Schiedamse buurten vergeleken naar sociaal-economische positie
UITGAVE Onderzoek & Statistiek, Gemeente Schiedam augustus 2006 INFORMATIE Team Onderzoek & Statistiek Gemeente Schiedam 010-2465597/5598 E-mail:
[email protected] [email protected]
Inleiding Hoe staan de Schiedamse buurten er in sociaal-economisch opzicht voor? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is in 1997 voor het eerst een analyse uitgevoerd die inzicht geeft in de sociaal-economische ontwikkeling van alle buurten in Schiedam. Toentertijd is dezelfde analyse eveneens uitgevoerd voor de jaren 1993 en 1995. Op deze manier kon direct de ontwikkeling op sociaal-economisch gebied in beeld worden gebracht. Inmiddels is deze analyse voor de zevende keer uitgevoerd. De analyse staat bekend onder de term ‘buurtsignalering’. Dit signaleringssysteem is opgebouwd uit een aantal indicatoren, die samengevat worden in een welstandsscore voor een bepaald gebied. Aan de hand van deze score kan worden afgeleid hoe de buurt zich (sociaal-economisch) ontwikkelt ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. De focus is met name gericht op het vroegtijdig signaleren van achteruitgang van bepaalde buurten zodat hier actief beleid op gevoerd kan worden. Sociale achterstand is opgebouwd uit een scala van kenmerkende aspecten die vaak onderling sterk samenhangen, zoals een hoge werkloosheid en een laag inkomen. In veel gemeenten zijn soms honderden van deze indicatoren betrokken in de analyse. In Schiedam is gekozen voor een kernachtige analyse waarin een kleiner aantal indicatoren wordt betrokken. De sterkst verklarende indicatoren zijn verkozen uit alle mogelijke indicatoren; dit maakt de analyse eenvoudiger en sneller, terwijl de verklaringskracht er nauwelijks op inboet. Immers, het toevoegen van meer indicatoren heeft op een gegeven moment nog amper invloed op de welstandsscore. In deze rapportage zijn de scores voor het jaar 2006 weergegeven. De vergelijking vindt plaats met de jaren 1993, 1995, 1997, 1999, 2002 en 2004. De inputgegevens van de indicatoren zijn overigens niet altijd uit hetzelfde jaar als het jaar van de analyse. Voor sommige indicatoren komen de gegevens pas op een later moment beschikbaar. Voor inkomensgegevens geldt bijvoorbeeld dat het Centraal Bureau voor de Statistiek pas drie jaar na sluiting van de belastingdossiers de inkomensstatistieken beschikbaar kan stellen. WOZ-waarden van bestaande woningen worden in principe eens in de vier jaar vastgesteld. De rapportage ‘Buurtsignalering 2006’ is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt in het volgende hoofdstuk een overzicht gegeven van de welstandsscores van de Schiedamse buurten. Ook wordt aandacht besteed aan de rangorde van de diverse buurten in Schiedam naar sociaal-economische positie. Vervolgens komt de stand van zaken in de buurten aan bod: welke ontwikkelingen zijn er te zien en is er sprake van voor- of achteruitgang in sociaal-economisch opzicht?
