2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen Oefening 7.: Gegevens invoeren � Open een nieuw document. � Vul uw scherm in zoals hieronder weergegeven.
� Bewaar de map onder de naam “Factuur”. Oefening 8.: Kolombreedte instellen m.b.v. de kolomgrenzen � Neem uw document “Factuur” uit voorgaande oefening of open het document “Factuur-A-Kolombreedtes”. � Pas de breedte van de kolommen A t/m D aan de inhoud aan, door deze kolommen te selecteren en te dubbelklikken op een van de kolomgrenzen. � Stel breedte van kolom-A in, zoals hieronder weergegeven, door de begrenzing tussen de kolommen A en B te verslepen.
� Selecteer de kolommen B t/m D. � Plaats de muisaanwijzer tussen de kolomletters op de rechter kolomgrens van één van deze drie kolommen en sleep deze tegen de linker kolomgrens aan. De kolommen zijn nu onzichtbaar geworden. De kolommen zijn echter nog wel geselecteerd. � Schakel de selectie uit door op een willekeurige plaats in het werkblad te klikken. ©CTS/Advies
19-12-2014
Pag.nr.: 35/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
� Plaats de muis iets rechts van de begrenzing tussen de kolommen A en E. Als u de muis goed heeft gepositioneerd, dan vertoont de muisaanwijzer een dubbele verticale streep. Trek nu de kolomgrens naar rechts. Kolom D wordt weer zichtbaar. � Maak op deze manier ook kolom-C en tot slot kolom-B weer zichtbaar. � Klik in het vakje in de linker bovenhoek van het werkblad. Hierdoor wordt het hele werkblad, dus alle kolommen en alle rijen, geselecteerd. � Sleep twee kolomgrenzen tegen elkaar en sleep vervolgens twee rijgrenzen tegen elkaar. Het hele werkblad is nu onzichtbaar geworden. � Sleep de rechter kolomgrens van het vakje een kolombreedte naar rechts en sleep de onderste rand van het vakje één regel naar beneden. Het gehele werkblad wordt nu weer zichtbaar. � Laat het hele werkblad geselecteerd staan en dubbelklik éénmaal op een kolomgrens en éénmaal op een rijrand. Alle kolommen krijgen hun ‘best passende’ hoogte en alle rijen krijgen hun standaardhoogte terug. � Versmal kolom-A zodat de tekst nog net in zijn geheel te lezen is. � Selecteer tot slot de kolommen B t/m D en maak deze beiden 8 tekens breed. De juiste breedte ziet u tijdens het verslepen van de kolomgrenzen, bij de muisaanwijzer vermeld. Oefening 9.: Formules absoluut en relatief kopiëren � Activeer uw document “Factuur” uit voorgaande oefening of open, indien u dit niet meer hebt, het document “Factuur-B-formules”. � Plaats in cel E7 het woordje: “Exclusief”. � Plaats in cel E8 een formule die het tarief in cel C8 en het aantal uren in cel D8 met elkaar vermenigvuldigt. U vindt het antwoord achter in deze handleiding. � Plaats in cel F7 het woordje: “BTW”. � Plaats in cel F8 een formule die het bedrag in E8 vermenigvuldigt met de BTW in cel B6. U brengt de verwijzingen naar cellen aan door, bij het intypen van de formule, deze cellen aan te klikken. Druk echter, na het aanklikken van cel B6 een paar maal op functietoets F4, zodat er een dollarteken voor het cijfer-6 komt te staan.
