ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Scholings Trainings en Opleidings Centrum STOC B.V. te ‘s-Gravenhage
Verzorgende-IG
4255204/4
BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
27RF 283329 en 283332 9 februari 2015 t/m 5 maart 2015 15 april 2015 2 juni 2015
INHOUD 1 Inleiding .................................................................................................... 1 2 Conclusie en vervolg ................................................................................... 3 2.1 Conclusie ............................................................................................. 3 2.2 Vervolg ................................................................................................ 3 3 Resultaten kwaliteitsborging op instellingsniveau ............................................ 5 4 Resultaten opleiding .................................................................................... 9 4.1 Verzorgende-IG .................................................................................... 9 Bijlage........................................................................................................ 13 Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden ........................................................ 13 Bijlage I I Zienswijze ................................................................................. 15
4255204/4
1 Inleiding In dit rapport staan de uitkomsten van de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering, die de Inspectie van het Onderwijs van 9 februari 2015 tot en met 5 maart 2015 heeft uitgevoerd bij Scholings Trainings en Opleidings Centrum STOC B.V. (STOC). De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). Aanleiding onderzoeken naar kwaliteitsverbetering De aanleiding voor de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering is het vervolgtoezicht, zoals is opgenomen in het rapport van de Staat van de instelling (vastgesteld op 19 november 2013). We hebben de kwaliteitsborging op instellingsniveau onderzocht, omdat tijdens de Staat van de instelling is geconstateerd dat de instelling niet voldeed aan de wettelijke vereiste op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6). Daarnaast hebben we een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd bij de volgende opleiding. Gebied Opbrengsten 95530
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging 95530, VerzorgendeIG
Gebied Examinering en diplomering 95530, VerzorgendeIG
Leerweg, niveau, locatie leerweg bbl niveau 3 locatie incompany
Verzorgende-IG, crebo 95530 We hebben het onderwijsproces, de examinering en diplomering en de kwaliteitsborging onderzocht, omdat tijdens de Staat van de instelling is geconstateerd dat er sprake was van zwak onderwijs, onvoldoende examenkwaliteit en niet-naleving van de wet op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6). Tevens waren de opbrengsten nog niet te bepalen. Om ons een beeld te vormen van de kwaliteitsverbeteringen hebben we informatie over de instelling en opleidingen geanalyseerd. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten, docenten, de examencommissie en de directie. In dit rapport starten we met de conclusie van de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering en geven we aan wat het vervolg is (hoofdstuk 2). Daarna volgt de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau (hoofdstuk 3). Vervolgens lichten we de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering op opleidingsniveau toe (hoofdstuk 4).
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 1 van 14
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 2 van 14
2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk staat de conclusie van de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering en beschrijven we het vervolg. 2.1 Conclusie Door STOC wordt één crebo-opleiding - naast een aantal functiegerichte brancheopleidingen - verzorgd. We beoordelen de kwaliteitsborging van de crebo-opleiding gelijktijdig op instellings- en opleidingsniveau omdat de systematiek en uitvoering identiek is. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering kwaliteitsborging instellingsniveau We concluderen dat de kwaliteitsborging bij STOC onvoldoende is. Hiermee is niet voldaan aan de wettelijke vereiste op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6). Onderzoeken naar kwaliteitsverbetering opleidingsniveau Verzorgende-IG, crebo 95530 We concluderen dat bij de opleiding Verzorgende-IG het kwaliteitsgebied onderwijsproces voldoende is. Het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging is onvoldoende. Tijdens dit onderzoek is geen beoordeling over de opbrengsten mogelijk, omdat er nog geen gegevens beschikbaar zijn. Het oordeel over het kwaliteitsgebied examinering en diplomering kan nog niet worden bepaald. Er is momenteel onvoldoende informatie beschikbaar om tot een valide oordeel over dit kwaliteitsgebied te komen, omdat binnen de gestelde verbetertermijn nog niet volgens de nieuwe werkwijze kon worden geëxamineerd. Daarom schorten wij ons oordeel over het kwaliteitsgebied examinering en diplomering op en houden het onderzoek aan. Bij dat onderzoek betrekken wij ook de informatie die nu beschikbaar is. In onderstaande paragraaf is aangegeven wat het vervolgtoezicht inhoudt. 2.2 Vervolg Vervolg onderzoek naar kwaliteitsverbetering kwaliteitsborging instellingsniveau We voeren vervolgtoezicht uit naar de kwaliteitsborging van de instelling, omdat niet voldaan is aan de wettelijke vereiste (WEB, art. 1.3.6). De instelling krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Over een jaar zullen we de kwaliteitsborging opnieuw onderzoeken en beoordelen. Vervolg onderzoek naar kwaliteitsverbetering opleidingsniveau We voeren bij de onderzochte opleiding vervolgtoezicht uit. In onderstaand schema is de aard van het vervolgtoezicht te lezen. Verzorgende-IG, 95530 Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit examinering is niet te beoordelen.
