Talenten in beeld: portretten van jonge talenten in de kunsten Bijlage bij de eindrapportage over een onderzoek naar talentontwikkeling bij een groep jonge talenten in kunst en cultuur
oktober 2013 Margreet Windhorst Peter van der Zant
Inleiding In opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Drenthe en de gemeenten Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht en Zaanstad voerde Bureau ART in de periode 2011 – 2013 een onderzoek uit naar talentontwikkeling in de kunsten. Het onderzoek werd begeleid door een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van het FCP, de provincie en de vijf gemeenten. Een wetenschappelijke adviescommissie adviseerde over de aanpak van het onderzoek, zoals de dataverzameling en –analyse. In het onderzoek werden gedurende anderhalf jaar (december 2011 tot juni 2013) ca. 400 jongeren van 12 – 18 jaar gevolgd, die in een twintigtal projecten hun artistieke en culturele talenten ontwikkelden. De jongeren vulden in deze periode drie maal een vragenlijst in: bij de start van het onderzoek, in het najaar van 2012 en bij het eind van het onderzoek (april tot juni van 2013). De projecten waren zeer uitlopend van aard en richten zich op verschillende disciplines, zoals muziek, dans, toneel, hiphop of multimedia. Alle projecten die meededen aan het onderzoek werden (mede)gefinancierd door de zeven opdrachtgevers van het onderzoek. Aanvullend op de digitale vragenlijsten werden er in de maanden juni en juli 2013 bij elf projecten interviews afgenomen met jonge talenten, om meer te weten te komen over hun artistieke loopbaan en hun toekomstplannen. Deze projecten waren: - AIGHT, hiphopcentrum in Den Haag; - het Almeers Jeugd Symfonie Orkest; - het Jeugdorkest Nederland; - de Kunstbende; - de Keienbende (een voortraject voor Kunstbende in Drenthe); - Meet TV (een mediaproductiehuis waar jongeren TV maken voor lokale televisie); - de Muziektalentenklas van De Kunstlinie in Almere; - het Prinses Christina Concours; - Spin da Ring (een vierjarig project van het Educatief Centrum Muziekkwartier in Enschede); - Theaterschool Almere; - UCee Station (een wijkgericht mediaconcept in de vier grote steden). De in totaal 22 interviews gaven een interessant inzicht in de wijze waarop jonge talenten zich ontwikkelen in uiteenlopende kunstvormen als klassieke muziek, theater, mediaproducties en hiphop. Daarom werd besloten de integrale tekst van de interviews te bundelen in deze bijlage bij het eindrapport over het gehele onderzoek1. De interviews werden afgenomen door Felice Mul, Margreet Windhorst en Peter van der Zant.
1
Margreet Windhorst en Peter van der Zant, Talenten in beeld, eindrapport over een onderzoek naar talentontwikkeling bij een groep jonge talenten in de kunsten, Bureau ART, 2013
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
2
Deelnemer AIGHT, Hiphopcentrum Den Haag, 19 jaar
Ik ben nu 3 jaar bezig met hiphop. Op een feestje ben ik in aanraking gekomen met Breakdance. Dat vond ik zo vet dat ik dat ook wilde leren. Elke donderdagavond kwamen we samen bij het Haagse Hiphop Centrum om lessen te volgen en ook vrij te trainen. Voor de lessen betaal je 40 euro voor 10 lessen, best te betalen dus. De muziek sprak me vooral aan. Ik ben opgegroeid met Soul, Jazz en Funk en dat vind je terug in de Breakdance. Mijn liefde ligt hij Hiphop. Peter Oostinga (DJ mistasweet) liet me voor het eerst een keertje meedoen met zijn DJ workshop. Dat wilde ik toen ook leren en daarna ben ik steeds vaker naar workshops gegaan. Toen ik wat beter werd nam hij me mee naar optredens en festivals om daar als voorprogramma of tussenprogramma te draaien. Doordat ik opkeek naar de mensen die heel goed waren kreeg ik de motivatie om mezelf te bewijzen. Vanaf het moment dat ik de Hiphop cultuur leerde kennen door Stichting AIGHT heb ik een hele andere kijk op de dingen gekregen. Ik wist niet dat die cultuur zo uitgebreid was. Kijk op de muren in de stad en je ziet Graffiti. Hiphop is overal. Het mooie is dat deze cultuur uit helemaal niks bestaat. Je hebt er niks voor nodig. Het komt uit de achterbuurten in Brooklyn en daar hadden ze ook helemaal niks. Je kan het overal doen. Het is overal. Door Stichting AIGHT heb ik veel contacten opgedaan. Het is een klein wereldje waarin iedereen in Den Haag elkaar kent. De meeste mensen van AIGHT zou je de veteranen kunnen noemen van de subcultuur hier in Den Haag. Ze doen het voor de liefde voor het vak en niet voor het geld. Wat belangrijk is bij Hiphop is dat je leert om jezelf te blijven. Ze zeggen ook altijd dat je moet proberen je eigen stijl te houden. Je unieke zelf. Je krijgt de vrijheid om jezelf te ontwikkelen. Dit doen ze ook door je een beetje persoonlijk te coachen. Op dit moment ben ik niet meer heel veel bezig met draaien. Af en toe een optreden. Ik heb wel zelf een DJ set thuis staan. Maar ik ben dit jaar voor het eerst op mezelf gaan wonen en ik heb fulltime gewerkt om mezelf te onderhouden. Voor de derde keer ben ik dit jaar gezakt voor mijn havo. Nu ga ik maar de Koksopleiding doen. Ik wil heel graag naar de Herman Brood Academie. Een vriend van mij zit daar en die heeft het erg naar zijn zin. Je hebt daar ook geen opleiding voor nodig. Door Stichting AIGHT ben ik daar mee in contact gekomen. Ik wil best van mijn hobby mijn werk maken maar ik zie niet goed hoe dat kan zonder dat je jezelf aanpast. Ik zie weinig mensen in dit vak die muziek maken op de manier hoe zij het zelf echt willen. Zoals ik het zie heb je twee keuzes; de commerciële kant op gaan of bij je echte zelf blijven. En ik zou niet de commerciële kant op willen, behalve als ik mijn eigen ding mag blijven doen. Dan zou ik dat wel vet vinden. Maar nu ga ik dus de Koksopleiding doen, dat geeft me een back-up mocht de Herman Brood Academie niet lukken. Ik krijg nu alles steeds meer op een rijtje, het was een zwaar jaar. Ik wil me focussen op de dingen die ik wil in de toekomst. Door ervaring heb ik geleerd dat de dingen die moeten vaak helemaal niet helpen met de dingen die je wil. Door fulltime te werken, school en voor mezelf zorgen kom ik niet toe aan de muziek. Als ik meer aandacht had gehad voor de muziek het afgelopen jaar dan had ik nu al op een hoger niveau gezeten. Maar goed, zo werken de dingen niet altijd. Ik hoop dat ik dit jaar meer tijd hiervoor voor kan creëren.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
3
Deelnemer Almeers Jeugd Symfonie Orkest, 19 jaar
Ik denk dat ik nu al ongeveer 13 jaar viool speel, ik ben nu 19 jaar dus ik ben vroeg begonnen. Mijn vader doet slaginstrumenten, maar mijn moeder komt uit een onmuzikaal gezin. Voor het eerst ben ik in aanraking gekomen met de viool toen ik 4 jaar was. Mijn ouders dachten toen nog dat het zo’n periode zou zijn waar ik na twee weken wel overheen zou komen. Maar toen ik zes jaar was, wilde ik het nog steeds en ben ik op les gegaan op de Muziekschool. Ik vond de docente niet zo goed dus ben ik nog naar een andere, particuliere docente gegaan. Daar heb ik de afgelopen twee jaar les van gehad. Ik vond het wel mooi geweest, toen ik eindexamen deed van de middelbare school. Ik heb nu geen vioolles meer. Wel doe ik nog een improvisatie viool en een hiphopproject, Classic van Stichting Twist. En daarnaast doe ik aan stijldansen. Volgend jaar ga ik naar de topklasse hiervan. Door met vioolles te stoppen heb ik meer ruimte om stijldansen te doen. Ook ben ik nu eerstejaars geneeskunde. Dat is best veel allemaal. Ik vind het leuk om veel dingen te ontdekken, ik houd ervan om mijn horizon te verbreden. Dit is mijn zevende jaar in het orkest, dit is de plaats waar ik gewoon echt muziek kan maken. Ik kan mezelf kwijt in de muziek. Als je ergens mee zit dan kan ik het van me afspelen. Zeker als ik me goed kan vinden in het stuk dan kan ik mijn emoties erin kwijt. Mijn emoties herkennen blijkbaar de muziek en zo kan ik helemaal meeleven. Alsof ik dan in een soort van flow kom. We geven straks een concert en ik vind het eigenlijk niet meer zo heel spannend. Je hebt het al heel vaak meegemaakt, dan snap je wel hoe het allemaal zit en dan is het minder spannend. De grootste belemmering is het tijdsgebrek in mijn leven. Maar daarnaast ook het financiële stuk. Je bent zo gauw 500 euro per jaar kwijt aan lessen. Mijn ouders moeten dat dan betalen. Ik moest kiezen tussen vioolles of orkest. Ik vind orkest veel leuker, omdat je samen muziek maakt met andere mensen. Het is een groep, je moet elkaar goed aanvoelen om te kunnen overbrengen wat het stuk behelst. Dat vind ik heel bijzonder. Ik heb een tijdje nagedacht of ik wel of niet zou blijven vanwege mijn studie. Waarschijnlijk wil ik nog een jaar blijven, maar ik moet goed kijken of ik het wel kan blijven combineren met geneeskunde, dat is een heftige studie. Ik zal niet bij elke repetitie kunnen zijn, daar ben ik nu over in gesprek met de dirigent. Mijn droom is om mensen te helpen, ik wil heel graag iets betekenen voor anderen. Daarom doe ik ook geneeskunde. Als ik professioneel viool zou spelen, dan zou ik meerdere uren per dag kwijt zijn aan het studeren en dan zou ik veel minder kunnen genieten van het spelen. Wat ik graag wil, is het ontdekken van nieuwe stijlen in de muziek. Ik vind improvisatie spel het allerleukste. In het orkest vind ik een heel stuk sociaal leven, ik heb veel vrienden gemaakt in het orkest. Daarnaast helpt het mij om muzikaal te ontwikkelen. Het is me erg dierbaar.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
4
Deelnemer Almeers Jeugd Symfonie Orkest, 24 jaar
