Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Beslissingen op bezwaar betreffende vermaakcentrum zonder muziek op Koningsplein tijdens vierdaagsefeesten 2012
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Programma / Programmanummer Collegevergadering no 47 Veiligheid / 1012
BW-nummer
D12.201677
Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls Aanwezig: Samenvatting Th. de Graaf Voorzitter Bij brief van 27-6-2012 heeft D.H. H. Nasvan namens & P.mr. Depla, HooftCafé sr., Sjors L. Scholten, Wethouders Sjimmie en exploitant K. Oubaha, gevestigd aan de Koningsstraat 19, P. Lucassen, J. van der Meer een bezwaarschrift ingediend tegen de besluiten van de burgemeester P. Eringa Gemeentesecretaris en van het college van 1-6-2012. Deze besluiten zijn gewijzigd op 9 juli A.bezwaren Kuil Communicatie 2012. Op 29 -8-2012 zijn de aangevuld en mede gericht M. Sofovic Verslag tegen de wijzigingen. De besluiten betreffen de exploitatie van een
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
JZ20, Ton van der Heijden, 2786 Datum ambtelijk voorstel H. Kunst,
6 mei 2013
Registratienummer
D13.201677
vermaakcentrum zonder muziek op het Koningsplein, locatie 428, tijdens de vierdaagsefeesten van 2012. Deze besluiten hielden in dat de verzochte vergunningen en ontheffing zijn verleend aan Café de Opera, exploitant de heer Diyenli, gevestigd aan de Koningstraat 34, en dat deze impliciet werden geweigerd aan Café Sjors & Sjimmie en K. Oubaha. Mr. Nas heeft ook verzocht om vergoeding van proceskosten, gemaakt tijdens de bezwaarfase.
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Ter besluitvorming door het college en de burgemeester
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
1. Bezwaren ongegrond te verklaren en de bestreden besluiten te handhaven; 2. het verzoek om vergoeding van de proceskosten tijdens de bezwaarfase af te wijzen; Leidinggevende 3. Bijgevoegde brief vast te stellen. De voorzitter, De secretaris, Programmamanager E. Boelaars
Programmadirecteur B. van der Ploeg
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 21 mei 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 4.2 Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
06052013collegevoorstel.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Bij brief van 27 juni 2012 heeft mr. D.H. Nas namens zijn cliënten Café Sjors & Sjimmie Nijmegen B.V. en K. Oubaha, ten deze gevestigd aan de Koningstraat 19, bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de burgemeester en van het college van burgemeester en wethouders van 1 juni 2012. Deze vergunningen zijn gewijzigd bij besluiten van 9 juli 2012. Op 29 augustus 2012 zijn de bezwaren aangevuld. De bezwaren richten zich tevens tegen deze wijzigingen. De besluiten betreffen de exploitatie van een vermaakcentrum zonder muziek op het Koningsplein, locatie 428, tijdens de vierdaagsefeesten van 2012 die gehouden zijn van 14 juli tot en met 20 juli 2012. Deze besluiten hielden enerzijds in dat de door de cliënten van mr. Nas verzochte vergunningen en ontheffing voor de exploitatie van een vermaakcentrum zonder muziek tijdens de vierdaagsefeesten 2012 van 14 juli tot en met 20 juli op locatie 428 van het Koningsplein werden verleend aan de heer B. Diyenli, handelende onder de naam Café de Opera, gevestigd aan de Koningstraat 34, en dat deze vergunningen dan ook als gevolg hiervan aan zijn cliënten impliciet werden geweigerd. Bij brief van 11 juli 2012 heeft mr. Nas namens zijn cliënten enkele gronden van bezwaar tegen de op 1 juni 2012 verleende vergunningen ingediend, met vermelding dat nadere gronden nog zullen worden aangevoerd. Op 29 augustus 2012 zijn de gronden van bezwaar aangevuld en hebben mede betrekking op de op 9 juli 2012 gewijzigde vergunningen. 2
Juridische aspecten
Een vergunning voor een vermaakcentrum zonder muziek tijdens de vierdaagsefeesten bestaat uit drie onderdelen, te weten: A. Een vergunning voor een terras c.q. terrasuitbreiding, B. Ontheffing in het kader van de Drank- en Horecawet, C. Vergunning voor het plaatsen van objecten. Het verlenen van een vergunning voor de onder A en B genoemde onderdelen betreft een bevoegdheid van de burgemeester. Het verlenen van een vergunning onder C is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. De bevoegdheidsverdeling betreft niet alleen het al dan niet verlenen van een (onderdeel van een) vergunning, maar betreft ook het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift richt zich tegen de weigering om vergunning te verlenen voor een vermaakcentrum zonder muziek en tegen de toekenning van de vergunning voor het vermaakcentrum aan Oubaha. De bezwaren richten zich tegen elk van de hiervoor genoemde onderdelen. Dit houdt in dat de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders op de bezwaren dienen te beslissen. 3
