bestuur van een binnen het werkgebied van de zorgorganisatie werkzame zorgorganisatie of onderneming, die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als de zorgorganisatie vervult. 5. Tot lid Raad van Toezicht is niet benoembaar een voormalig lid van de Raad van Bestuur van de zorgorganisatie tot drie jaar na het einde van die functie. Evenmin zijn leden van de Raad van Toezicht benoembaar werknemers of personen die tot de zorgorganisatie toegelaten zijn tot drie jaar na het einde van hun arbeidscontract of toelating.
19
Bijlagen
+
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
3.4 Onafhankelijkheid
3.5 Belangenverstrengeling
Ja
Nee
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. Elke vorm en schijn van persoonlijke
+
Verklaring ondertekend door RvT
bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Toezicht en de zorgorganisatie moet worden vermeden. 2. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk
+
voor de besluitvorming over het oplossen van zaken waarbij een belangenverstrengeling aan de orde kan zijn bij leden van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en bij externe accountant in relatie tot de zorgorganisatie.
4. Openbaarmaking en invoeringsdatum van deze code 4. Openbaarmaking en invoeringsdatum
Ja
van deze code
Vindplaats voor nadere informatie (indien van belang wordt een toelichting gegeven)
1. De Raad van Bestuur en de Raad van
+
Toezicht zijn verantwoordelijk voor de corporate governancestructuur van de zorgorganisatie en voor de naleving van de principes van deze code. 2. Deze Governancecode is op 1 januari 2007
+
volledig van kracht, met dien verstande dat de eerste verantwoording die conform art. 1.3.1 van deze code wordt uitgebracht, betrekking heeft op het verslagjaar 2007. Dit met uitzondering van de leden van de NVZ vereniging van ziekenhuizen waarvoor dit reeds geldt met betrekking tot boekjaar 2005. 3. De hoofdlijnen van de governancestructuur
+
van de zorgorganisatie worden mede aan de hand van de principes die in deze code zijn genoemd in de jaarlijkse verantwoording uiteen gezet. 4. In de hoofdlijnen van de governancestructuur geeft de zorgorganisatie uitdrukkelijk aan dat zij de principes van deze governancecode heeft opgevolgd en naleeft en zo niet, waarom niet en op welke punten zij met welke vervangende regels daarvan afwijkt (het ‘pas toe of leg uit’beginsel).
20
Nee
Bijlagen
+
JMV: hfd. 3 en bijlage
21
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
IV Verklaring Raad van Toezicht
V
Nevenfuncties leden Raad van Bestuur
De heer D.J. Verbeek MHA Geboortedatum: 27 november 1948 Nationaliteit: Nederlandse Nevenactiviteiten tot 31-12-2007: • Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Groene Hart en de daaraan gelieerde besloten vennootschappen. Ingevolge de statuten van Stichting Zorggroep Groene Hart vinden de activiteiten plaats ter ondersteuning van het werk van Stichting Groene Hart Ziekenhuis. Tevens zijn de activiteiten ter bevordering van het welzijn van patiënten, consumenten en anderen in het verzorgingsgebied voor voormeld ziekenhuis. Benoeming van deze functie(s) heeft plaatsgevonden met kennis van de Raad van Toezicht van het GHZ. • Voorzitter Raad van Toezicht Stichting RIAGG Rijnmond. • Gastdocent en coach ‘Strategie van management’ aan de voortgezette opleiding Management in de zorg van de Leidse Hogeschool. Mevrouw E.A.P.M. Thewessen, arts Geboortedatum: 24 december 1957 Nationaliteit: Nederlandse Nevenactiviteiten tot 31-12-2007: • NIAZ-auditor (taken tijdelijk neergelegd). • Lid Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Groene Hart en de daaraan gelieerde bv’s. De heer drs. A. Sliedrecht Geboortedatum: 22 juli 1950 Nationaliteit: Nederlandse Nevenactiviteiten tot 31-12-2007: • Partner in het bedrijf ‘De Praktijk-ondernemers in de zorg’ te Doesburg.
