Emerance Uytendaal en Rosa Hessing
OGW in de klas iets voor alle leraren om de opbrengsten van hun leerlingen te verbeteren Velon-congres 11 maart 2013
Opening en welkom
Doelen van deze workshop • U maakt kennis met de condities voor Opbrengstgericht werken in de klas en wat dat betekent voor het handelen van leraren.
• Reflectie op wat dit betekent voor het opleiden van leraren
Deze workshop OGW in de klas • Het onderzoek • Instrumenten die ontwikkeld zijn: -
Training Rubric (observatie-instrument)
• De condities, doen er toe doen, bij OGW in de klas
Praktijkgericht onderzoek • Literatuuronderzoek naar de condities van OGW in de klas • Vertalen van deze condities naar een rubric: observatielijst met kijkwijzer • Pilot met gebruik rubric • Bijstellen rubric • Ontwikkeling van trainingsbijeenkomsten rondom de condities voor OGW in de klas • Verzorgen van de training, met voormeting en nameting
Verzorgen van training in kader van onderzoek • • • • • •
2 po en 2 vo groepen Lesobservaties bij de deelnemers Nabespreking met rubric en maken mindmap Gesprek met de schoolleider Invullen POP Verzorgen van 5 trainingsbijeenkomsten, met tussentijdse huiswerkopdrachten en bij elkaar in de klas kijken • Wederom lesobservaties, met nabespreking met rubric en maken mindmap
Rubric: krachtig observatie-instrument
Onderwerpen van OGW 1. Lesdoelen formuleren, succescriteria samenstellen en communiceren met de leerlingen 2. Evaluatie van de les 3. Differentiëren 4. Feedback geven 5. Data-verzamelen als input voor alle 4 condities en Overall-view
Doelen stellen per les Leerlingen • zijn meer gemotiveerd • zijn meer op de taak gericht • nemen betere beslissingen om taken aan te pakken
Type doelen • Lange termijn: leerdoelen voor een heel leerjaar (afgeleid van de einddoelen) • Middellange termijn: leerdoelen per blok, thema of project • Korte termijn: leerdoelen per les of per dagdeel
Leer/lesdoelen, communicatie over leer/lesdoelen en succescriteria • • • • •
Formulering van lesdoelen (activiteit versus doelgericht) Formulering (aangepast aan de leerling) Leerdoel versus lesdoel Communicatie over de leer- en lesdoelen Succescriteria (wanneer ben ik tevreden over het behaalde resultaat irt het inhoudelijk lesdoel)
• Video met lesfragment: zonder stellen van doelen
Activiteitgericht Doelgericht • • •
• •
•
Wat gaan we doen? Wat vinden leerlingen leuk? Zijn ze lekker bezig? kennis? Hebben ze hard gewerkt? Is het niet uit de hand gelopen? En dit leidt tot:
• oppervlakkige kennis
Wat gaan we leren? Wat hebben ze nodig? Leidt het tot de beoogde Doelen? Zijn de doelen gehaald? Constateren we verbetering in gedrag? En dit leidt tot:
dieperliggende kennis
Goed om te weten •
Stel doelen die net iets hoger liggen dan het eigen kunnen van leerlingen, maar die wel haalbaar zijn: dus doelen in de zone van de naaste ontwikkeling.
•
Doelen hangen samen met elkaar waardoor ze een leerlijn vormen. Die leerlijn is niet altijd lineair, maar kan b.v. bij taal/Nederlands concentrisch zijn.
•
Doelen worden geconcretiseerd in leeractiviteiten, deze leeractiviteiten dienen opgebouwd te worden van concreet naar abstract.
•
Formuleer doelen, waarbij activiteiten passen, waarmee leerlingen het geleerde oefenen en toepassen in nieuwe situaties.
Lesdoel versus leerdoel • Leerdoelen: doelen uit een leerlijn, geformuleerd voor een lessenreeks • Lesdoelen: doelen die je wil bereiken in een les, dat kunnen inhoudelijke leerdoelen zijn, maar ook procesdoelen zoals b.v. mijn lesdoel is leerlingen betrokken bij de les houden. • De leerdoelen zijn geordend op meso niveau in een leerlijn. • De leerdoelen worden gespecificeerd tot op lesniveau (micro): lesdoel.
