Onderzoek naar de potentie van Regio Groningen-Assen & Provincie Groningen om voedsel te leveren aan eigen inwoners
Auteur: Ciska Nienhuis Begeleider Regio Groningen-Assen: Lianne Huzen Begeleider Natuur en Milieufederatie Groningen: Kristin Wijnja Begeleider Wageningen UR: Kees van Veluw Opdrachtgevers: Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
Regio Groningen – Assen Oosterstraat 56a 9700 AP Groningen
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2. Methode ............................................................................................................................................... 5 2.1 Voedselconsumptie........................................................................................................................ 5 2.2 Voedselproductie ........................................................................................................................... 5 3. Resultaten............................................................................................................................................ 7 3.1 Provincies Groningen en Drenthe .................................................................................................. 7 3.2 Regio Groningen-Assen............................................................................................................... 12 3.3. Provincie Groningen ............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Discussie ........................................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Conclusie en aanbeveling .............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Literatuur......................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1. Inleiding Dit verslag is een aangepaste versie van een hoofdstuk in het stageverslag over een Regionale Voedselstrategie. De stageopdracht voor Regio Groningen-Assen is het verkennen van de mogelijkheden voor een Regionale Voedselstrategie en de rol die zij daarin kunnen spelen. Het is voor de Regio en de Natuur en Milieufederatie Groningen nuttig om te weten wat de potentie van de Regio is om de eigen inwoners te voeden. Daarom wordt in dit hoofdstuk beschreven welke producten de boeren in de provincies Groningen en Drenthe, de Regio en de provincie Groningen kunnen leveren aan de eigen inwoners en voor welke producten zij zelfvoorzienend kunnen zijn. Architecte Carolyn Steel heeft een boekje, “Foodtopia”, geschreven over de kansen die zij voor de Regio ziet met betrekking tot het thema voedsel. Voedsel is een sterk element in de vormgeving van onze omgeving en onze samenleving. De effecten ervan zijn overal te vinden: in onze steden, weidse cultuurlandschappen, werkpatronen, sociale leven, politiek en in de ecologische voetafdruk. Volgens Steel is de kwaliteit van een bepaalde voedselcultuur afhankelijk van de waarde die de maatschappij geeft aan voedsel. Verandering van de eetcultuur met de bedoeling, het voedsel een hogere maatschappelijke waarde te geven, is in Steel’s visie dan ook een prioriteit van een regionale voedselvisie. Verschuiving van de eetcultuur in de richting van een hogere voedselkwaliteit levert kansen op voor een herwaardering van menselijk contact en een versterking van de betrokkenheid van consumenten bij voeding (Steel, 2010). De regionale voedselvisie zou volgens Steel als doel kunnen hebben de cyclus die voedsel maakt in de regio te laten plaatsvinden. Van de productie van het voedsel tot hergebruik van het afval als input bij voedselproductie. Want voedsel heeft invloed op het landschap en infrastructuur maar ook op minder zichtbare aspecten als levensstijl. Voedsel heeft dus invloed op de aspecten die Regio Groningen-Assen graag wil versterken (Steel, 2010). Om die reden willen Natuur en Milieufederatie Groningen en de Regio Groningen-Assen graag de mogelijkheden verkennen van het produceren en verkopen van (streek)producten binnen de provincie/regio. Gaandeweg de stageopdracht kwam ik erachter dat het nuttig voor een Regionale Voedseleconomie is om een indicatie te geven van wat er in de Regio en de provincies Groningen en Drenthe geproduceerd en geconsumeerd wordt. Daarom is op eigen initiatief in overleg met de Natuur en Milieufederatie Groningen berekend wat de potentie van de landbouw in de provincie/regio is om voedsel aan de inwoners te leveren. Voor deze opdracht is een plan van aanpak geschreven met de volgende onderzoeksvragen: Vraagstelling Momenteel is de cyclus die het voedsel in de regio aflegt mondiaal, het is nog niet bekend wat er in de regio geproduceerd wordt en hoeveel daarvan in de regio geconsumeerd wordt. In de loop van het onderzoek is de vraag naar voren gekomen welke mogelijkheden er zijn voor streekproductie in de Regio. Ook de Natuur en Milieufederatie Groningen was in deze vraag geïnteresseerd. Daarom is op eigen initiatief besloten deze vraag ook mee te nemen in het onderzoek met de volgende onderzoeksvragen als resultaat: Hoofdonderzoeksvraag: Wat is de potentie van de landbouw in de Regio/provincie om voedsel te leveren aan de eigen inwoners Deelvragen: 1) Wat en in welke hoeveelheden eten de inwoners? 2) Wat en in welke hoeveelheden produceert de landbouw? 3) Welke productsoorten kunnen makkelijk vervangen worden door streekproducten? Daarnaast zijn er nog een aantal deelvragen die worden meegenomen in het verslag over een Regionale voedselstrategie, deze vragen zijn: 4) Welke boeren en locale initiatieven zijn al bezig met streekproducten 5) Is er bereidheid bij de boeren, consumenten en andere stakeholders
6) Welke consument koopt momenteel streekproducten, welke kenmerken heeft deze consument en zijn deze consumenten in de regio/provincie. Er is een methode gekozen en beschreven waarnaar er met de beschikbare gegevens van het CBS en het RIVM voor uiteindelijk 40 producten een complete berekening gemaakt kon worden. Deze berekening zou gemakkelijk kunnen worden uitgebreid als gedetailleerder onderzoek werd gedaan naar de grondstoffen van de geconsumeerde producten en de voedselproductie in de Regio/provincie zelf. Daarom worden er aan het eind van dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan om het onderzoek gedetailleerder uit te voeren. Eindproduct Uiteindelijk wordt inzichtelijk gemaakt door middel van een verslag of een visuele kaart welke producten de landbouw kan leveren en hoeveel procent daarvan geconsumeerd zou kunnen worden door de inwoners.
