Ondersteuningsprofiel 1. Inleiding 1. Positieve visie op leren en ontwikkeling “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ Hieruit spreekt een positieve en optimistische kijk op de ontwikkeling van kinderen. In Passend Onderwijs is het essentieel dat goede leerlingenzorg gebaseerd is op een optimistische en positieve manier van kijken naar en praten over kinderen. Niet denken in tekortkomingen, maar een rotsvast vertrouwen in de mogelijkheden en kansen van kinderen helpt de kinderen met speciale onderwijsbehoeften vooruit. Niet het repareren van gebreken, maar het proactief zoeken naar antwoorden op de uitdagingen die kinderen ons stellen, moet centraal staan in ons zorgbeleid. Dit geldt op alle niveaus binnen de Onderwijs Zorgkoepel, ons samenwerkingsverband, de scholen en in de interactie tussen leerkrachten en kinderen. 2. Zorg naar het kind “Geen kind de wijk of het dorp uit” Hiermee spreken we de ambitie uit dat we onze zorg zo willen organiseren dat kinderen thuis nabij onderwijs kunnen krijgen. We realiseren ons dat we hiermee de lat hoog leggen en in sommige gevallen te hoog. Toch denken wij door het inrichten van allerlei vormen van “breedtezorg” meer kinderen thuis nabij opgevangen kunnen worden.
2. Algemene gegevens l 2a. Contact en vaststellingsgegevens l Naam school
Opgesteld namens directie en team Opgesteld met Advies MR Vastgesteld door bestuur
Naam: Ireneschool Adres: Dirk Staalweg 38 Brin:14 KQ Telefoon: 0341557575 E-mail:
[email protected] Datum Directeur: G.J. Immerzeel Datum Voorzitter MR: H. Geurink-Donkersteeg Datum Bestuur: O.M. Visscher
2b. Onderwijskundig concept van de school Wij werken in jaargroepen. Binnen deze vorm hebben wij zoveel mogelijk aandacht voor ieder kind apart. Zelfstandig werken biedt de kinderen de mogelijkheid om de gekregen talenten op eigen wijze te ontwikkelen. Zelfstandig werken wordt in de groepen daarom veelvuldig toegepast. Binnen elke jaargroep werken we met minimaal 3 instructiegroepen voor de vakken rekenen, spelling en begrijpend lezen in de groepen 4 t/m 8. In groep 3 is er in plaats van begrijpend lezen aanvankelijk en technisch lezen met instructiegroepen. De kleutergroepen werken gedifferentieerd op het gebied van beginnende gecijferdheid en geletterdheid.
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
We werken met instructiegroepen die als volgt worden onderscheiden: I II III IV
Leerlingen die geen of nauwelijks instructie nodig hebben Leerlingen die aan de basisinstructie voldoende hebben Leerlingen die een aanvullende of verlengde instructie nodig hebben Leerlingen die een individuele instructie nodig hebben.
2c. Kengetallen Leerlingaantal op 1-10-2013 Leerlingengewicht
187 Aantal lln 0,3:19
Aantal lln 1,2:1
2010-2011 1 0 0 5
Aantal sbo-verwijzingen Aantal verwijzingen so cl 3 Aantal verwijzingen so cl 4 Aantal LGF Aantal kinderen met een ontwikkelingsperspectief
Gr 1
Uitstroom naar VO Voortgezet Speciaal Onderwijs Praktijk onderwijs VMBO BB VMBO K VMBO T HAVO VWO
2011-2012 0 0 0 4 Gr 2
Gr 3
2010-2011 1 0 5 8 3 12 2
Gr 4
2012-2013 1 1 0 4 Gr 5 1
Gr 6
2011-2012 0 1 2 2 7 8 5
Gr 7 1
Gr 8 1
2012-2013 0 0 2 8 4 5 5
3. Basisondersteuning Basiszorg Dit is de zorg die de school zelf binnen de groepen en binnen de eigen organisatie biedt. Ons uitgangspunt is dat kinderen zoveel mogelijk binnen de eigen groep door de eigen leerkracht opgevangen worden. Andere maatregelen binnen de eigen organisatie zijn: differentiatiegroepen, remediale hulp, meer handen in de klas in de vorm van onderwijsassistenten/stagiaires, de begeleiding en coaching door de intern begeleider en/of andere deskundigen van de school (zorgarrangementbegeleider, vertrouwenspersonen, leerlingbegeleiders, schoolmaatschappelijk werker, logopedist, fysiotherapeut en dergelijke).
