De krenten in de pap of het verschil tussen genieten vàn en genieten dóór..
Er was eens een jongetje.. Het was oorlog en er was weinig te eten. Daarom moesten alle kinderen, het jongetje incluis elke dag de boer op om wat voor de hongerige maag te vinden. Aan het eind van de dag kwamen de kinderen één voor een binnendruppelen in het armoedige huisje. Dan werd alles verzameld wat de zoektocht die dag had opgeleverd, zoals één of meer flessen melk of graan dat overbleef bij het dorsen. Met deze ingrediënten werd er dan pap gekookt op het oude potkacheltje, dat roodgloeiend stond te snorren op het hout, dat door de beide broers op gezette tijden uit het naburige bos mee naar huis werd gesleept . Deze pap smaakt in die tijden zo heerlijk, dat er gevochten werd om de pan te mogen schoon likken. Tot vader ingreep en besliste, dat ieder bij toerbeurt over de pan mocht beschikken om de laatste restjes er met een lepel uit te schrapen. Daartoe werd er een lijst opgehangen aan de keukendeur. Toen de oorlog voorbij was, werd er ook nog wel pap gegeten door het gezin, maar de welvaart zorgde voor zogenaamd “Betere tijden”, waardoor er wel eens krenten in de pap verschenen.. Dat bezorgde de pap een extra aroma. Het gebeurde in die dagen, dat het jongetje, laten we hem Johan noemen, van lieverlee eigenlijk niet meer tevreden was met krentenloze pap en zo naar de krenten ging verlangen, dat het bijna een eis werd en het eigenlijk niet eens meer
om het extra aroma van de pap ging.. Die smaak verdween langzamerhand naar de vergetelheid..! Toen gebeurde er iets wonderlijks, althans bij Johan en misschien ook wel bij andere papeters… Het onuitputtelijke krentenbegeren had tot gevolg, dat de pap geleidelijk aan in een soort krentenbrij veranderde, die tenslotte zelfs ging tegenstaan..en de nostalgie toesloeg : Johan ging weer verlangen naar het eenvoudige oorlogsgerecht..! Tot zijn verwondering, begon de gewone pap zonder krenten hem weer te smaken.. Hij begon deze steeds meer opnieuw te waarderen en als hem dan eens een krent toeviel, dan was hij daar extra blij mee. Dan kon hij daardoor extra genieten als een soort toegevoegde waarde, waar hij niet op gerekend had en die eigenlijk ook niet onmisbaar was.. Omdat hij de pap ‘zonder’ ook had leren waarderen… Hij was weer terug in de belevenis van de verrukkelijk smakende moeders’ pappot, waar toen nog geen krenten in zaten, omdat ze eenvoudigweg niet bestonden en hij er dus ook niet naar hoefde te verlangen.. Maar nu begreep hij ook hoe dat zat met dat verlangen… Nu kon hij nog wel sprakeloos genieten, niet zozeer vàn als wel dóór de krenten als toegevoegde waarde. Maar hij kon er ook buiten.. Het was als het ware niet meer onmisbaar.. Hij begreep, dat het mogelijk moest zijn om dankzij de verwondering zijn verlangen om te zetten in het oude vertrouwde gevoel van vroeger, toen er nog geen krenten waren..
