Cultuurconvenant 2009 – 2012 OCW – provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan, hierna te noemen: minister van OCW, en Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, de heer H. Dijksma en hierna te noemen provincie Flevoland, Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, mevrouw A.H. Raven BA en hierna te noemen provincie Utrecht, Burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, de heer A. Visser, en hierna te noemen: gemeente Almere, Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, de heer A. Kruyt, en hierna te noemen: gemeente Amersfoort, Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor/van Welzijn, Cultuur, Integratie en de wijk Binnenstad, de heer drs. C.J.M. van Eijk, en hierna te noemen: gemeente Utrecht, Hierna te noemen: partijen, Overwegende dat: -
rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de culturele infrastructuur in Nederland;
-
algemene afspraken tussen de minister van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vastgelegd in het op 22 maart 2006 ondertekende 'Algemeen Kader Cultuurconvenanten';
-
partijen met het oog op de gewenste beleidsafstemming gesprekken hebben gevoerd over de culturele basisinfrastructuur, uitgaande van de uitgangspunten voor het cultuurbeleid uit de nota Kunst van Leven (Kamerstukken II 2006/07, 28989, nr. 44) en de politiek-bestuurlijke prioriteiten op stedelijk en regionaal niveau;
-
het wenselijk is om op hoofdlijnen tot afstemming te komen over het wederzijdse
cultuurbeleid; -
het wenselijk is dat er coördinatie plaats vindt over de subsidiering van instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur van het rijk;
-
er instellingen zijn waarvoor vanaf 1 januari 2009 voor de minister van OCW geen mogelijkheid tot subsidiering binnen de culturele basisinfrastructuur meer bestaat en dat het in het belang van deze instellingen is dat overheden bezien of het mogelijk is afspraken te maken over de financiering van deze instellingen in de periode 2009-2012;
KOMEN OVEREEN:
Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Partijen bevorderen dat zij over en weer voldoende geïnformeerd zijn over het te voeren beleid. Artikel 2 Partijen overleggen gedurende de looptijd van de subsidieperiode (2009-2012) ten minste een keer per jaar over het te voeren cultuurbeleid. Tijdens deze overleggen komt de voortgang van de in dit convenant vastgelegde afspraken aan de orde. Artikel 3 De afspraken in dit convenant zijn niet in rechte afdwingbaar.
Paragraaf 2. Gezamenlijke verantwoordelijkheid Artikel 4 1. De in de bijlage opgenomen instellingen zijn onderdeel van de culturele basisinfrastructuur en partijen beschouwen de subsidiering van deze instellingen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voor vierjarige instellingen wordt 30% van de geadviseerde verhogingen in het raadsadvies van 15 mei toegekend. Bij deze verhogingen gaat de minister van OCW ervan uit dat de andere overheden hun subsidie aan de instellingen op ten minste hetzelfde peil houden als in de subsidieperiode 2005-2008. Vanuit het belang van enkele instellingen, te weten Stichting De Paardenkathedraal, Stichting Het Nederlands Film Festival en Theater- en productiehuis Almere voor de regio is besloten om 100% toe te kennen van de geadviseerde verhogingen in het raadsadvies van 15 mei. 2. Partijen zullen de in het eerste lid bedoelde instellingen subsidiëren door middel van beschikkingen die zoveel mogelijk op elkaar aansluiten en zoveel mogelijk gelijktijdig worden afgegeven. Artikel 5
Partijen stellen elkaar tijdig schriftelijk op de hoogte van tussentijdse voorgenomen beleidswijzigingen ten aanzien van de in de bijlage bij artikel 4 genoemde instellingen en ten aanzien van de in de artikelen 6 t/m 9 genoemde onderwerpen. Daarbij stellen partijen elkaar in de gelegenheid te reageren op voorgenomen beleidswijzigingen. Artikel 6 Bij de instellingen Stichting RASA (€587.263,-), Stichting Jazz en geïmproviseerde Muziek Utrecht (€105.028,-) en Stichting ZIMIHC (€53.020,-) verlaagt de minister van OCW de subsidie onder gelijktijdige verhoging van de subsidie door gemeente Utrecht met €587.263,-, €105.028,- en €53.020,-. Bij de instellingen Stichting Organisatie Oude Muziek (€150.000,-), Stichting Nederlands Film Festival (€50.000,-), Stichting Huis aan de Werf (€200.000,-) en Stichting De Paardenkathedraal (€ 345.311,-) verhoogt de minister van OCW de subsidie met