Oefenopgaven contextuele competenties deel 2, level C en D De antwoorden van onderstaande oefenopgaven zijn op de laatste bladzijde van dit document te vinden.
© Cito Certification BV Arnhem OPG Oefenopg context comp deel2,CD
Auteursrecht voorbehouden.
-2-
1
Wat is een verschil tussen een project en een proces? A B C
2
Bij een project gaat het vooral om de efficiëntie, bij een proces om de effectiviteit. Bij een project worden inspanningen gelijkmatig over de tijd gespreid, bij een proces is meer sprake van pieken en dalen. Een project heeft altijd een duidelijk begin- en een eindpunt, een proces niet.
De definitie van projectmanagement is: ‘Het … van alle aspecten van het project en het management en leiderschap van alle betrokkenen om de projectdoelstellingen veilig en binnen de afgesproken criteria op het gebied van tijd, kosten, scope en prestatie/kwaliteit te realiseren.’ Wat moet er op de … worden ingevuld? A B C D
3
Welke van de onderstaande situaties kan het best projectmatig gemanaged worden? A B C D
4
De afhankelijkheden en raakvlakken tussen projecten managen. De oplevering op tijd en volgens het projectplan garanderen. De planners van projecten laten samenwerken. Het verzorgen van configuratiemanagement voor projecten.
Wat wordt verstaan onder een sponsorgroep in een multi-organisatieprogramma? A B C D
6
Het in gebruik nemen van nieuwe procedures. Het maken van nieuwe procedures. Het onderhouden van nieuwe procedures. Het uitvoeren van nieuwe procedures.
Wat is een taak van de programmamanager? A B C D
5
delegeren, uitvoeren en beheersen plannen en bewaken plannen, organiseren, bewaken en beheersen plannen, organiseren, escaleren, bewaken en beheersen
een groep die het geld organiseert voor een programma door middel van gadgets en kleding vertegenwoordiging van organisaties vanuit de programmastuurgroep voor het realiseren van een overeengekomen doel vertegenwoordiging van de verschillende partijen die zijn overeengekomen een bepaald doel te gaan realiseren vertegenwoordiging van de verschillende partijen die zijn overeengekomen een bepaald resultaat te gaan realiseren
Portfoliomanagement kent specifieke verschillen ten opzichte van projectmanagement. Welke eigenschap hoort met name bij een portfolio? A B C
een portfolio kan alleen maar uit projecten bestaan een portfolio is een opdeling van grote projecten in subprojecten een portfolio wordt gestuurd met behulp van Key Performance Indicators
© Cito Certification BV Arnhem Oefenopg context comp deel 2, CD
Auteursrecht voorbehouden.
-3-
7
Wat is een belangrijke voorwaarde voor het succesvol invoeren van afdelingoverstijgend projectmatig werken in een grote organisatie? A B C D
8
Wat is een verschil tussen een staf- en een lijnfunctionaris? A B C
9
C
Alles loopt via de lijn, de projectmanager coördineert en rapporteert alleen. De projectmedewerker wordt operationeel aangestuurd door de projectmanager en functioneel en hiërarchisch aangestuurd door de lijnmanager. De projectmedewerker wordt operationeel, hiërarchisch en functioneel aangestuurd door de projectmanager.
Welke van de onderstaande beweringen is of zijn juist? 1 2
A B C D
12
het aantal lagen dat rechtstreeks aan de lijnmanager rapporteert het aantal lagen dat de lijnmanager effectief kan aansturen het aantal mensen dat door een lijnmanager wordt aangestuurd het aantal mensen dat rechtstreeks aan de lijnmanager rapporteert
Wat zijn kenmerken van een matrixstructuur? A B
11
Een staffunctionaris heeft kortere communicatielijnen en stuurt minder mensen aan dan een lijnfunctionaris. Een staffunctionaris is adviserend en een lijnfunctionaris maakt deel uit van de uitvoering Een staffunctionaris is hoger in rang dan een lijnfunctionaris.
