Ondernemen met het Bergherbos Procesplan
Auteurs: Albert-Jan Betten, Jorrit Geerlinks, Klaas-Jan Mulder en Michiel Poorter
Ondernemen met het Bergherbos Procesplan
22 januari 2012 Opdrachtgever: Natuurmonumenten Montferland Begeleiding Van Hall Larenstein: Derk-Jan Stobbelaar Auteurs: Albert-Jan Betten, Jorrit Geerlinks, Klaas-Jan Mulder en Michiel Poorter
2
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ..................................................................................................................................................... 4 2. METHODE EN TECHNIEKEN ........................................................................................................................... 5 2.1 METHODE ........................................................................................................................................................ 5 2.2 TECHNIEKEN...................................................................................................................................................... 5 3.ANALYSE ....................................................................................................................................................... 8 3.1 CRITERIA .......................................................................................................................................................... 8 3.2 IDEEËN........................................................................................................................................................... 10 3.2.1 Quickscan ............................................................................................................................................ 10 3.2.2 Vijf gestickerde ideeën ......................................................................................................................... 10 4. ONDERNEMINGSPLAN ................................................................................................................................ 15 4.1 HET PRODUCT ................................................................................................................................................. 15 4.2 ORGANISATIE .................................................................................................................................................. 15 4.3 MARKT .......................................................................................................................................................... 16 4.3.1 Bedrijfstakanalyse ............................................................................................................................... 17 4.3.2 Klantenanalyse .................................................................................................................................... 20 4.3.3 Concurrententieanalyse ....................................................................................................................... 23 4.3.4 Marketingmix ...................................................................................................................................... 24 4.3.5 SWOT-Analyse ..................................................................................................................................... 25 4.4 PROMOTIE ...................................................................................................................................................... 26 4.4.1 Doelgroep ............................................................................................................................................ 27 4.4.2 Concept/huisstijl .................................................................................................................................. 27 4.4.3 Publiciteit ............................................................................................................................................. 28 4.4.4 Website ................................................................................................................................................ 28 4.4.5 Promotiemiddelen ............................................................................................................................... 28 4.5 FINANCIËN...................................................................................................................................................... 30 5. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN ................................................................................................................ 33 5.1 CONCLUSIE ..................................................................................................................................................... 33 5.2 AANBEVELINGEN .............................................................................................................................................. 34 BRONVERMELDING ........................................................................................................................................ 36 BIJLAGEN ........................................................................................................................................................ 37
3
1. Inleiding Aanleiding Vereniging Natuurmonumenten is op dit moment aan een sterke verandering onderhevig. Financiële middelen staan onder druk door onder andere teruglopende ledenaantallen en een terugtrekkende overheid. Om voor nu en in de toekomst het beheer van de natuurgebieden te kunnen garanderen, is het van belang dat Natuurmonumenten naast de bestaande inkomsten, ook naar alternatieve inkomstenbronnen zoekt. Het meer ondernemend zijn om zo inkomsten te genereren is daar een voorbeeld van. Omdat ondernemen niet tot de kernactiviteiten van een natuurbeschermingsorganisatie valt, is dit een proces waarbij Natuurmonumenten nog lerende is (bron: Natuurmonumenten, Henk Jan Kievit, 2012). In het kader van dat leerproces heeft het lectoraat Geïntegreerd Natuur- en Landschapsbeheer van Hogeschool van Hall Larenstein van Natuurmonumenten het verzoek gekregen of er samen, met behulp van studenten, onderzocht kan worden hoe Natuurmonumenten in de omgeving van het Bergherbos met lokale ondernemers op een ondernemende manier zou kunnen samenwerken. Doelstelling Naast winst uit ondernemen zijn het versterken van draagvlak voor Natuurmonumenten en het sluiten van coalities met ondernemers doelen die Natuurmonumenten zich heeft gesteld bij aanvang van dit project. Het doel van de auteurs is het aanleveren van een procesplan welke de opdrachtgever kan helpen om deze doelen te bereiken. Dit rapport geeft een advies aan Natuurmonumenten Montferland om in de regio van het Bergherbos in samenwerking met lokale ondernemers inkomsten te genereren uit te ontwikkelen producten en diensten. Leeswijzer Om deze doelen te bereiken heeft er een combinatie van onderzoek doen en het opzetten van een proces met de ondernemers plaatsgevonden. In het hoofdstuk methodiek en technieken wordt hier verder op ingegaan. In het hoofdstuk analyse wordt vooral ingegaan op de verschillende criteria waaraan het ondernemen bij Natuurmonumenten moet voldoen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ecologische randvoorwaarden, maar ook wettelijke kaders zoals Natura2000. In dit hoofdstuk komen ook vijf uitgewerkte ideeën aan bod waarin, rekening houdend met de genoemde randvoorwaarden, alle facetten van ondernemen voor Natuurmonumenten aan bod komen. In het hoofdstuk conclusie en aanbevelingen wordt aan de hand van de gevonden criteria en de toetsing van de ideeën in een quickscan een advies gegeven hoe Natuurmonumenten het beste kan ondernemen in het Bergherbos en wat daar voor nodig is om het tot een succes te brengen. Dit rapport bevat onder andere een concreet ondernemingsplan met daarbij adviezen voor Natuurmonumenten om tot samenwerking met lokale ondernemers te komen.
4
2. Methode en technieken Om tot een eindproduct te komen moeten er stappen worden ondernomen om tot dat doel te komen. Deze stappen vormen samen de methode. Om verder in de methode te komen wordt er gebruikt gemaakt van technieken. In de volgende paragrafen wordt hier dieper op ingegaan.
2.1 Methode Voorafgaand aan dit rapport is er door het lectoraat van Van Hall Larenstein een beknopt projectplan opgesteld. Dit projectplan heet “Ondernemen met het Bergherbos” (zie bijlage 14). Het projectplan heeft als basis gediend om tot dit procesplan te komen. Dit procesplan bestaat in grote lijnen uit twee delen. Een gedeelte waar het grotendeels over het proces gaat en een concreter deel waar het om het product gaat. In dit deel zit onder andere een ondernemingsplan voor graanproducten als streekproduct. De methode die voor dit rapport gehanteerd is, lijkt enigszins op een trechter. Er is veel informatie verzameld welke middels een aantal te onderscheiden fases tot aanbevelingen is “getrechterd”. De te onderscheiden fases in dit onderzoek zijn de volgende:
Een onderzoeksfase waarbij zoveel mogelijk relevante informatie is verzameld en er criteria zijn opgesteld. Een verwerkingsfase waarbij de informatie is verwerkt. In deze fase zijn bijvoorbeeld ideeën aan de in de onderzoeksfase opgestelde criteria getoetst.
Al deze informatie heeft uiteindelijk via een logische uitwerking tot conclusies en een aanbevelingen geleid. Tenslotte is dit adviesrapport op 22 januari 2013 gepresenteerd en overhandigd aan Natuurmonumenten.
2.2 Technieken Bij het toepassen van de methode is er gebruik gemaakt van diverse technieken. Deze technieken zijn nodig om tot het beoogde resultaat te komen en derhalve waardevol voor de voortgang van het proces. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruikte technieken. Literatuurstudie Voor dit procesplan is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en websites. Met deze informatie uit literatuur en websites is het procesplan onderbouwd. Workshop met Natuurmonumenten Middels een workshop met medewerkers van Natuurmonumenten, aangestuurd door het lectoraat van Van Hall Larenstein, is getracht te achterhalen hoe ondernemend Natuurmonumenten en zijn medewerkers op dit moment zijn. Een tweede doel van deze workshop was het in kaart brengen van ondernemende ideeën voor het Bergherbos bij de medewerkers van Natuurmonumenten. Belangrijk bij het achterhalen van het ondernemerschap van Natuurmonumenten zijn de competenties kennis, houding en vaardigheid. Om achter dit ondernemerschap van Natuurmonumenten te komen is gebruik gemaakt van de oefeningen creatief denken en uitwerken van ideeën door ze te koppelen aan theoretische concepten.
5
Interviews met ondernemers Het afnemen van interviews met lokale ondernemers is een andere techniek die toegepast is. Het doel hierbij is om te achterhalen of er draagvlak is in een ondernemende samenwerking met Natuurmonumenten. Andere doelen zijn: het vergaren van informatie in de vorm van bruikbare ideeën en de beeldvorming van ondernemers over Natuurmonumenten inzichtelijk krijgen. Natuurmonumenten heeft een groslijst van ondernemers uit de regio opgesteld voor Van Hall Larenstein. Deze groslijst is in het verleden tot stand gekomen met hulp van bureau Verder. In totaal zijn er vanwege de beschikbare tijd elf ondernemers van deze groslijst geïnterviewd. Deze elf zijn op advies van Natuurmonumenten geselecteerd. Voorafgaand aan de interviews is er een interviewplan opgesteld. Bijeenkomst met ondernemers en Natuurmonumenten Uit de literatuurstudie, creatieve sessie met Natuurmonumenten en de interviews zijn ideeën naar voren gekomen welke in een stickersessie met ondernemers naar haalbaarheid zijn gerangschikt. Deze ideeën zijn in subparagraaf 3.2.2 kort beschreven. Om tot een aantal bruikbare ideeën te komen is er gebruik gemaakt van het zogenaamde Wyberproces-model (zie bijlage 6, Vrij naar Bekking & Water, procesmanagement 2008). Hierbij worden eerst zoveel mogelijk ideeën verzameld (divergeren) om uiteindelijk tot een aantal ideeën te komen (convergeren) waar draagvlak voor is. Dit is gedaan door een bijeenkomst te organiseren met lokale ondernemers, Natuurmonumenten en Van Hall Larenstein. Bij deze stickersessie zijn 16 lokale ondernemers aanwezig geweest. Het betreffen hier ondernemers die zijn geïnterviewd, maar ook andere ondernemers van de eerder genoemde groslijst. Tijdens deze bijeenkomst kregen ondernemers één minuut om hun idee te “pitchen”. Deze ideeën zijn op een ideeënmuur verzameld. Op deze ideeënmuur stonden de ideeën uit het vooronderzoek al aangegeven. Tevens is er van de mind-mapping methode gebruik gemaakt (www.mindtools.com). Bij mindmapping wordt er een steekwoord op een vel papier geschreven. Na een groepje van personen gevormd te hebben schrijft iedereen individueel met verschillende kleuren ideeën op die in relatie staan met het steekwoord. Na vijf minuten worden de drie beste ideeën opgeschreven. Deze ideeën worden meegenomen op de ideeën muur. Vervolgens is er via de COCD-box methode (zie bijlage 5) geconvergeerd om tot een vijftal haalbare ideeën te komen. Deze vijf haalbare ideeën zijn vervolgens in werkgroepjes verder uitgewerkt. Tijdens de workshop met de ondernemers konden de aanwezigen zich opgeven om deel te nemen in een werkgroep om het idee verder uit te werken. De samenstelling van de werkgroep zijn ondernemers en werknemers van Natuurmonumenten. Criteria Naast winst uit ondernemen zijn het versterken van draagvlak voor Natuurmonumenten en het sluiten van coalities met ondernemers doelen die Natuurmonumenten zich heeft gesteld bij aanvang van dit project. Om de ondernemingsideeën die voortgekomen zijn uit dit onderzoek te toetsen zijn criteria opgesteld. Deze criteria zijn door de auteurs van dit plan zorgvuldig gekozen en zijn onder andere afkomstig uit de input uit de workshop met Natuurmonumenten. De keuze voor criteria zijn gemaakt op basis van de organisatie bij Natuurmonumenten, de randvoorwaarden vanuit de omgeving en algemene verkoopperspectieven. De criteria wegen ieder even zwaar in de beoordeling.
6
Werkgroep overleg Het vervolg op de bijeenkomst met de ondernemers en Natuurmonumenten is een eerste werkgroep overleg. In dit overleg heeft men een keuze moeten maken voor een bepaald product in de categorie streekproducten. De keuze van het product is volgens de Dokter Love methode gekozen (chrissievhilten.blogspot.nl). Bij Dokter Love krijgt een ieder de kans om in 1 minuut het in zijn ogen beste product te promoten zodat iedereen er verliefd op wordt. Na het promoten is een stemronde gehouden om te kunnen bepalen welk idee de meeste steun geniet binnen de werkgroep. Het product met de meeste stemmen is uiteindelijk verder uitgewerkt in een ondernemingsplan. In het ondernemingsplan staat, vanuit het perspectief van Natuurmonumenten, stap voor stap beschreven hoe men het beste het product op de markt kan zetten. Ondernemingsplan Voor het opstellen van het ondernemingsplan is het boek ’’Zo maak je een ondernemingsplan’’ van Roel Grit gebruikt. Uit dit boek is de paragrafenstructuur deels afkomstig. Niet alle betreffende analyses zijn gemaakt omdat deze niet allemaal van toepassing waren. Hier dient Natuurmonumenten rekening mee te houden voor het uitwerken van een ondernemingsplan van andere ideeën. Overhandigingspresentatie Uiteindelijk is het adviesrapport gepresenteerd en aangeboden aan Natuurmonumenten. De werkgroepleden zijn bij deze gelegenheid uitgenodigd.
7
3.Analyse In dit hoofdstuk wordt een analyse getoond van de criteria en ideeën die zijn opgedaan tijdens de inventarisatiefase van dit project. Deze criteria en ideeën komen voort uit een workshopsessie met Natuurmonumenten, interviews met ondernemers in en om het Bergherbos, een workshop met de ondernemers & Natuurmonumenten en het beleid van de verschillende overheden en Natuurmonumenten. Daarnaast is ook gekeken naar eerder opgestelde plannen zoals ‘’Gouden kansen van het Bergherbos’’ (Bureau Verder, 2012) en ‘’Het Bergherbos als sterk merk van de regio’’ (S. Houben & C. Schipper, 2012) .