3a. Resultaat 0-meting Basisondersteuning Datum vaststelling 0-meting: 11 oktober 2013 Indicator 1 Indicator 2 Indicator 3 Indicator 4 Indicator 5 Indicator 6 Indicator 7 Indicator 8 Indicator 9 Indicator 10 Indicator 11 Indicator 12 Indicator 13
Veilige omgeving Zicht op continue ontwikkeling Opbrengst- en handelingsgericht ontwikkelingsperspectief Effectieve methoden en aanpakken Handelingsbekwaamheid en competenties leerkrachten Ambitieuze ontwikkelingsperspectieven Zorgvuldige overdracht Ouderbetrokkenheid Beleid leerlingondersteuning Ondersteuningsprofiel Effectieve leerlingondersteuning Effectieve ondersteuningsstructuur Effectief ondersteuningsteam
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
Gemiddelde score 3,7 4 4 3,1 2,9 4 2,5 3,8 3,8 3,2 3,7 3,8 3,8
3b. Oordeel inspectie: Kwaliteit van de ondersteuning Datum laatste inspectierapport 25 januari 2010 Genoemde kwaliteitsaspecten zijn niet beoordeeld: nb Gebied Kwaliteitsaspect 1 2 Leraren leggen duidelijk uit, organiseren efficiënt en houden l.l. betrokken Onderwijsleerproces 5.1 Leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof Nb 5.2 Leraren realiseren een taakgerichte werksfeer Nb 5.3 Leerlingen zijn actief betrokken bij onderwijsactiviteiten Nb Leraren stemmen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen Nb 6.1 Leraren stemmen aangeboden leerinhouden af … Nb 6.2 Leraren stemmen de instructie af … Nb 6.3 Leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af … Nb 6.4 Leraren stemmen de onderwijstijd af … Nb De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen Ondersteuning en begeleiding 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures 7.2 Leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen
3
3
Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra-ondersteuning
Nb
8.1 De school signaleert vroegtijdig welke l.l. ondersteuning nodig hebben 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg 8.3 De school voert de ondersteuning planmatig uit 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning 8.5 De school zoekt structurele samenwerking met ketenpartners waar interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden
3 2 3 2
3c. Oordeel van de school/team over de - De standaarden kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuningsstructuur - De standaarden handelingsgericht werken Gegevens gebruikt uit de personeel enquête van 2011, in 2014 vindt een nieuwe enquête plaats werken aan kwaliteit school
ondersteuning schoolleider/directeur
begeleiding gedragsproblemen
begeleiding leerproblemen
begeleiding allochtonen
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
4
mogelijkheden voor leerlingen die meer kunnen/willen
mogelijkheden voor leerlingen om in eigen tempo te werken
Rapportcijfer school
4. Extra ondersteuning: voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
4a. Expertise op het gebied van kinderen met extra onderwijsbehoeften Meer aanwezig dan omschreven in de basisondersteuning OZK Spraak- taalproblemen ja
Dyslexie
ja
Dyscalculie
ja
Motorische beperkingen Zieke kinderen ZML- kinderen
nee nee ja
Auditieve beperkingen Visuele beperkingen Gedragsproblemen ADHD Autisme
nee nee nee nee ja
Jonge risico kind
ja
Toelichting In verband met een rugzakleerling van cluster 2 hebben wij expertise op het gebied van taal- spraakproblematiek. Ook is er extra materiaal aanwezig. Er is door veel ervaring in het werken met dyslectische kinderen een expertise opgebouwd die de basisondersteuning te boven gaat. Ook is er extra materiaal aanwezig. Er is door veel ervaring in het werken met kinderen met dyscalculie een expertise opgebouwd die de basisondersteuning te boven gaat.
Er is door veel ervaring in het werken met een leerling met het syndroom van Down in de groepen 1 en 2 een expertise opgebouwd die de basisondersteuning te boven gaat. Ook is er extra materiaal aanwezig.
