4 1 20
l k a a i i l Bp het proevlienicd o zijnsb wel
de van g a d l vers dhei n n e o t i z ite Ge n activ ijn & z erpe l e w t W n t s ie A dien vinc o r p de van
4 1 0 2
l k a a i i l Bp het proevlienicd o zijnsb wel
de van g a d l vers dhei n n e o t i z ite Ge n activ ijn & z erpe l e w t W n t s ie A dien vinc o r p de van
COLOFON Hoofdredactie: Adelina Baleci Vormgeving: www.tulipa.be Met dank aan: alle medewerkers van de dienst Welzijn en Gezondheid V.U.: Leen Dries, directeur dienst Welzijn & Gezondheid Boomgaardstraat 22 – 2600 Berchem De foto’s van de graffiti zijn gemaakt in de provincie Antwerpen.
Inhouds opgave 7 8
Beste le zer 2014, ee n te
rugblik o
p een b e wogen ja ar 10 Provincie steunt re 12 cht op w Wonen o onen p wielen 13 Iedereen fi etst: vier 14 toegank Tolk- en elijke fie Vertaald 15 tslussen ienst pro Provincie v in cie Antw w il 16 m e e erpen w r a Provincia rbeidszo ordt Vla rg al beleid 1 8 amse b e tegen arm plaatsen creëre A an ge pa voegdhe n o e de st vervo id er voor p Zorg, hu e rs o nen met lp & pre een b ep ventie 20 erking Huiselijk geweld, 21 dat slaat De juiste nergens hulp voo 22 op r jongere Positief n o p voeden 23 werkt! Met gew eldloze c 24 o m m un Te jong icatie na om te ve 25 ar e e n g rgeten? Een dag eweldige v e rz organisa o 26 rg in g s centrum Zorg voo tie in je buu r person 27 en met e rt Toegank e n elijke ge beperkin 28 zondheid g PREVIA , szorg preventi e in Antw Meten is erpen, o weten mdat sa menwerk 2 8 Provincie en werk biedt on t! 29 dersteun Sociaal k in o g mpas: e 30 en datab Themati ank b o o sche stu 3 0 rdevol g dies: wa Provincie egevens t gaat er begeleid s c huil ach t lokale b te r de cijfe esturen rs? bij de op m aak va n een zo rgstrateg isch plan
Samenle ven
6
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Beste lezer,
V
orig jaar kon ik in dit voorwoord aankondigen dat het tijdperk van het impulsbeleid aangebroken was. Na bijna drie jaar onderhandelen met de vorige Vlaamse Regering kwamen we tot bestuursakkoorden. Daarin werden de bevoegdheden van de provincies duidelijk benoemd en afgebakend. Voor welzijn gaat het om vijf kerntaken: sociale planning, sociale kaart, netwerkvorming, impulsbeleid en een intern gelijke kansenbeleid. Inhoudelijk is deze taakstelling geen radicale koerswijziging. Zo hebben de provincies bijvoorbeeld al een jarenlange traditie op vlak van netwerkvorming en impulsbeleid. Naar aanleiding van die interne staatshervorming zagen we bevoegdheden en middelen vertrekken richting Vlaanderen. Toch zorgde dit bestuursakkoord ook voor een gezonde en nodige focus. De taken in het bestuursakkoord staan immers veel scherper omschreven én kunnen in de tijd afgebakend worden. We kunnen ons als provincie veel duidelijker positioneren en diepgang creëren.
We blijven een betrouwbare (en onmisbare) partner voor innovatieve welzijnsprojecten. Elke gelegenheid die ik krijg om duidelijk te maken hoe belangrijk ons provinciaal welzijnswerk is en wat onze concrete realisaties voor onze sectoren, onze lokale besturen en onze burgers zijn, zal ik niet uit de weg gaan. Het is mogelijk dat ik kan ‘verliezen’ door op te komen voor ons provinciaal welzijnslandschap, maar ik kan ook onmogelijk ‘winnen’ door het debat uit te weg te gaan en mijn visie niet te delen met u. Ik zal dit niet doen door harder te praten omdat dit slechts zelden een goede oplossing biedt. Het is mijn betrachting om in een goede verstandhouding met de Vlaamse Overheid een dialoog te voeren. Onze provinciale dienstverlening mag er niet onder lijden en verdient de belangrijkste focus. We blijven ons daarom onverminderd inzetten op de taken die ons decretaal zijn opgedragen. We bouwen verder de sociale kaart uit en ondersteunen de lokale besturen in hun sociale planning. We investeren over de sectoren en disciplines heen in onze netwerken. En vooral: we blijven een betrouwbare (en onmisbare) partner voor innovatieve welzijnsprojecten.
De dienst Welzijn & Gezondheid van de Provincie Antwerpen was (en is nog steeds) klaar om met dat nieuwe takenpakket aan de slag te gaan en haar meerwaarde op het veld te bewijzen.
De eerste resultaten van het impulsbeleid werden ondertussen positief geëvalueerd. Niet enkel door onze eigen dienst, maar ook door jullie, de sectoren zelf. Al onze adviesorganen zijn er unaniem van overtuigd dat de provincie met het impulsbeleid een nieuwe weg is ingeslagen en meer dan ooit haar meerwaarde bewijst.
Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord gooit echter roet in het eten. Het pas gelanceerde bestuursakkoord in verband met Welzijn- in werking vanaf 1 januari 2014- wordt opzij geschoven door de Vlaamse Regering. Zij neemt een andere bocht en wil de provincies afslanken; vanaf 2017 mogen provincies geen persoonsgebonden bevoegdheden meer uitoefenen. Met andere woorden: geen cultuur, geen jeugd, geen sport en geen welzijn meer.
