Ondernemingsraad 30 juni 2009 : verslag ABVV Aanwezig : Jo Coulier (Secretaris), Marina Opsomer (Adjunctsecretaris), Michael Korntheuer, Rudi Willems, Ai Lee Leong, Frank Van Der Kelen, Hanne Provoost, Samir Boutalbi, Nick Deschacht Veronschuldigd : Joeri Cooreman, Oscar Steenhaut, Jan Danckaert, Yvette Pieters, Eric Corijn, Tommy Van Biesen, Peter Scholliers, Dave Van Der Sypt, Luc Deschouwer ACLVB Aanwezig : Lutgarde Vandersnickt, Nikkie Stevens, Francine Huylebroek, Alain Triest Verontschuldigd : Jean Aelbrecht Werkgeversdelegatie Aanwezig : Jim Van Leemput, Jan Veny, Eddy Van Gelder (voorzitter), Nic Van Craen Verontschuldigd : Uitgenodigd : Paul De Knop (rector) 1. Goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering Het verslag van de vergadering van mei wordt goedgekeurd met volgende correcties : Punt 3: portefeuilles, tweede zin als volgt wijzigen : In de rekeningen zullen de niet gerealiseerde minwaarden opgenomen moeten worden. Punt 7: varia : in het antwoord van de werkgeversdelegatie op de vraag m.b.t. bursalen “De personeelsdienst mag betalingen doen vooraleer de bursalen de nodige formaliteiten in orde gebracht hebben. 2. Inlichtingen van algemene aard Algemeen strategisch plan (ASP) De rector licht het plan dat 1600 pagina’s omvat en waarvan de management summary ter informatie verspreid werd onder de leden van de ondernemingsraad, toe. Op de Raad van Bestuur van 1 juli zal het gedeelte corebusiness (faculteiten + rectoraat) + de meerjarenbegroting ter goedkeuring voorgelegd worden. Het tweede gedeelte bestaande uit de overige diensten zal voorgelegd worden aan de Raad van Bestuur op 8 september. Een aantal diensten moeten hun ingediende plannen nog bijsturen voor 8 september. Samengevat kan men stellen dat het plan enerzijds voorziet in een sanering van de uitgaven om het verwachte deficiet weg te werken, en anderzijds investeringen omvat om de organisatie performanter te maken, om op die manier meer inkomsten te genereren of verliezen weg te werken. Er is geen sprake van afbouw van het personeelsbestand. Indien we alle bewegingen immers optellen en aftrekken stellen we vast dat de tewerkstelling met 46 eenheden zal toenemen. Wel is er sprake van verschuivingen. De rector verduidelijkt dat de nietcorebusiness diensten zullen verzelfstandigd worden, wat niet gelijk staat met privatisering. Met verzelfstandiging wordt bedoeld dat ze moeten trachten om meer externe inkomsten te genereren om de tussenkomst vanuit de subsidies die de universiteit ontvangt voor haar onderwijs en onderzoeksactiviteiten zo laag mogelijk te houden. Deze middelen moeten maximaal in onderwijs en onderzoek geïnvesteerd worden om performanter te worden. Het personeel dat in de verzelfstandigde diensten werkt, zal hun VUBarbeidsovereenkomst houden en
blijft dus werknemer van de VUB. De enige dienst die gesloten wordt is de dienst reproductie. Het is de bedoeling dat de andere diensten behouden blijven. De Raad van Bestuur zal op 1 juli de meerjarenbegroting moeten goedkeuren. Indien de Raad het voorstel verwerpt, zal er moeten gewerkt worden met voorlopige twaalfden in afwachting van het goedkeuren van een begroting – wat onze slagkracht dreigt te verlammen. In de meerjarenbegroting 20092012 is voorzien om : middelen te heralloceren t.v.v. de groene faculteiten zoals de PE te besparen zodat de begroting in evenwicht blijft en de instelling financieel gezond blijft te investeren zodat de VUB niet begint te zinken zonder evenwel alle financiële reserves uit te putten. Grosso modo zal er 5 miljoen euro geïnvesteerd worden uit eigen middelen en 10 miljoen euro bespaard worden. Daarnaast is er nog een ambitieus investeringsplan gemaakt waarin zowel bij de overheid als bij privéfinancierders zal aangeklopt worden voor de financiering ervan. Er zal er performanentiemanagement ingevoerd worden in de administraties maar ook in de