3.1 Criteria In deze paragraaf worden de criteria beschreven waaraan de ideeën getoetst zijn en in de toekomst aan getoetst zullen moeten worden. Sommige criteria zijn tijdens het vooronderzoek direct genoemd of beschreven en andere zijn indirect genoemd en zijn geformuleerd tot een criterium. De belangrijkste criteria voor Natuurmonumenten en de ondernemers zijn hieronder beschreven. Aan de hand van deze criteria is een quickscan uitgevoerd in subparagraaf 3.2.1. Omdat de lijst (bijlage 2) met criteria erg uitgebreid is, bevatten sommige criteria een overlap met een ander criterium. De criteria zijn samengevoegd tot een aantal steekwoorden. Deze steekwoorden staan hieronder verder beschreven. Op deze manier zal duidelijk moeten worden waaraan de ideeën getoetst zijn. Draagvlak ondernemers
Het enthousiasme van de ondernemers wordt van groots belang geacht. De ondernemers zullen samen met Natuurmonumenten dit idee tot een succes moeten maken. Hierdoor hebben zij een grote bijdrage en een gedeelde verantwoordelijkheid met Natuurmonumenten voor dit idee. Tijdens de workshop op 23 oktober hebben de aanwezige ondernemers stickers geplakt op de ideeën waarvan zij de haalbaarheid en het draagvlak het grootst achten. Dat zijn ideeën die zij graag uitgevoerd zien worden en waaraan ze ook mee willen werken. Wanneer een idee dus veel stickers heeft gekregen heeft deze een groot draagvlak onder de ondernemers. Een idee met een groot draagvlak onder de ondernemers zal zwaar mee tellen in de quickscan. Financieel/Potentie
Het project heet “Ondernemen met het Bergherbos” hierin zijn voor Natuurmonumenten twee zaken van groot belang:
het generen van extra inkomsten het vergroten van het draagvlak voor Natuurmonumenten in de omgeving
Om een project realiseerbaar te maken dient het financieel aantrekkelijk te zijn. Er moeten inkomsten gegenereerd worden die projecten, beheer en onderhoud van het Bergherbos (deels) bekostigen. Een belangrijk criterium om een project door te laten gaan is dus dat het inkomsten oplevert. Hoe hoger de te verwachten inkomsten, hoe hoger de potentie om het idee tot uitvoering te brengen. Beleid
De gemeente Montferland heeft een bestemmingsplan buitengebied. Hierin staat meer in detail beschreven wat wel en niet binnen de bestemming van een perceel past. Wanneer iets niet binnen
8
het bestemmingsplan past hoeft dit niet meteen te betekenen dat het niet door kan gaan. Echter zal dit wel het proces tot uitvoering vertragen. Vanuit Europa bestaat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (www.toekomstglb.nl) en Natura2000 beleid (www.natura2000.nl). Het nationale beleid voor natuur, bos en landschap staat in verschillende nota’s beschreven. Voorbeelden hiervan zijn de Nota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (www.rijksoverheid.nl). In het Nationaal beleid is ook de ecologische hoofdstructuur (www.rijksoverheid.nl) aangewezen. Veel ideeën of projecten komen in meer of mindere mate in aanraking met beleid van buiten Natuurmonumenten. Dit kan soms voor grote vertragingen zorgen, maar een idee ook onuitvoerbaar maken. Snel uitvoerbaar
Tijdens de workshops, interviews en de gesprekken met medewerkers van Natuurmonumenten is naar voren gekomen dat processen binnen Natuurmonumenten veel tijd kosten. Als ondernemer moet je snel kunnen reageren en anticiperen op kansen die voorbij komen. Hiervoor dient de organisatie flexibel, niet bureaucratisch en niet stroperig te zijn. Natuurmonumenten heeft aangegeven graag snel uitvoerbare ideeën te willen oppakken. Een idee moet eenvoudig uit te rollen te zijn binnen de beheereenheid. Tevens dient er voorkomen te worden dat het idee verzandt binnen of buiten de organisatie. Sluit aan op beleid Natuurmonumenten
Het beleid van Natuurmonumenten is bij de medewerkers van Natuurmonumenten goed bekend. Wanneer een idee niet aansluit bij het beleid van Natuurmonumenten zal niet alleen de organisatie zelf hierover struikelen, maar mogelijk en zo niet erger, ook de leden van Natuurmonumenten. Wanneer een idee niet voldoet aan het beleid van Natuurmonumenten dan zal dit niet uitgevoerd kunnen worden. Bijvoorbeeld omdat het voor veel commotie onder de leden van Natuurmonumenten kan zorgen (draagvlak verlies) Continuïteit
Voor ondernemers en Natuurmonumenten is het wenselijk dat er een constante stroom van inkomsten binnen komt. Dit betekent niet dat het hele jaar rond dezelfde inkomsten binnen moeten komen maar wel dat het ieder jaar een bepaalde winst oplevert. Dit kan dus betekenen dat het een jaarlijks terugkomende activiteit is welke voor goede inkomsten zorgt. Dit is een wens, het idee hoeft niet meteen afgekaatst te worden wanneer het niet aan dit criterium voldoet. Geen negatief effect op ecologie
Natuurmonumenten heeft als natuurbeschermingsorganisatie de ecologie hoog in het vaandel staan. Een criterium vanuit Natuurmonumenten is dan ook dat het idee de ecologie niet schaadt. Wanneer een idee wel negatief effect gaat hebben op een bepaalde locatie bestaat de mogelijkheid deze elders te compenseren. De voorkeur gaat echter uit naar behoud van de bestaande ecologie. Wanneer het behoud van de ecologie op die locatie niet mogelijk is zijn er mogelijkheden om het elders te compenseren. Op deze manier is de ecologie wel een criterium, maar is het geen breekpunt wanneer de verloren ecologie gecompenseerd zou kunnen worden.
9
Uniek in de regio
Een idee dat uniek in de regio is zal naar verwachting een publiek uit de grotere omgeving trekken. Hoe unieker het idee hoe groter het bereik, waardoor er kans op meer inkomsten mogelijk is. Hierdoor wordt de kans van slagen van het idee vergroot. Om deze reden is dit criterium opgenomen. Het belang van dit criterium is wel ondergeschikt aan de overige genoemde criteria.
3.2 Ideeën In deze paragraaf wordt ingegaan op de ideeën die naar voren zijn gekomen tijdens de diverse contactmomenten met de ondernemers uit het Bergherbos, Natuurmonumenten en participanten van Van Hall Larenstein. De contactmomenten hebben in de vorm van interviews en workshops plaatsgevonden. Uit deze verschillende contactmomenten zijn meer dan honderd ideeën verzameld. Deze zijn gebundeld in een quickscan die in deze paragraaf getoond wordt. De ideeën worden in de quickscan gewaardeerd op de in de vorige paragraaf genoemde criteria. Indien een idee gekozen is tijdens de stickersessie in de workshop is deze aangevinkt in de quickscan. Zoals in de criteria al benoemd, zijn dit de tijdens de workshop, door de ondernemers en Natuurmonumenten, als hoogst gewaardeerde ideeën. Vijf ideeën zijn in deze categorie te plaatsen en worden nader belicht.
3.2.1 Quickscan
In bijlage 9 is de quickscan te zien. In de quickscan is per idee aangegeven of het scoort op de acht verschillende criteria. Dit is aangegeven met een kruisje. Per idee zijn rechts in de tabel de totaalscores te zien van de acht opgestelde criteria. Totaalscores kunnen variëren van nul tot acht. Hiervoor geldt dat hoe hoger de score is, des te beter het idee gedragen wordt door de criteria. De criteria zijn in mate van belangrijkheid opgesteld van links naar rechts. De stickersessie is geen criteria maar is een selectiemiddel geweest en wordt aangegeven met een vinkje. Met deze scores zijn de meest vruchtbare ideeën te filteren uit de waslijst van ideeën.
3.2.2 Vijf gestickerde ideeën
Tijdens de workshop met de ondernemers van Montferland en Natuurmonumenten zijn de ideeën gestickerd. Deze stickersessie is puur op gevoel uitgevoerd door de ondernemers en Natuurmonumenten. Vijf ideeën kwamen hieruit als meest favoriet. Deze ideeën zijn verderop in deze subparagraaf nader toegelicht. Bij ieder idee is door de auteurs van dit plan een beoordeling gegeven op basis van de acht criteria die in de vorige paragraaf zijn beschreven. De groep van auteurs heeft een diversiteit aan kennis en ervaring uit natuurorganisaties, overheden en bedrijfsleven. Per criteria is een specialist aangewezen die de beoordeling naar alle redelijkheid en op basis van kennis en ervaring uitgevoerd heeft. Deze beoordeling is ook te vinden in de totale quickscan in bijlage 9. Streekproducten Voor de regio Montferland bestaat op het moment van schrijven nog geen platform voor streekproducten. Onderling wordt er wel gehandeld, echter niet op structurele basis. Een platform is een centrale plek, bijvoorbeeld een website, waar men onderling regionaal producten kan afnemen. Daarnaast zou het platform ook naar buiten gericht kunnen worden door de streekproducten te
10
verkopen bij een streekwinkel. Echter, dit kan ook bij de ondernemers zelf in de winkels, restaurants etc. De kosten van het platform zouden door de participanten moeten worden gedeeld. Er is in de regio Montferland behoefte om op structurele basis steekproducten aan elkaar te verhandelen. Dit stimuleert de lokale economie, is minder belastend voor het milieu (minder transport) en geeft de streek een eigen karakter. Om het platform herkenbaar te maken kan er gekozen worden voor een Montferland streekproduct logo/etiket. Voor Natuurmonumenten zou het een voordeel zijn als er op hun producten een Natuurmonumenten logo komt te staan. Hiermee vergroot Natuurmonumenten namelijk zijn zichtbaarheid. Speltbrood, wijn en vlees van wild zijn voorbeelden van dergelijke streekproducten waarbij Natuurmonumenten betrokken kan zijn. Het speltbrood wordt gemaakt van speltgraan. Dit speltgraan kan biologisch geteeld worden op de akkers van Natuurmonumenten. De bakker koopt het speltmeel en verkoopt het op zijn beurt als brood aan klanten in de winkel en via het platform aan ondernemers in de regio (bijvoorbeeld een restaurant waar het gebruikt wordt voor een sandwich). Of wel “Van de akker tot de bakker in Montferland”. Voor de wijn geldt ongeveer hetzelfde als het voorbeeld van het speltgraan echter dan is het product wijn en wordt dit in de lokale slijterij verkocht. Daarnaast wordt de wijn ingekocht door lokale restaurants en staat daar als streektrots op de kaart. Bij de wijn zou scharrelvlees uit de streek in een restaurant niet misstaan. Uit de verschillende contacten met de ondernemers is de indruk ontstaan bij de auteurs dat de doelen van de ondernemers en Natuurmonumenten van elkaar verschillen. Bij ondernemers heerst namelijk het idee om Montferland met de streekproducten op de kaart te zetten en bij Natuurmonumenten om samen te werken met ondernemers in de regio.
Figuur 3.1: Waardering van streekproducten op basis van 8 criteria
In de bovenstaande figuur zijn de streekproducten (in de vorm van spelt) gewaardeerd op de 8 bepaalde criteria. Streekproducten kunnen een goede marge opleveren wanneer je deze lokaal afzet vanwege het ontbreken van de diverse groothandels die normaal gesproken wel voorkomen in de verkoopketen en die ieder hun marge opeisen. Daarnaast vallen logistieke kosten deels weg omdat de producten lokaal worden vermarkt. Het financiële plaatje kan dus positief worden ingeschat. Er wordt via de streekproducten door gebruik van het logo van Natuurmonumenten, aan zichtbaarheid gewonnen en ook aan draagvlak vanuit de omgeving door de samenwerking. Streekproducten scoort op alle 8 de criteria.
11
Arrangementen Een tweede idee dat als een favoriet idee gestickerd werd door de ondernemers van het Bergherbos en Natuurmonumenten betreft arrangementen. De lokale VVV was het ideale podium voor arrangementen rondom het Bergherbos. Deze is echter recentelijk failliet gegaan. Er is een behoefte vanuit de ondernemers om een gezamenlijk platform op te starten wat betreft arrangementen. Er is een streekstrippenkaart aangegeven als toevoeging op dit idee. Er zijn tal van excursies los beschikbaar via de diverse ondernemers en Natuurmonumenten. Denk aan tochten met de huifkar, klootschieten over landelijke weggetjes en excursies langs oude smokkelpaden. Daarnaast kan er gegeten en overnacht worden bij de diverse restaurant/hotels in de omgeving van het Bergherbos. Deze losse producten kunnen gezamenlijk worden aangeboden via een nieuw op te richten platform met website. Iedere participerende ondernemer en Natuurmonumenten promoten dit platform actief op hun promotiekanalen: website en bij hen op locatie met brochures. Dit kan het gebruik van het op te richten platform versterken. Wanneer er een strippenkaart verkrijgbaar is, die financieel aantrekkelijk is voor de klant, kan het gebruik van excursies, overnachtingen en diners toenemen. De kosten van het platform worden door de participanten gedeeld. Combinaties van de diverse modules (excursie, diner, overnachting etc.) dienen goed in kaart te worden gebracht en in een concept te worden gegoten. Op dit moment is de beleving dat excursies van Natuurmonumenten snel vol zitten. Dit betekent dat er waarschijnlijk voldoende vraag is naar hun excursies. Door mee te doen aan een dergelijk platform kan Natuurmonumenten op een efficiënte wijze potentiële klanten en nieuwe doelgroepen (niet alleen de natuurliefhebbers) bereiken. Door diverse samenwerkingen met lokale ondernemers kunnen nieuwe verdienmodellen ontstaan. Bijvoorbeeld een kookworkshop met de boswachter waarbij men eerst in de natuur eetbare producten verzamelt en daarna met de kok van een lokaal restaurant het gerecht bereidt. Op deze diverse excursies zijn bij voldoende animo goede marges te halen. Bij sommige excursies is er zelfs sprake van vrijwilligerswerk door de gids en zijn er geen loonkosten te noteren.
Figuur 3.2: Waardering van arrangementen op basis van 8 criteria
In de bovenstaande figuur zijn de arrangementen gewaardeerd op de 8 bepaalde criteria. Zoals eerder reeds vermeld kan participeren aan arrangementen een leuke marge opleveren. Er wordt een breder publiek bereikt en kosten zijn niet hoog. Er wordt een dienst verleend waar soms zelfs geen kosten aan vast zitten (vrijwilligerswerk). Naast het positieve financiële plaatje kan Natuurmonumenten de vruchten plukken van de samenwerking met de ondernemers in de regio want hierdoor zal het draagvlak onder hen in Natuurmonumenten worden vergroot. Er kan een positieve invloed worden verwacht op het imago door de samenwerking met de ondernemers en de nieuwe potentiële klanten die in aanraking komen met Natuurmonumenten. Dit laatste kan de achterban ook versterken. Dit idee scoort op alle bepaalde criteria.
12
Uitkijktoren De uitkijktoren werd haast unaniem als fantastisch idee gebombardeerd op de gezamenlijke workshop van de ondernemers in het Bergherbos en Natuurmonumenten. Het was iets wat ontbrak in de regio en waar veel mensen warm voor zouden lopen. Dit vanwege het prachtige uitzicht over de omgeving, vergroting van de beleving en de vergroting van de aantrekkingskracht op het Bergherbos. Waar men echter aan voorbij liep was of dit een winstgevend idee zou kunnen zijn. Op het moment van het vormen van werkgroepen voor een vervolg van dit idee werd dit kenbaar gemaakt door diverse ondernemers. De terugverdientijd was door studenten van Van Hall Larenstein namelijk op 14 jaar geschat (bron: presentatie studenten VHL). Het is een idee wat een positieve invloed kan hebben op de lokale economie maar op zichzelf kan het geen winstgevend idee zijn. Een combinatie met de later genoemde rodelbaan, een restaurant onder de uitkijktoren en stoeltjeslift zou een ander plaatje opleveren.
Figuur 3.3: Waardering van uitkijktoren op basis van 8 criteria
In de bovenstaande figuur is de uitkijktoren gewaardeerd op de 8 bepaalde criteria. Voor Natuurmonumenten kan de uitkijktoren een optie zijn om te bouwen. Niet vanwege de gedachte er geld mee te verdienen via de uitkijktoren zelf, maar door de uitkijktoren te plaatsen kan het imago van Natuurmonumenten een positieve impuls krijgen. Door samenwerking met lokale ondernemers kunnen de kosten van de uitkijktoren gedeeld worden. Mensen uit de omgeving of toeristen zullen de uitkijktoren snel vinden door de lokale bekendheid ervan en dit kan een breder publiek opleveren dan het gemiddelde Natuurmonumentenlid. Dit zou dan ook een positief effect kunnen hebben op het versterken van de achterban. Vanwege het ontbreken van een gunstig (financieel) perspectief scoort dit idee op 7 van de 8 criteria. Rodelbaan Een rodelbaan in het Bergherbos is een typisch ondernemingsidee. Risicovol, uitdagend en vol hobbels op de weg. Wordt er ruimte gegeven door Natuurmonumenten voor een dergelijke rodelbaan, dan dient de ecologie hier een stapje terug te doen. Het aantal bezoekers is op voorhand moeilijk in te schatten wat onzekerheid meebrengt en het een risicovol idee maakt. Daarnaast zijn de kosten voor een rodelbaan niet gering. Een samenwerking met een uitbater van de rodelbaan dient sowieso plaats te vinden. Een nader te bepalen marge op een ticket zou naar Natuurmonumenten gaan, maar de investering zou grotendeels op naam van Natuurmonumenten komen. Er zijn ideeën om eerst nabij ‘t Peeske op het steile zandvlak tijdens genoeg sneeuwval activiteiten te organiseren. In de afgelopen jaren was het daar tijdens sneeuwperiodes een drukte van belang. Er kan markt zitten in het idee, maar is erg onzeker.
