Ondernemingsplan Centrum Jeugd & Gezin Emmen Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................ 3 1 Missie en strategie......................................................................................... 4 1.1 Doelstelling en doelgroep........................................................................................... 4 1.2 Uitgangspunten .......................................................................................................... 4 1.3 Ontwerp ..................................................................................................................... 5 1.4 Wat maakt ons uniek .................................................................................................. 8 1.5 Positionering .............................................................................................................. 8
2 Plan van aanpak.......................................................................................... 10 2.1 Pijler 1: Dichtbij bereikbaar...................................................................................... 10 2.2 Pijler 2: Van signaal naar zorg.................................................................................. 11 2.3 Pijler 3: Samenhangend pakket van zorg .................................................................. 15 2.4 Pijler 4: Multidisciplinaire aanpak ............................................................................ 16 2.5 Pijler 5: Steun voor beroepskrachten ........................................................................ 19
3 Actiepunten oktober 2007 t/m december 2008 .......................................... 22 3.1 Uitgangssituatie........................................................................................................ 22 3.2 Dichtbij bereikbaar................................................................................................... 22 3.3 Van signaal naar zorg............................................................................................... 22 3.4 Samenhangend pakket van zorg................................................................................ 23 3.5 Multidisciplinaire aanpak ......................................................................................... 23 3.6 Steun voor beroepskrachten...................................................................................... 24
4 Organisatie .................................................................................................. 25 4.1 Dichtbij bereikbaar................................................................................................... 25 4.2 Van signaal naar zorg............................................................................................... 25 4.3 Samenhangend pakket van zorg................................................................................ 26 4.4 Multidisciplinaire aanpak ......................................................................................... 27 4.5 Steun voor beroepskrachten...................................................................................... 27 4.6 Eindverantwoordelijkheid, ketenmanagement en ondersteuning ............................... 28 4.7 Organisatiestructuur ................................................................................................. 29
5 Communicatie ............................................................................................. 31 5.1 Restyling logo .......................................................................................................... 31 5.2 PR-plan introductie Centrum Jeugd & Gezin ............................................................ 31
6 Financiering ................................................................................................ 35 7 Lijst met afkortingen .................................................................................. 38
1
8 Gebruikte Literatuur.................................................................................. 39 Bijlagen Bijlage 1: Doelstellingen Keten Jeugd en Gezin ............................................................. 40 Bijlage 2: Typering van Emmen in cijfers ...................................................................... 41 Bijlage 3: Ontwerp signalerings- en toeleidingsstructuur ................................................ 43 Bijlage 4: Stroomschema Jeugdgezondheidszorg............................................................ 44 Bijlage 5: Aannames Schoolmaatschappelijk werk......................................................... 45 Bijlage 6: Beschrijving Zorgstructuren........................................................................... 46 Bijlage 7: Basis voor Programma opgroeien en opvoeden .............................................. 51 Bijlage 8: Beschrijving Triple P ..................................................................................... 63 Bijlage 9: Uitgangssituatie Verbeterplan Keten Jeugd en Gezin ..................................... 65
2
Inleiding De gemeente is verantwoordelijk voor het voeren van preventief jeugdbeleid. Jeugdbeleid kent vele facetten. Eén daarvan is de op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden1. Om deze ondersteuning in te vullen worden vijf functies onderscheiden. Dit zijn informatie en advies, signalering, toeleiding, licht pedagogische hulp en Coördinatie van Zorg. In 2004 is begonnen met de invulling van deze vijf functies van preventief jeugdbeleid. Dit heeft eind december 2004 geleid tot een ontwerp jeugdketen. Om deze keten te realiseren is vanaf januari 2005 gewerkt aan de vertaling van het ontwerp in het Verbeterplan Ketenvorming in de zorg rondom jeugd. In september 2005 is begonnen met de voorbereiding van de uitvoering van dit verbeterplan. In december 2005 is aan de Besturingsgroep door de gemeente Emmen de opdracht verstrekt de resultaten die met het verbeterplan beoogd worden te realiseren in de periode tot 31 december 2007. Aangezien het einde van de projectperiode nadert moet verder gekeken worden naar de toekomst van keten die in Emmen de afgelopen jaren ontwikkeld is. Het gaat hierbij om de consolidatie van de verbeteringen die zijn gerealiseerd door het ketenvormingsproject. Gezien het landelijk beleid om te komen tot een dekkend netwerk van centra voor jeugd en gezin, is besloten om een plan te maken met als doel de Keten Jeugd en Gezin die ontwikkeld is door uitvoering van het verbeterplan om te vormen naar een centrum voor jeugd en gezin in Emmen. Resultaat van dit besluit is dit ondernemingsplan voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. In dit ondernemingsplan wordt in het eerste hoofdstuk de missie en visie beschreven. Dit is de beschrijving van de vijf pijlers waar het Centrum Jeugd & Gezin Emmen op rust. Deze kern wordt in hoofdstuk 2, het plan van aanpak verder uitgewerkt. Daarbij wordt ingegaan op de wijze waarop de verschillende onderdelen van de 5 pijlers worden ingevuld. Hoofdstuk 3 benoemt, vanuit de basis van het project Ketenvorming in de zorg rondom jeugd, de actiepunten voor de periode tot en met december 2008. Tenslotte komen in hoofdstuk 4, 5 en respectievelijk de organisatie, de communicatie en de financiering aan de orde.
1
Prestatieveld 2 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
3
1
Missie en strategie
In dit hoofdstuk worden de missie en strategie voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen beschreven. Eerst worden de doelstelling en de doelgroep(en) benoemd, vervolgens komen de uitgangspunten aan de orde en tenslotte wordt op hoofdlijnen beschreven hoe het Centrum Jeugd & Gezin Emmen in de praktijk vorm moet krijgen (het ontwerp).
1.1 Doelstelling en doelgroep Voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is de volgende hoofddoelstelling geformuleerd: 24 uur per dag, 7 dagen per week, 365 dagen per jaar samen sterk voor alle vragen en problemen bij opgroeien en opvoeden. Deze hoofddoelstelling is verder uit te werken in verschillende subdoelstellingen. Hierbij is gebruik gemaakt van de doelstellingen die geformuleerd zijn voor het Ontwerp Jeugdketen (2005) en de uitwerking daarvan in het Verbeterplan Ketenvorming in de zorg rondom Jeugd (2005). Deze doelstellingen zijn opgenomen in bijlage 1 van dit ondernemingsplan. Op basis hiervan zijn voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen de volgende subdoelstellingen geformuleerd. Subdoelstellingen: · Alle informatie over opgroeien en opvoeden herkenbaar dichtbij in de eigen leefomgeving. · De juiste hulp door tijdige signalering en snelle begeleiding. · Effectieve en kwalitatief goede methoden voor alle vragen en problemen op het terrein van opgroeien en opvoeden. · Eén gezin, één plan voor gezinnen met meervoudige problemen. · Ondersteunend naar beroepskrachten in innovatie en verbetering. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen richt zich op alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar uit de gemeente Emmen, hun gezinnen2 en sociale netwerk met vragen of problemen bij opgroeien en opvoeden.
1.2 Uitgangspunten Om richting te geven aan de uitwerking van de hiervoor geformuleerde doelstellingen naar een ontwerp zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd. Centrum Jeugd & Gezin Emmen: · Bouwt voort op de Keten Jeugd en Gezin (Keten Jeugd en Gezin is de basis), verbinden en verbeteren staan centraal; · Geeft invulling aan de vijf functies van preventief jeugdbeleid: informatie, signalering, toeleiding, licht pedagogische hulp en Coördinatie van Zorg; · Wordt in eerste instantie gevormd door de vier ketenpartners van de Keten Jeugd en Gezin (Icare JGZ, GGD Drenthe JGZ, Welzijngroep Sedna en Bureau Jeugdzorg Drenthe); · Verbindt de (kern)taken van de vier ketenpartners die gerelateerd zijn aan de vijf functies van preventief jeugdbeleid (o.m. basistakenpakket JGZ, AMW- jeugd en AMW – gezin,
2
Gezin wordt gedefinieerd als; “elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen” (Rouvoet 2007).
4
· · · · ·
lichtpedagogische hulp van alle organisaties en het indicatiestellingstraject van Bureau Jeugdzorg); Verbindt de vijf functies van preventief jeugdbeleid met de eerstelijns zorg (o.m. huisarts, verloskundige zorg en kraamzorg) en met de tweedelijns zorg (zorg op indicatie via BJZ); Is meer dan een fysiek centrum; Gaat uit van niet-vrijblijvende samenwerking Volgt de dynamiek van de lokale situatie: sluit met haar voordeuren aan bij kansen van ontwikkelingen in de verschillende wijken (o.a. brede school en gebiedssteunpunten), zo dicht mogelijk bij de doelgroep; Is verbonden met de zorgstructuur binnen het onderwijs en is afgestemd met ontwikkelingen in het kader van passend onderwijs.
Daarnaast geldt dat: · Alle doelgroepen, zowel ouders, verzorgers, professionals als kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar, zich thuis moeten kunnen voelen in het Centrum Jeugd & Gezin. · Doelgroepen worden betrokken bij de vormgeving van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. · Iedere professional die zich bezig houdt met de vijf functie van preventief jeugdbeleid maakt onderdeel uit van het Centrum Jeugd & Gezin. Elke medewerker brengt specifieke kwaliteiten en competenties mee. Functies worden vervuld vanuit het Centrum Jeugd & Gezin; · Binnen het centrum gewerkt wordt met een integrale (dwars door organisaties heen) programmatische aanpak; · Er wordt gewerkt volgens protocollen en dat er duidelijke overdrachtsafspraken zijn; · De vraag/ het vraagstuk leidend is voor de aanpak; · Binnen het Centrum Jeugd & Gezin eenheid van taal geldt; · Signaleringsinstrumenten gestandaardiseerd zijn; · Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar bereikbaar is; · Monitoring van de zorgcyclus een belangrijk aandachtspunt is; · Het Centrum voor iedereen herkenbaar is; dat wil zeggen een duidelijke ingang en het is bekend wat men kan verwachten; · Het Centrum Jeugd & Gezin leidend is in het preventieve aanbod; · Centrum toegankelijk is via intermediairs maar ook rechtstreeks voor ouders, verzorgers, kinderen en jeugdigen; · Wat niet werkt afgeschaft wordt.
1.3 Ontwerp In deze paragraaf wordt het ontwerp voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen gepresenteerd. Dit ontwerp is gebaseerd op ervaringen uit de ketenvorming in de zorg rondom jeugd, de hiervoor geformuleerde uitgangspunten en de discussie van de besturingsgroep over de centrumontwikkeling. Daarnaast is gekeken naar landelijke, provinciale en lokale ontwikkelingen rondom het thema Jeugd en Gezin. In figuur 1 wordt het centrum voor Emmen gevisualiseerd.
5
Figuur 1: Ontwerp Centrum Jeugd & Gezin Emmen
Een aanpak met 5 pijlers: Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen kiest voor een brede aanpak, die dicht bij jeugdigen, gezinnen en hun sociale netwerk wordt georganiseerd. Deze aanpak is gebaseerd op 5 pijlers die corresponderen met de 5 subdoelstellingen. Hieronder worden de verschillende pijlers beschreven. 1 Dichtbij bereikbaar Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is op verschillende manieren bereikbaar. Er is een centrale inloop waar alle kinderen, jongeren en ouders/verzorgers uit Emmen terecht kunnen. Op het centrale telefoonnummer (0900-8505050) worden vragen direct beantwoord of doorverwezen naar de juiste plek. De website www.tiszo-emmen.nl voorziet in actuele informatie voor gezinnen, jongeren en beroepskrachten. Deze website biedt ook gelegenheid tot direct contact per e-mail. Naast de centrale bereikbaarheid van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is de hulpverlening ook bereikbaar in de verschillende wijken en dorpen. Op alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs zijn medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin aanwezig, in de persoon van de schoolmaatschappelijk werker en de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. Ook de consultatiebureaus zijn een voordeur van het Centrum Jeugd & Gezin. Hiermee is alle informatie en advies over opgroeien en opvoeden herkenbaar en dichtbij in de eigen leefomgeving.
6
2 Van signaal naar zorg De juiste hulp bieden is mogelijk door tijdige signalering en snelle begeleiding. Voor het oppakken van signalen wordt binnen het Centrum Jeugd & Gezin gewerkt volgens duidelijke routes en er zijn tussen de betrokken instanties heldere overdrachtsafspraken gemaakt. Op het moment dat een beroepskracht op een van de vindplaatsen (o.m. peuterspeelzaalleidsters, kinderopvangmedewerkers, leerkrachten, IB-ers, docenten, zorgcoördinatoren, huisartsen, jeugdagenten, jongerenwerkers) signaleert dat het niet goed gaat met een kind of gezin, kan hij of zij terecht bij één van de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin. Dit wordt een één-tweetje genoemd. Deze medewerker fungeert als vertrouwenspersoon voor overleg, advies en de methode van aanpak. Door een vaste vertrouwenspersoon is het Centrum laagdrempelig voor beroepskrachten. Een vervolg op het één-tweetje kan de bespreking van casussen in verschillende netwerken, zowel binnen als buiten het onderwijs zijn. De zorgstructuur binnen het onderwijs maakt gebruik van de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin. Hierdoor kan de werkwijze binnen het centrum en binnen het onderwijs goed op elkaar afgestemd worden. Het oppakken van signalen wordt ondersteund door een digitaal signaleringssysteem. Dit systeem wordt aangesloten op de landelijke verwijsindex en in de toekomst op het Elektronisch Kind Dossier (EKD). 3 Samenhangend pakket van zorg De licht pedagogische hulp die de betrokken instellingen aanbieden, is geordend in ketens van licht naar zwaar. Op deze manier is een samenhangend pakket van dienstverlening ontstaan, waarmee we antwoord geven op vragen van kinderen, jongeren, hun gezinnen en beroepskrachten. Voor de verdere ontwikkeling van het samenhangende pakket wordt zo veel mogelijk gewerkt met bewezen effectieve methodieken zoals Home Start en de geplande implementatie van Triple P. Er wordt hiermee gestreefd naar een compleet pakket van effectieve en kwalitatief goede methoden, voor alle problemen op het terrein van opgroeien en opvoeden. 4 Multidisciplinaire aanpak Het multidisciplinaire team biedt uitkomst wanneer problemen dusdanig complex zijn, dat vanuit meerdere disciplines een goede aanpak moet worden samengesteld. Dit team bepaalt de aanpak, de volgorde van aanpak en probeert cliënten te bereiken die niet open staan voor hulp (de zogenaamde zorgmijders). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de informatie die beschikbaar is vanuit het voortraject (o.m. vanuit het EKD, de JGZ). Afspraken hierover zijn vastgelegd in een protocol. Het multidisciplinaire team biedt één plan voor gezinnen met meervoudige problemen. Zij beoordeelt of Coördinatie van Zorg ingezet wordt of dat gezinscoaching nodig is. Voor zorgmijders wordt een outreachende aanpak ontwikkeld. In het team is de expertise van Bureau Jeugdzorg samengebracht met de voorliggende voorzieningen. Het team is bekend met de protocollen voor huiselijk geweld en kindermishandeling en zoekt afstemming met het netwerk OGGZ. Voor Coördinatie van Zorg kan geput worden uit een pool van medewerkers uit verschillende betrokken instellingen. Deze medewerkers zijn allemaal getraind in de uitvoering van de methodiek Coördinatie van Zorg en voeren deze op een zelfde wijze uit.
7
5 Steun voor beroepskrachten Het Centrum Jeugd & Gezin zorgt voor informatie, advies en deskundigheidsbevordering voor de beroepskrachten uit de onder 2 genoemde vindplaatsen. Deze deskundigheidsbevordering krijgt invulling vanuit de expertise van de voorliggende voorzieningen in samenwerking met Bureau Jeugdzorg, onder andere in de vorm van gerichte trainingen. Daarnaast ondersteunt het Centrum beroepskrachten door ondersteuning van processen in het centrum en het bedenken van oplossingen voor die situaties waarin het centrum niet (automatisch) het gepaste antwoord op de vraag kan geven (ontwikkeling van programma’s en innovatie). Hierbij wordt gewerkt met monitoring van signalen en trends en kwaliteitsbewaking. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen kijkt daarmee dus niet alleen naar de huidige situatie, maar heeft het ook oog voor de toekomst. De vraag van jeugdigen en gezinnen zijn hierin leidend. Het Centrum Jeugd & Gezin is in ontwikkeling en zoekt altijd naar verbetering.
1.4 Wat maakt ons uniek In de vormgeving van het Centrum Jeugd & Gezin in Emmen staat de inhoud voorop. Daarbij gaat het om 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar samen sterk voor alle vragen en problemen bij opvoeden en opgroeien. Dit geldt voor alle jeugdigen 0 tot 23 jaar en hun ouders/verzorgers en sociale netwerk. Het belang van alle jeugdigen staat voorop en er is dus niet alleen oog voor de jeugdigen in risicosituaties maar juist ook voor de gezonde jeugdige in al zijn facetten. Vroegtijdige signalering en adequate hulp op het moment dat de problemen nog overzichtelijk zijn is van groot belang. Essentieel bij de aanpak is de organisatie van zorg dicht bij de doelgroep in de vele wijken en dorpen in Emmen. Er wordt gewerkt met vaste aanspreekpunten en bekende gezichten, waardoor het Centrum laagdrempelig is. Door korte lijnen in het netwerk kan slagvaardig worden opgetreden. Uniek in Emmen is de implementatie van een samenhangend pakket van gevalideerde instrumenten in de signalering en toeleiding, waarmee de overdracht wordt vereenvoudigd en de doorstroming wordt versneld. Deze ontwikkeling gebeurt in samenwerking tussen de betrokken voorliggende voorzieningen, Bureau Jeugdzorg en de geïndiceerde jeugdzorg. Inzet hierbij is het bereiken van een snelle doorstroming. Hiervoor worden nu de eerste stappen gezet. “Doen wat werkt” staat centraal bij het beantwoorden van vragen en het aanpakken van problemen. Daarbij wordt gekeken naar het gebruik van effectieve methoden en technieken. Home Start en de geplande implementatie van Triple P zijn daarvan voorbeelden bij de ontwikkeling van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Zonder enig voorbehoud verbinden betrokken organisaties zich aan de ontwikkeling van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Dit wordt bevestigd door de samenwerkingsovereenkomst die betrokken partijen op provinciaal niveau gesloten hebben waardoor het samenwerken in centra voor jeugd en gezin niet vrijblijvend is en ieder zijn verantwoordelijkheid neemt. Vanuit zijn of haar kernactiviteiten zet iedere organisatie zich in om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Inhoud voorop en structuur volgend.
1.5 Positionering De wettelijke basis voor de centra voor jeugd en gezin in Nederland wordt gevormd door de Wet op de Jeugdzorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). De Wet op de Jeugdzorg definieert de taken van Bureau Jeugdzorg, de WMO benoemt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de vijf functies van preventief 8
jeugdbeleid (informatie en advies, signalering, toeleiding, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg) en in de WCPV is het basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg vastgelegd. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen verbindt deze elementen uit deze drie wetten met elkaar, op een wijze zoals past bij Emmen (zie § 1.4). Naast de wettelijke basis, heeft het Centrum Jeugd & Gezin raakvlakken met andere beleidsterreinen en ketens. De belangrijkste zijn (de zorgstructuur) onderwijs, de veiligheidsketen en het brede terrein van werk en inkomen en voortijdig schoolverlaten. In de onderstaande figuur wordt geprobeerd het Centrum Jeugd & Gezin te positioneren ten opzichte van deze terreinen aan te geven.