Type leerdoelen (Hatty) • Mastery goals: om nieuwe vaardigheden te leren • Learning goals: die verder gaan dan het beheersen
• Doelen gericht op wat er geleerd gaat worden: kennis en vaardigheden; • Doelen gericht op hoe er gewerkt gaat worden: vormen van verwerking van de kennis en kunde; • Doelen gericht op gedrag: welk gedrag wil de leraar zien bij het uitvoeren van de activiteiten.
Wat vind je van deze doelen? • De leerling traint leerlingvaardigheden. • Ik durf mijn eigen mening te geven. • De leerling kan aan het eind van het jaar . . . • Na afloop van deze les kan je . . .
Formuleren van leerdoelen! • Geef aan voor welke leerlingendoelgroep de leerdoelen zijn. • Beschrijf het waarneembare eindgedrag (wat kan de leerling aan het einde van de les) dat deze leerlingen na afloop van de les(senreeks) moet vertonen. • Vermeld (indien van toepassing) de belangrijkste omstandigheden waaronder de leerlingendoelgroep het verwachte eindgedrag moet vertonen. • Beschrijf het vereiste beheersingsniveau, b.v. door te expliciteren welke prestaties de leerling moet leveren om zijn eindgedrag als voldoende beoordeeld te zien.
Formuleren van leerdoelen • Omschrijf het eindgedrag • Formuleer SMART
-
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden
Gedifferentieerde lesdoelen • Werk je met gedifferentieerde instructie, dan formuleer je ook per les gedifferentieerde lesdoelen. B.v. voor bepaalde leerlingengroepen verschillende lesdoelen.
• Afhankelijk van de gekozen vorm van differentiëren formuleer je verschillende lesdoelen, b.v. werken met homogene subgroepen of individuele leerwegen, dan formuleer je per groep van leerlingen eigen lesdoelen.
Incorrect geformuleerde leerdoelen
Correct geformuleerde leerdoelen:
De leerling traint rekenvaardigheden.
De leerling kan aan het einde van dit jaar foutloos trek- en drukkrachten berekenen voor een maquette van een loop- en fietsbrug.
De leerling heeft inzicht in het proces van websites bouwen.
De leerling kan na deze periode een website maken met Websitemaker bestaande uit minstens vier pagina's
De leerlingen kunnen goed samenwerken.
Gedurende deze taak kunnen de leerlingen zich houden aan drie afspraken over samenwerken.
Ik durf mijn eigen mening te geven.
In de komende vijf lesweken wil ik steeds vaker mijn eigen mening geven in het groepje waarmee ik samenwerk, zodat ik in de laatste week minimaal vijfmaal per bijeenkomst inbreng heb.
Delen van de doelen •
•
Complex proces: Doelen moeten helder zijn Doelen moeten niet ambigu zijn: niet multi-interpretabel Begrijpelijk voor alle leerlingen In leerlingtaal Apart formuleren van de instructie Onderscheid tussen wat je wil dat de leerlingen leren (doelen) en wat je wil dat ze gaan doen (instructie) De activiteiten van de taak zijn in lijn met de leerdoelen Leerdoel heeft de meeste impact als: Ze terug grijpen op doelen van de vorige les(senreeks) Ze aansluiten bij de opdracht(en) Ze succescriteria bevatten De feedback hierop gericht is
Hoe communiceer jij over de doelen? 0 niet 0 staat op het bord 0 staat in de methode 0 bespreek ik met de leerlingen/studenten 0....
Manieren van communiceren • • • • •
Vertellen Op het bord/digibord Op papier Met of zonder toelichting Mate van concreetheid: zonder/met benoemen van voorbeelden, aansluitend bij de belevingswereld van de leerlingen • Taalgebruik: in leerlingentaal
Communiceren van doelen: van goed naar beter • Niet benoemen • Alleen benoemen en niet checken of de leerlingen het begrijpen • Benoemen en checken of de leerlingen het begrijpen • Benoemen, checken begrip en maakt duidelijk het belang van het lesdoel En wat doe jij nu? Hoe zou je het anders willen?
Succescriteria • • •
Zelf als leraar bepalen, vaststellen en communiceren. Nadat je de doelen van de les hebt bepaald, kunnen de succescriteria bepaald en vastgesteld worden. Een succescriterium geeft aan: wanneer ben ik tevreden met het behaalde resultaat t.o.v. het inhoudelijk lesdoel? -
-
Kwantitatief: aantal wat je goed moet doen/kennen b.v. 5 van de 7 sommen goed (globale formulering); In waarneembare leeropbrengst: 5 van de 7 goed en je kunt uitleggen aan mij hoe je de sommen gemaakt hebt (concreet); Voor verschillende groepen leerlingen verschillende succescriteria mogelijk.