22
Bijlagen
De heer drs. M.H. Meijerink, Wassenaar Geboortedatum: 3 oktober 1943 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Lid curatorium postdoctorale opleiding Master of Public Finance Management, Erasmus Universiteit Rotterdam • Lid jury F.G. Kordes-Trofee • Voorzitter visitatiecommissie Andere Overheid • Voorzitter Governance commissie MBO-Raad • Voorzitter Raad van Toezicht Universiteit van Utrecht • Adviseur bij Het Expertise Centrum • Lid Curatorium Postgraduate opleiding Verandermanagement • Voorzitter Commissie Evaluatie Regelgeving van ZON MW • Lid van het auditcomité van het Ministerie van Binnenlandse Zaken • Voorzitter Raad voor de Volksgezondheid en Zorg De heer dr. P.C. Hermans, Gouda Geboortedatum: 30 april 1954 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Voorzitter Raad van Bestuur College voor zorgverzekeringen • Lid Raad van Advies Stichting STG/Hmf • Moderator Avicenna managementleergangen • Lid curatorium leerstoel sociale ziektekostenverzekering VU De heer G.H. van Nieuwpoort sr., Gouda, lid financiële commissie GHZ Geboortedatum: 14 januari 1935 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Directeur Newgate Holding • Voorzitter Raad v Commissarissen Van Nieuwpoort Beheer bv • Voorzitter Raad van Commissarissen Betonson Beheer bv • Commissaris Goudse Beton Mortel Centrale bv • Bestuurslid van de Stichting tot Bevordering van de Diaconessenarbeid ‘De Wijk’ • Bestuurslid van de Stichting van Exploitatie van de Diaconessenarbeid ‘De Wijk’
23
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
VI Nevenfuncties leden Raad van Toezicht
De heer Joh. D. van Dijk, Gouda Geboortedatum: 21 mei 1938 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Gemeenteraadslid Gouda • Nestor en vice voorzitter gemeenteraad Gouda • Voorzitter Presidium gemeenteraad Gouda • Lid Raad van Toezicht van Kunstgebouw te Rijswijk • Bestuurslid van de SGSH (Stichting Goudse Senioren Hulpdiensten) • Voorzitter van de Coöperatieve Exploitatie Vereniging de Tunnelflat • Bestuurslid Vereniging van Zuid Hollandse gemeenten Mevrouw drs. N. Zefzafi, Gouda Geboortedatum: 6 oktober 1965 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Manager dienst Werk en Inkomen • Secretaris Stichting Marokko-Nederland 400 jaar • Commissaris Stichting Kinderpostzegels Nederland • Bestuurder Stichting Marokko fonds • Bestuurder Zorgcentrum Korte Akkeren De heer ir. G.S. Groot, Schoonhoven, voorzitter financiële commissie GHZ Geboortedatum: 29 april 1947 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Directeur Market Development, Brocacef bv • Raad van Commissarissen Humeca bv, fabricage van peritonale dialyse producten • Raad van Toezicht CENZO bv, centraal netwerk van psychologische zorg • Advisor Productie ter bevordering van Wondgenezing voor RvB Koninklijke Uthermöhlen • Opleider voor Pharma markt C&E bank • Opleider Marketing & Communicatie in de Geneesmiddelenmarkt, Brugge • Lid Post-doctorale opleidingen Universiteit Utrecht Afd. Farmaco-Economics • Lid Beroepenveld Commissie Opleiding Farmakunde Hogeschool Utrecht Mevrouw dr. M.E.M. van Dijen Geboortedatum: 5 april 1961 Nationaliteit: Nederlandse Functies naast Raad van Toezicht GHZ: • Partner Ernst & Young Advisory • Bestuurslid Sector Health Care EY