Omwille van al deze signalen blijf ik pleiten voor een sterk en modern provinciaal bestuur dat hiaten opvult en bruggen bouwt. Niet voor onszelf, maar voor u: de vele organisaties, diensten, vrijwilligers en professionelen die dagelijks het beste van zichzelf geven om in onze provincie een warme en solidaire samenleving te bouwen. Peter Bellens Gedeputeerde voor Welzijn & Gezondheid
7
n e e … 2014
O
p 1 januari 2014 trad het hervormde decreet houdende toekenning van bepaalde bevoegdheden aan de provincies in de aangelegenheden, vermeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in werking. Dit decreet omschrijft duidelijk de kerntaken die de provincies op vlak van welzijn moeten uitvoeren: sociale planning & sociale kaart, netwerkvorming en impulsbeleid. De dienst Welzijn en Gezondheid evalueerde eind 2013 en begin 2014 het gevoerde beleid aan de hand van deze nieuwe taakstelling en maakte op basis hiervan een planning voor de lopende legislatuur op. We hakten een aantal lastige knopen door: waar zetten we vanaf nu (nog) sterker op in en welke taken bouwen we beter af omdat onze toegevoegde waarde te klein is? Een boeiende oefening die uitmondde in een ambitieus beleidsplan. Op 23 juli 2014 stelde de Vlaamse regering haar regeerakkoord voor dat onder andere inhoudt dat de provincies vanaf 1 januari 2017 geen persoonsgebonden bevoegdheden (sport, cultuur, welzijn…) meer mogen uitvoeren. Vandaag zijn de
8
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
ik l b g teru
r a a j en g o ew b n e op e
gesprekken met de Vlaamse overheid opgestart om in kaart te brengen welke provinciale taken persoonsgebonden zijn en naar welk overheidsniveau deze vervolgens overgedragen zullen worden. In de provincie Antwerpen kozen we er voor om deze beweging de huidige werking niet te laten belemmeren. Dit blijkt ook uit dit activiteitenverslag dat geen volledige opsomming is van alle verwezenlijkingen in 2014, maar toch duidelijk illustreert dat het provinciale welzijnsbeleid allesbehalve stilgevallen is het voorbije jaar. Een greep uit de belangrijkste verwezenlijkingen: • We lanceerden binnen het hervormde subsidiereglement voor innovatieve projecten in de welzijns- en gezondheidssector voor het eerst thematische projectoproepen rond actuele thema’s zoals: - de Huizen van het Kind; - de geografische spreiding van dagverzorging voor zorgvragende ouderen; - innovatieve projecten die bruggen bouwen tussen jeugdwerk en welzijnswerk; - de creatie van bijkomende wijkgezondheidscentra;
•
•
•
•
•
- innovatieve projecten rond bewonersparticipatie en woonbegeleiding op de sociale huurmarkt. We werkten een provinciaal beleid uit rond arbeidszorg met als belangrijkste doelstelling het aantal arbeidszorgplaatsen in onze provincie uit te breiden en zo onze achterstand op dit vlak weg te werken. We werkten een provinciale visie uit voor een gebiedsgerichte werking rond aangepast vervoer, zowel wat de ondersteuning van de diensten aangepast vervoer (DAV) als wat de uitrol van een provinciale mobiliteitscentrale (MAV) betreft. We ontwikkelden een provinciaal actieplan rond de ondersteuning van personen met jongdementie en hun mantelzorgers, wat in 2014 al resulteerde in de ondersteuning van innovatieve projecten op vlak van dagopvang en geïntegreerde zorgcircuits voor deze doelgroep. We namen op vraag van de Vlaamse overheid een aantal taken op binnen Integrale Jeugdhulp, zowel wat de organisatie van het nodige overleg tussen alle partners en sectoren betreft als de coördinatie van alle cliëntoverleg en –bemiddeling. In 2014 hebben we stappen gezet om het bestaande CO3-project te
Een boeiende oefening die uitmondde in een ambitieus beleidsplan.
laten evolueren naar een Family Justice Center (FJC). Dit is een één adres-principe: alle instellingen die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld zitten in één gebouw en werken samen een aanpak uit om geweld binnen gezinnen te stoppen.
Samenleven
Zorg, hulp & preventie
• verbeteren van de kwaliteit van het samenleven • maatschappelijke participatie (van kwetsbare doelgroepen) • gelijke kansen
• uitbouw van zorg- en hulpverleningsaanbod (kinderen, ouderen, gezinnen, personen met een beperking, fysieke & geestelijke gezondheid) • oog voor preventie • oog voor vermaatschappelijking van de zorg
Thema’s: • arbeidszorg • (kinder)armoede • noodhulp • dak- en thuisloosheid • ouderenparticipatie • aangepast vervoer • wonen • sociaal tolken en vertalen • advisering toegankelijkheid • intern gelijke kansenbeleid (toegankelijkheid, gender, leeftijd, etnisch-culturele minderheden, armoede…) • …
Thema’s: • ouderenzorg • palliatieve zorg • integrale jeugdhulp, bijzonder jeugdbijstand • gehandicaptenzorg • intrafamiliaal geweld • preventieve gezinsondersteuning • preventie (zelfdoding, drug, gezondheid) • kinderopvang • promotie zorgberoepen • welzijn op school • toegankelijke gezondheidszorg • …
Hiernaast vind je een schematische voorstelling van acties die onze dienst onderneemt en thema’s waarrond we bezig zijn.
9
SAMENLEVEN
Provincie steunt recht op wonen
D
e provincie wil het recht op wonen voor kwetsbare doelgroepen versterken. Daarom konden sociale woonorganisaties, welzijnsorganisaties en lokale besturen die vernieuwende initiatieven wilden starten rond bewonersparticipatie en woonbegeleiding een aanvraag indienen voor financiële steun.
Provincie steunt recht op wonen Gedwongen uithuiszettingen en de begeleiding van maatschappelijk kwetsbare bewoners met meervoudige problemen en onaangepast woongedrag blijven nog steeds een grote zorg van sociale woonorganisaties. Een woonbegeleiding op maat van maatschappelijk kwetsbare huurders, kan gedwongen uithuiszettingen vermijden. Hierdoor behoeden we deze huurders voor nog grotere armoederisico’s. Ook op vlak van bewonersparticipatie is er op de sociale huurmarkt nog ruimte voor verbetering. Hoe meer bewoners samenkomen en nadenken over hun buurt, hoe groter de betrokkenheid en leefbaarheid in de wijken. De provincie kreeg 17 aanvragen binnen. Twaalf aanvragen voldeden aan de voorwaarden en kregen financiële steun. In de loop van 2015 komen de verschillende projectpromotoren een paar keer samen om informatie uit te wisselen en de samenwerking te bevorderen. We zullen ook bekijken hoe we de goede praktijken verder kunnen uitdragen in de provincie.
10
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Hoe meer bewoners samenkomen en nadenken over hun buurt, hoe groter de betrokkenheid en leefbaarheid in de wijken.
IN DE KIJKER:
ENKELE GOEDE VOORBEELDEN Woonbegeleiding voor personen met een psychiatrische zorgnood of psychosociale kwetsbaarheid Het OCMW van Zoersel gaat met een aantal welzijns- en woonactoren samenwerken om een woonbegeleiding op te zetten voor (kandidaat)-huurders met een psychiatrische zorgnood of psychosociale kwetsbaarheid. Door een vroegtijdige en volgehouden woonbegeleiding willen zij de woonattitude van de kandidaat-huurders verbeteren, hun doorstroming naar woningen van de sociale huisvestingsmaatschappij en het sociaal verhuurkantoor versnellen en uithuiszettingen voorkomen.
Bewonersparticipatie in Nieuw Hemiksem De sociale woonwijk ‘Nieuw Hemiksem’ werd in de jaren ‘30 ontworpen en gefaseerd gebouwd, wat geleid heeft tot een onsamenhangende woonwijk. Een radicale transformatie van de wijk is de enige oplossing. De Sociale Huisvestingmaatschappij ‘De Ideale Woning’ wil samen met Samenlevingsopbouw en de gemeente Hemiksem op 3 manieren inzetten op bewonersbetrokkenheid: - Via individuele contacten. De opbouwwerker zal alle huurders en eigenaars individueel contacteren en in de mate van het mogelijke bijstaan. - Via bewonersbijeenkomsten om gerichte thema’s te bespreken (inrichting openbaar domein, kenmerken van de nieuwe woningen, verhuismodaliteiten…). - Via de oprichting van een buurthuis om de permanente nabijheid op te bouwen. Bewoners kunnen hier terecht met vragen en opmerkingen. Vrijwilligers kunnen hier ook samenkomen om nieuwe initiatieven op te richten voor de buurt.
11
SAMENLEVEN
co
py
rig
ht
Ro
b
St
ev
en
s
en n o W
I
n onze provincie zijn er 12 residentiële woonwagenterreinen, verdeeld over 9 gemeenten* en 10 beheerders. Bewoners verblijven op het terrein in woonwagens en/of verplaatsbare constructies. Met uitzondering van Mechelen (Bond zonder Naam), neemt het gemeentebestuur het beheer op zich. De beheerders dragen de kosten voor het woonwagenterrein. Deze kunnen hoog oplopen. De provincie wil hierin helpen.
