Omniplasma®: extra veiligheid in vele stappen Christine Kramer Divisie Plasmaproducten
31 januari 2013 | 1
Belangrijk • Veiligheid staat voorop bij de bloedvoorziening • Diverse maatregelen dragen bij aan een veilige bloedtransfusieketen van donor tot patiënt • De bloedvoorziening in Nederland is qua veiligheid van een hoogstaand niveau
31 januari 2013 | 2
Terug van weggeweest….. • • • •
In de periode 1996 – 2002 was er ESDEP Gepoold + SD-behandeld plasma Grondstof afkomstig van Sanquin Bereiding tot ESDEP door Octapharma
• Gestopt vanwege: - risico van prionentransmissie => veiligheid (- klachten mbt product: breuk en hyperfibrinolyse) • Nu nieuw proces waarbij een prionreducerende productiestap aanwezig is • Advies vanuit MAR Sanquin Omniplasma aan het productassortiment toe te voegen
31 januari 2013 | 3
Wat is Omniplasma? • Lijkt op versbevroren plasma (FFP), want: - zelfde indicaties - AB0-afhankelijk - is ook bevroren - handelingen gelijk aan FFP • Maar: - gepoold plasma product (380 / 760 kg, ca. 600 / 1200 donaties) - geneesmiddel - virus- en prionreducerende processtappen
31 januari 2013 | 4
Een geneesmiddel, waarom??? • Oude regelgeving: pools > 12 donors • Nieuwe regelgeving: industrieel bereidingsproces • Voor Omniplasma ca. 600 donaties + industrieel bereidingsproces
Requirement for the collection, processing and quality control of blood, blood components and plasma derivatives, WHO Technical Report Series, No. 840 (1994) Guideline on plasma-derived medicinal products, EMA/CHMP/BWP/706271/2010 DIRECTIVE 2001/83/EC OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL OF 6 NOVEMBER 2001 ON THE COMMUNITY CODE RELATING TO MEDICINAL PRODUCTS FOR HUMAN USE
31 januari 2013 | 5
Productieproces Omniplasma Snel ontdooien en poolen van single donor FFP Volledige celverwijdering door filtratie S/D behandeling en verwijderen van S/D reagentia Prionreductiestap Sterielfiltreren (0,45 µm en 0,2 µm) Aseptisch afvullen (200 ml) & snel invriezen (-60°C) Kwaliteitscontrole en interne chargevrijgifte Externe chargevrijgifte door autoriteiten
Omniplasma
31 januari 2013 | 6
Snel ontdooien en poolen van single donor FFP
Volledige celverwijdering door filtratie S/D behandeling en verwijderen van S/D reagentia
Prionreductiestap
Productieproces Omniplasma: Verwijdering van cellen en celfragmenten • Verwijdering van cellen en celdebris met industrieel filter (1 µm filter) • Afwezigheid cellen => minder bijwerkingen
Steriel filtreren (0,45 µm en 0,2 µm) Aseptisch afvullen (200 ml) & snel invriezen (-60°C) Kwaliteitscontrole en interne chargevrijgifte Externe chargevrijgifte door autoriteiten Omniplasma
Telkamer: geen cellen detecteerbaar
Industrieel filter (dieptefilter)
31 januari 2013 | 7
Productieproces Omniplasma: Verwijdering van cellen en celfragmenten
MB= methyleenblauw-behandeld plasma Barz D. Detection of antigen structures in blood cells in differently prepared plasma presentations. Anaesthesiol Reanim 1994; 19:155–158.