13
Figuur 3.4: Waardering van rodelbaan op basis van 8 criteria
In de bovenstaande figuur is de rodelbaan gewaardeerd op de 8 bepaalde criteria. Dit idee is een groot vraagteken voor Natuurmonumenten wat betreft het verhogen van de inkomsten. Dat zal grotendeels moeten blijken, al is het op voorhand risicovol te noemen. Er kan een breder publiek worden bereikt dan de huidige doelgroep. Echter het heeft ook een negatieve kant vanwege de invloed die de rodelbaan heeft op de ecologie en daarmee wordt afgekeurd door de huidige veelal natuurminnende leden. De rodelbaan scoort met slechts 3 punten slecht op de 8 criteria. Klimbos Het klimbos is een idee wat elders in Nederland al is uitgevoerd. Op de Hondsrug is door Staatsbosbeheer een boomkroonpad aangelegd. Hier dient entree voor te worden betaald. De uitvoering en beheer kan uitbesteed worden aan een outdoor organisatie. Er mag vanuit gegaan worden dat het bij de Hondsrug niet om een winstidee ging. In het geval van het Bergherbos is er interesse voor het idee van een outdoor ondernemer in de regio. Deze wil echter het idee op zijn eigen terrein oppakken en geen concurrent krijgen in de vorm van Natuurmonumenten. Het idee van klimbos, boomkroonpad, tokkelbaan, touwladder etc. spreekt aan bij een grote groep mensen vanwege de adrenaline en unieke ervaring.
Figuur 3.5: Waardering van klimbos op basis van 8 criteria
In de bovenstaande figuur is het klimbos gewaardeerd op de 8 bepaalde criteria. Het idee van een klimbos spreekt een grote groep mensen aan. Voor het idee dient wel een flinke investering te worden gedaan alvorens men kan starten. Daarnaast dient een goede ondernemingspartner te worden gevonden die het terrein gaat exploiteren. Bij voldoende promotie kan er een positieve invloed verwacht worden op het verhogen van inkomsten. Een klimbos trekt een breed publiek aan wat ten goede kan komen aan het versterken van de achterban. Door een dergelijk initiatief te nemen vergroot Natuurmonumenten haar zichtbaarheid. Dit idee scoort op slechts 3 van de 8 bepaalde criteria.
14
4. Ondernemingsplan In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op het ondernemingsidee biologische graanproducten wat onderdeel is van het grotere geheel aan streekproducten. Deze streekproducten zijn in subparagraaf 3.2.2 al omschreven. Uit deze streekproducten is door de werkgroepleden, bestaande uit Natuurmonumenten en een aantal ondernemers, een eerste keuze gemaakt voor graanproducten. Voor deze graanproducten wordt in dit hoofdstuk onder andere ingezoomd op het product, de markt, promotie en productie.
4.1 Het product Het product wat Natuurmonumenten wil gaan verhandelen samen met ondernemers kan het best omschreven worden als biologische graanproducten uit de streek. In deze fase van het project is het de bedoeling dat men een samenwerking opzet met ondernemers waarin men van de akker tot de bakker het product gaat beheren. Natuurmonumenten heeft gronden waarop graan geteeld kan worden, ondernemers fungeren als teler, maalderij, bakker en verkoper. Haver, spelt, rogge en tarwe zijn graansoorten die geteeld kunnen worden in Nederland en die ieder hun eigen eindproducten kennen. Voorbeelden van eindproducten zijn:
(Pannenkoeken)meel Roggebrood (Spelt)brood Koek Bier Restproducten bv veevoer
4.2 Organisatie Om een samenwerking met ondernemers van de grond te krijgen rondom biologische graanproducten dienen eerst alle samenwerkende partijen in kaart gebracht te worden. Deze partijen zijn in de onderstaande figuur gevat:
Figuur 4.1: Organisatie rond streekproductenbrood en koek
Natuurmonumenten heeft percelen in bezit waarop biologische graanteelt kan worden geëxploiteerd. Een agrarisch bedrijf kan de teelt gaan uitvoeren op deze percelen. Vervolgens dient
15
het graan te worden gemalen in een maalderij waardoor meel het halfproduct is. Met dit meel kan een bakker na toevoegen van water, gist en zout vervolgens broden en koeken bakken. Hierna is het eindproduct beschikbaar en kan verkocht worden via de verschillende verkoopkanalen aan consumenten. Deze verkoopkanalen zijn divers. Zo kan de bakker zelf zijn broden en koeken verkopen maar deze kunnen ook door supermarkten, restaurants, campings en hotels in de omgeving verkocht worden. Op deze manier kunnen de biologische graanproducten op vele plaatsen aangeboden worden. Naast de bovengenoemde verkoopkanalen kan er via een oogstfeestdag ook afzet plaatsvinden van de biologische graanproducten. Wanneer er een teveel is aan halfproducten kan men ook kiezen van de verkoop daarvan als bijvoorbeeld veevoer. Daarnaast is het praktisch een opslagruimte te arrangeren om deze overschotten in op te slaan. Natuurmonumenten heeft verschillende mogelijkheden om biologische graanproducten in de markt te zetten. Hieronder zijn ze oplopend in risico vermeld. 1. Men kiest voor het verpachten van de grond. Hiervoor krijg je een percentage van de verkoopwaarde van de grond en kan je de waterschapslasten voor 50% bij de pachter in rekening brengen. 2. Men huurt een agrarisch bedrijf in om alle landbouwactiviteiten uit te voeren. Het graan blijft eigendom van Natuurmonumenten en zal verkocht worden als meel (of ander halfproduct) aan de bakker en andere verkopende partijen. 3. Men zet met alle samenwerkende ondernemers een platform op ( bijvoorbeeld een coöperatie) waarin men de kosten en winsten deelt. Hierdoor wordt het risico van bederfverlies niet bij de bakker neergelegd maar bij alle participerende partijen.
Mogelijkheid 3 is de meest eerlijke variant voor alle participerende partijen. Door op voorhand duidelijke afspraken te maken met de participerende partijen over het delen van kosten (bemesting, oogstmachines, promotie etc.) en winst is het risico van de partijen enigszins ingedamd en is de drempel voor geïnteresseerde partijen niet heel hoog. Er worden geen grote hoeveelheden graan geteeld waarmee men schaalvoordelen kan bereiken zoals de grote spelers in de markt. Hierdoor zal het prijsniveau van de biologische graanproducten hoger liggen dan de gangbare massaproductie graanproducten. Daarnaast is het maar de vraag of ondernemers willen participeren wanneer het risico volledig bij hen komt te liggen (bakkers en verkopende partijen). Aan de andere kant, de eindverkopers hebben zelf de keuze hoeveel men inkoopt van het brood. Mogelijkheid 2 zou daarom ook een logische mogelijkheid zijn. Deze kan gecombineerd worden met het delen van de kosten die men gezamenlijk maakt om het streekproduct in de markt te zetten. Voorbeeldkosten hiervan zijn het ontwerpen van een logo, flyers, brochures en website. Mogelijkheid 1 is het minst risicovol , maar ook het minst winstgevend.
4.3 Markt Binnen deze paragraaf wordt gekeken naar de markt van biologische graanproducten. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de bedrijfstak, klanten en concurrentie. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de graanproducten in een SWOT-analyse.
16
4.3.1 Bedrijfstakanalyse
In de bedrijfstakanalyse wordt ingezoomd op de bedrijfstak van biologische graanproducten. Daarnaast wordt dieper ingegaan op streekproducten. 4.3.1.1 Biologische graanproducten
Van elke € die aan voeding uitgegeven wordt gaat 77 cent naar de supermarkt. In de loop der jaren is het aantal speciaalzaken drastisch afgenomen. Hier zijn supermarkten voor in de plaats gekomen. Wel is het aandeel biologische producten in 2011 met 17% gestegen ten opzichte van 2010 tot een aandeel van 2% van het totaal (bio-monitor 2011). De verwachting is dat deze groei nog even doorzet. Deze groei is vooral te danken aan de supermarkten die steeds meer biologische producten in hun assortiment hebben.
Figuur 4.2: Marktaandeel van biologisch voedsel per productgroep
Zoals in de bovenstaande figuur zichtbaar is behalen biologisch brood en ontbijtgranen een marktaandeel van 2,6%. Dit marktaandeel is gegroeid van 2010 op 2011. In de onderstaande figuur is zichtbaar dat biologisch brood voornamelijk in speciaalzaken (biologische winkels) en supermarkten verkocht wordt. Qua omzet is biologisch brood gegroeid met 10,5% ten opzichte van 2010.
Figuur 4.3: Afzetkanalen biologisch brood
De omzet van biologisch brood groeide met 6,2% van 67,7 miljoen euro naar 72,1 miljoen euro. Deze groei kwam voornamelijk uit de speciaalzaken. De algehele tendens is dat de biologische producten in Nederland een groei laten zien van gemiddeld 10% per jaar.
17
Het biologische areaal is met 2,3% toegenomen tot 55.182 hectare. Hiermee komt het aandeel biologisch areaal uit op 3,0% tegen 2,9 procent in 2010.
Figuur 4.4: Gecertificeerd areaal per provincie
In de onderstaande figuur is duidelijk te zien dat het aanbod aan biologisch areaal in Nederland ieder jaar toeneemt. Lokaal in Gelderland is te zien dat de populariteit van biologische teelt het laatste jaar flink is toegenomen.
Figuur 4.5: Ontwikkeling gecertificeerd areaal per provincie
4.3.1.2 Streekproducten
De biologische graanproducten vallen binnen de groep streekproducten. Er is voor deze groep gekozen zodat deze analyse ook toekomstbestendig is. Een van de doelen van de ondernemers en Natuurmonumenten is dat de regio op de kaart komt te staan. Hiervoor is een breed assortiment gewenst en niet alleen graanproducten. Al zal elk specifiek product wellicht een iets andere benadering nodig hebben, in grote lijnen komt het op hetzelfde neer. Als eerste een definitie van streekproducten zodat we weten waar we het over hebben. Door de marketing van vele grote bedrijven is er namelijk enige vorm van vervaging van het begrip streekproducten opgetreden.
18
In ons geval hanteren we de volgende definitie: Streekproducten zijn verbonden aan een gebied. Grondstoffen zijn zo veel mogelijk afkomstig uit de streek waar ook de verwerking plaatsvindt (bron: stichting Streekeigen Producten Nederland). Wanneer is een product een erkend streekproduct? Het landelijke keurmerk 'Erkend Streekproduct' is opgezet met ondersteuning van het Ministerie van LNV. Het staat voor regionale herkomst en maatschappelijk verantwoord produceren. Producenten van duurzaam geproduceerde streekproducten, kunnen zich door het gebruik van het keurmerk 'erkend streekproduct' in de markt onderscheiden en hiermee hun marktpositie versterken. Het keurmerk wordt beheerd door de stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) in nauwe samenwerking met licentiehouders. Naast toekenning van het keurmerk waarborgt SPN tevens de naleving van de gestelde eisen. Streekproducten die dit logo mogen dragen voldoen aan de volgende voorwaarden (bron: stichting Streekeigen Producten Nederland): • Afkomstig uit een duidelijk omschreven productiegebied; • Geproduceerd met duurzame grondstoffen, afkomstig uit die streek; • De verwerking vindt plaats in de streek; • Er vindt onafhankelijke controle plaats. Ten aanzien van duurzaamheid wordt er gekeken naar de volgende aspecten: • Milieuaspecten van de productie (geen gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en spaarzaam energiegebruik); • Agrobiodiversiteit (het vóórkomen van meerdere rassen van één landbouwgewas); • Agrarische natuur- en landschapselementen; • Dierenwelzijn; • Verminderen van transportbewegingen. Vijf factoren waarmee streekproducten zich kunnen onderscheiden:
Territorialiteit: de geografische herkomst die een streekproduct in de ogen van de consument een meerwaarde verleent. Typiciteit: de speciale product- of productiekenmerken die het streekproduct doet onderscheiden van vergelijkbare voedselproducten. Hoe sterker deze typiciteit, hoe moeilijker het product nagemaakt kan worden. Traditionaliteit: de ouderdom van een streekproduct, de kwaliteit van het historische verhaal achter het product en de traditionele productiewijze. Collectiviteit: een product wordt door meerdere producenten in de streek gemaakt en deze producenten hebben afspraken over kwaliteit, productiewijze en gezamenlijke afzet. Landschappelijkheid: het gebruik van het specifieke landschap in de marketing van het streekproduct.
Het aantal streekproducten neemt steeds verder toe. Bovendien is het gebruik van streekproducten in opmars binnen de gastronomie, evenals het aantal initiatieven rondom streekproducten.
19
Streekproducten in cijfers Er is weinig cijfermateriaal te vinden over streekproducten. De cijfers over streekproducten die er wel zijn, zijn afkomstig van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Het CBS kijkt niet naar alle streekproducten maar naar landbouwbedrijven met verkoop aan huis. Met verkoop aan huis wordt de directe verkoop van landbouwproducten aan de consument of detailhandel bedoeld. Dit kan zijn verkoop langs de weg, op de markt, via internet, via een eigen winkel, bezorging aan huis, directe leveringen aan (streek)winkels, horecagelegenheden en markten. Het gaat hier niet om het gezamenlijk afzetten aan groothandels of veilingen.
1998 1999 2003 2005 2007 2008 2009
Agrarische bedrijven 104873 101545 85408 81750 76741 75151 73008
Verkoop aan huis 4501 3369 5374 4529 2851 2188 2251
Figuur 4.6: Bron, cbs
Pauline Neerman schrijft op 20 oktober 2010 op www.retaildetail.be (een portaalsite die in het leven is geroepen voor retailers en toeleveranciers uit de wereld van de Retailcommunicatie): "Streekproducten zijn terug van weggeweest. Het lokale en authentieke van streekproducten is vandaag de dag helemaal hip. De consument eist meer ambachtelijke en verse producten omdat dat garant zou staan voor kwaliteit en een bewuste levensstijl". De kop van het artikel luidt zelfs: "Streekproducten: een trend met revolutionair potentieel". Uit dit artikel blijkt dat er, naast een groter belang voor de verduurzaming van voedselketens, ook vraag is naar streekproducten vanuit consumenten. Uit onderzoek van Bruin en Oostindie blijkt dat 20 tot 40 procent van de consumenten gevoelig is voor regionale productie, verantwoord ondernemerschap en duurzaamheid. Consumenten zijn in toenemende mate opzoek naar producten met een toegevoegde waarde op het gebied van gezondheid, smaak, kwaliteit, authenticiteit, transparantie en traceerbaarheid. Dit maakt de potentie van streekproducten groot. 4.3.2 Klantenanalyse
In de klantenanalyse wordt getoond hoeveel potentiële klanten er zijn in de gemeente Montferland, de Achterhoek en uit toerisme. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel procent van deze mensen interesse heeft in biologische streekproducten. Er wordt hier gekeken naar de uiteindelijke consument van het product en niet naar afnemers van halfproducten.
