Verdieping Fietsdagtochten (2013) Het
Fietsplatform
presenteert
met
de
Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers en trends die op www.fietsplatform.nl te vinden zijn en gaat over fietstochten (>1 uur) vanaf het huisadres.
Participatie en aantal fietsdagtochten Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur)
Deel van de Nederlanders - naar provincie - dat een recreatieve fietstocht gemaakt heeft 2010/2011
52% van de Nederlanders maakt fietstochten voor het Groningen 55% plezier (figuur 1). In 2010/2011 hebben Nederlanders Friesland 52% in totaal 167 miljoen fietstochten van een uur of Drenthe 44% langer gemaakt (tabel 1). Overijssel 53% In Utrecht en Gelderland stapt een significant groter deel van de bevolking wel eens voor het plezier op de Flevoland 49% fiets; respectievelijk 58% en 57% van de inwoners Gelderland 57% (figuur 1). Utrecht 58% Het deel van de Zeeuwen (43%), Drenten (44%), Noord-Holland 51% Zuid-Hollanders (48%) en Limburgers (48%) dat wel Zuid-Holland 48% eens een recreatieve fietstocht maakt ligt onder het Zeeland 43% landelijk gemiddelde (figuur 1). Noord-Brabant 53% Nederlanders ondernamen in 2010/2011 ruim 3,4 Limburg 48% miljard vrijetijdsactiviteiten (van één uur of langer) Nederland 52% vanaf het huisadres. Een kwart (25%) van deze Stichting Landelijk Fietsplatform Bron: CVTO 2010/2011 activiteiten is een buitenrecreatie-activiteit (zoals wandelen, fietsen of het maken van toertochtjes met auto of motor). Een vijfde (20%, Figuur 1 167 miljoen activiteiten)van alle buitenrecreatie-activiteiten is een recreatieve fietstocht (tabel 1). Sinds 2006/2007 is het totaal aantal vrijetijdsactiviteiten afgenomen met 14%. Het aandeel fietstochten is nagenoeg gelijk gebleven (tabel 1).
Bron: CVTO 2006/2007-2010/2011
Aantal vrijetijdsactiviteiten > 1 uur (x mln) > waarvan aantal buitenrecreatieve activiteiten (x mln) en in % van totaal aantal VT-activiteiten > waarvan aantal fietstochten (x mln) en in % van het totaal aantal buitenrecreatieve activiteiten
2006/2007
2008/2009
2010/2011
4.046
3.567
3.419
980 (24%)
903 (25%)
841 (25%)
205 (21%)
179 (20%)
167 (20%)
Tabel 1
Lengte en duur fietsdagtochten Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur)
Gemiddeld gaat de Nederlander tijdens een recreatieve fietstocht 2 uur en 33 minuten op pad. Het grootste deel (46%) van de fietstochten duurt 1 tot 2 uur, tijdens 37% van de activiteiten gaat men 2 tot 4 uur op pad, de rest duurt langer dan 4 uur (figuur 2). Een gemiddelde recreatieve fietstocht - van één uur of langer - is 20,4 kilometer lang. Tijdens 63% van de recreatieve fietstochten wordt maximaal 20 kilometer gefietst. Circa één derde (32%) van de fietstochten is tussen de 21 en de 50 kilometer lang, tijdens de rest van de tochten fietst men meer dan 50 kilometer (figuur 3).
Fietsrecreatiemonitor Verdieping Fietsdagtochten - 2013
© Landelijk Fietsplatform – www.fietsplatform.nl
1
Duur fietsdagtocht 2010/2011
Lengte fietsdagtocht 2010/2011 0%
4%
3%
1 tot 2 uur
5% 8%
0 t/m 5 km
12%
2 tot 4 uur
6 t/m 10 km 32%
4 tot 5 uur
11 t/m 20 km 19%
46% 5 tot 7 uur
21 t/m 50 km
7 uur of meer
51 t/m 100 km
37%
101 t/m 150 km
34%
Stichting Landelijk Fietsplatform
Stichting Landelijk Fietsplatform
Bron: CVTO 2010/2011
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 2
Figuur 3
Waar wordt gefietst
Fietsdagtocht en provincie 2010/2011
Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur) Groningen
Fietstochten worden meestal buiten de eigen gemeente ondernomen (61%), de rest van de tochten wordt binnen de eigen gemeente gemaakt. De meeste recreatieve fietstochten worden gemaakt in de provincies Zuid-Holland (19%), Noord-Holland (15%), Noord-Brabant (14%) en Gelderland (13%). Deze provincies zijn samen goed voor 61% van het totaal aantal recreatieve fietstochten (figuur 4). Bij het merendeel (89%) van de recreatieve fietstochten, gaat men direct vanuit huis fietsen. Bij 6% van de fietstochten gaat men eerst met de auto naar het startpunt.
