ondernemingsrecht >> faculteit rechten >> master na masteropleiding | 2010-2011
Colofon Redactie Dienst studieinformatie en de faculteiten Vormgeving S. Houston Fotografie J. Crab Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure. |2
Inhoud Doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Toelatingsvoorwaarden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Erkenning opleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Vakbeschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gevallenstudie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Onderwijsregeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Academische coördinatie en praktische organisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Academische staf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Studieadvies - en studentenbegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Nuttige websites. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Meer info?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
3|
|4
Doelstellingen Juristen die reeds enkele jaren werken als advocaat, als bedrijfsjurist, of in een andere professionele hoedanigheid, stellen dikwijls vast dat ze gespecialiseerd zijn in één of meer takken van het recht, maar dat ze het geheel niet meer (kunnen) overzien. De Master in het Ondernemingsrecht wil hieraan tegemoet komen. Het is de bedoeling van de opleiding om een specialist te vormen die het ondernemingsrecht op een kritische en reflectieve wijze kan plaatsen in zijn maatschappelijke context. Voorts strekt de opleiding ertoe problemen te onderkennen en juridisch te conceptualiseren met behulp van bestaande begrippenkaders of door aanwending van nieuwe begrippen en/of denkpatronen, die coherent zijn met het bestaande juridische systeem. Tenslotte streeft de opleiding ernaar een jurist te vormen die, terzake het ondernemingsrecht, juridisch onderbouwde stellingen kan innemen en verdedigen, die maatschappelijk en juridisch verdedigbare oplossingen zowel ten aanzien van leken als ten aanzien van vakgenoten helder kan uiteenzetten, zowel mondeling als schriftelijk. De afgestudeerde Master in het Ondernemingsrecht is in staat om als een autonoom en creatief denkend jurist een reeds gestarte succesvolle loopbaan verder uit te bouwen, in het bijzonder in het domein van het ondernemingsrecht.
Toelatingsvoorwaarden De kandidaten dienen houder te zijn van het academische diploma van Licentiaat/ Master in de Rechten. De opleiding is uitsluitend bedoeld voor juristen. Vereist is dat de kandidaten reeds minimum twee jaar beroepservaring hebben. Laatstejaars advocatenstagiairs komen ook in aanmerking. Om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken wordt het aantal deelnemers beperkt tot een dertigtal.
5|
Erkenning opleiding A) NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIEORGANISATIE (NVAO) Bij besluit nr. 123 van 30 oktober 2007 van de NVAO werd de opleiding master in het ondernemingsrecht (master na master) van de Universiteit Antwerpen geaccrediteerd vanaf de aanvang van het academiejaar 2008-2009 tot en met het einde van het academiejaar 2015-2016 (Belgisch Staatsblad 9 januari 2008). B) PERMANENTE VORMING VOOR ADVOCATEN Indien met goed gevolg afgelegd levert de voltijdse opleiding 32 juridische punten op voor de permanente vorming voor advocaten.
Programma Het programma omvat colleges, verdeeld in drie blokken: oprichting, bestuur en werking, en beëindiging van de onderneming. De colleges verlopen volgens een geïntegreerd patroon. De onderscheiden vakgebieden schuiven, zoals in een onderneming, ineen. Vaste vakgebieden zijn het vennootschappenrecht, het economisch recht (met aandacht voor het publiekrechtelijk kader van de onderneming, het milieurecht en het ruimtelijk ordeningsrecht), het fiscaal recht, het sociaal recht en het verbintenissenrecht. Waar nodig wordt aanvulling gegeven vanuit andere rechtstakken. Centraal staat een gevallenstudie die het reilen en zeilen van een onderneming beschrijft. De docenten vervullen de rol van gids bij het ontrafelen en samenleggen van de zaken waarop moet worden gelet. Hierbij wordt ruime aandacht besteed aan vaardigheden die men moet kunnen gebruiken in de onderneming. Deze vaardigheden worden gerealiseerd aan de hand van concrete opdrachten, zoals de redactie van een beleidsnota voor de directie, van een overeenkomst, van enkele clausules uit een af te sluiten aandeelhouders overeenkomst, de bespreking van voor- en nadelen van personeelsparticipatie, e.a. Na deze opleiding hebben de cursisten een beeld van de wijze waarop het recht in de onderneming werkt. De Master in het Ondernemingsrecht is een opleiding van één jaar. Ieder blok omvat 100 college-uren, waarvan 20 worden voorbehouden voor de geïntegreerde gevallenstudie.
|6
Master Ondernemingsrecht
cu
Blok A: Oprichting van de onderneming
sp
sem
10+7
1
1
D52010
Vennootschappenrecht
15
1
D52020
Fiscaal recht
15
1
D52030
Sociaal recht
15
1
D52040
Verbintenissenrecht
15
1
D52050
Gevallenstudie
20
1
D52060
Economisch recht, met inbegrip van het publiekrechtelijk kader van de onderneming en milieurecht en ruimtelijk ordeningsrecht van de onderneming
20
1
Blok B: Bestuur en werking van de onderneming
10+72
1/2
D52110
Vennootschappenrecht
15
1
D52120
Fiscaal recht
15
1
D52130
Sociaal recht
20
1
D52140
Verbintenissenrecht
15
2
D52150
Gevallenstudie
20
2
D52160
Economisch recht, met inbegrip van het publiekrechtelijk kader van de onderneming en milieurecht en ruimtelijk ordeningsrecht van de onderneming
20
2
Blok C: Beëindiging van de onderneming
103
2
D52210
Vennootschappenrecht
10
2
D52220
Fiscaal recht
15
2
D52230
Sociaal recht
15
2
D52240
Verbintenissenrecht
15
2
D52250
Gevallenstudie
20
2
D52260
Economisch recht, met inbegrip van het publiekrechtelijk kader van de onderneming en milieurecht en ruimtelijk ordeningsrecht van de onderneming
20
2
Masterproef
16
1+2
123
1
10 studiepunten voor de collectieve casus en 7 studiepunten voor de individuele vraag
2
10 studiepunten voor de collectieve casus en 7 studiepunten voor de individuele vraag
3
10 studiepunten voor de collectieve casus
7|
