Onderzoek ventilatieproblematiek DUWO-complex Korvezeestraat Delft
Datum: 25 juli 2014 GGD Haaglanden, afdeling Leefomgeving Hans Jansen Adviseur Milieu en Gezondheid Postbus 16.130 2500 BC Den Haag
Tel. 070 – 353 71 82 E-mail
[email protected]
Inhoud 1. Inleiding .......................................................................................................................................... 3 2. Situatieschets ............................................................................................................................... 5 3. Gezondheidsklachten en binnenmilieu .............................................................................. 10 4. Onderzoek en resultaten ........................................................................................................ 12 5. Conclusies en overwegingen ................................................................................................. 16 6. Adviezen ....................................................................................................................................... 18
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding Bij bewoners van het Duwo-complex Korvezeestraat te Delft is al langere tijd sprake van onvrede over het binnenmilieu in de woningen. De oorzaak wordt veelal gezocht in het onvoldoende functioneren van het ventilatiesysteem in het complex. Verschillende bewoners hebben ook gezondheidsklachten. De betrokkenheid van de GGD Zuid-Holland West (vanaf 1 januari 2014 GGD Haaglanden) komt voort uit een melding van een bewoner in juli 2013 over gezondheidsklachten, die mogelijk een relatie hebben met het binnenmilieu in zijn woning. In het kielzog hiervan is de problematiek van het onvoldoende functioneren van het ventilatiesysteem (gebalanceerde luchtverversing) naar voren gekomen. Medio augustus 2013 is door bewoners van de Korvezeestraat een handhavingsverzoek ingediend bij de gemeente Delft met als doel de complexventilatie te laten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving alsmede aan de voorwaarden in de bouwvergunning. Het handhavingsverzoek is door ruim 90 bewoners van het complex getekend. Op 12 september 2013 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de huurdersorganisatie WijWonen Delft en de verhuurder Duwo, waarbij ook de ventilatieproblematiek in het complex aan de Korvezeestraat aan de orde is geweest. Voor dit onderwerp waren ook de gemeente Delft en GGD Haaglanden aanwezig. In het gesprek is geconstateerd dat alle partijen streven naar een gezond woon- en leefmilieu in het complex en dat zowel huurders als verhuurder hiervoor acties moeten ondernemen. GGD Haaglanden heeft aangeboden onderzoek te doen in het complex zodat op basis van objectieve gegevens gewerkt kan worden aan het verbeteren van het binnenmilieu.
1.2 Doelstelling Doel van het onderzoek is het in beeld brengen van het functioneren van het ventilatiesysteem in een representatief deel van het wooncomplex aan de Korvezeestraat te Delft onder verschillende omstandigheden. Op basis van de bevindingen uit het onderzoek vaststellen of er sprake is van een problematische situatie en – als dat het geval is – een advies uitbrengen omtrent de door de verschillende partijen te zetten stappen om tot een structurele oplossing van het probleem te komen.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
3
1.3 Rol van de GGD Op grond van de Wet publieke gezondheid heeft GGD Haaglanden tot taak het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van inwoners van de gemeenten in de regio Haaglanden. De afdeling Leefomgeving van de GGD adviseert de gemeentebesturen, bewoners en instellingen (woningbouwcorporaties, scholen, e.d.) over milieuaspecten die een relatie hebben met gezondheid en verleent medisch milieukundige zorg. Daarbij hoort het signaleren en onderzoeken van problemen in de woon- en leefomgeving die de gezondheid mogelijk ongunstig beïnvloeden en het adviseren over mogelijke oplossingsrichtingen. Nadrukkelijk houdt de GGD zich níet bezig met eventuele concrete (technische) oplossingen. Dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de verhuurder en de bewoners, ieder voor hun eigen aandeel. De vraag “hoe komen we gezamenlijk tot een goed leefklimaat” hoort onderwerp van gesprek te zijn tussen verhuurder en (vertegenwoordigers van) bewoners.
1.4 Gebruik (medische) gegevens De door de bewoners verstrekte persoonlijke en medische gegevens zoals gezondheidsklachten vallen onder het beroepsgeheim van de GGD medewerkers. Deze informatie wordt zonder schriftelijke toestemming niet gedeeld met derden (woningbouwvereniging).