2. Methode 2.1 Voedselconsumptie Het RIVM heeft in 2003 door middel van peilingen uitgerekend wat jong volwassenen en jonge kinderen eten. In de zomer van 2011 worden de resultaten van het onderzoek verwacht met de consumptiepeiling van de gehele bevolking. Om de voedselconsumptie en mogelijkheden om 20% zelfvoorzienend te kunnen zijn te berekenen heeft Almere voor het project Agromere gebruik gemaakt van de gegevens over jongvolwassenen in 2003. In Tilburg heeft de Brabantse Milieufederatie in samenwerking met Wageningen UR gebruikt gemaakt van een rekenmodel op basis van leeftijd, beroep en geslacht. Daarmee is berekend hoeveel de inwoners consumeren (Blanken, 2011). Om te berekenen hoeveel de inwoners van de Regio Groningen en Assen consumeren is er gekozen om te rekenen met de gemiddelden van de bevolkingsgroep 19-30 jaar omdat deze methode in een kort tijdsbestek een goed beeld oplevert. De consumptie van de jongvolwassenen levert een tabel op (bijlage 3 in het RIVM rapport) van 19 pagina’s met daarin gespecificeerd hoeveel gram er dagelijks van elk voedingsmiddel geconsumeerd wordt en hoeveel personen dit voedingsmiddel gebruiken. De volgende stap is om al deze producten te categoriseren naar producten die verbouwd worden in de Regio. Daarbij moet ook gekeken worden welke producten (vrijwel) onbewerkt geconsumeerd kunnen worden zoals aardappels, groente en fruit, maar ook vlees, melk, brood en bier. Vervolgens is met data van het CBS de gemiddelde bevolking van de provincies Groningen en Drenthe en de 12 gemeentes bij elkaar opgeteld, over de jaren 2006-2009 een gemiddelde genomen en zo kon de gemiddelde consumptie van elk product per jaar en per provincie en Regio berekend worden.
2.2 Voedselproductie De statistieken weergegeven op de Statline website van het CBS zijn gebruikt om de voedselproductie te berekenen. Er is weer een gemiddelde genomen over de jaren 2006 tot en met 2010. Het CBS gaat uit van 4 categorieën, akkerbouw, tuinbouw, veeteelt en de algemene landbouwtellingen. De algemene landbouwtellingen geven het aantal hectare of dieren per provincie of gemeente weer. Van de akkerbouw gewassen in de Regio zijn gegevens beschikbaar over welk gewas er in de twee provincies verbouwd werd en wat de opbrengst daarvan was. De gewassen wintertarwe, zomertarwe, zomergerst, rogge, haver, korrelmais, corn cob mix, cichorei, consumptieaardappelen, pootaardappelen, zetmeelaardappelen, suikerbieten en uien worden veel verbouwd. Er is tevens per gemeente beschikbaar hoeveel are er van een bepaald gewas verbouwd wordt. Van de tuinbouw gewassen zijn geen opbrengsten per provincie beschikbaar, maar wel de landelijke opbrengst, het landelijke aantal hectares en hoeveel are er per gemeente (of provincie) van een bepaald gewas verbouwd wordt. Hiermee kan de opbrengst per gemeente dus worden uitgerekend. De volgende gewassen worden veel in de Regio verbouwd: consumptie-, poot- en zetmeelaardappelen, akkerbouwgroenten, granen, suikerbieten, fruit open grond, tuinbouwgrond en glasgroenten. Bij fruit (appel + peer) is het cijfer van Noord-Nederland genomen omdat het cijfer per provincie of gemeente er niet was. Van de veeteelt zijn net als bij de tuinbouw geen opbrengsten per provincie beschikbaar, maar wel de landelijke opbrengst en het aantal dieren per gemeente of provincie. De volgende dieren komen veel in de Regio voor: melk- en fokvee, jongvee voor de melkveehouderij, melk- en kalfkoeien > 2 jaar, vleeskalveren, jongvee voor de vleesproductie, vlees en weidekoeien >2 jaar, biggen en vleesvarkens, leghennen en vleeskuikens. Tevens is het aantal dieren dat geslacht werd en het gemiddelde slachtgewicht beschikbaar. Aan de hand van deze gegevens kan worden berekend hoeveel kilo van elke diersoort voor menselijke consumptie beschikbaar is. Dit gewicht is berekend aan de hand van weinig-bewerkelijke producten en te herleiden herkomst van het vlees. Niet al het vlees wat geconsumeerd wordt is dus meegenomen. Voor in totaal 83,4 gram per dag kon het vlees van koe, kip en varken exact herleid worden terwijl er (volgens dezelfde RIVM bron) in totaal 120 gram per dag geconsumeerd wordt.
Om de berekening productie-consumptie volledig te maken is het nodig om rekening te houden met de verwerking van de ruwe-producten naar consumptie-producten. Het rendement van de producten is het geschatte rendement, overgenomen uit het rapport van Agromere. Voor vleesconsumptie was het rendement niet beschikbaar en daarom is op basis van het rendement van de andere producten en logische redenatie een eigen schatting gemaakt.
3. Resultaten In deze paragraaf worden de resultaten van de berekeningen in Excel weergegeven. Eerst wordt een overzicht gegeven van de gehele landbouwproductie in de provincie Groningen en Drenthe. Vervolgens worden productie en consumptie tegen elkaar afgezet. Tot slot wordt met onder andere een kaart een overzicht gegeven van wat er in de Regio Groningen – Assen geproduceerd wordt.