STUDIELAST 1200 uur + 300 uur rapporten COLLEGES Per vakgebied komen bepaalde problemen aan bod. Wanneer bijvoorbeeld een joint venture in een computerbranche wordt opgericht en één van de oprichters een software programma wil inbrengen, roept dit vragen op vanuit het vennootschappen-, het verbintenissen- en het fiscaal recht. Er moet worden nagegaan op welke wijze de software kan worden beschermd en geëxploiteerd. Hoe zal men de productie organiseren? Hoe kan men flexibiliteit inbouwen in de factor arbeid? Gaat men de gebouwen in eigendom verwerven of verkiest men een andere figuur? Welke kredieten worden gevraagd en welke zekerheden geboden? Welke vergunningen moet men aanvragen? Aan welke milieuwetgeving is men onderworpen? Hoe meedingen aan een openbare aanbesteding? Enz.... De colleges worden niet ex cathedra gegeven. De docenten vervullen de rol van gids bij het ontrafelen en samenleggen van de zaken waarop moet worden gelet. Hierbij wordt ruime aandacht besteed aan vaardigheden die men moet kunnen gebruiken in de onderneming. Zo wordt niet gewerkt met “klassieke” papers en scripties, maar wordt b.v. aan de studenten gevraagd een beleidsnota op te stellen voor de directie. GEVALLENSTUDIE Centraal in het hele programma staat een geïntegreerde gevallenstudie: in een ter beschikking gestelde documentatie wordt zeer omstandige toelichting gegeven over een onderneming, met concrete gegevens i.v.m. oprichting, aandeelhoudersstructuur, intenties van de raad van bestuur, personeelsproblematiek, te redigeren overeenkomsten, problemen bij het bestuur, rapportering aan het bestuur, aspecten van beëindiging (o.m. fusie, vereffening, faillissement e.a.). In deze gevallenstudie komen alle betrokken vakgebieden aan bod (vennootschappenrecht, fiscaal recht, sociaal recht, verbintenissenrecht, economisch recht met inbegrip van aspecten van publiek recht m.b.t. de onderneming). COLLECTIEVE CASUS De geïntegreerde gevallenstudie houdt uiteraard problemen in bij de oprichting, het bestuur en de werking, en de beëindiging van de onderneming. Elke student moet per trimester één of meer vragen uit de collectieve casus beantwoorden in een bondige, persoonlijke paper. Doorgaans krijgen alle studenten hiervoor dezelfde opdracht. Nadien volgt een groepsbespreking tussen studenten en docenten samen. (Het feit dat de studenten dezelfde opdracht krijgen en een groepsbespreking volgt ter evaluatie van hun opdrachten, leidt tot de naam ‘collectieve’ casus.) De betrokken docenten hebben een aandeel in de beoordeling van het werk van de studenten. |8
INDIVIDUELE VRAGEN De individuele vragen sluiten in de regel eveneens aan bij de gevallenstudie. Voor het eerste en tweede blok kiest de student één van de vijf vakgebieden waarbinnen hij een individuele vraag wenst op te lossen, met dien verstande dat telkens voor een ander vakgebied wordt gekozen. De individuele vragen worden in de vorm van een paper aan de docent overgemaakt en tijdens een individueel gesprek met de betrokken docent besproken. MASTERPROEF De student kiest een onderwerp dat één of meerdere vakgebieden moet bestrijken, ander dan de vakgebieden die inzake de twee individuele vragen worden gekozen. Het onderwerp is relevant voor oprichting en/of bestuur en werking en/of einde van de onderneming. De student schrijft een rapport dat wetenschappelijk onderbouwd is en waarin hij blijk geeft van zijn kennis, inzicht en vaardigheden om, op grond van zijn analytisch en synthetisch vermogen op academisch niveau, zowel aan leken (niet-juristen) als aan juristen schriftelijk te rapporteren over een onderwerp. Dit rapport wordt op het einde van het academiejaar mondeling toegelicht (“verdedigd”).
9|
Vakbeschrijvingen BLOK A: OPRICHTING VAN DE ONDERNEMING Economisch Recht B. Ponet Inhoud Bij de start of de overname van een onderneming dient de onderneming, vanuit het economisch recht, diverse keuzes te maken. Dit opleidingsonderdeel biedt een overzicht van drie grote luiken die onderling met elkaar verweven zijn: Vooreerst wordt een overzicht gegeven van de (Belgische en Europese) mededingingsregels: deze zijn van belang zowel bij het overnemen van bestaande ondernemingen (concentratiecontrole) als bij het sluiten van contracten (b.v. distributiecontracten of contracten met betrekking tot intellectuele rechten); Vervolgens worden de talrijke distributiecontracten toegelicht die een startende onderneming met haar “distributeurs” kan sluiten. De voor- en nadelen van de diverse kwalificaties (agent, concessiehouder, licentiehouder, franchisingnemer,...) worden besproken. Onderzocht wordt in welke mate de diverse soorten “distributeurs” wettelijk gereglementeerd zijn. Hierbij komt ook de verhouding tot het mededingingsrecht en tot de intellectuele rechten aan bod. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de bescherming van de technische (octrooi rechten, kwekersrechten) en artistieke (auteursrechten, software- en databank bescherming, tekeningen en modellen) “creaties” van de startende onderneming evenals aan de noodzaak om onderscheidingstekens (merk, handelsnaam, vennootschapsnaam, domeinnaam) te beschermen. De voorwaarden voor bescherming, de omvang van de rechten, de onderlinge conflicten tussen deze rechten en de problematiek van de parallelimport komen o.m. aan bod. Noodzakelijk studiemateriaal • •
Syllabus “Economisch recht” aan te vullen met eigen notities. Wetteksten Europees en Belgisch Mededingingsrecht (zie ook wetgevingsbundel MaNaMa Ondernemingsrecht), Intellectuele rechten en distributiecontracten (concessie, agentuur ..).
AANBEVOLEN LITERATUUR •
| 10
wordt vermeld in de Syllabus.
Publiek Recht F. Vandendriessche Inhoud In dit opleidingsonderdeel staat de invloed die het publiek recht en - meer in het algemeen - het overheidsoptreden kan hebben op de onderneming centraal. Er wordt vooreerst een overzicht gegeven van de manieren waarop een vennootschap kan worden geconfronteerd met die overheid / het publiek recht. De erg uiteenlopende en soms tegenstrijdige invalshoeken van die confrontatie tussen onderneming en overheid (als subsidieverstrekker, als regelgever, als concurrent) worden belicht. Vervolgens worden de belangrijkste regels besproken die de overheid moet naleven bij haar interventies in de economie. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de vrijheid van handel en nijverheid, de steunregels, de beginselen van behoorlijk bestuur en de regelgeving op het vlak van motiveringsplicht, openbaarheid van bestuur, etc. Noodzakelijk studiemateriaal •
Syllabus ‘Publiekrechtelijk kader van de onderneming (100p.), aan te vullen met eigen notities.