31 januari 2013 | 8
Snel ontdooien en poolen van single donor FFP
Volledige celverwijdering door filtratie S/D behandeling en verwijderen van S/D reagentia
Prionreductiestap
Productieproces Omniplasma SD-behandeling
Steriel filtreren (0,45 µm en 0,2 µm) Aseptisch afvullen (200 ml) & snel invriezen (-60°C) Kwaliteitscontrole en interne chargevrijgifte Externe chargevrijgifte door autoriteiten
• S= solvens: Tri(n-butyl)phosphate (TNBP) Omniplasma • D= detergens: Octoxynol-9; Triton X-100™ • voor inactivering van enveloped (lipide-omhulde) virussen zoals - HIV - HCV - HBV - WNV - CMV • Bij Octaplas geen melding van transmissie van enveloped virussen
31 januari 2013 | 9
Productieproces Omniplasma SD-behandeling
solvens/detergens: TNBP and Triton X-100 AIDS-virus HIV
DNA / RNA
lipide envelop
eiwitmantel
31 januari 2013 | 10
Productieproces Omniplasma SD-behandeling • SD-behandeling is effectief voor inactiveren van enveloped virussen • Een virusreductie van ≥ 4 log10 wordt beschouwd als een effectieve reductie De reductiefactor wordt uitgedrukt in logaritme: 1 log10 => reductiefactor 10 (90% reductie) 2 log10 => reductiefactor 100 (99% reductie) 3 log10 => reductiefactor 1.000 (99,9% reductie) 4 log10 => reductiefactor 10.000 (99,99% reductie)
31 januari 2013 | 11
Uitvoering virusvalidatiestudie • • • • • •
Downscaling van proces (laboratoriumsetting) Spiking van startmateriaal met hoge titer virus Meten van virustiter voorafgaande aan de processtap Uitvoering processtap Meten van virustiter na uitvoering van de processtap Berekenen van “reductiefactor”
virustiter voor processtap Reductiefactor = Log10 virustiter na processtap
31 januari 2013 | 12
Resultaten validatiestudie SD-behandeling HIV: Valid for HIV1/2
PRV: Model for HBV
Total inactivation 4 log10 to LOD within 1 minute, i.e. 98.9% time-safety-margin
Total inactivation 4 log10 to LOD within 1 minute, i.e. 98.9% time-safety-margin
6.3 log10
6.3 log10
Red line — = kinetics – Blue square = below limit of detection (LOD)
31 januari 2013 | 13
Verwijderen van SD-chemicaliën • Tijdens het zuiveringsproces worden de SD-chemicaliën verwijderd • Olie-extractie (fasescheiding mbv wonderolie) gevolgd door hydrofobe interactiechromatografie (C18-kolom) (vaste-fase-extractie) • In eindproduct: TNBP ≤ 2 μg/ml Triton X-100™ ≤ 5 μg/ml • Bijkomstigheid van deze chromatografie is dat deze bijdraagt aan verwijdering van zowel enveloped als non-enveloped virussen
31 januari 2013 | 14
Omniplasma en virusveiligheid • Donorselectie en donorscreening • Additionele NAT-screening voor HAV en Parvovirus B19 op minipools (resp. 480 en 96 monsters) • Plasmapool voor productie max. 10 IE/µl Parvovirus B19 (Ph.Eur. 1646) • SD-behandeling; effectief voor enveloped virussen • Verwijdering SD-chemicaliën met als bijkomstigheid verwijdering van alle typen virussen • Immuunneutralisatie; aanwezigheid van neutraliserende antistoffen tegen - hepatitis A-virus - parvovirus B19 - hepatitis E-virus? NB: effectiviteit van immuunneutralisatie is afhankelijk van viral load en hoeveelheid en effectiviteit antistoffen 31 januari 2013 | 15
Y Antibodies against VP
Y
VP
Y
Y
Y
Immuunneutralisatie
VPR
VP = Virus protein VPR = Virus protein receptor 31 januari 2013 | 16
Snel ontdooien en poolen van single donor FFP
Volledige celverwijdering door filtratie S/D behandeling en verwijderen van S/D reagentia
Prionreductiestap
Productieproces Omniplasma Verwijderen van pathogenen: prionen
Steriel filtreren (0,45 µm en 0,2 µm) Aseptisch afvullen (200 ml) & snel invriezen (-60°C) Kwaliteitscontrole en interne chargevrijgifte Externe chargevrijgifte door autoriteiten
• Prionen zijn pathogene eiwitten Omniplasma • Prionen veroorzaken neurodegeneratieve ziektes zoals scrapie, BSE, Kuru en Creutzfeldt-Jakob ziekte • Overdracht van prionen door eten van met BSE geïnfecteerd vlees • Humane variant van BSE => variant Creutzfeldt-Jakob ziekte (vCJD)
31 januari 2013 | 17
Verwijderingsstappen: prionen • In vergelijking tot productieproces Octaplas (ESDEP) wordt bij Octaplas LG en Omniplasma een prionreductiestap toegepast • Prionreductie: affiniteitschromatografie met prion-specifieke ligand (ProMetic Biosciences, Cambridge, UK)
• Tests zijn uitgevoerd conform: vigerende CHMP position statement on Creutzfeldt-Jakob disease and plasma-derived and urine-derived medicinal products.
T-E Svae et al. Prion safety of transfusion plasma and plasma-derivatives typically used for prophylactic treatment. Transfus Apher Sci. 2008 Aug;39(1):59-67. A. Neisser-Svae et al. Prion removal effect of a specific affinity ligand introduced into the manufacturing process of the pharmaceutical quality solvent/detergent (S/D)-treated plasma OctaplasLG. Vox Sang. 2009 Oct;97(3):226-33.
