ONDERSTEUNINGSPROFIEL PASSEND ONDERWIJS. Christoffel. 1 augustus 2014

ONDERSTEUNINGSPROFIEL PASSEND ONDERWIJS

Christoffel

1 augustus 2014

Breda, 1 augustus 2014

1. Toelichting.

De wet Passend Onderwijs (11 oktober 2012) regelt een aantal wijzigingen in het (speciaal) basis-, voortgezet en middelbaar onderwijs. Een van de wijzigingen betreft de invoering van het schoolondersteuningsprofiel. De school is verplicht tenminste één keer in de vier jaar een schoolondersteuningsprofiel vast te stellen. Het is “een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven”. Dit stuk is het eerste ondersteuningsprofiel van Christoffel. Het volgende hoofdstuk (2) bevat een algemene beschrijving van de ondersteuning van de leerling in de school. Daarna wordt de basisondersteuning beschreven. Dat is de ondersteuning die alle scholen in het voortgezet onderwijs voor alle leerlingen in onze regio uitvoeren. Het is als het ware een set basisafspraken. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een overzicht gegeven van de specifieke ondersteuning die Christoffel de leerlingen biedt. Hoofdstuk 5 wordt op een later tijdstip ingevuld. Dat bevat de voornemens van de school op de langere termijn.

1

2. Algemeen Gegevens school

Christoffel Breda. Rijnesteinstraat 1 4834 LB Breda Telefoon: 076-5612952 Contactpersoon: www.christoffelbreda.nl Heuvelstraat 52A 4813GB Breda Telefoon 076-5219865 Contactpersoon: www.christoffel-heuvelstraat.nl

Leerwegen Leerjaar 3 en 4

 Mavo/Theoretische leerweg  Kaderberoepsgerichte leerweg  Basisberoepsgerichte leerweg  In leerjaar 3 en 4 volgen de leerlingen het mavo-programma of  het PTA (programma van Toetsing en Afsluiting) in een afdeling van Tessenderlandt-Van Riebeecklaan  Kaderberoepsgericht programma derde leerjaar  Basisberoepsgericht programma derde leerjaar  Duale leerroute naar mbo 

Specifieke profielen

 LWOO profiel: alle leerlingen hebben een positieve beschikking van de RVC of de PCL van het Regionaal Samenwerkingsverband.  De leerlingenpopulatie is beschreven in een doelgroepenschema.  Er is klassikale en individuele hulp voor leerlingen met ASS  Leerlingen hebben leerachterstanden als gevolg van sociaal – emotionele of maatschappelijke omstandigheden. 

Groepsgrootte

 Gestreefd wordt naar een maximale groepsomvang van 16 leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en 18 leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg.  De toelaatbaarheid en plaatsbaarheid van leerlingen kunnen de definitieve omvang van de groepen beïnvloeden. Gestreefd wordt naar een bezetting met ongeveer 15 leerlingen. 

Aparte LWOO klassen Geïntegreerde klassen

 Er zijn alleen LWOO klassen in alle leerwegen

2

Aard van de begeleiding (specifieke kenmerken van de pedagogiek, specifieke kenmerken van de didactiek)

 Vakdocenten signaleren en informeren de mentor via het Leerlingvolgsysteem.  De mentor is de contactpersoon tussen school en de ouders/verzorgers  De mentor heeft aandacht voor de klassikale groepsvorming en individuele ontwikkeling van de leerlingen  De mentor maakt groeps- en individuele handelingsplannen, ondersteund door leerlingbegeleiders.  Leerlingvolgsysteem voor handelingsplannen en voortgangsgesprekken.  Didactische begeleiding - zowel groepsgewijs als individueel - bij leerproblemen.  Klassikale lessen Sociale vaardigheden in leerjaar 1 en 2 (Rots en water en Leefstijl) aan leerlingen tijdens het mentoruur.  Vakdocenten en mentoren signaleren dagelijks in het leerlingvolgsysteem.  Aandacht voor zowel de klassikale groepsvorming als individuele begeleiding bij de persoonlijke ontwikkeling van de leerling.  Contactboekje voor dagelijks contact tussen ouders/ verzorgers en school.  Klassikale lessen Sociale vaardigheden aan leerlingen tijdens het mentoruur.  Leerlingvolgsysteem voor signalering, handelingsplannen en voortgangsgesprekken.  Zorgcoördinator/zorgadviesteam verwijst naar interne en externe hulpverlening waar gewenst.  In samenwerking met het ROC worden specifieke onderwijsarrangementen ontwikkeld (duale leertrajecten). 