Aanbevolen studiemateriaal • • •
G. Brouhns, Introduction au droit public belge et européen de l’économie, 2003, Larcier. D. D’Hooghe en F. Vandendriessche, Publiek-private samenwerking, 2003, Die Keure. P. Quertainmont, Droit public économique, 2007, Kluwer
11 |
Milieurecht en ruimtelijk ordeningsrecht A. Carette Inhoud Alvorens een onderneming haar bedrijvigheid kan starten, moeten de nodige stedenbouwkundige – en milieuvergunningen bekomen worden. In blok A staat die vergunningverlening dan ook centraal. Voor wat het ruimtelijk ordeningsrecht betreft, wordt eerst ingegaan op de planologische bepalingen die van belang zijn bij de inplanting van een bedrijf, alvorens de stedenbouwkundige vergunningverlening te onderzoeken en de rechtsmiddelen die daarbij voorhanden zijn. Wat milieu betreft staan het Milieuvergunningsdecreet en de beide uitvoeringsbesluiten Vlarem I en II centraal, maar ook de milieu-effectrapportage en de veiligheidsrapportage worden behandeld. Noodzakelijk studiemateriaal Ter beschikking gestelde hand-outs van de uiteenzettingen. AANBEVOLEN STUDIEMATERIAAL De deelnemers ontvangen een documentatiebundel op maat van de opleiding. Fiscaal Recht B. Peeters Inhoud In dit opleidingsonderdeel wordt na een algemeen overzicht van de vennootschapsbelasting aandacht besteed aan de oprichting van een nieuwe onderneming. Zo wordt ingegaan op het fiscaal statuut van de niet-geïncorporeerde onderneming en van de (handels)vennootschap. Meer specifiek worden de fiscale voor- en nadelen overlopen die beide vormen van ondernemen hebben. Tevens worden de fiscale redenen besproken die mede bepalend zijn voor de keuze van het type van vennootschapsvormen. Voorts wordt de kostprijs van de oprichting van een vennootschap onderzocht (BTW en registratierechten). Ten slotte komt ook de problematiek van de overgang van de eenmanszaak in een (handels)vennootschap aan bod. Noodzakelijk studiemateriaal •
J.J. Couturier, B. Peeters en N. Plets, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, recentste ed., Antwerpen, Maklu.
Aanbevolen studiemateriaal • | 12
Fiscale codex.
Sociaal Recht D.Cuypers Inhoud De problematiek van de aanwerving staat centraal. Deze wordt gesitueerd binnen het geheel van mogelijke alternatieven inzake Human Ressources Management. Daarbij worden diverse juridische knelpunten besproken in het licht van de sociale actualiteit (flexibel aanwervingsbeleid, outsourcing, schijnzelfstandigheid, antidiscriminatiewet, privacy, precontractuele aansprakelijkheid, overgang van onderneming, detachering). Verder wordt de sociaalrechtelijke actualiteit overlopen inzake de diverse belangrijke contractuele clausules: proef, bepaalde tijd, schadebeding, concurrentiebeding, flexibiliteitsbedingen, medisch onderzoek, taalgebruik. Tenslotte worden ook knelpunten besproken inzake verplichtingen van werkgevers zoals arbeidsreglement, informatieplicht, oprichting ondernemingsraad/Europese ondernemingsraad, employee benefits. De actualiteit wordt in het bijzonder gesitueerd in het licht van de ontwikkelingen in de Europese sociale reglementering, in de rechtspraak van het Hof van Justitie en in de recente arresten van het Hof van Cassatie. Er wordt tijd gemaakt voor discussie over actuele knelpunten in de rechtspraak en voor inbreng uit eigen praktijkervaring. Noodzakelijk studiemateriaal • •
Wetboek Arbeidsrecht, slides docent, overzicht rechtspraak docent. P. Humblet, R. Janvier, W. Rauws en M. Rigaux, Synopsis van het Belgisch arbeidsrecht (Derde druk), Antwerpen, Intersentia, 2006, 426 p.
13 |
Vennootschappenrecht H. Braeckmans Inhoud Bij de oprichting van de onderneming neemt de keuze van de vennootschapsvorm een centrale plaats in. Dit opleidingsonderdeel biedt een analyse van de verschillende vennootschapsvormen, die in aanmerking komen bij de oprichting van de o nderneming. Elke vennootschapsvorm wordt besproken, met speciale aandacht voor de eigenheid. Uiteraard wordt ruime aandacht besteed aan belangrijke ondernemingsdragende vennootschapsvormen, zoals NV, BVBA, coöperatieve vennootschap en commanditaire vennootschap op aandelen. Andere samenwerkingsvormen, zoals bijvoorbeeld joint ventures worden ook toegelicht. Specifieke kenmerken worden op grond van praktijkvoorbeelden en casussen toegelicht. Er wordt aandacht besteed aan verschillende strategisch belangrijke statutaire clausules of bepalingen in aandeelhoudersovereenkomsten. Noodzakelijk studiemateriaal •
Syllabus ‘Vennootschappenrecht’ (116p.), aan te vullen met eigen notities.
Aanbevolen studiemateriaal • •
| 14
Artikelsgewijze commentaar Vennootschappenrecht, H. Braeckmans, K. Geens en E. Wymeersch (ed.), Mechelen, Kluwer.
Verbintenissenrecht A. De Boeck Inhoud In dit opleidingsonderdeel wordt een beknopt, praktijkgericht en actueel overzicht geboden van de belangrijkste juridische aspecten waarmee ondernemingen worden geconfronteerd bij de totstandkoming van contracten en de uitlegging ervan. Daarbij gaat de aandacht zowel uit naar interprofessionele verhoudingen als naar de relatie tussen de onderneming en de consument, dit alles ook met oog voor de internationale context en het toenemend gebruik van nieuwe communicatietechnologieën. Specifiek komen onder meer volgende thema’s aan bod: • Totstandkoming van de wilsovereenstemming: wilsleer versus vertrouwensleer • De precontractuele rechtsverhouding: onderhandelen, aanbod en aanvaarding, sluiten van een contract tussen partijen die in tijd en ruimte gescheiden zijn, pre contractuele aansprakelijkheid met inbegrip van informatieplichten • Standaardcontracten en algemene voorwaarden: gebruik binnen het wettelijk kader, kennis en aanvaarding, toepassingen in de rechtspraak • Uitlegging van contracten. • Contractredactie en geldige clausules voor optimale risicobeheersing. Noodzakelijk studiemateriaal • •
A. Van Oevelen, Verbintenissenrecht, cursus, Antwerpen, Universitas, recentste ed. A. De Boeck, “Precontractuele aansprakelijkheid”, in Bijzondere overeenkomsten, commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl.
