Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Westervoortsedijk 73, 6827 AV Arnhem Telefoon (026) 355 13 55
[email protected] www.kplusv.nl
Onderzoek gemeentelijke taken Opdrachtgever
Referentie
Gemeente Schouwen-Duiveland
Arnhem, 13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Inhoud 1
Inleiding
1
2
Samenvatting
2
3
Aanpak en proces
5
4
Bevindingen eerste en verdere analyse
8
4.1
Tussenconclusie uit eerste analyse
4.2 5
Tussenconclusie uit verdere analyse Bevindingen verdiepende analyse
10 13
5.1
Functie 140 Openbare orde en veiligheid
13
5.2
Functie 210 Wegen, straten, pleinen
15
5.3
Functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie
18
5.4
Functie 721 Afvalverwijdering en -verwerking
19
5.5
Functie 810 Ruimtelijke ordening
21
5.6
Functie 822 Overige volkshuisvesting
22
5.7
Functie 922 Algemene baten en lasten
23
5.8
Bevindingen analyse formatie
24
5.9 6
Tussenconclusie uit verdiepende analyse Analyse en conclusie
28 29
6.1
Uitgaven en baten in lijn met toeristisch-recreatieve karakter
29
6.2
Kosten- en kwaliteitsbewustzijn in de gemeente
30
6.3
Relatie met onderwerpen uit de kerntakendiscussie
31
6.4
Conclusie
31
Bijlagen 1
Overzicht aansluiting analyse op kerntakendiscussie
2
Bijlagenboek met analyses (separaat bijgevoegd)
8
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
1
Inleiding Schouwen-Duiveland is, met meer dan 4 miljoen overnachtingen per jaar, één van de grote recreatiegemeenten van Nederland. Qua oppervlakte behoort het tot de grootste gemeenten van Nederland. De gemeente heeft circa 34.000 inwoners en kent 17 kernen. Daarmee is Schouwen-Duiveland een plattelandsgemeente. De gemeente is één van de elf plattelandsgemeenten die zich hebben verenigd in de P10-gemeenten. In het verleden heeft de gemeente een kerntakendiscussie en een visiedebat gevoerd om te bepalen wat voor soort gemeente Schouwen-Duiveland wil zijn. Daarop volgend zijn diverse onderzoeken naar de taken van de gemeente gedaan. Een nieuwe kerntakendiscussie loopt op dit moment. Lopende deze kerntakendiscussie heeft de gemeenteraad van SchouwenDuiveland een motie aangenomen om een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de gemeentelijke taken om daarmee te kunnen komen tot vermindering van de uitgaven. Achtergrond van deze motie is dat de gemeente wordt geconfronteerd met tekorten in het meerjarenperspectief1. Centrale vraag voor het onderzoek is welke verklaringen er zijn voor het feit dat de gemeente in de vergelijking die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt met vergelijkbare gemeenten, op onderdelen een hoger ambitieniveau of meer taken dan wettelijk noodzakelijk zijn, uitvoert. Met de uitkomsten dient de gemeente antwoord te krijgen op de vraag waar het takenpakket afwijkt van andere gemeenten, en/of de gemeente de taken efficiënt uitvoert. Een afgeleide vraag is welke mogelijkheden er zijn tot reductie van taken, dan wel aanpassing van taken die de gemeente uitvoert in vergelijking tot het takenpakket van andere vergelijkbare gemeenten. KplusV organisatieadvies is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. In dit rapport worden de uitkomsten van dit onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod. •
samenvatting van de bevindingen, analyse en conclusies;
•
beschrijving van de aanpak en het onderzoeksproces;
•
bevindingen van de verschillende analyses;
•
analyse en conclusies.
Separaat aan dit rapport is een bijlageboek opgesteld waarin de diverse analyses worden gepresenteerd.
1
Inmiddels laat de meerjarenbegroting 2016 – 2019 een sluitende begroting zien over deze jaren.
Pagina 1
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
2
Samenvatting Vraagstelling Centrale vraag voor het onderzoek is welke verklaringen er zijn voor het feit dat de gemeente in de analyses die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt met vergelijkbare gemeenten, op onderdelen een hoger ambitieniveau of meer taken dan wettelijk noodzakelijk zijn, uitvoert. Met de uitkomsten dient de gemeente antwoord te krijgen op de vraag waar het takenpakket afwijkt van andere gemeenten, en/of de gemeente de taken efficiënt uitvoert. Een afgeleide vraag is welke mogelijkheden er zijn tot reductie van taken, dan wel aanpassing van taken die de gemeente uitvoert in vergelijking tot het takenpakket van andere vergelijkbare gemeenten. Aanpak De takenanalyse bestond uit 3 stappen: 1. eerste analyse van de taken aan de hand van de Begrotingsanalyse BZK; 2. verdere analyse van de taken aan de hand van diverse structuurgegevens; 3. verdiepende analyse van de taken in gesprekken met medewerkers. In de eerste analyse zijn overeenkomsten en verschillen van de begroting van SchouwenDuiveland vergeleken met de gemiddelden van referentiegroepen. Er zijn 5 referentiegroepen bepaald: drie algemene referentiegroepen uit de Begrotingsanalyse BZK en twee specifieke bepaalde referentiegroepen. De algemene referentiegroepen zijn: •
de groottegroep, dat wil zeggen alle gemeenten met een inwoneraantal tussen de 20.000 en 50.000, het gaat voor het begrotingsjaar 2015 om de gemiddelden van 192 gemeenten;
•
de soortgenoten, dat wil zeggen alle gemeenten waarvan de kenmerken sociale structuur (redelijk) en centrumfunctie (weinig) als hetzelfde worden gekenmerkt als SchouwenDuiveland, het gaat voor het begrotingsjaar 2015 om de gemiddelden van 48 gemeenten;
•
de Zeeuwse gemeenten, 12 gemeenten, de gemeente Vlissingen blijft vanwege de artikel 12-status buiten de begrotingsanalyse van het ministerie van BZK.
De specifieke referentiegroepen zijn: •
De P10-gemeenten: Aa en Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Hulst, Ooststellingwerf, Sluis en Westerveld. De gemeenten Bronckhorst en Hollands Kroon zijn buiten de referentiegroep gelaten omdat hun sociale structuur afwijkt van die van Schouwen-Duiveland. De gemeente Opsterland is niet meegenomen omdat van deze gemeente over 2015 geen begrotingscijfers in de begrotingsanalyse van BZK zijn opgenomen.
•
Toeristische gemeenten: Bergen NH, Gulpen-Wittem, Sluis, Texel, Valkenburg aan de Geul en Veere.
Voor de verdere analyse zijn de uitgaven en baten van Schouwen-Duiveland vergeleken met de gemiddelden van de referentiegroepen, waarbij de begrote uitgaven en baten gerelateerd zijn aan structurele kenmerken zoals aantallen woningen, kilometers gemeentelijke wegen, specifieke omvang van populaties, et cetera. Uit de verdere analyse volgden functies die in gesprekken met medewerkers verder onderzocht zijn.
Pagina 2
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Bevindingen Uit de eerste analyse volgen onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen nadere analyse nodig voor de hoofdfuncties Algemeen bestuur, Onderwijs en Economische zaken en voor de functie Openbare gezondheidszorg. De uitgaven zijn lager of vergelijkbaar met die van referentiegemeenten.
•
De functies Parkeren en Musea vergen geen verdere analyse maar een politieke afweging.
•
De volgende functies worden verder geanalyseerd: Openbare orde en veiligheid, Wegen straten en pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Bijstandsverlening en armoedeen schuldenbeleid, Sociale werkvoorziening, Afvalverwijdering- en verwerking, Riolering, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, en Algemene baten en lasten.
Voor de verdere analyse zijn de uitgaven en baten van Schouwen-Duiveland vergeleken met de gemiddelden van de referentiegroepen. Daarbij is gerelateerd aan structurele kenmerken zoals aantallen woningen, kilometers gemeentelijke wegen, specifieke omvang van populaties, oppervlakten, et cetera. Uit de verdere analyse volgen onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen verder onderzoek nodig naar de functies Bijstandsverlening en armoedebestrijding, Sociale werkvoorziening, Riolering en Uitvoering wet WOZ. De verschillen in de uitgaven met de referentiegemeenten zijn voor deze functies te verklaren uit de structuurkenmerken van de gemeente.
•
De volgende functies moeten nader onderzocht worden in overleg met medewerkers: Openbare orde en veiligheid, Wegen, straten, pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Afvalverwijdering en –verwerking, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, en Algemene baten en lasten.
De verdiepende analyse is gedaan in gesprekken met medewerkers. Uit de verdiepende analyse volgt dat per saldo de mogelijkheden tot besparen beperkt zijn anders dan dat de gemeente keuzes maakt die afwijken van de strategische visie van de gemeente en het beleid dat daarbij past: •
Openbare orde en veiligheid: besparingen zijn mogelijk bij de keuze voor een forse vermindering van het aantal evenementen en voor een forse verlaging van de prioriteit en diverse toezicht- en handhavingstaken, wat nadelige effecten heeft op de openbare orde (verlaging veiligheidsgevoel) en de openbare ruimte (verlaging beeldkwaliteit).
•
Wegen, straten, pleinen en Openbaar groen en openluchtrecreatie: besparingen houden verband met het maken van andere kwaliteitskeuzen. Dit betekent ook keuzes die mogelijk niet overeen komen met het toeristisch-recreatieve profiel waarvoor de gemeente strategisch op inzet.
•
Ruimtelijke ordening en Overige volkshuisvesting: besparingen kunnen alleen gerealiseerd worden als er daadwerkelijk keuzes gemaakt worden voor minder ambitieuze masterplannen plannen, programma's en uitvoeringsprojecten en het temporiseren daarvan.
•
Een verdeling van algemene uitgaven over de andere functies levert door de verdeling alleen een beperkte verschuiving in begrote uitgaven op. Deze verschuivingen zijn niet zodanig dat een begrotingsanalyse andere signaleringen oplevert.
•
Voor 2015 sluit Schouwen-Duiveland voor wat betreft de formatie aan bij de bandbreedtes van de referentiegemeenten en onze verwachting is dat dit ook voor 2016 het geval zal zijn.
Pagina 3
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Analyse De gemeente Schouwen-Duiveland heeft een begroting die qua uitgaven- en inkomstenniveau op een aantal functies fors afwijkt van die van andere gemeenten. De geconstateerde afwijkingen in de uitgaven en inkomsten houden verband met de volgende punten: •
Het toeristisch-recreatieve karakter van de gemeente.
•
Keuzes voor voorzieningen, kwaliteiten van de openbare ruimte en voorzieningen, en in de ruimtelijke ontwikkelingen. Op hoofdlijnen baseren alle keuzes die leiden tot de hogere uitgaven op actueel beleid, dat na 2013 is vastgesteld of bewust is voortgezet.
•
Sociaaleconomische populatiekenmerken.
Die afwijking zien we ook terug in de inzet van ambtelijke formatie, met name in het aantal fte's, niet in de gemiddelde loonsom. Indien de gemeente de keuzes voor de taakuitoefening voor het toeristische profiel niet zou maken dan zou dit resulteren in een totale formatie die aansluit bij de bandbreedtes van de referentiegemeenten. Tegenover de hoger begrote uitgaven staan in vergelijking tot andere gemeenten hogere baten. Deze hogere baten houden ook voor een belangrijk deel direct, en indirect via de gemeentefondsuitkering vanwege het hoge aantal als woonruimten meetellende recreatiewoningen en stacaravans, verband met het toeristisch-recreatieve karakter en de populatiekenmerken van Schouwen-Duiveland. De extra baten uit toerisme worden aangewend voor zaken die met toerisme en recreatie te maken hebben. Daarnaast is de organisatie actief geweest en nog steeds actief met het in beeld brengen en implementeren van optimalisatiemogelijkheden voor verschillende taakuitvoeringen. Uit onze analyse volgt dat diverse onderzoeken lopen of gepland zijn naar optimaliseringsmogelijkheden. Deze optimalisaties zullen mogelijk leiden tot besparingen. De signaleringen uit de analyses sluiten aan bij de onderwerpen zoals de gemeente die voor de kerntakendiscussie heeft gerubriceerd. In de bijlage bij dit rapport hebben wij deze relatie in beeld gebracht, waarbij wij de indeling van de onderwerpen uit de kerntakendiscussie hebben gehanteerd. Dat brengt ons tot de conclusie dat de gemeente in beeld heeft op welke gebieden bij noodzakelijke besparingen heroverwegingen aan de orde kunnen zijn. Het feit dat de onderwerpen voor de kerntakendiscussie en de signaleringen uit het onderhavige onderzoek bij elkaar aansluiten, brengt ons tot de conclusie dat ook het takenonderzoek op basis van de begroting aansluit bij de eerdere integrale afweging door de raad. Conclusie Onze conclusie is dat de gemeente op bepaalde taken fors afwijkt van andere gemeenten. De geconstateerde afwijkingen in de uitgaven en inkomsten houden verband met het toeristischrecreatieve karakter van de gemeente en de (strategische) keuzes die daarvoor zijn gemaakt. Het aantal fte's ligt in lijn met de geconstateerde afwijkingen. De gemeente is bezig met onderzoek naar verschillende taakuitvoeringen. Deze onderzoeken zullen mogelijk leiden tot besparingen. Indien Schouwen-Duiveland op termijn verdere en forsere besparingen moet realiseren, dan zijn wij ervan overtuigd dat dit altijd beleidskeuzes door de raad vraagt. Dit gaat dan om keuzes om beleid minder intensief uit te voeren of met andere kwaliteitskeuzes of met minder ambities.