9
2
Plan van aanpak
In dit hoofdstuk wordt het plan van aanpak beschreven. Het plan van aanpak volgt de vijf pijlers van het ontwerp. Per pijler wordt aangegeven hoe het ontwerp verder uitgewerkt en gerealiseerd wordt.
2.1 Pijler 1: Dichtbij bereikbaar Om de pijler “Dichtbij bereikbaar” in te vullen moeten de volgende punten georganiseerd worden: · Realiseren centrale inloop · Centraal telefoonnummer: 0900-8505050 · Website www.tiszo-emmen.nl, inclusief beantwoording vragen per e-mail · Beschikbaarheid medewerkers Centrum Jeugd & Gezin Emmen in wijken en dorpen Bij de centrale inloop worden kinderen, jongeren hun gezinnen met vragen of problemen met opgroeien en opvoeden en betrokkenen in hun sociale netwerk persoonlijk te woord gestaan. Op deze plek is alle informatie gebundeld op het terrein van opgroeien en opvoeden. De centrale inloop blijft in de ontwikkelperiode te vinden bij Sedna. In de toekomst moet op basis van ervaring en ontwikkelingen op het terrein van huisvesting gekeken worden naar de beste plek om deze inloop te organiseren. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is vanaf 2 oktober 2007 24 uur per dag bereikbaar onder 1 centraal telefoonnummer (0900-8505050). Deze 24-uurs bereikbaarheid wordt gerealiseerd door de Zorgcentrale Noord Nederland (ZCNN) in te schakelen. De medewerkers van de ZCNN beantwoorden zowel binnen als buiten kantoortijden de telefoon. De verwachting is dat bij het 0900-nummer veel vragen binnen gaan komen die nu bij Icare binnenkomen namelijk veel vragen over 0-4 jarigen (m.n op het terrein van gezondheid, voeding, medisch). Ervaring leert dat ouders met jonge kinderen een groep met relatief veel vragen is. De telefonistes die bij de zorgcentrale worden ingezet zijn daarom HBO-verpleegkundigen. De bestaande protocollen en scripts van de bereikbaarheidsdiensten van de vier kernpartners worden samengevoegd tot een geheel, dat de telefonistes van de zorgcentrale kunnen gebruiken bij de beantwoording van vragen. Op het moment dat deze verpleegkundige de vraag niet kunnen beantwoorden is er tijdens kantooruren binnen de betrokken organisaties een contactpersoon of afdeling die bereikbaar is om de telefoontjes eventueel verder af te handelen. Indien buiten kantooruren vragen niet beantwoord kunnen worden, wordt een gewogen inschatting gemaakt of de vraag van de klant kan wachten tot de volgende ochtend of dat de bereikbaarheidsdienst ingeschakeld dient te worden. De bereikbaarheidsdienst is een poule van medewerkers die buiten kantoortijden (ook in het weekend) gebeld kan worden door de zorgcentrale. De zorgcentrale geeft toelichting op de vraag van de klant en geeft gegevens door zodat de medewerker contact op kan nemen. Doordat de eerste screening al heeft plaatsgevonden door de telefoniste van de zorgcentrale, zijn de gevallen die door gaan naar de bereikbaarheidsdienst altijd van dien aard dat er twijfel bestaat of er wel sprake is van een veilige situatie voor het kind en het gezin. Nader onderzoek is nodig om de situatie juist in te kunnen schatten. De medewerkers in de bereikbaarheidsdienst hebben instrumenten in een koffer om in alle gevallen te kunnen handelen. De bereikbaarheidsdienst buiten kantooruren wordt in eerste instantie ingevuld door de crisisdienst van Bureau Jeugdzorg. Reden hiervoor is de inschatting dat in de gevallen dat de bereikbaarheidsdienst in actie moet komen, dit vaak al cliënten zijn van Bureau Jeugdzorg, of dat het nieuwe cliënten voor Bureau Jeugdzorg zijn. In de periode tot en met december 2007 zal geëvalueerd worden of de aanname klopt en of de druk op deze dienst toeneemt nu die de hele 10
bereikbaarheidsdienst van het Centrum Jeugd & Gezin op zich neemt. Op basis van deze evaluatie zal besloten worden over de definitieve invulling van de bereikbaarheidsdienst. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is ook bereikbaar via de website www.centrumjeugdengezin.nl. De website die ontwikkeld is in het kader van de Keten Jeugd en Gezin www.Tiszo-emmen.nl wordt onderdeel van de website van het centrum. Via de site kunnen vragen gesteld worden per e-mail mail (
[email protected]). De websites centrumjeugdengezin, TISzo-emmen, TISzo-jong, TISzo-gezin en TISzo-profs vallen onder de verantwoordelijkheid van een webredactie. Dit houdt in dat de websites gecheckt worden op de inhoud, desgewenst wordt aanpassingen gedaan en daar waar nodig worden andere verantwoordelijken (Bibliotheek Emmen/Assen en Projectbureau Toendra) gewezen op fouten of te maken aanpassingen. De inhoud van TISzo-profs valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de pijler ”Steun voor beroepskrachten”. Daaronder valt ook de inlog en wachtwoord voorziening (verstrekking en bewaking). Een team, samengesteld uit de medewerkers van de vier kernpartners van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen, zorgt voor de invulling van de centrale inloop, zorgt er voor dat het foldermateriaal actueel en op orde blijft, zorgt dat zij bereikbaar zijn voor telefonische vragen, beantwoordt de e-mail en houdt de site up to date (webredactie). Naast de centrale bereikbaarheid van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is de hulpverlening ook bereikbaar in de verschillende wijken en dorpen. Op alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs zijn medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin aanwezig, in de persoon van de schoolmaatschappelijk werker en de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. Ook de consultatiebureaus zijn een voordeur van het Centrum Jeugd & Gezin. Deze medewerkers en locaties zijn herkenbaar door het voeren van logo’s, stickers en buttons.
2.2 Pijler 2: Van signaal naar zorg De pijler “Van signaal naar zorg” bestaat uit de volgende onderdelen: · Signalering via de jeugdgezondheidszorg · Toeleidingsfunctie van het schoolmaatschappelijkwerk · Eén-tweetjes tussen vindplaatsen en medewerkers Centrum Jeugd & Gezin Emmen · Netwerken binnen het onderwijs · Jeugdteams en het Jongerenopvangteam (JOT) · Multi-disciplinair team (MDT) · Samenhangend instrumentgebruik · Digitaal signaleringssysteem De jeugdgezondheidszorg (jgz) heeft tot taak alle kinderen van 0-19 te monitoren en risico’s te signalering en een inschatting te maken van zorgbehoeftes, door middel van periodiek gezondheidsonderzoek. Hiervoor geldt een wettelijk vastgelegd contactmomentenschema. Dit schema is opgenomen in bijlage 4. Ook screening en vaccinaties horen bij taken van de jeugdgezondheidszorg. Dit betekent dat de jeugdgezondheidszorg (nagenoeg) alle kinderen ziet en daarmee een belangrijke schakel in de keten van signaal naar zorg. Op alle basisscholen (in clusters op wijk of dorpsniveau), op alle scholen voor voortgezet onderwijs en op het Drenthe College wordt schoolmaatschappelijk werk (SMW) ingezet. Schoolmaatschappelijk werk vervult een toeleidingsfunctie naar hulp. Dit betekent dat de
11
schoolmaatschappelijk werker in maximaal 5 gesprekken, op basis van een analyse van de aard van de problematiek: · Bekijkt of de cliënt voldoende geholpen kan worden en vervolgens zelf verder kan. · Bepaalt of de cliënt verdere hulp nodig heeft van het AMW of een andere voorliggende voorziening. · Bepaalt of de cliënt verwezen moet worden naar BJZ. In 2006 is gestart met de inzet van schoolmaatschappelijk werk op basis van de aannames voor de omvang van de inzet zoals weergegeven in bijlage 5. Deze aannames zullen na een jaar worden geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt besloten de aannames al dan niet aan te passen. De Peuterspeelzaal/Kinderopvang, het onderwijs, niet-professionele organisaties zoals sportverenigingen e.d., de huisartsenpraktijken, verloskundigenpraktijken, het buurthuis en de straat zijn de vindplaatsen van jeugdigen en hun gezinnen. Eventueel zijn deze vindplaatsen georganiseerd in Brede School-verband. Op het moment dat een beroepskracht op een van de vindplaatsen (o.m. peuterspeelzaalleidsters, kinderopvangmedewerkers, leerkrachten, IB-ers, docenten, zorgcoördinatoren, huisartsen, verloskundigen, kraamverzorgenden, wijkagenten/jeugdagenten, jongerenwerkers, sociaal cultureel werkers en opbouwwerkers) signaleert dat het niet goed gaat met een kind of gezin, kan hij of zij terecht bij één van de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin. Dit wordt een één-tweetje genoemd. Deze medewerker fungeert als vertrouwenspersoon voor overleg, advies en de methode van aanpak. Door een vaste vertrouwenspersoon is het Centrum laagdrempelig voor beroepskrachten. In bijlage 3 staan alle mogelijke één-tweetjes benoemd. De jeugdgezondheidszorgmedewerkers en de schoolmaatschappelijk werkers hebben een centrale rol hierin. In de één-tweetjes kan besloten worden dat een bredere kijk op de casus nodig is om de juiste aanpak te bepalen. De casus kan dan worden ingebracht in een van de netwerken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen netwerken binnen het onderwijs en netwerken daarbuiten. De netwerken binnen het onderwijs worden gebruikt indien het probleem binnen het onderwijs gesignaleerd wordt. Netwerken buiten het onderwijs zijn in beeld als de casus voor het eerst in beeld komt in de vrije tijd, op straat, bij de sportverenging of een andere niet professionele organisatie, of bij de politie. Binnen het onderwijs bestaan de volgende netwerken: · Basisonderwijs: o Zorgadviesteam (ZAT) georganiseerd per zuil · Voortgezet onderwijs o Zorgbreedtecommissie per locatie o Consultatieteam gekoppeld aan het samenwerkingsverband VO-VSO Buiten het onderwijs zijn de volgende teams actief · Jeugdteams i.o. per gebied · Jongerenopvangteam (JOT) Zuid Oost Drenthe Medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin zijn in de netwerken binnen en buiten het onderwijs vertegenwoordigd. Hierdoor kan de werkwijze binnen het centrum en binnen het onderwijs goed op elkaar afgestemd worden. In bijlage 6 worden de bovengenoemde netwerken en teams beschreven. Samenstelling, doelstelling, doelgroep en werkwijze komen aan de orde.
12
Het vangnet van de signaleringsstructuur wordt gevormd door het Multidisciplinair team (MDT). Dit team wordt beschreven binnen de pijler “Multidisciplinaire aanpak”. In schema ziet de signaleringstructuur er als volgt uit.
Figuur 2: Zorgstructuur vanuit het Centrum Jeugd & Gezin Emmen
De signaleringsstructuur zal versterkt worden door samenhangend instrumentgebruik. Voordelen van goed samenhangend instrumentgebruik: · Cliënten sneller en beter geholpen; · Betere samenwerking tussen cliënten en zorgverlener; · Betere beslissingen; · Minder informatieverlies; · Betere overdracht van ene naar andere zorgverlener; · Effecten beter zichtbaar. Goed instrumentgebruik is dat instrumenten ingezet worden als hulpmiddel in het hulpverleningsproces en niet als doel op zich. Aan de hand van de profielen die de instrumenten leveren kan het gesprek met de cliënt worden gevoerd. Training in de methodiek oplossingsgericht werken kan bijdrage aan goed instrumentgebruik. Deze training maakt dan ook onderdeel uit van het implementatieproces.
13
De instrumenten die worden ingezet moeten de basisinformatie leveren, die nodig is om een goed hulpverleningstraject in te kunnen zetten. Basisinformatie is voor de zorgverleners te vergelijken met de temperatuur, bloeddruk en hartslag informatie voor de huisarts/ medisch specialist. Voor de zorgverlener betreft dit de volgende basisinformatie: · Aard en ernst van de opgroei- en opvoedproblemen; · Liefst ook: wat heeft eerder goed geholpen? · Mate van probleemreductie van de opgroei en opvoedproblemen als gevolg van de interventie; Met drie instrumenten kan alle basisinformatie binnen de keten voortdurend in beeld zijn: · Aard en ernst Opgroeiproblemen: o SDQ of CBCL3 · Aard en ernst Opvoedproblemen: o NOSIK of NOSI Met de inzet van deze drie instrumenten is er zicht op de door ouder(s) en jeugdige ervaren: · Aard en ernst opgroei- en opvoedproblemen bij aanvang en afsluiting, · Mate van probleemreductie van opgroei- en opvoedproblemen na interventie Het goed methodisch werken met deze instrumenten kan leiden tot een grote verbetering van de kwaliteit van de vroegsignalering, de kwaliteit van beslissingen welke hulp het meest passend is, inzicht in de effecten van de geboden hulp en een versnelling van de doorlooptijden in de gehele keten. De signaleringsstructuur wordt ondersteund door een digitaal signaleringssysteem dat er voor zorgt dat op het moment dat er meerdere signalen over een jeugdige of één gezin zijn, afstemming op gang komt over de aanpak van de gesignaleerde risico’s. De implementatie van dit systeem vindt plaats in het kader van de proeftuin Drentse Verwijsindex. Binnen deze proeftuin wordt gewerkt met een combinatie van 3 verschillende onderdelen die samen het digitale signaleringssysteem vormen. Deze onderdelen zijn: · Risicosignalering · Flow (dit houdt in dat het digitale systeem de werkprocessen stuurt volgens afgesproken protocollen) · Informatiemanagement Om de combinatie te maken van deze drie onderdelen hebben drie organisaties hun krachten gebundeld in de Stichting Zorg voor Jeugd i.o.. Deze organisaties zijn Multisignaal, Axtion en DOP, met elk expertise (en een aanbod) op één van de drie onderdelen. Door de participatie van Multisignaal is de koppeling aan de landelijk verwijsindex gegarandeerd. Emmen kiest voor de implementatie van het digitale systeem voor een fasering die past bij de behoefte in de verschillende ontwikkelingsstadia van het Centrum Jeugd & Gezin. Bij de ontwikkeling van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen is in eerste instantie behoefte om een systeem te hebben dat de risicosignalering ondersteunt en zorgt voor matching van signalen. De volgende stap in de ontwikkeling, het moment dat de samenwerkingsafspraken gemaakt en 3
SDQ = Strengths and Difficulties Questionaire CBCL = Child Behaviour Checklist NOSI(K) = Nijmeegse Opvoedings Stress Index (Kort)
14
beproefd zijn in de praktijk, kan het systeem worden aangevuld met flow. Tenslotte kan op het moment van verregaande integratie van werkzaamheden in het Centrum Jeugd & Gezin gekeken worden op welke wijze het informatiemanagement geoptimaliseerd kan worden.
2.3 Pijler 3: Samenhangend pakket van zorg Op het terrein van licht pedagogische hulp is de afgelopen periode gewerkt aan de ordening van het aanbod. Hiervoor zijn twee ketens gevormd namelijk één voor kindgerichte zorg en één voor gezinsgerichte zorg. Het aanbod is binnen deze ketens geordend van licht naar zwaar. Deze ketens zijn opgenomen in een matrix. De matrix geeft inzicht in de overlap die er bestaat in het aanbod. Het inzicht in de hiaten blijft een onzeker gegeven, aangezien de vraag van de doelgroep op dit terrein onvoldoende bekend is. In bijlage 7 is de matrix opgenomen inclusief de wijze van ordening, de analyse van de matrix en de aanbevelingen die gedaan zijn op basis van deze analyse. Dit is de basis waarop de ambitie van de pijler “Samenhangend pakket van zorg” gestoeld wordt. De pijler “Samenhangend pakket van zorg” beoogt: · Een gezamenlijk samenhangend programma te ontwikkelen van effectieve en kwalitatief goede methoden, voor alle problemen op het terrein van opgroeien en opvoeden. · Implementatie Triple P Ontwikkelen van een gezamenlijk samenhangend programma opgroeien en opvoeden Binnen het Centrum Jeugd & Gezin Emmen wordt een gezamenlijk samenhangend programma van zorg, hulp- en dienstverlening op het terrein van de vrij-toegankelijke opgroei- en opvoedingsondersteuning, ontwikkeld (en uitgevoerd). Hierbij wordt aandacht besteed aan een de volgende punten: Het basisaanbod sluit aan op de vraag van de klant; Het aanbod voor kinderen en gezin/ouders wordt op elkaar af; Er zit een logische lijn in de opeenvolging van zorg; Gaten in het aanbod worden opgevuld in met effectieve bewezen of veelbelovende interventies; Er zijn voorwaarden voor aanbod van dezelfde producten door de vier organisaties: verschillende doelgroepen, doelgroepbereik en afname van het product; ‘oneigenlijke’ aanbod door organisaties wordt vermeden: dwz laat medewerkers geen producten leveren die eigenlijk bij de geïndiceerde zorg horen. Op het moment dat het programma is ontwikkeld, zal worden gewerkt met een programmabegeleider, die de samenhang van het programma bewaakt, zorg draagt voor de kwaliteit van de uitvoering en die werkt aan het verbeteren en vernieuwen van de agogische producten en werkmethoden. Implementatie Triple P Vooruitlopend op de samenstelling van het programma zal begonnen worden met de implementatie van Triple P, een veelbelovend gezinsgericht programma. Dit programma voldoet aan de vraag om een logische lijn van opeenvolging van zorg en vereist samenwerking tussen verschillende betrokken organisaties. Dit laatste kan als katalysator werken voor de ontwikkeling van een gezamenlijk samenhangend programma van opgroei en opvoedingsondersteuning. In Nederland staat Triple P voor Positief Pedagogisch Programma. Het gaat om een van origine Australisch programma voor opvoedingsondersteuning, het Positive Parenting Program. Het algemene doel van Triple P is de preventie van (ernstige) emotionele- en gedragsproblemen bij
15
kinderen door het bevorderen van competent ouderschap en zelfvertrouwen van ouders. Een uitgebreide beschrijving van Triple P is te vinden in bijlage 8. Specifiek voor dit programma is de integrale aanpak op vijf opeenvolgende niveaus van interventie. Daarmee ontstaat een keten aan opvoedingsondersteuning die ouders advies en steun op maat biedt (Speetjens, P., e.a. 2007). De verschillende partners van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen hebben een verantwoordelijkheid in deze ketenvorming, omdat zij uitvoering geven aan de ondersteuning op de verschillende niveaus (zie ook interventiematrix in bijlage 8). Provincie Drenthe heeft in haar uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007 onder het thema “aansluiting jeugdzorgprogramma’s bij lokaal jeugdbeleid” de ontwikkeling en invoering van het Triple-P programma in de gehele provincie Drenthe opgenomen. Jeugdzorg Drenthe draagt zorg voor de ontwikkeling en invoering van het Triple P programma. Het Centrum Jeugd & Gezin Emmen sluit aan bij deze provinciale ontwikkeling. Er wordt daarbij samengewerkt met de provinciale projectleider die vanaf 1 oktober 2007 gestart is.