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
4
2. Situatieschets 2.1 Woningen Het wooncomplex Korvezeestraat 1 t/m 640 is gebouwd als studentenhuisvesting in 1984-1986 en bestaat uit een achttal blokken met in totaal 528 verhuureenheden. De blokken hebben 4 woonlagen (begane grond en 3 verdiepingen). In ieder blok zijn verschillende typen wooneenheden te onderscheiden:
Begane grond: Combinatie van 2 persoonswooneenheden (2 slaapkamers, woonkamer met keuken, badkamer, toilet) en units van 2 eenpersoonskamers met gezamenlijke keuken, badkamer en toilet
Eerste en tweede verdieping: combinatie van eenpersoonskamers (met keuken en badkamer/ toilet) en units van 2 eenpersoonskamers met gezamenlijke keuken, badkamer en toilet
Derde verdieping: eenpersoonskamers met individueel badkamer/toilet en per verdieping een gemeenschappelijke keuken
Per blok zijn er 3 trappenhuizen: twee op de kopse kanten van de blokken en één in het midden van ieder blok. Onderstaand is een luchtfoto van het complex opgenomen.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
5
Het merendeel van de bewoners van het complex is student aan de TU Delft. Een deel van de bewoners van het complex valt in de categorie “short stay”. Dit zijn in het algemeen buitenlandse studenten, die voor een relatief korte periode in Delft verblijven en gebruik maken van een gemeubileerde kamer.
2.2 Ventilatiesysteem In het complex is een balansventilatiesysteem aanwezig met warmteterugwinning, waarbij een deel van de verwarmingsbehoefte in de woningen wordt gedekt door het inblazen van (voorverwarmde) lucht. De gebouwen zijn zodanig ontworpen dat bij een juist gebruik van de warmtetechnische- en ventilatievoorzieningen aanzienlijk op de warmtekosten kan worden bespaard. Het minimaliseren van de warmteverliezen via ventilatie en rookgassen, levert daaraan een belangrijke bijdrage. Onderstaande foto toont het centrale ventilatiesysteem op het dak van één van de blokken. De aanzuig- en uitblaasopeningen bevinden zich op korte afstand van elkaar.
In de bij de bouwvergunning opgenomen technische omschrijving (Feenstra Verwarming, d.d. 1 juli 1982) wordt de installatie per blok als volgt omschreven:
2 Stork ventilatie- warmteterugwinunits type WTW-L 4200
2 Stork ventilatie- warmteterugwinunits type WTW-L 3200
De benodigde spiraalgefelste verzinkte plaatstalen buizen van de benodigde diameter voor de luchttoevoer en luchtafvoer in een loop zoals … schematisch is aangegeven. Kanalen bovendaks geïsoleerd.
De benodigde Stork afzuigventielen STB-1/125 en STB 2/125 met bijbehorende filters
De benodigde Stork toevoerventielen STT 100/125.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
6
Werking Het centrale ventilatiesysteem van elk gebouw bestaat uit twee gescheiden systemen, één voor de oostgevel en één voor de westgevel. De afzuigkanalen van beide systemen staan echter wel met elkaar in verbinding. Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de ventilatielucht uit een bepaald bouwdeel afgezogen door de bijbehorende warmtewisselaar. Staat echter de zon op één van de gevels, bijvoorbeeld op de oostgevel, dan kan – als de inblaastemperatuur te hoog oploopt – de luchttoevoerventilator worden uitgeschakeld. Tevens wordt een wisselklep in het luchtafvoerkanaal opgeschakeld zodat de afvoerlucht van de zonbeschenen (oost)zijde wordt afgevoerd via de warmtewisselaar van de niet-zonbeschenen zijde (west) en omgekeerd. De warmte die wordt teruggewonnen van de ‘warmte’kant wordt dan benut om toe te voeren aan de inblaaslucht van de ‘koude’kant. Ontwerpeisen In de bouwvergunning (11 mei 1983), door de gemeente Delft verleend aan de Stichting Delftse Studenten Huisvesting, worden ‘Voorwaarden en nadere eisen’ gesteld, vooral gericht op brandveiligheid en ventilatie. Specifiek voor de ventilatie zijn de volgende eisen opgenomen. 26. De keukens moeten op een doeltreffende plaats zijn voorzien van ventilatieopeningen, waaronder regelbare luchttoevoeropeningen, waarmede een luchtverversing kan worden verkregen van 0,021 m3/sec. Tot deze ventilatievoorzieningen moet in ieder geval een ventilatiekanaal behoren met een doorsnede van tenminste 0,012 m2 (artikel 113 bouwverordening) 27. De badruimten moeten zijn voorzien van ventilatieopeningen, waarmede een luchtverversing kan worden verkregen van 0,014 m3/sec. Tot deze ventilatievoorzieningen moet in ieder geval een ventilatiekanaal behoren met een doorsnede van tenminste 0,012 m 2 (artikel 113 bouwverordening) 28. De privaten moeten zijn voorzien van ventilatieopeningen, waarmede een luchtverversing kan worden verkregen van 0,007 m3/sec (artikel 113 bouwverordening) In de op dat moment geldende Bouwverordening, artikel 113, worden de vereiste ventilatiehoeveelheden aangegeven met verwijzing naar tabel 6. In deze tabel staan de algemene eisen, die in de bouwvergunning nader zijn gespecificeerd. Verder worden in deze Bouwverordening, artikel 114, ook eisen gesteld aan de herkomst van de ventilatielucht: “In woningen en wooneenheden die mechanisch worden geventileerd, mag de toetredende ventilatielucht voor de hoofdwoonkamer, de keuken, de bijkeuken, de badruimte, het privaat en de bergruimte uit kamers afkomstig zijn; de ventilatie voor de laatstbedoelde kamers moet rechtstreeks van buiten afkomstig zijn.”