Pagina 4
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
3
Aanpak en proces In onderstaand overzicht staan de verschillende stappen die in het onderzoek doorlopen zijn:
Hieruit volgt dat de takenanalyse uit 3 stappen bestaat: 1. eerste analyse van de taken aan de hand van de Begrotingsanalyse BZK; 2. verdere analyse van de taken aan de hand van diverse structuurgegevens; 3. verdiepende analyse van de taken in gesprekken met medewerkers. In de eerste analyse zijn overeenkomsten en verschillen van de begroting van SchouwenDuiveland vergeleken met de gemiddelden van referentiegroepen. De begrotingsanalyse is uitgedrukt in € per inwoner. Er zijn 5 referentiegroepen bepaald: drie algemene referentiegroepen uit de Begrotingsanalyse BZK en twee specifieke bepaalde referentiegroepen. De algemene referentiegroepen zijn: •
de groottegroep, dat wil zeggen alle gemeenten met een inwoneraantal tussen de 20.000 en 50.000, het gaat voor het begrotingsjaar 2015 om de gemiddelden van 192 gemeenten;
•
de soortgenoten, dat wil zeggen alle gemeenten waarvan de kenmerken sociale structuur (redelijk) en centrumfunctie (weinig) als hetzelfde worden gekenmerkt als SchouwenDuiveland, het gaat voor het begrotingsjaar 2015 om de gemiddelden van 48 gemeenten;
•
de Zeeuwse gemeenten, 12 gemeenten, de gemeente Vlissingen blijft vanwege de artikel 12-status buiten de begrotingsanalyse van het ministerie van BZK.
Pagina 5
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
De specifieke referentiegroepen zijn: -
De P10-gemeenten: Aa en Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Hulst, Ooststellingwerf, Sluis en Westerveld. De gemeenten Bronckhorst en Hollands Kroon zijn buiten de referentiegroep gelaten omdat hun sociale structuur afwijkt van die van Schouwen-Duiveland. De gemeente Opsterland is niet meegenomen omdat van deze gemeente over 2015 geen begrotingscijfers in de begrotingsanalyse van BZK zijn opgenomen.
-
Toeristische gemeenten: Bergen NH, Gulpen-Wittem, Sluis, Texel, Valkenburg aan de Geul en Veere.
Vanuit de begrotingsanalyse BZK zijn de begrotingen van 2015, 2014 en 2013 van SchouwenDuiveland met de gemiddelden van de referentiegroepen vergeleken. Dit is voor deze drie jaren gedaan om de effecten van eenmalig sterk afwijkend begrote uitgaven zoveel mogelijk uit te sluiten. Uit de eerste analyse komt een aantal functies naar voren voor verdere verdieping. Voor de verdere analyse zijn de uitgaven en baten van Schouwen-Duiveland nogmaals vergeleken met de gemiddelden van de referentiegroepen, waarbij de begrote uitgaven en baten gerelateerd zijn aan structurele kenmerken zoals aantallen woningen, kilometers gemeentelijke wegen, specifieke omvang van populaties, et cetera. Voor de verdere analyse zijn de referentiegemeenten uit de groottegroep en uit de soortgenoten gecombineerd. Uit die combinatie zijn gemeenten geselecteerd die qua inwoneraantal het dichtst bij Schouwen-Duiveland liggen en die niet overlappen met de andere referentiegroepen. Concreet betreft dit de volgende gemeenten: Achtkaspelen, Epe, Gemert-Bakel, Halderberge, Midden-Drenthe, Noordwijk, Renkum en Tytsjerksteradiel. De andere referentiegroepen zijn het zelfde gebleven Uit de verdere analyse volgden functies die in gesprekken met medewerkers verder zijn verdiept. Bij de analyses bleek dat niet alle uitgaven voor de vergelijking met de referentiegroepen op de juiste functies zijn begroot. Hiervoor is in de analyses gecorrigeerd door de betreffende begrote uitgaven tussen de functies te verschuiven. Dit is alleen gedaan voor het begrotingsjaar 2015 omdat dit het meest actueel is. De mutaties tussen de functies zijn kenbaar gemaakt aan de betrokken medewerkers. De vergelijking van Schouwen-Duiveland na mutaties tussen de functies met de referentiegroepen leidt niet tot andere signaleringen voor nadere analyse of onderzoek. De begrotingsanalyse BZK biedt ook een beperkte mogelijkheid voor vergelijken van de formatie van gemeenten. Van deze mogelijkheid hebben wij gebruik gemaakt en de bevindingen aangevuld met indicaties uit onze ervaringen. Gedurende het onderzoekstraject zijn de bevindingen van elke analyse en het conceptrapport teruggekoppeld aan de stuurgroep, bestaande uit de wethouder Financiën, de gemeentesecretaris, de griffier, de projectleider en een OR-vertegenwoordiger. Daarnaast is tussentijds twee maal teruggekoppeld aan de raadswerkgroep en is het concept rapport met de raadswerkgroep besproken.
Pagina 6
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
De bevindingen uit de drie analyses en de formatieanalyse komen aan bod in de volgende hoofdstukken.
Pagina 7
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
4
Bevindingen eerste en verdere analyse In dit hoofdstuk en de daarbij behorende bijlage geven wij op het niveau van de (hoofd)functies de signalen over verschillen tussen het voor de taken begroten door Schouwen-Duiveland en dat door andere gemeenten weer. Voor de functies waarvan wij vinden dat de verschillen nader geanalyseerd moeten worden is dit hierna apart weergegeven. De eerste en verdere analyses zelf worden toegelicht en voorzien van vergelijkende tabellen in hoofdstuk 1 van het bijlageboek.
4.1 Tussenconclusie uit eerste analyse Uit de eerste analyse van de begrotingen over 2013, 2014 en 2015 met de referentiegemeenten zien wij dat de gemeente Schouwen-Duiveland op de volgende hoofdfuncties niet significant meer begroot dan de andere gemeenten uit de referentiegroepen: •
Algemeen bestuur: in alle vergelijkingen zijn de kosten voor het democratisch functioneren, bestuursondersteuning, bestuurlijke samenwerking en burgerzaken lager voor SchouwenDuiveland.
•
Economische zaken: ten opzichte van de P10-gemeenten, de toeristische en de Zeeuwse gemeenten zijn de uitgaven voor handel, ambacht en industrie lager begroot. Ook ten opzichte van de soortgenoten en de groottegroep zijn de uitgaven lager, alleen is dat verschil kleiner.
•
Onderwijs: de totale uitgaven zijn, behalve ten opzichte van de toeristische gemeenten, gelijk of lager. Dit houdt verband met de geringe uitgaven voor speciaal en voortgezet onderwijs in Schouwen-Duiveland.
Verder hebben wij uit de eerste analyse van de begrotingen over 2013, 2014 en 2015 van Schouwen-Duiveland in eerste instantie de volgende functies nader geselecteerd voor verdere analyse. •
Functie 140, Openbare orde en veiligheid. Op deze functie begroot de gemeente ook nadat uitgaven zijn verschoven naar functie 120 Brandweer en rampenbestrijding, naar verhouding hoge uitgaven. Dit kan samenhangen met de inzet die de gemeente doet voor de toeristische uitgaanscentra en voor de strandrecreatie.
•
Functie 210, Wegen, straten en pleinen. Deze functie is nader te analyseren met name gericht op het wel of niet samenhangen van de hoogte van de begrote uitgaven met het karakter als toeristisch-recreatieve gemeente.
•
Functie 215, Baten parkeren. De vraag die als eerste opkomt is of de baten als toeristische gemeente niet kunnen worden verhoogd? Wat betekent dit ten opzichte van andere Zeeuwse gemeenten? Het voorstel is om deze baten niet nader te analyseren maar deze te agenderen voor nadere politieke afweging.
•
Functie 560, Openbaar groen en openluchtrecreatie. Inclusief het verschuiven van lasten voor openbaar groen rondom begraafplaatsen begroot de gemeente aanzienlijk veel meer dan de referentiegemeenten. De nadere analyse richt zich erop om na te gaan of en zo ja in hoeverre er verband bestaat met de toeristische voorzieningen zoals de gemeentelijk (jacht) havens.
Pagina 8
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
•
Functie 541, Musea. De op de functie begrote uitgaven houden nagenoeg volledig verband met het Stadsmuseum. Voor 2016 e.v. worden deze uitgaven in verband met de privatisering naar verwachting nog hoger begroot met een afbouw van de verhoging tot en met 2020. Het voorstel is om deze uitgaven niet nader te analyseren maar deze te agenderen voor nadere politieke afweging.
•
Functies 610 en 614, Bijstandsverlening en armoede- en schuldenbeleid. De nadere analyse is erop gericht om na te gaan of het signaal van lagere uitgaven overeenkomt met de sociale structuur van Schouwen-Duiveland die in de begrotingsanalyse als 'redelijk' wordt aangegeven. Je zou verwachten dat de begrote uitgaven in de pas lopen met de referenties en hoger zouden zijn dan het gemiddelde van de Zeeuwse gemeenten.
•
Functie 611, Sociale werkvoorziening. Gelet op de hoger begrote uitgaven en een groot aantal SW-dienstbetrekkingen is een nadere analyse voor de hand liggend.
•
Functie 714, Openbare gezondheidszorg. Door een verschuiving van begrote uitgaven naar de WMO komt de signalering te vervallen.
•
Functie 721, Afvalverwijdering- en verwerking. Ondanks dat de uitgaven gedekt zijn door middel van de afvalstoffenheffing is een nadere analyse naar de redenen van de naar verhouding per inwoner hogere uitgaven per inwoner wenselijk. Een nadere analyse over de kostendekkendheid behoort hier niet toe, dit is een reguliere activiteit.
•
Functie 722, Riolering. Een nadere analyse is ook al worden voor deze functie de uitgaven gedekt door de baten vanwege de hoogte van de uitgaven gewenst. Daarmee is in beeld te krijgen of de toeristische structuur, bijvoorbeeld meer (recreatie)woningen, zoveel meer uitgaven met zich mee brengt voor riolering?
•
Functie 810, Ruimtelijke ordening. Schouwen-Duiveland kent veel toeristisch-recreatief ingestoken ruimtelijke planvorming. Door het grote aantal 'recreatiewoningen' is er ook sprake van een grote woningvoorraad. Een nadere analyse of en in hoeverre de hogere uitgaven voor ruimtelijke ordening samenhangen met de toeristisch-recreatieve kenmerken is een vervolg.
•
Functie 822, Overige volkshuisvesting. Hiervoor volgt een nadere analyse of het hogere begrote uitgavenniveau samenhangt met de toeristische recreatieve kenmerken van de gemeente. Hierbij wordt een verschuiving van begrote uitgaven van functie 930, Uitvoering wet WOZ naar deze functie meegenomen.
•
Functie 922, Algemene baten en lasten. De verschillen met de andere vergelijkingen zijn groot. Dit is in ieder geval een gevolg van het feit dat Schouwen-Duiveland op deze functie verschillende uitgaven centraal onderbrengt. Dit is dus een wijze van begroten. Met inachtneming daarvan blijft er een groot verschil bestaan. Een nadere analyse van de opbouw van functie 922 is wenselijk.
•
Functie 930, Uitvoering wet WOZ. Voor deze functie is na te gaan of en zo ja in hoeverre de begrote meeruitgaven samenhangen met (eenmalige) kosten van samenwerken.
Uit bovenstaand overzicht volgen onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen nadere analyse nodig voor de hoofdfuncties Algemeen bestuur, Onderwijs en Economische zaken en voor de functie Openbare gezondheidszorg. De uitgaven zijn lager of vergelijkbaar met die van referentiegemeenten.
•
De functies Parkeren en Musea vergen geen verdere analyse, maar een politieke afweging.
•
De volgende functies worden verder geanalyseerd: Openbare orde en veiligheid, Wegen straten en pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Bijstandsverlening en armoedeen schuldenbeleid, Sociale werkvoorziening, Afvalverwijdering- en verwerking, Riolering, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, Algemene baten en lasten en Uitvoering wet WOZ.
Pagina 9
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
In de volgende paragraaf wordt de verdere analyse van de functies gepresenteerd.
4.2 Tussenconclusie uit verdere analyse In deze paragraaf en de daarbij behorende bijlage presenteren wij de uitkomsten van de nadere analyses van de functies die bij de eerste analyse als opvallende begrotingsafwijkingen zijn gesignaleerd. Net zoals als na de eerste analyse geven wij dit hierna als tussenconclusie weer. De verdere analyses worden toegelicht en voorzien van vergelijkende tabellen in hoofdstuk 3 van het bijlageboek. Voor de verdere analyse zijn de uitgaven en baten van Schouwen-Duiveland vergeleken met de gemiddelden van de referentiegroepen. Daarbij is gerelateerd aan structurele kenmerken zoals aantallen woningen, kilometers gemeentelijke wegen, specifieke omvang van populaties, oppervlakten, et cetera. Uit de verdere analyse volgt dat de volgende functies niet nader onderzocht hoeven te worden: •
Bijstandsverlening en armoedebestrijding: de begrote uitgaven zijn gerelateerd aan populatiekenmerken. Deze vergelijkingen onderbouwen de eerste vergelijking dat Schouwen-Duiveland minder uitgaven begroot.
•
Sociale werkvoorziening: uit de verdere analyse blijkt dat de populatie SW-ers in SchouwenDuiveland het grootst is in vergelijking tot de referenties.
•
Riolering: Uit de verdere analyse blijkt, wanneer de toeristisch-recreatieve verblijfseenheden worden meegerekend, dat de uitgaven in de pas lopen met die van de referenties.