Aanvullende leerlingenzorg

 Bij toelating onderzoek om de hulpvraag van de leerling vast te stellen  Remediale hulp voor leerlingen met leerachterstanden, met behulp van groepshandelingsplannen en/of individuele handelingsplannen.  Bespreking van studievoortgang en begeleidingsplannen door vakdocenten en mentor tijdens de docentenvergaderingen.  Begeleiding bij sociaal-emotionele problematiek, coördinatie door de leerlingbegeleider.  Ondersteuning door GZ Psycholoog en Orthopedagoog.  Zorgcoördinator/zorgadviesteam.  Indien noodzakelijk verwijzing naar interne en externe hulpverlening.  Steunlessen RT binnen en buiten lesverband.  Persoonlijke begeleiding - zowel groepsgewijs als individueel - door interne/externe begeleiders. (Sova, MRT, Faalangst, Creatieve Begeleiding)  Training van docenten op pedagogische en didactische aanpak van gedragsproblematiek.  Bij aanmelding onderzoek om de hulpvraag van de leerling binnen het profiel van Kompas vast te stellen.  De toelaatbaarheid en plaatsbaarheid van de leerling worden vastgesteld door de toelatingscommissie.  Geïntegreerde observatie- en registratiemethodiek.  Vaste onderzoeksmomenten naar cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling.  Remediale hulp voor leerlingen met leerachterstanden, aan de hand van individuele handelingsplannen en groepshandelingsplannen.  Bespreking van studievoortgang en handelingsplannen door vakdocenten en mentor tijdens de tweewekelijkse leerlingbesprekingen.

3

 Training van docenten op pedagogische en didactische aanpak van gedragsproblematiek.  Begeleiding bij sociaal-emotionele problematiek, coördinatie door de zorgcoördinator.  Ondersteuning door psycholoog en orthopedagoog. 

Betrokkenheid leerling bij het onderwijs

 Tijdens de wekelijkse mentorlessen bespreekt de mentor met de leerlingen de schoolse vorderingen en het contactboekje.  Individuele begeleiding en voortgangsgesprekken voortvloeiend uit het handelingsplan.  Mentor gaat op huisbezoek bij de leerling.  De mentor bespreekt wekelijks de schoolse vorderingen en het contactboekje met de leerlingen en doet daarvan verslag in het LVS.  Individuele begeleiding en voortgangsgesprekken gerelateerd aan het uitstroomprofiel van de leerling. 

Betrokkenheid ouders

 De schoolgids geeft informatie over de inrichting van het onderwijs.  Het contactboekje geeft inzicht in de dagelijkse gang van zaken rond de individuele leerling op school.  Ouder(spreekuur)avonden: 3x per jaar met mentor en of vakdocenten voor informatie over de voortgang en de resultaten/handelingsplannen van de leerling.  Plenaire ouderavonden over een leerjaarspecifiek onderwerpen.  Individuele gesprekken met ouders/verzorgers over aanvullende leerlingenondersteuning of handelingsplannen (zoals LGF),  Via de website kunnen ouders met hun persoonlijke inlogcode in het Leerlingvolgsysteem ‘Magister’ de behaalde cijfers, aanwezigheid en overige informatie over hun zoon/dochter/pupil zien. Bovendien geeft de website ook informatie over de door school verzonden informatiebrieven en roosterwijzigingen.  Ouders kunnen plaats nemen in de oudervereniging.  Informatieavonden leerjaar 1-2-3.  Ouder(spreekuur)avonden: 3 x per jaar met mentor en of vakdocenten voor informatie over de voortgang en de resultaten van de leerling.  Individuele gesprekken met ouders/verzorgers over het uitstroomprofiel van de leerling of het handelingsplan ( o.a. LGF).  Ouders ontvangen regelmatig nieuwsbrieven over buitenschoolse activiteiten en zogenaamde domeinprojecten. 