Subsidie voor beheerders van woonwagenterreinen In 2014 stelden we een nieuw subsidiereglement op met striktere voorwaarden. Beheerders die inzetten op een gestructureerd beheer en toezicht op het terrein kunnen financiële steun krijgen.
n e l e i op w
We toetsten het beheer en het toezicht op het terrein af aan 5 criteria: • duidelijke regelgeving; • goede interne rolverdeling en taakafspraken; • goede communicatiekanalen tussen beheerder en bewoners; • gedragenheid door het bestuur van de beherende organisatie; • ‘breed’ woonwagenwerk: betrokkenheid van externe deskundigen. Van zodra het beheer en toezicht goed zit, kunnen de beheerders werken aan de leefbaarheid op en rond het terrein. De aanvragers van de subsidies moesten ook aantonen dat ze werken aan een sociaal beleid met en voor woonwagenbewoners. De beheerders moeten de bewoners helpen om zich beter te integreren in de samenleving, bijvoorbeeld op het vlak van arbeid, onderwijs, welzijn, gezondheid, vrije tijd, burgerschap, sociale cohesie, beeld-
vorming. Het projectvoorstel moest een duurzaam effect beogen en een meetbaar resultaat bevatten.
Betrokkenheid beheerders zorgt voor blijvende steun 7 van de 10 beheerders dienden een aanvraag in en kregen een subsidie van maximaal 10.000 euro. In juli en augustus bezocht de gedeputeerde voor welzijn en gezondheid de verschillende terreinen. Samen met de provinciale medewerkers en de beheerders van de terreinen ging hij in gesprek over kansen en uitdagingen, successen en werkpunten. Uit deze gesprekken bleek de betrokkenheid van de beheerders. De provincie wil hen daarom in de toekomst blijven ondersteunen om wonen op wielen mogelijk te maken. Ook in 2015 kunnen de beheerders een subsidieaanvraag indienen.
Uit deze gesprekken bleek de betrokkenheid van de beheerders.
12
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Met de handige kaartjes en fietsfiches vertrek je zorgeloos op vakantie.
Iedereen fietst: vier toegankelijke fietslussen
O
ok fietsers met een beperking kunnen sinds 2014 genieten van het fietsknooppuntennetwerk van de provincie. Onder de slogan ‘Iedereen Fietst’ maakten we samen met Toerisme Provincie Antwerpen vier toegankelijke fietslussen vanuit een toegankelijk logies in de Antwerpse Kempen en Scheldeland.
Wij deden hetzelfde voor de bezienswaardigheden, cafés en restaurants langs het netwerk.
Vrijwilligers op pad om fietspaden te screenen
Kant-en-klaar totaalpakket
Op basis van onze bevindingen én de checklist en foto’s van de vrijwilligers stelden we samen met Toerisme Provincie Antwerpen vier volledig toegankelijke fietsroutes samen, waarvan drie in de Antwerpse Kempen en één in Scheldeland.
Nieuw is dat ‘Iedereen Fietst’ je een kanten-klaar totaalpakket aanbiedt voor een weekendje weg. Voor elke route vind je gedetailleerde informatie over de fietsroute, het logies, de bezienswaardigheden en de horeca op de route zelf, maar je krijgt ook tips voor ‘wat verder weg’. Met de handige kaartjes en fietsfiches vertrek je zorgeloos op vakantie.
Praktische informatie
In 2014 gaven we vrijwilligers algemene informatie over het project en legden we in een vorming uit wat toegankelijkheid is en hoe ze de fietspaden moesten screenen. De vrijwilligers gingen op pad en brachten verschillende knelpunten in kaart: te smalle paden, kasseistroken, zandige ondergrond, steile hellingen…
‘Iedereen Fietst’ maakt het fietsknooppuntennetwerk nog laagdrempeliger. De vier toegankelijke routes zijn haalbaar voor een heel breed publiek. Ze richten zich zowel tot mensen met een beperkte mobiliteit - onder wie fietsers met een tandem, driewieler, duofiets of handbike - als fietsers die snel vermoeid geraken of ouders met fietskarren.
Je vindt de toegankelijke fietslussen in de Antwerpse Kempen (Mol/Retie, Brasschaat/Kalmthout en Rijkevorsel/Turnhout) en Scheldeland (Bornem/Puurs). We maakten ook gedetailleerde fiches met kaartjes, toeristische tips en informatie over de toegankelijkheid van attracties en horeca. Deze vind je op www.antwerpsekempen.be en www.scheldeland.be.
13
SAMENLEVEN
Tolk- en Vertaaldienst provincie Antwerpen wordt Vlaamse bevoegdheid
S
inds 1 januari 2015 is de Tolk- en Vertaaldienst van de provincie Antwerpen een Vlaamse bevoegdheid. De dienst is nu ondergebracht bij het Agentschap Integratie en Inburgering. Het Agentschap ondersteunt het Vlaams integratiebeleid en bestaat uit alle diensten voor integratie, inburgering, sociaal tolken en vertalen. Enkel de diensten van de steden Gent en Antwerpen blijven een bevoegdheid van deze steden zelf.
2014: een overgangsjaar In 2014 bereidde TOPA de overgang naar het Agentschap voor. Dit bracht heel wat werk met zich mee, omdat de meeste tolk- en vertaaldiensten op een verschillende manier werkten. Ondanks deze verschillen konden we samen een sectordossier ‘sociaal tolken’ en een sectordossier ‘sociaal vertalen’ voorbereiden. De KwaliteitsKring (het
overkoepelende overlegorgaan) werkte een visie uit en een voorstel om de verschillende deelwerkingen samen te brengen. Er werd ook hard gewerkt aan de praktische voorbereiding van het Agentschap. In het najaar waren er werkgroepen over verschillende thema’s: informatica, human resources, juridische aspecten, begroting, communicatie, voorbereiding universeel personeelsstatuut… De vzw’s en openbare diensten voor Integratie, Inburgering en Sociaal Tolken en Vertalen zijn door het nieuwe decreet samengebracht in één extern verzelfstandigd Agentschap zodat ze beter kunnen samenwerken en meer efficiëntie kunnen boeken. Het is de bedoeling om deze hervorming in 2015 verder door te voeren.
De vzw’s en openbare diensten voor Integratie, Inburgering en Sociaal Tolken en Vertalen zijn door het nieuwe decreet samengebracht in één extern verzelfstandigd Agentschap zodat ze beter kunnen samenwerken en meer efficiëntie kunnen boeken.
14
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Er is nood aan overleg en kennisdeling tussen deze sectoren.
Provincie wil meer arbeidszorgplaatsen creëren
D
e voorbije jaren bracht het Provinciaal Steunpunt Arbeidszorg vzw (PSAA vzw) arbeidszorginitiatieven samen. Deze vzw werd ontbonden en sinds 1 januari 2014 opgenomen in de provinciale werking zodat de provincie nog sterker kan inzetten op deze kwetsbare doelgroep.
Provinciaal Overleg Arbeidszorg Arbeidszorginitiatieven zijn ingebed in verschillende sectoren (sociale en beschutte werkplaatsen, geestelijke gezondheidszorg, algemeen welzijnswerk, OCMW’s, zorg voor personen met een beperking…). Er is nood aan overleg en kennisdeling tussen deze sectoren. Daarom organiseert en begeleidt de provincie het Provinciaal Overleg Arbeidszorg (POAZ). De leden kunnen elkaar regelmatig ontmoeten, ervaringen uitwisselen en hun werkingen op elkaar afstemmen. Tijdens dit overleg worden gemeenschappelijke belangen behartigd en worden beleidsadviezen geformuleerd.
