Observeren van een demoles
Kelsey Fripont, Jolien Felis, Eline Seldeslachts en Tessa Bogaerts
VRAAG 1: WANNEER WERD ER AFGEWEKEN VAN HET LESVOORBEREIDINGSFORMULIER? Over het algemeen werd er niet veel afgeweken van het lesvoorbereidingsformulier. Er werd vooral veel meer gemotiveerd dan in het lesvoorbereidingsformulier te lezen valt. Indien er wel werd afgeweken, ging dit om een klein detail. Deze zijn hieronder opgesomd. INSTAPFASE De timing van de instapfase was niet helemaal correct, er was een afwijking van ongeveer 3 minuten. Aan het einde van de instapfase voelde de leerkracht dat de leerlingen nog niet helemaal mee waren. Dit werd opgevangen aan de hand van een extra vraag dat de leerkracht stelde aan haar leerlingen. Hierdoor waren de leerlingen voldoende op de hoogte om aan de les te beginnen. LESFASE 1 In deze lesfase gebruikte de leerkracht alleen de wandkaart niet zoals aangegeven in het lesvoorbereidingsformulier. Dit was het enige moment dat er werd afgeweken in deze lesfase. LESFASE 2 Op een gegeven moment moesten de leerlingen een opdracht doen in hun werkblaadjes. De afdrukstand van de bladzijde van de opdracht was liggend, dus wou de leerkracht praktisch handelen en vroeg ze om hun boek om te draaien. Dit is een voorbeeld van inspelen in onvoorziene situaties, dit is iets wat je dus niet kan voorbereiden (dit is de reden waarom het niet in het lesvoorbereidingsformulier staat). Een tijdje later werd weer afgeweken van het lesvoorbereidingsformulier. De leerkracht merkte op dat de leerlingen de verschillende soorten hellingen nog niet volledig onder de knie hadden, waardoor ze hier op in speelt met de vergelijking met de fiets. Dit stond eveneens niet in het lesvoorbereidingsformulier maar zorgde er wel voor de de meeste leerlingen de gegeven leerstof klaarblijkelijk door hadden. Weer iets later projecteert de leerkracht een foute (verouderde) determineertabel op de overheadprojector. Deze tabel kwam niet overeen met de tabel die de leerlingen hadden. Wanneer de leerkracht dit opmerkt, heeft ze de verouderde tabel niet meer gebruikt om verwarring te vermijden. Dit was een kleine afwijking van het lesvoorbereidingsformulier. Verder stelde de leerkracht een paar vragen extra en heeft ze ook nog eens het verschil tussen heuvelrug en plateau uitgelegd omdat hier verwarring rond was. In het lesvoorbereidingsformulier stond dat de leerkracht de determineertabel met één leerlingen zou overlopen, maar ze deed dit met meerdere leerlingen. Vaak mocht een leerling de oefening voorlezen voor de klas omdat de oefening die bij de leerkracht in het boek stond niet volledig overeen kwam met het handboek van de leerlingen. BORDSCHEMA Het voorbereide bordschema wijkt af van het effectieve bordschema, de leerkracht is vergeten om de puntjes bij “2. reliëfvormen” aan te vullen. Verder heeft ze de agenda ook niet op het bord genoteerd.
VRAAG 2: EVENTUELE VERBETERING AAN DE INSTAPFASE WAT GEBEURDE ER? De les begon leuk: de leerkracht zette potjes klaar met daarin foto’s. De leerlingen moesten dan bij het begin van de les de foto’s samen leggen die samen hoorden. Wanneer de leerlingen dit hadden gedaan, vroeg de leerkracht waarom ze de kaartjes hadden samen gelegd. De leerlingen moesten eveneens opzoeken waar de film “Rio” zich afspeelt. Voor de leerlingen is dit fijn omdat het zich situeert in hun eigen leefwereld. Hun aandacht schoot de hoogte in. EVENTUELE AANPASSINGEN OF ANDERE MOGELIJKHEDEN Dit kon ook getoond worden a.d.h.v. foto’s op de PowerPoint, maar dat zou de aandacht van de leerlingen minder hebben getrokken. Het is goed voor de algemene motivatie dat de leerlingen in het begin van de les actief konden deelnemen. VRAAG 3: DIDACTISCHE MATERIALEN TIJDENS DE LES SOORTEN DIDACTISCHE MATERIALEN ● ● ●
● ●
Foto’s/kaartjes: ○ In het begin van de les gebruikt de leerkracht foto’s/kaartjes om de leerlingen te motiveren. Bord: ○ Het bord wordt gebruikt om de kenmerken van de reliëfvormen en de kenmerken van de reliëfelementen op te noteren. Transparanten: ○ De leerkracht heeft de werkbladen van de leerlingen op transparant. Hierdoor kunnen de leerlingen goed volgen. ○ De leerkracht toont de determineertabel op een transparant, zodat er klassikaal gedetermineerd kan worden. Atlas: ○ De atlas wordt gebruikt om plaatsen op te zoeken, zoals de plaats waar de film “Rio” zich afspeelt. Powerpoint: ○ Hierop staan vragen die de leerkracht moet stellen aan de leerlingen. ○ De leerkracht gebuikt dit om een foto van de film “Rio” te tonen. Hierop duidt de leerkracht het hoogteverschil, de helling en het hoogteverschil aan. ○ Dit wordt gebruikt om foto’s te tonen die de leerlingen later moeten determineren aan de had van een determineertabel. ○ Op de powerpoint staan de oefeningen die de leerlingen moeten maken.