Uit de verdere analyse volgt dat de volgende functies nader onderzocht moeten worden in overleg met betrokken medewerkers: Functie 140 Openbare orde en veiligheid Hierbij is na te gaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Op deze functie bleken uitgaven te worden geboekt die op functie 723 Milieubeheer (waaronder RUD) geboekt moeten worden. Zie verder onder deze functie. Functie 210 Wegen, straten, pleinen De uitgaven voor functie 210 waarbij is na te gaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Daarbij is onder meer te onderzoeken of en in hoeverre er samenhang is met onder meer: •
het door het waterschap uitgevoerde beheer en onderhoud van wegen;
•
grote infrastructurele projecten;
•
de begrote uitgaven voor voorzieningen.
Functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie Voor functie 560 is na te gaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Daarbij is onder meer specifieke aandacht te geven aan: •
de invloed op de begrote uitgaven van de uitgaven voor de jachthavens;
•
de betekenis van de begrote uitgaven voor voorzieningen;
•
de aansluiting van de voor IV3 opgegeven uitgaven en baten en de begrotingsanalyse BZK.
Pagina 10
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Functie 721 Afvalverwijdering en -verwerking De uitgaven voor functie 721 zijn in overleg met de medewerkers verder te analyseren. Daarbij is na te gaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Specifiek is dan na te gaan wat naast de uitgaven voor de exploitatie de betekenis is vanuit begrote uitgaven voor: •
gemeenschappelijke regeling milieustraat;
•
afvalverwerking;
•
doorbelastingen.
Functie 723 Milieubeheer De uitgaven voor de RUD zouden voor Schouwen-Duiveland alleen betrekking moeten hebben op het basispakket voor wat betreft milieu. Op functie 723 stonden echter ook de uitgaven voor milieueducatie van ca. € 62.000,-. Deze uitgaven horen op functie 480 (Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs) geboekt te worden. Daarmee blijft Schouwen-Duiveland voor functie 723 op de bovengrens van de referenties. Dit blijkt vooral te maken met personele uitgaven voor de hoeveelheid bedrijven (meer dan 1.000) die de gemeente zelf vergunt en handhaaft. Bijzonder is dat de Zeeuwse gemeenten allemaal relatief veel uitgaven hebben. Functie 810 Ruimtelijke ordening Na te gaan is of en in hoeverre de uitgaven voor ruimtelijke ordening samenhangen met de verschillende planontwikkelingen. Daarbij is de vraag aan de orde voor hoe lange periode dit uitgaveniveau geldt of dat dit na verloop van enkele jaren terugloopt? Functie 822 Overige volkshuisvesting Zijn er voor deze functie minder uitgaven mogelijk en welke voorwaarden of consequenties brengt dit met zich mee. Daarbij is specifiek aandacht te geven aan: •
de uitgaven voor Ecoscope en overige gemeentelijke objecten in samenhang met de hogere uitgaven op deze functie.
Functie 922 Algemene baten en lasten Aan de hand van de op deze functie begrote boekingen, zowel naar activiteiten als naar economische categorieën zijn deze eerst met de medewerkers financiën bekeken en is vastgesteld dat door de systeemkeuze van boeken van uitgaven, onder meer centraal houden van een aantal PIOFHA-uitgaven, in plaats van deze te verdelen over functies, SchouwenDuiveland altijd een afwijkend uitgavenniveau zal signaleren in vergelijking tot andere gemeenten. Daarbij stellen wij vast dat het niet zo is dat Schouwen-Duiveland indien deze uitgaven, bijvoorbeeld verdeeld aan de hand van het aantal fte's per functie, op die functies tot een andere signalering van het uitgavenniveau komt Functie 930 Uitvoering wet WOZ In overleg met de medewerkers is nagegaan of de begrote meeruitgaven samenhangen met (eenmalige) kosten van samenwerken of met de verdeling van de samenwerkingskosten over de verschillende 'belastingproducten'? Als er geen verband hiermee is, of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt? De uitkomst hiervan is dat door op een andere functie te boeken (uitgaven voor de BAG), de signalering over de hoogte van de uitgaven komt te vervallen.
Pagina 11
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Uit bovenstaand overzicht volgen onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen verder onderzoek nodig naar de functies Bijstandsverlening en armoedebestrijding, Sociale werkvoorziening, Milieubeheer, Riolering en Uitvoering wet WOZ.
•
De volgende functies moeten nader onderzocht worden in overleg met medewerkers: Openbare orde en veiligheid, Wegen, straten, pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Afvalverwijdering en –verwerking, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, en Algemene baten en lasten.
In het volgende hoofdstuk met bijlage wordt de verdiepende analyse van deze functies gepresenteerd.
Pagina 12
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
5
Bevindingen verdiepende analyse In afwijking met de hoofdstukken hiervoor presenteren wij de uitkomsten van de verdiepende analyses die onder meer in overleg met de betreffende medewerkers hebben plaats gehad, integraal in dit hoofdstuk.
5.1 Functie 140 Openbare orde en veiligheid Deze functie is nader geanalyseerd op de keuzes die ten grondslag liggen aan de hogere uitgaven. Daarnaast is nagegaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en zo ja, welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Beleid De gemeente zet sterk in op het toeristisch recreatief karakter. Dit komt onder meer op deze functie tot uiting door intensieve inzet en uitgaven voor de activiteiten voor openbare orde en veiligheid, handhaving en reddingsbrigade. Daarbij kent de gemeente in totaal circa 450 evenementen per jaar, waarvan sommige meerdaagse evenementen zijn. Er is sprake van zowel grote evenementen als kleine evenementen met weinig risico. Hoewel dit qua aantal veel evenementen zijn, kunnen wij in het kader van dit onderzoek niet achterhalen wat de aard van de evenementen (groot of klein) is bij andere gemeenten. Bovendien kent de gemeente circa 365 horeca ondernemingen en 115 ondernemingen in de Sport, Recreatie en Cultuur. Ontwikkelingen Momenteel loopt een risico-inventarisatie naar de strandveiligheid op basis waarvan de organisatie van de reddingsbrigade kan worden aangepast. Dit onderzoek wordt eind 2015 aan de raad aangeboden. Stand van zaken voor begroting De grootste post die op functie 140 zit zijn de Uren personeel zonder TIM2 (ca. € 940.000, ca. 50% van de totale functie). Hierin zitten 12.087 uren die doorbelast zijn vanuit Wonen, werken, leven (WWL) (1433 uur), Openbare Werken Handhaving (4.291 uur) en Ruimte en Milieu (6.363 uur). In het gesprek kwam naar voren dat hierin algemene uren, die niet direct op OOV betrekking hebben, van juristen zitten. Gezien het feit dat de gemeente circa 150 procedures voor illegale bewoning heeft op jaarbasis, is de keuze om het op functie 140 te boeken te rechtvaardigen. In het geval van Schouwen-Duiveland hebben we het over € 295.000, zijnde de loonsom van de juristen. Daarnaast zitten in deze post ook de uren voor de medewerkers Handhaving in, inclusief de opleidingsuren.
2
TIM is het urenregistratiepakket van de gemeente.
Pagina 13
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
In verband met de evenementen wordt een groot beroep gedaan op de inzet van handhaving (en vergunningverlening), ook buiten de reguliere werktijden. Concreet vergt dit circa 5 fte. Er wordt ingezet op onder meer SUS-teams (uren voor een bedrag van circa € 80.000) en de toezichthouders (2 toezichthouders per evenement maal 30 grote evenementen per jaar is 480 uur). Uit de inzetplanning 2015 blijkt bovendien dat diverse andere toezicht- en handhavingstaken een hoge prioriteit kennen. De eerdere analyse is verbijzonderd voor wat betreft de vergelijking met de verschillende referenties aan de hand van het aantal horecaondernemingen c.a. Dit levert het volgende beeld op. Nettolasten per maatstaf SchouwenFunctie 140 Duiveland inwoners € 40 Aantal Horeca bedrijven € 3.688 Aantal bedrijven Horeca en SCR € 2.804 Aantal bedrijven Cultuur, sport en recreatie € 11.704
P10 € € € €
12 2.590 1.476 3.429
Toeristische gemeenten € 28 € 2.152 € 1.495 € 4.897
Zeeuwse gemeenten € 21 € 4.116 € 2.410 € 5.815
Selectie groottegroep en soortgenoten € 25 € 6.646 € 3.176 € 6.084
Het aantal horecabedrijven maakt Schouwen-Duiveland beter vergelijkbaar met de Zeeuwse gemeenten. Vergeleken met de Selectie groottegroep en soortgenoten zijn de uitgaven voor Schouwen-Duiveland per inwoner zelfs lager. Wat opvalt is dat het verschil met de toeristische gemeente juist groter wordt. Een verklaring hiervoor is dat de politie zich meer richt op de strafrechtelijke taken, waardoor de gemeente meer inspanningen moet verrichten op toezicht en handhaving. Bovendien heeft Schouwen-Duiveland net als de andere Zeeuwse gemeenten te maken met buitenlandse toeristen die ook buiten het seizoen (seizoenverlenging en op buitenlandse feestdagen) in Zeeland verblijven. Daarnaast is de combinatie van toerisme én de uitgestrektheid van het gebied én het aantal evenementen een deel van de verklaring van de hogere uitgaven. Een vergelijking van de nettolasten gedeeld door het aantal hectare, het aantal horeca bedrijven en het aantal vernielingen bevestigt dit beeld. Opmerking hierbij is wel dat dit een statistisch grove vergelijking is, daar niet de bijdrage van elke factor apart is gewogen. Lasten per hectare, maal aantal horecabedrijven en maal vernielingen (gedeeld door € 100.000) Schouwen-Duiveland
€
725
P10-gemeenten
€
597
Toeristisch
€
1.194
Zeeuwse gemeenten
€
1.507
Selectie Groottegroep en soortgenoten
€
2.481
Tot slot vallen ook de kosten van de reddingsbrigade onder deze functie. Met 21 kilometer strand en een hoge veiligheidswens betekent dit dat er 4 reddingsposten zijn. Dit brengt kosten van materieel en gebouwen met zich mee ter hoogte van zo'n € 230.000 plus circa € 60.000 per jaar aan subsidie voor het inzetten van vrijwilligers.
Pagina 14
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Zijn er andere keuzes mogelijk? Uit deze analyse blijkt dat de hogere uitgaven te verklaren zijn uit de combinatie van uitgestrektheid van het gebied én de aard van het toerisme én de vele evenementen, in combinatie met de keuzes voor veilige stranden en veilige horecagebieden. Om te komen tot minder uitgaven kan gedacht worden aan de volgende mogelijkheden: •
Een meer integrale aanpak tussen Bijzondere opsporingsambtenaren (BOA's). sus-teams en straatcoaches. Dit traject is reeds ingezet. Dit zou kunnen leiden tot een efficiënter toezicht. Naar verwachting leidt dit op langere termijn tot minder uitgaven, als efficiënter toezicht leidt tot minder overlast in de openbare ruimte. Overigens zijn de straatcoaches op initiatief van de gemeenteraad aangesteld. Hiervoor is op jaarbasis € 83.000 beschikbaar gesteld voor een periode van drie jaar.
•
Het verminderen van het aantal evenementen. Dit kan leiden tot minder toezicht en handhaving. Tegelijkertijd heeft dit een nadelig effect op de aantrekkingskracht van de gemeente als recreatieve gemeente.
•
Het verlagen van de prioriteit en diverse toezicht- en handhavingstaken, wat kan leiden tot minder ureninzet. Dit heeft nadelig effecten op de openbare orde (verlaging veiligheidsgevoel) en de openbare ruimte (verlaging beeldkwaliteit). Dit heeft alleen betrekking hebben op de leefbaarheidstaken, omdat op het gebied van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Drank- en Horecawet (DHW) het wettelijke minimum wordt aangehouden.
Per saldo zijn de mogelijkheden tot besparen beperkt, anders dan dat de gemeente keuzes maakt die afwijken van de strategische visie van de gemeente en het beleid dat daarbij past. Wel kan er sprake zijn van enige optimalisatie door efficiënter toezicht. Indien er keuzes worden gemaakt voor verlaging van de intensiteit van de uitvoering van beleid dan is onze indicatie dat dit een besparing op zou moeten kunnen leveren. Deze besparing kan alleen gerealiseerd worden door een forse vermindering van het aantal evenementen en een forse verlaging van de prioriteiten en diverse toezicht- en handhavingstaken, wat nadelige effecten heeft op de openbare orde (verlaging veiligheidsgevoel) en de openbare ruimte (verlaging beeldkwaliteit). Een exacte berekening van een dergelijke besparing is in het kader van dit onderzoek niet te geven; dit vergt specifiek nader onderzoek.
5.2 Functie 210 Wegen, straten, pleinen Deze functie is verder geanalyseerd en nagegaan is of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Daarbij is onderzocht of en in hoeverre er samenhang is met onder meer: •
het door het Waterschap uitgevoerde beheer en onderhoud van wegen;
•
grote infrastructurele projecten;
•
de begrote uitgaven voor voorzieningen.
