Bron : Geert Kraye
Steven De Weerdt
Interactieve oefeningen met Excel
DOELSTELLINGEN BIJ INTERACTIEVE EXCEL-OEFENINGEN
1
DOELSTELLINGEN VOOR DE LEERLINGEN: DOELSTELLINGEN VOOR DE LEERKRACHT:
1 2
ALGEMENE INTRODUCTIE EXCEL
2
SCHERMOVERZICHT
WERKBALK SNELLE TOEGANG HET LINT NAVIGATIE
2 2 3 5
AAN DE SLAG
8
DE VERSCHILLENDE STAPPEN. FORMULES AFWERKING HET WERKBLAD BEVEILIGEN. NOG ENKELE NOODZAKELIJKE INSTELLINGEN EN AANPASSINGEN. AANDACHT VOOR LAY-OUT EN VISUELE ASPECTEN AANGEPASTE KLEUR-FEEDBACK HYPERLINKS EN NAVIGATIE. EXTRA POPUP HULPSCHERMPJES. PICTOGRAMMEN ALS FEEDBACK.
8 10 14 15 15 17 17 20 20 20
DOELSTELLINGEN BIJ INTERACTIEVE EXCEL-OEFENINGEN DOELSTELLINGEN VOOR DE LEERLINGEN: De leerlingen oefenen op een speelse en toch leerrijke manier de aangeboden leerstof. De leerlingen ontwikkelen tot autonome leerders. Dat houdt in dat ze: Ze nemen zelf initiatief op een vrij moment een werkblad te maken. in alle leeractiviteiten zoveel mogelijk nadenken over hun eigen leerproces (Waarom doe ik dit? Waarom loopt het fout? Hoe kan ik dit in het vervolg vermijden? Waaraan moet ik blijven oefenen?…) De leerlingen ontwikkelen een gedifferentieerd beeld van zichzelf. Dat houdt in dat ze: kunnen inschatten welke taken ze aankunnen en met welke taken ze moeilijkheden hebben. De leerlingen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. Dat houdt in dat ze: ervaren en uiten dat hun mogelijkheden ontwikkelen. geloven in wat ze al kunnen. doorzetten als ze taken uitvoeren. iets wat ze nog niet kunnen, zien als een uitdaging om bij te leren en de bereidheid tonen om dit te oefenen. De leerlingen aanvaarden dat ze fouten maken. De leerlingen beleven plezier bij het oplossen van de werkbladen. De leerlingen kunnen de computer bedienen. Dat houdt in dat ze: de computer kunnen opstarten. de computer correct kunnen afsluiten. diskettes en Cd -roms plaatsen en uitnemen. de begrippen beeldscherm, toetsenbord, muis, … actief gebruiken. de muispijl gericht bewegen over het scherm en aanwijzen. het numeriek blok gebruiken. het alfanumeriek klavier hanteren. de Esc -toets, Enter -toets, de terugkeertoets en wistoets hanteren. een werkblad van een diskette kunnen openen. De leerlingen kunnen de computer bedienen en houden rekening met de attitudes. Dat houdt in dat ze: de apparatuur met zorg hanteren. aandacht hebben voor de zithouding en de afstand tot het scherm. geduldig kunnen wachten tot de toepassing is gestart. de beurtrol respecteren. een opdracht volhouden en afwerken.
Pagina | 1
DOELSTELLINGEN VOOR DE LEERKRACHT : Interactief Door deze methode van werken kan men zelf werkbladen maken die op interactieve basis samenwerken met de leerling. De leerling krijgt onmiddellijk respons bij het invullen van vragen, opdrachten, toetsen, … Bij foutieve antwoorden wordt de leerling verbeterd. De leerling kan de evaluatie van zijn eigen resultaten onmiddellijk volgen. Goedkoop - gratis Door deze wijze van werken kan men op een heel goedkope wijze zelf een soort van “software” aanmaken. Men kan de oefeningen op diskette plaatsen en meegeven met de leerling naar huis zodat deze ook thuis de betreffende leerstof kan oefenen. Eenvoudig en haalbaar Het is inderdaad echt belangrijk dat leerkrachten deze wijze van werken ervaren als haalbaar. Ze hoeven dus niet echt een informaticus te zijn om tot een redelijk resultaat te komen. Het moet binnen een redelijke tijd tot een succeservaring leiden. Wordt het te moeilijk dan haakt de minder-ict-vaardige leerkracht af.
ALGEMENE INTRODUCTIE EXCEL SCHERMOVERZICHT De werkbalk snellentoegang
Tabbladen
Titelbalk
Het Lint
statusbalk
WERKBALK SNELLE TOEGANG ITEMS AAN DE WERKBALK SNELLE TOEGANG
Schuifbalken
TOEVOEGEN De werkbalk Snelle toegang is een werkbalk die u kunt aanpassen en die een set opdrachten bevat die onafhankelijk zijn van het tabblad dat momenteel wordt weergegeven. U kunt knoppen toevoegen die opdrachten op de werkbalk Snelle toegang voorstellen en u kunt de werkbalk Snelle toegang verplaatsen vanaf een van de twee mogelijke locaties.
