Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
Adviesrapport Februari 2016
TU Delft Ellen van Bueren Tom Daamen Mirela Milošević In samenwerking met Bert Hooijer – Hogeschool Rotterdam/RDM Campus Edward Gilding – Innovation Quarter Liesbeth Roeles – Gemeente Schiedam.
1/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
1. Analyse van de opgave en probleemstelling 1a. Schiedamse havens, een hybride zone? In de grote Nederlandse zeehavenregio’s zijn verlaten waterfrontgebieden sinds de jaren '70 van de vorige eeuw getransformeerd: ze zijn fysiek-ruimtelijk en functioneel veranderd om aan nieuwe eisen en behoeften te voldoen. In het centrum van grote steden zijn zogenaamde ‘consumptieruimtes’ ontstaan om te wonen, winkelen, werken en recreëren. Terwijl dit transformatieproces op sommige plekken doorgaat, zien we bijvoorbeeld in gebieden als Stadshavens Rotterdam en het NSDM-terrein in Amsterdam een nieuw, functioneel hybride gebiedstype ontstaan. Dit zijn gebieden waarin nog altijd primair gewerkt wordt, maar waar ook plekken voor leren, recreëren en zelfs wonen vermengd raken met maritieme diensten en licht-industriële functies en gebouwen. Deze hybride invulling lijkt goed te passen bij een groeiende nieuwe behoefte onder bepaalde typen haven- en haven-gerelateerde bedrijvigheid. Deze behoefte richt zich op kosten-efficiënte, flexibele en goed bereikbare locaties dicht bij leveranciers, stedelijke voorzieningen en kennisinstellingen.
Huisman Global Services
Huisman academy
Huisman
Mission to seafearers (maatschappelijk centrum voor zeelieden)
Trigion Prorest Facilicom Rabobank
Laurensgroep, personeelsdiensten, procesindustrie, logistiek en scheepvaart Hempel marine, verf en coating producten voor scheepvaartindustrie Hubel Marine Vessel registration crew endorsements
SBM Offshore KH Engineering olie / gas offshore
Viro ingenieursbureau, o.a. machinebouw, industrie, offshore, chemie
Globe Wireless Inmarsat, maritime breedband / sateliet communicatie
VTS opleidingen, nautisch verkeersleider
Ludanflex bemiddeling en engeneering, piping, offshore, scheepsbouw, olie en gas, civiel en engeneering
Huisman
de Vries / van der Wiel ingenieurs baggeren / milieuoplossingen voor o.a. offshore
Mammoet Salvage Ingenieursdiensten
Inrada ingenieursbureau
SSG Shipping services, wereldwijde leverancies van technische onderdelen voor schepen
HSM Offshore Novy Itho Daalderop
EPG Goldman hydraulische componenten voor de industrie
Gusto MSC offshore engineering Global alignment roterende onderdelen voor industrie, scheepvaart
GAMMA
LKL Oceantrade Scheepsmakelaarssleepdiensten, heavy lift, project carg. Chartering,verkoop en aankoop van sleepboten, barges en drijvende kranen
Zwembad zuid HSM Offshore
SLC import transport van auto’s (niet kade gebonden)
Stream metaalopleidingen IPS onderdelen voor de olie- en gasindustrie
HSM Offshore
Decoil Argos oil
Equilex, chemicals en petrochemicals voor olie en offshore Damen Shiprepair
IPS onderdelen voor de olieen gasindustrie
Goflex opleidingscentrum technische opleidingen
Facilicom
HSM Offshore werkmaatschappij van SBM
van Schaik krukassen voor scheepsmotoren
IPS onderdelen voor de olie- en gasindustrie
Rada seals oliekeerringen hydroliek dichtingen
HSM Offshore werkmaatschappij van SBM
Van Tiel transport
Mavercik Valves cilinders voor scheepsmotoren
Rubaflex HSR Hydraulics, slangen, buizen, appendages
HSM Offshore werkmaatschappij van SBM
Van Tiel transport Damen Shiprepair
EP HVAC, offshore ventilation and airconditioning
Mammoet
Decoil Argos oil
Germanischer Lloyd, scheepskwalificatie, technische keuring schepen
Decoil Argos oil
Betonmortelbedrijven Cementbouw b.v.
Decoil Argos oil
Gusto Msc, ingenieursdiensten scheepvaart en offshore
Piet van der Kooij recycling van dakgrind / grindhandel
Ros Recycling overslag Schiedam zandoverslag
Damen Shiprepair Nofalab / Nofamarsac keuring van voedsel / tankopslag van schepen, voor reparatie
Herschbach tools
Quality Marine Services b.v., rederij, zee- en kustvaart
Piet van der Kooij recycling van dakgrind / grindhandel
In Axtion Uitzendbureau voor de techniek
Dominial staalharderij Krusing engineering fijnmechanische industrie, frasen gecertificeerd lassen
Breadbox Shipping Lines (rederij) Damen Shiprepair van Schaik krukassen voor scheepsmotoren
Ultro reclame
True Marine scheepsmotoren
Gemeentewerken
Damen Shiprepair
Roeiers VIOS vast- en losmaken van schepen, sleepwerk, indokken van schepen
Nofalab / Nofamarsac, keuring van voedsel / tankopslag van schepen voor reparatie
Sita Ecoservices recycling van afval
Hertel Technische Service, olie, gas, proces, energie en offshore
Lindegas groothandel in gas (geen overslag)
Mammoet
ERS apparatuur onderdelen voor de offshore
ERS
Wartsila vervaardiging van motoren en turbines voor schepen
Zanddorp zandoverslag groothandel
Mammoet
Damen Shiprepair
Lindegas groothandel in gas (geen overslag)
Harding marine, bevoorrading schepen, proviand, catering, onderdelen etc.