4

Aanwezigheid interne specialisten

        

Leerlingbegeleiders Schooldecaan Transfercoach Remedial Teacher Trainers faalangstreductie , examentraining, sociale vaardigheden, creatieve begeleiding, MRT en zelfverdediging Vertrouwenspersonen Zorgcoördinator Medewerker leerlingbegeleiding voor onder meer verzuimregistratie. Orthopedagoog/GZ Psycholoog

 Coördinator/orthopedagoog  Verzuimcoördinator  Docent praktijkleren 

Aanwezigheid externe specialisten

 Jeugdarts  Leerplichtambtenaar  School CJG-er (voorheen schoolmaatschappelijk werkende) van het Centrum voor Jeugd en Gezin  Ambulante begeleiders van een REC (op verzoek aanwezig)  Wijkagent (op verzoek aanwezig)  Schoolcoach Bureau Tender (op verzoek aanwezig) 

5

3. Basisondersteuning 3.1. Preambule A B C D E

F G

Goed onderwijs is de kern van passend onderwijs. De kernrol in de uitvoering van passend onderwijs ligt bij de leraar in de klas. RSV Breda eo legt de basisondersteuning vast in afspraken zodat leerlingen en ouders in het RSV Breda eo weten op welke ondersteuning zij kunnen rekenen. RSV Breda eo streeft na alle leerlingen bij die eindstreep te brengen die past bij het afzonderlijke kind. RSV Breda eo stimuleert de scholen om leerlingen met beperkingen op te nemen in de reguliere setting. De basisondersteuning op de scholen van RSV Breda eo is op een voldoende niveau ingericht om mogelijk te maken dat extra ondersteuning voor specifieke groepen leerlingen op een degelijke basisondersteuning kan worden opgebouwd. De school hanteert voor haar onderwijsondersteuning de eisen die het toezichtkader van de onderwijsinspectie stelt aan zorg en begeleiding. Het onderwijsondersteunend en onderwijsgevend personeel voldoet aan de professionele eisen zoals o.a. vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen (2005).

3.2. Domein: Onderwijs Standaarden

Indicatoren

Veiligheid

De scholen voeren een eenduidig veiligheidsbeleid, ze voeren het convenant “Scholen en Veiligheid” uit. Op basis van het convenant “Scholen en Veiligheid” werken de scholen aan het doorontwikkelen van het thema sociale veiligheid. De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel. De medewerkers zorgen voor een veilig klimaat in de school.

Afstemming

De leraar verzorgt onderwijs op maat voor alle leerlingen. De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen tussen leerlingen.

Opbrengstgericht werken

De school stelt voor de leerlingen een ambitieus onderwijsarrangement op. De scholen van RSV Breda eo streven in gezamenlijkheid na: voor elke leerling de kwalificatie die past zijn mogelijkheden. De school stelt ambitieuze normen a.h.v. referentieniveaus. De school hanteert een samenhangend leerlingvolgsysteem waarin van iedere leerling wordt bijgehouden: a. de resultaten van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde; b. de resultaten van genormeerde toetsen; Voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte wordt opgenomen: c. de resultaten van aanvullende testen, toetsen en observaties en informatie m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling; d. het ontwikkelingsperspectief en de documenten behorend bij de ontwikkelingsplanning. De leraren analyseren systematisch de resultaten van hun leerlingen.

Handelingsgericht en planmatig werken

De leraren voeren systematisch en planmatig het individueel ontwikkelingsplan uit voor de leerlingen voor wie een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. De leraren gaan in gesprek met leerling en ouders de mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften na.

6

Deskundigheid

De school onderhoudt in een cyclisch proces de deskundigheid van leraren t.a.v. ondersteuning. De deskundigheid van de commissie van toelating is vastgelegd.

3.3. Domein: Ondersteuning Standaarden

Indicatoren

Ontwikkelingsperspectief

Voor leerlingen die (ondanks incidentele) ondersteuning een afwijkend curiculum moeten volgen stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Voor leerlingen die structureel extra ondersteuning nodig hebben wordt ook een ontwikkelingsperspectief opgesteld (zoals nu voor de leerlingen met een pro beschikking, een lwoo beschikking, een REC indicatie of een toekenning uit het regionaal zorgbudget van de PCL).