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
7
De hierboven genoemde eisen stemmen overeen met de eisen die worden gesteld in het vigerende Bouwbesluit 2012 voor bestaande bouw (paragraaf 3.6.2). In de bij de vergunning opgenomen technische omschrijving (Feenstra Verwarming, d.d. 1 juli 1982) worden de volgende ventilatiedebieten genoemd:
Woonkamer/keuken: 100 m3/h
Doucheruimte: 50 m3/h
Toilet: 25 m3/h
Douche/toilet: 50 m3/h
Specifiek wordt aangegeven: Afgezogen luchthoeveelheid = toegevoerde luchthoeveelheid. Onderhoud Door de verhuurder wordt periodiek onderhoud gepleegd. Volgens opgave van DUWO ziet het onderhoudsschema van het ventilatiesysteem er als volgt uit:
Elk jaar worden de ventilatie-units op de daken nagekeken en het filtermateriaal vervangen. In de jaarlijkse rapportages over het onderhoud is aangegeven welke werkzaamheden zijn verricht en welke materialen zijn gebruikt. In de rapportages van het onderhoud over de jaren 2011, 2012 en 2013 staat dat er ieder jaar één grote filterbeurt wordt uitgevoerd en 3 kleine filterbeurten.
Elke 8 jaar worden alle afzuig- en inblaasventielen gereinigd en ingesteld en alle kanalen gereinigd (zowel verticaal als horizontaal). Dit is in 2006 voor het laatst gebeurd.
In 2006 zijn 12 ventilatie-units vervangen. In 2010 zijn 4 ventilatie-units vervangen. Dit gebeurt op basis van de jaarlijkse rapportage van het onderhoudsbedrijf.
DUWO geeft verder aan dat het reinigen en afstellen van de ventielen in de zelfstandige woningen eigenlijk huurdersonderhoud is. Omdat in de praktijk blijkt dat het niet (goed) of nauwelijks gedaan wordt, neemt DUWO deze woningen mee in de onderhoudscyclus. Daarbij is men afhankelijk van de medewerking van bewoners. Het onderhoudsbedrijf probeert afspraken te maken met bewoners voor het reinigen en instellen, maar vindt daarbij volgens DUWO lang niet altijd medewerking. Een deel wordt daardoor bij elke onderhoudsbeurt niet gereinigd en ingesteld. Aanwijzingen bewoners voor de verwarming en het ventilatiesysteem In een informatieblad van de verhuurder wordt uitleg gegeven over de werking van het systeem en de aangegeven hoe om te gaan met de verwarming en het ventilatiesysteem. Deze beide systemen hangen samen omdat de warmtebehoefte van de woningen deels wordt gedekt door in de instroom van voorverwarmde lucht. In het document is het als volgt verwoord: “De temperatuur van het verwarmingswater wordt in het ketelhuis centraal voorgeregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur. De thermostatische radiatorkraan met ingebouwd
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
8
voelerelement zal de door u ingestelde vertrektemperatuur trachten te handhaven. De bedieningsknop moet dus vrij in de ruimte blijven en mag dus niet achter het gordijn of dergelijke worden “weggewerkt”. De luchttoevoerroosters in het plafond boven het raam mogen beslist niet worden afgedekt. Ze maken deel uit de van de gebalanceerde ventilatiehuishouding van het gebouw en dus ook van uw wooneenheid. Beïnvloeding werkt alleen in uw nadeel. De meest bekende manier van beïnvloeding is het openzetten van ramen in de winter. Dat kost niet alleen dure energie, maar hierdoor zullen uw medebewoners door het ventilatie en warmteterugwinningssysteem “meegenieten” van de kou.” Overigens is onduidelijk in hoeverre alle bewoners over deze informatie beschikken.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
9
3. Gezondheidsklachten en binnenmilieu Een slecht binnenmilieu kan gezondheidsklachten veroorzaken zoals hoofdpijn, vermoeidheid, luchtwegklachten en irritatie van de ogen, neus en keel. De binnenmilieu gerelateerde gezondheidsklachten zijn echter divers en kunnen ook andere oorzaken hebben dan het binnenmilieu van de woningen. Ook is mogelijk dat er door een combinatie van factoren gezondheidsklachten ontstaan. Het is moeilijk een oorzakelijke relatie aan te tonen tussen de gezondheidsklachten en het binnenmilieu. Er kan echter wel op basis van onderzoek aan en inspectie van het binnenmilieu worden aangegeven welke factoren de kans op gezondheidsklachten verhogen.