faculteiten. Iedereen moet begrijpen dat zijn/haar engagement niet vrijblijvend is. Indien één afdeling ondermaats presteert zal iedereen delen in de gevolgen. Aan de Raad van Bestuur wordt gevraagd om het fiat te geven om de ontwikkeling van een University of Brussels (UoB) vorm te geven. Er wordt geen blanco cheque gevraagd, wel toestemming om het project op te starten en een stappenplan neer te leggen in het najaar. De UoB is een noodzakelijke voorwaarde om als volwaardige universiteit te kunnen blijven opereren. Door de evoluties in het hoger onderwijs en onderzoek zullen masteropleidingen meer en meer internationaal georiënteerd moeten zijn. De UoB is het antwoord dat de VUB in samenwerking met de ULB daarop wil geven. De Raad van Bestuur van de ULB zal zich nog moeten uitspreken en dan kunnen we starten. Indien de ULB niet mee in het project stapt, zal de Ugent aangesproken worden als partner waarbij de Engelstalige opleidingen in Brussel geconcentreerd worden. Lukt dit alles niet, dan zal de VUB degraderen tot een regionale bacheloruniversiteit of kan er samenwerking gezocht worden met de KUL. De ABVVdelegatie stelt dat zij de visie die door het ASP uitgedragen wordt niet deelt. Universiteiten worden gezien als concurrenten die moeten strijden om marktaandeel te verwerven ten koste van elkaar. Een collegiale samenwerking tusen verschillende universiteiten wordt op die manier onmogelijk. Verder zullen veel middelen opgeslorpt worden om klanten te werven door onder meer imagocampagnes, zonder dat dit het wetenschappelijk onderwijs of onderzoek ten goede komt. Meestappen in dergelijke logica is op lange termijn geen oplossing. Kostenreductie zal niet leiden tot meer succes aangezien de andere universiteiten tot dezelfde maatregelen zullen gedwongen worden. Een race to the bottom is ingezet. Wij staan niet achter zo’n strategie. Volgens de rector legt het ABVV de vinger op de wonde door te wijzen op de concurrentiestrijd en de mogelijke gevolgen ervan. Hij deelt de analyse grotendeels maar meent dat het ABVV verkeerde conclusies trekt. Hij is niet verantwoordelijk voor het beleid waarvoor de Vlaamse overheid gekozen heeft en ziet geen alternatief. De ABVVdelegatie vraagt zich af waarom Vesalius College – dat veel inspanningen leverde om accreditatie te verwerven afgebouwd wordt en hoe de UoB zal geaccrediteerd worden? De rector antwoordt dat veel collega’s zich terecht bekommeren om de toekomst en met veel vragen zitten. Hij heeft geen zekerheden, noch pasklare antwoorden. De rector vraagt vandaag toestemming om plannen uit te werken die telkens zullen voorgelegd worden aan de beleids en
adviesorganen vooraleer ze kunnen in werking treden. Gezien de expertise die door collega’s in Vesalius College opgebouwd werd, is een integratie in de UoB een aan te bevelen actie. De ABVVdelegatie informeert of de leden van de ondernemingsraad het verslag van de consultant die de VUB doorlichtte, kunnen ontvangen. De rector heeft exemplaren mee maar vindt het deontologisch moeilijk om die nu uit te delen omdat de Raad van Bestuur nog geen kans kreeg om zich uit te spreken over het ASP. Er wordt afgesproken dat verslag over te maken aan de leden van de ondernemingsraad na de zitting van de Raad van Bestuur van 1 juli 2009. De ABVVdelegatie meent dat het ASP toch eerder uitgaat van een conservatieve reflex en een behoud van het status quo op organisatorische vlak. Zo heeft ze vragen bij de verhouding leidinggevenden/uitvoerend personeel die vandaag al dikwijls scheefgetrokken is en nog verder dreigt te ontsporen. Met een aantal opmerkingen die zij overmaakte aan de consultant werd rekening gehouden. Maar belangrijke kritieken werden blijkbaar genegeerd. De ABVVdelegatie vraagt of dit plan nu af is en te nemen of te laten is? Is er m.a.w. nog ruimte voor bijsturing en verandering. De ACLVBdelegatie vraagt waarom niet alle diensthoofden