Ik speel al 15 jaar trombone. Het betekent alles voor me om trombone te spelen, het is altijd datgene geweest dat ik het liefste deed. Vooral het samen muziek maken sprak me altijd erg aan. Dat kon hier bij al de orkesten, dat was elke week een hoogtepunt voor mij. Hier heb ik me ontwikkeld en nu zit ik op het conservatorium. Dat had ik niet voor elkaar gekregen zonder bij de orkesten te spelen. Voor het AJSO zat ik in de Orkestklas en het Junior Orkest. Ik zit nu 11 jaar bij het AJSO. Tijdens de middelbare school heb ik twee jaar de vooropleiding van het conservatorium gedaan en daarna ben ik naar de vakopleiding gegaan. Daar merkte ik dat het zoveel moeite en tijd kost om de benodigde uren te maken op je instrument. Als je tot de top wilt behoren dan moet je 3, 4, 5 uur per dag studeren. Dat is me niet gelukt, ik ben dus ook gestopt met de vakopleiding. Voor mij persoonlijk ging de lol er een beetje van af door zo bezeten met het instrument bezig te zijn. De lol en ervaring die ik hier bij de orkesten opdeed, die verloor ik een beetje. Ik ben wel altijd doorgegaan met het orkest, ook al was ik gestopt bij het conservatorium. Ik merkte dat ik toch wel door wilde gaan met muziek en dus ben ik de opleiding Docent Muziek gaan doen. Als ik groepjes muzikanten leid, dan merk ik dat ik bij het orkest heb geleerd hoe dat in z’n werk gaat. Het orkest heeft me veel praktijkervaring opgeleverd. Mijn opleiding Docent Muziek is echt gericht op basis- of middelbaar onderwijs. Daarna zou ik ook graag Orkestdirectie gaan studeren. Misschien lukt het dan dus wel om zelf als dirigent voor een orkest te gaan staan. Dat zou ik super leuk vinden. Het maakt wel een verschil om voor een groep pubers op de middelbare school te staan of voor een stel getalenteerde en gemotiveerde jongeren in een orkest. Die laatste groep lijkt me gewoon veel leuker en interessanter. Het inhoudelijk contact is dan ook veel meer aanwezig, je begeleidt ze echt met hun talent. Ik heb bij het AJSO het talent dat ik had kunnen ontwikkelen. Elk jaar is er ook ruimte in een stuk voor iemand om solo te spelen, begeleid door het orkest. Ik heb dat ook twee keer mogen doen, dat is zo’n unieke kans. Je moet podiumervaring opdoen en leren zo’n stuk te dragen. Je wordt enorm uitgedaagd. Als je solo moet spelen, zorg je wel dat je je partijtje kan. Je wilt je wel bewijzen. Aan de mensen naast wie je zit in het orkest trek je je ongelooflijk op. De eerste dag dat ik mee repeteerde - dat is elf jaar geleden maar ik weet het nog goed - zat er een jongen naast mij op trombone en ik was zo onder de indruk. Die speelde zo hard. Dat was geweldig er ging een wereld voor me open. Zo wilde ik ook leren spelen. Dan wil je ook zo goed zijn. Op de orkeststukken repeteerde ik altijd harder voor mijn eigen studies. Je wilt jezelf bewijzen. Het is een jeugdorkest, eerst was 24 jaar de maximale leeftijd, nu is dat 27, maar dat is wel een beetje losgelaten. Voor instrumenten waar niet zoveel aanvoer van is, bijvoorbeeld de trombone, vind je niet zo snel een nieuw iemand. Talentontwikkeling kan er pas zijn, als je je hele carrière door geholpen wordt. Dat merk je nu een beetje met orkesten. Het AJSO wordt financieel gesteund, maar de orkesten daaronder niet. Dan is er op een gegeven moment ook geen AJSO meer, want dan is er geen doorstroom van onderaf. Er is elk jaar een groepje van 5-10 mensen dat stopt. Die gaan bijvoorbeeld naar een studentenorkest. Dat ontwikkelt steeds door en als er dan geen doorstroom is, dan houdt dat op een gegeven moment op. Je hebt een volledige bezetting nodig om door te kunnen ontwikkelen. Als die bezetting steeds kleiner wordt, omdat er steeds minder mensen bijkomen, dan valt dat een beetje weg. De ontwikkelmogelijkheden worden dan steeds kleiner en dat zou heel zonde zijn.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
5
Deelnemer Almeers Jeugd Symfonie Orkest, 19 jaar ste
Ik speel al dwarsfluit vanaf mijn 8 jaar. Eigenlijk wilde ik al eerder beginnen, maar toen was ik nog te klein, dus ik moest even wachten. Mijn ouders zitten niet in de muziek. Mijn moeder wilde dat vroeger wel heel graag, maar had daar vroeger niet de kans voor. Nu speelt ze piano en heeft hier ook les in. Ze hebben het altijd erg bevorderd door met mij en mijn broer naar open dagen te gaan van de Muziekschool en ons muziekinstrumenten te laten proberen. Ik ben begonnen op de Muziekschool en ik heb alle orkesten gehad. Ik ben vanaf het begin met samenspel begonnen. Daarin voelde ik altijd sterk dat dwarsfluit echt mijn instrument was. Dwarsfluit spelen is voor mij een hobby en zo wil ik dat ook houden. Ik speel elke dag ongeveer een uur. In dit orkest speel ik nu 1,5 jaar en ik merk dat ik sinds die tijd echt wel gegroeid ben in mijn spel. Je speelt stukken waar je als je alleen speelt niet aan toe komt. In het orkest hoor je natuurlijk de andere instrumenten ook en kan je hierin groeien. Zelf heeft me dat ook gestimuleerd om moeilijkere etudes te leren. Sowieso hebben we een keer per jaar een optreden in Almere. En ik denk ook wel elk jaar een optreden buiten Almere. Volgende week gaan we naar Wenen, we gaan daar met het concours meedoen! Bijna elke avond treden we dan op. We gaan met het vliegtuig, luxe hoor! We hebben dit jaar veel opgetreden bij mensen thuis om geld te verzamelen en te verdienen. Verder moeten we het zelf betalen. Het orkest was een half jaar bezig toen ik erin kwam en ik voelde me eigenlijk gelijk welkom. Dus dat is wel heel erg leuk. Er heerst een goede sfeer, ik voel me gemotiveerd om goed te oefenen. Dat creëert een goed resultaat en dat vind ik heel erg leuk. De meesten komen uit Almere zelf. Sommigen wonen ook buiten Almere, bijvoorbeeld als ze op kamers gaan. Maar ze blijven toch graag bij het orkest. Ik kan nu dingen spelen waarvan ik daarvoor niet wist dat ik dat kon. Soms geeft me dat echt wel het gevoel dat ik mezelf heb overtroffen. Ik studeer nu pedagogiek en het lijkt me leuk om muziek daar eventueel in te verwerken. Maar meer dan een hobby zal het verder nooit voor mij worden, ik heb andere ambities. Ik vind dwarsfluit spelen en in een orkest spelen echt superleuk. Ik nodig mijn vrienden altijd uit voor optredens en ben trots dat ik bij het AJSO zit. Het geeft toch wel een gevoel van zelfvertrouwen. Kijk, ik kan dit goed en ik ben er trots op.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
6
Deelnemer Jeugdorkest Nederland en deelnemer Prinses Christina Concours, 19 jaar
Ik zit nu bijna vier jaar bij het JON, ik speel klarinet. Dat speel ik al tien jaar. Eerst piano en blokfluit en daarna mocht ik een echt instrument kiezen. Mijn ouders zijn allebei pianodocent, dus ik heb muziek met de paplepel ingegoten gekregen. Eerst zat ik op de Muziekschool voor klarinetles en daarna werd ik doorverwezen naar een privé docent. Ik had op het Prinses Christina Concours gespeeld en de AVRO belde mij vervolgens of ik mee wilde spelen met het Kinder Prinsengracht Concert. Dat is een concert van het JON in samenwerking met de AVRO. Mijn leraar vond dat goed en ik mocht solo spelen met het JON. Vervolgens vroeg de dirigent mij bij het JON te komen. Een jaar later ben ik bij het JON gegaan. Omdat ik gevraagd was heb ik geen auditie hoeven doen, ze wisten blijkbaar hoe ik speelde. Maar normaal gesproken moet je auditie doen. Voor veel mensen om me heen is 11, 12, 13 jaar een beruchte leeftijd bij het muziekspelen. Dat is de leeftijd dat het minder leuk wordt, ik heb ook overwogen te stoppen. Ik had geluk, want ik veranderde toen net van leraar en daardoor vond ik het weer leuk. Toen ik mee had gedaan aan het PCC ging er een wereld voor me open. Je speelt dan voor zo’n groot publiek en ontmoet allemaal kinderen die hetzelfde omgaan met het spelen van een muziekinstrument als jij. Met de jaren ben ik steeds meer gaan spelen per dag. De middelbare school vond ik daarin altijd een hele blokkade. Ik moest al 1,5 uur fietsen op een dag naar school en dan was ik soms pas om 18.00 uur thuis. Dan had je ook nog huiswerk en bleef er nauwelijks tijd over om te spelen. Dat vond ik heel moeilijk. Mijn sociale leven had ik op school en natuurlijk in het JON. Daar ben je echt sociaal met iedereen, ik weet niet wat dat is. Ik had echt het gevoel toen ik bij het orkest kwam, dat iedereen begreep dat je voor zo’n instrument gaat. Op de middelbare school begrepen ze er niks van, als je niet naar een feestje kon komen, omdat je de dag daarna een belangrijk optreden had. Dat werd echt niet begrepen. Ik heb daardoor ook vriendschappen verloren. De laatste twee jaar op de middelbare school vond ik niet echt leuk wat dat betreft. Vorig jaar heb ik eindexamen gedaan en dit jaar de vooropleiding in Amsterdam. Dat is me heel erg goed bevallen. Je hoort zoveel mensen spelen en krijgt daardoor veel vergelijkingsmateriaal. Dat is zo leuk! Vanaf september ga ik stoppen in Amsterdam. Dat doe ik omdat ik in Keulen de vierjarige Bachelor ga doen. In Duitsland waarderen ze cultuur veel meer dan op dit moment in Nederland en heb ik daar dus ook meer kansen om een baan te vinden. Ook is de leraar die daar zit heel goed. Ik weet niet of ik ga stoppen met het JON. Op zomertournee gaan is zo leuk! Eerst repeteer je een aantal dagen. Daarna heb je zes concerten in 1,5 à 2 weken in verschillende steden in Europa. Je sluit het tournee af in het Concertgebouw. Dat is de magische avond. Je hebt een heel groot groepsgevoel in een orkest, dat is zo mooi. Dus dat wil ik eigenlijk niet missen volgend jaar. Solo spelen met het orkest heb ik nu een aantal keer gedaan, dat was echt een uitdaging. Ik leer het vak door te spelen in het orkest. Dat is de praktijk, het is wat je uiteindelijk moet doen. En dat kan je nergens beter dan hier oefenen.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
7
Ik heb zeker beter inzicht gekregen in mijn eigen talent door andere mensen te horen spelen. Je hoort dan hoe iemand speelt en die speelt een muzieklijn anders en dan ga ik dat ook proberen. De dingen die ik moet regelen rondom een optreden ervaar ik als een belemmering. Vergoeding, waar kan je alles neerzetten, hoe laat moet je aankomen, factureren. Dat soort dingen. Soms zijn dat zoveel dingen bij elkaar van verschillende projecten, dat je niet meer toekomt aan spelen op een dag. En dat vind ik heel erg jammer. Een ideale wereld is zo’n week van het tournee van het JON. Gewoon veel spelen, gezelligheid. Ja, dat was voor mij toen ik dat de eerste keer meemaakte ongelofelijk!