3.1 Provincies Groningen en Drenthe De volgende 2 tabellen laten zien wat er allemaal in de provincies Groningen en Drenthe geproduceerd wordt. Deze gegevens zijn verkregen met Statline van het Centraal Bureau voor Statistiek. Tabel 1 Productie in de provincie Groningen en Drenthe samen Akkerbouw Ha Tuinbouw Totaal tarwe 38822,4 Fruit open grond, totaal Wintertarwe 32890 Noten Zomertarwe 5932,2 Wijndruiven Wintergerst 1161,4 Aardbeien, productie Zomergerst 20194,4 Asperges, productie Rogge 853,6 Bloemkool Haver 803,6 Bospeen Triticale 310,8 Broccoli Korrelmais 1162,4 Chinese kool Snijmais 17931 Komkommerachtigen Corn Cob Mix 422,4 Knolvenkel / venkel Groene erwten 10,2 Koolrabi Kapucijners 1,8 Peulen Bruine bonen 1 Prei Veldbonen 2,2 Pronkbonen Koolzaad 1480,4 Rabarber Cichorei 201,2 Selderij, bleek/groen Aardappelen, totaal 53483,2 Sla Consumptieaardappelen, totaal 3486 Sluitkool, totaal Consumptieaardappelen(klei) 1422,4 Rode kool Consumptieaardappelen (zand/veen) 2063,4 Groene / savooiekool Pootaardappelen, totaal 9099,4 Spitskool Pootaardappelen (klei) 8105,4 Witte kool Pootaardappelen (zand of veen) 993,8 Spruitkool Zetmeelaardappelen 40897,4 Stokbonen Klei-aardappelen 3821,6 Overige tuinbouwgroenten Zand- en veenaardappelen 1106,6 groenten open grond Suikerbieten 20697,6 Glasgroenten, totaal Voederbieten 10 Aubergines Zaai-uien na uitval 826,2 Aardbeien, totaal Aardbeien onder glas Veeteelt Aantal Aardbeien onder plastic tunnels Rundvee, totaal 401016 Komkommers Melk en fokvee, totaal 324700 Paprika's, totaal Jongvee voor de melkveehouderij 145466,6 Gele paprika Melk en kalfkoeien (>= 2 jaar) 178227,6 Groene paprika Stieren voor fokkerij (>= 2 jaar) 1005,8 Rode paprika Vlees en weidevee, totaal 76316 Overige paprika Vleeskalveren 45877,6 Tomaten, totaal Jongvee voor vleesproductie 17066,6 Losse tomaten Vlees en weidekoeien (>= 2 jaar) 4513,6 Trostomaten Zoogkoeien (>= 2 jaar) 8138 Cherrytomaten
Ha 157,816 0,642 2,598 5,524 51,572 15,85 17,708 3,386 4,074 12,234 30,87 0,81 0,026 28,702 0,246 10,366 1,04 9,01 54,836 14,316 3,006 4,944 32,57 129,328 0,424 171,248 41,422 10187,19 40,84 614,438 483,99 130,448 4304,87 2375,15 238,24 789,44 1285,14 62,33 396,06 133,53 260,97 1,56
Stieren vleesproductie (>= 2 jaar) Geiten, totaal
720,2 19873,2
Melkgeiten
14291
Overige geiten Varkens, totaal Biggen Fokvarkens Vleesvarkens Kippen, totaal Leghennen Ouderdieren van leghennen Vleeskuikens Ouderdieren van vleeskuikens
5582,2 442543,8 176242,6 44935,2 221366 11833879 2825488 88996 8573890 345505
Overige glasgroenten Champignons, totaal Champignons handmatig geoogst Champignons machinaal geoogst Witloftrek
334,76 175,65 156,69 18,96 4,428
Tabel 1 laat zien dat er een grote en gevarieerde voedselproductie in de 2 provincies aanwezig is, dus qua beschikbaarheid van producten zijn er veel mogelijkheden voor een regionale voedselketen. Niet alles wat in de provincies geproduceerd wordt kan worden meegenomen in de berekening van de voedselpotentie. Als de productiegegevens gecombineerd worden met de consumptiegegevens van het RIVM dan blijven er 40 productsoorten over. Deze zijn weergegeven in onderstaand tabel, samen met de inname per dag volgens het RIVM, of Hof van Twello.nl. Tabel 2 Consumptie per dag per persoon Inname Bron Inname Bron gram/dag gram/dag Consumptieaardappelen 96 T2 Sla 5,3 B3O Granen totaal 219 T2 Selderij bleek/groen 0,5 B3O Tarwe 300 H1 Prei 2,3 B3O Rogge 0,5 B3O Spitskool 0,7 B3O Haver 0,1 B3O Witte Kool 0,4 B3O Champignons 2 B3O Spruitkool 4,3 B3O Witloftrek 3,1 B3O Aubergines 0,3 B3 Korrelmais 0,6 B3 Aardbeien 0,2 B3O Groene erwten 0,2 B3 Komkommers 5,3 B3O Kapucijners 0,4 B3O Paprika 2,6 B3O Peulvruchten 3 T2 Tomaten 11,6 B3O Suiker(bieten) 13,2 B3O Witlofrek 3,1 B3O Uien 9,9 B3O Rundvlees 22,2 B3O Asperges 0,2 B3O Varkensvlees 42,6 B3O Bloemkool 6,4 B3O Kippenvlees 18,6 B3O Bospeen 7,1 B3O Eieren 11 T2 Broccoli 4,1 B3O Koemelk 391 T2 Chinese kool 0,5 B3O Geitenmelk 0,2 B3O Groene/savoie kool 0,1 B3O Appel 34,9 B3O Rode kool 1,8 B3O Peer 4,4 B3O Bron: H1 staat voor informatie uit het artikel van Jansma op Hof van Twello.nl T2 staat voor tabel 2 uit het RIVM rapport B3 staat voor de tabel in bijlage 3 van het RIVM rapport B3O staat voor cijfers opgeteld aan de hand van bijlage 3 in het RIVM rapport De inname per dag is berekend op basis van de gemiddelde consumptie van alle personen uit het onderzoek van het RIVM, inclusief nul-gebruikers. Het verschil tussen granen en tarwe kan worden verklaard door het verschil in herkomst. Op basis van het RIVM onderzoek is maar 219 gram per dag te herleiden, het Hof van Twello heeft een ander onderzoek als basis dat alle producten waar tarwe voor gebruikt wordt meerekent.