Terug van ‘survival’ langs diverse boerderijen, kwamen de oudste kinderen tegen het eind van de dag één voor één binnenlopen, dan wel strompelen, al naar gelang.. Om schiften te voorkomen, zo had de praktijk geleerd, werd de eventueel meegebrachte melk - want niet altijd leverde een tocht wat op - in aparte pannetjes gekookt. Vervolgens werd het voor die tijd kostbare vocht in een grote pan gekieperd om er pap van te brouwen. Maar daartoe ontbrak nog een essentieel bestanddeel, te weten haver. Daar had vader iets op gevonden. In korte bewoordingen zette hij zijn plan uiteen : “Kinderen.., vandaag komt er weer een dorsmachine bij boer X en jullie gaan allemaal mee!” Ter plekke bij het dorsen, werd er soms door een menslievende boer, graan uitgedeeld aan de ondervoede ‘évakkéés’, zoals de volksmond ons placht te noemen. Per gezin werd er één schepel verstrekt. Op deze beperkende rantsoenmaatregel werd de volgende kunstgreep toegepast : “Meiden”, sprak hij onvervaard, “.. probeer zo vaak mogelijk te gaan. Maar zorg ervoor dat je niet herkend wordt..! Ik ga met de fiets een eindje verderop staan”. Zo gezegd zo gedaan Mijn zusters kregen het voor elkaar om met behulp van waarschijnlijk aangeboren acteertalenten en middels trucs als bril af en vlechten onder de muts en dergelijke, zich steeds weer als een ander voor te doen.. “Hééy moassie, jou heb ik toch al eerder gezien..?” Als er een ontmaskering dreigde, werd zwaarder geschut ingezet.. Half of geheel overstelpt door opwellende tranen, wist de jongste van het stel, zo brutaal als de beul weliswaar, dan stamelend te spelen, van niets te weten. Hoe dan ook, met dit soort kunst en vliegwerk werden er vele schepels graan in de wacht gesleept en bij pa afgeleverd. De jongens moesten ook apart en bijna werd ik nog gesnapt toen ik welgemoed en blij met mijn verovering op één van mijn zusters wilde aflopen en zij mij met woeste gebaren duidelijk maakte, dat dàt nou niet zó’n slim idee was.. Hoe zou Roos het er hier hebben afgebracht.. Zij had nog wel een originele truc in petto gehad..! Het zou mij niks verwonderd hebben, als zij de boerenzoon had overgehaald om maar meteen alle fiets –en andere meegebrachte tassen tot de nok toe vol te gieten .. Er was iets in haar wezen, een soort charisma, waardoor zelfs vreemde mensen haar blind konden vertrouwen.. De hoop en het vertrouwen haar ooit weer in de directe nabijheid te hebben, was de drijfveer die mij op de been hield tijdens de “werkjes”, zoals vader dat schijnbaar laconiek noemde, waarop hij mij placht te trakteren.. : Schier eindeloze zwerftochten vol emotionele belevenissen.. Dag in dag uit de boer op of samen met Thomas naar het naburige, zij het toch nog op een handvol kilometers liggende afgelegen berkenbos.. Op gezette tijden als het hout dreigde op te raken, togen wij gewapend met een hiepje (zie tekening) als volleerde houthakkers op pad om een paar niets vermoedende berkjes te verrassen. Nadat we onze prooi van kleine takjes hadden ontdaan, sleepten we ze dan onder onze armen naar huis, de man twee.
Ëén keer kregen we hulp van een paar vriendjes uit het dorp. Helaas hadden ze het niet kunnen opbrengen de boompjes helemaal naar ons huis te slepen. en kennelijk besloten maar voor de halve route te gaan. En zo vonden we “hun” toch al veel kleinere boompjes terug als eenzame stillevens. Enfin, dat scheelde toch maar mooi het halve werk..! Thuisgekomen was het nog niet gedaan, want vader had een zogenaamde ‘bok’ getimmerd, waar de boomstammetjes door ons tweetjes tot handzame brokken gezaagd moesten worden. Deze ‘oefening met tweetallen’ was een vrij vermoeiende bezigheid. Urenlang stonden we dan tegenover elkaar aan een oude spanzaag te trekken, waarvan ik de herkomst nooit heb kunnen traceren.., evenals het reeds gememoreerde hiepje en een jaloersmakend bijltje, dat aan één van mijn zusters was toebedeeld. Waarom weet ik eigenlijk niet, want Thomas en ik waren in mijn ogen de enige echte houthakkers in het gezin. Nou oké, het bijdehandje deed soms ook een duit in het zakje Tenslotte moesten wij het hout nog