Aanbevolen studiemateriaal Jaarlijks te selecteren recente tijdschriftartikelen, te bespreken nieuwe wetgeving.
15 |
BLOK B: BESTUUR EN WERKING VAN DE ONDERNEMING Economisch Recht G. Straetmans Inhoud Het opleidingsonderdeel sluit nauw aan bij en is afgestemd op de gelijknamige opleidingsonderdelen in hetzelfde programma over de start én over het einde van de onderneming. Terwijl kartelrecht en handelscontracten alsook het faillissements- en zekerhedenrecht elders aan bod komen, wordt dit opleidingsonderdeel toegespitst op recente ontwikkelingen in vrij verkeer, handelspraktijken en intellectuele eigendom. De focus is uit de aard praktijk gericht en geeft de cursisten op elk van deze deeldomeinen een adequate stand van zaken en wetenschappelijk verantwoorde toekomstprojectie. Noodzakelijk studiemateriaal De deelnemers ontvangen een documentatiebundel met rechtspraak en rechtsleer op maat van de opleiding. Publiek Recht F. Vandendriessche Inhoud Er wordt ingegaan op de vraag hoe de overheid zelf zich gedraagt als onderneming. Centraal staat in dit verband de noties van onder meer verzelfstandiging (intern, extern, autonome overheidsbedrijven, ...), publiek-private samenwerking, privatisering, e.d.m. Er wordt ingegaan op de rechtsmiddelen en procedures die de ondernemingen kunnen aanwenden wanneer de regels van het publiek recht niet worden nageleefd. Noodzakelijk studiemateriaal Syllabus ‘Publiekrechtelijk kader van de onderneming (100p.), aan te vullen met eigen notities.
| 16
Milieurecht en Ruimtelijk Ordeningsrecht A. Carette Inhoud In blok B wordt inzake milieurecht ingegaan op de regels uit het Milieuvergunnings decreet die van toepassing zijn ingeval men veranderingen aanbrengt aan de inrichting, en op de handhaving van het milieurecht langs administratiefrechtelijke weg en via de milieustakingsvordering. Wat ruimtelijke ordening betreft wordt de positie van de zonevreemde bedrijven onderzocht. Noodzakelijk studiemateriaal Ter beschikking gestelde hand-outs van de uiteenzettingen. AANBEVOLEN STUDIEMATERIAAL De deelnemers ontvangen een documentatiebundel op maat van de opleiding. Fiscaal Recht T. Wustenberghs Inhoud In dit tweede luik wordt aandacht besteed aan de toepassing van het internationaal belastingrecht op de onderneming. In dit verband zal worden ingegaan op de relevante internationale belastingbeginselen, het Belgisch nationaal belastingrecht en het bilateraal verdragsrecht. Het opzet is na te gaan hoe deze regels toepassing vinden op de grensoverschrijdende activiteiten van ondernemingen (hetzij in de vorm van een buitenlandse dochtervennootschap, hetzij in de vorm van een secundaire vestiging). Tevens zullen de technieken van transfer pricing, treaty shopping en de internationale geschillenregeling worden besproken. Ook de impact van het Gemeenschapsrecht zal worden behandeld. Noodzakelijk studiemateriaal P. De Vos en T. Jansen, Handboek internationaal en Europees belastingrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, 774p.
17 |
Sociaal Recht M. Rigaux Inhoud De focus is gericht op de studie van de collectieve arbeidsverhoudingen in de onderneming. Deze verhoudingen worden benaderd vanuit het internationaal en Europees recht. Een ruime aandacht gaat naar de grondrechtelijke onderbouw van de collectieve arbeidsrelaties. Centraal in de ganse oefening staat het analyseren van de diverse wijzen waarop de wet- en regelgever de rechtsbetrokkenheid van de werknemers bij de beschikkingsmacht over de onderneming hebben gerealiseerd. Uiteraard gaat de aandacht ook uit naar actuele knel- en pijnpunten in de collectieve arbeidsverhoudingen. Het gaat met name om het fenomeen van de netwerkvorming, de internationalisering van de onderneming, de rechtspositie van de diverse actoren van de collectieve verhoudingen en de toegenomen rechterlijke interventie in de diverse facetten van de industriële relaties. Noodzakelijk studiemateriaal • •
P. Humblet, R. Janvier, W. Rauws en M. Rigaux, Synopsis van het Belgisch arbeidsrecht (Derde druk), Antwerpen, Intersentia, 2006, 426 p. eventuele andere teksten gelinkt aan behandelde topics.
Vennootschappenrecht R. Nieuwdorp Inhoud De cursus is ingedeeld in drie grote blokken: de Raad van Bestuur; de Algemene Vergadering en Kapitaal. Bij de behandeling van deze onderdelen wordt daarom aandacht besteed aan de praktijk en de toepassing van regels van behoorlijk bestuur. Bij elk van deze onderdelen wordt daarom de nadruk gelegd op een aantal vragen die regelmatig opduiken en probleemgebieden die aanleiding geven tot discussie. In de mate van het mogelijke wordt dus een groot deel van de bestaande gedetailleerde regels die geen aanleiding geven tot veel discussie of interpretatie slechts bondig of helemaal niet behandeld. Tijdens het college wordt aandacht gegeven aan concrete situaties - meestal actueel - die illustreren hoe een conflict ontstaat of hoe een oplossing wordt bereikt of nagestreefd. Tijdens het college worden de studenten gestimuleerd vragen te stellen en meningen c.q. ervaringen uit te wisselen. Regelmatig wordt de Belgische problematiek gesteld tegen de achtergrond van gelijkaardige situaties in het buitenland en wordt geïllustreerd hoe eenzelfde onderwerp een verschillende behandeling krijgt in buitenlandse rechtssystemen (Europa en V.S.).
| 18
Over het vak worden individuele vragen gesteld ten behoeve van de studenten die dit vak daartoe kiezen. De vraag gaat altijd uit van een concrete situatie die gebruikt wordt om een meer algemene problematiek te bespreken. Doel hiervan is te testen of de algemene kennis aanwezig is en of deze in een concrete context kan worden toegepast. Noodzakelijk studiemateriaal Ten behoeve van de studenten is een cursus opgesteld die ter beschikking wordt gesteld en elk jaar wordt geactualiseerd. Verbintenissenrecht M. Storme Inhoud Capita selecta van het overeenkomsten- en verbintenissenrecht relevant voor het bedrijfsleven. Met name komen volgende themata aan bod: • uitleg en uitvoering van overeenkomsten, uitvoering te goeder trouw en rechtsmisbruik • niet-uitvoering van overeenkomsten, contractuele aansprakelijkheid en remedies bij niet-uitvoering • persoonlijke zekerheden • tenietgaan van verbintenissen, o.a. schuldvergelijking en delegatie • vertegenwoordiging en lastgeving. Noodzakelijk studiemateriaal Syllabus en reader docent.
