Oefeningen Argumentatieanalyse
Oefening 1 Ga na of er in de volgende alinea’s geargumenteerd wordt of niet. Zo ja, wat is het standpunt dat aannemelijk wordt gemaakt en wat is het argument of zijn de argumenten? a.
Het kamertekort in Nijmegen rijst nu echt de pan uit. Duizenden studenten zitten immers noodgedwongen dagelijks meer dan twee uur in de trein. Reistijden van meer dan drie uur zijn geen uitzondering meer.
b.
In Nederland zijn nu zoveel partijen vertegenwoordigd in het parlement, die ook nog allemaal vrij klein zijn (met dertig zetels ben je al een zeer grote), dat het vormen van een regering erg moeilijk wordt. Volgens mij is het hoog tijd dat we net als andere landen een kiesdrempel invoeren.
c.
Steeds meer mensen realiseren zich dat het met zoveel partijen in het parlement echt niet meer functioneert. Een kiesdrempel roept uiteraard heel wat protesten op, vooral bij de splintergroepen, zoals de SGP en de Partij voor de Dieren.
d.
Wanneer je een kiesdrempel invoert, zal dat leiden tot allerlei fusies, zodat er uiteindelijk nog maar drie of vier grote partijen overblijven. Die zullen dan ongetwijfeld intern zeer verdeeld zijn over tal van kwesties. De algemeen verlangde duidelijkheid in de politiek zal een kiesdrempel dus niet opleveren.
Oefening 2 Maak van de argumentatie in de volgende alinea’s een analyse volgens het model van Toulmin. Wat is het verdedigde standpunt S? Wat zijn de gegevens G? Is er een rechtvaardiging R of een ondersteuning O aan te wijzen? Welke zinnen zijn dat? a.
Joris is een student van het mannelijke geslacht. Hij gebruikt dus waarschijnlijk zijn wasbak voor een daad waarvoor dat ding niet bestemd is. In de Metro stond namelijk onlangs dat 85 % van de mannelijke studenten in Nederland zijn wasbak regelmatig als urinoir gebruikt.
b.
Volgens gedragspsychologen kun je alleen aan concreet gedrag zien hoe het met normen en waarden is gesteld. Nu valt het mij de laatste tijd in de bus en de trein op dat niemand meer opstaat als er een oudere dame of heer instapt. Hoffelijkheid zit kennelijk niet meer in ons normen- en waardenpakket.
c.
Als het aantal files tijdens de ochtendspits nog verder toeneemt, zullen steeds meer mensen voor het woon-werkverkeer naar de trein overstappen. De NS doet er daarom
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
1
verstandig aan de capaciteit op het spoor (het aantal treinen èn het aantal ritten) flink uit te breiden. d.
Wanneer het wegennet niet fors wordt uitgebreid, zal Nederland zijn positie als aantrekkelijk distributieland verliezen. Alle reden om voortvarend op te treden en het aantal knelpunten op de Nederlandse wegen snel aan te pakken met meer asfalt.
Oefening 3 Maak een analyse volgens het Toulmin-model van de volgende passages. Ga na of er sprake is van afhankelijke, onafhankelijke en/of ketenargumentatie. a.
Volgens de statistieken ergeren Nederlanders zich in de zomermaanden met name aan de geluidsoverlast afkomstig uit naburige tuinen. Bovendien beginnen de meeste burenruzies met als directe aanleiding de begroeiing van de erfscheiding. Achtertuinen kunnen dus het beste zo min mogelijk aan elkaar grenzen. Er moeten daarom veel meer geschakelde woningen worden gebouwd.
b.
Huisdieren voelen zich op het platteland veel plezieriger dan in de stad. Op het platteland krijgen dieren vaak de ruimte die ze nodig hebben. In de stad hebben ze veel te weinig bewegingsvrijheid.
c.
Jongeren die klaar zijn met hun middelbare school zouden verplicht een bijdrage moeten leveren aan de maatschappij door bijvoorbeeld te helpen in verzorgingshuizen of in de gezondheidszorg. Hierdoor is de kans groot dat meer mensen daarna de verzorging ingaan, waardoor het personeelstekort wordt opgelost. Het is ook goed voor de ontwikkeling van de jongeren. Ze leren meer over de wereld en zichzelf, voordat ze de keuze voor een vervolgopleiding moeten maken.
d.