Linkerbovenhoek Pagina | 2
Onder het lint
Als de standaardlocatie naast de Microsoft Officeknop zich te ver van uw werkgebied bevindt, kunt u de werkbalk dichter bij het werkgebied plaatsen. Als u de werkbalk onder het lint plaatst, zit deze dicht tegen het werkgebied aan. Als u het werkgebied wilt maximaliseren, kunt u de werkbalk Snelle toegang beter op de standaardlocatie houden.
Klik op Werkbalk Snelle toegang aanpassen Klik in de lijst op Onder het lint weergeven.
.
EEN OPDRACHT DIRECT VANAF HET LINT TOEVOEGEN AAN DE WERKBALK SNELLE TOEGANG U kunt een opdracht toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang vanuit de opdrachten die op het lint worden weergegeven.
Klik op het lint op het juiste tabblad of de juiste groep om de opdracht weer te geven die u aan de werkbalk Snelle toegang wilt toevoegen. Klik met de rechtermuisknop op de opdracht en klik vervolgens op Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang in het snelmenu.
HET LINT Zoals al eerder gezegd heeft het lint zijn eigen functie. Op het lint vindt u alle opties en knoppen die u nodig heeft om de inhoud van uw document aan- en op te maken. Al wat van toepassing is op de inhoud van het document word u binnen het lint gepresenteerd. Het lint is zo ontworpen om u te helpen bij het snel zoeken van deze opdrachten. De opdrachten zijn ingedeeld in logische groepen op tabbladen. Elk tabblad heeft betrekking op een bepaalde soort activiteit, zoals het schrijven of opmaken van een pagina. Zo werkt helpt het lint u uw taak zo snel mogelijk te voltooien.
tabblad dat verschijnt aan om zo de werkbalk zichtbaar te maken. Het grote voordeel hiervan is dat we alle mogelijke opties te zien krijgen.
H ET TABBLAD BESTAND Het ontwerp van de gebruikersinterface heeft grote wijzigingen van Office 2003 naar Office 2007 nu zijn de veranderingen eerder beperkt. Het tabblad Bestand vervangt de Microsoft Office-knop en bevindt zich in de linkerbovenhoek. Het geeft je toegang tot de Microsoft office back office. Als je op het tabblad bestand klikt, zie je dezelfde basisopdrachten als in eerdere versies van Microsoft Office voor het openen, opslaan en afdrukken van een bestand.
H ET TABBLAD S TART Dubbelklik op een van de tabs of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+F1 om het lint tijdens het werken te minimaliseren, zodat alleen de tabnamen worden weergegeven. De opdrachten verschijnen dan alleen op het lint als je op een van de tabnamen klikt of de sneltoets van het tabblad gebruikt. Nadat je op een van de knoppen hebt geklikt, vouwt Excel het Pagina | 3
lint weer samen. Als je nogmaals op een tabnaam dubbelklikt of Ctrl+F1 gebruikt, wordt het lint weer op zijn normale formaat weergegeven.
H ET TABBLAD I NVOEGEN Het tabblad Invoegen bevat opdrachten om verschillende soorten elementen aan werkbladen toe te voegen, zoals draaitabellen, allerlei soorten grafische objecten en afbeeldingen, grafieken, hyperlinks,digitale handtekeningen en speciale symbolen.
H ET TABBLAD P AGINA - INDELING Het tabblad Pagina-indeling bevat opdrachten voor het wijzigen van de pagina-instellingen van een spreadsheet voor het maken van afdrukken. Je vindt er ook knoppen voor het wijzigen van het onderliggende thema in het huidige werkblad, voor het aanpassen van de uitlijning en voor het stapelen van grafische objecten die aan het werkblad zijn toegevoegd met de opdrachten op het tabblad Invoegen.
H ET TABBLAD F ORMULES Het tabblad Formules bevat opdrachten voor het maken en controleren van de formules in een spreadsheet. Er zijn knoppen voor het selecteren van specifieke functies, geordend per categorie, voor het openen van de wizard Functies en voor het optellen van de waarden in een celbereik met de functie Auto-Som. Bovendien heeft het tabblad Formules knoppen om bereiken te benoemen en te beheren en om ze aan formules toe te voegen. Ten slotte heeft het tabblad ook nog knoppen voor het opsporen en verbeteren van fouten in formules en voor het handmatig of automatisch herberekenen van formuleresultaten.
H ET TABBLAD G EGEVENS Het tabblad Gegevens bevat voornamelijk opdrachten die bedoeld zijn voor tabellen in het werkblad. Dit tabblad heeft knoppen om verbinding te maken met externe gegevensbronnen voor het importeren van gegevens uit databasetabellen en voor het beheren en opnieuw gebruiken van deze verbindingen. Er zijn ook nog knoppen voor het sorteren, filteren, valideren, samenvatten en optellen van de gegevens in tabellen, en voor het verrichten van allerlei soorten ‘wat als’-analyses.