CTS/Advies
19-12-14
36/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
� Plaats in cel G7 het woordje: “Inclusief”. � Plaats in cel G8 een formule die het bedrag in E8 optelt bij het bedrag in F8. U vindt het antwoord achter in deze handleiding. � Selecteer de cellen E8 t/m G8. � Dubbelklik op het selectieknopje U ziet dat de formules over de hoogte van de tabel, naar beneden gekopieerd worden. Oefening 10.: Rijen en kolommen invoegen � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur C-rijen invoegen”. � Selecteer het gebied A3 t/m G13. � Plaats de muis op de onderrand van het geselecteerde gebied en sleep het gehele gebied één regel naar beneden. � Selecteer de gehele rij 4 door op het rijnummer te klikken. � Plaats de muisaanwijzer op het selectieknopje dat u geheel links op de onderste regel van de geselecteerde regel ziet. � Versleep het selectieknopje met ingedrukte ‘Shift-toets’ één regel naar beneden. Als u deze handeling correct uitvoert, dan wordt een lege regel ingevoegd. � Selecteer regel 9 en druk de ‘Control-toets’ en het plusteken tegelijkertijd in (als het plusteken aan de bovenzijde van een toets staat, dan moet u dus ook de ‘Shift-toets’ indrukken). � Voeg op de zelfde wijze in de tabel een lege regel in onder “Detailtekening”. � Selecteer kolom-E en voeg een lege kolom in door tegelijk op de ‘Control-toets’ en het plusteken te klikken. Het resultaat moet er uit zien als in onderstaand voorbeeld.
CTS/Advies
19-12-14
37/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Oefening 11.: De Som-knop � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur D-Somfunctie”. � Selecteer cel D13 en klik op de som-knop in het groepsvak ‘Start – Bewerken’ [Home – Editing]. U ziet dat automatisch een somformule wordt ingevuld die de twee getallen er boven optelt. � Klik nogmaals op dezelfde knop of druk op ‘Enter’ om de formule in de cel in te voeren. � Selecteer cel D18 en dubbelklik de som-knop. U ziet dat nu een somformule wordt ingevuld die de overige cijfers uit de kolom optelt. Controleer de telling door met de muis de cellen D14 t/m D17 te selecteren. Het totaal van de getallen binnen de selectie verschijnt dan op de statusregel. � Selecteer cel D19 en klik de som-knop. U ziet dat nu een somformule wordt ingevuld die de twee subtotalen bij elkaar optelt.
� Druk op ‘Enter’ op de formule in te voeren in de cel.
CTS/Advies
19-12-14
38/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Oefening 12.: kopiëren met de Control-toets � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur E-kopiëren”. � Plaats in cel A13 de tekst “Subtotaal”. � Kopieer de inhoud van deze cel naar de cel A18, door deze er met de ‘Control-toets’ ingedrukt, aan de rand van de selectie, naar toe te slepen. � Type in cel A19 de tekst “Totaal”. � Selecteer cel E11 t/m E19. � Plaats in cel E11 het Euro-teken “€” u kunt dit doen door de toetscombinatie ‘Control+Alt+5’in te drukken of met de optie ‘Invoegen – Symbolen – Symbool’ [Insert – Symbols – Symbol]. � Druk de toetscombinatie ‘Control+Enter’ in. U ziet dat het euroteken niet alleen in de cel wordt, ingevoerd maar tevens naar alle geselecteerde cellen gekopieerd wordt. � Versmal kolom-E door te dubbelklikken op de celgrens tussen “kolomkop-E” en “kolomkop-F”. � Selecteer kolom-C en versleep deze aan de rand met ingedrukte ‘Shift-toets’ naar een positie tussen kolom-D en kolom-E. � Selecteer de cel C13 met de somformule. � Kopieer deze formule naar cellen F13 door deze aan de rand met ingedrukte ‘Control-toets’ hiernaar toe te verslepen. � Kopieer de formule in cel F13 naar de cellen G13 t/m H13 door het selectieknopje twee cellen naar rechts te slepen. � Kopieer op de zelfde wijze de formules in de cellen C18 en C19 naar de cellen F18 t/m H19 � Selecteer de rijen 4 en 5 door met de muis over de rijnummers te slepen. � Versleep de selectie met ingedrukt ‘Shift-toets’ naar een positie tussen regel 9 en 10. � Beide regels worden op de nieuwe positie tussen gevoegd. � Selecteer kolom-E. � Sleep een kopie van kolom-E naar een positie tussen kolom-F en kolom-G door deze met ingedrukte ‘Shift-toets’ en ingedrukte ‘Control-toets’ hier naartoe te slepen. � Sleep vervolgens normaals een kopie van deze kolom naar een positie tussen de kolom-H en kolom-I.