Aangehouden onderzoek.
Circa een half jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de examinering.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 3 van 14
Niveau opbrengsten is niet te beoordelen.
Aangehouden onderzoek.
Kwaliteitsborging voldoet niet aan de eisen en is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet-naleving van 1.3.6 van de WEB.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de opbrengsten opnieuw. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw, in combinatie met kwaliteitsborging op instellingsniveau.
Pagina 4 van 14
3 Resultaten kwaliteitsborging op instellingsniveau In dit hoofdstuk informeren wij u over de beoordeling van de kwaliteitsborging en onderbouwen wij ons oordeel. De normering van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging staat in bijlage I. De kwaliteitsborging van STOC beoordelen we als onvoldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. In dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering hebben wij ons specifiek gericht op de aspecten die eerder met een onvoldoende waren beoordeeld. Er zijn geen aanwijzingen het oordeel bij te stellen van de eerder als voldoende beoordeelde aspecten. Deze oordelen zijn overgenomen. Kwaliteitsgebied
Goed
Voldoende
4. Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording
Onvoldoende •
Voldoende
Slecht
Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Tijdens voorgaand onderzoek is geconstateerd dat de kwaliteitsborging slecht was, omdat niet voldaan was aan de aspecten sturing, beoordeling, en verbetering en verankering. Deze aspecten zijn opnieuw onderzocht en beoordeeld. De sturing voldeed niet omdat er geen strategisch meerjarenplan voor STOC was en in het jaarplan geen specifieke planvorming op opleidingsniveau was opgenomen. De beoordeling voldeed niet omdat de wijze van monitoren gebrekkig was en de mogelijkheden beperkt om grondig de onderwijskwaliteit te evalueren en te beoordelen. Er werd door STOC niet op het niveau van de afzonderlijke creboopleidingen geëvalueerd. Ook de verbetering en verankering was onvoldoende zichtbaar, niet eenduidig en weinig systematisch. Hierdoor was er geen sprake van een sluitende kwaliteitsborgingscyclus. Bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering is geconstateerd dat STOC zich duidelijke gericht heeft op de noodzakelijke veranderingen en kwaliteitsverbetering heeft gerealiseerd ten aanzien van het onderwijsproces. Voor de inrichting van het systeem van kwaliteitsborging heeft zij een fundamentele keuze gemaakt zich niet meer primair te richten op klanten (projecten) maar op de studenten en de opleiding(en). De consequentie van deze keuze is effectief gebleken voor de onderzochte opleiding, maar de werkwijze is nog niet voldoende systematisch in de organisatie verankerd. Hierna lichten we de aspecten toe die tijdens dit onderzoek opnieuw zijn onderzocht en beoordeeld.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 5 van 14
Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op instellingsniveau bij STOC is beoordeeld als onvoldoende, omdat niet voldaan is aan de kernaspecten beoordeling en verbetering en verankering. De sturing beoordelen we nu als voldoende. Er zijn binnen STOC duidelijke stappen gezet die gericht zijn op de verbetering van de kwaliteitsborging. De planvorming biedt nu een helder kader van waaruit gewerkt kan worden. De instelling werkt planmatiger en de verschillende plannen zijn op elkaar afgestemd en vertonen inhoudelijke samenhang. In het jaarplan is een duidelijke relatie met het strategisch plan zichtbaar. De doelen in het jaarplan zijn richtinggevend maar kunnen op een aantal punten resultaatgerichter geformuleerd worden zodat effectmeting beter mogelijk is. Daarnaast ervaren docenten en medewerkers op opleidingsniveau de meerwaarde van deze sturende aanpak. De beoordeling als onderdeel van de kwaliteitscyclus is onvoldoende. In de gekozen systematiek ontbreekt een deugdelijke analyse van gegevens over