Buurtsignalering 2006
2
Onderzoek & Statistiek
Welstandsscores van de Schiedamse buurten Het buurtsignaleringssysteem geeft aan de hand van een aantal indicatoren weer welke sociaal-economische positie de verschillende buurten innemen. In deze rapportage is gebruik gemaakt van 7 indicatoren die de sociaal-economische situatie van een buurt weerspiegelen. De gebruikte indicatoren zijn: • • • • • • •
Inkomen Mobiliteit Etniciteit Opleidingsniveau WOZ-waarde Ontvangers van bijstandsuitkering Werkzoekenden
Met behulp van deze indicatoren kan voor elke buurt in Schiedam een welstandsscore berekend worden. De score voor Schiedam als geheel is nul; negatieve en positieve waarden voor buurten duiden respectievelijk op relatieve achterstand en relatieve welstand ten opzichte van dit stedelijk gemiddelde. De berekeningswijze van de welstandsscores is in Bijlage 1 nader toegelicht en uitgewerkt. Wanneer de welstandsscore in een buurt daalt, wil dit dus nog niet meteen zeggen dat de buurt ‘absoluut gezien’ achteruit gaat. Wél is de situatie verslechterd in vergelijking met andere Schiedamse buurten. Met een vooruitgang dan wel achteruitgang van een buurt wordt hier dan ook altijd een relatieve verandering ten opzichte van het Schiedamse gemiddelde bedoeld. De manier van vergelijken houdt dan ook per definitie in dat er altijd buurten zijn die een positieve score hebben, maar ook dat er altijd buurten zullen zijn die een negatieve score hebben. In tabel 1 op de volgende pagina zijn de relatieve welstands- en achterstandsscores per buurt weergegeven. De buurten vermeld in deze tabel zijn in drie groepen verdeeld: een groep buurten waar bewoners in relatieve welstand leven (23 buurten), buurten waar het welstandsniveau dicht rond het gemiddelde ligt (10 buurten) en buurten waar de sociaaleconomische situatie achterblijft bij het Schiedams gemiddelde (15 buurten). In figuur 1 is dit nog eens grafisch weergegeven. Figuur 1: Buurten die boven- en ondergemiddeld scoren ten opzichte van het Schiedams gemiddelde
bovengemiddeld ondergemiddeld
Buurtsignalering 2006
3
Onderzoek & Statistiek
De ‘top-10’-buurten met de beste sociaal-economische positie blijken geconcentreerd te zijn in het noordoostelijk deel van Schiedam-Noord en in het zuidelijk deel van Schiedam-West. De minder sterke buurten zijn gelegen in Nieuwland, Groenoord en Schiedam-Oost. Tabel 1: Welstands- en achterstandsscores per buurt in vergelijking met het stedelijk gemiddelde
Wijk
Buurtsignalering 2006
Naam
2006
2004
2002
1999
1997
1995
1993
Ziekenhuisbuurt Vogelbuurt Agrarisch gebied Polderweg Vlinderhoven/Sveaholm Sveaborg De Gaarden/Sveafors De Akkers/De Velden Nassaukwartier Plantage Julianalaan Hof van Spaland Bijdorp Kastelenbuurt Stadserf Maasboulevard Westvest Ambachtenbuurt Botenbuurt Tuindorp van Smaleveltstraat van Dalsumlaan Schienoko Delflandseweg Vondellaan Hoogstraat Frans Halsplein Dwarsstraat Pernissestraat Johann Straussplein Brugmanstraat Laurens Costerstraat Singel Slachthuisbuurt Abbenbroeksestraat Schiehart Boerhaaveplein Newtonplein van Hogendorpstraat Fabriplein Eduard van Beinumlaan Reaumurstraat Mgr. Nolenslaan Dr. Wibautplein Henri Polakstraat Morsestraat Johan de Wittsingel Obrechtstraat