ERS apparatuur onderdelen voor de offshore
Lindegas groothandel in gas (geen overslag)
Mannekes overslag magnesium
Mannekes overslag magnesium
Mannekes overslag magnesium
Wartsila vervaardiging van motoren en turbines voor schepen
SYNERGIEKAART
HAVENGEBIED SCHIEDAM Boskalis sanering verontreinigde grond
maritieme cluster, kade gebonden
verknoping met de stad: Advanced Maritime Producer Services
samenhang tussen havengebonden activiteiten en het maritieme cluster
bedrijfsopleidingen metaal / maritiem
Silo overslag graan Jumbo Heavy Lift shipping / offshore transportation installation
Klasmann Deilmann overslag potgrond voor de tuinbouw
overslag goederen, kade gebonden
Silo overslag graan
Wartsila vervaardiging van motoren en turbines voor schepen
Sea and shore services logistiek advies
overige bedrijvigheid, niet kade gebonden detailhandel / directe levering aan consument wonen openbaar / nutsvoorziening plangrens
Figuur 1 Synergiekaart Schiedamse Wilton- en Wilhelminahaven (Heinz, 2015).
Hybride havengebieden sluiten goed aan op de behoeften van maritieme bedrijvigheid die in een volwassen stadium van hun ontwikkeling verkeren. Hun strategieën lijken zich in toenemende mate te richten op het vinden en ontwikkelen van nieuwe diensten en producten. Hierbij kan worden gedacht aan innovatieve crossovers (al dan niet via start-ups), aan het aantrekken van jonge, gespecialiseerde arbeidskrachten (niches), en aan ‘triple helix’ samenwerking: samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven op hiervoor geschikte locaties. 1b. Probleemstelling: focus op onderwijs en kennis De huidige situatie in de Schiedamse havens lijkt veel van de hierboven omschreven hybride situatie weg te hebben. Uit onderzoek van Heinz (2015), tevens projectmanager bij de Gemeente Schiedam, blijkt onder andere dat in en rond de Schiedamse havens een clustering van maritieme bedrijven en hieraan gerelateerde maakindustrie en dienstverlening is ontstaan (zie figuur 1). Dit inzicht heeft, in combinatie met een ruimtelijk ontwikkelingsinitiatief van de grootste bedrijven in de Wiltonhaven, de gemeente ertoe bewogen om in samenwerking met diverse partijen te gaan onderzoeken of de economische functie van de Schiedamse havens een nieuwe impuls kan krijgen en deze te combineren met ruimtelijke, sociale, milieutechnische ingrepen. Dit adviesrapport is daarvan een onderdeel.
2/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
De hoofdvraag van de Werkconferentie Schiedamse havens op 29 oktober 2016 was: “Welke inzet is nodig voor versterking van het Maritieme cluster en gelijktijdig zorgen voor een gezonde stad. Wie is verantwoordelijk en wie bepaalt?” Probleemstelling deelsessie Onderwijs- en kennisnetwerken • • •
Gemeente wil onderwijs/kennis deel laten uitmaken van herontwikkeling Wilton-Wilhelminahaven Onderwijsinstellingen tonen interesse in Schiedam om hun markt te vergroten (aanname: reistijd doorslaggevend) Wat ‘de bedrijven’ willen is nog onduidelijk, hoewel bekend is dat: 1. een deel van de bedrijven een ‘mismatch’ heeft tussen de vraag en aanbod van technisch- en/of operationeel personeel (zowel nu als in de toekomst ivm vergrijzing; participatiewet); 2. er verschillende banden zijn met scholen, hogescholen en universiteiten op specifieke onderwerpen/thema’s 3. er grote diversiteit is in de bedrijfspopulatie van Schiedam, incl. grote samenhang in de regio (hetgeen een grote asset is).
Het doel van de werkconferentie was het creëren van draagvlak en het vasthouden van energie en commitment van partijen in en rond de Schiedamse havens. Ook was het bedoeld om partijen te enthousiasmeren en mensen blijvend te betrekken in het onderzoeks- en planproces. Op 14 januari 2016 zijn vervolgens de conclusies van de werkconferentie samen met voorlopige adviezen nog eens met verschillende partijen besproken. 1c. Draagvlak: wensen betrokken bedrijven en kennisinstellingen Tijdens de deelsessie ‘Opleidings- en kennisnetwerken’ op 29 oktober 2015 zijn deelnemers in de gelegenheid gesteld om ideeën in te brengen en suggesties te doen voor de wijze waarop de Gemeente Schiedam het thema de komende jaren (in samenwerking met partijen) in de haven gaat concretiseren. Daarbij is de ambitie uitgesproken om het aanbod van kennis en opleidingen in Schiedam en in de regio optimaal af te stemmen op de behoefte van het Schiedamse (haven)bedrijfsleven. Vanuit de TU Delft zijn Ellen van Bueren (hoogleraar Urban Development Management) en Tom Daamen (universitair docent) verantwoordelijk geweest voor de deelsessie. Mirela Milošević (ook TU Delft) heeft hen bij de voorbereidingen geholpen en de verslaglegging verzorgd. Edward Gilding (Innovation Quarter), Liesbeth Roeles (Gemeente Schiedam) en Bert Hooijer (Hogeschool Rotterdam/RDM) hebben de organisatie van de deelsessie, de totstandkoming van de verslaglegging en deze rapportage ondersteund. De voorbereiding van de deelsessie bestond uit een voorbespreking op het Stadskantoor van de Gemeente Schiedam met enkele experts op 10 september 2015. Daarin is onder andere besloten om een verkennend interview over de huidige situatie en behoefte op het gebied van opleidingen en kennis uit te voeren met een zogenaamde ‘leader firm’ uit de Wiltonhaven. Op 25 september is hierop gesproken met enkele managers van het Mammoet Training Center in Hoogvliet. Vervolgens is op 29 september een presentatie gegeven over de opzet van de deelsessie en is deze afgestemd op die van andere thema’s. In de aanloop naar 29 oktober zijn nog enkele instanties/personen gericht uitgenodigd om tijdens de werkconferentie aan onze deelsessie deel te nemen. De tabel hieronder geeft een overzicht van alle deelnemers, welke evenwichtig verdeeld waren over de categorieën onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Natuurlijk was de deelsessie “Onderwijs en kennisnetwerken” onmogelijk geweest zonder de aanwezigheid en actieve houding van alle deelnemers. Wij zijn hen hiervoor erg dankbaar. De (voorlopige) resultaten uit de deelsessie zijn door Ellen van Bueren aan het einde van de werkconferentie kort gepresenteerd (gepitcht).