Pagina 15
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Beleid De kosten die het Waterschap rekent voor de werkzaamheden die zij verricht zijn met de samenwerkende gemeenten in 2013 geëvalueerd. Daaruit is gebleken dat 'de cijfers kloppen'. De toerekenfactor voor de kosten is het aantal kilometers wegen waarvoor het Waterschap werkzaamheden verricht. Hieruit volgt dat de mogelijkheid om hierop te besparen beperkt is. De kosten voor de werkzaamheden van het Waterschap vormen circa 25% van het budget. De Zeeuwse gemeenten hebben deze kosten ook, wat voor een deel verklaard waarom het verschil met Zeeuwse gemeente in kosten per kilometers gemeentelijke weg beperkt is. De norm voor het beheer en onderhoud van wegen, straten, pleinen is "schoon, heel en veilig". Voor het grootste gedeelte betekent dit A of B kwaliteit. Voor het uitvoeringsbedrijf geldt dat het in april 2014 door de raad vastgestelde “integraal beheer openbare ruimte” (IBOR) bepaalt dat de beeldkwaliteit in de kernen "A" moet zijn en in de wijken "B". In 2014 en 2015 heeft er voor 'wegen' een inhaalslag plaats gehad, vaak in combinatie met rioleringsprojecten. Dit betekende extra uitgaven voor onderhoud wegen. Voor het beheer en onderhoud van de buitenruimte is de beeldkwaliteitscatalogus leidend. Medewerkers werken nu niet meer op basis van frequentie maar op basis van onderhoudsbeeld. Het voordeel hiervan is: het is goed en helder toetsbaar en dus ook duidelijk wat de klant mag verwachten. Tot 2014 had de gemeente A, B en C niveau, het C niveau werd gehanteerd op sport- & parken en bedrijventerreinen. Deze zijn met het integraal beheerplan opgewaardeerd naar het B-niveau. Hiervoor zijn geen extra middelen ter beschikking gesteld. Dit was ook niet nodig want door het kort cyclisch onderhoudswerk goed bij te houden en snel in te grijpen kan de gemeente de ingrijpkosten laag houden. In 2013 en 2014 is veel gedaan aan het bekend maken van het service-loket en het verruimen van de openingstijden. Gelet op het kwaliteitsstreven en de bereikbaarheid is het reëel te verwachten dat het aantal servicemeldingen toeneemt. Tot nu toe blijkt dit niet het geval. Bestrating (maar ook riolering) is ruim 60 jaar na de watersnoodramp veelal aan vervanging toe. In de uitvoering is een efficiencyslag gemaakt die in 2012 is doorgevoerd. Er zijn efficiencyslagen gemaakt bijvoorbeeld door niet planmatig 6 voertuigen voor gladheidsbestrijding klaar te hebben staan voor inzet maar 3. Mocht er extra inzet nodig zijn dan wordt er alsnog opgeschaald. In 2012 is de buitendienst gereorganiseerd, vanuit een districtenstructuur is er één uitvoeringsbedrijf ontstaan. Kenmerkend hierin is dat de huisvesting is gecentraliseerd van 3 districtsvestigingen naar 1 centrale vestiging in Zierikzee. Medewerkers gaan veelal direct vanaf het huisadres rechtstreeks naar de werkplek. Het grote voordeel hiervan is dat er minder transport bewegingen zijn en hierdoor zijn de medewerkers meer op locatie aan de slag. Hierdoor staan “ambassadeurs” dichter bij de burger en worden meldingen waar mogelijk direct opgelost. Ontwikkelingen In de bedrijfsvoering van het UOR blijft er aandacht voor efficiency en kostenverlaging, bijvoorbeeld bij nieuwe contractvorming met aannemers. Een separaat voorstel hiervoor volgt in het laatste kwartaal 2015.
Pagina 16
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Het bestand verkeersbebording wordt momenteel gesaneerd naar het behouden van alleen borden met een minimale juridische borging. Op termijn levert dit een besparing op het gebied van onderhoud en op de kosten voor vervanging. In de Openbare Verlichting zijn zuinigere armaturen geplaatst. De vervanging daarvan gaat nog door, waardoor er op termijn bespaard wordt. Eveneens actueel is dat ongebruikte aansluitingen (gas, water en licht) opgezegd worden waardoor kosten omlaag gaan. Nu gebeurt dit ad hoc op basis van facturen waarbij iemand toevallig weet dat iets niet meer in gebruik is. Dit kan meer structureel. Stand van zaken voor begroting Het bedrag van circa € 800.000 voor grote infrastructurele projecten is voor de begroting 2015 eenmalig. Dit bedrag is begin 2014 door de raad beschikbaar gesteld. Wanneer de begrote uitgaven uitgedrukt in €/inwoner hiervoor worden gecorrigeerd, dan wordt de hoogte van het uitgavenniveau op deze functie vergelijkbaar met de referentie van andere toeristische gemeenten. Zijn er andere keuzes mogelijk? Kijken naar mogelijke verlaging van de uitgaven levert het volgende beeld op: •
Mogelijke besparingen betekenen keuzes in veiligheid of comfort. Concreet gaat het dan om het verlagen van de A en B-kwaliteit.
•
Er is een besparing mogelijk in de afstemming van de diverse taakvelden van beheer, indien het totale areaal beter in beeld is, informatie vastgelegd is en gedeeld wordt en activiteiten beter op elkaar afgestemd worden. Er is een voorstel in de maak, 'Beheer op orde', waarin dit geregeld wordt. Ook hier gaan de kosten voor de baten uit.
•
Blijven investeren in plantvakken met gesloten beplanting, waardoor vermindering van onderhoudskosten gerealiseerd wordt.
•
Inwoners betrekken bij de leefomgeving waardoor ze meer zorg en aandacht en waardering krijgen hiervoor. Het effect zal zijn vermindering van schade, vandalisme en zwerfvuil.
De grootste mogelijkheden om te bezuinigen op deze functie houden verband met het maken van andere kwaliteitskeuzen. Dit betekent ook keuzes die mogelijk niet overeen komen met het toeristisch-recreatieve profiel waarvoor de gemeente strategisch op inzet. In de loop van de economische crisis hebben diverse gemeenten lagere onderhoudsniveaus dan A en/of B geactiveerd. Gemeenten kiezen voor onderhoud op het niveau B voor de centra en C voor de wijken. Er zijn ook gemeenten die in de afgelopen jaren voor heel en veilig kiezen voor generiek niveau C. Alleen voor 'schoon' geldt dan niveau B. Bijvoorbeeld de gemeente Delft, ook met in het centrum veel toeristisch-recreatieve kenmerken streeft in de binnenstad naar een gemiddeld kwaliteitsniveau B en voor de overige wijken niveau C. Dit geldt dan voor het gehele onderhoud van de openbare ruimte. Er zijn gemeenten die inzetten op B en ook C: onderhoud standaard tot extensief en gericht op het minimaal handhaven kwaliteitsniveau C. De nadruk ligt op technische kwaliteit (duurzame instandhouding). De keuzes van SchouwenDuiveland tot nu toe betekenen inzet op: onderhoud intensief in centra, begraafplaatsen en een goede esthetische kwaliteit. Volgens de organisatie vertonen vergelijkbare gemeenten in Zeeland eenzelfde beeld: de gemeente Veere en Sluis hanteren vergelijkbare niveaus als Schouwen-Duiveland in de openbare ruimte.
Pagina 17
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Wij tekenen hierbij aan dat het onderhouden op C-niveau in de praktijk niet zo goedkoop is als vaak gedacht. Deskundigen zijn het erover eens dat onderhouden op C-niveau niet per definitie recht-evenredig goedkoper is dan op B-niveau. Dat hangt vooral ook af van de keuzes in de inrichting en materialen die daarbij gebruikt worden en vraagt andere werkmethoden. .Ook de mate van servicegerichtheid naar de burger en de communicatie over het onderhoudsniveau bepalen de kosten. Concreet is de ervaring opgedaan dat onderhouden op C-niveau zonder 'onderhoudsarme aanleg' nauwelijks goedkoper is dan onderhouden op B-niveau. De oorzaak is er vooral in gelegen dat onderhoud op C-niveau voor bepaalde materialen en soortgebruik in het groen en verhardingen niet mogelijk is zoals eerder verondersteld. Het maken van een keuze voor een lager kwaliteitsniveau kent zowel personele als materiële componenten. Als de gemeente kiest voor beduidend lagere kwaliteitsniveaus voor het onderhouden van de openbare buitenruimte, dat wil zeggen voor grijs, blauw en groen, dus inclusief functie 560, dan denken wij dat een besparing mogelijk zou kunnen zijn. Een exacte berekening van een mogelijke besparing is in het kader van dit onderzoek niet te geven; dit vergt specifiek nader onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de personele als materiële componenten en met de specifieke structuurkenmerken van de gemeente, zoals het oppervlakte van het gebied en de riolering. Voorop blijft staan dat forse besparingen alleen gerealiseerd kunnen worden door het maken van andere kwaliteitskeuzes.
5.3 Functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie De uitgaven voor functie 560 zijn verder geanalyseerd en daarbij is nagegaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Daarbij is onder meer nagegaan: •
de invloed op de begrote uitgaven van de uitgaven voor de jachthavens;
•
de betekenis van de begrote uitgaven voor voorzieningen;
•
de aansluiting van de voor IV3 opgegeven uitgaven en baten en de begrotingsanalyse van BZK.
Beleid De norm voor het beheer en onderhoud van groen is net zoals voor wegen, straten, pleinen is "schoon, heel en veilig". Voor het grootste gedeelte betekent dit A of B kwaliteit. Voor het uitvoeringsbedrijf geldt dat het in april 2014 door de raad vastgestelde “integraal beheer openbare ruimte” (IBOR) bepaalt dat de beeldkwaliteit in de kernen "A" moet zijn en in de wijken "B". Voor 2015, 2016 en 2017 wordt per jaar € 200.000 geïnvesteerd in IBOR om door middel van het groenkwaliteitsplan op het niveau van de A-kwaliteit te komen. De gemeente heeft havens in eigen beheer. De haven Scharendijke is recentelijke geprivatiseerd. Verdere privatisering is on hold gezet gezien een lopende procedure over mogelijke staatsteun. Het naar de markt brengen van de jachthavens wordt bovendien niet altijd gezien als een gewenste oplossing om besparingen te realiseren. Voor de haven van Zierikzee is er een visie geschreven, voor de andere havens van de gemeente niet.
Pagina 18
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
De Vissershaven is in de afgelopen jaren met 2,2 miljoen Europees subsidiegeld herzien. Europese subsidies voor infrastructurele projecten zijn nu echter niet of nauwelijks meer beschikbaar. De raad heeft € 2.970.000 eenmalig en € 102.000 structureel beschikbaar gesteld bovenop de bestaande middelen voor toevoeging aan de voorziening onderhoud havens. Dit was nodig om het onderhoudsniveau van de havens op schoon, heel en veilig te krijgen. De havens zijn niet kostendekkend. De tarifering van de havens is al jaren niet herzien en enkel geïndexeerd. Een voorbeeld is dat de pachten voor de loswal bijvoorbeeld nog gebaseerd zijn op het lossen van zand en grind terwijl er nu enkel sprake is van onder andere het lichten van schepen. De tarieven de gelden voor het laden en lossen van tonnages zijn niet meer met elkaar in overeenstemming. Ontwikkelingen In 2016 wordt het onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges scheepvaartrechten opgeleverd en wordt een voorstel gedaan voor een nieuwe tarifering. Zijn er andere keuzes mogelijk? Kijken naar mogelijke andere verlaging van de uitgaven dan kostendekkend krijgen van deze functie levert het volgende beeld op: •
verlagen van het onderhoudsniveau van de havens. Dit zal nadelige effecten hebben op 'schoon, heel en veilig';
•
in 2016 wordt nieuw beleid geformuleerd met betrekking tot speelruimtes, wat mogelijk leidt tot meer concentratie van de speelruimtes en een betere inpassing in de openbare ruimte;
•
actieve inzet op verkopen van snippergroen.
Voor de mogelijke besparingen voor het beheren en onderhouden van het openbaar groen c.a. verwijzen wij naar wat is beschreven onder functie 210 Wegen, straten, pleinen. De grootste mogelijkheden om te bezuinigen op functie 560 houden ook verband met het maken van fundamenteel andere kwaliteitskeuzen. Het besparingspotentieel voor het beheren en onderhouden van de (jacht)havens kunnen wij niet becijferen. Het besparingspotentieel door het kostendekkend maken van de (jacht)havens bedraagt op basis van de primaire begroting 2015 ca. € 600.000, exclusief het dekken van de algemene uitgaven voor de havens.
5.4 Functie 721 Afvalverwijdering en -verwerking Functie 721 is verder geanalyseerd en nagegaan is of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Specifiek is nagegaan wat naast de uitgaven voor de exploitatie de betekenis is vanuit begrote uitgaven voor: •
gemeenschappelijke regeling OLAZ;
•
afvalverwerking;
•
doorbelastingen.
Pagina 19
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Beleid In 2008 heeft de raad er voor gekozen om de afvalinzameling zelf te blijven doen met een hoog serviceniveau. Naast personele lasten en interne doorbelastingen zijn de twee grote posten de verwerkingskosten (€ 1,6 miljoen) en bijdrage GR (€ 590.000), samen circa 50% van de totalen lasten. In beide gevallen gaat het om contracten met OLAZ. De milieustraten zijn momenteel gratis toegankelijk voor burgers. Een 'overschot' voor deze functie is 'teruggegeven aan de burger'. Een gedeelte van de btw (van het overslagstation, ongeveer € 350.000) is bij de oorspronkelijke berekening abusievelijk buiten beschouwing gebleven. Hierdoor lijkt de voorziening meerjarig negatief te gaan lopen. De gemeente verwacht dit nadeel (meer dan ) te kunnen compenseren bij het afsluiten van gunstige afvalcontracten vanaf 2018. Ontwikkelingen Voor 2016/2017 wordt een onderzoek naar de kostendekkendheid van afvalverwijdering en verwerking gepland. Zijn er andere keuzes mogelijk? Kijken naar mogelijke andere verlaging van de uitgaven levert het volgende beeld op: •
Mogelijke manieren om besparingen te realiseren zijn het verlagen van het serviceniveau, bijvoorbeeld minder vaak inzamelen, meer rolemmers gebruiken in plaats van vaste aansluitingen of de grens van 150 m uit de afvalstoffenverordening loslaten. Uit een berekening van een andere Zeeuwse gemeente blijkt dat als het serviceniveau beperkt wordt, dat dit circa € 10 per aansluiting scheelt. Met circa 16.000 aansluitingen zou dit Schouwen-Duiveland € 160.000 aan lasten, € 5/inwoner, schelen.