4,50 4,22 4,21 3,82 3,48 3,33 3,05 2,86 2,84 2,78 2,60 2,55 2,29 2,25 2,05 1,97 1,94 1,82 1,82 1,76 1,71 1,23 1,00 0,91 0,73 0,62 0,45 0,40 -0,19 -0,45 -0,64 -0,72 -0,90 -1,01 -1,02 -1,05 -1,12 -1,61 -1,64 -1,69 -1,75 -2,49 -3,09 -3,21 -3,52 -3,60 -4,12 -4,33 0,00
4,35 4,27 3,75 3,59 3,76 3,40 3,18 2,57 2,45 2,59 3,05 2,44 2,63 1,94 2,25 1,85 2,08 1,94 1,98 1,41 1,66 0,65 1,20 0,52 0,45 0,35 0,06 -0,59 -0,09 -0,81 -0,70 -0,44 -2,05 -1,41 -1,82 -0,75 -1,49 -1,07 -2,06 -1,34 -1,83 -2,95 -3,45 -3,35 -3,35 -4,43 -3,89 0,00
4,50 4,06 3,70 2,94 2,82 1,47 3,04 2,62 2,14 2,36 2,43 1,93 2,55 1,80 2,18 1,87 2,19 1,89 1,19 1,67 1,52 0,39 1,46 0,87 0,03 0,49 0,63 -0,07 -0,24 -0,98 -0,41 -0,50 -2,63 -0,85 -1,40 -0,61 -1,26 -0,25 -1,43 -1,21 -1,75 -3,08 -3,47 -3,20 -3,84 -3,73 -3,64 0,00
4,76 4,44 2,96 2,20 3,36 2,48 3,20 2,69 1,95 2,62 2,81 1,35 2,85 1,89 3,41 1,92 2,77 2,12 1,85 1,13 1,78 1,54 1,79 0,44 -0,17 0,82 0,08 -0,74 0,33 -0,91 -0,49 -0,58 -2,47 -1,22 -0,50 -0,92 -1,90 -0,23 -1,50 -0,95 -2,81 -3,03 -4,04 -2,83 -3,23 -3,78 -2,46 0,00
4,21 4,02 2,97 2,30 3,68 3,27 3,53 2,21 1,67 2,53 2,35 1,34 2,84 -0,41 3,16 0,50 2,82 2,27 2,11 0,67 2,04 0,16 1,39 0,12 -0,62 0,14 -0,13 -1,07 0,59 -0,81 -0,58 -0,19 -1,70 -0,99 -1,95 -0,95 -1,60 -0,22 -1,92 -0,66 -3,06 -2,85 -4,38 -2,50 -2,38 -2,65 -1,04 0,00
4,02 4,25 3,17 2,43 3,93 3,40 2,88 2,29 1,66 2,61 2,06 1,26 2,62 -5,20 3,00 0,64 2,64 2,95 2,40 0,69 2,13 0,37 0,26 -0,07 -0,69 -0,08 -0,03 -1,26 0,63 -0,94 -0,49 -0,14 -1,50 -1,23 -1,60 -0,77 -1,59 -1,05 -1,91 -0,32 -2,40 -2,93 -4,26 -1,92 -2,68 -2,10 -0,25 0,00
5,10 4,35 3,00 2,55 4,03 1,49 2,99 2,48 1,66 2,70 2,79 1,33 2,87 -5,89 1,26 0,97 2,81 2,90 1,61 1,34 2,22 -0,67 1,98 -0,28 -0,37 0,03 -0,10 -1,90 0,72 -1,36 -0,96 -0,36 -0,04 -1,53 -1,67 -1,16 -1,73 -0,98 -2,12 0,22 -2,47 -2,81 -3,48 -0,93 -3,76 -1,22 0,52 0,00
4
Achterstand 2006
West Kethel Woudhoek Industriegeb. Spal./Sveap. Spal./Sveap. Spal./Sveap. Spal./Sveap. West Centrum West Kethel Kethel Woudhoek Oost Zuid Centrum Woudhoek Woudhoek Kethel West Woudhoek Centrum Nieuwland West Centrum West Zuid Zuid Groenoord West Oost Oost Nieuwland Zuid Nieuwland Oost Oost Nieuwland West Groenoord Oost Nieuwland Nieuwland Nieuwland Oost Nieuwland Groenoord Schiedam
CBSbuurt 37 76 99 83 96 98 95 97 36 23 38 75 71 93 11 44 22 92 94 77 35 91 21 65 32 0 31 41 42 74 34 12 13 61 43 66 17 16 62 33 73 14 67 68 64 15 63 72
Welstand 2006
Rangorde 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
Onderzoek & Statistiek
Sociaal-economische positie van de Schiedamse buurten Op basis van de berekende welstandsscores is in tabel 2 een rangorde van Schiedamse buurten opgemaakt. In deze tabel kan tevens bekeken worden welke sociaaleconomische positie de buurten in voorgaande jaren innamen. Tabel 2: Rangorde Schiedamse buurten naar sociaal-economische positie Rangorde Wijk West Kethel Woudhoek Industriegebied Spaland/Sveap. Spaland/Sveap. Spaland/Sveap. Spaland/Sveap. West Centrum West Kethel Kethel Woudhoek Oost Zuid Centrum Woudhoek Woudhoek Kethel West Woudhoek Centrum Nieuwland West Centrum West Zuid Zuid Groenoord West Oost Oost Nieuwland Zuid Nieuwland Oost Oost Nieuwland West Groenoord Oost Nieuwland Nieuwland Nieuwland Oost Nieuwland Groenoord
CBSbuurt 37 76 99 83 96 98 95 97 36 23 38 75 71 93 11 44 22 92 94 77 35 91 21 65 32 0 31 41 42 74 34 12 13 61 43 66 17 16 62 33 73 14 67 68 64 15 63 72
Buurtsignalering 2006