3.1 Gezondheidsklachten Het in augustus 2013 ingediende handhavingsverzoek is ondertekend door 93 bewoners van het complex, afkomstig uit alle 8 blokken. Ongeveer de helft van deze 93 bewoners geeft specifieke informatie over de klachten. Daarbij worden de volgende zaken het meest genoemd:
Luchtwegklachten
Geur-/stankoverlast in de kamer
Veel stof die de kamer wordt ingeblazen
Vocht en schimmel (overwegend in en rond de badkamer)
Onvoldoende afzuiging in de keuken
Daarnaast wordt enkele malen aangegeven dat er problemen zijn met de warmteregeling (in de winter), wat leidt tot te koude kamers (17-18 oC). Anderzijds is er – getuige mondelinge informatie – ook sprake van te warme kamers.
3.2 Binnenmilieu De belangrijkste factoren die in woningen de kwaliteit van het binnenmilieu bepalen zijn:
Ventilatie: aanvoer van frisse lucht en afvoer van gebruikte lucht
Temperatuur
Aanwezigheid van (teveel) vocht en schimmel
Ventilatie Wanneer er onvoldoende geventileerd wordt, kunnen zich in de binnenlucht hinderlijke en schadelijke stoffen die in de woning gevormd worden, ophopen. Gezondheidsklachten zijn afhankelijk van welke stoffen er geproduceerd worden. Over het algemeen kan gesteld worden dat minder verse luchttoevoer een verhoogde kans op gezondheidsklachten geeft. Veel voorkomende klachten zijn: hoofdpijn, vermoeidheid, geurhinder, keel- en slijmvliesirritaties.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
10
Er zijn wettelijke eisen voor ventilatiehoeveelheden opgesteld ten behoeve van het binnenmilieu. Voor dit complex gelden de eisen, zoals beschreven in paragraaf 2.2. De hoeveelheid luchtverversing (debiet) dient voldoende te zijn om bijvoorbeeld geuren en vocht af te voeren. Voor een gezond leefklimaat is voldoende aanvoer van frisse lucht van groot belang. In het wooncomplex wordt de aanvoer van frisse lucht in principe verzorgd door centraal aangezogen lucht die via leidingen door het gebouw wordt verdeeld en door inblaasventielen in iedere wooneenheid wordt gebracht. De ingeblazen lucht wordt via een warmtewisselaar voorverwarmd en speelt ook een belangrijke rol bij de verwarming van de wooneenheden. De capaciteit van de radiatoren is daarop afgestemd. Uit de klachten van bewoners blijkt dat in veel gevallen de ingeblazen lucht niet als ‘fris’ wordt ervaren door de aanwezigheid van kooklucht, sigarettenrook, etc. Om de toevoer van lucht met ongewenste geur- en stofoverlast te voorkomen, heeft een aantal bewoners ervoor gekozen de toevoerventielen van het ventilatiesysteem op enigerlei wijze te blokkeren. Voor de aanvoer van frisse (buiten)lucht nemen de bewoners veelal hun toevlucht tot het openzetten van een of meer ramen. Er zijn geen ventilatieroosters aanwezig waarmee de aanvoer van frisse lucht kan worden geregeld zonder het raam open te zetten. Het idee achter een gebalanceerde luchtverversing is dat de hoeveelheid ingeblazen lucht (binnen een zekere marge) overeenstemt met de hoeveelheid afgezogen lucht. Tot een verschil van maximaal 10% in aan- en afvoerhoeveelheden verwacht de GGD geen klachten. Door vervuiling van het systeem neemt de capaciteit gedurende de jaren langzaam af. Goed onderhoud vermindert de terugloop van de capaciteit . Temperatuur Er zijn in Nederland geen concrete eisen voor de toegestane temperatuur in een woning. Een aangename temperatuur in de woning is erg persoonsafhankelijk. Gemiddeld genomen ligt deze in het stookseizoen in de woonkamer tussen de 18 en 22 °C en in de slaapkamer een aantal graden lager. Omdat de temperatuur erg persoonsafhankelijk is vindt de GGD vindt het erg belangrijk dat de bewoners zelf invloed hebben op de temperatuur in de woning. In dit geval zijn er vooral klachten over te koude woningen. Wanneer een woning structureel te koud is, kan dit problemen met vocht en schimmel in de hand werken. Vocht en schimmel Schimmel en vochtige omstandigheden kunnen leiden tot (meer) luchtwegklachten en astma.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
11
4. Onderzoek en resultaten Dit hoofdstuk bevat de aanpak en de resultaten van het door de GGD uitgevoerde onderzoek. In een representatief aantal woningen is daarbij gekeken naar:
Debietmetingen ventilatieopeningen, zowel afvoerpunten als inblaaspunten
Algemene metingen binnenmilieu: temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-gehalte
Visuele inspectie omgeving ventilatieopeningen
Visuele inspectie badkamer op schimmel e.d.