Tabel 3 Jaarlijkse consumptie en productie provincie Groningen en Drenthe in tonnen Nr. Productie Consumptie Nr. Productie 1 Kapucijners 1 155 21 Haver 2942 2 Groene erwten 16 78 22 Korrelmais 7258 3 Broccoli 26 1589 23 Rundvlees totaal 10487 4 Selderij 35 194 24 Vleeskuikens 11406 5 Witloftrek 56 1202 25 Tomaten, totaal 15750 6 Groene / 26 savooiekool 69 39 Vleesvarkens 17182 7 Chinese kool 109 271 27 Koemelk 2057817 8 Spitskool 125 271 28 Uien 31849 9 Sla 125 2055 29 Peren 35190 10 Bloemkool 224 2481 30 Eieren 41510 11 Asperges 244 78 31 Champignons 45181 12 Peulvruchten 324 1163 32 Appels 50830 13 Prei 659 892 33 Paprika's 54005 14 34 ConsumptieBospeen 661 2365 aardappelen 95175 15 Rode kool 749 698 35 Totaal tarwe 227289 16 Aardbeien 1324 78 36 Komkommers 249566 17 Aubergines 1549 116 37 Granen totaal 311268 18 Spruitkool 2242 1667 38 Suikerbieten 1216922 19 Witte kool 2256 155 39 Geitenmelk 17735131 20 Rogge 2543 194
Consumptie 39 233 8606 7327 4536 16554 151581 3799 2210 4264 775 13530 1008 37217 116303 2055 84901 5117 77
Een rode kleur geeft aan dat er minder geproduceerd dan geconsumeerd wordt aan. Een groene kleur geeft aan dat er (meer dan) voldoende wordt geproduceerd. Met uitzondering van groen/savoie kool en asperges wordt vanaf rode kool product 15 meer geproduceerd dan geconsumeerd. Tarwe totaal betekend in deze tabel wintertarwe en zomertarwe bij elkaar opgeteld. Granen totaal betekend tarwe, gerst, rogge en haver bij elkaar opgeteld. . In onderstaande tabel wordt per product de gemiddelde jaarlijkse consumptie en de productie in de provincies Groningen en Drenthe weergegeven en daarachter het op dit moment mogelijke zelfvoorzieningspercentage. Tabel 4 Productie, consumptie en mogelijk zelfvorzieningspercentrage voor de provincies Groningen en Drenthe Produc tie (ton)
Kapucijners Groene erwten Broccoli Selderij Witloftrek Groene / savooiekool Chinese kool
1,3464
108,5949
Consump zelftie (ton) voorziening (%) 155,0703 O,9 20 77,53514 1589,47 1,6 193,8379 18 1201,795 4,6 177 38,76757 40 193,8379
Spitskool
124,662
271,373
46
Sla
124,8964
2054,681
6
15,6094 25,75142 35,20802 55,75849 68,53329
Productie (ton)
Consum ptie (ton)
Rogge
2542,927
193,8379
Haver Korrelmais Tomaten Uien
2942,45 7258,191 15750 31848,54
38,76757 232,6054 4497,038 3799,222
Peren
35190
1705,773
Champignons Appels Paprika's Consumptieaardappelen
45180,82 50830 54005,37
775,3514 13529,88 1007,957
95175,09
37216,87
zelfvoorziening (%) 1312 7590 3120 347 838 1592 5827 376 5358 256
Bloemkool Asperges Peulvruchten Prei Bospeen Rode kool Aardbeien Aubergines Spruitkool Witte kool
224,058 244,1836
2481,125 77,53514
323,9676 659,31 660,8342 748,8369 1323,796 1549,22 2241,943 2256,292
1163,027 891,6541 2752,498 697,8163 77,53514 116,3027 1667,006 155,0703
9 315 28 74 28 107 1707 1332 134 1455
Tarwe Komkommers
227288,8 249565,6
116302,7 2054,681
Granen totaal Suikerbieten Rundvlees Vleeskuikens Vleesvarkens Geitenmelk Eieren Koemelk
311267,7 1216922 10486,639 11405,597 17182,049 17735,131 41510,369 2057816,9
84900,98 5117,319 8606,401 7327,071 16553,75 77,53514 4264,433 151581,2
1014 12146 351 23780 122 156 104 22874 973 1358
Met de volgende grafiek is goed te zien welke producten er in overvloed in de 2 provincies beschikbaar zijn, en welke maar beperkt. Figuur 1 Productie afgezet tegen consumptie
Hoeveelheid in tonnen
100000000 10000000 1000000 100000 10000 1000 100 10 1
Productie afzet tegen consomptie op logaritmische schaal Groningen + Drenthe
1
3
5
7
9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 Producten
Voedselproductie Voedselconsumptie
Met de gegevens van de productie en consumptie kan uitgerekend worden welke mate van zelfvoorziening mogelijk is voor deze producten. Zo zijn kapucijners, sla, broccoli, witlof, bloemkool en bospeen voor minder dan 10% uit de 2 provincies te halen. Selderij, groene erwten, bospeen en peulvruchten voor respectievelijk 18%, 20%, 24% en 28%. En spitskool, Chinese kool en prei voor respectievelijk 46%, 56%, en 74%. De overige producten genoemd in tabel 3 zijn voor 100% of meer uit de 2 provincies te halen. In de cirkel diagram hieronder zijn de zelfvoorziening percentages samengevoegd tot 5 categorieën. Als een product voor 0 tot 20% uit de 2 provincies gehaald kan worden dan behoort dat product tot categorie 1. En als een product voor meer dan 10.000% uit de 2 provincies gehaald kan worden (er wordt dus véél meer geproduceerd dan geconsumeerd) behoort dat product tot categorie 5. Van het aantal producten dat tot een bepaalde categorie hoort is een cirkel diagram gemaakt. In de tabel eronder staat welke producten tot welke categorie behoren.
