Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten en conclusies van de uitgevoerde inspecties van de elektrotechnische installatie bij een groep klanten. Deze klanten behoren tot de kleinere bedrijven; tot ongeveer tien medewerkers. De inspecties zijn uitgevoerd door drie gespecialiseerde inspectiebureaus op het gebied van elektrotechnische installaties, te weten: Inspexx, Van der Heide en Synorga. Scope en werkwijze Een aantal Rabobanken in het land zijn benaderd om een groep willekeurige klanten aan te leveren binnen een bepaald aantal sectoren. De klanten die zijn aangeleverd, werden verdeeld over de inspectiebureaus. De inspecties werden conform de NEN3140 uitgevoerd. De resultaten werden door alle bureaus in een rapport beschreven. Deze rapporten werden gecomprimeerd tot vergelijkbare gegevens (voor zover mogelijk). De gegevens die verzameld werden hebben onder meer betrekking op de volgende zaken: •
Aantal fouten/ afwijkingen (aantal)
•
De ernst van de fout/ afwijking (gradatie)
•
De wijze waarop de fout/ afwijking is waargenomen (visueel of meeting/ beproeving)
•
De wijze hoe de fout/ afwijking is ontstaan (eerste aanleg, onderhoud, gebruik)
•
Het aantal fouten dat direct betrekking heeft op brandgevaar
NEN3140 De keuringen die gedaan zijn, zijn uitgevoerd conform de NEN3140. De NEN3140 is de norm die beschrijft hoe een elektrische installatie periodiek onderhouden moet worden wat ten goede komt aan de veiligheid voor mens en omgeving, brandveiligheid en storingskans. Naast de NEN3140 is er ook nog de NEN1010 die aangeeft hoe een laagspanningsinstallatie opgebouwd dient te worden. De vaste installatie inclusief arbeidsmiddelen worden visueel en door metingen en beproevingen getoetst of deze nog aan de norm voldoen. De resultaten worden in een rapportage beschreven, waarbij de afwijkingen en de noodzaak (prioriteit) van herstel wordt aangegeven. De NEN3140 is nog geen wettelijke norm maar wordt wel genoemd in de bijvoorbeeld de Arbowet. In geval van bijvoorbeeld een incident zal een rechter wel aan de normen toetsen of de installatie veilig is (NEN1010).
Pagina 1 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
Resultaten De inspectiebureaus bezochten 74 klanten. Binnen de groep zijn de volgende sectoren te onderscheiden: Sector
Aantal
Aannemers
3
Drukkerijen
4
Horeca
26
Metaalindustrie
11
Houtindustrie
3
Kunststofverwerkende industrie
8
Supermarkten
4
Verhuur onroerend goed
9
Divers*
6
Totaal
74
Tabel 1 overzicht sectoren * Resultaten deels meegenomen in de uitkomsten Uitkomsten Opvallend is dat de drie bureaus gemiddeld ongeveer op hetzelfde aantal afwijkingen komen (resp. 35, 38 en 37). Het maximaal gevonden afwijkingen is 77 (sauna), het minimaal gevonden afwijkingen is 2 (recycling bedrijf). Dit lage aantal is vermoedelijk het directe gevolg van de jaarlijkse controle van de elektrische installatie die plaatsvindt.
gem aantal afwijkingen 40 35 30 25 20
35
37
38
van der Heide
Inspexx
Synorga
gem aantal afwijkingen
15 10 5 0
Figuur 1, aantal afwijkingen per inspectiebureau (gemiddeld)
Classificatie afwijkingen Afwijkingen die door de bureaus aangetroffen werden zijn geclassificeerd. Hierbij is uitgegaan van de categorieën zoals die door Van der Heide zijn afgegeven. De andere partijen hebben de door hen aangetroffen afwijkingen verwerkt binnen deze classificatie. De volgende classificatie is aangehouden:
Pagina 2 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
Levensgevaarlijk, deze fouten dienen direct opgelost te worden; A.
Gevaarlijk, deze fouten dienen binnen enkele dagen opgelost te worden;
B.
Matig gevaar, deze fouten dienen binnen een maand opgelost te worden;
C.
Weinig gevaar:, deze fouten dienen binnen 6 maanden opgelost te worden.
Tabel 2 geeft een overzicht met de classificaties en het percentage dat deze voorkomt binnen de bezochte bedrijven. MKB Levensgevaarlijk
12% (9/74)
Gevaarlijk
80% (59/74)
Matig gevaar
100% (74/74)
Weinig gevaar
73% (54/74)
Tabel 2, aangetroffen geclassificeerde afwijking bij een deelnemer gerelateerd aan de totale groep De cijfers die tabel 2 toont zijn hoog tot zeer hoog te noemen. Blijkbaar komen bij 100% van de bedrijven situaties voor die matig gevaar oplevert en maar liefst bij 80% van de bedrijven komen gevaarlijke situaties voor. Een deel van deze situaties levert een verhoogd brandgevaar op (zie figuur 3). Wanneer deze potentiële gevaren (afwijkingen) doorgetrokken worden naar de schades door elektra dan zie je dat er een winst te behalen valt. Hierbij moet wel vermeld worden dat niet iedere afwijking direct tot een brand leidt. Een elektrische installatie is zo opgebouwd dat er diverse veiligheden zijn aangebracht die tot uitschakeling van de elektrische installatie leiden. Denk hierbij aan automaten, aardlekschakelaars, zekeringen, aardleidingen. Het falen van onder meer dit soort veiligheden kan leiden tot een brand. Figuur 2 laat de resultaten zien van de ernst van de afwijking volgens de hierboven beschreven classificatie per sector (gemiddelden). Uit de tabel is te herleiden dat het grootst aantal afwijkingen ‘matig gevaar’ opleveren. Deze dienen binnen een maand opgelost te worden. Dit wordt gevolgd door respectievelijk ‘gevaarlijk’, ‘weinig gevaar’ en ‘levensgevaarlijk’. Het aantal levensgevaarlijke afwijkingen is gering.