Preventieve en licht curatieve interventies

De school signaleert - al dan niet in samenwerking met ketenpartners - tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen. De school is verantwoordelijk voor een adequate transfer bij schoolwisseling. De school hanteert het protocol dyslexie voor het voortgezet onderwijs. De school hanteert het protocol dyscalculie voor het voortgezet onderwijs. De school is fysiek toegankelijk voor mensen met een lichamelijke 1 beperking . De school hanteert medische protocollen voor leerlingen die dit nodig hebben. De school heeft aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben. Er is een faalangstreductietraining en een training sociale vaardigheden voor leerlingen die dit nodig hebben.

Overdracht

De scholen van RSV Breda hanteren eenduidige, duidelijk omschreven aannamecriteria voor de verschillende segmenten van het voortgezet onderwijs, die gebaseerd zijn op de slagingskans van de gekozen opleiding. De school houdt zich bij de toelating aan de termijnen vastgelegd in de wetgeving passend onderwijs. De scholen vullen de gezamenlijke verantwoordelijkheid in door overplaatsingen in een gezamenlijke inspanning uit te voeren volgens een vaste procedure.

Ouders en kind

School en ouders leggen wederzijdse inspanningsverplichting vast. De school gebruikt de driehoek ouders, kind en school als basis voor een sterke samenwerkingsrelatie en hanteert daarom als uitgangspunt: niet spreken over het kind, maar met het kind en zijn ouders. De school heeft een communicatieplan met daarin expliciet aandacht voor ouders.

1

Wj verwijzen naar de wet gelijke behandeling voor de redelijkheidstoets

7

3.4. Domein: Beleid Standaarden

Indicatoren

Beleid ondersteuning

De school heeft een omschreven visie op de ontwikkeling van het ondersteuningsaanbod in de school, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan het bevorderen van deskundigheid en draagvlak voor het ondersteuningsbeleid van de school.

Evaluatie ondersteuning

De school evalueert jaarlijks het beleid t.a.v. de ondersteuning. De school gaat jaarlijks na of de ondersteuningsmiddelen goed zijn ingezet.

Organisatie van de ondersteuning

De mentor is de spil in de begeleiding. De school heeft een deskundige ondersteuningscoordinatie. De school heeft een omschreven plan t.a.v. leerlingbesprekingen en begeleiding, dat gericht is op de onderlinge versterking van het team t.a.v. de zorg waaronder: a. overleg over studievorderingen, gesignaleerde problemen, functioneren van jaargroepen; b. een procedure m.b.t. opstelling, uitvoering en controle t.a.v. het ontwikkelingsperspectief; c. collegiale ondersteuning of intervisie gericht op het vergroten van deskundigheid. De school heeft een duidelijk herkenbare ondersteuningsstructuur voor leerlingen en teamleden. De school hanteert een vaste procedure als problemen worden gesignaleerd.

2

De school heeft een goed georganiseerde loketfunctie voor de hulp die niet door de school zelf kan worden aangeboden. Ketenpartners

2

De school betrekt tijdig ketenpartners die passen binnen het schoolondersteuningsprofiel. De school heeft een multidisciplinair overleg, het zorg advies team (ZAT), waarin ketenpartners (standaard, of op uitnodiging) participeren. De school heeft de taken en verantwoordelijkheden van het intern zorgteam en het multidisciplinair team met ketenpartners omschreven in het ondersteuningsplan.

Indien de school een andere naamgeving hanteert voor de rol van mentor wordt die naamgeving hier bedoeld

8

4. Specifieke ondersteuning 4.1. Didactisch Spelling

Begeleiding  Toetsafname (PI dictee)  Tijdens de les Nederlands wordt individueel en in groepjes gewerkt aan spellingsvaardigheden.  Groepsgewijs RT  Toets afname Cito- VAS 0-1-2-3.  Naar aanleiding van Cito-VAS, indeling op Referentie niveau. 

Taal/Spraak

 Toetsafname  Aandacht tijdens de taallessen voor begrijpend lezen en woordenschat.  Toets afname Cito- VAS 0-1-2-3.  Naar aanleiding van Cito-VAS, indeling op Referentie niveau.  Aandacht tijdens de taallessen voor begrijpend lezen en woordenschat.  Handelingsplannen voor leerlingen met taalstoornis of taal/spraak problematiek (REC-2) waarbij leerstrategieën worden aangeleerd. 

