Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Bijzonder bestek nr. PWDI/10-21 TOPOGRAFISCHE OPMETINGEN WATERLOPEN 2e CATEGORIE
GUNNING BIJ: ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG
OFFERTES DIENEN INGEZONDEN te worden naar PROVINCIE ANTWERPEN Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid Koningin Elisabethlei 22 - 2018 Antwerpen of OFFERTES DIENEN AFGEGEVEN te worden op de kantoren van het Departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid – Koningin Elisabethlei 22 - 2018 Antwerpen
AANBESTEDINGSPLAATS:
Provincie Antwerpen Zaal ’t Bermpje 4e verdieping Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
DAG EN UUR VAN DE ZITTING: 27 juli 2010 om 11.00 uur
VOORZITTER VAN DE ZITTING: wordt bepaald bij de opening van de zitting.
Plaats en tijdstip voor inzage van het bestek op werkdagen. Kantoren van het Departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid – Koningin Elisabethlei 22 – 2018 Antwerpen alle werkdagen van 9 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur, tel. 03-240 64 93, fax 03-240 64 78. De digitale versie van het bestek (en bijlagen) kan gratis gedownload worden via www.publicationsonline.be
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Een papieren exemplaar van het bestek (en bijlagen) betreffende de aanneming kan bekomen worden bij het departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid, vooraf schriftelijk, per fax of e-mail aan te vragen. tel. 03-240 64 93 fax 03-240 64 78 e-mail
[email protected] Prijs:
Bestek en bijlagen: 50 EUR. opmeting: 10 EUR per perceel. plan: 15 EUR per perceel.
BIJ VERZENDING TE VERHOGEN MET 5,00 EUR.
Bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen bekomen worden bij Wendi Sturm tel 03/240.54.79.
Onderhavig bestek bestaat uit volgende onderdelen: Deel 1 : Reglementaire en verordenende bepalingen Deel 2: Technische bepalingen
Bijlagen (enkel digitaal): Databankstructuur kunstwerken Codetabellen kunstwerken Handleiding aanmaak CSV-bestanden Lege CSV-bestanden
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
2/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
SYNOPSIS AANBESTEDENDE OVERHEID (K.B. 26.09.1996 - artikel 2.2°) De aanbestedende overheid voor onderhavige opdracht is: Provincie Antwerpen Departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen VOORWERP VAN DE OPDRACHT (K.B. 26.09.1996 - artikel 2.2°) De aanneming heeft tot doel de waterlopen van 2e categorie topografisch op te meten inclusief de inventarisatie en opmeting in detail van alle aanwezige kunstwerken op deze waterlopen en de invoer van deze kunstwerken in een databank. De opdracht is opgesplitst in een aantal onafhankelijke percelen. De wijze van uitvoering volgt uit de bepalingen van het bestek. Voor het overige gebeurt de uitvoering naar de regels van de kunst en de aanduidingen die door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigden gedurende de uitvoering worden gegeven. GUNNINGSWIJZE (W. 23.12.1993 - artikel 13 en K.B. 26.09.1996 – artikel 2.2°) De opdracht wordt gegund ingevolge een algemene offerteaanvraag. WIJZE VAN PRIJSBEPALING (W. 23.12.1993 - artikel 7 en K.B. 26.09.1996 artikel 2.2° en 86) Ten aanzien van de vaststelling van de prijzen, wordt onderhavige opdracht beschouwd als een gemengde opdracht (deels totaalprijzen en deels eenheidsprijzen met vermoedelijke hoeveelheden). UITVOERINGSTERMIJN (K.B. 26.09.1996 - artikel 2.2° en artikel 69). De termijn voor de uitvoering van de opdracht bedraagt 12 kalendermaanden per perceel. Dienstverleners die meer dan één perceel gegund krijgen, moeten al deze percelen binnen dezelfde 12 kalendermaanden uitvoeren. BETALINGEN. De werken worden uitgevoerd voor rekening van de Provincie Antwerpen. VERNIEUWING VAN DE OPDRACHT. Overeenkomstig artikel 17 § 2, 2° b) van de Wet betreffende de Overheidsopdrachten van 24 december 1993 behoudt de provincie zich het recht voor de opdracht te vernieuwen tot een periode van maximaal drie jaar na het geven van de oorspronkelijke opdracht.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
3/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
DEEL 1 BEPALINGEN
REGLEMENTAIRE
EN
VERORDENENDE
TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN Voorzover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van onderhavig bestek, zijn op deze opdracht van toepassing: 1.
2.
3.
4.
de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten, voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 22.01.1994) en latere wijzigingen; Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S.26.01.1996) en latere wijzigingen; het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (A.U.R.) en van de concessies voor openbare werken (B.S. 18.10.1996) en latere wijzigingen; de algemene aannemingsvoorwaarden (A.A.V.) vastgesteld in de bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 26 september 1996.
Op deze opdracht zijn in het bijzonder van toepassing: -
het bij onderhavig bestek nr. PWDI/10-21 horende model van offerteformulier en de bijgevoegde gedetailleerde opmetingsstaten.
-
de bij onderhavig bestek nr. PWDI/10-21 horende uitvoeringsplannen: per perceel is een plan beschikbaar. Betreft volgende percelen: - perceel 5: Kleine Nete, deel 3 (PWDI/10-22), - perceel 6: Kleine Nete, deel 4 (PWDI/10-23).
-
de bij onderhavig bestek nr. PWDI/10-21 horende bijlagen (enkel digitaal) : databankstructuur kunstwerken, codetabellen kunstwerken, handleiding aanmaak CSV-bestanden en lege CSV-bestanden,.
De inschrijvers worden er uitdrukkelijk op gewezen dat, indien zij inschrijven voor meerdere percelen, deze hen allemaal kunnen toegewezen worden. De inschrijvers dienen hiermee goed rekening te houden bij hun inschrijvingsgedrag (keuze van de percelen, prijsbepaling, …). Om te vermijden dat opportunistisch ingeschreven zou worden, wordt in onderhavig bestek de vertragingsboete voor overschrijding van de uitvoeringstermijn vastgesteld op € 400,00 per kalenderdag en dit zonder het plafond van 5% van de inschrijvingssom. Elke offerte dient derhalve gebaseerd te zijn op realistische prijzen rekening houdend met een realistische inschatting van de werklast die de dienstverlener in de loop van de winter 2010-2011 op zich zal kunnen nemen.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
4/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
HOOFDSTUK I - ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN A.
WET BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN SOMMIGE OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN VAN 24 DECEMBER 1993
Art. 5 - Aard van de opdracht De in onderhavig bestek beschreven opdracht betreft een aanneming van diensten. De opdracht omvat het verdichten van het NGI-netwerk met behulp van een GPSsysteem, het terrestrisch opmeten van waterlopen waarbij overzichtsplannen, lengteprofielen, dwarsprofielen, kunstwerkplannen en diverse digitale resultaatbestanden worden opgemaakt. De bekomen resultaten zullen later – niet voorzien in onderhavige opmetingsopdracht aangewend worden voor de opbouw van computermodellen, die de waterafvoer in verschillende meteorologische omstandigheden zullen beschrijven. De opdracht is opgedeeld in verschillende percelen: Perceel 5: Kleine Nete, deel 3, Perceel 6: Kleine Nete, deel 4. De inschrijvers zijn niet verplicht om voor elk perceel mee te dingen. De percelen worden als aparte opdrachten beschouwd. De opdracht per perceel is wel één geheel. Het betreft een opdracht van diensten volgens categorie 12 van bijlage 2, A van de wet van 24/12/1993. De CPV-code is 71 35 52 00 - 3. De opdracht wordt technisch nader omschreven in deel 2, Technische bepalingen, van dit bijzonder bestek. De op te meten trajecten van de waterlopen zijn beschreven in de meetstaten en zijn weergegeven op de bijgevoegde plannen. De naamgeving van de percelen heeft louter een indicatief karakter. De waterlopen die onder een post vallen, zijn nominatief met hun ligging en lengte volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), opgenomen in de bij dit bestek gevoegde plannen en meetstaten. Het geoloket van de VHA kan daarenboven voor meer details geraadpleegd worden op de website: http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/vha/. Door het aanvaarden van de opdracht erkent de dienstverlener dat hij zich voorafgaandelijk hierover uitvoerig heeft geïnformeerd en dat deze hem volledig duidelijk is. De verzekering tegen risico's, eigen aan de opdracht, is begrepen in de offerteprijzen. De publicatietermijn is voldoende ruim gehouden om de inschrijvers de daadwerkelijke mogelijkheid te bieden zich op het terrein te vergewissen van de omvang van de opdracht. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
5/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De dienstverlener doet het nodige om alle eventuele toelatingen, nodig voor het uitvoeren van de opdracht, te bekomen. In het algemeen zal hij alle inlichtingen inwinnen die hem nuttig lijken en zal hij deelnemen aan de vergaderingen die de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde belegt en die verband houden met zijn opdracht. Artikel 17 § 2, 2° b) Overeenkomstig artikel 17 § 2, 2° b) behoudt de provincie Antwerpen zich het recht voor de opdracht te vernieuwen binnen een periode van maximaal drie jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht met behoud van de voorwaarden van het onderhavig bestek en de verbintenis die de inschrijver aangaat door het onderschrijven van het offerteformulier. De inschrijver heeft geen opeisbare rechten voor de eventuele vernieuwing van de opdracht. Art. 18 - Gunning van percelen De aanbestedende overheid behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om niet alle percelen toe te wijzen en eventueel te besluiten deze op te nemen in één of meer nieuwe opdrachten die desnoods op een andere wijze zullen gegund worden.
B.
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN IN TOEPASSING VAN HET K.B. VAN 8 JANUARI 1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN.
Art. 69-71 – Selectiecriteria De volgende documenten nodig voor de kwalitatieve beoordeling van de inschrijvers moeten bij de inschrijving worden gevoegd: 1. De inschrijver dient te bewijzen dat hij niet het voorwerp uitmaakt van een procedure van faillietverklaring of van vereffening of van gerechtelijk akkoord of voor buitenlandse inschrijvers, van een gelijkaardige procedure die voorkomt in de nationale wetgevingen en reglementeringen van het land waar zij gevestigd zijn. 2. De inschrijver dient over een geldig RSZ-attest te beschikken. Voor de inschrijvers van vreemde nationaliteit, die geen personeel tewerkstellen dat onderworpen is aan de Belgische wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders: - een attest uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen ten aanzien van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land:
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
6/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst.