H ET TABBLAD C ONTROLEREN Het tabblad Controleren bevat opdrachten om de spreadsheet na te kijken en van commentaar te voorzien. Je hebt de mogelijkheid de spelling te controleren, termen in verschillende online bronnen op te zoeken, synoniemen te bekijken en de tekst op een werkblad in verscheidene andere talen te vertalen. Je vindt er ook knoppen om de beveiliging van werkbladen en werkmappen aan en uit te zetten en om werkmappen te delen met collega’s op hetzelfde netwerk.
H ET TABBLAD B EELD Het tabblad Beeld bevat opdrachten voor het aanpassen en instellen van de werkbladweergave. Dit tabblad heeft knoppen om een andere weergave te selecteren, om allerlei schermonderdelen weer te geven of te verbergen, om in en uit te zoomen op het werkblad, om het werkblad in verschillende vensters op te delen en om deze vensters te rangschikken.
Pagina | 4
NAVIGATIE Om vlot te werken met Microsoft Office Excel 2007 is het van groot belang om vlot en snel de juiste cellen, kolommen en rijen te kunnen selecteren. Daarom moeten we eerst de verschillende o,derdelen van het werkblad van naderbij bekijken. Het werkblad bestaat uit
K OLOMMEN : Een kolom wordt aangeduid met een letter ( C geel gearceerd in het voorbeeld) R IJEN : Een rij wordt aangeduid met een cijfer.(6 rood gearceerd in het voorbeeld) C ELLEN : Op de plaats waar een rij een kolom snijdt spreken we over een cel. Die cel wordt aangeduid met de letter van de kolom en het cijfer van de rij ( C6 oranje gearceerd) bereik: twee of meer cellen op een werkblad. De cellen in een
bereik kunnen aaneengesloten of niet-aaneengesloten zijn SELECTEREN
U kunt cellen, , rijen of kolommen selecteren in een werkblad selecteren. Voer een van de volgende handelingen uit om alle cellen in een werkblad selecteren kan u op een van volgende manieren:
A LLES SELECTEREN .
Druk op CTRL+A. Klik op de knop alles selecteren
K OLOM SELECTEREN
Klik om de letter van de kolom
R IJ SELECTEREN
Klik op het cijfer van de rij
Opmerking: Als het werkblad gegevens bevat en de actieve cel zich boven of rechts van de gegevens bevindt, kunt u op CTRL+A drukken om het huidige gebied te selecteren. Als u nogmaals op CTRL+A drukt, selecteert u het hele werkblad.
Selectie
Procedure
Een afzonderlijke cel
Klik op de cel of druk op de pijltoetsen om naar de cel te gaan.
Een bereik van cellen
Klik op de eerste cel van het bereik en sleep naar de laatste cel. Of klik op de eerste cel van het bereik en houd SHIFT ingedrukt terwijl u de selectie uitbreidt met behulp van de pijltoetsen. U kunt ook de eerste cel in het bereik selecteren en op F8 drukken om de selectie verder uit te breiden met behulp van de pijltoetsen. Als u de selectie niet verder wilt uitbreiden, drukt u nogmaals op F8.
Een groot bereik van cellen
Klik op de eerste cel in het bereik, houd SHIFT ingedrukt en klik op de laatste cel in het bereik. U kunt schuiven om de laatste cel zichtbaar te maken.
Niet-aangrenzende cellen of celbereiken
Selecteer de eerste cel of het eerste celbereik, houd CTRL ingedrukt en selecteer de overige cellen of bereiken. U kunt ook de eerste cel of het begin van het celbereik selecteren en op SHIFT+F8 Pagina | 5
drukken om een of meer volgende niet-aaneengesloten cellen aan de selectie toe te voegen. Als u geen cellen of celbereiken meer aan de selectie wilt toevoegen, drukt u nogmaals op SHIFT+F8. Opmerking Het is niet mogelijk om een cel of celbereik in een niet-aaneengesloten selectie te deselecteren zonder dat u de hele selectie opheft.
Pagina | 6
Aangrenzende rijen of kolommen
Sleep de aanwijzer over de rij- of kolomkoppen. Of selecteer de eerste rij of kolom, houd SHIFT ingedrukt en selecteer de laatste rij of kolom.
Niet-aangrenzende rijen of kolommen
Klik op de kolom- of rijkop van de eerste rij of kolom in de selectie en houd CTRL ingedrukt terwijl u klikt op de kop van de andere kolommen en rijen die u aan de selectie wilt toevoegen.
De eerste of laatste cel in een rij of kolom
Selecteer een cel in de rij of kolom en druk op CTRL+PIJLTOETS (PIJL-RECHTS of PIJL-LINKS voor rijen, PIJL-OMHOOG OF PIJL-OMLAAG voor kolommen).