In elke wetenschappelijke opleiding moet ruimte worden vrijgemaakt voor het goed leren beheersen van het Engels. In het vwo bereiken de leerlingen tegenwoordig niet meer het juiste niveau. In het vervolgonderwijs kunnen ze daardoor studieboeken en artikelen in het Engels niet goed meer aan. Bovendien is er eigenlijk nauwelijks meer een beroep op academisch niveau denkbaar waarin talenkennis geen rol speelt.
Oefening 4 Maak een Toulmin-analyse van de volgende passages en ga vervolgens na wat daarin de zwakste schakel is: de gegevens, de rechtvaardiging of de volledigheid van de argumentatie. a.
Natuurlijk is er behoefte aan nieuwe kerncentrales in Nederland. Als we ons niet nog meer afhankelijk willen maken van olie-import uit het Midden-Oosten en gasimport uit Rusland, is kernenergie een zeer reële optie.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
2
b.
In alle landen om ons heen vinden bevallingen in de regel in een ziekenhuis plaats. Alleen in Nederland zijn we zo eigenwijs dat we bevallingen bij voorkeur thuis laten plaats vinden, met alle risico’s van dien. Het wordt hoog tijd om aan die levensgevaarlijke praktijk een einde te maken.
c.
Het zou goed zijn als Nederland meer ontwikkelingssteun zou verstrekken aan Indonesië. Per slot van rekening hebben wij eeuwenlang onze welvaart vooral verkregen door de ‘baten uit de Oost’. Voor wat hoort wat.
d.
Canada ligt op dezelfde breedtegraden als de Scandinavische landen. Geen wonder dat de meeste emigranten uit Zuid- en Midden-Europa een voorkeur hebben voor Australië of Nieuw-Zeeland.
Oefening 5 Welke van de onderstaande uitspraken is descriptief, welke is normatief van aard? a.
Gelukkig is het dragen van een burka, een sluier die het lichaam van top tot teen bedekt, in het Nederlandse onderwijs verboden.
b.
Het dragen van gezichtsbedekkende kleding, zoals een integraalhelm of een burka, is in Nederland in het openbaar vervoer bij wet verboden.
c.
Het Nederlandse dameshockeyteam is de laatste jaren steeds beter gaan presteren in internationaal opzicht. De kans dat ze wereldkampioen worden is flink gegroeid.
d.
Het Nederlandse dameshockeyteam laat de laatste jaren samenspel zien dat plezierig is om naar te kijken.
Oefening 6 In 4.5 worden een aantal typen argumentatie aan de hand van argumentatieschema’s onderscheiden. Ga in de volgende fragmenten na van welk type argumentatie gebruik wordt gemaakt en herleid de argumentatie tot het bijbehorende schema. a.
Toen mijn vader in de jaren ‘50 op de kleuterschool zat, had hij een ‘juf’ die een lang alles verhullend zwart gewaad droeg en haar hoofd grotendeels bedekte met een wit kapje en een lange zwarte lap. Zuster Agnita heette ze. En het was volstrekt aanvaardbaar. Ik zie niet in waarom we dan nu zo’n drukte moeten maken over moslima’s voor de klas die zich op religieuze gronden willen onttrekken aan de sexy e mode van de 21 eeuw.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
3
b.
Ik vind dat men echt monumentale panden niet mag uitbreiden met eigentijdse bouwsels. Ik ben er daarom tegen dat er aan het achttiende-eeuwse stadhuis een moderne kantoorflat wordt vastgeplakt.
c.
Er worden tegenwoordig alleen nog maar maatregelen genomen om automobilisten het leven zuur te maken: verkeersdrempels, parkeerverboden, of torenhoge parkeertarieven, binnensteden die je niet meer in of uit kunt, steeds meer accijns op benzine, toltunnels en als klap op de vuurpeil komt er ook nog het rekeningrijden aan.
d.
De president van de Europese Centrale Bank, de Italiaan Mario Draghi, heeft verklaard dat hij er alles aan zal doen om de euro te redden. De markten kunnen dus opgelucht ademhalen.
Oefening 7 Ga in de volgende fragmenten na van welk type argumentatie gebruik wordt gemaakt en herleid de argumentatie tot het bijbehorende schema. a.
Het respect voor de internationale financiële elite zal nog wel verder dalen. Wie er met zoveel pretenties en zoveel salaris zo’n puinhoop van maakt, kan uiteraard niet rekenen op veel waardering.
b.