3. De inschrijver dient te bewijzen aan de hand van certificaten of gelijkwaardige verklaringen vanwege de opdrachtgevers dat hij over een periode van de laatste 5 jaren minstens drie onafhankelijke terrestrische opmetingsopdrachten, gelijkaardig als de onderhavige opdracht, voor minstens twee verschillende opdrachtgevers van elk meer dan € 100.000,00 exclusief BTW met gunstig gevolg heeft beëindigd, waarbij de datum van (voorlopige) oplevering bepalend is. Voor referenties die betrekking hebben op gecombineerde opdrachten die slechts gedeeltelijk bestaan uit terrestrische opmeting, of voor opdrachten van terrestrische opmetingen waarvan de inschrijver slechts een gedeelte in eigen beheer heeft uitgevoerd, dient dit in aanmerking te nemen specifiek gedeelte naast het globaal bedrag te worden vermeld. Enkel dit specifiek gedeelte telt als referentie. 4. Een lijst met de studie- en beroepskwalificaties van de personeelsleden die de opdracht zullen uitvoeren met verwijzing naar hun deelname aan de onder 3. vermelde opdrachten. Art. 86 - Prijsbepaling De opdracht is een gemengde opdracht. De posten van deel 1 in de samenvattende inventaris zijn voor een totaalprijs, met de vermelding "TP". In de libellé per post staan dan de lengten volgens de VHA ter informatie vermeld. De posten van deel 2 in de samenvattende inventaris zijn vermoedelijke hoeveelheden (VH) met eenheidsprijzen (EP). Art. 88, § 2 - Prijsonderzoek De inschrijvers zijn er toe gehouden het Bestuur voor de gunning alle inlichtingen te verstrekken om het Bestuur in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. Artikel 89 - Vorm en inhoud van de offerte De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de inventaris in op het bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorende model is. De documenten moeten door de inschrijver of zijn gemachtigde worden ondertekend. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. Artikel 90§1 - Bij de offerte te voegen bescheiden De inschrijver dient bij zijn offerte volgende documenten te voegen (verplicht in deze volgorde):
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
7/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
1. het ingevulde, gedagtekende en ondertekende offerteformulier en de bijhorende samenvattende opmetingsstaat (per perceel waarvoor hij inschrijft) eveneens gedagtekend en ondertekend; 2. de bewijzen van de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte; 3. een RSZ-attest dat betrekking heeft op de periode tot en met het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal ten opzichte van de dag van de opening van de offertes of een attest of verklaring (cf. supra artikel 69); 4. de documenten gevraagd in art. 69-71 i.v.m. de selectiecriteria; 5. een verklaring die het materieel en de technische uitrusting vermeld waarover de dienstverlener zal beschikken voor de uitvoering van de dienstenopdracht; 6. een
lijst
van
referenties
van
gelijkaardige
uitgevoerde
opdrachten;
7. een verantwoordingsnota waarin de op het offerteformulier en de inventaris ingevulde prijzen worden toegelicht, in het bijzonder aan de hand van de tijdsbesteding per deeltaak van de verschillende ingezette personeelscategorieën en hun tarieven. Deze prijsvorming zal waar nodig een basis vormen voor eventuele verrekeningen en voor de beoordeling van de regelmatigheid en waarde van de inschrijvingen; 8. een conceptnota die het gunningscriterium invult over de door hem voorgestelde aanpak en opvatting van de opdracht (zie artikel 115); 9. Voorbeeldrekennota’s hiervan.
(GPS,
waterpassing,
polygonatie)
inclusief
de
verklaring
Voor de inschrijvers van vreemde nationaliteit is artikel 90 §4 van toepassing. De bijzondere aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op de artikelen 93, 94 en 95 omtrent vereniging, volmacht en vervanging. Art. 100, § 1 - Prijsopgave De inschrijver geeft zijn prijs op in Euro, uitgedrukt tot twee cijfers na de komma. Art. 102 - Taal van de opdracht De taal van de offerten en de opdracht is het Nederlands. Ook in al de mondelinge en schriftelijke correspondentie met het Bestuur moet het Nederlands gebruikt worden. Artikel 104 - Indienen van de offertes De offertes moeten in een definitief gesloten omslag worden gestoken waarop het volgende vermeld staat: Mag enkel geopend worden door de voorzitter. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
8/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Offerte PWDI/10-21. TOPOGRAFISCHE OPMETINGEN WATERLOPEN 2e CATEGORIE Perceel nr. . Datum van opening: 27 juli 2010, 11.00u. Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moet die gesloten omslag gestoken worden in een tweede gesloten omslag met de vermeldingen : Offerte PWDI/10-21. TOPOGRAFISCHE OPMETINGEN WATERLOPEN 2e CATEGORIE Perceel nr. . Datum van opening: 27 juli 2010, 11.00u. De offertes moeten geadresseerd worden aan Didier Soens, provincie Antwerpen, Departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, België. Algemeen Alle essentiële bescheiden en nota's die bij de offerte worden gevoegd en die de inschrijver inroept als invulling van de gunningcriteria, moeten door de inschrijver gedagtekend en ondertekend worden onder de vermelding "Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden". De dienstverleners worden eveneens verzocht om de bijgevoegde documenten op een duidelijke manier van elkaar te scheiden (gekleurde kartonnen tussenbladen met uitstekend randje) teneinde een vlotte consultatie van het dossier toe te laten. De inschrijver wordt er ten slotte attent op gemaakt dat bv. de nota m.b.t. de samenstelling en de kwalificaties van het projectteam verschillend is van een losse bundeling van cv's en/of publicatielijsten. Globaal kan men stellen dat voor de bij te voegen documenten veeleer de kwaliteit dan de kwantiteit van belang is. Het is derhalve niet de bedoeling dat elementen die in dit bestek beschreven zijn, in de conceptnota's letterlijk en in extenso worden herhaald. Artikel 115 - Gunningscriteria De gunningscriteria zijn: 1. het bedrag van de offerte (40 punten); 2. de opvatting van de dienstverlener inzake de aanpak en de invulling van de opdracht (60 punten). Belangrijk is vooral: - plan van aanpak (uitvoerige beschrijving van de fasering en de manier waarop de opmetingen zullen uitgevoerd worden en beschrijving van de gebruikte methoden om doorheen de verschillende fasen van de opdracht de kwaliteit en veiligheid te garanderen); - gebiedskennis; - referenties van gelijkaardige opmetingen; - het in te zetten personeel en materieel voor de opdracht.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
9/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Artikel 116 - Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers Deze termijn wordt op 180 kalenderdagen gebracht.
C. KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN). B.1. Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken Art. 2 - Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn bedraagt voor alle percelen 12 kalendermaanden. Dienstverleners die meer dan één perceel gegund krijgen, moeten al deze percelen dus binnen dezelfde 12 kalendermaanden uitvoeren. Art. 3 - Lijst van de bepalingen waar wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden Art. 15, §2 Betalingen Art. 69, §4 Aanvang van de uitvoering Art. 75, §1 Boete wegens laattijdige uitvoering. De berekening van de boete wordt aangepast om te voorkomen dat bij het bereiken van een maximumbedrag er geen stimulans meer is om de opdracht verder te zetten. Art. 4, § 2 – Betalingsmodaliteiten De dienstverlener heeft voor de uitvoering van de opdracht recht op betalingen in mindering naargelang de uitvoering vordert, op basis van de uitgevoerde posten van de inventaris. 50% van de totaalprijs per waterloop wordt betaald na levering en goedkeuring door de leidend ambtenaar van de ruwe meetgegevens, 25% na de eerste levering van de plannen (op papier en digitaal), 20% na levering, controle en goedkeuring door de leidend ambtenaar van alle gevraagde documenten en bestanden en 5% na levering, controle en goedkeuring door de leidend ambtenaar van de invoer van de kunstwerkgegevens in de kunstwerkendatabank. De dienstverlener kan hoogstens één maal per maand een vorderingsstaat indienen. De betalingen geschieden na goedkeuring door de leidend ambtenaar van de ingediende documenten.