De eerste of laatste rij in een Microsoft Office Excel-tabel
Druk op CTRL+HOME om de eerste cel van het werkblad of in een Excel-lijst te selecteren. Druk op CTRL+END om de laatste cel van het werkblad of in een Excel-lijst te selecteren die gegevens of opmaakinformatie bevat.
Cellen tot de laatst gebruikte cel in het werkblad (in de rechterbenedenhoek)
Selecteer de eerste cel en druk vervolgens op CTRL+SHIFT+END om de geselecteerde cellen uit te breiden tot de laatste gebruikte cel van het werkblad (rechterbenedenhoek).
Cellen tot het begin van het werkblad
Selecteer de eerste cel en druk vervolgens op CTRL+SHIFT+HOME om de geselecteerde cellen uit te breiden tot het begin van het werkblad.
Meer of minder cellen dan de actieve selectie
Houd SHIFT ingedrukt en klik op de laatste cel die u in de nieuwe selectie wilt opnemen. Het rechthoekige bereik tussen de actieve en de cel waarop u klikt, wordt de nieuwe selectie.
INVOEGEN Lege cellen invoegen in een werkblad Selecteer de cel of het cellenbereik waar u de nieuwe lege cellen wilt invoegen. Selecteer precies evenveel cellen als u wilt invoegen. Selecteer bijvoorbeeld vijf cellen als u vijf lege cellen wilt invoegen.
Klik op het tabblad Start, in de groep Cellen op de pijl naast Invoegen en klik vervolgens op Cellen invoegen.
Als u met de rechtermuisknop op de geselecteerde cellen klikt en vervolgens op Invoegen klikt in het snelmenu opent het dialoog venster Invoegen hier kiest u de richting waarin u de omringende cellen wilt verschuiven.
Opmerkingen
Wanneer u cellen invoegt op uw werkblad, worden alle ingevoegde verwijzingen aangepast, of het nu relatieve of absolute verwijzingen zijn. Hetzelfde geldt voor cellen die u verwijdert, behalve wanneer een formule rechtstreeks verwijst naar een verwijderde cel. Wanneer u wilt dat verwijzingen automatisch worden aangepast, is het verstandig waar mogelijk bereikverwijzingen (zie namen geven) te gebruiken in uw formules in plaats van afzonderlijke cellen op te geven.
Rijen en kolommen invoegen in een werkblad
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u één rij/kolom wilt invoegen, selecteert u de rij/kolom of een cel in de rij/kolom waarboven u de nieuwe rij/kolom wilt invoegen. Wanneer u bijvoorbeeld boven/naast rij/kolom 5 een nieuwe rij wilt invoegen, klikt u op een cel in rij 5. Als u meerdere rijen/kolommen wilt invoegen, selecteert u de rijen/kolommen waarboven/naast u de rijen/kolommen wilt invoegen. Selecteer precies evenveel rijen/kolommen als het aantal rijen/kolommen dat u wilt invoegen. Selecteer bijvoorbeeld drie rijen/kolommen als u drie nieuwe rijen/kolommen wilt invoegen. Als u niet-aangrenzende rijen/kolommen wilt invoegen, houdt u CTRL ingedrukt terwijl u niet-aangrenzende rijen/kolommen selecteert.
Pagina | 7
AAN DE SLAG Om interactieve oefeningen in Excel te kunnen maken moet je in de eerste plaats beschikken over Microsoft Office Excel. Houd er ook rekening mee dat alle beging moeilijk is, je zult zien dat het na verloop van tijd kinderspel wordt. Bijt dus door als het even wat moeilijker gaat. Je moet ook niet altijd het warm water uitvinden, ga met google opzoek naar goede voorbeelden gebruik ze, pas ze aan, neem ideeën over en verbeter ze. Om in Google gemakkelijk Excel bestanden te vinden gebruik je volgende zoek tip.
Trefwoord spatie filetype:gewenste bestandstyp Optellen tot 100 filetype:xls DE VERSCHILLENDE STAPPEN. ACHTERGRONDKLEUR VAN ONS OEFENBLAD BEPALEN. We openen Microsoft office EXCEL. klik op de “hoek” van het excelwerkblad om het volledige werkblad te selecteren. We kleuren alle cellen in dezelfde achtergrondkleur.
Let op: Bij het kiezen van de kleur kan je vrij kiezen. Houd wel rekening met de symboolfunctie van bepaalde kleuren. Deze “geladen” mag je niet zomaar gebruiken maar gebruiken voor bepaalde zaken aan te geven. GELADEN KLEUREN
ROOD GROEN
= gebruiken we voor FOUT-meldingen = gebruiken we voor JUIST-meldingen
WIT
= gebruiken we voor INVUL-zones
GEEL
= gebruiken we voor HULP-verwijzingen
Wie zich toch niet wil houden aan deze kleurencode moet de eigen kleurencode wel consequent gebruiken zodat de leerlingen niet telkens in verwarring worden gebracht.