3/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
Voorzitters/organisatie Ellen van Bueren – TU Delft Edward Gilding – Innovation Quarter Bert Hooijer – Hogeschool Rotterdam/RDM Liesbeth Roeles – Gemeente Schiedam Mirela Milosevic – TU Delft Deelnemers Onderwijs Gert Joost Peek – Hogeschool Rotterdam Mark Wiersma – Hogeschool Rotterdam Aad Vonk – Hogeschool Rotterdam Paul Lakens – Lentiz | LIFE College Wim Kokx – OSVS Ivo Plakman – Hogeschool Rotterdam/RDM Harry van der Toorn – Zadkine Sandra van der Marel – Lentiz/Life College Michiel Jak – TNO Warner Rosenboom – GOflex
TU Delft
Deelnemers Bedrijven Annemarie Sour – Sour journalistieke producties Jeroen de Prez – Huisman Philip Grootenboer – Mammoet Linda Brussaard-Den Boer – GustoMSC Manon de Koning – Wartsila Ruud op den Brouw – Damen Shiprepair Gerard Beukema – Royal Dahlmann Wim van Wieren – Huisman Dolf Bierhuizen – Automotive Management Overheid Rob Christiaanse – Gemeente Schiedam Roland de Vreede – Gemeente Schiedam Cees van Stoppelenburg – Metropoolregio RDH Bea van Golen – Ministerie EZ Menno Huijs – Gemeente Rotterdam Ron Brans – Provincie Zuid-Holland
Tabel 1 Deelnemers deelsessie Onderwijs- en kennisnetwerken tijdens de werkconferentie op 29 oktober 2015.
Tijdens de deelsessie Onderwijs- en kennisnetwerken zijn aan de deelnemers drie vragen gesteld: Ronde/Vraag 1. Wat is er al in het gebied aanwezig? 2. Wat is er in het gebied nodig/waar ligt de behoefte? 3. Hoe de ambities te verwezenlijken (een “shared facility” in het gebied)?
Discussie geleid door… Ellen van Bueren – TU Delft Edward Gilding – Innovation Quarter/Maritime Delta Bert Hooijer – Hogeschool Rotterdam/RDM Campus
De deelsessie kende de opzet van een World Café: deelnemers roteren in drie groepen, in drie rondes van ca. 30 minuten langs de drie verschillende tafels. Iedere tafel had een voorzitter die één van de bovenstaande vragen aan de groepen voorlegde. De drie ronden zijn afgesloten met een plenaire discussie waarin is getracht tot gezamenlijke antwoorden op de drie vragen te komen en aanbevelingen te benoemen voor het vervolgproces. Na afloop hebben de organisatoren van de deelsessie elkaar nog feedback gegeven op het conceptverslag van de deelsessie en een eerste versie van deze rapportage (verzonden op 15 november 2015). U vindt de resultaten van het verkennende interview met Mammoet, de deelsessie tijdens de werkconferentie én de parallelsessie op 14 januari aan het einde van dit document.
Figuur 2 Foto’s gemaakt tijdens de verschillende ronden van de deelsessie Onderwijs- en kennisnetwerken.
4/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
Moderatoren Tom Daamen (gespreksleider) Edward Gilding Bert Hooijer Liesbeth Roeles Mirela Milosevic Deelnemers Richard Breugem Sandra van der Marel Warner Rosenboom Marius van der Valk Roland de Vreede Anouk van Helvert Cees Stoppelenburg Dolf Bierhuizen Andrea Kaim Ron Brans
TU Delft
Organisatie TU Delft Innovation Quarter Hogeschool Rotterdam/RDM Campus Gemeente Schiedam TU Delft Organisatie en functie Van de Tempel, managing director TechNetkring NWN-Coördinator Onderwijs, Decaan Lentiz Life en Projectleider Techniek in bedrijf Adviseur GO-Flex (opleidingsbedrijf in techniek) Mammoet Academy-Accountmanager Training & Development Gemeente Schiedam-Strategisch adviseur Gemeente Rotterdam-Projectmanager Maritiem MRDH-Strategisch Adviseur Economisch Vestigingsklimaat Automotive Management Knowledge Connections Directeur Zadkine-Kwartierdirectie samenwerkingsverband Albeda/Zadkine Techniek en Technologie Provincie Zuid Holland-Senior beleidsmedewerker (ruimtelijk) Economisch Beleid Regio Rijnmond.
Tabel 2 Deelnemers parallelsessie Onderwijs- en kennisnetwerken tijdens de bijeenkomst op 14 januari 2016.
1d. Integraliteit Voor het gereed maken van dit advies zijn de aanbevelingen uit de andere thema-adviezen geraadpleegd. Daarbij is onderzocht welke de aanbevelingen elkaar in potentie kunnen versterken door ze te koppelen. Vanuit het thema onderwijs- en kennisnetwerken zien wij vooral verbindingen met de thema’s ‘Trots op de haven’, ‘Openbare ruimte’ en ‘Milieu en Gezonde Leefomgeving’. De concrete kansen die wij voor een integrale aanpak zien, zijn opgenomen in onze aanbevelingen.
2. Onderbouwing van het advies en de aanbevelingen 2a. Beschrijving van de aanbevelingen en het beoogde effect Om tot praktische aanbevelingen te komen voor beleidsacties zijn de vragen en de resultaten van de deelsessie ‘Onderwijs en kennisnetwerken’ in het licht geplaatst van een hybride toekomst voor de Schiedamse havens, zoals in de inleiding van dit rapport is geschetst. Uit onderzoek blijkt dat waterfrontgebieden die onderdeel uitmaken van een grote zeehavenregio, maar tegelijkertijd ingeklemd zitten tussen stedelijke gebieden en infrastructuur, speciale (beleids)aandacht en ontwikkelstrategieën nodig hebben. Door hun historisch betekenisvolle plek aan het water hebben deze gebieden vaak een (in potentie) hoge maatschappelijke en financieel-economische waarde. Niet zelden is daarbij geconstateerd dat, na een tijd van uitplaatsing van havenindustrie en volledige transformatie, er door investeringen en projecten ook nieuwe relaties tussen haven en stad ontstonden (zie figuur 2 voor een illustratie van de fases van ontwikkeling van havensteden). Door te kiezen voor een versterking van de haven-stad relatie en de vernieuwing van de Schiedamse havens met economie als speerpunt, volgt Schiedam keuzes die ook elders worden gemaakt. De processen in andere havensteden, zoals in de buurgemeenten Rotterdam en Dordrecht, laten zien dat het niet gemakkelijk is om tot integrale plannen, ‘triple helix’ samenwerking en de implementatie van duurzame projecten te komen. De motivatie en het commitment van mensen, bedrijven en andere organisaties in en rond de Schiedamse havens biedt echter een duidelijke basis om het ingezette pad te vervolgen, zo bleek ook uit de werkconferentie en de bijeenkomst in januari. Wij adviseren de gemeente dan ook de samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen te (blijven) faciliteren.