24
Bijlagen
Van Beurden, A.; de Ruijter, S.H.; Schmitz, R.F. “Widespread preoperative hair removal in the southwest of The Netherlands despite an evidence-based guideline discouraging this practice”, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2007 Nov 17;151(46):2570-3. Versteegh, F.G.; Buma, S.A.; Corstin, G.; de Jong, W.C.; Hennekam, R.C.; EvC Working Party “Growth hormone analysis and treatment in Ellis-van Creveld syndrome”, in: American journal of medical genetics. Part A 2007 Sep 15;143(18):2113-21. Hadithi, M.; von Blomberg, B.M.; Crusius, J.B.; Bloemena, E.; Kostense, P.J.; Meijer J.W.; Mulder, C.J.; Stehouwer C.D.; Peña, A.S. “Accuracy of serologic tests and HLA-DQ typing for diagnosing celiac disease”, in: Annals of internal medicine 2007 Sep 4;147(5):294-302. Summary for patients in: Annals of internal medicine 2007 Sep 4;147(5):I34. Van den Heuvel, E.; Starreveld, J.S.; de Ru, M.; Krauwer, V.; Versteegh, F.G. “Somatic and psychiatric co-morbidity in children with attention deficit hyperactivity disorder”, in: Acta Paediatrica. 2007 Mar;96(3):454-6. Nooitgedagt, J.E.; Harteveld, C.L.; Starreveld, J.S.; Versteegh, F.G.; Giordano, P.C. “A new deletion defect leading to alpha-thalassaemia in a large Dutch Caucasian family”, in: British journal of haematology 2007 Feb;136(4):662-5. Harteveld, C.L.; Versteegh, F.G.; van Leer, E.H.; Starreveld, J.S.; Kok, P.J.; van Rooijen-Nijdam, I.; van Delft, P.; Zanella-Cleon, I.; Becchi, M.; Wajcman, H.; Giordano, P.C. “Hb St. Jozef, A Val-->Leu N-terminal mutation leading to retention of the methionine, and partial acetylation found in the globin gene in Cis with a -alpha3.7 thalassemia deletion”, in: Hemoglobin 2007;31(3):313-23. Giordano, P.C.; Zweegman, S.; Akkermans, N.; Arkesteijn, S.G.; van Delft, P.; Versteegh, F.G.; Wajcman, H.; Harteveld, C.L. “The first case of Hb Groene Hart [alpha119(H2)Pro-->Ser, CCT-->TCT (alpha1)] homozygosity confirms that a thalassemia phenotype is associated with this abnormal hemoglobin variant”, in: Hemoglobin 2007;31(2):179-82. Eijgenraam, J.W.; Reinartz, S.M.; Kamerling, S.W.; van Ham, V.J.; Zuidwijk, K.; van Drunen, C.M.; Daha, M.R.; Fokkens, W.J.; van Kooten, C. “Immuno-histological analysis of dendritic cells in nasal biopsies of IgA nephropathy patients”, in: Nephrology, dialysis, transplantation : official publication of the European Dialysis and Transplant Association - European Renal Association 2007 Nov 22; 612-20.
