Centrum voor jeugd en gezin (CJG)
Rekenkamercommissie Culemborg, maart 2012
RAPPORTCENTRUMVOORJEUGDENGEZIN
INHOUDSOPGAVE
1. AanbiedingsbriefRekenkamercommissie 2.Notavanbevindingen 3.Briefvanburgemeesterenwethouders Kenmerk1204827/4485 4.BriefRekenkamercommissie Nawoord Rekenkamercommissie Culemborg,21maart2012
d.d. 22januari2012 d.d. 16december2011 d.d. 16februari2012
d.d. 15maart2012
Stand van zaken in de Gemeente Culemborg
Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg Nota van bevindingen
Rekenkamercommissie
16 december 2011 Rekenkamercommissie Culemborg
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Inhoud
1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond
1
1.2
Aanleiding onderzoek
2
1.2.1
Maatschappelijke en financiële belang
2
1.2.2
Risico’s voor de doeltreffendheid
3
1.3
Doel- en probleemstelling
4
1.4
Leeswijzer
4
2
Jeugd en jeugdbeleid in Culemborg
6
2.1
Jeugd in Culemborg
6
2.2
Jeugdbeleid in Culemborg
9
2.2.1
Huidig jeugdbeleid: algemeen
9
2.2.2
Huidig jeugdbeleid: positie van Centrum voor Jeugd en Gezin
9
2.2.3
Huidig jeugdbeleid: regie en monitoring
10
2.2.4
Jeugdbeleid na 2012
11
2.3
Samenvatting van de bevindingen
11
3
Rol en functie van het CJG
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Beleidsvoorbereiding en ambities
13
3.2.1
Tijdslijn beleidsvoorbereiding
13
3.2.2
Ambities
17
3.3
Aanbod, functies en taken in het CJG
20
3.3.1
CJG-locaties
20
3.3.2
Samenwerkingspartners in het CJG
21
3.4
Gemeentelijke regie op de CJG-vorming
24
3.4.1
Introductie
24
3.4.2
Regie van gemeente Culemborg
25
3.4.3
Regie van Regio Rivierenland
26
3.4.4
Afspraken met samenwerkingspartners
27
3.4.5
Evaluatie en bijsturing
29
3.5
Samenvatting van de bevindingen
30
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4
Financiering van het CJG
33
4.1
Inleiding
33
4.2
Uitgangspunten bij financiering en verantwoording
33
4.3
Financiering CJG: beschikbaarheid en inzet middelen
35
4.3.1
Brede doeluitkering CJG
35
4.3.2
Financiering CJG volgens Programmabegroting en Jaarrekening
36
4.3.3
Specificatie financiering CJG op basis van interne overzichten
37
4.3.4
Totaalbudget CJG en indicatie investering per inwoner
39
4.4
Verantwoording
39
4.5
Knel- en verbeterpunten inzake financiering
42
4.6
Samenvatting van de bevindingen
43
5
Samenwerking en prestaties
45
5.1
Inleiding
45
5.2
Samenwerking binnen het CJG
45
5.2.1
Laagdrempelig inlooppunt voor informatie over opgroeien en opvoeden
45
5.2.2
Samenwerking in het kader van vroegtijdig signaleren van risico’s in opvoeden en opgroeien
46
5.2.3
Sluitende aanpak/zorgcoördinatie
49
5.3
Wat levert de samenwerking op
50
5.3.1
Beschikbaarheid van informatie uit de Basisset Indicatoren effectiviteit
50
5.3.2
Beschikbaarheid van andere informatie over doelbereiking CJG
52
5.4
Knel- en verbeterpunten inzake doelbereiking
53
5.4.1
Algemeen
54
5.4.2
Laagdrempelig inlooppunt
56
5.4.3
Vroegtijdig problemen signaleren
57
5.4.4
Zorgcoördinatie
57
5.4.5
Aandachtspunten voor het bestuur
58
5.5
Samenvatting van de bevindingen
59
Bijlage 1 Onderzoeksvragen
61
Bijlage 2 Verantwoordelijkheden en regie in het jeugdbeleid
63
Bijlage 3 Begrippen
66
Bijlage 4 Onderzoeksaanpak en normenkader
67
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
Deze nota beschrijft de bevindingen die de Rekenkamercommissie Culemborg (verder rekenkamercommissie) heeft gedaan bij de uitvoering van het onderzoek naar de invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeente Culemborg. Het onderzoek is uitgevoerd in de maanden september en oktober 2011. Het onderwerp CJG is op 1 juli 2011 toegevoegd aan het onderzoeksprogramma 2011 van de rekenkamercommissie Culemborg.
CJG Profiel (uit: Factsheet Programma voor Jeugd en Gezin, 2007) x
bundelt lokale functies en taken op gezondheid, opgroeien en opvoeden,
x
is een fysiek en laagdrempelig inlooppunt,
x
is in elke gemeente/wijk te vinden onder dezelfde naam,
x
heeft een positieve uitstraling gericht op preventie en signalering
x
biedt echt advies en lichte hulp,
x
coördineert/schakelt met alle mogelijke voorzieningen op jeugdbeleid, gezondheidszorg en jeugdzorg,
x
zou mogelijkerwijs, indien nodig, bemoeizorg kunnen arrangeren,
x
is van en voor een doelgroep van kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar oud en hun ouders,
x
is voor alle culturen even laagdrempelig,
x
is tevens vraagbaak voor professionals,
x
streeft naar uniforme signalering, en
x
maakt gebruikt van de Verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier.
Alle gemeenten in Nederland moeten eind 2011 een CJG hebben. Een CJG is een netwerk waar laagdrempelig opvoed- en opgroeiondersteuning wordt aangeboden aan ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals, met een fysieke plek in de wijk. Een CJG heeft als taak de bestaande opvoed- en opgroeiondersteuning te verbinden, te verbeteren en te versterken (zie kader). In het Beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen 1 van de voormalige minister voor Jeugd en Gezin en bij
1
Programma voor Jeugd en Gezin 2007-2011 Alle kansen voor alle kinderen. Tweede Kamer,
vergaderjaar 2006-2007, 31 001, nr. 5.
1
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
(voorgestane) wet- en regelgeving inzake het CJG 2 worden drie ambities voor het CJG geformuleerd: x
laagdrempelig inlooppunt voor opvoed- en opgroeiondersteuning;
x
vroegtijdig problemen signaleren, bereiken van risicogroepen;
x
snel, goed en gecoördineerd advies en hulp bieden (één gezin, één plan).
1.2 1.2.1
Aanleiding onderzoek
Maatschappelijke en financiële belang
Ieder kind moet de kans krijgen gezond en veilig op te groeien, zijn talenten te ontwikkelen en plezier te hebben om zich goed voor te bereiden op zijn toekomst. 3 In het Bestuursakkoord Samen aan de slag van 7 juni 2007 hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk afgesproken dat opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en kinderen tot 23 jaar vanzelfsprekend wordt, makkelijk te bereiken en voldoende voorhanden is. Het CJG is een middel om dit doel te bereiken. Zo kan worden voorkomen dat een kleine opvoedvraag verwordt tot een grote zorgvraag, waardoor een beroep op de geïndiceerde (duurdere) jeugdzorg noodzakelijk wordt. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat elke gemeente eind 2011 minimaal één laagdrempelig fysiek inlooppunt gerealiseerd moet hebben waar ouders en kinderen terecht kunnen met hun vragen. Het eerste contactpunt van het CJG in Culemborg is op 6 december 2010 geopend aan de Meerlaan. Sinds mei 2011 is er ook een contactpunt in BonVie.
Gemeenten krijgen voor de invoering van het CJG in de jaren 2008-2011 een bijdrage van het Rijk. Deze bijdrage wordt ter beschikking gesteld in de vorm van een Brede Doel Uitkering (BDU) Jeugd en Gezin, die tevens een aantal geldstromen bundelt die eerder afzonderlijk aan gemeenten ter beschikking werden gesteld (zie hiervoor hoofdstuk 4). Voor Culemborg bedraagt de BDU in 2011 € 654.112 (excl. OVA-middelen 2011, zie voor verdere toelichting hoofdstuk 4).
2
In een brief van 16 november 2007 aan de Colleges van B&W (kenmerk DJB/APJB-2820163)
heeft de minister voor Jeugd en Gezin aangegeven dat de Centra voor Jeugd en Gezin wettelijke verankerd gaan worden in de Wet op de jeugdzorg. Bij de val van het kabinet-Balkenende IV werd de beoogde wijziging van de Wet op de jeugdzorg controversieel verklaard en is om die reden nog niet formeel gerealiseerd. 3
Programma voor Jeugd en Gezin 2007-2011 Alle kansen voor alle kinderen. Tweede Kamer,
vergaderjaar 2006-2007, 31 001, nr. 5.
2
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
1.2.2
Risico’s voor de doeltreffendheid
Onderzoeken in gemeenten waar al enige tijd een CJG functioneert laten zien dat de doeltreffendheid van het CJG wordt bedreigd door verschillende knelpunten van algemene aard, die zich in vrijwel alle gemeenten voordoen. Institutionele barrières en financiële schotten blijken bijvoorbeeld moeilijk te doorbreken en er is onduidelijkheid over wat moet worden verstaan onder een CJG en wat/wie er wel/niet toe hoort. Samenwerking blijkt nog maar beperkt en voornamelijk op papier plaats te vinden. 4
5 6
Naast deze knelpunten van algemene aard kunnen zich knelpunten en verbeterpunten voordoen die specifiek zijn voor de lokale situatie. Door deze vroegtijdig te signaleren en op te lossen wordt bevorderd dat het CJG spoedig de beoogde resultaten kan gaan opleveren.
Dit onderzoek naar de CJG-vorming wordt uitgevoerd samen met de Algemene Rekenkamer (zie kader). Door dit onderzoek in meer gemeenten op dezelfde wijze uit te voeren wordt onderlinge spiegeling mogelijk en kunnen good practices worden uitgewisseld.
Gezamenlijk onderzoek van gemeentelijke rekenkamers en Algemene Rekenkamer De invoering van CJG’s is een thema waarvoor onderzoek op onderscheiden bestuurslagen meerwaarde oplevert ten opzichte van onderzoek binnen één bestuurslaag. Deze meerwaarde heeft zijn basis in het feit dat de lokale rekenkamer(commissie)s en de Algemene Rekenkamer bevoegdheden op verschillende terreinen hebben en gezamenlijk een completer en on derling afgestemd beeld kunnen samenstellen. De lokale rekenkamer(commissie) brengt met dit onderzoek de gemeenteraad op de hoogte van de stand van zaken rond het ‘eigen’ CJG; daarmee kan de gemeenteraad zo nodig tijdig gaan bijsturen in de gewenste richti ng. Als zaken niet op gemeentelijk niveau opgelost kunnen worden, is de Algemene Rekenkamer de aangewezen instantie om de verantwoordelijke bewindsperso(o)n(en)) op haar/hun verantwoordelijkheid te wijzen. Door het onderzoek in meerdere gemeenten op dezel fde wijze uit te voeren wordt bovendien onderlinge spiegeling (benchmarking) op de gemeenschappelijke aspecten mogelijk en kunnen good practices worden uitgewisseld. Zo worden conclusies versterkt en profiteren lokale rekenkamer(commissie)s optimaal van bevindingen in andere gemeenten.
4
De CJG-vorming begin 2010; een doorkijk bij tien gemeenten. Regioplan, april 2010.
5
Digitaal geschakeld; inventarisatie van de informatievoorziening binnen de Centra voor Jeugd en
gezin. Alares, 2009. 6
Bijlage bij een brief van 19 mei 2010 van de minister voor Jeugd en Gezin over de voortgang van
projecten Samen werken voor de jeugd. Dit onderzoek werd uitgevoerd bij de zeven grootste gemeenten, in het kader van het traject Opvoeden in de Buurt.
3
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
1.3
Doel- en probleemstelling
De Rekenkamercommissie Culemborg wil met dit onderzoek bijdragen aan de doeltreffendheid van het lokale jeugdbeleid. In de eerste plaats kan met dit onderzoek de Gemeenteraad zich een oordeel vormen of het CJG 7 voldoet aan landelijke én gemeentelijke beleidsambities en aan wet- en regelgeving. In de tweede plaats verwacht de rekenkamercommissie verbetersuggesties voor de effectiviteit van het CJG te kunnen aandragen.
De probleemstelling van het onderzoek luidt: Ligt de CJG-vorming in Culemborg op koers, zoals in het Bestuursakkoord 8 afgesproken (zowel in tijd als in kwaliteit) en draagt het CJG als middel bij aan de opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en kinderen tot 23 jaar en aan de coördinatie van zorg (één gezin, één plan)? De onderzoeksvragen, normen en onderzoeksopzet voor het onderzoek zijn opgenomen in de bijlagen 1, 2 en 4 achterin de nota.
Doel en probleemstelling van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer Het onderzoek moet ook leereffecten voor de staatssecretaris van VWS opleveren die kunnen bijdragen aan de doeltreffendheid van het Beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen. De Algemene Rekenkamer brengt hierover separaat een eigen onderzoeksrapport uit. De probleemstelling van de Algemene Rekenkamer luidt: Hoe staat het met de invoering van CJG’s en vindt er (in de onderzochte gemeentes) echt samenwerking en integratie van hulpverlening plaats? Zijn uit ervaringen in de gemeenten verbeterpunten af te leiden die de inzet van de staatssecretaris van VWS vragen?
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 van deze nota van bevindingen schetst de rekenkamercommissie het maatschappelijk probleem in de gemeente Culemborg, waar het CJG als één van de instrumenten in het jeugdbeleid een antwoord op moet geven. Dat gebeurt aan de hand van twee inventariserende onderzoeksvragen: Hoe is het gesteld met de jeugd in
7
Waar gesproken wordt over het CJG bedoelt de Rekenkamer niet alleen het CJG als zijnde een
gebouw/inlooppunt, maar ook het virtuele CJG en alle professionals die werken aan of in het CJG of op andere locaties. ‘Het CJG’ kan ook meer dan één vestiging of locatie betreffen. 8
Bestuursakkoord Samen aan de slag. Akkoord tussen Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) en het Rijk. Juni 2007.
4
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Culemborg en welke doelstellingen en prioriteiten heeft de gemeente in het jeugdbeleid?
Hoofdstuk 3 bevat de bevindingen van de rekenkamercommissie over de vraag: wat moet het CJG Culemborg opleveren en wat gaat de gemeente daarvoor doen? Dat resulteert in bevindingen over: (1) de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding CJG, (2) het voldoen aan de eisen uit het basismodel CJG en (3) de invulling van de regierol door de gemeente.
In hoofdstuk 4 komt aan de orde de vraag: wat kost een CJG en hoe is de financiering geregeld? Dit hoofdstuk resulteert in uitspraken over (1) de controleerbare besteding van de Brede Doeluitkering, en (2) de mate waarin de gemeente gevolg heeft gegeven aan de oproep om ook zelf te investeren in het CJG en de lokale jeugdketen.
Hoofdstuk 5 tot slot gaat in op de vraag: wie werken samen in het CJG en wat levert deze samenwerking op? Hier komen de ervaren knelpunten en verbeterpunten in de samenwerking aan de orde.
5
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
2
Jeugd en jeugdbeleid in Culemborg
2.1
Jeugd in Culemborg
Culemborg is een relatief ‘jonge’ gemeente. Bijna 27% van de bevolking bestaat uit jongeren tot 20 jaar tegenover bijna 24% landelijk. Een ander kenmerk is dat er relatief veel Marokkaanse kinderen (tot 12 jaar) in Culemborg wonen (ruim 27% tegenover ruim 16% in Nederland). Er zijn relatief meer inwoners met een Marokkaanse achtergrond (Culemborg 6,8 % tegenover landelijk 2,1%). De trend in Culemborg wordt zichtbaar dat de bevolking minder snel groeit en dat allochtone gezinnen kleiner worden.
Tabel 1 Enkele kerncijfers over jeugd in gemeente Culemborg, 1 januari 2011
Aantal inwoners Totaal
27.584
Jongeren tot 23 jaar
± 8.100
Jongeren tot 20 jaar
7.370
Jongeren van Marokkaanse komaf
1.864
Bron: Gemeente Culemborg, kerngetallen bevolking en jeugd (1/1/2011).
Uit figuur 1 (zie pagina 8) blijkt dat - in vergelijking met de gehele provincie Gelderland en met rest van het land - relatief veel jongeren opgroeien in gezinnen met een uitkering. In vergelijking met het provinciaal en/of landelijk gemiddelde blijkt aan de ene kant dat er in Culemborg relatief meer delicten gepleegd worden, het voortijdig schoolverlaten meer voor komt, dat er meer achterstandsleerlingen wonen en dat de kindersterfte hoger is. 9 Aan de andere kant blijkt dat er in Culemborg relatief minder tienermoeders zijn en minder kinderen in jeugdzorg zijn.
De GGD Rivierenland houdt op verschillende manieren de vinger aan de pols als het gaat om de gezondheidstoestand van de bevolking. In algemene zijn blijkt dat de regio Rivierenland van oudsher te maken heeft 9
Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar voetnoot 14.
6
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
met een relatief ongezonde bevolking. 10 Er komen relatief meer hartinfarcten, (ernstig) overgewicht en sterfte voor en er is een lagere levensverwachting. Daarnaast doet de GGD Rivierenland specifiek onderzoek naar kinderen (0-12 jaar) 11 en jeugdigen (tweede en vierde klas voortgezet onderwijs;) 12. Wat betreft de algemene gezondheidstoestand van de jongeren, constateert de GGD dat 75% van de jeugdigen in Culemborg probleemloos opgroeit. Een kwart zien de schoolartsen terug met specifieke vragen rondom de lichamelijke ontwikkeling, het opgroeien en opvoeden. Problematisch is dit in 5% van de gevallen (± 400 jeugdigen). Verder wordt geschat dat 3% van de jongeren tussen 1-18 jaar te maken heeft met kindermishandeling (± 200 jongeren). 13
Het blijkt dat de kinderen in Culemborg in vergelijking met die in regio Rivierenland als volgt te typeren zijn. In Culemborg zijn: x
meer allochtone kinderen, vooral meer Marokkaanse kinderen
x
meer hoogopgeleide vaders en moeders
x
meer moeders die werken
x
meer ouders die gebruik maken van kinderopvang
x
meer kinderen die dagelijks groente en fruit eten
x
minder ouders die voorzieningen in de buurt missen
x
meer ouders die bekend zijn met een opvoedingssteunpunt en met verslavingszorg.
Wat de jeugdigen betreft blijkt dat zij redelijk positief zijn over hun eigen gezondheid en dat hun leefstijl iets is verbeterd ten opzichte van die van vier jaar geleden. Zo drinken nu minder jeugdigen (veel) alcohol. Het gaat dus goed met de meeste jeugdigen in Culemborg. Er is ook een aantal negatieve ontwikkelingen: x
Psychische ongezondheid (depressiviteit) is het meest voorkomende gezondheidsprobleem onder jongeren. Wat meer leerlingen hebben er last van in vergelijking met vier jaar geleden en in Culemborg wat meer dan in het Rivierenland het geval is. Het valt op dat in Culemborg relatief meer leerlingen (ooit) geestelijk mishandeld zijn door een leeftijdgenoot.
10
Bron: GGD Rivierenland. Gezondheidsachterstanden Rivierenland, 2010.
11
Bron: GGD Rivierenland. Onderzoek onder ouders naar de gezondheid van 0-12 jarigen.
Resultaten van de Gemeente Culemborg, februari 2011. 12
Bron: GGD Rivierenland. Gezondheid en leefstijl van leerlingen in de gemeente Culemborg.
Resultaten van het E-MOVO onderzoek 2007 naar gezondheid, welzijn en leefstijl onder leerlingen van de tweede en vierde klas, juli 2008. Dit onderzoek is ook in 2003 uitgevoerd, waardoor een vergelijking in de tijd mogelijk is. Daarnaast wordt opgemerkt dat deze rapportage betrekking heeft op de jeugdigen die in Culemborg wonen en voortgezet onderwijs volgen. 13
Bron: Beide percentages zijn gebaseerd op ambtelijke informatie van de gemeente Culemborg.
7
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Jeugdigen bewegen in Culemborg vaker onvoldoende dan gemiddeld
8
in Rivierenland, dit terwijl meer jeugdigen lid zijn van een sportclub. x
Veelvuldig spijbelen gaat samen met ander risicogedrag als roken en drinken, slechte schoolprestaties en schorsingen van school.
x
Vmbo-leerlingen zijn in vergelijking met havo/vwo-leerlingen psychisch ongezonder, hun leefstijl is minder gezond (roken en overgewicht) en ze verzuimen vaker van school. Dit beeld is vergelijkbaar met het beeld van het Rivierenland.
Figuur 1 Jeugd in Culemborg in 2008, vergeleken met Gelderland en Nederland Uit: Kinderen in tel (Verwey-Jonker Instituut, 2010)
Tienermoeders Kinderen in uitkeringsgezin Kinderen in achterstandswijken Met delict voor rechter Werkloze jongeren Voortijdig schoolverlaters Achterstandsleerlingen Meldingen kindermishandeling Kinderen in Jeugdzorg Kindersterfte Zuigelingensterfte
Nederland Gelderland Culemborg
0
5
10
15
20
Legenda bij figuur 1: Tienermoeders (per 100 15-19-jarige meisjes) Kinderen in uitkeringsgezin (per 100 0-17-jarigen) Kinderen in achterstandswijken (per 100 0-17-jarigen) Met delict voor rechter (per 100 12-21-jarigen) Werkloze jongeren (per 100 16-22-jarigen) Voortijdig schoolverlaters (per 100 4-12-jarigen) Achterstandsleerlingen (per 100 leerlingen in VO en MBO) Melding kindermishandeling (per 100 0-17-jarigen) Kinderen in Jeugdzorg (per 100 0-17- jarigen) Kindersterfte (per 100.000 kinderen van 1-15) 14 Zuigelingensterfte (per 1000 levend geboren kinderen van 0-1)
14
Het gaat om het aantal kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 14 jaar dat sterft ongeacht
de oorzaak. Omdat het absolute aantal kinderen in die leeftijd dat sterft in Nederland beperkt is, wordt dit cijfer per 100.000 kinderen in die leeftijd weergegeven als vijfjaarsgemiddelde.