6%
Friesland
5% 5%
Drenthe 5%
14%
Overijssel 6%
3%
Flevoland 2%
Gelderland Utrecht Noord-Holland
13% 19%
Zuid-Holland Zeeland 6% Noord-Brabant 15% Limburg
Stichting Landelijk Fietsplatform
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 4
Inwoners en recreatieve fietstochten naar provincie 2010/2011 - 2013 5%
aantal recreatieve fietstochten
4%
Friesland
5%
Op of aan zee
5%
Op of aan het water 7% 6%
Overijssel
21% 2% 4%
Landelijk gebied
2% 2%
34%
Recreatiegebied 12% 13%
Gelderland
Nat natuurgebied
7% 3%
7%
Utrecht
6%
Duinen 16% 15%
Noord-Holland
5%
Bos
18%
21%
Zuid-Holland Zeeland
Eigen wijk
3%
Drenthe
Flevoland
aantal inwoners 2013
3%
Groningen
Fietsdagtocht en omgeving 2010/2011
19% 2% 3%
Stichting Landelijk Fietsplatform
3%
Dorp/stad 15% 14%
Noord-Brabant Limburg
Heidegebied
Stadspark
7% 6%
Anders Bron: CVTO 2010/2011 en CBS 2013
20% 4% 14%
Stichting Landelijk Fietsplatform
Figuur 5
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 6
Het aantal recreatieve fietstochten in een provincie, hangt sterk samen met het aantal inwoners van de provincie (figuur 5). Als het aantal recreatieve fietstochten per provincie afgezet wordt tegen het aantal inwoners van deze provincies, blijkt dat in Groningen, Friesland en Drenthe relatief veel fietstochten gemaakt worden. Ook in Zeeland en Gelderland wordt meer voor het plezier gefietst dan je op basis van het aantal inwoners zou verwachten (figuur 5). De meeste recreatieve fietstochten vinden plaats in het landelijk gebied (34%), in een dorp of stad (20%) of in het bos (18%) (figuur 6). Fietsrecreatiemonitor Verdieping Fietsdagtochten - 2013
© Landelijk Fietsplatform – www.fietsplatform.nl
2
Wanneer wordt gefietst Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur)
In april en juli wordt relatief veel gefietst, respectievelijk 14% en 13% van de fietstochten in 2010/2011 is in deze periode gemaakt. Ook maart, juni en augustus zijn populaire fietsmaanden. In december, januari en februari wordt het minst gefietst (figuur 7). Zondag is de populairste fietsdag, 21% van de recreatieve fietstochten vindt op zondag plaats. Maar ook zaterdag is wordt relatief veel gefietst (17% van de recreatieve fietstochten). Ruim 60% van de recreatieve fietstochten vindt op een weekdag plaats. Op maandag worden de minste fietstochten ondernomen (11%) (figuur 8). Er zijn geen grote verschuivingen ten opzichte van eerdere jaren. Het merendeel van de fietstochten wordt overdag gemaakt. Bijna de helft (49%) van de tochten gaan ’s middags van start. Tijdens 36% van de recreatieve fietstochten stapt men ’s ochtends op de fiets. Zes procent wordt ’s avonds gemaakt. Maand fietsdagtocht 2010/2011
Dag fietsdagtocht 2010/2011 Januari
2% 6%
Februari 4%
Maart
5%
Zondag 17%
April
8% 10%
21%
Maandag
Mei
Dinsdag
Juni
9%
Juli
Woensdag 12% Donderdag
13%
11%
Augustus
Vrijdag 11%
September
Zaterdag Oktober
8%
13% 13%
November 14%
10%
13%
December
Stichting Landelijk Fietsplatform
Bron: CVTO 2010/2011
Stichting Landelijk Fietsplatform
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 7
Figuur 8
Gebruik routes Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur)
Bij 13% van de recreatieve fietstochten (> 1 uur) wordt gebruik gemaakt van knooppuntroutes (figuur 9). Er zijn duidelijke verschillen tussen de provincie waar gefietst wordt en het gebruik van de LF- of knooppuntroutes. In Friesland, Noord-Brabant, Overijssel en Gelderland wordt tijdens een relatief groot deel van de recreatieve fietstochten gebruik gemaakt van de knooppuntroutes. In Utrecht ligt het gebruik van LF-routes duidelijk boven het landelijk gemiddelde (figuur 10).