19 |
BLOK C: BEËINDIGING VAN DE ONDERNEMING Economisch Recht H. Geinger Inhoud In dit onderdeel van de opleiding wordt meer in het bijzonder aandacht besteed aan de problemen, waarmede de ondernemer, diens medecontractanten en schuldeisers worden geconfronteerd bij een toestand van faillietverklaring en/of gerechtelijke reorganisatie. Volgende problemen worden onder meer onder de loep genomen: actuele knelpunten inzake de grondvoorwaarden van het faillissement, de gevolgen voortspruitend uit de opeenvolgende samenloopsituaties, de bevoegdheden van de curator en diens verantwoordelijkheid, de gevolgen van het faillissement wat betreft de continuïteit van de handelsactiviteiten, het vermogen van de handelaar, boedelschulden versus schulden in de boedel, de wedersamenstelling van het vermogen van de gefailleerde en de vaststelling van het passief, de toestand van de handelaar en diens schuldeisers, geconfronteerd met een procedure van gerechtelijke reorganisatie. Noodzakelijk studiemateriaal Een selectie van recente artikelen. Milieurecht en Ruimtelijk Ordeningsrecht A. Carette Inhoud Het stopzetten van een onderneming of het overdragen ervan doet meteen de vraag rijzen naar de toepasselijkheid van het Bodembeschermingsdecreet. In blok C wordt daar dan ook uitvoerig op in gegaan. Noodzakelijk studiemateriaal Ter beschikking gestelde hand-outs van de uiteenzettingen. AANBEVOLEN STUDIEMATERIAAL De deelnemers ontvangen een documentatiebundel op maat van de opleiding.
| 20
Fiscaal Recht J. Verstraelen Inhoud • • • • • • •
De fiscale behandeling van de vereffening van een vennootschap (historisch kader; huidige regelgeving). De boekhoudkundige en fiscale behandeling (en bijkomende aandachtspunten) van herstructureringen: fusies, voornamelijk “upstream” en “downstream” moeder/dochter fusies splitsingen partiële splitsingen inbreng of overdracht van een bedrijfstak of een algemeenheid van goederen. De internationale aspecten van herstructureringen.
De principes welke bovenstaande materie beheersen zullen aan de hand van elementaire cijfervoorbeelden worden geïllustreerd. Hierbij wordt de klemtoon gelegd op het aanbrengen van een methodologie welke in nagenoeg alle praktische gevallen tot een correcte oplossing moet leiden. Noodzakelijk studiemateriaal • •
Gepubliceerde rulings in verband met fusies, (partiële) splitsingen, inbrengen van een bedrijfstak of een algemeenheid van goederen. Verstraelen J., Van De Woesteyne I., Fusie en (partiële) splitsing van Vennootschappen, Hoofdstuk 23 in Deel 2 (achtergrondinformatie) van de praktijkgids van de jaarrekening.
Aanbevolen studiemateriaal •
•
Ph. Ernst en J. Verstraelen, Reorganisatie van Vennootschappen, fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, Deel IV: boekhoudkundige en fiscale aspecten, Ced. Samson, 2002, 307-545. I. Van De Woesteyne, Fusie en splitsing van vennootschappen in de Inkomsten belasting, Het spanningsveld tussen de boekhoudkundige verwerking en de fiscale behandeling, 2000, Intersentia Rechtswetenschappen.
21 |
Sociaal Recht V.Pertry Inhoud In de cursus Sociaal recht “Beëindiging van de onderneming” staat het einde van de arbeidsovereenkomst, al dan niet gekoppeld aan het einde van de onderneming, centraal. Een eerste luik behandelt het einde van de arbeidsovereenkomst vanuit een individueel arbeidsrechtelijke invalshoek. De gemeenrechtelijke en de specifiek arbeidsrechtelijke wijzen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst komen aan bod. De nadruk wordt gelegd op de principes en de mechanismen. Ook bijzonder clausules in arbeidsovereenkomsten die de vrijheid van de werknemer beperken na het einde van zijn arbeidsovereenkomst komen aan bod. Een tweede luik behandelt herstructurering van ondernemingen. Aan bod komen collectief ontslag en sluiting, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan de procedures en de rol van de vertegenwoordigende organen in de onderneming. Er wordt stilgestaan bij de impact van de generatiepactwetgeving en het activerend herstructureren (in Vlaanderen). In het hoofdstuk herstructurering wordt ook de overgang van onderneming behandeld met aandacht voor recente fenomenen zoals outsourcing en de (Europese) rechtspraak in dit verband. Vervolgens komen de sociaalrechtelijke gevolgen van faillissementen en gerechtelijke organisatie aan bod. Ten slotte wordt ingegaan op de gevolgen op het vlak van aanvullend pensioen van het einde van de arbeidsovereenkomst of het einde van de onderneming. Wanneer blijkt dat de studenten onvoldoende voorkennis hebben van deze problematiek, wordt een inleiding gegeven. In de colleges wordt veel gewerkt met korte praktijkgevallen of -vragen als inleiding op of als aanknoping bij de theorie. Van de studenten wordt verwacht dat zij actief inspelen op deze casussen. De studenten worden ook uitgenodigd om vragen te stellen en opmerkingen of bedenkingen te uiten en hun eventuele praktijkervaring in de materie te delen. Noodzakelijk studiemateriaal Syllabus “Sociaal recht – Einde van de onderneming” wordt ter beschikking van de studenten gesteld. De syllabus bestaat uit slides die de studenten kunnen aanvullen met eigen nota’s. In bijlage worden nog enkele artikelen gekopieerd. Aanbevolen studiemateriaal Op het einde van elk hoofdstuk wordt een beknopte bibliografie meegegeven.