•
Delen van de succescriteria met de leerlingen.
•
Kan ook: Samen met de leerlingen de succescriteria formuleren, jij als leraar stelt uiteindelijk de succescriteria vast
Evalueren Doel van evaluatie: zicht krijgen op: • Wat er geleerd is en nog geleerd moet worden • Hoe er geleerd is en nog geleerd moet worden Functie van evaluatie • Evaluatie geeft zowel de leerling als de leraar informatie. • Type informatie hangt af van de functie van evalueren; summatief of formatief Evaluatie en OGW in de klas • Binnen de visie van OGW in de klas moet evalueren vooral een formatief karakter hebben • Evaluatie is altijd gebaseerd op de leer en/of lesdoelen
Kenmerken van evaluatie • • • • • •
Evaluatie korte en lange termijn doelen Evaluatie van inzichten, feiten, vaardigheden en attitude Rol van de leerling bij evaluatie Evaluatievormen Kwaliteit van de evaluatie Toetsing is een vorm van evaluatie aan het einde van een lessenreeks
Summatieve en Formatieve evaluatie • Vindt plaats aan het einde van het leerproces • Weinig mogelijkheden om leerproces bij te sturen • Vaak mogelijkheden om opbrengsten tussen scholen te vergelijken indien externe normering aan is gekoppeld • Lage impact op het leren • Uitkomsten liggen vast
• Vindt plaats tijdens het leerproces • Veel mogelijkheden om leerproces bij te sturen • Feedback is een voorbeeld van evaluatie • Hoge impact op het leren • Uitkomsten zijn bespreekbaar
Feedback en
Formatieve evaluatie
• Doorlopend en niet gepland • Just in time • Op basis van observaties en gesprekken
• Op een gepland moment • Aan de hand van een specifieke opdracht • Feedback volgt na evaluatie
•Gaat over de persoon •Ander karakter omdat het leerling persoonlijk is •Kwaliteit van de relatie is hierbij input en vraagt daardoor een professionele attitude
•Gaat over de leerlijnen en de leerdoelen •Meer groepsgericht
Observatieopdrachten Opdracht Lees onderstaande vragen en bekijk het videofragment. 1. Een evaluatievorm wordt bepaald door stil te staan bij vijf vragen: waarom, wat, wanneer, wie en hoe. Vul het schema twee maal in. 2. Welke informatie geeft evaluatie, wat zegt dit over verschillen tussen leerlingen en het stellen van nieuwe lesdoelen?
Vormen van evaluatie Vorm Waarom Wat Wanneer Wie Hoe
Videofragment
Doelen en vormen evaluatie
Inbreng van de leerling/studenten bij evalueren • Over de evaluatievorm • Mate waarin ze geactiveerd worden • De mate waarin ze uitgenodigd worden een eigen oordeel te geven over zichzelf of een medeleerling • Meedenken/praten vanuit het eigen perspectief of het perspectief van de leraar
Vorm: Peer assessment Voordelen - Leerlingen kijken kritisch (leren kritisch te kijken) naar eigen werk en dat van medeleerling - Leerlingen gebruiken (ontwikkelen) vaardigheden als analyseren en reflecteren - Leerlingen integreren (leren) de geleerde kennis (te integreren) - Leerlingen werken (leren) samen (te werken) met andere leerlingen - De motivatie van leerlingen wordt geprikkeld - Het werkt verhogend voor de leeropbrengsten Voorwaarde:
- veilig pedagogisch klimaat - gaat vrijwel nooit over cognitieve doelen
Evaluatieve cyclus als basis voor OGW
Wat weten we al over differentiëren? Wat doen we al? OPDRACHT: • ABC2: schrijf alfabet op grote flap en schrijf bij iedere letter iets wat met differentiatie te maken heeft (A aandacht, B behoefte van het kind, C clusteren, etc.
Wat is differentiatie? Differentiatie verwijst naar het handelen van leraren met als doel tegemoet te komen aan verschillen tussen leerlingen.