25
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
VII Wetenschappelijke publicaties medisch specialisten
Janssen, C.A.H. “Leren van een leercurve: de eerste 100 Essures in het Groene Hart Ziekenhuis”, in: Nederlands tijdschrift voor obstetrie & gynaecologie 2007;9:10-15. Van Westreenen, H.L.; Westerterp, M.; Sloof, G.W.; Groen, H.; Bossuyt, P.M.; Jager, P.L.; Comans, E.F.; van Dullemen, H.M.; Fockens, P.; Stoker, J.; van der Jagt, E.J.; van Lanschot, J.J.; Plukker, J.T. “Limited additional value of positron emission tomography in staging oesophageal cancer”, in: The British journal of surgery 2007 Dec;94(12):1515-20. Westerterp, M.; Pruim, J.; Oyen, W.; Hoekstra, O.; Paans, A.; Visser, E.; van Lanschot, J.; Sloof, G.; Boellaard, R. “Quantification of FDG PET studies using standardised uptake values in multi-centre trials: effects of image reconstruction, resolution and ROI definition parameters”, in: European journal of nuclear medicine and molecular imaging 2007 Mar;34(3):392-404. Verbeek W.H.; Goerres M.S.; von Blomberg B.M.; Oudejans J.J.; Scholten P.E.; Hadithi M.; Al-Toma A.; Schreurs M.W.; Mulder C.J. “Flow cytometric determination of aberrant intra-epithelial lymphocytes predicts T-cell lymphoma development more accurately than T-cell clonality analysis” in: Refractory Celiac Disease.Clin Immunol. 2008 Jan;126(1):48-56. Epub 2007 Nov 26. Kaandorp, T.A.; Lamb, H.J.; Viergever, E.P.; Poldermans, D.; Boersma, E.; van der Wall, E.E.; de Roos, A.; Bax, J.J. “Scar tissue on contrast-enhanced MRI predicts left ventricular remodelling after acute infarction”, in: Heart 2007 Mar;93(3):375-6. Plokker, H.M.; ten Hove, W.R.; van der Heyden, J.T. “Spontane bacteriële peritonitis, een ernstige complicatie van levercirrose”, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2007 Jun 2;151(22):1258; author reply 1258-9. Ten Hove, W.R.; Verspaget, H.W.; Barge, R.; Lamers, C.B.; van Hoek, B. “Liver chimerism after allogeneic blood stem cell transplantation”, in: Transplantation proceedings 2007 Jan-Feb;39(1):231-6. Teunissen, K.K.; Lopriore, E.; Nijman, R.G.; Brouwer, P.A.; van Kamp, I.L. “Silent uterine rupture, an unusual cause of anhydramnios”, in: American Journal of Obstetrics and Gynecology 2007 Feb;196(2):e8-9.
Proefschriften Schuuring, J. “The Microenvironment of braintumors – imaging and therapeutic perspectives” 3 oktober 2007, Radboud Universiteit Nijmegen.
26
Bijlagen
Raad van Bestuur Dhr. D.J. Verbeek MHA, voorzitter RvB Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts Dhr. drs. A. Sliedrecht, ad interim-bestuurder (vanaf 01/11) Co-bestuur Dhr. dr. D.J. Swank, chirurg, stafvoorzitter Dhr. dr. R.P.L.M. Hoogma, internist, lid stafbestuur Raad van Toezicht Dhr. drs. M.H. Meijerink, voorzitter Mw. dr. M.E.M. van Dijen Dhr. Joh. D. van Dijk Dhr. ir. G.S. Groot Dhr. dr. P.C. Hermans Dhr. G.H. van Nieuwpoort sr. Mw. drs. N. Zefzafi Directieteam Dhr. D.J. Verbeek MHA, voorzitter RvB Dhr. P.H.J.M. Coolegem MCM, directeur Centraal Diensten Centrum Dhr. drs. W. A. van der Heide, controller en manager Financiën & ICT Dhr. dr. R.P.L.M. Hoogma, lid stafbestuur (vanaf 01/11) Dhr. drs. A. Sliedrecht, ad interim-bestuurder Dhr. dr. D.J. Swank, voorzitter Medische Staf Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts, lid RvB Mw. drs. C.H.G.M. van de Wiel MMc, directeur Onderzoek & Behandeling Mw. ir. M.J. Verdier, directeur Patiëntenzorg Mw. ir. C. de Vries, secretaris RvB en manager Concernstaf Stafbestuur VMS Dhr. dr. D.J. Swank, chirurg, voorzitter Mw. G.J. Abels, nucleair geneeskundige Dhr. P. Doornenbal, oogarts Dhr. A.D. van Engelen, radioloog Dhr. dr. R.P.L.M. Hoogma, internist Mw. A.B.M. van der Sanden, klinisch geriater Ondernemingsraad Tot 1 maart 2007: Dhr. T. Vreugdenhil, voorzitter Dhr. W. Bijkerk Mw. A. Bogaard Dhr. M. Ehlert