Doelstelling
Het nemen van een beslissing op de ingediende bezwaren 4
Argumenten
Het is betrokkenen bekend dat het plein aan de Koningstraat, hierna te noemen het Koningsplein, in het kader van de openbare orde en de veiligheid tijdens de vierdaagsefeesten een belangrijk en noodzakelijk onderdeel uitmaakt van de
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
vierdaagsefeesten. In verband met een goede regulering van de publiekstromen is het Koningsplein tijdens de vierdaagsefeesten een belangrijk vermaakcentrum waar live muziek ten gehore wordt gebracht. De programmering richt zich met name op jongeren. Met betrekking tot de vierdaagsefeesten hebben zowel de cliënten van mr. Nas als de heer Diyenli een vergunningaanvraag ingediend voor de exploitatie van een vermaakcentrum zonder muziek met locatienummer 428 op het Koningsplein tijdens de vierdaagsefeesten 2012 die van 14 juli tot en met 20 juli werden gehouden. De APV bevat geen regeling voor twee gelijke aanvragen. Deze situatie heeft zich ook voorgedaan tijdens de Vierdaagsefeesten 2011. Ook toen is door beide partijen een vergunningaanvraag ingediend voor een vermaakcentrum zonder muziek met betrekking tot locatie 428. Aangezien de APV geen regeling bevat die in deze situatie voorziet, diende een keuze te worden gemaakt. Bij het bepalen van de keuze zijn in 2011 criteria betrokken zoals vermeld in de Algemene gemeentelijke uitgangspunten vierdaagsefeesten 2009-2013 van het convenant. Gelet op de aanwezige ervaring, continuïteit en tijdsdruk, is in 2011 vergunning verleend aan de heer Oubaha en is de aanvraag van de heer Diyenli afgewezen. Het tegen deze beslissingen gerichte bezwaarschrift van de heer Diyenli is ongegrond verklaard. Het daartegen ingestelde beroep is door de Rechtbank Arnhem bij uitspraak van 8 mei 2012 ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld. In de loop van 2012 zijn door de Stichting Vierdaagsefeesten, als organisator van de Vierdaagsefeesten, nog diverse pogingen ondernomen om een samenwerking tussen beide partijen tot stand te brengen. Hiertoe is onder meer een advies ingewonnen van adviesbureau Flynth. Het betrof een niet bindend advies, aangezien tussen beide partijen geen eensgezindheid bestond over het inwinnen van een bindend advies. Ook na het uitbrengen van dit niet bindend Advies van Flynth op 24 mei 2012 konden partijen niet tot een overeenstemming geraken. Naar aanleiding van het advies van Flynth heeft op verzoek van de Stichting Vierdaagsefeesten op 30 mei 2012 met betrokken partijen wederom een gesprek plaats gevonden. In dit gesprek is komen vast te staan dat partijen zich konden vinden in het advies van Flynth, maar dat geen overeenstemming bestond over de kostenverdeling. Partijen hebben dienaangaande afgesproken om op basis van het advies van Flynth te komen tot een voorstel voor een redelijke genoegdoening. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de Stichting Vierdaagsefeesten vanuit het belang van samenwerking gemeend dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor partijen om tot een oplossing te komen en heeft vervolgens een voordracht voor de vierdaagsefeesten 2012 uitgebracht. De Stichting heeft Café de Opera voorgedragen voor de vergunning voor het locatienummer 428. De Stichting is hierbij mede uitgegaan van de huidige opvatting om tijdens evenementen zoveel mogelijk de reguliere terrassituatie te volgen. Het handhaven van de reguliere situatie tijdens evenementen bevordert de continuïteit en schept duidelijkheid naar de ondernemer met betrekking tot de terrasexploitatie tijdens een evenement. Een meer optimale wijze van samenwerking wordt hierdoor bevorderd. Zoals tijdens het gesprek is afgesproken zal Café Sjors en Sjimmie een redelijke genoegdoening hiervoor ontvangen. Het college en de burgemeester hebben deze opvatting van de Stichting onderschreven en hebben de voordracht van de Stichting dan ook gevolgd. Naar aanleiding van het gesprek van 30 mei 2012 hebben partijen, de heren Oubaha en Diyenli, aan Lenting en partners, de opdracht verstrekt een bindend advies uit te brengen over de goodwillvergoeding en de kostenbijdrage omtrent de terrasindeling tijdens de