Gebruik routes bij fietsdagtochten 2010/2011
5%
2% 13%
Gebruik LF-routes
Gebruik Knooppuntroutes
Gebruik routes bij dagtochten en provincie 2010/2011 Groningen
2%
Friesland
2%
9% 25% 3%
Drenthe
6% 2%
Overijssel
18% 3%
Flevoland
11%
Geen gebruik 2%
Gelderland Niet bekend
17% 6%
Utrecht
12% 3%
Noord-Holland
Zeeland Noord-Brabant
Bron: CVTO 2010/2011
% gebruik knooppuntroutes
0%
Limburg Stichting Landelijk Fietsplatform
% gebruik LF-routes
9%
2%
Zuid-Holland
81%
9%
Stichting Landelijk Fietsplatform
5% 3% 19% 2% 9% Bron: CVTO 2010/2011 o.b.v. vragen Fietsplatform
Figuur 9
Fietsrecreatiemonitor Verdieping Fietsdagtochten - 2013
Figuur 10
© Landelijk Fietsplatform – www.fietsplatform.nl
3
Gebruik routes bij dagtochten en afgelegde afstand 2010/2011
Gebruik routes bij dagtochten en leeftijd 2010/2011
33%
0 t/m 5 jaar 6 t/m 12 jaar
1% 3%
% gebruik LF-routes
% gebruik knooppuntroutes
1% 3% 21%
6%
13 t/m 17 jaar
4% 3%
18 t/m 24 jaar
5%
9% 6%
4%
25 t/m 34 jaar
4%
10%
4%
2%
35 t/m 44 jaar
1%
3%
1%
1% 7%
0-5 km
5%
45 t/m 54 jaar
% gebruik LF-routes
12%
6-10 km
Stichting Landelijk Fietsplatform
11-20 km
21-50 km
51-150 km
Bron: CVTO 2010/2011 o.b.v. vragen Fietsplatform
% gebruik knooppuntroutes 19% 3%
65 t/m 74 jaar 75 jaar en ouder
21% 1%
Stichting Landelijk Fietsplatform
Figuur 12
2%
55 t/m 64 jaar
10%
Figuur 11 Bron: CVTO 2010/2011 o.b.v. vragen Fietsplatform
Nederlanders tussen de 55 en de 74 jaar maken relatief veel gebruik van knooppuntroutes (figuur 11). In 2010/2011 fietste deze leeftijdsgroep in totaal ruim 13 miljoen keer een knooppuntroute. Dit is circa 66% van alle recreatieve fietstochten op het knooppuntroutenetwerk. Hoe langer de fietstocht, hoe vaker gebruik gemaakt wordt van knooppuntroutes. Bij langere routes wordt ook vaker dan gemiddeld gebruik gemaakt van LF-routes (figuur 12). Bij circa één op de vijf (21%) recreatieve fietstochten met een lengte van 21-50 kilometer wordt gebruik gemaakt van knooppuntroutes. Bij fietstochten van meer dan vijftig kilometer, ligt dit aandeel op bijna een derde (33%) (figuur 12).
Waardering fietsdagtochten Bron: CVTO 2010/2011 (activiteiten > 1 uur)
Nederlanders waarderen de recreatieve fietstochten van een uur of langer gemiddeld met een 7,7. De gemiddelde cijfers variëren van een 7,4 in Flevoland, tot een 7,9 in Groningen, Gelderland en Zeeland (figuur 13). De aantrekkelijkheid van de omgeving en de kwaliteit van de fietspaden worden met respectievelijk een 7,8 en een 7,7 beoordeeld. De aanwezigheid van bezienswaardigheden (6,6) en horeca (6,4) krijgen gemiddeld de laagste beoordeling (figuur 14).