hun personeel betrokken hebben bij de opmaak van de beleidsplannen. De rector antwoordt dat het gaat om een strategisch plan dat moet aangeven in welke richting we gaan. Dit strategisch plan moet verder uitgewerkt worden in operationele plannen en het spreekt vanzelf dat in een veranderende wereld ook de plannen moeten kunnen bijgestuurd worden. Indien bepaalde doelstellingen niet gehaald worden, zal bijsturing sowieso nodig zijn. De rector stipt aan dat aan faculteiten vragen gesteld werden m.b.t. gebouwen, vernieuwing,etc. In veel gevallen is er geen antwoord gekomen. Hij kan de kritiek dat diensten te weinig visionair gekeken hebben, gedeeltelijk aanvaarden. Mensen willen doorgaans geen verandering terwijl we een continu veranderingsproces moeten op gang brengen. Er werd gevraagd om de beleidsplannen bottom up te laten groeien maar niet iedereen heeft dit evengoed gedaan. De strategische opties liggen vast. Al de rest kan bijgestuurd worden of zal moeten bijgestuurd worden indien doelstellingen niet gehaald worden. De ABVVdelegatie betreurt de omzetting van AAPmandaten naar bursalen. Bursalen betalen geen belastingen maar de universiteit wordt wel gefinancieerd met belastingsgeld. Door dergelijke principes in te voeren, zagen we de tak af waarop we zitten. De werkgeversdelegatie antwoordt dat de andere universiteiten nog veel verder gaan met de omzetting van mandaten in beurzen. De VUB moet noodgedwongen volgen zoniet zakken we verder weg bij de outputmeting. Het aantal vorsers is een parameter. De KUL kan door het omvormen van AAP in bursalen een vierde meer output genereren dan de VUB met hetzelfde budget. De ABVVdelegatie benadrukt dat met deze problematiek aangetoond wordt dat de principiële afwijzing van de concurrentievisie door haar terecht is. Men tracht eigenlijk op de kap van het personeel, in dit geval de onderzoekers, meer resultaat te bewerkstelligen. Zij begrijpt evenwel dat in de hyperconcurrentiële omgeving de werkgever geen andere optie heeft. De ABVVdelegatie zal bij het opstarten van de onderhandelingen voor CAOIII hoger onderwijs voorstellen indienen om een instellingoverschrijdend statuut voor de vorsers te creëren zodat de universiteiten niet langer kunnen concurreren door slechtere loon en arbeidsomstandigheden voor de vorsers. De ABVV delegatie hoopt dat de werkgever deze voorstellen zal steunen. De ABVVdelegatie informeert wat bedoeld wordt met het invoeren van full costing en of dit de
voorbode is van outsourcing van diensten. De rector antwoordt dat het bepalen van de kosten (full costing) een noodzakelijke voorwaarde is om een zicht te krijgen op hoeveel geld we uitgeven aan bijvoorbeeld een graduation ceremony. De bedoeling is niet om die dan af te schaffen maar wel om bewust om te gaan met de centen. Het in kaart brengen van de echte kosten is bovendien een verplichting die ons door bepaalde financieringskanalen (o.m. EU) opgelegd wordt. Men vraagt naar een gedetailleerde verantwoording van de overheadkosten en geen natte vingerwerk. Het werken met full costing betekent evenmin dat voortaan alle diensten zullen doorgefactureerd worden. Deze procedures zullen moeten onderzocht worden. Op de vraag of het introduceren van full costing de voorbode is van outsourcing is het antwoord volgens de rector “neen”. De ACLVBdelegatie informeert welke stappen ondernomen worden naar laatstejaarsstudenten in het secundair onderwijs. Zij wijst erop dat de VUB mooie brochures heeft, maar dat die dikwijls te laat bij potentiële studenten terechtkomen. De rector verduidelijkt dat er reeds een uitgebreide informatiecampagne opgestart werd maar er nog veel kan verbeterd worden. De vicerector studentenbeleid zal hier de nodige initiatieven nemen. Volgens de rector zijn de beleidsplannen niet vrijblijvend en zal iedereen de gevolgen van het in gebreke blijven van bepaalde afdelingen voelen. De ABVVdelegatie