INSTELLEN VAN DE NODIGE KOLOMMEN. In onze standaardoefening hebben je 6 kolommen nodig. Daarvan zullen uiteindelijk slechts 5 kolommen zichtbaar moeten blijven Voorzie best ook scheidingsruimte aan de linkerkant en aan de rechterkant. De eerste kolom is de kolom voor het nummer van de vraag. De tweede kolom is de kolom voor de vraag. De derde kolom is de kolom voor het antwoord van de leerling Pagina | 8
De vierde kolom is om er het juiste antwoord te plaatsen (door de leerkracht) Deze kolom wordt later verborgen voor de ogen van de leerling. De vijfde kolom is bedoeld als evaluatie van het gegeven antwoord. Hier komt de verbetering van het eventueel foutief gegeven antwoord of een feedback bij het gegeven antwoord. De zesde kolom dient voor het geven van punten. Maak de kolommen zo breed als voor de vragen, de antwoorden, de evaluatie en de punten. Geef de verschillende cellen een passend kleur Typ de passende titels op de juiste plaats Een smalle kolom A als scheidingsruimte Deze kolom met de voorziene antwoorden zal later onzichtbaar zijn voor de leerlingen We zorgen voor een kleurrijke opmaak waardoor de leerlingen alles als wat speelser ervaren. Hou wel rekening met de geladen kleuren. De velden waar men zal moeten invullen houden we WIT
OPMAAK EN UITLIJNEN VAN CELLEN We selecteren de cel of cellen die we willen opmaken en uitlijnen. In vroegere versies van Excel moest je alle instellingen doen via “cel eigenschappen”. In Office 2010 kan je via het lint alles opmaken.
Pagina | 9
FORMULES FORMULE TOEVOEGEN VOOR DE FEEDBACK . Wanneer eeen leerling een fout antwoord geeft willen we er voor zorgen dat hij direct feedback krijgt op het gegeven antwoord. We gaan dit doen aan de hand van een formule waardoor dit werkblad interactief wordt. Om dit te doen gebruiken we de functie “ALS”.
ALS Met ALS kunt u conditionele tests uitvoeren op waarden en formules. Met andere woorden Testen we de inhoud van een bepaalde cel en afhankelijk van het resultaat van die test (waar of onwaar) kan er een tekst, een getal, een andere test of een formule uitgevoerd worden. De mogelijk heden zijn bijna onbeperkt we bekijken eerst de opbouw van deze functie.
ALS(logische_test;waarde-als-waar;waarde-als-onwaar) Logische-test is een waarde of expressie die resulteert in de waarde WAAR of ONWAAR. Zo is A2=10 een logische expressie.Als de waarde in cel A2 gelijk is aan 10, resulteert de expressie in de waarde WAAR; in het andere geval is het resultaat ONWAAR. In dit argument kunt u alle vergelijkingsoperators gebruiken.
Pagina | 10
Vergelijkingsoperator
Functie
Voorbeeld
= (gelijkteken)
Gelijk aan
A1=B1
> (groter-dan-teken)
Groter dan
A1>B1
< (kleiner-dan-teken)
Kleiner dan
A1
>= (groter-dan-of-gelijk-aan-teken)
Groter dan of gelijk aan
A1>=B1
<= (kleiner-dan-of-gelijk-aan-teken)
Kleiner dan of gelijk aan
A1<=B1
<> (niet-gelijk-aan-teken)
Niet gelijk aan
A1<>B1
waarde-als-waar is de waarde die wordt geretourneerd als logische_test WAAR is. Als dit argument bijvoorbeeld de tekenreeks "Binnen het budget" is, en het argument logische_test de waarde WAAR oplevert, geeft de functie ALS de tekst "Binnen het budget" weer. Als logische_test WAAR is, en waarde-als-waar leeg is, resulteert dit argument in de waarde 0 (nul). U kunt het woord WAAR weergeven door de logische waarde WAAR te gebruiken voor dit argument. waarde-als-waar kan ook een andere formule zijn.
waarde-als-onwaar: is de waarde die wordt geretourneerd als logische_test ONWAAR is. Als dit argument bijvoorbeeld de tekenreeks "Budget overschreden" is, en het argument logische_test de waarde ONWAAR oplevert, geeft de functie ALS de tekst "Budget overschreden" weer. Als logische_test ONWAAR is, en waarde-als-onwaar is weggelaten (er staat geen komma achter waarde-als-waar), wordt de logische waarde ONWAAR geretourneerd. Als logische_test ONWAAR is, en waarde-als-onwaar leeg is (er staat een komma achter waarde-als-waar, gevold door het haakje sluiten), wordt de 0 (nul) geretourneerd. waarde-als-onwaar kan ook een andere formule zijn. Het spreekt voor zich dat deze functie ons een waaier aan mogelijkheden biedt. Je hebt echter zoveel mogelijkheden dat je een aantal keuzes moet maken. Wat ga je weergeven in je feedback ?