B.2. Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de bijlage: algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
10/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Artikel 1 - Omschrijving van de leiding en het toezicht op de uitvoering De leiding en het toezicht op de uitvoering van de dienstenopdracht gebeurt door een medewerker van de dienst Waterbeleid van de provincie Antwerpen, waarvan de naam zal meegedeeld worden bij het aanvangsbevel. Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat enkel uit: 1. de technische en administratieve opvolging van de dienstenopdracht. 2. de keuring van de opmetingen, meetgegevens, databank en verslagen. 3. het nazicht van de vorderingsstaten. 4. het opstellen van de processen-verbaal. 5. de voorlopige en definitieve oplevering van de dienstenopdracht. De dienstverlener brengt tweewekelijks verslag uit bij de leidend ambtenaar over de vordering van zijn werkzaamheden en voegt zich naar de richtlijnen die deze laatste hem tijdens de uitvoering van zijn opdracht mocht verstrekken. Bij betwisting over deze richtlijnen beslist de opdrachtgever. Art. 3 §2 - Documenten Alle einddocumenten (dus na verbetering van eventuele fouten) betreffende deze opdracht worden op papier in enkelvoud door de dienstverlener aan het Bestuur geleverd alsook de digitale versie ervan in enkelvoud op CD\DVD-ROM of een externe harde schijf. De einddocumenten zijn opgesomd onder de hoofdstukken 4 en 5 van deel 2 van dit bestek. Ten behoeve van de keuring volstaat de levering van 1 papieren exemplaar van de vereiste documenten en 1 digitaal exemplaar op CD\DVD-ROM of externe harde schijf. Bijkomende exemplaren kunnen worden geleverd aan volgende voorwaarden: Planafdruk zwart/wit op papier Planplot kleur op papier CD-rom met gegevens Kopieën A4 zwart/wit Kopieën A4 kleur Kopieën A3 kleur
4 50 5 0,25 2 4
EUR/m² EUR/m² EUR/stuk EUR/blz EUR/blz EUR/blz
Artikel 4 §1 – Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid De dienstverlener kan de in dit artikel voorziene formaliteiten vervullen bij de dienst Waterbeleid, provinciehuis – torengebouw –4e verdieping, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen, alle werkdagen van 9 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur. Artikel 5 – Borgstelling en bewijs van borgtochtstelling
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
11/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De borgtocht bedraagt 5% van de oorspronkelijke aannemingssom. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar het hoger tiental in EUR. Het bewijs van borgstelling dient bezorgd te worden aan de dienst Waterbeleid, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen. Artikel 6 - Verzuim van borgstelling §2. De eerste alinea wordt aangevuld als volgt: "............. de postdatum van verzending of datum van afgifte geldend als bewijs, met ................... Artikel 9 §3 - Vrijgave van de borgtocht Deze borgsom wordt in twee keer vrijgemaakt: drie vierde van de som bij de voorlopige oplevering en het resterende vierde bij de definitieve oplevering, voor zover de dienstverlener zelf een verzoek tot de leidend ambtenaar heeft gericht voor vrijmaking. De termijn voor teruggave van de borgtocht na verzoek wordt op 30 kalenderdagen gebracht. Artikel 10 - Onderaannemers De dienstverlener dient alle onderaannemers op te geven aan het bestuur vóór de werken aanvatten. Het bestuur behoudt zich het recht voor elke onderaannemer te weigeren. Art. 12 - Controle op de uitvoering De controles gebeuren als volgt: 1. controles gedurende de uitvoering van de opdracht. De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde heeft het recht op gelijk welk ogenblik de werkzaamheden van de dienstverlener te controleren, zowel op het terrein als in de kantoren van de dienstverlener. Daartoe is de dienstverlener verplicht uiterlijk op vrijdag zijn weekplanning voor de daaropvolgende week te bezorgen aan de leidend ambtenaar en aan de aangeduide verantwoordelijke(n) voor de opvolging van het betrokken gedeelte van de opdracht op het terrein. Deze weekplanning vermeldt bovendien per dag de locaties waar de opmeetploeg zich op het terrein bevindt en een namenlijst van de aanwezige uitvoerders. Indien van de werkplanning wordt afgeweken dient dit onmiddellijk via de snelste weg gemeld te worden aan hoger genoemde personen; 2. de controle van de opmeting gebeurt bij de keuringen van de resultaten zoals beschreven in art. 71 en art. 74 §1. Artikel 13 - Prijsherziening Er is geen prijsherziening van toepassing op deze opdracht. Art. 14, §1, 2° en 3° - Intellectuele rechten - aankoopprijs en vergoedingen Alle kosten verbonden aan het gebruik van rekenmodellen e.a. waarop licenties rusten, vallen ten laste van de dienstverlener. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
12/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Art. 14, §2 - Intellectuele rechten - gebruik van de resultaten De dienstverlener gebruikt alle gegevens en inlichtingen van het Bestuur enkel in het kader van deze opdracht. Alle uitgangsproducten, tussenproducten en eindproducten voor deze opdracht worden bij voorlopige oplevering de uitsluitende eigendom van het Bestuur. De dienstverlener mag hiervan niets gebruiken voor andere doelen. Zonder voorafgaande toestemming van het Bestuur is het de dienstverlener ook verboden om artikels of documenten te publiceren die betrekking hebben op de opdracht. Artikel 15 - Betalingen §1. Betaling van werken. -
De betaling gebeurt op basis van in viervoud in te dienen gedetailleerde staten en schuldvorderingen maximaal 1 keer per maand, als volgt: 50% van de totaalprijs per waterloop wordt betaald na levering en goedkeuring door de leidend ambtenaar van de ruwe meetgegevens, 25% na de eerste levering van de plannen (op papier en digitaal), 20% na levering, controle en goedkeuring door de leidend ambtenaar van alle gevraagde documenten en bestanden en 5% na levering, controle en goedkeuring door de leidend ambtenaar van de invoer van de kunstwerkgegevens in de kunstwerkendatabank (zie ook Art. 4 § 2); * bij niet-voltooiing van de diensten binnen de voorgeschreven uitvoeringstermijn dient eveneens een vorderingsstaat opgemaakt te worden op de contractuele voltooiingsdatum; * ingeval van eindvereffening mag de verklaring van schuldvordering slechts ingediend worden na de datum van de oplevering. De betalingstermijn van 90 kalenderdagen loopt niet vroeger dan vanaf deze datum. Op basis van deze al dan niet verbeterde betalingsaanvragen en vorderingsstaten nodigt het opdrachtgevend bestuur de dienstverlener uit om zijn facturen in te dienen.
-
De dienstverlener maakt een ontwerp op van de vorderingstaat en legt deze via mail ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar, alvorens de vorderingstaat in te dienen.
-
Op al de correspondentie, vorderingstaten en facturen wordt steeds het dossiernummer vermeld: PWDI/10-22 voor perceel 5 en PWDI/10-23 voor perceel 6.
-
Van elke afkortingsbetaling worden afgehouden de door de dienstverlener op de datum der schuldvorderingen reeds verschuldigde boeten, kortingen of schadevergoedingen hoofdens ambtshalve maatregelen.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
13/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
Als datum van factuurindiening geldt deze waarop het bestuur de factuur ontvangen heeft.
§5. Onderbreking door het bestuur. De uitvoering van de aanneming kan door de aanbestedende overheid voor meer dan een twintigste van de uitvoeringstermijn en/of voor meer dan vijftien kalenderdagen onderbroken worden voor bijv. de noodzaak tot het bijkomend opmeten van gegevens, het bespreken van scenario's, de levering van gegevens, enz. De dienstverlener kan hiervoor geen schadevergoeding in rekening brengen. Artikel 16 - Klachten en verzoeken Ingeval van overmacht kan de dienstverlener een termijnopschorting van de overeenkomst vragen. De dienstverlener deelt schriftelijk aan de leidend ambtenaar mee dat hij zijn opdracht om de hierboven vermelde reden niet kan verder zetten. Oordeelt de leidend ambtenaar dat er sprake is van overmacht, dan wordt de termijn opgeschort vanaf de datum van ontvangst van het schrijven van de dienstverlener tot op de datum dat de oorzaak van de overmacht heeft opgehouden te bestaan. Abnormaal hoogwater, abnormale blad- of kruidgroei kunnen eveneens aanleiding geven tot schorsing van de uitvoeringstermijn. Deze schorsingen kunnen door de dienstverlener niet aangegrepen worden om schadevergoedingen te eisen. Artikel 19 - Opleveringen en waarborgtermijnen De waarborgtermijn bedraagt 1 jaar. Art. 69, §1 - Vergoeding voor vermindering van de prestaties Indien de voorziene vaste prestaties (TP) uit de inventaris in opdracht van het Bestuur weggelaten worden, heeft de dienstverlener recht op een vergoeding van 10% van het overeenkomstig inschrijvingsbedrag. Art. 69, §3 - Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn bedraagt 12 kalendermaanden. Deze termijn wordt opgeschort tijdens de perioden van keuring waarin de aanbestedende overheid de opgeleverde opmetingen, documenten en bestanden nakijkt. De termijn wordt echter niet geschorst indien er gedurende een keuring van een onderdeel van de opdracht door de dienstverlener kan verder gewerkt worden aan andere onderdelen. Art. 69, §4 - Aanvang van de uitvoering De uitvoeringstermijn vangt aan op de datum vermeld in het aanvangsbevel. De leidend ambtenaar belegt een startvergadering waarop onder meer de volgende documenten aan de dienstverlener worden overhandigd: Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
14/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
titelblad van de plannen in DWG-formaat; digitaal grondplan in DWG-formaat met de verschillende standaard layers; databankstructuur kunstwerken + codetabellen kunstwerken + lege CSV-bestanden.
Art. 71 en 74, §1 - Keuring De dienstverlener is er toe gehouden die documenten die niet de instemming van de leidend ambtenaar wegdragen zonder enige bijkomende vergoeding overeenkomstig de onderrichtingen die de leidend ambtenaar hem eventueel verstrekt, te wijzigen of met bijkomende documenten aan te vullen. Hij moet de aldus gewijzigde of de aanvullende documenten aan de leidend ambtenaar afleveren binnen de voorziene uitvoeringstermijn. Gelet op de aard van de opdracht zullen bovendien volgende specifieke keuringen gebeuren: 1.
Keuring van het verdichtingsnet Nadat de documenten van de topografische rekennota zijn geleverd zoals vermeld onder deel 2 van dit bestek, gebeurt een kwaliteitscontrole van de verdichtingspunten (FVP1-punten) conform de bepalingen opgenomen in de ‘Concepten kwaliteitscontrole skeletgegevens’ en de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-kernbepalingen’. De recentste versies van de documenten kunnen geraadpleegd worden op de website van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (www.gisvlaanderen.be) onder de rubriek Know How > GRBskeletbestekken > Documenten GRB-skeletmeting. Deze controle gebeurt: - ofwel door het Bestuur in eigen beheer in aanwezigheid van de dienstverlener indien hij dit wenst; - ofwel door de dienstverlener zelf, verplicht in aanwezigheid van het Bestuur; - ofwel door derden in opdracht van het Bestuur en in aanwezigheid van de dienstverlener indien hij dit wenst. Enkel indien de afwijkingen tussen de oorspronkelijke meting van de dienstverlener en deze van de controlemeting kleiner zijn dan de vereiste nauwkeurigheid, mag de dienstverlener de door hem uitgevoerde controlemeting bijkomend in rekening brengen. Indien de afwijkingen groter zijn dan de vereiste nauwkeurigheid, dan komt de opmeting van de waterloop niet in aanmerking voor betaling en dient de dienstverlener de opmeting over te doen binnen de totaal voorziene uitvoeringstermijn.
2.