30 nieuwe arbeidszorgplaatsen op 5 jaar Arbeidszorgmedewerkers zijn personen die niet meer, of nog niet, in het reguliere of beschermde arbeidscircuit terecht kunnen. Dit kan te wijten zijn aan medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen, en/of aan armoede en sociale uitsluiting. Voor hen is er arbeidszorg. Dit is een vorm van begeleide, onbezoldigde arbeid op maat, bijvoorbeeld: werken in een houtatelier, een ambachtelijke bakkerij, fietsverhuur en –herstelling, bio-groenten en fruit kweken, semi-industriële
activiteiten uitvoeren zoals verpakking, plooi- en sorteerwerk... In de provincie Antwerpen zijn zo’n 1.059 arbeidszorgmedewerkers actief. Dit is slechts 18,4 % van het aantal arbeidszorgmedewerkers in Vlaanderen, terwijl bijna 1 Vlaming op 3 in de provincie Antwerpen woont. Daarom wil de provincie Antwerpen bijkomende arbeidszorgplaatsen creëren. Op 30 april 2014 keurde de Provincieraad het ‘Reglement Impulssubsidies Arbeidszorg’ goed. Hierdoor kan de provincie subsidies verlenen aan organisaties waar arbeidszorgmedewerkers actief zijn. Met het jaarlijks budget dat nu voorzien is, kunnen er op 5 jaar tijd ongeveer 30 nieuwe voltijdse arbeidszorgplaatsen gecreëerd worden. Dit biedt kansen aan 60 tot 90 personen. Organisaties waar arbeidszorgmedewerkers actief zijn, kunnen een subsidieaanvraag indienen bij de provincie. Zij worden vooral beloond als ze nieuwe arbeidszorgmedewerkers een plaats geven: hiervoor krijgen ze een subsidie van 12.000 euro per voltijdse medewerker (maximum 2 per organisatie). Daarnaast is er een beperkte basissubsidie per organisatie (2.000 euro). Organisaties kunnen jaarlijks een nieuwe aanvraag indienen.
In 2014 dienden 8 arbeidszorginitiatieven een aanvraag in voor een uitbreidingssubsidie, voor in totaal 9 voltijdse medewerkers op jaarbasis. Hiertegenover staat een bedrag van 108.000 euro aan uitbreidingssubsidies. Daarnaast dienden 19 arbeidszorginitiatieven een aanvraag in voor een basissubsidie, voor een bedrag van in totaal 38.000 euro. Ook in 2015 kunnen organisaties een subsidieaanvraag indienen.
15
SAMENLEVEN
Provinciaal beleid tegen armoede
M
eer dan één op tien mensen in Vlaanderen leeft met een armoederisico. Armoede is niet enkel een kwestie van inkomen. Het gaat vaak ook om uitsluiting op andere vlakken zoals onderwijs, werk, vrijetijdsbesteding, huisvesting en gezondheid… Als provincie willen we een armoedebeleid voeren dat complementair is ten aanzien van het federale, Vlaamse en lokale armoedebeleid.
Vrije tijd voor kinderen in armoede Met projectoproepen willen we vernieuwende experimenten die het welzijn van kinderen bevorderen, met specifieke aandacht voor het terugdringen van kinderarmoede, stimuleren. De oproep in 2014 beklemtoonde het recht van kinderen op een zinvolle vrijetijdsbesteding. Met deze projectoproep willen we het jeugdwerk en welzijns organisaties stimuleren om samen initiatieven te nemen om kwetsbare kinderen en jongeren te informeren en toe te leiden naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. Vijf van de zeven aanvragen werden goedgekeurd. Eén daarvan was de speelcaravan van het OCMW van Herenthout. De Herent
PROJECT IN DE KIJKER
Een zaak voor iedereen: advocaat-schuldbemiddelaars en OCMW’s samen in de strijd tegen kinderarmoede Het Centrum voor budgetadvies en -onderzoek (CEBUD), een onafhankelijk advies- en onderzoekscentrum verbonden aan Thomas More, diende in 2014 een subsidieaanvraag in. Met hun project wil CEBUD de werelden van de advocaat-schuldbemiddelaar en die van de OCMW’s dichter bij elkaar brengen. CEBUD wilt advocaat-schuldbemiddelaars sensibiliseren rond menswaardig leven door hierover onder andere vormingen aan te bieden. Ook worden advocaat-schuld bemiddelaars gemotiveerd om gezinnen met kinderen die nog geen hulp zochten bij het OCMW door te verwijzen naar het lokale OCMW. Voor OCMW-medewerkers wil het 16
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
een toegankelijke brochure maken waarin voor de verschillende levensdomeinen vrije tijd, school, vakantie, mobiliteit... wordt aangegeven hoe ze de kinderen van het gezin kunnen verder helpen door bijvoorbeeld materiële hulpverlening en het uitputten van rechten. De advocaat-schuldbemiddelaars en OCMW’s worden ook samengebracht zodat ze kunnen kennismaken, netwerken uitbreiden, samenwerken. De provincie geeft financiële steun, organiseert vormingen en studiedagen en zorgt er voor dat het project ook bekend geraakt bij de andere OCMW’s.
De oproep in 2014 beklemtoonde het recht van kinderen op een zinvolle vrijetijdsbesteding. houtse jeugdraad stelde herhaaldelijk vast dat het moeilijk is om kwetsbare kinderen te betrekken bij het vrijetijdsgebeuren. Daarom wilden ze een mobiele speelkar inzetten. Hiermee trekken ze op woensdagnamiddag naar de kwetsbare wijken en voorzien daar een vrijetijdsaanbod, onder begeleiding van ervaren monitoren. Er is een mobiel terras zodat ook ouders betrokken worden.
Nochtans is vrijetijdsparticipatie van groot belang om mensen de kans te geven zich te ontplooien en om het sociaal isolement te doorbreken dat meestal met een leven in armoede gepaard gaat. Enkele gemeenten hebben een vrijetijds pas waardoor personen in armoede tegen een verminderd tarief culturele instellingen kunnen bezoeken, sportactiviteiten kunnen uitoefenen…
Lokale besturen delen kennis
De provincie wil deze gemeenten ondersteunen. Mensen in armoede kunnen sinds 1 april 2014 met hun gemeentelijke vrijetijdspas tegen verminderd tarief gebruik maken van het provinciaal vrijetijdsaanbod. We waren verheugd hen te mogen verwelkomen in 1 van de 9 provinciale locaties zoals het Arboretum Kalmthout, cultuurhuis De Warande in Turnhout en recreatiedomein De Nekker in Mechelen. We stimuleren ook gemeenten die nog geen vrijetijdspas hebben om hiermee van start te gaan.
In het lerend netwerk kinderarmoede dat in 2014 werd opgericht, wisselen verschillende gemeenten kennis en ervaring uit. Op die manier ontstaan nieuwe inzichten, oplossingen en werkwijzen om kinderarmoede aan te pakken in hun eigen gemeente. Als provincie stellen we tijdens een lerend netwerk ook projecten voor die we inhoudelijk en financieel ondersteunen. Het lerend netwerk verenigt de twaalf lokale besturen die door de Vlaamse Overheid gedurende zes jaren extra middelen krijgen om lokaal in te zetten op de strijd tegen kinderarmoede. Ondertussen hebben al 24 extra lokale besturen zich gemeld om ook te mogen deelnemen aan dit netwerk.