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
2.2 2.2.1
Jeugdbeleid in Culemborg
Huidig jeugdbeleid: algemeen
De gemeente Culemborg heeft in december 2008 haar doelstellingen voor het jeugdbeleid neergelegd in de beleidsnota Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal Jeugdbeleid in Culemborg 2008-2012. 15 Als centraal doel stelt de gemeente Culemborg dat iedere jeugdige (0-23 jaar) de kans moet krijgen om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Voor kinderen, jongeren en ouders die extra ondersteuning nodig hebben is een sluitend vangnet van voorzieningen voorhanden. Tegen kinderen en jongeren die overlast veroorzaken wil de gemeente streng en zichtbaar optreden. De nota is met input van jongeren en professionals samengesteld.
Het jeugdbeleid in Culemborg geeft prioriteit aan vier ambities: x
talenten van jongeren ontwikkelen
x
grensoverschrijdend gedrag aanpakken
x
ouders ondersteunen bij opvoeding van hun kinderen
x
samenwerking tussen partners regisseren.
Om het centrale doel met de vier ambities te bereiken wil de gemeente in de periode 2008-2012 een ‘integraal, zichtbaar, aansprekend en toegankelijk aanbod realiseren voor de Culemborgse jeugd en hun ouders op de verschillende leefgebieden van de jeugd: werk, school en opvang, opvoeden en opgroeien, gezondheid, vrije tijd en veiligheid. Voor ieder leefgebied formuleren wij doelstellingen en maken wij afspraken over wat wij gaan aanpakken. Hierbij wordt ook bestaand beleid meegenomen, want Culemborg investeert al jaren in jeugd en jongeren’ (citaat uit de beleidsnota, pagina 7).
2.2.2
Huidig jeugdbeleid: positie van Centrum voor Jeugd en Gezin
De beleidsnota Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal Jeugdbeleid in Culemborg 2008-2011 onderscheidt vijf leefgebieden: x
Opvang, educatie, werk en maatschappelijke participatie
x
Opvoeden en opgroeien
x
Gezondheid
x
Vrije tijd
x
Veiligheid.
15
Bron: Gemeente Culemborg. Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal jeugdbeleid in
Culemborg 2008-2012, december 2008. Paragrafen 2.2.1 tot en met 2.2.3 zijn op deze beleidsnota gebaseerd.
9
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Per leefgebied is een nadere specificatie gemaakt: gemeentelijke taak, situatie in Culemborg, doel, aanpak, door de gemeente zo genoemde SMART-Ambities. Deze ambities zijn achtereenvolgens uitgewerkt. Deze uitwerking kan concreet zijn of algemeen. Hiervoor wordt verwezen naar de volgende alinea met de ambities met betrekking tot het leefgebied van ‘opvoeden en opgroeien’. Ieder leefgebied wordt afzonderlijk behandeld zonder relaties met andere leefgebieden aan te geven.
Onder het leefgebied ‘opvoeden en opgroeien’ is het Centrum voor Jeugd en Gezin opgenomen. Letterlijk staat er dat ‘De komst van een Centrum voor Jeugd en Gezin een belangrijke rol kan spelen bij de bundeling van krachten op het gebied van informatie en advies en het beter ordenen van het voorland van de jeugdzorg. Belangrijke doelstellingen zijn om van meer aanbod- naar meer vraaggericht werken te komen én om overdracht van risicokinderen te verbeteren’ (citaat pagina 14). Onder de door de gemeente zo genoemde SMART-Ambities staat dat in 2010 het Centrum voor Jeugd en Gezin operationeel is in Culemborg. De andere ambities zijn: professionalisering jeugdpreventie netwerk, schoolmaatschappelijk werk is een structurele voorziening, maatschappelijk werk wordt bezien vanuit de vraagkant (incl. rol voor gezinnen). Vanuit het leefgebied ‘opvoeden en opgroeien’ wordt geen relatie gelegd met bijvoorbeeld het leefgebied gezondheid.
2.2.3
Huidig jeugdbeleid: regie en monitoring
Het integraal jeugdbeleid valt bestuurlijk onder de verantwoordelijkheid van de wethouder Jeugdbeleid. Ambtelijk wordt het programma gevolgd door de projectgroep Jeugd, intern genoemd J-team, die eens in de zes tot acht weken vergadert. In het J-team zijn vertegenwoordigd: wijkgericht werken, communicatie, onderwijs, welzijn, ruimte (spelen) en veiligheid. Op incidentele basis schuiven andere beleidsverantwoordelijken aan.
Voor de monitoring van het jeugdbeleid beschikt de gemeente Culemborg over een aantal instrumenten 16: x
E-MOVO onderzoek (zie paragraaf 2.1, eens per vier jaar)
x
Veiligheidsmonitor
x
Overleg van jongeren op straat (april ieder jaar, evaluatie van de aanpak in oktober/november van dat jaar)
16
In het kader van het onderhavige onderzoek is niet nagegaan of de diverse overleggen
daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, zoals in de beleidsnota Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal Jeugdbeleid 2008-2012 omschreven.
10
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Wijkteams, met aandacht voor leefbaarheid en rol van jongeren in openbare ruimtes
x
Netwerk overleggen, waaronder het jeugdpreventie netwerk (concrete individuele- of gezinsplannen van aanpak voor jeugdigen en gezinnen in risicovolle situaties).
2.2.4
Jeugdbeleid na 2012
Het huidig jeugdbeleid loopt tot en met 2012. Inmiddels is de gemeente Culemborg gestart met de voorbereiding voor de nieuwe beleidsnota. In dat kader wordt momenteel een inventarisatie gemaakt van wat er nu ligt en zal in het voorjaar 2012 een evaluatie van het jeugdbeleid plaatsvinden. 17 De huidige verwachting is dat de bestaande beleidslijn wordt voortgezet. Daarnaast is de verwachting dat er meer accent wordt gelegd op een integrale benadering en een uitgebreidere beschrijving van de preventieve aanpak (het voorkomen van escalatie van problemen).
2.3
Samenvatting van de bevindingen
De gemeente Culemborg is een relatief jonge gemeente. Circa 30% van de bevolking bestaat uit jongeren tot 23 jaar en 27% uit jongeren tot 20 jaar. Van deze jongeren groeit 75% gezond op. Dus 25% heeft een of meerder problemen. Van 5% van de jongeren (± 400 jeugdigen) wordt gesteld dat het om ‘probleemjongeren’ gaat. Daarnaast heeft waarschijnlijk 3% van de jongeren tot 19 jaar te maken met kindermishandeling. Bij deze gevallen kan het gaan om ‘probleemjongeren’, maar dat hoeft niet. In algemene zin is de jeugd in het Rivierenland ongezonder dan in Nederland het geval is. Culemborg steekt daar wat minder negatief tegen af, omdat de laatste vier jaar een lichte verbetering is opgetreden in de gezondheidstoestand en leefstijl van de jeugdigen. Er blijven echter duidelijke aandachtspunten: x
op het gezondheidsvlak: o
depressiviteit;
o
vooral bij vmbo-leerlingen overgewicht en alcoholgebruik;
o
ook kindersterfte (naast een oorzaak op het terrein van gezondheid zullen ook andere oorzaken relevant zijn);
x
op het ontwikkelvlak: o
17
onderwijs: spijbelen en voortijdig schoolverlaten;
Deze paragraaf is gebaseerd op het Definitief gespreksverslag met de directie van de afdeling
Stadsontwikkeling, d.d. 28 september 2011.
11
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
o
sociaal economisch: kinderen in uitkeringsgezinnen, achterstandsleerlingen;
o
justitieel: delict gedrag.
De ambities van de gemeente liggen vast in de beleidsnota Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal Jeugdbeleid in Culemborg 20082012. In deze nota zijn vijf leefgebieden onderscheiden. Eén daarvan is ‘opvoeden en opgroeien’. Als gemeentelijke ambitie is hieronder geformuleerd dat in Culemborg in 2010 een Centrum voor Jeugd en Gezin operationeel is. Daarnaast zijn er ambities geformuleerd op het terrein van verdere netwerkvorming en het (school)maatschappelijk werk. In het vigerende beleid zijn geen onderlinge relaties tussen de vijf leefgebieden gelegd. De ambitie met betrekking tot het Centrum voor Jeugd en Gezin blijft op deze wijze los staan van de inhoudelijke ambities die de gemeente heeft met de jeugd.
De huidige beleidsnota loopt ultimo 2012 af. De gemeente Culemborg zal in het voorjaar 2012 het huidige jeugdbeleid evalueren en vervolgens de voorbereiding starten voor een nieuw beleid. De verwachting is dat het bestaande beleid voortgezet wordt, met dien verstande dat meer nadruk kan komen te liggen op de preventieve aanpak en de integrale benadering.
12
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
3
Rol en functie van het CJG
3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk gaat de Rekenkamercommissie Culemborg (kortweg rekenkamercommissie) na wat het CJG in Culemborg moet opleveren en op welke wijze de gemeente Culemborg de regie voert op de vorming van het CJG. De gemeente Culemborg participeert hiervoor in de regionale samenwerking van de Regio Rivierenland. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de tweede onderzoeksvraag (zie bijlage 1). 18 In §3.2 komt de beleidsvoorbereiding aan de orde. In beeld wordt gebracht wat de gemeente Culemborg met het CJG beoogt (ambities), hoe deze ambities passen binnen het bredere jeugdbeleid van de gemeente en of deze ambities aansluiten bij het Beleidsprogramma van het Rijk Alle kansen voor alle kinderen en bij de (voorgestane) wet- en regelgeving. Ook komt aan de orde of de ambities van de gemeente toetsbaar (SMART-C19) zijn geformuleerd. In §3.3 onderzoekt de rekenkamercommissie of het (beoogde) aanbod aan voorzieningen en activiteiten van het CJG aansluit bij het Basismodel CJG dat van rijkswege is geformuleerd. In §3.4 bevat de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar regierol inzake het organiseren van een CJG. De bevindingen resulteren in §3.5 in een samenvatting over de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding CJG, het voldoen aan de eisen uit het Basismodel CJG en de invulling van de regierol door de gemeente.
3.2 3.2.1
Beleidsvoorbereiding en ambities
Tijdslijn beleidsvoorbereiding
In de periode 2006-2011 zijn er zowel landelijk, regionaal als lokaal voorbereidingen getroffen om het CJG te ontwikkelen, vorm te geven en te implementeren (zie figuur 2, pagina 15).
18
Dit hoofdstuk gaat over de opzet en het bestaan van het CJG in Culemborg; het functioneren en
de werking komen aan de orde in hoofdstuk 5. 19
SMART-C is de norm voor de formulering van beleidsdoelen: specifiek, meetbaar, afgesproken,
realistisch, tijdgebonden en consistent.
13
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Landelijk geldt als startmoment de bestuurlijke afspraak inzake het pilotproject Opvoeden in de buurt.
20
Deze gemeenten die op basis van
statistieken voor de grootste opgave stonden bij het verlenen van hulp aan risicogezinnen met jonge kinderen, kregen voor 2006, 2007 en 2008 van het rijk extra middelen voor hulp aan deze gezinnen. De gemeente Culemborg behoorde hier niet toe. Daarop volgen van rijkswege het programma van de toenmalige minister voor Jeugd en Gezin Alle kansen voor alle kinderen 21, dat met de VNG uitgewerkt is in het Bestuursakkoord Samen aan de slag 22. In november 2007 ontvangen de gemeenten van de minister voor Jeugd en Gezin een brief 23 dat gemeenten de regierol moeten vervullen in de lokale jeugdketen om te komen tot sluitende afspraken tussen partijen uit de jeugdketen en de zorgcoördinatie in de zin van ‘één gezin, één plan’. Per januari 2008 is de Tijdelijke regeling CJG van kracht geworden. De gemeenten ontvangen van het rijk een financiële bijdrage (de brede doeluitkering) om onder andere het Centrum voor Jeugd en Gezin te ontwikkelen en in te voeren. Door de val van het kabinet-Balkenende IV kan het wetsvoorstel voor wijziging van de geïndiceerde jeugdzorg niet meer behandeld worden. Momenteel is het Rijk met de VNG in overleg over het Bestuursakkoord, waarvan de decentralisatie van de jeugdzorg een onderdeel is. In november 2011 sturen de staatssecretarissen van VWS en van Veiligheid en Justitie de beleidsbrief naar de Tweede Kamer over de stelselwijziging jeugd met daarin opgenomen de taken van het ‘toekomstig CJG’. 24 Deze taken zijn niet nieuw, maar zullen vanwege de nieuwe context een zwaarder beroep doen op het CJG.
In de gemeente Culemborg is in 2007 een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van een CJG in Culemborg uitgevoerd. 25 Deze studie had tot doel om het draagvlak onder potentiële partners van een CJG alsmede de praktische randvoorwaarden in beeld te brengen. Dit onderzoek wordt afgesloten met een discussienotitie. Daarna blijft het in Culemborg stil. De beleidsdirectie heeft in het gesprek aangegeven 26 dat de gemeente 20
Bestuurlijke afspraak met de staatssecretaris van VWS d.d. 30 oktober 2006. De betrokken
gemeenten zijn Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Almere, Eindhoven en Tilburg. 21
Bron: Programma voor Jeugd en Gezin 2007-2011 Alle kansen voor alle kinderen. Tweede
Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 001, nr. 5. 22
Bron: Bestuursakkoord Samen aan de slag, november 2007. Rijk en VNG.
23
Brief van de minister voor Jeugd en Gezin aan de Colleges van B&W van de Nederlandse
gemeenten. Kenmerk DJB/APJB-2820163. 24
Bron: Brief van de staatssecretarissen van VWS en VenJ d.d. 8 november 2011, Jeugdzorg.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 31 839 nr. 142. Den Haag: Sdu. 25
Bron: Gemeente Culemborg. Haalbaarheidsstudie naar een Centrum voor Jeugd en Gezin in
Culemborg. 2007. 26
Bron: Definitief verslag van het gesprek met de directie Jeugdbeleid van de gemeente
Culemborg, d.d. 28 september 2011.
14
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Figuur 2
15
Tijdsbalk gemeentelijk CJG-beleid in relatie tot rijksbeleid Programma Alle kansen voor alle kinderen
Alle gemeenten een CJG (beoogd)
Bestuurlijke afspraak pilotproject Opvoeden in de buurt (G4, Almere, Eindhoven, Tilburg)
Brief wettelijke verankering CJG en regierol gemeente
Tijdelijke regeling CJG (Brede Doeluitkering 2008-2011)
Bestuursakkoord Samen aan de slag
Val kabinet-Balkenende IV, wetsvoorstel controversieel verklaard
Voorstel Wijziging Wet op de jeugdzorg naar parlement
Rijk
2005
2006
2007
2008
2009
Beleidsbrief stelselwijzigin g jeugd, waarin taken ‘CJG in de toekomst’
Brief staatssecretaris van VWS aan Tweede Kamer
2010
Gemeente Culemborg Gemeente Culemborg, Haalbaarheidsstudie naar een CJG in Culemborg
Gemeente Culemborg, Integraal jeugdbeleid 2008-2012
Raad gemeente Culemborg, Themabijeenkomst ‘CJG Culemborg’
Regio Rivierenland, Visie voor het CJG ‘Denk aan onze kinderen’
College gemeente Culemborg, Projectplan CJG Culemborg
Regio Rivierenland, Groei- en referentiemodel CJG in Rivierenlandse gemeenten
College gemeente Culemborg, CJG aan de Meerlaan Perspectief 2011
College gemeente Culemborg, Werkplan en ontwikkel-plan CJG Culemborg Regio Rivierenland, Ontwikkeling begroting regionaal gezamenlijke werkzaamheden
Regio Rivierenland, Visiedocument doorontwikkeling CJG Rivierenland
Culemborg een pas op de plaats maakte met de vorming van een CJG. Deze houding hing samen met het feit dat de CJG-vorming op regionaal niveau opgepakt werd en dat er onzekerheid was over de beschikbaarheid van structurele financiering. De CJG-vorming wordt in 2008 in regionaal verband opgepakt. De negen gemeenten in de Regio Rivierenland sloten in 2008 een regiocontract af met de Provincie Gelderland. 27 Via het Algemeen en Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland besloten de gemeenten het CJG regionaal vorm te geven waar het kan en lokaal waa r het moet (zie paragraaf 3.4.1). In 2008 wordt de regionale projectgroep opgericht en gaat een regionaal projectleider aan de slag. Over de
27
Bron: Gespecificeerde informatie ontvangen per e-mail van de projectleider CJG van de
gemeente Culemborg, d.d. 11 november 2011.
2011
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
structurele financiering komt helderheid medio 2011 met de meicirculaire gemeentefonds 2011.
28
Middels een themabijeenkomst worden de raadsleden van de gemeente Culemborg op 11 februari 2009 geïnformeerd over doel en opzet van een CJG, de regionale samenwerking en lokale trajecten. De definitieve besluitvorming over het kader waarbinnen de CJG’s binnen de Rivierenlandse gemeenten gevormd worden, vindt op regionaal niveau plaats, dit conform de dan geldende verantwoordelijkheidsstructuren (zie paragraaf 3.4). In februari 2009 stelt het Algemeen bestuur van de Regio Rivierenland de visie vast Denk aan onze kinderen. Visie voor het Centrum voor Jeugd & Gezin van de Rivierenlandse gemeenten. In september 2010 volgt de vaststelling door de Regionale programmaraad van Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel CJG in regio Rivierenland. Voorafgaand heeft het College van de gemeente Culemborg ingestemd met dit stuk. In 2011 is er een voorstel voor de Begroting regionaal gezamenlijke werkzaamheden CJG in Rivierenlandse gemeenten. 29 In september 2011 heeft de programmaraad verder gesproken over de opzet van een integrale CJG-begroting. 30 Er wordt stapsgewijs gewerkt met het doel om met ingang van 2013 een regionale begroting te hebben, waarop de lokale begrotingen aangesloten zijn. Ook wordt verder nagedacht over de visie 31, dit onder andere met het oog op de stelselherziening van de jeugdzorg.
Binnen dit regionale kader besloot het College van de gemeente Culemborg op welke wijze het CJG binnen Culemborg gestalte zal krijgen. In maart 2010 komt het verslag van de verkenning op welke wijze de verschillende partijen aan de Meerlaan verder kunnen samenwerken in een CJG. Vanaf ongeveer de tweede helft 2010 neemt het College van de gemeente Culemborg de volgende uitvoeringsbesluiten inzake de CJGvorming in Culemborg:
28
Bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011. Bijlage bij kamerstuk 32500 B, nr. 15. Brief van
BZK aan gemeentebesturen, ter attentie van de raden en colleges van B&W. Meicirculaire gemeentefonds 2011; Bekendmaking van beleid en het geven van informatie. Kenmerk 20112000211804, d.d. 31 mei 2011. 29
Bron: CJG Rivierenland. Begroting regionaal gezamenlijke werkzaamheden CJG in Rivierenlandse
gemeenten. 2011. 30
Bron: Regio Rivierenland. Voorstel Integrale CJG-begroting ten bate van de Programmaraad
Zelfredzaam voor de vergadering van 15 september 2011. 2011. 31
Bron: Kernpartners CJG Rivierenland. Positief opvoeden versterken – Bruggen slaan in
Rivierenland; Visiedocument doorontwikkeling CJG Rivierenland – Basisdocument proeftuin gebiedsteam Jeugd en Gezin. 18 november 2011. Daarnaast is het projectvoorstel voor dit gebiedsteam geformuleerd, dit in eerste versie.
16
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
medio 2010 gaat een ‘kwartiermaker’ aan de slag om het lokale contactpunt aan de Meerlaan in Culemborg voor te bereiden;
x
8 juni 2010 stelt het college van de gemeente Culemborg het Projectplan om te komen tot een Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg vast;
x
30 november 2010 stelt het college van de gemeente Culemborg Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan. Perspectief 2011 vast;
x
mei 2011 stelt het college van Gemeente Culemborg Werkplan en ontwikkelplan CJG in Culemborg: doelstelling CJG en lokaal traject 2011 vast.
3.2.2
Ambities
Doelgroep Regionaal is de Visie en het Groei- en referentiemodel van het CJG van Rivierenlandse gemeenten vastgesteld. In deze stukken is geen expliciete afbakening gemaakt van de doelgroep. Het gaat in het algemeen om ‘jongeren’, ‘kinderen’, ‘gezinnen’, ‘individuen’, ‘iedere ouder’, ‘klanten’. In het Projectplan van de gemeente staat de doelgroep niet afzonderlijk gedefinieerd, maar is wel aangegeven dat het gaat om ‘zo preventief mogelijk opvoeders, kinderen en jongeren ondersteunen bij opgroeien en opvoeden’ (WAT-formulier). In de nota Perspectief 2011 (november 2010, pagina 2,3) staat dat het CJG er is voor ouders en jongeren, iedereen in de leeftijd tot 23 jaar, en ook voor professionals. In het Werkplan en ontwikkelplan (mei 2011, pagina 1) is voor het eerst duidelijk herkenbaar de doelgroep benoemd. Onder de eerste doelstelling staat: ‘alle doelgroepen weten het CJG te vinden met hun vragen; dus ouders van 023 jarigen, jongeren en professionals’. Wij constateren dat in de regionale stukken de doelgroep niet expliciet afgebakend is; er wordt in algemene zin verwezen naar CJG noties in landelijke documenten. De afbakening is wel beschikbaar in de laatste stukken van de gemeente en komt min of meer overeen met de doelgroep, zoals bedoeld door het Rijk. We missen de expliciete beleidsmatige aandacht voor de aanstaande ouders.
Doel De Rivierenlandse gemeenten hebben in 2008 besloten om samen te werken aan het realiseren van Centra voor Jeugd en Gezin. Deze samenwerking is gestart met het formuleren van een visie op het CJG. 32
32
Bron: Algemeen bestuur van de Regio Rivierenland. Denk aan onze kinderen. Visie voor het
Centrum voor Jeugd & Gezin van de Rivierenlandse gemeenten, vastgesteld op 14 februari 2009.