Keuring van de nauwkeurigheid van de topografische opmetingen Nadat de documenten, zoals gevraagd volgens hoofdstuk 4 van deel 2 van dit bestek, in een eerste versie geleverd zijn, worden de resultaten gecontroleerd conform de bepalingen opgenomen in de ‘Concepten kwaliteitscontrole skeletgegevens’, de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-kernbepalingen’, de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-skeletaanvulling detail’ en de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-skeletoptie water- en rioolbeheer’. De recentste versies van de documenten kunnen geraadpleegd worden op de website van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (www.gisvlaanderen.be)
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
15/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
onder de rubriek Know How > GRB-skeletbestekken > Documenten GRBskeletmeting. Deze controle gebeurt: - ofwel door het Bestuur in eigen beheer in aanwezigheid van de dienstverlener indien hij dit wenst; - ofwel door de dienstverlener zelf, verplicht in aanwezigheid van het Bestuur; - ofwel door derden in opdracht van het Bestuur en in aanwezigheid van de dienstverlener indien hij dit wenst. Enkel indien de afwijkingen tussen de oorspronkelijke meting van de dienstverlener en deze van de controlemeting kleiner zijn dan de vereiste nauwkeurigheid, mag de dienstverlener de door hem uitgevoerde controlemeting bijkomend in rekening brengen. Indien de afwijkingen van 1 of meerdere controlemetingen groter zijn dan de vereiste nauwkeurigheid, dan komt de opmeting voor die post niet in aanmerking voor betaling en zal het Bestuur oordelen welke trajecten hermeten moeten worden. De opdracht wordt pas als beëindigd beschouwd voor zover de ingediende documenten de goedkeuring van de leidend ambtenaar wegdragen. De definitieve oplevering heeft plaats één jaar na de voorlopige. De dienstverlener verzoekt daartoe tijdig de leidend ambtenaar over te gaan tot de definitieve oplevering. Art. 75, §1 - Boete bij laattijdige uitvoering De overschrijding van de uitvoeringstermijn geeft ambtshalve aanleiding tot een boete van € 400,00 per kalenderdag vertraging, zonder beperking van het maximumbedrag. Indien de eindresultaten na aanpassingen door de dienstverlener aan de resultaten van de keuring door het bestuur nog steeds niet voldoen aan de besteksbepalingen, wordt er voor elke extra noodzakelijke keuring door het bestuur een bijkomende boete van € 500,00 opgelegd. DIVERSE BEPALINGEN a) De dienstverlener verklaart kennis te hebben genomen van de bepalingen van het artikel 10 van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten en van het artikel 78 §1 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 en alle latere verwijzingen en aanvullingen b) Indien de dienstverlener om één of andere reden mocht gedwongen worden zijn activiteit met betrekking tot deze opdracht geheel of in grote mate stil te leggen voor een periode van meer dan één maand, dan is hij ertoe gehouden, onder goedkeuring van de opdrachtgever, een plaatsvervanger aan te stellen. De opdrachtgever blijft geheel buiten de financiële verrekeningen die ingevolge deze vervanging tussen de dienstverlener en de plaatsvervanger zullen gebeuren. c) Omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de dienstverlener en die de regelmatige gang van de opdracht hinderen, kunnen aanleiding geven tot een verlenging van de gestelde uitvoeringstermijnen. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
16/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Zo er vertraging is ten gevolge van andere omstandigheden of indien de dienstverlener in gebreke blijft welke beschikking ook van deze overeenkomst na te leven, kan de opdrachtgever bij aangetekend schrijven de dienstverlener in mora stellen zijn verplichtingen na te leven binnen de termijn in dat schrijven vermeld. Blijft de dienstverlener dan nog in gebreke, dan is de opdrachtgever gerechtigd de overeenkomst te verbreken door eenvoudige verzending van een tweede per post aangetekende brief, zonder dat enig honorarium verschuldigd is en met behoud van het recht de dienstverlener in betaling schadevergoeding aan te spreken. d) Door het aanvaarden van de opdracht erkent de dienstverlener dat hij zich vooraf uitvoerig heeft geïnformeerd en dat deze hem volledig duidelijk is. De verzekering tegen risico's, eigen aan de opdracht, is begrepen in de inschrijvingsprijzen. e) De dienstverlener doet al het nodige om alle eventuele toelatingen nodig voor het uitvoeren van zijn opdracht te bekomen. f)
De documenten, de meetgegevens, de plannen en de kunstwerkendatabank worden na aflevering het uitsluitende eigendom van het Bestuur. Niets van deze dienstenopdracht mag worden gebruikt zonder toestemming van het Bestuur. Indien enig gebruik van de meetgegevens, plannen en kunstwerkendatabank voor andere doeleinden dan deze dienstenopdracht, wordt vastgesteld, hoe beperkt dit ook is, zonder dat hiertoe toestemming is verleend via een officieel document, zal de volledige kostprijs van de ganse dienstenopdracht worden teruggevorderd door de opdrachtgever. Dit geldt eveneens voor het doorgeven van de meetgegevens, plannen en kunstwerkendatabank aan derden.
g) Het studiebureau zal alle gegevens van deze dienstenopdracht, op eenvoudig verzoek van het bestuur, ter beschikking stellen voor verwerving van deze gegevens in andere overkoepelende of aansluitende studies.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
17/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
DEEL 2 – TECHNISCHE BEPALINGEN Onderstaande bepalingen werden grotendeels overgenomen uit het bestek nr. WAT/L 2009 S 0008 X van de VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, aangepast aan de eigenheid van de provinciale waterlopen.
ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden omvatten de verdichting van het meetnet van het Nationaal Geografisch Instituut (NGI), de topografische detailopmetingen van de waterloop en het omliggende terrein en de verwerking van de resultaten tot plannen en digitale bestanden, met als doel het in tekening brengen van de bestaande toestand. Verder gebeurt er een inventarisatie, detailopmeting en verwerking van de resultaten tot plan en databank van de kunstwerken van de waterloop. De topografische opmetingen omvatten de gedetailleerde opmeting van de waterloop. Eveneens worden de oeverzones tot 10 meter buiten de waterloop, gedetailleerd opgemeten en worden ligging van gebouwen en hindernissen opgemeten. Vanaf de oever van de waterloop begint men de 10 meter te rekenen, niet vanaf het midden van de waterloop! De overwelfde gedeelten van de op te meten waterlopen dienen in voldoende detail opgemeten te worden zodat de ligging, het lengteprofiel, de eventuele verschillende doorsneden en hun vorm voldoende bekend is ongeacht de totale lengte van de overwelving. De toezichtsputten dienen hiervoor geopend en opgemeten. De kosten voor deze opmetingen zijn inbegrepen in de aannemingssom. Bij opmetingen op privé-eigendom wordt voorafgaandelijk (minstens twee weken op voorhand) de eigenaar of gebruiker verwittigd door de dienstverlener. Hiertoe wordt van deur tot deur gegaan en per brief verwittigd. De kosten hiervoor zijn inbegrepen in de inschrijvingsprijzen. De terreinopmetingen worden verricht met een GPS-systeem en/of een totaalstation. Alle opgemeten punten hebben als planimetrische coördinaten deze van het Lambert BD72/50-stelsel (X en Y coördinaten) en als altimetrische coördinaten deze van de "Tweede Algemene Waterpassing" (TAW, Z coördinaat).
HOOFDSTUK 1 : VERDICHTEN VAN HET NGI-NETWERK De verdichting van het NGI-meetnet (www.ngi.be/gdoc/default_nl.htm) gebeurt door middel van FLEPOS-verdichtingspunten opgemeten met GPS. De aanbevelingen AGISVL-008-1.4 van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (www.gisvlaanderen.be) voor het uitvoeren van GPS-metingen met behulp van Flemisch Positioning Service (FLEPOS) moeten hierbij worden gevolgd. In het bijzonder moeten de richtlijnen voor opmeting van de zogenaamde FLEPOS-verdichtingspunten (FVP1-punten) worden gevolgd. Van de meetopstelling wordt een foto en een schets gemaakt. Foto en schets zullen verwerkt worden in de fiche van het punt. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
18/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Gemiddeld om de 1 km waterlooplengte wordt een koppel van twee verdichtingspunten geplaatst. Alle FVP1-punten liggen waar mogelijk op een vaste ondergrond. Deze punten worden gematerialiseerd met een vast en blijvend merkteken, zijnde meetpuntnagels of meetbouten met een minimale diameter van 2,5 cm. Op onverharde plaatsen worden fenopalen of gelijkwaardig geplaatst. In niet-open gebieden kan het aangewezen zijn de tussenafstanden tussen de koppels FVP1-punten te verkleinen. De inschrijver houdt hiermee rekening tijdens de opmaak en uitvoering van zijn offerte. De locatie van de FVP1-punten wordt waar mogelijk gekozen op wegen die de waterloop kruisen. De 2 FVP1-punten liggen onderling 100 tot 300 m uit elkaar, en zijn te allen tijde onderling zichtbaar. De nauwkeurigheid van de X, Y en Z coördinaat bij heropmeting van ieder punt moet dan ook kleiner zijn dan 2 cm RMS (Root Mean Square). Ter verbetering van de nauwkeurigheid van de Z coördinaat voert de dienstverlener voor alle FVP1-punten een waterpassing vanuit altimetrische NGI-punten uit. Voor ieder FVP1-punt wordt een fiche aangemaakt via de FVP1-inputmodule van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen). Deze toepassing is beschikbaar op de website van het AGIV (www.gisvlaanderen.be) onder de rubriek Know How > GRB-skeletbestekken > Templates en programma's. De aangemaakte fiches worden voor validatie naar het AGIV (
[email protected]) gestuurd. Fiches die niet gevalideerd werden worden niet aanvaard.
HOOFDSTUK 2 : TOPOGRAFISCHE OPMETING VAN DE WATERLOOP 1. Algemene bepalingen De topografische werkzaamheden omvatten de detailopmeting van de begrenzing van de bedding en de oevers van de waterloop (i.e. dwars- en lengteprofiel), de ligging van objecten in en langs de waterloop (o.a. wegen, toezichtsputten, lozingsbuizen, bomen, bouwwerken, afsluitingen, ...) en kunstwerken. De opmeting geschiedt, bij gebruik van een totaalstation, ten opzichte van een basispolygonaal die zo dicht mogelijk bij de bedding van de waterloop gekozen wordt. FVP1-punten mogen als polygoonpunten worden gebruikt. De codering van de opmeting is overeenkomstig de opmetingsbibliotheek, die op de startvergadering aan de dienstverlener wordt overhandigd. Op het einde van de opmeting gebeurt een transformatie van het lokaal stelsel naar het Lambert BD72/50-TAW-stelsel aan de hand van de in coördinaten gekende FVP1-punten. De nauwkeurigheid bedraagt 5 cm RMS voor de planimetrie en 2 cm RMS voor de altimetrie. 2. Dwarsprofiel Het dwarsprofiel geeft het verloop (in dwarsdoorsnede) van de bedding, de talud, de kruin en het maaiveld van de waterloop weer (zie tekening in hoofdstuk 4 punt 4. voor definities).