Figuur 2
Tabel 4 1 Kapucijners Broccoli Witloftrek Sla Bloemkool Selderij, bleek/groen
2 Groene erwten Bospeen Peulvruchten Spitskool Chinese kool
3 Rode kool Rundvlees totaal Spruitkool Vleeskuikens Groene / savooiekool
4 Totaal tarwe Rogge Aubergines Koemelk Witte kool
Prei
Consumptieaardappelen Asperges, productie Tomaten, totaal Granen totaal Appels Uien Eieren
Aardbeien, Peren Korrelmais Paprika's Champignons Haver
5 Komkommers Geitenmelk Suikerbieten
In het cirkel diagram hieronder zijn de zelfvoorziening percentages samengevoegd tot 6 categorieën. Als een product voor 0 tot 20% uit de 2 provincies gehaald kan worden dan behoort dat product tot categorie 1. En als een product voor meer dan 100.000% uit de 2 provincies gehaald kan worden (er wordt dus véél meer geproduceerd dan geconsumeerd) behoort dat product tot categorie 6. Van het aantal producten dat tot een bepaalde categorie hoort is een cirkel diagram gemaakt. In de tabel eronder staat welke producten tot welke categorie behoren.
Op het Groningse en Drentse platteland zijn over het algemeen veel aardappelen te zien, de cijfers van het CBS laten echter zien dat het overgrote merendeel geen consumptie- maar pootaardappelen zijn. Er zijn veel zetmeelaardappelen in de provincies Groningen, Drenthe en de Regio. Zetmeelaardappelen worden gebruikt voor veel voedingswaren zoals pasta´s zoetwaren, sauzen, mayonaise, soep, snack frisdranken etc. (bron: Agroweb). De consumptie van zetmeelaardappelen kon om die reden ook niet mee worden genomen in de gehele berekening. In de provincies Groningen en Drenthe wordt er geen tarwe, gerst of triticale voor veevoer verbouwd.
3.2 Regio Groningen-Assen CBS Statline heeft alleen van de akkerbouw en veeteelt gegevens per gemeente beschikbaar. De gegevens van de 12 gemeentes van de Regio zijn bij elkaar opgeteld en weergegeven in tabel 5. Tabel 5 Productie 12 gemeentes van de Regio in totaal Veeteelt Aantal Akkerbouw Rundvee, totaal 119841 Akkerbouw, totaal Melk en fokvee, totaal 102883 Aardappelen, totaal Jongvee voor de melkveehouderij 45195 Consumptieaardappelen Melk en kalfkoeien (>= 2 jaar) 57369 Pootaardappelen Stieren voor fokkerij (>= 2 jaar) 319 Zetmeelaardappelen Vlees en weidevee, totaal 16958 Akkerbouwgroenten Vleeskalveren 7523 Granen Jongvee voor de vleesproductie 5115 Graszaden Vlees en weidekoeien (>= 2 jaar) 1476 Handelsgewassen Zoogkoeien (>= 2 jaar) 2601 Peulvruchten Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar) 243 Suikerbieten Geiten, totaal 1805 Overige akkerbouwgewassen Melkgeiten 879 Braak Overige geiten 926 Tuinbouw open grond, totaal Varkens, totaal 25059 Fruit open grond Biggen 9528 Tuinbouwgroenten Fokvarkens 2222 Tuinbouw onder glas, totaal Vleesvarkens 13309 Fruit onder glas Kippen, totaal 2098285 Glasgroenten Leghennen 250217 Champignons Ouderdieren van leghennen 22319 Witloftrek Vleeskuikens 1813149 Ouderdieren van vleeskuikens 12600
Ha 19953 6825 578 1012 5234 187 9471 287 251 10 2213 46 662 227 36 63 315 1 29 0,016 (afgerond 0) 4
De uiteindelijke opbrengst kon voor 11 productgroepen worden uitgerekend. De groene cijfers kunnen uit de Regio gehaald worden en de rode niet. Uit de tabel blijkt dat 5 van de 11 producten volledig uit de Regio gehaald kan worden. Tabel 6 Productie en Consumptie Regio Groningen-Assen Product Productie in Ton Consumptie in ton Consumptieaardappelen 26201 35040 Granen 467543 79935 Champignons 51 730 Witlof 80 1132 Peulvruchten 78 1095 Rundvlees 2370 8103 Varkensvlees 1033 15586 Kippenvlees 2412 6789 Eieren 3676 1806 Koemelk 652032 142715 Geitenmelk 1091 73 Figuur 5 laat zien welke producten er in de Regio geproduceerd worden. De grote bolletjes betekenen dat er ten opzichte van de totale productie van dat product in de Regio heel veel geproduceerd wordt. Het middelste bolletje betekend een relatief hoge productie van dat product en het kleinste bolletje betekend dat er weinig maar wel noemenswaardig veel van dat product geproduceerd wordt ten opzichte van de totale productie van het desbetreffende product.