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
8
Deelnemer Jeugdorkest Nederland, 18 jaar
Ik speel viool en ik ben de concertmeester van het JON. Concertmeester zijn houdt in dat je de aanvoerder bent van de eerste violen en ook de intermediaire tussen de dirigent en het orkest. Je draagt een grote verantwoordelijkheid. Voor het concertmeesterschap moet je auditie doen. de Dit is mijn 3 jaar bij het JON. Ik was 15 jaar toen ik bij het JON kwam. Na een jaar heb ik auditie gedaan voor concertmeester. Ik had niet verwacht dat ik het zou worden. Ik leer er zoveel van! Ik mag bij alle audities aanwezig zijn. Ook leer ik heel veel van de dirigent. Ik leer elke dag weer meer, dat houdt maar niet op. Je zou denken dat je in een orkest alleen je partij moet kennen en naar de dirigent moet kijken, maar dat is totaal niet zo. Doordat je in een orkest zit is het een heel persoonlijk leerproces. Ik ben als concertmeester verantwoordelijk voor de eerste violen. Zij hebben vrijwel in elk stuk wel een prominente rol, dus dat is best wel spannend. Ook maak ik de opstellingen. Waar zet je wie? Achteraan zitten is vrij lastig, want je hoort alles het laatste. Vooraan zitten is echt een privilege. Maar je denkt ook aan het sociale stuk. Wie zet je niet naast wie? Ik ben nu 18 en ik ben net geslaagd voor mijn Gymnasium. Het is best lastig om alles te combineren. Op mijn de 15 werd ik aangenomen op de Academie voor Muzikaal jong Talent. Dat heb ik drie jaar gedaan en ik heb het afgelopen jaar de vooropleiding gedaan voor het Conservatorium in Den Haag. Ik ga er dus ook echt voor! Bij het JON zitten ook kinderen die het als hobby doen, maar dan verbaas ik me altijd hoeveel tijd ze erin stoppen.. Ik weet dat ik er mijn toekomst in zie, dus ik ben heel erg gemotiveerd. Ik ga aankomend jaar naar het Conservatorium in Den Haag. Mijn ouders zijn allebei musici. Ik was 5 en ik zag een viool en wist gelijk dat dat mijn instrument was. Ik heb 6 of 7 jaar les gehad op de muziekschool. Ik kan me niet voorstellen dat ik toen meer dan een half uur per dag studeerde. Ik vond het gewoon heel erg leuk. Mijn leraar op de muziekschool heeft me geleerd om echt plezier te hebben in het spelen. Ik ben blij dat ik dat heb geleerd, genieten van het spelen. Daar heb ik nu nog steeds profijt van. Toen ik naar de middelbare school ging, moest ik de keuze maken, ga ik er echt serieus mee door of niet. Ik heb toen privéles genomen en ik ben veel meer gaan werken aan mijn techniek. Toen heb ik auditie gedaan voor het AMT en daar leerde ik voor het eerst dat er een heel ander niveau van muziekspelen was. Ineens was daar de keiharde techniek. Je komt van een plek waar je altijd een van de betere was en dan kom je ergens waar je misschien wel onderaan zit en toen heb ik heel hard gewerkt. Het was fijn dat er heel veel mensen beter zijn dan jij. Ik had echt mensen om me aan op te trekken en doelen te stellen. Je kreeg daar veel mogelijkheden om concerten te spelen en mee te doen aan concoursen en wedstrijden. Ik kwam meer in een muziekwereld. De mensen die ik toen heb ontmoet waren de eerste die net zo serieus bezig waren met spelen als ik. Die vrienden heb ik nog steeds, toen wist ik dit wil ik gewoon. Ik ben het veel serieuzer gaan nemen, je moet ook wel. Je moet veel van jezelf vragen. Ik heb het mezelf ook niet gemakkelijk gemaakt. Kiezen voor gymnasium in combinatie met ATM en de vooropleiding. Maar ik dacht als je het kan, dan moet je het proberen. Naast de muziek vind ik het belangrijk dat ik ook gericht ben om op een intense manier te leven en het sociale aspect van school te omarmen. Als je naast hard studeren je ook bewust bent van de andere dingen in het leven, dan zorgt dat er samen voor dat je een compleet mens bent. In mijn ogen word je daar ook een betere musicus van, het helpt bij het expressie tonen in de muziek.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
9
Viool is een van de meest studeerzware instrumenten, je draait de meeste uren. Ik stel mezelf doelen, voor deze pagina heb ik een half uur. Voor deze maat heb ik 1 minuut. Wat kan je veel uit een minuut halen! Als je toetsweek hebt, dan kan je niet 3 uur per dag spelen, maar je moet het heel goed kunnen doseren. Ik heb gemerkt wat mijn sterkere en zwakkere punten zijn bij het JON. Dit jaar spelen we een lastig stuk en dat was ook net mijn eindexamenjaar. Die combinatie vond ik erg zwaar en stressvol. Ik merk dat ik soms teveel vraag van mezelf en van de eerste violen. Je moet ook niet teveel verantwoordelijkheid voelen. Je moet ze niet afbeulen! Ik ben altijd trots na een concert. Het is belangrijk om niet te vergeten dat je er ook voor de gezelligheid zit en niet om alleen maar keihard te werken. Ik ben echt verzot op het JON, dus erg kritisch ben ik niet, ik heb het gevoel dat het zoveel aspecten omvat. Ze laten verschillende specialisten komen om ons te ondersteunen. Een fysiotherapeut die ons vertelt hoe je moet zitten. Een gehoorspecialist met informatie over je gehoor. Professionele musici waar je vragen aan kunt stellen. Dat vind ik zo fantastisch allemaal. Ik vind Jurjen een fantastische dirigent. Ik zie hem echt als een leermeester. Zo’n dirigent voelt zich zo verbonden met een Jeugd Orkest terwijl hij ook zoveel andere orkesten dirigeert. Over tien jaar zie ik mezelf sowieso in de muziekwereld. Mijn ideaal zou zijn om te kunnen leven van de muziek. Dat is nu geen vanzelfsprekendheid meer. Maar waar ik speel, dat maakt niet uit, ik zou blij zijn met wat ik zou krijgen. Alles is leuk!
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
10
Deelnemer Jeugdorkest Nederland, 18 jaar de
Ik speel slagwerk vanaf mijn 7 jaar. Ik zat altijd al overal op te tikken. Mijn oom en mijn neef hebben wel een belangrijke rol gespeeld in de keuze voor slagwerk, dat speelden zij beiden ook en dat vond ik wel gezellig. De eerste jaren kreeg ik het verkeerd aangeleerd en vond ik het niet zo leuk. Mijn moeder dacht dat als ik naar een andere leraar zou gaan en goed les zou krijgen, dat ik best goed zou kunnen worden. Zij speelt trompet en bugel. Op mijn twaalfde ben ik begonnen bij mijn drumleraar. Dat ging een stuk beter. Een vriend van me uit hetzelfde dorp vond dat ik een keer met de fanfare moest meedoen, ik speelde eerst bij een drumband. En vanaf mijn de 15 begon het klassieke slagwerk me steeds meer te interesseren. Marimba en de pauken en xylofoon. Daar ben ik begonnen en ging ik naar de talentklas in Weert. Telkens weer opnieuw bij de basis begonnen. Het klassieke slagwerk deed me het gevoel geven dat ik hierin verder wilde. Ik wist toen dat ik naar het Conservatorium wilde. Ik had een doel gesteld en ben me steeds verder gaan ontwikkelen. Vorig jaar november heb ik auditie gedaan voor het JON en dat was weer een motivatie om verder te gaan. Auditie gedaan voor het Conservatorium Amsterdam en ook toegelaten. En nu ga ik volgend jaar naar het tweede jaar. Ik wil graag professional worden. Hoe mijn toekomst er dan uitziet weet ik niet. Ik zou geen solist willen worden, dan moet je drie keer hoger dan de top zijn, anders kom je er niet. Ik ben me steeds meer op het orkestspel aan het richten. Ik zou wel bij het Nederland Jeugd Orkest willen. Het ligt er natuurlijk wel aan hoe mijn studie gaat verlopen. Maar zoals ik het nu bekijk zou ik een orkestspeler willen worden en daarom is het hier een echt goede praktijkervaring! Vorig jaar had ik heel weinig te doen. Op een hele symfonie had ik 3 bekkenslagen. Toch motiveerde me dat, je hebt heel weinig te doen, maar het moet er dan wel staan. Je bent de hele tijd bezig met … daar komt ie! En dat maakt hem dan wel. Het is wel spannend dan, maar superleuk. Dit jaar is het echt een uitdagend stuk. Dat vind ik het leukste. Het contrast is best wel groot, gezien de hoeveelheid slagwerk. Nu staan we met zes man en zijn we de hele tijd bezig. Op school hebben we veel etudeboeken waar orkestfragmenten in verwerkt zitten. Maar ik krijg op school huiswerk en dat oefen ik en zo kom ik tot mijn studeren en oefenen. Je techniek verbeteren doe je door analyserend te werken. Lopen de slagen soepel, voel ik ergens spanning? Hier krijg je van de dirigent feedback hoe hij het wil hebben. Het is genoeg om te weten waar je aan toe bent. Het is fijn dat hij feedback geeft, ik vind dat voldoende. Hij verdeelt zijn aandacht goed, hij heeft een grote groep. Ik zit hier nu 1,5 jaar in, maar wat ik tot nu toe zie is dat je heel veel ervaring opdoet in het orkestspelen. Het geeft je motivatie om er ook thuis aan te werken. Ik heb er heel veel profijt van, ik wil hierin verder. We spelen nu zulke moeilijke stukken in het JON waarvan mijn school zou zeggen dat ik daar nog even mee zou moeten wachten. De groep is ook heel hecht, het maakt je beter door samen muziek te maken. Mijn instrument is het meest gevarieerd. Ze vragen af en toe de gekste dingen. In een studentenorkest moesten ze een keer op ballonnen slaa.. Af en toe denk je het slaat nergens op! Ik heb beter inzicht gekregen in mijn eigen spelen. Van mijn leraar krijg ik meer feedback natuurlijk, want die zie ik iedere week. Je ziet wel in het orkest of je mee kan komen met het niveau. Vorig jaar heb ik vaak gedacht dat ik niet mee kon. Ik ben in een jaar veel zekerder geworden; ervaring, leeftijd kan ook meespelen. Ze hebben me wel aangenomen hier, maar ik was toen onzeker of ik het niveau aankon; dat heb ik nu niet meer. Blijkbaar zal ik het moeten kunnen, anders hadden ze me niet aangenomen. Ze hebben vertrouwen in mij uitgesproken door me aan te nemen. Na mijn studie wil ik heel graag bij een orkest, hopelijk vind ik ooit een orkestbaan.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
11
Deelnemer Kunstbende/ Keienbende Drenthe, 17 jaar