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
19/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Er worden twee peilen voor de bedding van de waterloop gemeten: het peil van de vaste bodem en het peil van de slibbodem. Het peil van de vaste bodem wordt gemeten door de punt van de peilstok doorheen de eventuele sliblaag te duwen. Het peil van de slibbodem wordt apart gemeten met een valstok met horizontale bodemplaat (10cm x 10 cm), waarbij de bodemplaat niet in het slib mag indringen. De profiellijnen van beide bodempeilen dienen op elkaar aan te sluiten m.a.w. het eerste/laatste gemeten punt van de slibbodem dient op de profiellijn van de vaste bodem te liggen. Hiertoe wordt het snijpunt van het wateroppervlak met het dwarsprofiel langs beide oevers opgemeten. Dwarsprofielen worden opgemeten maximaal om de 50 meter gemeten langs de as van de waterloop. Bovendien worden bijkomend dwarsprofielen opgemeten op volgende plaatsen: a. ter plaatse van elk merkpunt (atlaspunt) dat opgenomen is in de atlas der waterlopen. b. onmiddellijk stroomopwaarts en stroomafwaarts van ieder kunstwerk op de waterloop, d.i. zo dicht mogelijk tegen en parallel met de wand van het kunstwerk (d.i. in de dagvlakken van het kunstwerk); eveneens wordt hier het bijhorende stroomopwaartse en stroomafwaartse aanzicht van het kunstwerk met inbegrip van de vaste bodem (indien aanwezig) mee opgemeten; c. waar de waterloop enige bijzonderheid vertoont, zoals plotse vernauwing of verbreding (dit geldt ook voor overwelvingen of inbuizingen die van sectie veranderen); d. stroomopwaarts en stroomafwaarts van splitsingen en samenvloeiingen van waterlopen. Per dwarsprofiel wordt opgemeten: a. voor de vaste bodem van de bedding: het peil van punten, zodanig gekozen dat de gemiddelde afstand tussen twee opnamepunten niet groter is dan 1,00 m, bij waterlopen breder dan 4m, en niet groter dan 0,75m bij waterlopen smaller dan 4m; b. voor de slibbodem van de bedding: het peil van het middenpunt, van de twee overgangspunten tussen slib en vaste bodem en andere tussenpunten, zodanig gekozen dat de gemiddelde afstand tussen twee opnamepunten niet groter is dan 1,00 m bij waterlopen breder dan 4m, en niet groter dan 0,75m bij waterlopen smaller dan 4m; c. voor de taluds en de dijken: het peil van een voldoende aantal punten langsheen de taluds en de kruinen, zodanig gekozen dat een nauwkeurige weergave van het verloop van de taluds en de kruinen mogelijk wordt; d. voor het maaiveld: het peil van een voldoende aantal tussenpunten, met een gemiddelde tussenafstand van 2 m, zodanig gekozen dat een hoogteligging van het maaiveld en de bijzonderheden ervan ter plaatse van het dwarsprofiel over een afstand van 10 m op beide oevers nauwkeurig weergegeven wordt; e. ingeval de waterloop begrensd is door afsluitingen of gebouwen, worden deze gegevens op het dwarsprofiel nauwkeurig aangeduid; f. ingeval de waterloop overwelfd of ingebuisd is worden bedding, taluds en dijken vervangen door dwarsdoorsneden van de overwelving of inbuizing, waarvan de gegevens afkomstig zijn van opmetingen vanuit de in- en uitstroomopeningen en vanuit inspectieputten, aangevuld met detailgegevens van beschikbare uitvoeringsplannen of met de detailgegevens van de opmeting van binnen uit. De slibbodem wordt eveneens opgemeten en weergegeven; g. voor de begroeide oevers: de punten op linker- en rechtertalud vanaf waar de begroeiing begint. h. Voor de oevers: aanduiding van de oeverversteviging. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
20/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De punten van een zelfde dwarsprofiel worden effectief opgemeten en dit in een vlak loodrecht op de as van de waterloop, behalve voor de dwarsprofielen in de dagvlakken van de kunstwerken waar ze parallel met het vlak van het kunstwerk worden opgemeten (zie hoger). Het bekomen van een dwarsprofiel of een deel ervan door extractie uit een digitaal terreinmodel is niet toegelaten. 3. Lengteprofiel Om een accuraat beeld van het verloop van de hoogste punten van de kruinen van de oevers, de dijken of de oeverwallen te krijgen worden op de kruinen voldoende bijkomende punten tussen de dwarsprofielen opgenomen zodat minstens alle hoogteverschillen van meer dan 20 cm in detail op het lengteprofiel worden weergegeven, bijvoorbeeld voor het juiste verloop van de kruinen ter hoogte van zijgrachten of andere lagere en/of hogere punten van de oevers, de dijken of de oeverwallen. De kruin valt alleen samen met de oever indien geen dijken of oeverwallen aanwezig zijn. Van ingebuisde of overwelfde waterlopen worden via alle aanwezige inspectieputten de bodempeilen en kruinpeilen opgemeten. Van al de aanwezige bodem-en oeverversterkingen wordt een inventaris opgemaakt. Begin en eindpunt van elke versterking wordt opgemeten. Volgende versterkingen worden geïnventariseerd: -
Bodemversterking in stortsteen; Bodemversterking in schanskorven; Bodemversterking in beton; Oever- en bodemversterking in betonnen grachtelementen; Oeverversterking in stortsteen; Oeverversterking in breuksteen Oeverversterking in keien; Oeverversterking in gebitumeerde steenslag; Oeverversterking in schanskorven; Oeverversterking in stapelkorven; Oeverversterking in erosiewerend weefsel; Oeverversterking in betonnen doorgroeitegels; Oeverversterking in betonelementen; Oeverversterking in natuurlijk materiaal; Oeverversterking in betuining; Oeverversterking met wilgentenen; Muur beton; Muur metselwerk; Metalen damwand; Houten damwand;
Combinaties van bovenstaande elementen zijn eveneens mogelijk.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
21/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
4. Topografie Naast het dwars- en lengteprofiel van de waterloop worden eveneens alle topografische objecten (gebouwen, bomen, afsluitingen, ….) die zich bevinden langs de waterloop over een afstand van minstens 10 m aan weerszijden buiten de oevers opgemeten. Indien er zich buiten deze afstand nog specifieke topografische bijzonderheden bevinden, dienen deze mee opgemeten te worden. De codering van de objecten gebeurt zoals aangegeven in de symbolenbibliotheek. Van elk gebouw wordt tevens het dorpelpeil opgemeten en ingetekend. De opmeting dient conform te zijn aan de specificaties van de GRB-skeletbestekken van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen). De documenten zijn beschikbaar op de website van het AGIV (www.gisvlaanderen.be). De meest recente versies van de documenten worden geraadpleegd en staan op de website onder de rubriek Know How > GRB-skeletbestekken > Documenten GRB-skeletmeting. Volgende DXF-lagen dienen opgenomen te worden: - Kernbepalingen: volledig versie 3.4 - Aanvullingen: - Synthese: niet opnemen - Detail: volledig versie 1.2 - Opties: - Optie groen- en begraafplaatsenbeheer: niet opnemen - Optie water- en rioolbeheer: volledig versie 1.1 5. Kunstwerken Alle kunstwerken, zoals bruggen, watermolens, bodemvallen, stuwen, overwelvingen, e.d, op en langs de waterloop worden opgemeten, met inbegrip van kunstwerken aan het begin- en het eindpunt van de op te meten waterloop en van alle mondingen van zijlopen, riolen en andere lozingsconstructies in de waterloop. Elke peilschaal en limnigraaf moeten eveneens als een kunstwerk beschouwd worden. Voor elke peilschaal wordt een referentiepunt (bv. het 0-punt of het 3m punt) aangegeven. Van elk kunstwerk worden de dimensies (hoogtes, breedtes, lengtes) en de peilen (bodempeilen, sleutelpeilen, kruinpeilen, ..) opgemeten met zulke graad van detail dat de vorm van het kunstwerk en zijn hydraulische karakter (i.e. stromingsgedrag doorheen het kunstwerk) voldoende gekend zijn. Specifiek voor kunstwerken zoals stuwen, overlaten, bodemvallen, e.d. wordt ook de vorm (breedte en lengte zowel in dwars- als langszicht) van de overlaat in detail opgemeten. Voor duikers en andere inlaatstructuren worden ook de vorm en hoek van de front- en vleugelmuren opgemeten. Alle gegevens van de kunstwerken dienen ingevoerd te worden in een centrale kunstwerkendatabank. Dit kan op twee manieren gebeuren. Ofwel via de aanmaak en oplevering van CSV-bestanden per type kunstwerk (bulkimport : zie ook de bijlagen bij dit bestek), ofwel via de webtoepassing (ingave van de gegevens kunstwerk per kunstwerk via invulformulieren en localisering punten). Er wordt tussen opdrachtgever en dienstverlener een apart overleg gehouden om beide werkwijzen toe te lichten en alle in te vullen velden te overlopen. De kostprijs voor dit overleg dient inbegrepen te zijn in de inschrijvingsprijzen. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
22/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
HOOFDSTUK 3 : KEURING EN NAUWKEURIGHEID VAN DE WERKZAAMHEDEN De vereiste nauwkeurigheid van de resultaten van de werkzaamheden wordt gecontroleerd conform de bepalingen opgenomen in de ‘Concepten kwaliteitscontrole skeletgegevens’, de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-kernbepalingen’, de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRB-skeletaanvulling detail’ en de ‘Concepten kwaliteitscontrole GRBskeletoptie water- en rioolbeheer’. De recentste versies van de documenten kunnen geraadpleegd worden op de website van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (www.gisvlaanderen.be) onder de rubriek Know How > GRBskeletbestekken > Documenten GRB-skeletmeting. Voor de opstelpunten is een nauwkeurigheid van 2 cm vereist voor de Z-hoogte.