| 22
Vennootschappenrecht F.Hellemans Inhoud De beëindiging van de vennootschapsrechtelijke onderneming kan het gevolg zijn van zeer diverse omstandigheden. Vanuit juridisch oogpunt is de reden van beëindiging vaak gerelateerd aan de wijze waarop de ontbinding en daaropvolgende vereffening zal geschieden. In het licht van dit gegeven, wordt in dit opleidingsonderdeel gedetailleerd ingegaan op de onderscheiden gronden van ontbinding zoals deze in het Wetboek van vennootschappen vervat liggen. Daarbij wordt in essentie een onderscheid gemaakt tussen de vrijwillige ontbinding, de ontbinding van rechtswege en de gerechtelijke ontbinding. Middels casussen wordt toegelicht welke specifieke taken het bestuur in elk van deze gevallen heeft en welke de rechten zijn van de vennoten, schuldeisers of andere derden. Eens de beslissing tot ontbinding genomen, zal ook een vereffenaar worden aangesteld. In dit verband wordt ingegaan op zijn bevoegdheden en zijn statuut, met inbegrip van zijn aansprakelijkheid. Aan de hand van concrete vraagstellingen wordt hierbij aangetoond dat op de meeste van deze punten specifieke regelingen mogelijk zijn, aangepast aan de eigenheid en de noden van de te vereffenen vennootschap. Tenslotte wordt in het opleidingsonderdeel nog kort aandacht besteed aan het onderscheid tussen een klassieke ontbinding, enerzijds, en een fusie, splitsing of inbreng van algemeenheid, respectievelijk een omzetting, anderzijds. Noodzakelijk studiemateriaal Uitvoerige slidepresentatie inzake de “Vennootschaprechtelijke aspecten van het einde van de onderneming”, aan te vullen met eigen notities. Aanbevolen studiemateriaal Documentatiebundel met referenties naar en kopies van belangrijkste rechtsleer en rechtspraak inzake einde van de onderneming.
23 |
Verbintenissenrecht V. Sagaert Inhoud Bij het toestaan van een schuldvordering aan de tegenpartij moet men steeds anticiperen op de mogelijkheid dat de tegenpartij in gebreke blijft om bij faillissement, vereffening, gerechtelijk akkoord, enz. haar verbintenis niet na te komen. In dit vak wordt nagegaan hoe men bij het aangaan van de verbintenis die verbintenis zo goed mogelijk kan waarborgen en hoe men bij het einde van de onderneming die waarborgen zo goed mogelijk kan afdwingen. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de clausules in contractuele verhoudingen, de rangconflicten die kunnen ontstaan. De recente wetgeving inzake zekerheden op financiële activa en inzake het internationaal privaatrecht wordt aan een afzonderlijke bespreking onderworpen. Noodzakelijk studiemateriaal Syllabus met rechtsleer en rechtspraak wordt uitgedeeld bij aanvang van de colleges. Aanbevolen studiemateriaal •
| 24
E. Dirix en R. De Corte, Zekerheidsrechten, in Beginselen van Belgisch Privaatrecht, Antwerpen, Kluwer 1999, 536 p.
Gevallenstudie INHOUD De studenten ontvangen een uitgeschreven verhaal over een fictieve onderneming, die wordt gevolgd van bij haar oprichting, doorheen haar bestaan, tot haar einde. Het fictieve verhaal volgt de onderscheiden fasen van het “leven” (oprichting in het eerste blok; bestaan in het tweede blok; einde in het derde blok) van deze onderneming op juridisch vlak. Tal van gebeurtenissen uit het leven van de onderneming worden geschetst en daarbij worden vanuit diverse invalshoeken juridische problemen van uiteenlopende aard opgeroepen. Hieruit worden de opdrachten gedistilleerd die de studenten in papervorm dienen uit te voeren, hetzij in de vorm van een vakgebonden paper over “individuele” vragen, hetzij in de vorm van een vakoverstijgende paper over “collectieve” vragen. Alle studenten ontvangen per blok minimum twee, maximum vijf “collectieve” vragen, d.w.z. vragen die voor eenieder identiek zijn, maar die in een individuele paper moeten worden besproken. Meestal wordt gevraagd een partij te adviseren, een beleidsnota op te stellen, clausules van een contract te redigeren, problemen of aandachtspunten te signaleren, enz. Aan het einde van elk blok worden de onderzochte problemen onder leiding van de docenten op interactieve wijze geanalyseerd en besproken. BEOORDELING Voor ieder blok – en dus ieder onderdeel – wordt een aparte quotering gegeven, die is gebaseerd op de geschreven paper en op de medewerking tijdens het discussiecollege. VOORBEELD Het geval: Caribu sinaasappelsap van Sun Sun inc. (Delaware, V.S.) is een Amerikaanse producent van fruitsap, vnl. sinaasappelsap. Sunwil op de Europese markt penetreren vanuit België. Na prospectie van de investeringsmogelijkheden in Europa is er een voorstel om in België een gemeenschappelijke dochteronderneming (joint venture) op te richten met Bover, een Belgische producent van “bokalen” (hol glas). De Belgische holglasfabrikant behoort tot de groep van de enige Belgische holglasfabrikant, “een onderneming in moeilijkheden”; zij is gevestigd in Herentals. Met de joint venture hoopt Sun mee te genieten van de steun die Bover krijgt van de overheid. Bover ziet nieuwe toekomst voor haar glazen verpakking, o.m. met milieuvriendelijkheid als verkoopargument. Sun zal in de joint venture know-how i.v.m. de fabricage inbrengen en voorts ook aanleveren via een know-how bijstandsovereenkomst. Sun zal voorts een concentraat leveren waarmee de fruitsappen worden aangemaakt. Bover brengt, omwille van de staatssteun, een deel van de fabricage van holglas in, en levert verder holglas aan. Bover zorgt ook voor alle vergunningen en voor de relaties met de overheden van België 25 |