CTS/Advies
19-12-14
39/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
� Plaats op dezelfde manier een kopie voor de laatste kolom met getallen. Oefening 13.: Getalsopmaak met het Lint � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-F-Getalspmaak”. In het navolgende gaan wij het euroteken in de kolom voor de getallen plaatsen. Daartoe gaan wij eerst weer de extra kolommen I, G en E verwijderen. � Selecteer kolom-E, kolom-G en kolom-I. Dit is een meervoudige selectie, dus dat doet u door met de ‘Control-toets’ ingedrukt op de kolomletters te klikken. � Druk vervolgens op ‘Control-toets’ en het minteken. Alle drie de kolommen worden tegelijkertijd verwijderd. � Selecteer in het werkblad de cellen D11 t/m G19. � Klik onder de tab ‘Start’ [Home] in de groep ‘Getal’ [Number] op de knop ‘Duizendtalnotatie’ [Comma Style]. De geselecteerde cellen worden met twee cijfers achter het decimaalteken weergegeven. � Pas zo nodig de kolombreedte aan. � Laat de cellen D11 t/m G19 geselecteerd staan. � Verwijder de getallen achter het decimaalteken door tweemaal op de knop te klikken om het aantal decimalen te verlagen. � Geeft het percentage in cel B6, met de knop in het ‘Lint’, een weergave met één cijfer achter de komma. � Selecteer de cellen D11 t/m G19 en geeft de getallen de ‘Financiële getalnotatie’ [Accounting Number Format].
CTS/Advies
19-12-14
40/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Oefening 14.: Getalsopmaak met het dialoogkader � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-G-Getalsopmaak-aangepast”. � Selecteer de cellen C11 t/m C19. � Klik op het kleine zwarte diagonale pijltje dat u rechts onder in het groepsvak voor de getalsopmaak ziet. U krijgt nu het dialoogkader voor de getalsopmaak op het scherm. � Klik op de groep ‘Aangepast’ [Custom]. � Type in het tekstvak onder het woordje “Type” de getalsopmaak: 0 “uur”. � Klik op ‘OK’. � In het voorbeeld ziet u achter de getallen het woord “uur” verschijnen. � Selecteer de cellen D11 t/m G19 en bekijk de getalsopmaak die is toegekend in het dialoogkader voor de getalsopmaak. � Wijzig de opmaak zodat voor de getallen het woord “Euro” verschijnt. � Bekijk het resultaat in het werkblad. Pas zonodig de kolombreedte weer aan. Bij negatieve getallen staat het minteken voor het getal en als de waarde 0 is, dan wordt een streepje in de cel weergegeven. � Wijzig de opmaak zodat bij de negatieve getallen het minteken en bij de positieve getallen een spatie ter breedte van een minteken achter de getallen verschijnt. � Bekijk het resultaat in het werkblad. Pas zonodig de kolombreedte weer aan. � Wijzig de opmaak, zodat als het getal ‘0’ is, er helemaal niets in de cel verschijnt.