Pagina | 11
HET JUISTE ANTWOORD ALS FEEDBACK GEGEVEN
ALS cel D6 gelijk is aan cel E6 toon dan “prima” ALS cel D6 NIET gelijk is aan cel E6 toon dan cel E6 (het antwoord) De formule die we moeten invoegen in cel F6 om wat hierboven beschreven staat te bekomen is de volgende, in te vullen in de kolom ‘evaluatie’Selecteer dus eerst deze cel en typ dan de onderstaande formule over. Het is essentieel dat deze formule in de JUISTE CEL staat !
=ALS(D6=E6; "Prima";E6) LET OP: Vergeet niet te beginnen met het gelijkheidsteken (=) Hoofdletters of kleine letters spelen geen rol Vergeet geen enkel teken of lettertje Voeg GEEN extra spaties toe Je ziet dat dit nog niet goed is. Als er niets ingevuld is worden de juiste antwoorden getoond. Dit lossen we
later wel op.
B IJ EEN FOUTIEF ANTWOORD WORDT HET “ FOUT ” ALS FEEDBACK GEGEVEN ALS cel D6 gelijk is aan cel E6 toon dan “prima” ALS cel D6 NIET gelijk is aan cel E6 toon dan’fout’ De formule die we moeten invoegen in cel E6 om wat hierboven beschreven staat te bekomen is de volgende, in te vullen in de kolom “evaluatie” Selecteer dus eerst deze cel en typ dan de onderstaande formule over. Het is essentieel dat deze formule in de JUISTE CEL staat ! De formule in deze cel
=ALS(D6=E6; "Prima";"Fout") Je ziet ook hier dat dit nog niet perfect is. Als er niets ingevuld is krijg je al dat het fot is niet echt motiverend.
Pagina | 12
Om onze formule mooi af te werken vcoorzien we nog een stukje dat er voor zorgt dat er “vul in” verschijnt als er nog geen antwoord gegeven is. Pas de formule als volgt aan:
=ALS(D6="";"Vul in!";ALS(D6=E6; "Prima";E6))
=ALS(D6="";"Vul in!";ALS(D6=E6; "Prima";"Fout")) Voeg een extra als in die eerst test of dat de waarde in cel d6 gelijk is aan niets ("") als dit zo is zal er vul in verschijnen anders word de test die we daarstraks gemaakt hebben uitgevoerd.
Pagina | 13
FORMULE TOEVOEGEN VOOR DE PUNTEN. Nu gaan we de formule invoegen voor de evaluatie met punten (points) Kort omschreven kan je het zo verwoorden: ALS cel D6 gelijk is aan cel E6 toon dan 1 en in het andere geval 0 We typen volgende formule in de cel F6 in de kolom van de PUNTEN Deze formule heeft als gevolg dat wanneer het antwoord gegeven door de leerling overeenkomt met het antwoord dat voorzien werd door de leerkracht men 1 punt krijgt, wanneer het antwoord van de leerling niet overeenkomt met het antwoord van de voorziene antwoord van de leerkracht dan krijgt men 0 punten !
=ALS(D6=E6; 1;0) VRAGEN EN ANTWOORDEN TOEVOEGEN. Het belangrijkste is nu achter de rug. Nu gaan we enkel nog wat vragen en antwoorden invullen en nadien zorgen we voor de afwerking. We plaatsen een vraag in cel B6, we plaatsen het juiste antwoord in cel D6 We plaatsen een tweede vraag in cel B7, we plaatsen het juiste antwoord in cel D7 En zo verder voor alle andere vragen …. Kijk voor het resultaat op de volgende screenshot !
AFWERKING DE KOLOM MET DE ANTWOORDEN VERBERGEN . Nu moeten we er nog voor zorgen dat de kolom met de antwoorden niet meer zichtbaar is voor de leerlingen ! We selecteren de kolom die verborgen moet worden door op de betreffende kolomkop te klikken (we gaan dus NIET de cellen selecteren maar de volledige kolom) In ons voorbeeld is dat kolom E (oplossing) We klikken met de rechtermuisknop op de kolomknop Een contextmenu verschijnt en we kiezen hier voor “Verbergen” De kolom is nu weg… In de alfabetische volgorde van de kolomknoppen ontbreekt nu de letter “D” Om terug zichtbaar te maken ga je als volgt tewerk: Selecteer de kolom ervoor en erna. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde kolomknoppen. Een contextmenu verschijnt weer en we kiezen hier voor “Zichtbaar maken”
DE BLOKKERING INSTELLEN. Nu gaan we de beveiliging in orde brengen ! We gaan ervoor zorgen dat de leerlingen geen wijzigingen kunnen aanbrengen in ons werkblad. Ze zullen enkel en alleen in de WITTE cellen kunnen werken van kolom C ! Al de rest wordt later beveiligd met een wachtwoord ! We selecteren nu dus al de witte cellen. Pagina | 14
We klikken rechts OP de geselecteerde cellen (er opent zich een contextmenu) We klikken op “celeigenschappen” We klikken op het tabblad “bescherming” en vinken “Geblokkeerd” UIT ! Hier verwijderen je het vinkje. Deze cellen zullen niet langer beveiligd zijn als we het werkblad blokkeren.