Waardering dagtocht en provincie 2010/2011 (rapportcijfer) Groningen
7,9
Friesland Drenthe
7,6
Kwaliteit fietspaden en wegen
7,4
Limburg Stichting Landelijk Fietsplatform
Kwaliteit bewegwijzering
7,4
Kwaliteit routeverloop
7,4
7,8 7,6
Drukte op fietspaden
7,3
7,7
Zeeland Noord-Brabant
7,7
7,9
Utrecht
Zuid-Holland
7,8
7,8
Gelderland
Noord-Holland
Aantrekkelijkheid omgeving
7,8
Overijssel Flevoland
Waardering aspecten dagtocht 2010/2011 (rapportcijfer)
Aanwezigheid bezienswaardigheden
7,9
6,6
7,7 Aanwezigheid horeca
7,6 Bron: CVTO 2010/2011
Stichting Landelijk Fietsplatform
6,4
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 13
Fietsrecreatiemonitor Verdieping Fietsdagtochten - 2013
Figuur 14
© Landelijk Fietsplatform – www.fietsplatform.nl
4
Qua ‘aantrekkelijkheid omgeving’ scoren de provincies Zeeland (8,1), Friesland, Gelderland en Utrecht (8,0) het hoogst. De cijfers die de provincies voor dit aspect krijgen variëren tussen de 7,4 en de 8,1 (figuur 15). De ‘kwaliteit van de fietspaden en wegen’ wordt over het algemeen positief beoordeeld; rapportcijfers voor dit aspect variëren per provincie tussen de 7,3 in Limburg en de 7,8 in Noord-Brabant, Gelderland en Flevoland. De ‘kwaliteit van de bewegwijzering’ wordt het best gewaardeerd in Friesland, Overijssel, Gelderland en NoordBrabant (7,6) (figuur 16). De ‘kwaliteit van het routeverloop’ wordt in deze provincies eveneens het hoogst beoordeeld; Friesland, Overijssel en Gelderland scoren een 7,6 en Noord-Brabant een 7,7.
Waardering aantrekkelijkheid omgeving en provincie 2010/2011 (rapportcijfer) Groningen
7,8
Friesland
Groningen 8,0
Drenthe
7,7
Overijssel
Flevoland
Gelderland
8,0
Gelderland
Utrecht
8,0
Utrecht
Noord-Holland
7,7
Noord-Holland
Zuid-Holland
7,7
Zuid-Holland
Zeeland
8,1 7,9
Limburg
7,6 7,0 7,6 7,4 7,4 7,3
Zeeland
7,5
Noord-Brabant
7,4
Limburg
Stichting Landelijk Fietsplatform
7,6 7,2
Overijssel
7,8
Noord-Brabant
7,4
Friesland Drenthe
7,9
Flevoland
Waardering kwaliteit bewegwijzering en provincie 2010/2011 (rapportcijfer)
Bron: CVTO 2010/2011
7,6 7,0
Stichting Landelijk Fietsplatform
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 15
Figuur 16
De waardering van de ‘drukte op de fietspaden’ varieert van 6,9 in Drenthe tot 7,6 in Friesland (figuur 17). Over de aanwezigheid van bezienswaardig-heden is men het meest tevreden in Zeeland, Gelderland en Friesland (gemiddelde boordeling 6,9). Het aspect ‘aanwezigheid bezienswaardigheden’ wordt in Drenthe (5,7) en Flevoland (6,1) het laagst gewaardeerd (figuur 18). De aanwezigheid van horeca wordt het best beoordeeld in Zeeland (6,7), Limburg, Noord-Brabant en Friesland (6,6). Dit aspect krijgt de laagste score in Flevoland (5,3) en Drenthe (5,7) (figuur 18).
Waardering drukte op fietspaden en provincie 2010/2011 (rapportcijfer) Groningen
7,5
Friesland Drenthe Overijssel Flevoland
7,6
7,1 7,2 7,5
Utrecht
Zuid-Holland Zeeland
Stichting Landelijk Fietsplatform
Aanwezigheid bezienswaardigheden
Limburg
6,6 6,5
Noord-Brabant
6,6 6,6 6,7 6,9
Zeeland
7,3
6,3 6,6
Zuid-Holland
7,2
6,5 6,5
Noord-Holland
7,2
6,4
Utrecht
7,1
Noord-Brabant Limburg
Aanwezigheid horeca
6,9
Gelderland
Noord-Holland
Waardering aanwezigheid horeca en bezienswaardigheden en provincie 2010/2011 (rapportcijfer)
7,4
6,8 6,5
Gelderland
7,1
Flevoland Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 17
6,9 5,3 6,1 6,4 6,7
Overijssel Drenthe
5,7 5,7 6,6 6,9
Friesland Groningen
Stichting Landelijk Fietsplatform
6,1 6,8
Bron: CVTO 2010/2011
Figuur 18
Fietsrecreatiemonitor Verdieping Fietsdagtochten - 2013
© Landelijk Fietsplatform – www.fietsplatform.nl
5