Ik was altijd al een buitenbeentje. Ik had niet zoveel vrienden op school, in de pauze zat ik een beetje in een hoekje mensen te observeren en te ontwijken, omdat ik gepest werd. Uiteindelijk ben ik uit pure verveling met een vriend een verhaaltje gaan schrijven. Mijn vriend vond dat saai, maar ik ben door gegaan. Ik deed dat alleen. Ik had niet zoveel anders te doen. Op mijn tiende heb ik mijn eerste boek geschreven, dat was nog volledig met de hand. Met vulpen. Het ging over iets met zombies. Er is verder niks met het boek gebeurd, het dient nu als mijn muismat. Na dit boek kwam er nog een boek en nog een. Hierna ben ik de fantasieboeken richting ingegaan. Ik creëer een eigen wereld waar ik helemaal in kan verdwijnen. Heerlijk! In 7 jaar tijd heb ik 4 boeken geschreven. Pas toen ik met Kunstbende wat won, vonden mijn ouders en vrienden het toch wel interessant. Ik schrijf nu veel korte verhalen. Ik deed Atheneum en kreeg via het vak CKV een inleiding Kunstbende. Ik dacht, ik kan het altijd proberen om de mee te doen. Zo deed ik op mijn 14 voor het eerst mee aan Kunstbende. Het eerste jaar met Taal, het tweede jaar weer en toen ben ik landelijk kampioen geworden. Daarna zat ik in de jury en ben ik mee gaan doen met Theater. De prijzen van de voorrondes van Kunstbende Drenthe zijn fantastisch. Daar kreeg ik de prijs: een weekendje naar een theatergroep. Dat heeft er toe geleid dat ik nu bij theatergroep PeerJong zit! Hier heb ik mezelf heel erg ontwikkeld. Ik heb leren zelfstandig te zijn. Ik durfde vroeger niks. Ook was ik heel bang en onzeker. Ik durfde niet eens een mailtje te beantwoorden. Dat heeft me erg belemmerd in mijn ontwikkeling. Ik was niet zo sociaal ingesteld, want ik had nog nooit vrienden gehad. Nu durf ik alles! Ik zie er nu ook heel anders uit. Het voelt als een bevrijding. Het is echt een aanrader om creatief bezig te zijn! Ik zet mijn vrienden ook aan tot schrijven. Kunstbende is de deur geweest naar deze wereld. PeerJong is wat er achter de deur zat. Bij PeerJong heb ik meer geleerd dan bij Kunstbende, maar door Kunstbende ben ik bij PeerJong gekomen. Ik keek in het begin heel positief naar mijn deelname aan Kunstbende. Vooral dus door de prijs die ik heb gewonnen in de voorronde. De landelijke prijs die ik heb gewonnen, daar heb ik niks aan gehad. Ik mocht ergens in Limburg 5 minuutjes op het podium staan… Daar heb je niks aan.. Lokale prijzen zijn veel belangrijker. De begeleiding bij Kunstbende was heel goed, er werden broeiplekken georganiseerd. Je kon 4 zondagen naar het ICO komen waar een professional werd ingehuurd. Deze persoon begeleidde je dan een beetje. Maar nu wordt dat via de mail gedaan.. Dat vind ik heel jammer. Want voor mij was het heel belangrijk dat iemand mij persoonlijk feedback gaf. De laatste jaren vond ik de jury van Kunstbende ook een beetje jammer. Vorig jaar heb ik veel klachten gehoord van de afdeling Expo bijvoorbeeld. De jury bestond uit 4 fotografen en de eerste prijswinnaar ging naar een fotograaf. Het uitkiezen van de jury is nog een beetje zoeken. Daar wordt veel over gezeurd. Ik dacht vorig jaar nog: misschien zeuren mensen omdat ze niet hebben gewonnen of zo. Maar dit jaar heb ik mijn eigen juryrapport gelezen en daar stonden wel dingen in waarvan ik dacht: dit klopt niet. Ik vind de jury niet zo professioneel. Mijn schrijfstijl werd als stijlfout gezien, terwijl dat niet zo is. Ze herkennen niet wat ik kan, blijkbaar is hun niveau niet hoog genoeg. Dus het niveau en de variatie van de jury vind ik niet zo goed. Je bent nooit objectief! Daarom is het belangrijk dat de jury bestaat uit heel verschillende mensen van andere disciplines.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
12
Ik kan nog twee jaar meedoen aan Kunstbende, maar ik denk niet dat ik dat doe. Ik heb er niks meer aan, ik heb genoeg geleerd. Kunstbende is voor ontwikkeling. Ik heb mezelf ontwikkeld, ik ben bij PeerJong terecht gekomen. Ik ben zodanig professioneel geworden dat ik fouten kan ontdekken in een juryrapport. Dus dan ga ik me eraan storen. Wel wil ik graag bij Kunstbende blijven. Ik hoop op een presenteerbaantje. Anders jureren of vrijwilligerswerk. Vanaf mijn tiende heb ik de droom om een goed boek uit te geven. Maar ik loop er tegenaan dat ik mijn verhalen nergens kwijt kan. Ik zet ze wel eens op Facebook, ik heb er een prijs mee gewonnen, maar verder kom ik niet. Het is onmogelijk om uitgegeven te worden. Als je delen opstuurt naar een uitgeverij kan je er bijna zeker van zijn dat je niet wordt uitgegeven. Je moet zorgen dat uitgevers jou vragen. Je moet opvallen, insturen naar kranten en literaire tijdschriften. Dat doe ik allemaal, maar het lukt nog niet echt. Via Kunstbende kom ik soms wel in een tijdschrift. Maar ik kom niet echt verder. Moeilijk! Ik wil wel echt iets bereiken, ergens terecht komen. Het is wel een risico wat ik doe. Als je iets als geneeskunde doet, dan ben je straks een arts. Als je Kunstacademie hebt gedaan, dan moet je nog maar hopen dat je wordt aangenomen straks. Dat vind ik financieel spannend. Je bent nergens zeker van. Over vijf jaar zou ik sowieso iets in schrijven willen hebben gedaan. Iets van betekenis. Een boek uitgebracht hebben of een vaste rubriek in een tijdschrift. Verder wil ik Kunstacademie doen en zodanig bekend zijn met theater dat ik echte voorstellingen kan spelen.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
13
Deelnemer Kunstbende/ Keienbende Drenthe, 14 jaar
Kunstbende is hier in het ICO, het kunstencentrum in Assen. We hebben gevraagd of we wel eens mochten trainen in het ICO gebouw en dat mocht. We hebben nu een vaste ruimte en dat is heel erg fijn, want thuis is er niet genoeg ruimte. de Op mijn 2 heb ik een jaar dansles gehad. Ik liep al met 7 maanden en danste altijd. Van mijn moeder mocht ik de op dansles. Tot mijn 3 was er geld voor. Sinds 3 jaar kan ik weer dansles volgen. En vanaf toen is alles heel snel gegaan. De docent heeft me meteen naar een hogere groep gezet. Ik kwam erachter dat ik best goed ben ste en ik ben heel veel meer gaan dansen. Ik mocht vanaf mijn 8 al met mijn moeder mee naar Kunstbende. Zij heeft een keer de eerste prijs gewonnen met theater. Ik heb vorig jaar zelf voor het eerst meegedaan aan Kunstbende en heb toen Kunstbende Drenthe gewonnen met Dans. Tweede werd toen een ander meisje. Dit jaar hebben we besloten onze krachten te combineren en hebben als duo meegedaan. Nu wonnen we ook. We trainen heel hard, wel 15 uur per week. Soms meer. We gaan er dus wel echt voor. De winnaar van Amsterdam had vorig jaar ook landelijk gewonnen. Dit jaar doen zij weer mee, dus we moeten echt heel hard onze best doen. Ook omdat we het gevoel hebben dat zij een stapje voor hebben. Er is dezelfde juryvoorzitter dit jaar. Dat maakt alleen maar dat we nog harder gaan werken. We trainen zelf, we inspireren elkaar. Zij is latin en sexy en meisjesachtig en ik ben heel popping, hiphop en stoer en zo. Dus we combineren dat mooi samen. Zo worden we steeds sterker en ook meer allround. Het is handig als je alle stijlen een beetje beheerst. Dan kan je verder komen. Door Kunstbende kennen we elkaar en zijn we vriendinnen geworden. We worden verder niet begeleid door Kunstbende. Ze geven ons wel de mogelijkheid om te trainen en dat vinden we het belangrijkste. de
Op mijn 13 heb ik gewonnen. Daardoor mocht ik ook op dansles meer vooraan staan. Mensen gaven me heel veel complimenten. Ineens ben ik me enorm gaan ontwikkelen. Iedereen ziet mijn groei. Dat komt doordat ik veel meer ben gaan trainen en ook doordat ik veel technische ondersteuning van mijn dansschool heb gekregen. Door Kunstbende heb ik mijn eigen stijl ontwikkeld. Ik doe een mix van popping en hiphop, ik werk op teksten en gevoelens. Modern en lyrical komt er ook bij. Ik wil heel graag verder in dansen. Ik zou het supergaaf vinden om in Amerika te mogen dansen. En als ik 18 ben, dan wil ik ook graag met SoYouThinkYouCanDance meedoen. Kunstbende heeft me echt een doel gegeven. Op school ging het niet zo goed.. Maar dansen gaat goed en doordat ik heb gewonnen met Kunstbende heb ik veel meer zelfvertrouwen gekregen. Dat zie ik ook bij andere deelnemers. Het is gezellig en superleuk, maar je ontwikkelt jezelf heel erg en je krijgt een sterkere persoonlijkheid. Het is echt belangrijk dat Kunstbende bestaat. Ik raad het iedereen aan om mee te doen, het is zo belangrijk dat je jezelf de kans geeft te ontwikkelen. Ik ben erg enthousiast over Kunstbende en stimuleer iedereen om mee te doen. Ik ben best verlegen stiekem, eerst moet ik echt loskomen en dan ben ik ook echt los. Ik deed altijd wel mijn eigen ding en als mensen er wat van zeiden, dan veranderde ik dat. Nu doe ik dat niet meer. Ik draag vaak een pet en sneakers en zie dat, doordat ik gewoon mijn eigen ding doe, andere meiden het ook gaan doen. Popping en hiphop wordt niet veel gedaan door meisjes. Maar je ziet toch dat nu ik het doe andere meiden het ook interessanter gaan vinden. Als ik mag dromen dan wil ik graag een carrière in de dans. Na de zomervakantie mag ik een jaar stage volgen op de dansschool, als dat goed gaat dan mag ik daar lessen gaan volgen. Ik ging laatst ook dansen in de stad en toen kocht een man een patatje voor mij. Superleuk!
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
14
ste
ste
Dansen is echt mijn ding, ik kan niet meer dansen leren op mijn 40 . School zou je ook nog op je 40 kunnen doen. Dans gaat dus een beetje voor nu. Ik deed eerst havo, maar nu moet ik naar het vmbo. Dat komt deels doordat ik gemotiveerder ben om te dansen. Maar ook doordat de thuissituatie niet optimaal is. Mijn zus heeft PDD NOS en dat maakt het erg ingewikkeld thuis. Ik kom weinig aan mijn huiswerk toe. Geld is een probleem. We krijgen niks van mijn vader. Daardoor heb ik ook weinig lessen kunnen volgen. Daarnaast vind ik het moeilijk dat ik niet zo lenig ben. Als ik dat wel was, dan was het een stuk gemakkelijker geweest. Maar als je alles al kan dat werk je er misschien minder hard aan. Kunstbende vind ik geweldig. De optredens kunnen soms wel wat beter geregeld worden. We mochten heel veel optreden dit jaar, overal en nergens. Maar soms dan was er een houten vloer en kon het optreden niet doorgaan, want we sliden ook veel over de grond. Ik wil graag naar een opleiding in Rotterdam, ik heb ook in films gespeeld en in musicals, deze opleiding biedt alles: Muziek, Zang, Dans en Toneel. Daar zou ik heel graag aangenomen willen worden. We zijn niet zo’n rijke familie, maar daardoor misschien wel erg dichtbij elkaar. We zijn maar 1 keer naar het buitenland gegaan, die reis had mijn moeder gewonnen met Skyradio. Maar met die opleiding in Rotterdam ga je ook naar Londen en zo. Dat zou ik zo fantastisch vinden, ik ben wat dat betreft niks gewend. Als ik zou mogen dansen in het buitenland, dat zou ik echt gaaf vinden. Na het dansen wil ik graag choreograaf worden. Dansen kan je niet je hele leven doen. Daarom is het zo gaaf dat mijn dansschool me die kans wil geven.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
15
Deelnemer Kunstbende, 19 jaar
Mijn talenten liggen bij het schrijven van gedichten en het overbrengen van mijn gevoel naar de mensen. Toen ik dertien was schreef ik een gedicht voor een meisje op school. Ze wilde helaas geen verkering met me, maar iedereen die het gedicht las vond het supergaaf. Drie jaar geleden ben ik echt begonnen met gedichten schrijven. Ik schrijf gedichten over de kansen die je kan pakken, de mogelijkheden die je hebt, de liefde en over alles wat raar is in mijn ogen. Ik was vrijwilliger bij een festival in Groningen en ik ben daar op een gegeven moment op het podium beland en gaan voordragen. Het begon als een spontane actie, het was niet de bedoeling dat ik dat ging doen. Maar daardoor heb ik ontdekt dat mensen blij worden van mijn gedichten en daar word ik ook weer blij van. Na dat incident besloot ik om aan Kunstbende mee te gaan doen en is mijn wereld veranderd. Veel vrienden van mij hadden al eerder aan Kunstbende meegedaan. Toen ik 18 was, wilde ik toch ook een keertje meedoen. Dat was een goede beslissing! Door Kunstbende heb ik veel mogelijkheden gekregen om op te treden. Het levert veel contacten op en daardoor vind je op de een of andere manier gemakkelijker de weg. Zoveel creatievelingen samen maakt dat je snel in het wereldje rolt. De reacties die ik kreeg van leerlingen van de school waar ik op zat maakte dat ik me gewaardeerd voelde. Hierdoor durfde ik steeds meer van mezelf te laten zien. En nog steeds bij elk optreden helpen de reacties van mensen me om te beseffen dat ik heel goed bezig ben. Mijn vrienden steunen mij ook door hun enthousiasme en mijn familie waardeert elk gedicht dat ik maak. Door de ervaring die ik steeds meer opdoe maak ik gemakkelijker grapjes op het podium en merk ik dat ik me meer ontwikkel in mijn taalgebruik. Naast gedichten schrijf ik ook verhalen en dans ik het liefst zoveel mogelijk. Ook heb ik laatst voor het eerst als stand-up comedian op het podium gestaan bij Kunstbende. Ik vind Kunstbende heel goed, ze helpen mij overal bij en hebben veel leuke ideeën. Als ze iets hebben waar ik goed bij pas, dan laten ze me dat weten en heb ik weer een ingang naar een optreden. De juryleden van vorig jaar hebben mij geïnspireerd met hun beoordeling. Ik word wel uitgedaagd om nieuwe dingen te schrijven en ik krijg genoeg workshops van Kunstbende aangeboden maar ik mis toch iets. Ik zou willen dat zij meer gaan kijken naar mijn teksten en een privé workshop voor mij regelen waar echt uitkomt wat ik beter kan doen en wat mijn fouten zijn als ik een verhaal schrijf. Ik zou heel graag professioneel dichter willen zijn. Dat ik kan leven van mijn gedichten en andere creatieve uitspattingen. Dat is een uitdaging die ik veel liever aanga, dan mijn vrije tijd op te geven om te gaan werken voor een baas. Ik wil zoveel mogelijk mensen bereiken en op een positieve manier beïnvloeden door mijn andere visie op de normale dingen. In de toekomst wil ik nog veel vaker optreden als dichter en mijn schrijven verder ontwikkelen. Ook neem ik nu Franse les om te leren dichten in het Frans. Daarnaast ben ik bezig om een boek te schrijven. Dat maakt dat ik mezelf ultiem uitdaag.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