17
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
De visie omvat een groeimodel: van 2009 – 2015 wordt het geheel van partners, vorm, werkafspraken en financiën doorontwikkeld. Als eindejaar is dus 2015 genomen. Er worden inhoudelijk vier essenties onderscheiden: x
Bredere blik en meer speelruimte: preventief en proactief werken, informele steun dichtbij huis, opvoeden is van ons allemaal
x
Gemeentelijke regie: visie, richting en daadkracht, afname geïndiceerde jeugdzorg
x
Positief en met vertrouwen: positieve berichtgeving, vertrouwen in diverse relaties (hulpvrager en –verlener, management – uitvoerder, instellingen – gemeente)
x
Eenvoud voorbij het ingewikkelde: korte en minder lijnen, minder overleg(vormen), iedereen weet waar hij/zij moet zijn, 1 gezin – 1 plan – 1 hulpverlener.
Ten slotte wordt aangegeven dat het CJG drie functies heeft, wat een herleiding is van de vijf basisfuncties op het terrein van de jeugd in de Wmo: x
Informatie en advies
x
Opvoedondersteuning
x
Coördinatie van zorg.
In Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel (september 2010) wordt op pagina 1 benoemd dat het doel van het CJG is het mogelijk maken en stimuleren van een gezonde ontwikkeling van kinderen. Gezond moet hier breed opgevat worden: fysiek, geestelijk, sociaal en maatschappelijk. In het model worden drie ringen onderscheiden: x
Ring 1: het lokale CJG o
contactpunten voor informatie en advies voor lichte opvoedondersteuning en als verwijspunt; ondersteuning brengen naar plaatsen waar de mensen komen, telefonische en digitale informatiemogelijkheden
o
lokale netwerken voor signalering, informatieverzameling en – uitwisseling, deskundigheidsbevordering, coördinatie van ondersteuning
x
Ring 2: het bovenlokale CJG o
Samenwerking tussen CJG-kernpartners: samen werkprocessen ontwikkelen, opleidingen/trainingen volgen, monitoren, intercollegiale consultatie
o
Goed organiseren van CJG-kernpartners middels het werken in sub regionale teams; de CJG-kernpartners van het CJG Culemborg vallen onder het team Noordwest
x
Ring 3: Gezamenlijk in regionaal verband o
Regie & coördinatie van de totale CJG-netwerkorganisatie
18
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
o
Verbindingen organiseren tussen veiligheidshuis, passend onderwijs, regionale aanpak kindermishandeling, Meldpunt Bijzondere Zorg
o
Doe-taken: web redactie en –beheer, telefonisch loket, procesmanagement Verwijsindex, communicatie – CJG als sterk merk in de markt zetten
x
Ring 0: de samenleving (als context waarin CJG functioneert) o
Organisaties die iets met en voor de jeugd doen vertrouwd maken met CJG: sportclubs, scholen, peuterspeelzalen, huisartsen, cultuurclubs, welzijnswerk enz.
o
Brede bekendheid CJG bewerkstelligen in deze kring
o
Vindplaatsgericht en outreachend werken.
In de bijlagen van Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel zijn voor de gemeenten de (voorgenomen) lokale contactpunten opgenomen alsmede de bestaande netwerken. Zo is voor Culemborg opgenomen dat er twee contactpunten zullen komen.
De gemeente Culemborg geeft in haar Projectplan CJG aan de Meerlaan aan dat het gaat om het inrichten en voorbereiden van een Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan in Culemborg in 2010. Het doel is om: x
zo preventief mogelijk opvoeders, kinderen en jongeren te ondersteunen bij opgroeien en opvoeden
x
samenwerking en afstemming ten bate van een sluitende keten van jeugdzorg en jeugdhulpverlening.
Hierbij moet sprake zijn van een optimale dienstverlening aan de klant. In het Perspectief 2011 zijn de doelen die op regionaal niveau zijn geformuleerd, beknopt verwoord. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat in Culemborg aan de Meerlaan een CJG-contactpunt ingericht wordt met front- en backoffice, in BonVie een CJG-contactpunt. Daarnaast zal ondersteuning ‘gebracht’ worden naar plaatsen waar mensen komen. Er zijn in Culemborg meerdere netwerken rondom jeugd actief. De netwerken zijn bedoeld voor overleg en afstemming rond kind en gezin bij minder eenvoudige problemen.
Ten slotte staat in het Werkplan en ontwikkelplan CJG in Culemborg (mei 2011) dat er twee doelstellingen zijn: x
een herkenbaar en bereikbaar CJG aan de Meerlaan en een CJG Contactpunt in BonVie, waar de doelgroepen terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning
x
een goed functionerend CJG in Culemborg (Meerlaan en BonVie), waar door effectieve afstemming, samenwerking en coördinatie van zorg de doelgroepen snel geholpen worden. Eind 2011 is het CJG een
19
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
goede basis voor de implementatie van de stelselherziening in 2012 (van geïndiceerde jeugdzorg). Deze doelstellingen zijn uitgewerkt naar beoogde resultaten voor 2011.
De rekenkamercommissie constateert dat verspreid over de diverse beleidsdocumenten informatie beschikbaar is over het doel van het CJG, de te bereiken maatschappelijke effecten. De gemeente Culemborg heeft het doel van het CJG in Culemborg duidelijk omschreven, maar verwoordt dit verschillend in de documenten. Bij de omschrijving van de doelen missen wij expliciet het doel om tot zorgcoördinatie op individueel niveau (per casus) te komen. In de praktijk kan middels het zogenoemde ‘ringenmodel’ wel aan deze individuele coördinatie gewerkt worden. De doelen zijn geformuleerd, maar de daarmee te bereiken maatschappelijke effecten zijn in deze documenten niet toetsbaar 33. Het enige criterium dat opgenomen is, is dat geïndiceerde jeugdzorg moet afnemen. Ook in andere documenten heeft de rekenkamercommissie geen toetsbare operationalisering van de beoogde maatschappelijke effecten aangetroffen.
3.3 3.3.1
Aanbod, functies en taken in het CJG
CJG-locaties
Het aantal CJG-locaties dat geopend wordt en waar deze gevestigd worden, moet de gemeente zelf bepalen. Dit kan het consultatiebureau zijn, de school, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), een buurthuis, een gezondheidscentrum etc. Virtuele en telefonische loketten zijn toegestaan maar deze zijn aanvullend en kunnen het fysieke inlooppunt als zodanig niet vervangen (VNG, 2008).
De gemeente Culemborg heeft in december 2010 aan de Meerlaan een CJG-contactpunt geopend en in mei 2011 één in BonVie. Dit is conform het Projectplan, Perspectief 2011 en Werkplan en ontwikkelplan.
Het CJG aan de Meerlaan is gevestigd in het voormalig consultatiebureau en het info punt voor opvoedingsvragen van de GGD. Daarnaast waren er al andere relevante partners gevestigd: STMR 34, MEE en Bureau
33
Daarbij hanteert de rekenkamercommissie als norm dat doelstellingen specifiek, meetbaar,
acceptabel, realistisch, en tijdgebonden moeten zijn. 34
STMR is de Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland en werkt op het terrein van
zorg en welzijn.
20
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Jeugdzorg. Aan de overkant van de straat is ELK welzijnswerk 35 gevestigd. Met de opening van het CJG in dit gebouw is er een gezamenlijke receptie ingericht en een nieuwe wacht- en ontmoetingsruimte. Het contactpunt BonVie bevindt zich in het restaurant van de woon-welzijn-zorg-zone in Culemborg, met een bundeling van de bepaalde kind- en jeugdgerichte functies (bijvoorbeeld consultatiebureau en kinderpsycholoog). Het ligt vlakbij een brede school en winkelcentrum. Vragen kunnen daarnaast telefonisch of via de websites www.cjgrivierenland.nl of www.cjgculemborg.nl worden gesteld.
3.3.2
Samenwerkingspartners in het CJG
Samenwerkingspartners in het CJG In afwachting van wetgeving heeft de toenmalige minister voor Jeugd en Gezin in overleg met onder andere de VNG een Basismodel CJG 36 geformuleerd. Dit Basismodel geeft de functies die een CJG minimaal moet bieden (zie kader).
Basismodel CJG x
jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus en GGD);
x
de vijf preventieve Wmo-taken
37
op het terrein van opvoed- en opgroeiondersteuning:
* informatie en advies geven * (vroeg)signaleren van problemen * mensen verwijzen naar het lokale en regionale hulpaanbod * licht pedagogische hulp bieden * de zorg voor jongeren en gezinnen coördineren; x
schakel met Bureau Jeugdzorg;
x
schakel met onderwijs (vaak via Zorg- en Adviesteams).
In het document Perspectief 2011 worden de kernpartners van het CJG Culemborg genoemd. Het gaat om: x
STMR met jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en het algemeen maatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk
x
GGD Rivierenland met jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar
x
MEE Gelderse Poort voor ondersteuning van ouders met kinderen met een beperking
x
Bureau jeugdzorg met hulpverlening en indicatie voor zorg
x
ELK welzijnswerk voor jongerenwerk.
35
ELK welzijn is de organisatie voor welzijnswerk in Culemborg.
36
Op 22 juni 2007 zijn het Rijk, de VNG, het IPO, GGD Nederland, Actiz en de MOgroep jeugdzorg
(thans Jeugdzorg Nederland) dit Basismodel Centrum voor Jeugd en Gezin overeengekomen. 37
Taken op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit is een participatiewet waarin
staat dat iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij.
21
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
De schakel met het onderwijs (inclusief voorschoolse voorzieningen) wordt gevormd door de verschillende netwerken rond de jeugd. Er zijn Zorgadvies Teams op de scholen (basisonderwijs en voortgezet onderwijs) evenals jeugdpreventie netwerken. Op 20 november 2008 is een convenant afgesloten met alle partners die deelnemen in het ZAT 12+. Op 6 december 2010 is het convenant ondertekend voor een bovenschools Zorgadvies Team 12-, dit tijdens de opening van het CJGcontactpunt aan de Meerlaan. Hierdoor is de keten binnen de jeugdzorg wat betreft de interne zorgstructuur op school en de externe zorgstructuur voor jongeren tot 12 jaar in opzet gesloten. Daarnaast bepaalt de Lokaal Educatieve Agenda 2011-2014 welke thema’s extra aandacht krijgen als het gaat om de vijf Wmo-functies van preventief jeugdbeleid. Het CJG is hierin als onderwerp benoemd: de relatie tussen het onderwijs en het CJG zal nader uitgewerkt worden. De rekenkamercommissie constateert dat de opzet van het CJG Culemborg méér biedt dan het minimum uit het Basismodel. Door de fysieke deelname van Bureau jeugdzorg, de schakels met het onderwijs in de volle breedte en het convenant ZAT 12- kan vanuit het CJG en de netwerken waarbij het CJG betrokken is, rechtstreeks worden doorverwezen naar zwaarder hulpaanbod.
In Culemborg zijn medio 2011 twee contactpunten ingericht. De Meerlaan heeft een front- en uitgebreide backoffice. BonVie biedt een frontoffice en een meer selecte backoffice (zie paragraaf 3.3.1). De frontoffice bestaat dan uit informatie, advies en hulp bij vragen over opvoeden en opgroeien. Daarnaast wil het CJG vaker ondersteuning ‘brengen’ naar plaatsen waar mensen komen (bv. op school) of bij mensen thuis.
In het Basismodel worden – naast de functies die een CJG minimaal moet bieden – ook veertien ‘aanpalende’ functies genoemd waarmee verbinding gezocht kán worden. Genoemd zijn: kinderopvang, peuterspeelzaal, vooren vroegschoolse educatie, leerplichtambtenaren, brede school, jongerenwerk/straathoekwerk/opbouwwerk, welzijnswerk, algemeen maatschappelijk werk, gehandicaptenzorg, eerstelijnszorg, jeugd-GGZ, gemeentelijke dienst werk&inkomen, schuldhulpverlening, link met politie en justitie en/of veiligheidshuis. Deze verbindingen zijn van belang voor het vroegtijdig signaleren van problemen (‘vindplaatsen’ voor opgroei - en opvoedingsproblemen ) en/of voor het realiseren van de beoogde zorgcoördinatie. In de Culemborgse beleidsdocumenten worden deze functies op verschillende manieren geduid: x
Er zullen afspraken gemaakt worden met de eerstelijns gezondheidszorg (waaronder huisartsen), politie, verslavingszorg,
22
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
GGZ 38; in de werkafspraken 2011 (augustus tot en met december) met de CJG-coördinator is opgenomen dat de huisartsen en verloskundigen geïnformeerd worden over het CJG en dat folders worden verspreid. 39 x
Als functies zijn daarnaast genoemd sportclubs, scholen, peuterspeelzalen, cultuurclubs enz. 40 In de werkafspraken 2011 (augustus tot en met december) met de CJG-coördinator is afgesproken dat er telefonisch contact gelegd wordt met sportclubs en verenigingen.
x
Op regionaal niveau zullen verbindingen gemaakt worden met de regionale aanpak kindermishandeling (RAAK), Veiligheidshuis, Meldpunt Bijzondere Zorg en Passend Onderwijs. 41
x
De volgende collegae beleidsambtenaren worden bij de verdere beleidsontwikkeling van het CJG betrokken: Veiligheid, WMO, WMOloket, Werk en Inkomen, Wijkzaken en KSB. 42
x
De gemeente zorg er voor en faciliteert dat de volgende instanties die behoren tot de hierna genoemde domeinen op effectieve wijze met elkaar samenwerken; het gaat om de domeinen gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, werk en inkomen of politie en justitie. 43
De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente Culemborg geen duidelijk overzicht heeft van de ‘aanpalende functies’. In de beleidsdocumenten is hiervoor beperkte en geen gestructureerde aandacht, waardoor prioriteiten moeilijk gesteld kunnen worden De werkafspraken met de CJG-coördinator passen wel binnen deze aanpalende functies, maar zijn niet direct herleidbaar uit een beleidsmatige prioritering. Voor de verdere ontwikkeling van het CJG Culemborg worden interne contacten gelegd met andere gemeentelijke afdelingen. De rekenkamercommissie vindt deze ambtelijke verbindingen zeer relevant, omdat in Culemborg er relatief meer jongeren afkomstig
38
Bron: Gemeente Culemborg. Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan. Perspectief 2011.
november 2010. 39
Bron: Gemeente Culemborg. Werkafspraken met de CJG-coördinator over 2011: activiteiten en
resultaten – augustus tot en met december 2011. 40
Bron: Gemeente Culemborg. Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan. Perspectief 2011.
november 2010. 41
Bronnen: -
Gemeente Culemborg. Werkplan en ontwikkelplan CJG in Culemborg. Doelstelling CJG en lokaal traject in 2011, mei 2011.
-
Regionale programmaraad Zelfredzaamheid. Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel CJG in de regio Rivierenland, vastgesteld op 30 september 2010 .
42
Bron: Gemeente Culemborg. Projectplan Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan. April
2010. 43
Bron: Gemeente Culemborg. Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012: voor alle
dienstverlening met betrekking tot opvoeden en opgroeien. November 2011.
23
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
zijn uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status (zie paragraaf 2.3).
3.4 3.4.1
Gemeentelijke regie op de CJG-vorming
Introductie
De ontwikkeling van het CJG in Culemborg vindt gedeeltelijk op lokaal en gedeeltelijk op regionaal niveau plaats (zie paragraaf 3.2.1). Er bestonden bij de gemeente Culemborg drie redenen om een gedeelte van de ontwikkeling van het CJG op regionaal niveau te beleggen 44: x
de kernpartners opereren op regionaal niveau;
x
gezamenlijke inkoop en beheer bieden schaalvoordelen, bijvoorbeeld bij inkoop en beheer van website en telefonisch loket;
x
delen van kennis en expertise tussen de tien gemeenten in het Rivierenland.
In deze periode speelde de discussie over de toekomst van de regionale samenwerking. 45 In 2009 startte de discussie over de Regio Rivierenland. Op 28 januari 2010 besluit de gemeenteraad Culemborg in te stemmen met wijziging van de bestuurs- en uitvoeringsstructuur Regio Rivierenland, inclusief twee amendementen en onder de voorwaarde dat de nieuwe structuur als een ontwikkelmodel wordt beschouwd. Binnen een jaar na inwerkingtreding zal de nieuwe structuur geëvalueerd worden. Op 15 februari 2010 heeft het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland ingestemd met de wijziging. Deze wijziging van de Regio was nodig voor een meer rechtstreekse betrokkenheid van de gemeenteraden in kaderstelling en controle, een grotere verantwoordelijkheid van de wethouders voor de inhoud en aansturing van beleid alsmede voor een efficiënter bestuur en effectievere organisatie.
44
Bron: Gemeente Culemborg. Memo van de CJG-projectleider aan de Rekenkamercommissie
Culemborg. Toelichting stukken onderzoek invoering Centrum voor Jeugd en Gezin. 8 augustus 2011. 45
Deze alinea is gebaseerd op de Raadsinformatie die op de website van de gemeente Culemborg
beschikbaar is: www.culemborg.nl. d.d. 8 november 2011. Geput is uit: -
Verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad Culemborg d.d. 17 september 2009.
-
Behandelmemo van presidium aan raadsleden en steunfractieleden inzake Toekomst Regionale Samenwerking, nr. 0906917 en 0906918, september 2009.
-
Notitie van burgemeester aan raadsleden inzake Structuurwijziging Regio Rivierenland, met bijlagen, nr. 0907788.
-
Verslag Voorbespreking Toekomst Regionale Samenwerking d.d. 21 januari 2010.
-
Verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad Culemborg, d.d. 28 januari 2010.
24
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
25
In deze paragraaf komt eerst de huidige en feitelijke regie van de gemeente Culemborg aan de orde, daarna die van de regio.
3.4.2
Regie van gemeente Culemborg
In het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Culemborg is één wethouder bestuurlijk verantwoordelijk voor de CJG’s. Deze wethouder heeft naast jeugd, ook educatie, cultuur, sport en volksgezondheid in zijn portefeuille.
De regietaken van de gemeente inzake het CJG vallen onder de afdeling Stadsontwikkeling. Hier is een beleidsadviseur ambtelijk verantwoordelijk voor de CJG-vorming. Naast deze portefeuille heeft zij ook andere aan CJG gerelateerde taken, zoals onderwijsachterstandenbeleid, jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk 46. Deze beleidsadviseur is de gemeentelijke projectleider CJG, verantwoordelijk voor de aansturing van de grote lijn van het proces in samenwerking met de procesmanager jeugdpreventie netwerken. De projectleider draagt intern zorg voor de afstemming tussen de verschillende beleidsvelden die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het CJG en wordt op uitvoerend niveau ondersteund door de CJG-coördinator. In november 2011 is met de kernpartners overeenstemming bereikt over het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 47. Dit uitvoeringskader bevat onder andere de verantwoordelijkheden van de gemeente en de instellingen. De procesmanager jeugdpreventie netwerken voert de regie rond de afstemming en samenwerking in de verschillende netwerken, waarvan hij tevens voorzitter is. De afstemming met het Veiligheidshuis, passend onderwijs en rond de verwijsindex is onderdeel van dit management. De derde functionaris is de CJG-coördinator voor de uitwerking van het CJG model in samenwerkingsafspraken ter plekke en voor de verdere implementatie van de fysieke inlooppunten. Deze coördinator is daarmee verantwoordelijk voor de dagelijkse praktijk op de beide contactpunten. Deze coördinator wordt overigens door de CJG-projectleider aangestuurd. Ten slotte is de coördinator verantwoordelijk voor de coördinatie van zorg als een melding van acute zorg binnenkomt bij het CJG. 48
46
Bron: Definitief gespreksverslag met de CJG-projectleider van de gemeente Culemborg, d.d. 4
oktober 2011. 47
Bron: Gemeente Culemborg (november 2011). Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin
2012: voor alle dienstverlening met betrekking tot opvoeden en opgroeien. 48
Bron van deze beschrijving van de verantwoordelijkheden van de drie functionarissen is
Werkplan en ontwikkelplan CJG in Culemborg. Doelstelling en lokaal traject in 2011. Gemeente Culemborg, december 2010.
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Op gemeentelijk niveau zijn er in Culemborg drie soorten overleggen: 49 x
Trekkergroep CJG (tot mei 2011 in het kader van de pilot Culemborg, zie paragraaf 3.4.3): hierin participeren de procesmanager jeugdpreventie netwerken, de CJG-coördinator van de gemeente Culemborg en Geldermalsen, de regionale projectleider CJG en de CJG-projectleider van de gemeenten Culemborg en Geldermalsen; de projectleider CJG Culemborg is voorzitter; de CJG-coördinator heeft een adviserende rol.
x
Werkgroepen: deze worden samengesteld als dat nodig is en bestaan dan uit vertegenwoordigers van de kernpartners en de gemeente. Het aantal en de soort werkgroepen variëren dus in de tijd. De werkgroepen werken onder leiding van de CJG-coördinator praktische zaken uit.
x
Werkoverleg: dit is een tweewekelijks overleg tussen de CJGprojectleider, CJG-coördinator en procesmanager jeugdpreventienetwerken over praktische en actuele zaken.
In algemene zin ervaren de directe uitvoerders (beleidsdirectie, CJGprojectleider, CJG-coördinator en professionals) de huidige regie als voldoende en prettig. Er is bestuurlijk draagvlak, er is ruimte om nieuwe ontwikkelingen te implementeren en het kader waarbinnen het CJG-werk gedaan moet worden is goed.