5/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Figuur 3 Vernieuwing van haven-stad relaties in fase VI van het overzicht van Hoyle uit 1998.
OP BASIS VAN HET VOORGAANDE KOMEN WIJ TOT DE VOLGENDE AANBEVELINGEN VOOR BELEIDSACTIE: I. Breng bestaande onderwijsvraag en –aanbod samen (beter) in kaart De bedrijvigheid in het gebied weet onvoldoende van elkaars onderwijsinitiatieven. Breng alle opleidingen/initiatieven in kaart zodat bedrijven zelf ‘slimme’ combinaties kunnen maken. Stimuleer daarnaast het contact met onderwijs- en kennisinstellingen teneinde curricula flexibeler te maken en beter af te stemmen op de vraag van bedrijven (in ruil voor baanzekerheid voor studenten). Kans: maak onderwijs een integraal onderdeel van vernieuwing en innovatie in de haven In het advies van themasessie ‘Trots op de haven’ wordt aanbevolen om bestuurlijke kaders te scheppen voor vernieuwing en innovatie in het havengebied. Onderwijs en kennis(netwerken) spelen in die innovatie en vernieuwing naar verwachting een aanzienlijke rol. Kans: creëer een Quadrupel Helix Platform Het in kaart brengen van onderwijsactiviteiten zou kunnen gebeuren middels een platform. Aan het bewoners-bedrijven platform uit het advies van themasessie ‘Milieu en Gezonde Leefomgeving’ kunnen onderwijs- en kennisinstellingen alsmede de gemeente worden toegevoegd. Een dergelijk platform kan voor vitale verbindingen tussen partijen zorgen waaruit kansen voor ontwikkeling van de haven kunnen ontstaan.
II. Deel de urgentie door het organiseren van bijeenkomsten Nieuwe werkgelegenheid, scholing voor goede arbeidskracht en het stimuleren van innovatie is niet alleen een taak voor het bedrijfsleven. Deze moet ook door de gemeente en onderwijsinstellingen worden opgepakt. Participeer en faciliteer als gemeente daarom bijeenkomsten tussen bedrijven en instellingen. Drie thema’s komen uit de deelsessie naar voren: a. Shared facility (vgl. RDM): verkenning van een gezamenlijk op te zetten onderwijs- en innovatiefaciliteit in het havengebied (‘kennisontwikkeling als drager’) waar voor diverse doelgroepen activiteiten, trainingen en opleidingen kunnen plaatsvinden (van basisonderwijs ‘kidslab/factory’ tot de bij- en herscholing van senior werknemers tot coaches, en van technisch beroepsonderwijs tot universitair lab- of atelieronderwijs). b. Onderwijsactiviteiten: laten zien en aan elkaar presenteren van bestaande onderwijsactiviteiten in de regio, Schiedam en het havengebied (zie ook paragraaf 3b.). c. Innovatie: workshops rond circulaire economie of smart industry in de Schiedamse haven (bijvoorbeeld in de vorm van masterclasses).
6/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Primaire genodigden bij voorgaande bijeenkomsten zijn onder andere: Damen Shiprepair, Gusto MSC, Huisman, Mammoet, Wärtsilä, Hogeschool Rotterdam/RDM Campus, Zadkine/Albeda en Ondernemersvereniging Vijfsluizen. Bij bepaalde bijeenkomsten kan het ook zeer productief zijn om intermediairs, zzp’ers en netwerk-organisaties uit de regio te betrekken. Kans: verbindt wetenschap en praktijk Vraagstukken uit de Schiedamse praktijk kunnen worden gebruikt als thema’s voor (openbare) kennisbijeenkomsten met wetenschappers, alsmede in onderzoek bij kennisinstellingen worden uitgezet. Deze verbinding draagt bij aan robuuste afwegingen in beleid en duurzame maatschappelijke oplossingen.
III. Werk samen aan imagoversterking van de haven Verbeter i.s.m. met het bedrijfsleven het imago van werken in de ‘techniek’ van de haven. Aan het eind van de werkconferentie kwam bijvoorbeeld een initiatief van Huisman ter sprake rond een uitkijktoren op hun terrein, en het idee om ‘innovatie-parels’ zichtbaar te maken in de haven. Door Schiedammers op verschillende manieren (opnieuw) kennis te laten maken met de haven kan op termijn aan andere ‘mindset’ ontstaan: werken in en het bezoeken van de haven moet weer aantrekkelijk worden. De haven moet weer een onlosmakelijk onderdeel worden van de ‘mental map’ van de (jonge) Schiedammer. Kans: doe aan integrale imagoversterking Branding en marketing in combinatie met a) meer groen, b) het mogelijk maken van bewegen, beleving en recreatie, c) het creëren van betekenisvolle plek(ken) en d) verbetering van het verkeersnetwerk kunnen allen bijdragen aan imagoversterking van de haven. Een integrale aanpak, ondersteund door goede branding en marketing, biedt bij deze opgave veel potentie.