Meerdere collega’s hebben cursussen gevolgd op het gebied van ASS. Iedereen heeft ervaring in het werken met kinderen met ASS. Door de aanwezigheid van een aantal jonge risicokinderen hebben wij expertise opgebouwd in de begeleiding. Een aantal
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
Anderstaligen Hoogbegaafdheid SVIB Anders
ja ja ja
onderbouwcollega’s heeft het VVE scholingstraject gevolgd. Veel ervaring met Poolse kinderen. We hanteren een uitgebreid hoogbegaafdheidsbeleid. Ter inzage. Twee collega’s zijn gecertificeerd SVIB-er.
4b. Structurele voorzieningen binnen de school voor kinderen met extra-onderwijsbehoeften Expertise in de vorm van na en bijscholing en opgebouwde ervaring. Fysiotherapeute in de school. Logopediste oproepbaar via GGD Ervaren rugzakbegeleidster. Extra ruimte beschikbaar. Materiaal beschikbaar.
4c. Stimulerende en belemmerende factoren voor de begeleiding van kinderen met extra onderwijsbehoeften Gebouw Aandacht en tijd
Schoolomgeving Leerlingpopulatie Teamfactoren
Leerkrachtfactoren Samenwerking met partners
Stimulerende factoren Extra ruimtes om in te werken, alles gelijkvloers. De intentie om die te geven waar nodig, is aanwezig. Bij voldoende middelen wordt deze geboden. Centraal gelegen, rustige buurt. Veelal hoger opgeleide ouders, weinig gewichten kinderen. Bereidheid tot begeleiding. Veel nascholing gevolgd op diverse gebieden. Positief team Veel aanbod van partners. Groot en goed netwerk
Belemmerende factoren Wel gehorig van buiten naar binnen. Bezuiniging op middelen.
Druk verkeer rond de school Lichte krimp in leerlingaantal Een aantal leerkrachten is al wat ouder.
Langdurige arbeidsongeschiktheid bij een collega. Kostenplaatje
Anders
5. Grenzen aan het onderwijs Waar liggen de grenzen in ons onderwijs Onze grenzen aan de praktische haalbaarheid Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte stellen extra eisen aan de school (het gebouw), de leerkrachten, de IB-er en ook de medeleerlingen. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in principe ruimte heeft voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dat betekent echter niet dat elke leerling met een specifieke onderwijsbehoefte kan worden geplaatst op onze school. Elke aanmelding wordt expliciet beoordeeld (zie procedure toelating). Bij ieder verzoek tot plaatsing zal opnieuw een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van specifieke onderwijsbehoefte en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind en de (on)mogelijkheden van onze school. Ook dient daarbij meegenomen te worden of hulp extern ingeschakeld kan worden. Bij elke aanmelding wordt gekeken naar een reeks aspecten. Wat vraagt het kind met betrekking tot:
Pedagogische aanpak Didactische aanpak Kennis en vaardigheden van de leerkracht en het team Organisatie binnen de school en binnen de klas Materiële aspecten (gebouw) De positie van de medeleerlingen De rol van de ouders
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
De externe ondersteuning
Er kunnen zich situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen worden bereikt: Verstoring van rust en veiligheid. Indien sprake is van een onderwijsbehoefte waarbij zich ernstige gedragsproblemen voordoen die leiden tot ernstige verstoringen van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt als wordt beoordeeld dat het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan de betreffende leerling te bieden. -
Onbalans tussen verzorging/behandeling – onderwijs. Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling, als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden;
-
Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen. Indien het onderwijs aan de leerling met een specifieke onderwijsbehoefte een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg)leerlingen in de groep;
-
Gebrek aan zorgcapaciteit. In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte op te nemen vanwege de zwaarte en het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is. Grenzen aan de leerbaarheid van kinderen
-
Kinderen met de volgende kenmerken kunnen door ons opgevangen worden: -
Kinderen met een IQ rondom het gemiddelde: tussen 80 à 85 enerzijds en 135 à 140 anderzijds met een min of meer probleemloze ontwikkeling Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin groep 8 Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief eind groep 6 en/of LWOO Kinderen met een vertraagde lees- taalontwikkeling Kinderen met enkelvoudige of meervoudige dyslexie Kinderen met een vertraagde rekenontwikkeling Kinderen met dyscalculie Kinderen met (beperkte) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren* Kinderen met faalangst Kinderen met zwak ontwikkelde sociale vaardigheden
*Hieronder vallen ook de kinderen met ADHD, lichte autistische stoornissen. Voor kinderen met de volgende kenmerken staan wij in principe ook voor open, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat deze kinderen onze zorgbreedte en/of zorgzwaarte te boven gaan: -
Kinderen met een IQ ondergrens van ongeveer 60 Kinderen met een ernstig vertraagde taalontwikkeling en een ontwikkelingsperspectief van eind groep 6 Kinderen met een ernstig vertraagde rekenontwikkeling en een ontwikkelingsperspectief van eind groep 6 Kinderen met (ernstige) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren Kinderen met (ernstige) gedragsproblemen en/of werkhoudingproblemen Kinderen met behoefte aan specialistische didactische hulp op taal/rekengebied Kinderen met behoefte aan specialistische pedagogisch hulp, bijvoorbeeld voor kinderen met kenmerken of diagnoses als NLD, ODD, PDD-nos, hechtingsstoornissen, syndroom van Down, etc.