Vrijetijdspas voor personen in armoede Mensen in armoede zijn er vaak van overtuigd dat cultuur, sport of recreatie ‘niets voor hen is’, dat het toch te duur is (wat vaak ook de realiteit is) en dat ze wel andere katten te geselen hebben.
Meer dan 15.000 personen ontvangen jaarlijks voedselhulp dankzij de Voedselbank De provincie ondersteunt al een aantal jaren de werking van de Voedselbank Antwerpen-Mechelen-Turnhout door onder andere een medewerker deeltijds ter beschikking te stellen. De Voedselbank bevoorraadt 55 verdeelpunten en is over de ganse provincie actief. Meer dan 15.000 personen ontvangen zo jaarlijks voedselhulp.
copyri
ght Ste
f Re n o
d ey n
In 2014 verbeterden we de werking van de voedselhulp in onze provincie door onder andere in te zetten op de professionalisering van de verdeelpunten. In de stad Antwerpen werken we hiervoor intensief samen met de bevoegde stedelijke diensten. We verbeterden ook de communicatie en samenwerking tussen OCMW’s, lokale verdeelpunten en sociale kruideniers. Het aantal OCMW’s dat intensief betrokken is bij de lokale voedselverdeling verdubbelde van 11 naar 20. Nieuwe voedselverdeelpunten worden vanaf 2014 enkel aanvaard als er een structurele samenwerking is met het lokale OCMW. In 2014 traden twee multiculturele verdeelpunten toe: Al-Ikram (Borgerhout) en IVCA (Antwerpen). We stimuleerden nieuwe initiatieven in regio’s waar vandaag geen voedselhulp georganiseerd wordt (blindevlekkenbeleid). De blinde vlek ‘Kempen’ verkleinde door de oprichting van 4 nieuwe voedselverdeelpunten (Westerlo, Herentals, Herenthout, Hoogstraten). Onze plannen voor 2015? Op zoek gaan naar jongere vrijwilligers. We willen ook nieuwe voedselverdeelpunten oprichten in de regio Turnhout (Beerse en de stad Turnhout zelf).
17
SAMENLEVEN
Aangepast vervoer voor personen met een beperking
V
oor mensen die minder mobiel zijn omwille van een beperking, ziekte of ouderdom bestaan er verschillende initiatieven rond aangepast vervoer in onze provincie. Op die manier kunnen ook personen met ernstige mobiliteitsproblemen vervoerd worden en op een volwaardige manier deelnemen aan het maatschappelijk leven. Dit aanbod is vandaag echter nog erg versnipperd.
Samen aangepast vervoer realiseren Vlaanderen bood met het ‘compensatiedecreet’ van 21 december 2013 een financieel kader om aangepast vervoer te organiseren. De provincie schoof een klaverbladfinancieringsmodel naar voor waarbij naast de Vlaamse overheid ook lokale besturen, de gebruikers en de provincie zelf hun steentje bijdragen. Enkel via dit model is het voortbestaan en de uitbreiding van deze vervoersdienst mogelijk. In de vervoersgebieden Mechelen en Kempen konden we ondertussen elk bestuur overtuigen om mee te werken aan het provinciaal beleid. In het vervoersgebied Antwerpen hebben we overeenkomsten opgesteld met Zwijndrecht en het kanton Kontich (dus in totaal 9 gemeenten). In Brasschaat/Zoersel kregen we zes van de tien lokale besturen mee.
18
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
In 2015 willen we met overige lokale besturen in vervoersgebied Antwerpen en Brasschaat/Zoersel samenwerkingsakkoorden afsluiten. Ook met de stad Antwerpen zullen we bekijken of een samenwerking mogelijk is. Er zal veel aandacht besteed worden aan de nieuwe samenwerkingsverbanden tussen gemeentelijke en privé-handicars met de vervoerder. De provincie speelt hierin een belangrijke rol. Dit jaar geven we ook de opdrachten door voor benzineaankoop en voor verzekeringen voor voertuigen voor aangepast vervoer. De ontwikkeling van een softwarepakket waarmee de lokale besturen aan de slag kunnen, staat eveneens op het programma.
Vervoer voor iedereen Met een Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV) wil de Vlaamse Overheid een gebiedsdekkend en toegankelijk vervoersysteem voor heel Vlaanderen realiseren. Op 1 februari 2013 startte Welzijnszorg Kempen – in opdracht van de provincie - met een MAV- werking onder de naam Mobiliteitspunt Kempen. De centrale is bereikbaar voor alle personen met een mobiliteits beperking in het arrondissement Turnhout. De MAV maakt hen wegwijs in het aanbod van aangepast vervoer
en verwijst hen door naar de meest geschikte vervoerder. In 2014 werden de eerste stappen gezet om het Mobiliteitspunt Kempen uit te breiden tot een Mobiliteitscentrale voor de ganse provincie Antwerpen. Er is nu één 0800-nummer voor alle inwoners uit de provincie Antwerpen. Er komen ongeveer 50 aanvragen binnen per maand, voornamelijk uit de Kempen. De provincie neemt in 2015 de coördinatierol van dit project op en zal in nauwe samenwerking met lokale besturen, gebruikersgroepen en andere stakeholders, de mobiliteitscentrale toegankelijk maken voor de hele provincie. Er worden dan niet alleen vragen van het vervoersgebied Kempen behandeld, maar ook uit de andere vervoersgebieden: Mechelen, Brasschaat/Zoersel en Antwerpen. De provincie stelt hiervoor een actieplan op om samen met het dispatchteam van Welzijnszorg Kempen, een goede uitbreiding te realiseren. Communicatie met en door de stakeholders is hierbij onontbeerlijk. Dit project bevindt zich nog steeds in een proefprojectfase. Vlaanderen verlengde het project tot eind juni 2015. De Vlaamse Regering spreekt zich eind maart 2015 uit over het verdere verloop van dit project.
Op die manier kunnen ook personen met ernstige mobiliteitsproblemen vervoerd worden en op een volwaardige manier deelnemen aan het maatschappelijk leven.
19
ZORG, HULP & PREVENTIE
Huiselijk geweld, dat slaat nergens op
M
et het CO3-project willen we geweld binnen gezinnen stoppen, herval voorkomen en werken aan beschermende factoren binnen het gezin. CO3 staat voor cliëntcentrale organisatie met drie partners: politie en justitie, de hulpverlenings- en zorgsector en de lokale besturen werken samen een plan van aanpak uit. Het gezin staat hierbij centraal. In 2014 hebben we stappen gezet om het bestaande CO3-project te laten evolueren naar een Family Justice Center (FJC).
Het CO3-project: van een lokaal naar een federaal verhaal We behandelden de eerste casussen in 2012, eind 2014 liep de pilootfase ten einde. Alle partnerorganisaties evalueerden het CO3-project positief en ondertekenden de verlenging van het samenwerkingsakkoord. De partners zetten de samenwerking verder en zorgen er voor dat de methodiek ook in de eigen organisatie gebruikt wordt. Ook krijgt het project inbedding op lokaal,
p co
yri
20
gh
t
e Gr
et
Ae
rts
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Vlaams en federaal niveau. De Vlaamse overheid stelde een expertengroep samen die dit moet voorbereiden.
ties om hulp te krijgen. Op die manier kan de dienstverlening laagdrempeliger worden. In eerste instantie gaat het om een tweejarig experiment.