3. Uitvoering van de aanbevelingen 3a. Opdrachtgeverschap/samenwerking Tijdens de sessie op 14 januari 2016 zijn de drie aanbevelingen voor beleidsactie besproken. De beleidsacties werden door alle deelnemers onderschreven. Bovendien bleek (opnieuw) vanuit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de gemeente veel draagvlak om deze gezamenlijk uit te voeren. Tijdens de sessie is dan ook vooral gefocust op het formuleren van concrete acties met trekkers. 3b. Prioritering Er zit een duidelijke gelaagdheid in de drie aanbevelingen op de vorige bladzijde. De eerste aanbeveling kan direct worden opgevolgd, hetgeen gedeeltelijk al is gebeurd door middel van het uitzetten van een onderzoek naar het onderwijsaanbod in het havengebied (uitgevoerd door de Hogeschool Rotterdam). De tweede aanbeveling kan op korte termijn (2016-2017) worden opgevolgd met het organiseren van de eerste bijeenkomsten op ieder thema. Op thema b. Onderwijsactiviteiten is afgesproken om zelfs op korte termijn (in maart/april 2016, in het kantoor van Gusto MSC) al een bijeenkomst te organiseren. De derde aanbeveling m.b.t. imagoversterking van de haven zal een langjarige inspanning betreffen, evenals het aantrekkelijker maken van Schiedam als woonstad voor middel- en hoger-opgeleiden. De Schiedamse haven zal naast een fysieke in ieder geval ook een mentale metamorfose moeten ondergaan, waarbij een ‘hybride’ toekomst van de haven als uitgangspunt kan gelden. Uiteraard houdt dit element ook sterk verband met het thema Branding en de conclusies uit deze deelsessie. 4. Financiën 4a. Kosten van verder onderzoek (op niveau van een globale offerte) Voor aanbeveling I is al een budget van 100.000 euro binnen de gemeente vrijgemaakt (stimuleringsfonds) en is, zoals reeds vermeld, een opdracht verleend aan de Hogeschool Rotterdam.
7/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Het is van belang om, naast de methodiek van het onderzoek, goed na te denken over de communicatie en borging van de onderzoeksresultaten. Tijdens de discussies met partijen waren de meningen hierover verdeeld (een website, een ‘gouden gids’ voor opleidingen, een platform waar men elkaar kan ontmoeten). De uitvoering van aanbeveling II is tweesporig. Het creëren van vitale netwerken en urgentie voor onderwijs en innovatie vindt plaats door het actief bij elkaar brengen van de juiste organisaties en (mat name) de juiste mensen binnen die organisaties. Op beide elementen (1. Onderwijs en 2. Innovatie) zou een jaarlijks event in de Schiedamse haven kunnen worden georganiseerd. Inclusief voorbereidende bijeenkomsten en organisatiecapaciteit (enkele trekkers, hosting en catering) zal exclusief het eventueel huren van ruimte/plek in het gebied naar verwachting 10.000-25.000 euro per event per jaar beschikbaar moeten zijn (bedrag o.a. afhankelijk van het aantal genodigden, geschat: 100-200 personen). Hiervoor zouden ook sponsorgelden kunnen worden aangetrokken. Bij succes en verdere professionalisering van de ze events zal het benodigde budget groeien, maar zullen ook meer sponsorgelden kunnen worden georganiseerd. Het tweede spoor van aanbeveling II houdt verband met de genoemde ruimte/plek in het gebied; een zogenaamde ‘shared facility’. De komende jaren (2016-2017) kan worden verkend welk bestaande gebouw of kavel hiervoor in aanmerking komt. Het is niet mogelijk hier nu een kostenraming voor mee te geven, maar er kan veel worden geleerd van de ervaringen op de RDM Campus. Wij adviseren wel om een ambtelijke opdracht te formuleren en iemand binnen het gemeentelijk apparaat voldoende mandaat mee te geven om met gebouw- en grondeigenaren de ontwikkeling van een ‘shared facility’ te onderzoeken en de exploitatie van deze faciliteit in het gebied uit te werken. Aanbeveling III betreft een langjarige inspanning die nu opgestart kan worden. Het gaat erom imagoversterking samen te laten gaan met fysieke ingrepen en deze elkaar te laten versterken; de vernieuwing laten horen, zien én voelen. De inschatting van de kosten van de imago/brandingcampagne zal in het adviesrapport ‘Trots op de haven’ zijn opgenomen. Het tempo van de realisatie van fysieke ingrepen hangt samen met de voortgang van de integrale gebiedsontwikkeling van de Schiedamse havens en de hieraan gerelateerde beschikbaarheid van publieke en private financiën (voorbeeld: subsidies voor de sanering van het slufter). De TU Delft blijft graag betrokken bij deze integrale opgave. De nationale kennisinfrastructuur van de TU Delft kan de duurzame ontwikkeling van de Schiedamse havens ondersteunen. Door de Schiedamse havens aan te (blijven) bieden als onderzoeksobject (een zogenaamde use-case) kan de gemeente tevens profiteren van het internationale expertisenetwerk van de TU Delft op het terrein van haven-stedelijke ontwikkeling. 4b. Doorkijk naar benodigde investeringen Wij adviseren op basis van voorgaande aanbevelingen en concretisering om voor Onderwijs- en kennisnetwerken een vast budget van 25.000 euro per jaar te reserveren. Wij vermelden daarbij nadrukkelijk dat uit de netwerken voorstellen voor specifieke projecten en ingrepen kunnen ontstaan (zoals het creëren van een ‘shared facility’ in het gebied) waarvoor specifieke (co-)financiering van de gemeente benodigd kan zijn. In elk geval moet de bijdrage van de gemeente door partijen gezien worden als een ‘aanjaagsubsidie’ die om die reden beperkt en eindig is; als het onderwijs- en kennisnetwerk vitaal genoeg is zal het zichzelf op termijn ook kunnen bedruipen. 4c. Subsidies, bijdragen van derden, werk met werk maken Er zijn in de regio, Nederland en Europa verschillende bronnen waaruit de versterking van de onderwijs- en kennisnetwerken in/voor de Schiedamse havens financieel ondersteund kan worden. Schiedam en het havengebied zijn daarnaast al als casus ingebed in verschillende (inter)nationale onderzoeksvoorstellen waarvoor subsidies en andere middelen beschikbaar kunnen komen. Voor de fysiek-ruimtelijke en sociaal-economische opgave kunnen mogelijk ook Europese gelden worden aangetrokken. Het bedrijfsleven in de havens en de gemeente blijken hier reeds mee bezig. Wij
8/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
adviseren de betrokkenheid van de gemeente bij aanvragen in ambtelijke opdrachten mee te (blijven) nemen. 5. Risico's en kansen 5a. Risico's Risico’s liggen voornamelijk in de bereidheid van partijen om te participeren in het realiseren van de in dit rapport uitgewerkte aanbevelingen. In hoeverre de gemeente, het bedrijfsleven en kennisinstellingen daadwerkelijk bereid zijn om financieel en inhoudelijk bij te dragen hangt naar verwachting de komende jaren sterk af van het a) commitment van enkele ‘trekkers’ en b) de resultaten/spin-off van bijeenkomsten. De personen die als mede-organisatoren of deelnemer betrokken geweest bij de deelsessie en deze rapportage (zie tabellen pagina 4 en 5) hebben blijk gegeven van grote betrokkenheid bij het thema en de opgave in Schiedam. Het is van groot belang deze betrokkenheid bestuurlijk te erkennen en te stimuleren. 5b. Kansen De kansen, zoals geformuleerd bij de drie aanbevelingen van dit rapport, zijn niet alleen van toepassing op de in Schiedam gelegen havengebieden. Als we de bestuurlijke grenzen even wegdenken zien we dat er in verschillende havens in de Rijnmond ontwikkelopgaven liggen; opgaven die deels vergelijkbaar zijn, maar deels ook uniek als gevolg van het specifieke profiel van het bestaande grondgebruik. Er kan dus met partijen in deze havengebieden (zoals het Rotterdam Innovation District bestaande uit RDM en M4H) worden samengewerkt om gedeelde vraagstukken en (beleids)dillema’s te bespreken. Ook hierin kan de TU Delft een begeleidende rol spelen.