2.4 Pijler 4: Multidisciplinaire aanpak De multidisciplinaire aanpak bestaat uit: · Het multidisciplinair team · Coördinatie van Zorg · Gezinscoaching Zoals in paragraaf 3.2 beschreven vormt het Multidisciplinair Team (MDT) het vangnet in de signaleringsstructuur. Dit team is actief sinds 1 oktober 2007 en richt zich op vragen/meldingen/ signalen over gezinnen waar sprake is van: 1. ‘ernstige’ meervoudige problematiek; 2. vragen/meldingen/signalen over ‘ernstige’ opvoedingsvraagstukken, waarbij vooral de veiligheid van kinderen in het geding is; 3. zorgmijding en ontkenning van gezins- c.q. opvoedingsproblematiek; 4. sterke onduidelijkheid in de probleemstelling. Bovenbeschreven vragen/meldingen/signalen komen vanuit het overleg in de één-tweetjes of na bespreking in een van de netwerken terecht bij het MDT. De melding wordt gedaan door de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin. Het MDT beoordeelt de melding en bepaalt vervolgens het gewenste traject. Er zijn vier mogelijke trajecten: 1. De casus, inclusief advies/consult, terug gaat naar de melder; 2. De casus vraagt om nader inventariserend en/of diagnostisch onderzoek (door coördinator van zorg of een gedragswetenschapper van BJZ); 3. De casus wordt voorzien van een Plan van Aanpak; 4. Het MDT organiseert actie vanuit dwang en drang/bemoeizorg, gebruikmakend van alle in het convenant (zie verder) genoemde instellingen. De coördinator van het MDT ziet toe op uitvoering van het gekozen traject. Het MDT vormt voor de toegang tot de vrij toegankelijke hulpverlening en de geïndiceerde hulpverlening. Besluit het MDT tot niet geïndiceerde hulpverlening, dan wordt deze hulpverlening uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het Centrum Jeugd & Gezin. Bij geïndiceerde zorg is en blijft Bureau Jeugdzorg verantwoordelijkheid tot de indicatie is verzilverd. Daarna is de toegewezen zorgaanbieder verantwoordelijk. 16
Het MDT is niet alleen de toegang tot deze vormen van hulpverlening, maar het MDT heeft ook de zogenaamde doorzettingsmacht. Vastgelegd in een convenant (zie verder) heeft het MDT de bevoegdheid om deelnemende instellingen aan te spreken om een bijdrage te leveren in de vorm van hulp- en dienstverlening, zoals geformuleerd in een door het MDT opgesteld hulpverleningsplan. Dit houdt in dat een vraag/melding of signaal na bespreking en na besluitvorming in het MDT, gericht neergelegd kan worden bij alle in het Convenant genoemde instellingen. Het betekent een vloeiende lijn tussen het Centrum en de instellingen met een gemandateerde, aansturende rol van het MDT. Het MDT kan inhoudelijk pas goed functioneren als er gelegitimeerde afstemming is tussen alle betrokken instellingen ten aanzien van de gewenste in te zetten hulp. Dit vraagt om een open houding van de instellingen om te kijken naar de vraag of het gezin of het kind wel de juiste vorm van hulpverlening heeft. Men moet over de eigen schutting heen durven kijken en zonodig over deze schutting durven heen stappen. Als voorwaarde voor realisering van het optimaal stroomlijnen tussen de instellingen wordt een convenant gesloten waarin onder meer het volgende is vastgelegd: · Samenwerkingafspraken tussen Centrum Jeugd & Gezin en de instellingen; · Aanwezigheid van een duidelijk traject met een Plan van Aanpak; · Noodzakelijke protocollering. Het MDT kan bij het opstellen van het hulpverleningsplan besluiten tot inzet van Coördinatie van Zorg. Er zijn 4 niveaus van coördineren: 0 Bekend met elkaar, geen afstemming 1 Informeren en afstemmen (vrijblijvend) 2 Casemanager, aansturen hulpverlening in “eigen domein voor de aangemelde cliënt” 3 Coördinatie van Zorg 4 Gezinscoaching In het geval het MDT een besluit neemt gaat het over niveau 3 of 4. Deze worden hieronder toegelicht. Coördinatie van Zorg is centrale afstemming van het proces van zorg-, hulp- dienstverlening en ondersteuning aan en begeleiding van gezinnen, gericht op een effectief en efficiënt antwoord op de signalen en (latente) hulpvraag van het gezin; dit zowel vanuit preventief als curatief oogpunt. Doelstelling Coördinatie van Zorg: · Het professionele circuit weet van elkaar wie in het gezin werkzaam is en met welk doel; · Doelen, interventies en adviezen van de verschillende hulpverleners sluiten op elkaar aan en vormen zo een integraal hulpverleningsplan. Dit vergroot de efficiëntie van de geboden hulp (dubbel werk wordt o.a. voorkomen). · Signaleren van de doelgroep en vanuit het gezichtspunt van het kind bekijken wat nodig is en/ of ondersteunend kan zijn. · Screenen van de aanwezige hulp op ondersteuning voor het hele gezin en in het bijzonder voor het kind, de kinderen. Wanneer dit er niet is, dit in gang zetten. · Het gezin krijgt beter zicht en grip op de hulpverlening. · Kinderen ontwikkelen zich zo optimaal mogelijk
17
Coördinatie van Zorg kan ingezet worden door het MDT met het doel om de situatie van het gezin nader te onderzoeken en/of om het integrale plan van aanpak opgesteld door het MDT uit te voeren/uitgevoerd te krijgen. Coördinatie van Zorg hanteert voor inzet de volgende criteria: · Gezin met 1 of meerdere kinderen tot 23 jaar waarbij sprake is van complexe meervoudige problematiek / multiproblem situaties bij ten minste één van de ouders. · Er is sprake van psychiatrische problematiek, soms gemengd met verslaving. Daarbij spelen: schulden, vervuiling, agressie, sociaal isolement, problemen met instanties, opvoedingsproblematiek, verwaarlozing, slechte lichamelijke gezondheid/somatische problemen, huisvestingsproblemen en/of tekorten in het organiseren van huishoudelijke dagelijkse levensbehoeften (op ten minste 3 van de 9 aandachtsgebieden zijn problemen). · Er is een verstoord evenwicht in draaglast en draagkracht. · Onvoldoende aanwezigheid sociaal netwerk, mantelzorg en sociale steun. · Aanwezigheid van meerdere zorg-, hulp en dienstverleners uit de vrij toegankelijke en mogelijk uit ook uit de geïndiceerde zorg. Voldoende motivatie is noodzakelijk omdat Coördinatie van Zorg vrijwillige hulp is (geen drang/dwang) Vaak is er geen expliciet verzoek om hulp. Dit kan komen omdat het gezin liever geen hulp wil of omdat men niet in staat is om de juiste hulp te vragen. Gezinnen ervaren zelf soms geen (ernstige) problemen of hebben geen vertrouwen (meer) hebben in de reguliere hulpverlening. Voor Coördinatie van Zorg kan geput worden uit een pool van medewerkers uit verschillende betrokken instellingen. Deze medewerkers zijn allemaal getraind in de uitvoering van de methodiek Coördinatie van Zorg en voeren deze op een zelfde wijze uit. De methodiek Coördinatie van Zorg staat grotendeels beschreven (Vrieze, T. 2007). De afstemming met gezinscoaching, maar ook met casemanagement is hierin verwerkt. De methodiek dient nog nader afgestemd te worden op de rol en de positie van het MDT, gepositioneerd binnen het CJ&G. Gezinscoaching is een vorm van Coördinatie van Zorg die wordt ingezet in gezinnen waar andere vormen van afstemming en samenwerking niet, nog niet of niet meer werken. De gezinscoach gaat voor 6 maanden samenwerken met het gezin, de familie, het sociaal netwerk en professionals om de problemen in het gezin op te lossen of in ieder geval te verminderen. De gezinscoach werkt in het gezin met de gezinsleden en legt verbindingen tussen het gezin en de hulpverleners. Daarnaast richt de gezinscoach zich op de samenwerking tussen professionals onderling en de samenwerking tussen professionals en het gezin (Portengen, R., 2007). De gezinscoach wordt ingezet in gezinnen: · Met meervoudige en complexe problematiek; · Die geen vertrouwen meer hebben in de hulpverlening; · Die alle zorg mijden; · Waar de hulpverlening niet op gang komt. · Waar Coördinatie van Zorg ontbreekt. De gezinscoach is niet iemand uit het hulpverlenings- of sociale netwerk van het gezin (dus een nieuw gezicht voor het gezin). Gezinscoach is een functie, de gezinscoach werkt onafhankelijk van andere organisaties voor hulp- en dienstverlening. De gezinscoach geeft actief sturing en ondersteuning aan de dagelijkse situatie in het gezin en coördineert de hulpverlening.
18
Voor inzet van Gezinscoaching gelden de volgende criteria: · Op minstens 6 van de 9 aandachtsgebieden zijn er problemen (schulden, vervuiling, agressie, sociaal isolement, problemen met instanties, opvoedingsproblematiek, verwaarlozing, slechte lichamelijke gezondheid/somatische problemen, huisvestingsproblemen en/of tekorten in het organiseren van huishoudelijke dagelijkse levensbehoeften) · De problemen grijpen op elkaar in, beïnvloeden elkaar en of versterken elkaar; · De problemen zijn langdurig van aard. · Hoe jonger de kinderen hoe eerder gezinscoaching · Gezin is niet actief in beeld bij de reguliere hulpverlening · Gezin weigert pertinent de reguliere hulpverlening · De reguliere hulpverlening schiet (tijdelijk) te kort · Veel weerstand, gezinnen willen wel geholpen worden maar willen geen hulpverleners · Cliënten zijn vaak ongemotiveerd en lastig voor hulpverleners. De reguliere hulpverlening is hier onvoldoende op ingesteld. · Cliënten vinden hulp zelf vaak niet nodig, maar dit wordt door derden aangegeven. · Het gaat vaak om probleem-kluwen-cliënten · Situatie dwang/drang Gezinscoaching wordt uitgevoerd door het Algemeen maatschappelijk werk volgens de provinciaal ontwikkelde methodiek. De methodiek is uitgewerkt in Samenwerken is puzzelen! Een raamwerk voor methodisch handelen (Portengen, R. 2007).
2.5 Pijler 5: Steun voor beroepskrachten De pijler “Steun voor beroepskrachten” wordt ingevuld met: · Consultatie · Deskundigheidsbevordering · Kennisontwikkeling, innovatie en ontwikkeling · Kwaliteitsbewaking · Beleidsadvisering Consultatie Beroepskrachten op de vindplaatsen kunnen op het moment dat zij het antwoord op een vraag van een jeugdige of hun gezin niet weten, het Centrum Jeugd & Gezin consulteren. Ook in geval van grote complexiteit van vragen of problemen of bij twijfel over de te volgen procedure, is het mogelijk overleg te voeren met het Centrum Jeugd & Gezin. Dit is mogelijk door te bellen met het 0900-nummer voor telefonisch advies of voor het maken van een persoonlijke afspraak. Ook consultatie per e-mail is mogelijk. Tot slot kunnen beroepskrachten www.Tiszo-profs.nl raadplegen voor informatie. De schoolmaatschappelijk werker en de jgz-medewerker hebben ook een adviserende rol binnen de één-tweetjes. Schoolmaatschappelijk werkers hebben daarvoor niet cliëntgebonden tijd ter beschikking die besteed wordt aan voorlichting, consultatie en advies en informatie en overleg met de IB-er. Specifiek voor advies over preventie in het onderwijs wordt het Loket Gezonde School gekoppeld aan het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Bureau Jeugdzorg Drenthe, GGD Drenthe, GGZ Drenthe, Sport Drenthe en Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) vormen gezamenlijk het Loket Gezonde School. Bij dit loket wordt het reeds beschikbare preventieaanbod in samenhang met 19
elkaar te gepresenteerd en aangeboden aan het basisonderwijs. Daarbij wordt gebruik gemaakt van elementen uit de landelijke Gezonde Schoolmethode, zoals het Gezonde School Model. Hierdoor willen de samenwerkende organisaties het voor schoolbesturen, directie, leerkrachten, intern begeleiders en vertegenwoordigers van ouderraden uit het basisonderwijs zo makkelijk mogelijk willen maken aanbod te vinden dat aansluit bij hun vraag/behoefte/ambities. Daarnaast willen de organisatie zicht krijgen op vragen uit het basisonderwijs waarop geen aanbod beschikbaar is. Het Loket Gezonde School is telefonisch te bereiken op nummer 0592-306252 of per e-mail
[email protected]. Deskundigheidsbevordering In het verlengde van de projectperiode van de uitvoering van het Verbeterplan Ketenvorming in de zorg rondom Jeugd worden in samenwerking met het servicebureau van Bureau Jeugdzorg Drenthe de trainingen informatie en advies en signalering aangeboden. Voor de verdere invulling van dit onderdeel van de steun voor beroepskrachten zal in 2008 een visie en een plan van aanpak ontwikkelde worden. Kennisontwikkeling, innovatie en ontwikkeling Binnen het Centrum Jeugd & Gezin wordt gezorgd voor actuele kennis op het terrein van Jeugd en Gezin. Deze kennis wordt vertaald naar de pijler “Informatie en advies” of en wordt op basis van deze kennis gewerkt aan verbetering van het functioneren van het Centrum Jeugd & Gezin. Voor de actuele informatie wordt gekeken naar landelijke en lokale signalen, ervaringen en ontwikkelingen. Daarnaast is de registratie van cliëntstromen is een belangrijke informatiebron. In het Centrum Jeugd & Gezin zijn er op drie plaatsen gegevens beschikbaar, te weten: · Registratie zorgcentrale · Info uit digitaal signaleringssysteem · Registraties afzonderlijke partners In 2008 wordt gekeken op welke wijze uit deze bronnen een totaalbeeld verkregen kan worden, waarbij dubbeltellingen voorkomen worden. Deze gegevens kunnen afgezet worden tegen de cijfers die in bijlage 2 zijn opgenomen. Daarnaast wordt in 2008 een plan van aanpak ontwikkeld om de participatie van jeugdigen en hun ouders te vergroten bij de verdere ontwikkeling van het centrum. Deze betrokkenheid is van groot belang voor de aansluiting van de zorg- en dienstverlening bij de vragen en behoeftes van de klant. Op basis van alle kennis en ervaring wordt gewerkt aan het verbeteren van het functioneren van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Dit betekent onder meer: · Het ontwikkelen van oplossingen voor nieuwe situaties (programma’s en procedures); · Verbetering van dat wat niet goed gaat. Een specifiek voorbeeld van verbetering is de vorming van het programma opgroei- en opvoedingsondersteuning (zie pijler “Samenhangend pakket van zorg”). Kwaliteitsbewaking Het Centrum Jeugd & Gezin zal in 2008 beleid ontwikkelen om de kwaliteit van de uitvoering te garanderen en te waarborgen.
20
Beleidsadvisering Nieuwe ontwikkelingen worden binnen het Centrum Jeugd & Gezin Emmen bijhouden. Op basis van een totaal overzicht van ontwikkelingen, trends en signalen kan advies gegeven worden aan bijvoorbeeld (één van) de samenwerkende organisaties of de gemeente. Voor de uitvoering van de pijler “Steun voor beroepskrachten” wordt stafcapaciteit van de betrokken organisaties gebundeld. Dit team krijgt de opdracht deze pijler verder te ontwikkelen en de bovengenoemde onderdelen (verder) in te vullen.
21
3
Actiepunten oktober 2007 t/m december 2008
In dit hoofdstuk worden per pijler op basis van het plan van aanpak en de uitgangssituatie de actiepunten beschreven voor de periode van oktober 2007 tot en met december 2008.
3.1 Uitgangssituatie De ontwikkeling van het centrum voor jeugd en gezin start niet vanuit het niets. Er kan worden voortgebouwd op de verbeteringen die gerealiseerd zijn in het kader van het Verbeterplan Ketenvorming in de Zorg rondom Jeugd. In bijlage 9 wordt voor alle vier de onderdelen van het verbeterplan beschreven wat er tot 1 oktober 2007 gerealiseerd is. Dit vormt de basis voor het werkplan van het Centrum Jeugd en Gezin Emmen.
3.2 Dichtbij bereikbaar · · · · · · · · · · · ·
Ontwikkeling van de algemene website www.centrumjeugdengezin.nl (wat, voor wie, waar en waarom etc.) Organiseren centrale inloop 36 uur per week en de telefonische bereikbaarheid (afhankelijk van keuze locatie of achterwacht team info & advies Sedna inzetbaar blijft). Evaluatie 24-uurs bereikbaarheid door Zorgcentrale: hoe werk doorschakeling binnen kantooruren, werken de protocollen en scripts, is de aanname dat de meeste vragen over 0-4 jarigen binnen komen correct, etc.? Samenstellen van een webredactie voor het beheer van de website(s). Zorgen voor de beantwoording van de e-mail. Het inhoudelijk bijhouden van (de actualiteit van) het foldermateriaal en andere informatiestromen. Profileren Centrum Jeugd & Gezin bij beroepskrachten en overige instellingen Zorgen voor herkenbaarheid medewerkers en locaties Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Evaluatie inzet crisisdienst BJZ voor de 24-uurs bereikbaarheid, bekijken of het anders moet na de periode september/december. Er wordt met name gekeken naar de toename van de druk op de bereikbaarheidsdienst van BJZ. Onderzoek huisvesting(ssituatie) Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Op meerdere manier de verbindingen leggen en onderhouden tussen het Centrum en de professionals in het veld Verbeteren toegankelijkheid van het Centrum voor jongeren.
3.3 Van signaal naar zorg · · · · · ·
Inzet signalerings- en toeleidingsfunctie JGZ/SMW. Specificeren van rol en taakverdeling IB-er, JGZ-medewerken en SMW-er; zo nodig ondersteund door training of ontwikkeling van materiaal. Uitwerken signaleringsmodel PSZ en Consultatiebureau (één-tweetje). Verdere ontwikkeling van de lijn jeugdteams en JOT en ZAT’s in relatie met het MDT Uitwerken relatie met verloskundige zorg, kraamzorg en huisartsen Invoeren digitale ondersteuning van de signaleringsstructuur (door onder meer het registratiesysteem JOT, het EKD en een verwijsindex). o Ontwikkelen meldingscriteria voor risicosignalering o Concreet vastleggen samenwerkingsafspraken van onder meer de één-tweetjes en de netwerken o Inrichten digitale systeem (multisignaal) conform de samenwerkingsafspraken. o Training medewerkers SMW en JGZ in werken met het systeem.