Naam Ziekenhuisbuurt Vogelbuurt Agrarisch gebied Polderweg Vlinderhoven/Sveaholm Sveaborg De Gaarden/Sveafors De Akkers/De Velden Nassaukwartier Plantage Julianalaan Hof van Spaland Bijdorp Kastelenbuurt Stadserf Maasboulevard Westvest Ambachtenbuurt Botenbuurt Tuindorp van Smaleveltstraat van Dalsumlaan Schienoko Delflandseweg Vondellaan Hoogstraat Frans Halsplein Dwarsstraat Pernissestraat Johann Straussplein Brugmanstraat Laurens Costerstraat Singel Slachthuisbuurt Abbenbroeksestraat Schiehart Boerhaaveplein Newtonplein van Hogendorpstraat Fabriplein Eduard van Beinumlaan Reaumurstraat Mgr. Nolenslaan Dr. Wibautplein Henri Polakstraat Morsestraat Johan de Wittsingel Obrechtstraat
2006 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
5
2004 1 2 4 5 3 6 7 11 12 10 8 13 9 18 14 19 15 17 16 21 20 23 22 24 25 26 27 30 28 33 31 29 40 36 38 32 37 34 41 35 39 42 45 44 43 47 46
2002 1 2 3 5 6 20 4 7 13 10 9 14 8 17 12 16 11 15 22 18 19 26 21 23 27 25 24 28 29 35 31 32 41 34 38 33 37 30 39 36 40 42 44 43 47 46 45
1999 1 2 6 13 4 12 5 10 15 11 8 22 7 17 3 16 9 14 18 23 20 21 19 25 28 24 27 33 26 34 30 32 41 37 31 35 39 29 38 36 42 44 47 43 45 46 40
1997 1 2 7 12 3 5 4 14 17 10 11 19 8 29 6 22 9 13 15 20 16 23 18 25 31 24 26 37 21 33 30 27 39 35 41 34 38 28 40 32 46 45 47 43 42 44 36
1995 2 1 5 12 3 4 8 14 17 11 16 18 10 47 6 20 9 7 13 19 15 22 23 25 31 26 24 36 21 33 30 27 37 35 39 32 38 34 40 29 43 45 46 41 44 42 28
1993 1 2 4 11 3 17 5 12 15 10 9 19 7 47 20 21 8 6 16 18 13 31 14 28 30 25 27 41 22 37 33 29 26 38 39 35 40 34 42 24 43 44 45 32 46 36 23
Onderzoek & Statistiek
Ontwikkeling van de Schiedamse buurten Aan de hand van de rangorde naar sociaal-economische positie, weergegeven in tabel 2, kan de ontwikkeling van de Schiedamse buurten over de periode 1993-2006 nader worden bekeken. Welke buurten zijn vooruit, dan wel achteruit gegaan? Welke buurten staan al jaren stabiel in de top-10 van Schiedamse buurten? In het volgende overzicht wordt per wijk aandacht besteed aan de meest opvallende buurten die zijn gestegen of juist zijn gedaald op de ranglijst naar sociaal-economische positie. Opmerking vooraf: In de ranglijst van 2006 is buurt 98 (Sveaborg) voor het eerst opgenomen. In de jaren daarvoor was deze buurt nog in ontwikkeling. Het feit dat deze buurt direct op plaats 6 in de ranglijst naar sociaal-economische positie staat, heeft tot gevolg dat buurten die lager staan op deze ranglijst automatisch minstens één plaats hebben moeten toegeven. Vooruitgang of achteruitgang van de Schiedamse buurten per wijk:
De buurten die tot het Centrum worden gerekend zijn de volgende: buurt 0 (Hoogstraat), buurt 21 (Schienoko), 22 (Westvest) en 23 (Plantage). Vanaf 1993 hebben deze buurten zich op sociaal-economisch gebied gunstig ontwikkeld. Vooral in de buurten 22 en 23 is het opvallend dat bijna alle onderzochte indicatoren de afgelopen twee jaar een gunstige ontwikkeling laten zien. Zo is het inkomens- en opleidingsniveau flink gestegen en het aantal verhuisde personen en werkzoekenden gedaald. Van alle buurten in het Centrum staat buurt 23 (Plantage) het hoogst op de sociaal-economische ranglijst. De laatste jaren is er in deze buurt flink geïnvesteerd. Veel (kantoor)panden zijn opgeknapt en/of verbouwd tot woning. Ook de nieuwbouw heeft een bijdrage geleverd aan de gunstige ontwikkeling van dit gebied. Hierdoor is het inkomen nog sneller dan elders in de stad gestegen.