31 januari 2013 | 18
Productieproces Omniplasma Verwijderen van pathogenen Prion protein (PrPSc; vCJD)
The highly infectious units have a molecular diameter of 17-27 nm
Affiniteitschromatografie
Enveloped (HIV; top) Bacteria and non-enveloped (E. coli; top, (HAV; bottom) S. aureus; bottom) viruses
Most viruses have a capsid diameter of 18-120 nm. SD-behandeling + immuunneutralisatie
Almost all bacteria range from 0.5 to 5 m in size.
Parasites (Trypanozoma cruzi; top, P. falciparum; bottom)
The parasite lifecycle stage found in blood varies from 1.0 to 20 m in size.
sterielfiltratie (0,2 m)
31 januari 2013 | 19
Omniplasma: Biochemische aspecten • Omniplasma is een gepoold product; hierdoor geen grote variaties in samenstelling in tegenstelling tot versbevroren plasma • • • •
Controles op productiepool Controles op eindproduct Interne vrijgifte Vrijgifte door OMCL (Official Medicines Control Laboratory)
31 januari 2013 | 20
QC parameters voor vrijgifte Parameters
FFP (plasma ref SQ)
Ph.Eur. 6.3 01/2009:1646*
FPS** Omniplasma
Omniplasma Mean (n=6) Std.dev.
Totaal eiwit [mg/mL]
50
45
45 - 70
58 1
Fibrinogeen [mg/mL]
(2.0 - 4.0)
n.s.
1.5 - 4.5
2.6 0.1
FV [IU/mL]
0.7
0.5
0.5
0.8 0.1
FVIII [IU/mL]
0.7
0.5
0.5
0.8 0.1
FXI [IU/mL]
0.7
0.5
0.5
0.9 0.1
aPTT [sec]
(lab.afh. ≤ 35)
n.s.
23 - 40
30 1
150
150
362 52
NaPTT [sec] Proteïne C [IU/mL]
(≥ 0.7)
≥ 0.7
≥ 0.7
0.95 0.08
Proteïne S [IU/mL]
(≥ 0.6)
n.s.
≥ 0.3
0.61 0.04
Plasmine inhibitor [IU/mL]
0.72-1.32***
≥ 0.2
≥ 0.2
0.56 0.06
* Europese farmacopee: beschrijft eisen voor farmaceutische producten
Voor meer parameters zie SPC
** Finished product specification *** Ref op basis van 100 gezonde bloeddonors
31 januari 2013 | 21
QC parameters voor vrijgifte Parameters
Ph.Eur. 6.3 01/2009:1646
FPS** Omniplasma
Omniplasma Mean (n=6) Std.dev.
pH
6.5 - 7.6
7.0 - 7.6
7.3 0.0
Osmolaliteit [mosmol/kg]
240
320 - 420
360 5
Natrium [mmol/L]
200
200
163 3
Kalium [mmol/L]
5.0
5.0
3.6 0.1
Calcium [mmol/L]
5.0
5.0
1.9 0.1
Citraat [mmol/L]
25
15 - 25
22 1
Fosfaat [mmol/L]
n.s.
2.0 - 7.5
5.7 0.4
Glycine [mg/mL]
n.s.
4.0 - 6.0
5.1 0.1
TnBP [µg/mL]
<2
2.0
Comply (<0.5)
Octoxynol [µg/mL]
<5
5.0
Comply (<1.9)
Anti-HAV IgG [IU/mL]
1
1
2.3 0.6
0,2
0,88 0,22
20
34 3
Anti-HEV IgG [IU/mL]* Anti-B19 IgG [IU/mL] n.s., not specified.
n.s.