Dyslexie

 Er wordt gewerkt met het Dyslexieprotocol VO (voor leerlingen waarvan Dyslexie officieel is vastgesteld):  Dylesxiespreekuur en training in het gebruik van ondersteunende middelen.  Leerlingen hebben een dyslexiepas (waardoor faciliteiten*)  Digitaal en auditief lesmateriaal via Dedicon  Tijdens het eindexamen hebben leerlingen recht op de daarbij behorende faciliteiten: - verlenging tijdsduur - rekening houden met spelfouten - auditieve ondersteuning  Leerlingen waarvan dyslexie officieel is vastgesteld hebben een dyslexiepas. Zij hebben de volgende faciliteiten: - verlenging tijdsduur - rekening houden met spelfouten - auditieve ondersteuning

Rekenen/Wiskunde

 Aparte lessen voor rekenonderwijs.  Individueel of groepsgewijs RT voor rekenen en wiskunde     

Dyscalculie

Toets afname Cito- VAS 0-1-2-3. Naar aanleiding van Cito-VAS, indeling op Referentie niveau. Aandacht tijdens de wiskundelessen. Individueel en groepsgewijs RT Wiskunde.

 Specifieke aandacht tijdens de wiskundelessen,  Leerlingen leren hulpmiddelen gebruiken,  Individueel RT wiskunde voor leerlingen met ernstige rekenproblemen.  Beleid wordt ontwikkeld binnen het Regionaal Samenwerkingsverband.

9

4.2. Sociaal-Emotioneel

Begeleiding

Faalangst

 Groepsgewijze faalangstreductietraining na screening  Examentraining voor leerlingen in leerjaar 3 en 4 

Sociale Onzekerheid (ook ASS-ADD)

 Gespecialiseerde sociale vaardigheidstraining voor: leerlingen met stoornis in het autistisch spectrum kwetsbare leerlingen  Klassikale sociale vaardigheidstraining (‘Leefstijl’ en ‘Rots en Water’)  Individuele begeleiding voor leerlingen die depressief, angstig, fobisch of getraumatiseerd zijn.  Klassikale sociale vaardigheidstraining door de mentor.  Sociale vaardigheidstraining in kleine groep na screening. 

Werkhouding

  

Motivatie

 Bespreking van het contactboekje met de leerling door de mentor en/of het begeleidingsplan door de leerlingbegeleider.     

Anders

Bespreking van vorderingen en studiehouding (LVS) door de mentor. Bespreken van het handelingsplan door de mentor.

Mentorcoachgesprekken en motivatietraining. Afwisseling van werkvormen tijdens de lessen. Intensieve voorbereiding op vervolgopleiding en beroep (o.a. stage). LOB-begeleiding.

 Creatieve begeleiding voor leerlingen die niet op een verbale manier met hun problemen om kunnen gaan.  Training Rots en Water  Herstelrecht  Voor de duale leerroute is samenwerking met het ROC gerealiseerd. 

ASS (PDD-NOS/MCDD) MCDD: (Multiplex Complex Developmental Disorder) Meervoudige Complexe Ontwikkelingsstoornis, een aanverwante stoornis van autisme Angststoornis Hechtingsproblematiek Dysthyme stoornissen Eetproblemen

 De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating: In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De toelatingscommissie beslist of - en hoeveel - leerlingen met deze problematiek geplaatst kunnen worden.  Begeleiding van leerlingen met LGF door Ambulante begeleiders van het REC, zij stellen een begeleidingsplan op.  De school stelt in overleg met ouders/verzorgers en Ambulante begeleider een handelingsplan op.  Docenten zijn op de hoogte van de problematiek en weten hier mee om te gaan.  De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating. De toelatingscommissie stelt de toelaatbaarheid en plaatsbaarheid vast van een leerling met deze problematiek.  MCDD is contra-indicatief voor plaatsing.

10

ADHD

 Docenten zijn op de hoogte van de problematiek en weten hier mee om te gaan.  De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating. De toelatingscommissie stelt de toelaatbaarheid en plaatsbaarheid vast van een leerling met deze problematiek.  Docenten zijn op de hoogte van de problematiek van de geplaatste leerlingen. 

ODD/CD

 Contra-indicatie.  De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating: In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De toelatingscommissie beslist of - en hoeveel - leerlingen met deze problematiek geplaatst kunnen worden.  Voor leerlingen met LGF dezelfde werkwijze als bij ASS  Verplaatsing bij handelingsverlegenheid.  ODD en CD zijn contra-indicatief voor plaatsing. 