Ontwikkeling op sociaal-economisch gebied Centrum:
+
o
-
In de wijk Oost is het opvallend dat alle buurten op buurt 11 (Stadserf) na een ongunstige ontwikkeling doormaken. Ging het in 2004 nog iets beter met de afzonderlijke buurten, in 2006 blijkt deze opleving van korte duur te zijn geweest. Als voorbeeld kan buurt 15 (Morsestraat) worden genomen. Deze buurt is in 2006 onder andere door de groei van het aantal uitkeringsgerechtigden en een hoog aantal verhuisbewegingen zelfs op plek 46 (van de 48) beland. Daarentegen doet buurt 11 (Stadserf) het sinds 1993 in sociaal-economisch opzicht erg goed. Dat de ontwikkeling van deze buurt afsteekt bij de andere buurten in Oost is in figuur 2 duidelijk te zien. Jarenlang was deze buurt op het Stadserf één van de achterstandsbuurten (rode gebied). Dit is overigens de enige buurt in Oost die in het groene welstandsvlak valt. Alle andere buurten vallen of in het gemiddelde of in het achterstandsvlak
Buurtsignalering 2006
6
Onderzoek & Statistiek
Figuur 2: Ontwikkeling van een aantal buurten in Oost naar sociaal-economische positie, 1993-2006
1993
1995
1997
1999
2002
2004
2006 0 5 10 15 Buurt 11 (Stadserf)
20
Buurt 14 (Reaumurstraat) 25
Buurt 15 (Morsestraat)
30
Buurt 16 (Newtonplein)
35 40 45
De buurten in West zijn redelijk stabiel gebleven de afgelopen jaren. Wel opvallend is het contrast tussen de buurten ten noorden van de Burgemeester Knappertlaan en de buurten hier ten zuiden van. Zo presteren de buurten 36 (Nassaukwartier), 37 (Ziekenhuisbuurt) en 38 (Julianalaan) stukken beter dan de buurten 31 (Frans Halsplein), 32 (Vondellaan), 33 (Fabriplein), 34 (Brugmanstraat) en 35 (van Smaleveltstraat). In figuur 3 is dit nog eens grafisch weergegeven. Figuur 3: Welstands- (groen) en achterstandsscores (rood) van alle buurten in West t.o.v. het stedelijk gemiddelde Buurt 37 Buurt 36 Buurt 38 Buurt 35 Buurt 32 Buurt 31 Buurt 34 Buurt 33 -3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
De buurten in Zuid zijn al jaren redelijk stabiel wat betreft sociaal-economische positie. De buurten 41 (Dwarsstraat) en 42 (Pernissestraat) scoren al jaren rond tussen de 25e en 30e plaats op deze welzijnsindex. Buurt 43 (Abbenbroeksestraat) ‘presteert’ in dat opzicht iets minder. Al hoewel de leefbaarheid en de sociale structuur net als in de rest van Zuid goed worden beoordeeld, kan wel gesteld worden dat de werkloosheid en het aantal uitkeringsgerechtigden zich in dit gedeelte van Zuid concentreren. Mede hierdoor is het inkomen bijna het laagst van alle buurten in Schiedam.
Ontwikkeling op sociaal-economisch gebied buurten 41, 42 en 43:
Buurtsignalering 2006
7
+
o
-
Onderzoek & Statistiek
In tegenstelling tot de andere buurten in Zuid staat buurt 44 (Maasboulevard) al jaren aan de positieve kant van de welzijnsindex. Het (hoge) inkomen is daar grotendeels verantwoordelijk voor. Toch is een neerwaartse trend zichtbaar. Dat komt omdat zowel het aantal uitkeringsgerechtigden als het aantal verhuisbewegingen zich ongunstig ontwikkelen.