Bij een flinke brand in het centrum van de grotere steden, is de brandweer vaak veel te laat ter plekke. Daarom is het verstandig om tenminste één brandweerkazerne in het centrum van elke stad te situeren.
c.
De euro bevindt zich in bijzonder zwaar weer: of de munt te handhaven is, is nog maar de vraag. Men is er kennelijk veel te vroeg mee begonnen; eerst had men moeten werken aan verdere federalisering en aan het creëren van een Europees ministerie van financiën.
d.
Pierre Bokma is echt een fantastische acteur. Of het nu om serieuze rollen gaat, zoals in De gravin van Parma of om oppervlakkig TV-amusement, zoals in Het vrije schaep, hij weet zijn rollen altijd overtuigend neer te zetten.
Oefening 8 In de volgende fragmenten is steeds sprake van een argumentatie en twee tegenwerpingen. Van welk argumentatieschema wordt gebruik gemaakt door de eerste spreker? Met welke evaluatievragen kun je de tegenwerpingen in verband brengen? a.
Etienne Perrier is de meest gesnapte tasjesdief in Rotterdam. Als je de meest gesnapte tasjesdief bent, zul je wel een allochtoon zijn.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
4
Tegenwerping 1: Wie zegt dat tasjesdiefstal vooral door allochtonen wordt gepraktiseerd? Tegenwerping 2: Ik weet toevallig dat de moeder van Etienne Perrier geboren en getogen is in Delfshaven! b.
Je kunt maar het beste met vakantie gaan in West-Europa. Er is daar veel te zien, het eten is er meestal voortreffelijk en je hoeft niet allerlei enge inentingen te ondergaan. Als je naar andere gebieden gaat, ligt dat heel anders: voor de tropen moet je je laten inenten en de andere gebieden buiten Europa zijn niet zo interessant. Tegenwerping 1: Blijf jij maar lekker in dat duffe oude Europa. Ik voel meer voor avontuur: een safaritocht door Kenia bijvoorbeeld. Tegenwerping 2: Hoezo de rest minder interessant? New York, Sint-Petersburg, de Grand Canyon, Australië, allemaal oninteressant?
c.
We moeten ervoor zorgen dat vrouwen hun kind zonder problemen op het werk de borst kunnen geven. Dat zou er waarschijnlijk toe leiden dat meer jonge moeders aan het werk blijven. En dat is dringend gewenst. Tegenwerping 1: Ik denk niet dat vrouwen afhaken in het arbeidsproces omdat borstvoeding op het werk lastig is. Als we dat makkelijker maken, haken ze wel om andere redenen af. Tegenwerping 2: Dat is wel een leuk idee, maar dan moeten die jonge moeders hun kind ook meebrengen naar het werk. Dat lijkt me op de meeste werkplekken nogal problematisch.
d.
Aboutaleb kon burgemeester worden van Rotterdam, Albayrak staatssecretaris. De kansen van goed geïntegreerde allochtonen op de arbeidsmarkt zijn niet kleiner meer dan die van autochtonen. Tegenwerping 1: Dat zijn inderdaad twee succesverhalen. Maar ik denk toch niet dat je daaruit kunt opmaken dat hetzelfde voor allochtonen in het algemeen opgaat. Tegenwerping 2: Als je kijkt naar wie er tegenwoordig bij schoonmaakbedrijven en plantsoenendiensten het vuile werk doen, weet je dat het met die kansen nog niet erg goed gesteld is.
Oefening 9 Ga na van welk type argumentatie in de volgende fragmenten gebruik wordt gemaakt en bedenk aan de hand van de bijbehorende evaluatievragen twee relevante tegenwerpingen. a.
In de komende jaren zal het aantal vrouwen in leidinggevende functies flink groeien. Uit recente arbeidsmarktanalyses blijkt dat er een tekort aan leidinggevenden zal ontstaan en van een achterstand in het onderwijs is inmiddels geen sprake meer.
b.
Men moet niet te veel resultaten verwachten van de beveiligingsmaatregelen die in het betaald voetbal kunnen worden getroffen. Of het nu gaat om verscherpt politietoezicht of om een pasjesregeling, het stadion valt niet af te sluiten voor kwaadwillende
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
5
supporters. Banken hebben ook de laatste tien jaar honderden miljoenen in hun kantoren geïnvesteerd om overvallen te voorkomen. Desondanks stijgt het aantal bankovervallen de laatste jaren weer snel. c.