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Vierdaagsefeesten op het koningsplein te Nijmegen. Door Lenting en partners is op 5 juli 2012 een bindend advies uitgebracht. Bij dit advies geldt als uitgangspunt een constructieve samenwerking, waarbij het convenant Vierdaagsefeesten 2009-2013 wordt gehanteerd met als kernpunten: eerlijk en rechtvaardig, samenwerking en continuïteit. In dit bindend advies zijn regelingen opgenomen met betrekking tot de bepaling van de goodwill, de terrasindeling en de bijdrage voor de organisatiekosten. Naar aanleiding van het door Lenting en partners uitgebrachte bindende advies zijn de deelvergunning vermaakcentrum zonder muziek Koningstraat / Café de Opera en de deelvergunning vermaakcentrum Koningstraat / Café Sjors en Sjimmie van de Evenementenvergunning Vierdaagsefeesten 2012 (Nr. 12.000729) gewijzigd. De ingediende bezwaren richten zich de verlening van de vergunning, inclusief wijzigingen, betreffende locatienummer 428 aan Café de Opera en derhalve ook tegen de weigering deze vergunning te verlenen aan Café Sjors en Sjimmie. Bezwaren en overwegingen Bezwaar 1: geen wijziging ten opzichte van 2011 In zijn bezwaarschrift stelt mr. Nas dat een vergelijkbare situatie zich reeds in 2011 heeft voorgedaan. Deze situatie is door de rechter beoordeeld in zijn uitspraak van 8 mei 2012. Naar zijn mening had dan ook dezelfde beslissing moeten worden genomen in 2012, inhoudende dat aan Café Sjors en Sjimmie vergunning voor locatienummer 428 had moeten worden verleend en dat deze aan Café de Opera had moeten worden geweigerd. Overweging Deze opvatting wordt niet gedeeld. De APV bevat geen regeling voor twee gelijke aanvragen voor een vergunning, niet in 2011 en ook niet in 2012. Beide aanvragen kunnen niet tegelijkertijd worden gehonoreerd. De situaties in 2011 en in 2012 zijn niet dezelfde. In 2011 moest een keuze tussen beide partijen worden gemaakt aangezien er niet veel tijd meer restte tot de aanvang der feesten. Hierdoor heeft de ervaring die de heer Oubaha met de organisatie van het vermaakscentrum had, bij het bepalen van de keuze een belangrijke rol gespeeld. In 2011 zijn partijen al gewezen op het belang van de in artikel 7 van het convenant genoemde uitgangspunten waaronder het belang van een goede samenwerking tussen partijen. Hoewel er in 2011 geen samenwerking tussen beide partijen tot stand is gekomen is de indruk dat de destijds geleverde inspanningen ertoe hebben bijgedragen dat partijen uiteindelijk zijn gekomen tot het gezamenlijk aanvragen van een bindend advies. Partijen hebben hiertoe zelf de keuze van een ter zake deskundige adviseur bepaald. Het door deze deskundige uitgebrachte bindend advies heeft geleid tot een wijziging van de op 1 juni 2012 verleende vergunningen. Deze vergunningen zijn per 9 juli 2012 gewijzigd en aan partijen toegezonden. De vergunningen zijn verleend in overeenstemming met de door partijen gemaakte afspraken. Het bezwaar is dan ook ongegrond. Bezwaar 2: voordracht ten onrechte bij beslissing betrokken Mr. Nas is van mening dat de voordracht van de Stichting Vierdaagsefeesten ten onrechte bij de beslissing is betrokken. Volgens hem hebben zowel het college als de burgemeester de verplichting om zelfstandig onderzoek te doen naar de relevante feiten en dienen zij na te gaan of de voordracht wel ten grondslag kan worden gelegd aan de besluitvorming. Naar zijn mening is er geen zelfstandig onderzoek door het college of de burgemeester verricht. Met betrekking tot de voordracht merkt hij op dat in de voordracht ten onrechte wordt gesteld dat samenwerking tussen ondernemers een zwaarwegend toetsingscriterium is dat voortvloeit uit de gemeentelijke uitgangspunten Vierdaagsefeesten. Het ontbreken van samenwerking op het moment van het uitbrengen van de voordracht kan naar zijn mening geen reden zijn om
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