Ontwikkeling op sociaal-economisch gebied buurt 44:
+
o
-
Alle buurten in Nieuwland op buurt 65 (Delflandseweg) na behoren tot de achterstandsbuurten. Opvallend is echter de opmars van buurt 61 (Slachthuisbuurt). De sociaal-economische positie van deze buurt is na de sloop van vele portiekflats sterk gewijzigd. Het aantal verhuisbewegingen in deze verouderde woningen was zeer hoog, evenals het aantal werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden. Wanneer aan het eind van 2006 de nieuwbouwwoningen in dit gebied zijn opgeleverd, dan zal de sociaal-economische positie van buurt 61 waarschijnlijk wederom verbeteren. In negatieve zin valt buurt 62 (van Hogendorpstraat) op. Na een licht herstel in de jaren ’90 (na een combinatieproject van renovatie en sloop/nieuwbouw) valt deze buurt nu weer iets terug. De groei van het aantal uitkeringsgerechtigden en de werkloosheid in deze buurt zijn hier grotendeels voor verantwoordelijk.
Figuur 4 laat zien dat alle drie de buurten in de wijk Groenoord een sterke ongunstige ontwikkeling hebben doorgemaakt. Het gaat dan vooral om de twee meest zuidelijk gelegen buurten in de wijk, namelijk buurt 72 (Obrechtstraat) en buurt 73 (Eduard van Beinumlaan). Het meest verontrustend is echter de situatie in buurt 72: deze buurt is afgezakt van een middenpositie halverwege de jaren ’90 tot de allerlaatste plaats in 2006. in deze buurt concentreren zich veel problemen. Zo is bijvoorbeeld het werkloosheidspercentage er het hoogst van Schiedam evenals dat van het aandeel personen met een bijstandsuitkering. Daarnaast wordt er zeer veel verhuisd waarbij nieuwkomers vooral kansarmen zijn. Bovendien wonen er 52 verschillende etnische groepen met dito leefstijlen hetgeen de sociale samenhang niet ten goede komt. Figuur 4: Ontwikkeling van de drie buurten in Groenoord naar sociaal-economische positie, 1993-2006
1993
1995
1997
1999
2002
2004
2006 0 5 10 15 20
Buurt 74 (Johann Straussplein)
25
Buurt 73 (Eduard van Beinumlaan)
30
Buurt 72 (Obrechtstraat)
35 40 45
Buurtsignalering 2006
8
Onderzoek & Statistiek
Alle buurten in de wijk Kethel doen het al jaren goed op de welzijnsindex. Vooral buurt 76 (Vogelbuurt) staat al jaren op plaats twee in deze ranglijst naar sociaaleconomische positie. De gehele wijk bestaat overwegend uit eengezinswoningen en vormt dan ook een gewilde wijk voor gezinnen met kinderen. De bevolking is er eveneens zeer stabiel gezien het lage aantal verhuisbewegingen. Daarnaast hebben de bewoners in Kethel gemiddeld genomen een hoog inkomen en zijn ze hoog opgeleid. Ook het lage werkloosheidspercentage en het lage aandeel personen met een bijstandsuitkering zorgen ervoor dat de buurten in Kethel tot de ‘welstandsbuurten’ behoren van Schiedam.
Gekeken over de gehele periode (1993-2006) valt de geleidelijke terugval van de meeste buurten in Woudhoek op. Het gaat vooral om de buurt 91 tot en met 94. Buurt 99 (Agrarisch gebied) vormt hierbij een uitzondering. Al hoewel de wijk Woudhoek er in sociaal-economisch opzicht nog steeds relatief goed voor staat, loopt de situatie wel iets terug. Dit heeft vooral te maken met een iets minder gunstige positie (dan bij andere metingen) betreffende werkloosheid en bijstand. Ook het aantal verhuizingen is in vergelijking met twee jaar geleden licht toegenomen. In figuur 5 is de ontwikkeling van de buurten in de wijk Woudhoek weergegeven. Figuur 5: Ontwikkeling van de buurten in Woudhoek naar sociaal-economische positie, 1993-2006
1993
1995
1997
1999
2002
2004
2006 0 5 10 15
Buurt 99 (Agrarisch gebied)
20
Buurt 93 (Kastelenbuurt)
25
Buurt 92 (Ambachtenbuurt)
30