Wat is een correcte omschrijving van het begrip ‘depth of control’? A B C D
10
de betrokkenheid van het lijnmanagement bij de invoering de rol van projectmanager moet gedefinieerd zijn als formele functie de project support office wordt bemenst vanuit elke afdeling procedures moeten zijn beschreven ter voorkoming van conflicten tussen de belangen van een project en de belangen van de staande organisatie
Op tactisch niveau wordt de link tussen de project- en de lijnorganisatie gevormd door de business case. Op operationeel niveau wordt de link tussen de project- en de lijnorganisatie gevormd door de gebruikerseisen die worden gesteld aan de resultaten van het project. alleen 1 alleen 2 zowel 1 als 2 geen van beide
Vanaf het moment dat een projectresultaat aan de lijnorganisatie wordt overgedragen, moet het worden onderhouden of beheerd. Waarmee moet het projectteam rekening houden voor het onderhoud of beheer van het projectresultaat? A B C
Het projectresultaat moet door de beheerder geaccepteerd kunnen worden. Zonder deze acceptatie kan het product niet beheerd of onderhouden worden. Het projectresultaat moet door de beheerorganisatie aangenomen worden. De beheerorganisatie zal dan zelf de beheerdocumentatie opstellen. Het projectteam bepaalt hoe het projectresultaat efficiënt en effectief onderhouden of beheerd moet worden.
© Cito Certification BV Arnhem Oefenopg context comp deel 2, CD
Auteursrecht voorbehouden.
-4-
13
Welk aspect van Human Resource management is van toepassing in een project? A B C
14
Is het een projectmanager toegestaan de inhoud van het e-mailverkeer van zijn projectteam te laten controleren? A B C
15
Ja, de e-mailfaciliteit is immers eigendom van het bedrijf en is alleen voor zakelijk gebruik bedoeld. Nee, tenzij er rechtvaardige redenen zijn en de betreffende werknemers vooraf op de hoogte zijn gebracht. Nooit, want dit is een inbreuk op de privacy.
Wat gebeurt er met de return on investment (ROI) als de inflatie stijgt? A B C
16
Een ongeschoolde medewerker is goedkoop en kan eenvoudig allerlei klusjes van een ervaren teamlid overnemen. Een teamlid zal de juiste kennis, ervaring en vaardigheden moeten hebben voor de toegewezen taken. Slechts ervaren medewerkers kunnen in een project meewerken.
De ROI daalt. De ROI blijft gelijk. De ROI stijgt.
In 2008 wordt een investering gedaan van € 216.000. De cashflows in 2009 en 2010 bedragen achtereenvolgens € 240.000 en € 288.000. De verdisconteringsvoet is 20%. Hoeveel bedraagt de netto contante waarde in 2008? A B C D
17
Welke van de volgende uitspraken geven een juist verschil aan tussen winst en cash flow? 1 2 3
A B C D
18
€ 153.000 € 184.000 € 312.000 € 548.000
Winst is de uitkomst van een boekhoudkundige berekening; cash flow is de werkelijke geldstroom. Cash flow kan voor een project van tevoren geschat worden; de winst kan pas bij een nacalculatie bepaald worden. Bij het berekenen van de winst moet rekening gehouden worden met belastingen; voor het berekenen van de cash flow is dit niet nodig. 1 en 2 1 en 3 2 en 3 1, 2 en 3
Welk geldaspect is nauwelijks relevant voor een project? A B C
de netto contante waarde de return on investment de winst
© Cito Certification BV Arnhem Oefenopg context comp deel 2, CD
Auteursrecht voorbehouden.
-5-
19
Welke omschrijving hoort bij indirecte kosten A B C D
20
Wat gebeurt er met de netto contante waarde van een project als de rentevoet stijgt? A B C
21
kosten die onafhankelijk zijn van de productieomvang kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan een product kosten die veranderen door een toename of afname in de productieomvang kosten waarvan niet of moeilijk kan worden vastgesteld aan welk product ze zijn toe te rekenen
de netto contante waarde daalt de netto contante waarde stijgt er gebeurt niets met de netto contante waarde
Welke van de volgende beweringen is of zijn juist? 1 2
Het is de verantwoordelijkheid van de projectmanager dat wet- en regelgeving, die van toepassing is op het project, in acht wordt genomen. Het is belangrijk dat de projectmanager de relevante stakeholders bij het project betrekt.
A B C D
alleen 1 alleen 2 zowel 1 als 2 zijn juist zowel 1 als 2 zijn onjuist
© Cito Certification BV Arnhem Oefenopg context comp deel 2, CD
Auteursrecht voorbehouden.
-6-
Oefenopgaven contextuele competenties deel 2 Antwoordmodel
Vnr
Sleutel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
C C B A C C A B B B C A B B B B A C D A C
Competentie code 3.01 3.01 3.01 3.02 3.02 3.03 3.04 3.05 3.05 3.05 3.06 3.07 3.08 3.09 3.10 3.10 3.10 3.10 3.10 3.10 3.11
© Cito Certification BV Arnhem Oefenopg context comp deel 2, CD
Auteursrecht voorbehouden.