HOOFDSTUK 4 : DOCUMENTEN EN DIGITALE BESTANDEN 1. Topografische Rekennota Van de GPS-metingen, de TAW-waterpassing en van de polygoonvereffening wordt een rekennota bijgevoegd en dit zowel onder digitale als analoge vorm (tenzij anders vermeld). De rekennota bestaat minimaal uit volgende onderdelen:
Rekennota GPS-metingen: Log-bestanden metingen (alleen digitaal). Lijst gemeten FVP1-punten met hun nummer en X, Y en Z-coördinaten. Fiches op A4-formaat van de FVP1-punten overeenkomstig het FLEPOS FVP1 model. De punten krijgen op de fiche hetzelfde referentienummer als op het plan. Rekennota TAW-waterpassing Fiche(s) van de planimetrische (T.A.W.) punten. Rekenblad. Rekennota polygoonvereffening
2. Plannen van de topografische opmeting Algemene bepalingen De gegevens van de opmetingen worden verwerkt tot Autocad-Release 2010 bestanden (of lager) en ingetekend op plan. Er worden 4 types van plannen opgemaakt volgens de hieronder beschreven voorschriften, nl. dwarsprofielplan, lengteprofielplan, grondplan en kunstwerkplan. Hiernaast wordt er ook een overzichtplan opgemaakt. Al de hulpbestanden (ctb, shx, ttf, fmp, bmp, jpg, tiff, …) nodig om de tekening te gebruiken worden meegeleverd. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de AutoCad functies "Pack'nGo" of "eTransmit". Het overzichtsplan en de tekeningen van de opmeetgegevens worden aangebracht op wit papier van tenminste ± 90 gr/m². Alle plannen worden gevouwen op A4-formaat ingediend. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
23/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Elk plan wordt voorzien van een titelblad met minimaal vermelding van de opdrachtgever, dienstverlener, titel en nummer van het bestek, type plan, naam en provinciale nummer van de waterloop, plannummer en het totaal aantal plannen per type. Tevens worden de nummers van de dwarsprofielen (bv. Dp nrs. 25-35) die voorkomen op het desbetreffende plan vermeld. Een voorbeeld van de vormgeving van het titelblad wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar. Op alle lengteprofiel-, dwarsprofiel-, kunstwerk- en grondplannen wordt een legende aangebracht. Indien de overzichtelijkheid in het gedrang komt bij het grondplan mag de legende toegevoegd worden op een apart document. Alle teksten of andere notaties worden horizontaal geplaatst, eventueel ter bevordering van de leesbaarheid volgens de bepalingen in de ontwerp-aanbeveling van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) voor het plaatsen van tekstuele informatie. Het document kan geraadpleegd worden op de website van het AGIV (www.gisvlaanderen.be) onder de rubriek Know How > GRB-skeletbestekken > Documenten GRB-skeletmeting. Overlappende tekst is niet toegelaten. Bovendien worden op de plannen teksten met straatnamen, plaatsnamen en namen van markante punten, gebouwen en installaties geplaatst. Dwarsprofielplan INHOUD
De resultaten van de opmeting van het dwarsprofiel van de waterloop worden verwerkt tot een dwarsprofielplan. Hiertoe worden de effectief opgemeten punten van een zelfde dwarsprofiel geprojecteerd op een vlak loodrecht op de as van de waterloop en zo in tekening gebracht. Voor ieder dwarsprofiel in de dagvlakken van de kunstwerken wordt samen met het dwarsprofiel ook het bijhorende stroomopwaartse en stroomafwaartse aanzicht van het kunstwerk geprojecteerd en in tekening gebracht. De projectie gebeurt op een vlak doorheen het snijpunt van het aanzicht van het kunstwerk en de as van de waterloop. Ter titel van inlichting worden het nummer, de benaming (bv. voor brug de naam van de straat) en de voornaamste (hydraulische) peilen en maten van het kunstwerk aangebracht. Indien het dwarsprofiel opgenomen wordt ter hoogte van een merkpunt (atlaspunt) van de atlas van de onbevaarbare waterlopen, dan wordt naast het nummer van het dwarsprofiel tevens de aanduiding vermeld waaronder dit punt in de atlas vermeld is. Ingeval de waterloop begrensd is door afsluitingen of gebouwen, worden deze gegevens op het dwarsprofiel nauwkeurig aangeduid, evenals de aanduiding van de begroeiing op de oevers. De dwarsprofielen worden doorlopend genummerd per waterloop, stroomafwaarts beginnend voor alle op te meten waterlopen. De rechter- en de linkeroever (d.w.z. de oevers wanneer gezien met de stroomrichting mee) worden op plan respectievelijk rechts en links getekend. De dwarsprofielen worden getekend in twee tot vier onder elkaar staande rijen met doorlopende nummering per kolom en per plan. In afzonderlijke vakken van 1 cm worden onder de lijn die het Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
24/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
referentievlak weergeeft voor ieder dwarsprofiel het peil van de opgemeten punten opgegeven met: - het peil van de vaste bodem met eveneens de peilen van het begin van de begroeiing en de oeververdediging; - het peil van de slibbodem; - de tussenafstanden ; - de samengestelde afstanden. Het nulpunt van de samengevoegde afstanden ligt op de as van de waterloop. Telkens het voor een goede voorstelling nodig is, kunnen verschillende referentievlakken worden aangenomen. De hoogte van het referentievlak wordt aangeduid. Het peil van de punten en de afstand tussen de punten wordt weergegeven met een nauwkeurigheid van 1 cm. De as van de waterloop is gelegen in het midden tussen de grenslijnen van de hoogst mogelijke waterlijn. De as wordt grafisch bepaald op basis van de opgemeten dwarsprofielen. VORMGEVING
De dwarsprofielen worden getekend op schaal 1/100 op plans waarvan de hoogte beperkt is tot 2 x 297 mm en waarvan de lengte een veelvoud is van 210 mm. De lengte van een dergelijk plan mag niet meer dan 7 x 210 mm bedragen. De profiellijn van het dwarsprofiel met de vaste bodem wordt in cyaan getekend, de twee punten van het begin van de begroeiing in groen met een dikte van 0,5 mm, de verticale aslijn in rood. Alle andere gegevens, m.i.v. de sliblijn, worden in zwart getekend. De teksthoogte voor de maten bedraagt minimum 2 mm. De dikte van de zwarte lijnen bedraagt 0,1 mm, die van de gekleurde lijnen 0,3 mm. De kunstwerken worden in zwart getekend en gearceerd volgens het type materiaal. Lengteprofielplan INHOUD
De resultaten van de opmeting van het lengteprofiel worden verwerkt tot een lengteprofielplan. Het lengteprofiel geeft het verloop weer per dwarsprofiel van: - het laagste punt van de vaste bodemlijn, geprojecteerd op een verticaal vlak door de aslijn van de waterloop; - het laagste punt van de slibbodemlijn, geprojecteerd op een verticaal vlak door de aslijn van de waterloop; - de hoogste punten van de kruinen van de oevers, de dijken of de oeverwallen (aan de linker- en rechteroever), geprojecteerd op een verticaal vlak door de aslijn van de waterloop. De bijkomend opgemeten punten tussen de dwarsprofielen worden eveneens in het profiel opgenomen; Ter hoogte van een kunstwerk wordt telkens een orthogonale dwarsdoorsnede op het lengteprofiel aangebracht met aanduiding van de (inwendige) maten van het kunstwerk evenals de naam van de straat, spoorweg, … die de waterloop kruist. Het lengteprofiel wordt getekend van links (stroomafwaarts) naar rechts (stroomopwaarts) en ten opzichte van een referentievlak dat hetzelfde blijft voor het ganse deelplan en zodanig gekozen is dat het niet meer dan 3 m en niet minder dan 2 m onder het laagst opgenomen bodempeil van de waterloop gelegen is. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
25/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Boven het profiel wordt de naam, provinciaal nummer van de waterloop, de nummers van de dwarsprofielen, de straatnamen, de gemeentenaam en VHAG-code weergegeven. Onder de lijn die het referentievlak weergeeft, wordt een rooster met afzonderlijke vakken opgegeven (kleur zwart, lijndikte 0,1 mm): - de naam, VHAG-code en provinciaal nummer van de waterloop en de gemeentenaam; - de nummers van de dwarsprofielen; - de afstanden tussen de dwarsprofielen en de samengevoegde afstanden, te beginnen vanaf het nulpunt stroomafwaarts; - de opgemeten peilen van de vaste bodem (laagste punt) per dwarsprofiel; - de opgemeten peilen van de slibbodem (laagste punt) per dwarsprofiel; - de opgemeten peilen van de hoogste kruin aan de L.O.; - de opgemeten peilen van de hoogste kruin aan de R.O.. Op het lengteprofiel situeert men eveneens de kunstwerken. De langsdoorsnede van het kunstwerk wordt door een lijn van 0,5 mm dikte aangegeven. Door middel van een hulplijn worden de volgende gegevens (zoals omschreven in de fiches) van het kunstwerk vermeld: - het nummer (Nr); - de lengte (L); - het (vast) bodempeil (BP); - het sleutelpeil (voor bruggen) (SP) of het kruinpeil (voor stuwen) (KP); - de afmetingen van de dwarsdoorsnede (i.e. van de doorstroomopening): diameter (D) of breedte (B) en hoogte (H); - type + benaming kunstwerk; - materiaal kunstwerk. De maten die aangegeven worden zijn de geprojecteerde dimensies van het kunstwerk. Alle uitlaatconstructies van waterlopen, riolen of andere lozingspunten (draineerbuizen uitgezonderd) worden eveneens in het lengteprofiel ingetekend. Met een hulplijn worden volgende gegevens aangeduid: - diameter in mm; - B.O.K. (peil binnen onderkant) in m TAW; - oever waarin constructie zich bevindt (LO of RO); - materiaal waaruit constructie gemaakt is; - de al dan niet aanwezigheid van een terugslagklep. Indien de uitlaatconstructie front en –vleugelmuren omvat wordt tevens een detailtekening van het aanzicht op het plan weergegeven. Voor alle mondingen van geklasseerde waterlopen in de opgemeten waterloop worden bovendien met een hulplijn de naam, de VHAG-code en het provinciaal nummer van de zijloop weergegeven. Voor de overige ingebuisde of overwelfde waterlopen laat men het lengteprofiel doorlopen tussen het beginpunt en het eindpunt van de inbuizing of overwelving. De opmetingen worden aangevuld met alle detailgegevens die uit de beschikbare uitvoeringsplannen van de inbuizing of overwelving blijken. Op basis van de opgemeten Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
26/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
en gedigitaliseerde bodempeilen en daklijnen wordt de langsdoorsnede van de constructie op het lengteprofiel met twee lijnen met een dikte van 0,5 mm ingetekend. De kruinhoogten links en rechts zijn in dit geval identiek en stemmen overeen met het maaiveld opgemeten verticaal boven de inbuizing of overwelving. VORMGEVING
Het plan wordt getekend op schaal van 1/100 voor de hoogten en 1/1000 voor de afstanden en heeft een hoogte van 297 mm en een veelvoud van 210 mm voor de breedte, met een maximum van 7 x 210 mm. Het lengteprofiel wordt getekend t.o.v. een referentievlak dat hetzelfde blijft voor de ganse waterloop en zodanig gekozen is dat het niet meer dan 3 m en niet minder dan 2 m onder het laagst opgenomen bodempeil van de waterloop gelegen is. De volgende lijntypes en kleuren worden gebruikt voor de weergave van het lengteprofiel: - voor de vaste bodemlijn: volle lijn, kleur cyaan; - voor de slibbodemlijn: volle lijn, kleur zwart; - voor de hoogste kruin aan de L.O.: volle lijn, kleur rood; - voor de hoogste kruin aan de R.O.: streeplijn, kleur blauw; - kunstwerken: volle lijn zwart en gearceerd volgens het type materiaal. De dikte van de lijnen bedraagt 0,3 mm, met uitzondering van de vaste bodemlijn waarvoor de dikte 0,5 mm zal bedragen. Grondplan INHOUD
Het grondplan geeft het traject van de opgemeten waterlopen en de topografie van de omgeving ervan tot minstens 10 m aan weerszijden buiten de oevers weer. Volgende objecten worden in detail weergegeven op het grondplan. Bij twijfel over de definitie zal dit op de startvergadering besproken worden: - de begrenzing van de waterloop zijnde de (eventueel theoretische) insteken van de taluds (genoemd afvoerlijnen) en de onderkanten van de taluds; - de aslijn van de waterloop en de opgemeten dwarsprofielen; - de begrenzing van eventuele dijken, langsgrachten, zijgrachten, constructies, hindernissen e.d.; - Voor alle mondingen van geklasseerde waterlopen in de opgemeten waterloop worden bovendien met een hulplijn de naam, de categorie, de provincale nummer en het VHA-nummer weergegeven; - de topografische objecten (o.a. bomen, bouwwerken, afsluitingen), met aanduiding van de dorpelhoogte voor alle bouwwerken. Van een bos worden enkel de randbomen weergegeven; van een rij bomen wordt elke individuele boom weergegeven; van bouwwerken wordt enkel de buitenste contour weergegeven; - de lokalisatie van de polygoonpunten, de verdichtings- en referentiepunten; - de lozingsconstructies of uitmondingen met een (vermoedelijke) aanzet en richting van de leiding die in de oever uitmondt. Met een hulplijn wordt eveneens de B.O.K en het materiaal waaruit de constructie is gemaakt aangeduid evenals de eventuele aanwezigheid van een terugslagklep;
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
27/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
-
de bestaande kunstwerken op en langs de waterloop weergegeven met vermelding van de X en Y Lambert BD72/50-coördinaten ter hoogte van de as van de waterloop; overwelvingen en inbuizingen.