•
Een vergoeding vragen voor afvalverwijdering en- verwerking op de milieustraat. Tot nu toe hangt dit samen met de gewenste hoge beeldkwaliteit in verband met het toerisme. Door geld te vragen om afval te brengen bij de milieustraat wordt de kans op het aantreffen van afval in de openbare ruimte vergroot.
•
Sluiten van andere contracten voor de afvalverwerking. Dit is actueel vanaf 2018. Benchmarkgegevens (2013) geven gemiddelde kosten per aansluiting te zien van € 53 (kosten verwerking, op- en overslag). De gemeente Schouwen-Duiveland betaalt voor 16.732 aansluitingen (woningen conform woningmarktcijfers.nl) € 1,6 miljoen aan OLAZ. Dit komt overeen met € 96 euro per aansluiting. Omgerekend per inwoner is dit € 47 euro voor Schouwen-Duiveland en € 24 uit de benchmark .
Een financieel effect op de begroting van de gemeente is er niet. Immers de uitgaven voor deze functie worden in principe 100% gedekt uit de afvalstoffenheffing. Wel kan er sprake worden van een effect op de lastendruk voor de inwoners. Dit effect laat zich nu niet verder becijferen. Enerzijds is er op termijn sprake van verwachte lagere verwerkingskosten, anderzijds dient de btw-component in de uitgaven wel blijvend worden gedekt.
Pagina 20
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
5.5 Functie 810 Ruimtelijke ordening Nagegaan is of en in hoeverre de uitgaven voor Ruimtelijke Ordening samenhangen met de verschillende planontwikkelingen. Daarbij is de vraag aan de orde geweest voor hoe lange periode dit uitgaveniveau geldt of dat dit na verloop van enkele jaren terugloopt. Verder is nagegaan of er minder uitgaven mogelijk zijn voor gemeentelijke objecten. Beleid Het beeld is dat Schouwen-Duiveland veel ambities heeft op het gebied van ruimtelijke ordening. Tijdens de afgelopen jaren, waarin diverse gemeente in de regio Zeeland hun bouwplannen stopten als gevolg van de economische crisis, heeft de gemeente de plannen juist tot ontwikkeling gebracht. De gemeente kent verder momenteel drie masterplannen: Zierikzee, Bruinisse en Renesse. De masterplannen Zierikzee en Bruinisse zijn al omgezet in programma's. Daarnaast kent de gemeente nog het programma Regio-West. Deze programma’s kennen een groot aantal uitvoeringsprojecten. Daarnaast kent de gemeente een groot aantal herstructureringsplannen die vanwege de complexiteit, transformaties, (bedrijfs-)verplaatsingen en de verbinding van verschillende functies (zoals recreatie, natuur, water, wonen, werken en cultuurhistorie) veel tijd kosten. Ook vraagt de modernisering van het grote aantal supermarkten binnen de gemeente, en als gevolg van deze moderniseringsslag, veelal om verplaatsing. De hieruit voortkomende herstructureringsopgaven vragen om bijzonder veel aandacht. Ook uit de projectenlijst van 2015 komt de hoge ambitie van de gemeente duidelijk naar voren. De verwachting is dat het uitgavenpatroon nog wel een tijd doorloopt, zeker gezien het feit dat de programma’s en masterplannen nog niet allemaal in de uitvoeringsfase zitten. Naast het hoge ambitieniveau van de gemeente heeft de gemeente een paar jaar geleden de keuze gemaakt om werkzaamheden niet uit te besteden maar met eigen mensen veel zelf te doen. De filosofie is dat er met minder mensen meer wordt gemaakt met meer kwaliteit. Voordelen zijn dat het goedkoper is, dat betere kwaliteit wordt geleverd, dat de kennis in huis blijft en dat er snel gereageerd kan worden. Daarom maakt de gemeente de bestemmingsplannen zelf. In de context van het hoge ambitieniveau betekent dit momenteel concreet 64 bestemmingsplannen. Bovendien moet iedere vierkante meter van het totale grondgebied iedere 10 jaar bestemd moet worden en wordt er steeds meer sectoraal beleid in de bestemmingsplannen opgenomen. Als extra voordelen van deze keuze wordt genoemd dat er geen externe bureaus ingehuurd hoeven te worden en dat door lokale kennis en contact met burgers en bedrijven vroegtijdig in het proces juridische procedures kunnen voorkomen. Concreet betekent dit dat er weinig bezwaar en beroep wordt ingesteld en dat er vrijwel geen zienswijzen worden ingediend. De gemeente heeft gekozen voor een hoge graad van dienstverlening en voor het strikt programmatisch werken. Medewerkers worden geacht actief met de burgers en ondernemers mee te denken en mee te lopen. Deze service kost tijd en daarmee geld. De behoefte aan een meer sturende rol van de gemeente is er ook vanuit de markt omdat de expertise bij het bedrijfsleven ontbreekt. Uit de projectenlijst volgt dat het programmatisch werken goed is ingevoerd in de gemeente. Het beeld is dat de gemeente door deze manier van werken de diverse projecten voldoende kan beheersen en tegelijkertijd een hoge graad van dienstverlening kan leveren.
Pagina 21
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Ontwikkelingen Er zijn geen andere ontwikkelingen dan het beleid zoals hiervoor geschetst. Zijn er andere keuzes mogelijk? Kijken naar mogelijke verlaging van de uitgaven dan wel verhogen van de baten levert het volgende beeld op: •
Verlagen van de ambities op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Deze keus heeft tot gevolg dat ‘goede initiatieven’ die beleidsmatig gewenst zijn en invulling geven aan het gestelde in de strategische visie niet ondersteund worden. Gevolg hiervan is dat er minder duurzame, toeristische, economische of volkshuisvestelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden.
•
Een vermindering van het aantal bestemmingsplannen. Dit betekent op termijn een klein efficiencyvoordeel bij actualisering.
Effecten voor de begroting Er zijn geen begrote uitgaven die een wijziging van de begrotingsanalyse met zich brengen. Het maken van een keuze voor een lager ambitieniveau heeft voor deze functie met name betrekking op personele lasten en de advisering en dienstverlening door derden. Omdat hiertegenover mogelijk weer meer inhuur staan, is het niet mogelijk een besparing concreet te onderbouwen. Wel schatten wij in dat een verlagen van het ambitieniveau en/of het temporiseren van de uitvoering van de plannen tot besparingen kan leiden. Ook hier is nader onderzoek nodig naar de exacte besparing.
5.6 Functie 822 Overige volkshuisvesting De functie Overige volkshuisvesting is verder besproken waarbij is nagegaan of er minder uitgaven mogelijk zijn en welke voorwaarden of consequenties dit met zich brengt. Onder deze functie vallen onder meer de volgende taken: bouw-, woning- en welstandstoezicht, uitvoering van de Woningwet, uitvoering Huisvestingswet, BAG (Basisregistraties Adressen Gebouwen) en de omgevingsvergunning (aanlegvergunning, sloopvergunning, splitsingsvergunning en woonvergunning). Specifiek is nagegaan wat naast de uitgaven voor de exploitatie de betekenis is vanuit begrote uitgaven voor Ecoscope en overige gemeentelijke objecten. Beleid Voor wat betreft beleid is er een duidelijke samenhang met de ambities voor de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente. Meer ontwikkelingen betekenen ook meer vergunningaanvragen. Die aanvragen vormen ook geen doorsnee van een gemiddelde aanvraag. Ook het toeristisch-recreatieve karakter van Schouwen-Duiveland heeft invloed op het aantal vergunningaanvragen. De gemeente geeft invulling aan de ontwikkeling van de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG). Ontwikkelingen Er zijn geen andere ontwikkelingen dan het beleid zoals hiervoor in samenhang met de ruimtelijke ontwikkeling geschetst.
Pagina 22
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Zijn er andere keuzes mogelijk Kijken naar mogelijke verlaging van de uitgaven dan wel verhogen van de baten levert het volgende beeld op: •
verlagen van de ambities op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Deze hebben effect op de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Effecten voor de begroting De uitgaven voor gemeentelijke objecten betreft de kosten voor gebouwen die geen functie meer hebben, zoals bijvoorbeeld een lege school of Ecoscope. Deze uitgaven horen niet op de deze functie te worden begroot. In het overzicht van verschuiving van uitgaven tussen functies, in het bijlagenboek is dit tot uiting gebracht. Verder verwijzen wij voor wat betreft de mogelijke besparingen naar datgene wat geschreven is onder 5.5 Ruimtelijke ordening.
5.7 Functie 922 Algemene baten en lasten Het centraal beheren van een budget is een werkwijze die Schouwen-Duiveland vaak en consequent hanteert. Het gaat bijvoorbeeld om budgetten voor verzekeringen van medewerkers, de taakstelling samenwerking en de ondernemingsraad. Ook de budgetten voor overige gemeentelijke objecten en gebouwenbeheer die nu op andere functies staan, horen bij een consequente werkwijze op deze functie. Bij de meeste gemeenten worden deze begrote uitgaven overeenkomstig de uitgangspunten voor IV-3 verdeeld over de functies. Daarmee blijft Schouwen-Duiveland op de reguliere functies 'voordeliger' begroten en op de functie Algemene baten en lasten is de gemeente 'duurder' uit. Schouwen-Duiveland heeft vanaf 2010 op de financiële functie ook een budget voor inhuur gecentraliseerd. Dit wordt betiteld als 'Inhuur incidenteel uit calamiteiten budget'. De begrote uitgaven voor deze inhuur wordt daarmee niet vooraf op de functies begroot. Het budget wordt jaarlijks structureel gevoed met een vast bedrag voor centrale inhuur. Tot 2015 bedroeg dit € 260.000 en vanaf de begroting 2016 wordt dit € 500.000. Daartegenover staat een verlaging van € 750.000 op de personele kosten. Door het structureel verlagen van het budget voor vast personeel, is het nodig om vanaf 2016 het budget voor incidentele inhuur enigszins te verhogen, zodat de verlaging van het vast personeel waar nodig opgevangen kan worden met incidentele inhuur. Voor een begrotingsanalyse geeft dit een enigszins vertekend beeld in vergelijking met gemeenten die deze inhuur bij de begroting over de functies verdelen. Schouwen-Duiveland verdeelt de gerealiseerde inhuur bij de jaarrekening over de functies. Aan de andere kant levert dit de gemeente meer overzicht en meer grip op de uitgaven op. Bij het begin van ieder exploitatiejaar wordt een deel van de vacatureruimte aan het budget Inhuur incidenteel toegevoegd. Naast het centraal beheerde budget voor inhuur zijn er ook budgetten voor 'vaste inhuur'. Deze budgetten zijn als uitgaven op de functies bij de begroting opgenomen en worden daarna niet aan het centrale budget toegevoegd.
Pagina 23
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Alleen de gemeentesecretaris is bevoegd tot besteding ten laste van het budget centrale inhuur. Daarmee is er meer beheersing dan tot 2010 het geval was. In 2009 was er sprake van inhuur voor in totaal € 4.517.000. Er was toen geen onderscheid tussen vaste en incidentele inhuur. In 2014 was het budget voor de totale inhuur begroot op € 1.347.000. Daarvan is € 1.106.000 gerealiseerd. In 2014 bedroeg het bedrag aan vaste inhuur, dat wil zeggen direct op de functies begroot € 694.933. Daarvan is bij de jaarrekening gerealiseerd € 604.580. De bedragen van de incidentele inhuur staan in het overzicht hierna. Voor 2013 en 2014 is een specificatie naar functies beschikbaar van de begrote en gerealiseerde uitgaven van het centrale calamiteitenbudget inhuur. Voor 2015 is er vanuit het lopend jaar een voorlopige indicatie beschikbaar. De saldi staan in het volgende overzicht
Inhuur incidenteel uit
2013
2014
2015
calamiteitenbudget Begrote uitgaven
€ 1.019.778
€ 651.859
ca. € 1.260.000 ca.
Gerealiseerde uitgaven
€ 913.469
€ 500.968
Niet uitgegeven budget
€ 106.309
€ 150.891
€ 859.000 € 401.000
In 2015 is het budget hoger in verband met de voorziene incidentele inhuur binnen het sociaal domein. Daartegenover staat dat de gemeente geen vaste formatie heeft aangetrokken voor het sociaal domein. Reden is dat de gemeente eerst goed in kaart wil brengen wat de gemeente structureel aan formatie nodig heeft en dat met het oog daarop bewust voor tijdelijke inhuur is gekozen. Een verdeling van de uitgaven op deze functies over de andere functies zoals andere gemeenten doen, levert door de verdeling alleen een beperkte verschuiving in begrote uitgaven op. Deze verschuivingen zijn niet zodanig dat een begrotingsanalyse andere signaleringen oplevert.