3.4.3
Regie van Regio Rivierenland
De Regio Rivierenland ondersteunt momenteel voor de CJG’s in de regiogemeenten met name het proces rond samenwerken, ontwikkeling van de professionaliteit en de communicatie. Zo worden instrumenten ontwikkeld, bijvoorbeeld een handboek CJG, huisstijl en folderlijn CJG. Het CJG aan de Meerlaan gold geldt als een pilot voor de regio, waarin de voordelen van samenwerken in één gebouw worden ervaren. 50 Deze pilot is in de eerste helft 2011 afgerond. Regionaal dragen de gemeenten zorg voor regie en coördinatie van de totale CJG-netwerkorganisatie, dit in lijn met de Visie. 51 Via diverse
49
Bron van deze beschrijving van de verantwoordelijkheden van de drie functionarissen is
Werkplan en ontwikkelplan CJG in Culemborg. Doelstelling en lokaal traject in 2011 . Gemeente Culemborg, december 2010. Het werkoverleg is genoemd in het gesprek met de CJG-projectleider, d.d. 4 oktober 2011. 50
Bron van deze paragraaf tot en met deze alinea: College van gemeente Culemborg. Werkplan en
ontwikkelplan CJG in Culemborg: doelstelling CJG en lokaal traject 2011, vastgesteld op 10 mei 2011. 51
Bron van deze verdere paragraaf is de Centrum voor Jeugd en Gezin aan de Meerlaan.
Perspectief 2011. Daarnaast is gebruik gemaakt van het Memo van de CJG-projectleider van de
26
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
bijeenkomsten met partners uit de verschillende ringen (zie paragraaf 3.2.2) vindt (door-)ontwikkeling plaats van de CJG-netwerkorganisatie en worden gezamenlijk verbeterslagen gemaakt in de samenwerking. In 2011 is het volgende overlegmodel aanwezig: x
Programmaraad Zelfredzaamheid: deze raad is een onderdeel van de besluitvormingsstructuur in de Regio Rivierenland en neemt bestuurlijke besluiten over CJG-zaken. De voorbereiding van deze besluiten gebeurt in het Bestuurlijk Overleg CJG.
x
Projectgroep CJG: ambtelijke projectgroep waarin alle gemeentelijke CJG-projectleiders zitting hebben; de regionale projectleider is voorzitter. De projectgroep adviseert de verschillende andere regionale overlegorganen inzake CJG-vorming. Voordat adviezen van de projectgroep doorgaan naar het bestuurlijk overleg CJG vindt er overleg en afstemming plaats met de kernpartners.
x
KOPgroep CJG: gezamenlijk overleg van bestuurders, ambtenaren en kernpartners (JGZ, AMW/SMW, welzijn en Bureau jeugdzorg) 52; de KOPgroep adviseert de programmaraad over de te nemen besluiten.
3.4.4
Afspraken met samenwerkingspartners
De concrete financierings- en prestatieafspraken tussen de gemeente en de CJG-partners worden jaarlijks vastgelegd in gemeentelijke afspraken. Voor de GGD is dit op basis van de gemeenschappelijke regeling. Daarmee is de zorg voor 4-19 jarigen geregeld. De zorg voor 19-23 jarigen is belegd binnen het ZAT 12+, waarbij bij doorverwijzing gebruik gemaakt kan worden van de reguliere voorzieningen met reguliere financiering.
Voor partners van de gemeente worden de afspraken geregeld middels subsidiebeschikkingen op basis van de Algemene Subsidie Verordening. Iedere partner van het CJG ontvangt van de gemeente een beschikking met het bijbehorend ‘uitvoeringscontract’. Momenteel is dat het geval voor ELK welzijnswerk en STMR. Van de STMR worden op jaarbasis twee producten afgenomen: x
Jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen en prenatale zorg: bedrag circa € 400.000 voor uniform takenpakket jeugdgezondheidszorg en maatwerkproducten.
gemeente Culemborg aan de Rekenkamercommissie Culemborg. Toelichting stukken onderzoek invoering Centrum voor Jeugd en Gezin. 8 augustus 2011. 52
Deze partijen zijn genoemd in het gesprek met de CJG-projectleider van de gemeente
Culemborg, d.d. 4 oktober 2011.
27
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Algemeen maatschappelijk werk en de maatwerkproducten schuldhulpverlening en schoolmaatschappelijk werk: bedrag circa € 330.000.
Daarnaast is er een subsidierelatie met Bureau jeugdzorg, omdat Bureau jeugdzorg twee projecten uitvoert. Het gaat om het project Patch (bedrag circa € 20.000) en het project Jongeren Informatie Punt in Culemborg (bedrag circa € 39.000 op jaarbasis, nu in afbouw). In de subsidiecontracten van de afgelopen jaren met STMR en BJZ is met op een SMART-C wijze 53 aangegeven hoeveel geld de instelling ontvangt en welke output de instelling daarvoor moet leveren. De Algemene Subsidie Verordening bevat bepalingen met betrekking tot de subsidieaanvraag en de wijze van verantwoording. In algemene zin luiden deze als volgt. Vóór 1 april moet aan de gemeente verantwoording afgelegd zijn. Het betreft een financiële verantwoording, activiteitenverslag en indien noodzakelijk een accountantsverklaring. Deze formele subsidieverantwoordingen vormen voor de gemeentelijke projectleider de basis voor het inhoudelijk gesprek tussen de gemeente en uitvoerende instellingen over wat geleverd is, de trends en de gevolgen voor toekomstige productinkoop (zie volgende paragraaf). In november 2011 is er tussen de CJG-projectleider en de kernpartners overeenstemming over het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 (zie paragraaf 3.4.2), dat als bijlage gebruikt wordt bij de subsidiebeschikkingen 2012.
De andere kernpartners – Bureau jeugdzorg wat betreft reguliere geïndiceerde jeugdzorg en MEE – worden gefinancierd via de andere geldstromen. Het Bureau jeugdzorg wordt uit provinciale middelen gefinancierd, MEE naast landelijke financiering ook via WMO-gelden van de gemeente Culemborg.
Daarnaast wordt een aantal producten op regionaal niveau verzorgd vanwege schaalvoordelen (zie paragrafen 3.2.2 en 3.4.1). De Regio Rivierenland verstrekt daartoe de opdrachten, de gemeente Culemborg toetst deze vooraf. De regionaal CJG-projectleider wordt uit provinciale middelen gefinancierd, dit in het kader van de Sociale Agenda van de Provincie Gelderland.
De gemeente Culemborg kent tot en met 2011 geen integrale samenwerkingsafspraak of convenant (incl. financiering) met de kernpartners van het CJG Culemborg. In het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 wordt met ingang van 2012 wel gekomen tot een integrale aanpak, waarin onderlinge verantwoordelijkheden en taken 53
SMART-C staat voor: specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch, tijdgebonden en consistent.
28
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
met gezamenlijke verantwoording is vastgelegd. Dit uitvoeringskader wordt door de gemeente gezien als een opstap naar een convenant in 2012. Dit laatste is ook vastgelegd in de subsidiebeschikkingen die aan de uitvoerende instanties zijn afgegeven. 54
3.4.5
Evaluatie en bijsturing
In de verschillende beleidsdocumenten wordt aandacht besteed aan monitoring en evaluatie. Monitoring heeft vooral plaats gekregen op regionaal niveau. In Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel wordt uitgegaan van een ‘lerende netwerkorganisatie’ van het CJG. Dit betekent dat, in opzet, continue ontwikkeling plaatsvindt en bijgestuurd kan worden. Binnen de regio wordt gewerkt met het zogenoemde ‘CJGwerkgeheugen’. 55 Dit is een doorlopende agenda en voortgangsoverzicht van het CJG Rivierenland, dat regelmatig geactualiseerd zal worden. Er komen steeds vier onderwerpen aan de orde in het licht van doelbereiking in 2015: drie basisfuncties van het CJG, organisatie CJG, verbindingen met het CJG, CJG & Jeugdzorg. Deze agenda is een ‘to-do-list’ voor alle partijen om de doelen in 2015 te bereiken. Verder worden diverse bijeenkomsten georganiseerd voor de diverse partners in de verschillende ringen (zie paragraaf 3.2.2). Last but not least worden kwartaalrapportages samengesteld. De eerste kwartaalrapportage en wel over het eerste kwartaal 2011 is in mei 2011 gereed gekomen. 56 Deze rapportages volgen ook een groeimodel. De eerste versie bundelt de relevante reeds beschikbare informatie met betrekking tot het aantal en de aard van de vragen die gesteld zijn en van de Verwijsindex. Het betreft dus een kwantitatieve rapportage. Op basis van deze eerste versie zijn een aantal onvolkomenheden naar voren gekomen en verbetervoorstellen voor de kwartaalrapportage gedaan. De verbetervoorstellen worden in de volgende versie verwerkt. Deze versie zal dan – zo is de verwachting – meer geschikt zijn om extern te verspreiden.
Naast deze reguliere evaluatiemomenten is er medio 2011 een tussentijdse regionale evaluatie geweest. 57 Deze evaluatie is uitgevoerd
54
De rekenkamercommissie heeft daartoe de subsidiebeschikkingen ontvangen die aan STMR en
GGD Rivierenland zijn afgegeven inzake de uitvoering van een specifiek takenpakket in het kade r van het CJG Culemborg. 55
Bron: CJG-werkgeheugen. Doorlopende agenda en voortgangsoverzicht CJG Rivierenland. Versie
6 juni 2011. CJG Rivierenland, juni 2011. 56
Het betreft Kwartaalrapportage CJG Rivierenland, 1 e kwartaal 2011 (versie Kopgroep 19 mei).
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Mei 2011. 57
Het betreft Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners CJG; verslag en aanbevelingen.
Versie Projectgroep en KOPgroep 21 april 2011. Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland.
29
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
tegen de achtergrond van een midden jaar (CJG ontwikkeling 20082015), beëindiging van de brede doeluitkering en de op handen zijnde decentralisatie van de jeugdzorg. Voor de conclusies en aanbevelingen wordt verwezen naar paragraaf 5.4.1.
De gemeente Culemborg heeft zelfstandig een verkenning laten uitvoeren naar de stand van zaken begin 2010 om een contactpunt in een bestaande vestiging met partners te openen. Er is een zogenoemde ‘procesfoto’ gemaakt ‘waar we staan op de weg van samen werken aan de Meerlaan naar samenwerken in het CJG aan de Meerlaan’. 58 Onderdeel van deze verkenning was ook de mogelijkheid om dit contactpunt een sub regionale functie te laten vervullen. Geconstateerd wordt dat alle partners aan de Meerlaan (behalve ELK welzijnswerk) al sub regionaal georganiseerd zijn en dat de professionals deel uitmaken van sub regionale teams. Er zijn verschillende aandachtspunten benoemd om het gedragen CJG-doel te bereiken. Voorbeelden zijn: aanstellen van een trekker, aanpassing gebouw, heldere taakverdeling, subsidiesystematiek die samenwerking bevordert, meer gestructureerde samenwerking op de werkvloer, klantparticipatie, etc. Deze punten zijn opgepakt. De punten die op korte termijn gerealiseerd konden worden, zijn verricht, bijvoorbeeld de aanpassing van het gebouw. December 2010 wordt het CJG-contactpunt aan de Meerlaan geopend.
3.5
Samenvatting van de bevindingen
Beleidsvoorbereiding en ambities van de gemeente De rekenkamercommissie stelt vast dat de gemeente Culemborg de CJGvorming vanaf 2010 voortvarend heeft opgepakt, nadat de regionale kaders vastgesteld waren en er duidelijkheid kwam over structurele financiering. Het jaar waarin het CJG Rivierenland er moet staan, is 2015. Regionaal is ervoor gekozen om de CJG’s in de Rivierenlandse gemeenten tot stand brengen via een ‘lerende netwerkorganisatie’, zodat continue ontwikkeling en bijsturing kan plaatsvinden. In Culemborg is het eerste CJG-contactpunt aan de Meerlaan in december 2010 geopend. Dit contactpunt heeft tot in de eerste helft van 2011 als regionale pilot gefungeerd.
Het CJG-beleid maakt onderdeel uit van het integrale jeugdbeleid van de gemeente, vastgelegd in het beleidsdocument Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal jeugdbeleid 2008-2012 (zie paragraaf 2.2.2). Op
58
Het betreft Hoi collega’s! Procesfoto van waar we staan op de weg van samen werken aan de
Meerlaan naar samenwerken in het CJG aan de Meerlaan. Gemeente Culemborg, 5 maart 2010.
30
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
ad hoc basis is er informatie over de startsituatie. De haalbaarheidsstudie uit 2007 geeft de startsituatie van het huidige CJG-contactpunt aan de Meerlaan aan vanuit het perspectief van de daar gevestigde kernpartners. Het document Hoi collega’s! uit maart 2010 beschrijft een soort van ‘tussenstand’. In de periode 2008-2011 is geen document beschikbaar gekomen dat ingaat op de behoeften en problemen van kinderen en jeugdigen en hun ouders. De rekenkamercommissie stelt dan ook vast dat het klantenperspectief ontbreekt.
De beleidsdoelen voor het CJG heeft de gemeente Culemborg vastgelegd in verschillende documenten, ook in verschillende bewoordingen. Deze ambities zijn in overeenstemming met de landelijke ambities, die – in afwachting van wetgeving – zijn neergelegd in het basismodel CJG. De rekenkamercommissie merkt hierbij op dat de derde functie van de zorgcoördinatie op individueel niveau indirect geformuleerd is (alleen regionaal) en dat de doelgroep van aanstaande ouders niet expliciet genoemd is. Daar staat tegenover dat de doorverwijsfunctie naar de geïndiceerde jeugdzorg al geborgd is. In de beleidsvoorbereiding is aandacht besteed aan de outputdoelen van het CJG en de benodigde middelen (instrumenten, prestaties). De maatschappelijke doelstellingen van het CJG in Culemborg zijn niet toetsbaar geformuleerd. Er is slechts één criterium, die van verlaging van geïndiceerde jeugdzorg. Gevolg daarvan is dat de gemeente in de uitvoering niet voldoende gericht kan aansturen op het behalen van de maatschappelijke doelstellingen.
Realisatie CJG Ten tijde van dit onderzoek (oktober 2011) zijn in de gemeente Culemborg de twee voorgenomen CJG-contactpunten gerealiseerd. Het contactpunt aan de Meerlaan bevat alle vijf functies uit het Basismodel CJG. Het contactpunt BonVie bevat een frontoffice met een meer beperkte backoffice. De rekenkamercommissie stelt vast dat het CJG Culemborg hiermee voldoet aan het Basismodel CJG.
De samenwerking met de aanpalende functies is in ontwikkeling. Er zijn momenteel nog geen duidelijke beleidsprioriteiten gesteld met welke functies de eerste verbindingen gelegd worden. De feitelijke werkafspraken met de CJG-coördinator over de laatste maanden 2011 wijzen in de richting van huisartsen en sportclubs.
Regierol Wat de regierol betreft is er sprake van gedeelde verantwoordelijkheid: de gemeente Culemborg en de Regio Rivierenland. De gemeente
31
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Culemborg participeert immers in de regionale CJG-ontwikkeling, waardoor er naast een lokale ook een regionale regierol is. Op lokaal niveau is de regiefunctie belegd bij de CJG-projectleider. Deze functionaris is verantwoordelijk voor het algehele proces van de CJGvorming. Daarnaast is er een procesmanager jeugdpreventie netwerken en een CJG-coördinator, verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering op de twee CJG-contactpunten. Verder is deze functionaris verantwoordelijk voor het oppakken van de casusregie. Er zijn drie overlegorganen, die de verdere ontwikkeling van het CJG alsmede de besluitvorming daarover borgen. Op regionaal niveau is de regiefunctie belegd bij de regionale projectleider. Er zijn drie overlegorganen die de regionale CJG ontwikkeling en besluitvorming daarover borgen.
Evaluatie en bijstelling vinden met name plaats op regionaal niveau. De eerste versie van de kwartaalrapportage is beschikbaar voor de verschillende partners. Daarnaast is in 2011 de huidige samenwerking onder de loep genomen. Op weg naar de realisatie van het CJGcontactpunt aan de Meerlaan heeft de gemeente Culemborg zelfstandig onderzoek laten doen naar de stand van zaken. De aandachtspunten voor de kortere termijn die hieruit voortvloeiden, zijn opgepakt. Bij deze evaluaties komt het klantenperspectief nauwelijks naar voren. De rekenkamercommissie constateert dat door het ontbreken van dit perspectief er geen terugkoppeling is naar de probleemanalyse en de voor het CJG relevante leefgebieden binnen het jeugdbeleid (zie hoofdstuk 2).
De gemeente Culemborg kent tot en met 2011 geen integrale samenwerkingsafspraak of convenant (incl. financiering) met de kernpartners van het CJG Culemborg. Met iedere partner afzonderlijk worden afspraken gemaakt en vindt op de uitgevoerde werkzaamheden en bestede gelden reguliere verantwoording plaats. Met het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 wordt een duidelijke stap gezet naar een integrale benadering. De verwachting is dat in 2012 een convenant afgesloten zal worden.
32
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4
Financiering van het CJG
4.1
Inleiding
De rekenkamercommissie onderzoekt in dit hoofdstuk wat het CJG kost en op welke wijze de financiering geregeld is. Daarmee wordt antwoord gegeven op de derde onderzoeksvraag (zie bijlage 1). In §4.2 worden de uitgangspunten voor de financiering van het CJG en de verantwoording daarover beschreven. In §4.3 inventariseert de rekenkamercommissie de financiering (kosten) van het CJG in de periode 2008-2011. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de Brede Doeluitkering Jeugd en Gezin, geld uit het Gemeentefonds of uit eigen middelen van de gemeente en eventueel middelen uit andere bron, bijvoorbeeld van de provincie. Dit resulteert uiteindelijk in een indicatie van de investeringen in het CJG in Culemborg in 2011 per inwoner van de gemeente. In §4.4 beschrijft de rekenkamercommissie de verantwoording over CJGuitgaven, enerzijds aan de Gemeenteraad en anderzijds aan het Rijk. Hier komt ook de verantwoording over de Brede Doeluitkering door de gemeente aan het Rijk aan de orde. Paragraaf 4.5 gaat in op eventuele knelpunten met betrekking tot de financiering van de CJG’s in Culemborg, voor zover deze zijn gemeld in de interviews met gemeente en professionals en/of in voortgangsrapportages van de gemeente en/of voortkomen uit onze analyse. De bevindingen worden samengevat in §4.6.
4.2
Uitgangspunten bij financiering en verantwoording
De realisatie van de CJG’s wordt van rijkswege gestimuleerd met een financiële impuls. Deze bijdrage voor de invoering van de CJG’s is voor de jaren 2008-2011 opgenomen in een Brede Doeluitkering (BDU) Jeugd en Gezin (formeel de Tijdelijke regeling CJG), waarmee ook een aantal taken van het CJG gefinancierd worden. 59 De BDU bundelt bestaande
59
Regeling van de minister voor Jeugd en gezin van 9 januari 2008, nr. DJB/APBJ -2821052,
houdende regels voor het verstrekken van specifieke uitkeringen ten behoeve van de centra voor
33
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
geldstromen, die eerder afzonderlijk aan gemeenten beschikbaar werden gesteld (zie kader). Daaraan is in het Regeerakkoord Balkenende IV een extra bedrag toegevoegd, dat oploopt tot € 100 miljoen in 2011. Iedere gemeente ontvangt met ingang van 2008 tot en met 2011 een uitkering op basis van de BDU Jeugd en Gezin. Dit bedrag is bedoeld voor de jeugdgezondheidszorg, de maatschappelijke ondersteuning jeugd en de afstemming jeugd en gezin en het realiseren van tenminste één CJG. De BDU-uitkering is berekend in twee delen, namelijk een JGZ-deel en een WMO-deel, en wordt dan ook in twee delen aan de gemeente beschikbaar gesteld. Gemeenten hebben de vrijheid om de BDU ‘ontschot’ in te zetten: zij kunnen zelf bepalen hoe en in welke verhouding zij de BDU totaal besteden. Om het bedrag waardevast te houden, wordt de zogenoemde OVA-correctie toegepast, de Overheidsbijdrage aan de arbeidsontwikkeling. Deze correctie wordt berekend op basis van het loongevoelige deel van de uitkering en leidt tot een lichte verhoging van het uitgekeerde bedrag. In 2012 worden de middelen uit de BDU in verband met het structurele karakter van de taak in het Gemeentefonds gestort en gaan zij deel uitmaken van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
Het totale bedrag, dat jaarlijks beschikbaar komt via de BDU Jeugd en Gezin loopt op tot €334 miljoen in 2011. Dit bedrag dat wordt versleuteld over de gemeenten is opgebouwd uit: x
Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg
€ 190 miljoen
x
Tijdelijke stimuleringsregeling lokale opvoedings- en gezinsondersteuning
€ 15 miljoen
x
Opvoeden in de buurt
€ 13 miljoen
x
Middelen preventief jeugdbeleid (motie Verhagen)
€ 10 miljoen
x
Prenatale Zorg
€ 6 miljoen
x
Extra middelen ( ‘enveloppe’) Kabinet Balkenende IV
€ 100 miljoen
In het Bestuursakkoord Samen aan de slag is ook afgesproken dat een deel van het accres 60 in het Gemeentefonds (oplopend tot €100 miljoen in 2011) bestemd is voor jeugd en gezin. Dit geld is niet geoormerkt; op de gemeenten is een appel gedaan om deze €100 miljoen uit het accres te investeren in hun CJG en hun lokale jeugdketen.
jeugd en gezin (Tijdelijke regeling CJG). Tot voor kort werd meestal ges proken over de Brede Doeluitkering CJG. 60
Bedrag waarmee het beschikbare bedrag van het gemeentefonds jaarlijks wordt aangepast,
gebaseerd op een bestuurlijk overeengekomen normeringsystematiek. De norm is de jaarlijkse procentuele ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Als de netto gecorrigeerde rijksuitgaven stijgen (dalen), neemt het gemeentefonds met hetzelfde percentage toe (af).