20
Inwoners De gemeente Montferland telt 35.000 inwoners. Hieronder is te zien hoe deze inwoners zijn verdeeld in leeftijd en geslacht.
Figuur 4.7: inwoners Montferland naar leeftijd en geslacht
De Achterhoek bestaat uit de op de in figuur 4.8 aangegeven gemeentes. De gemeente Montferland is links onderin zichtbaar. De Achterhoek telt 334.377 inwoners en zijn allen potentiële klanten.
Figuur 4.8: De Achterhoek en zijn gemeentes.
Toeristen De Achterhoek heeft 400.000 bezoekers per jaar (Trendrapport Vrijetijdssector Achterhoek, Cijfers en trends, februari 2010 – GOBT).De Achterhoek wordt vooral bezocht door stellen van 55 jaar of ouder, zonder kinderen.
Figuur 4.9: Leeftijdsopbouw van binnenlandse toeristen Achterhoek ten opzichte van het landelijke gemiddelde
21
Van alle binnenlandse vakantiegangers in de Achterhoek, komt het merendeel uit de Randstad (37%) en Gelderland (22%). 11% Van de toeristen komt uit het buitenland. Zes procent van alle verblijfsbezoeken in de Achterhoek komt voor rekening van Duitse bezoekers. Montferland is de meest toeristische gemeente van de Achterhoek. In bezoekersgetallen is dit helaas niet uit te drukken. De onderstaande figuur toont het aandeel in toeristische banen in de Achterhoek. Wanneer we dit als percentage zien van de 400.000 bezoekers dan zijn er minstens 32.000 bezoekers van Montferland. Gemiddeld werd in 2009 tijdens een toeristische vakantie in de Achterhoek per persoon per dag € 24,- besteed.
Figuur 4.10: aandeel in toerisme
Interesse in biologische streekproducten Uit onderzoek is gebleken (LEI, 2004) dat toeristen en recreanten mogelijk eerder geïnteresseerd zijn in streekproducten dan mensen die zelf afkomstig zijn uit de regio. Dit in combinatie met de verwachting dat toeristische accommodaties in Nederland naar verwachting een goede omzet zullen draaien omdat mensen door de economische recessie minder snel geneigd zijn te kiezen voor buitenlandse vakantiebestemmingen biedt goede perspectieven op deze doelgroep. De toeristische markt heeft drie gebruiksdoelen met betrekking tot streekproducten. Dit zijn horeca, cadeaumarkt en arrangementen. In de bedrijfstakanalyse kwam al naar voren dat streekproducten een groeiende markt is. Ongeveer 20 tot 40 procent van de consumenten is gevoelig voor regionale productie, verantwoord ondernemerschap en duurzaamheid. Consumenten zijn in toenemende mate opzoek naar producten met een toegevoegde waarde op het gebied van gezondheid, smaak, kwaliteit, authenticiteit, transparantie en traceerbaarheid. Dit maakt de potentie van streekproducten groot.
22
In de bedrijfstakanalyse werd ook al aangehaald dat 2% van alle supermarktartikelen tegenwoordig biologisch is. Deze biologische producten worden veelal gekocht door klanten met de volgende kenmerken: Randstedelingen, studenten, tweeverdieners en 50-plussers (Biotrends 2011). Volgens de foodmonitor, georganiseerd door Food for Food en Intomart GFK, waarvoor meer dan 2000 mensen zijn ondervraagd, is gebleken dat 45% van de Nederlanders waarde hecht aan biologische afkomst van een product (zie bijlage 1). Ruim 58% van de ondervraagden hecht waarde aan lokale afkomst van een product, een streekproduct. Mensen in de leeftijdscategorie 65+ hechten het meeste waarde aan biologische afkomst van een product echter de andere leeftijdscategorieën volgen op korte afstand. Mensen in de leeftijdscategorie 50+ hechten het meest aan lokale afkomst. Lager opgeleiden zullen minder snel biologisch kopen dan hoger opgeleiden blijkt uit het onderzoek. Lokale producten vinden over de verschillende opleidingsniveaus gelijke voorkeur. Ruim de helft van de geïnterviewde vrouwen hecht waarde aan biologische afkomst van een product. Mannen zijn hier minder bewust in (39%). Mannen en vrouwen hebben gelijke voorkeur in lokale afkomst. De biologische consument kan samengevat worden als iemand die meestal hoger opgeleid is en vaker vrouw is dan man. Leeftijdscategorie doet hier niet ter zake. De streekproducten consument kan worden samengevat als iemand die meestal 50 jaar of ouder is. 4.3.3 Concurrententieanalyse
Concurrentie, van de op biologische graan betrekking hebbende streekproducten, is er in diverse vormen. Ze zijn samen te vatten in de volgende groepen concurrenten.
Biologisch streekproduct Biologisch product Streekproduct Verse producten van bakker (niet biologisch en streek) Massaproductiebroden van de supermarkt (niet biologisch en streek)
De grootste concurrentie kan men verwachten van de bestaande biologische en/of streekproducten. Klanten die deze producten kopen zijn namelijk al geïnteresseerd in deze producten en zullen sneller geneigd zijn een dergelijk product te kopen dan andere klanten. Verkooppartijen die zich aansluiten bij het platform streekproducten zullen ruimte moeten maken voor deze streekproducten in hun schap. Hierdoor zullen een aantal bestaande producten (concurrenten) worden vervangen door de biologische streekproducten van het platform. De gangbare producten worden doorgaans goedkoper aangeboden dan biologisch en streekproducten vanwege de schaalvoordelen die men geniet. Wanneer puur de positie van Natuurmonumenten bekeken wordt in de productieketen, zoals getoond in figuur 4.1, zijn andere concurrenten te traceren. In die fase is graan het halfproduct. Concurrentie kan dan als volgt worden samengevat.
Biologisch graan Massaproductiegraan (Uit binnen en buitenland)
Concurrentie van biologisch graan van Natuurmonumenten kan worden gevonden in ander geteeld biologische graan. Deze concurrentie kan echter ook worden toegejuicht omdat deze teelt aangeeft dat biologisch graan hiermee een grotere positie in de graanmarkt verwerft. Voor
23
Natuurmonumenten betekent een groter aanbod aan biologisch graan op de markt een lagere prijs die men kan vragen voor hun graan. Nu de vraag naar biologische producten toeneemt (zie subparagraaf 4.3.1.1) zal hier niet zoveel van gemerkt worden. Niet biologisch graan wordt doorgaans goedkoper aangeboden dan biologisch vanwege de schaalvoordelen die men geniet. Men haalt namelijk meer van het landbouwperceel af, vanwege het gebruik van bestrijdingsmiddelen, gangbaar mestgebruik en de grootte van het perceel. 4.3.4 Marketingmix
In de marketingmix wordt opgesomd wat de 5 P’s zijn. Dit zijn product, plaats, prijs, promotie en personeel. Deze marketingmix wordt als marketinghulpmiddel ingezet om de marketingstrategie uit te voeren. Product Het gaat hier om biologische graanproducten uit de streek. Het halfproduct is biologisch graan en het eindproduct is op te splitsen in verschillende varianten zoals brood en koek. Daarnaast zijn de halfproducten ook te verkopen als zodanig. Dit kan graan of meel zijn. De producten worden als onderdeel van een op te zetten streekproductenlijn verkocht. Plaats Er wordt een streekproductenlijn opgezet in Montferland en hiervan is het de bedoeling de producten lokaal te verkopen. De plaats waar de biologische streekproducten derhalve verkocht worden is de Achterhoek en daarbinnen in het bijzonder Montferland. De verkoopplaatsen kan men verwachten in participerende bedrijven zoals bakkers, (biologische) supermarkten, restaurants, hotels en campings. Hier ligt een wereld aan mogelijkheden voor de afzet van streekproducten. Door de producten lokaal te verkopen zijn logistieke kosten laag. Prijs De prijs van biologische producten is doorgaans hoger dan gangbare producten. Een biologisch brood kost bijvoorbeeld gemiddeld 3 euro waar een normaal brood 2 euro kost. Een biologisch speltbrood kost € 3,75 (bron: letterlijk marktonderzoek januari 2013). Dit heeft onder andere te maken met het niet gebruiken van bestrijdingsmiddelen waardoor er een groter verlies wordt gemaakt op (insecten en fauna) schade dan bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Promotie De promotie van de biologische graanproducten zal voor een groot deel via een nog op te richten platform van participerende organisaties plaatsvinden. Bij deelnemende organisaties wordt er in de winkel, restaurant of receptie aangegeven dat men keuze heeft voor de biologische graanproducten. Om dit kracht bij te zetten zullen er affiches hangen, flyers liggen over de streekproducten. Op een menukaart kan extra worden aangegeven dat het om een biologisch streekproduct gaat. Deze genoemde promotiemiddelen zijn relatief goedkoop en kunnen worden ingezet tijdens de opstartfase. Daarnaast kan de lokale media opgezocht worden voor het publiceren van een interview. Social media zoals Twitter en Facebook zijn ook relatief goedkoop. Dit vraagt wel om veel aandacht en dus arbeid.
24
Een volgende stap waar meer kosten aan verbonden zijn is het opstarten van een website. Via een streekwebsite die financieel ondersteund wordt door het platform kan men extra publiciteit krijgen. Lokale klanten worden bereikt via advertenties in de lokale kranten en oogstfeesten. Personeel Gezamenlijk met andere participerende partijen zullen er arbeidsuren gaan zitten in de samenwerking. Deze arbeidsuren zullen zich terug gaan betalen in winst op de geleverde producten. Arbeidsuren die gaan zitten in het onderhoud van promotiemiddelen als een website, Facebook en Twitter kunnen uitbesteed worden. Hierdoor kan het personeel tot een minimum beperkt worden. Het aansturen van een eventueel ingehuurde agrariër door Natuurmonumenten kan door het huidige personeel opgevangen worden. Voor assistentie op verkoop gerelateerde onderdelen van het werk kan de afdeling Ondernemen en Bedrijfsontwikkeling ingeschakeld worden. Het is belangrijk dat het project door alle betrokken medewerkers gedragen wordt. 4.3.5 SWOT-Analyse
In deze paragraaf wordt een sterktes-zwaktes en kansen-bedreigingen analyse uitgevoerd. Deze wordt afgekort SWOT genoemd afkomstig van de Engelse termen strenghts, weaknesses, opportunities en threats. De sterktes en zwaktes zijn intern gericht. Kansen en bedreigingen zijn extern gericht. Op de volgende pagina is de SWOT uitgewerkt.
25
Sterktes (intern): Natuurmonumenten Montferland heeft landbouwpercelen beschikbaar voor graanteelt. ‘’Schoon’’ product met lage ecologische voetafdruk. Door samenwerking in een platform kan men kosten en risico delen met participanten. Lage logistieke kosten doordat het lokaal wordt verkocht. Door verkopende participanten wordt deel assortiment vervangen door biologische streekproduct en wordt actief gepromoot. Diversiteit aan verkoopkanalen: van bakker tot restaurant Kansen (extern): De vraag van consumenten naar biologische en/of streekproducten neemt toe. Lokaal inspelen op gunfactor. Door samenwerking met lokale ondernemers creëert Natuurmonumenten draagvlak in omgeving. Focus leggen op 2 kenmerken: biologisch voor hoger opgeleiden en op lokaal bij lager opgeleiden. Restanten halfproducten kunnen los verkocht worden. Uitbreidingsmogelijkheden naar meer biologische streekproducten en meer participanten, sneeuwbaleffect. Streekproducten verbinden met recreatie, toerisme, educatie en/of zorg. Conceptversterking door streekproducten te combineren met scharrel en/of biologisch. Boerderijwinkels, om de boerderijverkoop te stimuleren is het aan te raden een uniforme winkelformule op te zetten. Webwinkels. Streekmarkten, braderieën. Supermarkten, supermarkten zijn succesvolle afzetkanalen waar grotere hoeveelheden producten afgezet kunnen worden. Willem &Drees is een succesvol concept om lokaal geteelde aardappels, groenten en fruit bij een lokale supermarkt af te zetten. Gekeken moet worden of Willem &Drees uitgebreid kan worden naar Montferland en wat hiervoor nodig is. Out of home, zoals zorginstellingen en horeca, benzinestations, kantines, fitnesscentra, e.d., out of home kanalen kunnen efficiënt beleverd worden via een groothandel of andere tussenschakel. Toeristische verkooppunten campingwinkels, bezoekerscentra, VVV-kantoren. Campings/ verblijfrecreatie in combinatie met arrangement.
Zwaktes (intern): Natuurmonumenten staat aan het begin van een omschakeling naar meer ondernemend opereren. Er ontbreekt een projectleider voor het gehele project ondernemen in Montferland. Bederf van graan en eindproducten. Hogere productiekosten door missen van schaalvoordeel.
Bedreigingen (extern): Crisis, men gaat letten op de uitgaven waardoor de duurdere biologische producten worden vervangen door een goedkoper alternatief. Afname van focus bij participanten waardoor succes afneemt. Strenge hygiëne-eisen (o.a. HACCP). Onduidelijke definitie 'streekproduct'. Bestemmingsplannen van gemeentes kunnen boerderijverkoop hinderen. Logistieke belemmeringen. Produceren wordt duurder. Beperkte bereidheid van producenten tot coöperatievorming. Prijsafspraken met supermarkten. Beperkt aanbod van streekproducten. Beperkte winstgevendheid voor producenten. Er is een ‘mismatch’ tussen vraag en aanbod door een kleinschalig aanbod en schaalvergroting aan de afzetkant. De huidige uitgangspunten van de sector, in termen van organisatiegraad, productvolumes, investeringsvermogen en professionaliteit, bieden onvoldoende perspectief voor substantiële opschaling van de sector als geheel. Er is onvoldoende samenwerking in de sector van de streekproducten. Het is van cruciaal belang dat er onderscheidend vermogen wordt gecreëerd door "differentiatie van het product ten opzichte van vergelijkbare producten of door afscherming van de markt". Momenteel wordt de vraag naar streekproducten belemmerd doordat consumenten de producten niet kennen, de producten niet verkrijgbaar zijn in de winkel waar de consument normaal zijn levensmiddelen koopt en omdat de consument weinig ervaring heeft met de producten.
Figuur 4.11: SWOT-analyse
26
4.4 Promotie Promotie is het onder de aandacht brengen van het product bij het publiek met als doel er meer van te verkopen. Via promotie wordt niet alleen het product, maar ook de organisatie erachter gepresenteerd aan de markt. 4.4.1 Doelgroep
Uit de klantenanalyse is naar voren gekomen welke groep mensen de Achterhoek bezoekt. Een groot deel is 50plusser. Het toeval wil dat 50plussers bovenmatig geïnteresseerd zijn in biologische streekproducten. Meer dan de helft van de totale bezoekers van de Achterhoek zijn Randstedelingen en Gelderlanders. Het is de wens van de werkgroep zich te richten op hoger opgeleide, jonge gezinnen omdat deze meer geld te besteden hebben. Hiermee wordt tevens ingespeeld op klantenbinding voor de toekomst. Hoger opgeleide Nederlanders hebben doorgaans meer interesse in biologische streekproducten dan lager opgeleide dus dit sluit goed aan op het product (zie bijlage 1). Deze jonge gezinnen zijn ook huidige bezoekers van de Achterhoek. Volgens het LEI zijn toeristen en recreanten mogelijk eerder geïnteresseerd in streekproducten dan mensen die zelf uit de regio afkomstig zijn. Toch is het beter om ook de lokale bewoners in de doelgroep te betrekken mede vanwege een mogelijke gunfactor. Met het kopen van het biologische streekproduct wordt namelijk de lokale economie gestimuleerd. De doelgroep is dus tweeledig:
Toeristen en bewoners van de Achterhoek van 50 jaar en ouder. Toeristen en bewoners van de Achterhoek die hoger opgeleid zijn en deel uitmaken van een jong gezin.