Figuur 2 Productie in de Regio
Zoals in tabel 5 en figuur 5 te zien is zijn de gemeentes Noordenveld, Slochteren en Zuidhorn de grootste landbouwgemeentes. Maar ook in Leek, Winsum en Hoogezand-Sappemeer wordt veel geproduceerd. In de stadsrand van de gemeente Groningen worden veel eieren en granen geproduceerd. In de stadsrand van Assen worden veel zetmeelaardappelen, granen en suikerbieten verbouwd. Het is opvallend dat er in iedere gemeente noemenswaardig veel melk geproduceerd wordt, ook verbouwd iedere gemeente behalve Haren suikerbieten. Uit de berekening komt naar voren dat de Regio consumptieaardappelen voor precies 100% uit de Regio kan halen, champignons, witlof en peulvruchten voor respectievelijk 13%, 11% en 13%. Rundvarken- en kippenvlees voor respectievelijk 65%, 14% en 77%. Granen, eieren, koemelk en geitenmelk is meer dan 100% aanwezig met 118%, 203%, 1015% en 3323%.
3.3. Provincie Groningen De volgende 2 tabellen laten zien wat er allemaal in de provincie Groningen geproduceerd wordt. Deze gegevens zijn verkregen met Statline van het Centraal Bureau voor Statistiek. Tabel 7 Productie in de provincie Groningen Akkerbouw Ha Totaal tarwe 32951 Wintertarwe 30423,4 Zomertarwe 2527,6 Wintergerst 1036,8 Zomergerst 8292,6 Rogge 239,4 Haver 529,4 Triticale 75,4 Korrelmais 321,2 Snijmais 5832,4 Corn Cob Mix 165,4 Groene erwten 5 Kapucijners 1,8 Bruine bonen 1 Veldbonen 1,4 Koolzaad 1428 Cichorei 85,2 Aardappelen, totaal 25276,8 Consumptieaardappelen, totaal 1669 Consumptieaardappelen(klei) 1388,6 Consumptieaardappelen (zand/veen) 280,4 Pootaardappelen, totaal 8134,4 Pootaardappelen (klei) 8065,2 Pootaardappelen (zand of veen) 69 Zetmeelaardappelen 15473,4 Klei-aardappelen 3799 Zand- en veenaardappelen 116,4 Suikerbieten 10154,4 Voederbieten 6,2 Zaai-uien na uitval 790,2 Veeteelt
Aantal
Rundvee, totaal Melk en fokvee, totaal Jongvee voor de melkveehouderij Melk en kalfkoeien (>= 2 jaar) Stieren voor fokkerij (>= 2 jaar) Vlees en weidevee, totaal Vleeskalveren Jongvee voor vleesproductie Vlees en weidekoeien (>= 2 jaar) Zoogkoeien (>= 2 jaar) Stieren vleesproductie (>= 2 jaar) Geiten, totaal
186286 157455,8 68952 87910,8 593 28830,2 17332,2 6277,8 1837,6 3150,6 232 9799,6
Melkgeiten
6856,2
Overige geiten Varkens, totaal Biggen
2943,4 153294,4 50122,6
Tuinbouw Fruit open grond, totaal Noten Wijndruiven Aardbeien, productie Asperges, productie Bloemkool Bospeen Broccoli Chinese kool Komkommerachtigen Knolvenkel / venkel Koolrabi Peulen Prei Pronkbonen Rabarber Selderij, bleek/groen Sla Sluitkool, totaal Rode kool Groene / savooiekool Spitskool Witte kool Spruitkool Stokbonen Overige tuinbouwgroenten groenten open grond Glasgroenten, totaal Aubergines Aardbeien, totaal Aardbeien onder glas Aardbeien onder plastic tunnels Komkommers Paprika's, totaal Gele paprika Groene paprika Rode paprika Overige paprika Tomaten, totaal Losse tomaten Trostomaten Cherrytomaten Overige glasgroenten Champignons, totaal Champignons handmatig geoogst Champignons machinaal geoogst Witloftrek
Ha 88,484 0 1,404 2,998 22,606 14,708 1,892 1,896 0,128 8,31 3,212 0,112 0,016 10,818 0,18 8,894 0,118 0,682 50,956 13,83 2,544 2,634 31,948 124,938 0,272 80,072 32,122 1670,158 0,24 189,948 105,7 84,248 82,5 213,18 0,04 0 212,78 0,36 48,42 47,36 0,33 0,73 318,63 128,918 118,93 9,988 4,428
Fokvarkens Vleesvarkens Kippen, totaal Leghennen Ouderdieren van leghennen Vleeskuikens Ouderdieren van vleeskuikens
12543,2 90628,6 5639919,2 1119323,2 3547 4348592,2 168456,8
Tabel 7 laat zien dat er ook in de provincie Groningen alleen een grote en gevarieerde voedselproductie is, dus qua beschikbaarheid van producten zijn er veel mogelijkheden voor een meer locale voedselketen. Als de productiegegevens gecombineerd worden met de consumptiegegevens van het RIVM dan blijven er ook voor de provincie Groningen 39 productsoorten over. Deze zijn weergegeven in onderstaand tabel, samen met de inname per dag volgens het RIVM, of Hof van Twello.nl.