kloven in ‘potkacheltjeklare’ stukken, alweer met het multifunctionele hiepje, waarvan de bovenrand helemaal was platgeslagen door het veelvuldig beuken met een hamer als een blok niet wilde splijten.. “Het bijltje zou toch handiger zijn..” morden we dan te vergeefs.. Uit deze ervaring stamt de gevleugelde door mijn broer geïntroduceerde uitdrukking : “Met me kouwe klauwe houwtjes hakken..” Waarschijnlijk heb ik door deze activiteiten ook nog eens een paar overrijpe winterhanden opgelopen.. Als ik berkenbomen zie, springt mijn ervaring met dit gebeuren weer moeiteloos te voorschijn. Overigens niet geheel vrij van nostalgische gevoelens Ik schep er een ambivalent genoegen in ze te schilderen met hun grillig gevormde stammen.. Vooral treurberken, met hun weemoedig omlaag hangende takken en lichtgroene bladerregen in het voorjaar. Melancholie..? Waar komt dat melancholische gevoel vandaan..? Voorbij de oorlogservaringen..? Als uit een andere wereld.. Ervaringen als katalysator..? En dan..? Innerlijke confrontatie met Leven en Dood, verstrengeld als Yan en Ying.., of het gemanifesteerde in samenhang met haar Goddelijke Oorsprong Als uit een andere wereld.. Of zelfs daaraan voorbij..? De totale samenhang van Liefde waar we allemaal deel van uit maken, onlosmakelijk Liefde die een brug slaat daar waar er naar menselijke maat geen grond voor is Bij de gratie van Het Licht
Overgave is de sleutel Praeherinnerng aan Dat Andere.., niet van deze wereld Onbevattelijke Leegte in al haar Volheid Vol Ledigheid Of zelfs daaraan voorbij..
Bevrijding.. Er bestaat geen grotere vrijheid, dan alle zelfzuchtige beperkingen te laten vallen en te leven in overeenstemming met wat er is. Jed Mc.Kenna
“It’s Oké..!”, Met deze utspraak als een commando uitgesproken juichkreet, daar in de deuropening, werden we na vijf dagen en doorwaakte nachten onder het aanrecht gezeten te hebben, verlost door een reus van een Canadees, die met grote stappen het huis binnen kwam klossen.. Maar vóórdat het zover was, dat ook in dat kleine gehucht de oorlog voorbij was, is daar nog vijf etmalen hevig gevochten en werd de hele film nog eens dunnetjes overgespeeld, met inbegrip van angstige momenten.. Bij gebrek aan een kelder, moest het hele gezin die dagen onder het aanrecht schuilen met als enige ‘kogelwering’ een paar matrassen voor de ramen, waar we regelmatig de kogels met doffe klappen hoorden inslaan.. Sinds onze bevrijding heeft het nog maanden geduurd vóórdat we weer terug mochten naar mijn geboortestad.. Gedurende die periode brak een heel andere tijd aan, met een totaal andere emotionele lading. We speelden weliswaar weer, maar anders.. Het hiepje kwam ons nu goed van pas bij het hutten bouwen, evenals een pionierschepje, dat wij ‘gescoord’ hadden op de Engelsen, die hun kamp hadden opgeslagen in het dorp Met vriendjes groeven we diepe rechthoekige kuilen en bedekten die met takken en plaggen. In onze verbeelding deden zij dienst als schuilkelder.., een vrijplaats.. Zo speelden we in onze argeloosheid de bevrijding nog maar eens na.. Met inbegrip van een onbeschrijfelijk gevoel van veiligheid.. Aan voedsel hadden we geen gebrek, want al die tijd bleven de soldaten in het dorp gelegerd en zij voorzagen ons van allerlei heerlijkheden uit hun veldkeuken.. Bovendien waren mijn ouders en zusters zo’n beetje de enigen in de nabije omtrek die Engels spraken, zodat wij regelmatig een huis vol soldaten hadden. Het is niet onwaarschijnlijk, dat mijn oudste zusters hier ook de hand in hadden..
Zo konden de heren, want zij gedroegen zich als ware gentlemen, onder het voorwendsel van een partijtje bridge die “pretty women” het hof maken en meespelen in door vader georganiseerde bridgedrives. Waar kwamen die kaarten eigenlijk vandaan.? Op mijn zwerftochten nadien stuitte ik menigmaal op een totaal uitgebrande boerderij, waar de indringende stank verspreidende koeienlijken nog lagen te rotten.. Koeienvlees niet geschikt voor consumptie.. Daar het maatschappelijk leven totaal was verstoord, was er ook geen Gemeentelijke Dienst die de lijken kwam opruimen..