16
Deelnemer Kunstbende, 18 jaar
Ik maak muziek. Vanaf groep zes doe ik dat eigenlijk al. Toen ben ik begonnen met keyboard spelen. Op de middelbare school kende ik iemand die gitaarles had bij een docent. Ik ben een keertje meegegaan en dat leek me zo leuk dat ik ook op les ben gegaan. En dat heb ik nu nog steeds. Mijn gitaardocent is voor mij zo inspirerend, we hebben echt een klik. Hij is persoonlijk en geïnteresseerd, dat hebben andere docenten niet zo. Ik leer daar voornamelijk de techniek en de basis. Zelf schrijf ik mijn eigen liedjes en maak ik met mijn vrienden muziek. Ik heb om me heen mensen verzameld die goed muziek maken en daar kom ik nu vaker mee samen. Sinds drie jaar maak ik ook mijn eigen liedjes. Daarvoor durfde ik nooit te zingen maar mijn eigen liedjes wilde ik wel zelf zingen. Dus dat ben ik gaan doen en kreeg leuke reacties van mijn vrienden. Ook omdat ik in het Nederlands zing. Toen ben ik eigenlijk nooit meer gestopt met zingen. Een vriend van me had ons (ik zong toen met twee meiden) opgegeven voor Kunstbende Gelderland. Daarvoor hadden we aan Podiumbeest meegedaan, dat bestaat nu niet meer, dat was ons eerste optreden. Toen wonnen we de voorronde! Totaal verbaasd waren we, want we wisten niet eens hoe of wat. Toen kende we nog niet veel mensen. Daarna naar de finale van de Melkweg. Toen werden we derde. De prijzen hebben we niet eens echt goed bekeken. Stom eigenlijk.. we hadden daar geen tijd voor. We waren gescout, een huiskameroptreden waar Thomas Acda ook kwam. We mochten gratis naar zijn theatershow en backstage en zo. En met nog wat theaters die nu ook niet meer bestaan. Daar mochten we ook spelen, gewoon doordat ze ons hadden zien spelen. Dat was echt de opstap naar ons jongerennetwerk. Afgelopen maandag heb ik auditie gedaan bij het Conservatorium van Amsterdam. Ze hebben me aangeraden naar de vooropleiding te gaan. Dat verbaasde me niks. Ik mis de techniek nog, dat heeft ook niet echt mijn grootste interesse. Ik ben geïnteresseerd in de POP richting. Maar Kees de Koning van Top Notch wil ook met me praten, hij heeft een platenlabel. Eerst wil ik horen wat hij met me wil, voordat ik besluit eventueel de vooropleiding te gaan doen. Door Kunstbende heb ik heel veel mensen leren kennen in Amsterdam. Daar kom ik niet vandaan. Ik kom uit het oosten, dus Kunstbende was voor mij echt de opstap in de muziekscene. Het is een klein wereldje en iedereen kent elkaar. Ik ken nu erg veel mensen uit die wereld en dat maakt alles een stuk gemakkelijker. Kunstbende heeft me midden in het bruisende culturele leven gezet van Amsterdam. Ik wil deze richting uit blijven gaan. Kunstbende stuurt nu veel optredens naar me door, ik ben benieuwd of dat zo blijft. Ik ervaar dat als erg positief. Hopelijk blijft die begeleiding, het is iets fijns waar ik een beetje op kan leunen. Donderdag weet ik of ik mijn eindexamen van het VWO heb gehaald. Ik weet echt nog niet wat ik hierna ga doen. Misschien ga ik wel de vooropleiding doen van het Conservatorium in combinatie met de opleiding Media & Cultuur, maar werken ernaast kan dan niet en ik moet ook geld verdienen.. Ik ga het liefste in Amsterdam wonen. Maar als ik mag dromen, dan zou ik graag als filmproducente de wereld over willen reizen. Dat kan je ook langer doen dan muziek spelen. Want dat laatste past toch wel bij jeugdig zijn, denk ik, en dat ben ik niet eeuwig.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
17
Deelnemer Meet TV
Bart doet een MBO-opleiding Media-design en loopt sinds februari stage bij Meet TV. Hij rondt zijn opleiding dit jaar af. Hij heeft er dus al aardig wat stages opzitten en kan Meet goed vergelijken met reguliere mediabedrijven. “Voor mij zit de meerwaarde van Meet TV in de zelfstandigheid die van je gevraagd wordt. Het draait hier vooral om eigen initiatief.” Als vergevorderde student heeft Bart veel verantwoordelijkheid gekregen in de teams waarin hij moest werken. Hij weet meer van de techniek dan de meeste andere mensen hier. “Technisch heb ik hier niet zoveel geleerd. Op creatief en inhoudelijk gebied des te meer. De lokale omroepen waar ik hiervoor heb gezeten waren erg nieuwsgericht. Hier heb je veel meer vrijheid om items te bedenken en er invulling aan te geven.” Juist met die grote mate van vrijheid en zelfstandigheid had Bart in het begin moeite. Zijn stages tot dusver waren altijd erg taakgericht, met duidelijk afgebakende klussen onder redelijk strakke leiding. “Dat is hier echt anders. De begeleiders hebben snel gezien dat dat niet goed ging en me juist op dat punt bijgestuurd. Ze zijn meer coachend dan leidinggevend bezig. Ondertussen houden ze wel in de gaten of wat je oplevert genoeg kwaliteit heeft.” Al met al denkt Bart dat hij door zijn stage bij Meet TV beter is voorbereid op een professioneel bestaan. “Het is niet zo dat ik het van tevoren zo had uitgedacht, maar achteraf kan ik wel zeggen dat Meet TV een goede aanvulling op mijn eerdere stages is geweest. Ik denk wel dat je hier beter op je plek zit als je meer aan het begin van je opleiding staat. Bij Meet TV kun je een beetje uitproberen wat je ligt en kom je wat steviger in je schoenen te staan.” Gevraagd naar de grootste obstakels die hem in de weg zitten bij het ontwikkelen van zijn talenten, noemt Bart geld en contacten. Wat betreft het eerste kan Meet TV weinig betekenen. Wat betreft de contacten denkt Bart dat hij in de toekomst misschien nog wel eens zal aankloppen bij de begeleiders, Kristel en Sam. De interactie met de andere deelnemers is ook waardevol, maar hij betwijfelt of dat blijvend is. “Meet TV als community van jonge makers zou mooi zijn, maar of dat lukt? Mensen gaan en komen en het hoort een beetje bij onze leeftijd dat we niet blijven vasthouden aan wat geweest is. Via social media kun je elkaar wel een beetje blijven volgen.” Bart is van plan om hierna door te studeren aan de Sint Joost Academie in Breda. Het liefst wordt hij filmmaker. Zijn stage bij Meet TV is mede bepalend geweest voor dat perspectief. “Ik heb hier geleerd om zelf achter dingen aan te gaan en ervaren dat je dan ook echt dingen bereikt. Dat geeft me het lef om verder te gaan. Op het HBO wordt van je verwacht dat je zelfstandig werkt en initiatieven neemt. Ik denk dat ik daar nu wel klaar voor ben.”
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
18
Deelnemer Meet TV
Narges is eerstejaarsstudent Camerajournalistiek, een MBO-opleiding niveau 4. In het kader van haar opleiding loopt ze stage bij Meet TV. Ze is moslima, hoofddoekdraagster, jonge moeder. Stagebedrijven schrikken daar al snel voor terug, merkte Narges. Een docent wees haar op Meet TV en daar was ze welkom voor een stage. “Ik wist helemaal niet dat dit bestond. Ik woon hier vlakbij, mijn school zit hier om de hoek en ik kende het niet. Maar ik ben zo blij dat dit bestaat! Je krijgt hier zoveel kansen. Ik mag alles doen. En ik mag fouten maken. Ik hoor dat dat bij andere stagebedrijven heel anders is.” Narges had al jong het idee dat ze iets voor tv wilde doen. De keuze voor een studie in die richting lag dan ook voor de hand. Toch is het niet vanzelfsprekend dat ze hier nu zit. “Ik was de laatste jaren onzeker over mezelf. Ook in mijn studie. Eigenlijk durfde ik niet om me aan te melden voor een media studie. Ik was bang dat de techniek te ingewikkeld was en voor de camera durfde ik al helemaal niet. Dat is nu helemaal anders.” Het is de combinatie van intensieve en betrokken begeleiding enerzijds en vrijheid anderzijds die het verschil maakt voor Narges. “Wij staan hier centraal, onze ontwikkeling is waar het om gaat. Kristel en Sam zijn streng, maar ze doen alles voor je. Als ik om 11 uur ’s avonds een berichtje stuur, komt er direct een antwoord.” “We werken als een echt productieteam. Alles doen we zelf: thema’s en onderwerpen kiezen, filmen, interviewen, editen. We vergaderen over de taakverdeling, de ideeën en de voortgang. Je taak wisselt steeds. Zo kom je met alle aspecten van het vak in aanraking. Je wordt gedwongen om uit je comfortzone te komen.” Meet TV daagt de deelnemers uit om niet achter de camera te blijven hangen als ze bang zijn om ervoor te staan. Om onderwerpen aan te pakken waar ze in eerste instantie niets mee hebben of denken niets mee te kunnen. Zo maakte Narges inmiddels een paar afleveringen van Een kijkje in de keuken. Daar schuift ze aan bij mensen die aan het koken zijn en gaan eten. Zelf houdt ze helemaal niet van koken, dus het leek haar niks. “Kristel heeft me overgehaald om het toch eens te proberen. En wat blijkt: de gesprekken gaan helemaal niet over koken en eten, maar over afkomst, tradities, waarden, toekomstdromen. En mensen stellen zich open voor mij, ik kan ze laten praten door goed naar ze te luisteren.” Behalve veel praktijkervaring krijgt de groep ook workshops en trainingen in bijvoorbeeld interview- en cameratechniek van mensen uit het vak, zoals van FunX. Narges ontdekt bij Meet TV dat ze niet zoveel heeft met de harde journalistiek, het bovenop de actualiteit zitten. Ze zou graag documentaires maken, de diepte in gaan. En, heel anders dan ze dacht toen ze bij Meet TV begon, ziet ze zich ook voor de camera werken, als interviewer of presentator. “Ik denk dat ik na deze opleiding nog door ga studeren en hoop dat ik daarna aan de slag kan bij een publieke of een commerciële omroep. Ik weet nu veel beter dan een paar maanden geleden waar ik goed in ben en ik durf mezelf te presenteren.” Narges is tijdens een stagenetwerkdag van de publieke omroepen in contact gekomen met mensen van de NCRV, KRO en VPRO. “Tegen de mensen van Metropolis van de VPRO zei ik dat ik het idee heb dat hun redactie vooral bestaat uit oudere blanke mannen en dat ik wel een frisse wind kan brengen met mijn Afghaanse afkomst en mijn hoofddoek.” Die boodschap kwam aan. Inmiddels is Narges zeker van haar volgende stageplek. Bij Metropolis!