Alle diensten onder één dak In 2014 hebben we stappen gezet om het bestaande CO3-project te laten evolueren naar een Family Justice Center (FJC). Het Family Justice Center is een één adres-principe: alle instellingen die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld zitten in één gebouw: justitie en politie, hulpverlening en zorg, gemeentelijke diensten, ondersteuning bij huisvesting…. Samen werken ze een aanpak uit om het geweld binnen het gezin te stoppen. Slachtoffers van huiselijk geweld kunnen bij een FJC terecht voor een aangifte, hulp, ondersteuning, opvang en politiebescherming. Door over te schakelen naar een FJC kunnen we klantgerichter werken en moeten slachtoffers van huiselijk geweld niet meer naar verschillende loca-
In 2013 is er een European Alliance of Family Justice Centres ontwikkeld, met middelen uit de Europese Daphneprojecten. De Europese Commissie geeft via het Daphne-programma financiële steun aan initiatieven die geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen willen voorkomen en bestrijden. In Venlo, Tilburg, Antwerpen, Berlijn, Milaan en Warschau wordt gestart met de eerste Family Justice Centers in Europa. De internationale samenwerking leidt tot verfijning en verbetering van de aanpak. Door lid te worden van de European Alliance van FJC’s vergroot ook het beleidsmatige draagvlak; is er meer kans op kwaliteitsverhoging; kunnen we instrumenten gezamenlijk opstellen en evalueren; gebeurt bijsturing in een ruimere context; kunnen we gezamenlijke middelen verwerven…
Samen werken we een aanpak uit om het geweld binnen het gezin te stoppen.
De juiste hulp voor jongeren
O
p 1 maart 2014 trad het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulp (IJH) in werking. De zes sectoren van integrale jeugdhulp (Kind en Gezin, Centra voor Leerlingenbegeleiding, Centra Algemeen Welzijnswerk, Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg, Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en Agentschap Jongerenwelzijn) worden in dit nieuwe decreet expliciet aangezet om samen te werken. Zij moeten er voor zorgen dat elke jongere die hulp nodig heeft, zo weinig mogelijk stappen moet doorlopen en deze hulp zo snel mogelijk vindt.
is niet zomaar toegankelijk voor iedereen. De stap naar meer ingrijpende hulp wordt enkel gezet als er geen andere optie is. Om die afweging te maken, installeerde het nieuwe decreet vanaf 2014 in elke provincie een ‘intersectorale toegangspoort’. De medewerkers van de toegangspoort moeten bepalen wie in aanmerking komt voor welk ingrijpend hulpaanbod. In crisissituaties kunnen hulpverleners, politie, en ouders of jongeren terecht bij het meldpunt crisisjeugdhulp in hun regio. Als er geen hulp in de eigen omgeving van de jongere mogelijk is, zijn er 3 mogelijkheden: interventie, begeleiding en opvang.
vertegenwoordigers uit de zes sectoren van integrale jeugdhulp, de intersectorale toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen, de provincie en een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap. In 3 provincies, waaronder de provincie Antwerpen, is de provincie voorzitter van het IROJ.
Toegangspoort voor hulp
In sommige situaties is er sprake van verontrusting. Als hier geen vrijwillige hulp aanvaard wordt, en de situatie is erg onveilig of bedreigend, dan is het een maatschappelijke plicht om op te treden. In zo’n situaties kan iedereen altijd terecht bij een Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of een Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (de ‘gemandateerde voorzieningen’). Soms dringt zich ook gerechtelijke jeugdhulp op.
Het IROJ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdrachten Integrale Jeugdhulp in de provincie. Een belangrijke opdracht is de monitoring van het jeugdhulplandschap in de eigen regio. Dit betekent: inventariseren, analyseren, remediëren, beleidsaanbevelingen formuleren en verbeteracties uitvoeren.
Het nieuwe decreet integrale jeugdhulp maakt een onderscheid tussen rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Zowel jongeren als ouders kunnen altijd terecht bij de brede instap van Kind en Gezin, de Centra voor Leerlingenbegeleiding en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Als het nodig is, kunnen ze ook beroep doen op andere diensten, zoals een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg of een Dienst Ondersteuningsplan. Al deze hulp is rechtstreeks toegankelijk.
Samen rond de tafel voor jeugd
In 2014 werd het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ) opgericht. Het IROJ is samengesteld uit cliëntvertegenwoordigers (minderjarigen, ouders, Bepaalde vormen van hulp zijn erg ingrijpend, zoals residentiële opvang of intensie- etnisch-culturele minderheden, mensen ve, langdurige behandelingen. Deze hulp in armoede, mensen met een handicap),
De stap naar meer ingrijpende hulp wordt enkel gezet als er geen andere optie is.
De provincie Antwerpen ondersteunt ook drie arrondissementele netwerkstuurgroepen integrale jeugdhulp. In deze netwerkstuurgroepen komen de voorzieningen van de integrale jeugdhulp en andere relevante organisaties samen, om elkaar beter te leren kennen en de samenwerking te versterken.
21
ZORG, HULP & PREVENTIE
Geen folders, lange teksten of moeilijke taal.
Positief opvoeden werkt!
H
et Triple P-programma (Positive Parenting Program) biedt ouders praktische hulp bij dagelijkse opvoedingsvragen. In 2014 gingen enkele hulpverleners aan de slag met nieuw lesmateriaal van Triple P. Ze wilden beter tegemoetkomen aan kansarme ouders en ouders met een andere etnisch-culturele achtergrond. Geen folders, lange teksten of moeilijke taal. Wel een visuele voorstelling van Triple P.
Leer Triple P kennen op een speelse manier Er werden tekeningen gemaakt die opvoedingsstrategieën uitleggen. De tekeningen werden op groot formaat afgedrukt en geplastificeerd. Daarnaast ontwikkelden de hulpverleners ook enkele spelletjes zodat ouders de inhoud van het programma kunnen inoefenen. Zo is er een fotospel met screenshots uit de Triple P-DVD ‘Overlevingsgids voor iedere ouder’. Er is een pakje dat ouders in een oudergroep doorgeven. Wanneer de muziek stopt, krijgen ze een opdracht. Verder is er een kwartet om de principes van de opvoedingsstrategieën te verduidelijken, een dobbelspel om ouders te ondersteunen bij het plannen van een moeilijke situatie en een groot herhalingsspel. De ouders waren zeer enthousiast over deze manier van leren. Het doorbreekt de sérieux van de oudercursus en bevordert het groepsgebeuren.
22
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Met geweldloze communicatie naar een geweldige organisatie In 2014 gaven we het startschot voor een nieuw project. ‘Met geweldloze communicatie naar een geweldige organisatie’ helpt scholen om een welzijnsbeleid te realiseren. Daarmee wil de provincie helpen om problemen bij jongeren én ziekteverzuim, stress en burn-out bij leerkrachten te voorkomen. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op de bepalingen van de Welzijnswet op het werk en op de wettelijke verplichting om psychosociale risico’s in kaart te brengen.
Drie scholen werden geselecteerd om deel te nemen aan dit project: basisschool Andreas Vesalius te Edegem, Middenschool en Atheneum te Geel en de lerarenopleiding van de Karel de Grote hogeschool te Antwerpen. Het project is gestart einde 2014 en loopt tot midden 2016.
De provincie wil helpen om problemen bij jongeren én ziekteverzuim, stress en burn-out bij leerkrachten te voorkomen.