4.1 Aanpak van het onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in 1 woonblok, waarbij de acties in een helft van dat woonblok worden uitgevoerd (1 ventilatieunit). Dit is overzichtelijk qua aantal wooneenheden en bewoners kunnen relatief gemakkelijk worden bereikt. Hiervoor is blok 2 (huisnummers 100-159) geselecteerd, omdat daar de meeste klachten c.q. meeste handtekeningen vandaan komen. In het onderzoek zijn de volgende stappen onderscheiden: 1. GGD: Nulmeting Debietmetingen en visuele inspectie in enkele woningen op iedere verdieping van het blok Deze meting is verricht op 5 december 2013 door dhr. H. Jansen en dhr. R. Favre van GGD Haaglanden 2. Bewoners: open maken alle ventilatieopeningen, zowel toevoer als afvoer, dus verwijderen alle materialen die de ongehinderde toevoer van lucht belemmeren en verwijderen van afzuigkappen e.d. die beogen de afvoer vanuit o.a. keukens te verbeteren 3. GGD: Tussentijdse meting Debietmetingen in enkele (zo mogelijk dezelfde) woningen op iedere verdieping van het blok Deze meting is verricht op 14 januari 2014 door dhr. H. Jansen en dhr. R. Favre van GGD Haaglanden 4. Duwo: volledige schoonmaak van alle kanalen in zowel het toevoersysteem als het afvoersysteem, inclusief het vervangen van filters en het reinigen van ventilatieventielen. Inregelen systeem, zodat het volgens de specificaties werkt. Deze actie is uitgevoerd in de periode 15-17 januari 2014 door het bedrijf ELTAG. Hierbij heeft dit bedrijf ook metingen aan ventilatiedebieten uitgevoerd ten behoeve van het inregelen van het systeem
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
12
5. GGD: Meting nieuwe situatie Debietmetingen in enkele (zo mogelijk dezelfde) woningen op iedere verdieping van het blok Deze meting is verricht op 22 januari 2014 door dhr. H. Jansen en dhr. R. Favre van GGD Haaglanden In deze opzet is ervoor gekozen om de bewoners eerst ervoor te laten zorgen dat hun kant van het ventilatiesysteem in orde is. De reden hiervoor is dat met name het inregelen van het balanssysteem niet mogelijk is als er belemmeringen aanwezig zijn.
4.2 Resultaten Ventilatie In de tabellen 4.1 tot en met 4.3 zijn de resultaten van de debietmetingen van de GGD in verschillende woningen weergegeven voor resp. de nulmeting, de tussentijdse meting en de eindmeting. De bemeten woningen zijn in de tabellen aangeduid met een code; de metingen hebben i.v.m. aan- en afwezigheid van bewoners niet steeds in dezelfde woningen plaatsgevonden. Bij de nulmetingen bleek dat in de kamers op de 3e verdieping de debieten van de toevoerventielen niet konden worden gemeten, omdat er een verwarmingsbuis voor deze ventielen langs loopt. Bij de tussentijdse meting en de eindmeting zijn deze woningen niet meer bezocht. In de tabellen is met een kleur aangegeven of de ventilatiedebieten aan de eisen voldoen. Legenda: = voldoet
WK = woonkamer
= voldoet niet
SK = slaapkamer
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
ntm = niet te meten
definiitief 25 juli 2014
13
Tabel 4.1
Woning 0-3 1-3 1-2 1-0 2-2 2-5/6 3-1 3-2
Ventilatiedebieten in m3/h in verschillende woningen aan de Korvezeestraat, Delft. Nulmeting
Etage bg 1 1 1 2 2 3 3
WK1 56 12 79 88 50 19 ntm ntm
WK2 27 28 36 76 41 18 ntm ntm
Toevoer SK1 59
SK2 12
18
19
Totaal 154 40 115 164 91 74 ntm ntm
Afvoer Keuken Badkamer Toilet 34 0 0 10 46 29 78 39 62 1 48 62 1 52 59
150
Tabel 4.2
Ventilatiedebieten in m3/h in verschillende woningen aan de Korvezeestraat, Delft. Tussentijdse meting
0-1/2 0-3 1-1 1-3 1-4 2-1 2-2 2-4
Etage bg bg 1 1 1 2 2 2
WK1 39 45 37 11 42 40 50 29
WK2 43 47 48 27 70 1 43 78
Toevoer SK1 57 54
SK2 67 48
Totaal 206 194 85 38 112 41 93 107
50
25
120 -16 8 125 28 -37 ntm ntm
Norm
Woning
75
Verschil Totaal 34 56 107 39 63 111 52 59
Afvoer Keuken Badkamer Toilet 72 54 4 43 0 45 21 8 18 42 47 6 34 55 55 2 79 65