5.8 Bevindingen analyse formatie Dit onderzoek richt zich op de kosten van de verschillende functies. De begrotingsanalyse van BZK biedt naast de mogelijkheid om de begroting op functieniveau te vergelijken ook een weliswaar globale mogelijkheid om de formatie-inzet te vergelijken. In de begrotingsanalyse voor 2014 ontbreekt deze mogelijkheid. De gegevens voor de formatie-inzet komen door middel van de IV-3 opgave, niet van de gemeenten zelf, maar zijn ontleend aan informatie van het ABP. Met behulp van de begrotingsanalyse brengen wij de formatie van Schouwen-Duiveland in beeld in vergelijking met dezelfde referentiegroepen die wij ook voor de uitgaven en baten hebben gehanteerd. Hierbij dient aangetekend te worden dat formatie veelal een vertekend beeld geeft. Er zijn gemeenten die relatief weinig formatie hebben, maar hoge kosten voor uitbesteding maken. Het vergelijken van kosten is daarom de enige juiste methode om te komen tot een goed vergelijk. Omdat de begrotingsanalyse van BZK de mogelijkheid biedt voor een globale formatievergelijking, hebben wij deze toegevoegd. Dit levert de volgende overzichten voor 2013 en 2015 op.
Pagina 24
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Vergelijk fte's en loonsom met selectiegemeenten, inwonergroottegroep en sscf-groep
2013
(exclusief G4, artikel 12-gemeenten en waddengemeenten) gemiddeld aantal standaard fte's per 1.000 deviatie* inwoners
Groep gemeente:
laagste waarneming
hoogste waarneming
gemiddelde loonsom per fte
10,0
Schouwen-Duiveland
laagste waarneming
hoogste waarneming
43.262
toeristische gemeenten met Texel
8,3
2,6
6,4
13,4
45.444
43.202
48.059
P 10
6,7
0,7
5,9
8,2
46.045
44.054
48.670
Zeeuwse gemeenten
8,1
1,0
6,7
9,7
45.386
43.202
48.670
Groottegroep en soortgenoten specifiek
7,2
0,7
6,3
8,2
45.067
43.902
48.498
groottegroep:
20.000
-
50.000
6,7
1,2
0,2
10,0
46.000
42.358
70.910
sociale structuur - centrumfunctie:
redelijk
-
weinig
6,8
1,1
4,1
10,0
45.539
39.943
50.607
selectiegroep
Ve rge lijk fte 's e n loonsom me t se le ctie ge me e nte n, inwonergroottegroe p e n sscf-groe p
2015
(exclusief G4, artikel 12-gemeenten en waddengemeenten) gemiddeld aantal standaard fte's per 1.000 deviatie* inw oners
Groep
laagste waarneming
hoogste waarneming
gemiddelde loonsom per fte
laagste waarneming
hoogste waarneming
gemeente:
Schouwen-Duiveland
9,8
selectiegroep
toeristische gemeenten met Texel *
8,1
2,5
6,1
13,2
45.730
43.162 43.435
48.235
P 10
6,7
0,7
5,8
8,0
46.093
43.717
48.356
Zeeuw se gemeenten
8,0
1,0
6,6
9,6
45.343
42.695
48.356
Groottegroep en soortgenoten specifiek
7,0
0,8
6,0
8,0
45.222
44.097
48.047
groottegroep:
20.000
-
50.000
6,5
1,2
0,2
9,8
46.069
42.407
71.989
sociale structuur - centrumfunctie:
redelijk
-
weinig
6,6
1,1
4,1
9,8
45.220
39.569
51.066
* toeristische gemeenten Texel gecorr.
7,9
1,6
6,1
10,6
* toeristische gemeenten zonder Texel
7,5
0,9
6,1
8,1
Belangrijk om aan te tekenen is dat in de begrotingsanalyse 2015 van BZK voor SchouwenDuiveland het kengetal van fte/1.000 inwoners van 2014 is gebruikt. De toegestane formatie voor 2015 voor de gemeente is 9,3 fte/1.000 inwoners. Bij de referentiegroep toeristische gemeenten is voor wat betreft de hoogste waarneming, die van de gemeente Texel3, voor zowel 2013 en 2015 sprake van gegevens die niet overeenstemmen met de formatie die de gemeente zelf opgeeft. Dit houdt onder meer verband met het meetellen van de ambtelijke formatie van de WSW-activiteiten als reguliere ambtelijke formatie. Voor 2015 zijn aan de hand van de formatie van Texel de berekeningen gecorrigeerd. Omdat Texel een duidelijke afwijkende inzet van formatie kent dan andere toeristische gemeenten – overigens een inzet die qua getalsmatige verhouding lijkt op die van SchouwenDuiveland – zijn de cijfers ook zonder Texel weergegeven. Vergelijking met deze referentie onderstreept, nog meer dan de vergelijking met de Zeeuwse gemeenten, dat SchouwenDuiveland een duidelijk grotere formatie oer 1.000 inwoners inzet. Of en in hoeverre ook bij andere gemeenten verkeerde data is gebruikt, kunnen wij zonder uitgebreider onderzoek niet beoordelen.
3
Texel zit als geselecteerde gemeente wel in de referentiegroep toeristische gemeenten, die wij zelf hebben samengesteld,
en niet in de standaardvergelijkingen van de begrotingsanalyse BZK. Omdat Texel is meegenomen bij de functieanalyses is Texel ook bij de globale formatieanalyse meegenomen, om zo de opzet en vergelijking met de begrotingsanalyse in stand te houden.
Pagina 25
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Beide overzichten wijzen uit dat Schouwen-Duiveland een duidelijk grotere formatie per 1.000 inwoners inzet dan de gemiddelden van alle referentiegroepen. Alleen in vergelijking met de referentie toeristische gemeenten past de formatie-inzet van de gemeente aan de bovenkant van de standaardnormale bandbreedte waarbij 66% van de waarnemingen ligt in het bereik (na correctie) tot 9,5 fte/1.000 inwoners (2015). Overigens wijzen ook de Zeeuwse gemeenten in vergelijking tot de referentiegroepen P10-gemeenten, Grootegroep en soortgenoten en de specifieke selectie daaruit, een hogere formatie-inzet uit. De hoogste waarneming onder de Zeeuwse gemeente is 9,7 fte/1.000 inwoners (2013) en 9,6 fte/1.000 inwoners (2015) en dit betreft de gemeente Goes. Om het schijnbare verschil van formatie inzet door Schouwen-Duiveland te verklaren zijn wij nagegaan of en in welke mate er samenhang is met de signaleringen vanuit de financiële begrotingsanalyses. Wij constateren dat in vergelijking met de gemiddelden uit de referentiegroepen SchouwenDuiveland afwijkt in de formatieve bezetting voor wat betreft: •
formatie voor het museum (6,77 fte);
•
formatie voor reiniging ((15,89 fte). Circa 84%4 van alle Nederlandse gemeenten hebben de afvalinzameling uitbesteed aan een privaat bedrijf, een overheidsvennootschap, buurgemeente, Gemeenschappelijke Regeling of een Publiek-Private Samenwerking (PPS) en doen ook geen commerciële inzamelactiviteiten. Uit globaal vergelijken stellen wij vast dat daar waar gemeenten de afvalinzameling volledig zelf uitvoeren, wat blijkt uit een hogere formatie, dat de inzet uitgedrukt in fte/1.000 inwoners van Schouwen-Duiveland nauwelijks verschilt met andere gemeenten;
•
formatie voor havenmeesters jachthavens (5,49 fte).
Deze drie taken vormen uitgedrukt in fte/1.000 inwoners een plus van 0,83 voor SchouwenDuiveland ten opzichte van de gemiddelden uit de referentiegroepen. Voor taken waarvoor wij nadere analyse en onderzoek vanuit begrotingsperspectief doen en waarbij onder meer samenhang met het toeristisch-recreatieve profiel van de gemeente wordt verondersteld, zijn wij nagegaan of en in welke mate de inzet van formatie afwijkt van indicaties van gemeenten uit dezelfde grootteklasse. Aangetekend dit betreft een indicatie aan de hand van een globale vergelijking met gegevens uit onze databank. Er is geen formatieonderzoek uitgevoerd.
4
Bron: AfvalOnline 2014
Pagina 26
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
De globale vergelijking geeft het volgende beeld: Taakveld
Schouwen-
Indicatie
Verschil
Duiveland
grootteklasse
Schouwen-
fte/1.000 inwoners
gemeenten
Duiveland t.o.v.
fte/1.000 inwoners
andere gemeenten
Handhaving
0,53
0,47
+ 0,06
Ruimtelijke ontwikkeling en ordening
0,88
0,58
+ 0,30
Ontwikkeling en beheer en onderhoud
1,88
1,08
+ 0,80
0,41
0,31
groen, grijs en blauw Vergunningverlening
+ 0,10
Som verschillen
+ 1,26
Indien de inzet van de formatie voor ruimtelijke planontwikkeling en -realisatie en de intensiteit van beheer en onderhoud van de openbare ruimte daadwerkelijk gericht is op het (strategisch) toeristisch-recreatieve karakter van de gemeente dan verklaart dit globaal de extra inzet per taak zoals weergegeven. Opgeteld met de taken die in vergelijking met andere gemeenten extra zijn, verklaart dit een extra formatie inzet van ca. 2,1 fte/1.000 inwoners. Indien de gemeente deze keuzes niet zou maken dan zou dit resulteren in een totale formatie van ongeveer 7,2 fte/1.000 inwoners. Zie onderstaande berekening: Formatie
Fte per 1.000 inwoners
Formatie Schouwen-Duiveland 2015
9,3
Formatie museum, reiniging en jachthavens
- 0,83
Indicatief verschil grootteklasse
- 1,26
Gecorrigeerde formatie Schouwen-Duiveland 2015
7,21 (circa 7,2)
Voor de begroting 2016 wordt de totale formatie van medewerkers in loondienst (exclusief collegeleden) door de gemeente begroot op 8,8 fte/1.000 inwoners. Gelet op de specificatie van de formatiebegroting voor 2016 verklaren bovenstaande taken, met het vervallen van de formatie voor het museum vanaf 2016 (0,2 fte/1.000 inwoners), een extra formatie inzet van ca. 1,9 fte/1.000 inwoners. Indien de gemeente de keuzes voor de taakuitoefening voor het toeristische profiel niet zou maken dan zou dit voor 2016 resulteren in een totale formatie van circa 6,9 fte/1.000 inwoners (8,8 fte/1.000 inwoners minus 1,9 fte/1.000 inwoners). Voor 2015 sluit Schouwen-Duiveland daarmee aan bij de bandbreedtes van de referentiegemeenten en onze verwachting is dat dit ook voor 2016 het geval zal zijn.
Pagina 27
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
5.9 Tussenconclusie uit verdiepende analyse Uit de verdiepende analyse volgt dat per saldo de mogelijkheden tot besparen beperkt zijn anders dan dat de gemeente keuzes maakt die afwijken van de strategische visie van de gemeente en het beleid dat daarbij past: •
Openbare orde en veiligheid: besparingen zijn alleen mogelijk bij de keuze voor een forse vermindering van het aantal evenementen en voor een forse verlaging van de prioriteit en diverse toezicht- en handhavingstaken, wat nadelige effecten heeft op de openbare orde (verlaging veiligheidsgevoel) en de openbare ruimte (verlaging beeldkwaliteit).
•
Wegen, straten, pleinen en Openbaar groen en openluchtrecreatie: besparingen houden verband met het maken van andere kwaliteitskeuzen. Dit betekent ook keuzes die mogelijk niet overeen komen met het toeristisch-recreatieve profiel waarvoor de gemeente strategisch op inzet.
•
Ruimtelijke ordening en Overige volkshuisvesting: besparingen kunnen alleen gerealiseerd worden als er daadwerkelijk keuzes gemaakt worden voor minder ambitieuze masterplannen plannen, programma's en uitvoeringsprojecten en het temporiseren daarvan.
•
Een verdeling van algemene uitgaven over de andere functies levert door de verdeling alleen een beperkte verschuiving in begrote uitgaven op. Deze verschuivingen zijn niet zodanig dat een begrotingsanalyse andere signaleringen oplevert.
•
Voor 2015 sluit Schouwen-Duiveland voor wat betreft de formatie aan bij de bandbreedtes van de referentiegemeenten en onze verwachting is dat dit ook voor 2016 het geval zal zijn.
Pagina 28
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
6
Analyse en conclusie De vraag is gesteld onderzoek te doen naar de gemeentelijke taken om daarmee te kunnen komen tot vermindering van de uitgaven. Achtergrond van de motie van de raad is dat de gemeente wordt geconfronteerd met tekorten in het meerjarenperspectief5. Centrale vraag voor het onderzoek is: welke verklaringen er zijn voor het feit dat de gemeente in de begrotingsanalyses die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt met vergelijkbare gemeenten, op onderdelen een hoger ambitieniveau of meer taken dan wettelijk noodzakelijk zijn, uitvoert. Met de uitkomsten dient de gemeente antwoord te krijgen op de vraag waar het takenpakket afwijkt van andere gemeenten, en/of de gemeente de taken efficiënt uitvoert. Een afgeleide vraag is: welke mogelijkheden er zijn tot reductie van taken, dan wel aanpassing van taken die de gemeente uitvoert in vergelijking tot het takenpakket van andere vergelijkbare gemeenten. In dit hoofdstuk gaan we in op de volgende onderwerpen: •
uitgaven en baten in lijn met toeristisch-recreatieve karakter;
•
kostenbewustzijn in de gemeente;
•
relatie met onderwerpen uit de kerntakendiscussie.
6.1 Uitgaven en baten in lijn met toeristisch-recreatieve karakter De gemeente Schouwen-Duiveland heeft een begroting die qua uitgaven- en inkomstenniveau op een aantal functies fors afwijkt van die van andere gemeenten. Die afwijking zien we ook terug in de inzet van ambtelijke formatie, met name in het aantal fte's, niet in de gemiddelde loonsom. De geconstateerde afwijkingen in de uitgaven en inkomsten houden verband met de volgende punten: •
Het toeristisch-recreatieve karakter van de gemeente.