Tabel 8 Consumptie en productie provincie Groningen Productie Consumptie 1 Kapucijners 1 84 21 Haver 2 Chinese kool 3 147 22 Spruitkool 3 Selderij, 23 bleek/groen 4 105 Witte kool 4 Groene 24 erwten 8 42 Rundvlees totaal 5 Aubergines 9 63 25 Komkommers 6 Sla 9 1111 26 Paprika's, totaal 7 Broccoli 14 859 27 Vleeskuikens 8 Witloftrek 56 650 28 Vleesvarkens 9 Groene / 29 savooiekool 58 21 Geitenmelk 10 Spitskool 66 147 30 Eieren 11 Bospeen 71 1278 31 Zaai-uien na uitval 12 Asperges, 32 productie 107 42 Champignons 13 Peulvruchten 188 629 33 Peren 14 Bloemkool 208 1341 34 Consumptieaardappelen 15 Prei 248 482 35 Appels 16 Aardbeien, 36 totaal 409 42 Totaal tarwe 17 Rogge 676 105 37 Granen totaal 18 Rode kool 723 377 38 Suikerbieten 19 Tomaten, 39 totaal 1926 2452 Koemelk 20 Korrelmais 1938 126 40
Productie 1985 2166
Consumptie 21 901
2213
84
3952 4783 4847 5784 7034
4652 1111 545 3961 8948
8509 16444 30445
42 2305 2054
33160 35190 44276 50830
419 1194 20118 7314
198859 211364 601252
62867 45893 2766
997891
Met de volgende grafiek is goed te zien welke producten er in overvloed in de provincie Groningen beschikbaar is, en welke maar beperkt. Vanaf product 15, prei, wordt er meer geproduceerd dan geconsumeerd. Met uitzondering van product 20, korrelmaïs, daar wordt minder geproduceerd als geconsumeerd.
81937
Figuur 3 Productie afgezet tegen consumptie provincie Groningen
Productie afzet tegen consumptie op logaritmische schaal (Groningen)
Hoeveelheid in tonnen
1.000.000 100.000 10.000 1.000 100 10 1 1
3
5
7
9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39
Voedselproductie
Producten
Voedselconsumptie
Met de gegevens van de productie en consumptie kan uitgerekend worden welke mate van zelfvoorziening mogelijk is voor deze producten. Zo is kapucijners, sla, broccoli, witlof, bloemkool, bospeen en witlof voor minder dan 10% uit de 2 provincies te halen is. Aubergines, bloemkool, groene erwten en peulvruchten voor respectievelijk 14%, 16%, 18% en 30%. Spitskool, prei en tomaten voor respectievelijk 45%, 52% en 79%. En varkensvlees en rundvlees voor respectievelijk 78% en 85%. De overige producten genoemd in tabel 7 zijn voor 100% of meer uit de 2 provincies te halen. In de cirkel diagram hieronder zijn de zelfvoorziening percentages samengevoegd tot 5 categorieën. Als een product voor 0 tot 20% uit de 2 provincies gehaald kan worden dan behoort dat product tot categorie 1. En als een product voor meer dan 10.000% uit de provincie gehaald kan worden (er wordt dus véél meer geproduceerd dan geconsumeerd) behoort dat product tot categorie 5. Van het aantal producten dat tot een bepaalde categorie hoort is een cirkel diagram gemaakt. In de tabel 8 staat welke producten tot welke categorie behoren. Figuur 4
c
Tabel 9 1 Kapucijners Sla Broccoli Chinese kool Selderij, bleek/groen Bospeen Witlof Aubergines Bloemkool Groene erwten
2 Peulvruchten Spitskool
3 Rode kool Aardbeien, totaal
4 Korrelmais Witte kool
Prei Tomaten, totaal
Spruitkool Asperges, productie
Haver
Rundvlees Vleesvarkens
Appels Totaal tarwe Komkommers Granen totaal Rogge Groene / savooiekool Paprika's, totaal Consumptieaardappelen Vleeskuikens Eieren
5 Suikerbieten Geitenmelk Uien
Champignons Peren Koemelk
Discussie Bij elk onderzoek kunnen kanttekeningen worden geplaatst, zo ook bij de resultaten van dit onderzoek. De berekeningen hebben met betrekking tot representativiteit en betrouwbaarheid enkele kanttekeningen die hieronder genoemd zullen worden. Er is gerekend met een voedselconsumptie van de leeftijdscategorie 20-30 jaar. De consumptie van deze leeftijdscategorie zal waarschijnlijk iets afwijken van het gemiddelde in totaal omdat ouderen en kleine kinderen gerekend worden als een eter van 20 – 30. De werkelijke consumptie zal dus waarschijnlijk lager zijn dan aangegeven. De voedselproductie categorieën van Statline kunnen soms niet 1 op 1 vergeleken worden met de voedselconsumptie categorieën van het RIVM. Daarom is er voor een aantal categorieën gebruik gemaakt van interpretaties. Deze interpretaties zijn terug de vinden in het Excel document en als de cijfers vergeleken worden met de tabel van het RIVM. Er is gerekend met gemiddelde opbrengsten en producties over 5 jaar, van 2006 tot en met 2010, maar in het verleden behaalde oogsten en geproduceerde gewassen geven geen garantie dat hetzelfde gewas of oogst ook in de toekomst behaald wordt. Het rendement van de dierlijke producten is zelf geschat op basis van de andere schattingen van het rapport van Agromere, voor de berekening van de zelfvoorziening heeft een fout weinig invloed omdat er dierlijke producten in overvloed geproduceerd worden in de provincies. De productie in de Regio aangegeven met 3 verschillend grote bolletjes is ingedeeld op basis van een schatting omdat het anders teveel tijd in beslag nam. Deze schatting kan verkeerd zijn en dus een verkeerd beeld weergeven. Hoewel er meermalen is gezocht naar fouten en er zo zorgvuldig mogelijk gerekend is kan het zijn dat er een foutjes zitten in de berekening van Excel. Om dit te voorkomen is er zoveel mogelijk geautomatiseerd gewerkt maar het blijft mensenwerk om gegevens te interpreteren, eenheden te gelijkstemmen en meerdere bronnen samen te voegen.
