Titel Taalverhaal, software bij, taal Vak/onderwerp Nederlandse taal Hardware-eisen Beeldschermformaat: 800 x 600, aantal kleuren 256, audio: 48 kbps, 22/44.1 kHz, Processor minimaal Pentium 200, cd-rom: 4-speed, intern geheugen 32 Mb, Windows 95 (32 bitsversie), Windows 98, Windows ME, Windows 2000, Windows XP, Windows NT4. Internetvereisten: Internet Explorer 5.5, Flash player 7.0 (staat op de installatie cd-rom) Netwerk: Windows NT en Linux Beschreven versie release 1.0 Algemeen Het softwarepakket ‘Taalverhaal – taal’ is een computerprogramma dat hoort bij de gelijknamige taalmethode. Bij deze beschrijving is gebruik gemaakt van het programma voor groep 6 en 7. Uitgangspunten en doelstellingen Op de methodesite van ‘Taalverhaal’ worden voor de complete methode de volgende uitgangspunten geformuleerd: • Differentiatiemogelijkheden voor alle leerlingen. • Heldere opbouw en een doorgaande lijn. • Functioneel en communicatief. • Inzet van leerstrategieën. • Veel aandacht voor woordenschat. Leerstof Inhoud Bij de samenstelling van het computerprogramma proberen de auteurs zoveel mogelijk aan te sluiten bij wat er in de papieren methode aan de orde gesteld wordt. • De inhoud van luisterteksten begrijpen. • De inhoud van leesteksten begrijpen. • Tekstsoorten herkennen (formeel, informeel). • Volgorde van zinnen in een tekst. • Betekenis van woorden in een zin. • Betekenisrelaties tussen woorden. • Voorwerpen en handelingen herkennen en benoemen. • Tegengestelde betekenissen. • Synoniemen, homoniemen, figuurlijk taalgebruik. • Zelfstandige naamwoord, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden, persoonlijke voornaamwoorden, aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, persoonsvorm (enkelvoud en meervoud, tegenwoordige en verleden tijd), hele werkwoord, onderwerp, deelwoord, voegwoorden. • Zinsdelen: zinsdelen herkennen en van volgorde veranderen. • Zinstypen: tegenwoordige en verleden tijd, vertelzin, vraagzin, samengestelde zinnen (nevenschikkend en onderschikkend), herkennen van persoonsvorm en onderwerp in samengestelde zinnen. • Alfabetiseren: letten op eerste tweede en derde letter, selecteren van de juiste betekenis in het woordenboek. Ordening /Verwerking Een leerling kan aan het werk als de leerkracht in de administratie leerstof voor hem of haar heeft klaargezet. Als de laatste keer een oefening niet is afgemaakt, vraagt de computer of het kind dit
© SLO/NICL – 2005 – pagina: 1 van 5
alsnog wil doen. De lesblokken die niet door de leerkracht zijn geselecteerd, hebben op het scherm een lichtgrijze kleur en kunnen niet door het kind gekozen worden. De menustructuur van het computerprogramma heeft dezelfde opzet als de indeling van de lesstof bij het foliomateriaal: eerst kies je een blok, daarna een hoofdstuk en vervolgens een les. De leerstof is verdeeld over vijf blokken, elk blok bestaat uit vier hoofdstukken plus een herhaling. Elk hoofdstuk bestaat uit tien oefenreeksen. Deze oefenreeksen zijn verdeeld in drie niveaus. Zie hiervoor ook ‘Differentiatie’. Bij het kiezen van een les is het niet duidelijk om welke oefenstof het gaat. De termen: blok, hoofdstuk en oefenreeks zeggen wat dat betreft weinig. Als het kind hierover informatie wil, moet het de methode raadplegen. De oefenstof wordt aangeboden in de vorm van acht spelletjes: de skaters, het heelal, de schoolkrant, basketbal, het strand, de heggen, de gitarist en de professor. De spelletjes zelf hebben een decoratieve functie: er is geen verband tussen het onderwerp van het spelletje en de manier waarop de leerstof wordt geoefend. De aanbiedingswijze bij de spelletjes is als volgt: • Sorteren: zinnen in goede volgorde zetten. • Het goede antwoord woord aanklikken door uit vier of twee alternatieven te kiezen. • Woorden naar zinnen slepen. • Verbinden van woorden (visueel en auditief aangeboden) met plaatjes. • Woorden intypen; hierbij gaat het niet alleen om natypen, maar ook om het schrijven van afleidingen en andere gerelateerde woorden. Bijvoorbeeld typ de vrouwelijke vorm van ‘beer’ of typ het tegengestelde van ‘haat’. Als er een fout wordt gemaakt, krijgt het kind de gelegenheid die te herstellen. Na een volgende mislukte poging wordt het goede antwoord getoond. Als de leerling een goed antwoord heeft gegeven, volgt er als beloning een kleine animatie. De vorderingen worden voor de leerlingen niet op het scherm bijgehouden. Ook na afloop krijgt het kind geen informatie over de prestatie die het heeft geleverd. Het achterwege laten hiervan is een bewuste keuze van