De problemen met kernenergie zijn zo goed als opgelost. Dat is het standpunt van prof.dr.ir. W.A.M. de Moor, directeur van het reactorcentrum in Petten. Hij kreeg bijval van emeritus-hoogleraar prof.dr. P.A.M. Seuren, die de studie kernenergie in Delft zo ongeveer eigenhandig heeft opgezet. Die heren zullen toch wel weten waar ze het over hebben.
d.
De gemeente Almere wil het gebruik van cash geld in winkels helemaal afschaffen. Dat lijkt me een prima idee. Op die manier kun je het aantal overvallen op winkels drastisch terugbrengen.
Oefening 10 In 4.4 en 4.5 worden bij elkaar een tiental drogredenen onderscheiden. Ga in de volgende argumentaties na van welke drogreden gebruik wordt gemaakt en leg uit waarom de argumentatie volgens jou niet door de beugel kan. a.
God moet wel bestaan. Want anders zou het leven zinloos zijn.
b.
Sinds twintig jaar zijn rekenapparaten algemeen verkrijgbaar en ze kosten nog maar een habbekrats. De laatste tijd neemt volgens de onderwijsinspectie de rekenvaardigheid af, zowel bij de leerlingen van de basisschool als bij hun leerkrachten en zelfs bij studenten wiskunde. Je hoeft geen genie te zijn om te begrijpen hoe dat komt.
c.
Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, laat er geen misverstand over bestaan: vegetariërs hebben een lager sterftecijfer dan mensen die veel rood vlees, hotdogs en hamburgers eten.
d.
Je kunt het beste in Utrecht gaan studeren. Die stad is zo gunstig centraal gelegen.
Oefening 11 Ga in de volgende argumentaties na van welke drogreden gebruik wordt gemaakt en leg uit waarom de argumentatie volgens jou niet door de beugel kan. a.
In Amsterdam is men bezig een hoop bordelen op de Wallen te sluiten. Yab Yum is al dicht. Ook de meeste koffieshops zullen eraan moeten geloven. De paddowinkels zijn al eerder dicht gegaan. Het is duidelijk dat onze hoofdstad over een paar jaar meer op een klooster zal lijken dan op een echte metropool.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
6
b.
Van Alkemade is een bank voor vermogende particulieren. Die zal dus niet zo gauw omvallen.
c.
Pierre Bokma is een van de populairste acteurs bij het Nederlandse toneel. Alle toneelliefhebbers zijn immers gek op hem.
d.
Laatst moest ik met de trein van Zwolle naar Den Haag. Het station viel me, zeker vergeleken bij dat van Zwolle, erg tegen: een lelijk jaren-60-gebouw waar men ook nog druk in de weer was met drilboren. Horen en zien verging je. Het plein voor het station was een winderige vlakte, waar de regen vrij spel had. Nee, mooi kun je Den Haag bepaald niet noemen.
Oefening 12 (zie Bijlage 1: ‘Huub Schellekens: genoeg gezeurd over veiligheid’) In het artikel in Bijlage 1 (de Volkskrant, 1 juli 2006) wordt een biotechnoloog, Huub Schellekens, aan het woord gelaten. Hij bepleit het standpunt dat genetisch gemodificeerde organismen veilig zijn. Geef zijn argumentatie weer in een logische redeneervorm, zoals behandeld in 4.2. Is zijn redenering geldig of niet?
Oefening 13 (zie Bijlage 2: ‘Lokfiets geoorloofd om dief te vangen’) In de teksten in Bijlage 2 (NRC Handelsblad, 2 november 2008) is de vraag aan de orde of de politie een lokfiets (die niet op slot staat) mag gebruiken om fietsendieven in de kraag te grijpen. a.
Wat is het belangrijkste argument van advocaat Maarsingh? Maak van zijn argumentatie een Toulmin-analyse.
b.
Van welke type argumentatie maakt Maarsingh gebruik?
c.
Wat is het belangrijkste argument van hoogleraar Tak voor de wenselijkheid van de lokfiets? Maak van zijn argumentatie een Toulminanalyse.
d.
Van welk type argumentatie maakt Tak gebruik?
e.
Tak beargumenteert ook waarom naar zijn mening het inzetten van een lokfiets die niet op slot staat, geoorloofd is. Maak van zijn argumentatie een Toulminanalyse.
f.
Van welk type argumentatie maakt Tak hier gebruik?
g.