9/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
BIJLAGE: Verslagen van de bijeenkomsten Wij bedanken op deze plaats nogmaals alle deelnemers en organisatoren voor hun inbreng.
VERSLAG WERKCONFERENTIE 29 OKTOBER 2015 (PARTYSCHIP MARLINA) Wat is er al in het gebied aanwezig? In de gemeente Schiedam en de nabije omgeving (met als afbakening van de omgeving de universiteiten van Delft en Rotterdam) zijn veel onderwijs- en kennisinstellingen gevestigd. Dit in tegenstelling tot het gebied Wilton-Wilhelminahaven. In het gebied is een klein aantal regulier en specialistisch onderwijs gehuisvest. Het gebied bestaat grotendeels uit bedrijvigheid met vaak eigen specialistische opleidingen met de nodige faciliteiten, of een langer intern opleidingstraject. Dit is deels ontstaan in reactie op de mismatch met de arbeidsmarkt en deels omdat zij graag hun eigen mensen opleiden. Tijdens de tafelgesprekken kwamen verschillende opleidingen/lopende initiatieven naar voren: Opleidingen • Reguliere opleiding Stream, gehuisvest op het terrein van ‘Damen Shiprepair’. • Huisman Academie. Werken samen met andere bedrijven in een soort academie ‘friends’. Er is aanbod van faciliteiten en opleidingsinfrastructuur. Bieden open dagen aan voor (lagere) scholen. Lopende initiatieven • Kennismakingsgesprekken over ‘hoe samen lesmateriaal ontwikkelen?’ op initiatief van de gemeente Schiedam. • Samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid om techniek onder jongeren te promoten. • Diverse gastcolleges binnen onderwijsinstellingen door Huisman. Ook al zijn in het gebied wat opleidingen aanwezig en lopen er een aantal initiatieven, de deelnemers van de tafelgesprekken zijn het eens over de kloof tussen aanwezige scholen in Schiedam en de haven. De scholen liggen in het noordelijke deel, de haven in het zuidelijke deel. De haven als werkgever is daarnaast ook nog onbekend of onbemind. Welke wensen en behoeften leven er binnen de Schiedamse havens? “Er is vraag naar meer samenwerking met het bedrijfsleven”, aldus Warner Rosenboom van GOflex, een opleidingsbedrijf in techniek. Ook vanuit onderwijsinstellingen heerst die behoefte. Tijdens de tafelgesprekken viel op dat ‘de bedrijven’ zeker bereid zijn om mogelijke samenwerkingen en samenwerkingspartners te verkennen en dat de urgentie er is om tot oplossingen te komen. De volgende behoeftes zijn ook door hen genoemd: Urgentie Bij bedrijven leeft de urgentie om goed personeel te vinden. Daarbij zien werkgevers al in de nabije toekomst een groot tekort aan werknemers; de hoge senioriteit binnen de bedrijven zal voor een grote vervangingsvraag zorgen. Enkele bedrijven in de haven geven daarnaast aan meer hoger opgeleiden in dienst te hebben. Deze blijken niet altijd binding met Schiedam/de regio te hebben. Samenwerking Meerdere bedrijven gaven aan hun arbeidsmarktbehoeften nog beter met onderwijs te willen afstemmen. Hierbij geldt eveneens de behoefte dit met bedrijven in de omgeving te doen, om een ‘gezamenlijke marktvraag’ te definiëren. Vice versa bestond vanuit het onderwijs ook behoefte om dit te organiseren. Hier zit dus een duidelijke match. Er zijn wel netwerken op het gebied van onderwijs en kennis, maar deze zouden kunnen worden versterkt. Zo zijn er ook andere bedrijven die veel relevante kennis ontwikkelen (bijv. VRO
10/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
engineering), maar die maken geen deel uit van de bestaande netwerken. Vraag is wie deze taak oppakt.