76 106 56 -22 59 -48 36 -37
Tabel 4.3
Ventilatiedebieten in m3/h in verschillende woningen aan de Korvezeestraat, Delft. Eindmeting
0-1/2 0-3 1-1 1-2 1-3 1-4 1-5 2-1 2-2 2-3
bg bg 1 1 1 1 1 2 2 2
WK1 50 41 46 42 45 46 34 43 39 42
WK2 52 38 46 42 36 48 36 26 35 20
Norm
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
Toevoer SK1 48 47
SK2 55 45
Totaal 205 171 92 84 81 94 70 69 74 62
25
Verschil Totaal 130 88 29 60 53 89 57 144
150
Etage
50
0
Norm
Woning
75
150
Afvoer Keuken Badkamer Toilet 63 56 34 81 60 16 31 20 53 48 50 50 50 25 79 51 20 66 50 45 20 46 50
150
definiitief 25 juli 2014
75
50
25
150
0
Verschil Totaal 153 157 51 101 100 75 150 116 65 96 150
52 14 41 -17 -19 19 -80 -47 9 -34 0
14
Afvoercapaciteit Uit de metingen blijkt dat de afvoer in veel gevallen niet aan de eisen voldoet. Vooral in de keukens laat de luchtafvoer te wensen over. Ook na het schoonmaken en opnieuw inregelen van het systeem blijft de afvoer in (vooral) de keukens nog te laag; dit is overigens in overeenstemming met de metingen die door Eltag zijn uitgevoerd. Gedurende de meetperiode verbetert de situatie licht. Overall neemt het gemiddeld gemeten totale afzuigdebiet toe van 65 m3/hr op 5 december 2013 via 81 m3/hr bij de tussentijdse meting op 14 januari 2014 en 106 m3/hr bij de laatste meting op 22 januari 2014. Balans Er is in de meeste woningen geen sprake van balans tussen aanvoer en afvoer. Alleen bij de eerste en bij de laatste meting is er een woning waarbij het verschil tussen aan- en afvoer binnen een marge van 10% ligt. Het wordt wel beter: het maximale gemeten verschil (t.o.v. het totale afvoerdebiet) loopt terug van ruim 350% bij de eerste meting, via bijna 200% naar 80% bij de laatste meting. Voor zover bij de metingen dezelfde woningen zijn bezocht, is de ventilatie bij de laatste meting steeds het meest in balans Overige waarnemingen De metingen van temperatuur, luchtvochtigheid en CO2-gehalte leveren in het algemeen geen bijzondere resultaten op. In een enkel geval werd een relatief hoog CO2-gehalte gemeten (> 900 ppm), hetgeen duidt op onvoldoende luchtverversing. Dit was een situatie waarbij ook een zeer klein toevoerdebiet is gemeten, bewoners aanwezig en ramen gesloten waren. In veel gevallen is duidelijk te zien dat het plafond rond de toevoerventielen sterk vervuild is. Dit is een aanwijzing voor de aanwezigheid van stof en vuil in de ingeblazen lucht. Aanwezigheid van schimmel In een aantal woningen is aanwezigheid van schimmel geconstateerd, vooral in badkamers.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
15
5. Conclusies en overwegingen 5.1 Conclusies De belangrijkste conclusies van het uitgevoerde onderzoek luiden:
Het ventilatiesysteem zorgt niet in alle gevallen voor voldoende afvoercapaciteit in keuken, badkamer en/of toilet. Dit geldt ook in de situatie na het schoonmaken en opnieuw inregelen van het systeem. Dit blijkt zowel uit metingen van de GGD als uit metingen van het onderhoudsbedrijf.
Er is in de meeste gevallen geen sprake van balans tussen aangevoerde en afgevoerde lucht (binnen een marge van 10%). Dit geldt ook in de situatie na het schoonmaken en opnieuw inregelen van het systeem.
Uit klachten en handelen van bewoners blijkt dat een belangrijke functie van het ventilatiesysteem niet wordt vervuld, nl. het voorzien van de woningen van frisse lucht. Dit heeft vooral te maken met de aanwezigheid van ongewenste geuren en stof in de ingeblazen lucht; de verrichte metingen aan het binnenmilieu (temperatuur, luchtvochtigheid, CO2gehalte) wijzen niet op een onvoldoende kwaliteit.
De geconstateerde ontoereikende ventilatiehoeveelheden in combinatie met onvoldoende toevoer van frisse lucht kunnen gezondheidsklachten veroorzaken of verergeren. Uit oogpunt van gezondheid is verbetering van de situatie derhalve gewenst.