NLD/ESM

 De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating  De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating. De toelatingscommissie stelt de toelaatbaarheid en plaatsbaarheid vast van een leerling met deze problematiek.  Docenten zijn op de hoogte van de problematiek van de geplaatste leerlingen. 

DCD, NAH/ fysieke beperkingen

 De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating 

Anders

 Leerlingen met secondaire problematiek door de maatschappelijke context.  Problematiek komt voort uit de sociale omgeving van de leerling en is in principe oplosbaar en hanteerbaar.  Psychiatrisch gediagnosticeerde problematiek en verslaving aan alcohol of drugs zijn contra-indicatief. 

11

4.3 Fysiek Auditief

Begeleiding  De school heeft geen speciale voorzieningen. In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De toelatingscommissie beslist of de leerling geplaatst kan worden.  Voor leerlingen met LGF dezelfde werkwijze als bij ASS  Digitaal en auditief lesmateriaal via Dedicon.  De school heeft geen speciale voorzieningen. In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating. De toelatingscommissie beslist of - en hoeveel - leerlingen met deze problematiek geplaatst kunnen worden. 

Visueel

 Idem 

Motorisch

 In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De toelatingscommissie beslist of de leerling geplaatst kan worden.  Voor leerlingen met LGF dezelfde werkwijze als bij ASS  Voor aanpassingen wordt samengewerkt met het REC (3)  Motorische remediale hulp voor leerlingen met een beperking in de motoriek  In overleg met ouders wordt bij toelating de hulpvraag in kaart gebracht. De haalbaarheid van plaatsing wordt onderzocht bij toelating. De toelatingscommissie beslist of - en hoeveel - leerlingen met deze problematiek geplaatst kunnen worden.  Voor leerlingen met LGF dezelfde werkwijze als bij ASS  Voor aanpassingen wordt samengewerkt met het REC (3)

Anders

 Training zelfverdediging 

Opm: (Angststoornis, hechtingsproblematiek, Dysthemie en Eetproblemen als onderdeel van de rubriek ASS wordt niet verder uitgewerkt in dit schema)

5. Te ontwikkelen: Ambities en doelen. Het ondersteuningsprofiel van Christoffel is een groeidocument. De ontwikkelingen die zich in het onderwijs voordoen, worden zonodig verwerkt in het beleid en in dit stuk. Bovendien reflectreren wij regelmatig op onze positie in het onderwijs en de opdracht die wij daar in uitvoeren. Ook deze reflectie zal ongetwijfeld leiden tot aanpassingen in ons ondersteuningsprofiel. Eén van de instrumenten die bruikbaar zijn, is het zelfevaluatieformulier basisondersteuning.Dit formulier is alsbijlage bij dit ondersteuningsprofiel toegevoegd. Het zal in het schooljaar 2013-2014 leidraad zijn in het overleg dat alle gremia binnen onze organisatie voeren over passend onderwijs en daarin de positie van Christoffel.

12

Bijlage: Zelfevaluatie ondersteuningsprofiel Domein: Onderwijs Standaarden Indicatoren Veiligheid De scholen voeren een eenduidig

Goed

Ontwikkeling Matig Zwak

veiligheidsbeleid, ze voeren het convenant “Scholen en Veiligheid” uit. Op basis van het convenant “Scholen en Veiligheid” werken de scholen aan het doorontwikkelen van het thema sociale veiligheid. De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel. De medewerkers zorgen voor een veilig klimaat in de school. Afstemming

Opbrengstgericht werken

De leraar verzorgt onderwijs op maat voor alle leerlingen. De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen tussen leerlingen. De school stelt voor de leerlingen een ambitieus onderwijsarrangement op. De scholen van RSV Breda eo streven in gezamenlijkheid na: voor elke leerling de kwalificatie die past bij zijn mogelijkheden. De school stelt ambitieuze normen a.h.v. referentieniveaus. De school hanteert een samenhangend leerlingvolgsysteem waarin van iedere leerling wordt bijgehouden: a. de resultaten van de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde; b. de resultaten van genormeerde toetsen; Voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte wordt opgenomen: c. de resultaten van aanvullende testen, toetsen en observaties en informatie m.b.t. de sociaalemotionele ontwikkeling; d. het ontwikkelingsperspectief en de documenten behorend bij de ontwikkelingsplanning. De leraren analyseren systematisch de resultaten van hun leerlingen.