Al de ervaringen op ‘voedselexcursie’ en de avonturen nadien verschaften mij impliciet de gelegenheid om mij zo nu en dan af te scheiden en op zoek te gaan.. Want Roos kon ik maar niet uit mijn systeem krijgen.. Ik droeg haar als het ware voortdurend bij mij in mijn hart.. Maar ik kon er niet bijkomen.. Zij bleef onbereikbaar, letterlijk en figuurlijk.. Later, soms dagen en nachten aaneen, toen we al weer terug waren uit de evacuatieperiode.. Dan sliep en verkeerde ik tezamen met de dieren in het bos.. Bij nader inzien ben ik toen al spelenderwijs mijn proces begonnen, om de doorgemaakte angst en eenzaamheid te transformeren.. Later, veel later heb ik deze emotionele lading waarschijnlijk geprojecteerd op vrouwen.. Misschien meende ik in hen vertegenwoordigd te zien wat ik met Roos had gedeeld : Alles.. Met hen hoopte ik, bij wijze van versluierde betekenis van mijn zoektocht naar mijn tweelingzusje, de ultieme intimiteit te kunnen beleven.. Maar vóórdat het zo ver was, moest ik eerst nog een schuld inlossen aan mijn ongeboren kinderen.. En hun moeder..
De vondst.. “Johan.., Jóóóó..hàààààn.., kom eens kijken..!”.. Thomas en ik hadden van Elzenhout een boog gefabriceerd en zochten ergens aan de waterkant naar rieten stengels voor onze pijlen. ( Stukjes vlierhout met zacht merg diende als punt ) Al zoekende was Thomas gestuit op een ondergronds hol, volgens het zelfde procedé gefabriceerd als onze plaggenhutten. Maar wij waren daar nooit eerder geweest..! Wij slopen dichterbij, want misschien was het wel een kleine schuilkelder van de moffen.. We bespeurden geen onraad en kropen naar binnen.. Wat we daar zagen tartte elke verbeelding.. Op de grond onder een paar takken troffen wij een volledig Engels legeruniform aan, netjes opgevouwen.. Waarschijnlijk had een Engelse soldaat op de vlucht zich daar schuilgehouden en was hij in burgerkleren verder getrokken.. Bij nadere inspectie bleek er een enveloppe in een van de zakken te zitten.. Wie schetst onze verbazing, toen we daarin een foto aantroffen van mijzelf, gezeten op een schoolbank, haar door de war en met een stomme grijns op mijn gezicht.. Roos en ik hadden na de fotosessie op school onze eigen portretten uitgewisseld. Zij had de foto achtergelaten als teken van leven..! Geen twijfel mogelijk..! Veertig jaar nadien ontmoette ik bij een “Reünie” een veteraan, die mij een verhaal vertelde over een weliswaar “young, but super clever and adult Dutch girl” Zij was plotseling uit het niets verschenen en had zich in het geïmproviseerde ‘hospitaal’ in een der gebouwen vlak bij de brug, als een volwaardig volwassen verpleegkundige ontfermd over de gewonden.. Na de slag had zij zich bij hem aangesloten toen hij aan Duitse krijgsgevangenschap trachtte te ontkomen en hem begeleid en gegidst op zijn vlucht.. Uit de vondst van de foto maakte ik op, dat zij het geweest moest zijn : Roos, die zich als mijn betere ik over de angst heen zette en zich voorbij ’t ego zonder enig voorbehoud dienend opstelde, daar bij de brug, waar bij de gewonde soldaten de nood het hoogst was.. Roos, mijn tweelingzusje, die zich na afloop van de strijd ontfermde over één van hen die daar gevochten hadden en met hem het land in gevlucht moest zijn, weg van de hel.. Op weg naar de kust..?