5.2 Overwegingen Bij het opstellen van een advies speelt de volgende vraag een belangrijke rol: “Kan balansventilatie in een wooncomplex als dit goed functioneren?” Het functioneren van het ventilatiesysteem is afhankelijk van een groot aantal factoren, waarop zowel de verhuurder als de huurders invloed hebben. Bovendien blijkt het in de praktijk lastig om een dergelijk centraal geregeld systeem goed in te regelen De rol van de bewoners Bij een dergelijk systeem is het essentieel dat alle bewoners op de hoogte zijn van de wijze waarop het systeem functioneert, hoe hun eigen handelen dat systeem kan beïnvloeden en dat men het als een collectieve verantwoordelijkheid ervaart om te zorgen voor een goed functionerend systeem op blokniveau. Uit de ervaringen tijdens het onderzoek blijkt dat:
Bewoners het individuele belang (geen stof, geur, etc.) laten prevaleren boven het collectieve belang
Er veel buitenlandse studenten wonen die veelal geen hoge eisen stellen en/of geen klachten hebben en sterk individueel zijn ingesteld resp. gericht zijn op hun studie
Er alleen op de derde verdieping (gemeenschappelijke keuken) sprake is van sociale cohesie
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
16
Bewoners slecht bereikbaar zijn en daardoor moeilijk aanspreekbaar en slecht geïnformeerd zijn
Bewoners andere prioriteiten stellen (studie) en weinig aandacht aan hun woon- en leefomgeving besteden. In veel wooneenheden is geen sprake van “good housekeeping”
Uit afschriften van “posts” is te lezen dat er wel veel klachten zijn, maar dat men de neiging heeft om “onder elkaar te klagen” zonder daadwerkelijk een klacht in te dienen bij de verhuurder omdat men daar niets van verwacht
De rol van de verhuurder De verhuurder is verantwoordelijk voor de technische installatie en voor het scheppen van voorwaarden voor een goed woon- en leefklimaat, daar horen onder andere bij:
Verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende ventilatie en voor het voorzien van bewoners van voldoende frisse lucht (buitenlucht)
Klachten van bewoners registreren en serieus nemen
Onderhoud: filters balansventilatie maandelijks schoonmaken of vervangen
Controleren, inspecteren wooneenheden i.v.m. realiseren voldoende afvoercapaciteit
Oplossen van structurele schimmelproblemen
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
17
6. Adviezen Op basis van het uitgevoerde onderzoek komt GGD Haaglanden tot de volgende adviezen.
6.1 Ventilatie Kwaliteit ingeblazen lucht Blijkens de vele klachten over de kwaliteit van de ingeblazen lucht komt in de huidige situatie geen frisse lucht de wooneenheden binnen via de inblaasventielen. De oorzaak hiervan is onduidelijk. Waarschijnlijk is sprake van een combinatie van oorzaken. Aangezien de uitblaas- en aanzuigopeningen op het dak relatief dicht bij elkaar gelegen zijn, verdient het aanbeveling in ieder geval te onderzoeken of hier sprake is van kortsluitstromingen. Daarnaast zou ook sprake kunnen zijn van kortsluitstromen in het gebouw door de grote drukverschillen die kunnen ontstaan bij een te grote onbalans. Ten slotte is het mogelijk – weliswaar minder aannemelijk, maar niet geheel uit te sluiten – dat er verkeerde aansluitingen in het systeem zijn. Uit onderzoek moet blijken of het überhaupt haalbaar is om alle wooneenheden permanent te voorzien van frisse lucht via de luchtaanvoerkanalen en inblaasventielen. Voldoende luchtafvoer Draag zorg voor voldoende luchtafvoer op alle individuele afzuigpunten in keuken, badkamer en toilet in alle wooneenheden. In eerste instantie zal het hiervoor nodig zijn onderzoek te doen of het daadwerkelijk mogelijk is om de afvoerpunten in álle wooneenheden te laten voldoen aan de minimale eisen die daarvoor gelden. Hieruit moet blijken of dit kan worden gerealiseerd door een andere, betere afstelling van de individuele afzuigventielen of dat de totale capaciteit van de ventilatoren op het dak daarvoor ontoereikend is. In het laatste geval zal de capaciteit moeten worden vergroot. Voldoende luchtdoorvoer Voor een voldoende ventilatie in alle ruimtes in de wooneenheden is het – zeker in de tweepersoonswooneenheden en de units van twee eenpersoonskamers met gezamenlijke voorzieningen – van belang dat er voldoende doorstroming binnen de wooneenheden kan plaatsvinden via (brandwerende) roosters in de deuren en/of via ruimtes onder de deuren. Controleer of deze voorzieningen aanwezig zijn en of deze voldoende capaciteit hebben. Voldoende aanvoer van frisse lucht Draag zorg voor permanente aanvoer van voldoende frisse lucht in alle wooneenheden. Als uiteindelijk de conclusie luidt dat het niet mogelijk is via inblaasventielen frisse lucht van een goede kwaliteit in de wooneenheden te brengen, is te overwegen deze route geheel uit te
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
18
schakelen. De bewoners moet dan wel een alternatief worden geboden. In theorie kan de aanvoer van frisse lucht via geopende ramen plaatsvinden, maar daarvoor zijn wel aanvullende maatregelen nodig:
Aanbrengen van ventilatieroosters in de ramen op de begane grond (i.v.m. inbraakrisico’s bij geopende ramen)
Controle van de ramen op het functioneren van de kierstand en het instrueren van de bewoners in het gebruik hiervan
Informeren van de bewoners over de nieuwe situatie
Onderhoud Het huidige onderhoudsschema is ontoereikend voor het goed functioneren van het ventilatiesysteem in een dergelijk groot complex. Filters van inblaaslucht moeten (veel) vaker worden vervangen dan de jaarlijkse cyclus waarin dit nu gebeurt. Het onderhoudsbedrijf verricht ook debietmetingen aan de ventilatie. Uit de meetresultaten van de firma Eltag bij de schoonmaakactie tijdens dit onderzoek, blijkt dat in een aantal gevallen de ventilatiedebieten in keuken, badkamer en/of toilet ontoereikend zijn. Dit is niet acceptabel. Stel als eis dat de ventielen zodanig worden afgesteld dat de debieten aan de eisen voldoen in plaats van de metingen als gegeven te accepteren.