GEBONDEN AAN BEPAALDE LESFASE ●
●
●
In de instapfase werden de kaartjes gebruikt zodat de leerlingen meteen gemotiveerd waren. in deze fase werd eveneens de powerpoint en het bord gebruikt om de probleemstelling duidelijk te maken. In lesfase 1 toonde de leerkracht veel op de powerpoint en op de transparant en schrijft de leerkracht mee op het bord. De leerlingen moesten eveneens hun atlas gebruiken in deze lesfasen. In lesfase 2 werd het werkboek gebruikt en de transparant om de determineertabel te tonen.
VOLDOENDE / TEVEEL AFWISSELING Er was voldoende afwisseling. Wat wel storend was, is dat er een kaart van België en Afrika stond. De leerlingen waren hierdoor afgeleid, ze staarden er naar terwijl ze eigenlijk zouden moeten opletten. De kaarten waren niet essentieel voor de les, men kon ze dus gewoon weglaten. Misschien was het beter geweest als er een kaart van Brazilië stond. Zodat de leerkracht de berg die op de foto van “Rio” stond, kan aanduiden op de kaart. Door het vele afwisselen van media blijft de aandacht bij de meeste leerlingen voldoende hoog. Wat zeker heel handig is, is dat de leerkracht via transparant de oefeningen in het werkboek van de leerlingen mee volgt. REACTIE LEERLINGEN
Toen de leerlingen in het begin van de les de opdracht kregen met de kaartjes, waren zij enthousiast. Ze deden allemaal goed mee. Ook de foto met de afbeelding van de film “Rio” vonden zij interessant. Over het algemeen werkte de klas goed mee, verschillende leerlingen staken hun hand op om op vragen te antwoorden.
VRAAG 7: OBSERVATIE 1 WILLEKEURIGE LEERLING AANDACHTSGRAFIEK
WAT DOET DE LEERLING? ●
●
● ●
● ●
Start: ○ De leerlingen is nog niet goed wakker. Hij ziet er moe uit. ○ De leerling lijkt wel geïnteresseerd in de kaartjes, maar laat vooral de anderen het werk doen. 10min: ○ Hij heeft zijn atlas niet mee, dus kan geen opzoekwerk doen. Hij werkt samen met zijn buur. ○ De leerling luistert wel aandachtig maar participeert niet tijdens de les. 20min: ○ De leerkracht stelt een vraag en de leerling steekt hand op om te kunnen antwoorden. ○ Hij moet invullen in zijn werkboek, maar weet niet wat dus kijkt bij zijn buur. 30min: ○ Er is een opdracht opgegeven per twee. De leerling doet zijn best niet, behalve wanneer de leerkracht voorbij komt. Vanaf dat moment werkt hij beter mee. ○ De leerling luistert wel, maar hij toont geen inzet. ○ De aandacht van de leerling begint duidelijk te minderen. 40min: ○ De aandacht van de leerling daalt. Tijdens het doceren heeft hij het moeilijk om op te letten. 50min: ○ De leerling maakt tekeningen in zijn werkboek in plaats van op te letten. ○ Hij vult zijn werkboek niet mee in of laat zich helpen door zijn buur.
WANNEER IS DE AANDACHT HOOG? In totaal zijn er twee pieken geweest waarin de aandacht zeer hoog was, het eerste piekpunt was wanneer de leerkracht iets vroeg over de excursie Heideberg, het was duidelijk dat hij dit nog herinnerde. Het tweede piekpunt wat toen de leerkracht zij dat de les voorbij was, hij was enthousiast en was dan ook als een van de eerste buiten.
WANNEER IS DE AANDACHT LAAG? Meestal was de aandacht zeer laag, maar dit had volgens ons niet met de les te maken. De leerling zag er heel vermoeid en stil uit. Hij had duidelijk moeite met zich te concentreren. Als er iets moest genoteerd worden, had hij het vaak niet door en keek hij bij zijn buur om te weten wat hij moest noteren. In het begin van de les was er de motivatiefase met potjes met foto’s in die moesten geclassificeerd worden. De meeste leerlingen deden echt hun best en waren gemotiveerd. Maar onze leerling leek op het eerste zicht wel geïnteresseerd maar werkte niet zo goed mee. Op een bepaald moment was er een kleine opdracht per twee. Hierbij deed de leerling ook bijna geen moeite, behalve wanneer de leerkracht voorbij kwam. Zijn buur deed het meeste werk en dacht na, hij deed dit minder. De aandacht gaat na 30 minuten geleidelijk aan naar beneden. Hij begint te tekenen in zijn werkbladen en vult niet meer in.