De juiste ligging van het punt van oorsprong van de waterloop dient op het terrein gecontroleerd en geverifieerd met de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde plannen. VORMGEVING
Het grondplan wordt getekend op schaal 1/500 of 1/250 (leesbaarheid !) op één of meerdere plans. In dit laatste geval wordt de schikking van de plans overzichtelijk voorgesteld op het overzichtplan van de waterloop. Bovendien zijn alle plannen zodanig geöriënteerd dat de stroomrichting van eenzelfde waterloop nagenoeg dezelfde is. De afmetingen van deze plans zijn een veelvoud van 297 mm voor de hoogte en een veelvoud van 210 mm voor de breedte, met als maximum afmetingen 891 mm voor de hoogte en 1470 mm voor de breedte. Al deze plans zijn voorzien van een noordpijl en coördinatenkruisjes met een interval van 100 m. De grondplannen worden in twee stellen bestanden opgebouwd waarvan één stel bestaat uit 3D-polylijnen en –punten, te tekenen in een zelfde laag (layer met naam 3D en kleur zwart), en één stel bestaande uit 2D-lijnen, -punten, -tekst, -symbolen, e.a. De 3D-plannen geven voor de Z-dimensie van natuurlijke objecten telkens het laagste punt van het voorwerp weer (voet van de stam, haag, …) en voor kunstmatige objecten het hoogste punt van het voorwerp weer (bovenkant kopmuur, paal, …), indien dit zich binnen handbereik bevindt. De opbouw van de bestanden in 2D gebeurt volgens de symbolen van het GRB met uitzondering van de lijnsymbolen achteraan weergegeven in dit bestek. Elke entiteit dient in de overeenstemmende laag te worden opgenomen en met de juiste kleur weergegeven te worden. Voor wat betreft de weergave in de tabel worden complexe lijnstijlen gebruikt. De gegevens die in dit bestek bijkomend worden gevraagd t.o.v. het GRB worden weergegeven volgens de lijst achteraan in dit bestek. Voor layout e.d., is men vrij eigen lagen aan te maken. Indien de bijgevoegde lijst niet volledig is worden de opmerkingen doorgegeven aan de leidend ambtenaar om een beslissing te nemen omtrent de aanmaak van een nieuwe laag, zodat deze uniform kan gebeuren over de verschillende dienstenopdrachten heen. Het assenstelsel van de grondplannen komt overeen met de coördinaten van het Lambert BD72/50-stelsel. Er mag in het magnetisch medium geen assentransformatie worden doorgevoerd. De plaats waar de dwarsprofielen zijn gemeten wordt aangegeven met een dwarsstreep van 1 cm lengte, verbonden aan een cirkel van 1 cm diameter, waarin het nummer van Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
28/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
het dwarsprofiel vermeld is. Deze cirkel wordt geplaatst buiten de oevers en op een zodanige wijze dat de dwarsstreep loodrecht op de as van de waterloop staat. Het snijpunt van het dwarsprofiel met de as van de waterloop wordt weergegeven met vermelding van de X en Y Lambert BD72/50-coördinaten. Zowel de cirkel met dwarsstreep, het nummer van het dwarsprofiel als de coördinaten worden in het cyaan weergegeven. Voor overwelfde of ingebuisde waterlopen evenals bij bruggen wordt de begrenzing van de waterloop vervangen door de breedste dwarsdoorsnede van de overwelving of inbuizing, in stippellijn op het grondplan aangeduid. De relevante bovengrond wordt eveneens ingetekend (alle constructies, hindernissen e.d. boven en minstens tot 10 m buiten de zijkanten van de overwelving). Kunstwerkplan Alle kunstwerken, inclusief de lozingen en draineerbuizen, worden genummerd van stroomafwaarts naar stroomopwaarts, consistent met de nummering van de dwarsprofielen. Voorafgaand aan het volgnummer wordt telkens de provinciale nummer van de waterloop opgegeven gevolgd door de VHAG-code. De opmetingsgegevens van de kunstwerken worden zowel op de dwarsprofielen, de lengteprofielen als de grondplannen ingetekend. Alle kunstwerken worden overzichtelijk weergegeven, op schaal 1/100, 1/50 of 1/20. Telkens worden een grondplan, een zicht stroomopwaarts, een zicht stroomafwaarts en de langs- en dwarsdoorsneden van het kunstwerk getekend, met voldoende aanduiding van de dimensies van het kunstwerk (breedtes, hoogtes, lengtes) en van de peilen (bodempeilen, sleutelpeilen, kruinpeilen,...), zodat de vorm van het kunstwerk en zijn hydraulisch karakter (stromingsgedrag doorheen het kunstwerk) voldoende gekend zijn en een goede lezing van de tekening mogelijk is. Op het grondplan wordt tevens de locatie van de langs- en dwarsdoorsneden (A-A, B-B) en de straatnamen aangeduid. Eveneens wordt zowel op het grondplan als op de langsdoorsnedes de stroomrichting aangeduid. De afmetingen van dit plan zijn: 297 mm voor de hoogte en een veelvoud van 210 mm voor de breedte, met als maximum 7 x 210 mm voor de breedte. Indien de leesbaarheid van het plan dit eist mag de hoogte van het plan groter zijn dan 297 mm. Overzichtplan Er wordt per perceel een overzichtplan op schaal 1/10000 gemaakt met als achtergrond de topografische NGI-kaart. De volgende gegevens worden op het overzichtplan aangeduid: - ligging (aslijn) van de opgemeten waterlopen met hun stroomrichting en nummers; - FVP1- en polygoonpunten weergegeven in aparte symbolen en met hun referentienummer; - de coördinaten van al de FVP1- en polygoonpunten; - de ligging van de opgemeten dwarsprofielen; - de coördinaten van het snijpunt van het dwarsprofiel met de as van de waterloop; Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
29/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
de ligging van de opgemeten kunstwerken met aanduiding van hun nummer en het type kunstwerk; een noordpijl en coördinatenkruisjes met een interval van 2000m.
3. Databank kunstwerken Alle kunstwerken (ook lozingen en draineerbuizen) worden geïnventariseerd en ingevoerd in een centrale kunstwerkendatabank. De op te nemen gegevens verschillen per type kunstwerk. Een overzicht van de velden per type kunstwerk is terug te vinden in het excelldocument met de databankstructuur van de kunstwerken (één van de bijlagen bij dit bestek). De invoer in de centrale databank kan op twee manieren gebeuren. Ofwel via de aanmaak en oplevering van CSV-bestanden per type kunstwerk (bulkimport : zie ook de bijlagen bij dit bestek : databankstructuur kunstwerken, codetabellen kunstwerken, handleiding aanmaak CSV-bestanden en lege CSV-bestanden), ofwel via de webtoepassing (ingave van de gegevens kunstwerk per kunstwerk via invulformulieren en localisering punten). Tijdens de inventarisatie worden van elk kunstwerk twee foto's gemaakt: één met zicht vanuit stroomopwaartse richting en één met zicht vanuit stroomafwaartse richting. De opname-afstand moet zodanig zijn dat het kunstwerk en de aansluiting ervan op de waterloop de foto bijna vullen. De kwaliteit van de foto moet zodanig zijn dat alle details van het kunstwerk duidelijk zichtbaar zijn. De opdrachtgever heeft het recht foto’s te weigeren indien zij van oordeel is dat dit niet het geval is. Een fotobestand heeft volgende kenmerken: - formaat: JPEG-bestand; - type: 24-bits RGB-kleuren; - resolutie = 130dpi; - de naam van het bestand bevat het kunstwerknummer, aanzichtzijde, datum en aanduiding stroomop- of stroomafwaarts. Bij de voorlopige oplevering wordt van elke foto een kleurenprint op papier geleverd van hoge kwaliteit,van het JPEG-bestand. De foto’s worden per waterloop en in volgorde samengebonden in een map. 4. Overige bestanden tabel van het lengteprofiel linker- en rechteroever Per waterloop wordt van het lengteprofiel van zowel linker- als rechteroever een aparte tabel in MS-Excell gemaakt met aanduiding van de opeenvolging van het type oeververdediging. Deze tabel heeft volgende velden: - From: beginpunt van type verdediging uitgedrukt als de samengestelde (cumulatieve) afstand in m vanaf het meest stroomafwaartse punt van het betreffende lengteprofiel, - To: het eindpunt van type verdediging uitgedrukt als de samengestelde (cumulatieve) afstand in m vanaf het meest stroomafwaartse punt van het betreffende lengteprofiel, - Type: type oeververdediging, Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
30/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
Lengte: lengte van het segment van de oever waarvoor betreffende type telt, VHAG-code: de VHAG-code van de betreffende waterloop, Prov-code: Provinciale nummer van de betreffende waterloop.
Opgesplitst AutoCad 3d-bestand. Ingevolge het feit dat InfoWorks-RS toelaat om netwerken rechtstreeks op te bouwen op basis van AutoCad-3D bestanden, dient elke nieuwe topografische opmeting te resulteren in één uniform AutoCad 3d-bestand waarbij de 3D opmeetgegevens worden opgesplitst in onderstaande gestandaardiseerde laagindeling. Het aan te leveren AutoCad-3D bestand bevat volgende lagen : Tekenlaag/ACAD layerlaag Linkeroever Rechteroever Slibdalweg Vaste bodem dalweg Slibdwp-ln Vastedwp-ln Slibdwp-ptn Vastedwp-ptn Totaal-3D-ln Totaal-3D-pntn
Basislijntype
Kleur
Bevat 3 D opmeting
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Punten Punten Continuous Punten
1 6 4 3 2 7 7 7 7 7
Linkeroevers Rechteroevers Slibdalwegen Vaste bodem dalwegen Slibdwarsprofielen –polylines Vaste bodem dwarsprofielen-polylines Slib opmeetpunten Vaste bodem opmeetpunten Alle 3D polylines en lijnen Alle 3D opmetingspunten
De tekenlagen worden als volgt gedefinieerd: Vaste bodem dwarsprofiel : naadloze 3D-polyline die de opmetingspunten van de dwarsprofielen van de vaste oever over de bodem naar de andere vaste oever verbindt (dus inclusief de 10 meter oeverzone) – (één polyline per ingemeten dwarsprofiel), waarbij de opmeetpunten volgens de kortste onderlinge afstand worden verbonden. Slibdwarsprofiel : naadloze 3D polyline die de opmetingspunten van het slibbodemdwarsprofiel verbindt (één polylijn per ingemeten dwarsprofiel), waarbij de opmeetpunten volgens de kortste onderlinge afstand worden verbonden. Slibdalweg : 3D-polyline die de laagste opgemeten punten van de slibdwarsprofielen naadloos verbindt, ingetekend tussen de linker- en rechteroever polyline. Vaste bodem dalweg : 3D polyline die de laagste opgemeten punten van de vaste bodemdwarsprofielen verbindt, ingetekend tussen de linker- en rechteroever polyline. Linkeroever : 3D-polyline die het verloop van de kruinhoogte op de linkeroever van de betreffende waterloop weergeeft. Rechteroever : 3D-polyline die het verloop van de kruinhoogte op de rechteroever van de betreffende waterloop weergeeft. Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
31/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De 3D polylijnen van de linker- en rechteroever en van de dalwegen zijn naadloos en worden opgesplitst telkens er op de betreffende as van de waterloop een andere waterloop toekomt of vertrekt. Wanneer twee punten in het dwarsprofiel even diep liggen, dan wordt de dalweg op het diepste punt dat het dichtst bij de linkeroever ligt getekend. Overlappende lijnstukken zijn niet toegelaten. Er moet een bijkomende laag aangemaakt worden met daarin het slibdwarsprofiel verbonden met de oevers (dus inclusief de 10 meter oeverzone), daar dit het werk in IWRS verminderd. Bovenvernoemde tekenlagen worden aangeduid op de onderstaande figuur.