11/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Onderwijs Vanwege doelstellingen in het onderwijs is de vrijheid naar bedrijfsspecifieke educatie beperkt. Er is een behoefte naar flexibelere curricula. “Er zou samen met het bedrijfsleven ruimte binnen de bestaande dossiers gecreëerd en ingevuld moeten worden”, aldus Grootenboer van Mammoet. Samenvatting interview Mammoet Op 25 september 2015 is met Philip Grootenboer en collega een voorbereidend interview afgenomen. Behoeften • Soft skills: aanleren leiderschapscompetenties, teamwork • Senioren 55+: omscholen en/of juist voor de klas zetten • Meer riggers (verticaal transport) en lassers t.b.v. piekmomenten bij klanten in de regio, maar ook in de rest van NL • Technisch monteurs die ook een specialisatie/vak in verticaal transport gevolgd hebben Trend • Mammoet is in sinds 2001 gestart zijn trainingsfaciliteiten te integreren. Waar concurrenten het uitbesteden heeft Mammoet gekozen om opleiden in eigen hand te houden (kwaliteitsgarantie en concurrentiepositie) • Locatie Hoogvliet: opleiding kraanmachinist, special equipment (alleen eigen personeel) en opfriscursussen.
Reguliere opleidingen sluiten onvoldoende aan bij wat vandaag de dag van werknemers wordt verwacht. Enerzijds missen scholieren nieuwe basisvaardigheden, bijvoorbeeld t.a.v. computergebruik, communicatie, schriftelijke vaardigheden en kennis van de Engelse taal, maar ook de werkhouding en het ‘zelfstartend vermogen’ is onvoldoende toegesneden op behoefte werkgever. Anderzijds zijn er ook klassieke vaardigheden, zoals metaalbewerking, die onvoldoende bij scholieren worden ontwikkeld. Daarbij is er druk in het onderwijs om goede leerlingen een niveau hoger te laten doen (neiging om van een goede mavo-leerling een zwakke havist te maken). Voorgaande kan gezien worden als een spanningsveld: het ontwikkelen van voldoende eigentijdse basisvaardigheden naast inhoudelijk klassieke vaardigheden zoals metaalbewerking. Naast bovenstaand spanningsveld signaleert een deel van de deelnemers de behoefte van bedrijven aan hoger opgeleide werknemers, vanaf niveau 3. Andere deelnemers zien nog wel werkgelegenheid voor niveau 2. Ook signaleren bedrijven gebrek aan motivatie bij jonge werknemers om door te leren. Als zij op niveau 2 binnenkomen, zou je ze willen laten doorgroeien naar niveau 3 of 4, maar daar hebben jonge werknemers volgens sommigen vaak geen zin in. Er is behoefte aan een coöperatie van docenten. De bedrijven vinden dat docenten geregeld niet mee willen werken als het komt tot goede begeleiding bij stages. De inzet is erg persoonsgebonden en afhankelijk van de docent. Er is een behoefte voor bijscholing en nascholing van professionals. En de vraag naar slimme combinaties. Imago Er is ook een behoefte om het imago van de haven te verbeteren. Aanwas voor toekomstige werknemers zit in bekendheid genereren onder jeugd en de lokale bevolking. Er is een hardnekkige beeld uit het verleden dat vanuit (groot)ouders werken in de haven afgeraden moet worden! Verder wordt een specialistische opleiding gezien als te specifiek gericht op 1 bedrijf; dit past niet bij huidige wens van werknemers om flexibel inzetbaar te zijn op de arbeidsmarkt. Er is discussie in hoeverre de specialistische opleidingen echt opleiden voor 1 bedrijf of dat deze werknemers met enige omscholing ook elders inzetbaar zijn.
12/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Wat is de ambitie? Waar zijn wij over vijf jaar? Volgens Bert Hooijer dient het bedrijfsleven zich te koppelen aan educatie en samen de theorie vorm te geven. Dit betekent een investering van beide partijen. Hij ziet daar grote mogelijkheden in. Ook de bedrijven zijn het ermee eens dat het bedrijfsleven een deel moet vormen van het onderwijs. Gezamenlijk werd tijdens een van de tafelgesprekken de volgende ambitie geformuleerd: Ambitie: SMARTI, waarbij de I staat voor Inspirerend • Creëren van een nieuw onderwijsaanbod • Meer vrouwen in de techniek • Binnen vijf jaar geen onderwijs zonder bedrijfsleven • Innovatie • Koppelen aan model van 5 O’s! Onderwijs, Onderzoek, Overheid, Ondernemers en Ouders. Wat zijn de mismatches? Als we kijken naar de huidige en toekomstige vraag in relatie tot het huidige aanbod en de ambities dan worden tijdens de tafelgesprekken samenvattend de volgende mismatches geconstateerd: • Er is urgentie rond de aanwas van goed personeel, maar er wordt een tekort verwacht aan jonge werknemers. Ook is er een ambitie voor meer vrouwen in de techniek, deze worden nu te weinig vertegenwoordigd. • Het bedrijfsleven moet een blijvende stem leveren voor het onderwijs. Dit is op het moment niet het geval, op dit vlak zijn veel meters te maken en bruggen te slaan tussen de verschillende partijen. • Binnen het onderwijs worden bestaande curricula gekwalificeerd als inflexibel (welke precies moet nader gecheckt worden). Er is weinig keuzeruimte en het curriculum raakt snel verouderd. Op het gebied van innovatie kunnen nog veel stappen worden gemaakt. Daarnaast sluit het niveau van de opleidingen onvoldoende aan bij wat er verwacht wordt van werknemers. Daarbij komt dat de bereidwilligheid van docenten om de verbinding te leggen met bedrijven toe erg persoonsgebonden is, wat de stagemogelijkheden beperkt. • Vice versa kunnen bedrijven meer investeren in het onderwijs, dat zodoende meer praktijkgericht kan worden gemaakt en lessons learned kunnen worden meegenomen. Hierbij valt te denken aan werknemers voor de klas, of meer intensievere bedrijf/onderwijs projecten. • Het imago van de haven en de inzet op ‘specialistisch’ onderwijs trekt scholieren onvoldoende • Tot slot moeten, naast jonge werknemers, ook professionals bijgeschoold en nageschoold worden. Voor deze groep is nog weinig aandacht. 3. Hoe de ambitie te verwezenlijken? Urgentie Meer samenwerking met andere partijen vormgeven. Samenwerking: triple helix Er is een mindshift nodig, het bedrijfsleven en het onderwijs moeten een match zijn. Bedrijven en scholen signaleren kans voor samenwerking om opleidingen beter aan te laten sluiten bij behoefte werkgevers; gezamenlijk een concept ontwikkelen. Partijen (bedrijven en onderwijsinstellingen) zijn geïnteresseerd deel te nemen in vervolgsessies rond de havenontwikkeling, mits er op den duur een concrete en heldere ambitie wordt gedefinieerd. Een eerste stap zou zijn om met enkele bedrijven die willen en kunnen een vervolgsessie te organiseren. Onderwijs: gezamenlijk concept Tijdens de tafelgesprekken worden verschillende oplossingen aangedragen. Er wordt gedacht aan een 13/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