23
ZORG, HULP & PREVENTIE
Te jong om te vergeten? Aanpak tegen jongdementie
I
n de provincie Antwerpen bestaat 18% van de bevolking uit ouderen. Deze groep is zeer divers. Een 60-jarige is vaak nog gezond en geniet van zijn vrije tijd, terwijl een 80-jarige meer met gezondheidsproblemen kampt. Sommige hulpbehoevende ouderen kunnen verblijven in een woonzorgcentrum, professionele thuiszorg krijgen of rekenen op de ondersteuning van familie en kennissen. Ook de provincie ondersteunt op verschillende manieren de ouderenzorg.
co p
yrig
ht w
ww .o n
tho
um
e ns
.be
Leeftijd is geen rechtstreekse oorzaak van dementie, maar het hangt er wel mee samen. Hoe ouder, hoe groter het risico op dementie. In sommige gevallen kan dementie zich ook op jongere leeftijd ontwikkelen. De provincie voert een beleid rond dementie door onder andere professionele zorgverleners financieel en inhoudelijk te ondersteunen. Zo presenteert de provincie drie keer per jaar een film over dementie. De voorstelling vindt steeds plaats in een ander arrondissement. Een specialist leidt de film in. De provincie ondersteunt innovatieve projecten die zich specifiek richten tot deze doelgroep. In 2014 kreeg bijvoorbeeld vzw Landelijke Thuiszorg voor het project ‘Geïntegreerd zorgcircuit voor personen met jongdementie’ financiële steun van de provincie. In dit project bekijkt een trajectbegeleider samen met de betrokkenen de noden en vragen van de persoon met jongdementie, de gezinsleden en mantelzorger(s). De trajectbegeleider biedt informatie, advies, sociaal-administratieve hulp en psychosociale ondersteuning. Dit gebeurt vooral thuis bij de zorgvrager. Als de zorgvraag te groot wordt, is er het jongdementiehuis in Dessel. Een coördinator en twee zorgkundigen staan in voor de begeleiding. Om het project te realiseren werkt Landelijke Thuiszorg samen met vele partners, zoals SEL Kempen, Alfons Smet Residenties (WZC en assistentiewoningen), Thuisverpleging Wit-Gele Kruis, Huisartsenkringen, Ons Zorgnetwerk vzw, Christelijke mutualiteit en Landelijke Thuiszorg vzw.
De trajectbegeleider biedt informatie, advies, sociaaladministratieve hulp en psychosociale ondersteuning.
24
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Een dagverzorgingscentrum in je buurt
W
anneer oudere personen bij een dagverzorgingscentrum terechtkunnen, vergroten hun kansen om thuis te blijven wonen. Dit kan ook de druk op de schouders van hun mantelverzorgers verlichten. Als provincie wilden we de zorg voor zorgvragende en thuiswonende ouderen (en hun mantelzorgers) verbeteren door het aanbod en de spreiding van de dagverzorgingscentra te stimuleren.
De bedoeling is om de afstand tussen een dagverzorgingscentrum en de woonplaats van de zorgvragende oudere te beperken. Zo krijgt de oudere meer kansen om in de eigen omgeving te blijven wonen. Negen organisaties dienden een aanvraag in. Afhankelijk van de grootte van het bestaande aanbod in de zorgregio, kregen de organisaties een grotere of kleinere impulssubsidie.
Berlaar een opvang voor personen met jongdementie. Met een CADO (collectieve autonome dagopvang van ouderen) wil Familiehulp een dagverzorgingscentrum starten dat naast dagelijkse verzorging ook activiteiten wil aanbieden die voor personen met jongdementie een uitdaging zijn.
We ondersteunden onder andere in
… de druk op de schouders van hun mantelverzorgers verlichten.
25
ZORG, HULP & PREVENTIE
Zorg voor personen met een beperking
S
ommige personen met een beperking hebben specifieke zorgvragen over opvang, begeleiding, dagbesteding of wonen. Daarom investeert de provincie in de uitbouw van een goed werkend net van begeleidings-, behandelings- en opvangvoorzieningen.
We maken daar werk van door de Centrale Registratie van Zorgvragen en het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (ROG) te ondersteunen en te coördineren. Dankzij dit overleg tussen zorgvoorzieningen, vertegenwoordigers van gebruikersorganisaties, verwijzende instanties, mensen uit het werkveld…
kan een goede registratie, bemiddeling, afstemming en planning van zorgvragen plaatsvinden.
Het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg keurde in 2014 voor volwassen personen met een beperking bijna 3,5 miljoen euro aan Vlaamse middelen goed voor Persoonlijke Assistentiebudgetten (PAB) en zo’n 1,6 miljoen euro voor Persoonsvolgende Convenanten. We beoordeelden 472 aanvragen voor een Persoonlijk Assistentiebudget. Met dit PAB kan de persoon met een beperking thuis, op school of op het werk hulp krijgen en financieren. 111 van deze aanvragen kregen een positief antwoord. Met de 1,6 miljoen euro kenden we aan 44 personen een Persoonsvolgende Convenant toe zodat zij jaarlijks op een budget kunnen rekenen om hun noodzakelijke zorg en ondersteuning te financieren.
Tot slot werd in 2014 ook het Rechtstreeks Toegankelijk Hulpaanbod voor personen met een (vermoeden van) een beperking verder uitgebouwd met een budget van 821.000 euro voor meerderjarigen en 190.000 euro voor minderjarigen.
We zoeken ook naar linken met andere welzijnssectoren zoals de geestelijke gezondheidszorg, de palliatieve zorg, eerstelijnszorgdiensten…
ENKELE CIJFERS In 2014 ontving de Regionale Prioriteitencommissie 829 dossiers met een statusaanvraag ‘prioritair te bemiddelen’. Wanneer een persoon met een beperking een prioritaire status krijgt, komt hij/ zij sneller in aanmerking voor een gepaste zorgoplossing. 296 personen kregen deze status zodat zij omwille van hun dringende nood aan zorg en ondersteuning de gepaste zorgoplossing konden vinden.
26
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
We stellen vast dat jongeren met een psychisch of psychiatrisch probleem niet meteen hulp krijgen maar vaak op lange wachtlijsten belanden.
Toegankelijke gezondheidszorg De gezondheidskloof moet gedicht worden Personen die het niet zo breed hebben, leven vaak ook minder lang en minder gezond. Een van de redenen hiervoor is dat zij geneeskundige verzorging uitstellen, vaak om financiële redenen. Een wijkgezondheidscentrum kan de toegankelijkheid van de eerstelijnsgezondheidszorg garanderen. Daarom lanceerde de provincie eind 2014 een projectoproep voor de opstart van een wijkgezondheidscentrum. Op basis van de kwaliteit van de dossiers en op ba-
sis van de inplanting in kansarme buurten weerhielden we twee projecten, een in Turnhout en een in de Rupelstreek.
Jongeren hebben recht op psychologische hulp We stellen vast dat jongeren met een psychisch of psychiatrisch probleem niet meteen hulp krijgen maar vaak op lange wachtlijsten belanden. Het initiatief Tejo-Antwerpen (Therapeuten voor jongeren) komt hieraan tegemoet. Tejo biedt gratis, anonieme en kwaliteitsvolle hulp aan honderden
jongeren. Alle therapeuten werken op vrijwillige basis. Als provincie wilden we dit initiatief uitbreiden met een Tejo- Mechelen en een Tejo-Turnhout. In 2014 werd Tejo-Mechelen opgericht. Tejo-Turnhout is volop in de maak. Er is nu ook een Tejo-forum. Dit is een overkoepeling van de Tejo’s in Vlaanderen, die vooral moet waken over de gemeenschappelijke kwaliteit en de signaalfunctie naar de reguliere hulpverlening. De provincie ondersteunt deze beweging met raad en daad.