Spelenderwijs transformeren van angst en eenzaamheid Wijsheid als middel om te kunnen spelen, zonder punten, zoals een kind speelt.. Vrij blijvend en vrij wordend omgaan met alles wat de aarde ons schenkt *) Maanden later, tegen het eind van die zomer pas, mochten wij terugkeren en begon een bizarre periode in een totaal ontwrichte samenleving. Want de leeggebloede stad kon het nog eventjes niet opbrengen om van gemeentewege voor voorzieningen te zorgen.. Ons huis was één grote gatenkaas geworden als gevolg van de vele kogelinslagen, die de twee termijnen waarin de stad bevrijd moest worden hadden opgeleverd. De plafonds toonden ons in al hun naaktheid, want zij hadden zich ten einde raad als gevolg van de oorlogsbevingen ook overgegeven en hun rieten kalklaag afgeschud.. Wij zijn dagen achtereen bezig geweest om al dat met zich meebrengende puin over het balkon te kieperen en de kamers een beetje leefbaar te maken. Tot overmaat van ramp waren de ruiten ook nog uit de raamsponningen gesprongen.. Het heeft nog maanden geduurd vóórdat de primitieve cellofaanruiten vervangen waren en de puinhopen voor de deur opgeruimd, want er was eenvoudig geen gemeentelijke opruimdienst om dat soort klusjes te klaren.. Weer niet.. De verwoeste stad verbeeldde letterlijk en figuurlijk welk een onuitwisbare wonden de ‘krijgsverrichtingen’ hadden achtergelaten De samenleving lag rochelend op haar rug en er was dus ook geen onderwijs, zodat ik gratis vakantie genoot in die dagen, weken en maanden. Bij nader inzien verleende het monster dat oorlog heette ons bij wijze van boete nog een gratuite vrijplaats om als het ware onze speelachterstand in te halen en onze ‘wonden te likken’.. Wij waren kennelijk door het oorlogsgeweld zodanig door de wol geverfd, dat wij er niet voor terugschrokken het gevaar te tarten.. Voor ons kinderen, was de hele stad één groot paradijselijk speelterrein geworden.. Nochtans niet geheel van gevaar ontbloot..! Want overal lagen nog resten van munitie en ook in de tuinen lagen soms nog levensgevaarlijke ‘Boobytraps’ verborgen.. Dat mocht sommige van mijn vriendjes helaas niet weerhouden om toch roekeloos te gaan spelen met dit dodelijke spul, waarvan de afloop zich laat raden.. Vergeleken bij de realiteit van het oorlogsgeweld, was dit letterlijk en figuurlijk kinderspel.. Hoe ik het klaar speelde – in de dubbele betekenis van het woord - zonder ongelukken, is me tot op de dag van vandaag nog steeds een raadsel. Er moeten ook hier weer andere Krachten in het spel zijn geweest, niet van deze wereld, waardoor ik de (doden)dans ontsprong, dit keer in al mijn argeloosheid.. Nou ja, zonder ongelukken..?
Een kleine bloemlezing van onze ‘spelletjes’ *) *) Verstoppertje en krijgertje op de puinhopen en op de primitieve militaire Bailybrug, waarvan het voetpad toch niet breder was dan ongeveer een meter en dat was afgezet met een touw, dat als geïmproviseerde reling diende. Hoog boven het water sprongen en renden wij van de ene naar de andere kant van de brug en zaten elkaar na als koorddansers op het smalle pad.. *) Door middel van halsbrekende toeren op een dak te klimmen, waarbij wij gebruik maakten van een levensgevaarlijke techniek naar eigen ontwerp, door met behulp van handen en voeten tussen twee muren naar boven te ‘schuifelen’.. *) Het zal op mijn verjaardag geweest zijn, dat ik mijn eerste fiets cadeau kreeg, waarvan ik gretig gebruik maakte tijdens wedstrijdjes in de wijk..
