Onderwijsconcept op de Herman Broerenschool te Delft
SO (4 tot 13 jaar)
Oplossingsgericht werken (met behulp van de methode Kids’Skills)
VSO (13 tot 20 jaar)
Eigen Initiatief Model (Begeleid ontdekkend leren)
April 2013
Oplossingsgericht werken in het SO en VO Vertel me en ik luister Laat me zien en ik kijk Laat me ontdekken en ik leer
Oplossingsgericht werken, een doelgerichte en respectvolle aanpak om veranderingen te bewerkstelligen. Het is een stimulerende manier om verandering in (leer)situaties succesvol tot stand te brengen. Kernpunt daarbij is dat het zich richt op het onderkennen van problemen, het verhelderen van doelen, het uitvinden van wat werkt om dichter bij die doelen te komen en ten slotte: het doen wat werkt. Er wordt niet gezocht naar wie of wat problemen heeft veroorzaakt. In plaats daarvan helpt de oplossingsgerichte aanpak om wat eerder heeft gewerkt, opnieuw te benutten. Oplossingsgericht werken kent drie belangrijke psychologische voordelen: de nadruk op het positieve biedt mensen perspectief, de aandacht voor wat er al is geeft mensen het vertrouwen dat succes bereikbaar is en het zetten van kleine stapjes geeft ze een gevoel van invloed en controle. Het specifieke van oplossingsgericht werken is dat er niet wordt uitgegaan van het probleem maar van de mogelijke oplossing. Bij een oplossingsgerichte benadering wordt de leerling gezien als expert van zijn/haar eigen leven. Je kijkt niet naar wat de leerling niet kan maar naar wat hij/zij wel kan. Een open houding en de juiste vragen stellen is hierbij erg belangrijk. Bij de oplossingsgerichte bejegening wordt de leerling geholpen wensen te realiseren en doelen te behalen. Anders geformuleerd, de kwaliteiten van de leerling worden optimaal ingezet. Deze manier van bejegenen is geschikt voor iedereen, ongeacht de beperking en de soms beperkte communicatieve vaardigheden. Je gaat samen met de leerling opzoek naar oplossingen. Bijv. bij een leerling met ADHD in de klas ga je niet voortdurend op zijn ongecontroleerde gedrag in, maar kijk je naar wat de leerling kan en wat het moet leren om zijn gedrag onder controle te houden, zo kijk je naar de toekomst. Uitgangspunten van het oplossingsgericht werken -
Er is begrip en acceptatie van het perspectief en de perceptie van de ander Er wordt gekeken naar wat de veranderbehoefte is en naar wat al behaalde successen zijn. Positieve bekrachtiging staat centraal
April 2013
-
-
Er is niet een oplossing maar er zijn meerdere strategieën om tot het gewenste resultaat te komen. Hierbij staan de reeds behaalde successen centraal en deze worden in kaart gebracht. Vervolgens wordt in kleine stapjes gezocht naar haalbare doelen
Oplossingsgericht werken vraagt een ander denkkader. In plaats van problemen te analyseren, oorzaken te achterhalen en op zoek te gaan naar de “schuldige” staat hier het denken in mogelijkheden en oplossingen centraal. Het gaat niet om het snel oplossingen te bedenken (oplossingsgeforceerd denken), maar om aan te sluiten bij wat de leerling kan en stappen te ondernemen in de richting van een oplossing. Deze manier van werken vraagt van ons dat we de leerling als deskundige benaderen, die hulpbronnen in zich heeft om aan te spreken De oplossingsgerichte benadering gaat uit van 3 principes: 1. Als iets niet kapot is, repareer het dan niet. Met andere woorden, vertrouw op ieders vermogen om zelf te beslissen of er een probleem is of niet, of iets te veranderen, hulp te vragen of niet. 2. Kijk naar wat werkt en doe daar meer van. Als je een manier ontdekt die goed aanvult en tot het gewenste resultaat leidt, ga daar dan vooral mee door. 3. Als iets niet werkt, probeer dan iets anders. Blijf niet doorgaan met manieren die niet werken, probeer gerust iets anders zonder de oude manier in diskrediet te brengen.
De methode oplossingsgericht werken sluit aan bij het Eigen initiatief model dat voornamelijk gebruikt wordt in het VSO met name de praktijk- en eindgroepen.