Evalueer de gevonden argumenten met behulp van de bijbehorende evaluatievragen.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
7
Oefening 14 (zie Bijlage 3: ‘Taskforce’) Rob Hoogland reageert in het commentaar in Bijlage 3 (De Telegraaf, 3 september 2008) op een advies van de Taskforce Antilliaanse Nederlanders aan de toenmalige minister Vogelaar. a.
Wat is zijn standpunt over het advies? Wat zijn zijn argumenten?
b.
Ga na van welke soorten drogredenen in het artikel gebruik wordt gemaakt.
c.
Hoe beoordeel je de niet-drogredelijke argumentatie?
Oefening 15 (zie Bijlage 4: ‘De pinpasgebruiker blijft toch de pineut’) In de gemeente Almere werd in januari 2009 een ballonnetje opgelaten: maak alle winkels cashloos, dan maak je een eind aan de winkelovervallen. In het artikel in Bijlage 4 (de Stentor, 21 januari 2009) reageert De Graaff op dat voorstel. In het artikel maakt hij gebruik van argumentatie op basis van voor- en nadelen (pragmatische argumentatie). a.
Welk eindstandpunt neemt de Graaff in over het voorstel?
b.
Maak een overzicht van alle voordelige en nadelige gevolgen die De Graaff in stelling brengt.
c.
Hoe beoordeel je de aannemelijkheid van de geschetste gevolgen?
d.
Hoe weeg je de voor- en nadelen? Kom je tot dezelfde slotsom als De Graaff?
Oefening 16 (zie Bijlage 5: ‘Zo krijg je academici nooit voor de klas’) Het tekort aan eerstegraads leraren in het VWO dreigt steeds groter te worden. Om die reden wordt er regelmatig voor gepleit het lerarenberoep en de eerstegraads lerarenopleiding aantrekkelijker te maken voor pas afgestudeerde academici. Het betoog van Rob Kuppens in Bijlage 5, op de opiniepagina Forum van de Volkskrant (1 december 2008), reageert daarop. a.
Ga ervan uit dat de kop boven de tekst, hoewel hij niet in de tekst voorkomt, toch het centrale standpunt weergeeft. Waarom is het zinvol dat te doen?
b.
Welke uitspraak is op te vatten als het directe argument voor dat centrale standpunt? Welke basisgegevens (die betrekking hebben op de criteria voor toelating, op de taken tijdens de opleiding zelf en op aspecten van de latere praktijk) kun je in de tekst aanwijzen? Zijn er nog meer argumenten aanwezig?
c.
Hoe verhouden de basisgegevens zich tot het tussenstandpunt, waarnaar gevraagd werd in vraag 2? Expliciteer de impliciet gebleven noodzakelijke argumenten.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
8
d.
Kun je de basisgegevens beoordelen? Welke overwegingen spelen daarbij een rol?
e.
Beoordeel de argumentatieve stappen die leiden van de basisgegevens naar het centrale standpunt.
f.
Moeten we het centrale standpunt op basis van deze redenering aanvaarden? Motiveer je antwoord.
Oefening 17 (zie Bijlage 6: ‘Niet 5 keer Romeo & Julia’) In het pleidooi in Bijlage 6 uit de cultuurbijlage van NRC-Handelsblad (31 oktober 2008) pleit Wilfred Takken voor wat meer overleg in de toneelwereld. De toneelgezelschappen moeten minder langs elkaar heen werken. a.
Deze tekst heeft de probleem-oplossingsstructuur. Welke oplossing stelt de auteur voor? Welke twee problemen worden er genoemd?
b.
De oorzaken van de problemen worden uitvoerig geschetst. Die uiteenzettingen vormen echter geen onderdeel van de argumentatie. Waarom niet?
c.
Worden de problemen of een van beide problemen wel met argumenten ondersteund? Zo ja, welke?
d.
Zijn tegen de genoemde oplossing bezwaren aan te voeren? Met welke evaluatievragen corresponderen die eventuele bezwaren?
Oefening 18 (zie Bijlage 7: ‘Honderd jaar Springfield, Illinois’) Columniste Heleen Mees reageert in de column in Bijlage 7 op de verkiezing van Barack Obama tot president van de Verenigde Staten (NRC Handelsblad, 14 november 2008). a.