Bij één van die grappen, raakte ik tijdens een levensgevaarlijke afdaling de macht over het stuur kwijt om de doodeenvoudige reden, dat de terugtraprem dienst weigerde.. Helaas viel dit incident samen met het moment dat een dame mijn pad wilde kruisen.. Met vervaarlijk toenemende snelheid naderde ik deze menselijke ‘hindernis’.. Het gevolg laat zich raden.. Hoewel zij waarschijnlijk een en ander toch heeft zien aankomen, stond haar constitutie, om het maar eens netjes te zeggen, helaas een snelle ontwijkmanoeuvre in de weg, letterlijk en figuurlijk..! Behalve wat wederzijdse builen en schrammen zijn we er nog goed afgekomen Dit is nog maar één voorbeeld uit een reeks.. *) Op een aftands sleetje met ware doodsverachting en ‘head first’ tussen de bomen laverend naar beneden suizen, was een geliefde ‘wintersport’.. Ten gerieve van deze tak van sport had de gemeente aan het end van de rit twee balken weggehaald tussen twee stenen staanders van het hek van de weide aan de voet van de boshelling.. Zo was er een opening van amper anderhalve meter vrijgehouden, voor het geval dat de slede besloten had nog verder te razen.., wat ook regelmatig gebeurde..! Maar daar moest je dan wel tussendoor .. Eén keer maar weigerde mijn sleetje een boomstronk te ‘nemen’, waarschijnlijk omdat haar bestuurder deze eventjes over het hoofd had gezien.. Behalve een gescheurde broek, geen ongelukken.. Sterker nog, thuis broek verwisselen en weer doorgaan..! *) Staande een spiegelglad talud naar de naburige vijver afglijden, was kennelijk zo gevaarlijk, dat een toevallig aanwezige soldaat, die het ook wel eens wilde proberen, zich zo ernstig blesseerde, dat hij het uitbrulde van de pijn.. Nu ik dit noteer, hoor ik zijn bijna dierlijke kreten als het ware nog in mijn oren suizen.. *) Enfin, toen de school dan eindelijk weer begonnen was, mochten de bollebozen elke ochtend om acht uur naar Franse les. Mij viel ook de twijfelachtige eer te beurt tot deze selectie groep te mogen behoren. Heel toevallig hadden wij op zekere dag collectief geen zin, hetgeen al een tijdje speelde..
Echter één jongen, Anonymus was zijn naam geloof ik, had een jaloersmakend horloge om zijn dunne polsje. Mijn boezem –en vechtvriend Sjakie en ik beraamden als informele leiders het volgende plan “Als jij nou je klokje een half uur vóóruit zet, dan doen wij net of onze Fransoos niet is komen opdagen..”, spraken wij af in onze naïeve argeloosheid.. We vonden het een schitterend en waterdicht complot.. Met bestemming het geliefde en dikwijls gefrequenteerde speelterrein bij en onder de watervallen van het stadspark ging het zooitje ongeregeld er welgemoed vandoor Wij gingen zo op in ons spel, dat wij pas later ontdekten dat vriendje A. er de brui aan had gegeven. Hoe dan ook, hij ontbrak op het appèl Tot onze, gezien de toenmalige context niet geheel begrijpelijke verbazing, maar wel verrassing, bleek ons maatje bij nader inzien besloten te hebben toch liever af te haken en het hele plan maar eens berouwvol en ootmoedig aan ‘meester’ door te brieven.. Waarschijnlijk overmand door een mengeling van spijt en angst voor straf..? Angst als ’s mensen eeuwige drijfveer.. Enfin, dan maar in gestrekte draf terug. Het klinkt vreemd, maar waarschijnlijk als gevolg van mijn ‘oorlogsverleden’ kon het mij totaal niet schelen wat mij te wachten stond.. En of meester D. nog zo stond te tieren, het deed me niets.. De onvermijdelijke straf bestond uit veroordeling tot een standplaats op de “kouwe” gang.., tot er excuses loskwamen. Dat was althans des meesters’ gebod Eerlijk gezegd was ik zelf toentertijd ook geen lieverdje.. Sterker noch, ik beschikte toen al over een stevige portie eigenwijsheid op basis van non conformisme en dus “never nooit niet”, dat ik met hangende pootjes excuses ging aanbieden Sterker nog, ik was best wel trots op mijn plan en behoorlijk verontwaardigd, dat vriendje A de boel verstierd had.. Enfin, na een week meditatief koukleumen op de gang en een beetje meemurmelen als er gezang opklonk, vond vader het welletjes en besliste dat het afgelopen moest zijn.. Straf voldaan en gewoon weer plaats nemen in de klas.. Einde van mijn eerste staande en af en toe zitmeditatie.. *) Er werd in die dagen gedurende de speelpauzes nogal eens “gemat”, zoals de volksmond dat placht te noemen. Dan ging het over de heerschappij over de speelplaats en met name de verovering en bezetting van de meest begeerde hoek onder de enige kastanjeboom die deze cour rijk was.., met banken wel te verstaan..! De traditie wilde, dat deze toebehoorde aan de oudste leerlingen van de zesde klas. Na hevige knokken tot bloedens toe werden deze echter gedwongen hun eigen hoek prijs te geven, en daarmee de heerschappij over de speelplaats. De rest was voor het grut uit de lagere klassen. A stond er al die tijd een beetje verloren bij, zo leek het en soms had ik nog wel eens met ‘m te doen. Of misschien had hij helemaal geen behoefte aan dat gedoe.. Later, veel later, toen wij het volwassen stadium al lang en breed waren binnengerold, heb ik hem toevallig ontmoet, maar hij wist zich niets meer te herinneren.. Had hij wel gespeeld..? Een vroegwijs kind..?