27
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
VIII Personalia
Mw. E. Jacobs Mw. M. de Kruijf Mw. S. Röling Mw. C. van der Velden Mw. P. van Zwienen Vanaf 1 maart 2007: Mw. S. Röling, voorzitter Mw. A.Boogaard Dhr. M. Ehlert Dhr. M. van Esschoten Mw. M. Huisman Mw. R. Onrust Dhr. P. Rijk Dhr. H. Sluijter Dhr. M. Smit Mw. H. van Yperen Mw. H. van der Velden Dhr. J. van der Worp Mw. Th.M.J. van Leeuwen-Leenders, ambtelijk secretaris Cliëntenraad Dhr. H.A.M.B. Ramakers, voorzitter (tot 01/02) Dhr. J. van Es, voorzitter (vanaf 01/02) Mw. J. Hofstra-Stroink (vanaf 01/02) Mw. F. Horstmann Dhr. J.F. van Langeveld Dhr. W. Schouten (vanaf 01/10) Mw. C.C.M.L. Valk Mw. E.J. de Vries-van der Willik Mw. Th.M.J. van Leeuwen-Leenders, ambtelijk secretaris
Bestuur en Toezicht Stichting Zorggroep Groene Hart Raad van Commissarissen Stichting Zorggroep Groene Hart Dhr. mr. W. van den Brink Dhr. drs. M.H. Meijerink Dhr. ir. G.S. Groot Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Groene Hart Dhr. D.J. Verbeek MHA Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts Mw. G.J. Abels-Fransen, nucleair geneeskundige Dhr. J. Prins, longarts
28
Bijlagen
Raad van Bestuur Extra Zorg bv Dhr. D.J. Verbeek MHA Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts Mw. G.J. Abels-Fransen, nucleair geneeskundige Dhr. J. Prins, longarts Bestuurder Stichting ZBC Groene Hart Mw. drs. M. Daniëls
29
Bijlagen
Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Raad van Bestuur Holding Groene Hart bv Dhr. D.J. Verbeek MHA Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts Mw. G.J. Abels-Fransen, nucleair geneeskundige Dhr. J. Prins, longarts
IX Lijst van afkortingen AO/IC CBO DAM DBC EPB EPD ESF EVS GHOR GHZ HAP HR INK KNO LCVZ LEVV LUMC MCH MEC MIP NIAZ NMa NVZ NVZD NZa OR RvB RVE RvT SEH SIAG SIRE SVMS VAR VIM VMS VSZ VWS, Ministerie van WBP WfZ WMCZ WTZi WZV ZBC ZIROP
Administratieve Organisatie/Interne Controle Centraal Begeleidings Orgaan DienstApotheek Midden-Holland Diagnose Behandel Combinatie Eerste Polikliniek Bezoeken Elektronisch Patiënten Dossier Europees Sociaal Fonds Elektronisch Voorschrijf Systeem Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Groene Hart Ziekenhuis HuisArtsen Post Human Resources Instituut Nederlandse Kwaliteit Keel-, Neus- en Oorheelkunde Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Ziekenhuizen Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Leids Universitair Medisch Centrum Medisch Centrum Haaglanden Medisch Ethische Commissie Melding Incidenten Patiënten Nederlands Instituut Accreditatie Ziekenhuizen Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen Nederlandse Vereniging van Directeuren van Ziekenhuizen Nederlandse Zorgautoriteit Ondernemingsraad Raad van Bestuur Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Raad van Toezicht Spoedeisende Hulp Seksuele Intimidatie, Agressie en Geweld Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie Samenwerkingsverband Medisch Specialisten Verpleegkundige Advies Raad Veilige Incidenten Melding Vereniging Medische Staf Vereniging voor Samenwerkende Ziekenhuizen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Bescherming Persoonsgegevens Waarborgfonds voor de Zorgsector Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen Wet Toelating Zorginstellingen Wet Ziekenhuisvoorzieningen Zelfstandig Behandel Centrum Ziekenhuis RampenOpvangPlan
30
Bijlagen