Conclusie en aanbeveling Conclusie Er is inzichtelijk gemaakt hoeveel er in de provincies Groningen en Drenthe samen, in de Regio en in de provincie Groningen alleen geconsumeerd en geproduceerd wordt. Dit levert een lijst met 100 productsoorten die in beide provincies geproduceerd worden. Daaruit blijkt dat er al een groot gevarieerd aanbod aan voedsel wat uit de provincies gehaald kan worden is. De lijst is vervolgens afgestemd op de lijst uit het RIVM rapport van producten wat er geconsumeerd wordt, dit afstemmen heeft een lijst met 39 productsoorten als resultaat. Van 27 productensoorten (26 in de provincie Groningen alleen) produceren beide provincies samen ruimschoots genoeg (meer dan 100%) voor de eigen inwoners, waarbij de export van deze producten gewoon door kan blijven gaan. Er worden in het bijzonder veel vleesproducten geproduceerd in beide provincies. 12 andere producten of productgroepen kunnen ook voor een deel uit de eigen provincie gehaald worden, maar niet voor 100% of meer. Met een bepaalde mate van aanpassingen zou de zelfvoorzienendheid beduidend groter kunnen worden, juist omdat er ruimte genoeg in de provincies is. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het teeltplan aan de passen of door de omschakeling van pure melk- of vleesveehouderijen naar gemengde bedrijven. Er zouden meer tuinbouwbedrijven kunnen ontstaan die in de kleigebieden onder andere verschillende koolsoorten kweken. Ook zouden in steden en dorpen tijdelijk braakliggende terreinen gebruikt kunnen worden voor de productie van kwetsbare en transportgevoelige groentes en fruit, zoals sla en andere bladgroenten, frambozen en bessen. Niet alleen voor een meer locale voedselproductie is een omschakeling naar meer gemengde bedrijven positief, veeteelt zorgt ook voor een grote uitstoot van CO 2, volgens de FAO (Food and Agriculture Organization) is de broeikasgasuitstoot 18%. Het is niet 1 van de doelen van de Regio, maar aangezien de veeteelt sector in de Regio enorm is, zou vanuit klimaatoogpunt een omschakeling ook positief zijn.
Aanbevelingen Om het onderzoek naar de voedselpotentie gedetailleerder uit te voeren kan de basisberekening in Excel aangevuld worden, daarvoor is meer onderzoek op de volgende punten nodig: Productie: - onderzoek naar de grondstoffen van bepaalde producten die geconsumeerd worden - het rendement van een product zou berekend moeten worden om een goede schatting te kunnen geven van de werkelijke voedsel consumptie/productie cijfer, nu is hiervoor de schatting van het rapport van Agromere overgenomen Consumptie: - met de gegevens van het CBS uit rekenen hoeveel inwoners er van elke leeftijdscategorie zijn. Met de tabellen van het RIVM rapport kan vervolgens worden uitgerekend wat elke leeftijdscategorie eet. En hoeveel alle inwoners tezamen van een product eten. gebruik maken van het RIVM rapport wat in de zomer van 2011 verschijnt met gegevens over de voedselconsumptie van de gehele bevolking Tussenhandel - Onderzoek naar de mogelijkheden om streekproducten te gebruiken als grondstof voor producten, bijvoorbeeld zetmeel van streekaardappelen in de sauzen
Nuttige websites en rapporten H. Klawer, S. Dekker & H. Wiskerke (2002) Sturen op onderscheidend kwaliteit, aanknopingspunten voor het versterken van de typiciteit van streekproducten, Wageningen UR R. de Bruin & H. Oostindie (2005) Koepelproject Kennisontwikkeling Streekgebonden Productie en Vermarkting, Stichting Streekeigen Producten Nederland, LTO-Nederland, LEI Wageningen UR N. Oerlemans, H. Oostindie, P.J. Brandsema, D Roep & H. Wiskerke (2006) Het vemarkten van duurzame landbouw: kansen voor nieuwe voedselketens, Wageningen UR, CLM
Literatuur Literatuur R. Blanken, L. Duineveld, B. Jonkers, B. Oosterbroek, A. Salomon & A. Vingerhoets (2011) How to feed Tilburg, Brabantse Milieufederatie, Wageningen UR K.F.A.M. Hulshof, M.C. Ocké, C.T.M van Rossum, E.J.M. Buurma-Rethans, H.A.M. Brants, J.J.M.M. Drijvers & D. ter Doest (2004) Resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 2003, RIVM, TNO voeding J.E. Jansma, A.J.G. Dekking, G. Migchels, A.J. de Buck, M.N.A. Ruijs, P.J. Galema, A.J. Visser (2010) Agromere: Stadslandbouw in Almere, van toekomstbeelden naar het ontwerp, Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lelystad C. Steel (2010) Foodtopia, how food shapes our live, Inspiratie document Gemeente Groningen Websites CBS Staline thema landbouw http://statline.cbs.nl/StatWeb/dome/?LA=NL Jansma, Hof van Twello, pergola systeem www.hofvantwello.nl