DE FORMULES VERBERGEN . Als we een beetje pientere leerlingen in onze klas hebben dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat ze de formule willen ontrafelen. Om de formule te verbergen ga je als volgt te werk: Selecteren de cellen waar de formules staan. klik rechts OP de geselecteerde cellen (er opent zich een contextmenu) We klikken op “celeigenschappen” We klikken op het tabblad “bescherming” vink“Geblokkeerd” AAN “Verborgen” AAN
Het werkblad beveiligen . Nu gaan we ons werkblad beveiligen voor de leerlingen ! We zorgen ervoor dat alles klaar is … nadien kunnen we (zolang het werkblad beveiligd is) geen wijzigingen meer aanbrengen. Voor de beveiliging gaan we als volgt te werk ! Klik in het lint op het tabblad “controleren” Klik nu op “blad beveiligen …” Vul het wachtwoord in en klik op OK Vul het wachtwoord een tweede keer in en klik weer op OK Nu is jouw werkblad beveiligd ! (onthoud je wachtwoord !) Voor het opheffen van de beveiliging gaan we als volgt te werk ! Klik in het lint op het tabblad “controleren” Klik nu op “beveiliging opheffen …”
Nog enkele noodzakelijke instellingen en aanpassingen . Pagina | 15
We zorgen ervoor dat de cellen NIET automatisch worden aangevuld ! Klik in het lint op het tabblad “bestand” Klik nu op “opties” Klik nu op “geavanceerd” Vink in de groep “opties voor bewerken” de optie “automatisch aanvullen voor celwaarden activeren” UIT Klik op OK
Pagina | 16
AANDACHT VOOR LAY -OUT EN VISUELE ASPECTEN DOEL
VAN EEN VISUEEL AANTREKKELIJKE EN NUTTIGE OPMAAK:
De leerlingen krijgen steeds een visueel aantrekkelijke feedback waardoor de motivatie om foutloos te werken steeds gestimuleerd wordt. Ook leerlingen die nog niet zo taalvaardig zijn kunnen door deze lay-out de eigen resultaten beter opvolgen. Voor de jonge leerlingen en voor de leerlingen uit het BuO zijn er extra mogelijkheden. De leerlingen krijgen een visueel aantrekkelijke foutenanalyse, met punten en voorzien van een korte verbale commentaar.
AANGEPASTE KLEUR-FEEDBACK Met voorwaardelijke opmaak kan u gemakkelijk interessante cellen of celbereiken markeren, afwijkende waarden benadrukken en gegevens inzichtelijk maken door het gebruik van gegevensbalken, kleurenschalen en pictogramseries. Voorwaardelijke opmaak wijzigt het uiterlijk van een cellenbereik op basis een voorwaarde (of criterium). Als de voorwaarde waar is, wordt het cellenbereik opgemaakt op basis van die voorwaarde; als de voorwaarde onwaar is, wordt het cellenbereik niet opgemaakt op basis van die voorwaarde. Voorbeeld: we maken een punten lijst op waarin we snel willen zien wanneer een leerling minder dan 5 op 10 haalt. Als dit zo is wordt de cel in het rood weergegeven.
VOORWAARDELIJKE OPMAAK TOEPASSEN Je kan je voorwaardelijke opmaak geven op verschillende criteria. Het gamakkelijkste is echter Snelle opmaak
Selecteer een cellenbereik of zorg ervoor dat de actieve cel zich in een tabel of draaitabelrapport bevindt. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Markeringsregels voor cellen. Selecteer de gewenste opdracht, zoals Tussen, Gelijk aan test met of Een datum op. Voer de waarden in die u wilt gebruiken en kies vervolgens een opmaak.
Pagina | 17
OPGELET De voorwaarden zijn natuurlijk gekoppeld aan de instellingen van de evaluatiekolom … De termen “vul in” en “prima” moeten dan ook daar terug te vinden zijn.
MOGELIJKHEID 2 We kunnen nog andere Feedback-elementen toevoegen … Een verbale commentaar naargelang het reeds bereikte resultaat … Een passend kleur bij het behaalde totaalresultaat … DIT KAN HET RESULTAAT ZIJN … (zie schermafdrukken hieronder) … Indien er niks juist is ingevuld verschijnt dit scherm
Indien er 5 antwoorden van de tien juist zijn verschijnt dit scherm
Indien er 7antwoorden van de tien juist zijn verschijnt dit scherm
Dit kan je ook eens uitproberen bij het voorbeeld bestand.