Het centrale standpunt van deze tekst is niet letterlijk verwoord, maar wel af te leiden uit de tekst van een van de drie prominente plaatsen (de kop, het begin en het slot). Welk van drie geeft een aanknopingspunt voor het standpunt. Formuleer dat standpunt, ervan uitgaande dat dat een vergelijking bevat.
b.
De auteur geeft een groot aantal basisargumenten die vooral betrekking hebben op de ene vertakking van de vergelijking. Noem ze. Zijn er ook nog tussenstandpunten aan te wijzen?
c.
Is het centrale standpunt door de gegeven argumentatie voldoende ondersteund? Motiveer je antwoord.
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
9
d.
Het eerste deel van de tekst valt min of meer buiten de eigenlijke redenering. Welke functie vervult het? (Maak daarbij gebruik van paragraaf 3.5.)
Oefening 19 (zie Bijlage 8: ‘Helaas is lang niet iedereen heel speciaal’) In het hoofdredactionele commentaar in Bijlage 8 (de Volkskrant, 18 november 2008) laat de commentator zijn licht schijnen op een onderzoek over de jeugd van tegenwoordig. a.
De auteur geeft (in alinea 3 en vooral in alinea 4) het standpunt weer van de hoogleraar Jan Derksen en gaat dat vervolgens bestrijden. Wordt het standpunt van de hoogleraar correct weergegeven? Motiveer je antwoord.
b.
Via een analogieredenering (alinea 3) probeert de auteur het standpunt van Derksen discutabel te maken. Welke analogie gebruikt hij? Is dat een goed gebruik van analogie?
c.
Vervolgens suggereert de auteur (alinea 4) dat het oordeel dat ‘de’ Nederlandse jeugd narcistisch is, is gebaseerd op een ondeugdelijk gegeven. Heeft hij hier een punt of niet?
d.
In alinea 5 geeft de auteur een alternatieve verklaring voor het narcisme. In hoeverre is het vreemd dat hij dat doet?
e.
De hoogleraar Derksen schetst een generatieprobleem. De alternatieve verklaring uit alinea 5 verandert dat generatieprobleem in een ander soort probleem. Is dat zinvol voor de discussie?
f.
Geeft de titel de kern van het betoog weer? Motiveer je antwoord.
Oefening 20 (zie Bijlage 9: ‘Beter milieu begint bij huwelijk’) In paragraaf 4.6 worden zes stappen aangegeven die samen leiden tot een grondige analyse en evaluatie van een betogende tekst. Pas deze stappen toe op het betoog van Diederik Moomsma en Jonathan Price in Bijlage 9, uit de Volkskrant van 25 maart 2009.
Oefening 21 (zie Bijlage 10: ‘Werk en zorg combineer je anders’) Pas de zes stappen voor analyse en evaluatie van argumentatie (paragraaf 4.6) toe op de opiniebijdrage van Yvonne Benschop, Marieke van den Brink en Berber Pasman in Bijlage 10 (van de opiniepagina Forum van de Volkskrant, 25 maart 2009).
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
10
Bijlage 1: ‘Huub Schellekens: genoeg gezeurd over veiligheid’
(bron: de Volkskrant, 1 juli 2006)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
11
Bijlage 2: ‘Lokfiets geoorloofd om dief te vangen’
(bron: de Volkskrant, 2 november 2008)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
12
Bijlage 3: ‘Taskforce’
(bron: De Telegraaf, 3 september 2008) Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
13
Bijlage 4: ‘De pinpasgebruiker blijft toch de pineut’
(bron: de Stentor, 21 januari 2009) Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
14
Bijlage 5: ‘Zo krijg je academici nooit voor de klas’
(bron: de Volkskrant, 1 december 2008)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
15
Bijlage 6: ‘Niet 5 keer Romeo & Julia’
(bron: NRC Handelsblad, 31 oktober 2008)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
16
Bijlage 7: ‘Honderd jaar Springfield, Illinois’
(bron: NRC Handelsblad, 14 november 2008)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
17
Bijlage 8: ‘Helaas is lang niet iedereen heel speciaal’
(bron: de Volkskrant, 18 november 2008)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
18
Bijlage 9: ‘Beter milieu begint bij huwelijk’
(bron: de Volkskrant, 25 maart 2009)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
19
Bijlage 10: ‘Werk en zorg combineer je anders’
(bron: de Volkskrant, 25 maart 2009)
Oefeningen Argumentatieanalyse Bij: Tekstanalyse: Methoden en Toepassingen, Karreman & Van Enschot (Red.)
20