22
·
· ·
o SMW-ers, JGZ-medewerkers gaan met het systeem werken o Evaluatie samenwerkingsafspraken o Besluit nemen over toevoegen Flow o Besluit nemen over uitbreiding beroepsgroepen die met het systeem gaan werken o Vastleggen aanvullende samenwerkingsafspraken voor nieuwe doelgroepen. o Training nieuwe doelgroepen in het werken met het systeem. o Implementeren en evalueren. o Besluit nemen over informatiemanagement (samenhang met pijler 5). Ontwikkeling/uitwerken invoering risicotaxatie-instrumenten/samenhangend instrumentgebruik. o Stap 1: Vooronderzoek en het maken van een basisdocument samenhangend instrumentengebruik in de keten Jeugd&Gezin Emmen. Hierin komen de volgende aspecten aan de orde: § Keuze basisinstrumenten, incl. wie wat gebruikt; § Analyse kansen en bedreiging; § Te nemen stappen en tijdpad voor invoering; § Begroting van de (eenmalige en structurele) kosten van invoering werken met vragenlijsten. o Stap 2: invoeren samenhangend instrumentengebruik o Stap 3: Het maken van een projectvoorstel voor het continueren van samenhangend instrumentengebruik op micro, meso en macro niveau voor een projectperiode van 3 jaar, op basis van het eindrapport vooronderzoek en de eerste ervaringen van de invoering samenhangend instrumentengebruik. o Stap 4: Besluitvorming over structurele continuering samenhangend instrumentengebruik na de projectperiode van 3 jaar (binnen een structurele financieringscontext). Herhaling training i.k.v. verbeteren signaleringsstructuur (1-tweetjes) Organiseren deelname Centrum Jeugd &Gezin aan JOT en jeugdteams
3.4 Samenhangend pakket van zorg ·
·
·
Ontwikkelen van het programma opgroeien en opvoeden. o Opstellen plan van aanpak voor de ontwikkeling van het programma (vóór 31 december 2007). o Uitvoer plan van aanpak. o Implementatie programmabegeleiding. Implementatie Triple P. o Oriëntatie op Triple P in afstemming met provinciale projectleider. o Ontwikkelen plan van aanpak voor implementatie van Triple P (voor 31 december 2007). o Uitvoer plan van aanpak. Samenhang tussen ontwikkeling programma en implementatie Triple P bewaken.
3.5 Multidisciplinaire aanpak · · ·
Werkwijze MDT effectueren en het verder ontwikkelen van het werkproces door de medewerkers van het MDT. Plan van aanpak schrijven voor profilering MDT bij samenwerkingspartners. Investeren in het op gang brengen van een attitudeverandering bij hulpverleners. Veel hulpverleners binden cliënten aan het aanbod van hun organisaties en laten cliënten niet makkelijk los. Dit vraagt om een energieke benadering eerst in de vorm van voorlichting en later eventueel in de vorm van een training. 23
· · · ·
·
·
·
Afstemming met Meldpunt Huiselijk Geweld, OGGZ-netwerk versterken Convenantpartners verbinden op de structurele uitvoering van Coördinatie van Zorg Aanpak ontwikkelen voor zorgmijders Vaststellen methodiekbeschrijving Coördinatie van Zorg o Zorgen voor samenhang methodiekbeschrijving en ontwikkeling Centrum Jeugd & Gezin, in het bijzonder het MDT o Methodiek ter besluitvorming voorleggen aan besturingsgroep o Methodiek ter goedkeuring voorleggen aan de convenantgroep Nieuw convenant ten behoeve van Coördinatie van Zorg o Mandaat verkrijgen van 15 instellingen voor uitbreiding Emmen-breed o Voorstel convenantgroep over verbinding op en inbreng middelen in Centrum Jeugd & Gezin t.b.v. Coördinatie van Zorg Er dient een plan van aanpak opgesteld te worden voor het waarborgen van de kwaliteit van de coördinatoren van zorg. o Er dienen minimale kwaliteitseisen opgesteld te worden aan professionals die opgenomen willen worden in de “pool van coördinatoren”. o Onderzocht moet worden of deze functie verankerd kan worden in de functieomschrijvingen van de medewerkers. Training Coördinatie van Zorg uitvoeren (min. 2 keer per jaar een trainingsdag)
3.6 Steun voor beroepskrachten · · · ·
· ·
Ontwikkeling en uitvoeren train-de-trainer module voor training signalering in voor docenten in het VO. Verdere ontwikkeling en inplementatie signaleringsstructuur. Invoering en ondersteuning bij het digitaal signaleringssysteem (zie ook pijler “Van signaal naar zorg”) Opstellen concreet plan van aanpak voor deze pijler met onder meer de volgende onderdelen: o Invulling van consultatie en advies voor beroepskrachten o De wijze van het beheer van TISzo-profs, gebruikersbeheer en inhoud o Visie en plan van aanpak voor deskundigheidsbevordering o De wijze van kennisontwikkeling o Visie en aanpak gericht op nuttige registratie en monitoring o De wijze van beleidsadvisering o Het mogelijk maken van continue ontwikkeling en verbetering van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen o Aanpak voor jongeren- en ouderparticipatie. o De wijze van kwaliteitsbewaking Vaststelling van dit plan door de Besturingsgroep Start uitvoering werkplan op 1 januari 2008
24
4
Organisatie
In dit hoofdstuk wordt de organisatie beschreven. Per pijler wordt beschreven welke inzet nodig zijn om dit ondernemingsplan uit te voeren. Vervolgens wordt ingegaan op de eindverantwoordelijkheid, de coördinatie van de uitvoering en de benodigde ondersteuning. Tot slot wordt de inzet vertaald in een organisatiestructuur, waarin de afstemming van de uitvoering geregeld moet worden. Hierbij wordt aangesloten bij huidige organisatiestructuren. Dit wil echter niet zeggen dat in de loop van de ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin Emmen de structuur kan wijzigen. Deze dynamiek sluit aan bij de filosofie dat het centrum werkt vanuit de vraag van de cliënten.
4.1 Dichtbij bereikbaar Een team samengesteld uit de medewerkers van de vier kernpartners van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen, zorgt voor · De invulling van de centrale inloop (36 uur per week) · Actualiseren en op orde houden van het foldermateriaal · Bereikbaarheid voor telefonische vragen · Beantwoording van e-mail · Invulling van de webreadactie om de websites (centrumjeugdengezin, TISzo-emmen, TISzo-jong, TISzo-gezin en TISzo-profs s) up to date te houden. (Dit houdt in dat de websites gecheckt worden op de inhoud. Desgewenst aanpassingen doen en daar waar nodig de ander verantwoordelijken (Bibliotheek Emmen/Assen en Projectbureau Toendra) wijzen op fouten of te maken aanpassingen). · Toegankelijkheid van de informatie voor beroepskrachten. · Profileren van het Centrum Jeugd &Gezin bij beroepskrachten en overige instellingen Als basis wordt dit team ingevuld vanuit Sedna. Hiervoor is 20 uur in de week beschikbaar. Vanuit deze 20 uur wordt ook de coördinatie uitgevoerd. Achterwacht voor de bereikbaarheid wordt uitgevoerd door het team Informatie en Advies van Sedna. Voor telefonische bereikbaarheid binnen kantooruren hebben ook de andere organisaties een aanspreekpunt. Daarnaast zijn voor dit team drie medewerkers met HBO werk en denkniveau (uit elk van de andere organisatie één vertegenwoordiger) nodig die 4 uur per week de tijd hebben zich voor de bovenstaande taken in te zetten. Voor de telefonische 24-uursbereikbaarheid wordt ZCN ingehuurd met de verbinding naar de bereikbaarheidsdienst van BJZ buiten kantoortijden. Binnen kantoortijden is het bovenbeschreven team bereikbaar. Hierbij is de verschillende expertise vanuit de verschillende organisaties essentieel. Voor de bereikbaarheid buiten kantooruren is een pool van medewerkers beschikbaar. In de overgangsfase tot 1 januari 2008 zal deze bereikbaarheid ingevuld worden door de crisisdienst van BJZ. In deze periode zal gekeken worden of de druk op dit crisisteam toeneemt en zo ja welke maatregelen dan genomen moeten worden.
4.2 Van signaal naar zorg De wijkverpleegkundigen, jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen 0-19 en schoolmaatschappelijk werkers zijn de aanspreekpunten in de wijken voor kinderen, jongeren en hun gezinnen. Zij bieden op een laagdrempelige manier informatie en advies en zo nodig bieden zij of leiden zij toe naar
25
hulp. Naast deze rechtstreekse aanspreekbaarheid hebben deze medewerkers tot taak vorm te geven aan één-tweetjes met beroepskrachten op de vindplaatsen. Voor het schoolmaatschappelijk werk betekent dit dat de formatie SMW (6,61 fte) die wordt ingezet in de toeleidingsfunctie vanuit het onderwijs en de wijken vanaf 2 oktober onderdeel uitmaakt van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de inzet gebaseerd is op aannames die in het najaar 2007 zullen worden geëvalueerd. De beschikbare cijfers wijzen echter op dit moment al op een grotere vraag dan de huidige inzet kan bedienen. Op basis van de evaluatie moet besloten worden hoe hiermee omgegaan moet worden. Voor de inzet van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) geldt dat de complete formatie die nodig is voor de uitvoering van het basistakenpakket onderdeel wordt van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. De medewerkers JGZ vervullen een belangrijke signaleringfunctie en leiden zo nodig toe naar de juiste zorg. In lichte gevallen kan extra zorg verleend worden. Deze zorg moet onderdeel worden van het samenhangend pakket van zorg. Deze inzet zal duidelijk worden na ontwikkeling van het programma opgroeien en opvoeden. Dit betreft een inzet van: Icare GGD 7 fte wijkverpleegkundige 2 fte jeugdverpleegkundige 4 fte jeugdarts 3 fte jeugdarts 2,5 fte assistente JGZ Geconstateerd wordt de GGD met de uren die zij nu beschikbaar hebben voor hun inzet op de signaleringsfunctie niet toekomt aan de invulling van de structuur van één-twee-drietjes in het basisonderwijs. Hiervoor is een extra inzet nodig. Dit betreft een minimale extra inzet van 925 uur en maximaal 2080 uur. Dit is bovenop de 490 uur die nu regulier wordt ingezet d.m.v. het vaste maatwerk. Ook deelname aan netwerken maakt deel uit van de taken van de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Dit betreft participatie in de Jeugdteams en het JOT en deelname aan de zorgstructuur in de school. De jeugdteams komen 1x per 6 weken bij elkaar en het JOT om de week. Deze bijeenkomsten duren 2 uur. De inzet die nodig is voor het werken met samenhangend instrumentgebruik wordt duidelijk na stap 1 van het traject: Vooronderzoek en het maken van een basisdocument samenhangend instrumentengebruik in de keten Jeugd&Gezin Emmen. De uitvoering van het proces om te komen tot implementatie van het digitale signaleringssysteem wordt onderdeel van de opdracht van het ontwikkelteam (zie pijler Steun voor Beroepskrachten).
4.3 Samenhangend pakket van zorg De opdrachten van deze pijler worden onderdeel van een samen te stellen ontwikkelteam (zie pijler Steun voor Beroepskrachten). Na ontwikkeling wordt helder welke inzet nodig is voor de uitvoering van het Programma Opgroeien en Opvoeden.
26
4.4 Multidisciplinaire aanpak De werkwijze en taken van het MDT, de Coördinator van Zorg en de Gezinscoach zijn beschreven in het plan van aanpak (hoofdstuk 2) en de methodieken. Hier wordt alleen ingegaan op de benodigde personele inzet. Voor de coördinatie op de inzet voor de multidisciplinaire aanpak is 6 uur per week nodig. Dit betreft coördinatie van inzet MDT en verdere ontwikkeling en coördinatiewerkzaamheden voor de pool coördinatoren van zorg. Voor het MDT is een inzet nodig van: 2 instromers van BJZ voor elk 4 uur per week 2 instromers van AMW voor elk 4 uur per week 36 uur beschikbaarheid van achterwacht (18 uur van BJZ en 18 uur van AMW) Dit is mogelijk door gebruik te maken van de bestaande instroom AMW en stroombureaus BJZ. Het MDT komt wekelijks bijeen om casuïstiek te bespreken en om het MDT inhoudelijke verder te ontwikkelen. Voor Coördinatie van Zorg is een pool van coördinatoren ontstaan die werkzaam zijn vanuit 7 verschillende instellingen. Dit zijn Icare JGZ, GGD JGZ, Bureau Jeugdzorg, AMW, Icare mantelzorg, Leger des Heils en RIBW. Op basis van de ervaringen in de projectperiode is de verwachting dat er zich op jaarbasis gemeentebreed ongeveer 35 trajecten aandienen. Tijdsinvestering ligt op gemiddeld 75 uur per traject. Voor Gezinscoaching is de schatting dat er per jaar 6 trajecten gestart worden. Bij het AMW is 1 gezinscoach opgeleid die deze trajecten kunnen uitvoeren. Inzet van de gezinscoach wordt geschat op 4 uur per week.
4.5 Steun voor beroepskrachten Er wordt een ontwikkelteam samengesteld om de volgende opdrachten uit te voeren: · Ontwikkelen van het programma opgroeien en opvoeden. · Opzet maken voor de implementatie Triple P. · Samenhang tussen ontwikkeling programma opgroeien en opvoeden en implementatie Triple P bewaken. · Verdere ontwikkeling en implementatie signaleringsstructuur. · Invoering en ondersteuning bij het digitaal signaleringssysteem · Opstellen concreet plan van aanpak voor deze pijler met onder meer de volgende onderdelen: o Invulling van consultatie en advies voor beroepskrachten o De wijze van het beheer van TISzo-profs, gebruikersbeheer en inhoud o Visie en plan van aanpak voor deskundigheidsbevordering o De wijze van kennisontwikkeling o Visie en aanpak gericht op nuttige registratie en monitoring o De wijze van beleidsadvisering o Het mogelijk maken van continue ontwikkeling en verbetering van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen o Aanpak voor jongeren- en ouderparticipatie. o De wijze van kwaliteitsbewaking
27
Naast deze opdrachten is dit team de ontwikkelcapaciteit van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Op het moment dat zich nieuwe ontwikkelingen aandienen of indien er vragen of problemen zijn waarop de Centrum nog geen antwoord kan geven, wordt het ontwikkelteam ingeschakeld. Voor de uitvoering van deskundigheidsbevordering wordt ook vanuit het Servicebureau van Bureau Jeugdzorg Drenthe een regulier aanbod gedaan, waarvan gebruik gemaakt kan worden. Indien er meer vraag is dan uit de reguliere middelen bekostigd kan worden moet gezocht worden naar aanvullende financiering. Voor dit ontwikkelteam wordt vanuit elke kernpartner van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen 8 uur per week ingezet. Aansturing van dit team wordt ingevuld door een coördinator in samenwerking met de ketenmanager (zie § 4.6).
4.6 Eindverantwoordelijkheid, ketenmanagement en ondersteuning Voor de verdere ontwikkeling van de Keten Jeugd en Gezin naar het Centrum Jeugd & Gezin Emmen wordt de organisatiestructuur die neergezet is voor de ketenontwikkeling als basis gebruikt en waar nodig aangepast. De basis van deze structuur wordt gevormd door de Besturingsgroep en de Ketenmanager. De Besturingsgroep wordt eindverantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Dit betekent dat de Besturingsgroep er op toeziet dat de werkzaamheden uitgevoerd door de projectmanager in lijn zijn met dit ondernemingsplan en dat zij zo nodig bijsturen. Voor de uitvoering van dit ondernemingsplan legt de besturingsgroep haar samenwerking opnieuw vast in een overeenkomst. Hierin worden de volgende punten geregeld: · Doelstelling van de samenwerking · Wijze van samenwerking (waaronder benoeming penvoerder) · De resultaten waaraan gezamenlijk wordt gewerkt · Aansprakelijkheid partijen onderling · Verdeling kosten en risico’s · Wijze besluitvorming beëindiging overeenkomst · Duur overeenkomst · Afspraken over publiciteit Om de samenhang binnen het Centrum Jeugd & Gezin Emmen te waarborgen is het van belang dat er ketenmanagement wordt ingezet. De ketenmanager krijgt van de Besturingsgroep de opdracht om de opdrachten van dit ondernemingsplan verder uit te werken en uit te voeren, samen met de medewerkers van de verschillende organisaties die een rol hebben in het Centrum. De ketenmanager moet: · Het ontwerp van het Centrum Jeugd & Gezin zoals geschetst in dit ondernemingsplan bewaken; · Instrumenten hebben om te kunnen sturen op de uitvoering van het ondernemingsplan; · Zorgen voor afstemming van de inzet van de kernpartners in het Centrum; · Zorgen voor afstemming van de lokale plannen op provinciale en landelijke ontwikkelingen; · Knelpunten signaleren in de uitvoering van het plan van aanpak, oplossingen hiervoor bedenken en deze voorleggen aan de besturingsgroep; · De besturingsgroepvergaderingen i.s.m. de voorzitter voorbereiden; · De vaart in de ontwikkeling houden (voortgang en planning bewaken en hierover rapporteren).
28
Daarnaast heeft de ketenmanager tot taak om in samenwerking met de coördinator het ontwikkelteam aan te sturen. Reden voor deze samenwerking is het belang van de ontwikkel en implementatieopdrachten van het ontwikkelteam voor het succes van het Centrum Jeugd & Gezin. Om het ketenmanagement goed in te kunnen vullen is 28 uur per week nodig. Tot slot moet het Centrum voor Jeugd & Gezin ook de beschikking hebben over administratieve ondersteuning voor minimaal 15 uur per week.
4.7 Organisatiestructuur De hierboven beschreven inzet wordt hieronder omgezet in een organisatiestructuur. De Besturingsgroep is eindverantwoordelijk voor het Centrum Jeugd & Gezin. Zij delegeert de dagelijkse uitvoering naar de ketenmanager en ziet er op toe dat de resultaten gehaald worden. Zij vergaderen iedere 4 weken. De verantwoordelijkheden van de ketenmanager staan beschreven in paragraaf 4.6. De ketenmanager legt verantwoording af aan de Besturingsgroep door middel van inhoudelijke en financiële (voortgangs)rapportages. In de uitvoering van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen zijn verschillende teams werkzaam. Deze worden in de volgende figuur weergegeven.
Aan de linkerkant zijn 4 integrale teams weergegeven waarin expertise van verschillende organisaties gebundeld is. Dit zijn het Team Bereikbaarheid, het Ontwikkelteam, het MDT en de groep Coördinatoren van Zorg. Aan de reachterkant zijn teams weergegeven die als volledig team uit een van de organisaties gaan bijdragen aan de uitvoering van het Centrum Jeugd & Gezin.
29
De integrale teams worden aangestuurd door een coördinator. Voor de volledige teams verandert er niets in de aansturing. De managers die verantwoordelijk waren voor de aansturing blijven verantwoordelijk. Om de verschillende teams goed op elkaar af te stemmen vindt er iedere maand afstemmingsoverleg plaats tussen de ketenmanager, de managers van de organisaties en de coördinatoren van de integrale teams. In dit afstemmingsoverleg wordt iedereen geïnformeerd over de actuele stand van zaken en ontwikkelingen (elkaar informeren). Gesignaleerde knelpunten worden besproken en er worden afspraken gemaakt over het oplossen daarvan. Alle medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin (dus uit alle genoemde teams) hebben 1 keer per jaar een gezamenlijk overleg. Om afstemming te realiseren tussen de verschillende zorgnetwerken wordt 2 keer per jaar een overleg georganiseerd voor de coördinatoren van deze netwerken. Hierbij moet gedacht worden aan de jeugdteams, het JOT, het MDT en de netwerken binnen het onderwijs. Huisvesting Er wordt een plan gemaakt voor de huisvesting van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Dit betreft zowel de centrale huisvesting als het gebruik van ruimten in de wijken en dorpen. Momenteel wordt vooruitlopend op dit totaal plan de optie onderzocht van huisvesting van een van de consultatiebureaus van Icare JGZ in een deel van het pand van Sedna. Hier was MEE gevestigd, maar zij zijn per november 2007 vertrokken. Dit biedt kansen voor het Centrum Jeugd & Gezin Emmen.