PREVIA, preventie in Antwerpen, omdat samenwerken werkt! PREVIA is een nieuwe provinciale structuur waarin suïcidepreventie (CGG Andante), drugpreventie(CGG Mechelen, CGG Kempen en CGG VAGGA) en geestelijke gezondheidsbevordering (LOGO’s) samenwerken.
In 2014 werd een start genomen met gemeenschappelijke vormingen voor preventiewerkers (Stroomopwaarts…), een gemeenschappelijke studiedag op 10 oktober (Help, ik moet gelukkig zijn…), en ad hoc samenwerkingen (vb. aanbod sector arbeid).
Er zijn raakvlakken op vlak van actieterrein (bijvoorbeeld de sector onderwijs), op vlak van methodieken (bijvoorbeeld motiverende gespreksvoering) en op vlak van inhoud (bijvoorbeeld ‘geluk’).
27
METEN IS WETEN
Provincie biedt ondersteuning De provincie kreeg van de Vlaamse overheid de opdracht om lokale besturen en beleidsmakers te ondersteunen. Dit doet ze onder andere door een so-
28
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
ciale kaart ter beschikking te stellen, een databank met gegevens over welzijnsen gezondheidsorganisaties. Daarnaast ondersteunt ze lokale besturen en
welzijns- en gezondheidsorganisaties bij hun omgevingsanalyses en geeft ze jaarlijks studies uit over verschillende thema’s.
Sociaal kompas: een databank boordevol gegevens
D
e provincie beschikt over een Sociaal Kompas met actuele en relevante indicatoren op vlak van demografie, doelgroepen en sectoren om de sociale situatie in kaart te brengen. In 2014 ontving de provincie een 45-tal vragen voor ondersteuning bij de opmaak van publicaties, kaarten, studies van welzijnsorganisaties, lokale besturen, provinciale diensten en Vlaamse administraties. We geven hieronder enkele voorbeelden van gezamenlijke realisaties.
Omgevingsanalyse Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie. Deze omgevingsanalyse geeft aan de hand van cijfers en kaarten een blik op (kans)armoede in de provincie. Diverse armoede-indicatoren en specifieke armoedegroepen worden belicht. Wij leverden het bronmateriaal en gaven inhoudelijke ondersteuning. Je vindt de publicatie op www.samenlevings opbouw-antwerpenprovincie.be.
Samenwerking met Prisma vzw: provinciale dienst voor integratie en inburgering (sinds januari 2015 Vlaams Agentschap Inburgering en Integratie). - Prisma vzw kreeg van meer dan 20 lokale besturen de vraag naar een lokale versie van ‘Couleur Locale 2013’. Zo kunnen ze een gedetailleerd zicht krijgen op de etnisch-culturele minderheden in het lokaal bestuur. Wij verwerkten en leverden de gegevens aan. Je vindt de publicatie op www.prismavzw.be. - We werkten het concept ‘Belgiërouters’ uit voor de publicatie ‘Europese migratie, lokale integratie?’. Belgiëroute verwijst naar het fenomeen dat Nederlanders met een buitenlandse partner zich in België vestigen om de strenge Nederlandse immigratiewetgeving te omzeilen. Je vindt de publicatie op www.prismavzw.be bij de publicaties. - We bouwden tijdreeksen op over de evolutie van etnisch-culturele minderheden naar herkomstgroep voor
de 70 Antwerpse gemeenten (19902012). Prisma geeft lokale besturen met deze data advies op maat. We ontwikkelden een uitgebreide reeks kaartvoorstellingen van sectorale werkingsgebieden in de eerstelijnsgezondheids- en welzijnszorg. Hiermee ondersteunden we het door Domus Medica gecoördineerde project voor een beter werkende indeling van de kleinstedelijke gezondheidsregio’s (decreet van 2008).
In 2014 kreeg de provincie een 45-tal vragen voor ondersteuning.
29
METEN IS WETEN
Thematische studies: wat gaat er schuil achter de cijfers? Lage inkomens en leeftijd, lokale verschillen Deze studie schetst voor drie leeftijdsgroepen (0-19, 20-59 en +60 jaar) een beeld van de sterke lokale verschillen voor het percentage inwoners met een laag inkomen. Zij steunt hiervoor op het aantal inwoners met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Bij de bevolking op actieve leeftijd en hun kinderen vind je de categorie ‘veel inwoners met laag inkomen’ vooral in de steden en in de provincie Antwerpen; ook in sommige gemeenten aan de Rupel of in de rand van stad Antwerpen. Voor de meeste gemeenten blijft echter vooral het inkomen van veel senioren
laag, met in de provincie Antwerpen de hoogste percentages rond Heist-opden-Berg.
Lokale demografie: kleuren of krimpen? Deze studie onderzoekt voor de gemeenten in de provincie Antwerpen de demografische evolutie met opsplitsing naar origine: Belgisch of Nederlands, versus ‘andere’. Voor die origine gaat zij terug naar de nationaliteit bij geboorte van de ouders. De centrale vraag is: hoe evolueert het aandeel van de inwoners met andere origine, en wat is de invloed op de evolutie van de totale bevolking?
Voor de periode 2012-2022 werkt zij voor de bevolking met andere origine twee scenario’s uit: - zonder migratie (of alleszins geen saldo van inwijking en uitwijking) - migratie zoals in de periode 20022012. De studie sluit af met de vraag of beleid (ook op lokaal niveau) invloed kan uitoefenen op de demografische evolutie.
Wil je deze en andere thematische studies lezen? Surf dan naar www.provincieantwerpen.be en typ ‘thematische studies’ in het zoekvak.
Provincie begeleidt lokale besturen bij de opmaak van een zorgstrategisch plan De gemeente en het OCMW van Zoersel namen het initiatief om samen met zorgen welzijnspartners binnen hun gemeente de zorg beter op elkaar af te stemmen. De overtuiging is dat wanneer organisaties elkaar kennen, van elkaar leren en samenwerken, ze ook op complexe zorgvragen een antwoord vinden. De opmaak van een geïntegreerd intersectoraal zorgstrategisch plan leek noodzakelijk.
30
Blik op het prov inciaal welzijnsbeleid 2014
Zoersel klopte aan bij de provincie om dit sector overschrijdend proces te begeleiden. We bevorderden de participatie van zorg- en welzijnsactoren binnen diverse werkgroepen (zorg, wonen, dagbesteding, randvoorwaarden, omgevingsanalyse). Deze werkgroepen brachten de noden in kaart, benoemden goede voorbeelden van bestaande samenwerkingsverbanden en dachten na over de
maatschappelijke uitdagingen en hoe hierop gezamenlijk een antwoord te formuleren. Op 19 maart 2015, exact een jaar na de opstart van het proces, wordt in Zoersel het zorgstrategisch plan voorgesteld om de komende jaren (tegen 2020) de geplande acties uit te voeren.
4 1 0 2 Blik
e sb el l zi j n e w al n de n ci a rovi rslag va ndheid p t e op h iteitenve & Gezo erpen n activ t Welzij cie Antw s n n i v e i o d r de p van
id
DIENST WELZIJN EN GEZONDHEID Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid Boomgaardstraat 22 – 2600 Berchem T 03 240 61 61 - www.provincieantwerpen.be