34
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4.3
4.3.1
Financiering CJG: beschikbaarheid en inzet middelen
Brede doeluitkering CJG
In tabel 2 geeft de rekenkamercommissie een overzicht van de bedragen die de gemeente Culemborg in het kader van de BDU in de jaren 20082011 heeft ontvangen voor de inrichting van en de uitvoering van taken in het CJG. Hierbij wordt opgemerkt dat voor het jaar 2011 de OVA correctie nog niet bekend is, waardoor de uitkering 2011 nog licht zal stijgen. In de gehele periode 2008-2011 heeft de gemeente Culemborg ruim € 2,2 miljoen BDU CJG ontvangen. De rekenkamercommissie constateert dat het verstrekte overzicht door de CJG-projectleider Culemborg inzake de ontvangen BDU CJG 61 correspondeert met het verstrekte overzicht van het ministerie van VWS (tabel 2). Over de drie voorbije jaren 2008-2010 heeft de gemeente Culemborg de BDU deels ingezet. Er is een positief saldo van ongeveer € 235.000, dat is 10% van de totale ontvangen BDU. Over 2010 is de besteding wél redelijk in lijn met de inkomsten. Over het jaar 2011 zijn uiteraard nog geen gegevens beschikbaar. Voor de voorlopige uitgaven in 2011 wordt verwezen naar tabel 3.
Tabel 2 Ontvangen middelen BDU CJG 2008-2011(in Euro’s) 2008
2009
2010
2011
incl. OVA*
incl. OVA*
incl. OVA*
excl. OVA*
JGZ-deel
344.144
386.937
392.432
392.432
WMO-deel
83.697
156.235
206.689
261.680
Totaal ontvangen
427.841
543.172
599.121
654.112
Verantwoorde uitgaven
335.530
415.336
584.781
P.M.
Saldo
+ 92.311
+ 127.836
+ 14.340
P.M.
BDU Jeugd en Gezin
* Door OVA (Overheidsbijdrage aan de arbeidsontwikkeling) blijven BDU -middelen waardevast. De bijstelling wordt berekend op basis van het loongevoelige deel van de uitkering. Voor 2011 is deze nog niet bekend en aldus niet opgenomen in de bedragen. Bron: Ministerie van VWS, Overzicht met verstrekte bedragen BDU -uitkering aan gemeenten, juli 2011.
61
Bron: Gemeente Culemborg. Memo van de CJG-projectleider aan de Rekenkamercommissie
Culemborg inzake het onderzoek invoering Centrum voor Jeugd en Gezin; begroting en financiële verantwoording van het CJG. 16 augustus 2011.
35
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4.3.2
Financiering CJG volgens Programmabegroting en Jaarrekening
In de Programmabegrotingen van de gemeente Culemborg 2009-2011 evenals in de Jaarverslagen en jaarrekeningen van de gemeente Culemborg 2009 en 2010 is onder het programma Jeugd en Educatie 62 het CJG ondergebracht. Dit programma kent vier beleidsproducten, waarvan het Integraal jeugdbeleid er een is. In de Programmabegroting 2011 staat dat het doel van het integraal jeugdbeleid is om kinderen en jongeren van 0-23 jaar de kans te geven om zich naar vermogen te ontwikkelen, zodat zij op latere leeftijd op een zelfstandige en zinvolle wijze kunnen deelnemen aan het maatschappelijk en economisch leven (pagina 46). Daartoe worden 6 prestaties geleverd. De opening van het CJG eind 2010 is een van deze prestaties. Andere prestaties die in de lijn van het CJG liggen zijn: ontwikkeling ZAT- ofwel jeugdpreventie netwerk 12- alsmede het verbeteren van de samenwerking tussen hulpverleningsinstanties.
Bij de financiering van het programma Jeugd en Educatie reikt de kostenspecificatie tot het niveau van het integraal jeugdbeleid. Voor het CJG is in de begroting en als gevolg daarvan ook in de jaarrekening geen afzonderlijke kostenregel opgenomen 63. In de begrotingen en jaarrekeningen zijn wel bepaalde producten die het CJG levert te herleiden. Zo zijn onder het onderwijsbeleid de Zorgadvies Teams opgenomen en onder het Programma Volksgezondheid de jeugdgezondheidszorg met daarnaast verschillende projecten (bijvoorbeeld depressie, overgewicht).
De rekenkamercommissie constateert twee zaken. Vanuit het geformuleerde doel van het integraal jeugdbeleid is niet een duidelijke relatie te leggen met het doel van het CJG. Het doel van het CJG reikt namelijk verder: de doelgroep is breder (ook (aan)staande ouders en professionals) en het doel gaat over zorgcoördinatie in brede (samenwerking tussen instanties) en over zorgcoördinatie in enge zin (coördinatie per individuele jongere). Ten tweede kan de financiering van het CJG niet uit de Programmabegrotingen en Jaarrekeningen opgemaakt worden, omdat deze verspreid is over het betreffende jaar stuk.
62
In de Programmabegroting 2011 zijn de beide programma’s Educatie en Maats chappelijke
dienstverlening uit de begrotingen 2009 en 2010 samengebracht. 63
De onderzoekers hebben ook de begrotingen 2009 en 2010 bestudeerd en de jaarrekeningen
over deze jaren. Daaruit komt dezelfde structuur en kostenspecificatie naar voren.
36
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4.3.3
Specificatie financiering CJG op basis van interne overzichten
De rekenkamercommissie heeft van de gemeente een specifiek overzicht aangereikt gekregen over de financiering van het CJG. Dit is tabel 3 met het overzicht van de BDU CJG inkomsten en uitgaven 2008-2011.
Tabel 3 Begroting BDU CJG: inkomsten en uitgaven 2008-2011(in Euro’s) 2008
2009
2010
2011
427.841
543.172
599.121
654.112*
Specifiek voor CJG
81.058
147.248
198.326
251.092
Specifiek t.o.v. Totaal
19%
27%
33%
38%
Uitgaven
16.119
30.310
312.570
287.070 + PM
themabijeenkomsten
1.309
jeugdgezondheidszorg
3.000
Verwijsindex en EKD
4.594
44.500
40.000
jeugdpreventie netwerk
7.216 15.000
15.000
procesmanager
57.070
57.070
kwartiermaker
40.000
inrichting CJG
70.000
50.000
website en telefonisch
50.000
5.000 + PM
Totale inkomsten uit BDU
infopunten
30.310
loket, communicatie projectleiding
36.000
ZAT en SMW
60.000
Coördinatie uitvoering
60.000
CJG
Saldo
+ 64.939
+ 116.938
- 114.244
- 35.978 + P.M.
* BDU CJG is voor 2011 nog zonder verrekening van de OVA-correctie (zie tabel 2). Bron: Gemeente Culemborg. Bestedingsplan van de middelen BDU CJG voor nadere interne afstemming. 2010.
Tabel 3 geeft aan welk deel van de BDU specifiek ingezet is voor de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg. In de periode 2008-2011 neemt dit aandeel toe van een vijfde deel tot ruim een derde. In de eerste twee jaren is budget overgebleven om in de twee volgende jaren uit te geven. Zoals het er momenteel uitziet, kan de verwachting uitgesproken worden dat het totale budget ingezet wordt. Er
37
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
zijn immers nog P.M. posten die ten laste kunnen komen voor het resterend budget van € 31.655 over de hele periode 2008-2011. Aan de kostenkant is af te leiden dat de CJG ontwikkeling in Culemborg in 2010 van de grond gekomen is. Dan worden er substantiële kosten gemaakt van rond de € 300.000 (exclusief maatwerk, zie vorige alinea). Deze kosten hangen samen met de inrichting van CJG-contactpunten, de inzet van verschillende functionarissen en diensten. Tabel 3 laat ook een aantal kosten buiten beschouwing: x
De regionale projectleider wordt door de provincie gefinancierd.
x
De kosten die op regionaal niveau gemaakt worden, zijn niet opgenomen. Wel is destijds een begroting opgesteld van deze regionale kosten. 64 De bedragen voor de gemeente Culemborg zijn € 10.154 (2010) en € 33.653 (2011). Voor zover nagegaan kon worden, zijn deze bedragen niet in tabel 3 opgenomen.
Naast de BDU-middelen heeft de gemeente Culemborg middelen uit het gemeentefonds ingezet. Het gaat om middelen voor specifieke producten, diensten voor de versterking van de lokale jeugdketen (zie paragraaf 4.3.2). Het bedrag dat hiermee samenhangt wordt door de gemeente Culemborg voor 2011 geschat op € 296.000.65 In het kader van de Perspectiefnota 2011-2014 66 is besloten dat er geen extra aanvullende financiële middelen voor het CJG ingezet worden.
De CJG-projectleider is in najaar 2011 bezig met de ontwikkeling van een meerjarenbegroting voor het CJG (2012-2015): zowel de dekking als de specificatie van de kosten. Deze begroting gaat uit van het CJG als netwerkorganisatie, die verschillende diensten verleent. Het betreft daarmee een integrale benadering van het CJG Culemborg. In de eerste conceptversie van deze begroting is reeds rekening gehouden met de decentralisatie van de geïndiceerde jeugdzorg en met de kosten die samenhangen met de regionaal verzorgde diensten. Als de kosten die samenhangen met de geïndiceerde jeugdzorg buiten beschouwing worden gelaten, dan is de verwachting dat de integrale kosten van een CJG Culemborg op jaarbasis in de orde van grootte van rond de € 1,5 miljoen zullen liggen. Hiervan zijn naar schatting circa € 120.000 bedrijfsvoeringkosten.
64
Bron: Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Begroting regionaal gezamenlijke
werkzaamheden CJG in Rivierenlandse gemeenten. Deze notitie hoort bij de notitie Het CJG rondmaken en maakt de kosten inzichtelijk van de werkzaamheden die regionaal worden opgepakt. 65
Het gaat om de volgende maatwerkproducten, -diensten: schoolmaatschappelijke werk € 21.600,
maatwerk jeugdgezondheidszorg € 30.000, Verwijsindex/VIR € 100.000, Jongeren Inloop Punt € 21.200, PATCH € 22.000, thuisbegeleiding € 36.600, preventie middelengebruik en depressie € 64.500. Totaal: € 295.900. 66
Bron: Gemeente Culemborg. Perspectiefnota 2011 – 2014 van de gemeente Culemborg. 2010.
38
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4.3.4
Totaalbudget CJG en indicatie investering per inwoner
De gemeente Culemborg heeft in de periode 2008-2011 ruim € 2,2 miljoen BDU CJG ontvangen van het rijk. Dit totale bedrag zal ook aangewend worden voor de CJG-vorming (zie paragraaf 4.3.1). Er zijn vanuit het gemeentefonds middelen toegevoegd, in 2011 voor een bedrag van circa € 296.000. Dit totaal kan afgezet worden tegen het aantal inwoners. Dit levert de investeringsquote CJG-vorming op. Deze quote bevat de CJG-middelen per inwoner die een gemeente beschikbaar had om een CJG (door) te ontwikkelen en structureel tot stand te brengen. Met behulp van deze quote kan de Algemene Rekenkamer de inspanningen die door de diverse gemeenten voornemens waren te leveren, onderling vergelijken. Voor de gemeente Culemborg ligt deze quote op € 20 per inwoner op jaarbasis als alleen rekening wordt gehouden met de beschikbare BDU-middelen. Als de middelen uit het gemeentefonds, die in 2011 voor versterking van de jeugdketen aan de BDU-middelen toegevoegd zijn, dan gaat het in 2011 om circa € 34 67.
4.4
Verantwoording
Verantwoording aan de Gemeenteraad De gemeenteraad wordt op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van de CJG-vorming en/of de financiële consequenties. Naar aanleiding van deze stukken kan de Raad moties en amendementen indienen. De definitieve stukken worden door de gemeenteraad vastgesteld. De rekenkamercommissie constateert het volgende: x
Jaarverslag en Jaarrekening 2009 en 2010 68 bevat op hoofdlijnen zowel beleidsinhoudelijk als financieel een verantwoording over de CJG-vorming. De beleidsinhoudelijke verantwoording heeft in 2009 betrekking op de voortgang van het proces (bijvoorbeeld instellen van de KOPgroep) en in 2010 ook op verrichte prestaties (bijvoorbeeld start van het CJG en jeugdpreventie netwerk 12-23 jaar). Wat de financiële verantwoording betreft wordt verwezen naar paragraaf 4.3.2); de besteding van de middelen wordt verspreid over de verschillende producten verantwoord.
x
Bestuursrapportages in het voorjaar en het najaar: hierin wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken en van de belangrijkste
67
Dit bedrag is als volgt samengesteld: BDU 2011 bedraagt € 654.112 (exclusief OVA). Eigen
middelen uit gemeentefonds bedragen € 296.000. Opgeteld levert dit € 950.112, te verdelen over 27.584 inwoners (zie tabel 1 paragraaf 2.1). 68
Bron: Gemeente Culemborg. Jaarverslag en Jaarrekening 2009; gemeente Culemborg. 2010.
Jaarverslag en Jaarrekening 2010; gemeente Culemborg. 2011.
39
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
bevindingen. Indien noodzakelijk wordt er specifiek ingegaan op de voortgang van de CJG-vorming. Geconstateerd wordt dat in de Najaarsrapportages onderscheid gemaakt wordt tussen de voortgang op gemeentelijk en regionaal niveau. In de periode 2008-2011 zijn geen moties of amendementen ingediend door een of meerdere gemeenteraadsleden met betrekking tot CJGvorming in de regio en/of in Culemborg. Wel was dit het geval op aanpalende terreinen, bijvoorbeeld inzake ketenregisseur multiprobleem gezinnen (9 juli 2009) en brede scholen (11 november 2010).
Daarnaast constateert de rekenkamercommissie dat de gemeenteraad tussentijds informeel geïnformeerd is. Zo is in najaar 2009 een informatieve bijeenkomst georganiseerd voor alle raadsleden ter voorbereiding op de vaststelling van de regionale Visie. Zo is op 24 februari 2010 door de raadsleden een bezoek gebracht aan het pand aan de Meerlaan waar in december 2010 het CJG-contactpunt geopend is.
Verantwoording van CJG-kernpartners aan de gemeente Iedere individuele partner in de CJG-netwerkorganisatie verantwoordt zich afzonderlijk over de verrichte activiteiten waarvoor een subsidie of algemene middelen worden verstrekt. Dit is een logisch gevolg van de werkwijze zoals deze in Culemborg gehanteerd is: bestaande instanties met hun huidige opdrachten betrekken bij de CJG-vorming en deze laten toegroeien naar een CJG. De STMR ontvangt subsidies (zie paragraaf 3.4.4). STMR legt verantwoording af over prestaties in relatie tot de ingezette middelen, dit volgens de Algemene Subsidie Verordening. De GGD Rivierenland als dienst van de gemeenten in de regio verzorgt ook voor de gemeente Culemborg de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar (zie paragraaf 3.4.4). De GGD Rivierenland legt over haar totale activiteiten verantwoording af aan de deelnemende gemeenten. Het verslag over 201069 gaf (nog) geen specificatie van de kosten die in het kader van het CJG gemaakt zijn. Het zou dan om voorbereidende kosten kunnen gaan, omdat het CJG-contactpunt aan de Meerlaan immers pas in december 2010 geopend is. Wel zijn onder de kop van ‘ontwikkelingen in de jeugdgezondheidszorg’ het CJG, Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg Verwijsindex en Zorg- en Adviesteams genoemd. Andere kernpartners leggen ook via de geëigende manier behorend bij de financieringswijze verantwoording af.
Met ingang van 2012 wil de gemeente geen verantwoording meer over de afzonderlijke delen van het CJG, maar wil de gemeente een integraal CJG 69
Bron: GGD Rivierenland/STMR. Jaarverslag Jeugdgezondheidszorg 2010. Maart 2011.
40
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
jaarverslag. 70 De verantwoording van de jeugdpreventie netwerken zal ook in dit integraal verslag opgenomen worden. Het is de bedoeling dat de verschillende instanties op basis van de verschillende jaarverslagen gezamenlijk de samenhang aanbrengen en de trends bespreken.
Verantwoording aan het Rijk Het Rijk heeft gekozen voor een licht verantwoordingsregime over de besteding van de BDU. 71 Na afloop van de stimuleringsperiode (in 2012) zal het Ministerie van VWS toetsen of het bedrag van de BDU is besteed aan de activiteiten waarvoor het bestemd is. Deze eenmalige vaststelling verloopt volgens de systematiek van de Single Information, Single Audit (SISA).72
In de jaren 2008-2012 zijn de vorderingen met de invoering van het CJG van Rijkswege gevolgd door een inhoudelijk verslag van elke gemeente aan het ministerie van VWS (binnen zes maanden na afloop van ieder jaar). In dit verslag komen aan de orde: bereikbaarheid CJG, regionale samenwerking, schriftelijke afspraken met aanbieders van zorg, aanbod van functies, doelgroepen waarop het CJG zich richt en tevredenheid van de gemeente over het bereik van het CJG. De burgemeester en gemeentesecretaris moeten verklaren dat de vragenlijst naar waarheid is ingevuld.
De gemeente Culemborg heeft aan de jaarlijkse verslagverplichting aan het Ministerie van VWS voldaan. De rekenkamercommissie heeft vastgesteld dat de inhoudelijke verantwoording over 2009 en 2010 een correcte stand van zaken weergeeft. De rekenkamercommissie merkt hierbij op dat de gemeente in de vragenlijst het begrip ‘inlooppunt’ breed heeft opgevat. Naast de contactpunten zijn ook de inlooppunten op de basisscholen, het voortgezet onderwijs als ook het zogenoemde JIPspreekuur en de bus van het jongerenwerk meegeteld. Bij een ruime definitie van het begrip ‘inlooppunt’ gaat het in Culemborg in 2009, 2010 en 2011 om 21 respectievelijk 15 en 16 inlooppunten.
70
Bron: Gemeente Culemborg. Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012: voor alle
dienstverlening met betrekking tot opvoeden en opgroeien. November 2011. 71
Toelichting bij de Tijdelijke regeling CJG.
72
Dit betekent dat in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekeningen over de periode 2008 -2011
het bestede bedrag is/wordt opgenomen. De accountantsverklaring bij de jaarrekening heeft ook betrekking op deze opgave. Na ontvangst van de laatste jaarrekening over 2011 zal de beslissing over de vaststelling van de BDU worden genomen.
41
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
4.5
Knel- en verbeterpunten inzake financiering
De gemeente Culemborg beschikt over financiële informatie inzake CJGvorming. Er is inzicht in de herkomst van middelen en waarvoor deze aangewend worden. Over de inzet ervan wordt verantwoording afgelegd, zowel door de gemeente aan de gemeenteraad als door de uitvoerende instanties aan de gemeente. Tegen deze achtergrond signaleert de rekenkamercommissie een paar probleempunten. Ten eerste is het niet duidelijk wat vanuit de financiële invalshoek gerekend wordt tot kosten die samenhangen met ‘CJG-vorming’. Zo is er een meer ‘enge definitie’ als alleen het deel BDU genomen wordt dat specifiek voor het CJG is benut (circa € 300.000) en de ‘brede definitie’ die uitgaat van een integrale kostenbenadering (€ 1,5 miljoen). Dit bevordert niet de inzichtelijkheid van de kosten die nodig en gemaakt zijn om CJG’s tot stand te brengen en verder te ontwikkelen. Ook in de jaarrekeningen is geen afzonderlijke kostenregel voor het CJG opgenomen. Dit alles kan tot gevolg hebben dat de gemeenteraad haar controlerende taak minder goed kan uitvoeren en dat ambtelijk de kosten minder strak beheerst kunnen worden.
Voorbeelden van verschillende totaalkosten CJG Culemborg x
Tabel 2: totale BDU CJG bedraagt in 2010 € 599.121, waarvan € 584.781 is besteed
x
Tabel 3: deel van BDU dat specifiek ingezet is voor CJG-vorming in 2010 was € 198.326 en de kosten waren € 312.570
x
Begroting kosten 2012 in de orde van grootte van € 1,5 miljoen in vergelijking met kosten begroting 2011 van maximaal € 0,6 miljoen.
Ten tweede verantwoordt iedere individuele instantie zich afzonderlijk over de verrichte activiteiten waarvoor een subsidie of algemene middelen worden verstrekt. Dit is een logisch gevolg van de werkwijze zoals deze in Culemborg gehanteerd is. De rekenkamercommissie constateert dat hierdoor een ‘bottom-up’ verantwoording wordt afgelegd over de financiële middelen en de daarvoor verrichte prestaties. Dit leidt tot afzonderlijke informatiestromen, die niet samengebracht worden en er momenteel geen integrale verantwoording mogelijk is. Deze financieringswijze wordt overigens ook door de kernpartners als een beperking ervaren. 73 De uitvoerders in het werkveld wijzen erop dat de
73
Bronnen: -
Gemeente Culemborg. Hoi collega’s! Procesfoto van waar we staan op de weg van samen werken aan de Meerlaan naar samenwerken in het CJG aan de Meerlaan. Maart 2010.
42
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
huidige subsidiesystematiek de nadruk legt op resultaat en efficiency van de individuele partners en niet op resultaat van samenwerking of vernieuwing. De huidige verantwoordingen kosten volgens de uitvoerders 74 veel tijd en energie. De kernpartners hebben de wens uitgesproken dat de gemeenten tot een gezamenlijke opdracht richting kernpartners komen en de uitvoerende regie bij de gezamenlijke kernpartners neer te leggen. Daarvoor zijn verschillende zaken nodig, waaronder het stellen van inhoudelijke en financiële kaders. De gemeente geeft aan dat de instanties ook de ruimte moeten nemen om binnen bestaande budgets te schuiven met producten als reactie op de vraag. 75
4.6
Samenvatting van de bevindingen
De gemeente Culemborg investeert in de periode 2008 - 2011 naar verwachting minimaal € 2,2 miljoen in de CJG-vorming. Ongeveer € 2,2 miljoen is afkomstig uit de BDU; daarnaast zijn middelen ingezet uit het gemeentefonds voor versterking van de lokale jeugdketen. Naar schatting ging het in 2011 om € 296.000. De gemeente Culemborg heeft daarmee gehoor gegeven aan het appel van de toenmalige minister voor Jeugd en Gezin (zie paragraaf 4.2) om ook eigen middelen in te zetten voor de CJG-vorming. De algemene investering in het CJG Culemborg bedraagt per inwoner van de gemeente op jaarbasis minimaal € 20, dit als alleen de BDU in ogenschouw wordt genomen. Worden ook de eigen middelen van de gemeente eraan toegevoegd voor maatwerk, dan gaat het in 2011 om een investering van € 34 per inwoner. Aangetekend wordt dat in de jaren 2008 en 2009 beperkte investeringen zijn gedaan en in de jaren 2010 en 2011 aanzienlijke.