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
19
Deelnemer Muziektalentenklas De Kunstlinie, Almere en Almeers Jeugd Symfonie Orkest, 15 jaar
Ik wist niet vanaf het begin dat dit mijn instrument was. Ik wilde eigenlijk viool spelen. Toen ik op de Muziekschool ging kijken en de cello zag staan vond ik dat nog interessanter. Ik speel nu ongeveer vijf jaar de cello. Ik speel in het Almeers Jeugd Symfonie Orkest. Het AJSO is onderdeel van verschillende orkesten. Je begint laag bij Haren & Snaren voor strijkers alleen, daarna de Orkestklas voor de jongste kinderen, het JOA Jeugd Orkest Almere en als laatste het AJSO. Dus ik ben van orkest naar orkest gegaan en toen via een auditie bij het AJSO gekomen. Als het uitkomt dan speel ik ongeveer een half uur per dag, maar dat kan natuurlijk niet altijd. Ik zit nu in het vierde jaar van het VWO en ik heb ook huiswerk en zo. Dus soms is dat lastig te combineren. School gaat toch altijd voor. Hoelang ik verder wil gaan met het orkest dat weet ik nog niet. Ik heb me in ieder geval ingeschreven voor volgend jaar. Ik zie in de toekomst geen professionele carrière voor me in de cello. Ik wil het gewoon als hobby blijven doen. Dat lijkt me het leukste. Twee jaar geleden heb ik auditie gedaan voor de Muziektalentenklas en ben ik toegelaten. Elk jaar opnieuw moet je auditie doen, morgen is de auditie weer voor volgend jaar. Daar hoop ik ook weer doorheen te komen. De Muziektalentenklas heeft mijn niveau wel echt verbeterd. Je volgt elke week een uur privé les, een uur groepsles waarin je voor elkaar speelt en elkaar tips geeft en je krijgt Muziektheorie. In de Muziektalentenklas krijg je ook meer mogelijkheden om op te treden en doe je dus meer praktijk ervaring op. In de Schouwburg treed je regelmatig op en we hadden ook op de Kemphaan een Kerstconcert. Dat zijn optredens buiten het orkest om. Dus dat doe je solo of begeleid door de piano. Ik zit in de Muziektalentenklas omdat ik naast het spelen in het orkest ook graag individueel begeleid wordt. Er is meer aandacht voor je individuele spel. Ik vind het fijne lessen en ik word goed uitgedaagd. Theorieles is interessant en ook erg moeilijk! Ik lees normaal gesproken alleen mijn eigen sleutel. Maar bij muziektheorie moet je ook alle andere sleutels kunnen lezen en begrijpen. Naast het spelen van cello in het orkest en het volgen van de Muziektalentenklas heb ik nog een andere hobby. Ik roei graag. Dus het is een vol leven naast mijn vwo. Toch hoop ik alles voorlopig zo vol te houden, want ik geniet er erg van. Ik ben dus ook van plan er gewoon door mee te blijven gaan. Ik denk dat het heel moeilijk is om een baan te krijgen in de cello, dan moet je echt de beste van de beste zijn. Dat speelt ook wel mee in de keuze om er niet voor te gaan professional te worden, denk ik. En het zou me niet waard zijn om er zoveel en zo hard voor te studeren. Maar spelen doe ik heel graag.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
20
Deelnemer Prinses Christina Concours, 17 jaar
Tien jaar geleden ben ik begonnen met harp spelen. Een jongen die de harp bespeelt, dat zie je niet veel, maar ik heb het grappig genoeg altijd als een voordeel ervaren, je bent snel uniek. Mijn keuze voor de harp was niet zo heel bewust destijds. Het was het eerste instrument waar mijn oog op viel toen ik de Open Dag van de Muziekschool bezocht. In het lokaal stonden allemaal mini-harpjes waar je op mocht spelen, ik vond het meteen leuk en ben op les gegaan. Ik trof het met een hele enthousiaste docente, zij heeft mij echt gemotiveerd om door te gaan. Aanvankelijk was ik daar namelijk nog niet zo zeker van, ik wilde ook nog wel andere instrumenten proberen, maar zij heeft me uiteindelijk helemaal voor de harp weten te winnen. Toen ik 11 jaar was deed ik voor het eerst mee aan een concours via de Stichting Jong Talent Nederland. De jury was laaiend enthousiast, dit kwam voor mij als een verrassing en ik besefte voor het eerst dat ik talent had. e
Op mijn 12 jaar werd ik toegelaten tot de Academie Muzikaal Talent, waar ik les kreeg van Erika Waardenburg. Op deze Academie heb ik alle mogelijkheden gekregen om me te ontwikkelen: Concerten, ensemblespel, koor, theorie- en muziekgeschiedenislessen en nog vele andere aspecten hebben bijgedragen aan mijn muzikale vorming. ste
In april 2012 heb ik meegedaan met het Prinses Christina Concours waar ik een 1 prijs in de finale heb behaald. Het is moeilijk in woorden te vatten hoeveel mogelijkheden het Prinses Christina Concours me heeft gegeven. Allereerst geeft het Christina Concours je fantastische mogelijkheden om op te treden in het hele land, zelfs radio en TV zijn hier aan te pas gekomen. Daarnaast heb ik via het Christina Concours veel leuke contacten opgedaan met mensen van mijn eigen leeftijd die ook allemaal een passie hebben voor muziek. Dit concours heeft dus erg veel voor mij betekend! Na een druk jaar heb ik in juni 2013 mijn gymnasiumdiploma behaald. Tevens heb ik afscheid genomen van de Academie Muzikaal Talent. Afgelopen jaar heb ik les gehad van Edward Witsenburg, dat is nog de leermeester van mijn huidige docente, deze man heeft zijn hele leven gewijd aan de harp. Van hem heb ik heel veel geleerd. Bovendien had hij altijd prachtige verhalen over alle dingen die hij in zijn leven heeft meegemaakt. In april ben ik toegelaten aan het Conservatorium van Amsterdam, hier zal ik komend jaar mijn studie voort zetten. Behalve muziek zijn er ook nog veel andere dingen die ik leuk vind. Tot die interesses behoren o.a. Geschiedenis, Politiek en Filosofie en talen. Ik ben dan ook vastbesloten om behalve het Conservatorium ook een universitaire studie te gaan doen. Wat betreft de toekomst, daar kan ik nog weinig over zeggen. Het liefst word ik solist. In het symfonieorkest is de harp namelijk vaak een beetje een ondergeschoven kindje, ik speel dan liever in kleinere settingen, zoals kamermuziekensembles e.d. Als solist reis je ook veel, dat lijkt me wel wat. Ik heb soms een beetje last van een luxe probleem. Ik vind gewoon heel veel leuk, maar dat maakt het niet altijd makkelijker om keuzes te maken!
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
21
Deelnemer Spin da Ring e
Martijn is een doorgewinterde ervaringsdeskundige als het gaat om talentontwikkelingsprojecten. Op zijn 15 won hij de jaarlijkse compositiewedstrijd van het Nederlands Blazersensemble. Daarna deed hij mee aan de Kunstbende en aan de Grote Prijs van Nederland, aan Poetry Slam competities en nog veel meer. Martijn deed twee keer mee aan Spin da Ring, de remix-competitie die gekoppeld was aan de uitvoeringen van de Ring des Nibelungen door de Nationale Reisopera. Martijn won zijn eerste editie; de tweede keer dat hij deelnam, behoorde hij tot de beste drie deelnemers. Momenteel werkt hij onder begeleiding van het Productiehuis OostNederland aan een eigen productie. Martijn begon al op de basisschool met tekstschrijven. “Ik ben nogal een wereldverbeteraar en wil graag mijn boodschap overbrengen. Ik ben altijd op zoek geweest naar geschikte vormen daarvoor. Dat is in zekere zin nog steeds wat ik doe.” Muziek is de vorm bij uitstek waarin Martijn zijn verhalen goed kan vertellen. “Muziek komt van binnenuit, dat moet gewoon voor mij. Daar heb ik geen projecten voor nodig. Competities en trajecten helpen me wel om een realistischer pad te zoeken, om te kijken of wat uit mezelf komt ook aan de man te brengen is, zonder dat ik mezelf gelijk al moet uitleveren aan de commerciële wereld. Talentontwikkelingsprojecten werken als een soort snuffelstages. Ze stellen me in staat om mijn eigen stijl te ontdekken en uit te werken. Ze bieden je een beschermende omgeving waar je op je bek mag gaan. Dat is ontzettend belangrijk.” Martijn is zelf op zoek gegaan naar competities en talentontwikkelingstrajecten. “Ik heb die drang van mezelf. Mijn ouders hebben me daarin wel altijd gesteund en ruimte gegeven, maar niet zozeer gestimuleerd. Ik ben nogal een Einzelgänger, zoek altijd mijn eigen weg. Ik zocht op internet naar mogelijkheden om op te treden, iets te winnen, iets te leren.” Het project met het NBE was geweldig voor Martijn. De finalisten kregen workshops en maakten samen muziek. Ze kregen ook voorlichting over praktische zaken waar je mee te maken krijgt, zoals auteursrechten. “Ze zorgden er ook voor dat ik werd ingeschreven bij BUMA.” Toen hij de competitie had gewonnen , mocht Martijn aan de slag met een arrangeur en andere professionals om van de flarden tekst en muziek een echte compositie te maken. “Ik mocht mee op een tournee met het ensemble, met grootheden zoals Simon Vinkenoog. Dat was wel heel tof.” Spin da Ring steekt ongunstig af bij de andere projecten waaraan Martijn heeft meegedaan. “Spin is een flutproject, eigenlijk zonde van de subsidie. Het is gewoon een wedstrijd, meer niet. Toen ik erover hoorde dacht ik: ‘dat kan ik wel winnen’. En dat gebeurde ook. Maar dat is het dan. Er gaat niks aan vooraf en er komt niks na. Geen contacten, geen begeleiding.” Hoe slecht er nagedacht was over de toegevoegde waarde van Spin voor deelnemers, bleek ook uit de prijs. “Ik won een iPad. Leuk hoor, maar de programmatuur waar we mee hadden leren werken, draaide daar niet op. Dus ik had er niks aan voor mijn verdere werk. Ik heb ‘m gelijk verkocht.” Martijn concludeert dat Spin meer cultuureducatie is dan talentontwikkeling. “Aan de Kunstbende had ik veel meer. Dat is een goed podium, waar je ook op je bek mag gaan. Je komt erdoor in contact met de scene waarin je je moet bewegen. Alleen de persoonlijke coaching is daar ook niet heel sterk.” De logische volgende stap was de Grote Prijs van Nederland. “Dat is vrij compleet: workshops, podiumervaring, actieve coaching, relaties met industrie, tips en coaching voor management, het zit er allemaal in.” Het gaat er volgens Martijn vooral om dat je de kans krijgt om te werken met en onder begeleiding van mensen die iets betekenen zijn in de scene, die je echt wat kunnen leren en die je coachen in je ontwikkeling.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
22
Na de middelbare school besloot Martijn op eigen kracht verder te gaan in de muziek. “Ik heb toch een heel eigen idee van wat ik wil, waar ik heen wil. Een opleiding helpt me daar denk ik niet echt bij.” De plek die Martijn momenteel heeft bij het Productiehuis Oost-Nederland beschouwt hij als een buitenkans. “Ook na al die wedstrijden en best wel wat succes, is de stap naar een professioneel bestaan toch enorm, zeker als je die wilt zetten zonder al te veel concessies aan je eigen stijl en ideeën.” Gevraagd naar de obstakels die hem hinderen in zijn talentontwikkeling, noemt Martijn geld als voornaamste knelpunt. Omdat hij geen opleiding doet, heeft hij geen studiefinanciering en omdat hij het grootste deel van zijn tijd in de muziek stopt, heeft hij ook nauwelijks andere inkomsten. “Ik woon nog thuis en mijn ouders ondersteunen me.” Media-aandacht is ook een lastig punt. Voor een nieuwe naam en zeker voor een nieuw geluid is het moeilijk om een podium te krijgen, gehoord te worden. “De Nederlandse muziek scene is eigenlijk heel bekrompen, ze hebben weinig oog voor nieuwe dingen. Alleen commerciële acts maken een kans; alles wat anders is, komt nauwelijks aan bod. De overheid werkt dat ook in de hand. Professionaliteit wordt gelijk gesteld aan ‘jezelf kunnen bedruipen’. Kwaliteit en eigenheid spelen geen rol.” Dat maakt het gat tussen initiatieven als Kunstbende en de Grote Prijs ook zo groot, vindt Martijn. Alleen als je een label hebt, maak je een kans om gehoord te worden. “En als je dan eenmaal bij DWDD geweest bent, komt het allemaal goed”, zegt hij lachend. Martijn wil hoe dan ook verder in de muziek. Als ik hem vraag of hij, als het op zijn eigen manier niet lukt, liever toch gaat studeren of commerciëlere muziek wil maken, kiest hij toch voor het laatste. Maar voorlopig probeert hij met zijn eigen stijl voet aan de grond te krijgen. Hij volgt met het oog daarop nu een andere strategie. Zijn eenmansbestaan als Ongeordend staat op een laag pitje. Hij heeft onder de noemer Knarsetand een gevarieerde groep muzikanten om zich heen verzameld en probeert nu meer de verbinding dan de confrontatie met de buitenwereld te zoeken. Het productiehuis is daarbij een grote steun. Al pratend over het verschil tussen cultuureducatie en talentontwikkeling, benadrukt Martijn dat het belangrijk is dat er op alle niveaus, van beginner tot ontluikend talent tot beginnend kunstenaar met ambitie, mogelijkheden zijn om ondersteuning en uitdaging te krijgen. “Al die projecten waar ik aan mee deed zijn ‘stepping stones’. Als die er niet zijn, is het niet te doen om de sprong naar een professioneel bestaan te kunnen maken zonder je gelijk uit te leveren aan de commercie”.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
23
Deelnemer Theaterschool Almere, 13 jaar