•
Keuzes voor voorzieningen, kwaliteiten van de openbare ruimte en voorzieningen, en in de ruimtelijke ontwikkelingen. Op hoofdlijnen baseren alle keuzes die leiden tot de hogere uitgaven op actueel beleid, dat na 2013 is vastgesteld of bewust is voortgezet.
•
Sociaaleconomische populatiekenmerken.
Wanneer wij globaal rekenen met de extra personele inzet die verband kan houden met de gemaakte keuzes, dan sluit Schouwen-Duiveland voor zowel 2015 als 2016 aan bij de bandbreedtes voor de formatie van de referentiegemeenten.
5
Inmiddels laat de meerjarenbegroting 2016 – 2019 een sluitende begroting zien over deze jaren.
Pagina 29
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Tegenover de hoger begrote uitgaven staan in vergelijking tot andere gemeenten hogere baten. Deze hogere baten houden ook voor een belangrijk deel direct, en indirect via de gemeentefondsuitkering vanwege het hoge aantal woonruimten in verband met recreatie, verband met het toeristisch-recreatieve karakter en de populatiekenmerken van Schouwen-Duiveland. De extra baten worden hoofdzakelijk aangewend voor zaken die met toerisme en recreatie te maken hebben. Globaal zien de meer-uitgaven en meer-inkomsten ten opzichte van andere gemeenten er als volgt uit: Uitgaven
€ / inwoner
Wegen, straten en pleinen
+50
Musea
+20
Sportvelden en terreinen
+20
Open groen en openluchtrecreatie
+100
Openbare orde en veiligheid
+30
Ruimtelijke Ordening
+25
Totaal
+245
Baten
€ / inwoner
Forensenbelasting
+50
Toeristenbelasting
+125
Algemene uitkering
+35
Parkeren
+35
Totaal
+245
6.2 Kosten- en kwaliteitsbewustzijn in de gemeente Daarnaast is de organisatie actief geweest en nog steeds actief met het in beeld brengen en implementeren van optimalisatiemogelijkheden voor verschillende taakuitvoeringen, waarbij processen LEAN worden ingericht en/of waarbij beoogd wordt de kwaliteit te verbeteren. Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd volgen bovendien onderstaande lopende of ingeplande onderzoeken: •
Risico-inventarisatie naar de strandveiligheid op basis waarvan de organisatie van de reddingsbrigade geoptimaliseerd kan worden.
•
Onderzoek naar meer integrale aanpak tussen BOA's, sus-teams en straatcoaches.
•
Onderzoek naar mogelijkheden voor nieuwe contractvorming met aannemers.
•
Onderzoek naar toestaan van slaaphuisjes op het strand.
•
Een voorstel voor 'Beheer op orde' (UOR) is in de maak.
•
Het bestand verkeersbebording wordt momenteel gesaneerd, wat een besparing op het gebied van onderhoud en op de kosten voor vervanging moet opleveren.
•
Er komt een onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges scheepvaartrechten.
•
Er wordt nieuw beleid geformuleerd met betrekking tot speeltuinen, wat mogelijk leidt tot meer concentratie van de speeltuinen.
•
Onderzoek naar een ander contract voor de afvalverwerking vanaf 2018.
Pagina 30
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Dit overzicht is niet volledig omdat dit alleen is gebaseerd op de gesprekken die wij hebben gevoerd met medewerkers.
6.3 Relatie met onderwerpen uit de kerntakendiscussie De signaleringen uit de analyses sluiten aan bij de onderwerpen zoals de gemeente die voor de kerntakendiscussie heeft gerubriceerd. In de bijlage hebben wij in een overzicht deze relatie in beeld gebracht, waarbij wij de indeling van de onderwerpen uit de kerntakendiscussie hebben gehanteerd. Dat brengt ons tot de conclusie dat de gemeente in beeld heeft op welke gebieden bij noodzakelijke besparingen heroverwegingen aan de orde kunnen zijn. Wij gaan er gelet op de eerdere rubricering door de gemeente vanuit dat daarmee een integrale afweging over alle programma's heen heeft plaats gehad. De begrotingsanalyse en verdiepingen die thans zijn uitgevoerd brengen het risico met zich mee dat de integrale afweging uit beeld raakt. Het feit dat de onderwerpen voor de kerntakendiscussie en de signaleringen uit het onderhavige onderzoek bij elkaar aansluiten, brengt ons tot de conclusie dat ook het takenonderzoek op basis van de begroting aansluit bij de eerdere integrale afweging door de raad.
6.4 Conclusie Uit de eerste analyse volgden onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen nadere analyse nodig voor de hoofdfuncties Algemeen bestuur, Onderwijs en Economische zaken en voor de functie Openbare gezondheidszorg. De uitgaven zijn lager of vergelijkbaar met die van referentiegemeenten.
•
De functies Parkeren en Musea vergen geen verdere analyse maar een politieke afweging.
•
De volgende functies worden verder geanalyseerd: Openbare orde en veiligheid, Wegen straten en pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Bijstandsverlening en armoedeen schuldenbeleid, Sociale werkvoorziening, Afvalverwijdering- en verwerking, Riolering, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, en Algemene baten en lasten.
Voor de verdere analyse zijn de uitgaven en baten van Schouwen-Duiveland vergeleken met de gemiddelden van de referentiegroepen. Daarbij is gerelateerd aan structurele kenmerken zoals aantallen woningen, kilometers gemeentelijke wegen, specifieke omvang van populaties, oppervlakten, et cetera. Uit de verdere analyse volgden onderstaande tussenconclusies: •
Er is geen verder onderzoek nodig naar de functies Bijstandsverlening en armoedebestrijding: Sociale werkvoorziening, Riolering en Uitvoering wet WOZ. De verschillen zijn te verklaren uit de structuurkenmerken van de gemeente.
•
De volgende functies moeten nader onderzocht worden in overleg met medewerkers: Openbare orde en veiligheid. Wegen, straten, pleinen, Openbaar groen en openluchtrecreatie, Afvalverwijdering en –verwerking, Ruimtelijke ordening, Overige volkshuisvesting, en Algemene baten en lasten.
Pagina 31
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Uit de verdiepende analyse volgt dat per saldo de mogelijkheden tot besparen beperkt zijn anders dan dat de gemeente keuzes maakt die afwijken van de strategische visie van de gemeente en het beleid dat daarbij past: •
Openbare orde en veiligheid: besparingen zijn alleen mogelijk bij de keuze voor een forse vermindering van het aantal evenementen en voor een forse verlaging van de prioriteit en diverse toezicht- en handhavingstaken, wat nadelige effecten heeft op de openbare orde (verlaging veiligheidsgevoel) en de openbare ruimte (verlaging beeldkwaliteit).
•
Wegen, straten, pleinen en Openbaar groen en openluchtrecreatie: besparingen houden verband met het maken van andere kwaliteitskeuzen. Dit betekent ook keuzes die mogelijk niet overeen komen met het toeristisch-recreatieve profiel waarvoor de gemeente strategisch op inzet.
•
Ruimtelijke ordening en Overige volkshuisvesting: besparingen kunnen alleen gerealiseerd worden als er daadwerkelijk keuzes gemaakt worden voor minder ambitieuze masterplannen plannen, programma's en uitvoeringsprojecten en het temporiseren daarvan.
•
Een verdeling van algemene uitgaven over de andere functies levert door de verdeling alleen een beperkte verschuiving in begrote uitgaven op. Deze verschuivingen zijn niet zodanig dat een begrotingsanalyse andere signaleringen oplevert.
•
De formatieanalyse laat zien dat zowel voor 2015 als voor 2016 de gemeente SchouwenDuiveland aansluit bij de bandbreedtes van de referentiegemeenten.
Onze eindconclusie is dat de gemeente op bepaalde taken fors afwijkt van andere gemeenten. De geconstateerde afwijkingen in de uitgaven en inkomsten houden verband met het toeristisch-recreatieve karakter van de gemeente en de (strategische) keuzes die daarvoor zijn gemaakt. Het aantal fte's ligt in lijn met de geconstateerde afwijkingen. De gemeente is bezig met optimalisaties voor de verschillende taakuitvoeringen. Deze optimalisaties zullen mogelijk leiden tot besparingen. Indien Schouwen-Duiveland op termijn verdere en forsere besparingen moet realiseren, dan zijn wij ervan overtuigd dat dit altijd beleidskeuzes door de raad vraagt. Dit gaat dan om keuzes om beleid minder intensief uit te voeren of met andere kwaliteitskeuzes of met minder ambities. Concreet gaat het om politieke keuzes binnen de volgende functies: •
Openbare orde en veiligheid.
•
Wegen, straten, pleinen.
•
Openbaar groen en openluchtrecreatie.
•
Ruimtelijke ordening en Overige volkshuisvesting.
•
Parkeren.
•
Musea.
Pagina 32
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Bijlage 1 Overzicht aansluiting analyse op kerntakendiscussie Taken die zonder veel problemen op korte termijn (in 2012 - 2013) te beëindigen of aan te passen zijn Nr.
(Sub)taak
Globaal voorstel
Stand van zaken per 1 maart 2015
Wel/niet signalering vanuit begrotingsanalyses
1.5
Overschrijdingsregeling (energie en schoonmaak)
Beëindigen met ingang van 2014 (bijvoorbeeld afbouw in 2013 met 50%, 2014 met 75%, 2015 100% afgebouwd).
Regeling is beëindigd maar er loopt momenteel een bezwaarschrift vanuit Obase.
Geen signalering
1.7
Educatieve uitwisselingsprogramma’s onderwijs (primair en voortgezet onderwijs)
Stoppen met deze subsidie.
Uitwisseling met Hatfield is gestopt en Namestovo loopt nog steeds (uitwisseling Kirrewei met Slowakije
Sluit aan bij signalering 1e analyse voor functie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (480)
1.8
Onderwijsbegeleiding
1. Subsidie onderwijsbegeleiding met 1/3 verminderen. 2. Overleg met onderwijs voor mogelijk verdergaande bezuinigingen. 3. Stoppen met subsidie op taalactiviteiten in onderbouw basisonderwijs. 4. Stoppen met subsidie Boekstart.
Nog niet gerealiseerd
Sluit aan bij signalering 1e analyse voor functie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (480)
2.17
Verwijderen zwerfvuil
Taakuitvoering handhaven, maar wel eiland breed uitbesteden aan De Zuidhoek.
Opgenomen in integraal beheer leefomgeving binnen eigen bedrijfsvoering UOR. Seizoenspiek ledigen afvalbakken wordt uitbesteed aan Zuidhoek.
Sluit aan bij signalering 1e en 2e analyse voor functie 721 Afvalverwijdering en -verwerking
2.19
Collecteren / Kledinginzameling, Voorwerpen op de openbare weg / Winkeluitstallingen / Ontruimingen, Evenementen / Snuffelmarkten, / Exploitatie / Terrasvergunning / Openluchtrecreatie / Sluitingstijden / Venten / Standplaatsen.
1. Voor 1 januari 2014 verdergaande deregulering onderzoeken. 2. Onderzoek naar slim verlichten monumenten.
Wordt betrokken bij de in voorbereiding zijnde herziening van de Algemene Plaatselijke Verordening. Monumentenverlichting op basis van erfgoednota geïntegreerd in beleidsplan Openbare Verlichting.
Sluit mogelijk aan bij signalering 1e en 2e analyse voor functie 210 Wegen, straten, pleinen, voor het onderdeel openbare verlichting
Pagina 1
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
2.24
Exploitatie transferium
1. Betaald parkeren en huidig niveau van toezicht en controle voortzetten vanwege negatieve BV2anciële consequenties. 2. Afzien van invoeren betaald parkeren op het Transferium en handhaven gratis natransport. 3. Invoeren betaald parkeren op Laone te Renesse tot 18.00 uur in periode medio mei tot medio augustus.
Parkeerbeleidsplan wordt 2015 volledig herzien. Aspecten worden betrokken
Sluit aan bij uitkomst 1e en 2e analyse van functie 215, Baten parkeren. Is een politiek-bestuurlijke afweging.
2.30
Bouwgrondexploitatie
Deze beleidslijn voeren we nu uit.
Vanuit 1e analyse begroting geen signalering.
2.36
Exploitatie gemeentelijk museum
In afwachting van de vast te stellen Woonvisie niet langer mee te werken aan nieuwe initiatieven voor de bouw van meer dan 2 woningen, uitgezonderd vervangende nieuwbouw en plannen die passen in vigerende bestemmingsplannen. Resultaten onderzoek verzelfstandiging afwachten.
Voorstel in raadsvergadering 25 juni 2015.
Vanuit 1e analyse begroting signalering van duidelijk afwijkende begrote uitgaven door Schouwen-Duiveland. Is een politiek-bestuurlijke afweging
2.37
Verlenen subsidies
1. Stoppen met het verlenen van incidentele subsidies. 2. Overeenkomst met Stichting Renesse per 2021 beëindigen. 3. Beëindigen subsidiëring Dolfijn per 2015.
1. Instrument is nodig om initiatieven te stimuleren binnen het sociaal domein.
Geen signalering vanuit begrotingsanalyses.
2. De overeenkomst wordt tzt opgezegd.
3.1
Sluiten huwelijken en partnerschapregistraties
Versoberen kosteloze huwelijken.
Benw besluit mei 2013: bezuinigingsvoorstel afgevoerd van deze lijst, geen verdere versobering.
Geen signalering vanuit begrotingsanalyses.
3.13
Collectieve ziektekostenverzekering
Afschaffen van de regeling Collectieve ziektekostenverzekering.
Gaan we niet meer afschaffen gezien de combinatie met de WTCG.