opleidingen en opleidingstrajecten. Hierdoor is een betrouwbare beoordeling van de eigen onderwijskwaliteit niet gerealiseerd. We zien wel dat de instelling een aantal bruikbare instrumenten heeft ontwikkeld. Daarbij is, ten opzichte van het onderzoek naar de Staat van de instelling, een duidelijke vooruitgang geboekt en er is sprake van een toenemend bewustzijn bij STOC over de noodzaak van borging van de kwaliteit. Er is nu een systematiek van 'vinger aan de pols' (kpi's) die ontwikkelingen maandelijks zichtbaar maakt en tot maatregelen kan leiden. De kpi's sluiten zichtbaar aan bij de doelen in het jaarplan. Deze 'vinger aan de pols' is echter op hoofdlijnen. Voor nadere verdieping zijn het crebokwaliteitsdossier, de instellingsanalyse en de trendanalyse ontwikkeld. Deze bieden in de basis voldoende mogelijkheden voor verdieping en om tot een oordeel over de kwaliteit van de opleiding te kunnen komen, maar kennen belangrijke tekortkomingen. In het crebokwaliteitsdossier worden onder andere tevredenheidsonderzoeken, trajectevaluaties en auditverslagen verzameld. Daarbij is echter niet altijd herleidbaar op welke periode of omvang deze betrekking hebben. De audits zijn eerder inventariserend en administratief van aard dan beschrijvend en oordelend, zoals je van een audit zou mogen verwachten. Bovendien betrekt STOC geen onafhankelijke deskundige(n) bij de beoordeling van de kwaliteit. De verzamelde gegevens worden gebruikt voor de halfjaarlijkse (trend)analyse. We constateren echter dat deze onvoldoende inhoudelijk en volledig aansluit bij de verzamelde gegevens in het crebokwaliteitsdossier. Hierbij ontbreekt de analyse op resultaten en output. De verbetering en verankering beoordelen we als onvoldoende. STOC heeft wel aangetoond dat zij passende verbetermaatregelen heeft genomen die aansluiten bij de uitkomsten van het eerdere inspectieonderzoek en eigen beoordelingen. De kwaliteitszorg en bijbehorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in opzet helder beschreven, maar blijken in de praktijk nog onvoldoende in de organisatie te zijn verankerd. De verbeteraanpak van STOC heeft geleid tot herkenbare en voldoende verbeteringen in het onderwijsproces en tot verbeteringen van het exameninstrumentarium. Voor het examenproces zijn ook verbeteringen doorgevoerd maar daarvan zijn de werking en het effect op dit moment niet voldoende zichtbaar. In vervolg op de nog te beperkte analyse en beoordeling van beschikbare informatie, is de systematiek nog niet cyclisch verankerd.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 6 van 14
De in aansluiting hierop beschreven acties zijn weinig concreet en specifiek meetbaar gemaakt. Het is positief dat hier verschillende functionarissen bij betrokken zijn, maar de samenhang en bewaking van eenduidigheid van maatregelen is niet geborgd. Het systeem voorziet daarmee op dit moment in onvoldoende mate in checks en balances; het kritisch vermogen is nog te veel afhankelijk is van een enkele functionaris. Hierdoor is verbetering niet structureel ingebed en ontstaat er geen verankering.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 7 van 14
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 8 van 14
4 Resultaten opleiding In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat van de kwaliteitsonderzoeken bij de opleiding toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, onvoldoende, voldoende, slecht) en verantwoorden ons over het oordeel op het niveau van de onderliggende aspecten. 4.1 Verzorgende-IG Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij Verzorgende-IG, 95530, niveau 3, bbl, richtte zich op het onderwijsproces, de examinering en diplomering en de kwaliteitsborging. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering leidt tot de volgende beoordeling. We hebben ons binnen deze gebieden alleen gericht op aspecten, die tijdens voorgaand onderzoek als onvoldoende zijn beoordeeld. De voldoende oordelen hebben we overgenomen. Kwaliteitsgebied 1. 2. 3. 4.