CTS/Advies
19-12-14
41/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Oefening 15.: Datumopmaak met het dialoogkader � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-H-Datumopmaak-aangepast”. � Plaats in cel B4 de formule =NU() [=NOW()]. � Geef met het dialoogkader voor de getalsopmaak de datum de opmaak: dddd d mmmm jjjj [dddd d mmmm yyyy]. Maak de cel zo nodig breder om het resultaat te kunnen bekijken. � Geef met het dialoogvenster voor de getalsopmaak, de datum in cel B4 de opmaak : mm-dd-jj [mm-dd-yy] � Dubbelklik de kolomgrens tussen de letters “B” en “C” om de kolom ‘passend’ te maken. U krijgt nu eerst de maand en dan de dag te zien. Dit is de Amerikaanse manier om datums weer te geven. Oefening 16.: Voorwaardelijke opmaak � Selecteer de regels met getallen in de tabel. � Gebruik de voorwaardelijke opmaak om een regel te maken die alle regels rood maakt waarvan de omschrijving in de eerste kolom het woord “Subtotaal” is. Oefening 17.: Tekenopmaak met de knoppen in het ‘Lint’. � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-I-Tekenopmaak”. � Maak met behulp van de knoppen in het ‘Lint’ [Ribbon] de letters van de tekst in de cellen A1 en A2, ‘Schuin’ [Italic], 14 punts en ‘Vet’ [Bold]. � Geef de tekst in cel A8 een dubbele onderstreping [Double underline].
CTS/Advies
19-12-14
42/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
� Maak de inhoud van de cellen, C10 t/m G10 en A13 t/m G13 en A18 t/m G19 allemaal tegelijk (meervoudige selectie dus) ‘Vet’ [Bold]. Oefening 18.: Uitlijning met de knoppen in het ‘Lint’. � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-J-Uitlijning”. � Centreer met behulp van de knoppen in het ‘Lint’ [Ribbon] de tekst in de cellen C10 t/m G10. � Plaats de tekst in cel B5 rechts in de cel. � Selecteer de cellen A1 t/m G1. � Laat de inhoud van de cel A1 klik op de knop ‘Samenvoegen en centreren’ [Merg & Center]. � Doet hetzelfde met de inhoud van cel A2. Het samenvoegen van cellen verstoort de structuur van kolommen en rijen. Dit kan bij bepaalde functies van Excel problemen geven. � Maak met dezelfde knop het samenvoegen van de cellen A1 t/m G1 en de cellen A2 t/m G2 weer ongedaan. � Versleep de inhoud van de cellen A1 en A2 naar E1 en E2. � Klik op de knop ‘Centreren’ [Center]. U hebt visueel nu hetzelfde effect bereikt, terwijl de kolommenstructuur gehandhaafd blijft. Oefening 19.: Randen rondom cellen met de knoppen in het ‘Lint’. � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-K-Randen”. � Maak een meervoudige selectie van de cellen: C10 t/m G10, C13 t/m G13, C18 t/m G18 en C19 t/m G19. � Plaats met behulp van de knop in het ‘Lint’ [Ribbon] een ‘Dikke kaderrand ‘ rondom de cellen [Thick Box Border]. Oefening 20.: Randen rondom cellen met het dialoogkader. � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-L-Randen-dialoogkader”. � Selecteer de cellen C10 t/m G10 en C19 t/m G19. � Klik ergens binnen de selectie op de rechter muisknop en kies ‘Celeigenschappen - Rand’ [Format Cells - Border]. � Geef de cellen een rode dubbele omlijning, door eerst de rode kleur te selecteren, vervolgens een dubbel lijn te kiezen en tot slot dit aan de ‘Omtrek’ [Outline] toe te kennen.