de auteurs geweest. Zij wilden voorkomen dat kinderen door slechte scores de motivatie voor het programma zouden verliezen. De leerling kan tijdens de les hulp opvragen over de manier waarop de oefening gemaakt moet worden. Het kind kan het programma op elk gewenst moment beëindigen. Gebruik leerkracht De leerkracht kan namen van groepen en leerlingen invoeren. De leerlingennamen kunnen in groepen worden ondergebracht. Het is mogelijk bestaande leerlingenlijsten met het zogenaamde EDEXformaat te importeren. De leerstof kan zowel voor de hele groep als voor individuele leerlingen vastgelegd worden. De selectie van leerstof is mogelijk op blok-, hoofdstuk- en lesniveau. Zo kunnen complete blokken geselecteerd worden, maar het is mogelijk binnen een blok bepaalde hoofdstukken wel of niet te kiezen. Dit zelfde geldt voor lessen binnen de hoofdstukken. Door deze trapsgewijze selectie van de leerstof wordt het mogelijk de keuze van de leerstof tot op het laagste niveau (lessen) te verfijnen. De resultaten kunnen eventueel afgedrukt worden. De plaats die de software in de taalmethode inneemt, wordt in de handleiding voor de leerkracht nauwkeurig omschreven. Hierin staat onder andere dat de software voornamelijk gebruikt wordt voor herhaling en verdieping. De meeste oefeningen die in het computerprogramma visueel worden aangeboden, kunnen met behulp van een aparte module op een werkblad uitgeprint worden. Differentiatie Differentiatie is mogelijk, omdat de leerling de geselecteerde lessen in eigen tempo kan doorwerken. Naast deze tempodifferentiatie is er inhoudelijke differentiatie, omdat de lessen in drie niveaus zijn verdeeld: • niveau 1: pre-teaching en remediëring (eenvoudiger dan de kernstof); • niveau 2: herhaling van de kernstof; • niveau 3: verdieping van de kernstof. Bij de lesplanner wordt het niveau van de lessen vermeld. De leerkracht is zelf verantwoordelijk voor de selectie van de niveaus bij de planning van de leerstof. Evaluatie De leerkracht kan de score per groep of per leerling op verschillende niveaus bekijken. De resultaten van een groep kunnen per blok en per hoofdstuk worden bekeken. Bij deze overzichten wordt de
© SLO/NICL – 2005 – pagina: 2 van 5
verhouding tussen het aantal leerlingen dat de oefening voldoende en het aantal leerlingen dat een onvoldoende score had, getoond. De resultaten van een leerling kunnen per blok, per hoofdstuk en per oefening geraadpleegd worden. Met behulp van kleuren wordt de status van de oefening aangegeven: groen=goed, rood=niet goed, geel=niet gemaakt. Een oefening wordt als goed beoordeeld als 70% van de vragen goed zijn beantwoord. Deze instelling kan niet door de leerkracht gewijzigd worden. Documentatie In de handleiding vindt de leerkracht informatie over: • de installatieprocedure; • de opbouw van het programma; • inhoud van de oefenreeksen; • inhoud van de spellen; • inzet van het computerprogramma; • de leerkrachtenmodule; • het printen van oefeningen op papier. Opmerkingen • Op de methodesite van ‘Taalverhaal’ is aanvullend lesmateriaal beschikbaar: http://www.taalverhaal.nl/_taalverhaal/index.asp Deze site is kunnen leerlingen via het programma bereiken. • Het programma is bedoeld om naast de gelijknamige methode gebruikt te worden. Het argument: ‘….. kan ook naast elke andere methode gebruikt worden’, is op dit product eigenlijk niet van toepassing. De leerkracht krijgt namelijk pas zicht op de inhoud van het computerprogramma, als hij of zij op de hoogte is van de leerlijnen in het foliomateriaal. Schermvoorbeelden
© SLO/NICL – 2005 – pagina: 3 van 5
Colofon SLO, Stichting leerplanontwikkeling Nationaal informatiecentrum leermiddelen ® Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon: (053) 4840246 Fax: (053) 4307 692 Website: http://www.leermiddelenplein.nl/nicl
© SLO/NICL – 2005 – pagina: 4 van 5
E-mail:
[email protected] Copyright Op deze tekst berust copyright. Niets uit deze beschrijving mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbestanden, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Bron Deze beschrijving is afkomstig uit de leermiddelendatabase van het Nationaal informatiecentrum leermiddelen. Voor actuele gegevens over de samenstelling en leverbaarheid van het hierboven beschreven softwarepakket verwijzen wij u naar deze leermiddelendatabase [http://www.leermiddelenplein.nl/nicl). De beschrijving is samengesteld conform het 'Beschrijvingsmodel Educatieve Software'. Dit model is opvraagbaar via de hier bovengenoemde website.
© SLO/NICL – 2005 – pagina: 5 van 5