April 2013
Begeleid ontdekkend leren VSO Het eigen initiatief model in zes stappen
Vertel me en ik luister Laat me zien en ik kijk Laat me ontdekken en ik leer Wanneer je de ontwikkeling en zelfstandigheid van leerlingen met een beperking wilt bevorderen is begeleid ontdekkend leren een van de middelen die je kunt inzetten. Een aantal jaren geleden is het eigen initiatief model, EIM, ingezet in het VSO ter bevordering van de zelfstandigheid en de ontwikkeling van onze leerlingen. Alle teamleden werkten volgens dit model. Na een aantal jaar is gebleken dat niet iedereen weet wat het doel is van het werken met EIM en hoe EIM in elkaar zit met als gevolg dat dit model niet altijd meer gebruikt wordt. Het model wordt nu ook wel begeleid ontdekkend leren genoemd. Het begeleid ontdekkend leren is gebaseerd op het EIM en werkt in zes stappen. Deze notitie is om het geheugen op te frissen of kennis te nemen van dit model. In de notie zal een korte herhaling / introductie van het model beschreven worden met als doel dat iedereen binnen het VSO, met name de praktijkgroepen en de eindgroepen weer volledige volgens het model aan het werk zijn. Het model zal aansluiten op de werkwijze in het SO en VO.
Bron:
Begeleid ontdekkend leren, Chris den Besten en Audry van Vulpen
April 2013
Mensen met een beperking kunnen bij hun ontplooiing wel wat extra ondersteuning gebruiken. Het is een misvatting te denken dat zij minder behoefte hebben om te leren omdat zij vanuit zichzelf minder nieuwe dingen oppakken. Zij willen zich zeker ontwikkelen, net als ieder ander, maar zijn vaak onvoldoende in staat om zelf probeer-leersituaties te creëren of daarop te reflecteren. Daarbij kan ook aangeleerde afhankelijkheid een extra hobbel vormen. Begeleid ontdekkend leren beschrijft de methode waarmee je in zes concrete stappen mensen met een verstandelijke beperking ondersteunt bij het zelfstandiger werken, wonen en leven. Bij begeleid ontdekkend leren helpen de leerkrachten de leerlingen bij het ontwikkelen van drie vaardigheden: -
Een plan maken Volgen en bijsturen Terugkijken
Bij het werken volgens het EIM zijn de volgende vijf competenties van belang:
Leerlinggericht handelen. Je zoekt naar de vraag van de leerling en neemt deze als vertrekpunt voor je handelen; Doelgericht handelen. Je zet de vraag van de leerling om in doelstellingen en richt je handelen op het realiseren hiervan (planmatige wijze om doelen te bereiken) Ontwikkelingsgericht handelen. Je laat zien kwaliteiten en vaardigheden bij een leerling vrij te maken zodat deze zo zelfstandig mogelijk functioneert zonder dat er overvraging is (jouw inspanningen gericht op de ontplooiing van de persoon met een beperking) Netwerkgericht handelen. Je bent in staat met de leerling een netwerk op te bouwen, waar nodig uit te breiden en te onderhouden (leerling wordt gesteund door belangrijke mensen uit zijn omgeving , om hem heen) Samenwerkingsgericht handelen. Je werkt zo samen met de leerling, zijn netwerk en je collega’s dat dit maximaal bijdraagt aan het beantwoorden van de vraag van de leerling (je kan niet in je eentje aan dit model werken en hebt je collega’s en het netwerk nodig)
In vele situaties zal je je opstellen als Coach. Coachen is: iemands potentiële kwaliteiten vrijmaken, zodat hij/zij zo goed mogelijk presteert. Coachen is ruimte geven en grenzen stellen. Steeds opnieuw schat je in en bepaal je welke verantwoordelijkheden de persoon aankan en welke verantwoordelijkheden (nog) niet. Er worden drie uitgangspunten voor coachen onderscheidt: 1. Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, initiatief om te handelen bij de persoon zelf leggen; dit binnen de grenzen van zijn mogelijkheden: wat hij kan en aankan doet hij zelf. 2. Ruimte geven, grenzen en kaders stellen; het gaat dan om ontdekruimte zonder dat je iemand laat ‘zwemmen’. 3. Ondersteunen bij nadenken; ondersteuning met als doel de persoon te helpen, zicht te krijgen op situaties, eigen gedrag en alternatieven daarvoor. Het toepassen van dit model kan niet zonder dat de leerkracht een coachende attitude heeft.