Handelingsgericht De leraren voeren systematisch en planmatig het en planmatig individueel ontwikkelingsplan uit voor de werken leerlingen voor wie een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben.

Deskundigheid

De leraren gaan in gesprek met leerling en ouders de mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften na. De school onderhoudt in een cyclisch proces de deskundigheid van leraren t.a.v. ondersteuning.

13

De deskundigheid van de commissie van toelating is vastgelegd. Domein: Ondersteuning Standaarden Indicatoren Ontwikkelings Voor leerlingen die (ondanks incidentele) perspectief ondersteuning een afwijkend curriculum moeten volgen stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Voor leerlingen die structureel extra ondersteuning nodig hebben wordt ook een ontwikkelingsperspectief opgesteld (zoals nu voor de leerlingen met een pro-beschikking, een lwoo beschikking, een REC indicatie of een toekening uit het regionaal zorgbudget van dePCL). Preventieve en De school signaleert – al dan niet in licht curatieve samenwerking met ketenpartners – tijdig interventies leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen. De school is verantwoordelijk voor een adequate transfer bij schoolwisseling. De school hanteert het protocol dyslexie voor het voortgezet onderwijs. De school hanteert het protocol dyscalculie voor het voortgezet onderwijs. De school is fysiek toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking[1]. De school hanteert medische protocollen voor leerlingen die dit nodig hebben. De school heeft aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben. Er is een faalangstreductietraining en een training sociale vaardigheden voor leerlingen die dit nodig hebben. Overdracht

De scholen van RSV Breda hanteren eenduidige, duidelijk omschreven aannamecriteria voor de verschillende segmenten van het voortgezet onderwijs, die gebaseerd zijn op de slagingskans van de gekozen opleiding. De school houdt zich bij de toelating aan de termijnen vastgelegd in de wetgeving passend onderwijs.

Ouders en kind

De scholen vullen de gezamenlijke verantwoordelijkheid in door overplaatsingen in een gezamenlijke inspanning uit te voeren volgens een vaste procedure. School en ouders leggen wederzijdse inspanningsverplichting vast. De school gebruikt de driehoek ouders, kind en school als basis voor een sterke samenwerkingsrelatie en hanteert daarom als uitgangspunt: niet spreken over het kind, maar met het kind en zijn ouders. De school heeft een communicatieplan met daarin expliciet aandacht voor ouders.

14

Domein: Beleid Standaarden Beleid ondersteuning

Evaluatie ondersteuning

Organisatie van de ondersteuning

Indicatoren De school heeft een omschreven visie op de ontwikkeling van het ondersteuningsaanbod in de school, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan het bevorderen van deskundigheid en draagvlak voor het ondersteuningsbeleid van de school. De school evalueert jaarlijks het beleid t.a.v. de ondersteuning. De school gaat jaarlijks na of de ondersteuningsmiddelen goed zijn ingezet. De mentor[2] is de spil in de begeleiding. De school heeft een deskundige ondersteuningscoördinatie De school heeft een omschreven plan t.a.v. leerlingbesprekingen, die gericht zijn op de onderlinge versterking van het team t.a.v. de zorg waaronder: a. overleg over studievorderingen, gesignaleerde problemen, functioneren van jaargroepen; b. een procedure m.b.t. opstelling, uitvoering en controle t.a.v. het ontwikkelingsperspectief; c. collegiale ondersteuning of intervisie gericht op het vergroten van deskundigheid. De school heeft een duidelijk herkenbare ondersteuningsstructuur voor leerlingen en teamleden. De school hanteert een vaste procedure als problemen worden gesignaleerd.

Ketenpartners

De school heeft een goed georganiseerde loketfunctie voor de hulp die niet door de school zelf kan worden aangeboden. De school betrekt tijdig ketenpartners die passen binnen het schoolondersteuningsprofiel. De school heeft een multidisciplinair overleg, het zorg advies team (ZAT), waarin ketenpartners (standaard, of op uitnodiging) participeren. De school heeft de taken en verantwoordelijkheden van het intern zorgteam en het multidisciplinair team met ketenpartners omschreven in het ondersteuningsplan.

15