en van het Vlaamse gewest. In de overeenkomst tot oprichting van een joint venture “waarborgt” Bover dat de nodige vergunningen zullen worden verkregen. De promotie van het fruitsap, met name van het sinaasappelsap Caribu, wordt toevertrouwd aan de Nederlandse dochtervennootschap van de groep die voor Sun in de V.S. de promotie doet. Wat de structuur van de joint venture betreft, wordt geopteerd voor een Belgische gemeenschappelijke dochtervennootschap Sunver. Het aandeelhouderschap zal bestaan uit Sun inc., Bover N.V. en drie directeuren, die van Bover overstappen naar de directie van de dochter. Deze drie directeuren hebben zich voorts, in een arbeidsovereenkomst beveiligd door enerzijds een uitzonderlijk hoge ontslagvergoeding en anderzijds een optie op een pakket van de aandelen (van Sun in Sunver). Sun levert de voorzitter van de raad van bestuur. Die zal gemiddeld vier maanden per jaar in België zijn. Oprichting Bij de oprichting van Sunver moeten in de eerste plaats de nodige voorafgaande overeenkomsten worden gesloten en voorts moeten de statuten worden opgesteld. Een bedrijfsplan moet worden opgesteld; daarin moet een vooruitzicht van financiering voorkomen en een schatting van de fiscale situatie. Vier zaken moeten voorts worden geregeld. In eerste plaats is er de positie van de werknemers. Met name is er de vraag of de werknemers eigen werknemers zullen zijn van Sunver N.V. of in onderaanneming; mogelijk is ook dat werknemers door Bover ter beschikking worden gesteld. Zeker is dat in de periode van het opstarten werknemers van Sun inc, vanuit de V.S., in het bedrijf nodig zullen zijn. Voor promotie zullen voorts Nederlandse specialisten voor bepaalde duur in België worden tewerkgesteld. Bover heeft overigens i.v.m. de oprichting van Sunver aan de overheid een minimum van tewerkstelling beloofd. Maar het is wel zeker dat dit minimum niet zal worden bereikt als men alleen op de productie-activiteit let. Met het voorgaande hangt deels het tweede punt samen. De transportactiviteit zal in Sunver belangrijk zijn, zowel wat de aanlevering van grondstoffen betreft, als wat betreft de levering van het product aan de afnemers. Sunve rheeft het plan dit zelf te doen, maar deze activiteit in een afzonderlijke dochter onder te brengen. Het derde punt is delicaat. Bij de negociatie i.v.m. een investeringskrediet heeft de (Belgische) bank laten verstaan dat zij, of (een lid van) de groep waartoe de bank behoort, interesse heeft voor een participatie in het kapitaal van Sunver. De directie van Sunver begrijpt dit als min of meer een voorwaarde voor het toestaan van het krediet. | 26
Het vierde punt houdt verband met het opstellen van de algemene voorwaarden voor de contracten met de directe afnemers die geen consumenten zijn. Te zelfder tijd wil Sunver de productieaansprakelijkheid goed geregeld zien. Bestuur en werking De lancering van “Caribu”, het sinaasappelsap van de internationale Sun groep, loopt mis. Een Belgische onderneming uit de toeristische sector maakt bezwaar tegen de naam Sun en een Belgisch-franse groep uit de drankensector meent dat het merk “Caribu” gelijkenis vertoont met haar overigens “slapend” merk “Colibri”. Er zijn nog meer problemen i.v.m. de marketing.. Terwijl “Caribu” mede wordt aangeprezen omwille van zijn milieuvriendelijke verpakking wordt n.a.v. een wetenschappelijk onderzoek ontdekt dat een produkt, dat bij het spoelen van de verpakking wordt gebruikt, gevaarlijk (cancerogeen) is; de E.G. verbiedt het gebruik. Iemand van “groen Herentals”, de vriendin van een werknemer van Sunver, is te weten gekomen dat Sunver dit product gebruikt. Sunver houdt het gebruik van het (verboden) spoelmiddel “stil” en doet ruim een jaar gewoon verder. Als de zaak dreigt uit te komen, wordt alsnog het productieproces aangepast. Daartoe wordt nieuwe technologie ingevoerd, met klein verlies aan arbeidsplaatsen. Werknemers en groenen gaan over tot actie en bezetten, samen, het bedrijf. Tijdens de actie merkt iemand van de groenen nog dat een voorraadtank lekt; dus wordt de bodem verontreinigd. Het “milieuschandaal” van “Caribu” is dagenlang nieuws. De Amerikaanse partner is niet opgezet met de gang van zaken en eist een herstructurering, met herschrijving van de verantwoordelijkheden (en van de statuten). omdat er zoveel lekken waren in de juridische bewaking van Sunver wordt afgesproken dat geen belangrijke beslissing kan worden getroffen zonder instemming van een juridisch comité. Dat comité, bestaande uit drie advocaten, gedraagt zich gaandeweg als (feitelijk) bestuur. De herstructurering omvat o.m. versnelde afschrijvingen, provisies, een nieuwe kapitaalstructuur (vermindering gevolgd door verhoging), het herzien van de fiscale strategie, detachering van een ingenieur vanuit de V.S. en maatregelen op het vlak van de arbeidsovereenkomsten. Ondertussen moet alles “z’n gewone gang gaan”. Die “gewone” gang van zaken omvat overigens het faillissement van een belangrijke afnemer en een “ongeval” met een o ntplofte bokaal “Caribu”. Beëindiging Ondanks de herstructurering lukt de verkoop in Europa niet. Sunver blijft verlieslatend en de Amerikaanse onderneming wil zich terugtrekken. De directie van Sunver denkt eraan de interessante delen van de onderneming over te brengen naar andere vennootschappen. Sunver zou dan “de boeken neerleggen”. 27 |
Onderwijsregeling DUUR EN OMVANG VAN DE OPLEIDING De Master in het Ondernemingsrecht is een opleiding van één jaar. Het programma omvat colleges, verdeeld in drie blokken: oprichting, bestuur en werking en beëindiging van de onderneming. Ieder blok omvat 100 college-uren, waarvan 20 voorbehouden voor de geïntegreerde gevallenstudie. TIJDSTIP VAN DE COLLEGES De Master in het Ondernemingsrecht is voornamelijk gericht op mensen die in de praktijk staan. De colleges vinden derhalve plaats op dinsdagavond en op zaterdagochtend, waardoor de professionele werkzaamheden van de studenten zo min mogelijk worden belast. ONDEELBAAR PROGRAMMA Het programma is één geïntegreerd geheel, waardoor het niet mogelijk is om in te schrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen of te opteren voor een spreiding over twee jaar. EVALUATIE EN DIPLOMA Wie het programma met goed gevolg aflegt, behaalt de academische graad van “Master in het Ondernemingsrecht” . Het onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen is van toepassing. Het diploma kan een bijkomende troef zijn om in aanmerking te komen als curator. UURROOSTER De colleges lopen van het begin van het academiejaar tot half juni. Ze vinden plaats op dinsdagavond, van 18.45u tot 21.45u en op zaterdag van 09.00u tot 13.00u op de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen. De eerste bijeenkomst is voorzien op dinsdag 21 september 2010 om 19.00u.
| 28
Academische coördinatie en praktische organisatie De academische, administratieve en financiële verantwoordelijkheid berust bij de Faculteit rechten van de Universiteit Antwerpen. WETENSCHAPPELIJKE STUURGROEP De opleiding staat onder het wetenschappelijk toezicht van een stuurgroep, bestaande uit: • Prof. dr. H. Braeckmans • Prof. dr. B. Peeters • Prof. dr. M. Rigaux COÖRDINATIE EN ACADEMISCHE BEGELEIDING Universiteit Antwerpen Faculteit rechten Prof. dr. H. Braeckmans Stadscampus – gebouw V Venusstraat 23 2000 Antwerpen
[email protected] Zie ook bij ‘Meer info’ voor de coördinaten van het opleidingssecretariaat.