Differentiatie We differentiëren naar: • Inhoud • Niveau • Duur • Tempo • Methode • Leerstijl We organiseren dat in: • Programma’s • Leerroutes • Stromen • Groeperingsvormen
Twee hoofdvormen 1. Divergente differentiatie: doelen verschillen per individu of subgroep
2. Convergente differentiatie: doelen zijn voor alle leerlingen hetzelfde; variatie in instructiewijze, instructietijd en verwerking
Basisvoorwaarden Leerling • Zelfstandig kunnen werken (in groepen) • Zelfcorrectie • Voldoende tijdsinvestering door de leerling • Aantal basisvaardigheden moet in orde zijn Leraar • Inzicht in pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van leerlingen en didactisch kunnen variëren • Systematisch evalueren (op basis van doelen) en reflecteren • Effectief klassenmanagement; gedeelde sturing School / team / sectie • Systematische opbouw ontwikkelingslijnen en leerlijnen
Hoe kun je dat doen? Opbrengstgericht differentiëren: http://www.youtube.com/watch?v=EHOwctgFeho&list=UUGI Y816AepAGO0MlDtpbusw&index=2&feature=plcp OPDRACHT: Welke tips haal je uit de video? Noteer deze!
Reflectie eigen situatie Geef aan op welke wijze je nu differentieert, en de verschillende vormen in de eigen schoolsituatie herkent. Illustreer dit met concrete voorbeelden. OPDRACHT 1. Beantwoord deze vraag eerst zelf 2. Wissel vervolgens uit met collega’s 3. Geef aan of er ook concrete schoolafspraken zijn over differentiatie (visie van de school) 4. Presenteer deze kort aan de andere collega’s
En in de praktijk? •
Neem een groep in gedachte en probeer deze groep in 3 subgroepen te verdelen: - Groep blauw: kan zelfstandig aan de slag – weinig instructie nodig. - Groep groen: heeft enige instructie nodig, kan dan aan de slag. - Groep oranje: heeft extra instructie nodig en begeleiding tijdens de verwerking. 1. Waar baseer je de drie groepen op. Welke verschillen gaan er achter schuil? 2. Hoe zou je de les gaan inrichten? • Differentiëren in lesdoelen? • Differentiëren in instructie en hoe organiseer je dat? • Differentiëren in verwerking en hoe organiseer je dat? 3. Wat betekent dat voor het handelen van jou en waar heb je vragen over?
Tips •
• •
Bij je voorbereiding: bepalen minimaal te realiseren lesdoelen en bijbehorende lesstof. Extra oefenstof (verwerkingstof) voor de snelle leerling. Extra opdrachten: meer van hetzelfde, of juist verdiepende lesstof. Bij de start van de les communiceren wat de minimale lesdoelen zijn en bijbehorende stof. Tijdens de instructie meerdere niveaus hanteren bijvoorbeeld met behulp van de taxonomie van Bloom om tegemoet te komen aan verschillende niveaugroepen.
Vervolg tips •
• • •
Na de instructie één of enkele oefenvragen door de studenten laten maken om hen zelf na te laten gaan of ze de stof van de instructie begrepen hebben. De niet voldoende studenten krijgen een extra instructie aangeboden, de andere leerlingen gaan werken aan de verwerkingsstof. Per les kan het groepje variëren. Studenten mogen kiezen uit verschillende mogelijkheden om de lesstof te verwerken. Andere opdrachten, proefjes, activiteiten, etc. Studenten mogen kiezen uit verschillende groeperingsvormen om de lesstof te verwerken. Bij het uitdelen van gemaakt so of proefwerk, een extra instructie geven aan de studenten die voor het so of het proefwerk een cijfer lager dan een 6 hebben. Hierbij ingaan op de fouten die zijn gemaakt. De andere studenten werken zelfstandig aan lesstof die extra is, en waaraan zelfstandig gewerkt kan worden.
Intern & extern Interne differentiatie In één groep leerlingen met verschillende leervragen en leerwegen
Heterogene groeperingsvormen Primair onderwijs
Externe differentiatie Leerlingen in verschillende scholen of binnen scholen in verschillende klassen op basis van: •Begaafdheid •Prestaties •Belangstelling Homogene groeperingsvormen Voortgezet onderwijs
Vijf vormen 1. Setting binnen klassenverband; per klas met homogene subgroepen per vak/vormingsgebied 2. Individuele leerwegen. Divergente differentiatie: iedere leerling eigen leerweg. 3. Leren in coöperatieve heterogeen samengestelde groepen. 4. Attitude Treatment Interaction; verschillende benaderingen voor verschillende groepen leerlingen (in de klas). Vergelijk meervoudige intelligentie. 5. Beheersingsleren. Convergente differentiatie; alle leerlingen een bepaald niveau door variatie in instructiewijze en instructietijd.