30
5
Communicatie
Dit is een globaal stappenplan4 om te komen tot een PR-plan voor de interne en externe introductie van het nieuwe Centrum Jeugd & Gezin. Doel hierbij is onder meer het vergroten van de naam- en inhoudelijke bekendheid, het creëren van een positieve houding bij betrokken doelgroepen en uiteindelijk jongeren en ouders stimuleren om het Centrum Jeugd & Gezin in te schakelen wanneer een relevante situatie zich voordoet.
5.1 Restyling logo Met de naamswijziging verandert niet alleen de naam, maar ook een restyling van het huidige logo van de Keten. Het nieuwe logo voor Centrum Jeugd & Gezin moet aan een aantal randvoorwaarden voldoen. De betrokken partijen hebben behoefte aan een strakker, abstracter en moderner logo. Concreet is aangegeven dat ze er de voorkeur aan geven dat de illustratie van de handjes uit het huidige logo niet wordt hergebruikt in het nieuwe logo. Aan de andere kant dient de link met het huidige logo van de Keten wel duidelijk te zijn. De herkenbaarheid die dit logo heeft opgebouwd moet behouden blijven. Mede omdat het nieuwe Centrum een verdere ontwikkeling is van de Keten en dit duidelijk moet zijn voor de betrokken doelgroepen. Gekozen is voor het volgende logo:
5.2 PR-plan introductie Centrum Jeugd & Gezin Een succesvolle introductie vraagt om een PR-plan. Dit plan heeft betrekking op de introductie van de nieuwe naam en organisatievorm van het Centrum Jeugd & Gezin, maar ook op de communicatie daaropvolgend om de bekendheid en het imago van het Centrum te onderhouden en verder uit te bouwen. De doelgroepen die met dit plan bereikt moeten worden zijn: · Interne medewerkers kernorganisaties · Hulpverleners overige jeugdzorginstellingen [15-20 organisaties]: o -Bestuurlijk niveau o -Uitvoerend niveau · Ouders en/of opvoeders · Jongeren · Pers 4
Dit stappenplan is gebaseerd op de offerte die Verhoef en Co heeft ingediend voor het pr-plan.
31
Het doel is om het Centrum Jeugd & Gezin te positioneren bij de doelgroepen. Zij moeten weten wat het Centrum Jeugd & Gezin is en wat deze voor hen kan betekenen. Veranderingen binnen organisatie roepen vaak weerstand op bij de doelgroepen. Het is daarom van essentieel belang om in de communicatie naar voren te brengen dat de Keten een nieuw jasje krijgt met het Centrum, dat met name de vorm verandert. Dit past bij de verdere inhoudelijke ontwikkeling van het bestaande project, die ook wordt voortgezet binnen het Centrum. Dit vergroot de betrokkenheid en draagt bij aan een positieve houding bij zowel de interne [medewerkers] als externe [instanties] doelgroepen. Afgeleide doelen zijn: · Opbouwen en vergroten van de naamsbekendheid van Centrum Jeugd & Gezin bij de relevante doelgroepen. · Opbouwen en vergroten van de inhoudelijke bekendheid van de diensten van Centrum Jeugd & Gezin. · Opbouwen en vergroten van een positieve houding ten opzichte van Centrum Jeugd & Gezin en de activiteiten bij de relevante doelgroepen. Uiteindelijk doel is dat ze contact opnemen voor informatie of een afspraak. Communicatiestrategie Specifiek voor de introductie en het vervolg van het Centrum dient een communicatiestrategie ontwikkeld te worden. De strategische keuzes geven weer welke keuzes aan de basis staan van een effectieve communicatieaanpak om de gestelde doelen te bereiken. De volgende uitgangspunten spelen in ieder geval een rol. Uitgangspunten · Het Centrum Jeugd & Gezin vormt een volgende stap in de inhoudelijke ontwikkeling van de Keten Jeugd & Gezin. De inhoudelijke ontwikkeling, die reeds was ingezet, wordt met het Centrum doorgezet. · In essentie krijgt Keten Jeugd & Gezin met het Centrum een andere en nieuwe vorm naar buiten toe en biedt duidelijkheid bij de relevante doelgroepen. · De ontwikkeling van het Centrum betreft een verandering. Daarom moet rekening worden gehouden met eventuele weerstanden. De communicatie naar de relevante doelgroepen moet het reeds in gang gezette bevestigen en focussen op de verdere ontwikkeling van de Keten. · Vanaf 2 oktober 2007 gaat het nieuwe Centrum van start. Allereerst vindt de introductie plaats bij de interne medewerkers. Daarna volgt in de maand september de introductie bij de overige dienst/hulpverleners jeugdzorg en andere doelgroepen. · Dit PR-plan heeft allereerst betrekking op de introductie van het Centrum en het creëren van bekendheid van het Centrum en het telefoonnummer. In het vervolg is het belangrijk om de bekendheid verder uit te bouwen en onderhouden, door het herhalen van het 0900-nummer en de activiteiten/diensten van het Centrum. · De landelijke aandacht die er is voor het beleid en de activiteiten van Minister Rouvoet vormen een kansrijke aanleiding voor een succesvol perstraject. Door in te spelen op actuele ontwikkelingen en publicaties kan persaandacht worden gegenereerd. · Bij het vervolg van het communicatietraject, het onderhouden en uitbouwen van de bekendheid van het Centrum en het telefoonnummer, adviseren wij om ook de dienst/hulpverleners van de overige jeugdzorginstellingen in te zetten als intermediair om de doelgroepen te bereiken.
32
·
De doelgroepen van dit communicatieplan zijn zeer divers, zoals hulpverleners jeugdzorg, ouders en jongeren. Bij de communicatie met deze doelgroepen dient te worden aangesloten bij hun eigen behoeften en aangesloten bij de eigen belevingswereld.
Creatief concept Het PR-plan bevat een creatief concept dat ontwikkeld wordt als basis voor het communicatieplan. Dit creatieve concept vormt het haakje waaraan alle uitingen opgehangen worden. Het concept maakt duidelijk op welke manier de boodschap creatief vertaald wordt naar zaken als tekst, beeld, vorm en wijze van communiceren. Op welke manier de communicatieactiviteiten aansluiten bij de behoeften en belevingswereld van de doelgroep. Hoe we ervoor zorgen dat de communicatie de doelgroep raakt, bereikt en aanspreekt. Dit haakje vormt dus de basis voor alle communicatieactiviteiten en uitingen en wordt vertaald naar de verschillende doelgroepen. Communicatiemiddelen Hieronder is een middelenmix weergegeven die aansluit bij [een vervolg vormt op] de communicatie en uitstraling van het Centrum. In een effectief communicatiebeleid vormen alle middelen van de communicatiemix een gecoördineerd geheel dat erop gericht is opbouwen en verhogen van de naam- en inhoudelijke bekendheid van Centrum Jeugd & Gezin. Hieronder volgen een aantal ideeën, voor de in te zetten middelen bij de introductie van Centrum Jeugd & Gezin. 1 Vooraankondiging Een vooraankondiging op opvallende en afwijkende wijze om zo de hulpverlenende instanties te triggeren voor de bijeenkomst op 2 oktober 2007. 2 Introductiefilm voor en door jongeren Een introductiefilm die gemaakt wordt door en voor jongeren. Het filmpje kan gebruikt worden tijdens de bijeenkomst, maar ook op de website geplaatst worden. 3 PR-stunt Tijdens of rondom de bijeenkomst op of rond 2 oktober kan een pr-stunt georganiseerd worden, die de aandacht trekt van de betrokkenen en aandacht vraagt voor het thema. Deze ludieke actie draagt ook bij aan een free publicity moment. 4 Free publicity Om meer bekendheid te creëren kan onder meer de pers worden ingeschakeld. Samen met het Centrum Jeugd & Gezin worden verschillende insteken en nieuwsfeiten bedacht. Voor de periode rondom de introductie en het vervolg wordt een perspan ontwikkeld. 5 Folder voor ouders Een informatieve brochure die de doelgroep ouders informeert over het Centrum. De brochure sluit qua beeld en tekst aan bij de doelgroep en heeft een informatief karakter met een duidelijke boodschap.
33
6 Folder voor jongeren Naast een brochure voor de ouders wordt er een brochure ontwikkeld specifiek gericht op jongeren. Deze brochure houdt qua vormgeving wel verband met de brochure van de ouders, maar sluit qua ontwerp, opzet, thema’s, toonzetting en fotografie aan bij de belevingswereld van jongeren. 7 Nieuwsbrief intern en extern Met een nieuwsbrief kun je medewerkers en instanties gemakkelijk en redelijk snel informeren over organisatie ontwikkelingen, nieuwsfeiten, behaalde resultaten. Zo houd je de medewerkers betrokken bij de organisatie, positief en gemotiveerd. Maar ook bij externe doelgroepen kun je informeren over wetswijzigingen, wijzigingen in de organisatie en zo bijdragen aan een positieve houding t.o.v. het Centrum. 8 Posters Door het inzetten van posters met vermelding van het 0900-nummer bij de verschillende instantie breng je de relevante doelgroepen in aanraking met de informatie. 9 Free publicity Om meer bekendheid te creëren, kan onder meer de pers worden ingeschakeld. Samen met het Centrum worden verschillende insteken en nieuwsfeiten bedacht. 10 Adverteren Adverteren op opvallende wijze met een heldere boodschap in diverse regionale media kan een bijdrage leveren aan het vergroten van de herkenbaarheid van het Centrum en het creëren van een positie van het Centrum Jeugd & Gezin in de maatschappij. 11 Website restyling Aanpassen van de bestaande website op basis van het gerestylde logo Centrum Jeugd & Gezin. Verwerken van creatief concept in website. 12 Bannering internet Het plaatsen van linkvermeldingen en banners op de websites van de hulpverlenende instanties wordt er meer traffic gegenereerd naar de website. 13 Informatiekaart beroepskrachten Een informatiekaartje met algemene informatie en een stroomschema op de achterzijde informeert de beroepskrachten over de werkwijze binnen het Centrum.
34
6
Financiering
Centrum voor Jeugd en Gezin Emmen Begroting
2008
2009 Opmerking
Regulier Dichtbij bereikbaar medewerkers a 4 uur/week - 42 weken Informatie en advies jeugd achterwacht team info&advies Signaal tot Zorg Inzet Schoolmaatschappelijk Werk Basisonderwijs Voortgezet onderwijs Drenthe College Inzet Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg 0-4 Icare Maatwerk Icare Maatwerk - Vroegsignalering Jeugdgezondheidszorg 4-19 Vast maatwerk JGZ (deelname zorgstructuur VO, begeleidingscie SO, swv WSNS, BNW-en, beleidswerkgroepen) EKD Verwijsindex/Signaleringssysteem
€ 11.412,24 € 39.132,00 € 39.132,00
€ 305.900,89 € 160.684,85 € 83.244,00
€ 1.256.164,00 € 88.924,00 € 27.550,00 € 771.191,00 € 135.944,00
pm € 81.887,77
€ 11.867,52 Icare (in reguliere subsidie - zie sign) BJZ (hier berekend) € 40.698,00 Sedna - uitvoeringsovereenkomst - 600 uur € 40.698,00 Sedna - uitvoeringsovereenkomst - 600 uur
€ 318.115,76 subsidie tot aug 2009 + kwart eigen bijdrage scholen € 167.101,13 subsidie tot aug 2009 + kwart eigen bijdrage scholen € 86.568,00 subsidie tot aug 2009 + kwart eigen bijdrage scholen
€ 1.293.848,92 € 91.591,72 € 28.376,50 € 802.038,64 € 141.381,76
Icare basistakenpakket Icare maatwerk Icare maatwerk GGD basistakenpakket GGD Vast maatwerk
pm nog onduidelijk wat het kost - kosten iig meer dan nu beschikbaar (moet door gemeente bekostigd worden) € 30.687,77
Samenhangend pakket van zorg Inzet zie Ondersteuning beroepskrachten + na ontwikkeling opnieuw bekijken
35
Begroting
2008
2009 Opmerking
Regulier Multidisciplinaire aanpak MDT medewerker AMW 4 uur/week medewerker BJZ 4 uur/week (uurtarief AMW gebruikt) Achterwacht totaal 36 uur/week (BJZ en AMW) - 1200 directe uren
€ 9.250,67 € 9.250,67 € 83.256,00
€ 9.620,00 binnen reguliere subsidie € 9.620,00 binnen reguliere subsidie € 86.580,00 binnen reguliere subsidie
Coördinatie van zorg - 21 trajecten
€ 76.421,25
€ 79.470,00 7 instellingen: ieder 3 trajecten regulier - 75 uur per traject (min kosten trajecten Icare en GGD - die in bedragen inzet JGZ
Ondersteuning naar beroepskrachten 4 medewerkers 8 uur/week - 42 weken: 4 uur regulier
€ 22.848,00
€ 23.520,00 Iedere organisatie 1 medewerker binnen reguliere subsidie - hier 2x berekend (Icare en GGD zitten in reguliere subsidie - zie signalering)
Totaal Regulier
€ 3.202.193,33 € 3.261.783,72
Extra Dichtbij bereikbaar medewerker GGD à 4 uur/week - 42 weken Telefoonnummer kosten provider
€ 10.920,00 € 8,00 € 3.000,00
zorgcentrale inhuren
€ 3.384,00
PR (inclusief website en foldermateriaal)
€ 7.500,00
Signaal tot Zorg Inzet JGZ basisonderwijs zorgdriehoek (boven op vast maatwerk tijd BNW-en) Kwaliteitsverbetering nieuwe signaleringsstructuur
€ 103.675,00 € 52.500,00
€ 11.256,00 GGD € 8,16 € 3.060,00 kosten provider inclusief eenmalige entreekosten a 65,-. Gesprekskosten zijn gebaseerd op 1000 gesprekken a 180 seconden. Bedrag per maand ongeveer 250,€ 3.451,68 * inhuren zorgcentrale bedrag gebaseerd op dagtarief a 1,59 per gesprek en nachttarief a 1,93 p.g.uitgaande van 1000 gesprekken van 70% dagtarief en 30% nachttarief. € 7.650,00
€ 106.865,00 GGD flexibel maatwerk: nog te maken afspraken (2085 uur per jaar - min 490 uur in vast maatwerk) € 27.500,00 Uit aanvraag impuls: o.a. vervolg studiemiddagen 1-2-3tjes, trainingen signalering vindplaatsen (onderwijs, KO, kraamzorg en huisartsen), investering in relatie en afstemming onderwijs.
36
Begroting
2008
2009 Opmerking
Extra Samenhangend Intrumentgebruik
€ 45.000,00
€ 17.500,00 Uit aanvraag impuls: training, onderzoeksactiviteiten, Bergop, licentie Bergop, nieuwe instrumenten
€ 17.118,36 € 27.752,00 € 71.326,50 € 37.002,67 € 10.000,00
€ 17.801,28 € 28.860,00 Aanvraag impuls € 74.172,00 € 38.480,00 uit aanvraag impuls € 10.000,00 uit aanvraag impuls
Ondersteuning naar beroepskrachten Coördinator ontwikkelteam 4 uur/week - 42 weken
€ 11.412,24
€ 11.867,52
Ondersteuning naar beroepskrachten 4 medewerkers 8 uur/week - 42 weken: 4 uur extra
€ 45.696,00
€ 47.040,00
Overig Organisatiekosten Ketenmanager CJG
€ 84.000,00
€ 87.360,00
Ondersteuning secretariële ondersteuning 15 uur per week
€ 25.000,00
€ 26.000,00
Onvoorzien (2,5%)
€ 10.500,00
€ 11.000,00
€ 565.794,77
€ 529.871,64
Samenhangend pakket van zorg Multidisciplinaire aanpak coördinator 6 uur/week - 42 weken Gezinscoaching - 18 trajecten: 12 uur/week Coördinatie van Zorg - 14 trajecten Jongerencoach 16 uur per week Deskundigheidsbevordering mdt, gezinscoaches, coördinatoren van zorg
Totaal Extra Totaal Regulier en Extra
€ 3.767.988,10 € 3.791.655,36
37
7
Lijst met afkortingen
AMK AMW BJZ BSO BSO+ CBCL CJ&G CVI EKD GGD GGZ HBO IB-er JGZ JJI JOT KJP LVG MBO MDT MKD NIZW NOSI(K) OBW OGGZ PCL PSZ ROC SBO SDQ SMW VNN VO VSO VSV WCPV WMO WSNS ZAT ZCNN ZIOS
-
Advies & Meldpunt Kindermishandeling Algemeen maatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg Buitenschoolse opvang Bijzondere vorm van Buitenschoolse opvang Child Behaviour Checklist Centrum voor Jeugd en Gezin Commissie voor Indicatiestelling Elektronisch Kind Dossier Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke gezondheidszorg Hoger beroepsonderwijs Intern Begeleider Jeugdgezondheidszorg Justitiële jeugdinrichting Jongerenopvangteam Kinderen en Jeugd Psychiatrie Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn Middelbaar beroepsonderwijs Multi-disciplinair team Medisch Kleuter Dagverblijf Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn Nijmeegse Opvoedings Stress Index (Kort) Opbouwwerk Openbare geestelijke gezondheidszorg Permanente Commissie Leerlingenzorg Peuterspeelzaal Regionaal Opleidingen Centrum Speciaal basisonderwijs Strengths and Difficulties Questionaire Schoolmaatschappelijk werk Verslavingszorg Noord-Nederland Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Vroegtijdigschoolverlaten Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Maatschappelijke Ondersteuning Weer Samen Naar School Zorgadviesteam Zorgcentrale Noord Nederland Zorg in en om school
38
8
Gebruikte Literatuur
Databank Effectieve Jeugdinterventies voor de beschrijving van triple p http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=103036&page=103055. Portengen, R. (2007) Gezinscoaching Drenthe: Samenwerken is puzzelen! Drenthe: Provincie Drenthe Portengen, R. (2007) Gezinscoaching Drenthe: Samenwerken is puzzelen! Een raamwerk voor methodisch handelen. Drenthe: Provincie Drenthe Portengen, R. (2007) Gezinscoaching Drenthe: Samenwerken is puzzelen! De implementatie Drenthe: Provincie Drenthe Provincie Drenthe (2007) Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007. Rouvoet, A. (2007) Alle Kansen voor alle kinderen: programma voor jeugd en gezin 20072011 Den Haag: Programmaministerie Jeugd en Gezin. Speetjens, P., Graaf, I. De, Blokland, G. (2007) Het fundament van Triple P: theoretische onderbouwing en onderzoek. In: Jeugd en Co Kennis, nummer 2, p. 6-18. Vrieze, T. (2007) Coördinatie van Zorg (Nieuw Amsterdam / Veenoord): Voorstel methodiekomschrijving (versie september 2007)
39
Bijlage 1: Doelstellingen Keten Jeugd en Gezin Informatie Doel: Informatie vanuit instellingen wordt centraal gebundeld en eenduidig verwoord zodat medewerkers van zowel de frontoffice als de backoffice de cliënt (ouders, jeugdigen en intermediairs) zo optimaal mogelijk kunnen bedienen. Iedereen (zowel jeugdigen, opvoeders als intermediairs) kan binnen de gemeente Emmen op een herkenbare en een goed bereikbare plek, dichtbij in de eigen leefomgeving antwoord krijgen op vragen over opgroeien en opvoeden. Voor iedereen is duidelijk waar binnen de eigen gemeente dit antwoord te krijgen is.