CTS/Advies
19-12-14
43/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Oefening 21.: Cellen namen geven � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-M-Namen”. � Kies ‘Beeld – Weergeven’ [View – Show]. � Controleer of de optie ‘Formulebalk’ [Formula Bar] aan staat. � Selecteer in de ‘Factuur’ de cellen met de uren (dus niet de cellen met de subtotalen en het totaal meeselecteren). � Klik gheel links in de formulebalk op de celreferentie die u daar ziet. � Type hier voor de cellen de naam “Uren” en druk op ‘Enter’. � Klik in een willekeurige cel in het werkblad, zodat de uren niet meer geselecteerd zijn. � Klik in de formulebalk op het zwarte pijltje achter het vak met de celreferentie. � Selecteer de naam “Uren”. U ziet dat de cellen met de uren weer geselecteerd worden. U kunt niet direct beginnen met andere aantallen uren in te typen. � Selecteer cel C9 en type hier de formule: =SOM(uren) [=SUM(…)] U ziet dat de formule correct wordt uitgerekend onder gebruikmaking van de celnaam. Oefening 22.: Sjabloon maken � Activeer het werkblad uit voorgaande oefening of open het oefenbestand “Factuur-N-Sjabloon”. � Klik geheel links in de formulebalk op het pijltje om het keuzelijstje te openen en selecteer de naam “uren”. U ziet dat nu alle cellen geselecteerd worden die tot de groep “Uren” behoren. � Wis de inhoud van de cellen door op de ‘Delete-toets’ te drukken. � Kies de optie ‘Bestand - Opslaan als’ [File - Save As]. � Kies in de keuzelijst achter ‘Opslaan als’ [Save as type] voor een ‘Excel-sjabloon’ [Excel Template]. Merk op dat Excel een special map op schrijf selecteert, waar de sjablonen in worden opgeslagen. � Sla het bestand op met de naam “Factuur”. � Sluit het document. � Klik op de optie ‘Bestand - Nieuw’ [File - New]. � Klik op ‘Mijn sjablonen’ [My Templates]. � Kies het sjabloon “Factuur” als basis voor uw nieuwe document.
CTS/Advies
19-12-14
44/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
Het sjabloon wordt geopend en u kunt dit opnieuw voor een factuur gebruiken. � Vul waarden in. � Klik in de werkbalk ‘Snelle toegang’ [Quick Access] de optie ‘Bewaren’ [Save]. U ziet dat het sjabloon zich niet laat overschrijven en toch met het dialoogkader ‘Bewaar als’ [Save As] komt. � Klik op ‘Annuleren’ [Cancel] en sluit het document zonder dit te bewaren met ‘Bestand – Sluiten’ [File – Close]. Extra oefening verwijzingen.
23.:
Formule
met
absolute
en
relatieve
Hierna ziet u een tabel met de tafels van 1 tot 10. Deze gaat u zelf maken. � Neem uw document “Oefening-gevorderd” voor u. � Neem een nieuw tabblad voor u en geeft het de naam “absoluutrelatief”. � Plaats in de cellen A2 en A3 de getallen 1 en 2. � Selecteer de cellen A2 en A3 en trek vervolgens het selectieknopje 8 cellen naar beneden. U ziet de getallen 1 t/m 10 verschijnen. � Selecteer de cellen A2 t/m A11. � Kopieer de selectie. � Selecteer cel B1. � Klik met de rechter muisknop in cel B1 en kies in het snelmenu de optie ‘Plakken Speciaal’ [Paste Special]. � Kies voor ‘Transponeren’ [Transpose] en klik ‘OK’ U ziet dat de gekopieerde kolom als rij wordt ingeplakt. � Plaats nu in cel B2 een formule die het getal op de bovenst rij vermenigvuldigd met het getal in de eerste kolom. Om er voor de zorgen dat bij het kopiëren de verwijzingen naar de bovenste rij en de eerste kolom vast blijven, plaatst u dollartekens in de verwijzingen. � Nadat u de formule heeft ingevoerd in cel B2 kopieert u de formule naar de andere cellen van de tabel, door het verslepen van de selectieknop, eerst naar cel K2 en vervolgens naar cel K11. Als u de absolute verwijzingen goed in de formule geplaatst hebt, dan verschijnen de tafels van 1 t/m 10.
CTS/Advies
19-12-14
45/187
Herhaling basis/verdieping: oefeningen
U vindt het antwoord achter in deze handleiding. � Bewaar uw document. Extra oefening 24.: Opmaak � Maak uw document “Factuur” uit voorgaande oefening af, zoals onderstaand.
� Sluit het document en bewaar de wijzigingen op schijf.
CTS/Advies
19-12-14
46/187