Beddingwaterloop Maaiveld Rechteroever = Kruinrechts
Linkeroever= Kruinlinks
Maaiveld
dalweg
10 m
10 m
HOOFDSTUK 5 : DIGITALE LEVERING VAN DE BESTANDEN Alle onder hoofdstuk 4 beschreven plannen evenals de topografische rekennota’s, de kunstwerkendatabank, de kunstwerkfoto’s en de 3D-bestanden worden digitaal geleverd op CD\DVD-ROM of externe harde schijf volgens onderstaande directorystructuur. Bovendien worden digitaal geleverd: -
Een tekstbestand (leesmij.txt) dat een nadere omschrijving geeft van alle bestanden voorkomend op CD\DVD-ROM of externe harde schijf, periode van de opmetingen en eventuele opmerkingen van de dienstverlener;
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
32/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-
-
-
-
tot één plan naadloos samengevoegde 2D-grondplannen, zonder kader of titelblad in DWG-formaat release 2010 of lager. De opbouw van de bestanden in 2D gebeurt volgens de symbolen van het GRB met uitzondering van de lijnsymbolen opgenomen in de lijst achteraan dit bestek. Al de hulpbestanden (ctb, shx, ttf, fmp, bmp, jpg, tiff, …) nodig om de tekening te gebruiken worden meegeleverd; een 2D-bestand in DWG-formaat van de as van de waterloop over de volledige lengte van de opmeting als 2D polyline. De polyline wordt opgesplitst telkens er op de betreffende as een andere waterloop toekomt of vertrekt. De polylines van de verschillende secties dienen aan mekaar aan te sluiten. Deze as wordt getekend in layer 'WGR'; één naadloos digitaal 3D-bestand, opgedeeld in onder hoofdstuk 4 punt 4 vermelde lagen, zonder kader of titel en conform de hierboven vermelde definities; het grondplan, metadata grondplan en de FVP1-punten ten behoeve van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen). Dit wordt geleverd conform de specificaties van de GRB-skeletbestekken (DXF r12) en bestaat uit: 1. een zip-bestand met de naam: [leveringscode].zip Leveringscode =
<jaartal>. Dit zip-bestand moet volgende bestanden bevatten: a. grondplan: [leveringscode](-y)(v).dxf y = nummer deellevering bij meerdere deelleveringen (1,2,3,…) v = nummer herlevering bij afkeuring (a,b,c,…) b. skeletzone: extra en apart: [leveringscode]zv.dxf met z= skeletzone c. op vraag van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) wordt ook een 3D-bestand aangeleverd: [leveringscode](-y)(v)3D.dxf 2. een zip-bestand met als naam [leveringscode]F.zip. Elk gematerialiseerd GPS-punt, zijnde een exemplaar van de entiteit meetkundig verdichtingspunt (mkv) en opgemeten met behulp van FLEPOS (Flemish Positioning Service), wordt uitgebreid gedocumenteerd aan de hand van de ‘FVP-1 inputmodule’. Deze toepassing is beschikbaar op de website van het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (www.gisvlaanderen.be) onder de rubriek Know How > GRB-skeletbestekken > Templates en programma's. Elk GPS-punt dat in aanmerking komt voor registratie krijgt een puntnummer met de naam [leveringscode]_[een uniek volgnummer binnen deze levering te beginnen bij 001]. Elke registratie resulteert in een xml-file. Alle registraties worden samengevoegd in een zip-bestand met als naam [leveringscode]F. Het ‘zippen’ verloopt uitsluitend via de ‘FVP1-inputmodule’.
Directorystructuur van de CD\DVD-rom of externe harde schijf
E:\ (drive van cd\dvd-rom lezer) -leesmij.txt (bestand) -naam waterloop_Prov-code (map) -data (map) -topografische achtergrondkaarten (bestanden) -hulpbestanden autocad zoals .shx-bestanden (bestanden) Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
33/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
-2d- bestand met as van de waterloop -MS-excelbestand van oeververdediging -dwarsprofiel (map) -dwg-bestanden -grondplan (map) -dwg-bestanden (gp, gp3d, overzicht, gp_2d_ met behoud van complexe lijntypes) -dxf r12-bestanden ten behoeve van het AGIV -kunstwerk (map) -dwg-bestanden -csv-bestanden per type kunstwerk -foto’s kunstwerken (bestanden) -lengteprofiel (map) -dwg-bestanden -rekennota (map) -gps (map) -FVP1 (map) -polygoon (map) -waterpassing (map) Elk bestand dient vrij te zijn van binding met andere DWG-bestanden (o.a. via XREF) of andere bestanden (fotobestanden, rasterbestanden, …) zodat de opdrachtgever in staat is om de bestanden vanaf de E:\-drive te lezen zonder enige vorm van aanpassingen te moeten uitvoeren. De naam van de waterloop is zoals vermeld in de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), bij dubbele benaming deze nemen die de waterloop heeft bij uitmonding in een waterloop van hogere categorie. De namen van de bestanden verwijzen naar de Provinciale code, naar het type bestand en de betrokken range van dwarsprofielnummers, zoals hieronder aangegeven. ¨ INDIVIDUEEL GRONDPLAN 08201_GP_250_260 ¨ SAMENGEVOEGD GRONDPLAN 2D EN 3D 08201_GP_2d 08201_GP_3d ¨ OVERZICHT GRONDPLANNEN 08201_GP_OV_x (volgnummer indien meerdere bestanden) ¨ DWARSPROFIEL 08201_DP_250_260 ¨
LENGTEPROFIEL
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
34/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
08201_LP_250_260 ¨ KUNSTWERK 08201_120
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
35/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Lijnsymbolen afwijkend van het GRB (worden weergegeven d.m.v. complexe lijnstijlen) Lijnsymbool
Verklaring
Kleur
Lijndikte
3
0.2
3
0.2
Continuous
3
0.2
Continuous
WRW4
As van de waterloop of gracht Verharde rand van de watergang Onverharde rand van de watergang Waterlijn
Basis lijntype Hidden
3
0.2
Continuous
WTO1
Teen verharde talud
3
0.2
Continuous
WTO2
Kruin verharde talud
3
0.2
Continuous
WTO3
Teen onverharde talud
3
0.2
Continuous
WTO4
Kruin onverharde talud
3
0.2
Continuous
AHG
Haag
3
0.2
Centre
WGI3
Bomenrij
3
0.2
Hidden
AFS
Afsluiting *
12
0.2
Continuous
AWD
Weideafsluiting
12
0.2
Continuous
GVLx
Gevel (gebouw)
6
0.4
Continuous
GBS
Bouwsel
9
0.2
Continuous
AMR
Muren
9
0.2
Continuous
Code nieuw WGR WGL1 WGL3
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
36/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
VGG
Gemeentegrens
6
0.2
Continuous
* Voor afsluitingen (AFS) worden de verschillende types telkens verschillend weergegeven zodat het onderscheid tussen beton, draad, hout of metaal duidelijk is. De symbolen worden weergegeven in de legende.
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
37/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Naamgeving lagen die niet in het GRB voorkomen: naam laag Omschrijving 000_tekst_algemeen Tekst algemeen 001_tekst_kunstwerkgegevens Tekst kunstwerkgegevens 002_arcering/opvulling arcering/opvulling 016T_beschrijving spoorweg Beschrijving spoorweg 036_overwelving overwelving, zowel koker als buis 036_sifon sifon alias duiker 037_BV_stortsteen Bodemversterking in stortsteen 037_BV_schanskorven Bodemversterking in schanskorven 037_BV_beton Bodemversterking in beton 037_BVOV_beton_grachtelement Oever- en bodemversterking in betonnen grachtelementen Oeverversterking in stortsteen 037_OV_stortsteen 037_OV_breuksteen Oeverversterking in breuksteen 037_OV_keien Oeverversterking in keien 037_OV_gebit_steenslag Oeverversterking in gebitumeerde steenslag 037_OV_schanskorven Oeverversterking in schanskorven 037_OV_stapelkorven Oeverversterking in stapelkorven 037_OV_erosiewerend_weefsel Oeverversterking in erosiewerend weefsel 037_OV_doorgroeitegels Oeverversterking in betonnen doorgroeitegels 037_OV_betonelementen Oeverversterking in betonelementen 037_OV_wilgentenen Oeverversterking met wilgentenen 037_OV_natuurlijk_materiaal Oeverversterking in natuurlijk materiaal 037_OV_betuining Oeverversterking in betuining 037_OV_muur_beton Muur beton 037_OV_metselwerk Muur metselwerk 037_OV_damwand_metaal Metalen damwand 037_OV_damwand_hout Houten damwand 039_lozingspunt alle lozingspunten 076_Gemeentegrens Gemeentegrens 076T_Gemeentenaam Gemeentenaam 095_speeltuig Speeltuig Linkeroever Linkeroevers Rechteroever Rechteroevers Slibdalweg Slibdalwegen Vaste bodem dalweg Vaste bodem dalwegen Slibdwp-ln Slibdwarsprofielen –polylines Vastedwp-ln Vaste bodem dwarsprofielen-polylines Slibdwp-ptn Slib opmeetpunten Vastedwp-ptn Vaste bodem opmeetpunten Totaal-3D-ln Alle 3D polylines en lijnen Totaal-3D-pntn Alle 3D opmetingspunten
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
38/39
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Antwerpen, 27 april 2010, Opgesteld en voorgedragen,
Nagelezen en goedgekeurd,
De industrieel ingenieur,
De directeur
Wendi Sturm
Didier Soens
Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie (versie 1/07/2010) PWDI/10-21
39/39