HOE GAAN WE TE WERK ? Pagina | 18
We hebben 3 “zones” nodig. een “lange balk”-zone voor de feedback. een “cijfer”zone voor het behaalde resultaat. een zone voor de tekst “op 10”. (Dit vullen we gewoon in) Voor de “lange balk”-zone selecteren we de nodige cellen en klikken op Om deze cellen samen te voegen. We kleuren deze cel nu ROOD We vullen volgende FORMULE in in de formulebalk. Vergeet geen enkele komma of ander tekentje !!!!
=ALS(G17<5;"Dat kan beter"; ALS(G17<7;"dit is al iets beter";”goed gewerkt")))
Nu nog de voorwaardelijke opmaak !!! We leerden reeds voordien hoe we dit moeten aanpakken … Zorg er voor dat je hetzelfde resultaat bekomt als op de volgende schermafdruk! Voor de “cijfer”-zone selecteren we de nodige cel. We kleuren deze cel nu ROOD We vullen volgende FORMULE is in de formulebalk. =SOM(G6:G15) Vergeet geen enkele komma of ander tekentje !!!! Je kan dit ook automatisch doen door de cel te selecteren en dan op de knop AutoSom te klikken Nu nog de voorwaardelijke opmaak !!! We leerden reeds voordien hoe we dit moeten aanpakken … Zorg er voor dat je hetzelfde resultaat bekomt als op de volgende schermafdruk!
Pagina | 19
HYPERLINKS EN NAVIGATIE. DOEL VAN HYPERLINKS EN NAVIGATIE : Deze vereenvoudigen het doorbladeren van de interactieve werkbladen. Enkel door te klikken op knoppen en icoontjes kan de leerling zijn weg vinden. Dit is niet ECHT nodig omdat ook Excel zelf bepaalde navigatiemiddelen voorziet (tabbladen, …) Maar het beïnvloed het gebruiksgemak op positieve wijze. Door het uitwerken van een duidelijke navigatie door de werkbladen kunnen ook extra mogelijkheden geïntegreerd worden in deze toepassing zoals hyperlinks naar hulpschermen en verwijzingen naar algoritmen.
HOE GAAN WE TE WERK BIJ HET MAKEN VAN NAVIGATIEKNOPPEN : We kunnen kiezen tussen blokpijlen of prenten naargelang de doelgroep of volgens persoonlijke smaak. Wie pijlen gebruikt moet weten dat naar: RECHTS = verder zoeken LINKS = terugkeren Pijlen tekenen doen we via Autovormen dan klikken op Blokpijlen en een pijlsoort kiezen Je kan aan pijlen tekst toevoegen door ze te selecteren en te typen. Om een hyperlink te maken ga je als volgt tewerk. Klik met de rechtermuisknop op de pijl en kies Hyperlink… Kies in de linker kolom ‘Plaats in dit document.’ HIER verwijs je naar de cel Hier verwijs je naar het werkblad Let wel op dat je bij het aanbrengen van hyperlinks steeds goed nadenkt over de structuur van je navigatie. Wie een hyperlink legt naar een hulpscherm moet ook een hyperlink leggen om terug naar het oefenscherm te keren. Bedenk dus EERST heel goed HOE je navigatie door het verschillende schermen zal gebeuren. Je kan ook hyperlinks koppelen aan prentjes of icoontjes welke we van internet halen.
EXTRA POPUP HULPSCHERMPJES. DOEL POPUP HULPSCHERMPJES: Wil je nog extra hulpschermen integreren welke automatisch verschijnen als men met de muis over een cel komt dan gaan we als volgt te werk. De leerling hoeft niet te navigeren. Het hulpschermpje verschijnt boven het oefenscherm. Deze POPUP hulpschermen zijn herkenbaar aan het rode driehoekje in de rechterbovenhoek van de betrokken cel.
HOE GAAN WE TE WERK ? We klikken rechts op de cel welke we willen voorzien van een passende opmerking. We klikken op Opmerking invoegen Een klein lichtgeel schermpje verschijnt ! Daar kan je zelf een begeleidende tekst invullen ! Je bekomt dan eventueel volgend resultaat (zie hieronder) Je merkt nu dat er een ROOD driehoekje te zien is aan de rechterbovenhoek. Wanneer je met de muis over dat veld beweegt dan verschijnt het kleine schermpje !
PICTOGRAMMEN ALS FEEDBACK. DOEL EN FUNCTIE VAN PICTOGRAMMEN : In de laagste klassen van het Lager Onderwijs en ook in het Buitengewoon Onderwijs is het soms niet haalbaar om talige feedback te geven. Het gebruik van pictogrammen is dan wel aangewezen.
PICTOGRAMMEN HAAL JE BIJ “WINDINGS”: Pagina | 20
Bij de lettertypes die beschikbaar zijn in Office kan je ook kiezen voor “Windings” Een tabelletje: (let op soms hoofdletter soms kleine letter) De formule in de evaluatiekolom moet natuurlijk ook aangepast worden. =ALS(C6=D6;"J";ALS(C6=G6;"K";ALS(G6<>D6;"L")))
Pagina | 21
Pagina | 22