Signalering en toeleiding Doel: Er bestaat een goed signaleringssysteem waarin de signalen vanuit allerlei geledingen vroegtijdig kunnen worden neergelegd zodat problemen en risico’s bij jeugdigen tijdig worden gesignaleerd om vroegtijdig zo licht mogelijke hulp te kunnen bieden, zodat grote(re) problemen voorkomen worden.
Pedagogische hulp Doel: Het aanbod van pedagogische hulp is geordend in een keten en gebaseerd op de vraag van ouders/ en of jeugdigen. Ieders toegevoegde waarde in de keten is duidelijk. Gezinnen en jeugdigen met opvoed- en opgroei problemen kunnen zo nodig (op basis van hun vragen of gesignaleerde problemen) gebruik maken van dit samenhangende pakket van effectieve en kwalitatief goede methoden. In dit pakket is de eigen kracht van de jeugdigen zelf en die van de sociale structuren in het gezin en de eigen leefomgeving uitgangspunt.
Coördinatie van Zorg Doel: De zorg-, hulp- en dienstverlening aan gezinnen en jeugdigen die te maken hebben met meervoudige problemen of meerdere hulpverleners, wordt op elkaar afgestemd, zodat integrale hulp geboden wordt.
Er bestaat een procedure die gelijke behandeling van de hulpvraag garandeert. Hierdoor worden jeugdigen en hun ouders op een snelle, eenduidige, adequate en transparante manier begeleid naar de zorg, hulp en/of dienstverlening die zij nodig hebben. Het is voor hen duidelijk waar ze met hun vragen of problemen terechtkunnen.
40
Bijlage 2: Typering van Emmen in cijfers Aantal inwoners per kern Emmen 2005
totaal
2007
2007
BargerCompascuum
NieuwDordrecht
NieuwAmsterdam/Veenoord
830 209
8.121 2.279
2.058 594
2.101 627
7.047 1.930
0-23 jaar
56.876 15.286
3.598 1.071
863 227
8.118 2.293
2.047 580
2.113 644
7.067 1.925
totaal
57.010
3.608
825
8.130
2.025
2.099
7.140
0-23 jaar
15.297
1.072
212
2.299
558
621
1.927
Klazienaveen
Zwartemeer
Schoonebeek
NieuwSchoonebeek
Weiteveen
4.893 1.551
12.176 3.390
3.134 927
4.979 1.441
1.355 417
1.705 465
108.622 30.153
0-23 jaar
4.880 1.547
11.853 3.198
3.134 907
4.986 1.394
1.351 406
1.706 452
108.592 29930
totaal
4.885
11.919
3.123
4.997
1.327
1.745
108.833
0-23 jaar
1.515
3.202
895
1.392
390
467
29.847
2005
2007
totaal
totaal 0-23 jaar
2006
EmmerCompascuum
3.597 1.063
Erica 2005
Roswinkel
56.626 15.260
0-23 jaar 2006
NieuwWeerdinge
totaal
Gezinssamenstelling Gezinnen zonder kinderen Gezinnen met kinderen Een-oudergezinnen Partners (in gezin) Kinderen (in gezinnen) Alleenstaanden Totaal aantal inwoners
12.639 12.584 4.585 25.223 30.432 23.159 108.622
Gemeente Totaal
Verschil 2005-2007
12.692 12.064 5.024 24.756 30.100 24.197 108.833
53 -520 439 -467 -332 1.038 211
% problemen Gebaseerd op normpercentages die uit onderzoek gebleken zijn. Werkelijke situatie in Emmen kan hieraan getoetst worden als de cijfers van de organisaties gebundeld worden. Totaal Emmen Totaal aantal inwoners Aantal jeugdigen 0 tot 23 jaar Opgroei- en/of opvoedproblemen: 15% Ernstige opgroei- en/of opvoedproblemen: 5% Verhoogd risico op verwaarlozing en/of mishandeling: 3% Multiproblem: 1% Vastgelopen in hulpverlening: 0,2%
2005 108.622 30.153 4523 1508 905 302 60
2006 108.592 29.930 4490 1497 898 299 60
2007 108.833 29.847 4477 1492 895 298 60
41
Per dorp zien de percentages voor 2007 er als volgt uit: 2007
Emmen
NieuwWeerdinge
Roswinkel
EmmerCompascuum
BargerCompascuum
NieuwDordrecht
NieuwAmsterdam/Veenoord
Totaal inwoners
57.010
3.608
825
8.130
2.025
2.099
7.140
0-23 jaar
15.297
1.072
212
2.299
558
621
1.927
2.295
161
32
345
84
93
289
Ernstig
765
54
11
115
28
31
96
Verhoogd risico op verwaarlozing en/of mishandeling
459
32
6
69
17
19
58
Multi-problem
153
11
2
23
6
6
19
Vastgelopen
31
2
0
5
1
1
4
Klazienaveen
Zwartemeer
Schoonebeek
NieuwSchoonebeek
Weiteveen
Opgroei- en/of opvoedproblemen
2007
Erica
Gemeente Totaal
Totaal inwoners
4.885
11.919
3.123
4.997
1.327
1.745
108.833
0-23 jaar
1.515
3.202
895
1.392
390
467
29.847
Opgroei- en/of opvoedproblemen Ernstig
227
480
134
209
59
70
4.477
76
160
45
70
20
23
1.492
Verhoogd risico op verwaarlozing en/of mishandeling Multi-problem
45
96
27
42
12
14
895
15
32
9
14
4
5
298
3
6
2
3
1
1
60
Vastgelopen
42
Bijlage 3: Ontwerp signalerings- en toeleidingsstructuur Vindplaatsen per Beroepskracht: leeftijdscategorie: Leeftijdscategorie 0-4 jaar Consultatiebureau Const.arts/wijkverplk Kinderopvang Leidster Peuterspeelzaal Peuterspeelzaalleidster Soc.cult.werk Jongerenwerk Wijk/dorp Opbouwwerk Wijkagent Huisarts Leeftijdscategorie 4-12 jaar Basisschool
1-tweetje:
Zorgteam Zwaar:
Smw/Amw Consultatiebureau Smw/Amw
Leerkracht
Schoolarts/ JGZ Verpleegkundige Spec. Onderwijs Leerkracht BSO Leidster Soc. cult.werk Jong.werk Wijk/dorp Opbouwwerk Wijkagent Huisarts Leeftijdscategorie 12 - 23 jaar VO Leerkracht MBO (ROC) Leerkracht HBO Leerkracht Schoolarts/ JGZ Verpleegkundige Soc.cult,.werk Jong.werk Wijk/dorp Opbouwwerk Wijkagent Huisarts
Zorgteam Licht:
JGZ Smw/Amw
(soms CB-er) IB’er JGZ SMW (leerplicht indien nodig)
ZAT bao (zuilair)
MDT Centrum Jeugd & Gezin
Smw/Amw Smw/Amw
JOT Jeugdteam
Smw/Amw/ JGZ Zorgteam/ zorgbreedteteam
Consultatieteam
Smw/Amw
Samenhangend instrumenten gebruik voor risicotaxatie Vragenlijsten binnen context DMO-protocol voor de risicokinderen CBCL (1,5 jaar – 5 jaar) SDQ Nosik
Signaleringssysteem
43
Bijlage 4:
44
Bijlage 5: Aannames Schoolmaatschappelijk werk Basisonderwijs Om de omvang van de inzet te bepalen wordt gekeken naar: · Gebruik van het AMW in een wijk/dorp waarbij specifiek gekeken wordt naar de categorieën gedrag school/thuis, ongeoorloofd schoolverzuim, opvoedingsondersteuning, pestproblematiek, relatie ouder kind en schoolprestaties5. · Naar het aantal gewichtenleerlingen in een wijk. · Ervaringsgegevens van SMW en Samenwerkingsverbanden WSNS Inzet wordt bepaald voor een wijk of dorp, niet per afzonderlijke school. De niet cliëntgebonden tijd SMWwordt besteed aan voorlichting, consultatie en advies en informatie en overleg met de IB-er Voor de niet cliëntgebonden tijd wordt uitgegaan van een gemiddelde van 50 uur per school per jaar voor scholen met meer dan 160 leerlingen en 25 uur voor scholen met minder dan 160 leerlingen. Voor scholen met meer dan 320 leerlingen wordt uitgegaan van 75 uur per jaar. Er moet bij de start meer niet cliëntgebonden tijd (= tijd zonder dat er een dossier gemaakt wordt) ingeruimd worden, omdat er tijd nodig is om goed contact op te bouwen, vertrouwen te winnen en een plek binnen de school te krijgen. Aanname is dat gemiddeld 1 op de 25 leerlingen in een wijk met gemiddeld meer dan 30% gewichtenleerlingen heeft gebruik maakt van SMW In wijken met minder dat 30% gewichten leerlingen wordt uitgegaan van 1 op 40 leerlingen.
Voortgezet onderwijs Om de omvang van de inzet te bepalen wordt gekeken naar: · Ervaringsgegevens van SMW en Samenwerkingsverbanden VO-VSO · Evaluatie van de afgelopen jaren.
De niet cliëntgebonden tijd SMWwordt besteed aan voorlichting, consultatie en advies en informatie en overleg met de zorgcoördinator. Niet cliënt gebonden tijd wordt vastgesteld op 20 uur per locatie/ zorgbreedtecommissie en per leerling die gebruik maakt van SMW 2 uur
Aanname is dat gemiddeld 1 van de 25 leerlingen op het vmbo en in het brugjaar gebruik maakt van SMW. Op de havo en het vwo wordt een gemiddelde aangehouden van 1 op de 40 leerlingen die gebruik maakt van het SMW De leerling gebonden tijd die voor het OPDC beschikbaar is, wordt gebaseerd op de oude LOM bekostigingssystematiek, namelijk 12,5 minuut per leerling per maand.
Indien het percentage cliënten met schoolmaatschappelijk werk gerelateerde problematiek gerelateerd aan het totaal aantal leerlingen in de wijk hoog (hoger dan 2,74%) is in tegenstelling tot de gewichten kan besloten worden dat in die wijk toch de verhouding 1 op 25 gehanteerd wordt.
5
Wijkscore AMW is het aantal cliënten met SMW gerelateerde problematiek (categorieën gedrag school/thuis, ongeoorloofd schoolverzuim, opvoedingsondersteuning, pestproblematiek, relatie ouder kind en schoolprestaties) binnen het AMW.
45
Bijlage 6: Beschrijving Zorgstructuren Zorgadviesteam Basisonderwijs Samenstelling In dit team zijn de tweedelijns instellingen vertegenwoordigd, anders gezegd instellingen die vormen van hulp bieden, waar een indicatie voor nodig is. Dit zijn in ieder geval de clusters 1 t/m 4, het Bureau Jeugdzorg, het SBO en de PCL. Een voorbeeld samenstelling is een Voorzitter, Zorgcoördinator, SBO 4 clusters, BJZ/MEE, PCL, MKD. Doelstelling Er wordt efficiënt(er) gewerkt met zichtbare resultaten. Het team wil passende hulp voor de doelgroep snel beschikbaar krijgen. Doelgroep Leerlingen binnen het basisonderwijs (4 tot 13 jaar) met ernstige problemen Werkwijze: De aanmeldingen van de kinderen voor een ZAT bespreking dienen volgens een vastgesteld aanmeldformulier te gebeuren. Het ZIOS heeft hiervoor reeds een formulier ontwikkeld, wat prima past in de gewenste werkwijze. Als er acute hulp nodig is, kan vanuit de interne zorgstructuur rechtstreeks contact met de contactpersoon van BJZ opgenomen worden. Wel moet hiervan melding worden gedaan aan de voorzitter van het ZAT. De in het ZAT participerende instellingen gaan een overeenkomst met elkaar en met het primair onderwijs aan. In deze overeenkomst wordt vastgelegd, welke expertise verwacht kan worden en welke taken en verantwoordelijkheden vanuit de instelling in het ZAT gebracht worden. Ook de terugkoppeling aan de ZAT voorzitter en vervolgens aan de school is hierin vastgelegd. De instellingen zijn door de voorzitter hier op aanspreekbaar.
Zorgbreedtecommissies voortgezet onderwijs Samenstelling: Zorgcoördinator, Schoolmaatschappelijk werk (SMW/AMW), GGD, Politie, Leerplicht en Leerlingbegeleider/Mentor. Doelstelling: Bespreken van de zogenoemde zorg- en risicoleerlingen, om er voor te zorgen dat ze de juiste hulp/zorg krijgen. De zorgbreedtecommissie heeft drie functies: 1. Consultatie en advies t.b.v. de school 2. Interventie en samenwerking 3. Verwijzing Doelgroep: Alle leerlingen binnen het voortgezet onderwijs van de betreffende lokatie/school
46
Consultatieteam Samenstelling: Dir. OPDC (=voorzitter), Cluster 4/Renn4 (v/d Reeschool), Praktijkonderwijs, Daghulp Jeugdzorg Drenthe, BJZ, SMW/AMW/Time out (OPDC), Leerplicht/RMC, Politie (jeugdagent), ROC Drenthe College (AKA), VNN (op afroep). Doelstelling: Het team wil een dekkend geheel vormen voor alle leerlingen binnen het samenwerkingsverband, geen enkele leerling uitgezonderd, zodat zij de juiste hulp/zorg krijgen. Doelgroep: Leerplichtige/partieel leerplichtige leerlingen binnen het voortgezet onderwijs en het ROC. Het gaat hierbij specifiek om de volgende leerlingen: · Dreigend vroegtijdig schoolverlaters, verblijvend binnen het VO/ROC · Op daghulp verblijvende jongeren ingeschreven binnen het onderwijs · In het onderwijs terugkerende jongeren binnen het samenwerkingsverband · Toekomstige reboundleerlingen Specifieke verantwoordelijkheid deelnemers: De fundamentele afspraak binnen het team is dat iedereen aangesproken mag worden op haar/zijn opdracht vanuit de discipline, die wordt vertegenwoordigd en vanuit dit uitgangspunt verantwoording aflegt aan het team. Werkwijze: Het consultatieteam komt tweewekelijks bij elkaar op het OPDC. Deze tweewekelijkse vergaderingen kennen een vast patroon. Er wordt uitsluitend over (zwaar) problematische leerlingen gesproken, die op een of andere manier zijn vastgelopen in het onderwijs en waarvoor praktische oplossingen moeten worden bedacht, waar het gaat om een onderwijsplek c.q. een plek in de hulpverlening. Soms moet een strategie worden bedacht om vastgelopen situaties weer vlot te trekken. Patroon van de vergadering: · Vaststellen notulen vorige vergadering: heeft eenieder zijn/haar opdacht(en) uitgevoerd? · De reeds ingebrachte leerlingen evalueren, waarbij leerlingen van de agenda verdwijnen als er geen bemoeienis meer nodig is. · Bespreking van de leerlingen die bij het consultatieteam nog in beeld dienen te blijven · Inbreng leerlingen door derden (hebben een verzoek gericht tot consultatie) · Elke discipline krijgt de mogelijkheid nieuwe leerlingen in te brengen · Afspraken worden gemaakt. Positie van het team: Het consultatieteam wordt gezien als zorgbreedte team op het niveau van het samenwerkingsverband en werkend in het verlengde van de bestaande zorgbreedtecommissies binnen de afzonderlijke voortgezet onderwijsscholen en het Drenthe College.
47
Jeugdteam i.o. Samenstelling: Een jeugdteam bestaat in elk geval uit de volgende vaste deelnemers: Wijkagent ( of jeugdagent) Schoolmaatschappelijk werk Jongerenwerker Opbouwwerker (in opstartfase noodzakelijk, vervolg is open voor discussie) Het jeugdteam kan te allen tijde aangevuld worden met disciplines/beroepskrachten van andere organisaties, al naar gelang de problematiek daarom vraagt. Dit zijn echter tijdelijke aanvullingen, bijvoorbeeld voor de duur van een project. Een gebied behoudt altijd een jeugdteam met bovenstaande vaste deelnemers. Doelstelling: Een jeugdteam werkt aan de doelstelling om snel en effectief zorgsignalen van jongeren te signaleren en door te geleiden naar hulp. Daarnaast heeft het jeugdteam de opdracht om signalen te bundelen en zonodig preventieve activiteiten te ontwikkelen en uit te zetten. Het jeugdteam heeft een actieve bijdrage bij het tot stand komen van een monitoring van jongeren, in samenwerking met andere instellingen. Het jeugdteam heeft een signaalfunctie. Doelgroep: Jongeren van 12 tot 23 jaar die op school niet opvallen (geen zorg geeft), maar in hun woonomgeving wel problematisch gedrag (in de breedste zin van het woord) vertonen. Werkwijze: Per gebied (De Monden, De Blokken, De Velden en Emmen-Stad) zal 1 jeugdteam werkzaam zijn. Voor Emmen-Stad wordt nader onderzocht of 1 jeugdteam werkbaar is. Er zal ten minste 1 keer per zes weken overleg plaatsvinden.
JOT Zuid Oost Drenthe Samenstelling: AMW/SMW, Jongerenwerk, Leerplicht, Raad voor de kinderbescherming, Halt, BJZ en politie. Samenstelling van het JOT moet niet te groot zijn, want dat gaat ten koste van de daadkracht. Doelstelling: Doel van het JOT is die jongeren te bereiken die risicogedrag laten zien ten aanzien van het starten van een criminele carrière en hen van deze carrière te weerhouden. Samenwerking is gericht op: w Vroegtijdige signalering van kinderen met risicogedrag. w Het verlenen van passende hulp vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid en deskundigheid. w Doorverwijzen indien specialistische hulp vereist is. w Het ontwikkelen van programma’s in samenwerking met anderen partijen, gericht op het verminderen van risico’s die de doelgroep loopt. w Het inzichtelijk maken van elkaars werkwijze en de daarbij gebruikte methodes en instrumenten.
48
Doelgroep: Kinderen uit de bovenbouw van het basisonderwijs en kinderen uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs (globaal: 8-16 jaar), die risicogedrag laten zien ten aanzien van het starten van een criminele carrière. Werkwijze: Taken van een JOT zijn: w Organiseren van concrete hulp ten behoeve van gesignaleerde problemen. w Onderlinge afstemming en samenwerking inzake gesignaleerde problemen. w Het signaleren van hiaten in het voorzieningenpakket w Het jaarlijks analyseren van de ingebrachte signalen ten behoeve van het ontwikkelen van preventieactiviteiten.