Buurt 94 (Botenbuurt) Buurt 91 (van Dalsumlaan)
35 40 45
De nieuwbouwwijk Spaland/Sveaparken scoort evenals Kethel en Woudhoek zeer goed op de ranglijst naar sociaal-economische positie. Alle vier de buurten in deze wijk staan in de top-10 van ‘welstandsbuurten’ (zie onderstaand schema). Spaland/Sveaparken wordt gekenmerkt door overwegend eengezinswoningen, hoge inkomens, hoog opleidingsniveau, nauwelijks werkloosheid en een zeer laag aandeel personen met een bijstandsuitkering. Buurt 96 (De Vlinderhoven/Sveaholm):
Rang:
5e (van 48)
Buurt 98 (Sveaborg):
Rang:
6e (van 48)
Buurt 95 (De Gaarden/Sveafors):
Rang:
7e (van 48)
Buurt 97 (De Akkers/De Velden):
Rang:
8e (van 48)
Buurtsignalering 2006
9
Onderzoek & Statistiek
Tot Slot De herstructurering van de wijk Nieuwland en de nieuwbouw in Sveaparken hebben effect op diverse variabelen die in de analyse gebruikt worden. In eerste instantie natuurlijk op de verhuisstromen, maar uiteindelijk ook op bijvoorbeeld de WOZ-waarden, de werkloosheidscijfers en het gemiddeld inkomensniveau. Een deel van de effecten hiervan is al merkbaar in de cijfers, maar voor een deel is deze ontwikkeling nog niet (volledig) terug te vinden in de cijfers. Veranderingen zijn dan ook niet direct terug te zien in de resultaten van de analyse, maar kennen een soort ‘naijleffect’. Daarnaast is het zo dat de herstructurering nog bij lange na niet afgerond is en dat deze ontwikkeling nog bij diverse metingen van de buurtsignalering merkbaar zal blijven.
Buurtsignalering 2006
10
Onderzoek & Statistiek
Bijlage 1: Berekeningswijze welzijnsscores De in tabel 1 weergegeven welzijnsscores per CBS-buurt zijn als volgt tot stand gekomen. Van de 7 gebruikte indicatoren worden op basis van de waarden die bekend zijn het ongewogen gemiddelde en de standaarddeviatie berekend (zie tabel 3). Tabel 3: Ongewogen gemiddelde en standaarddeviatie per indicator
Indicator Etniciteit (per 1000 inwoners) Inkomen (€ besteedbaar per hoofd) Mobiliteit (verhuisde personen per 1000 inwoners) Opleidingsniveau WOZ-waarde (gemiddeld in €) Ontvangers van bijstandsuitkering (per 1.000 inwoners) Werkzoekenden (per 1.000 15-64 jarigen)
(ongewogen) gemiddelde
Standaarddeviatie
319,35 18.303,54 121,81 3,82 141.975,81 51,43 85,60
186,11 2798,26 48,67 0,40 48.130,68 40,77 50,32
Vervolgens wordt door middel van een correlatiematrix de mate van onderlinge samenhang tussen de indicatoren bepaald. Deze blijkt voor de meeste indicatoren vrij sterk te zijn. Zo hebben de indicatoren gemiddeld inkomen en werkloosheid een hoge negatieve correlatie: dit houdt in dat hoe meer werklozen er in een buurt wonen, hoe lager het gemiddelde inkomen in die buurt zal zijn. Door middel van een factoranalyse kon worden vastgesteld dat de gebruikte indicatoren een goede weergave opleveren van de mate van welstand (want de hoofdfactor verklaarde ruim 72% van de totale variantie). Tevens is bepaald in welke mate de verschillende indicatoren bijdragen aan de achterstandsscore. De gevonden waarden zijn vervolgens gebruikt in onderstaande formule.
1 Welzijnsscore voor buurt a= √E E Ca Vab Va,gem Sa
= = = = =
7 Σ Ca a=1
Vab - Va,gem Sa
Eigenwaarde Coëfficiënt indicator a Indicator waarde a in buurt b Gemiddelde waarde indicator a Standaarddeviatie indicator a
Voorbeeld buurt 95: SCORE = (1/√5,056) * ((-0,876 * ((165 – 319,35) /186,11)) + (0,804 * ((19.500 – 18.303,54) /2.798,26)) - (0,684 * ((55,76 – 121,81) / 48,67)) + (0,778 * ((4,28 3,82)/ 0,40)) + (0,908 * ((238.257 – 141.975,81) / 48.130,68)) - (0,915 * ((4,0 – 51,43) / 40,77)) - (0,953 * ((29-85,60) / 50,32))) = 3,05.
Buurtsignalering 2006
11
Onderzoek & Statistiek