Ik stond vroeger veel te dansen voor de tv en zingen en acteren deed ik ook veel. Ik was 6 jaar, toen ik op de Theaterschool ging. Doordat ik merkte dat ik elk jaar beter werd, zag ik wel dat ik talent heb. Maar je zegt niet zo snel van jezelf ’oh ik ben een talent’. Ik vind het vooral erg leuk om te doen. Mijn ouders zijn niet muzikaal, ik kan ze wel altijd vragen stellen. Ze helpen wel gewoon. Ik ben best wel vooruit gegaan, je doet het al jaren en je krijgt steeds meer onder de knie. Laatst moesten we een solo bedenken en dat vind ik best wel lastig. Niet om het te doen, maar hoe vul je de scene in. Wanneer doe je wat en zo.. Ik heb geen andere hobby’s, ik heb nu 5,5 jaar les bij de Theaterschool. Vorig jaar deed ik het woensdagmiddag van half 1 tot half 7. Nu is het woensdagavond en zaterdagochtend. Woensdagavond Showdance en koor. Showdance, dat zijn eigenlijk allerlei dansen die we leren. Op zaterdagochtend heb ik ballet en toneel. Dit is mijn eerste jaar ballet, dat vind ik best wel leuk. Toneel en dansen vind ik ook erg leuk en koor eigenlijk ook. Toneel denk ik het leukste. Ballet is de nieuwe uitdaging. Nu heb ik er nog niet echt een idee van of ik professional wil worden. Ik doe het vooral omdat ik het echt heel leuk vind. Heel gezellig. Ik heb nog niet echt het idee dat ik hier mijn carrière van wil maken. Ik doe gymnasium en zit in de eerste klas en ik heb nog geen idee of ik hiermee verder wil gaan. Ik heb me wel ingeschreven voor volgend jaar, dan wil ik weer verder met de lessen. Of het te combineren blijft met school dat is even afwachten maar dat hoop ik wel! Ik vind het heel leuk om te doen als hobby, daarom ga ik ook door. Het is hier heel gezellig, ik heb echt dikke vriendinnen hier en dat maakt het ook leuker om samen te werken. Er zitten ook kinderen uit de groep bij mij op school. Het lijkt me heel erg leuk om in films te spelen maar dat is nu nog niet echt aan de orde. Ik weet echt niet wat ik moet doen als carrière. Films vind ik heel leuk maar iets doen met mijn gymnasium zou ik ook leuk vinden. Ik heb nog geen idee. Ik heb nog nooit auditie gedaan maar dat zou ik misschien wel willen. Ik heb geen doel met de lessen of een grote ambitie voor in de toekomst. Het is gewoon hier en nu leuk en verder weet ik nog niet wat ik allemaal ga doen. Bij theater moet je veel voordragen, je staat vaak op het toneel voor publiek. Als je een spreekbeurt moet houden, dan heb je daar voordeel bij. Je durft veel gemakkelijker voor mensen te gaan staan, je durft je ding te doen. Je bent voorbereid, omdat je vaker voor mensen staat, nu is het wat gewoner. Je bent misschien nog steeds wel zenuwachtig, maar je weet wel wat je moet doen dan. Ik vind het een hele leuke Theaterschool, heel gezellig. Ik leer er best veel. We gaan ook wel eens naar voorstellingen om te kijken wat anderen doen. Gaby is al jaren mijn docent en die ken ik al heel lang. Ze stimuleert me heel goed. Bijvoorbeeld met de Showdance solo, dan kijkt ze echt individueel. Ze zegt bijvoorbeeld dat ik meer mijn tenen moet strekken, dus meer op technisch niveau. Ik vind dit wel echt talentontwikkeling, je kan er verder in komen, want je leert van alles. Je hoeft er niet perse in verder te gaan, maar het kan wel. Ik denk dat ik het beste ben in Dans en Toneel, dat vind ik ook het leukste om te doen.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
24
Deelnemer Theaterschool Almere, 13 jaar
Toen ik 5 was, ben ik begonnen met dans. Dat heb ik 1,5 jaar gedaan en daarna ben ik bij Faust gekomen. Vroeger heette Theaterschool Almere zo. Eerst was ik dus bij een andere dansschool. Mijn moeder vond dat wel een goed idee om me daarop te doen, want ik was best wel druk. Ik ben niet zo’n verlegen type. Dus dit paste wel goed bij mij. Ik vond het ook erg leuk om te doen. Alleen ik wou meer doen dan alleen dans. Een vriendin van me zat op Faust en dat vond ze heel leuk. Daarom ben ik hierheen gekomen. Ik heb twee jaar gewone lessen gevolgd en toen heb ik auditie gedaan voor T-kids en ben ik toegelaten. En nu zit ik dus bij de High-T. Voor onze groep moet je auditie doen om toegelaten te worden. Zo krijg je echt een groep met niveau. Ik vind theater, dans en zang alle drie erg leuk. De variatie maakt het. In zang ben ik het minste. Heel veel kinderen uit de groep zijn daar wel heel goed in, maar ik niet zo. Ik vind het nu heel leuk, maar ik weet eigenlijk nog niet of ik er door mee wil gaan als professional. Zo lang als het kan wil ik hier blijven. Ik vind het echt heel erg leuk hier. Als ik over een paar jaar denk dat ik heel goed ben, dan wil ik misschien wel door. Ik vind het nu vooral wel heel leuk. Stel je doet tien keer auditie voor een musical en ze zeggen dat je niet zo goed bent. Ook al zet je dan door.. dan is het misschien niet voor je weggelegd. En dan wil ik misschien iets anders doen. We zijn hier echt heel vaak, het voelt een beetje als thuis hier. Ik zit op het vwo. Ik deed eerst ook aan paardrijden, maar dat vond ik stukken minder dan dit. Vorig jaar ben ik daarmee gestopt, want ik omdat het op de middelbare school moeilijk vol te houden is. Ik heb keuzes gemaakt en gekozen voor theater. Ze kijken hier naar de schooltijden, daarom komen de lessen altijd goed uit. Dat is wel erg fijn. Daarom komt het altijd heel gemakkelijk uit. Ik weet nog niet wat ik wil worden. Zolang ik door kan gaan en beter kan worden, ik heb nu het gevoel dat ik ieder jaar beter word, dan wil ik doorgaan. Of ik moet iets anders vinden wat ik leuker vind. Ik zie wel toekomst in deze vakken maar misschien ook wel in iets anders. De theaterschool is als een thuis voor mij, iedereen is lief voor elkaar. Pesten is er niet bij. Op school heb je nog wel eens buitenbeentjes, maar iedereen is hier altijd lief en leuk. Gaby begeleidt me in mijn talent. Ze zegt hoe ik dingen anders moet doen of wijst me op dingen die ik goed doe. We moesten ook ballet en koor gaan doen. Ze wil dat we dat bijhouden. Anders dan krijg je teveel niveauverschil in de groep. En zo voorkom je dat je achterloopt in iets. Wij moesten allemaal ballet doen, omdat je daardoor beter wordt. Dat is een vereiste van de groep. Dat je ook echt wil. Zodat je allround goed bent en alles kan. Ik vind het allemaal leuk en daarom is het ook leuk dat je hier alles doet. Als de theaterschool er niet was geweest, dan had ik toch ook wel iets met theater gedaan. Maar ik zou hier niet weg gaan. Ik heb beter inzicht gekregen in mijn talenten en ik heb mezelf beter leren kennen. Je komt erachter waar je beter of minder goed in bent. Zelfs mijn zang gaat vooruit. Als je het blijft doen, dan word je er beter in. Nu doen we ook techniek bij ballet, dat is wel heel fijn. Thuis oefenen we wel, zingen onder de douche en zo. Maar verder doe ik niks aan talentontwikkeling. Ik wil zolang mogelijk deze lessen blijven volhouden. Ik wil school goed doen en de tijd die ik daarnaast nog over heb besteed ik hier. School gaat altijd voor, volgens mij bij iedereen.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
25
Deelnemer Theaterschool Almere, 13 jaar
Mijn moeder vond dat dit wel iets voor mij was. Ik had zelf op dat moment niet echt het idee dat ik er goed in was. Mijn moeder moest me een beetje overhalen en toen had ik na de tweede les zelf ook het idee dat ik het leuk vond. Na het tweede jaar vroeg Gaby me voor de talentenklas, daar was ik best verbaasd over. Ik vond mezelf niet zo goed. Vanaf het begin heb ik musical gedaan: muziek, dans en toneel. Mijn moeder heeft me dus ontdekt, zo gezegd. Ik vind vooral toneel het leukste, ik vind mezelf daar ook het beste in. Theater is een hobby van me, verder zit ik niet op een andere sport of zo. Ik zit in de tweede klas van het havo/vwo. Ik weet echt nog niet wat ik wil gaan doen hierna. In principe wil ik wel studeren. Het lijkt me ook heel erg leuk om in theater verder te gaan. Ik zou graag in films willen spelen, maar ik denk dat dat niet zo realistisch is, omdat zoveel mensen dat willen. Maar als ik mag dromen, dan zou ik graag actrice willen worden. Dus ik zie deze lessen echt als een talentontwikkeling, ik zou er graag iets mee willen doen. Ik heb veel meer zelfvertrouwen gekregen, mensen hebben me overtuigd dat ik het wel kan. Ik was eerst bang om solo te zingen, maar dat gaat nu beter. Zingen vind ik het lastigste. Je merkt altijd wel dat er verschil in niveau is, sommigen kunnen weer beter zingen. Dan ben ik altijd weer bang dat ik niet goed genoeg ben met zingen. Maar de sfeer is best wel goed en niemand lacht je uit als je het toch probeert en je toch vals gaat, dus dan voelt het gelijk iets fijner aan. Vooral onze groep zijn mensen die er echt al heel lang op zitten. We zijn een vriendengroep en een theatergroep, dus dat is heel gezellig. Ik heb ambitie om professional te worden, maar eerlijk gezegd is de kans niet heel groot dat het lukt. Ik vind het heel goed dat de theaterschool er is, het is de enige in Almere. Er komen best wel veel mensen langs en veel kinderen vinden het leuk. Zoals andere mensen elke week naar voetbal gaan, ga ik naar theater. Ik ben wel heel erg blij dat ik dit heb gevonden. Ik zou alleen dansles kunnen doen ergens anders, ik heb dat een tijdje gedaan, maar ik ben daarmee gestopt. Dat was teveel. Je moet toch keuzes maken. Dit jaar ging het in principe wel goed, ik sta voor alle vakken voldoendes. Ik denk dat wanneer ik echt in mijn examenjaar zit, het misschien wel moeilijk te combineren gaat worden. School komt als eerste. Maar op dit moment gaat het wel goed en volgend jaar ga ik gewoon weer door. Het lijkt me heel erg leuk een keer mee te doen met een grote productie van Joop van den Ende of een grote film. In het begin was ik erg onzeker, ik dacht dat ik er toch niet uit werd gepikt. De eerste keer gingen we vanuit Faust met een groepje auditie doen, gewoon voor de ervaring bij een film. Gaby mailt me wel eens audities, maar tot nu toe waren dat nog geen goede opties voor mij. Voor een film moest ik naar Zuid Afrika, wel heel erg leuk, maar school gaat voor. Dus daar heb ik dan geen tijd voor. Volgend jaar ga ik naar het derde jaar. Dat is het belangrijkste jaar, want dan moet ik mijn profiel kiezen. Mijn moeder zegt dat ik gewoon moet kiezen wat ik het leukste vind. Dus dat ga ik denk ik ook maar doen. Ik weet alleen nog niet welk profiel het dan wordt. Waar ik wel tegen aan liep was dat de mensen met de beste stemmen de solo’s krijgen bij koor. Dan zijn het dus vaak dezelfde mensen die de solo’s doen. Volgend jaar gaan ze meer individueel werken hebben ze verteld, dat vind ik heel erg fijn, want dan kunnen andere mensen zich ook ontwikkelen en staan niet steeds dezelfde mensen in de spotlights. Als je niet zo goed bent in zingen en je krijgt daardoor minder solo’s, dan kom je niet zo snel van je angst af nu. Dat zal volgend jaar als het goed is veranderen en dat vind ik wel fijn.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
26
Deelnemer Theaterschool Almere, 13 jaar de
Mijn oma ontdekte dat ik talent had op mijn 6 jaar. Ik was de hele tijd aan het zingen en dansen in huis en mijn oma kwam op het idee mij op de Theaterschool te doen. Na een proefles vond ik het zo leuk dat ik op les ben gegaan en vanaf toen deed ik meteen al dans, zang en toneel. Ik was eerst heel verlegen. Doordat we een paar keer per jaar optreden en ik veel op het toneel sta ben ik nu niet meer verlegen. Ik doe het nu nog gewoon als een hobby. Ik wil eigenlijk piloot worde,n maar dat weet ik nog niet zeker. Misschien wil ik wel het theatervak in. Dat kan altijd veranderen toch? Als ik audities doe voor een echte grote musical en ik kom er doorheen en ik krijg steeds leuke rollen, dan ga ik misschien wel verder. Ik heb nog nooit auditie gedaan, daar wil ik nog even mee wachten tot ik wat ouder en beter ben. Ik ga door met de lessen ook volgend jaar. Ik heb hier zo’n fijne vriendengroep en vind het gewoon hartstikke leuk om te doen. Ik word steeds beter, dansen kan ik niet heel goed, maar ook dat wordt nu steeds beter. Eigenlijk op alle drie de punten ga ik vooruit. Het moeilijkste vind ik het zelfverzekerd zijn, vooral als ik in mijn eentje op het toneel sta. Ik vind Gaby heel leuk en de Theaterschool ook. Ze geeft goed uitleg en begeleidt me waar ik het nodig heb. Soms individueel en ook in de groep. Allebei wel. De laatste twee jaar heb ik vooral mijn zang en dans ontwikkeld. Naast de Theaterschool doe ik ook hockey en zeilen. Ik vaar wedstrijden met zeilen, dus daar ben ik ook best wel goed in. Bij hockey mag ik hoog meespelen. Op drie hobby’s presteer ik goed en ik dan nog het vwo. Sommige mensen vinden dat misschien erg druk. Maar ik wil niet kiezen, ik wil gewoon alles blijven doen! Ik vind het ook zo leuk allemaal. Telkens zei iemand dat ik het moest proberen en zo ben ik aan al deze hobby’s gekomen. Mijn ouders klagen soms wel, dat ze me overal naar toe moeten rijden. Dan ga ik op de fiets. Maar ik heb nog steeds genoeg tijd om met mijn vriendinnen af te spreken. Toen ik hoorde dat we dit jaar ballet erbij gingen doen, dacht ik dat ik dat niet zo leuk zou vinden. Maar door het nu een tijdje te doen ben ik erachter gekomen dat ik dat toch wel leuk vind. Ik wil gewoon nog vele jaren doorgaan hier. Nu als hobby, maar misschien verandert dat later nog wel als ik echt goed blijk te zijn.. Ik weet echt nog niet of ik een opleiding hierin zou willen doen. Eerst maar eens wat ouder worden.