MDT Samenstelling: Het MDT bestaat uit 2 medewerkers van de instroom van het AMW van Welzijngroep Sedna, 2 medewerkers van de instroom van Bureau Jeugdzorg, 1 coördinator, die zorg draagt voor de randvoorwaarden, secretariële ondersteuning en een gedragswetenschapper BJZ (op afroep). Doelstelling: In multi-problem situaties (zie doelgroep) een samenhangende multidisciplinaire aanpak voor gezinnen realiseren (één gezin, één plan). Doelgroep: Gezinnen waar sprake is van: w ‘Ernstige’ meervoudige problematiek; w Vragen/meldingen/signalen over ‘ernstige’ opvoedingsvraagstukken, waarbij vooral de veiligheid van kinderen in het geding is; w Zorgmijding en ontkenning van gezins- c.q. opvoedingsproblematiek; w Sterke onduidelijkheid in de probleemstelling. Werkwijze: w Een rooster zorgt er voor dat het MDT met deze medewerkers elke dag bereikbaar is; w De dienstdoende medewerker houdt de mail van het MDT in de gaten; w Op iedere gestelde vraag / melding wordt binnen 24 uur gereageerd; w Is vraagverheldering noodzakelijk, dan zal er door de medewerker van het MDT met de vraagsteller nader telefonisch contact plaats vinden; w Vervolgens zal er door de medewerker op basis van de verzamelde informatie een advies of een consult worden gegeven of de vervolgprocedure binnen het MDT zal worden kenbaar gemaakt; w Medewerker MDT bereidt de vraag van de melder voor om in te brengen in het wekelijks overleg van het MDT; w Bespreking van de vraag binnen het MDT onder voorzitterschap van de coördinator moet leiden tot een besluit over de voortgang; w Dat kan zijn terugkoppeling naar de vragensteller met een helder geformuleerd advies of consult of er komt een vervolgtraject binnen het MDT; w Dit vervolgtraject kan inhouden: - Nader inventariserend / diagnostisch onderzoek; - De opdracht om een Plan van Aanpak te schrijven.
49
w Voor inventariserend onderzoek kan een beroep worden gedaan op de Coördinatoren van Zorg; voor diagnostisch onderzoek kan gebruik worden gemaakt van de aan het MDT verbonden gedragswetenschappers; w Medewerker MDT schrijft het Plan van Aanpak; w De cases, inclusief het Plan van Aanpak wordt toegewezen aan: - De daarvoor geëigende instantie; - Coördinatie van Zorg of Gezinscoaching; - Geïndiceerde zorg; w In deze eerste periode zal het MDT wekelijks overleg hebben, waarbij naast casuïstiekbespreking ook aandacht zal zijn voor organisatorische- en inhoudelijke ontwikkelingen; w De medewerkers van het MDT hebben een rol als gaat om het leggen van verbindingen met andere organisaties;
50
Bijlage 7: Basis voor Programma opgroeien en opvoeden De licht pedagogische hulp die de betrokken instellingen aanbieden, is geordend in ketens van licht naar zwaar. Het doel van deze ordening van pedagogische hulp in een keten was dat de toegevoegde waarde van het aanbod van organisaties in de keten duidelijk is. Een ander doel van deze ordening was het zichtbaar maken van hiaten (gaten en overlap) in het aanbod. Bij de vorming van ketens is de volgende definitie van licht pedagogische hulp gehanteerd: Pedagogische hulp is een vorm van (ambulante) hulp aan gezinnen, waarbij aangesloten wordt bij de (opvoedings)vraag en/of problemen van een gezin. Hierbij staat de ontwikkeling van het kind centraal en worden de ouders bewust gemaakt van de eigen verantwoordelijkheid, die zij hebben t.a.v. hun kinderen. Ouders worden ondersteund en krijgen daarbij handvatten aangereikt om het opvoedingsklimaat te optimaliseren. Deze hulp wordt, zonodig in samenwerking met de ouders, kind en netwerk, binnen een bepaalde tijd uitgevoerd. Het aanbod licht pedagogische hulp is geordend in een matrix. Binnen de matrix wordt onderscheid gemaakt tussen het gezinsgerichte aanbod en het kindgericht aanbod. Daarnaast is het aanbod is geordend van licht naar zwaar. Hiervoor is de classificatie volgens een model beschreven door Kousemaker en Timmers, gebruikt. Zij onderscheiden vijf situaties die een opvoedingssituatie kunnen kenmerken. Deze zijn weergegeven in het onderstaande schema. Normale opvoedingssituatie Er is sprake van alledaagse vragen en opvoedkwesties, niet van problemen. Ouders hebben vragen en deze vragen moeten beantwoord worden door informatie te geven of door te vertellen waar die te vinden is. Ouders hebben de keuzevrijheid om te doen met de antwoorden wat zij willen. Het systeem van ervaringsordening van de ouders werkt rondom opvoeding harmonieus. Veelal worden vragen gesteld binnen het normale sociale systeem (familie, vrienden, buren), soms zoekt men bewust naar informatie of heeft men contact met jeugdgezondheidszorg. Situatie van opvoedingsspanning Opvoedingsspanning ontstaat wanneer het spontane opvoedingshandelen bij herhaling niet het gewenste resultaat heeft. De ervaringsordening van de ouders wordt dominant omdat zij onzeker worden over hun eigen handelen. Opvoedingsspanning leidt (nog) niet tot disfunctioneren of problematische verhoudingen. Situatie van opvoedingsproblematiek Opvoedingsproblematiek doet zich voor wanneer tijdens een bepaalde situatie telkens weer eenzelfde opvoedingsonbekwaamheid en ineffectiviteit wordt ervaren, waardoor die situatie op zich al spanning oproept. Deze problematiek blijft beperkt tot specifieke opvoedingssituaties. Situatie van opvoedingscrisis Opvoedingscrisis ontstaat wanneer de totale opvoedingsrelatie gekleurd wordt door gevoelens van onmacht, ineffectiviteit in het opvoeden, een verslechterde relatie met het kind of negatieve gevoelens naar het kind en wanneer het totale opvoedingshandelen negatief gekleurd gaat worden. Deze situatie kan ontstaan vanuit een specifieke problematische opvoedingssituatie of vanuit een speciale situatie zoals ziekte van kind of ouder. Situatie van opvoedingsnood Opvoedingsnood ontstaat wanneer het hele leven (ook niet opvoedingssituaties) van de ouders en opvoeders bepaald wordt door opvoedkundige problematiek in het gezin. Crisishulp en langdurige hulp zijn nodig.
51
Deze indeling heeft geleid tot de volgende matrix (d.d. 29 juni 2006) met het aanbod van de vier kernpartners van het Centrum Jeugd & Gezin Emmen. Matrix 2 Kind gericht
Licht >>> Normale opvoedingssituatie -kindertelefoon
>>> Opvoedingsspanning
>>> Opvoedingsproblematiek
>>> Opvoedingscrisis
>>> Zwaar Opvoedingsnood
-kindertelefoon
-kindertelefoon
-kindertelefoon
-kindertelefoon
-peuterspeelzaalwerk regulier
-onderzoek op indicatie (huisbezoeken en vervolgcontacten)
-preventieve logopedie
-onderzoek op indicatie (huisbezoeken en vervolgcontacten) -AMW
-AMW
-AMW
-voorlichting tandverzorging
-schoolmaatschappelijk werk
-schoolmaatschappelijk werk
-schoolmaatschappelijk werk
-BSO+
-BSO+
-ondersteuning seksuele en relationele vorming? -peuterspeelzaalwerk VVE (voor- en vroegschoolse educatie)? -piramide (zie VVE) -kinderwerk regulier -kinderwerk extra? -kinderwerk plus
-verdrietkoffer
-kinderwerk extra? -kinderwerk plus -sociale vaardigheidstraining -schatjes katjes watjes
-sociale vaardigheidstraining -schatjes katjes watjes
52
-projecten gericht op gedragsverandering bij jongeren, zoals: oud& nieuw, jong&oud, normen&waarden, basic brainart, sport &spel.
-projecten gericht op gedragsverandering bij jongeren, zoals: oud& nieuw, jong&oud, normen&waarden, basic brainart, sport &spel. -individuele trajecten jongeren -spreekuur op voortgezetonderwijs
-contactmoment groep2 basisonderwijs -contactmoment nieuwkomers -contactmoment groep7 basisonderwijs -contactmoment klas2 voortgezet onderwijs
Gezin gericht
-informatie, voorlichting en advies -telefonische bereikbaarheid (protocollen)
-contactmoment groep2 basisonderwijs -contactmoment nieuwkomers -contactmoment groep7 basisonderwijs -contactmoment klas2 voortgezet onderwijs
-sociale vaardigheidstrainingen voor jongeren -assertiviteitstrainingen cursus schatjes, katjes, watjes.
-spreekuur op voortgezetonderwijs
-spreekuur op voortgezetonderwijs
-voorlichting en advies over/bij gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu
-voorlichting en advies over/bij gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu
-contactmoment speciaal onderwijs
-contactmoment speciaal onderwijs
-Pipo
-Pipo
-informatie, voorlichting en advies
-AMK -videohometraining -videohometraining
-AMK
-videohometraining
53
-onderzoek op indicatie (huisbezoeken en vervolgcontacten) -huisbezoeken -telefonische consulten -consulten op consultatiebureau
-consulten op consultatiebureau
-boekje: ik word groter -opvoedkundig -digitale bereikbaarheid spreekuur op basisschool
-onderzoek op indicatie (huisbezoeken en vervolgcontacten) -huisbezoeken -AMW -telefonische consulten -schoolmaatschappelijk werk -opvoedkundig spreekuur op basisschool
-huisbezoeken -AMW
-AMW
-schoolmaatschappelijk -schoolmaatschapwerk pelijk werk -opvoedkundig spreekuur op basisschool
-pedagogische begeleiding -pedagogische begeleiding -inloopdagen peuterspeelzaalwerk, meedraaimorgens -inloopspreekuren peuterspeelzalen
-inloopspreekuren peuterspeelzalen
-contactmoment groep2 basisonderwijs -contactmoment nieuwkomers -contactmoment groep7 basisonderwijs
-contactmoment groep2 basisonderwijs -contactmoment nieuwkomers -contactmoment groep7 basisonderwijs
-voorlichting en advies over/bij gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu
-voorlichting en advies over/bij gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu
-contactmoment speciaal onderwijs -sociale vaardigheidstraining -schatjes katjes watjes
-sociale vaardigheidstraining -schatjes katjes watjes
54
-ouderactiviteiten: modules: leesplezier, eetmomenten, plezierig contact, positief contact, kunstenaar in de dop, normen en waarden, seksuele opvoeding -cursussen: mijn peuter en ik, peuter in zicht, opvoeden zo, kinderen met astma, voor ouders van meerlingen, babymassage, peutermassage
-ouderactiviteiten: modules: leesplezier, eetmomenten, plezierig contact, positief contact, kunstenaar in de dop, normen en waarden, seksuele opvoeding -cursussen: mijn peuter en ik, peuter in zicht, opvoeden zo, kinderen met astma, voor ouders van meerlingen, babymassage, peutermassage
-ouderactiviteiten: themabijeenkomsten (zelfde onderwerpen als modules) -themabijeenkomsten: peuters lief maar lastig, regels en grenzen, emoties van je peuter, waarde(n)vol opvoeden, agressie, eten slapen en zindelijkheid, seksuele ontwikkeling, drukke kinderen -ouderavond over pesten, opvoeding, luizen, voeding en overgewicht -kinderthema’s thuis
-ouderactiviteiten: themabijeenkomsten (zelfde onderwerpen als modules) -themabijeenkomsten: peuters lief maar lastig, regels en grenzen, emoties van je peuter, waarde(n)vol opvoeden, agressie, eten slapen en zindelijkheid, seksuele ontwikkeling, drukke kinderen -ouderavond over pesten, opvoeding, luizen, voeding en overgewicht -kinderthema’s thuis
-rouwkoffer
-rouwkoffer
-BSO+
-BSO+
-contactmoment speciaal onderwijs
55
-ouder en kind programma’s: spel aan huis, opstap(je), doe en groei, boekenbeer, rugzak, knapzak.
-ouder en kind programma’s: spel aan huis, opstap(je), doe en groei, boekenbeer, rugzak, knapzak.
-ouderactiviteiten: pubers; samenspel -ouderactiviteiten: cursus help een puber in huis
-ouderactiviteiten: pubers; samenspel -ouderactiviteiten: cursus help een puber in huis
-tienermoedergroep
-tienermoedergroep
-schoolgruiten oudervoorlichting
-adoptiecare
-adoptiecare
-premacare
-premacare
-adoptiecare
-dreumesuurtje -Pipo Groen: BJZ Blauw: Icare
-Pipo
Rood: Sedna Zwart: GGD
Opmerkingen met betrekking tot het ordenen van de producten in de matrix: - Discussie bij de ordening: worden producten geplaatst aan de hand van waarvoor ze zijn ontworpen of aan de hand van praktijk ervaring over wie het product werkelijk afnemen?>>wij zijn in principe uitgegaan van aan de hand van praktijk ervaring. Dit roept de vraag op dat wanneer een product is ontworpen voor normale situatie, maar in praktijk blijkt dat alleen mensen met problemen hierop af komen. Is het product dan wel goed op de doelgroep afgestemd? - Verschil in kwantiteit tussen de producten; de matrix zegt niets over hoeveel werk een organisatie heeft aan de pedagogische hulp die een organisatie levert. Een product als huisbezoeken kan heel veel geleverd worden terwijl veel cursussen bijv. maar één keer per jaar gegeven worden. 56
-
-
Veel aanbod is afhankelijk van de vraag. Organisaties leveren weinig/zien weinig mogelijkheden tot het actief aanbieden van producten. o Reden hiervoor is dat in het verleden weinig respons is geweest met name op georganiseerde voorlichtingsavonden en cursussen o Andere reden is dat binnen de organisaties weinig formatie is daardoor zijn er beperkte mogelijkheden en is er geen tijd voor het leveren van een actief aanbod, maar gaat men alleen in op de vraag van de cliënt. Er is sprake van wachtlijsten voor de geïndiceerde zorg. Hierdoor moeten zowel Icare, Sedna als GGD regelmatig een gat in de hulpverlening opvangen. Dit betekent dat ze bijvoorbeeld meer huisbezoeken afleggen dan dat ze officieel mogen doen. Tevens kan dit betekenen dat ze zich met meer complexere problematieken (en dus hulpverlening) moeten bezighouden dn dat de bedoeling is. Themabijeenkomsten zijn ontworpen omdat mensen de modules te veel tijd vonden kosten; te hoge drempel, mensen kwamen 1a2 keer en dan niet meer. “beter iets dan niets” beleid. BJZ had voorheen ook aanbod binnen de voorliggende voorzieningen. In hoeverre is dit goed opgevangen door de organisaties? Wanneer peuterspeelzalen genoemd worden als product, moeten dan school niet ook als een product gezien worden?
Analyse van de ordening van het aanbod van pedagogische hulp in de gemeente Emmen 1. Inleiding Aan de hand van de bovenstaande matrix is gekeken naar overlap in producten bij de organisaties en tevens naar gaten in het aanbod. Omdat het aanbod is geclassificeerd van licht naar zwaar kan gesteld worden dat er op elk niveau een bepaald aanbod voor de doelgroepen moet zijn in de gemeente Emmen. Tevens is gekeken naar de effectiviteit van de aangeboden producten. Hiervoor is de lijst van effectief bewezen interventies van het NIZW (vanaf 1-1-2007 NJI) gebruikt als toetsingsinstrument. Het is belangrijk dat niet elke organisatie zich richt op dezelfde doelgroep en daardoor een concurrerend aanbod heeft. Bij elk stukje analyse zijn een aantal discussievragen op een rij gezet. Deze vragen zullen leidend zijn in de discussie die de komende periode moet plaatsvinden. 2. Analyse De analyse bestaat uit twee delen. Als eerste wordt gekeken naar de “gaten en overlap” in de matrix. Dit wordt op drie niveaus bekeken, namelijk op product-, kolom- en matrix niveau. Op al deze drie niveaus komen vragen naar boven die als discussiepunten geformuleerd zijn. Als tweede wordt gekeken naar de “afstemming”. Ook deze deelanalyse wordt bekeken vanuit drie niveaus, namelijk afstemming in de organisatie, afstemming tussen organisaties en afstemming tussen de functies. 2.1 Gaten & Overlap Overlap & Gaten op product niveau Hierbij is specifiek gekeken naar de afzonderlijke producten van de vier organisaties en welke producten door meerdere organisaties worden aangeboden. De volgende producten worden door meerdere organisaties aangeboden. - Sociale vaardigheidstrainingen worden aangeboden door de GGD, Icare en Sedna. Sedna heeft twee vormen van trainingen, namelijk sociale vaardigheidstraining voor jongeren en assertiviteitstraining schatjes katjes watjes. GGD biedt ook de training schatjes katjes watjes en Icare 57
-
-
-
biedt een sociale vaardigheidstraining gebaseerd op schatjes katjes watjes en wat je zegt ben je zelf. Bij Icare is het aanbod niet alleen voor de kinderen, maar wordt ook aandacht besteed aan de ouders, de SoVa training staat bij Icare dus zowel in kindgericht als in gezingericht Zowel de GGD als Icare doen huisbezoeken. Icare richt zich hierbij op ouders van jonge kinderen. Bij de GGD zijn de huisbezoeken gerelateerd aan schoolgaande kinderen (onderdeel van onderzoek op indicatie). Een huisbezoek kan bij de GGD dan ook gericht zijn op het kind of op het hele gezin/de ouders. Naast huisbezoeken heeft GGD als onderdeel van onderzoek op indicatie de mogelijkheid om mensen op kantoor te zien. Dit is een vergelijkbaar aanbod als wat Sedna levert met het maatschappelijk werk (consult op indicatie). Hulpverlening op scholen wordt aangeboden door zowel de GGD als Sedna. Bij Sedna wordt het schoolmaatschappelijk werk genoemd, bij de GGD schoolspreekuren. In beide gevallen worden spreekuren op school georganiseerd en kan eventueel intensief worden doorgegaan met huisbezoeken of gewoon maatschappelijk werk. Sedna richt zich met name op het basisonderwijs, GGD heeft een aanbod voor zowel basisonderwijs als het voortgezetonderwijs Videohometraining is een aanbod geleverd door Icare en Sedna.. Videohometraining is gericht op het gezin. (vraag zo groot of toeval?) Icare biedt een aantal cursussen aan gericht op ouders van jonge kinderen (peuters). Sedna heeft daarnaast een aanbod aan ouders genaamd modules. Een module bestaat net als een cursus uit een aantal bijeenkomsten gericht op een bepaald onderwerp gerelateerd aan opvoeding/ontwikkeling van kinderen. Qua onderwerpen zullen bij deze producten vergelijkbare thematieken aan bod komen. Naast modules en cursussen hebben zowel Icare als Sedna een aanbod in themabijeenkomsten. Dit zijn eenmalige bijeenkomsten, maar ook hier zullen dezelfde onderwerpen aan bod komen als bij de cursussen en modules. Icare heeft ook een aanbod in kinderthema’s thuis, waarbij vergelijkbare onderwerpen worden behandeld bij een groep ouders in thuissetting. Daarnaast heeft ook de GGD een aanbod van voorlichting/ themabijeenkomsten, dit is meer gericht op ouderavonden op school, maar qua onderwerp is het mogelijk dat ook hier overlap bestaat. Organisaties hebben zelf al aangegeven dat de themabijeenkomsten zijn georganiseerd als meer laagdrempelig aanbod voor ouders gericht op dezelfde thema’s als de modulen en cursussen. Zowel Icare als Sedna hebben aangegeven dat ouders moeite hebben meerdere bijeenkomsten te volgen. Zowel Icare als de GGD hebben een aanbod gericht op rouwverwerking, namelijk de verdrietkoffer en de rouwkoffer. GGD richt zich daaromtrent meer op kinderen in de schoolsetting (met de verdrietkoffer), Icare heeft met de rouwkoffer een aanbod gericht op het gezin.