vraagt of de afdelingshoofden vrijblijvend de beleidsplannen mogen uitvoeren en de zwarte piet doorschuiven naar hun ondergeschikten. Zij stelt dat er enkele jaren geleden een vicerector studentenbeleid bijgekomen is maar de resultaten toch uitblijven. De rector antwoordt dat ook de beleidsplannen aan de vakbonden zullen voorgelegd worden. De beleidsplannen en jaardoelstellingen zijn niet vrijblijvend. Hij zal de resultaten van de uitvoering nauwlettend volgen en bijsturen. De rector haalt een aantal voorbeelden aan van ondermaats presterende entiteiten en het in gebreke blijven van de leidinggevende, en stipt aan dat de vakbonden op de hoogte gebracht werden van de problemen. Indien leidinggevenden in gebreke blijven zal hij initiatief nemen en desnoods een transitiemanager aanstellen zoals het geval is bij het Tandheelkundig instituut. Hij is zich ervan bewust dat de personeelsleden die in zo’n dienst werken niet noodzakelijk verantwoordelijk zijn voor de problemen, maar wel de dupe dreigen te worden. Hij zal hiervoor de nodige aandacht hebben en benadrukt dat het niet de bedoeling is om botweg te saneren of te sluiten, maar om alle entiteiten een toekomstperspektief te bieden. De ABVVdelegatie meent dat de aanbevelingen uit het rapport Soete nog geen wettelijke basis hebben en vraagt zich bijgevolg af waarom de werkgever ze beschouwt als een voldongen feit en zich ernaar schikt. Hierop antwoordt de rector dat hij wil anticiperen op de beslissingen die wellicht zullen genomen worden door de Vlaamse Regering. Hij wil niet passief afwachten maar zoekt terzelfdertijd steun in politieke en andere middens voor VUBprojecten in het kader van ontwikkelingskansen voor het Brussels hoger onderwijs. De ABVVdelegatie vraagt of het de bedoeling is om de kinderdagverblijven af te splitsen in een aparte entiteit. De rector antwoordt hierop ontkennend. Hij vindt het kinderdagverblijf eerder een voorbeeld van een goede politiek van verzelfstandiging. De personeelsleden hebben en behouden hun arbeidsovereenkomst met de VUB maar de kinderdagverblijven genereren de inkomsten die ze nodig hebben hoofdzakelijk extern. De bedoeling is dat de verzelfstandigde diensten hetzelfde doen. Zo wordt voorgesteld om aan de sportdienst, medische dienst en kultuurdienst een jaarlijkse subsidie
toe te kennen van 50.000 euro vanuit VUBmiddelen. Wat ze aanvullend nodig hebben om zowel de personeels, werkings als investeringskosten te dragen moet extern gegenereerd worden. De kultuur en sportdienst hebben een plan opgesteld waarbij die opdracht uitgevoerd wordt. Voor de medische dienst is dit nog niet het geval. De ABVVdelegatie meent dat sommige diensten falen door het ondermaats functioneren van de leidinggevende. Zij kan in geen geval aanvaarden dat de personeelsleden daarvan de dupe zouden worden. De rector zegt dat hij zich hiervan bewust is en hij op een vergadering waarbij afgevaardigden van de beide vakbonden uitgenodigd waren, reeds stelde dat wanneer de leidinggevende in gebreke blijft, hijzelf maatregelen zal nemen. Daarbij is het niet de bedoeling om onmiddellijk te sluiten maar door het aanstellen van transitiemanagers die entiteiten leefbaar te maken. Het ABVV neemt akte van de verduidelijking omtrent het begrip “verzelfstandiging” door de rector maar kondigt aan dat zij actie zal ondernemen wanneer diensten zouden opgedoekt of geoutsourced worden zonder akkoord van de ondernemingsraad. Zij zal ook actie ondernemen om de minister te herinneren aan zijn belofte om het budget hoger onderwijs met 10% te verhogen. De ABVVdelegatie deelt mee dat zij een petitie opstartte n.a.v. de sluiting van de dienst reproductie, en op korte tijd meer dan 500 handtekeningen verzamelde van personeelsleden die het aanvechten van deze beslissing door het ABVV steunen. Zij zal de handtekeningen aan de voorzitter overhandigen. Gezien de betrokken personeelsleden