de vergunning aan een ander te verlenen dan aan K. Oubaha. Verder is hij van mening dat het criterium continuïteit nu op een andere wijze, tegenovergesteld aan die in 2011, wordt toegepast. Naar zijn mening staat de heer Oubaha voor continuïteit en niet de heer Diyenli. Overweging Dienaangaande wordt opgemerkt dat het streven van zowel het college als de burgemeester er op was en is gericht om, gelet op het in artikel 7 van het convenant genoemde aspect van samenwerking, deze situatie op te lossen door te onderzoeken of een samenwerking tussen beide partijen met betrekking tot locatie 428 mogelijk is. De organisatie van de vierdaagsefeesten berust bij de Stichting Vierdaagsefeesten. De gemeente Nijmegen heeft met deze stichting een convenant gesloten voor de periode van 2009 tot en met 2013. In dit convenant zijn de doelstellingen van de vierdaagsefeesten opgenomen evenals de taken, verantwoordelijkheden, rechten en plichten. Het convenant bevat tevens de algemene gemeentelijke uitgangspunten. De stichting hanteert bij de organisatie van de vierdaagsefeesten deze in het convenant neergelegde afspraken. De stichting coördineert alle vergunningaanvragen en stelt een plan op, het vlekkenplan. Indien zich bij het opstellen van dit plan met betrekking tot aanvragen problemen voordoen probeert de stichting via bemiddeling tot een oplossing te komen. In verreweg de meeste gevallen lukt het om met betrokken partijen tot een voor partijen bevredigende oplossing te komen. In gevallen waarin dit niet lukt wordt de situatie voorgelegd en nader besproken met de gemeente. Indien ook met een bemiddelende rol van de gemeente partijen niet tot een oplossing komen zal de gemeente een besluit nemen met afweging van alle betrokken belangen. Dat er tussen partijen in 2011 geen samenwerking tot stand is gekomen is een gegeven dat niet aan een partij in het bijzonder kan worden toegerekend. Dit is in 2011 niet geschied en is ook in 2012 niet geschied. In 2012 is op grond van de hiervoor gemelde redenen anders besloten dan in 2011. De gevolgde procedure biedt voldoende waarborgen om tot zorgvuldige besluitvorming te komen.
.
Bezwaar 3/ gemeentelijke druk en schade Als derde bezwaargrond wordt aangevoerd dat er door de gemeente druk op de heer Oubaha zou zijn uitgeoefend. De bevoegdheid om al dan niet een vergunning te verlenen zou door de gemeente zijn gebruikt om de heer K. Oubaha te dwingen tot een bindend advies en daarmee tot een samenwerking die naar zijn mening geen samenwerking is. De heer Nas verwijst voorts naar de communicatie betreffende de programmering. Overweging Naar aanleiding van dit bezwaar wordt opgemerkt dat van zijdens het college noch van de zijde van de burgemeester er geen enkele druk op de heer Oubaha is uitgeoefend om over te gaan tot een aanvraag voor een bindend advies. De aanvraag voor een bindend advies is tot stand gekomen door overleg tussen partijen. De gemeente heeft hierin geen rol gespeeld. Uiteraard doet het deugd dat partijen ter oplossing van hun geschil het advies van een onafhankelijke deskundige hebben ingeroepen. Partijen hebben echter zelf gekozen voor de weg van het bindende advies en hebben tevens zelf bepaald welke deskundige het bindende advies zal uitbrengen. Van druk zijdens de gemeente is geen enkele sprake geweest. Wel is de gemeente ingenomen met deze handelwijze omdat hierdoor een vorm van samenwerking tot stand kan worden gebracht. Voor wat betreft de communicatie over de programmering wordt opgemerkt dat door de gemeente enkel is gesteld dat, gelet op het belang van het koningsplein als vermaakcentrum, tijdig de programmering bekend diende te zijn. De heer Oubaha is na zijn mededeling dat de programmering nog niet bekend was, gevraagd hieromtrent duidelijkheid te verschaffen. Hij is hierbij gewezen op het genoemde belang van het vermaakcentrum. Van het uitoefenen van druk om een bindend advies aan te gaan is ook in deze situatie geen sprake geweest.
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
5
Financiën
De besluiten hebben geen financiële gevolgen. 6
Communicatie
Bezwaarmaker wordt van de beslissingen op bezwaar in kennis gesteld door verzending van bijgevoegde brief. Aan vergunninghouder wordt een afschrift van de beslissingen toegezonden. 7
Uitvoering en evaluatie
Verder niet van toepassing. 8
Risico
Zowel bezwaarmaker als vergunninghouder kunnen binnen zes weken na bekendmaking een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank te Arnhem.
Bijlagen: beschikking, verslag Ter inzage: gewijzigde vergunningen, bezwaarschriften met aanvullende gronden van bezwaar en bijlagen.