6.2 Warmtehuishouding Zoals aangegeven, kan uiteindelijk de conclusie zijn dat het niet mogelijk is via inblaasventielen frisse lucht van een goede kwaliteit in de wooneenheden te brengen en deze route geheel uit te schakelen. Het uitschakelen van de toevoer van (voorverwarmde) lucht kan in sommige situaties leiden tot te koude woningen. Zorg in deze woningen voor aanvullende verwarmingscapaciteit door het plaatsen van grotere en/of extra radiatoren.
6.3 Vocht en schimmel In een aantal badkamers is schimmel aangetroffen. Daarnaast is bekend dat in sommige wooneenheden doorslag van vocht vanuit de badkamer naar de woon-/slaapkamer plaatsvindt. Dit is een onwenselijke situatie. Daar waar het om structurele/bouwtechnische problemen gaat, is het aan de verhuurder om deze op te lossen. Dit geldt voor vochtdoorslag van muren, maar ook voor hardnekkige schimmelplekken, die niet meer met schoonmaken zijn te verwijderen; hier zal bijvoorbeeld een stuclaag moeten worden vervangen. Ook bewoners kunnen een rol spelen bij het voorkomen van teveel vocht en het ontstaan en verwijderen van schimmel:
Droog natte muren en vloeren na het douchen met een handdoek of een trekker.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
19
Droog de ramen in de woonkamer als er condens op staat.
Droog indien mogelijk wasgoed buitenshuis of gebruik een wasdroger met afvoer naar buiten.
Droogt u het wasgoed toch binnenshuis doe dit dan in een ruimte waar de ramen open staan, zodat het vocht naar buiten kan. Houd de deur van die ruimte dicht zodat het vocht niet in het huis kan verspreiden.
Hanteer voor het schoonmaken van schimmelplekken de richtlijnen uit onderstaande tabel
Een beetje schimmel
Als er een beetje schimmel op de muur zit, gaat schoonmaken als volgt. Los in 1 liter handwarm water ongeveer 6 gram huishoudsoda (natriumcarbonaat) op en maak de muur daarmee schoon.
Zwarte schimmels
Bij zwarte schimmels is het beter het oppervlak eerst met bleekwater schoon te maken. Gebruik 1 eetlepel bleekmiddel op een halve liter water. Borstel vervolgens de schimmel zo veel mogelijk weg. Borstel de schimmel niet als hij droog is, dan komen er namelijk extra veel schimmelsporen in de lucht. Gebruik daarna huishoudsoda (opgelost in water, zie hierboven) om de schimmelresten goed te verwijderen
Hardnekkige schimmels
Maak eerst schoon zoals bij zwarte schimmel. Als de schimmel daarna nog niet weg is kunt u speciale middelen gebruiken voor het verwijderen van schimmels. Hierin zitten schimmeldodende middelen (fungicide). Een schimmel verwijder middel is te koop bij de drogist. Als de ondergrond veel vocht opneemt, herhaal dan het schoonmaken met schimmel verwijder middel een aantal keer. Let op: Schimmeldodende middelen kunnen bij verkeerd gebruik gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. Lees daarom de gebruiksaanwijzing! Als u het middel op de goede manier gebruikt, is er weinig risico dat het gevaarlijk is voor uw gezondheid.
Aangetast materiaal
Materialen van textiel die door de schimmel zijn aangetast (bijvoorbeeld gordijnen) kunt u in heet water wassen, uiteraard voor zover het materiaal heet water verdraagt. Bij verf, behang en kitvoegen komt het voor dat schoonmaak alleen niet voldoende is. Dan moeten de materialen volledig worden vervangen.
Onderzoek ventilatieproblematiek Korvezeestraat, Delft
definiitief 25 juli 2014
20