ondertussen totaal gedemoraliseerd zijn en zich noodgedwongen neerleggen bij mutatie naar andere diensten zal het ABVV hier geen verdere stappen ondernemen, maar zij vraagt zich wel af of de diensten die gebruik maakten van die dienstverlening hiervan niet de dupe zullen zijn. De ACLVBdelegatie vraagt of er al concrete informatie voorhanden is over de voorgestelde uitstapregeling. De werkgeversdelegatie deelt mee dat zij voor 26 juli 2009 een voorstel zal overmaken aan de beide vakbonden en dan zo snel mogelijk wil onderhandelen over een CAO. I.E.S. jaarverslag De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. VUB jaarverslag De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. 3. Financiële informatie I.E.S. : Rekeningen 2008 De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. Veco : rekeningen 2005, 2006, 2007 De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. UZJette : rekeningen 2008 De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. VUB : rekeningen en balans 2008 De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de volgende vergadering. 4. Personeelszaken
I.E.S. : pensioenplan personeel De werkgeversdelegatie verduidelijkt dat het voorgestelde pensioenplan uitsluitend met werkgeversbijdragen gefinancieerd wordt en bijgevolg geen onderhandelingen moeten plaatsvinden voor het afsluiten van een CAO. De wet op de aanvullende pensioenen verplicht de werkgever wel om de ondernemingsraad in te lichten, wat bij deze gebeurd is. Het plan zal snel opgestart worden, en, het is de bedoeling om een groepsverzekering aan te bieden aan de personeelsleden van het I.E.S. waarbij een kapitaal opgebouwd wordt dat gemakkelijk kan meegenomen worden naar een andere werkgever. Gezien de specifieke formatie van het I.E.S. lijkt dit de meest aangewezen methode om ervoor te zorgen dat de betrokkenen beschikken over een soort rugzakje wanneer ze de instelling verlaten. De ABVVdelegatie informeert waarom de personeelsleden van Veco hier niet in opgenomen worden. De werkgeversdelegatie antwoordt dat die mogelijkheid bestaat wanneer Veco instaat voor de financiering. 5. Sociale voorzieningen nihil 6. Organisatie van de instelling Nihil 7. Varia De ABVVdelegatie stelt vast dat bepaalde diensten collectieve sluitingsperiodes invoeren wat volgens haar in strijd is met het arbeidsreglement. Het vastleggen van collectieve sluitingsperiodes behoort tot de prerogatieven van de ondernemingsraad. De werkgeversdelegatie antwoordt hierop dat de ondernemingsraad enkel bevoegd is voor collectieve sluitingsperiodes die de hele instelling omvatten. Hier gaat het om diensten waar er altijd een sluitingsperiode geweest is. De secretaris van de ondernemingsraad laat acteren dat hij vindt dat zijn arbeidsvoorwaarden éénzijdig en dus onwettelijk gewijzigd werden door het invoeren van een reglement op dienstniveau in de afdeling onderwijszaken van het rectoraat. Hij laat acteren hiermee niet akkoord te gaan en dringt aan dat de werkgeversdelegatie erop toeziet dat alle leidinggevenden de arbeidswetgeving respecteren. De ACLVBdelegatie informeert hoeveel geld de VUB verloren heeft aan het stopzetten van het CMSproject. Hierop antwoordt de werkgeversdelegatie dat het werkelijke verlies geraamd wordt op 2,5 miljoen euro. De ACLVBdelegatie stelt dat het project een aantal keren voorgesteld werd op de Raad van Bestuur als zijnde succesvol ; dan volgde plots een bevriezing ; en nu blijkt dat het hele project een slag in het water is. Zij vraagt dat van diegenen die verantwoordelijk waren voor het project en hiervoor een riante vergoeding gekregen hebben, die vergoedingen teruggevorderd worden. De werkgeversdelegatie meent dat de softwareleverancier niet aansprakelijk kan gesteld worden aangezien er geen resultaatsverbintenis werd afgesloten waardoor de juridische dienst meent dat het eisen van een schadevergoeding niet zinvol is.