Pagina 3 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
45 40 35 30 weinig gevaar
25
matig gevaar gevaarlijk
20
levensgevaarlijk
15 10 5
dr uk ke rij en su pe rm ar kt m et aa l in du st rie ve rh uu rO G
du ku st rie ns ts to fin du st rie
ho ut in
ho re ca
aa nn em
er s
0
Figuur 2, Ernst van de afwijking per sector Het meeste aantal afwijkingen worden in de sector metaalindustrie en horeca aangetroffen, het minste bij de aannemers. Hierbij moet wel gelet worden op de omvang van de steekproef. Deze is bij elke doelgroep slechts een aantal waarnemingen. Als men verder inzoomt op de afwijking dan kan deze onderverdeeld worden in brand, aanrakingsgevaar en continuïteit (storing). De uitkomst wordt getoond in figuur 3 (brandgevaar). Als het totaal aantal fouten wordt uitgezet naar fouten gerelateerd aan brandgevaar, wordt zichtbaar dat ongeveer 20% van de afwijkingen bijdraagt aan brandgevaar. Deze waarde zit over de sectoren heen dicht bij elkaar.
Pagina 4 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
100% 90% 80% 70% 60%
totaal aantal afwijkingen (100%)
50%
bijdrage afwijking aan brandgevaar
40% 30% 20% 10%
ho re ho ca ut in ku du ns st ts rie to fin du st rie dr uk ke rij en su pe rm m ar et kt aa li n du st rie ve rh uu rO G
aa nn em
er s
0%
Figuur 3, bijdrage afwijkingen brandgevaar tot het totaal aantal afwijkingen De afbeeldingen 1, 2,en 3 geven een voorbeeld van een aangetroffen afwijking.
Afbeelding 1, kapotte schakelaar, verhoogde kans op aanraking.
Pagina 5 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
Afbeelding 2, overmatig gebruik van wandcontactdozen, overbelasting brandgevaar
Afbeelding 3, meting thermografie, verhoogde temperatuur, brandgevaar Oorsprong van de afwijkingen De geconstateerde afwijkingen zijn te herleiden tot een oorzaak. Deze oorzaak is verdeeld in 3 categorieën: •
Ontwerp/ eerste aanleg, de oorzaak van de afwijking ligt vermoedelijk in het ontwerp of de eerste aanleg (bijvoorbeeld onjuiste diameter kabel, ontbreken bepaalde componenten, verkeerde montage, etc.)
•
Onderhoud, de oorzaak van de fout ligt vermoedelijk in het onderhoud van de installatie (bijvoorbeeld gebrekkige aanpassingen en uitbreidingen, niet bijgewerkte tekeningen, kapotte zekeringglaasjes, etc.)
•
Gebruik, de oorzaak van de fout ligt vermoedelijk in het gebruik van de installatie (bijvoorbeeld beschadigingen als gevolg van bedrijfsvoering, vervuiling door openstaande kasten, kapot getrapte leidingen, etc.).
Het cirkeldiagram in figuur 4 laat de afwijking naar de mogelijke oorzaak zien. Hierbij is duidelijk te zien dat de oorzaak van de fouten al begint bij de aanleg (29%). Is de installatie (het gebouw) eenmaal in gebruik genomen dan ontstaan de rest van de afwijkingen door het gebrek aan (kwalitatief) periodiek onderhoud. Het regelmatig onderhouden zou tevens de derde oorzaak verminderen, namelijk de afwijkingen die ontstaan als gevolg van het gebruik.
Pagina 6 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties
oorzaak afwijking (MKB)
11% 29% oorzaak ontwerp-eerste aanleg oorzaak onderhoud oorzaak gebruik 60%
Figuur 4, oorzaak afwijking Conclusies •
Bij alle bedrijven (100%) komen afwijkingen voor.
•
De grootste groep afwijkingen komt voor in de classificatie ‘matig gevaar’ en ‘gevaarlijk’
•
Ongeveer 20% van alle afwijkingen draagt bij aan een verhoogd brandgevaar dit is per sector ongeveer gelijk.
•
Het aantal afwijkingen dat geconstateerd werd is vrijwel geheel visueel waar te nemen. Slechts een klein deel werd met metingen of beproevingen waargenomen.
•
Het periodiek inspecteren en herstellen van de afwijkingen zal leiden tot minder afwijkingen. Hierbij is het belangrijk dat een complete inspectie plaats vind die tevens periodiek gebeurt. Uiteraard moeten de afwijkingen hersteld worden. Dit herstel moet door een bedrijf gebeuren dat voldoende kwaliteit kan bieden, anders zullen afwijkingen blijven ontstaan en opstapelen. Daarnaast moet ook de eerste aanleg gebeuren door een bedrijf dat voldoende kwaliteit kan bieden. Het verminderen van het aantal afwijkingen zal een positief gevolg hebben voor brand- en aanrakingsgevaar. Hierbij moet vermeld worden dat daar binnen dit onderzoek geen wetenschappelijk bewijs voor wordt gevonden.
•
Het merendeel van de afwijkingen heeft betrekking op aanrakingsgevaar in plaats van brandgevaar.
Pagina 7 van 7
Interpolis
Onderzoek elektrische installaties