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
27
Deelnemer UCee Station
Afra Leidelmeijer is een van de Ucee-deelnemers van het eerste uur. Nu werkt ze er alweer een paar jaar als media-coördinator. In 2007 deed Afra een Mbo-opleiding Kunst, Cultuur en Media. In dat kader maakte ze voor het Utrechts Centrum voor de Kunsten een documentaire in Afrika. Haar project trok de aandacht bij Click F1, de organisatie achter Ucee Station. Ze wilden haar graag hebben en dat was wederzijds. “In die beginjaren was Ucee één grote sociale en creatieve speelplaats. Als je wat in je mars had en gemotiveerd was, kon je er veel doen.” De coördinatoren en begeleiders van Ucee hielden hun ogen en oren goed open en spraken mensen aan waar ze wat in zagen. “Ik zocht in het begin zelf actief naar talent. Het internet afstruinen, kijken, luisteren. Als ik het idee had dat ik iemand op het spoor was, ging ik een beetje informeren: wat is het voor iemand, wat doet hij of zij al, wat zit er nog meer in?” Doorslaggevend bij het kiezen van de goede mensen is voor Afra de motivatie. “Natuurlijk is het belangrijk dat je iets kunt, een talent hebt, maar minstens zo belangrijk is dat je iets wilt. Wij kijken of mensen de drive hebben om hard te werken en door te zetten. En of ze brutaal genoeg zijn. Ook dat is in dit wereldje belangrijk.” Inmiddels zijn de kaders strakker en is de financiering minder ruim en aan strengere voorwaarden gebonden. “Veel meer dan vroeger wordt er samengewerkt met welzijnsinstellingen. Dat betekent dat die veelal beslissen waar en met wie Ucee mag gaan werken. Of er vanuit die projecten mensen doorstromen naar andere trajecten bij Ucee Station, hangt erg af van de jongerenwerkers. Die moeten ons of de jongeren tippen, zelf hebben we daar minder zicht op dan voorheen.” Wat er ook verandert bij Ucee, een ding blijft altijd overeind: kinderen en jongeren maken bij Ucee Station media-items. Daarvoor krijgen ze kennis en vaardigheden aangereikt in workshops en trainingen. Ze gaan zelf aan de slag en werken opdrachtgestuurd. “Zij mogen fouten maken, want daarvan leren ze. Wij zijn er om ze de perfecte randvoorwaarden te bieden.” Afra let scherp op de sociale vaardigheden van de trainers en begeleiders. “Veiligheid en respect zijn de kernwaarden. De begeleiders moeten vooral aardig zijn en de deelnemers positief benaderen. Jongeren zijn onzeker en het is ook echt eng om jezelf voor het eerst op beeld te zien of je eigen stem terug te horen. Voordat ze kunnen laten zien wat ze waard zijn, moeten ze dat een beetje kwijt. Ze moeten leren waar ze goed in zijn en daar zelf ook van overtuigd raken. Dan gaan ze vanzelf meer durven. Gaandeweg komen ze steeds preciezer te weten wat ze kunnen en wat ze nog moeten leren.” Afra heeft dat zelf als jong talent ook ondervonden, niet alleen bij Ucee Station maar ook bij de Kathedrale koorschool in Utrecht, waar ze lang heeft gezongen. Ook technisch wil Afra de deelnemers het maximale bieden. “Als ze een mooi item maken, wil je ook dat het er goed uitziet en dat het goed klinkt. Wij zorgen dat ervoor dat ze optimaal tot hun recht komen. Ook dat is belangrijk om onzekerheden weg te nemen. En om te zorgen dat ze het werk serieus nemen.” Bezien vanuit haar dubbele perspectief als oud-deelnemer en als coördinator, vindt Afra dat de toegevoegde waarde van Ucee station vooral ligt in de ontmoetingen en de interacties. “Het sterke van Ucee Station is dat de mensen die er rondlopen samen zo’n enorm netwerk hebben. Als deelnemer krijg je daar ook toegang toe. De interactie tussen de deelnemers onderling, de strijd en de samenwerking, de contacten met professionals en met het ‘circuit’, dat is zoveel waard. Als je wilt, kan Ucee zoveel deuren openen.”
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
28
Iedere deelnemer die verder wil in de media, gaat als vanzelf deel uit maken van het Ucee-netwerk. Daar investeert de organisatie ook in. Een paar keer per jaar zijn er bijeenkomsten voor alle betrokkenen bij en voor die (oud)deelnemers van Ucee die nog met media bezig zijn. “Dat zijn er eigenlijk best veel,” constateert Afra na enig nadenken. “Er stromen toch steeds mensen door naar het professionele circuit.” Ucee Station is meer dan een cultureel talentontwikkelingsproject. Het gaat bij Ucee in belangrijke mate om verbinding, sociale cohesie, samenwerking, mediawijsheid, het verbreden van de blik en om het vooral om het creëren van kansen, met name voor jongeren die van huis uit niet zoveel kansen hebben of krijgen. “Wat wij de deelnemers bieden is voor hen letterlijk en figuurlijk onbetaalbaar. Daarom is het zo belangrijk dat de samenleving hierin blijft investeren.”
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
29
Deelnemer UCee Station
Ismael Loukili is in zijn element. Hij heeft net zijn marketingstudie afgerond en heeft nu een baan als coördinator bij Ucee Station. Nog geen vijf jaar geleden maakte hij kennis met Ucee. Een vriend van hem maakte in buurthuis Zuilen wijkradio voor Ucee en zat dringend verlegen om een gesprekspartner voor een radio-interview. Hij vroeg Ismael, die langs kwam en zich liet interviewen. Ismael viel direct op, met zijn vlotte babbel en zijn passie voor radio. Radiocoach Henri, altijd gespitst op talent en enthousiasme, haalde hem bij Ucee. Vanaf dat moment ging het snel. “Ik begon met wijkradio en ik vond ’t geweldig. Na een paar maanden werd ik al gevraagd of ik het Ucee-programma op FunX wilde presenteren. Die kans heb ik gepakt. Nog eens 10 maanden later kon ik aan de slag bij Decibel. Zo snel kan het gaan.” Ismael was toen, met zijn 18 jaar, relatief oud voor een deelnemer aan Ucee Station. Hij was net begonnen met zijn studie marketing, maar droomde vooral van radiomaken. “Het zegt wel veel over Ucee dat ze mij zo snel lieten doorgroeien. De kracht van Ucee Station is vooral dat ze heel goed kijken naar de potentie en de persoonlijke ontwikkeling van iedere deelnemer. Ze bieden echt maatwerk. Met de juiste begeleiding, de juiste klussen en voldoende uitdaging hebben ze een belangrijke bijdrage geleverd aan mijn ontwikkeling.” Na een korte introductieworkshop gaan alle nieuwe deelnemers van Ucee direct het diepe in: radio maken, onder begeleiding van een radiocoach en een technicus. “In het redactieteam pitchen de deelnemers hun ideeën, maken we samen de afweging wat wel en wat niet uitgevoerd wordt en verdelen we de taken. Elke productie wordt eerst intern gepresenteerd en kritisch bekeken. We hebben een artistiek leider die de beslissende stem heeft over wat wordt uitgezonden of online gezet.” Ucee Station is meer dan radiomaken. Ismael deed er ook ervaring op met het produceren van een talkshow en met festivalpresentatie. “Zo ontdek je wat je ligt en wat niet. Dat programma bij FunX was een geweldige kans, maar ik heb daar wel ervaren dat ik niet binnen elk format tot mijn recht kom en hoe belangrijk het is om dingen te maken die bij je passen. Zulke lessen zijn ook belangrijk om te leren.” Sinds Ismaels entree bij Ucee is er best veel veranderd. “Ik ben echt in de goede tijd begonnen hier. Alles kon en Ucee was overal. Ze hadden ogen en oren in alle wijken, zagen veel en werden gezien. Voor het scouten en aantrekken van talenten was dat de ideale situatie. Nu is alles wat minder ruim. Dat merk je wel. We werken nu, in ons productiehuis Massa, meer dan voorheen met mensen die al een gerichte beroepsopleiding doen en minder met mensen ‘van de straat’. Ergens is dat jammer. Aan de andere kant: veel van dit soort projecten investeren veel in een brede groep mensen met potentie, maar misschien te weinig in de echte toptalenten. Een schot hagel is niet zo effectief, soms kun je beter met scherp schieten.” Als coördinator zit Ismael nu aan de andere kant van het proces van talentontwikkeling. Op de vraag hoe hij bepaalt of het loont om in bepaalde mensen te investeren is zijn antwoord: “Het gaat om passie, gedrevenheid, motivatie. Dat is het allerbelangrijkste. Als dat er niet is, dan kun je best iets leren en ergens goed in worden, maar dan ontbreekt er toch iets.” Behalve passie is eigenheid cruciaal als je het als radiotalent wilt maken. Ismael is als marketeer afgestudeerd op personal branding. Op dat vlak kan Ucee nog wel het nodige verbeteren, vindt hij. “Mensen hebben tijd en feedback nodig om te ontdekken wat hen bijzonder maakt. Het is belangrijk om mensen in een verantwoord tempo te lanceren en hen daarbij goed te begeleiden, ook op het gebied van ondernemerschap.” Ucee biedt oud-deelnemers via de talentenpool de kans om als professional aan de bak te komen. “Als er klussen te doen zijn binnen Ucee Station, krijgen geschikte oud-deelnemers de kans om die te gaan doen. Zo ben ik hier pas ook als coördinator aan de slag gegaan. Zo blijf je actief in het professionele circuit en wordt de kans groter dat je echt als radiomaker aan de slag kunt. Dat is en blijft uiteindelijk mijn doel. Ook al vind ik het fantastisch dat ik hier nu als coördinator werk: ik wil toch het liefst zelf achter de microfoon en aan de knoppen zitten.”
Talenten in beeld: portretten van jonge talenten, Bureau ART, 2013
30