Geen directe signalering vanuit begrotingsanalyses.
3.14
Verstrekken langdurigheidtoeslag
De hoogte van de langdurigheidtoeslag met 50% verlagen.
We hebben juist extra middelen voor intensivering armoedebeleid.
Begrotingsanalyse signaleert dat Schouwen-Duiveland minder uitgaven begroot dan andere gemeenten op functie 614, gemeentelijk armoedeen schuldenbeleid.
3.18
Verstrekken bijzondere bijstand
Invoeren van een drempelbedrag binnen de bijzondere bijstand.
Drempelbedrag is ingevoerd met ingang van 2014.
Begrotingsanalyse signaleert dat Schouwen-Duiveland minder uitgaven begroot dan andere gemeenten op functie 610 Bijstandsverlening c.a.
3.19
Verantwoordingsvrije deel voor gebruikers van persoonsgebonden budget (PGB).
Afschaffen verantwoordingsvrije deel PGB.
We moeten dit jaar een nieuw besluit nemen over de verantwoording 2015.
Geen specifieke signalering vanuit begrotingsanalyse.
Pagina 2
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
3.23
Algemeen verkeersbeleid, inclusief maatregelen verkeersveiligheid / bebording / invalidenparkeerplaatsen
1. Alleen projectgebonden verkeersonderzoek vanuit projectbudget uitvoeren. 2. Bebording / bebakening verminderen.
1. Ingevoerd.
3.24
Beheer en onderhoud begraafplaatsen
1. De oude graven, graven uitgegeven voor onbepaalde tijd en verlopen algemene graven die de exploitatie negatief beïnvloeden betrekken bij herziening van Beleid begraven op SchouwenDuiveland in 2012. 2. In 2013 leggen we (OW) keuzes voor over de mate van kostendekkendheid van de begraafrechten en uitvoeringssituaties.
Actualisatie beleidsplan najaar 2015 in besluitvorming
3.27
Milieubeleid
Beperken formatie.
De formatie is met 1 fte terug gebracht. De raad is geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor het milieubeleid. Inmiddels ligt een milieuagenda voor die aansluit op de strategische visie en toegesneden is op de beperkte formatie.
2. Doorlopend aandachtpunt (concreet in samenhang met bewegwijzering Zierikzee).
Pagina 3
Dit onderwerp kan aansluiten bij signalering 1e en 2e analyse van functie 210 Wegen, straten, pleinen
Dit onderwerp sluit aan bij de signaleringen over de functies 560, Openbaar groen c.a. en functies 724 Lijkbezorging en 732, baten begraafplaatsrechten.
Vanuit de begrotingsanalyse geen signalering.
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Taken waarvan de eventuele bijstelling op middellange termijn (2014 - 2015) binnen het reguliere proces van periodieke evaluatie en herziening meegenomen kan worden Nr.
(Sub)taak
2.8
Globaal voorstel
Stand van zaken per 1 maart 2015
Wel/niet signalering vanuit begrotingsanalyses
Beheer en onderhoud Openbare Verlichting
Beleidsplan OV herzien en vastgesteld in december 2014, leidend tot een bezuiniging in de beleidsperiode tot 2018 van € 312.000
Sluit aan bij signalering 1e en 2e analyse voor functie 210 Wegen, straten, pleinen, voor het onderdeel openbare verlichting.
2.25
Acquisitie en promotie
Acquisitie en promotie pakken we op binnen het reguliere takenpakket van R&M.
Geen signalering vanuit begrotingsanalyses. Anders dan dat de uitgaven op economie relatief beperkt worden begroot.
2.26
Stimuleren toerisme
Het bestaande recreatief beleid wordt dit jaar geëvalueerd.
Sluit aan bij signalering over uitgaven op functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
3.9
Rekenkamercommissie
Verminderen aantal onderzoeken (bijvoorbeeld om de twee jaar, in plaats van zoals nu een per jaar).
Nog niet besproken in rekenkamercommissie.
In de begrotingsanalyse is aangegeven dat de gemeente op functie 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer beperkt uitgaven begroot.
3.10
Gemeenteraad en burgercommissieleden
Mogelijkheid burgercommissieleden is eigen keuze. Overwogen kan worden die mogelijkheid te beëindigen dan wel het aan aantal (plaatsvervangende) burgercommissieleden per fractie te maximeren tot 1 of 2.
Er loopt een oriëntatie op de vergaderstructuur.
Geen onderwerp voor signalering uit de begrotingsanalyses.
3.31
Beheer en onderhoud overige gebouwen
Leanproces doorlopen. Centrale Beheerorganisatie ingevoerd. Onderhoud opnieuw (lean) aanbesteed.
Pagina 4
Vooralsnog is in de begrotingsanalyses vastgesteld dat het onderhoud gemeentelijke gebouwen op de financiële functie 922 Algemene baten en lasten wordt begroot. Daarmee is deze functie in de vergelijkingen veel hoger door de gemeente begroot.
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
Taken waarvan de beëindiging of aanpassing veel overleg c.q. onderzoek vergt en waarvan bezien moet worden wanneer dat opgepakt kan worden
Nr.
Taak
Stand van zaken per 1 maart 2015
Wel/niet signalering vanuit begrotingsanalyses
1.1
Spartelbadje Bruinisse
Onveranderd
De begrotingsanalyse van functie 580 geeft geen signaal voor verder onderzoek.
1.2
Beheer en onderhoud praathuisjes (beuzes)
Onveranderd
1.3
Beheer en onderhoud hertenkampen
1.4
Beheer en onderhoud ijsbanen
Alleen regulier onderhoud wordt uitgevoerd. Geen extra ondersteuning.
Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
1.5
Schoolzwemmen
Zwemmen gaat gewoon door.
Sluit aan bij signalering 1e analyse voor functie Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (480).
1.6
Professionele theatervoorstellingen
Subsidie bestaat nog.
De begrotingsanalyse van functie 540 Kunst geeft geen signaal voor verder onderzoek.
2.11
Exploitatie haven Bruinisse
1. Onderhoud infrastructuur opgenomen in planmatig beheer en onderhoud haveninfrastructuur 2. Exploitatieonderzoek uitgevoerd op basis waarvan nader voorstel najaar 2015 volgt
Duidelijke signalering uit begrotingsanalyse. Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
2.12
Exploitatie Vluchthaven Bruinisse
1. Onderhoud infrastructuur opgenomen in planmatig beheer en onderhoud haveninfrastructuur. 2. Exploitatieonderzoek uitgevoerd op basis waarvan nader voorstel najaar 2015 volgt.
Duidelijke signalering uit begrotingsanalyse. Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
2.13
Groenbeheer / plantsoenen totaal
1. Groenkwaliteitsplan herzien in Integrale Beheervisie Openbare Ruimte. 2. Onderhoud en beheer ingericht conform vastgestelde beeldkwaliteit. 3. Onderhoudscontracten derden worden 2015 herzien o.b.v. afweging zelfdoen / uitbesteden en prestatie-inkoop. 4. Bedrijfsvoering UOR efficiënter (reorganisatie 2012 en evaluatie UOR 2014).
Duidelijke signalering uit begrotingsanalyse. Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
2.20
Reddingsbrigade
Risico-inventarisatie strandveiligheid 2015 op basis waarvan taken, organisatievorm en uitvoering reddingsbrigade worden geactualiseerd.
Signalering vanuit begrotingsanalyses. Maakt deel uit van nadere analyse functie 140 Openbare orde en veiligheid.
2.22
Beheer en onderhoud stranden
Uitbesteed.
Duidelijke signalering uit begrotingsanalyse. Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
Maakt deel uit van functie 670, daarvoor uit begrotingsanalyse geen signaal. Maakt deel uit van nadere analyse functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie.
Onveranderd
Pagina 5
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
2.27
Weekmarkt Zierikzee, Seizoenmarkt Renesse en Paardenmarkt
De paardenmarkt is geprivatiseerd. De weekmarkt Zierikzee en de seizoensmarkt Renesse nog niet.
Geen signalen vanuit begrotingsanalyses.
2.29
Molens en monumenten
Advisering over molens volgt in 2015 via erfgoedplatform. Monumenten niets mee gebeurd.
De begrotingsanalyse wijst op functie 821 Stads- en dorpsvernieuwing op relatief hoge uitgaven. Echter niet in zodanige mate afwijkend dat dit tot signalering leidt.
2.31
Huren en pachten
Uitgangspunt is dat huren en pachten marktconform zijn.
Geen signaal hierover vanuit begrotingsanalyse.
2.34
Bibliotheekwerk
Wordt in 2015 voorstel voor gedaan.
Geen signalering van een afwijkende begroting vanuit begrotingsanalyse.
2.35
Verstrekken subsidies
Subsidieplafond is niet aangepast.
Geen signalering van een afwijkende begroting vanuit begrotingsanalyse.
2.38
1. Instandhouding voorzieningen 2. Subsidiering exploitatie dorpshuizen
Ongewijzigd.
Vanuit de begrotingsanalyse geen signalen voor Wmo-functies
2.39
Volkshuisvesting - beleid
Ongewijzigd.
Voor functie 822 Overige volkshuisvesting is er een signaal dat Schouwen-Duiveland meer uitgeeft dan andere gemeenten.
2.40
Beheer en onderhoud sportvelden
1. (verdere) bundeling sportvoorzieningen o.b.v. nota Maatschappelijke voorzieningen en lopende bestuursopdracht sportvoorzieningen Nieuwerkerk, Oosterland, Ouwerker, Dreischor. 2. Beheer en onderhoud conform IBOR
De analyses wijzen op functie 531, Groene sportvelden en terreinen duidelijk hoger begrote uitgaven uit. Een samenhang wordt aanwezig geacht met het aantal accommodaties en de recente renovaties c.a.
3.7
Beheer gemeentearchief
Deze actie is nog niet opgepakt. Ons voorstel zou zijn om dit in 2018 of 2019 op te pakken. We zitten nu midden in een omvangrijke transitieperiode in verband met digitalisering. De gevolgen van e-depot, maar ook bijvoorbeeld van zaakgericht werken (wat gebeurt er met DIV taken?) zijn nog niet helder. Het lijkt ons verstandig te wachten tot deze ontwikkeling is uitgekristalliseerd om op dat moment de taak van het gemeentearchief nader te bepalen.
De uitgaven behoren tot functie 002. De begrotingsanalyse wijst uit dat de gemeente hierop naar verhouding lage uitgaven begroot.
3.8
Lidmaatschap VNG / P10 en VZG
Ongewijzigd.
Maken deel uit van functie 005 Bestuurlijke samenwerking. Hiervoor begroot de gemeente volgens de analyse beperkt.
3.17
Re-integreren van uitkeringsgerechtigden
Niets mee gedaan.
Op functie 623 begroot de gemeente volgens de analyse relatief minder uitgaven dan volgens de meeste referenties.
3.20
Beheer en onderhoud riolering (inclusief hemel- en grondwater)
vGRP in 2015 herzien en vastgesteld.
De begrotingsanalyses wijzen relatief hoge uitgaven uit voor functie 722 Riolering. Inclusief de rioolcapaciteit afgestemd op het totale recreatieve woonvolume zijn deze uitgaven in de pas met andere gemeenten.
Pagina 6
13 november 2015 Ons kenmerk 1015192-003/csa/pwa
3.21
Beheer en onderhoud wegen
Beheer en onderhoud o.b.v. actueel beheer- en onderhoudsplan.
Dit onderwerp kan aansluiten bij signalering 1e en 2e analyse van functie 210 Wegen, straten, pleinen.
3.22
Beheer en onderhoud bruggen
Beheer en onderhoud o.b.v. actueel beheer- en onderhoudsplan Kunstwerken.
Dit onderwerp kan aansluiten bij signalering 1e en 2e analyse van functie 210 Wegen, straten, pleinen.
3.26
Huisvuilinzameling
Haalbaarheidsonderzoek samenwerking Walcheren beëindigd.
De begrotingsanalyse wijst op naar verhouding hoge uitgaven voor functie 721 afvalverwijdering en –verwerking.
3.28
1. Schadebeperkende maatregelen
1. Brandmelding overgeheveld naar de scholen. 2. Er is een wettelijk minimum aantal kindplaatsen VVE van 56. Wij hebben besloten het wettelijk minimum uit te breiden naar 75, maar het daadwerkelijke bereik is maar 40. Het minimum is toereikend. 3. Dit gaat over beperking van deelname van de gemeente in LEA vergaderingen en werkgroepen (tot wettelijk min 1x er jaar). Dit punt gaat mee in de evaluatie. 4. Wordt in 2015 gerealiseerd. 5. Alleen subsidie VVE
De begrotingsanalyse wijst relatief hoge uitgaven voor huisvesting basisonderwijs en lage uitgaven voor huisvesting speciaal en voortgezet onderwijs uit. Dit sluit aan bij de bekende investeringen en verplichtingen en de mogelijke investeringen. Op functie 480 gemeenschappelijke baten en lasten worden enigszins hogere uitgaven gesignaleerd die verband houden met onder meer leerlingenvervoer, gymzalen, schoolzwemmen en schoolbegeleidingsdienst.
Subsidie SMWO € 740.000 en maatschappelijk werk € 950.000 (handhaven!).
Geen signalering vanuit begrotingsanalyse voor Wmo. Dit houdt mede verband met het voorlopige karakter van de begrotingscijfers van de gemeenten voor het jaar 2015.
2. GOA/VVE (voor- en vroegschoolse educatie) 3. LEA 4. Opstellen onderwijshuisvestingsplan en leerlingenprognoses 5. Peuteropvang
3.29
Wet maatschappelijke ondersteuning
Pagina 7