29 |
Academische staf De Master Ondernemingsrecht wordt georganiseerd door de Faculteit rechten van de Universiteit Antwerpen. Voor dit programma is een beroep gedaan op: Herman Braeckmans, Ann Carette, Daniël Cuypers, Annick de Boeck, Huguette Geinger, Frank Hellemans, Roel Nieuwdorp, Bruno Peeters, Véronique Pertry, Béatrice Ponet, Marc Rigaux, Vincent Sagaert, Matthias Storme, Gert Straetmans, Frederik Vandendriessche, Joseph Verstraelen en Tim Wustenberghs . Herman Braeckmans studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen en aan de Sorbonne. Hij promoveerde over internationale consortiumleningen. Hij doceert vennootschapsrecht en bankrecht aan de Universiteit Antwerpen en is advocaat (balie Antwerpen). Ann Carette studeerde Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel. Zij promoveerde aan de Universiteit Antwerpen over de aansprakelijkheid in verband met niet-toegeëigende milieubestanddelen. Zij doceert Milieurecht aan de Universiteit Antwerpen. Zij is diensthoofd van de juridische dienst Vlaamse Milieumaatschappij, deel van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. Daniël Cuypers studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen, aan de Katholieke Universiteit Leuven en in Duitsland (DAAD). Hij promoveerde over misbruik van ontslagrecht en willekeurig ontslag. Hij doceert verscheidene vakken aan de Universiteit Antwerpen (vooral in de Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen). Annick De Boeck studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen en promoveerde over informatierechten en –plichten in het contractenrecht. Zij is docent aan de Katholieke Universiteit Brussel en advocaat te Antwerpen. Huguette Geinger studeerde Rechten en Fiscale Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Zij doceert ondernemingsrecht en fiscale geschillenprocedures aan de Vrije Universiteit Brussel en is advocaat bij het Hof van Cassatie. Frank Hellemans studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en aan Northwestern University. Hij promoveerde over de algemene vergadering van vennootschappen. Hij doceert handels-, vennootschaps- en economisch recht aan de Katholieke Universiteit Brussel en is advocaat te Antwerpen. Roel Nieuwdorp studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en aan de University of Pennsylvania. Hij is advocaat te Brussel. Bruno Peeters studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen en promoveerde over overheidsondernemingen. Hij doceert fiscaal recht aan de Universiteit Antwerpen en is advocaat. Met Jos J. Couturier (tot 2006) en met N. Plets (vanaf 2007) schrijft hij jaarlijks het handboek “Belgisch belastingrecht” (Maklu Uitg. 2008, 16e druk). | 30
Véronique Pertry studeerde Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en volgde de bijzondere licentie Sociaal recht aan de Université Libre de Bruxelles. Zij doceert thans arbeidsrecht aan de Universiteit Antwerpen en is advocaat. Béatrice Ponet studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en promoveerde over de benaming van oorsprong, de geografische aanduiding en de herkomstaanduiding in het Belgisch, het Frans, het Nederlands, het Europees en het internationaal recht. Zij is raadsheer in het Hof van Beroep te Antwerpen en doceert aan de Universiteit Antwerpen. Marc Rigaux studeerde Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en promoveerde aan de Universiteit Antwerpen over staking en bedrijfsbezetting. Hij doceert aan de Universiteit Antwerpen. Hij is tevens assessor van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Vincent Sagaert studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en promoveerde over de zakelijke subrogatie. Hij is docent aan de Universiteit Antwerpen en aan de Katholieke Universiteit Leuven. Tevens is hij advocaat te Brussel. Matthias Storme studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en promoveerde over de invloed van de goede trouw op contractuele schuldvorderingen. Hij is buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en buitengewoon hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Tevens is hij advocaat te Brussel. Gert Straetmans studeerde Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en promoveerde over de rechtspositie van de consument op de Europese interne markt. Hij is hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en visiting professor aan de Rheinische Friedrich-Wilhelms Universität Bonn. Frederik Vandendriesche studeerde Rechten aan de Universiteit Gent en promoveerde over publieke en private rechtspersonen. Hij is tevens docent aan de Universiteit Gent en advocaat te Brussel. Joseph Verstraelen studeerde Wiskunde, Economische wetenschappen en Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij is docent aan de Katholieke Universiteit Brussel. Tim Wustenberghs studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen en schreef een proefschrift over de toewijzing van belastingjurisdictie i.g.v grensoverschrijdende ondernemingswinst (vaste inrichtingsproblematiek). Hij is docent aan de Universiteit Antwerpen en de Hogeschool Universiteit Brussel en advocaat-vennoot bij Laga te Brussel.
31 |
Studieadvies - en studentenbegeleiding STUDIEADVIES EN STUDENTENBEGELEIDING Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet, over het onderwijs- en examenreglement, enzovoort. Daarnaast kan je bij de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke problemen. Dit zowel onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP). STUDIEKEUZE EN HERORIËNTERING Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting. ALGEMENE STUDIEBEGELEIDING: STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING Daarnaast organiseren Studentenbegeleiders elk semester trainingen over studie vaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en ‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics. PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING, TOPSPORT OF K UNSTBEOEFENING: Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen.
| 32
Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. AFSTUDEERBEGELEIDING Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten welke studies je na het behalen van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het solliciteren best aanpakt, … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Nuttige websites WEBSITE MASTERS Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit. INFOMOMENTEN VOOR TOEKOMSTIGE STUDENTEN Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. ’s Namiddags is er een infomarkt voor bachelor-, schakel, master- en master na masterprogramma’s. ’s Avonds is er een infomarkt ‘flexibel studeren en avondonderwijs’. Net als bij de infodagen in het voorjaar kan je aan de infostanden de cursussen inkijken en brochures verkrijgen. Je kan er ook terecht met je vragen en eventuele twijfels. Naast de medewerkers van de opleidingen 33 |
zijn er ook studentenbegeleiders aanwezig. Vooraf inschrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen. INSCHRIJVEN Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijvingen HET STUDENTENPORTAAL Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen, studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz.. BIBLIOTHEEK De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be BEGIN ACADEMIEJAAR Het academiejaar 2010-2011 start op maandag 27 september 2010. Op www.ua.ac.be/onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden. HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN? De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de fiets, de auto of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen.
| 34
Meer info? OPLEIDINGSSECRETARIAAT Universiteit Antwerpen Faculteit rechten Jeanine Mertens Stadscampus – gebouw V Venusstraat 23 2000 Antwerpen T +32 (0)3 265 54 46
[email protected] DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 265 48 72 Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 265 20 09
[email protected]
35 |
Nota’s
| 36
Nota’s
37 |
Nota’s
| 38
Nota’s
39 |
Nota’s
| 40