respectievelijk onder gelijktijdige verlaging van de subsidie door gemeente Utrecht. Deze bedragen zijn op het loon- en prijspeil 2006 en zullen door partijen worden aangevuld tot het loon- en prijspeil 2008. Artikel 7 In 2013 is het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht is gesloten. De minister van OCW erkent dat herdenking van dit belangrijke moment in de geschiedenis van Europa van landelijke en internationale betekenis is. De stad en provincie Utrecht bereiden de herdenking voor. Artikel 8 In verband met de komende schaalsprong van de gemeente Almere wordt een Integraal Afsprakenkader met het Rijk overeengekomen waarin naast alle fysieke ook de maatschappelijke consequenties van een verdubbeling worden opgenomen. Wij stellen als partijen in de convenant vast dat in dat Integraal Afsprakenkader expliciet aandacht gegeven zal moeten worden aan de culturele infrastructuur zowel ten aanzien van de omvang als betreffende de kwaliteit van de kunstproductie, opdat de gemeente Almere haar positie als grote stad in het nationaal cultuur bestel zo snel mogelijk kan innemen. De minister van OCW zal zich inspannen om het culturele voorzieningen niveau mogelijk te laten lopen met de groei van de gemeente Almere. Artikel 9 De minister van OCW en de provincie Flevoland spreken af dat beide partijen zich gezamenlijk inzetten voor een zo optimaal mogelijk (publieksgericht) gebruik van collectie, gebouw en omgeving van het NISA, voor een samenhangende aanpak met de activiteiten van de Bataviawerf en het Nieuw Land erfgoedcentrum.
Paragraaf 3. Slotbepalingen Artikel 10 Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 en eindigt op 31
december 2012. Partijen treden uiterlijk een jaar voor het beëindigen van dit convenant in overleg over eventuele voortzetting van dit convenant. Artikel 11 1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat dit convenant billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen partijen over een eventuele wijziging van dit convenant in overleg treden. 2. Indien dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming heeft geleid, mag elke partij dit convenant schriftelijk opzeggen. Artikel 12 De aan dit convenant gehechte bijlage maakt daarvan deel uit. Artikel 13 Binnen PM dagen/weken na ondertekening/inwerkingtreding van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de staatscourant. ONDERTEKENING
___________[plaats], _________[datum],
dr. Ronald H.A. Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
___________[plaats], _________[datum],
De heer H. Dijksma, Gedeputeerde voor Cultuur van de Provincie Flevoland.
___________[plaats], _________[datum],
Mevrouw A.H. Raven BA, Gedeputeerde voor Cultuur van de Provincie Utrecht.
___________[plaats], _________[datum],
De heer A. Visser, Wethouder voor Cultuur van de gemeente Almere
___________[plaats], _________[datum],
De heer A. Kruyt, Wethouder voor Cultuur van de gemeente Amersfoort ___________[plaats], _________[datum],
De heer drs. C.J.M. van Eijk, Wethouder voor Welzijn, Cultuur, Integratie en de wijk Binnenstad van de gemeente Utrecht.
Deze bijlage behoort bij het cultuurconvenant 2009 – 2012 OCW – provincie Flevoland, provincie Utrecht, gemeente
Almere, gemeente Amersfoort, gemeente Utrecht •
BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4
’s-Gravenhage, datum dr. Ronald H.A. Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ……………………………, Wethouder/Gedeputeerde voor ………….van de gemeente/provincie
Naam instelling
Provincie Provincie Gemeente Gemeente Gemeente 1 1 1 1 1 Flevoland Utrecht Almere Amersfoort Utrecht
Paardenkathedraal
OCW
2
1.454.149
Het Filiaal
374.522
Merkx & Dansers
244.074
Holland Animation Film Festival
111.204
Organisatie Oude Muziek
831.967
Huis a/d Werf / Festival a/d Werf
816.597
Het Lab
488.092
BonteHond
363.439
BAK, basis voor actuele kunst
513.064
Museum De Paviljoens, statutair ACHK De Paviljoens
205.112
Nederlands Film Festival
769.804
Nederlands Centrum voor Volkscultuur
543.388
NIF
269.267
Cultuurnetwerk Nederland
1.772.636
Stut Theater
81.986
Vocaal Talent Nederland
94.538
DOX
309.432
Museum Catharijneconvent
4.339.735
Geld- en Bankmuseum
1.033.178
Huis Doorn Kunstfactor Sectorinstituut Amateurkunst
1
Deze bedragen zijn op basis van het loon- en prijspeil 2008
2
Deze bedragen zijn op basis van het loon- en prijspeil 2008 en inclusief cultuurprofijtkorting 1,7% en
Motie Hamer
459.460 5.163.906