Het College van B&W Culemborg legt aan de Gemeenteraad op een bepaalde manier verantwoording af over de besteding van middelen aan het CJG. Binnen een jaarrekening wordt namelijk over de relevante programma’s en producten verantwoording afgelegd over specifieke CJGdiensten. Er is geen afzonderlijke ‘kostenregel CJG’. Dit alles maakt dat het niet mogelijk om een ‘totaal’ kostenoverzicht te hebben van het CJGCulemborg. Daarnaast merkt de rekenkamercommissie op dat ambtelijk met verschillende definities inzake de kostentoerekening wordt gewerkt.
-
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners CJG; Verslag & Aanbevelingen; versie Projectgroep en KOPgroep 21 april. April 2011.
74
Dit is de visie van de uitvoerders in het werkveld. De rekenkamercommissie Culemborg heeft
zich hierover geen eigen oordeel gevormd. 75
Bron: Definitief verslag van het gesprek met de CJG-projectleider van de gemeente Culemborg,
d.d. 4 oktober 2011.
43
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Aan de ene kant wordt er gewerkt met een ‘enge definitie’, kosten die specifiek aan het CJG toe te rekenen zijn (jaarlijks circa € 300.000) en aan de andere kant wordt er gewerkt met een ‘brede definitie’, integrale kosten (op jaarbasis circa € 1,5 miljoen).
Wat de huidige verantwoording van de uitvoerende instanties aan de gemeente betreft, constateert de rekenkamercommissie dat deze plaatsvindt op de wijze die passend is bij de financieringswijze. Deze verantwoording vindt per instantie plaats en geeft daardoor geen totaal beeld. Er is dan ook geen integrale verantwoording van kosten en de daarvoor geleverde prestaties. Gezien het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 worden hiertoe in 2012 de eerste stappen gezet.
De financiële verantwoording aan het Ministerie van VWS over de besteding van de BDU Jeugd en Gezin dient medio 2012 te worden geleverd. De rekenkamercommissie verwacht dat de gemeente Culemborg daartoe in staat is, omdat ambtelijk veel en geordende informatie beschikbaar is. Op basis van deze informatie blijkt het immers mogelijk om ambtelijk een integrale CJG-begroting 2012 – 2015 voor te bereiden. De inhoudelijke verantwoording aan het Rijk inzake de voortgang in de CJG-vorming was over 2009 en 2010 correct, met de opmerking dat het begrip ‘inlooppunt’ door de gemeente ruim is gedefinieerd.
44
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
5
Samenwerking en prestaties
5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijft de rekenkamercommissie op welke wijze wordt samengewerkt in het CJG en wat die samenwerking oplevert (onderzoeksvraag 4). In §5.2 wordt een beeld geschetst hoe binnen het CJG wordt samengewerkt om de beleidsdoelen te bereiken. Deze doelen zijn: laagdrempelig inlooppunt, vroegtijdige signalering van risico’s en een sluitende aanpak/zorgcoördinatie/één gezin, één plan. In §5.3 komt aan de orde welke informatie beschikbaar of voorzien is over de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van het CJG en wat daaruit is af te leiden over de vraag wat de samenwerking binnen het CJG oplevert. In §5.4 beschrijft de knelpunten en verbeterpunten inzake samenwerking en prestaties van het CJG in Culemborg. Deze knelpunten en verbeterpunten zijn aan de orde gekomen in de interviews met gemeente en professionals en/of ontleend aan voortgangsrapportages van de gemeente. Eén en ander resulteert in §5.5 in een samenvatting van de bevindingen over de beschikbaarheid van informatie over doelbereiking van het CJG, in het licht van landelijke en gemeentelijke ambities.
5.2 5.2.1
Samenwerking binnen het CJG
Laagdrempelig inlooppunt voor informatie over opgroeien en opvoeden
In §3.2 heeft de rekenkamercommissie beschreven wat het karakter is van het inlooppunt en welke partners fysiek deelnemen aan het CJG. Gebleken is dat het CJG Culemborg virtueel bereikbaar is: via www.cjgrivierenland.nl en www.cjgculemborg.nl. De website geeft informatie over de diensten die het CJG aanbiedt, gesorteerd naar de verschillende levensfasen tot 23 jaar, waaronder de fase ‘kinderwens’ en ‘zwanger’. Daarnaast biedt de website antwoorden op veel gestelde vragen, kunnen vragen gesteld worden en is ‘Else’ actief, de virtuele
45
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
assistent. Ten slotte is de sociale kaart van Culemborg en Rivierenland opgenomen.
Sinds februari 2011 is er de CJG-telefoondienst, die op maandag, woensdag en vrijdag bereikbaar is. Het gaat om de volgende tijden: x
Maandag: 13.30 – 16.30 uur en 19.00 – 21.00 uur
x
Woensdag: 9.00 – 12.00 uur
x
Vrijdag: 13.30 – 16.30 uur.
Bureau Jeugdzorg heeft een speciale telefoonlijn voor spoedeisende hulp die 24 uur per dag bereikbaar is.
Sinds mei 2011 zijn twee CJG-contactpunten gerealiseerd. Het eerste contactpunt aan de Meerlaan is op alle werkdagen op specifieke tijden open. Het tweede punt is alleen op donderdag een uur open. De specifieke openingstijden zijn: x
CJG-contactpunt aan de Meerlaan: o
maandag: 19.00 – 20. 00 uur (schoolvakanties niet)
o
dinsdag: 13.30 – 14.30 uur (kinderen 0-4 jaar), en 15.00 – 16.00 uur
x
o
woensdag: 8.30 – 9.30 uur
o
donderdag: 8.30 – 9.30 uur
o
vrijdag: 8.30 – 9.30 uur
CJG-contactpunt bij BonVie: o
donderdag: 11.00 – 12.00 uur
De deur van het CJG-contactpunt aan de Meerlaan staat altijd open en de receptie is op werktijden bezet met een contactpersoon Jeugd en Gezin. Dit betekent dat er altijd eerste opvang en mogelijke doorgeleiding na ar het achterliggende veld kan plaatsvinden.
De rekenkamercommissie constateert dat inwoners van Culemborg altijd een manier tot hun beschikking hebben om een vraag, probleem aan het CJG voor te leggen.
5.2.2
Samenwerking in het kader van vroegtijdig signaleren van risico’s in opvoeden en opgroeien
De samenwerking in CJG-verband moet ertoe leiden dat risico’s in opvoeden en opgroeien tijdig worden onderkend. In dit opzicht is het belangrijk dat – naast de in het Basismodel verplichte schakels met Bureau jeugdzorg en onderwijs – zoveel mogelijk organisaties, die een ‘vindplaats’ vormen voor dergelijke risico’s en/of die een rol kunnen spelen in de opvoedings- en opgroeiondersteuning verbonden zijn met het CJG. Achtereenvolgens wordt nagegaan hoe dit is vorm gegeven op het
46
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
contactpunt aan de Meerlaan 76, in de schakels met onderwijs en Bureau jeugdzorg (BJZ) en met de zogenoemde ‘aanpalende’ functies. Daarna is er kort aandacht voor het ‘outreachend werken’ en informatiedeling. 77
CJG-contactpunt aan de Meerlaan Dit contactpunt is op alle werkdagen open en er is een contactpersoon Jeugd en Gezin die jongeren en ouders te woord kan staan en verder kan helpen. De meeste kernpartners met een of meerdere professionals zijn in dit pand gevestigd. De GGD is niet in dit pand gevestigd, omdat deze dienst vooral op scholen werkt; zij heeft er wel een werkplek tot haar beschikking. BJZ en MEE zijn juist wel aan de Meerlaan gevestigd. Alle professionals met hun specialistische expertise zijn niet altijd tegelijkertijd aanwezig. Indien noodzakelijk worden klanten opgevangen en doorgeleid naar de collega die over de benodigde expertise beschikt. De professionals dragen deze klanten ‘warm’ over. Er is (nog) geen draaiboek voor spoedeisende situaties beschikbaar voor de contactpersonen. Volgens de geïnterviewden wordt dit gecompenseerd door de ervaring van de contactpersonen. 78 Dit contactpunt verzorgt ook laagdrempelige dienstverlening: verstrekken van informatie, advies en de gratis, vrij toegankelijke jeugdgezondheidszorg en algemeen maatschappelijk werk voor lichte opvoedingsondersteuning. Ten slotte is dit het pand waar divers overleg tussen de kernpartners plaatsvindt, bijvoorbeeld van de jeugdpreventie netwerken. Voor de inwoners van Culemborg is dit pand aan de Meerlaan een vertrouwd gebouw, omdat hier het consultatiebureau gevestigd was. Dit heeft tot gevolg dat het pand een door de uitvoerders in het werkveld zo genoemde ‘hulpverleningsuitstraling’ onder de inwoners heeft.
Schakel met Bureau Jeugdzorg Zoals in de vorige alinea aangegeven is BJZ ook aan de Meerlaan gevestigd. Dit betekent dat de informele lijnen zeer kort zijn. Daarnaast
76
De rekenkamercommissie beperkt zich tot het CJG-contactpunt aan de Meerlaan, omdat dit punt
sinds december 2010 is geopend en er dus over het eerste halfjaar ervaringen zijn. 77
Deze paragraaf is gebaseerd op voorgaande paragrafen (zie verwijzingen), de b eleids-
documenten Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners CJG; verslag & aanbevelingen (Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland, april 2011) en CJG Werkgeheugen. Doorlopende agenda en voortgangsoverzicht CJG Rivierenland (Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland, 6 juni 2011) alsmede de definitieve gespreksverslagen. Deze zijn steeds in combinatie met elkaar gebruikt, zodat bronverwijzing complex is en de lezer zal storen. Er is daarom afgezien van exacte bronvermelding. 78
Bron: Definitief gespreksverslag met de CJG-coördinator en professionals van het CJG
Culemborg, d.d. 4 oktober 2011.
47
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
is BJZ in alle CJG-overleggen vertegenwoordigd. Specifiek wordt de deelname van BJZ aan de ZAT’s en jeugdpreventie netwerken genoemd. Ten slotte voert BJZ twee projecten uit in het kader van de integrale jeugdzorg. In regionaal verband neemt BJZ aan de KOPgroep deel.
Schakel met het onderwijs In het kader van vroegsignalering wordt juist de schakel met het onderwijs (inclusief voorschoolse voorzieningen) essentieel geacht door de gemeente. Zoals in paragraaf 3.3.2 geconstateerd is, zijn onderwijs breed ZAT’s ingericht. Deze worden in Culemborg onder een nieuwe naam geduid: jeugdpreventie netwerken. Er is dan een jeugdpreventienetwerk 12- en een jeugdpreventienetwerk 12+. Momenteel wordt gewerkt aan de verbinding tussen de interne zorgstructuur binnen de school en de externe zorgstructuur. Daartoe heeft de gemeente onder andere convenanten afgesloten en wordt het schoolmaatschappelijk werk ingezet. Dit maatschappelijk werk is gericht op het vroegtijdig signaleren van taalen ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Dit alles gebeurt onder de vlag van het CJG Culemborg.
‘Aanpalende’ functies In de beleidsdocumenten is nog niet duidelijk richting gegeven en zijn prioriteiten gesteld aan de verbindingen met aanpalende functies (zie paragraaf 3.3.2). In de Culemborgse praktijk wordt in 2011 contact gelegd met de huisartsen en sportclubs. Zij worden over het CJG ingelicht en/of ontvangen informatie om te verspreiden onder de ouders en jongeren. Verder is de leerplichtambtenaar binnen Culemborg actief en signaleert probleemjongeren. Deze functionaris heeft goede ingangen in het onderwijs, zodat zo nodig doorleiding naar het ZAT kan plaatsvinden. Via het jeugdpreventie netwerk 12+ vindt er ook afstemming plaats met politie en het veiligheidshuis. Regionaal wordt ingezet de regionale aanpak kindermishandeling, Veiligheidshuis, Meldpunt Bijzondere Zorg en Passend Onderwijs. Volgens het ‘CJG Werkgeheugen’ zal in 2011 de verbinding tussen het veiligheidshuis en de gemeente geconcretiseerd worden en zal RAAK aangehaakt worden aan de projectstructuur van CJG. In het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 worden de aanpalende functies genoemd van de domeinen gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, werk en inkomen of politie en justitie.
‘Outreachend werken’ Het meest vergaand gaat vroegsignalering als jongeren en ouders op mogelijke ‘vindplaatsen’ worden bezocht. Van oudsher gebeurt dit al bij het zetten van de welbekende ‘hielprik’ bij pasgeborenen thuis en even later als het kind twee weken oud is, waarbij de verpleegkundige op dat
48
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
moment een inschatting kan maken van het kind en het gezin. Daarnaast krijgt deze manier van werken in Culemborg al inhoud doordat bijvoorbeeld de jeugdgezondheidszorg naar kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gaat op tijden dat ouders daar hun kinderen brengen, c.q. ophalen of door het verzorgen van een thema op ouderavonden op school. Ook het contactpunt BonVie vervult hierin een belangrijke rol, doordat in het restaurant themabijeenkomsten georganiseerd kunnen worden. De eerste ervaringen hiermee moeten nog opgedaan worden.
Informatiedeling Twee belangrijke instrumenten om informatiedeling te bevorderen zijn de Verwijsindex Risicojongeren (VIR) en het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (voorheen EKD). Beiden zijn landelijk ontwikkeld en moeten lokaal geïmplementeerd worden. Sinds 2010 zijn beide instrumenten in gebruik in Culemborg, eerst bij de afzonderlijke instanties, nu onder de noemer van het CJG Culemborg. Op regionaal niveau wordt VIR gecoördineerd; de procesmanager van de jeugdpreventie netwerken handelt bij hits. De VIR wordt nog niet door alle partijen ingevuld, zoals bijvoorbeeld huisartsen, GGZ of scholen. De gemeente geeft aan scherper te sturen op het gebruik ervan door achteraf te controleren of deze bij bepaalde dossiers is gebruikt en instanties hier zo nodig op aanspreken.
De rekenkamercommissie constateert dat het CJG Culemborg zowel fysiek als telefonisch en digitaal bereikbaar is. Opvallend is dat er goede verbindingen zijn gelegd met het onderwijs in brede zin en BJZ. Er komen relaties tot stand met de ‘aanpalende functies’, dit vanuit de netwerken en de dagelijkse praktijk.
5.2.3
Sluitende aanpak/zorgcoördinatie
De samenwerking in CJG-verband moet ertoe leiden dat jongeren en hun ouders sneller en afgestemd hulp krijgen. Deze samenwerking vindt plaats op twee niveaus. Het eerste niveau van samenwerking is de sluitende aanpak tussen instanties. In paragraaf 3.3.1 is aangegeven dat bijna alle kernpartners (met uitzondering van GGD) samen in één gebouw gehuisvest zijn. Volgens de professionals bevordert dit de samenwerking. 79 Daarnaast verzorgt de procesmanager jeugdpreventie netwerken de afstemming en samenwerking tussen de verschillende netwerken.
79
Bron: Definitief gespreksverslag met de CJG-coördinator en professionals van het CJG
Culemborg, d.d. 4 oktober 2011.
49
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Het tweede niveau is de zorgcoördinatie op individueel niveau. Er is al vastgesteld dat deze beleidsmatig onvoldoende zichtbaar is (zie paragraaf 3.3.2). Het blijkt dat in de praktijk een zekere lijn zichtbaar is, deels formeel, deels informeel. Formeel is de CJG-coördinator verantwoordelijk voor de coördinatie van zorg als een melding van acute zorg binnenkomt bij het CJG. De procesmanager jeugdpreventie netwerken is verantwoordelijk voor het nakomen van de in de netwerken gemaakte afspraken en kan een casusregisseur aanwijzen. Informeel wordt er gewerkt als er ‘opgeschaald’ moet worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om begeleiding van ouders door de casusregisseur naar een bepaald intakegesprek of om intercollegiale consultatie bij mogelijke doorverwijzing naar BJZ. Als een besluit genomen moet worden, dan weegt de veiligheid van de jongere zwaarder dan het belang van de ouder. Aangegeven is dat niet van het ene op het andere moment opgeschaald wordt, maar dat met een aantal gesprekken daar naar toe gewerkt wordt. Op deze praktische manier wordt per individueel geval vanuit de professionaliteit al dan niet opgeschaald.
De rekenkamercommissie constateert dat de sluitende aanpak op organisatorisch niveau steeds meer gestalte krijgt. De gemeente Culemborg legt actief verbindingen. Wat de individuele zorgcoördinatie betreft is er nog geen vaste structuur en ontbreekt een ‘opschalingsmodel’.
5.3 5.3.1
Wat levert de samenwerking op
Beschikbaarheid van informatie uit de Basisset Indicatoren effectiviteit
In juli 2010 is in opdracht van het toenmalige Programma voor Jeugd en Gezin een basisset van twaalf indicatoren geformuleerd die de gemeenten kunnen gebruiken voor het monitoren van de CJG-vorming (Basisset indicatoren effectiviteit; zie kader). 80 In opdracht van VWS werkt het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) thans aan een verduidelijking van deze indicatorenset en aan uitbreiding richting indicatoren voor maatschappelijke uitkomsten.
80
Onderzoek basisset indicatoren effectiviteit Centrum voor Jeugd en Gezin. Deloitte, juli 2010.
Deze basisset is opgesteld in opdracht van het Programma voor Jeugd en Gezin. Aan de totstandkoming is meegewerkt door Bureau Jeugdzorg, Integraal Toezicht Jeugdzaken, GGD Nederland, het Nederlands Jeugd Instituut, Actiz (koepel van zorgaanbieders), MOgroep Jeugdzorg (thans Jeugdzorg Nederland), wethouders, provincies, professionals bij CJG’s en ZAT’s.
50
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Basisset indicatoren effectiviteit CJG’s
x
Samenwerkingsafspraken in de regio met alle kernpartners zijn opgesteld waarin afspraken en werkprocessen op alle niveaus SMART geformuleerd staan (wie wat doet met de ketenpartners) die sluitende zorg tussen partners borgen.
x
Het percentage ouders en jongeren dat aangeeft dat ze het CJG weet te vinden en weet wat ze er kan halen op het gebied van opgroeien en opvoeden.
x
Het aantal en type bezoekers van het CJG.
x
Het soort contacten dat met het CJG heeft plaatsgevonden.
x
Het aantal en type vragen dat in het CJG, via alle kanalen, is gesteld.
x
De gemiddelde kosten per productgroep van het CJG.
x
Het aantal en soort signalen.
x
Het aantal en soort toeleidingen naar verschillende vormen van hulp binnen en buiten het
x
Het type ondersteuning (lokaal aanbod) dat in het CJG wordt aangeboden door het aantal
CJG.
vakdisciplines dat binnen het CJG werkzaam is. x
Het aantal jeugdigen en gezinnen waarvoor professionele zorgcoördinatie en één gezin, één plan is geregeld (casusregisseur, vanaf twee betrokken disciplines).
x
De mate van tevredenheid (beleving) van jeugdigen en hun ouders over het CJG per product van het CJG.
x
De mate waarin ouders en jeugdigen vermindering van de problematiek ervaren na ingezette ondersteuning in het CJG.
De gemeente heeft als reactie op de basisset aangegeven deze set als een toetsingskader te kunnen zien. De gemeente blijft kritisch op wat geregistreerd moet worden. Daarbij speelt de zeggingskracht van kwantitatieve en kwalitatieve informatie een rol en de mate waarin doelstellingen SMART-C 81 geformuleerd kunnen worden. In de regionale Visie staat overigens het volgende: ‘geen eindeloos uitgewerkte SMART-C doelstellingen die beheerbaarheid veronderstellen maar geen ruimte bieden voor creativiteit en geen ruimte om die zaken te doen waar het moment om vraagt’ 82. Wel is op regionaal niveau inmiddels een lijn ingezet om het model van Deloitte te gaan gebruiken. 83 Dit model bestaat naast de basisset met indicatoren van VWS. Ten slotte wordt opgemerkt dat een aantal indicatoren criteria uit de basisset gemeten kan worden met behulp van beschikbare informatie.
81
SMART-C staat voor de norm van specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch, tijdgebonden en
consistent. 82
Bron: Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland. Denk aan onze kinderen. Visie voor het
Centrum voor Jeugd & Gezin van de Rivierenlandse gemeenten. Pagina 11. Februari 2009. 83
Bron: CJG Rivierenland. CJG-werkgeheugen. Doorlopende agenda en voortgangsoverzicht CJG
Rivierenland, versie 6 juni 2011. Pagina 10. Juni 2011.
51
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
De intentie van de CJG-projectleider is om toe te werken naar een geïntegreerde verantwoording van prestaties. Het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 is reeds op deze visie gebaseerd. 84 Ook zal in 2012 de klanttevredenheid gemeten worden als een individueel traject is afgesloten. In algemene zin is de CJG-projectleider van mening dat de meerwaarde voor de burger van het CJG in Culemborg over drie jaar zichtbaar zal zijn. Het gaat dan met name om de daadwerkelijke ontschotting van de zorg. Uiteraard zetten momenteel de uitvoerders zich in voor goede ondersteuning van ouders en jongeren.
De rekenkamercommissie constateert in lijn met het gestelde in de paragrafen 3.2.2, 3.4.4 en 4.4 dat de gemeente in haar eigen beleid geen meetbare maatschappelijke effecten van het CJG heeft benoemd, dan alleen vermindering van geïndiceerde jeugdzorg. Er is terughoudendheid in de formulering van SMART-C doelen. De gemeentelijke projectleider verwacht dat in 2014 de meerwaarde van het CJG in Culemborg zichtbaar is. De rekenkamercommissie stelt in dit kader vast dat de gemeente deze meerwaarde – ofwel integrale maatschappelijke effecten – vooraf vastgesteld moet hebben. De basisset die momenteel verder ontwikkeld wordt alsmede het model van Deloitte kunnen voor de gemeente als inspiratie dienen.