Goed
Voldoende
Onderwijsproces Examinering en diplomering Opbrengsten Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording
Onvoldoende
Slecht
• niet te beoordelen niet te beoordelen • Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • niet te beoordelen niet te beoordelen niet te beoordelen • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 9 van 14
Beschouwing Algemeen Tijdens voorgaand onderzoek is geconstateerd dat het onderwijsproces, de examinering en diplomering en de kwaliteitsborging onvoldoende waren. Het onderwijsproces is eerder als onvoldoende beoordeeld, omdat niet voldaan was aan de aspecten intake en plaatsing en beroepspraktijkvorming. Intake & plaatsing voldeed niet omdat de informatie die beschikbaar kwam niet werd gebruikt bij het geven van lessen en/of studieloopbaanbegeleiding. De beroepspraktijkvorming was onvoldoende omdat er sprake was van onvoldoende begeleid praktijkleren, en door het ontbreken van een bpv-begeleider vanuit STOC had de onderwijsinstelling onvoldoende zicht op de uitvoering van de beroepspraktijkvorming. De kwaliteitsborging voldeed niet, omdat de kernaspecten als onvoldoende waren beoordeeld. De kwaliteitsborging van de opleidingen is gelijk aan de kwaliteitsborging op instellingsniveau, zoals in hoofdstuk 3 is beschreven. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we nu als voldoende. Aan alle kernaspecten is voldaan. Ook de aandachtspunten - die eerder waren opgenomen bij aspecten die als voldoende waren beoordeeld - zijn in de kwaliteitsverbetering effectief betrokken en hebben geleid tot zichtbaar resultaat. In deze beschouwing lichten we de onderzochte aspecten toe en leggen een relatie met andere verbeteringen. Intake en plaatsing beoordelen we nu als voldoende. De intake is zorgvuldig en leidt tot een passende plaatsing. Tijdens het vorige onderzoek was geconstateerd dat de docent niet werd geïnformeerd over de achtergrond en relevante informatie van de studenten. Het argument van STOC dat het privacygevoelige informatie betrof, ging voorbij aan het doel van een goede intake. Hier heeft STOC passende verbeteringen doorgevoerd. De instelling heeft niet alleen de informatievoorziening naar de docent verbeterd, maar heeft ook het intakeproces zelf aangepast. Zo zijn nieuwe instrumenten ingezet en is de communicatie met de werkgever over de intake verbeterd. Het selectieproces van de werkgever heeft nog steeds een grote impact, maar STOC neemt daar nog meer dan in het verleden haar verantwoordelijkheid in. Deze komt met name tot uitdrukking in het feit dat op basis van de verkregen informatie gerichter op het leerproces van de student wordt ingespeeld. Dit speelt bij Nederlands en rekenen een rol maar ook bij de beroepsgerichte vakken. Er kunnen op basis van de intake vrijstellingen worden verleend, daarnaast kan uit het overleg tussen de docent en de werkbegeleider van de organisatie blijken dat passende afstemming over de opdrachten tijdens de beroepspraktijkvorming mogelijk of noodzakelijk is. Het kritiekpunt tijdens het vorige onderzoek dat door een onvoldoende interne informatievoorziening het didactische handelen en de studieloopbaan ook aandacht behoefde, is hiermee door de instelling ook effectief opgepakt. Tijdens het vorige onderzoek waren deze aspecten al voldoende, maar stond de uitvoering van crebo-opleidingen en het invulling geven daaraan nog aan het prille begin van de ontwikkelingen. STOC heeft zich hier zichtbaar in ontwikkeld. De structurering en begeleiding van leeractiviteiten is verbeterd. Dit hangt in grote lijn samen met twee ontwikkelingen.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 10 van 14
Enerzijds is het opleidingsmateriaal zodanig herzien dat er een herkenbare opbouw in is aangebracht die duidelijker refereert aan het kwalificatiedossier. Anderzijds zijn de werkvormen in de onderwijsuitvoering aangepast en is de docent beter in staat om te differentiëren naar studenten. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de studenten dit in hoge mate waarderen. De beroepspraktijkvorming is nu voldoende. De instelling heeft zorg voor en zicht op leren in de praktijk. Hiervoor zijn in hoofdzaak twee argumenten aan te voeren. Ten eerste is het materiaal aangepast en verbeterd. Hierdoor hebben studenten beter zicht op wat er van hen inhoudelijk verwacht wordt en sluiten de opdrachten goed aan bij de vernieuwd aangebrachte samenhang in de opleiding. Een tweede punt is dat de docent en de werkbegeleider op regelmatige basis inhoudelijk de ontwikkeling van de student in de beroepspraktijkvorming bespreken en daarnaast ook, elk vanuit hun eigen discipline, gezamenlijk opdrachten beoordelen. De beoordeling van de ontwikkeling van de student komt hiermee goed tot zijn recht en het gezamenlijke zicht daarop is hiermee geborgd. Dit laatste is met name een element van de structuur van het leerhuis van de werkgever. STOC sluit hier goed op aan door de informatie zowel met de docent als de trajectbegeleider te delen. Hierdoor is de trajectbegeleider (projectverantwoordelijke) goed op de hoogte van ontwikkelingen van de opleiding, zodat deze waar nodig zaken kan oppakken en bijsturen. Hierbij merken we wel op dat STOC bij deze werkwijze veel baat heeft bij de structuur en organisatie van het leerhuis van de werkgever (het leerbedrijf). De aansluiting bij andere leerbedrijven en trajecten met een andere organisatie structuur en mogelijk andere kijk op opleiden kan daarmee als arbeidsintensiever worden verondersteld. Het is derhalve niet vanzelfsprekend dat de borging van de inrichting en afstemming over het onderwijs bij andere organisaties op dezelfde wijze verloopt. Examinering en diplomering Het oordeel over het kwaliteitsgebied examinering en diplomering kan nog niet worden bepaald. Er is momenteel onvoldoende informatie beschikbaar om tot een valide oordeel over dit kwaliteitsgebied te komen. Binnen de gestelde verbetertermijn kon nog niet volgens de nieuwe werkwijze worden geëxamineerd. Daarom schorten wij ons oordeel over het kwaliteitsgebied examinering en diplomering op en houden het onderzoek aan. Bij dat onderzoek betrekken wij ook de informatie die nu beschikbaar is. Opbrengsten Er is geen beoordeling van de opbrengsten mogelijk, omdat er nog geen gegevens beschikbaar zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleidingen is gelijk aan de kwaliteitsborging op instellingsniveau, zoals in hoofdstuk 3 is beschreven.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 11 van 14
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 12 van 15
Bijlage Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1. 2.
Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. Een normering per kwaliteitsgebied.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie tot acht van de aspecten is niet voldaan.
Slecht
Aan geen van de aspecten is voldaan.
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed
Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
Aan een of twee aspecten is niet voldaan.
Slecht
Aan geen van de drie aspecten is voldaan.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 13 van 15
Voor de beoordeling van de rendementen is gebruikgemaakt van de volgende normen. Normering rendementen Doelgroep Norm (%) < 23 jaar 65 > 23 jaar 67
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed
Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
Aan twee of drie aspecten is niet voldaan.
Slecht
Aan alle vier de aspecten is niet voldaan.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 14 van 15
Bijlage I I Zienswijze Zienswijze STOC Scholings Trainings en Opleidings Centrum STOC (STOC) heeft het instellingsonderzoek uit 2013 aangegrepen om verbeteringen door te voeren. Uit het recentelijk uitgevoerde vervolgonderzoek is een aanzienlijke verbetering gebleken in de kwaliteit van de onderwijsprocessen. Het onderwijsproces wordt nu als voldoende beoordeeld. Ten aanzien van het kwaliteitsgebied examinering en diplomering was ten tijde van het vervolgonderzoek nog onvoldoende informatie beschikbaar om tot een valide oordeel te komen. Echter, gezien de weg die wij in 2013 zijn ingeslagen, is er het volle vertrouwen dat over een half jaar ook op dit punt een voldoende zal worden afgegeven. De kwaliteitsborging wordt op het moment van het vervolgonderzoek nog als onvoldoende beschouwd. STOC heeft duidelijke verbeterslagen gemaakt, maar heeft nog tijd nodig om de kwaliteitsborging goed te verankeren in onze organisatie. Het kwaliteitsmanagementsysteem is door de inspectie in ieder geval als positief beoordeeld. In het aankomende jaar zullen wij deze verder in de praktijk ten uitvoer brengen zodat bij het vervolgonderzoek ook op dit punt een voldoende wordt afgegeven.
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo
Pagina 15 van 15