4.4.2 Concept/huisstijl
Voor de biologische graanproducten uit de streek is het verstandig een platform van (biologische) streekproducten op te richten. Hier kunnen later andere streekproducten aan worden toegevoegd. Voor het platform dient een concept te worden uitgewerkt door een nog in te huren extern reclamebureau. In zo’n concept dient een filosofie uitgewerkt te worden van de biologische streekproducten uit Montferland. Dit concept dient de bepaalde doelgroepen aan te spreken. Andere output van een dergelijk concept is een logo wat gebruikt kan worden op de verpakking van het product en op promotiemateriaal zoals flyers, brochures en website. Streekproducten worden breder gedragen door de gemiddelde Nederlander dan biologische producten. Het is daarom verstandig de nadruk te leggen in het concept op dat het een streekproduct is. Daarnaast dient het product wel te worden voorzien van een biologisch keurmerk. In het concept kan ook meegenomen worden dat streekproducten een kleinere footprint hebben dan niet streekproducten omdat er weinig logistiek benodigd is. Voor de werkgroepleden is de kernactiviteit van de streekproducten promotie voor het gebied Montferland. Ondernemers hebben als subdoel meer mensen naar hun bedrijf trekken en daarmee meer winst te genereren. Natuurmonumenten heeft als subdoel te ondernemen en daaruit winst te
27
behalen. Een ander subdoel voor Natuurmonumenten is (leden)binding. Het middel hiervoor zijn de biologische streekproducten om de streek als geheel te promoten. In het geval van deze businesscase: biologische graanproducten. Om de communicatie kracht bij te zetten dient de werkgroep goed na te denken over een communicatieboodschap van het concept. Een voorbeeld zou kunnen zijn: ‘’Natuurmonumenten en ondernemers uit regio Montferland maken samen natuurlijk graan voor de omgeving’’. Aan deze communicatieboodschap wordt het gehele concept opgehangen. 4.4.3 Publiciteit
Gratis publiciteit is een prachtig promotie middel. Wanneer het concept is uitgewerkt, en de eerste biologische graanproducten uit Montferland de schappen gaan vullen bij de verkooppunten, dient de lokale pers opgezocht te worden. In het voortraject is dit een aantal keer gedaan door VHL. Lokale kranten of toeristenkranten dienen hiervoor benaderd te worden om zo de doelgroep in een vroeg stadium te bereiken. Daarnaast zou het mooi zijn als Achterhoek FM en omroep Gelderland een item gaan maken over de samenwerking tussen Natuurmonumenten en lokale ondernemers en wat het als resultaat heeft opgeleverd. Er kan aandacht gevraagd worden door middel van een persbericht en deze te versturen naar de betreffende media. Een persbericht moet nieuws bevatten en pakkend zijn geschreven. Een goed persbericht kan geschreven worden aan de hand van de 5 W’s:
Wat gebeurt er? Waar gebeurt het? Wanneer gebeurt het? Wie doet wat? Waarom gebeurt het?
4.4.4 Website
Naast de eigen Natuurmonumenten website waarop de biologische graanproducten uit Montferland worden gepromoot dient een streekproducten website te worden ontworpen voor het platform. De gemeente Montferland is al betrokken bij een streekwebsite. Deze kan hierbij betrokken worden. De website krijgt de ontworpen stijl die in het concept is uitgewerkt. Hiermee worden de doelgroepen aangesproken. De website kan in de toekomst gebruikt gaan worden als een VVV website waarop allerlei lokale activiteiten en producten worden samengevat. De domeinnaam dient logisch te zijn en goed vindbaar via google. De kosten van de website worden gedeeld door de participanten van streekproducten. 4.4.5 Promotiemiddelen
Op welke manieren Natuurmonumenten en de participerende ondernemers de doelgroepen kunnen bereiken wordt hier uitgelegd. Zoals eerder aangegeven in deze paragraaf kan de lokale media opgezocht worden voor gratis reclame. Daarnaast is een website een vereist ondersteunend promotiemiddel voor de streekproducten. Hieronder worden andere promotiemiddelen uitgelegd. Gratis promotie en link naar streekproductenwebsite op websites participerende ondernemers Op de websites van participerende ondernemers dient en link naar de streekproductenwebsite te komen. Daarnaast is het wenselijk dat op die websites ook een gestandaardiseerde promotietekst komt te staan over de streekproducten uit Montferland. Dit is gratis promotie.
28
Promotiemateriaal op locatie bij participerende ondernemers Bij de participerende ondernemers waar de biologische graanproducten uit Montferland worden verkocht zal promotiemateriaal worden ingezet. Een bescheiden poster bij de entree of brochures zijn een voorbeeld hiervan. Een ander idee is om bij het biologische streekbrood wat men bestelt in een restaurant een visitekaartje neer te leggen. Hierop kan aangegeven worden dat het brood afkomstig is van een biologische akker in Montferland en dat men een goede keuze heeft gemaakt voor dit brood omdat het een bescheiden ecologische voetafdruk achterlaat. Daarbij kan om de boodschap kracht bij te zetten het verschil worden getoond met de ecologische voetafdruk van een massaproductiebrood. Advertenties in lokale krant of toeristenkrant Achterhoek. Naast de gratis publicaties zoals aangegeven in subparagraaf 5.4.3 kan men advertenties laten plaatsen in lokale en toeristenkranten. Hiermee bereikt men de lokale en toeristendoelgroep. Adverteren op de website van een ander (web-advertising) Op de door de doelgroepen veel geraadpleegde websites kan men advertenties laten plaatsen. Denk hierbij aan streekwebsites die reeds bestaan zoals www.montferland.nl en www.montferlandtoerisme.nl Social media zoals Twitter en Facebook Via een Twitter-account kan de buitenwereld op de hoogte worden gehouden van de streekproducten. Bij een nieuw streekproduct kan er een tweet geplaatst worden. Daarnaast kan een Facebook pagina aangemaakt worden. Het doel bij deze 2 media is het krijgen van volgers. De volgers kunnen vervolgens op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op het gebied van de streekproducten. Het is belangrijk regelmatig relevante informatie te posten. Twitter kan door middel van links hierbij als een portaal voor verwijzingen naar andere media dienen. Oogstfeest Wanneer er een lokaal oogstfeest georganiseerd wordt is het zaak de Montferlandse streekproducten ook een podium te geven op dit oogstfeest. Het platform kan een voortrekkersrol nemen in het organiseren van een jaarlijks terugkerend oogstfeest. Bij een oogstfeest kan men demonstreren hoe het graan geoogst wordt en wat er vervolgens met het graan gebeurd tot het brood aan toe. Van de akker tot de bakker. Een dergelijk oogstfeest kan tevens dienen als verkoopkanaal voor de streekproducten. De beoogde doelgroepen zijn doorgaans geïnteresseerd in oogstfeesten. Men kan zich ook aansluiten bij bestaande oogstfeesten zoals proef de achterhoek (www.proefde8erhoek.nl). Kerstpakket lokale leden Natuurmonumenten De streekproducten kunnen eenmalig cadeau gedaan worden als kerstpakket aan lokale Natuurmonumentenleden. Hiermee brengt Natuurmonumenten de streekproducten onder de aandacht bij een grote groep mensen die geïnteresseerd zijn in dergelijke biologische streekproducten. Hieruit kan mond tot mond reclame tot meer klanten leiden.
29
Aansluiten bij bestaand streekproduct Bij een bestaand streekproductenmerk zoals achterhoek streekproduct kan men zich aansluiten. Hiermee kan men slim meeliften op de bekendheid daarvan (www.achterhoekstreekproduct.nl).
Figuur 4.12 kaart achterhoekstreekproducten bron: www.achterhoeksestreekproducten.nl
4.5 Financiën In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de financiële effecten van het ondernemen. In de resultatenrekening wordt getoond wat de vaste kosten en variabele opbrengsten zijn voor het verbouwen van spelt. Deze resultatenrekening kan Natuurmonumenten een inkijk gegeven wat het resultaat (winst) op jaarbasis kan zijn. Naast de vaste kosten en variabele opbrengsten zijn andere investeringen* vermeld die optioneel zijn. Denk hierbij aan een website, reclamekosten en een eigen logo. Deze tabellen dienen zelf te worden aangevuld door de deelnemende ondernemers en Natuurmonumenten op het moment dat de plannen concreter zijn of er verder dan het halfproduct meel gewerkt wordt.
30
Resultatenrekening (winst en verliesbalans) Uitgaande van een opbrengst van 3000kg/hectare per jaar. Vaste kosten
Variabele opbrengsten
euro per ha
euro per ha
Aanvoer en opbrengen mest
Spelt
Kippenmest verspreiden
52,5 Spelt Bloem
Drijfmest
120
Zaai klaarmaken akker (ploegen)
Spelt stro (afvoer 60 euro per 100 0,50/ ton (los op onderwerken 0,5. het land
Zaaien Wieden (in eigen beheer) alleen in nood. Oogsten Stoppelbewerking akker Speltzaad (zaaigoed) Reinigen, drogen, opslag, 0,30 euro per pellen kg 17 euro per Malen spelt 100 kg 0,50 euro per Verpakken meel kg sub. Totaal
3000 kg/ per ha 2,80 euro per kilo gram meel
schoon 8400
180
95 40 165 45 418 900 510 1500 3945,5
8580
4634,5 euro per hectare
bruto winst
Optionele investeringen Website (simpel)* Ontwerpen concept*
1000 euro per jaar 10.000 euro eenmalige kosten
1.000
Figuur: 4.13 Begrotingstabel. Bron: mondelinge mededelingen Theo Nierkes, Jan Steverink, Commandeursmolen (Mechelen), www.speltwinkel.nl
In de bovenstaande tabel zijn prijzen opgenomen welke in 2012 in rekening zijn gebracht of wat producten hebben opgeleverd. Hierbij dient voor een begroting voor 2014 rekening gehouden te worden. Dit omdat de kosten van het loonwerk naar verwachting zullen stijgen. Dit heeft te maken met de wijziging in de rode diesel (laag belaste half zware olie en gasolie). De rode diesel regeling is vervallen met ingang van 1 januari 2013. (Bron: http://download.belastingdienst.nl/douane/docs/nieuwsbrief_rode_diesel_acc1121z1fd.pdf) Hierdoor verdwijnt het accijnstarief voor rode diesel. De hogere brandstof kosten zullen doorberekend worden en zullen naar verwachting een negatief effect hebben op de begroting. Daarnaast is er in bovenstaande tabel rekening gehouden met een opbrengst van 3000 kg spelt per hectare. Door verschillende omstandigheden (waaronder droogte) kan deze opbrengst sterk variëren. Dit kan positieve maar ook negatieve invloed hebben op de begroting.
31
Op dit moment wordt in de begroting rekening gehouden met de verkoop van het meel wat door de molen al gemalen is. Het meel dient dan verpakt te worden in verschillende verpakkingen. Hierbij zijn 1 kg, 2,5 kg, 5 kg en 25kg de meest gangbare maten. In de berekening is rekening gehouden met verpakkingskosten van 0,50 cent per kilogram. Wanneer alles in 1 kg zakken verpakt wordt zal dit bedrag hoger zijn dan de 0,50 cent per kg. Bij verkoop in 25 kg zakken aan bv. bakkers zullen deze kosten mogelijk iets lager liggen. Hierdoor zou de verkoopprijs van een zak van 25 kg lager kunnen zijn dan de prijs van 1 kg. Voor de prijzen van verpakt meel zijn de prijzen aangehouden van www.speltwinkel.nl (januari 2013). Het verkopen van de verschillende producten kan door middel van een webwinkel waar iedereen zijn product kan bestellen. Mogelijk kan hier worden aangesloten bij de bestaande webwinkel van Natuurmonumenten. Daarnaast kan dit in de regio op verschillende verkooppunten. De kosten die met de verkoop van de producten zijn niet nader weergegeven. Deze zullen door Natuurmonumenten nog verder uitgezocht moeten worden. Dit kan Natuurmonumenten doen wanneer de plannen concreter zijn. De kosten voor een logo ontwerp, de bouw en het beheren van een website zijn wel in de berekening meegenomen onder de optionele investeringen. Natuurmonumenten kan er ook voor kiezen om de spelt als graan te verkopen aan de molen en het daarbij te laten. Hierdoor wordt het risico verspreid. De opbrengsten van de niet gemalen spelt zijn der mate laag (0,75 euro per kg) dat het veel moeilijker zal worden om dan nog winst te kunnen maken. Uit ervaring blijkt dat Natuurmonumenten op dit moment geen kosten heeft aan het wiedeggen van hun speltpercelen. Deze kosten zijn in de begroting wel meegenomen. Mocht in de toekomst blijken dat wiedeggen inderdaad niet nodig is zal dit een positief effect hebben op de winst.
32
5. Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven aan Natuurmonumenten voor het vervolg van het project ondernemen in het Bergherbos. Deze aanbevelingen zijn tot stand gekomen uit de opgedane kennis en ervaring van de auteurs van dit plan gedurende het project.
5.1 Conclusie De uitkomst van het onderzoek toont aan dat er zeker kansen zijn voor Natuurmonumenten om samen met (lokale) ondernemers coalities te sluiten. Ook toont het aan dat er winst te behalen is uit het verbouwen en verkopen van het halfproduct speltmeel. Om het tot een succes te maken is het raadzaam de aanbevelingen zoals in de volgende paragraaf staan beschreven op te volgen. Door samen met lokale ondernemers een (lijn) streekproduct(en) op te zetten is het mogelijk om Montferland, en dan specifiek de omgeving rond het Bergherbos, op de kaart te zetten. Zoals dit onderzoek laat zien is er markt voor streekproducten en zit er groei in deze markt. Natuurmonumenten zal zich naast het produceren van het halfproduct speltmeel ook moeten inzetten voor een eindproduct. Om het doel, samenwerken met de ondernemers, te kunnen behalen moet er intensiever samengewerkt worden met de lokale ondernemers. Het eindproduct is dan het middel om deze intensievere samenwerking tot stand te brengen. Gezien de berekening van teelt tot halfproduct en de kosten van een brood kan men verwachten dat er een winst valt te halen. Van het bruto winstbedrag wat in de berekening in het ondernemingsplan is opgenomen dienen nog verschillende kosten afgetrokken worden. Denk hierbij aan marketingkosten en projectkosten (projectkosten: uurloon projectleider, contacten met molenaar, contacten met loonwerkers etc.). Spelt is ongepeld bij de juiste vorm van opslag lang houdbaar waardoor het hele jaar door afgezet kan worden. Een deel van de berekening van de kosten berust op aannames. Voordat er definitief gestart wordt met het project dient er een nauwkeurigere calculatie plaats te vinden. Dit omdat er nog een aantal specifieke kosten nader uitgezocht moeten worden. In de regio bestaat een platform voor streekproducten. Het gaat om Vereniging Streekproducten Achterhoek en Liemers. De mogelijkheid om hier bij aan te sluiten zou ook op zijn minst onderzocht moeten worden.