Zet in volgorde (meeste invloed op leerprestaties; Hattie) • • • • • • • • • • •
Huiswerk Schoolleider Metacognitieve vaardigheden aanleren Hoge verwachtingen leraar Directe instructie Klassengrootte Doelstellingen expliciteren Samenwerkend leren Strategieën aanleren Feedback geven Sociaal economische status kind
Hattie: Effecten op leerprestaties Effect op taal/rekenprestaties • Feedback geven • Metacognitieve vaardigheden aanleren • Strategieën aanleren • Directe instructie • Sociaal economische status kind • Doelstellingen expliciteren • Hoge verwachtingen leraar • Samenwerkend leren • Schoolleider • Huiswerk • Klassengrootte
.73 .69 .60 .59 .57 .56 .43 .41 .36 .29 .21
De waarde van goede feedback bij OGW Feedback en de kwaliteit van feedback is een belangrijke voorspeller van leerprestaties van leerlingen
Goede feedback geeft antwoord op : 1 Waar staat de leerling nu? 2 Hoe ver is de leerling van het leerdoel verwijderd? 3 Welke stappen zijn nodig voor de leerling om het leerdoel te behalen?
Bij feedback geven gaan we in op: • • • •
Feedback op de doelen die hij en de leerling wil bereiken Feedback op de inhoud van de taak Feedback op de manier hoe de leerling de taak oppakt Feedback op hoe de leerling de eigen aanpak en werkwijze uitvoert en monitort
Feedback voor iedere leerling gelijk?
Drie vormen van feedback 1 Eerste vraag gaat over: wat gaat de leerling doen? Waar gaat de leerling naartoe? - Op zoek naar betekenisvolle leerdoelen FEED UP - begin fase 2 Tweede vraag gaat over: hoe doet de leerling het? - Op zoek naar de kwaliteit van de huidige kennis FEED BACK – voortdurend en tijdens 3 Derde vraag gaat over: hoe moet de leerling verder? Wat moet de leerling doen om vooruitgang te maken? Hoe moet de leerling verder? - Op zoek naar vervolgstappen om leerdoelen te halen FEED FORWARD - evaluatie voor volgende stap
De laatste drie lessen • Welke feedback heb je gegeven in deze lessen? • Waarom? Wat was je doel ermee?
Wanneer is feedback goed? • de leraar sluit met feedback aan de op de doelen die hij en de leerling wil bereiken • de leraar sluit met zijn feedback aan op de inhoud van de taak • de leraar sluit met zijn feedback aan op de manier hoe de leerling de taak oppakt • de leraar sluit met zijn feedback aan op hoe de leerling de eigen aanpak en werkwijze monitort
Feedback op de inhoud van de taak • bevestigt of de leerling op de goede weg zit of juist niet • de leraar weet wat hij beoogt met de inhoud van de taak • de leraar kan de activiteiten van de leerling plaatsen in de leerlijn en aan de leerdoelen • de leraar kan tips geven om de taak anders op te pakken • de leraar kan tips geven om tot het goede antwoord te komen • de leraar heeft oog voor verkeerde interpretaties of strategieën om tot het goede antwoord te komen
Feedback op het proces • de leraar kan tips geven op de aanpak van de leerling • de leraar ondersteunt de leerling in het plannen en monitoren van eigen leerproces • de leraar ondersteunt de leerling in het eigen maken van vaardigheden met betrekking op: - activiteiten plannen - onderzoeksplan opzetten en uitwerken - inzicht in en behouden van eigen motivatie - zicht hebben op goed uitvoeren - het evalueren van eigen resultaten
Feedback op de uitvoering van de leeractiviteiten •
Valkuil is het focussen op vooruit kunnen met het werk in plaats van het uitoefenen van de leertaak zelf Vanwege groepsgrootte en klassenmanagement is dit ook heel begrijpelijk maar …. doel schiet wel voorbij!