*) Onderling ging het tussen de vrienden ook niet altijd zonder slag of stoot. Want mijn persoontje lag regelmatig onvriendelijk rollebollend te knokken met het eerder genoemde bendelid Sjakie, die toch mijn vriendje was en bondgenoot in vóór en tegenspoed te velde.. Met bebloede koppen en gescheurde kleren moesten dan beide kemphanen uit elkaar gehaald worden, inclusief een te verwaarlozen half uurtje nablijven ieder in een hoek van het klaslokaal.
Toch nog vrij plotseling.., werd mijn kinderspel wreed onderbroken door een bijna-dood ervaring.. Aangezien de brug nog in het water lag, voer er in die dagen ook nog een pont naar de overkant van de rivier. Deze moest aanleggen aan een aantal aan de kade gemeerde Rijnaken. Deze platte boten hadden wij tot speelterrein gepromoveerd.. Op een onverdacht moment had ik me tijdens het verstoppertje spelen samen met een vriendje verborgen opgesteld op het gangboord naast het roefje van de verst van de kade af gelegen boot.. In de vermeende veronderstelling, dat de zoeker ons had ontdekt, raakte mijn metgezel plotseling in paniek en drong langs mij heen om er vandoor gaan.. Er was echter geen ruimte genoeg op het smalle gangboord, met als gevolg, dat hij mij pardoes overboord duwde.. Wat ik daarna in die luttele seconden daar in het rivierwater beleefde, valt nauwelijks te beschrijven.. De bestaande werkelijkheid begon op wonderlijke wijze te veranderen.. Ik voelde mij omlaag gezogen, de diepte in.., en toch weer omhoog in een zwarte kolk van water en wit opdoemende mistflarden.., als ik weer even boven kwam..En nog eens.. Angst..!? Er overviel mij een merkwaardig soort vredig gevoel, net of ik mezelf van boven af bezig zag, worstelend in een draaikolk en dan weer omhoog gestuwd.. Overgave.. Naar verluid bevond zich op de naderende pont een man met een houten been, die mij onmiddellijk is nagesprongen..Had hij alles zien gebeuren..? Toen scheurde de hemelopen, want alles was gezien en voorzien..? Met spoed werd een Avatar ingeseind..: “Tot het uiterste, maar niet verder..! Het is zijn tijd nog niet.., maar wel de ervaring..!” Toen het kind voor de derde en laatste keer boven kwam, werd het gegrepen uit de omlaagzuigende wervelingen van de wild stromende rivier.. Mijn moeder heeft hem niet meer kunnen bedanken, want na ‘het druipende pakketje’ afgeleverd te hebben, was hij spoorloos verdwenen.. Letterlijk en figuurlijk uit het Niets.. Intussen had de tijd even een eeuwigheid stil gestaan en mocht ik mijn kennismaking met Dat Andere.., niet van deze wereld..hernieuwen.. Onvergetelijke voorschouw cadeau..!