5.3.2
Beschikbaarheid van andere informatie over doelbereiking CJG
De rekenkamercommissie ging na of de gemeente anderszins informatie beschikbaar heeft over de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van het CJG. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat het CJG Culemborg sinds december 2010 ‘in bedrijf’ is.
Momenteel is de eerste kwartaalrapportage CJG Rivierenland beschikbaar over het eerste kwartaal 2011, die te zien is als een eerste proef met onvolkomenheden (zie paragraaf 3.4.5). 85 Hierin is informatie beschikbaar over het aantal en de soort vragen die gesteld zijn via de drie ingangen: fysiek, telefonisch en digitaal. Daarnaast is de rapportage over de VIR opgenomen. De gegevens over de fysieke en digitale ingangen zijn lokaal gespecificeerd, die van de telefoondienst en VIR niet. Samengevat komt het volgende beeld naar voren: x
84
het CJG Rivierenland wordt via de drie ingangen bereikt;
Bron: Definitief gespreksverslag met de CJG-projectleider van de gemeente Culemborg, d.d. 4
oktober 2011. 85
Bron: Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Kwartaalrapportage CJG Rivierenland 1e
kwartaal 2011 (versie KOPgroep 19 mei). Mei 2011.
52
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
de website is verreweg de belangrijkste ingang op afstand gevolgd door de telefoondienst; contactpunten worden beperkt bezocht;
x
voor Culemborg kan de volgende specificatie gemaakt worden: het contactpunt telde 19 bezoeken (13% van totaal, belangrijkste zijn contactpunten in Tiel in scholen met 65%) en de website is 1566 keer bezocht (30% van totaal; Tiel en Geldermalsen volgen op afstand met 21% resp. 19%);
x
De vragen die in Culemborg gesteld zijn bij de bezoeken aan het contactpunt gingen vooral over gezondheid & gedrag en over opvoeding & gezinsrelaties.
Daarnaast bevatten de reguliere jaarverslagen van de GGD Rivierenland en STMR86 inzicht in hun eigen resultaten. Geselecteerd is de informatie die in 2011 onder de noemer van het CJG Culemborg valt: x
de jeugdgezondheidszorg bereikt 98,8% van de 0-1 jarigen in de regio Rivierenland; in Culemborg geven de ouders gemiddeld een 8 voor de dienstverlening;
x
de dienstverlening van het algemeen maatschappelijk werk wordt door de klanten in heel Rivierenland gewaardeerd met een 8.
5.4
Knel- en verbeterpunten inzake doelbereiking
In deze paragraaf beschrijft de rekenkamercommissie verschillende knelpunten bij het functioneren van het CJG. De algemeen landelijk ervaren knelpunten zijn opgenomen in het kader (zie paragraaf 5.4.1). Op basis van de informatie uit beleidsdocumenten en met name uit de gevoerde gesprekken worden de specifieke punten van het CJG Culemborg in Rivierenland beschreven. Eerst komen de algemene punten aan de orde zoals deze in de tussentijdse regionale evaluatie zijn vastgelegd. Daarna komen specifieke punten 87 aan die orde, geordend langs de drie basisfuncties van het CJG: laagdrempelig inlooppunt, vroegsignalering en zorgcoördinatie. Afgerond wordt met aandachtspunten voor de bestuurders: de gemeenteraad en staatssecretaris van VWS.
86
Bron: GGD Rivierenland/STMR. Jaarverslag Jeugdgezondheidszorg 2010. Maart 2011.
87
Deze zijn gebaseerd de beleidsdocumenten Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners
CJG; verslag & aanbevelingen (Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland, april 2011) en CJG Werkgeheugen. Doorlopende agenda en voortgangsoverzicht CJG Rivierenland (Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland, 6 juni 2011) alsmede de definitieve gespreksverslagen. Deze zijn steeds in combinatie met elkaar gebruikt, zodat bronverwijzing complex is en de lezer zal storen. Er is daarom afgezien van exacte bronvermelding.
53
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
5.4.1
Algemeen
Landelijk zijn er drie veel voorkomende knelpunten (zie kader pagina 5455). Op basis van ons onderzoek (documenten en gesprekken, met name dat met de professionals) constateren wij voor het CJG Culemborg dat: x
het bereik van het inlooppunt aan de Meerlaan verder verbeterd kan worden; het blijkt dat een beperkte groep er naar toe komt en dat de profilering beter kan (zie paragraaf 5.4.2 voor verdere toelichting);
x
de problematische afstemming en informatievoorziening inzake de zorgcoördinatie onbekend is; in Culemborg zijn deze problemen niet gemeld; dit wil niet zeggen dat ze er niet zijn, omdat het CJG nog in opbouw is en de coördinatie minder gericht was op samenwerking op cliëntniveau; hierdoor is het mogelijk dat dergelijke problemen zich nog minder manifesteren (zie paragraaf 5.4.4 voor verdere toelichting);
x
de schakels tussen het CJG Culemborg met Bureau jeugdzorg en onderwijs sterk zijn (zie paragraaf 3.3.2 voor verdere toelichting).
Eerder landelijk onderzoek
Uit eerder onderzoek 88 blijkt dat verschillende CJG’s met dezelfde soort knelpunten te maken hebben. Zonder uitputtend te zijn, hieronder een korte beschrijving van drie veel voorkomende knelpunten (inloopfunctie, zorgcoördinatie en schakels met bureaus jeugdzorg en onderwijs). Allereerst zien we knelpunten met betrekking tot de inloopfunctie van het CJG. Toegankelijkheid en herkenbaarheid blijken voor verbetering vatbaar, nog niet overal wordt voldoende gebruik gemaakt van de inlooppunten. Ook lukt het niet altijd alle gewenste doelgroepen aan te trekken. Zo komen bij sommige CJG’s vooral relatief zware – meervoudige – opvoedvragen binnen, terwijl andere bijna uitsluitend te maken krijgen met lichte – enkelvoudige – vragen.
Een tweede veel voorkomend knelpunt is de afstemming en informatievoorziening met betrekking tot de zorgcoördinatie. Autonomie van individuele organisaties staat informatieuitwisseling en gezamenlijke besluitvorming soms in de weg. Ditzelfde geldt voor praktische
88
Geanalyseerde onderzoeken: -
Jeugd en Gezin. Lessen en ervaringen betreffende aansluiting Centrum Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg, “Opvoeden in de buurt”, april 2010. Bijlage bij kamerstuk 31001, nr. 91. 2010.
-
Regioplan. De CJG-vorming begin 2010. Bijlage bij kamerstuk 31001, nr. 91. 2010. Alares. Digitaal geschakeld; Inventarisatie van de informatievoorziening binnen de Centra voor Jeugd en Gezin. 2010.
-
Deloitte. Samenwerken in Centra voor Jeugd en Gezin. 2010.
-
VNG. Centra voor Jeugd en Gezin en regionale samenwerking; een verkenning van vier regionale samenwerkingsverbanden. 2009.
54
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
problemen als beschikbaarheid en kwaliteit van dossiers en brongegevens, capaciteitstekorten of ICT-problemen.
Tot slot zijn de schakels tussen CJG’s en Bureaus jeugdzorg en onderwijs niet overal even sterk. De betrokkenheid van BJZ leidt volgens verschillende onderzoeken tot een snellere en effectievere signalering en verwijzing. Echter, wat precies de betrokkenheid van BJZ is, verschilt sterk per gemeente. En als er geen schakel is met BJZ, dan is dit vaak het gevolg van capaciteitstekort bij BJZ of een imago dat niet past bij de gewenste CJG -uitstraling. De schakel tussen CJG’s en het onderwijs (vaak via ZAT’s) is vaak niet sterk, onder andere doordat leerlingen van scholen uit meerdere CJG-regio’s komen, door onbekendheid bij scholen met CJG’s, of door een verschil van visie op signalering en zorgverlening.
Medio 2011 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden van het CJG Rivierenland (zie paragraaf 3.4.5). 89 Er zijn zeven conclusies getrokken en drie aanbevelingen geformuleerd voor de verdere ontwikkeling van de CJG’s in de Rivierenlandse gemeenten. Hierbij wordt nadrukkelijk de relatie gelegd met de Visie 90 die in 2009 vastgesteld is. De conclusies zijn: x
Visie is goed als richtpunt maar zit niet ‘tussen de oren’ van managers en medewerkers
x
De vier essenties kennen langzame vooruitgang
x
Omgeving van CJG en de netwerkorganisatie zal turbulent worden
x
Het ringenmodel kan voorlopig mee
x
Op en tussen alle ringen is doorontwikkeling nodig
x
Samenwerking binnen CJG is groeiend
x
Het overlegmodel werkt goed.
De aanbevelingen zijn: x
Kom tot een gezamenlijke opdracht richting kernpartners en leg de uitvoerende regie neer bij de gezamenlijke kernpartners
x
Nodig zijn: onder andere benoemen maatschappelijke effecten, kaders stellen, ruimte bieden (subsidies mogen niet concurrerend werken)
x
Binnen dit model kan het CJG met professionals verder ontwikkeld worden.
Ten tijde van de interviews was niet bekend welk gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen.
89
Het betreft Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners CJG; verslag en aanbevelingen.
Versie Projectgroep en KOPgroep 21 april 2011. Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. 90
Het betreft Denk aan onze kinderen. Visie voor het Centrum voor Jeugd & Gezin van de
Rivierenlandse gemeenten, vastgesteld op 14 februari 2009. Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland.
55
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
5.4.2
Laagdrempelig inlooppunt
Het CJG-contactpunt aan de Meerlaan is sinds december 2010 geopend, dat in BonVie in mei 2011. In het eerste kwartaal 2011 zijn een beperkt aantal bezoeken geweest op de Meerlaan. Al is geïnvesteerd in de entree en wachtruimte van het pand, een kleine groep komt naar het punt toe. De professionals hebben het gevoel dat de klanten meer tevreden zijn dan voorheen, toen het CJG en de onderlinge samenwerking er nog niet was. De vraag die door hen in het interview gesteld is, is of verruiming van de openingstijden in deze soelaas zou bieden, mede rekening houdend met de daarmee gemoeide kosten.
Dit algemeen beeld van een beperkt bereik moet genuanceerd worden. BJZ en MEE zijn nl. ook in het pand gevestigd. Cliënten uit Culemborg die voorheen naar Tiel moesten komen voor een gesprek, kunnen nu in de eigen woonplaats terecht. Wat BonVie betreft is er voor gekozen om in het restaurant spreekuur te houden. Wat de effecten hiervan zijn, is nog niet bekend. Een ander aandachtpunt is de profilering van het contactpunt. Het moet laagdrempelig zijn, maar de aanwezigheid van BJZ maakt dat lastiger. De professionals hebben namelijk aangegeven dat ouders bang kunnen zijn dat als zij het gebouw binnentreden hun kind hen ontnomen wordt. Ook het feit dat het pand een ‘hulpverlenings-uitstraling’ heeft, bevordert de laagdrempeligheid niet. De professionals hebben het idee dat het inlooppunt nog niet zo goed bekend is bij ouders. Ten slotte kan het aanbod aan informatie om de eigen pedagogische omgeving van ouders te versterken breder toegankelijk gemaakt worden.
Het fysieke contactpunt heeft voor de professionals wel duidelijke meerwaarde. Men ontmoet elkaar spontaan, intercollegiaal overleg is eenvoudig, onderlinge opvang en doorgeleiding simpeler. Men wordt meer één team waardoor het ‘merk CJG’ zich makkelijker kan ontwikkelen. Er kan zo ook een ‘platform’ voor professionals worden. Gezamenlijke activiteiten (kerstborrel is genoemd) kunnen deze processen verder ondersteunen.
In de gesprekken met de CJG-projectleider en de professionals komt duidelijk het belang van outreachend werken naar voren om laagdrempelig te zijn, juist ook met het oog op het bereik van de lager sociaal economische doelgroep. Zo gaat de JGZ op huisbezoek als ouder(s) niet op het consultatiebureau komen (conform het protocol) en gaat de JGZ op bezoek bij bijvoorbeeld peuterspeelzalen. Daarnaast gaan de gedachten uit om bijvoorbeeld thema-avonden op ouderavonden op
56
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
scholen te organiseren en om op gemeentelijk niveau een informatiefunctie in te richten. Daarnaast zijn er contacten met de politie en kan de samenwerking met het jongerenwerk, de dienst Werk en Inkomen alsmede met Iriszorg (voor verslavingszorg) verder uitgebouwd worden. Het gaat hier om instanties uit de ‘tweede ring’.
5.4.3
Vroegtijdig problemen signaleren
De professionals en de CJG-projectleider van de gemeente geven aan dat in het vroegtijdig signaleren de afgelopen jaren stappen gezet zijn. Culemborg kent verschillende netwerken (ZAT’s en jeugdpreventie netwerken). Dit vroegtijdig signaleren is weer een stukje verbeterd nu het jeugd preventie netwerk uitgebreid wordt tot 0-jarigen. De school is een goede ‘vindplaats’. Voor de jonge kinderen zijn de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven goede vindplaatsen. Deze vindplaatsen zijn juist zeer belangrijk voor kinderen uit de lagere sociaal economische doelgroep, waarvan de ouders vaak minder snel hulp zoeken. De afgelopen jaren is de samenwerking tussen instanties op de scholen geïntensiveerd. Met de aanstelling van het schoolmaatschappelijk werk hoopt de gemeente een volgende stap te kunnen zetten. Daarnaast kan de kennis en kunde van leerkrachten, leidsters en trainers verder benut worden. De verbinding met de huisartsen blijkt vooralsnog lastig, onder andere omdat zij prioriteit geven aan de vertrouwensband met de cliënt.
Daarnaast kan het aanbod breder, informatiever en klantvriendelijker ingericht worden. Nu is het aanbod ‘probleemgericht’ met titels als ‘wat moet u met uw lastige puber’. Dit kan breder via een Culemborg brede uitnodiging voor een bijeenkomst over ‘wat gebeurt er me je kind als hij/zij puber wordt’.
Sinds 2010 is in Culemborg het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg en de VIR geïmplementeerd. Met name de VIR is belangrijk voor een tijdige signalering. Het gebruik is nog niet optimaal en de gemeente gaat daarop sturen (zie ook paragraaf 5.2.2).
5.4.4
Zorgcoördinatie
De zorgcoördinatie is vooralsnog sterk gericht geweest op de samenwerking tussen de diverse instanties. Daarin zijn ook resultaten bereikt (zie volgende alinea). De relaties met de samenleving zijn nog beperkt (verbinding tussen de ring 1 en ring 0, zie paragraaf 3.2.2). De coördinatie op cliëntniveau is niet vastomlijnd (zie ook paragraaf 5.2.2).
57
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
De samenwerking tussen instanties is verbeterd. In het kader van de verdere CJG-ontwikkelingen is het belangrijk dat instellingen hun eigen belang durven los te laten en voortaan onder één noemer durven te communiceren. Hierover worden in in 2012 nadere afspraken worden gemaakt, dit conform het Uitvoeringskader Centrum voor Jeugd en Gezin 2012. De professionals onderkennen dit. Zij geven aan dat de samenwerking tussen de professionals steeds beter verloopt en men zich steeds meer één team gaat voelen en wil optreden. Wel kan de onderlinge taakafbakening verder verbeterd worden. De samenwerking van het management is lastiger; daar spelen imago en zelfstandigheid / eigenheid een duidelijke rol. Dit punt is bijvoorbeeld duidelijk naar voren gekomen bij het versturen van een uitnodigingsbrief aan alle ouders met jongeren tot 23 jaar om bij de opening van het CJG aanwezig te zijn. Op deze brief stond het logo van BJZ.
Wat de samenwerking op cliëntniveau betreft is dit vanuit het individueel professioneel handelen ingericht. Daarbij gebeurt de intake per instelling weer opnieuw. Er kan meer bereidheid komen om te vertrouwen op elkaars oordeel en om ten behoeve van de ander een stapje terug te doen. Dit is een proces dat met vallen en opstaan plaatsvindt. De CJG coördinator wil graag toewerken naar de methodiek ‘één gezin, één plan’ zoals in Rijnmond gebruikt wordt. Daarnaast wordt in Culemborg gebruik gemaakt van de eigen kracht conferenties en een idee kan zijn om dit in de toekomst te gaan gebruiken als indicatiemiddel voor de jeugdzorg. Ten slotte wordt aangereikt dat het werken met casusregisseurs middelen en tijd vraagt. Hiervoor moeten mensen vrijgemaakt worden.
5.4.5
Aandachtspunten voor het bestuur
Aan de geïnterviewden is gevraagd welke aandachtspunten zij willen meegeven aan de Gemeenteraad en aan de staatssecretaris van VWS. Hierna worden deze in willekeurige volgorde genoemd.
Aandachtspunten voor de Gemeenteraad x
Ontwikkel een visie op het brede terrein van welzijn en jeugd binnen de budgettaire mogelijkheden, dit samen met het ambtelijk apparaat; belangrijke vragen zijn: zitten de goede partijen aan tafel met de juiste opdracht?
x
Realiseer je als bestuurder dat het CJG zojuist gestart is en volop in ontwikkeling; de beschikbare cijfers geven een beperkt beeld van wat in werkelijkheid tot op heden is bereikt.
58
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Vertrouw de instellingen die het CJG verder ontwikkelen. Bij de verantwoording over de prestaties kan niet alleen ‘afgerekend’ worden op het behalen van kwantitatieve doelstellingen, maar moet ook rekening worden gehouden met minder meetbare effecten.
x
Decentralisatie van de jeugdzorg is een grote operatie met grote risico’s, mede door de taakstellende bezuiniging; de werkvloer vindt de landelijke randvoorwaarden niet gunstig en twijfelt aan de uitvoerbaarheid.
x
Laat de middelen niet afnemen voor het jeugdbeleid, want die zijn nu al beperkt.
Aandachtspunten voor de staatssecretaris van VWS x
Stuur meer op inhoud dan op financiën.
x
Zet meer in op preventie, bijvoorbeeld door middelen vrij te maken om kinderen eerder naar de peuterspeelzaal te laten gaan.
x
Heb meer aandacht voor ‘civil society’ en partijen als Family Factory, Mamma weet alles en Home-start; deze zetten namelijk in op het versterken van de eigen kracht van jongeren en ouders.
x
Ondersteun gemeenten en faciliteer deze; dat is belangrijk nu de BDU opgaat in de algemene uitkering uit het gemeentefonds, waarbij het lastiger wordt om voldoende geld voor het jeugdbeleid te reserveren en ruimte voor het CJG te creëren. Laat daarbij de gemeenten zelf bepalen hoe de taken ingevuld worden; houd de verantwoording minimaal; blijf als Rijk letten op rechts(on)gelijkheid.
5.5
Samenvatting van de bevindingen
Onder regie van de gemeente is een netwerkorganisatie tot stand gekomen. De kernpartners zijn daarin opgenomen en er wordt geschakeld met Bureau jeugdzorg en het onderwijs (inclusief voorschoolse opvang). De afgelopen jaren is geïnvesteerd in deze schakels. Het onderwijs is een belangrijke vindplaats, die verder benut kan worden. De relatie met de ‘aanpalende functies’ is in ontwikkeling en krijgt vanuit de praktijk vorm en inhoud. Deze relaties evenals het ‘outreachend’ werken maken het op termijn mogelijk om potentiële probleemjongeren en jongeren uit lagere sociaal-economische gezinnen die een grotere drempel ervaren om naar een CJG te gaan, eerder in het vizier te krijgen.
Het CJG heeft drie beleidsdoelen. Na drie kwart jaar van het functioneren van het CJG in Culemborg constateert de rekenkamercommissie dat: x
het CJG-contactpunt aan de Meerlaan een functie vervult in het geheel van informatieverstrekking en eerste hulpverlening; naast dit
59
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
fysieke punt zijn er immers de telefoondiensten en de website die een essentiële rol vervullen in een laagdrempelige informatievoorziening; het vroegtijdig signaleren gebeurt eerder via de netwerken en het zogenoemde outreachend werken. x
de samenwerking in het kader van vroegtijdig signaleren van risico’s groeiend is; het afgelopen jaar zijn onder de vlag van het CJG aan de Meerlaan stappen gezet doordat de kernpartners bijna allemaal onder één dak gehuisvest zijn, hetgeen gunstige randvoorwaarden schept; daarnaast zijn de schakels met BJZ en het onderwijs geïntensiveerd.
x
Zorgcoördinatie tussen instanties is in ontwikkeling. Het opereren onder één naam, één identiteit, met één team en één cliëntregistratie-systeem komt stapsgewijs dichterbij. Wat betreft de individuele zorgcoördinatie is er geen vaste structuur en ontbreekt een ‘opschalingsmodel’; hierover worden de eerste gedachten ontwikkeld.
Als dit Culemborgse beeld gelegd wordt naast de problemen die zich landelijk voordoen, dan constateert de rekenkamercommissie dat in Culemborg de schakels tussen het CJG met het Bureau jeugdzorg en onderwijs sterk zijn. De problemen met betrekking tot de inloopfunctie van het CJG zijn identiek, die met betrekking tot de zorgcoördinatie nog onbekend.
Vanuit het landelijk beleid is het CJG een instrument voor laagdrempelige opvoed- en opgroeiondersteuning aan ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar en professionals. Op regionaal niveau is bewust geen SMART -C doelstelling geformuleerd voor het CJG Rivierenland, vanwege regellast. De gemeente Culemborg staat kritisch tegenover de formulering van een meetbare doelstelling. Hierin moet namelijk ruimte zijn voor kwantitatieve en kwalitatieve informatie die zicht geven op doelbereiking. Door het ontbreken van een SMART-C doelstelling kan over 2011 geen geïntegreerde verantwoording afgelegd worden. Daarnaast zijn de beschikbare data alleen per instantie beschikbaar en van kwantitatieve aard. De gemeente zet momenteel stappen in de richting van een geïntegreerde verslaglegging en verantwoording. Deze gaan hand in hand met de verdere ontwikkeling van het CJG als één merk naar de klanten. Of de basisset met indicatoren effectiviteit CJG’s en/of het model van Deloitte hierbij benut worden, is niet duidelijk. De gemeentelijke projectleider verwacht dat in 2014 de eerste maatschappelijke effecten van het CJG Culemborg zichtbaar zullen zijn. De rekenkamercommissie sluit af met de opmerking dat op dit moment niet de nodige voorwaarden aanwezig zijn om op een betrouwbare manier de maatschappelijke effecten in beeld te brengen.