Aanwijzingen om op de inhoud feedback te geven: • Dagen de leerlingen uit • Bevorderen zelfsturing ten aanzien van leerproces • Leiden tot soepeler toepassen van vaardigheden en meer automatisme • Bieden strategieën om verder te werken • Leiden tot dieper begrip
Feedback op de uitvoering van de leeractiviteiten Feedback gaat hier over de vergelijking tussen de waargenomen prestatie van de leerling en een standaard gegeven met de bedoeling de leerling-prestatie te verbeteren Leerdoel is de standaard
Feedback voor iedere leerling gelijk? • sluit aan bij de leerling; individuele behoefte van de leerling bepaalt of de feedback aansluit of …niet • bevestigt goed werk en bevat ook opbouwende kritiek voor verbetering van zwakke onderdelen in het werk • feedback vertelt wat moet gebeuren en hoe dit moet gebeuren • feedback faciliteert als opmerkingen en suggesties worden gegeven en leerlingen een leidraad biedt in het herzien van eigen werk (van belang bij kennis bouwen en gericht op ondersteunen van leerproces)
Checklist Feedback 1 is gerelateerd aan bij leerlingen bekende standaarden 2 is gerelateerd aan eerdere prestaties 3 is specifiek en concreet; wat is goed en wat niet? 4 is just in time 5 is constructief en aanmoedigend
DATA als input en bron voor alle 4 puzzelstukjes • • • •
Doelstellen, communiceren en succescriteria Evalueren Differentiëren Feedback geven
• •
Wat is het doel van je dataverzameling Wat voor soort data heb je per onderdeel nodig om goede beslissingen te kunnen nemen om deze 4 onderdelen goed vorm te geven Waar komt die data vandaan Hoe ga je die data verzamelen Hoe maak je die data expliciet
• • •
De evaluatieve cyclus om te komen tot het formuleren van doelen
Suggesties voor bronnen voor dataverzameling: tips en trucs • • • • • • • •
Cijfers: pw’s, so’s Analyse van goede en foute antwoorden Huiswerk Observaties Onderwijsleergesprekken Leerlingbespreking Informatie vanuit ouders/verzorgers ….
Analyse van data: tips en trucs • Combineren van het doel van de dataverzameling, met de verkregen informatie • Voordenken en Bepalen vervolgacties:
-
Nieuwe doelen Differentiatievormen, groepjes indeling Feedbackvorm bepalen en geven Evaluatievorm bepalen en uitvoeren
Data binnen je team • Hoe ga je om met data vanuit je lessen binnen je team/sectie/bouw • Keuzes in didactiek • Keuzes in middelen en bronnen • Consequenties voor:
-
Rapportage Rapporten Oudergesprekken
Definitie van opbrengsten • •
Smalle betekenis: leeropbrengsten in de vorm van leerresultaten voor rekenen, lezen en taal Brede(re) betekenis: op basis van visie van de school concrete ambities vertalen in opbrengsten. Bijvoorbeeld: betrokkenheid en welbevinden, leren leren, zelfstandigheid, etc.
Opbrengsten op verschillende niveaus • • • •
Leerling Groep Unit/bouw School
Gelaagdheid in opbrengsten • • • •
Kerndoel Referentieniveau Leerlijnen Leerstandaarden
Datafeedback • • • •
Lezen en interpreteren van data (dl, dle, vaardigheidsscores, ruwe scores, niveauwaarden, etc.) zoeken van verklaringen voor (specifieke) opbrengsten: dwarsdoorsnede, trends, etc. foutenanalyses op individueel en op groepsniveau op basis van datafeedback en –analyse keuzes maken.
Leerlijn in de training • • • •
OGW is werken in een cyclisch proces lange leercirkel via pop korte leercirkels via deelonderwerpen OGW OGW start met de doelen formuleren OGW gaat over weten hoe je doelen evalueert Als je dit goed kunt doen is er ruimte voor differentiëren afhankelijk van de beginsituatie van de leerling • Binnen deze training wordt eerst uitgegaan van convergent differentiëren; indien mogelijk en gewenst wordt verder ingegaan op divergente differentiatie.
Opbrengsten van de pilot • • -
Soorten opbrengsten: inzichten en data Opbrengsten op verschillende niveaus OGW in de klas; wat ga je doen? OGW in de sectie / team / school – wat ga je in sectie, team, school mee doen? Met wie in gesprek over OGW en hoe verder?
Evaluatie • Wat inzichten heeft u opgedaan? • Wat kan u morgen gebruiken? • Waar moet u of uw opleiding in gaan investeren?