Fysiologisch, maar geen QC: viscositeit +20°C = 1.63 mPa·s (1.5-1.7 is normale range voor plasma)
31 januari 2013 | 22
Omniplasma: proteïne S en α2-antiplasmine
Hellstern, et al Transfus Med Hemother. 2011;38(1):65-70
31 januari 2013 | 23
Overzicht Octaplas (1992)
Octaplas LG (2009)
Omniplasma (2012)
Virusveiligheid
SD-behandeling Immuunneutralisatie
SD-behandeling Immuunneutralisatie
SD-behandeling Immuunneutralisatie
Prionenreductie
Geen
Affiniteitschromatografie met prionspecifiek ligand
Affiniteitschromatografie met prionspecifiek ligand
α2-antiplasmine
Verlaagd
Verhoogd tov Octaplas (tgv kortere tijdsduur SD-behandeling)
Verhoogd tov Octaplas (tgv kortere tijdsduur SDbehandeling)
Proteïne S
Verlaagd
Verhoogd tov Octaplas (tgv kortere tijdsduur SD-behandeling)
Verhoogd tov Octaplas (tgv kortere tijdsduur SDbehandeling)
Grondstof
Diverse buitenlandse plasmabronnen
Diverse buitenlandse plasmabronnen
‘Sanquinplasma’: onbetaald en vrijwillig NL plasma 31 januari 2013 | 24
Bewaren van Omniplasma • Houdbaarheid van 4 jaar • Bewaren bij ≤ -18°C (buiten invloed van licht) • Conform SPC: 24 uur ontdooid bij + 2-8°C, 8 uur bij kamertemperatuur (+ 20 tot + 25°C) • Omniplasma is een geneesmiddel, de SPC omschrijft productkarakteristieken, gebruik en opslag • Bij een geneesmiddel gaat het om werkzaamheid en veiligheid; toepassing van het geneesmiddel in lijn met de SPC bewaakt deze parameters • Gebruik buiten SPC: niet wenselijk; verantwoordelijkheid ligt bij de behandelaar; er moet duidelijke motivatie voor afwijking zijn
Summary of Product Characteristics opvragen via: www.cbg-meb.nl
31 januari 2013 | 25
Bewaren van plasma • Bewaren FFP (Sanquin Bloedwijzer 12.4, Transfusiegids 1.1.2): ≤ -25°C, 2 jaar (nb: geteld vanaf de afname van het plasma!) bij voorkeur onmiddellijk gebruiken na ontdooiing: max. 24 uur bij +2°C tot +6°C of 6 uur bij +18°C tot +25°C • CBO Richtlijn Bloedtransfusie mbt ontdooid plasma: - ‘rekbaar’, maar: Bij voorkeur dienen ontdooide plasmaproducten zo snel mogelijk te worden toegediend, echter met behoud van voldoende stollingsactiviteit kan het product ook bij 2-6 ºC worden bewaard gedurende minstens 24 uur. - met betrekking tot ftalaten (weekmakers): Gezien het ontbreken van alternatieven moeten de voordelen van ontdooid plasma “op de plank” voor onder andere traumachirurgie worden afgewogen tegen de nadelen van de toxiciteit. 31 januari 2013 | 26
Argumenten tegen lang ontdooid bewaren • Afname activiteit stollingsfactoren • Risico microbiologische groei • Toename van weekmakers (ftalaten): - weekmakers aanwezig in zakken, lossen vooral op in lipofiel milieu - DEHP (di-ethylhexylphthalate) en afbraakproduct MEHP (monoethylhexylphtalate) - temperatuur en tijd zijn bepalende factoren voor de mate van lekkage en omzetting naar MEHP
31 januari 2013 | 27
Ftalaten Conclusion 3.4.15:
http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/04_scenihr/docs/scenihr_o_014.pdf
31 januari 2013 | 28
Stollingsfactoren Octaplas LG Immediately after thawing
6 h After thawing
24 h After thawing
6 uur 24 uur 6 days After thawing
Fibrinogen mg/dL
280 (273–284) 281 (275–287) 279 (271–287) 287 (275–299)
FII%
91 (89–94)
94 (92–97)
94 (92–97)
89 (87–92)
FV%
95 (91–99)
96 (93–99)
94 (93–97)
80 (76–85)
FVII%
93 (92–95)
94 (90–95)
88 (86–90)
74 (71–76)
FVIII%
72 (68–78)
68 (63–74)
65 (63–69)
53 (48–56)
FIX%
87 (83–92)
87 (84–89)
89 (86–93)
86 (83–90)
FXI%
100 (96–102)
100 (97–103)
99 (96–102)
87 (85–90)
fPS%
87 (84–91)
88 (87–92)
85 (83–87)
83 (81–84)
PC%
92 (89–94)
92 (90–94)
92 (88–96)
92 (91–94)
PI%
57 (56–58)
58 (57–60)
56 (55–57)
56 (54–59)
Keller et al. Transfus Apher Sci 2012; 46: 129
Factor VII
Factor VIII 31 januari 2013 | 29
Veiligheid in vele stappen • Virussen: - extra NAT-screening (HAV en Parvovirus B19) - SD-behandeling voor enveloped virussen - immuunneutralisatie • Prionen: - prionreductiestap • Microbiologische contaminatie: - sterielfiltratie • Transfusiereacties (volgt in presentatie dr. Marian van Kraaij): - TRALI - allergische reacties • Geneesmiddel: - GMP (gecontroleerd en gestandaardiseerd) - constante samenstelling - geregistreerd
31 januari 2013 | 30
Vragen??
31 januari 2013 | 31