60
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Bijlage 1 Onderzoeksvragen
1.
Welke aspecten spelen er in de gemeente rond jeugd en jeugdbeleid? a.
Hoe is het gesteld met de jeugd in de gemeente?
b.
Welke doelstellingen en prioriteiten heeft de gemeente in het jeugdbeleid?
2.
Wat moet een CJG opleveren en wat doet de gemeente daarvoor? a.
Welke beleidsambitie(s) heeft de gemeente met de vorming van het CJG? Is duidelijk hoe en wat het CJG moet bijdragen aan het bredere jeugdbeleid van de gemeente? Sluit de ambitie van de gemeente aan bij het Beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen en bij de (voorgestane) wet- en regelgeving en zijn ze toetsbaar (SMART-C) geformuleerd?
b.
Op welke wijze voert de gemeente regie op de ontwikkeling en invulling van het CJG? Wordt daarbij voldaan aan de eisen voor de invulling van de regierol?
c.
Heeft de gemeente – in het kader van de beleidsvoorbereiding CJG of in het kader van het brede jeugdbeleid – de uitgangssituatiesituatie geanalyseerd en is in dat verband aandacht besteed aan de volgende aspecten: - bestaand aanbod aan voorzieningen en activiteiten - behoeften en wensen van de doelgroep - behoeften en wensen van professionals - de benodigde mensen en middelen
d.
Op welke wijze is het CJG toegankelijk (fysiek of virtueel); is sprake van ‘toegankelijk’ en ‘laagdrempelig’?
e.
Welke ketenpartners werken samen in het CJG?
f.
Welk aanbod aan voorzieningen en activiteiten wil de gemeente realiseren bij het CJG? Welk aanbod is inmiddels gerealiseerd? Wordt met dit beoogde aanbod voorzien in de functies en voorzieningen uit het basismodel CJG?
g.
Welke financierings- en prestatieafspraken heeft de gemeente gemaakt met de ketenpartner(s)? Worden afspraken nageleefd?
h.
Hoe verhoudt de gemeente zich op bovengenoemde punten tot de andere gemeenten die aan het onderzoek deelnemen?
61
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
3.
Wat kost een CJG en hoe is de financiering geregeld? a.
Welk deel van de Brede Doeluitkering CJG benut de gemeente voor de inrichting van het CJG?
b.
Hoeveel geld uit eigen middelen (gemeentefonds, subsidies) zet de gemeente in voor de inrichting van het CJG en/of voor de taken die worden verricht binnen het CJG? Betrek hierbij ook mogelijke middelen uit de AWBZ (jeugd GGZ) of middelen van de Provincie (Bureau Jeugdzorg).
c.
Wat kost het CJG per inwoner van de gemeente?
d.
Hoe verhoudt de gemeente zich op bovengenoemde punten tot de andere gemeenten die aan het onderzoek deelnemen?
4.
Wat houdt de samenwerking in het CJG in en wat levert de samenwerking op? a.
Hoe ver gaat de organisatorische samenwerking binnen het CJG? Wordt gebruik gemaakt van de Verwijsindex Risicojongeren en het Elektronisch Kinddossier?
b.
Hoe wordt door het CJG vorm gegeven aan de sluitende aanpak/zorgcoördinatie (één gezin, één plan)? Heeft de gemeente met de partners afspraken gemaakt over het realiseren daarvan?
c.
Hoe werkt het CJG samen met het onderwijsveld en met de geïndiceerde Jeugdzorg?
d.
Hoe vaak en met welke informatie moeten de CJG-partner(s) zich verantwoorden naar de gemeente en wat doet de gemeente met deze informatie? Ziet het CJG mogelijkheden om de informatie uit de basisset indicatoren effectiviteit CJG te genereren?
e.
Welke informatie is beschikbaar (of voorzien) over de efficiency en/of doeltreffendheid van het CJG (bijvoorbeeld registraties, cliëntenonderzoek, eenmalig onderzoek)? Wat kan uit deze informatie worden afgeleid over de doelbereiking van het CJG?
f.
Hoe denken burgers in de gemeente over het functioneren van het CJG? Wat gaat goed en wat kan beter?
g.
Welke succes- en faalfactoren ervaren gemeente en professionals bij de vorming en in het functioneren van het CJG?
h.
Hoe verhoudt de gemeente zich op bovengenoemde punten tot de andere gemeenten die aan het onderzoek deelnemen?
62
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Bijlage 2 Verantwoordelijkheden en regie in het jeugdbeleid
Verantwoordelijkheid van het Rijk x
Onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van VWS valt het zorg dragen voor een kader (voorheen systeem) waarbinnen kinderen in Nederland gezond kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en maatschappelijk betrokken burgers.
x
Op grond van de Wet op de jeugdzorg (Wjz) zijn de ministers voor VWS en van Veiligheid en Justitie 91 gezamenlijk verantwoordelijk voor het stelsel dat een toegankelijk, passend en samenhangend zorg- en voorzieningenaanbod voor jongeren met (ernstige) opgroei- en opvoedproblemen en hun ouders mogelijk moet maken.
x
De minister van VWS is verantwoordelijk voor het vaststellen van het Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg (uitgewerkt in het Besluit publieke gezondheid).
Verantwoordelijkheid van de provincie x
Provincies zijn op basis van de Wjz verantwoordelijk voor de kwaliteit, de planning en de financiering van de geïndiceerde jeugdzorg in hun regio. Zij moeten zorgen voor voldoende zorgaanbod om invulling te geven aan het recht op zorgaanbod en voor een goed werkend Bureau jeugdzorg. De rol van gemeenten is aanvullend en preventief.
Verantwoordelijkheid van de gemeente x
Gemeenten zijn op grond van (artikel 5 van) de Wet publieke gezondheid (Wpg) verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De Wpg stelt de randvoorwaarden voor de uitvoering van de JGZ door de consultatiebureaus en de GGD’en. De JGZ heeft als doel het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar.
91
De minister van Veiligheid en Justitie is vooral verantwoordelijk voor jeugdreclassering en
justitiële jeugdinrichtingen.
63
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor het lokale jeugdwelzijn op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo bevat de wettelijke verplichting om de in deze wet omschreven vijf functies van de opvoed- en opgroeiondersteuning, benoemd in prestatieveld twee, te realiseren (zie §3.3.3). Deze taken moeten met elkaar verbonden worden via de CJG’s. Daartoe is op 15 juni 2009 door de voormalige minister voor Jeugd en Gezin een voorstel van wet aan de Tweede Kamer aangeboden, houdende wijziging van de Wjz in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen. 92 Dit voorstel van wet komt voort uit twee beleidsvoornemens van het kabinet. Ten eerste betreft dit het geven van meer aandacht aan preventieve ondersteuning van jeugdigen en gezinnen. Om dit te realiseren krijgen gemeenten de plicht zorg te dragen voor de totstandkoming van CJG’s. Ten tweede dient er een betere samenwerking binnen de jeugdketen te komen om ervoor te zorgen dat een jeugdige zich goed kan ontwikkelen dan wel om in actie te komen als er signalen zijn dat een kind of gezin in de problemen verkeerd of dreigt te geraken. Daarom krijgen gemeenten met dit voorstel van wet ook de taak om hierop regie te voeren (zie hierna). Ten derde krijgt de burgemeester de bevoegdheid om in een individueel geval de instelling aan te wijzen die met de coördinatie van zorg wordt belast. Ten tijde van het schrijven van deze dummy NVB ligt dit wetsvoorstel nog ter verdere behandeling voor bij de Tweede Kamer.
Wat houdt de gemeentelijke regie op de jeugdketen in In de regierol van gemeenten op het tot stand brengen van een lokale jeugdketen worden door de minister voor Jeugd en Gezin twee aspecten onderscheiden: 93 1.
Realiseren van sluitende afspraken tussen partijen uit de jeugdketen Van gemeenten wordt verwacht dat zij regie voeren om te voorkomen dat ouders en kinderen van het kastje naar de muur gestuurd worden of geconfronteerd worden met hulpverleners die van elkaars bestaan niet op de hoogte zijn. De gemeente moet met de kernpartners schriftelijke vastgelegde afspraken maken over samenwerken, ieders inzet, de werkwijze en de te bereiken doelen.
2.
Tot stand brengen van ’één gezin, één plan’ door middel van zorgcoördinatie Als meerdere partijen zorg en ondersteuning leveren binnen hetzelfde gezin, moet deze zorg en ondersteuning op elkaar worden afgestemd om te komen tot ‘één gezin, één plan’. Coördinatie van zorg is de
92
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 977, nrs. 1-2.
93
Circulaire van 24 januari 2008 (DJB/APJB-2820163).
64
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
functie, die de afstemming en uitvoering van alle hulp en zorg verplichtend regelt voor en met gezinnen en zorgaanbieders (definitie van het Nederlands Jeugdinstituut). De rol van de gemeente bestaat eruit dat zij ervoor zorgt dát er een beslissing wordt genomen over wie verantwoordelijk is voor de coördinatie van zorg. De gemeente kan de taak zorgcoördinatie door een ambtenaar laten uitvoeren, positioneren bij één instelling betrokken bij het CJG of een systeem ontwerpen om de zorgcoördinatie toe te wijzen aan de voor de casus meest vanzelfsprekend betrokken partij binnen het hulpverleningsnetwerk. Dit betreft de niet-geïndiceerde zorg. Indien er sprake is van geïndiceerde jeugdzorg of een ondertoezichtstelling zijn de Bureaus Jeugdzorg vanuit de Wjz verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie (casemanagement, gezinsvoogdij). Over de zorg kunnen hulpverleners onderling van mening verschillen. In de afspraken moet daarom een escalatiemodel opgenomen worden, waardoor het overschakelen naar een besluitvorming niveau waar een knoop kan worden doorgehakt is geborgd. De gemeente is uiteindelijk verantwoordelijk voor het doorhakken van de knoop.
65
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Bijlage 3 Begrippen
Begrippen Cliënt
Kinderen, ouders, gezinnen, opvoeders die (fysiek of digitaal) in contact komen met een CJG-medewerker, danwel op andere wijze gebruik maken van diensten van het CJG.
Jeugdgezondheidszorg
Preventieve gezondheidszorg, gericht op de veilige en gezonde groei en ontwikkeling van kinderen van 0-19 jaar ter voorkoming van gezondheidsdreigingen.
Keten
Een aaneenschakeling van (logistieke) processen tussen autonome organisaties. Vaak wordt ook gesproken van een netwerk.
Samenwerkingspartners De instanties die fysiek deel uitmaken van het CJG (CJG-samenwerkingspartners) dan wel waarmee vanuit het CJG wordt samengewerkt (aanpalende functies). Schakel
De functie tussen disciplines die zorgt voor doorverwijzing, in het geval de beantwoording van een vraag/behoefte van een kind, jeugdige of het gezin niet meer binnen de verantwoordelijkheid van de behandelende discipline valt.
Signalering
Het herkennen van kinderen/jeugdigen/gezinnen die in aanmerking komen voor het afnemen van het aanbod van het CJG of jeugdzorg.
Zorg- en Adviesteams
In een Zorg- en Adviesteam werken professionals en scholen samen om problemen van kinderen en jeugdigen vroeg te signaleren, te bespreken en passende hulp in te schakelen.
Zorgcoördinatie
De functie, die de afstemming en uitvoering van alle hulp en zorg verplichtend regelt voor en met gezinnen en zorgaanbieders
66
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
Bijlage 4 Onderzoeksaanpak en normenkader
Afbakening In dit onderzoek rekenen we tot het CJG: het basismodel Centrum voor Jeugd en Gezin, inclusief de schakels die daarin vertegenwoordigd zijn. Daarmee is dus de samenwerking met Bureau Jeugdzorg en met het onderwijs (via Zorg- en Adviesteams) betrokken. De provinciale jeugdzorg zelf blijft buiten de scope van het onderzoek. Het onderzoek betreft de zorg voor jeugd die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid valt.
Onderzoeksaanpak Om de onderzoeksvragen te beantwoorden beoordeelde de rekenkamercommissie verschillende beleidsdocumenten en ambtelijke voorbereidingsnotities en voerde de rekenkamercommissie gesprekken.
Beleidsdocumenten: x
Gemeente Culemborg. Talenten ontwikkelen en duidelijk zijn! Integraal jeugdbeleid in Culemborg 2008-2012, december 2008.
x
GGD Rivierenland. Gezondheid en leefstijl van leerlingen in de gemeente Culemborg. Resultaten van het E-MOVO onderzoek 2007 naar gezondheid, welzijn en leefstijl onder leerlingen van de tweede en vierde klas, juli 2008.
x
GGD Rivierenland. Gezondheidsachterstanden Rivierenland, augustus 2010.
x
GGD Rivierenland. Onderzoek onder ouders naar de gezondheid van 0-12 jarigen. Resultaten van de Gemeente Culemborg, februari 2011.
x
Gemeente Culemborg. Haalbaarheidsstudie naar een Centrum voor
x
Algemeen bestuur van Regio Rivierenland. Denk aan onze kinderen.
Jeugd en Gezin in Culemborg, 2007.
Visie voor het Centrum voor Jeugd & Gezin van de Rivierenlandse gemeenten, vastgesteld op 14 februari 2009. x
Regionale programmaraad Zelfredzaamheid. Het CJG rondmaken. Groei- en referentiemodel CJG in regio Rivierenland, vastgesteld op 30 september 2010.
67
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Begroting regionaal gezamenlijke werkzaamheden CJG in Rivierenlandse gemeenten, 2011.CJG Rivierenland. Positief opvoeden versterken – Bruggen slaan in Rivierenland; Visiedocument doorontwikkeling CJG Rivierenland – Basisdocument proeftuin gebiedsteam Jeugd en Gezin, november 2011.
x
College van Gemeente Culemborg. Centrum voor Jeugd en Gezin aan
x
College van Gemeente Culemborg. Werkplan en ontwikkelplan CJG in
de Meerlaan. Perspectief 2011, vastgesteld op 30 november 2010.
Culemborg: doelstelling CJG en lokaal traject 2011, vastgesteld op 10 mei 2011. x
College van Gemeente Culemborg. Projectplan om te komen tot een Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg (HOE-formulier en WATformulier), vastgesteld op 8 juni 2010.
x
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. CJG-werkgeheugen. Doorlopende agenda en voortgangsoverzicht CJG Rivierenland, 6 juni 2011.
x
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Wordt vervolgd. Tussenevaluatie onder kernpartners CJG; Verslag & aanbevelingen, april 2011.
x
Centrum voor Jeugd en Gezin Rivierenland. Kwartaalrapportage CJG Rivierenland, 1 e kwartaal 2011 (versie Kopgroep 19 mei), 2011.
x
Gemeente Culemborg. Hoi collega’s! Procesfoto van waar we staan op de weg van samen werken aan de Meerlaan naar samenwerken in het CJG aan de Meerlaan, maart 2010.
x
GGD Rivierenland/Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland. Jaarverslag Jeugdgezondheidszorg 2010, maart 2011.
x
Gemeente Culemborg. Programmabegroting 2009 Gemeente Culemborg, Gemeenteraad 6 november 2008, november 2008.
x
Gemeente Culemborg. Programmabegroting 2010 Gemeente Culemborg, Gemeenteraad 5 november 2009, november 2009.
x
Gemeente Culemborg. Programmabegroting 2011 Gemeente Culemborg, Gemeenteraad 11 november 2010, november 2010.
x
Gemeente Culemborg. Jaarverslag en Jaarrekening 2009 gemeente Culemborg, juli 2010.
x
Gemeente Culemborg. Jaarverslag en Jaarrekening 2010 gemeente Culemborg. 2011.
x
Gemeente Culemborg. Najaarsrapportage 2008 gemeente Culemborg, november 2008.
x
Gemeente Culemborg. Najaarsrapportage 2009 gemeente Culemborg, november 2009.
x
Gemeente Culemborg. Najaarsrapportage 2010 gemeente Culemborg, november 2010.
68
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
x
Gemeente Culemborg. Najaarsrapportage 2011 gemeente Culemborg, november 2011.
x
Regio Rivierenland. Voorstel Integrale CJG-begroting ten bate van de Programmaraad Zelfredzaam voor de vergadering van 15 september 2011, september 2011.
Naast deze beleidsdocumenten heeft de rekenkamercommissie ook correspondentie ontvangen inzake BDU-uitkering, subsidievaststellingen, ambtelijke voorbereidingsdocumenten inzake CJG en CJG-financiering, collegebesluiten inzake CJG Culemborg en documenten inzake samenwerking (bv. zorgadviesteams, jeugdpreventienetwerken).
Gesprekken: x
een gesprek met mevrouw Ch. Dolman (afdelingsmanager Stadontwikkeling) en de heer G. Hofman (teamhoofd Stadsontwikkeling);
x
een gesprek met mevrouw S. Rijninks (projectleider CJG van de gemeente Culemborg)
x
een gesprek met de heer R. Slot (coördinator CJG Culemborg) en zes verschillende professionals die in het CJG Culemborg werkzaam zijn.
Normenkader Bij de oordeelsvorming worden de volgende normen gehanteerd. De normen zijn ontleend aan de afspraken over verantwoordelijkheden en regie (zie bijlage 2) en aan algemene inzichten over goed bestuur.
Normen voor beleidsvoorbereiding door de gemeente (hoofdstuk 3) -
De beleidsdoelen van de gemeente zijn in overeenstemming met de landelijke ambities, die – in afwachting van wetgeving – zijn neergelegd in het basismodel CJG.
-
Het beleid sluit aan op de behoeften en problemen van kinderen en jeugdigen en hun ouders. Om dat te bereiken heeft de gemeente de startsituatie in kaart gebracht.
-
De beleidsdoelen zijn SMART-C geformuleerd: specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch, tijdgebonden en consistent.
-
De ambities van het beleid van de gemeente moeten te realiseren zijn binnen de afgesproken tijd met de beschikbare mensen en middelen. Dit is onderwerp geweest in de beleidsvoorbereiding.
-
Het CJG wordt volgens het Basismodel CJG ingericht en gerealiseerd: dat wil zeggen dat (a) het Basispakket JGZ een centrale functie heeft in het CJG, (b) 5 Wmo functies een centrale rol hebben in het CJG (informatie en advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht
69
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
pedagogische hulp en coördinatie van zorg), (c) vanuit het CJG afstemming plaatsvindt met BJz en het onderwijs (met name via de ZAT’s) en (d) er een fysiek inlooppunt in de gemeente is.
Bron van deze normen: x
Tijdelijke regeling CJG, 9 januari 2008
x
Bestuursakkoord 7 juni 2007 ‘Samen aan de slag’ tussen Rijk en VNG als voortvloeisel van het programma ‘Alle kansen voor alle kinderen’
x
Algemene inzichten over goed bestuur.
Normen voor invulling van de regierol door de gemeente (hoofdstuk 3) -
De gemeente heeft de regiefunctie helder belegd; vanuit deze functie worden de contacten onderhouden binnen het gemeentelijk apparaat (op bestuurlijk en met aanpalende beleidsdirecties binnen de gemeente) en met het CJG.
-
Onder regie van de gemeente komen sluitende afspraken tussen kernpartners uit de jeugdketen tot stand; met de ketenpartners zijn schriftelijk vastgelegde afspraken gemaakt over samenwerken, ieders inzet, de werkwijze en de te bereiken doelen;
-
Onder regie van de gemeente komt zorgcoördinatie tot stand (één gezin, één plan); de gemeente heeft ervoor gezorgd dát er een beslissing wordt genomen over wie verantwoordelijk is voor de coördinatie van zorg.
-
Via regelmatige evaluaties / terugblikken wordt bekeken of er nog gewerkt wordt conform de ambities; zo nodig wordt bijgestuurd.
Bronnen van deze normen: x
Circulaire van 24 januari 2008 (DJB/APJB-2820163) van de minister voor Jeugd en Gezin (zie bijlage 2)
x
Algemene inzichten over goed bestuur.
Normen voor doelbereiking (hoofdstuk 5) -
Eind 2011 heeft elke gemeente tenminste één (fysiek) CJG.
-
Het CJG richt zich op de volgende doelgroepen: kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar, hun ouders of verzorgers en professionals die de zorg voor hen hebben.
-
Het CJG functioneert als een laagdrempelige voorziening waarin de vijf functies uit het basismodel worden aangeboden. Met een gebundeld en samenhangend zorgaanbod (één gezin, één plan)
70
Nota van bevindingen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Culemborg
worden jongeren en hun ouders sneller en beter geholpen en worden risicogroepen tijdig bereikt. -
Vergelijkbaar geformuleerde norm voor eventuele gemeentelijke doelstellingen (indien relevant)
Bronnen van deze normen: x
Tijdelijke regeling CJG, 9 januari 2008
x
Bestuursakkoord 7 juni 2007 ‘Samen aan de slag’ tussen Rijk en VNG als voortvloeisel van het programma ‘Alle kansen voor alle kinderen’
x
Algemene inzichten over goed bestuur.
Normen voor verantwoordingsinformatie en beleidsinformatie (hoofdstuk 4 en 5) -
De gemeente legt op een deugdelijke en transparante wijze verantwoording af over de besteding van middelen uit de Brede doeluitkering CJG.
-
De indicatoren voor het meten van de effectiviteit van CJG’s zijn zodanig gekozen dat zij (ex-ante beoordeeld) een betrouwbaar en valide beeld van doelbereiking van het CJG leveren.
Bron voor deze normen is: Algemene inzichten over goed bestuur.
71