Aanmeldingen van deze kinderen worden uitgebreid door directie en i.b.-er besproken en ook het team wordt advies gevraagd, alvorens de directie een besluit neemt over toelating. Bij deze afwegingen speelt ook mee of een kind in aanmerking komt voor breedtezorg (= ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband). Een belangrijk beslissingscriterium voor de breedtezorg is de vraag of de basisschool in staat is het kind gedurende
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
een aantal dagdelen adequaat op te vangen en de mogelijkheid heeft de benodigde expertise te ontwikkelen. De haalbaarheid wordt elke 3 maanden getoetst en besproken met de begeleiders en ouders. Deze procedure wordt ook gevolgd als een leerling al is toegelaten op de school, maar er later blijkt dat een leerling ernstige leer- en/of gedragsproblemen heeft. Zie handhavingsprotocol. Protocol Toelating en handhaving en verwijzing Toelating en verwijzing gaat in principe op dezelfde grondslag. Het verschil is dat bij toelating dient te worden ingeschat in welk zorgniveau een kind zit. Bij verwijzing staat dit voor de school vast. De school volgt het beleid zoals vastgelegd binnen het beleid zorgplicht en passend onderwijs van ons samenwerkingsverband WSNS, ons schoolbestuur en tenslotte in ons eigen, bovenstaande schoolbeleid. Passend onderwijs begint bij onze school. Aanmeldingsprocedure
Toelatingsprotocol voor zorgleerlingen. Fase 1:
Ouders verzoeken de school hun kind te plaatsen. ↓
Fase 2:
Gesprek door directeur en intern begeleider met de ouders. ↓
Fase 3:
Het team wordt geïnformeerd over de aanmelding. ↓
Fase 4:
- De school verzamelt gegevens over het kind. - De school verzamelt informatie over de begeleiding van kinderen met de betreffende handicap binnen het basisonderwijs. ↓
Fase 5: De verzamelde gegevens worden geïnventariseerd, bestudeerd en geordend. ↓ Fase 6:
Het verzoek tot plaatsing wordt besproken in het team. ↓
Fase 7:
Het team brengt een advies uit t.a.v. al dan niet plaatsen. ↓
Fase 8:
De directie neemt een beslissing t.a.v. het verzoek tot plaatsen. ↓
↓
Fase 9a:
De leerling wordt toegelaten. ↓
Fase 9b: De directie adviseert het bestuur de leerling af te wijzen. ↓
Fase 10a:
In een gesprek met de ouders wordt het besluit van de school toegelicht.
Fase 10b:
a. b.
Het bestuur toetst de procedure en het advies aan het vastgestelde beleid. Het bestuur: bekrachtigt het besluit van de directie treedt in overleg met de directie indien heroverweging van het besluit gewenst wordt geacht. Het bekrachtigt na heroverweging, indien van toepassing, alsnog het advies de leerling af te wijzen of fase 9a is van toepassing.