33
5.2 aanbevelingen Regionaal platform Om meer klanten binnen te halen voor de aan het project gelieerde ondernemingsideeën kan een platform ondersteuning bieden. Met een platform wordt hier een groep organisaties bedoeld die een gezamenlijk doel delen: “Het aantrekken van meer klanten naar Montferland’’. In dit geval zijn deze organisaties te zien in de ondernemers en Natuurmonumenten. Daarnaast zullen gemeentes willen participeren in een dergelijk platform om zo de lokale ondernemers en daarmee de bewoners te helpen. Een middel om de klanten te bereiken kan een website zijn waarop (zoals VVV) alle mogelijke manieren van ontspanning in Montferland zijn samengevat. Daarnaast kunnen er op deze website ook streekproducten aangeboden worden. Het uitwerken van een dergelijk platform kan als opdracht uitgezet worden bij een commerciële of communicatieve HBO-instelling. Hierbij kan ook een logo/etiket ontwikkeld worden. Een dergelijk platform kan ook een intern gericht karakter hebben. Denk hierbij aan het verhandelen van streekproducten onderling onder de bij het platform aangesloten organisaties in Montferland. Voor organisaties die meedoen aan het platform kan een afgeschermd deel van de website benaderd worden om zo producten aan te bieden of te kopen. Op deze manier kan men elkaar makkelijker vinden en zijn prijzen direct inzichtelijk. De kosten van het opzetten en onderhoud van de website kan men onder de deelnemers delen. Daarnaast kan er gekeken worden naar een mogelijkheid regionale toeristenbelasting in te zetten voor dit platform. Ook dient alvast nagedacht te worden over uitbreiding van het assortiment. Bijvoorbeeld streekwijn, (bosbessen)jam etc. ’’Vergeten’’ ideeën Ideeën die niet opgepakt zijn tijdens de inventarisatiefase van dit project dienen niet vergeten te worden. In dit document zijn ze in bijlage 7 en 8 vermeld. Na het uitvoeren van de vermelde ideeën uit hoofdstuk 3 kan men andere winstgevende samenwerkingsideeën gaan oppakken. Zoals al eerder vermeld in dit hoofdstuk kan er vanuit VHL ondersteuning gevraagd worden voor het schrijven van ondernemingsplannen van andere ideeën. Hierbij kan men dit document als naslagwerk gebruiken om inspiratie op te doen. Wanneer er nieuwe ideeën ontstaan dient men rekening te houden met het gevaar van te breed inzetten. Gedurende dit project is er namelijk twee keer breed ingezet op streekproducten en arrangementen. Wanneer er een ondernemingsplan geschreven wordt is er echter de behoefte aan meer convergeren naar één product. Deel resultaten met omgeving Het is belangrijk bij mijlpalen stil te staan met wat er bereikt is. Voor de participanten zelf zijn dit momenten om met trots te kijken wat men tot dusver gepresteerd heeft. Deze mijlpalen zijn ook de perfecte momenten om de media op te zoeken en hiermee de buitenwereld te laten weten dat er iets bijzonders gebeurd in Montferland. Door de buitenwereld in te lichten worden potentiële samenwerkingspartners en klanten bereikt. Door deze buitenwereld op de hoogte te stellen van de progressie kan men hen enthousiasmeren om zich ook aan te sluiten bij een werkgroep. Ook kan men op deze manier de doelgroep van afnemers bereiken om producten af te nemen. Voorbeelden van mijlpalen zijn het in productie nemen van de streekproducten of het in verkoop brengen ervan. Een oogstfeest kan een middel zijn om meer ruchtbaarheid te geven aan het streekproduct.
34
Kies concreet product In dit ondernemingsplan is de keuze gevallen op de brede groep graanproducten. Hierin is breed ingezet waardoor tijdens de uitwerking onvoldoende de diepte in kon worden gegaan. Het is aan te bevelen om bij een volgende keuze een concreet eindproduct te kiezen. Hierdoor kan het ondernemingsplan concreter onderbouwd worden. Geef streekproduct een gezicht Wanneer er naar de buitenwereld getreden wordt om aandacht te vragen voor het streekproduct is er op dit moment geen herkenbaar persoon die als ideehebber te identificeren is. Dit kan echter wel een hulpmiddel zijn bij promotie van de streekproducten. Op dit moment is de ideehebber ‘’de werkgroep’’ die bestaat uit ondernemers en Natuurmonumenten. Dit is geen sterke ambassadeur om mee naar buiten te treden. Een (lokale) bekendheid kan benaderd worden om de streekproducten een gezicht te geven. Dit dient iemand te zijn die in het plaatje past van streekproducten en een voorstander is van dergelijke initiatieven. Grote partner Kleinschaligheid past bij streekproducten in Montferland. Om sterker te staan met het streekproduct kan er juist gekozen worden om grote partners te benaderen voor een samenwerking om schaalvoordelen die men nu mist door de kleinschaligheid van het project te compenseren. Ondernemers uit de regio blijven betrokken bij de uiteindelijke verkoop van het streekproduct maar een grote producent van brood, koek, beschuit kan ingeschakeld worden als bakker. Hierbij kan worden gedacht aan Bolletje. Afspraken op papier zetten Het is belangrijk in de voorbereidingsfase concrete afspraken te maken met de werkgroepleden zodat iedereen vooraf weet waar die aan toe is en wat er van hen verwacht wordt. Daarnaast is het erg belangrijk het gemeenschappelijke doel te formuleren. Voorbeelden van afspraken zijn de vergaderfrequentie, investeringen in streekproductenplatform, taakverdeling en allerlei afspraken die voortvloeien uit het ondernemingsplan. Evalueer project over een jaar Evalueer het eerste jaar samenwerken met de ondernemers. Zijn de gestelde doelen behaald en voldoet het aan de verdere verwachtingen? Plan deze evaluatie voortijdig in.
35
Bronvermelding Grit, Roel (2008), Zo maak je een ondernemingsplan, Noordhoff Uitgevers: Groningen/Houten. Hogeweg, Reinout, (2004, derde druk), Een goed rapport, ThiemeMeulenhoff: Utrecht/Zutphen. Stobbelaar, Derk Jan (2012), Bewoners maken het groen, Landwerk: Wageningen. Houben, Saskia; Schipper, Chris (2012), Gouden kansen voor het Bergherbos, Velp. Trendrapport Vrijetijdssector Achterhoek, Cijfers en trends, februari 2010 – GOBT LEI, onderzoek streekproducten in de toeristische markt, maart 2004 Geraadpleegde websites: www.montferlandtoerisme.nl www.vvv-montferland.nl www.montferland.info www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/bergherbos www.bionext.nl/sites/default/files/Bio-Monitor-jaarrapport_2009.pdf www.bionext.nl/sites/default/files/biologische_kengetallen_uit_mdv_2010_0.pdf www.bionext.nl/sites/default/files/bio-monitor_2011_uit_monitor_duurzaam_voedsel.pdf http://www.bionext.nl/sites/default/files/biotrends_2011_lr.pdf www.foodforfood.info/foodmonitor/artikel/nederlanders-voorkeur-aan-lokaal-boven-biologisch-enfair-trade www.montferland.nl www.montferlandtoerisme.nl www.kennisakker.nl/kenniscentrum/handleidingen/teelthandleiding-winterrogge-teelttechniek www.kollenbergerspelt.nl/teelt.html bureauverder.org/Omgevingsanalyse_Montferland%20.pdf www.retaildetail.be chrissievhilten.blogspot.nl/2011/10/dr-love_21.html www2.vlaanderen.be/landbouw/downloads/volt/lara/lara9.pdf www.achterhoekstreekproduct.nl www.proefde8erhoek.nl download.belastingdienst.nl/douane/docs/nieuwsbrief_rode_diesel_acc1121z1fd.pdf www.speltwinkel.nl www.mindtools.com/pages/article/newISS_01.htm www.natura2000.nl www.toekomstglb.nl www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ruimtelijke-ordening-en-bereikbaarheid/vraag-enantwoord/wat-is-de-structuurvisie-infrastructuur-en-ruimte-svir.html www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur/ecologische-hoofdstructuur www.erkendstreekproduct.nl www.cbs.nl www.cocd.org
36
Bijlagen Bijlage 1 Foodmonitor november 2012:
37
Bijlage 2 Toevoeging op 5.3.1.2, uitgebreide beschrijving kansen en bedreigingen voor streekproducten: Kansen
Streekproducten verbinden met recreatie, toerisme, educatie en/of zorg; De vraag van consumenten naar streekproducten neemt toe; Lokale economieën kunnen beter gestimuleerd worden; Stad en ommeland worden verbonden; De voedselketen verduurzaamt; Versterking van de economische positie van plattelandsondernemers; Conceptversterking door streekproducten te combineren met scharrel en/ofbiologisch.
Kansrijke afzetkanalen
Boerderijwinkels,om de boerderijverkoop te stimuleren is het aan te raden een uniforme winkelformule op te zetten; webwinkels; streekmarkten, braderieën; supermarkten, supermarkten zijn succesvolle afzetkanalen waar grotere hoeveelheden producten afgezet kunnen worden. Willem&Drees is een succesvol concept om lokaal geteelde aardappels, groenten en fruit bij een lokale supermarkt af te zetten. Gekeken moet worden of Willem&Drees uitgebreid kan worden naar Montferland en wat hiervoor nodig is; out of home, zoals zorginstellingen en horeca, benzinestations,kantines, fitnesscentra, e.d., out of home kanalen kunnen efficiënt beleverd worden via een groothandel of andere tussenschakel; Toeristische verkooppunten campingwinkels, bezoekerscentra, VVV-kantoren; Campings/ verblijfrecreatie in combinatie met arrangement
Belemmeringen
Strenge hygiëne-eisen (o.a. HACCP); Onduidelijke definitie 'streekproduct'; Bestemmingsplannen van gemeentes kunnen boerderijverkoop hinderen; Logistieke belemmeringen; Produceren wordt duurder Beperkte bereidheid van producenten tot coöperatievorming Prijsafspraken met supermarkten Beperkt aanbod van streekproducten; Beperkte winstgevendheid voor producenten; Door de prijs kan de groei in interesse van consumenten stagneren; Er is een ‘mismatch’ tussen vraag en aanbod door een kleinschalig aanbod en schaalvergroting aan de afzetkant;
38
De huidige uitgangspunten van de sector, in termen van organisatiegraad, productvolumes, investeringsvermogen en professionaliteit, bieden onvoldoende perspectief voor substantiële opschaling van de sector als geheel; Er is onvoldoende samenwerking in de sector van de streekproducten; Het is van cruciaal belang dat er onderscheidend vermogen wordt gecreëerd door "differentiatie van het product ten opzichte van vergelijkbare producten of door afscherming van de markt". Momenteel wordt de vraag naar streekproducten belemmerd doordat consumenten de producten niet kennen, de producten niet verkrijgbaar zijn in de winkel waar de consument normaal zijn levensmiddelen koopt en omdat de consument weinig ervaring heeft met de producten
Kansen Slow Food
Biodiversiteit voedselaanbod Duurzame productie Bescherming authentieke productiewijzen Stimulering lokale economieën
Proeftuin Amsterdam
Verbinden stad en ommeland Verduurzamen voedselketen Versterken van een kennisnetwerk Voedsel als sociaal bindmiddel Agrarische sector verbinden met landschapsbeheer en toeristische sector Toeristen aantrekken Mooi landschap Leefbaar platteland Lokale voedselketens opzetten Beter milieu Eerlijkere prijs voor de agrariërs Versterking economische positie plattelandsondernemers Duurzame plattelandsontwikkeling door regionale landbouw Vermarkten van regionale producten in de regio Toegankelijkheid van het buitengebied Professionalisering ondernemerschap Versterking relatie tussen stad en platteland
Veel Luwe Landwinkel Willem&Drees Oregional/Landwaard
Kansrijke afzetkanalen
Promotie Evenementen Gezamenlijke maaltijden Proeverijen Educatieve projecten
Streekmarkten Schoolkantines
Regionale netwerkbijeenkomsten Boerderijbezoek scholieren
Webwinkel
Koppelen aan VVV
Boerderijwinkels
Winkelformule voor agrariërs
Supermarkten Zorginstellingen Webwinkel Streekwinkel in de stad
39
Bijlage 3 Een uitgebreide uitleg over de productie van spelt en rogge: Graan is een verzamelnaam voor verschillende vruchten van eenzaadlobbige cultuurgewassen. Voorbeelden van die zaden zijn rijst, tarwe, haver en maïs. Samen vormen de graangewassen de belangrijkste voedingsbron voor de wereld. Voor het maken van een streekproduct is er gekozen om gebruik te maken van graan gewassen. Van de verschillende graangewassen zijn Tarwe, Gerst, Rogge en Haver de grootste aandeelhouders voor Nederland. Daarnaast zijn er nog een groot aantal soorten welke minder worden geconsumeerd. Spelt is daar een voorbeeld van. Dit is een oude graansoort welke een tijd bijna geheel uit het beeld van de consument verdwenen is. De verschillende graanproducten kunnen ook in allerlei vormen worden verkregen. Dit is afhankelijk van welk eind product er geproduceerd moet worden. -
volle granen: het gaat dan om de hele korrel, dus puur natuur meel: gemalen graan, verkrijgbaar als volkoren (=grise–100%) , licht gebuild (=bise/lemaire– 80%) of bloem (uitgezeefd meel)grutten: gebroken graan (maaltijdgraan: met milde warmtebehandeling) schroot: grof gemalen graan dat meestal als dierenvoedsel wordt verkocht vlokken: gewalste of geplette granen gries: een fijn- of grofkorrelig product dat na het malen ontstaat gepoft: het meest bekende is gepofte maïs (popcorn) deegwaren: macaroni, spaghetti en andere pasta’s
In de volgende paragrafen zijn er twee graanproducten verder beschreven. Deze beschrijving bestaat uit een beschrijving van teelt, de kwaliteiten van het gewas, de opbrengsten, en de oogst. Aan het eind van de beschrijving van het product zijn de voor en nadelen van het product kort weergegeven. Door de voordelen en nadelen per product inzichtelijk te maken zal er makkelijker een keuze gemaakt kunnen worden. Omdat er nog veel meer graangewassen bestaan kan het voor de werkgroep van belang zijn om eerst deze gewassen ook te analyseren. Op die manier is er een compleet beeld van de gewassen op de markt en de kwaliteiten van ieder gewas. Spelt Spelt is geen gemakkelijke graan soort. Vaak zijn de opbrengsten lager, het graan is moeilijker te verwerken voor de teller en de bakker moet meer kennis van zijn ambacht hebben om een goed Speltbrood te kunnen produceren. Daar in tegen is Spelt wel beter bestand tegen invloeden van
40