April 2013
Effectieve gedragingen (competenties) behorende bij de vakvaardigheid ontwikkelingsgericht handelen: - Je kunt benoemen wat een leerling graag zou willen leren; - Je kunt potentiele kwaliteiten en vaardigheden van een leerling benoemen; - Je benut situaties waarin een leerling kan leren; - Je stemt (leer)situaties af op de mogelijkheden en je respecteert de beperking van je leerling; - Je geeft een leerling letterlijk ruimte om op zijn eigen wijze te leren; - Je laat zien erop te vertrouwen dat een leerling een eigen oplossing kan bedenken; - Je laat door open vragen te stellen een leerling nadenken over eigen oplossingen; - Je trekt aan de bel zodra je denkt dat een leerling wordt overvraagd. De eerste gedragingen hangen samen met beeldvorming. Om te weten welke kansen voor ontwikkeling er liggen, is het belangrijk dat je goed weet wie je voor je hebt. Het is nuttig situaties te kennen waarin de leerling zich begeeft en of deze bruikbaar kunnen zijn als leersituatie. Je zorgt er vervolgens voor dat de leersituatie de leerling niet over-maar ook niet ondervraagt. Daarbij creëer je veel ruimte, vaak ook door letterlijk zelf uit de situatie te stappen. Hierdoor ontstaan er meer mogelijkheden voor de eigen ervaring en de eigen oplossingen van de leerling.
April 2013
Begeleid ontdekkend leren Bij deze manier van leren gaat de leerling zo veel mogelijk op onderzoek uit. Zo ontdekt de leerling al doende wat voor hem/haar de beste manier is om een vaardigheid eigen te maken. De leerling doet dat echter niet alleen. Begeleid betekent dat er iemand op de achtergrond aanwezig is die het leerproces van de leerling meehelpt uitstippelen en ondersteunt. Iemand die met de leerling meedenkt hoe hij/zij een vaardigheid kan gaan beheersen en die de leerling in de gaten houdt hoe hij/zij dat doen en of dat het lukt. De leerkracht stimuleert de lerende om waar te nemen en te ervaren, maar vooral om bewust te ontdekken, te reflecteren en op te slaan. Het eigen initiatief model is gebaseerd op begeleid ontdekkend leren. Stappenplan bij begeleid ontdekkend leren Stappenplan bij begeleid ontdekkend leren (EIM) Een plan maken Stap 1 (rood)
Volgen en bijsturen (oranje)
Terugkijken (groen)
April 2013
Bewust kiezen voor begeleid ontdekkend leren
Stap 2
Een leerplan maken
Stap 3
De leersituatie voorbereiden
Stap 4
Aan de slag in de leersituatie
Stap 5
Terug kijken op de leersituatie: het leergesprek
Stap 6
Terugkijken op het leerplan
Werkwijzer begeleid ontdekkend leren Starten: vanuit de behoefte, vraag of probleem van een leerling Stap 1 Bewust kiezen voor begeleid ontdekkend leren Doe- en denkvaardigheden Wat kun je verwachten van de leerling? Hoeveel tijd is er? Wat zijn de risico’s? Hoe is de motivatie?
Plan maken
Stap 2 Een leerplan maken Vertrekpunt vaststellen Doel bepalen Route uitstippelen Stap 3 De leersituatie voorbereiden Introductiegesprek met afspraken
Stap 4 Aan de slag in de leersituatie Afstand bieden en ruimte geven Volgen. Zo nodig sturen
Stap 5 Terugkijken op de leersituatie: het leergesprek Inzoomen op denkvaardigheden De leerling laten nadenken door vragen te stellen
volgen en bijsturen
terugkijken
Stap 6 Terugkijken op het leerplan Wat heeft de leerling geleerd Wat heb jij geleerd m.b.t. het leerplan Vooruitkijken: breder toepassen van denkvaardigheden (generaliseren) Kiezen voor nieuwe leersituatie(s) om dat te bereiken Opnieuw naar stap 1
April 2013