↓
↓
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
Fase 11a: Er wordt een overeenkomst tussen school en de ouders opgesteld
Fase 11b:
In een gesprek met de ouders wordt het besluit van het bestuur toegelicht. Ouders worden door school begeleid bij de plaatsing op een andere school. Afspraken maken over vervolg = zorgdragen voor plaatsing elders met ondersteuning van ???? verwijzingscommissie??. Handelen volgens passend onderwijs en zorgplicht, nu en binnen de regelgeving na 2011. ↓
↓ Fase 12a:
Bestuur, MR en inspectie worden op de hoogte gesteld van het besluit. ↓
Fase 12b:
MR en inspectie worden op de hoogte gesteld van het besluit.
Fase 13: Er wordt een handelingsplan opgesteld. ↓ Fase 14: Overige belanghebbenden worden geïnformeerd over de plaatsing.
Protocol handhaving Wanneer is de grens bereikt van het kunnen handhaven van een leerling met Special Educutional Needs (SEN) op de Ireneschool en hoe wordt dat bepaald? Na aanname van een leerling met SEN worden fase 13 en 14 gevolgd van het toelatingsprotocol. Fase 13, het handelingsplan wordt elke 3 maanden geëvalueerd. In de maanden september (ongeveer 4 weken na de start van het cursusjaar of de start van de leerling op school), december, februari en mei. Deze evaluatie vindt plaats in een groot overleg, waarbij de leerkracht(en), IB-er van de school, de ouders, de AB-er van de begeleidende school en eventueel andere betrokkenen aanwezig zijn. De directie ontvangt de verslagen die worden gemaakt omtrent deze leerlingen ter kennisname. De directie kan besluiten een groot overleg bij te wonen. Op het groot overleg van mei is de leerkracht aanwezig die de leerling het volgende cursusjaar in de groep krijgt. Gedurende de periode dat een handelingsplan loopt kan de leerkracht om ondersteuning vragen. Er wordt dan door de IB-er bekeken wie er in welke vorm hulp kan bieden. Deze vragen en de geboden hulp worden schriftelijk vastgelegd. Ook waar de leerkracht dreigt vast te lopen in het proces dient schriftelijk te worden vastgelegd. Deze schriftelijke vastlegging wordt meegenomen in het groot overleg. Na elke evaluatie wordt het besluit genomen of er een nieuw handelingsplan gemaakt wordt of dat handhaving niet langer wenselijk is voor de leerling (ouders) of voor de school. De school begeleidt op dat moment het proces van verwijzing, voor kinderen met een indicatie is dit reeds geregeld. N.B.Zolang deze nog bestaat…. De Commissie van Indicatiestelling(CVI) of de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) kunnen een beschikking afgeven waarin bepaald wordt of een leerling SEN heeft. De aanwezigheid van een leerling met SEN kan nooit een reden zijn voor cruciale aanpassingen in de formatie. De aanwezigheid van een leerling met SEN in een bepaalde groep kan wel een reden zijn voor het weigeren van nog een leerling met SEN in deze groep. Als later in de schoolloopbaan blijkt dat een leerling SEN heeft, wordt het protocol van handhaving gevolgd. Als later in de schoolloopbaan blijkt dat meerdere kinderen in één groep SEN hebben, wordt in deze de leerkracht meer ondersteund.
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
6. Conclusie en ambities
6a. Ontwikkelpunten n.a.v. de Nulmeting met tijdpad Indicator 4
Effectieve methoden en aanpakken
Indicator 5
Handelingsbekwaamheid en competenties leerkrachten
Indicator 7
Zorgvuldige overdracht Naast de overdracht van en naar andere basisscholen en de overdracht naar het Voortgezet Onderwijs, richten wij ons ook op de overdracht van de voorschoolse voorzieningen en op de overdracht binnen de school zelf.
Indicator 10
Ondersteuningsprofiel
De kinderen met een taalachterstand of andere thuistaal beter kunnen begeleiden door het aanbieden van een goede methode. Jaarlijkse nascholing van leerkrachten (zie scholingdocument). 0 meting in cursusjaar 2013 2014, met warme overdracht gesprekken ongeveer 6 weken nadat een kind binnenkomt. In cursusjaar 2014-2015 evaluatie en voortzetting. Interne overdracht naast mondeling ook digitaal verwerken in DotCom Jaarlijks wordt het ondersteuningsprofiel bijgewerkt, in 2014 voor het eerst opgesteld en goedgekeurd.