buitenaf, heeft het een beter eiwitgehalte, bevat meer essentiële vet- en aminozuren en bezit meer vitamine B1 dan Tarwe. Teelt Spelt is een wintergraan. Dit wil zeggen dat de zaaitijd valt vanaf oktober tot december. Bij deze overwinterende graansoort is de inwerking van kou en vorst nodig om te kunnen bloeien en dus om aren te kunnen laten ontwikkelen. Wanneer men Spelt zaait in het voorjaar, dan bestaat de kans dat de aar zich niet ontwikkeld maar blijft steken in het grasachtige stadium. De consequentie hiervan is echter dat wintergraan over een zekere koude resistentie en winterhardheid moet beschikken om de winter goed te doorstaan. De kiem ontwikkelt zich nog voor de winter tot een kiemplantje met drie á vier blaadjes. In dit stadium overwintert de plant waarna in het volgende voorjaar, wanneer de gemiddelde dagtemperatuur ongeveer boven 5 0C komt (bij ons is dat in de tweede helft van maart of in de eerste helft van april), de ontwikkeling van de graanplant verder gaat. Al gauw begint zij een aantal zijspruiten te maken (periode van uitstoelen) waarna de periode van stengel- of halmstrekking (het schieten) begint. Bij het begin van de stengelstrekking zijn de halmbladeren, die later gevormd zullen worden, en de aar al aanwezig in aanleg. De periode van 'schieten' wordt dan ook afgesloten met het verschijnen van de aar uit de schede van het laatste halmblad. (Zie het onderstaande figuur) De rijafstand waarop gezaaid wordt is 13 á 16 cm en het zaad wordt ongeveer 3 tot 4 cm diep gezaaid. De benodigde hoeveelheid zaaigoed per hectare is ongeveer 200 kg ongepeld Spelzaad, afhankelijk van de bodemgesteldheid. Dit zijn gemiddelde 325 graankorrels per m2. De ideale plantdichtheid die hiermee op het einde van de winter bereikt kan worden is 200 á 225 per m2. Het aantal gegroeide aren is gemiddeld 450 tot 500 stuks per m2. De opbrengst bedraagt 4 tot 7 ton ongepelde Spelt per hectare afhankelijk van de grondstoffen, zaaitijd en klimatologische omstandigheden. Doordat Tarwe op de goede gronden veel meer kon opbrengen als Spelt werd deze verdrongen van de goede Nederlandse akkers. De Tarwe deed het hier onder andere vele malen beter omdat er een overvloed aan mineralenbemesting plaats vond. Spelt kan zich op slechtere gronden veel beter handhaven als Tarwe, omdat Spelt veel groeikrachtiger is als Tarwe. Het is voor Spelt zelfs mogelijk om te ontkiemen onder een sneeuwpak. Daarnaast hebben de weersomstandigheden een minder grote invloed op de kwaliteit van het Spelt. Terwijl bij een natte en vochtige oogstmaand voor Tarwe het product snel afgekeurd zal worden voor broodconsumptie vanwege een slecht eiwitgehalte zal dit bij Spelt niet het geval zijn. Spelt kan verbouwd worden zonder gebruik te maken van insecticiden (insecten verdelgend middel) herbiciden (chemische middel ter bestrijding van onkruid) en pesticiden (synthetisch bestrijdingsmiddel). Hierdoor is Spelt een interessant gewas om te verbouwen voor Natuurmonumenten. Spelt heeft niet veel bemesting nodig, eigenlijk liever niks want het ondervindt er zelfs vaak schade van. De korrel wordt zacht en hol. Verder is Spelt goed bestand tegen vogels en insectenvraat en het heeft een hoge ziekteresistentie tegen de meeste voorkomende Tarweziekte aarfusarium, roest en schimmel. Dit komt hoofdzakelijk doordat de korrels zo vast omsloten zitten door de kroonkafjes. Hierdoor kunnen deze ziekten dus veel moeilijker doordringen tot speltkorrel zelf. Ook
41
luchtverontreiniging, schadelijk stoffen door zure regen en radioactiviteit dringen veel moeilijker door de korrel naar binnen. Door zijn natuurlijke bescherming (drie "jasjes" om de korrel) heeft Spelt geen invloeden van buitenaf gehad. Dorsen / pellen van Spelt Begin augustus wordt Spelt geoogst hiervoor kan men gebruik maken van een dorsmachine. Deze machine kan ook Rogge en Tarwe dorsen, alleen is er een groot verschil tussen Spelt en de andere twee soorten. Tijdens het oogsten blijft Spelt in de kaft zitten, terwijl Tarwe en Rogge direct uit zijn jas wordt gehaald. Dit was juist de reden dat men vroeger vanuit Spelt, Tarwe heeft ontwikkeld. De Spelt wordt in zijn geheel opgeslagen. Hierbij is het erg van belang dat deze droog, donker en koel wordt bewaart. Wanneer het vocht gehalte te hoog is zullen er zich sneller bacteriën in ontwikkelen welke tot schimmel en rot kunnen leiden. Wanneer de molen wil gaan malen, dan pas wordt de korrel uit de jasjes gehaald. Dit gebeurd door een pelmachine. De Spelt gaat door een trommel met open gaten, d.m.v. van hamers wordt de ongepelde spelt langs de trommel gehaald. Vervolgens komt deze op de een grote schijf terecht waarbij met door middel van lucht en trilling het kaft van het koren wordt gescheiden. De gepelde Spelt is klaar voor het maalproces. Bij de juiste keuze en teeltwijze staat Spelt garant voor een product met een hoge bakwaarde, waarbij rekening wordt gehouden met het karakter van Spelt. Zelfs bij slechte graanjaren worden zowel in Duitsland en Nederland valgetallen (Hagberg getal) behaald van 230 / 240. Het valgetal zegt iets over het eiwitgehalte in het graan. De eiwitten vormen het kneedproces bij het maken van een brood voor een glutennetwerk. Dit netwerk is nodig voor de vorm en structuur van het brood. Hoe hoger het valgetal des te beter de eiwitten zijn, dus een beter brood. Er zijn voorbeelden waarbij het valgetal van Spelt 240 bedroeg, terwijl het hoogste valgetal van Tarwe van 190 bedroeg. Bron: http://www.kollenbergerspelt.nl/teelt.html Voordelen
Nadelen
Natuurlijke bescherming
Helft minder dan Tarwe
goed bestand tegen invloeden van buiten af
Moeilijke verwerking
Lang houdbaar
spelt 3 x duurder dan tarwekorrel
Hoger eiwitgehalte
Moeilijker produceren van eindproduct
Meer Vitamine B1
Niet geschikt voor gluten vrij dieet
hoger gehalte vetzuren dan Tarwe
42
Rogge Bij rogge zijn twee rastypen te onderscheiden: populatierassen en hybriderassen. Van oudsher heeft de veredeling getracht door traditionele kruisingen betere populatierassen te kweken. Sinds de jaren 70 heeft de ontwikkeling van hybriderassen een grote vlucht genomen en deze rassen nemen thans het grootste deel van het roggeareaal voor hun rekening. Wanneer er in het Bergherbos gekozen moet worden voor een ras verwijzen wij naar de actuele Aanbevelende Rassenlijst voor Landbouwgewassen. De rassen welke daarop staan zijn uitvoerig beproefd. Teelt In de praktijk wordt van begin oktober tot eind december rogge gezaaid. Vooral de oogsttijd van de voorvrucht en de bodemomstandigheden zijn bepalend voor de inzaai van rogge. Het optimale tijdstip van zaaien hangt samen met de ontwikkeling van de plant in de herfst. De kiemplant heeft 40 à 50 groeidagen nodig om zich te ontwikkelen tot een wintervaste plant met 2 à 3 spruiten. Rogge moet daarom vrij vroeg gezaaid worden, bij voorkeur in de eerste helft van oktober. De inzaai kan in die tijd vaak onder goede omstandigheden plaatshebben, wat gunstig is voor de veldopkomst. Bovendien kan de plant zich in de herfst goed ontwikkelen waardoor met een lagere zaaizaadhoeveelheid kan worden volstaan. Het voordeel van vroeg zaaien mondt uit in hogere opbrengsten. Wel moeten dan de nadelen van herfstonkruiden en een grotere gevoeligheid voor ziekten en legering worden tegengegaan. Rogge beschikt over een groot uitstoelend vermogen. Bij een lage plantdichtheid kan een sterke aarvorming plaatshebben, waardoor opbrengstverliezen beperkt zijn. Bij 150 planten per m2 is er meestal geen sprake van opbrengstderving, mede als gevolg van minder legering; zelfs bij 100 planten per m2 blijven de opbrengstverliezen beperkt tot minder dan 10%. Daarentegen wordt bij (zeer) hoge plantdichtheden slechts zelden een meeropbrengst gemeten; door het optreden van ziekten en legering neemt de oogstzekerheid af en wordt een lagere opbrengst behaald. Een goede plantontwikkeling in een gewasbestand wordt gekenmerkt door de vorming van twee à drie aardragende spruiten. Daarom bestaat een oogstzeker, productief roggegewas uit ongeveer 200 planten per m2, welke 450 à 500 aren per m2 voortbrengen. Om in het voorjaar 175 à 225 planten per m2 te verkrijgen, moet bij de inzaai rekening worden gehouden met de kiemkracht van het zaad en met de opkomst. Daarnaast moet een inschatting worden gemaakt van de plantverliezen gedurende de winter; voor de winterharde rogge is dit verlies veelal gering en kan gemakshalve op 10% worden gesteld. Gecertificeerd zaaizaad bezit een kiemkracht van 85% of meer. Van de kiemkrachtige zaden komt op de lichte gronden meestal 80 tot 100% boven, zodat een opkomstpercentage van 70-90% wordt bereikt.
43
Uitgaande van 10% uitwintering zal een plantbestand van 200 planten per m2 worden bereikt bij inzaai van 250-325 zaden per m2. De zaaizaadhoeveelheid, uitgedrukt in kg per ha, kan worden berekend door het aantal zaden per m2 te vermenigvuldigen met het 1000-korrelgewicht. Mocht door omstandigheden pas laat in de herfst kunnen worden gezaaid, dan zal het gewas zich voor de winter weinig kunnen ontwikkelen en zal de uitstoeling in het voorjaar plaatsvinden. Dit beperkt de vorming en ontwikkeling van de aar, wat door een grotere hoeveelheid zaaizaad enigszins kan worden gecompenseerd. Als onder ongunstige omstandigheden moet worden gezaaid, dan zal vijf à tien procent meer zaaizaad nodig zijn. Rogge stelt weinig eisen aan de grond en kan daarom op alle gronden worden geteeld; alleen erg natte gronden zijn minder geschikt. Op wat drogere (zand)gronden komt rogge goed tot zijn recht door de vorming van een wijd vertakt wortelstelsel. Daarin ligt bij dit gewas niet alleen een grote mate van droogteresistentie verscholen, ook is het gunstig voor de opname van mineralen. Rogge prefereert licht zure tot neutrale gronden. Erg zure gronden (pH <4,5) worden minder goed verdragen; de planten groeien slechter en zijn gevoeliger voor uitwintering. Een slechte structuur van de grond en plasvorming in herfst of winter worden nog redelijk verdragen, mits de rogge tijdig is gezaaid; wel neemt het gevaar van vorstschade (onder andere opvriezen) toe. Qua voedingsstoffen is Rogge wel kritischer als Spelt. Rogge heft een grotere behoefte aan voedingsstoffen. Waarbij Stikstof, fosfaat en kali de belangrijkste zijn. Daarnaast zijn ook magnesium en zwavel van betekenis. Voor het toedienen van meststoffen wordt drijfmest sterk ontraden. Omdat wanneer deze in het najaar worden toegediend veel mineralen verloren zullen gaan in het winter seizoen. Het is daarom gewenst gebruik te maken van vast stalmest. Zodat er minder verlies optreed en de planten op het juiste moment de voedingsstoffen beschikbaar krijgen. Wanneer er in de oogst periode te veel neerslag valt en de Rogge te vochtig is kan dit grote gevolgen hebben. Rogge is namelijk gevoelig voor schot. Vooral in jaren met regenachtige weersomstandigheden tijdens de oogst kan gemakkelijk kieming in de aar optreden. Dit geldt met name in gelegerde gewassen, die trager drogen en dientengevolge later worden geoogst. Oogst De oogst kan plaats vinden met behulp dorsmachines. Deze kunnen grote velden in korte tijd oogsten. Dit is van belang om de oogst bij gunstige weersomstandigheden snel van het land te halen. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan het vochtgehalte in de korrel sterk schommelen. Om droogkosten uit te sparen zal getracht worden om bij een vochtgehalte onder 17% te oogsten. In Nederland kan daaraan vaak niet worden voldaan en zal het geoogste product gedroogd moeten worden. Behalve korrel levert rogge ook een aanzienlijke hoeveelheid stro. Dit stro kan in balen worden geperst en afgevoerd, maar ook verhakseld en ingewerkt. Ruim 40% van de bovengrondse massa bevindt zich in de korrel. Dit betekent dat een goed gewas rogge acht á negen ton stro (stoppels, halmen en kaf) produceert. Daarvan zal vijf à zes ton in balen kunnen worden afgevoerd. Partijen met een valgetal lager dan 150 bemoeilijken de afzet naar de meelfabrieken. Valgetallen onder 100 worden niet geaccepteerd.
44
De afzet van rogge naar de veevoederindustrie vindt vooral plaats als de kwaliteit ervan ongeschikt is voor de verwerking tot brood of koek. Aan rogge worden als veevoer weinig eisen gesteld omdat de rogge, slechts in beperkte hoeveelheden in het veevoer worden opgenomen. Rogge dient daarbij voornamelijk als koolhydratenbron. Het eiwitgehalte is meestal laag. Bovendien is door het vrij lage gehalte aan lysine de biologische waarde van het eiwit beperkt. Bron: http://www.kennisakker.nl/kenniscentrum/handleidingen/teelthandleiding-winterroggeteelttechniek
Voordelen
Nadelen
Makkelijk verwerken
mogelijk chemische bestrijding nodig
Goede opbrengsten
gevoelig voor schot (kiemen)
Eenvoudige teelt Naast afzet korrel ook goede afzet stro bemesten met vaste mest
45
Bijlage 4 Areaal en opbrengst biologische akkerbouwgewassen, 2008 Gewassen
Arealen volgens Landbouwtelling Opbrengst per ha totaal
biologisch
totaal
biologisch
ha
ha
ton/ha ton/ha
Wintertarwe
140 617
1 329
9,0
8,0
Zomertarwe
15 893
1 463
6,6
5,3
Wintergerst
4 669
218
7,3
6,5
Zomergerst
45 565
1 222
6,1
5,3
Rogge
2 117
509
3,8
2,5
Haver
1 491
525
4,9
4,3
Triticale
3 199
518
6,0
4,4
22 132
287
11,4
10,8
241 727
1 682
46,9
42,7
7 598
187
13,1
9,5
Pootaardappelen op klei
33 304
375
34,7
28,0
Consumptieaardappelen op zand of veen
19 039
197
54,2
43,0
Consumptieaardappelen op klei
50 263
1 130
51,7
44,1
Zetmeelaardappelen
46 034
318
45,5
40,2
Suikerbieten
72 231
537
72,2
69,9
Zaai-uien
20 301
805
60,7
51,0
Korrelmais
Snijmais CornCob Mix
Bron: CBS.
46
Bijlage 5 De COCD-box van COCD Training en begeleiding in creatief denken:
47
Bijlage 6 Het Wyberproces-model:
48
Bijlage 7
Idee met bron Ondernemers inclusief Bureau verder
Studenten VHL
Nieuwe kansen rapport
Natuurmonumenten
Bestaand
Bosbessen plukken Meibomen
Stayokay samenwerking of opzetten Boomhut
Bier Paddenstoelen op stam
Groenmaken
Interecht subsidie?