Discussiepunten op productniveau 1. Is het wenselijk dat meerdere organisaties hetzelfde product leveren? 2. Wanneer meerdere organisaties hetzelfde product leveren, zijn er dan afspraken gemaakt over de verdeling van doelgroepen? Bijvoorbeeld op basis van leeftijd of zwaarte van problematiek? 3. In het geval van cursussen/modules en themabijeenkomsten is er sprake van overlap tussen organisaties en overlap binnen een organisatie. Naast de vraag of het wenselijk is dat meerdere organisaties hetzelfde product leveren, kan dus ook de vraag gesteld worden: Is het wenselijk dat er zo veel overlappend aanbod is binnen de organisaties op het gebied van cursussen/modules en themabijeenkomsten (dezelfde thema’s en vergelijkbare methodieken)?
58
Overlap & Gaten op kolom niveau Hierbij is specifiek gekeken naar overlap en gaten in producten binnen elke kolom. De basis van deze analyse is de aanname dat het wenselijk zou zijn dat er een basisaanbod in pedagogische hulp bestaat voor elke situatie (dus in elke kolom). In dit basisaanbod moeten diverse methodieken vertegenwoordigd zijn en tevens moet een compleet scala aan thema’s aangeboden (kunnen) worden. In deze analyse is het van belang dat het aanbod de vraag van de markt weerspiegeld. Bijvoorbeeld: in een gezin bestaat een situatie van opvoedingsspanning. In dit geval moeten ouders bij een organisatie terecht kunnen met hun vragen. Deze vragen moeten ze telefonisch, per email of tijdens een gesprek (thuis of op kantoor) kunnen stellen. Kortom er is sprake van diverse methodieken. Ook moet het kind ondersteuning krijgen, dit kan tijdens een spreekuur op school, via jeugdwerk of bijvoorbeeld via het internet. Een stapje verder: stel, het probleem in dit gezin is dat het kind op school wordt gepest en dat het kind daardoor niet kan slapen, waardoor binnen het gezin spanning ontstaat. Er moet dan naast het boven beschreven algemene aanbod ook een specifiek aanbod zijn voor zowel het kind als de ouders. Dit kan bijvoorbeeld zijn een sociale vaardigheidstraining voor het kind of een ander aanbod gericht op het thema pesten. Daarnaast moeten de ouders in de gelegenheid zijn om bijvoorbeeld een cursus te volgen gericht op omgaan met pubers. Op deze manier moet voor elke kolom een aanbod bestaan met diverse methodieken en thema’s gericht op zowel ouders als kinderen. Discussiepunten op kolomniveau (de onderstaande vragen kunnen voor elke kolom gesteld worden) 1. Is er in elke kolom een basisaanbod gerealiseerd dat aan de vraag van de markt voldoet? 2. Waar moet het basisaanbod uit bestaan? Elementen die in een basisaanbod aan de orde moeten komen zijn: a. algemeen aanbod voor het kindgerichte deel en het gezinsgerichte deel b. specifiek aanbod gericht op verschillende thema’s voor het kindgerichte deel en het gezinsgerichte deel c. voor zowel het algemene als het specifieke aanbod geldt dat verschillende methodieken aangeboden worden 3. Voldoet het aanbod dat in de kolom staat aan het voorgenomen basisaanbod? 4. Zijn er genoeg methodieken / zijn er niet teveel methodieken per kolom? 5. Komen genoeg thema’s aan bod / zijn er niet teveel thema’s per kolom? 6. Sluit het kindgericht aanbod goed aan op het gezingerichte aanbod?
Overlap & Gaten op matrix niveau In dit deel van de analyse wordt gekeken of de interventies die in de matrix beschreven zijn, effectieve interventies zijn. Om dit te bereiken zijn de omschreven producten gelegd naast de lijst van effectief bewezen interventies van het NIZW. Vier producten uit de matrix worden door de NIZW als effectief beschouwd. Dit zijn piramide, opstapje, peuter in zicht en opvoeden & zo (de vernieuwde versie van opvoeden:zo, vraag is of de nieuwe versie gebruikt wordt?). Vier andere producten staan op de nominatielijst om getoetst te worden, namelijk babymassage, rugzak, samenspel en videohometraining. Veel andere producten in de matrix lijken veel op effectieve interventies van het NIZW, maar hierbij is de inhoud van het product net anders. 59
Wanneer je alle niet effectief bewezen interventies uit de matrix schrapt, blijft er niet veel aanbod over. Dit wil niet zeggen dat de producten die worden aangeboden door de organisaties niet effectief zijn. Wel betekent dit dat kritisch gekeken moet worden naar de effectiviteit van de producten. Discussiepunten op matrix niveau 1. Wanneer alle niet effectief bewezen interventies uit de matrix gehaald worden, wat kan je dan zeggen over de gaten die vallen? 2. Moeten gaten in de matrix worden opgevuld met effectief bewezen interventies? 3. Zouden huidige interventies vervangen moeten worden door effectief bewezen interventies of moeten de organisaties deze interventies aanmelden op de lijst van nominaties van het NIZW? 2.2 Afstemming Afstemming in organisaties Binnen elke organisatie zou afstemming moeten bestaan in het aanbod van pedagogische hulp. Dit betekent dat wanneer een cliënt binnenkomt d.m.v. een procedure wordt bepaald welke vorm van pedagogische hulp moet worden ingezet. In het aanbod van Icare is een duidelijke lijn te herkennen. Een vraag komt binnen bij de centrale, vervolgens beoordeelt de medewerker of de vraag d.m.v. een protocol afgehandeld kan worden, is dit niet het geval dan wordt de wijkverpleegkundige ingeschakeld. De wijkverpleegkundige probeert vervolgens de vraag met een telefonisch consult te beantwoorden. Wanneer meer hulp nodig is kan een wijkverpleegkundige huisbezoeken afleggen of doorverwijzen naar een specifieke vorm van ondersteuning, bijvoorbeeld pedagogische ondersteuning of videohometraining. Wanneer blijkt dat het probleem te ernstig is, kan worden doorverwezen naar de geïndiceerde zorg. Het bovenstaande voorbeeld bij Icare geeft een goed beeld van hoe de opeenvolging van hulp in een organisatie geregeld kan worden. Discussiepunten 1. Hebben alle organisaties een dergelijke lijn in hun aanbod? 2. Is deze lijn binnen de organisaties vastgelegd in een procedure? Afstemming tussen organisaties Naast de afstemming in het aanbod in elk van de vier organisaties wordt het in de toekomst van belang dat al het aanbod in de matrix op elkaar wordt afgestemd. Dit betekent dat er sprake moet zijn van een zekere volgtijdelijkheid in het totale aanbod. Wanneer een vraag bij een organisatie (of in de toekomst mogelijk bij een “loket”) binnenkomt moet worden gekeken welke organisatie deze vraag het beste op kan pakken. Oftewel, elke organisatie moet vanuit zijn éigen specialisme en verantwoordelijkheid een aanbod hebben op het gebied van pedagogische hulp binnen de voorliggende voorzieningen. Waar het om gaat is dat de vier organisaties een op elkaar afgestemd aanbod hebben, voor zowel ouders en kinderen, van licht naar zware pedagogische hulp. 60
Discussiepunten 1. In welke mate is er sprake van een afgestemd aanbod? 2. Hoe zou dit beter georganiseerd kunnen worden? 3. Waar liggen de specialismen bij de organisaties? Welk aanbod zou daar minimaal uit voort moeten komen? Afstemming tussen de vijf functies In deze paragraaf wordt de relatie gelegd tussen de uitkomst in deze matrix en de afstemming met de andere functies in het project ketenvorming, Informatie, Signalering, Toeleiding en Coördinatie van Zorg. Het resultaat van deze deelopdracht is een matrix met daarin weergegeven een compleet basisaanbod van pedagogische hulp onderverdeeld in kind- en gezingericht en gecategoriseerd van licht naar zwaar. Wanneer dit bekeken wordt in het licht van de andere vier functies kunnen de volgende vragen gesteld worden. Discussiepunten 1. Is het wenselijk dat de ingevulde matrix wordt gebruikt in de functie informatie: op de website voor de hulpverleners komt de matrix te staan zodat hulpverleners een beeld hebben van het totale aanbod en zodat zij goed kunnen doorverwijzen naar andere organisaties (signaleren & toeleiden) 2. Is het wenselijk dat de ingevulde matrix wordt gebruikt binnen de functie informatie: op de website voor de klanten staat al het aanbod gerangschikt van licht naar zwaar en eveneens onderverdeeld naar thema. Dit maakt de toeleiding van klanten naar het juiste aanbod beter. 3. Hoewel dit de matrix is van aanbod binnen de vrij toegankelijke jeugdzorg, lijkt het erop dat er vanaf de 2e kolom bij een aantal producten sprake van toeleiding. Het is dus in zekere zin niet vrij toegankelijk, klopt dit? 4. Hoe kan deze matrix gebruikt worden in het kader van de overige functies, en specifiek de functies Coördinatie van Zorg en signalering? Conclusie en aanbevelingen Op basis van een analyse van de matrix kan de algemene conclusie getrokken worden dat er in het aanbod van pedagogische hulp door de vier betrokken organisaties weinig tot geen afstemming is te vinden. Verschillende producten worden door meerdere organisaties aangeboden zonder dat er afgestemd wordt naar effectiviteit, inhoud, doelgroepbereik en afname; Er is sprake van overlap in het aanbod per categorie van pedagogische hulp; Er is weinig afstemming tussen het kindgerichte aanbod het gezinsgerichte aanbod; Er is weinig tot geen afgestemd aanbod (‘doorgaande lijn’) van pedagogische hulp binnen elk van de vier organisaties Het aanbod van de vier organisaties is niet aan te merken als één aanbod voor pedagogische hulp in Emmen.
61
Aanbeveling is te komen tot een samenhangend gezamenlijk programma dienstverlening op het terrein van de vrij-toegankelijke opgroei- en opvoedondersteuning. Hierbij moet aandacht besteed worden aan een de volgende punten: Formuleer voorwaarden voor aanbod van dezelfde producten door de vier organisaties: verschillende doelgroepen, doelgroepbereik en afname van het product; stem het aanbod voor kinderen en gezin/ouders op elkaar af; vul de gaten in het aanbod in met effectieve bewezen of veelbelovende interventies; laat het basisaanbod aansluiten op ‘de vraag van de klant’; vermijd ‘oneigenlijke’ aanbod van organisaties: dwz laat medewerkers geen producten leveren die eigenlijk bij de geïndiceerde zorg horen.
62
Bijlage 8: Beschrijving Triple P (uit de databank Effectieve Jeugdinterventies op www.nji.nl)
Doel Het algemene doel van Triple P is de preventie van (ernstige) emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen door het bevorderen van competent ouderschap en zelfvertrouwen van ouders. Triple P beoogt: · Competenter opvoedingsgedrag bij het omgaan met gedrags- en faseproblemen · Minder gebruik van dwingende en negatieve disciplinevormen · Betere communicatie over opvoedingskwesties tussen ouders onderling en tussen ouders en kind · Minder opvoedingsstress.
Doelgroep Triple P is bedoeld voor ouders van kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar.
Interventieniveaus Triple P kent vijf interventieniveau’s, die in aansluiting op de algemene en de lange termijn doelen van het gehele programma, de volgende doelstellingen kennen per niveau: ·
Niveau 1: Massamediale informatiecampagne (Voorlichting en informatie via de media en andere informatiebronnen) o Bevorderen dat ouders meer gebruik maken van positieve opvoedstrategieën. o De drempel verlagen voor ouders om aan het programma deel te nemen o Het bevorderen van een positieve houding van ouders ten opzichte van het programma en opvoeden in het algemeen. o Het destigmatiseren en normaliseren van het zoeken van informatie of steun door ouders die vragen en /of problemen hebben met de opvoeding van hun kind. o Het vergroten van de bekendheid en het bereik van het programma voor ouders. o Tegenwicht bieden aan sensationele en schuld oproepende berichten over opvoeden in de media.
·
Niveau 2: (Korte individuele) voorlichtingsgesprekken over gedrag en ontwikkeling van het kind o Inzicht vergroten in het gedrag en de ontwikkeling van kinderen o Bevorderen dat ouders gebruik maken van positieve opvoedingsstrategieën o Bevorderen van psychosociaal welbevinden en competentie van kinderen o Het voorkomen van emotionele en gedragsproblemen bij kinderen
·
Niveau 3: Gericht advies bij specifieke zorgen over gedrag en ontwikkeling van het kind o Inzicht vergroten in het gedrag en de ontwikkeling van kinderen o Bevorderen dat ouders (meer) gebruik maken van positieve opvoedingsstrategieën o Ouders leren omgaan met de specifieke (gedrags)problemen van hun kind. o Voorkomen dat emotionele- en gedragsproblemen verergeren en de ontwikkeling van kinderen belemmeren
·
Niveau 4: Training in opvoedingsvaardigheden bij ernstige gedragsproblemen van het kind o Ouders leren hoe zij een positief contact met hun kind kunnen bevorderen, door genegenheid te tonen en aandacht te geven. o Ouders leren hoe zij hun kind nieuwe vaardigheden en gedrag kunnen leren, bijvoorbeeld door voorbeeldgedrag te vertonen en vragen te stellen. o Ouders leren gewenst gedrag bij hun kind te bevorderen, bijvoorbeeld door het geven van complimentjes en positieve aandacht.
63
o o ·
Ouders leren omgaan met ongewenst gedrag, bijvoorbeeld door het hanteren van duidelijke basisregels, gedrag gepast negeren, logische consequenties aan gedrag verbinden en een time out geven. Ouders leren deze vaardigheden zowel thuis als in de omgeving te gebruiken.
Niveau 5: Gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen van het kind Naast de doelen van niveau 4 gelden de volgende doelen: o Ouders leren om disfunctionele denkpatronen te herkennen, o Ouders leren om specifieke coping skills toe te passen zoals kunnen ontspannen, o Ouders leren om als partners samen te werken in de opvoeding. Dit helpt ouders bijvoorbeeld bij het verbeteren van de onderlinge communicatie, een meer consistent gebruik van positieve opvoedstrategieën en om elkaar te ondersteunen.
Interventiematrix (uit Speetjens e.a. 2007) Interventieniveau Niveau 1: Triple P Universeel
Niveau 2: Triple P Selectief
Niveau 3: Triple P Basiszorg
Niveau 4: Standaard of groep Triple P
Niveau 5 Triple P Plus
Doelgroep Alle ouders geïnteresseerd in informatie over de opvoeding en het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen Ouders met een specifieke vraag over het gedrag of de ontwikkeling van kinderen
Interventiemethode Massamediale anticiperende voorlichting over veelvoorkomende opvoedingsvragen
Uitvoerders Samenwerkende lokale en regionale instellingen
Gerichte informatie bij voorkomende opvoedingsvragen Individueel advies van twee keer tien minuten of een groepsgericht aanbod van lezingen Ouders die bezorgd Kortdurende individuele zijn over milde vormen consultatie (één tot vier van probleemgedrag of sessies van dertig minuten) ontwikkelingsgericht op versterken van problemen van hun opvoedingsvaardigheden kind Ouders van kinderen Training vaardigheden In met ernstige drie varianten: gedragsproblemen die Acht tot tien individuele een gerichte training in sessies (spreekuur of opvoedingsvaardighuisbezoek) heden nodig hebben Groepstraining (acht sessies) Zelfhulpprogramma Gezinnen met Intensief gezinsgericht gedragsproblemen van programma, tien tot achttien kinderen in combinatie sessies met keuzemodules met andere gericht op het verhogen van gezinsproblemen zoals pedagogische vaardigheden, omgaan met stress en depressie, stress of relationele relatieproblemen problematiek
Professionals die frequent contact met ouders hebben zoals peuterspeelzalen, JGZmedewerkers, interne begeleiders, huisartsen, et cetera JGZ- professionals, opvoedbureaumedewerkers, maatschappelijk werk Instellingen voor geïndiceerde jeugdzorg of jeugd-ggz Gespecialiseerde gezinsverzorging Instellingen voor geïndiceerde jeugdzorg of jeugd-ggz
64
Bijlage 9: Uitgangssituatie Verbeterplan Keten Jeugd en Gezin Informatie en Advies De volgende aspecten van het verbeterplan informatie zijn inmiddels gerealiseerd: · Van de vier kernpartners is de informatie over opgroeien en opvoeden gebundeld in de site www.TISzo-emmen.nl. · Er is een centraal informatiepunt met personele bezetting. · Beroepskrachten in wijken en dorpen zijn getraind in een basismethodiek om informatie te kunnen geven en zijn aanspreekpunt voor ouders en jeugdigen in wijken en dorpen (frontoffice). · Er wordt gewerkt met een eenduidige methodiek (incl. stroomschema met verwijsmogelijkheden). · Alle frontoffice medewerkers (specificeren) zijn voorzien van een lijst met specifieke contactpersonen. · Er is een backoffice (nu vormgegeven door Sedna) ingericht waar beroepskrachten terechtkunnen voor ondersteuning en consultatie Signalering en toeleiding De volgende aspecten van het verbeterplan signalering en toeleiding zijn inmiddels gerealiseerd: · Er is een ontwerp gemaakt voor de nieuwe signalerings- en toeleidingsstructuur. Zie bijlage 3. Deze bijlage is aangepast naar aanleiding van de discussie rondom het centrum voor jeugd en gezin. · Het bespreken van kindsignalen (12-) gebeurt volgens een nieuwe signalerings- en toeleidingsstructuur (team van IB, SMW en JGZ). Gerelateerde ontwikkelingen: · Inzet basisstructuur schoolmaatschappelijk werk basisonderwijs, voortgezet onderwijs en MBO · Rebound-voorziening, met bijbehorende zorgstructuur voortijdig schoolverlaten · Ontwikkeling JOT · Project Vroegsignalering · Ontwikkelingen in het kader van passend onderwijs · Basistakenpakket JGZ Pedagogische hulp De volgende aspecten van het verbeterplan licht pedagogische hulp zijn inmiddels gerealiseerd: · Het aanbod licht pedagogische hulp van de vier kernpartners van de Keten Jeugd en Gezin is in twee clusters (kindgericht en gezinsgericht) geordend van licht naar zwaar, overlap en leemten zijn zichtbaar geworden. Coördinatie van Zorg De volgende aspecten van het verbeterplan Coördinatie van Zorg zijn inmiddels gerealiseerd: · Er is een convenant Coördinatie van Zorg met 11 instellingen waarin mandaat van de coördinator van zorg geregeld wordt. · Er wordt aan 10 gezinnen hulp geboden d.m.v. coördinatie van de zorg in het gezin. · Coördinatoren van zorg zijn getraind en er is een begin gemaakt met het beschrijven van de methodiek. · Gezinscoaching is minimaal inzetbaar
65