‘curriculum Schiedamse haven’, leertrajecten met werkgaranties, een platform voor innovatie, het aanbieden van docenten plus scholieren. Men is het er over eens dat kennisontwikkeling ook een drager kan zijn voor samenwerking tussen bedrijven onderling. RDM is een voorbeeld van een leeromgeving waar studenten toegepast onderzoek kunnen doen voor en samen met het bedrijfsleven. Bedrijven stellen zich open voor onderzoek en ontwikkeling en leggen opdrachten bij studenten neer (field lab). Innovatie ontwikkelt zich op deze manier ook. Imago Een aantal praktische acties wordt genoemd om onbekendheid en onbemindheid te adresseren, zoals sponsoring van de lokale voetbalclub, branding van het gebied, excursies scholieren. Ook de nieuwe faciliteit van Huisman kan als landmark worden benut. Ook een kans is omwonenden bekend te maken met high-tech/ondernemerschap uit/in de haven. Verder zijn er ideeën als de jeugd op onconventionele wijze te betrekken bij (technische) bedrijvigheid in de haven. Een van de ideeën is samenwerking met de lokale scouting uit de haven, om hier bijvoorbeeld technische workshops te verzorgen. VERSLAG BIJEENKOMST 14 JANUARI (STADSKANTOOR SCHIEDAM) Toekomstbestendig matchen van vraag en aanbod Volgens Bert Hooijer is het vooral van belang om toekomstbestendig de vraag aan het aanbod te matchen. De onderzoekvraag moet goed vastgesteld worden en men moet het DNA van het gebied goed kennen, aldus Hooijer. Bij het analyseren van de vraag naar opgeleiden krachten moet men vooral rekening houden met de ontwikkelingen waarmee de sectoren in de haven te maken krijgen. Denk hierbij aan ‘The Next Economy’ (robotisering, sensorisering etc.). Deze ontwikkeling vergt andere vaardigheden van de ‘The Next Professional’, dan we gewend zijn. Mogelijkheden om anders op te leiden, kan door andere skills aan te leren, maar ook door contextrijke leeromgevingen te introduceren: ‘Flip the classroom en geef meer aandacht voor het informele leren’. Draagvlak kennisinstellingen Volgens Bouwbedrijf van de Tempel is het heel lastig om in Nederland aan goed personeel te komen, de specialisten komen vooral uit het buitenland. Warner Rosenboom (onderwijsinstelling) vertelt dat het vooral gaat om gezamenlijk investeren om kinderen op te leiden. Bedrijven moeten volgens Rosenboom bedrijfscoaches beschikbaar stellen. Dat is de afgelopen jaren te weinig gedaan. Daarnaast is participatie van de leerlingen van belang. Het is lastig om de kinderen te enthousiasmeren, ze weten niet wat de beroepen in de techniek inhouden, aldus Rosenboom. Op de vraag van de gespreksleider of er draagvlak vanuit de kennisinstellingen om mee te werken aan het in kaart brengen van wat de vraag vanuit de bedrijven is, antwoordt Rosenboom overtuigd van wel. Volgens Hooijer moet men eerst sessies met het bedrijfsleven organiseren om de arbeidsvraag in kaart te brengen. Daarnaast is op verschillende niveaus goede begeleiding nodig. Zowel voor de vaardigheden, attitude en ambitie van de studenten. Ook Hooijer merkt op dat goede coaches ontbreken en dat de kennisinstellingen daar tegen aan lopen. Dit zou goed met het bedrijfsleven kunnen worden opgepakt. Draagvlak bedrijfsleven Voor Marius van der Valk (Mammoet) is het probleem herkenbaar. Mammoet is uit noodzaak een eigen Academy begonnen. Er zijn veel mensen die van het onderwijs afkomen, maar het sluit net niet aan wat ze moeten doen en waarvoor ze zijn opgeleid. Samenwerking tussen reguliere onderwijs en bedrijven, daar is heel veel nog in te winnen. Er zit heel veel potentie, maar dat weten we allemaal van elkaar niet. Volgens Van der Valk is er voldoende draagvlak vanuit het bedrijfsleven om de arbeidsvraag gezamenlijk te definiëren.
14/15
Onderwijs- en kennisnetwerken Schiedamse havens
TU Delft
Rol gemeente Er zijn veel lopende initiatieven. Daarnaast is onderwijs ook het onderwerp van een onderzoek van de Hogeschool. Volgens Liesbeth Roeles (gemeente Schiedam) kan een gezamenlijke sessie om alle initiatieven in kaart te brengen op korte termijn worden georganiseerd. De gemeente geeft aan dat zij de partijen bij elkaar zullen brengen en in kader hiervan events mede willen organiseren. Verder wil de gemeente participeren in het creëren van een plek, fysiek of in de vorm van een platform.
De in dit rapport genoemde onderzoekpublicaties zijn de volgende: •
• •
Heinz, B. (2015), Oude zeehavens in kleine steden: van vergeten zones naar nieuwe assets? Een onderzoek naar locatiesynergie in havengebieden van kleine en middelgrote Nederlandse gemeenten. Rotterdam: Master City Developer (masterscriptie) Hoyle, B.S. (2000), ‘Global and Local Change on the Port-City Waterfront’. Geographical Review, Vol. 90, No. 3, pp. 395-417. Milošević, M. (2014), Vraaggericht sturen in de ontwikkeling van Merwe-Vierhavens te Rotterdam: Een onderzoek naar een passende (sturings)rol vanuit de vraag van de eindgebruiker. Delft: Technische Universiteit Delft (masterscriptie)
Einde van het rapport.
Delft, Februari 2016. 15/15