6b. Beschrijving van Ambities die boven de basisondersteuning uitstijgen Onze ambitie is in de eerste plaats gericht om die kinderen, die uit onze wijk komen een passend onderwijs programma aan te bieden. Wij richten ons niet op een speciaal onderdeel om daarmee kinderen uit andere plaatsen of wijken naar onze school te krijgen. Als wij kinderen met speciale onderwijsbehoeften binnen krijgen of hebben, zullen wij onze scholing en specialisatie daarop richten en op die manier onze expertise vergroten, ten bate van het betreffende kind en de groep waarin het zit. Met een onmiddellijk gevolg dat deze expertise ook voor andere kinderen en groepen ingezet kan worden Voor jonge kinderen met een andere thuistaal dan Nederlands willen wij een goed programma opzetten met voldoende mogelijkheden om dit in elke groep in te zetten. Naast de methode van onderdompeling willen wij bewust bouwen aan woordenschat en begrip van de Nederlandse taal. Vergelijkbaar onderwijs als op een Taalschool in de grote steden, met mogelijkheden om kinderen gedurende een nader te bepalen tijdsduur apart van de groep te begeleiden op taal. Voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben, dan het basisprogramma, willen wij ons verder verdiepen in het compacten van leerstof en het uitdagen van deze kinderen, zodat zij ook leren hun grenzen te verleggen. En ook leren leren. Het moet een programma zijn vanaf groep 2, waarin overzichtelijke lijnen zijn uitgezet, zowel voor de kinderen als voor de leerkrachten.
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
6c. Conclusies
3. Handelingsgericht werken “Om gelijke kansen te krijgen om zich naar hun mogelijkheden en talenten te ontplooien, hebben kinderen recht op ongelijke behandeling in opvoeding en onderwijs” Handelingsgericht werken beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen te verbeteren. Hierbij gelden 7 uitgangspunten die met elkaar samenhangen: Onderwijsbehoeften van kinderen staan centraal Het gaat om afstemming en wisselwerking De leerkracht doet er toe Positieve aspecten zijn van groot belang We werken constructief samen Ons handelen is doelgericht De werkwijze is systematisch, planmatig en transparant 4. Zorgprofielen = basiszorg, breedtezorg en dieptezorg Wij definiëren ons zorgprofiel als volgt: Breedtezorg Dit is de zorg om de school heen. De school wil zelf de verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de zorg en de ontwikkeling van de leerlingen, maar heeft daarbij hulp van buitenaf nodig. Om de school heen is een vangnet van hulpbronnen voor breedtezorg. Van (preventieve) ambulante begeleiders, deskundigen uit het (school)maatschappelijk werk, jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg tot tijdelijke plaatsingen en voorzieningen. Binnen de breedtezorg blijft de leerling vallen onder de verantwoordelijkheid van de school en blijft daar ingeschreven. De breedtezorg heeft het karakter van tijdelijk en/of aanvullend. Dieptezorg Dit is de zorg in gespecialiseerde voorzieningen in het samenwerkingsverband of in de regio, zoals het SBO of het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheid voor de leerling wordt overgedragen aan deze voorziening. Wij willen basiszorg bieden en daarmee 85 %van onze leerlingen binnen de eigen basisschool kunnen opvangen. De breedte- en dieptezorg moeten vervolgens aan de specifieke onderwijs behoeften van de resterende 15% kunnen voldoen. voldoen. Uiteindelijk is er dieptezorg mogelijk voor maximaal 2 – 3 % van de leerlingen. We gebruiken meerdere zelfevaluatie-instrumenten, waarmee het huidige basiszorgniveau in beeld wordt. Vervolgens beschrijven wij in ons schoolspecifieke zorgplan de acties die wij de komende jaren gaan ondernemen om het gewenste niveau van basiszorg te bereiken.
6d. Gebruikte documenten Voor het opstellen van het ondersteuningsprofiel is gebruik gemaakt van: Schoolplan 2011-2015 Zorgplan 2011-2015 Schoolgids 2013-2014 Scholen met succes personeelspeiling 2011
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014
Inspectierapport augustus 2010 0 -meting basisondersteuning 2013 Uitstroomgegevens DotComoas Zorgprofiel Ireneschool 2012 Het meer- en hoogbegaafdheidsbeleid Ireneschool 2013
Ondersteuningsprofiel Ireneschool
versie 26 maart 2014