Houtoogst bijgroei
Outdoor activiteiten (buiten paden, fikkie stoken, Inkomsten vanuit het verlenen van vergunningen aan MTB-ers en slapen onder de sterren) ruiters; Zelfgemaakt bestek uit hout gesneden Inkomsten uit verhuur van uitspanning 't Peeske; Inkomsten uit houtproductie: verkoop van hout op stam met & Natuurfloriade verkoop van brandhout aan particulieren;
Houtoogst productiebeheer
Natuurefteling
Inkomsten van akkers: pachtgelden;
Gelders roggebrood
Bushcraft locatie
Bezoekerscentrum Biologische landbouw
Whisky Mosterd
Picknickmanden Workshop ijzer gieten
Avontuur-gerichte activiteiten Uitkijktoren Dennendoolhof/labyrint De Dennekes
Vlees: scharrel of wild Kersttakken Blokken hout als decoratie
Paddenstoelen in het bos Biomassaverbranding Windenergie uit turbines
Houtbewerking workshop Ambachtelijke streekwinkel ''Gribus'' Houtoogst bijgroei
Beperkte avondopenstelling tegen vergunningstarief
Bosbessenwijn
Kerstbomen
Paddestoelen
Inkomsten van akkers: EKO-gecertificeerd graan, als veevoer; Inkomsten van akkers: EKO-gecertificeerd gras op stam, als veevoer; Inkomsten van akkers: EKO-gecertificeerd stro; Inkomsten vanuit fondsen, donaties en lidmaatschapsgeld van Vereniging Natuurmonumenten; Inkomsten vanuit subsidies; Inkomsten vanuit verhuur van een woning; Inkomsten vanuit de erfpacht van de ondergrond van twee woningen;
Back to basic natuurkamperen Hap- en traparrangementen a la hotelbon Bosbijproduct honing arrangement Themawandeling langs bijzondere plekken (stropen, smokkelen)
Houtgestookte sauna Graan Vergaderen in groen
Plukbosrand Berkensap Klimbos
Bramen Koken met kinderen Waterfestijn
Entree heffen
Camping
Bouw en exploitatie overnachtingsaccomodatie Pieterpad
Evenementen (concert) organiseren
Boomhutten
Ondernemen met natuur; groen imago via sponsoring Duitse potentiele klanten om de hoek Bezoekerscentrum met verkooppunt en of horeca
Sportclubs entree Parkeergeld heffen Boomkroonpad & tokkelbaan
Bungalows Bedrijfsuitjes Gymnastiekonderwijs
Toeristenbelasting regionaal inzetten voor promotie regio Promotie-evenement: triathlon (of mtb, fietsen, hardlopen, wandelen) Parkeermogelijkheden voor paarden bij Horeca Entree heffen Vergaderen in de natuur
Speelbos (natuurspeelplaats)
Decor voor externen
Oogstfeest Hout leveren blokhut Mediteren of yoga in de natuur Natuurwandeling met psycholoog
Uitkijkboom Uitkijktoren Gedenkbomen bestaand Gedenkbomen aanplant
Personeelsuitjes, feestjes of combi-arrangementen Paddenstoelen pannenkoek Welnessgebied Bergherbos
Kunst in de natuur Koken met en in de natuur Paard en wagen tocht
Trekkershutten Buitenbioscoop Workshops ambachtelijk
Regio-arrangementen Belgische gast MTB-evenement Stoeltjeslift Gps-tochten Foto oriëntatietochten Klootschieten plus quiz door het Bergherbos Grensoverschrijdende fietstochten Eekhoorntjesbrood zoeken Maïsdoolhof zomerrodelbaan en skilift (gondel) Survivalevenement (mudmasters) Iphone-tour Verkopen vergunningen voor NM Kinderen en natuurbeleving De nationale weekenden als Noabordag Routes langs historische plaatsen Gezamenlijke natuurcampingfolder Een heemkundetuin Informatieborden met info over de lokale dieren Een vogelkijkhut of hoogzitjes MTB-routes beter te onderhouden Een educatiepad aanleggen
Boswachterswoningen verhuren als vakantiewoning Natuurmonumenten als vervanger VVV
Kerstbomenverkoop Betere benutting zalen/accomodaties door samenwerking Opzetten gezamenlijk clubhuis in het bos icm bezoekerscentrum Adrenaline activiteiten
Gehandicapten helpen natuurproducten te maken, bloembak en is te koop bij webwinkel en via karwei Hout laten bewerken door bedrijf aan aanbieden op eigen webshop
Inkomsten vanuit de waterwinning: Eenmalige vergoeding van waterwinbedrijf Vitens voor waterwinning uit het Bergherbos. Vergoeding voor excursies?
Biologische wijnteelt (voor 1800 ook al in deze streek) Natuurmonumentenwijn (ook bij ondernemers in de streek op tafel zetten) Openlucht theater Mede eigenaarschap Bergherbos Spelt van de akker tot de bakker Sneeuwkanon Fatsoenlijke routekaart voor MTB en wandelen
49
Bijlage 8
Idee op categorie Belevenissen
Producten/verpachten
Vakanties
Evenementen
Samenwerkingsideeën
Anders
Extra's (geen winstidee)
Ondernemen met natuur; groen imago via sponsoring
Meibomen Groenmaken Parkeermogelijkheden voor paarden bij Horeca
Adrenaline activiteiten
Kerstbomenverkoop
Avontuur-gerichte activiteiten Beperkte avondopenstelling tegen vergunningstarief
Bosbijproduct honing arrangement
Promotie-evenement: triathlon (of mtb, fietsen, Betere benutting zalen/accomodaties door Back to basic natuurkamperen hardlopen, wandelen) samenwerking Bouw en exploitatie overnachtingsaccomodatie Opzetten gezamenlijk clubhuis in het bos icm Pieterpad MTB-evenement bezoekerscentrum
Bezoekerscentrum met verkooppunt en of horeca
Camping
Grensoverschrijdende fietstochten
Welnessgebied Bergherbos
Duitse potentiele klanten om de hoek Toeristenbelasting regionaal inzetten voor promotie regio
Hap- en traparrangementen a la hotelbon
Boomhutten
Survivalevenement (mudmasters)
Regio-arrangementen
Belgische gast
Routes langs historische plaatsen
Feestjes of combi-arrangementen
Paddenstoelen pannenkoek Natuurmonumentenwijn (ook bij ondernemers in de streek op tafel zetten)
Bungalows
De nationale weekenden als Noabordag
Gezamenlijke natuurcampingfolder
Verkopen vergunningen voor NM
Kinderen en natuurbeleving
Bier
Evenementen (concert) organiseren
Stayokay samenwerking of opzetten
Decor voor externen
Vergaderen in de natuur
Paddenstoelen op stam
Trekkershutten Boswachterswoningen verhuren als vakantiewoning
Een heemkundetuin Informatieborden met info over de lokale dieren
Oogstfeest
Houtgestookte sauna
Interecht subsidie?
Een vogelkijkhut of hoogzitjes
Houtoogst bijgroei
Kunst in de natuur
Hout leveren blokhut
Bedrijf opstarten
MTB-routes beter te onderhouden
Excursies/workshops/diy-tocht
Houtoogst productiebeheer
Natuurfloriade
Natuurmonumenten als vervanger VVV
Sneeuwkanon
Een educatiepad aanleggen
Iphone-tour
Gelders roggebrood
Openlucht theater
Ambachtelijke streekwinkel ''Gribus''
Fatsoenlijke routekaart voor MTB en wandelen
Gehandicapten helpen natuurproducten te maken, bloembak en is te koop bij webwinkel en via karwei Hout laten bewerken door bedrijf aan aanbieden op eigen webshop
Plukbosrand
Eekhoorntjesbrood zoeken
Whisky
Gps-tochten
Mosterd
Foto oriëntatietochten
Paddenstoelen in het bos
Klootschieten plus quiz door het Bergherbos
Berkensap
Biologische landbouw Biologische wijnteelt (voor 1800 ook al in deze streek)
Bosbessen plukken Themawandeling langs bijzondere plekken (stropen, smokkelen)
Gedenkbomen bestaand
Mede eigenaarschap Bergherbos
Workshops ambachtelijk
Vlees: scharrel of wild
Mediteren of yoga in de natuur
Kersttakken
Natuurwandeling met psycholoog
Blokken hout als decoratie
Koken met en in de natuur
Bosbessenwijn
Paard en wagen tocht Outdoor activiteiten (buiten paden, fikkie stoken, slapen onder de sterren)
Graan
Zelfgemaakt bestek uit hout gesneden
Paddestoelen
Bushcraft locatie
Bramen
Workshop ijzer gieten
Spelt van de akker tot de bakker
Gymnastiekonderwijs Waterfestijn
Gedenkbomen aanplant
Picknickmanden
Houtbewerking workshop Koken met kinderen Bedrijfsuitjes
Entreebelevenissen Uitkijkboom Uitkijktoren Stoeltjeslift Klimbos Zomerrodelbaan en skilift (gondel) Maïsdoolhof Dennendoolhof/labyrint De Dennekes Sportclubs entree Parkeergeld heffen Entree heffen Boomkroonpad & tokkelbaan Buitenbioscoop Speelbos (natuurspeelplaats) Natuurefteling
50
Bijlage 9
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
X X X
X X
X X X
X
X
X X X
X X X
X X X
X X
X
Ge en
X
X
re gi o n
it Co nt in ui te
X
X
Un ie ki
ne ga tie fe ff e ct ec ol og i
NM be le id op Sl ui ta an
X
X
itv
Dr
aa gv la k
re gi o
oe rb aa r
be le id Sn el u
op Sl ui ta an
X
Avontuur-gerichte activiteiten Beperkte avondopenstelling tegen vergunningstarief Hap- en traparrangementen a la hotelbon
an cie
Adrenaline activiteiten
St ic k
Fin
el /
er se ss ie
Po te nt ie
ov er he id
e
QuickScan, toetsing van alle ideeën aan de bepaalde criteria:
Belevenissen
V
Feestjes of combi-arrangementen Kinderen en natuurbeleving Vergaderen in de natuur
5 5
X
X
6
X
8
X X
5 6 8
Excursies/workshops/diy-tocht
X
Iphone-tour Eekhoorntjesbrood zoeken
X X
Gps-tochten Foto oriëntatietochten Klootschieten plus quiz door het Bergherbos
X
Bosbessen plukken Themawandeling langs bijzondere plekken (stropen, smokkelen)
X X
X X
X X
X
X
Mediteren of yoga in de natuur
X
X
X
X
Natuurwandeling met psycholoog
X X X
X X
Paard en wagen tocht Outdoor activiteiten (buiten paden, fikkie stoken, slapen onder de sterren) Zelfgemaakt bestek uit hout gesneden Bushcraft locatie
V
X
V
X X
V
X
Workshop ijzer gieten Houtbewerking workshop Koken met kinderen
X
Bedrijfsuitjes
X X
X X
X X X X
X
X
X
X
Workshops ambachtelijk
Koken met en in de natuur
V
X
X
X
X X
X X
X
7 4
X
X
6
X X
X
1 7 4
X
4
X X X X ?
4 5 3 3 6 6
X X X X
7 7 2 3
X
3 3
X X
2 5 4 5 6 7 7 3 3 1
X X
X
X X
X X
X
X X
X X
X X
X X
X X
X X X X
4 3
X X
X
X X X X
3 4 6 6
X X X X
Entreebelevenissen Uitkijkboom
Klimbos
V V V
Zomerrodelbaan en skilift (gondel)
V
Uitkijktoren Stoeltjeslift
X X
Maïsdoolhof Dennendoolhof/labyrint De Dennekes
X
X
Sportclubs entree
X X X X X X
X X X
Parkeergeld heffen Entree heffen Boomkroonpad & tokkelbaan Buitenbioscoop Speelbos (natuurspeelplaats) Sneeuwkanon
V V V V
Waterfestijn
X X X X X
X X
X X X X X
X X
X X
X X
X X X X X X X
X X X X
X X X X X
X X
Natuurefteling Producten/verpachten
X
Kerstbomenverkoop Bosbijproduct honing arrangement Bezoekerscentrum met verkooppunt en of horeca Paddenstoelen pannenkoek Natuurmonumentenwijn (ook bij ondernemers in de streek op tafel zetten)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X X
X X
X
X
X X
X X X X X X X
X X
2 X
X V
X
X X
X X
X X
X X X X X X X
X
X X X X X X X X X X X X
X X X X
X X
Bier Paddenstoelen op stam Houtoogst bijgroei Gelders roggebrood Whisky Mosterd Berkensap Gedenkbomen bestaand Gedenkbomen aanplant
X X
Vlees: scharrel of wild Kersttakken Blokken hout als decoratie Bosbessenwijn
X
Graan Picknickmanden met streekproducten
V
X
X
X
X
Spelt van de akker tot de bakker
V
X
X
X X
X
Bramen
6
X
X X X
X
X X
X X X X
X X
X X X
X X X X
X X
X X
X X
X X
6 1 7 4 2 7 8 4 4 4 5 5 5 4 4 7 8 5
X
8 3
51
e Un ie ki
n
re gi o
ff e ct ec ol og i ne ga tie fe Ge en
Co nt in ui te it
op
re gi o
Sl ui ta an
X X X X X
aa gv la k
X
Dr
X
be le id
NM
ov er he id Sn el u
op
itv oe rb aa r
be le id
en tie Po t Sl ui ta an
X
an cie Fin
el /
er se ss ie St ic k
X
Vakanties Back to basic natuurkamperen Bouw en exploitatie overnachtingsaccomodatie Pieterpad Camping
X
Boomhutten Bungalows Trekkershutten Boswachterswoningen verhuren als vakantiewoning
X
X
X X X X
X X
X
X
X
X
X X
4 X X X
X
5 3 7 2 5
X
6
X X
X
Evenementen Promotie-evenement: triathlon (of mtb, fietsen, hardlopen, wandelen)
X X
MTB-evenement
X X
X X
X
Grensoverschrijdende fietstochten Survivalevenement (mudmasters) De nationale weekenden als Noabordag
X
Evenementen (concert) organiseren
X X
X X
4 4
X
X
X
X
X X X X X
X X X
X
X
X
X
X X X
X
X
X X X
Gezamenlijke natuurcampingfolder
X
X
X
X
4
Stayokay samenwerking of opzetten
X X X
X
X X X
X X X
X
3 4 7
X
Kunst in de natuur
X X
Openluchttheater Natuurfloriade Samenwerkingsideeën Betere benutting zalen/accomodaties door samenwerking Opzetten gezamenlijk clubhuis in het bos icm bezoekerscentrum Welnessgebied Bergherbos Regio-arrangementen
V
X X
X X
Houtgestookte sauna Hout leveren blokhut Natuurmonumenten als vervanger VVV Ambachtelijke streekwinkel ''Gribus'' Gehandicapten helpen natuurproducten te maken, bloembak en is te koop bij webwinkel en via karwei
X
4
X
Oogstfeest
X
X
X
X X
X X X X X
X X
X X
X
X
X
X
X X X X X
X
6 3
X X X X
6 7 7 5 6
4 X X X
4 4 8
X
X
X
4
X
X
X
X
X
X
X
7
X
X
X
X
X
X
X
7
X X
X X
X X
X
X X
X X
X X
X
V
7 7
V
X
X
X
X
X
X
X
X
8
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
Interrecht subsidie
X
X X X
Mede-eigenaarschap Bergherbos
X
Hout laten bewerken door bedrijf aan aanbieden op eigen webshop Biologische landbouw Biologische wijnteelt (voor 1800 ook al in deze streek) Anders Ondernemen met natuur; groen imago via sponsoring Duitse potentiele klanten om de hoek Toeristenbelasting regionaal inzetten voor promotie regio Belgische gast Verkopen vergunningen voor NM Decor voor externen
Gymnastiek onderwijs
X X
X
X
X X X X
6 3
X
X
X
X
2 3
X
6 2 2
X
3 5
52